The swearing-in and investiture of His Majesty King Willem-Alexander took place on Tuesday 30
KING WILLEM ALEXANDER OF THE NETHERLANDS
NOS
HET KONINKLIJK HUIS
TOESPRAAK VAN KONING WILLEM ALEXANDER TIJDENS
DE NATIONALE HERDENKING SLAVERNIJVERLEDEN 2023
IN HET OOSTERPARK IN AMSTERDAM
Toespraak | 01-07-2023
Dames en heren, hier in het Oosterpark, op het Museumplein, in Suriname, in het Caribische deel van ons Koninkrijk en waar ter wereld u ook meekijkt.
“Binnen der Stadt van Amstelredamme ende hare vrijheydt, zijn alle menschen vrij, ende gene slaven.”
Zo luidde de officiële bepaling uit 1644.
Samen met u sta ik hier in de stad die de vrijheid al eeuwenlang boven alles liefheeft. De hoofdstad van een land dat in de loop van de geschiedenis steeds weer heeft gestreden tegen tirannie en onderdrukking.
Maar wat binnen deze stad en binnen dit land vanzelfsprekend was, gold buiten onze grenzen niet. Hier was slavernij verboden. Overzee niet.
Van alle vormen van onvrijheid is slavernij wel het meest kwetsend, het meest vernederend, het meest mensonterend.
Een medemens zien als koopwaar waarover je naar goeddunken kunt beschikken. Als een willoos werktuig om winst mee te maken. Dat je kunt vastketenen, verhandelen, brandmerken, afbeulen, straffen, straffeloos doden zelfs.
De afgelopen tijd hebben de Koningin en ik veel gesprekken gevoerd, in Nederland en op de eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk. We hebben gesproken met mensen die hun wortels hebben in Suriname en ook met mensen die een binding hebben met Indonesië. Onder hen mensen die maar drie generaties terug hoeven te gaan voor een familielid dat in slavernij werd geboren.
Zij hebben ons duidelijk gemaakt hoezeer de pijn nog steeds in de haarvaten zit.
Dankzij het werk van gedreven onderzoekers weten we steeds meer over het Nederlandse slavernijverleden. We weten dat meer dan 600.000 mensen op Nederlandse schepen uit Afrika over de Atlantische Oceaan werden vervoerd om te worden verkocht als slaaf of te worden ingezet op plantages. 75.000 van hen overleefden de oversteek niet. We weten óók over de omvangrijke slavenhandel oostwaarts, in gebieden onder VOC-bewind. En we weten over de wreedheden tegen de inheemse bevolking in de koloniën.
Maar er is ook zoveel wat we niet weten. In de archieven zijn veelal wel de dorre cijfers overgeleverd. Ze tonen ons de feiten door de bril van de boekhouder. Maar de stemmen van de tot slaaf gemaakten zijn verwaaid in de wind. Zij lieten nauwelijks sporen na.
Het wekt ontzag dat niet weinigen van hen de kracht vonden om in opstand te komen, ook al was het vaak met de moed der wanhoop. Verzetsstrijders als Boni, Baron en Joli-Coeur daagden vanuit de uitgestrekte bos- en moerasgebieden in Suriname het onmenselijke slavernijsysteem uit. Hun heldhaftigheid – en die van vele anderen – getuigt van trots en kracht die niet te breken is.
Heel soms is de stem van een zwarte vrijheidsstrijder via geschreven bronnen aan ons overgeleverd. Zoals de stem van Tula, de leider van de opstand van 1795 op Curaçao. Vijf maanden geleden waren wij samen met onze oudste dochter op de plek waar hij woonde en werkte: de toenmalige plantage Knip.
Hoe redelijk en menselijk klinken Tula’s woorden in onze moderne oren. Hij beriep zich op de idealen van de Franse Revolutie en de gelijkheid van alle mensen, ongeacht hun kleur. “Wij willen niemand kwaad doen’, zei hij. “Wij verlangen niet anders dan onze vrijheid.”
Het antwoord van het bevoegd gezag was bruut en genadeloos. Tula werd als straf geradbraakt en onthoofd.
Wij dragen de gruwelijkheid van het slavernijverleden met ons mee. De gevolgen daarvan zijn vandaag nog steeds te voelen in racisme in onze samenleving.
Op 19 december vorig jaar heeft de minister-president namens de Nederlandse regering excuses aangeboden voor het feit dat mensen in naam van de Nederlandse staat eeuwenlang tot handelswaar zijn gemaakt, zijn uitgebuit en mishandeld.
Vandaag sta ik hier voor u. Als uw Koning en als deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd.
Maar voor mij is er daarnaast nog een andere persoonlijke dimensie.
Slavenhandel en slavernij worden erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. De stadhouders en de koningen van het Huis van Oranje-Nassau hebben hier niets tegen ondernomen.
Ze handelden binnen het kader van wat toen wettelijk geoorloofd werd geacht. Maar het slavernijsysteem illustreerde het onrecht van die wetten.
De Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd dat je je niet tot het uiterste achter wetten kunt verschuilen wanneer medemensen tot beesten worden gereduceerd en aan de willekeur van machthebbers zijn overgeleverd.
Op een gegeven moment groeit de morele plicht om op te treden. Temeer daar slavernij hier in Europees Nederland strikt verboden was. Wat in de koloniën en in de handel overzee normaal werd gevonden en op grote schaal werd gepraktiseerd en aangemoedigd, was hier niet toegestaan. Dat wringt.
Het onafhankelijke onderzoek waartoe ik heb besloten, zal méér licht werpen op de precieze rol van het Huis van Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis en de slavernij. Maar voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlands slavernijverleden herdenken, vergiffenis.
Ik realiseer me heel goed dat lang niet iedereen dezelfde gevoelens heeft bij deze herdenking. Er zijn ook inwoners van Nederland die het aanbieden van excuses zo lang na de afschaffing van de slavernij overdreven vinden. Zij ondersteunen echter in overgrote meerderheid wél de strijd voor gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht kleur of culturele achtergrond.
Daarom wil ik u vragen: stel uw hart open voor al die mensen die hier vandaag niet zijn, maar die wél samen met u willen werken aan een samenleving waarin iedereen volwaardig kan meedoen. Respecteer dat er verschillen zijn in beleving, achtergrond en voorstellingsvermogen.
Tijdens de gesprekken die de Koningin en ik hebben gevoerd met nazaten van tot slaaf gemaakten, zei een van hen: “we moeten los van de verkramptheid. Fouten maken mag.” Iemand anders zei: “laten we het ongemak omarmen.”
Er is geen blauwdruk voor het proces van heling, verzoening en herstel. We betreden samen nieuw gebied. Laten we elkaar steunen en vasthouden!
Het is vandaag zestig jaar geleden dat een groep Surinaamse Nederlanders door de binnenstad van Amsterdam trok met spandoeken waarop stond ‘Ketie Kotie fri moe de’. Zij ontstaken het herdenkingsvuur dat wij vandaag brandend houden.
Dit is een belangrijke dag voor iedereen die een binding heeft met Suriname, óók degenen van wie de voorouders als contractarbeiders naar de kolonie kwamen.
Ik hoop dat de nakomelingen van tot slaaf gemaakten en van hen die gedwongen arbeid verrichtten in andere delen van de wereld zich vandaag opgenomen voelen in dit samenzijn. Dat zij zich evenzeer gehoord voelen. Mensen uit het Caribische deel van het Koninkrijk. En de vele Nederlanders die een binding hebben met Indonesië en die de pijn van grof onrecht in het verleden met zich meetorsen.
We hebben allemaal onze eigen familiegeschiedenis. Onze eigen emoties. Onze eigen culturele traditie die houvast geeft. Onze rituelen die troosten, symbolen die bemoedigen, woorden van wijsheid die weerklinken in ons hart.
Al die tradities zijn kostbaar en verdienen respect. Maar laten we in het verlengde daarvan elkaar de hand reiken en samen bouwen aan een wereld zonder racisme, discriminatie en economische uitbuiting.
Na erkenning en excuses mogen we samen werken aan heling, verzoening en herstel. Zodat we uiteindelijk allen trots kunnen zijn op alles wat we delen. En kunnen zeggen:
Ten kon drai Tijden zijn veranderd
Den keti koti, brada, sisa De ketenen zijn verbroken, broeder, zuster
Ten kon drai Tijden zijn veranderd
Den keti koti, fu tru! De ketenen zijn verbroken, echt waar!
EINDE TOESPRAAK KONING WILLEM ALEXANDER
ZIE OOK:
TOESPRAAK KONING WILLEM ALEXANDER, OVERGENOMEN VAN DE WEBSITE ORANJES,NL:
“Vandaag sta ik hier voor u. Als uw Koning en als deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd.”
…..
……
”
Het onafhankelijke onderzoek waartoe ik heb besloten, zal méér licht werpen op de precieze rol van het Huis van Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis en de slavernij. Maar voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlands slavernijverleden herdenken, vergiffenis. ”
TOESPRAAK KONING WILLEM ALEXANDER KETI KOTI
ZATERDAG 1 JULI 2023
“Vandaag sta ik hier voor u. Als uw Koning en als deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd. Maar voor mij is er daarnaast nog een andere persoonlijke dimensie. Slavenhandel en slavernij worden erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. De stadhouders en de koningen van het Huis van Oranje-Nassau hebben hier niets tegen ondernomen. Ze handelden binnen het kader van wat toen wettelijk geoorloofd werd geacht. Maar het slavernijsysteem illustreerde het onrecht van die wetten. “ aldus de Koning. De volledige toespraak: Dames en heren, hier in het Oosterpark, op het Museumplein, in Suriname, in het Caribische deel van ons Koninkrijk en waar ter wereld u ook meekijkt. “Binnen der Stadt van Amstelredamme ende hare vrijheydt, zijn alle menschen vrij, ende gene slaven.” Zo luidde de officiële bepaling uit 1644. Samen met u sta ik hier in de stad die de vrijheid al eeuwenlang boven alles liefheeft. De hoofdstad van een land dat in de loop van de geschiedenis steeds weer heeft gestreden tegen tirannie en onderdrukking. Maar wat binnen deze stad en binnen dit land vanzelfsprekend was, gold buiten onze grenzen niet. Hier was slavernij verboden. Overzee niet. Van alle vormen van onvrijheid is slavernij wel het meest kwetsend, het meest vernederend, het meest mensonterend. Een medemens zien als koopwaar waarover je naar goeddunken kunt beschikken. Als een willoos werktuig om winst mee te maken. Dat je kunt vastketenen, verhandelen, brandmerken, afbeulen, straffen, straffeloos doden zelfs. De afgelopen tijd hebben de Koningin en ik veel gesprekken gevoerd, in Nederland en op de eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk. We hebben gesproken met mensen die hun wortels hebben in Suriname en ook met mensen die een binding hebben met Indonesië. Onder hen mensen die maar drie generaties terug hoeven te gaan voor een familielid dat in slavernij werd geboren. Zij hebben ons duidelijk gemaakt hoezeer de pijn nog steeds in de haarvaten zit.
Dankzij het werk van gedreven onderzoekers weten we steeds meer over het Nederlandse slavernijverleden. We weten dat meer dan 600.000 mensen op Nederlandse schepen uit Afrika over de Atlantische Oceaan werden vervoerd om te worden verkocht als slaaf of te worden ingezet op plantages. 75.000 van hen overleefden de oversteek niet. We weten óók over de omvangrijke slavenhandel oostwaarts, in gebieden onder VOC-bewind. En we weten over de wreedheden tegen de inheemse bevolking in de koloniën. Maar er is ook zoveel wat we niet weten. In de archieven zijn veelal wel de dorre cijfers overgeleverd. Ze tonen ons de feiten door de bril van de boekhouder. Maar de stemmen van de tot slaaf gemaakten zijn verwaaid in de wind. Zij lieten nauwelijks sporen na. Het wekt ontzag dat niet weinigen van hen de kracht vonden om in opstand te komen, ook al was het vaak met de moed der wanhoop. Verzetsstrijders als Boni, Baron en Joli-Coeur daagden vanuit de uitgestrekte bos- en moerasgebieden in Suriname het onmenselijke slavernijsysteem uit. Hun heldhaftigheid – en die van vele anderen – getuigt van trots en kracht die niet te breken is. Heel soms is de stem van een zwarte vrijheidsstrijder via geschreven bronnen aan ons overgeleverd. Zoals de stem van Tula, de leider van de opstand van 1795 op Curaçao. Vijf maanden geleden waren wij samen met onze oudste dochter op de plek waar hij woonde en werkte: de toenmalige plantage Knip. Hoe redelijk en menselijk klinken Tula’s woorden in onze moderne oren. Hij beriep zich op de idealen van de Franse Revolutie en de gelijkheid van alle mensen, ongeacht hun kleur. “Wij willen niemand kwaad doen’, zei hij. “Wij verlangen niet anders dan onze vrijheid.” Het antwoord van het bevoegd gezag was bruut en genadeloos. Tula werd als straf geradbraakt en onthoofd.
Wij dragen de gruwelijkheid van het slavernijverleden met ons mee. De gevolgen daarvan zijn vandaag nog steeds te voelen in racisme in onze samenleving. Op 19 december vorig jaar heeft de minister-president namens de Nederlandse regering excuses aangeboden voor het feit dat mensen in naam van de Nederlandse staat eeuwenlang tot handelswaar zijn gemaakt, zijn uitgebuit en mishandeld. Vandaag sta ik hier voor u. Als uw Koning en als deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd. Maar voor mij is er daarnaast nog een andere persoonlijke dimensie. Slavenhandel en slavernij worden erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. De stadhouders en de koningen van het Huis van Oranje-Nassau hebben hier niets tegen ondernomen. Ze handelden binnen het kader van wat toen wettelijk geoorloofd werd geacht. Maar het slavernijsysteem illustreerde het onrecht van die wetten.
De Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd dat je je niet tot het uiterste achter wetten kunt verschuilen wanneer medemensen tot beesten worden gereduceerd en aan de willekeur van machthebbers zijn overgeleverd. Op een gegeven moment groeit de morele plicht om op te treden. Temeer daar slavernij hier in Europees Nederland strikt verboden was. Wat in de koloniën en in de handel overzee normaal werd gevonden en op grote schaal werd gepraktiseerd en aangemoedigd, was hier niet toegestaan. Dat wringt. Het onafhankelijke onderzoek waartoe ik heb besloten, zal méér licht werpen op de precieze rol van het Huis van Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis en de slavernij. Maar voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlands slavernijverleden herdenken, vergiffenis.
Ik realiseer me heel goed dat lang niet iedereen dezelfde gevoelens heeft bij deze herdenking. Er zijn ook inwoners van Nederland die het aanbieden van excuses zo lang na de afschaffing van de slavernij overdreven vinden. Zij ondersteunen echter in overgrote meerderheid wél de strijd voor gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht kleur of culturele achtergrond. Daarom wil ik u vragen: stel uw hart open voor al die mensen die hier vandaag niet zijn, maar die wél samen met u willen werken aan een samenleving waarin iedereen volwaardig kan meedoen. Respecteer dat er verschillen zijn in beleving, achtergrond en voorstellingsvermogen. Tijdens de gesprekken die de Koningin en ik hebben gevoerd met nazaten van tot slaaf gemaakten, zei een van hen: “we moeten los van de verkramptheid. Fouten maken mag.” Iemand anders zei: “laten we het ongemak omarmen.” Er is geen blauwdruk voor het proces van heling, verzoening en herstel. We betreden samen nieuw gebied. Laten we elkaar steunen en vasthouden! Het is vandaag zestig jaar geleden dat een groep Surinaamse Nederlanders door de binnenstad van Amsterdam trok met spandoeken waarop stond ‘Ketie Kotie fri moe de’. Zij ontstaken het herdenkingsvuur dat wij vandaag brandend houden. Dit is een belangrijke dag voor iedereen die een binding heeft met Suriname, óók degenen van wie de voorouders als contractarbeiders naar de kolonie kwamen.
Ik hoop dat de nakomelingen van tot slaaf gemaakten en van hen die gedwongen arbeid verrichtten in andere delen van de wereld zich vandaag opgenomen voelen in dit samenzijn. Dat zij zich evenzeer gehoord voelen. Mensen uit het Caribische deel van het Koninkrijk. En de vele Nederlanders die een binding hebben met Indonesië en die de pijn van grof onrecht in het verleden met zich meetorsen. We hebben allemaal onze eigen familiegeschiedenis. Onze eigen emoties. Onze eigen culturele traditie die houvast geeft. Onze rituelen die troosten, symbolen die bemoedigen, woorden van wijsheid die weerklinken in ons hart. Al die tradities zijn kostbaar en verdienen respect. Maar laten we in het verlengde daarvan elkaar de hand reiken en samen bouwen aan een wereld zonder racisme, discriminatie en economische uitbuiting. Na erkenning en excuses mogen we samen werken aan heling, verzoening en herstel. Zodat we uiteindelijk allen trots kunnen zijn op alles wat we delen. En kunnen zeggen: Ten kon drai Tijden zijn veranderd Den keti koti, brada, sisa De ketenen zijn verbroken, broeder, zuster Ten kon drai Tijden zijn veranderd Den keti koti, fu tru! De ketenen zijn verbroken, echt waar!
EINDE TOESPRAAK KONING WILLEM ALEXANDER
Reacties uitgeschakeld voor Koning biedt excuses aan voor slavernijverleden/Historisch moment!/Toespraak koning Willem Alexander bij Keti Koti
FORUM VOOR DEMOCRATIE JOURNAAL/TEKST YOUTUBE FILMPJE MET INTERVIEW VAN KOLONIALISME EN SLAVERNIJ APOLOGEET ROBERT LEMM DOOR RASSENWAAN IDEOLOOG THIERRY BAUDET
THIERRY BAUDET, LEIDER FORUM VOOR DEMOCRATIE:”IK WIL GRAAG DAT EUROPA DOMINANT,BLANK EN CULTUREEL BLIJFT, ZOALS HET IS”
BESTRIJD DE FASCISTISCHE IDEOLOGIE VAN THIERRY BAUDET MET DE PEN EN HET ZWAARD!
VOORAF
AAN DE LEZERS Wie mijn website[blog] goed heeft gelezen, heeft gezien, dat ik in een brief, gericht aan de Universiteit van Amsterdam, De Afdeling Geesteswetenschappen en het tijdschrift Folia, gehakt gemaakt heb van de beweringen van Forum voor Democratie voorman en zijn geestverwant en handlanger, ”historicus” [althans volgens Baudet, ik heb er geen bewijzen voor kunnen vinden] Robert Lemm. [1]Aanleiding vormde een op het Forum voor Democratie Journaal van 26 juni anno Domini 2020 gehouden interview met deze meneer Lemm, waarin werd ingegaan op het slavernij en koloniale verleden. Dit Forum voor Democratie Journaal, dat over meer onderwerpen ging, is te beluisteren via Youtube.com [2], maar eruit gelicht heb ik dus dat interview met Lemm.Ook interessant is een Thierry Baudet uitspraak over het communisme, dat hij aanduidt als ”meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis” [3], waarop zeer deskundig, ook door middel van een brief aan de Universiteit aan Amsterdam, is ingegaan door activist en publicist Peter Storm. [4] KOLONIALISME EN SLAVERNIJ De reden, dat ik inging op het interview met Lemm en enkele opmerkingen hierover van Baudet is niet alleen de achterlijkheid [””Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer.”], maar vooral de geschiedvervalsing en de van minachting voor mensen van niet westerse komaf getuigende opmerkingen.Zie onder noot 5, mijn brief aan de Universiteit van Amsterdam. THIERRY BAUDET EN DE UITSPRAKEN VAN ROBERT LEMM? Maar, Thierry Baudet is toch niet verantwoordelijk voor de uitspraken van Robert Lemm”, zult u misschien opmerken.Op zich natuurlijk niet, nee.Maar in het door mij gewraakte interview heeft Baudet Lemm niet alleen uitgebreid aan het woord gelaten, maar nauwelijks enige kritische vragen gesteld.
