DERGELIJKE ”HEREN” VERDIENDEN DIK AAN SLAVENHANDEL EN
SLAVERNIJ EN WORDEN VERHEERLIJKT OP EEN
TENTOONSTELLING IN DE HERMITAGE
https://www.historici.nl/blogs /henk-looijesteijn/polderen-de -hermitage-hollanders-van-de-g ouden-eeuw
MICHIEL DE RUYTER, ZETBAAS VAN DE SLAVENHANDEL, EEN
VAN DE ”HELDEN” UIT DE 17 EEUW, WAAROP DE HERMITAGE
ZO TROTS IS
CARTOON OVER MICHIEL DE RUYTER, DE ROVER
MICHIEL DE RUYTER ALS BEVRIJDER VAN BLANKE
”CHRISTENSLAVEN”/GOED WERK, MAAR TEGELIJKERTIJD
WERKTE HIJ HEEL PROFIJTELIJK MEE AAN DE DEHUMANISERING
VAN ZWARTEN TOT SLAVEN, DOOR ZIJN HAND EN SPANDIENSTEN
IN HET IN STAND HOUDEN VAN DE SLAVENHANDEL
ZO ZAG EEN SLAVENSCHIP ERUIT, DAT MENSEN ALS
VEE VERVOERDE
EN OP LIEDEN, DIE SLAVEN VEE
BEHANDELDEN ZOU MEN VOLGENS
DE HERMITAGE TENTOONSTELLING ”TROTS”
MOETEN ZIJN?
SCHANDE!
Stukje van het schilderij “Hollandse koopman met slaven in heuvellandschap”.
Het schilderij “Hollandse koopman met slaven in heuvellandschap”.
OOK IN DE VOORMALIGE ”OOST”
[NU INDONESIE] WAS MENSENHANDEL EN SLAVERNIJ
MINDER BEKEND, MAAR DAAROM NIET MINDER
BLOEDIG
GRACHTENHUIZEN VAN LIEDEN, DIE DIK VERDIEND HEBBEN AAN SLAVERNIJ EN SLAVENHANDEL/
BAH!
JAN PIETERSZOON COEN, EEN VAN DE BEULEN VAN
DE OOST, MASSAMOORDENAAR, DIE GENOCIDE
PLEEGDE OP DE BEVOLKING OP DE BANDA EILANDEN,
DIE IN ZIJN GEHEEL WERD UITGEMOORD
TENTOONSTELLING HOLLANDERS VAN DE GOUDEN EEUW/ REACTIE OP CONSERVATOR AMSTERDAM MUSEUM
VOORAF:
De oplettende lezer heeft gezien, dat schrijfster dezes recentelijk
een brief aan de Directie van de Hermitage geschreven heeft om
haar beklag te doen over een tentoonstelling waarbij de Hollandse rijken
van de ”Gouden Eeuw” werden verheerlijkt/in een goed daglicht werden
gesteld, ondanks hun betrokkenheid bij onderdrukking en slavernij
Zie mijn brief:
Nu bleek, dat deze tentoonstelling werd gefaciliteerd door de Hermitage, maar
feitelijk was opgezet door het Amsterdam Museum.
Ik kreeg vervolgens een mail van de conservator van het Amsterdam
Museum, de heer van der Molen, die de positie van het Museum ten
aanzien van de tentoonstelling toelichtte.
Uit de mail bleek, dat hij [het Museum] wel degelijk oog had voor
de misdaden uit de 17e eeuw, maar toch gekozen hadden voor deze
hoe dan ook positieve benadering van de 17e eeuwse upper ten.
Een oprechte poging, maar mijns inziens niet goed genoeg.
Vandaar mijn reactie aan de heer van der Molen.
Maar vooraf vermeld ik de zijne:
Zie direct hieronder
Astrid Essed
MIJN EERSTE BRIEF
REACTIE VAN DE HEER VAN DER MOLEN
Tom van der Molen <t.vandermolen@amsterdam
To Astrid Essed
Jan 31 at 11:49 AM
Geachte mevrouw Essed,
Dank u wel voor uw mail. Laat ik beginnen met u gelijk geven dat het inderdaad niet van deze tijd is om een tentoonstelling te maken over de Gouden Eeuw zonder aandacht te hebben voor de grote misdaden waarmee het handelsimperium werd opgebouwd. Slavernij, oorlog, onderdrukking maakten daar een belangrijk deel van uit en het is belangrijk dat daar aandacht aan wordt besteed. Het verheerlijken van zo’n periode (de term Gouden Eeuw is eigenlijk op zichzelf al heel problematisch) is echt uit den boze.
We zijn ons er bij het maken van der tentoonstelling (ik was er als conservator bij betrokken) zeker bewust van geweest en hebben er wel degelijk aandacht voor gehad. Ook in de tentoonstelling zelf, in een aantal kabinetten stippen we onderwerpen als armoede, ziekte, criminaliteit en slavernij aan. Bepaald niet alleen maar bewondering of verheerlijking dus.