Integendeel, hij gaf hem nog een voorzet voor zijn gevaarlijke onzin, door het interview als volgt te beginnen: ”Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.
Hoe kijk jij daarnaar?” [6]
Uit het interview blijkt, dat zowel Lemm niet alleen apologeet is van kolonialisme en slavernij, maar zich schuldig maakt aan geschiedvervalsing.
Iets, wat Baudet later in het Journaal met het ”communisme” [alsof het een eenduidig verschijnsel is] zal doen. [7]
Trouwens, ook Baudet is niet vies van kolonialistische verheerlijking en apologisme, waarmee hij en Lemm wat wereldbeeld betreft in elkaars vaarwater zitten:
Ik citeer uit een toespraak van Thierry Baudet:
”FVD IS HET VLAGGESCHIP VAN DE RENAISSANCEVLOOT”
””Inderdaad, we zijn in Europa eigenlijk nooit teruggeschrokken voor idealen die voorbij onze horizon lagen. Integendeel: we kozen ze juist als leidraad: eerst het verre Jerusalem, daarna het oude Athene – weer later waren het de uitgestrekte zeeën en niet-ontdekte landen daarginds, waarheen we zeilden en waarvan we terugkwamen met nieuwe specerijen, nieuwe uitvindingen, nieuwe technieken.Hoe verder weg, hoe uitdagender. Xenofobie is ons wezensvreemd – geen enkele andere cultuur op aarde is ooit zo open en pluriform geweest als de onze altijd geweest is, en mede daardoor hebben wij ons, onder deze sterrenhemel, op het schiereiland van Azië, in de delta van continentale riviermondingen, altijd kunnen vernieuwen en ontwikkelen – heeft ons boreaal Europa steeds de bouwstenen gevonden voor kruisbestuiving, nieuwe vonken: wedergeboortes.” [8]Zie voor gehele toespraak, helemaal onderaan
Verder is Thierry Baudet niet vrij van rassenwaan:
Ik citeer twee van zijn uitspraken:
”Ik wil graag, dat Europa dominant, blank en cultureel blijft, zoals het is.” [9]
EN:
””Het fundamentele gebrek aan zelfvertrouwen, dat wijhebben in onze cultuur, die zelfhaat……de Nederlandsebevolking homeopathisch te verdunnen met alle volkerenvan de wereld, doordat we….er nooit meer een Nederlander zal bestaan,zodat wie wij zijn niet meer gestalte…….heeft allemaal EEN oorzaaken die oorzaak is onze cultuur van zelfhaat.” [10] Meer hoef ik hieraan niet toe te voegen, dunkt mij MAAR WAAROM EEN BRIEF AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM? Welnu, omdat FvD voorman Thierry Baudet aan de Universiteit van Amsterdam de bachelorgraad geschiedenis gehaald heeft [11] en het mij zo lijkt, dat de Universiteit van Amsterdam een houder van een aan haar instituut behaalde Bachelorgraad, iemand bovendien met grote politieke invloed, die niet alleen een kolonialistisch verheerlijkend en racistisch wereldbeeld heeft, maar zowel zelf de geschiedenis vervalst [12], als een geschiedvervalser als Lemm aan het woord laat [13], wel mag aanspreken op zijn uitspraken en in ieder geval kan laten blijken, afstand van dit verderfelijk gedachtegoed te nemen.Zeker een Universiteit, die er prat op gaat, zich in te zetten voor diversiteit [14], want dergelijke opvattingen zijn een klap in het gezicht van en een minachting voor mensen met een niet-westerse achtergrond. [15] TEKST INTERVIEW Om u als lezer te gerieven-beschouw het maar als een service van mijn kant, heb ik dan ook het gehele interview met Robert Lemm direct hieronder voor u uitgeschreven! Toegegeven, het is ook verwerkt in noot 9 van mijn artikel [16], maar wie kijkt daar nou naar?Dus, te uwer ”pleziere”, direct hieronder de tekst van het gehele interview met Robert Lemm [niet de tekst van het hele FvD Journaal, maar dat is als Youtube filmpje verwerkt, zie onder noot 17] MAAR NU EERST:THIERRY BAUDET EN ROBERT LEMM!Daaronder:Bovenstaand notenapparaatEn tenslotte: De tekst van de redevoering van Thierry Baudet uit 2017:”FvD is het vlaggeschip van de Renaissancevloot”
DE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
BEGIN FVD JOURNAAL:
”Het is vrijdag 26 juni, dit is het FvD Journaal, we spreken over biomassacentrales in Noord-Holland, want Forum voor Democratie heeft die van de baan gekregen, over de steun voor KLM, Air France, over het verleden, wat wij daarmee moeten, er zijn vragen met Eva Vlaardingerbroek….., Robert Lemm is hier, het is kortom heel goed, dat je kijkt…”
0.00-0.19
GEHELE INTERVIEW THIERRY BAUDET MET ROBERT LEMM
VOORAF AAN INTERVIEW
15.05-15.46
Thierry Baudet:
Ja, het is natuurlijk het thema, the talk of the town van deze tijd:
Het verleden, het koloniale verleden, maar uberhaupt eigenlijk het hele verleden.
Hoe gaan we daarmee om?
Moeten we vooral een houding hebben van trots, moeten we vooral kijken naar de dingen, die mensen hebben gedaan in het verleden, die we mooi vinden of moet je zeggen:
Ja, nee, maar hij of zij heeft ook dat verkeerd gedaan en daar moeten we het vooral over hebben.Dat moet de focus zijn.
Over al dat soort zaken is hier zometeen te gast Eva Vlaardingenhoek om met jullie te spreken.
Jullie kunnen je vragen ook nu al stellen, er is ook een superchatmogelijkheid, dan weet je zeker dat je vraag gesteld wordt, maar eerst gaan we spreken met Robert Lemm, filosoof en historicus, die ook bekend werd van dit programma…
FILMOPNAMES VAN ROBERT LEMM EN ZIJN UITSPRAKEN
15.46-16.46
[Aansluitend, filmopnames van Robert Lemm en zijn uitspraken]
” ”Scholen, Universiteiten en media verhullen het echte verhaal over ons verleden””….En Thierry is ook de eerste, die dat zal zeggen: het zijn onbeschreven bladen, ze weten niks, je moet ze invullen, ik bedoel: ze hebben dingen gehoord, die ze napraten, op Internet, de media, je moet ze opnieuw een historisch besef bijbrengen, he, je moet ze vertellen, hoe de geschiedenis is,wij staan op de puinhopen en de brokstukken van een samenleving, die sneller afbreekt dan we zien en dat is nog bij de meeste mensen, bij jonge mensen, die zijn daar helemaal niet van overtuigd.
Die zien dat helemaal niet, die leven nu, die hebben geen historisch inzicht,die weten niet, wat er vroeger gebeurd is, hoe het langzaam gegaan is, dat horen ze niet, dus, en wat ze horen, is steeds alleen maar het vooruitgangsverhaal, dat horen ze, maar ze horen niet, wat er is opgegeven, en dat wil ik aan ze vertellen, en ik wil ze daar in elk geval bewust van maken, dat is alles”
16.46-27.05
INTERVIEW THIERRY BAUDET MET HISTORICUS ROBERT LEMM
Thierry Baudet:
”Hij is hier, Robert Lemm, auteur van meer dan dertig boeken, en filosoof, historicus, conservatief denker.Robert Lemm, fijn, dat je er bent.
[Robert Lemm knikt]”
Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.
Hoe kijk jij daarnaar?
Historicus Robert Lemm:
”Eh….kijk Huizinga, een van onze grootste auteurs, historicus, heeft gezegd:
”Wij moeten het verleden levend houden”
Wat hij daarmee bedoelt is:Dat, een historicus moet zich verdiepen in een voorbije periode, gebeurtenissen en personages moet je zien in hun tijd.
En wat wij doen:
Wij projecteren onze eigen ideeen op die periodes en die mensen van toen en beoordelen en veroordelen ze daarmee en dat is fout.
Een voorbeeld is in onze Nederlandse geschiedenis is het geval van Jan Pieterszoon Coen he, we hebben gehoord, dat het standbeeld naar beneden wordt gehaald, de man wordt helemaal verguisd, het was helemaal fout, maar nu is het interessante, dat over deze Stichter van Batavia heeft onze grote dichter Slauerhoff een toneelstuk geschreven en in dat toneelstuk verplaatst hij zich in de geest van Pieterszoon Coen….hij moest bepaalde belsissingen nemen in het begin van Batavia en daar moest hij af en toe hard voor optreden en dat was een zaak voor erop of eronder en Slauerhoff laat alleen maar zien, hij registreert, hij veroordeelt niet, maar hij laat, hij zegt zegt tegen de me….kijk, kijk, hoe die man was, wat voor karakter die had, hoe die omging met zijn vrouw, met zijn kinderen, en hoe hij dat eerste, dat oorspronkelijke Batavia runde.Dat toneelstuk werd een keer opgevoerd en daarna verboden.Waarom werd het toneelstuk verboden……”
Thierry Baudet [valt Lemm in de rede]
”Omdat het te kritisch was op Coen……”
Historicus Robert Lemm [herneemt het woord]:
”Eh….nee, dat was hij niet, Hij….men vond hem dus niet kritisch genoeg op Coen.Men vond, dat hij teveel begrip voor hem had.Daarom is het verboden.Nou ja, dat was toen al, het is een toneelstuk uit 1931, het is nooit meer opgevoerd…..”
Thierry Baudet:
”Maar je kunt dus concluderen, dat die discussie al veel langer voert.”
Historicus Robert Lemm:
”De discussie is al veel ouder en dat kunnen we ook zien….”
Thierry Baudet:
”Maar wat is er dan fout aan, want je zou ook kunnen zeggen, je moet continu met een ethisch bewustzijn overal naar kijken en ik geloof de Vrijheidslaan in Amsterdam, hier in Amsterdam, die heette eerst de Stalinlaan, volgens mij of de Stalinweg….”
Historicus Robert Lemm:
”Stalinlaan”
Thierry Baudet:
”En die naam hebben we veranderd”
Historicus Robert Lemm:
”Ja”
Thierry Baudet:
”Is dat ook verkeerd, denk je?”
Historicus Robert Lemm:
”Nou ja, dat hebben we gedaan in de jaren vijftig was Stalin nog een held, omdat hij mee had geholpen met het bevrijden van, van het neerhalen van het Derde Rijk, maar al snel, ja, viel hij dus in ongenade en dat werd beoordeeld op dat moment en men vond het ongepast om hem, om die straat, om die grote laan Stalinlaan te blijven noemen, dus werd het Vrijheidslaan.
Het is iets van….maar dan heb je dus…….ja, dat is een eigentijds geval en dat ligt dus vrij dicht bij een ander voorbeeld uit Nederlands Indie namelijk generaal Spoor, de man van de politionele acties
Op dit ogenblik-ik geloof gisteravond was er ook weer een uitzending op de televisie- wordt deze periode honderd procent veroordeeld.Wij waren helemaal fout, we hadden nooit in Indie mogen zitten, dat waren allemaal, die Vrijheidshelden, die gevochten hebben voor de vrij….die hadden groot gelijk, en generaal Spoor en de Nederlandse militairen, die daar zaten , die waren fout, veroordeeld, verkeerd….”
Thierry Baudet:
”Wie zegt dat, dit…….dat vinden sommige mensen nu….”
Historicus Robert Lemm:
”Dat wordt nu gezegd, He…we hebben nu ook het Van….”
Thierry Baudet:
”Je hebt ook mensen, die iets anders zeggen over het koloniale verleden he….”
Historicus Robert Lemm:
”Maar je hebt ook het Van Heutsz monument, dat is ook weggehaald, dat is ook een foute man geweest.Maar generaal Spoor was….” Thierry Baudet: ”…In de ogen van veel mensen…”
Historicus Robert Lemm:
”In de ogen van nu….”
Thierry Baudet
”…Je moet wel een beetje duidelijk maken….”
Historicus Robert Lemm:
”De opinie van nu Nou wat…..sommige mensen….”
Thierry Baudet:
”…Sommige mensen”
Historicus Robert Lemm:
”Sommige mensen…..wat ze op de Universiteiten leren, in Academia, het is gewoon….zo wordt nu gekeken naar het verleden, maar ….”
Thierry Baudet:
”Is het niet zo, dat je….kijk je kunt natuurlijk altijd de discussie hebben van hoe kijk je naar het verleden.Als ik door Rome loop, en het Forum Romanum, dan zie je daar standbeelden van mensen, die hebben daar gladiatorengevechten georganiseerd, he, waar een gevangene tegen een Leeuw moest vechten, dat zou ik nu veroordelen, een vreselijk idee, toch komt het niet in mijn hoofd op om dat standbeeld weg te halen, want ik denk, het verleden….een beschaving kenmerkt zich doordat die zich verhoudt tot het verleden, beelden weghalen, dat doet ISIS, dat deed, dictaturen doen dat,, dat is eigenlijk een heel onbeschaafd iets.”
”Net als boeken verbranden!
”Dat doet men niet!”
Historicus Robert Lemm:
”Het is heel onbeschaafd, want daarmee kennen we het ook niet meer. .Dus natuurlijk zijn er in het verleden, net zoals in onze tijd, in elke tijd, mensen geweest, als je ethisch naar ze kijkt, dat daar het nodige op aan te merken is, …”
Thierry Baudet:
”Zeker met de standaarden van nu he,want…..”
Historicus Robert Lemm:
”Zeker met de standaarden van nu.
Maar je moet wel….je moet het verleden gewoon wat dat betreft, met rust laten.
”Dat….want het verleden zou net zoveel recht hebben om ons te veroordelen.Want concentratiekampen, zes miljoen Joden, genocides, dat is echt iets van de twintigste Eeuw, dat begon met de Franse Revolutie, met de Guillotine, met de Rode Terreur, dat is iets van onze tijd.Dus het verleden heeft in het laatste oordeel, evenveel recht om onze tijd te veroordelen.”
Thierry Baudet:
”We worden…”
Historicus Robert Lemm:
”Dat moeten we niet doen.”
Thierry Baudet:
”Met andere woorden:Wij zijn, in onze ”moderne” tijd, onze verlichte tijd waar we zo trots op zijn, ook schuldig geweest aan allerlei zaken, die vreselijk zijn, omgekeerd zijn mensen, die nu demonstreren, want dat zie je namelijk ook, ook niet brandschoon, ik zag, dat de voorouders van Akwasi-dat heeft die zelf gezegd- die anti-slavernij-Black Lives Matter demonstrant, dat dat waarschijnlijk zelf slavenhouders waren geweest, in het verleden.
Dus met andere woorden: ”Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen”
Historicus Lemm:
”Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer. Het is niet alleen….”
Thierry Baudet:
”Wat bedoel je daarmee?”
Historicus Robert Lemm:
”Nou er waren…zeggen….de afschaffing van de slavernij-dat is ongeveer zeg maar halverwege de 19e Eeuw gebeurd, dat wij denken, dat de afschaffing van de slavernij de wereld beter heeft gemaakt, dat is gewoon niet zo.”
Thierry Baudet:
”Hoe bedoel je”‘
Historicus Robert Lemm:
”Omdat de slavernij gewoon andere maskers krijgt. Dus je kunt wel de ketens verbreken, natuurlijk…..”
Thierry Baudet:
”Maar het is toch goed, dat mensen burgerrechten krijgen”
Historicus Robert Lemm:
”O absoluut, maar…..”
Thierry Baudet:
”Maar jij bedoelt misschien, dat door de industrialisatie nieuwe uitbuiting ontstond”
Historicus Robert Lemm:
”Ja, precies, dus de slavernij wordt gewoon, krijgt een ander masker.En…eh….mensen worden in de tijd van het fabrieksproletariaat of mensen die gedwongen worden om bepaalde diensten te verrichten, het is een vorm van, ja ….dus slavernij heb je …..”
Thierry Baudet:
”Ook nu nog…”
Historicus Robert Lemm:
”Ook nu nog”
Thierry Baudet:
”Maar is het niet zo, dat er nu 24 miljoen slaven in China leven of zo’n soort aantal.Dat soort aantallen, gewoon ook economische slaven…..In Afrika
Historicus Robert Lemm:
”….En dat kon ons helemaal niets schelen, want wij willen handelsrelaties met China, dus wat daar gebeurt, dat vinden wij, ja, dat moeten zij weten…”
Thierry Baudet:
”Ik vind dat juist wel belangrijk’….
En dat vind ik ook zo merkwaardig aan die vrijhandelsaccoorden. Wij hebben hier ook allemaal standaarden over economische productie waar boeren aan moeten voldoen, maar we sluiten wel een vrijhandelsaccoord met Oekraine waardoor legbatterij producten ongehinderd onze markt op kunnen komen.
Dat is enorm hypocriet.
Historicus Robert Lemm:
”’Het is hypocriet”
Thierry Baudet:
”En je hoort ook nooit iemand protesteren tegen de slavernij in China, in Afrika.Het lijkt wel alsof het een soort culturele, vooral culturele zelfhaat is, die overal…Wij moeten alsmaar boete doen.
Het is geen open gesprek, het is niet een eerlijk gesprek over ”jongens, wat vinden we nou van het verleden”, maar het is een zelfkastijding…”
Historicus Robert Lemm:
”Het is een zelfkast…..Het is ook een vals schuldgevoel, wat ons wordt aangepraat he, vals schuldgevoel.
Wij moeten ons schuldig voelen over de slavernij van een aantal Eeuwen geleden….”
Thierry Baudet
”Waar wij natuurlijk persoonlijk niets mee….”
Historicus Robert Lemm:
”Nou had ik ook een standbeeld van Columbus, de ontdekker van Amerika, is omvergehaald en dat is toch wel heel erg merkwaardig.
Als we nagaan:
Columbus:
In 1892 was het vierhonderd jaar geleden, dat Amerika werd ontdekt.
Dat werd toen groots gevierd aan beide zijden van de Oceaan.
In 1992 was het vijfhonderd jaar geleden.
Totaal veranderd.
Columbus werd toen vergeleken met Hitler, hij was schuldig aan genocide, alle lelijke dingen werden over hem gezegd.
Wie deden dat?
Dat was de generatie van 1968.
Dat was de generatie van de studentenrevolutie, die toen ineens Columbus verguisden en dat gebeurde in heel West-Europa.
Maar Columbus was in de 19e Eeuw een held en niet alleen dat, er was zelfs een Zaligverklaringsproces op gang in de Katholieke Kerk in de !9e Eeuw en ook nog, het was
We moeten ook niet vergeten, dat de Katholieke Kerk de eerste internationale instantie is, die de slavernij heeft veroordeeld, al heel vroeg en….helemaal vergeten….”
Thierry Baudet:
”Het Westen heeft de slavernij afgeschaft…de Westerse wereld”
Historicus Robert Lemm:
Ja en het is begonnen in de Katholieke Kerk, de Pausen hebben dat in 1537 al gezegd…..”
Thierry Baudet:
”Robert Lemm, zoals altijd, wij kunnen nog veel langer doorpraten en er is heel veel meer over te zeggen.Ontzettend bedankt voor al deze gedachten, gedachtelijnen, provocerende, vernieuwende ideeen.
We zullen je vaker gaan horen hier.
Dank je wel Robert Lemm,
Fijn, dat je er was!”
EINDE INTERVIEW THIERRY BAUDET MET HISTORICUS ROBERT LEMM
”Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten”.
”Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.
Hoe kijk jij daarnaar?”
16.57-17.17
YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[7]”Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten”. 34.40 YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[8]
‘”Inderdaad, we zijn in Europa eigenlijk nooit teruggeschrokken voor idealen die voorbij onze horizon lagen. Integendeel: we kozen ze juist als leidraad: eerst het verre Jerusalem, daarna het oude Athene – weer later waren het de uitgestrekte zeeën en niet-ontdekte landen daarginds, waarheen we zeilden en waarvan we terugkwamen met nieuwe specerijen, nieuwe uitvindingen, nieuwe technieken.Hoe verder weg, hoe uitdagender. Xenofobie is ons wezensvreemd – geen enkele andere cultuur op aarde is ooit zo open en pluriform geweest als de onze altijd geweest is, en mede daardoor hebben wij ons, onder deze sterrenhemel, op het schiereiland van Azië, in de delta van continentale riviermondingen, altijd kunnen vernieuwen en ontwikkelen – heeft ons boreaal Europa steeds de bouwstenen gevonden voor kruisbestuiving, nieuwe vonken: wedergeboortes.”
FVD IS HET VLAGGESCHIP VAN DE RENAISSANCEVLOOT TOESPRAAK THIERRY BAUDET IN 2017
[9] YOUTUBE.COM THIERRY BAUDET: ”IK WIL GRAAG DAT EUROPA DOMINANT,BLANK EN CULTUREEL BLIJFT, ZOALS HET IS”[THIERRY BAUDET BIJ HET DEBAT ”DE VLUCHTWEEK”,RADIOZENDER FM, DONDERDAG 17 SEPTEMBER 2015] https://www.youtube.com/watch?v=DpBzt9PyU5w TRANSCRIPTIE[Kiza Magendane, uit Congo afkomstige student en blogger]”Wat maakt het uit, als die mensen niet teruggaan?Dat is helemaal niet relevant.[PRESENTRATRICE]”Maar…..”[Kiza Magendane]”Ik erger mij een beetje aan de houding….”[THIERRY BAUDET]”Ik vind het wel relevant!”[PRESENTRATRICE]”Maar Thierry, waarom is….[THIERRY BAUDET]”Omdat ik niet wil, dat Europa Afrikaniseert….”[Kiza Magendane];;”Deze opmerking van Thierry vind ik best wel kwalijk,als je bedenkt, dat 20 procent van migranten, die naar Europakomen, Afrikanen zijn.Dus zo’n complete demonisering van Afrikanen is niet nodig.Tegelijkertijd…..[THIERRY BAUDET]”Ik demoniseer niet, ik zeg wat ik wil, wat ik wenselijk vind enwat ik niet wenselijk vind.En wat ik niet wenselijk vind, is dat wij veel meer gaan lijkenop delen van de wereld waar heel veel mensen weg willen….”[PRESENTRATRICE]”Je wil zeg maar een bepaald Europees goed.wil je eigenlijkzo houden zoals het is..Op zich mag dat….”’[THIERRY BAUDET]”Ik wil graag, dat Europa dominant, blank en cultureel blijft zoals het is.”EINDE YOUTUBE FILMPJE
[10] YOUTUBE.COMDE ZELFHAAT VAN THIERRY BAUDET https://www.youtube.com/watch?v=mt-s0B7mZn0 TRANSCRIPTIE”Het fundamentele gebrek aan zelfvertrouwen, dat wijhebben in onze cultuur, die zelfhaat……de Nederlandsebevolking homeopathisch te verdunnen met alle volkerenvan de wereld, doordat we….er nooit meer een Nederlander zal bestaan,zodat wie wij zijn niet meer gestalte…….heeft allemaal EEN oorzaaken die oorzaak is onze cultuur van zelfhaat.”EINDE YOUTUBE FILMPJE
[11]
”In 2006 behaalde hij zijn doctoraalexamen voor rechten en een academische bachelor voor geschiedenis.”
WIKIPEDIA
THIERRY BAUDET/STUDIE EN ONDERZOEK
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIA
THIERRY BAUDET
[12]’Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten”.
”Wij vinden diversiteit belangrijk. We streven ernaar een diverse en inclusieve leer- en werkomgeving te bieden waar studenten en medewerkers zich thuis voelen. We willen dat iedereen die aan de UvA verbonden is zich volledig kan ontplooien en met de eigen unieke persoonlijkheid, achtergrond en talenten bijdraagt aan de identiteit van onze universiteit.” UVADIVERSITEIT EN INCLUSIE https://www.uva.nl/over-de-uva/over-de-universiteit/diversiteit-en-inclusie/diversiteit-en-inclusie.html
[15] ”TENSLOTTE
Geachte Dames en Heren, u hebt de hoeveelheid kolonialisme vergoeilijkende Bagger gehoord, die over uw, mijn en de hoofden van anderen is uitgestort.Een giftige cocktail van hedendaags racisme en superioriteitswaan, met een nostalgische knipoog naar onmenselijke en baarbaarse Tijden. Dit mag niet onweersproken blijven. Mijn eis naar u is dan ook, dat u hier werk van maakt. Hoe u dat doet, is aan u. U kunt Baudet, die tenslotte deze waanzinnige slavernij en kolonialisme apologeet gratis zendtijd heeft gegeven en er zelf nog een schepje bovenop gedaan heeft, aanschrijven. OF u kunt via uw bladen en/of [bestuurs] organen, of in welke vorm dan ook, hier openlijk afstand van nemen. Het mag niet blijven hangen bij protesten van mijn kant en een aantal andere solidaire mensen.Dit moet breder gedragen worden. U als Universiteit, wilt zich toch inzetten voor Diversiteit? https://www.uva.nl/over-de-uva/over-de-universiteit/diversiteit-en-inclusie/diversiteit-en-inclusie.html
Maak dat dan waar! Want als u een man als Lemm onweersproken laat zeggen ””Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer.” [23] zonder dat u uw stem verheft, dan bent u geen knip voor uw neus waard!”
FVD IS HET VLAGGESCHIP VAN DE RENAISSANCEVLOOT TOESPRAAK THIERRY BAUDET IN 2017
TEKST
Je hoeft de metafysische stellingnames van het Christendom niet te onderschrijven om de wederopstandingsgedachte als toonaangevend motief van onze beschaving te kunnen waarderen. Het idee dat iets dat ‘dood’ was, iets dat achter ons ligt, iets dat voorgoed voorbij was, opnieuw tot bloei kan komen, heeft heel veel voor ons betekend. Zo inspireerde het ons bijvoorbeeld aan het eind van de Middeleeuwen om de klassieke oudheid weer in onze cultuur te incorporeren – in de periode die we aanduiden als de renaissance.
Waar Mao Zedong het verleden van China heeft willen uitwissen; waar de Communistische revolutie alles wat er daarvoor bestond vernietigde; waar de Islamitische staat vandaag de dag musea met de grond gelijkmaakt – daar kozen wij in het Westen ervoor om alles te onderzoeken en het goede te behouden; om juist voorbij ons eigen begripsveld te kijken naar wat ons kon verrijken.
Inderdaad, we zijn in Europa eigenlijk nooit teruggeschrokken voor idealen die voorbij onze horizon lagen. Integendeel: we kozen ze juist als leidraad: eerst het verre Jerusalem, daarna het oude Athene – weer later waren het de uitgestrekte zeeën en niet-ontdekte landen daarginds, waarheen we zeilden en waarvan we terugkwamen met nieuwe specerijen, nieuwe uitvindingen, nieuwe technieken.
Hoe verder weg, hoe uitdagender. Xenofobie is ons wezensvreemd – geen enkele andere cultuur op aarde is ooit zo open en pluriform geweest als de onze altijd geweest is, en mede daardoor hebben wij ons, onder deze sterrenhemel, op het schiereiland van Azië, in de delta van continentale riviermondingen, altijd kunnen vernieuwen en ontwikkelen – heeft ons boreaal Europa steeds de bouwstenen gevonden voor kruisbestuiving, nieuwe vonken: wedergeboortes.
Maar onze openheid staat onder druk. Onze vrije, tolerante, vrijzinnige, nieuwsgierige, humoristische, vrolijke en democratische samenleving verkeert in levensgevaar – is zelfs dodelijk gewond.
We moeten haar echter niet achterlaten; we moeten niet denken dat wat voorbij is, voor altijd voorbij is: we moeten haar juist in de beste traditie van het Westen, opnieuw tot leven wekken. We moeten een Europese renaissance teweeg brengen.
Deze grote taak wil Forum voor Democratie samen met anderen op zich nemen. Ik ben vereerd en blij dat we vandaag met zovelen bij elkaar zijn om daar samen een begin mee te maken.
Misschien stonden we nooit voor een grotere, meer existentiële uitdaging dan nu. Misschien waren de tijden nooit moeilijker dan nu. We zijn in het verleden natuurlijk weleens aangevallen, zelfs veroverd. Het water heeft ons in dit mooie land ook letterlijk weleens aan de lippen gestaan. We hebben glorierijke momenten gekend, maar we hebben ook diepe crises met elkaar meegemaakt in de vele eeuwen van onze gedeelde geschiedenis. En we hebben ons er steeds doorheen geslagen.
Nu worden we aangevallen door een vijand die we nog niet eerder tegenover ons hebben gehad. Een atypische vijand. Een vijand die ons eigen uniform draagt.
We worden aangevallen door degenen die ons zouden moeten beschermen.
Zij die zouden moeten waken over onze integriteit, onze cultuur en onze tradities: zij die een verantwoordelijkheid dragen voor het voortbestaan van de gemeenschap; juist zij, juist deze mensen hebben zich – van binnenuit – tegen ons gekeerd.
Het Westen lijdt aan een auto-immuunziekte. Een deel van ons organisme – een belangrijk deel: ons afweersysteem, datgene wat ons zou moeten beschermen – heeft zich tegen ons gekeerd. Op elk vlak worden we verzwakt, ondermijnd, overgeleverd.
Kwaadwillende, agressieve elementen worden ons maatschappelijk lichaam in ongehoorde aantallen binnengeloodst, en de werkelijke toedracht en gevolgen worden verdoezeld. Politierapporten over geweld in AZC’s worden niet in de openbaarheid gebracht. Het openbaar ministerie knijpt een oogje toe wanneer het shariarechtbanken tegenkomt.
Op universiteiten wordt het vrije woord ingeperkt, het open debat mag niet meer plaatsvinden. Kritiek op Islam, maar ook onderzoek naar de kosten van de massa-immigratie en überhaupt het debat over de botsing van culturen wordt gefrustreerd.
Al decennia domineert in de internationale betrekkingen een al even zelfdestructieve politiek, waarin Westers gezinde leiders, of in elk geval mensen waarmee we afspraken konden maken – van de Sjah in Perzië tot Assad in Syrië – worden ondermijnd of zelfs ten val gebracht, ten gunste van wat de NPO ‘gematigde rebellen’ noemt: islamisten die vrouwen en homo’s onderdrukken en alle Westerse waarden verachten. Ook sturen onze elites aan op oorlog met Rusland, zonder enige reden, zonder enig belang – terwijl we zoete broodjes bakken met Turkije.
De controle over ons bestaan wordt ons ondertussen op sluipende wijze steeds verder ontnomen door doortrapte soevereiniteitsoverdrachten naar onpersoonlijke politieke megaprojecten waarin burgers elke democratische controle zijn verloren. Zo werden het afgelopen jaar zelfs de pensioenen in een achternamiddag onder EU-toezicht gesteld. Tegelijkertijd werd elke maand 80 miljard euro geld bijgedrukt door Draghi. Multinationals profiteren van continentale regelgeving maar het MKB zucht onder verstikkende bureaucratie.
De reden dat al deze zaken kunnen voortduren is dat wij als bevolking vrijwel niets te zeggen hebben. We leven in een schijndemocratie, waarin verschillende politieke spelers tezamen een kartel vormen, en een publieke omroep hebben gecoöpteerd die dagelijks hun schijndebatten uitzendt. Minder dan 10.000 mensen draaien rond in een baantjescarrousel, waarin ze van topfunctie bij de zorgverzekeraars, naar burgemeesterspost, naar bestuursfunctie in de onderwijsraden en bouwend Nederland gaan. De enige kwaliteit van deze kartelleden is hun loyaliteit aan de partijtop, en hun enige activiteit is vergaderen. Vandaar dat overal regels voor zijn en de kosten van de bureaucratie de spuigaten uitlopen. Nog fundamenteler: de dynamiek is uit de samenleving verdwenen. Het partijkartel ligt als een dikke deken over de samenleving en houdt de gelederen gesloten. Als bevolking kunnen we geen kant op. Waar moet je op stemmen als je verandering wil?
Jarenlang was er geen serieuze optie. Even leek er een lichtpuntje te verschijnen in de donkere nacht van onze ten grave gedragen democratie toen we een campagne voerden voor een referendum. Maar dames en heren, gister zat ik in de rechtszaal voor de meervoudige kamer van de rechtbank Den Haag. Op 6 april gingen 4.2 miljoen Nederlanders naar de stembus. Ruim 61 procent stemde TEGEN.
En ik zat in de rechtszaal om een uitspraak van de rechter te krijgen over het getreuzel en gepruttel van onze minister-president. Zo ver is het gekomen in ons land: we moeten een rechtszaak voeren om te zorgen dat onze regering zich aan de wet houdt. Alles om de burger buiten spel te houden.
De nasleep van dat tweede genegeerde referendum, na het eerste genegeerde referendum van 1 juni 2005, heeft ons vanuit Forum voor Democratie doen besluiten dat het noodzakelijk is om een politieke partij te vormen en Den Haag van binnenuit open te breken.
Als wij met miljoenen naar de stembus gaan om onze stem te laten horen, en zelfs dan wordt er helemaal niets mee gedaan: dan moeten we onze stem zelf gaan terugpakken.
Dames en heren, het is nooit urgenter geweest dan nu; het is nooit noodzakelijker geweest dan nu, dat mensen van goede wil de handen ineen slaan om de banden met onze tradities te herstellen, om onze kracht te hervinden en nieuwe kruisbestuivingen tot stand te laten komen: om al het goede dat we in de wereld kunnen vinden te verbinden met onze oude wortels en zo het land weer te laten bloeien.
Wij gaan bouwen. We gaan een partij bouwen met een opleidingsinstituut, lokale afdelingen, een sociaal netwerk. We gaan een nieuwe elite opleiden; we gaan de huidige leiders vervangen en verslaan. Jullie hebben vandaag ons team gezien – fantastische mensen met verschillende discplines, maar allemaal een grote drive om de noodzakelijke veranderingen te realiseren.
Wij hebben de mensen om de Europese Unie te verslaan; wij hebben concrete oplossingen om de massa-immigratie te stoppen; wij hebben de mensen die de controle over onze grenzen kunnen herstellen en de euromunt te ontvlechten: zodat we weer baas worden over ons eigen land.
We zullen niet rusten totdat onze democratie is hersteld en het partijkartel is gebroken. We gaan bindende referenda en volksinitiatieven introduceren, open solicitaties voor publieke functies, gekozen burgemeesters en sanering van de partijdige en vooringenomen NPO.
We gaan opnieuw voorbij onze horizon reiken: we gaan een renaissance teweeg brengen, waarin ons zelfvertrouwen is hersteld, waarin we weer veilig kunnen leven in een vertrouwde omgeving: waarin de democratische rechtsstaat is hersteld en de economische en culturele dynamiek kan terugkeren.
Dat doen we graag samen met alle andere partijen en bewegingen die ons willen versterken. Forum voor Democratie is het vlaggeschip van de renaissancevloot, en andere schepen kunnen zich bij ons voegen. We willen met iedereen samenwerken. We gaan niet onderling ruziemaken. Maar we gaan ook geen lijstverbindingen aan: we vertrouwen op eigen kracht – eigenlijk zoals Nederland ook weer op eigen kracht zou moeten vertrouwen.
Dames en Heren, we gaan deze partij van de grond krijgen, we gaan op deze rots onze zuil bouwen, we gaan ons land terugveroveren en onze democratie herstellen – WE PAKKEN ONZE STEM TERUG op 15 maart!
EINDE TOESPRAAK THIERRY BAUDET
Reacties uitgeschakeld voor Forum voor Democratie Journaal/Tekst Youtube filmpje met interview slavernij en kolonialisme apologeet Robert Lemm door rassenwaan ideoloog Thierry Baudet
THIERRY BAUDET, LEIDER FORUM VOOR DEMOCRATIE:”IK WIL GRAAG DAT EUROPA DOMINANT,BLANK EN CULTUREEL BLIJFT, ZOALS HET IS”
BAUDET FASCISTISCH VOORMAN EN, APOLOGEET VAN KOLONIALISME EN SLAVERNIJ
BESTRIJD DE FASCISTISCHE IDEOLOGIE VAN THIERRY BAUDET MET DE PEN EN HET ZWAARD!
ASTRID ESSED’S EIS AAN UNIVERSITEIT!BRIEF! AAN UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM/GEESTESWETENSCHAPPENREDACTIE FOLIA Onderwerp:Geschiedvervalsing door de heer Thierry Baudet. voorman Forum voor Democtrinatie, jurist en behaler van de Bachelor graad Geschiedenis
Geachte Directie en BestuurGeachte RedactieGeachte medewerkers, Een vriend van mij, voor wie ik veel waardering heb, maakte mij attent op het Youtube Forum voor Democratie Journaal filmpje, aflevering dd 26 juni, waarover op zijn zachtst gezegd kan worden opgemerkt dat dit nogal opmerkelijk was [neem mij het pleonasme maar even niet kwalijk].Want naast te berde gebrachte onderwerpen zoals [ik citeer voorman Thierry Baudet op het filmpje] [1] biomassacentrales in Noord-Holland, steun voor KLM en Air France, werden te berde gebracht het communisme als ideologie, althans volgens de versie van Thierry Baudet en over hoe om te gaan met het verleden, in het byzonder het koloniale verleden. [2] Over deze laatste twee onderwerpen heb ik niet alleen het een en ander te zeggen:Ook verbind ik daaraan een eis en pleidooi naar u toe.Waarom een eis en pleidooi naar u toe? Omdat zowel Thierry Baudet, die zich ”de grootste intellectueel van Nederland” noemt [3]-maar dat laat ik uiteraard voor zijn rekening,evenals de door Baudet in zijn Youtube Journaal geinterviewde hispanist, conservatief katholiek denker, alsmede historicus [dat laatste althans volgens Baudet, ik heb daarvan geen bewijzen kunnen vinden], Robert Lemm [4], zich naar mijn mening schuldig maken aan geschiedvervalsing, verpakt in politieke indoctrinatie, die getuigt voor minachting van mensen van niet-westerse komaf.
Bovendien zet ik u vooral ook aan tot actie, omdat Baudet, volgens mijn informatie, in 2006 zijn bachelor diploma geschiedenis behaald heeft aan de Universiteit van Amsterdam [5], wat vanuit oogpunt van wetenschappelijke integriteit alle reden is voor u als Universiteit, onderstaande ter harte te nemen.