Het is misschien goed als ik even de achterliggende gedachte van de tentoonstelling aanstip? Bij het Amsterdam Museum beheren we een buitengewone grote collectie groepsportretten uit de 17e en 18e eeuw. Uniek erfgoed, dat we graag willen laten zien vanwege de (kunst)historische relevantie. Als uitgangspunt van de tentoonstelling hebben we genomen waarom deze heren (en een paar dames) zich nu groepsgewijs op een portret lieten zetten. Dat deden ze uiteraard om zichzelf te profileren als voortreffelijke mensen (en nee, dat waren ze bepaald niet allemaal), ook voor volgende generaties. Vandaar dat we als ondertitel van de tentoonstelling “Kijk ons nou” hebben gekozen: deze Amsterdammers uit de 17e eeuw wilden graag laten zien dat ze bijdroegen aan de stad. Dat ze dat deden, maar tegelijkertijd buiten Holland heel wat kwalijker zaken op hun kerfstok hadden vertellen we later in de tentoonstelling, als we hun eigen zelfbeeld nuanceren. In deze blog heb ik het een en ander uitgelegd, overigens denk ik nu, twee jaar later, dat we er meer aandacht aan hadden kunnen besteden dan we gedaan hebben: https://hart.amsterdam /nl/page/56704 .
Bij het lezen van uw mail bekruipt mij het gevoel dat u de website gezien heeft maar de tentoonstelling nog niet, klopt dat? Op de website – vooral een marketinginstrument en zeker geen inhoudelijk doortimmerd document – wordt inderdaad schrijnend weinig aandacht besteed aan de zwarte kanten van de 17e eeuw. Mocht u de tentoonstelling zelf inderdaad nog niet gezien hebben nodig ik u graag uit om er samen een keer doorheen te lopen. Ik ben heel benieuwd of de tentoonstelling u enigszins milder doet stemmen en zo niet, hoor ik heel graag hoe u er over denkt.
Met vriendelijke groet,
Tom van der Molen
conservator
–
–
Amsterdam Museum
Museum Willet-Holthuysen
–
MIJN REACTIE AAN DE HEER VAN DER MOLEN
AAN DE CONSERVATOR VAN HET AMSTERDAM MUSEUM
De heer T van der Molen,
Geachte heer van der Molen,
Vriendelijk bedankt voor uw snelle reactie.
Ik heb gewaardeerd, dat u mijn bezwaren
tegen de accentuering/invalshoek van uw tentoonstelling
hebt erkend en deels hebt toegegeven,dat er bij een tentoonstelling over de Gouden Eeuw aandacht hoort te zijn voor de misdaden, waarop het ”goud” uit die Eeuw grotendeels is
gebouwd.
Ook siert het u, dat u hebt toegegeven, dat er meer aandacht had
moeten zijn voor de bloed kanten van de ”Gouden Eeuw”
Tot zover vinden we elkaar.
Maar mijn kritiek blijft overeind staan.
Dat zal ik aanstonds toelichten.
Maar laat ik met uw vraag/constatering beginnen
U schrijft in uw laatste alinea:
”Bij het lezen van uw mail bekruipt mij het gevoel dat u de website gezien heeft maar de tentoonstelling nog niet, klopt dat?”
Dat klopt, meneer van der Molen, dat geef ik eerlijk toe.
Ik zal, als mijn schema het toelaat, de tentoonstelling
wellicht in persoon bezoeken.
Maar Ik ben blij te horen [want dat heb ik uiteraard niet gezien]
dat er in een aantal kabinetten kennelijk wel degelijk armoede,
ziekte en slavernij zijn aangestipt.
Dat is een goede zaak, maar niet goed genoeg.
Omdat dan toch nog centraal staat de ”grootheid”
van mensen, rijk zijn geworden [of wier rijkdom in stand
gehouden is] door slavernij en onderdrukking, in de Republiek
en Overzee.
Maar allereerst geef ik u wat inzicht in de wijze, waarop ik met de tentoonstelling in contact ben gekomen.
Toen ik in de Hermitage de zeer interessante tentoonstelling
over Catharina de Grote bezocht, heb ik uw tentoonstelling aangekondigd gezien
en mij al direct zeer gestoord aan de mijns inziens ongepaste
aankondiging:
”Kijk ons nou”
Ik besloot, na ook de website zorgvuldig te hebben bestudeerd
[dat hebt u aan mijn schrijven kunnen zien], u hierop aan te
spreken.
Dat is gebeurd.
Mijn kritiek kwam, kort samengevat, dus neer
op de titel ;”Kijk ons Nou” en de informatie op de website,
die bijna 17e eeuw propaganda was en ik zeer stuitend vond.
En die kritiek is overeind blijven staan:
UW UITGANGSPUNT
Zoals ik u in mijn vorige mail schreef:
Prima, dat u een tentoonstelling houdt over de
17e eeuw [de zogenaamde ”Gouden Eeuw].