HET COMMUNISME Laten we met het communisme beginnen:Daarover merkt voorman Thierry Baudet op, na 34 minuten en 40 seconden van het filmpje ”“Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten” [6] Eerst dit:Pieter Jelles Troelstra was helemaal geen communist, in de marxistische betekenis van het woord, maar een van de belangrijkste voormannen van de socialistische [en beslist niet communistisch-marxistische] SDAP [Sociaal Democratische Arbeiderspartij] [7] Wat betreft het communisme als ”meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis”, die ”honderden miljoenen doden op zijn geweten heeft”, zeker hebben communistische of zich communistisch noemende regimes vele, en waarschijnlijk miljoenen, slachtoffers gemaakt.Maar een andere moorddadige ideologie is het kolonialisme, dat de wereld vanaf de ”ontdekking” van de Amerika’s in 1492 tot diep in de twintigste Eeuw heeft geteisterd, eerst in de vorm van de transatlantische slavenhandel [slavernij] en het met geweld veroveren van handelsfactorijen in Azie [VOC en aanverwante West-Europese handelsondernemingen] en vanaf de 19e Eeuw in de vorm van grootschalige landverovering en eveneens miljoenen slachtoffers heeft geeeist.Tenzij Baudet met serieuze historische cijfers komt, is zijn bewering maar een historische speculatie en daarom onwetenschappelijk en gevaarlijk. Wat hij verder te beweren heeft over het communisme, is uitstekend weerlegd in een aan u toegezonden Open Brief door publicist Peter Storm [8].
DE WAARHEID OVER ONS VERLEDENONWAARHEDEN EN EN BAGATELLISERING SLAVERNIJ, KOLONIALISME EN KOLONIALE [OORLOGS]MISDADEN Schokkender vond en vind ik echter nog, wat Baudet en de door hem geinterviewde conservatieve denker Robert Lemm te berde brachten over slavernij, kolonialisme en [koloniale] misdaden, waarbij ik vooral stuitend vond de tentoongespreide minachting voor volkeren van niet westerse komaf. Natuurlijk, iedereen heeft het recht op vrijheid van meningsuiting, ook over het koloniale verleden, maar dan moeten er geen Fabeltjes of aperte onwaarheden worden geuit.En daaraan maakte vooral [maar ook Baudet!] conservatief denker Robert Lemm, die door Thierry Baudet in deze Journaaluitzending werd geinterviewd, zich schuldig [Zie het gehele interview met Lemm onder noot 9]Maar ook Baudet [die ik aan de beurt laat komen], liet zich niet onbetuigd. Nou zult u misschien opmerken, dat Baudet niet verantwoordelijk is voor de uitspraken van Lemm en dat klopt natuurlijk.Alleen:Hij laat hem uitgebreid aan het woord, is nergens wezenlijk kritisch en ondersteunt zijn uitspraken ideologisch nog, zoals u zult lezen:
UITSPRAKEN ROBERT LEMM TIJDENS INTERVIEW DOOR THIERRY BAUDET ”IN ZIJN TIJD”: Thierry Baudet:’Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.Hoe kijk jij daarnaar? Historicus Robert Lemm:”Eh….kijk Huizinga, een van onze grootste auteurs, historicus, heeft gezegd:”Wij moeten het verleden levend houden”Wat hij daarmee bedoelt is:Dat, een historicus moet zich verdiepen in een voorbije periode, gebeurtenissen en personages moet je zien in hun tijd.”En wat wij doen:Wij projecteren onze eigen ideeen op die periodes en die mensen van toen en beoordelen en veroordelen ze daarmee en dat is fout.Een voorbeeld is in onze Nederlandse geschiedenis is het geval van Jan Pieterszoon Coen he, we hebben gehoord, dat het standbeeld naar beneden wordt gehaald, de man wordt helemaal verguisd, het was helemaal fout……..” 16.49-18.11, Forum voor Democratie Journaal, 26 juni, op Youtube.com [10] Nou hoor ik dat soort beweringen wel vaker ”het verleden in zijn tijd zien”, maar als een [althans volgens Baudet] historicus en ”kenner van het koloniale verleden”, dergelijke beweringen doet, moet dat ook wel berusten op feiten/bewijzen.En dat ontbreekt hier. Bovendien is het domme aan de bewering van Lemm is dat hij als 17e eeuws voorbeeld nu juist komt aanzetten met Jan Pieterszoon Coen, nu juist de historische figuur bij uitstek, op wie juist in zijn tijd, ook veel kritiek is gekomen. Aan het woord laat ik ook een VOC officier, die opmerkte [ik citeer hem]”“De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.” [11]De VOC officier refereerde hier aan de massamoord door Jan Pieterszoon Coen op de Banda Eilanden.Zie voor achtergronden, noot 12Over die massamoord was er zelfs kritriek gekomen van de zijde van de VOC opdrachtgevers van Coen, die verklaarden ”dat het optreden van Coen wel wat minder gekund had.” [13] Ook wat betreft de opvattingen over slavenhandel/slavernij gaat het ”in zijn tijd zien” Verhaal maar zeer ten dele op, want een groep van zowel 17 als 18e eeuwse orthodox protestantse dominees hebben zich fel tegen de slavenhandel verzet, waaronder Brakel, de Teellincks, Smijtegelt, Poudroyen, De Raad en Voetius en Jacobus Hondius.Jacob Hondius was de meest prominente onder hen. [14] Toegegeven, het anti slavernij verzet van Hondius is pas recentelijk ontdekt, maar een beetje historicus mag worden verondersteld, daarvan op de hoogte te zijn.En het eeuwenlang verzet van Quakers, Baptisten en Methodisten [15] moet historicus Lemm toch bekend zijn! SLAVERNIJ De ”slavernij” uitspraak van Lemm wil ik u niet onthouden!
””Nou er waren…zeggen….de afschaffing van de slavernij-dat is ongeveer zeg maar halverwege de 19e Eeuw gebeurd, dat wij denken, dat de afschaffing van de slavernij de wereld beter heeft gemaakt, dat is gewoon niet zo.” [16] 23.40-23.45 , YOUTOBE. FILMPJE FORUM VOOR DEMOCRATIE JOURNAAL Mag ik deze uitspraak zonder commentaar laten?Ik geloof, dat het, op zich, wel duidelijk genoeg is.
Toch zijn ”motivatie” lezen? ”Thierry Baudet: ”Maar jij bedoelt misschien, dat door de industrialisatie nieuwe uitbuiting ontstond” Historicus Robert Lemm: ”Ja, precies, dus de slavernij wordt gewoon, krijgt een ander masker.En…eh….mensen worden in de tijd van het fabrieksproletariaat of mensen die gedwongen worden om bepaalde diensten te verrichten, het is een vorm van, ja ….dus slavernij heb je …..” [17] Hier ga ik verder niet opin. Het is wel duidelijk denk ik. En dat is dan precies het probleem met het interview:Bestaande[historische] Afrikaanse slavernij [Afrikaanse stamhoofden en anderen, die zwarte slaven veerkochten aan witte handelaren] wordt erbij gehaald, huidige op slavernij lijkende omstandigheden in Afrika en China, ellende van het industriele proletariaat, op zich allemaal waar, maar hier gebruikt om slavernij en kolonialisme te bagatelliseren. [18] IN ZIJN TIJD?LATERE GESLACHTEN OVER DE HOLOCAUST Lemm hangt ook nog eens van tegenstrijdigheden aan elkaarWant elders zegt hij ”’Zeker met de standaarden van nu.Maar je moet wel….je moet het verleden gewoon wat dat betreft, met rust laten.”Dat….want het verleden zou net zoveel recht hebben om ons te veroordelen.Want concentratiekampen, zes miljoen Joden, genocides, dat is echt iets van de twintigste Eeuw, dat begon met de Franse Revolutie, met de Guillotine, met de Rode Terreur, dat is iets van onze tijd.Dus het verleden heeft in het laatste oordeel, evenveel recht om onze tijd te veroordelen.” [19] Maar wat krijgen we nu!Want als ”je het verleden, het verleden moet laten”, moeten dan latere generaties dan ook geen ”oordeel” geven over de genocide van de Holocaust.Wat Lemm, volkomen terecht [anders had ik hem nog erger gefileerd] hier WEL doet. Veel valt er nog over Lemm te zeggen, bijvoorbeeld zijn bagatellisering van de politionele acties in Indonesie [Lemm spreekt nog over ”Nederlands Indie” [20]Verdient dat nog een weerlegging? Daar ga ik geen energie meer in steken en u bent deskundig en intelligent genoeg om dat niet nodig te hebben.
Ik eindig met twee misselijke en schokkende uitspraken van Baudet, die er duidelijk op gericht zijn, de aandacht af te leiden van het onrecht en de onderdrukking uit de slavernij/koloniale periode Baudet 1 ”’Met andere woorden:Wij zijn, in onze ”moderne” tijd, onze verlichte tijd waar we zo trots op zijn, ook schuldig geweest aan allerlei zaken, die vreselijk zijn, omgekeerd zijn mensen, die nu demonstreren, want dat zie je namelijk ook, ook niet brandschoon, ik zag, dat de voorouders van Akwasi-dat heeft die zelf gezegd- die anti-slavernij-Black Lives Matter demonstrant, dat dat waarschijnlijk zelf slavenhouders waren geweest, in het verleden.Dus met andere woorden: ”Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen” [21] Baudet 2 ”En je hoort ook nooit iemand protesteren tegen de slavernij in China, in Afrika.Het lijkt wel alsof het een soort culturele, vooral culturele zelfhaat is, die overal…Wij moeten alsmaar boete doen. Het is geen open gesprek, het is niet een eerlijk gesprek over ”jongens, wat vinden we nou van het verleden”, maar het is een zelfkastijding…” [22] Beide uitspraken zijn giftig, omdat de bedoeling is, het Westerse koloniale verleden te bagatelliseren door op ander onrecht te wijzen. Bovendien getuigen de uitspraken van Lemm en Baudet, juist door dat bagatelliseren, van de minachting voor niet westerse volkeren en hun leed.Ook doen ze voorkomen [lees dat interview maar goed] alsof die kritiek en veroordeling van het kolonialisme voornamelijk iets is van Westerse mensen: Waar is het verzet begonnen, dachten zeNooit van slavenopstanden, plantageverzet, Indianenoorlogen [tegen de blanke overheersing] en wat dies meer zij, gehoord Ik vind, dat ik meer dan genoeg gezegd heb! TENSLOTTE
Geachte Dames en Heren, u hebt de hoeveelheid kolonialisme vergoeilijkende Bagger gehoord, die over uw, mijn en de hoofden van anderen is uitgestort.Een giftige cocktail van hedendaags racisme en superioriteitswaan, met een nostalgische knipoog naar onmenselijke en baarbaarse Tijden. Dit mag niet onweersproken blijven. Mijn eis naar u is dan ook, dat u hier werk van maakt. Hoe u dat doet, is aan u. U kunt Baudet, die tenslotte deze waanzinnige slavernij en kolonialisme apologeet gratis zendtijd heeft gegeven en er zelf nog een schepje bovenop gedaan heeft, aanschrijven. OF u kunt via uw bladen en/of [bestuurs] organen, of in welke vorm dan ook, hier openlijk afstand van nemen. Het mag niet blijven hangen bij protesten van mijn kant en een aantal andere solidaire mensen.Dit moet breder gedragen worden. U als Universiteit, wilt zich toch inzetten voor Diversiteit? https://www.uva.nl/over-de-uva/over-de-universiteit/diversiteit-en-inclusie/diversiteit-en-inclusie.html
Maak dat dan waar! Want als u een man als Lemm onweersproken laat zeggen ””Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer.” [23] zonder dat u uw stem verheft, dan bent u geen knip voor uw neus waard! Laat zien, dat u morele guts hebt en kom in actie! Ik reken niet op u.Ik verwacht dat van u! Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam
NOTEN
[1]
Het is vrijdag 26 juni, dit is het FvD Journaal, we spreken over biomassacentrales in Noord-Holland, want Forum voor Democratie heeft die van de baan gekregen, over de steun voor KLM, Air France, over het verleden, wat wij daarmee moeten, er zijn vragen met Eva Vlaardingerbroek….., Robert Lemm is hier, het is kortom heel goed, dat je kijkt…” 0.00-0.19
”Ja, het is natuurlijk het thema, the talk of the town van deze tijd:Het verleden, het koloniale verleden, maar uberhaupt eigenlijk het hele verleden.Hoe gaan we daarmee om?Moeten we vooral een houding hebben van trots, moeten we vooral kijken naar de dingen, die mensen hebben gedaan in het verleden, die we mooi vinden of moet je zeggen:Ja, nee, maar hij of zij heeft ook dat verkeerd gedaan en daar moeten we het vooral over hebben.Dat moet de focus zijn.Over al dat soort zaken is hier zometeen te gast Eva Vlaardingenhoek om met jullie te spreken.Jullie kunnen je vragen ook nu al stellen, er is ook een superchatmogelijkheid, dan weet je zeker dat je vraag gesteld wordt, maar eerst gaan we spreken met Robert Lemm, filosoof en historicus, die ook bekend werd van dit programma….” 15.05-15.45
“Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten” 34.40 YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI https://www.youtube.com/watch?v=R_vwPMaMvWI
15.05-16.46”Ja, het is natuurlijk het thema, the talk of the town van deze tijd:Het verleden, het koloniale verleden, maar uberhaupt eigenlijk het hele verleden.Hoe gaan we daarmee om?Moeten we vooral een houding hebben van trots, moeten we vooral kijken naar de dingen, die mensen hebben gedaan in het verleden, die we mooi vinden of moet je zeggen:Ja, nee, maar hij of zij heeft ook dat verkeerd gedaan en daar moeten we het vooral over hebben.Dat moet de focus zijn.Over al dat soort zaken is hier zometeen te gast Eva Vlaardingenhoek om met jullie te spreken.Jullie kunnen je vragen ook nu al stellen, er is ook een superchatmogelijkheid, dan weet je zeker dat je vraag gesteld wordt, maar eerst gaan we spreken met Robert Lemm, filosoof en historicus, die ook bekend werd van dit programma….”[Uitspraken van Robert Lemm tot 16.49, bijgevoegde tekst ”Scholen, Universiteiten en media verhullen het echte verhaal over ons verleden””….En Thierry is ook de eerste, die dat zal zeggen: het zijn onbeschreven bladen, ze weten niks, je moet ze invullen, ik berdoel: ze hebben dingen gehoord, die ze napraten, op Internet, de media, je moet ze opnieuw een historisch besef bijbrengen, he, je moet ze vertellen, hoe de geschiedenis is,wij staan op de puinhopen en de brokstukken van een samenleving, die sneller afbreekt dan we zien en dat is nog bij de meeste mensen, bij jonge mensen, die zijn daar helemaal niet van overtuigd. die zien dat helemaal niet, die leven nu, die hebben geen historisch inzicht,die weten niet, wat er vroeger gebeurd is, hoe het langzaam gegaan is, dat horen ze niet, dus, en wat ze horen, is steeds alleen maar het vooruitgangsverhaal, dat horen ze, maar ze horen niet, wat er is opgegeven, en dat wil ik aan ze vertellen, en ik wil ze daar in elk geval bewust van maken, dat is alles” 16.46
INTERVIEW THIERRY BAUDET MET HISTORICUS ROBERT LEMM 16.47/27.00 Thierry Baudet:”Hij is hier, Robert Lemm, auteur van meer dan dertig boeken, en filosoof, historicus, conservatief denker.Robert Lemm, fijn, dat je er bent. [Robert Lemm knikt]”Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.Hoe kijk jij daarnaar? Historicus Robert Lemm:”Eh….kijk Huizinga, een van onze grootste auteurs, historicus, heeft gezegd:”Wij moeten het verleden levend houden”Wat hij daarmee bedoelt is:Dat, een historicus moet zich verdiepen in een voorbije periode, gebeurtenissen en personages moet je zien in hun tijd.En wat wij doen:Wij projecteren onze eigen ideeen op die periodes en die mensen van toen en beoordelen en veroordelen ze daarmee en dat is fout.Een voorbeeld is in onze Nederlandse geschiedenis is het geval van Jan Pieterszoon Coen he, we hebben gehoord, dat het standbeeld naar beneden wordt gehaald, de man wordt helemaal verguisd, het was helemaal fout, maar nu is het interessante, dat over deze Stichter van Batavia heeft onze grote dichter Slauwerhoff een toneelstuk geschreven en in dat toneelstuk verplaatst hij zich in de geest van Pieterszoon Coen….hij moest bepaalde belsissingen nemen in het begin van Batavia en daar moest hij af en toe hard voor optreden en dat was een zaak voor erop of eronder en Sluawerhoff laat alleen maar zien, hij registreert, hij veroordeelt niet, maar hij laat, hij zegt zegt tegen de me….kijk, kijk, hoe die man was, wat voor karakter die had, hoe die omging met zijn vrouw, met zijn kinderen, en hoe hij dat eerste, dat oorspronkelijke Batavia runde.Dat toneelstuk werd een keer opgevoerd en daarna verboden.Waarom werd het toneelstuk verboden……Thierry Baudet [valt Lemm in de rede]”Omdat het te kritisch was op Coen……” Historicus Robert Lemm [herneemt het woord]:”Eh….nee, dat was hij niet, Hij….men vond hem dus niet kritisch genoeg op Coen.Men vond, dat hij teveel begrip voor hem had.Daarom is het verboden.Nou ja, dat was toen al, het is een toneelstuk uit 1931, het is nooit meer opgevoerd…..” Thierry Baudet:”Maar je kunt dus concluderen, dat die discussie al veel langer voert.” Historicus Robert Lemm:”De discussie is al veel ouder en dat kunnen we ook zien….” Thierry Baudet:”Maar wat is er dan fout aan, want je zou ook kunnen zeggen, je moet continu met een ethisch bewustzijn overal naar kijken en ik geloof de Vrijheidslaan in Amsterdam, hier in Amsterdam, die heette eerst de Stalinlaan, volgens mij of de Stalinweg….” Historicus Robert Lemm:”Stalinlaan” Thierry Baudet: ”En die naam hebben we veranderd” Historicus Robert Lemm:”Ja” Thierry Baudet: ”Is dat ook verkeerd, denk je?” Historicus Robert Lemm: ”Nou ja, dat hebben we gedaan in de jaren vijftig was Stalin nog een held, omdat hij mee had geholpen met het bevrijden van, van het neerhalen van het Derde Rijk, maar al snel, ja, viel hij dus in ongenade en dat werd beoordeeld op dat moment en men vond het ongepast om hem, om die straat, om die grote laan Stalinlaan te blijven noemen, dus werd het Vrijheidslaan.Het is iets van….maar dan heb je dus…….ja, dat is een eigentijds geval en dat ligt dus vrij dicht bij een ander voorbeeld uit Nederlands Indie namelijk generaal Spoor, de man van de politionele acties Op dit ogenblik-ik geloof gisteravond was er ook weer een uitzending op de televisie- wordt deze periode honderd procent veroordeeld.Wij waren helemaal fout, we hadden nooit in Indie mogen zitten, dat waren allenaal, die Vrijheidshelden, die gevochten hebben voor de vrij….die hadden groot gelijk, en generaal Spoor en de Nederlandse militairen, die daar zaten , die waren fout, veroordeeld, verkeerd….” Thierry Baudet:”Wie zegt dat, dit…….dat vinden sommige mensen nu….” Historicus Robert Lemm: ”Dat wordt nu gezegd, He…we hebben nu ook het Van….” Thierry Baudet:”Je hebt ook mensen, die iets anders zeggen over het koloniale verleden he….” Historicus Robert Lemm:”Maar je hebt ook het Van Heutsz monument, dat is ook weggehaald, dat is ook een foute man geweest.Maar generaal Spoor was….” Thierry Baudet: ”…In de ogen van veel mensen…” Historicus Robert Lemm: ”In de ogen van nu….” Thierry Baudet ”…Je moet wel een beetje duidelijk maken….” Historicus Robert Lemm: ”De opinie van nu Nou wat…..sommige mensen….” Thierry Baudet: ”…Sommige mensen” Historicus Robert Lemm ”Sommige mensen…..wat ze op de Universiteiten leren, in Academia, het is gewoon….zo wordt nu gekeken naar het verleden, maar ….” Thierry Baudet: ”Is het niet zo, dat je….kijk je kunt natuurlijk altijd de discussie hebben van hoe kijk je naar het verleden.Als ik door Rome loop, en het Forum Romanum, dan zie je daar standbeelden van mensen, die hebben daar gladiatorengevechten georganiseerd, he, waar een gevangene tegen een Leeuw moest vechten, dat zou ik nu veroordelen, een vreselijk idee, toch komt het niet in mijn hoofd op om dat standbeeld weg te halen, want ik denk, het verleden….een beschaving kenmerkt zich doordat die zich verhoudt tot het verleden, beelden weghalen, dat doet ISIS, dat deed, dictaturen doen dat,, dat is eigenlijk een heel onbeschaafd iets.””Net als boeken verbranden!”Dat doet men niet!” Historicus Robert Lemm: ”Het is heel onbeschaafd, want daarmee kennen we het ook niet meer. .Dus natuurlijk zijn er in het verleden, net zoals in onze tijd, in elke tijd, mensen geweest, als je ethisch naar ze kijkt, dat daar het nodige op aan te merken is, …” Thierry Baudet: ”Zeker met de standaarden van nu he,want…..” Historicus Robert Lemm: ”Zeker met de standaarden van nu.Maar je moet wel….je moet het verleden gewoon wat dat betreft, met rust laten.”Dat….want het verleden zou net zoveel recht hebben om ons te veroordelen.Want concentratiekampen, zes miljoen Joden, genocides, dat is echt iets van de twintigste Eeuw, dat begon met de Franse Revolutie, met de Guillotine, met de Rode Terreur, dat is iets van onze tijd.Dus het verleden heeft in het laatste oordeel, evenveel recht om onze tijd te veroordelen.” Thierry Baudet: ”We worden…” Historicus Robert Lemm: ”Dat moeten we niet doen.” Thierry Baudet: ”Met andere woorden:Wij zijn, in onze ”moderne” tijd, onze verlichte tijd waar we zo trots op zijn, ook schuldig geweest aan allerlei zaken, die vreselijk zijn, omgekeerd zijn mensen, die nu demonstreren, want dat zie je namelijk ook, ook niet brandschoon, ik zag, dat de voorouders van Akwasi-dat heeft die zelf gezegd- die anti-slavernij-Black Lives Matter demonstrant, dat dat waarschijnlijk zelf slavenhouders waren geweest, in het verleden.Dus met andere woorden: ”Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen” Historicus Lemm: ”Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer. Het is niet alleen….” Thierry Baudet: ”Wat bedoel je daarmee?” Historicus Robert Lemm: ”Nou er waren…zeggen….de afschaffing van de slavernij-dat is ongeveer zeg maar halverwege de 19e Eeuw gebeurd, dat wij denken, dat de afschaffing van de slavernij de wereld beter heeft gemaakt, dat is gewoon niet zo.” Thierry Baudet: ”Hoe bedoel je”‘ Historicus Robert Lemm: ”Omdat de slavernij gewoon andere maskers krijgt. Dus je kunt wel de ketens verbreken, natuurlijk…..” Thierry Baudet: ”Maar het is toch goed, dat mensen burgerrechten krijgen” Historicus Robert Lemm: ”O absoluut, maar…..”
Thierry Baudet: ”Maar jij bedoelt misschien, dat door de industrialisatie nieuwe uitbuiting ontstond” Historicus Robert Lemm: ”Ja, precies, dus de slavernij wordt gewoon, krijgt een ander masker.En…eh….mensen worden in de tijd van het fabrieksproletariaat of mensen die gedwongen worden om bepaalde diensten te verrichten, het is een vorm van, ja ….dus slavernij heb je …..” Thierry Baudet ”Ook nu nog…” Historicus Robert Lemm: ”Ook nu nog” Thierry Baudet: ”Maar is het niet zo, dat er nu 24 miljoen slaven in China leven of zo’n soort aantal.Dat soort aantallen, gewoon ook economische slaven…..In Afrika Historicus Robert Lemm: ”….En dat kon ons helemaal niets schelen, want wij willen handelsrelaties met China, dus wat daar gebeurt, dat vinden wij, ja, dat moeten zij weten…” Thierry Baudet: ”Ik vind dat juist wel belangrijk’….En dat vind ik ook zo merkwaardig aan die vrijhandelsaccoorden. Wij hebben hier ook allemaal standaarden over economische productie waar boeren aan moeten voldoen, maar we sluiten wel een vrijhandelsaccoord met Oekraine waardoor legbatterij producten ongehinderd onze markt op kunnen komen.Dat is enorm hypocriet. Historicus Robert Lemm: ”’Het is hypocriet” Thierry Baudet: ”En je hoort ook nooit iemand protesteren tegen de slavernij in China, in Afrika.Het lijkt wel alsof het een soort culturele, vooral culturele zelfhaat is, die overal…Wij moeten alsmaar boete doen. Het is geen open gesprek, het is niet een eerlijk gesprek over ”jongens, wat vinden we nou van het verleden”, maar het is een zelfkastijding…”
Historicus Robert Lemm: ”Het is een zelfkast…..Het is ook een vals schuldgevoel, wat ons wordt aangepraat he, vals schuldgevoel.Wij moeten ons schuldig voelen over de slavernij van een aantal Eeuwen geleden….”
Historicus Robert Lemm: ”Nou had ik ook een standbeeld van Columbus, de ontdekker van Amerika, is omvergehaald en dat is toch wel heel erg merkwaardig.Als we nagaan:Columbus:In 1892 was het vierhonderd jaar geleden, dat Amerika werd ontdekt.Dat werd toen groots gevierd aan beide zijden van de Oceaan.In 1992 was het vijfhonderd jaar geleden.Totaal veranderd.Columbus werd toen vergeleken met Hitler, hij was schuldig aan genocide, alle lelijke dingen werden over hem gezegd.Wie deden dat?Dat was de generatie van 1968.Dat was de generatie van de studentenrevolutie, die toen ineens Columbus verguisden en dat gebeurde in heel West-Europa.Maar Columbus was in de 19e Eeuw een held en niet alleen dat, er was zelfs een Zaligverklaringsproces op gang in de Katholieke Kerk in de !9e Eeuw en ook nog, het wasWe moeten ook niet vergeten, dat de Katholieke Kerk de eerste internationale instantie is, die de slavernij heeft veroordeeld, al heel vroeg en….helemaal vergeten….” Thierry Baudet: ”Het Westen heeft de slavernij afgeschaft…de Westerse wereld”
Historicus Robert Lemm: Ja en het is begonnen in de Katholieke Kerk, de Pausen hebben dat in 1537 al gezegd…..” Thierry Baudet: ”Robert Lemm, zoals altijd, wij kunnen nog veel langer doorpraten en er is heel veel meer over te zeggen.Ontzettend bedankt voor al deze gedachten, gedachtelijnen, provocerende, vernieuwende ideeen.We zullen je vaker gaan horen hier.Dank je welRobert Lemm, Fijn, dat je er was!” EINDE INTERVIEW THIERRY BAUDET MET HISTORICUS ROBERT LEMM [10]
Thierry Baudet:’Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.Hoe kijk jij daarnaar? Historicus Robert Lemm:”Eh….kijk Huizinga, een van onze grootste auteurs, historicus, heeft gezegd:”Wij moeten het verleden levend houden”Wat hij daarmee bedoelt is:Dat, een historicus moet zich verdiepen in een voorbije periode, gebeurtenissen en personages moet je zien in hun tijd.”En wat wij doen:Wij projecteren onze eigen ideeen op die periodes en die mensen van toen en beoordelen en veroordelen ze daarmee en dat is fout.Een voorbeeld is in onze Nederlandse geschiedenis is het geval van Jan Pieterszoon Coen he, we hebben gehoord, dat het standbeeld naar beneden wordt gehaald, de man wordt helemaal verguisd, het was helemaal fout……..”16.49-18.11, Forum voor Democratie Journaal, 26 juni, op Youtube.com YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI https://www.youtube.com/watch?v=R_vwPMaMvWI
[11]
Aan het woord laat ik ook een VOC officier, die opmerkte [ik citeer hem]”“De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden
Dispereert niet.’ Met die woorden sloot koningin Wilhelmina op 14 mei 1940 haar toespraak tot het Nederlandse volk af. Ze citeerde de lijfspreuk van Jan Pieterszoon Coen: “Dispereert niet, ontziet uw vijanden niet, want God is met ons.”
Het leek de juiste tekst op het juiste moment. De stichter van Batavia en gouverneur-generaal in Nederlands-Indië (1587-1629) hoorde voor de meeste Nederlanders nog gewoon thuis in het rijtje van Hollandse helden. Toch waren het eigenlijk precies de foute woorden voor dat ogenblik. Leek de manier waarop Coen in zijn tijd huishield in de Oost niet verschrikkelijk veel op het brute optreden van de Duitse bezettingsmacht? Was het zelfs niet een graadje gruwelijker?
De koopmanszoon Jan Pieterszoon Coen was er vooral op uit om voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie op de handel met Indië te verwerven. Hij schuwde daarbij geen enkel middel. Zelfs in eigen kring trad Coen hard en streng op. Maar berucht werd vooral zijn optreden op de Banda-eilanden, waar bewoners hun muskaatnoten ook aan de Britten leverden.
De Hollanders namen er, zelfs voor die jaren, op ongekend wrede wijze wraak. Japanse samoerai-beulen in dienst van de VOC onthoofdden een groot deel van de leiders. Van de andere vijftienduizend Bandanezen overleefde slechts een fractie de strafexpeditie. Een VOC-officier verbaasde zich over de gruwelijke orders die hij moest uitvoeren: “De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.”
Zelfs de Heeren Zeventien, de bestuurders van de VOC, lieten later weten dat het wel wat minder had gekund. Coen zelf noteerde na zijn ingrijpen tevreden: “De inboorlingen zijn meest allen door de oorlog, armoede en gebrek vergaan. Zeer weinig is er op de omliggende landen ontkomen.”
De geschiedschrijving benadrukte lang de grootheid van Coen. Al waren er criticasters.
De negentiende-eeuwse schrijver en criticus Conrad Busken Huet bijvoorbeeld: “De daden van geweld, waardoor men oudtijds zich van Banda en van zoveel andere punten in de Archipel heeft meester gemaakt, gaan zozeer de maat te buiten van hetgeen ons heden ten dage toeschijnt zelfs met de hardste en minst nauwgezette staatkunde bestaanbaar te zijn, dat de toestand van uitdroging en kwijning, waarin de Moluksche Eilanden in later tijd allengs geraakt zijn, verkieslijk moet schijnen boven de vroegere vruchtbaarheid.”
Maar de negentiende eeuw was ook de eeuw van het nationalisme. Nederlands trots ging pleinen opsieren: Oranjes, staatslieden, kunstenaars, zeehelden en ook kolonialen als Coen. Zijn beeld in Hoorn werd in 1893 onthuld.
Nieuw protest kwam met de golf van maatschappijkritiek die in de jaren zestig opkwam. Waren de in steen vereeuwigde Hollandse helden wel helden? In 1965 kreeg de jonge Relus ter Beek (later in zijn leven minister van defensie voor de PvdA) vijftig gulden boete voor het plaatsen van een kritisch bord bij het beeld van generaal Van Heutsz in diens geboorteplaats Coevorden. In 1967 was het monument voor dezelfde pacificator van Atjeh doelwit van een bomaanslag. Een jaar eerder werd een tunnel onder het Noordzeekanaal in Amsterdam nog gewoon Coentunnel genoemd.
Het beeld in Hoorn bleef sommige mensen ergeren. De aanstaande aanpassing van de tekst volgt uit een burgerinitiatief. “Zowel tijdgenoten als historici uitten kritiek op Coens bijzondere handelspolitiek”, memoreert het nieuwe bijschrift, waarna het “bijzondere” wordt uitgelegd met het voorbeeld van de Banda-eilanden.
Het beeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn blijft, maar de tekst erbij gaat wel wat meer recht doen aan ’s mans schaduwzijden. Kritiek op zijn optreden was er al van tijdgenoten.
[13] ”Zelfs de Heeren Zeventien, de bestuurders van de VOC, lieten later weten dat het wel wat minder had gekund. Coen zelf noteerde na zijn ingrijpen tevreden: “De inboorlingen zijn meest allen door de oorlog, armoede en gebrek vergaan. Zeer weinig is er op de omliggende landen ontkomen.”
ZIE OOK ”Over de uitspraken van de Nederlandse predikanten over de slavenhandel is veel gediscussieerd. Brakel, de Teellincks, Smijtegelt, Poudroyen, De Raad en Voetius zijn genoemd als predikanten die de slavenhandel afwezen, en Jacobus Hondius nam deze mensendiefstal op in zijn ”Swart Register van duysent Sonden”
Cham. Die naam werd vaak genoemd als christelijke Europeanen de slavenhandel probeerden te rechtvaardigen. Ook predikanten namen niet altijd een ondubbelzinnig standpunt in. Uiteindelijk was het mede aan pleidooien vanuit kerkelijke kring te danken dat de mensonterende praktijken werden afgeschaft.
Veel slaven werden van Afrika naar Amerika verhandeld. In 1728 kwam een van hen echter naar Nederland: een elfjarige jongen, Capitein, genoemd naar de kapitein van wie zijn eigenaar hem kreeg. Deze zwarte jongeman, afkomstig van de Goudkust, werd predikant. Ondanks zijn afkomst verdedigde Jacobus Joannes Eliza Capitein in zijn oratie op 10 maart 1742 de ”Slaverny.” Hij vond de slavenhandel niet strijdig met de christelijke vrijheid: geestelijke vrijheid kan samengaan met lichamelijke onvrijheid.
Vol idealen keerde hij nog in datzelfde jaar terug naar zijn geboortegrond: „Mij, die een blinde Heyde! een arme slaave was, laat de Heere nu uitsenden in dien grooten ruymen en ryken oogst der Mooren om mynen broederen Christus Jezus aan te bieden.” Maar zijn blanke collega’s keken op hem neer en zijn volksgenoten zagen hem als een verrader. Nauwelijks dertig was ds. Capitein toen hij op raadselachtige wijze stierf.
De slavenhandel was door velen geaccepteerd, en dat heeft kennelijk zelfs deze ex-slaaf beïnvloed. Gepensioneerde kapiteins van slavenschepen waren gerespecteerde burgers. Slavernij werd nogal eens gezien als een middel om heidenen met het Evangelie in aanraking te brengen. Daar kwam echter weinig van terecht. Anderen wezen op slavernij als mogelijkheid om mensen tijdens een oorlog in leven te laten die anders zouden worden gedood.
Discussie
Over de uitspraken van de Nederlandse predikanten over de slavenhandel is veel gediscussieerd. Brakel, de Teellincks, Smijtegelt, Poudroyen, De Raad en Voetius zijn genoemd als predikanten die de slavenhandel afwezen, en Jacobus Hondius nam deze mensendiefstal op in zijn ”Swart Register van duysent Sonden”.
Classisvergaderingen in Amsterdam en op Walcheren schreven in 1628 al dat het „niet christelyck was lyffeygene te hebben.” De Middelburgse pastor Smijtegelt noemde het „grove dieverij” om een mens te stelen. „Dat soort van dieverij wordt begaan in den slavenhandel; die enen mens steelt, zegt God, zal zekerlijk gedood worden. Ex. 21:16. Is dat niet droevig, daar hebben de Christenen een negotie van gemaakt. Ach! mochten die menschen die zoo verkogt, vervoert, en dikwils daarom vermoort worden, eens spreken; zouden ze niet zeggen, als eertyds Joseph: ik ben dieffelyk ontstoolen uit myn land?”
Ook Justus Vermeer verwees naar Exodus 21:16, toen hij schreef over „den onbehoorlijken slavenhandel, in vreemde landen; als men daar mensen (met ons uit enen bloede) als beesten drijft, koopt en verkoopt, daarover de ongunste Gods zeer te vrezen is.”
Poudroyen vond „dat het den christenen niet en betaemt haer in desen rouwen, onsekeren, verwarden, periculeusen ende onbillicken handel te steken, ende daerdoor yemant sijn quaet vermeerderen ende executeur te zijn van yemants quellinge ende ellende.”
Kritiek op Udemans
Udemans stelde in ”’t Geestelyck roer van ’t coopmans schip” (1638) –handboek voor de christen-koopman-zeevaarder– dat slaven mochten weglopen. Hij noemde de mogelijkheid om slaven na een bepaalde tijd vrij te laten: zeven jaar nadat ze zich tot het christelijk geloof hadden bekeerd. Tegenover historici die er de vinger bij legden dat Udemans de slavenhandel niet ondubbelzinnig afwees, stelde dr. L. J. Joosse dat de Zierikzeese predikant „vanuit de Bijbel trefzeker kooplieden tot een negatieve koers” tegenover deze handel wilde brengen, „al accepteerde hij volkenrechtelijk kortstondig uitzonderingen van slavernij.”
Andere predikanten –„coccejaans gekleurde kerkleiders” (Joosse)– rechtvaardigden de slavenhandel wel, onder meer met Chams vervloeking als argumentatie. Voetiaanse predikanten lieten het tegenovergestelde geluid horen, maar het ontbrak aan politieke of juridische actie. De slavenhandel bleef nog lang bestaan.
Kerkslaven
Tot de jaren 1820 was de trans-Atlantische stroom van Afrikaanse slaven ten minste viermaal groter dan de totale stroom van blanke emigranten naar Amerika. De Rooms-Katholieke Kerk nam eeuwenlang deel aan de slavernij. Deze kerk hield op grote schaal negerslaven op suikerplantages en als huisslaven. Dat gebeurde niet alleen in Zuid-Amerika, maar ook in Azië en Afrika. Het Vaticaan bood later ook maar minimaal steun aan het abolitionisme, de pogingen om de slavernij af te schaffen.
Die pogingen kwamen onder meer voort uit protestantse groepen in Amerika en Engeland: de quakers in het midden van de achttiende eeuw, de baptisten en methodisten niet lang daarna. Het was een van de thema’s waarmee ze zich afzetten tegen gevestigde kerken zoals de anglicaanse Church of England.
Anderen sloten zich bij de antislavernijbeweging aan. De christelijke inslag bleek uit de vele tekeningen die werden vervaardigd van geknielde zwarten die met gevouwen handen en de ogen ten hemel geslagen om vrijheid en een menswaardige behandeling smeekten.
John Newton (1725-1807), een tot bekering gekomen slavenhandelaar die predikant werd, had invloed op William Wilberforce (1759-1833), die als parlementariër een van de leiders van de antislavernijbeweging werd.