Dat u een grote collectie groepsportretten
uit de 17 en 18e eeuw hebt willen laten zien, ook
prima.
Uniek erfgoed is het zeker en voor de historische
beleving belangrijk, dat het publiek hiermee
in aanraking komt.
Tot zover ben ik het met u eens:
KRITIEK
1
NAAM TENTOONSTELLING/
GEEN ”KIJK ONS NOU”, MAAR
”RIJKDOM EN ONBEHAGEN”
Kritiek heb en houd ik op de tentoonstellingstitel
”Kijk ons nou”, ook na lezing van uw achtergrondinformatie:
U stelt in feite de heren en dames uit de Gouden Eeuw ten toon
in hun ijdelheid en de manier, waarop ze indruk willen
maken op hun tijdgenoten en het nageslacht.
Dat is prima, maar wanneer u ervoor kiest, hen
centraal te stellen [en dat mag natuurlijk], moet u op
gelijk niveau aandacht besteden aan datgene, dat hen ”groot” gemaakt heeft of groot hield:
De onderdrukking en
armoede in de toenmalige Republiek der Verenigde Nederlanden,
hun onderdrukkings en slavernij rol in de Oost
en het Caraibisch gebied en Brazilie.
Dat bereik je niet door een titel ”Kijk ons Nou”,
die riekt naar verheerlijking:
Een betere titel was geweest ”Rijkdom en Onbehagen”
Daarmee stelt u de dames en heren nog steeds centraal:
maar laat wel direct zien, welke misdaden, massamoorden
en onderdrukking er kleefden aan hun positie.
KTITIEK
2
UW WEBSITE
U merkt op over uw website
”Op de website – vooral een marketinginstrument en zeker geen inhoudelijk doortimmerd document – wordt inderdaad schrijnend weinig aandacht besteed aan de zwarte kanten van de 17e eeuw. ”
Helaas is dat nog zwak uitgedrukt, want wat ik op
uw website las, vond ik schokkend en dat heeft niets
met inhoudelijk doortimmerd of marketing te maken
Ik citeer uit uw website
””Heb je je ooit afgevraagd waarom de Nederlander vrijheid en gelijkheid zo hoog in het vaandel heeft staan? Het antwoord hangt levensgroot aan de muur in de vorm van dertig reusachtige groepsportretten in de Hermitage Amsterdam. Het museum wijdt een tentoonstelling aan de Hollanders van de Gouden Eeuw. De onderlinge verhoudingen van toen liggen aan de basis van de hedendaagse normen en omgangsvormen.”
U begrijpt wel, dat ik hierover ernstig ben gevallen.
Want het getuigt van ”gotspe” om waarden
als ”vrijheid en gelijkheid” op een lijn te stellen
met de 17 eeuw, de bloed eeuw van onderdrukking
en het ontvoeren, folteren, vermoorden en tot
ding maken van miljoenen Afrikanen!
Van de onderdrukking van duizenden mensen
in de Oost, met massamoorden en slavernij
[ook daar] compleet.
Ik haalde in mijn vorige mail massamoordenaar
Jan Pieterszoon Coen aan [ik hoop niet,
dat er ook een schilderij van hem hangt]
Zo kan ik nog talloze andere voorbeelden noemen.
Ik denk zo [er wachten nog andere artikelen/
commentaren op mij, zie ook www.astridessed.nl],
dat ik het hierbij laat.
U hebt gelezen, dat mijn kritiek
overeind blijft staan, hoewel enigszins genuanceerd
door uw aandacht voor slavernij en onderdrukking
op de tentoonstelling, maar niet zonder
nogmaals, mijn waardering te uiten voor uw deels
ten toon gespreide erkenning van mijn kritiek.
Dit hebt u goed verwoord in uw eigen blog,
Interessant verwoord, maar zoals u zelf terecht opmerkte
”overigens denk ik nu, twee jaar later, dat we er meer aandacht aan hadden kunnen besteden dan we gedaan hebben”
Goed zo!
Klopt.
Ik hoop dan ook, dat u bij een volgende tentoonstelling
over de 17 eeuw [als die tenminste komt]
de nadruk wilt leggen op diegenen, met wiens
bloed, onderdrukking en barbaarse identiteitsroof,
de Gouden Eeuw rijkdommen tot stand gekomen zijn.
Dat is niet alleen een kwestie van poetic Justice.
Maar vooral ook van historische werkelijkheid.
Pijnlijk?
Ja.
Dit erkennen en voor het voetlicht brengen,
getuigt van moed.
Misschien heb ik hiertoe, met mijn
schrijven, een kleine bijdrage geleverd.
Ik vond het prettig, met u van gedachten te wisselen.
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam
Ook deze reactie wordt op mijn website geplaatst.
Want mijn lezerspubliek hoort ook te weten,
dat ik de tentoonstelling niet gezien heb.