Reveil
In Nederland werd het verzet tegen de slavernij sterk door Engeland beïnvloed. Dat land zette Nederland onder druk om de slavenhandel te stoppen. Daarmee was de slavernij in de Nederlandse koloniën echter nog niet afgeschaft.
De Utrechtse hoogleraar J. J. G. Jansen heeft erop gewezen dat er slechts één cultuur is geweest die de slavernij afschafte: de christelijke. De verlichting heeft daaraan volgens hem geen bijdrage geleverd.
De mannen van het vroege Reveil waren aanvankelijk echter beducht voor het abolitionisme. In zijn ”Bezwaren tegen den geest der eeuw” (1823) duidde Isaäc da Costa de beweging nog als een gevaarlijk symptoom van de tijdgeest. Hij hekelde het feit dat medelijden met de slaven gepaard ging met „gevoelloosheid voor de geestelijke nood van de halve wereld”, geestelijke slavernij onder „liberale dwingelanden.” Willem Bilderdijk was dezelfde mening toegedaan.
Da Costa vond dat slavernij in de Bijbel niet werd veroordeeld. Van dat standpunt kwam hij echter terug. Wat bekend werd van de wreedheden en misstanden op de slavenplantages, was niet met christelijke uitgangspunten te verenigen. Da Costa was onder de indruk van het vlammende betoog tegen de slavernij dat Elizabeth Fry, overgekomen uit Engeland, begin 1840 hield op Reveilbijeenkomsten in Den Haag en Amsterdam: „Wij zagen en hoorden haar. Zulke kennismakingen zijn époques in het leven.”
Drie petities
Fry pleitte voor de oprichting van een landelijke antislavernijvereniging. Vooral mr. G. Groen van Prinsterer zette zich ervoor in om de bestaande comités te bundelen. Hij probeerde wel te bewerkstelligen dat de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij (NMBAS) een protestants-christelijke grondslag kreeg. In de statuten die hij opstelde, stond dat iedere vergadering met gebed zou worden geopend. De liberalen liepen dan ook boos weg.
Het gevolg was dat koning Willem II drie verschillende petities tegen slavernij ontving: één ondertekend door 56 Reveilmannen –onder wie Groen van Prinsterer en Da Costa–, een van 125 liberalen en de derde was afkomstig van 128 Rotterdamse vrouwen met voornamelijk Engelse achternamen.
De koning wees de adressen in 1842 af. Hij onthield ook zijn goedkeuring aan de statuten van de antislavernijvereniging die vanuit het Reveil was opgericht. De regering vond dat de slavernij op termijn wel zou moeten worden afgeschaft, maar dit moest geleidelijk verlopen. De actievoerders legden zich er voorlopig bij neer. Het thema werd soms door andere strijdpunten naar de achtergrond gedrongen.
Zwarten hebben harten
De antislavernijgevoelens werden door ds. N. Beets in een gedicht verwoord:
Och Neêrlands machtigen en braven! Verbreekt ons juk; Brengt, brengt uwe arme negerslaven Toch eindlijk, eindlijk uit den druk. Wij zijn wel zwarten, Maar hebben harten, Zoo goed als gij. En zoo uw harten beter zijn, Verlost dan de onzen van de pijn! Veel lijden wij.
Voor de Reveilvrienden leidde de actie tegen de slavernij overigens tot blijvende samenwerking tussen gelijkgezinden in verschillende steden. Zo schreef J. W. Gefken in 1842 aan H. J. Koenen: „Wat ook van de Zaak worde, gij zult het met mij verblijdend vinden, dat hier vereeniging en verlangen om vereenigd te werken onder de broeders ontstaat.”
Nadat Gefken in 1851 tevergeefs de slavernij ter sprake had gebracht, stelde hij op 6 april 1853 tijdens de zestiende bijeenkomst van de Christelijke Vrienden met succes voor om de in 1842 opgerichte maatschappij die de slavernij wilde afschaffen (NMBAS) te revitaliseren. De overgebleven bestuursleden, Groen van Prinsterer, Elout van Soeterwoude en Gefken, stuurden een circulaire rond en op 25 juli 1853 had een eerste vergadering plaats. Daar werden de statuten uit 1842 ongewijzigd overgenomen.
Uitstel
De maatschappij streefde haar doelstellingen na door de uitgave van een blad, het indienen van adressen (petities) bij koning en parlement en het vrijkopen van slaven in Suriname. De leden van de beweging die in de Tweede Kamer zaten, lieten daar van zich horen.
Nog in datzelfde jaar 1853 werd er een staatscommissie ingesteld die over het slavernijbeleid moest adviseren. Groen van Prinsterer verliet de commissie overigens binnen een jaar, omdat hij van haar omslachtige werkwijze een onaanvaardbaar lang uitstel van de slavenemancipatie verwachtte.
Dat uitstel kwam er toch, als gevolg van de verdeeldheid binnen de politiek en de verflauwende belangstelling van het publiek voor het onderwerp. Net als in Engeland stonden liberalen en orthodoxe christenen met hun streven naar afschaffing van de slavernij tegenover conservatieve politici, al lagen de tegenstellingen in Nederland minder scherp.
De planters in Suriname betoogden in anonieme pamfletten dat emancipatie niet alleen de koloniën zou bedreigen. Door het verlies van de koloniale handel waarop ieders welvaart gebaseerd was, zou het voortbestaan van het moederland zelf groot gevaar lopen.
Uiteindelijk schafte Nederland de slavernij in 1863 toch af. Dat gebeurde in hetzelfde jaar als in Verenigde Staten, maar pas 68 jaar na Denemarken, 30 jaar na Engeland en 15 jaar na Frankrijk.
De NMBAS had zich in 1862 al opgeheven. De leden kregen het verzoek voortaan de Maatschappij tot bevordering van het Godsdienstig onderwijs onder de slaven en verdere heidensche bevolking in de kolonie Suriname te steunen.EINDE ARTIKEL ZIE OOK
REFORMATORISCH DAGBLAD
HISTORICUS: VERZET SMIJTEGELT TEGEN SLAVERNIJ VERDIENT PLAQUETTE
Volgens drs. Peter Sijnke is de Middelburgse predikant Bernardus Smijtegelt een voorloper van de anti-slavernijbeweging. Smijtegelt verdient daarom een herinneringsplaquette, vindt de historicus.
Slavenhandel was in de zeventiende en achttiende eeuw breed geaccepteerd, vertelt de gepensioneerde stadsarchivaris van Middelburg. „De zeventiende-eeuwse rechtsgeleerde Hugo de Groot zag die zelfs als gewone handel.”
In Smijtegelts dagen had de slavenhandel een flinke vlucht genomen. „De Middelburgse Commercie Compagnie richtte zich vanaf 1732 op het vervoeren van slaven van Afrika naar Amerika toen het monopolie van de West-Indische Compagnie op de driehoekshandel verviel. Schepen namen goederen als fluweel, geweren en brandewijn mee, en verhandelden die met Afrikaanse vorsten in ruil voor slaven. Die werden vervolgens verscheept naar Amerika. Op de terugreis namen zij cacao en suiker mee naar Zeeland.”
Smijtegelt was in zijn verzet tegen slavenhandel een uitzondering, stelt Sijnke. „Veel collega’s van hem vonden met een beroep op de Bijbel slavernij legitiem.”
Zelfs de zwarte predikant Jacobus Capitein (1717-1747) verdedigde de slavernij. „Vaak verdedigde men die met een beroep op de vervloeking van Cham in het Bijbelboek Genesis. Zwarte mensen zouden zijn nazaten zijn.”
Al voor 1740 fulmineerde Smijtegelt in zijn preken tegen de slavernij, met de handelaren onder zijn gehoor. „Vanaf de kansel noemde Smijtegelt de handel in mensen een grove en vreselijke zonde. De verhandelde Afrikanen waren „diefelijk ontstolen” uit hun vaderland. Hij preekte: „Die een mens steelt, zegt God, zal zeker gedood worden. Dat soort dieverij wordt begaan in de slavenhandel. Is het niet droevig, dat christenen daarvan een handel hebben gemaakt?””
Volgens Sijnke zou een steen of plaquette bij Smijtegelts huis aan de Herengracht in Middelburg het mooiste zijn geweest. „Maar helaas weten we niet meer in welk huis hij precies woonde. Daarom is een plaquette bij het monument voor de afschaffing van de slavernij een passende plek.”
Bij dit monument werd maandag herdacht dat 156 jaar geleden de slavernij werd afgeschaft.
Afkeer
Bij dat voorstel sluit dr. Huib Uil, stadshistoricus van Zierikzee, zich aan. „Zo’n herinnering laat zien dat er ook tegengeluiden waren tegen de slavenhandel.”
De ouderling van de oud gereformeerde gemeente in Nederland in Zierikzee nuanceert wel het beeld van Smijtegelt als een uitzondering in het verzet tegen slavernij. „Dan zou er ook kritiek hebben geklonken van andere predikanten op zijn standpunten.”
Volgens Uil is Smijtegelt meer een overgangsfiguur op weg naar een verbod op slavernij. „De zeventiende-eeuwse predikant Godefridus Udemans had al voor die tijd een genuanceerde opvatting over slavernij. Slaven die christen werden, moesten van hem na zeven jaar vrijgelaten worden. Bovendien kweekte deze Zierikzeese predikant afkeer tegen slavernij. De zeventiende-eeuwse predikanten Georgius de Raad in Vlissingen en Johannes de Mey in Middelburg sloten zich daarbij aan. Smijtegelt scherpte dat standpunt verder aan door slavernij beslist af te keuren. De volgende stap was het verbieden van slavernij.”
Kan een plaquette over Smijtegelts verzet tegen slavernij ook aandacht vragen voor zijn bevindelijk-gereformeerde prediking? Dat idee spreekt Uil niet aan. „We mogen hem zeker in achting houden, maar laten we de persoon niet verheerlijken. De beste manier om Smijtegelt in herinnering te houden, is door zijn preken te lezen.”
De zeventiende-eeuwse dominee Jacobus Hondius uit Hoorn is sinds kort herontdekt. Want hij en zijn orthodoxe collega-predikanten spraken zich wel degelijk tegen de slavenhandel uit.
Gisteren, 1 juli, is weer herdacht hoe Nederland in 1863 de slavernij afschafte. Die had toen zo’n 250 jaar bestaan, sinds ’we’ rond 1600 de wereldzeeën waren gaan bevaren. In de veroverde gebieden werden Aziaten en Afrikanen op grote schaal gekocht, te werk gesteld en gemarteld als ze zich verzetten.
’Je moet het in de tijd zien’, wordt vaak gezegd. Inderdaad, in Azië en Afrika was slavernij een bekend verschijnsel. De Nederlanders deden niet veel anders dan flink gebruik maken van een bestaande praktijk in een verre vreemde wereld. Toch waren er vanaf het begin mannen van gezag die de vinger op de wonde plek legden.
Zoals Jacob de Hond, meer bekend als Jacobus Hondius, die jarenlang predikant was in Hoorn. Terwijl de havenstad groeide en bloeide, schepen van de VOC en de WIC de haven verlieten en volgeladen met exotische waar terugkeerden, preekte hij twee keer per zondag in de Grote Kerk.
En hij schreef. In het Zwart Register van Duizend Zonden somde hij alle zonden op waar een kerkganger zich verre van diende te houden. De slavenhandel hoorde daarbij. Dat andere volkeren zich hier wel mee bezighielden, was voor hem geen argument. ’Leden van onze kerk horen zich niet te besmetten met zulke onbarmhartige handel’, waarschuwde hij. Zij begaan een grove zonde als ze ’slaven kopen om weer te verkopen en met die ongelukkige mensen handel te drijven, net als met andere waren en goederen, alsof het maar beesten waren.’ Want, schreef hij, ’Het zijn immers mensen van een en dezelfde aard als zij zelf zijn’.
Hondius is herontdekt. Hij heeft een ereplekje in de kortgeleden verschenen Gids Nederlands Slavernijverleden en wordt de laatste jaren vaker genoemd als lichtend voorbeeld. Dat heeft iets grappigs, want veel van zijn andere uitspraken zou men niet zo prijzen. Hij beschouwde bijvoorbeeld ook het kerkorgel en het Sinterklaasfeest als zondig, en vond dat een vrouw haar hoofd moest bedekken.
Hondius behoorde tot de orthodoxe stroming in de protestantse staatskerk. Die predikanten – zo heeft de kerkhistoricus G.J. Schutte vastgesteld – waren behoorlijk kritisch tegenover slavenhandel en slavernij. Zodat ze in de 21e eeuw opeens weer een kleine heldenrol hebben gekregen. Want ze doen heel herkenbare uitspraken.
Zo schreef dominee Festus Hommius uit Leiden in 1617 dat slavenhandel een grove zonde was. Omdat je mensen daarmee ’berooft van hun kostbaarste goed: de vrijheid’. In 1653 schreef de Zuid-Hollandse predikant Cornelius van Poudroyen: ’Het betaamt christenen niet zich in deze harde, onzekere, verwarde, gevaarlijke en oneerlijke handel te mengen, en zo iemands ongeluk te vergroten en de uitvoerder te zijn van iemands kwelling en ellende.’
De Zeeuwse predikant Georgius de Raad nam in 1665 helemaal geen blad voor de mond: ’Men lokt ze in onze schepen, rooft ze, voert ze tegen hun wil weg, scheidt de ouders van de kinderen, de kinderen van de ouders, de mannen van de vrouwen, de vrouwen van de mannen’, schreef hij. ’Ik zwijg nog maar van de ongehoorde en heidense wreedheid die de christenen plegen tegenover de heidense slaven in de schepen, en van de manier waarop de slaven op onze plantages worden ontvangen.’ Hij besluit: ’Ons land is aan het zinken, en de zonden die dagelijks in de slavenhandel worden gepleegd, zouden wel eens de zwaarste ballast kunnen wezen, die het schip ten gronde doet gaan.’
Het bleef bij woorden. Slavernij was nu eenmaal economisch erg interessant en in de praktijk werd slavenhandelaren en plantage-eigenaren dus weinig in de weg gelegd. Er waren zelfs predikanten die het verschijnsel verdedigden. Afrikaanse krijgsgevangenen werden via de slavenhandel van de dood gered en wellicht zelfs tot bekering gebracht, zeiden ze. Of: stond er niet al in de Bijbel dat de zwarte zonen van Cham, de zoon van Noach, waren vervloekt om eeuwig andere volkeren te dienen?
Zo werd slavernij ’gewoon’ en zou tot in de negentiende eeuw voortduren. Maar toch, er zijn altijd mensen geweest die beter wisten. Het verleden is ook weer niet zó’n vreemd land als wel eens wordt gezegd.
EINDE ARTIKEL
[15]
”In 1783 ontstond er een anti-slavernij beweging onder het Britse publiek. In dat jaar vormde een groep Engelse quakers de eerste abolitionistische organisatie. De quakers bleven van het grootste belang gedurende de hele geschiedenis van de beweging”……………
”Een netwerk van lokale abolitionistische groepen werd opgericht. Ze voerden campagne door middel van publieke bijeenkomsten, pamfletten en petities. De beweging had de steun van quakers, baptisten en methodisten en ze probeerden ook het industrieel proletariaat mee te krijgen. Zelfs vrouwen en kinderen, voorheen een niet-politieke groep, raakten betrokken. Sierra Leone werd een kolonie voor Britse ex-slaven in Afrika dankzij de quakers.”
WIKIPEDIA
ABOLITIONISME (SLAVERNIJ)/BRITSE RIJK
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIAABOLITIONISME (SLAVERNIJ)
”. Quakers proberen, vaak met anderen samen, mensen tot elkaar te brengen om verzoening, gerechtigheid en vrede te bevorderen. In de Verenigde Staten en in het Verenigd Koninkrijk speelden zij een belangrijke rol bij de afschaffing van de slavernij.
Historicus Robert Lemm: ”Ja, precies, dus de slavernij wordt gewoon, krijgt een ander masker.En…eh….mensen worden in de tijd van het fabrieksproletariaat of mensen die gedwongen worden om bepaalde diensten te verrichten, het is een vorm van, ja ….dus slavernij heb je …..”
YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[18]
YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[19] ”Zeker met de standaarden van nu.Maar je moet wel….je moet het verleden gewoon wat dat betreft, met rust laten.”Dat….want het verleden zou net zoveel recht hebben om ons te veroordelen.Want concentratiekampen, zes miljoen Joden, genocides, dat is echt iets van de twintigste Eeuw, dat begon met de Franse Revolutie, met de Guillotine, met de Rode Terreur, dat is iets van onze tijd.” 22.28-22.52 YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[20] ”Het is iets van….maar dan heb je dus…….ja, dat is een eigentijds geval en dat ligt dus vrij dicht bij een ander voorbeeld uit Nederlands Indie namelijk generaal Spoor, de man van de politionele acties Op dit ogenblik-ik geloof gisteravond was er ook weer een uitzending op de televisie- wordt deze periode honderd procent veroordeeld.Wij waren helemaal fout, we hadden nooit in Indie mogen zitten, dat waren allenaal, die Vrijheidshelden, die gevochten hebben voor de vrij….die hadden groot gelijk, en generaal Spoor en de Nederlandse militairen, die daar zaten , die waren fout, veroordeeld, verkeerd….” Thierry Baudet:”Wie zegt dat, dit…….dat vinden sommige mensen nu….” 20.27-21.20
[21] ”Met andere woorden:Wij zijn, in onze ”moderne” tijd, onze verlichte tijd waar we zo trots op zijn, ook schuldig geweest aan allerlei zaken, die vreselijk zijn, omgekeerd zijn mensen, die nu demonstreren, want dat zie je namelijk ook, ook niet brandschoon, ik zag, dat de voorouders van Akwasi-dat heeft die zelf gezegd- die anti-slavernij-Black Lives Matter demonstrant, dat dat waarschijnlijk zelf slavenhouders waren geweest, in het verleden.Dus met andere woorden: ”Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen’ 22.57-23.24 YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI https://www.youtube.com/watch?v=R_vwPMaMvWI
[22] ‘En je hoort ook nooit iemand protesteren tegen de slavernij in China, in Afrika.Het lijkt wel alsof het een soort culturele, vooral culturele zelfhaat is, die overal…Wij moeten alsmaar boete doen. Het is geen open gesprek, het is niet een eerlijk gesprek over ”jongens, wat vinden we nou van het verleden”, maar het is een zelfkastijding…’ 24.58-25.16
AMSTERDAM: GENOCIDALE STRAATNAAMBORDEN BEKLAD/ADHESIEBETUIGING AAN ”BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF”Zet de strijd voor Gelijkheid voort!
BEKLADDING STRAATNAMEN KOLONIALE SCHURKEN VASCO DA GAMA, CABRAL EN HUDSON ”Femke van het Bloed Aan Hun Handen Collectief zegt: ‘Waarom wordt genocidale geschiedenis verheerlijkt in onze straten? Hoe kunnen we als maatschappij tegen racisme en genocide zijn als we voortdurend de gezichten en namen van deze racistische moordenaars laten zien? We eisen dat de gemeente Amsterdam alle straatnamen hernoemt, en standbeelden en monumenten verwijdert, waar die onze koloniale geschiedenis verheerlijken. Haal ze neer of wij zullen het doen!’
GOED WERK, BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF!
VOORAF Ze schieten als paddestoelen uit de grond!Groeperingen, individuen, organisaties en collectieven, al dan niet samenwerkend, die een einde gemaakt willen zien aan de verheerlijking van koloniale misdadigers in het straatbeeld, hetzij in de vorm van standbeelden, hetzij in de vorm van straatnamen, tunnels of anderszins! Recentelijk heb ik mijn adhesiebetuiging uitgesproken met ”Helden van Nooit”, die in Rotterdam het standbeeld van Piet Hein [de Zilvervloot ”held] [1], een koloniale Schurk [2] hebben beklad, en rode verf hebben aangebracht op de gevel van een gebouw aan de Witte de Withstraat, genoemd dus naar Witte de With, een andere koloniale Schurk. [[3]Ook is, om het racistische onrecht door te trekken naar deze tijd [het racisme, waarvoor in de 17e eeuw, waarin genoemde Schurken opereerden, de basis is gelegd [4]], het standbeeld van Islamofoob P. Fortuyn beklad. [5]Zie mijn adhesiebetuiging aan Helden van Nooit onder noot 6 Een uitgebreider stuk over het hoe en waarom [met historische achtergronden] van die bekladdingen is recentelijk door mij geschrevenLees onder noot 7, lezers. GEEN BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF/ADMIRALENBUURT Maar hier wil ik dus hulde brengen aan het ”Geen Bloed aan hun Handen Collectief”, dat recentelijk in de zogenaamde ”Admiralenbuurt” in Amsterdam [genoemd naar 17e en 18e eeuwse admiralen/koloniale zeeschurken] heeft beklad de straatnamen, genoemd naar koloniale misdadigers Witte de With, Vasco da Gama, Cabral en Hudson [u weet wel, naar wie ook de Hudsonrivier is genoemd]Zelf geven ze een aardige schets van de misdaden van deze heren, die ook te vinden is in mijn artikel [uiteraard heb ik hun gegevens zelf via onderzoek gedoublecheckt, want zo ga ik altijd te werk], onder ”Epiloog”Zie mijn artikel onder noot 8 Om het voor u overzichtelijk te maken, vermeld ik eerst de verklaring van het ”Bloed aan hun Handen” Collectief op Indymedia, daaronder de link naar de discussie en daar weer onder mijn adhesiebetuiging. En tenslotte, de noten, die hierboven zijn vermeld. NIET IN ZIJN TIJD ZIEN!EN ONTHOU DIT LEZERS
Het is een grove misvatting, om ervan uit te gaan, dat de [mis]handelingen van deze koloniale Schurken ”in zijn tijd” gezien dienen te worden, want ook in die tijd was er de nodige en stevige kritiek uit eigen kring tegen het misdadige optreden van deze koloniale BloedheerenDaarvan geef ik een heel aardige schets in Hoofdstuk V van mijn genoemde artikel Zie noot 9 Wie zich werkelijk wil inzetten voor anti-racisme en de strijd voor gelijkheid ondersteunt, zal niet in het straatbeeld beelden, standbeelden, straatnamen en wat dies meer zij, willen tegenkomen van koloniale slachters, massamoordenaars en rovers. Niet alleen omdat zij criminelen waren, maar ook omdat het concept van hun opvattingen en denken de basis gelegd heeft voor het hedendaags racisme, dat nog steeds voortwoekert en zijn bittere sporen achterlaat. En nu, beste lezers: OP NAAR MIJN ADHESIEBETUIGING ASTRID ESSED
VERKLARING BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF INDYMEDIA.NLAMSTERDAM: GENOCIDALE STRAATNAAMBORDEN BEKLAD https://www.indymedia.nl/node/48099 TEKST Nieuws, gepost door: Bloed Aan Hun Handen Collectief op 23/06/2020 06:09:38
Waar: Amsterdam, Netherlands Wanneer:23/06/2020 – 20:22[English below] Vanochtend zijn straatnaamborden, waarop oorlogscriminelen en koloniale moordenaars worden verheerlijkt, beklad met rode verf in de Admiralenbuurt en de Baarsjes in Amsterdam.
De gewelddadige en genocidale geschiedenis van Nederland, en Europa in het algemeen, wordt gevierd door de vele straten en pleinen die naar massamoordende kolonisten, handelaren in slavernij en hun handlangers zijn vernoemd.
Deze straatnaamborden zijn besmeurd met rode verf, verwijzend naar het bloed wat aan de handen van deze moordenaars kleeft en het bloedige gewelddadige systeem van witte superioriteit dat ze vertegenwoordigen. Bloed dat eveneens kleeft aan de handen van de gemeente Amsterdam, die de nalatenschap van deze kolonisten in stand houdt door hen als “helden” van vroeger te beschrijven.
Femke van het Bloed Aan Hun Handen Collectief zegt: ‘Waarom wordt genocidale geschiedenis verheerlijkt in onze straten? Hoe kunnen we als maatschappij tegen racisme en genocide zijn als we voortdurend de gezichten en namen van deze racistische moordenaars laten zien? We eisen dat de gemeente Amsterdam alle straatnamen hernoemt, en standbeelden en monumenten verwijdert, waar die onze koloniale geschiedenis verheerlijken. Haal ze neer of wij zullen het doen!’
De besmeurde borden en wie ze verheerlijken:
Witte de Withstraat Deze straat is vernoemd naar de bijzonder meedogenloze, koloniale kapitein Witte de With (1599-1658), die met geestdrift werkte voor zowel de West-Indische Compagnie als de Oost-Indische Compagnie (WIC en VOC), voornamelijk in het vandaag genoemde Indonesië en India. Voorbeelden van zijn venijnig en koloniale mentaliteit zijn de verwoesting van de stad Jaya Karta en het vernietigen van 90.000 kruidnagelbomen in de Molukken als een strafmaatregel en om de prijs van kruidnagel op te drijven zodat het Nederlandse rijk daarvan kon profiteren. Hiermee werd het levensonderhoud van de lokale bevolking verwoest.
Vasco De Gamastraat De Vasco De Gamastraat is vernoemd naar een Portugese graaf en koopman, de eerste Europeaan die naar India voer. Een van zijn vele bloedige misdaden is het geven van het bevel tot het vermoorden van honderden islamitische pelgrims om handelsconcurrentie te onderdrukken. Zijn nalatenschap leidde tot eeuwen van onderdrukking en uitbuiting van Zwarte, Indigenous, en niet-Zwarte mensen van kleur door Europees kolonialisme en slavernij.
Hudsonstraat Hudson (1565-1611) was in dienst van de VOC om zeeroutes naar Azië te vinden. Hij bereikte land nabij Nova Scotia, Canada, waar onder zijn leiding First Nation dorpen werden aangevallen en geplunderd omdat ze geen interesse hadden in ‘handel’. Zijn reis leidde tot Nederlandse invloeden in de regio en tot een winstgevende bonthandel vanaf 1614. Dit zou later de basis leggen voor de eeuwen van bloeddorstig kolonialisme en slavernij in wat nu de Verenigde Staten van Amerika wordt genoemd.
Cabralstraat Cabral (1457-1620) wordt gezien als de ‘Europese ontdekker van Brazilië’, en claimde Brazilië voor Portugal door met zwaar geweld het land en middelen van de oorspronkelijke bevolking te stelen. Hij maakte de weg vrij voor gewelddadige koloniale uitbuiting in Brazilië, India en over de hele wereld. Hij volgde de instructies van Vasco Da Gama om India te bereiken, wat laat zien dat deze schurken verbonden zijn in de koloniale geschiedenis.
————-ENGLISH————-
23/06/2020 – Amsterdam Genocidal Street Signs Desecrated
This morning street signs that celebrate war criminals and murderers in Admiralenbuurt and De Baarsjes in Amsterdam were found splattered with red paint.
The violent, genocidal history of The Netherlands, and of Europe more generally, is celebrated in these neighbourhoods through the many street names named after mass murdering colonisers, slave-traders and their conspirators.
These street signs were found ruined with red paint to symbolise the blood that is on the hands of these murderers and the violent system of white supremacy they represent, as well as on the municipality of Amsterdam, which continues to perpetuate their legacy by describing them as “heroes” from the past.
Femke from the Bloed Aan Hun Handen Collective says: “Why should our streets glorify genocidal history? How can we truly be a society against racism and genocide if we systematically uphold the faces and names of racist murderers in our streets? We demand that the Amsterdam Municipality renames all the streets, and removes statues and monuments that glorify colonial history. Take them down or we will take them down for you!”
The painted street signs and who they glorify:
Witte de Withstraat This street is named after a particularly ruthless high-ranking Dutch colonial naval officer Witte de With (1599-1658) who worked enthusiastically for both the Dutch West India Company and the Dutch East India Company (VOC and WIC), mostly in present-day Indonesia and India. Examples of his vicious and colonial mindset are the destruction of the city of Jaya Karta and destroying 90,000 clove trees in the Moluccas as a punitive action to drive up the price of spices to benefit the Dutch Empire, wrecking the livelihoods of local peoples.
Vasco De Gamastraat Vasco De Gamastraat is named after a Portugese count and merchant who was the first European to sail to India, who ordered the killings of hundreds of Muslim pilgrims to quash trade competition, amongst other bloody crimes. His legacy paved led to centuries of oppression and exploitation of Black, Indigenous, and non-Black people of colour through European colonialism and slavery.
Hudsonstraat Hudson (1565-1611) was employed by VOC to find sea ways to sail to Asia. He made landfall near Nova Scotia, Canada, where they assaulted and pillaged villages of First Nations people who would not ‘trade’ with them. His voyage was used to establish Dutch claims to the region and to the fur trade that prospered there after 1614. This would help lay the foundation for centuries of settler colonialism and slavery in what’s referred to as the United States of America.
Cabralstraat Cabral (1457-1620) is considered the ‘European discoverer of Brazil,’ claiming Brazil for Portugal, taking ownership of the land and resources from the indigenous population by violent force. He paved the way for vicious colonial exploits in Brazil, India and around the world. He followed Vasco De Gama’s instructions to reach India, showing how connected these characters are in colonial history. DISCUSSIE INDYMEDIA.NL https://www.indymedia.nl/node/48100
Beste Medestrijders van ”Bloed aan hun handen Collectief” Groot respect voor de door jullie betoonde solidariteit en moed om de eeuwenlange keten van koloniaal Onrecht, beginnend met de verovering van de Amerika’s [die zogenaamde ”ontdekking is natuurlijk puur eurocentrisch, en dan nog bekeken van een van de lelijkste kanten van Europa, het handeldrijven, met alle middelen en tegen elke prijs, al moesten er volkeren voor worden uitgemoord of tot slaaf gemaakt] en tot op heden zijn bittere sporen achterlatend.
We hoeven hier niet op door te gaan: Jullie voeren er zelf uitstekend actie tegen
ZEER GEWAARDEERD!
Eerder al heb ik ”Helden van Nooit” via Indymedia een adhesiebetuiging toegestuurd.
Zie
[waarop origineel Indymedia bericht]
Zie ook een verhelderend en-al zeg ik het zelf- zeer informatief artikel over de achtergronden tot de beeldenbekladding en straatnamenverfing
BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF
Maar vandaag zijn jullie aan de beurt en ik wil jullie nogeens nadrukkelijk een riem onder het hart steken
Dat kan ik op de beste manier doen, door te citeren, wat ik over de Schurken, die jullie hebben geviseerd, heb geschreven:
Lees mee, medestrijders en alle lezers van goede wille
Maar ook de ”kwaadwilligen” die soms op Indymedia hun extreem-rechtse en neo kolonialistische ONZIN spuien
DAT JULLIE KOPPEN OPENGAAN, O KWAADWILLIGEN
Terug naar jullie, medestrijders voor de goede zaak en wat ik over jullie geviseerde koloniale misdadigers heb geschreven:
Onder het kopje
”EPILOOG [laatste deel van het artikel]
Van dit artikel
ZIE OOK
Hier komt ie dan, onder EPILOOG
”EN DE STRIJD GAAT DOOR!Want recentelijk heeft ”Bloed aan hun Handen Collectief” straatnaamborden van koloniale Schurken in de Admiralenbuurt en de Baarsjes, beklad met rode verf. [124]Vasco da Gama straat/Vasco da Gama, ontdekkingsreiziger en moordenaar, die islamitische pelgrims levend liet verbranden. [125]Witte de With straat/Witte de With, folteraar, dief, plunderaar en moordenaar [126]Hudson straat/Hudson, zetbaas van VOC en een van de grondleggers van de Nederlandse kolonisatie van ”Oost Indie”, dief en plunderaar van Indianendorpen [van Native Americans dus] in wat later de VS zou worden. [127]Cabralstraat/Cabral, massamoordenaar in naam van de koloniale handel [128]Want nogmaals, lezers:Handel moet vrijwillig zijn en met wederzijds voordeel, maar deze Schurken dwongen een voor Europeanen voordelige eenzijdige handel met massamoord, etnische zuiveringen en genocide [J.P. Coen, een andere koloniale misdadiger] [129] af! Heb ik mijzelf vaker herhaald, lezers? Misdaden van koloniale Schurken, die nog heden ten dage vereerd wordenin de vorm van standbeelden, straatnamen etc, kunnen niet genoeg herhaald worden.Totdat de laatste der Schurken uit het straatbeeld is verdwenen! TSJA
What do I think of Western civilization? I think it would be a very good idea.
Mahatma Gandhi
Meer heb ik er niet aan toe te voegen
Moge de Beweging tot herstel van het koloniale Onrecht doorgaan!
Jullie staan aan de goede kant van de Geschiedenis en maken het belangrijkste mogelijk, dat voor een mens kan tellen
SCHURK PIET HEIN, DIEF EN MOORDENAAR: Zeevaarder Piet Pieterszoon Hein [kortweg Piet Hein], u weet wel, van ”De Zilvervloot” [8] is zowel in dienst geweest van de VOC [Vereenigde Oost Indische Compagnie] als van de WIC [West Indische Compagnie], waarvan hij een van de commandanten was.Zijn rang was hoog: luitenant admiraal.Het bekendst is hij van zijn verovering, op de Spanjaarden [in 1628, bij de Slag in de Baai van Matanzas] van de ”Zilvervloot” [zie liedje onder noot 8], wat een gevalletje ”dief steelt van dief” was.[9]De Spanjaarden hadden deze zilverschat buitgemaakt op de Indianen [Peru] en Piet Hein ”wiens naam klein is, maar zijn daden groot benne” [10] stal het weer van de Spanjaarden [11]
Dat Hein van koloniale dieven stal is geen Punt.Maar door die ”Zilvervloot” te stelen EN te houden, deed hij indirect mee aan het bestelen en beroven van de door de Spanjaarden gekoloniseerde Indianen.En dat is WEL een punt!
MOORDPARTIJ KAMPONG LEBETAKKE Maar er is iets veel ernstigers met deze Hein aan de hand.In 1607 trad hij in dienst van de VOC en werd stuurman op de Hollandia.Dat schip de Hollanda vormde onderdeel van een vloot onder leiding van kapitein van de Admiraliteit Pieter Willemszoon Verhoeff, die naar de Banda eilanden [onderdeel van het huidige Indonesie] voer met een doel:Het monopolie in handen zien te krijgen van de handel in nootmuskaat, onder worgvoorwaarden voor de plaatselijke bevolking, die dat natuurlijk niet aanvaardde.Er ontstond onenigheid, drie Nederlandse ”onderhandelaars” [waarover? wat hadden ze daar uberhaupt te zoeken?] werden gedood, waarop door de Nederlanders de kampong Lebetakke geheel werd uitgemoord. [12]Ten gevolge van deze massamoord verloren de Nederlanders circa 46 bemanningsleden en soldaten en werd een aantal zeelieden bevorderd, waaronder Hein, die in 1610 schipper van de Hollandia werd. [13]Er is alle reden om aan te nemen, dat Hein niet alleen qua positie profiteerde bij die massamoord, maar dat hij er, als onderdeel van die Nederlandse vloot, een rol in gespeeld heeft.Dat maakt hem tot moordenaar en zeker tot medeplichtige.
SLAVENHANDEL Nu staat er een jankerig stukje op Wikipedia, impliciet ter verdediging van Piet Hein, waaruit zou blijken, dat hij zo begaan zou zijn met Afrikaanse tot slaaf gemaakten: Ik citeer ”Piet Hein werd geboren in 1577 in het bij Delft behorende Delfshaven als zoon van de schipper Pieter Corneliszoon Hein (-1623) en Neeltgen Claeszdochter. Van Piet Heins jeugd is weinig bekend, behalve dat hij kennelijk leerde lezen en schrijven en dat hij drie jongere broers had, Jacob, Simon en Cornelis, die allen koopman zouden worden. In 1598 raakte hij – samen met zijn vader – in Spaanse gevangenschap. Hein werd ingezet als een galeislaaf (roeier)[2] in de vloot van Ambrosio Spinola, gelegen bij Sluis.[3] Hij kwam pas vrij in 1602 bij een uitwisseling van gevangenen.
In zijn latere leven heeft hij ook op verschillende momenten aangegeven dat hij medelijden voelde voor de tot slaaf gemaakte Afrikanen en inheemse Amerikanen, en was hij kritisch op de manier hoe zij door Europeanen werden behandeld. Waarschijnlijk zijn zijn ervaringen als galeislaaf van invloed geweest op zijn visie op slavernij. [4] Het verwijt dat Piet Hein verantwoordelijk gehouden kan worden voor slavernij kan daarom als onterecht gezien worden” [14]
ONTROEREND, HAHAHA…….
Nu is er ook niemand, die beweert, DAT Piet Hein verantwoordelijk is voor, de slavernij, of heeft deelgenomen aan de slavenhandel
In de Verklaring van Helden van Nooit is onder andere te lezen:
”Met Heins roofgoederen bekostigde de West-Indische Compagnie (WIC) in 1630 een vloot die Pernambuco in Noord-Brazilië overviel en in bezit nam: een bezetting die de Nederlandse mensenhandel in het Atlantische gebied op gang bracht. Om de reeds aanwezige werkkampen van suikerplantages en suikermolens (opgezet door de Portugezen) te bemannen, drongen de koloniale terroristen aan op een massale toevoer van tot slaaf gemaakte dwangarbeiders. Als gevolg gaf de WIC-directie vanuit Amsterdam de dehumaniserende opdracht om bij alle WIC-handelsposten langs de West-Afrikaanse kust tot slaaf gemaakte mensen als handelswaren in te kopen. Zo werd Nederland, in de periode van 1636 tot 1648, de grootste handelaar van tot slaaf gemaakte mensen in het Atlantische gebied. De verheerlijking van de rol die Hein heeft gespeeld als zeerover en als wegbereider voor de immense Nederlandse mensenhandel in tot slaaf gemaakte West-Afrikanen, spreekt boekdelen over de eurocentrische focus van de Nederlandse canon.” [15]
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
”In april 1609 kwam Verhoeff op Banda Neira aan en wilde de vestiging van een fort afdwingen. De Bandanezen gaven de voorkeur aan vrije verkoop, waarbij zij de kopers van verschillende nationaliteit tegen elkaar konden uitspelen.[5] De VOC wilde echter een monopolie op de specerijenhandel zodat de Bandanezen hun producten alleen aan de Nederlanders mochten verkopen. De onderhandelingen verliepen stroef en op een zeker moment lokten de dorpshoofden Verhoeff en twee andere commandanten, die hun vloot verlieten om op het strand te onderhandelen, in het bos in de val en vermoordden hen daar (eind mei 1609).[6] Als vergelding werden verschillende Bandanese dorpen geplunderd en schepen verwoest;[6] op 15 juni 1609 de kampong Lebetakke op Banda door de Nederlanders geheel uitgemoord.[7] Volgens journalist Simon Rozendaal, die in 2019 een biografie over Piet Hein schreef, is het onwaarschijnlijk dat Hein bij deze actie betrokken was omdat hij destijds nog geen militaire functie had.[6] In augustus werd er vrede gesloten in het voordeel van de VOC: de Bandanezen erkenden het Nederlandse gezag en monopolie op de specerijenhandel.[6] De vloot verloor bij de acties op Banda circa 46 bemanningsleden en soldaten.[bron?] Als gevolg daarvan werd een aantal zeelieden bevorderd en zo werd Hein in 1610 schipper van de Hollandia”
WIKIPEDIA
PIET HEIN
EXPEDITIE NAAR DE MOLUKKEN (1607_1612)
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIA
PIET HEIN (ZEEVAARDER)
Bovenstaand trekt Piet Hein’s biograaf en journalist Simon Rozendaal in twijfel, of Hein ook echt betrokken was bij de moordpartij op kampong Lebetakke en inderdaad is zijn naam nergens vermeld
Maar Rozendaals argument, dat Hein geen militaire functie had en daarom niet had deelgenomen, vind ik niet steekhoudend, omdat bij de [door Wikiperdia zo aangeduide] ”acties” in Banda ook bemanningsleden het leven verloren.
Die hebben dus wel degelijk meegedaan en Hein was stuurman, behorende tot de vloot van Verhoeff, die bij dit alles een rol speelde
[3]
HOOFDSTUK II
TWEEDE SCHURK, WITTE CORNELISZOON DE WITH, FOLTERAAR, DIEF, PLUNDERAAR EN MOORDENAAR
UIT ARTIKEL:
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
WIKIPEDIA
WITTE DE WITH
[4]
”According to Smedley and Marks the European concept of “race”, along with many of the ideas now associated with the term, arose at the time of the scientific revolution, which introduced and privileged the study of natural kinds, and the age of European imperialism and colonization which established political relations between Europeans and peoples with distinct cultural and political traditions.[34][39] As Europeans encountered people from different parts of the world, they speculated about the physical, social, and cultural differences among various human groups. The rise of the Atlantic slave trade, which gradually displaced an earlier trade in slaves from throughout the world, created a further incentive to categorize human groups in order to justify the subordination of African slaves.”
ZIE VOOR VOLLEDIGE TEKST BOVENSTAAND ARTIKEL, NOOT 110 UIT
[6]
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
[7]
EPILOOG
EN DE STRIJD GAAT DOOR!Want recentelijk heeft ”Bloed aan hun Handen Collectief” straatnaamborden van koloniale Schurken in de Admiralenbuurt en de Baarsjes, beklad met rode verf. [124]Vasco da Gama straat/Vasco da Gama, ontdekkingsreiziger en moordenaar, die islamitische pelgrims levend liet verbranden. [125]Witte de With straat/Witte de With, folteraar, dief, plunderaar en moordenaar [126]Hudson straat/Hudson, zetbaas van VOC en een van de grondleggers van de Nederlandse kolonisatie van ”Oost Indie”, dief en plunderaar van Indianendorpen [van Native Americans dus] in wat later de VS zou worden. [127]Cabralstraat/Cabral, massamoordenaar in naam van de koloniale handel [128]Want nogmaals, lezers:Handel moet vrijwillig zijn en met wederzijds voordeel, maar deze Schurken dwongen een voor Europeanen voordelige eenzijdige handel met massamoord, etnische zuiveringen en genocide [J.P. Coen, een andere koloniale misdadiger] [129] af!
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
[8]
HOOFDSTUK V IN ZIJN TIJD ZIEN?/17e EN 18e EEUWSE DOMINEES IN VERZET!
UIT ARTIKEL
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
EINDE NOTENAPPARAAT
Reacties uitgeschakeld voor Amsterdam: Genocidale straatnaamborden beklad/Adhesiebetuiging aan Bloed aan hun Handen Collectief
MICHIEL DE RUYTER ALS BEVRIJDER VAN BLANKE”CHRISTENSLAVEN”/GOED WERK, MAAR TEGELIJKERTIJDWERKTE HIJ HEEL PROFIJTELIJK MEE AAN DE DEHUMANISERINGVAN ZWARTEN TOT SLAVEN, DOOR ZIJN HAND EN SPANDIENSTENIN HET IN STAND HOUDEN VAN DE SLAVENHANDEL
ZO ZAG EEN SLAVENSCHIP ERUIT, DAT MENSEN ALSVEE VERVOERDE
HOOFDSTUKKENINDELING VOORAF HOOFDSTUK I DE SCHURKEN
SCHURK PIET HEIN, DIEF EN MOORDENAAR:
HOOFDSTUK II TWEEDE SCHURK, WITTE CORNELISZOON DE WITH, FOLTERAAR, DIEF, PLUNDERAAR EN MOORDENAAR
HOOFDSTUK III DERDE SCHURK:JAN PIETERSZOON COEN/KOLONIALE SCHURK EN MASSAMOORDENAAR
HOOFDSTUK IV
VIERDE KOLONIALE ZEESCHURKMICHIEL DE RUYTER, ZETBAAS VAN DE NEDERLANDSE SLAVERNIJ
HOOFDSTUK V IN ZIJN TIJD ZIEN?/17E EN 18E EEUWSE DOMINEES IN VERZET! HOOFDSTUK VI IN ENGELAND/SLAVENHANDELAAR EDWARD COLSTON
HOOFDSTUK VII MODERN TIMES SIR WINSTON CHURCHILL EN PIM FORTUYN
EPILOOG
VOORAF
Beste lezers U kunt het aan de kop van het artikel al zien:Ik juich bekladding, vernieling enóf in het water of Noordzee smijten van standbeelden van koloniale schurken, rovers, plunderaars, moordenaars en folteraars van harte toe!Ook de aan deze lijst toegevoegde vernieling van het standbeeld van Fortuyn en in Groot-Britannie, dat van Sir Winston Churchill. [1]Van harte.Op deze twee kom ik later terug. Nu eerst de 17e en 18e eeuwse koloniale Schurken. Al eerder zijn er standbeelden van koloniale Schurken beklad en liep er een actie voor het vervangen van naar hen genoemde straatnamen. [2] Die Beweging is nooit weg geweest en wordt nu voortgezet door Actiegroep Helden van Nooit, die ik in dit verband een adhesiebetuiging heb gestuurd [3]Helden van Nooit hebben recentelijk het standbeeld van koloniale Schurk Piet Hein beklad en de gevel op een gebouw aan de Witte de With straat met rode handen besmeurd als symbool voor het bloed aan de handen van schurk Witte de With. [4]
Ook in Groot-Britannie zijn Bewegingen actief, ”Topple the racists” [5], waarop beelden van racistische Schurken in kaart worden gebracht enonder andere wordt gepleit voor het verplaatsen van dergelijke beelden naar musea. [6]Ook goed. Nu zijn er mensen, die ervoor pleiten, de standbeelden niet te vernielen of naar musea te sturen, maar juist te laten staan, maar dan met een extra bord met informatie over de schanddaden van dergelijke lieden.Anderen weer delen de bezwaren tegen de beelden, maar vinden dat ze moeten blijven staan, omdat dat een stuk Nederlandse geschiedenis is. Van beiden begrijp ik de argumenten:Alleen: Het probleem met een standbeeld is, dat het toch een eerbewijs is [ook al schrijf je erbij, dat deze persoon minder fraaie dingen gedaan heeft] en juist dat eerbewijs verdienen deze lieden, naar mijn mening en die van vele anderen, absoluut niet. Daarom moeten ze weg, de Noordzee in of naar musea, beiden prima!
Om terug te komen op Groot BrittanieEr gebeurt nog meer! Onlangs is bij een grote anti racisme demonstratie het beeld van de Britse koloniale Schurk, slavenhandelaar Edward Colston, in Bristol het water in gesmeten. [7]Leuke actie en precies de plek, waar het thuishoort!
HOOFDSTUK I
DE SCHURKEN Maar nu meer over de Schurken.Want men bekladt niet zomaar een beeld, voert acties om straatnamen te veranderen, smijt beelden in zee.Hier zit diep historisch Onrecht achter. Laten we beginnen
SCHURK PIET HEIN, DIEF EN MOORDENAAR: Zeevaarder Piet Pieterszoon Hein [kortweg Piet Hein], u weet wel, van ”De Zilvervloot” [8] is zowel in dienst geweest van de VOC [Vereenigde Oost Indische Compagnie] als van de WIC [West Indische Compagnie], waarvan hij een van de commandanten was.Zijn rang was hoog: luitenant admiraal.Het bekendst is hij van zijn verovering, op de Spanjaarden [in 1628, bij de Slag in de Baai van Matanzas] van de ”Zilvervloot” [zie liedje onder noot 8], wat een gevalletje ”dief steelt van dief” was.[9]De Spanjaarden hadden deze zilverschat buitgemaakt op de Indianen [Peru] en Piet Hein ”wiens naam klein is, maar zijn daden groot benne” [10] stal het weer van de Spanjaarden [11]
Dat Hein van koloniale dieven stal is geen Punt.Maar door die ”Zilvervloot” te stelen EN te houden, deed hij indirect mee aan het bestelen en beroven van de door de Spanjaarden gekoloniseerde Indianen.En dat is WEL een punt!
MOORDPARTIJ KAMPONG LEBETAKKE Maar er is iets veel ernstigers met deze Hein aan de hand.In 1607 trad hij in dienst van de VOC en werd stuurman op de Hollandia.Dat schip de Hollanda vormde onderdeel van een vloot onder leiding van kapitein van de Admiraliteit Pieter Willemszoon Verhoeff, die naar de Banda eilanden [onderdeel van het huidige Indonesie] voer met een doel:Het monopolie in handen zien te krijgen van de handel in nootmuskaat, onder worgvoorwaarden voor de plaatselijke bevolking, die dat natuurlijk niet aanvaardde.Er ontstond onenigheid, drie Nederlandse ”onderhandelaars” [waarover? wat hadden ze daar uberhaupt te zoeken?] werden gedood, waarop door de Nederlanders de kampong Lebetakke geheel werd uitgemoord. [12]Ten gevolge van deze massamoord verloren de Nederlanders circa 46 bemanningsleden en soldaten en werd een aantal zeelieden bevorderd, waaronder Hein, die in 1610 schipper van de Hollandia werd. [13]Er is alle reden om aan te nemen, dat Hein niet alleen qua positie profiteerde bij die massamoord, maar dat hij er, als onderdeel van die Nederlandse vloot, een rol in gespeeld heeft.Dat maakt hem tot moordenaar en zeker tot medeplichtige.
SLAVENHANDEL Nu staat er een jankerig stukje op Wikipedia, impliciet ter verdediging van Piet Hein, waaruit zou blijken, dat hij zo begaan zou zijn met Afrikaanse tot slaaf gemaakten: Ik citeer ”Piet Hein werd geboren in 1577 in het bij Delft behorende Delfshaven als zoon van de schipper Pieter Corneliszoon Hein (-1623) en Neeltgen Claeszdochter. Van Piet Heins jeugd is weinig bekend, behalve dat hij kennelijk leerde lezen en schrijven en dat hij drie jongere broers had, Jacob, Simon en Cornelis, die allen koopman zouden worden. In 1598 raakte hij – samen met zijn vader – in Spaanse gevangenschap. Hein werd ingezet als een galeislaaf (roeier)[2] in de vloot van Ambrosio Spinola, gelegen bij Sluis.[3] Hij kwam pas vrij in 1602 bij een uitwisseling van gevangenen.
In zijn latere leven heeft hij ook op verschillende momenten aangegeven dat hij medelijden voelde voor de tot slaaf gemaakte Afrikanen en inheemse Amerikanen, en was hij kritisch op de manier hoe zij door Europeanen werden behandeld. Waarschijnlijk zijn zijn ervaringen als galeislaaf van invloed geweest op zijn visie op slavernij. [4] Het verwijt dat Piet Hein verantwoordelijk gehouden kan worden voor slavernij kan daarom als onterecht gezien worden” [14]
ONTROEREND, HAHAHA…….
Nu is er ook niemand, die beweert, DAT Piet Hein verantwoordelijk is voor, de slavernij, of heeft deelgenomen aan de slavenhandel
In de Verklaring van Helden van Nooit is onder andere te lezen:
”Met Heins roofgoederen bekostigde de West-Indische Compagnie (WIC) in 1630 een vloot die Pernambuco in Noord-Brazilië overviel en in bezit nam: een bezetting die de Nederlandse mensenhandel in het Atlantische gebied op gang bracht. Om de reeds aanwezige werkkampen van suikerplantages en suikermolens (opgezet door de Portugezen) te bemannen, drongen de koloniale terroristen aan op een massale toevoer van tot slaaf gemaakte dwangarbeiders. Als gevolg gaf de WIC-directie vanuit Amsterdam de dehumaniserende opdracht om bij alle WIC-handelsposten langs de West-Afrikaanse kust tot slaaf gemaakte mensen als handelswaren in te kopen. Zo werd Nederland, in de periode van 1636 tot 1648, de grootste handelaar van tot slaaf gemaakte mensen in het Atlantische gebied. De verheerlijking van de rol die Hein heeft gespeeld als zeerover en als wegbereider voor de immense Nederlandse mensenhandel in tot slaaf gemaakte West-Afrikanen, spreekt boekdelen over de eurocentrische focus van de Nederlandse canon.” [15]
WEGBEREIDER DUS, vanwege zijn activiteiten voor de WIC [kom ik op terug]
Deelnemer aan de slavenhandel of verantwoordelijke voor de slavernij, staat hier niet.
Terecht wordt dan ook in een artikel in Trouw door historicus Siebe Tissen opgemerkt:
”Ja, hij was een meedogenloze vechter in zeeslagen, zegt Thissen. Maar hij was bijvoorbeeld niet betrokken bij handel in slaven. Hij overleed in 1629, enkele jaren voor de slavenhandel opbloeide” [16]
Dat klopt.
Ik heb het nog eens nagetrokken [onder andere op Wikipedia]
Piet Hein overleed in 1629 [17], terwijl de WIC [West Indische Compagnie, waarbij Piet Hein dus in dienst was] , terwijl in 1637 het Portugese slavenbolwerk St George d’Elmina veroverd werd, waarna [Nederland had al een flink deel van Portugees Brazilie veroverd] de ellende van de slavenhandel kon beginnen. [18]
Maar dat betekent nadrukkelijk NIET, dat Piet Hein geen blaam trof!
Immers, in dienst van de WIC [die zich aanvankelijk voornamelijk toelegde op kaapvaart, piraterij tegen de Spanjaarden, met wie de Republiek der Verenigde Nederlanden nog in oorlog was] [19], met als bedoeling de Spaanse [en Portugese] handel te frustreren en hun Zuid Amerikaanse veroveringen in te pikken.
En welke ”handel” bedreven de Spanjaarden en Portugezen naast het uitbuiten en bestelen van de onderworpen Indiaanse volkeren?
Juist, slavenhandel.
En zo’n verovering van de ”Zilvervloot” betekende grote inkomsten voor de Republiek [vanaf nu Nederland te noemen], waarmee weer de oorlog tegen Spanje en de op te zetten ”handel” kon worden gefinancierd. [20]
En dat zou Piet Hein niet door hebben gehad?
Terecht merkt Wikipedia op
”Feit blijft wel dat hij medeverantwoordelijk is geweest voor de grondlegging van de Republiek als een koloniale macht.” [21]
In die tijd en die termen:
Een handels en plundermacht, waarbij slavenhandel een rol zou spelen.
Vreemd dan, dat iemand, die ”medelijden voelde voor de tot slaaf gemaakte Afrikanen” [22], zo’n aparte keuze maakte, door voor de WIC te werken.
Grappig was ook, wat ik las over Hein’s zogenaamde ”begaanheid” met de Indianen in Zuid-Amerika:
Ik citeer ik wederom uit het artikel in Trouw, waar onder andere historicus Thissen aan het woord is:
”Ja, hij was een meedogenloze vechter in zeeslagen, zegt Thissen. Maar hij was bijvoorbeeld niet betrokken bij handel in slaven. Hij overleed in 1629, enkele jaren voor de slavenhandel opbloeide. En Hein heeft in brieven zelfs zijn medeleven betoond met de behandeling van tot slaaf gemaakte indianen in de Mexicaanse zilvermijnen. Op de plaquette zou daaruit geciteerd worden: ‘Is het een wonder dat de indiaan zijn leed op ons wil wreken?” [23]
Die Hein uitspraak klopt zeker.
Maar zijn zogenaamd ”medeleven” met de beroofde en uitgebuite Indiaan was nogal goedkoop, niet?
Want ondertussen had hij WEL in opdracht van Nederland de ”Zilvervloot” van de Indianen gestolen
bezittingen, op de Spanjaarden [eveneens dieven en uitbuiters] buitgemaakt en wie kreeg het in handen?
Die Indianen, met wie Hein zo meeleefde?
Of de koloniale uitbuiter, Nederland?
Het antwoord kent u, het is in bovenstaande reeds gegeven.
Het zal voor ieder weldenkend mens duidelijk zijn:
Deze Piet Hein is geen ”held” of ”mededoger” met tot slaaf gemaakte Afrikanen en uitgebuite en door het kolonialisme geknechte Indianen, maar een dief, een moordenaar [weet u nog, die kampong Lebetakke] en een wegbereider van de slavenhandel en Nederland als koloniale grootmacht.
Hij is een Held van Nooit!
HOOFDSTUK II
TWEEDE SCHURK, WITTE CORNELISZOON DE WITH, FOLTERAAR, DIEF, PLUNDERAAR EN MOORDENAAR
De tweede koloniale Schurk, die een terecht doelwit is geworden van Actiegroep Helden van Nooit [weet u nog, de gevel van een gebouw aan de Witte de Withstraat in Rotterdam werd met rode verf besmeurd] [24], is de Nederlandse vlootvoogd Witte Corneliszoon de With [vanaf hier Witte de With genoemd]
Net zo’n fraai heerschap als zijn zee collega Piet Hein.
Hij begon zijn carriere direct mooi.
Nauwelijks was hij in dienst getreden bij de VOC [in 1616], of hij nam deel aan de [ik citeer Wikipedia]
”scherpe ondervraging van de muiters van de West Friesland” [25]
Dat het hier om folteringen ging, blijkt uit de daarop volgende zin op Wikipedia
”Er is wel gesuggereerd dat het deelnemen aan de martelingen van invloed geweest is op zijn karakter, evenals het aanschouwen van de terechtstelling, onder andere door vierendelen en radbraken, van de veroordeelden na de aankomst bij Bantam op 13 november” [26] Dit maakt onze koene vaderlandse Held dus tot folteraar. En hierbij ging het nog niet eens om tot slaaf gemaakten of Indianen, maar witte mensen, jongens, die hadden deelgenomen aan een muiterij. Natuurlijk is dat bekend: Ook de witte ”onderlaag” van de samenleving werd te grazen genomen. Hij was een dief, plunderaar en moordenaarWant nadat hij in 1617 hofmeester en lijfknecht was geworden van Jan Pieterszoon Coen [27], koopman en gouverneur Generaal over de ”bezittingen” van de VOC, ook een koloniale Bloedjas waarover straks meer, maakte hij [Witte de With] in 1618 het beleg van het fort van Jakarta mee en nam deel aan de verwoesting van de stad. [28]Lekkere jongen Daarnaast heeft hij als vlaggenkapitein [nog in dienst van de VOC] naar hartelust zogenaamde Spaanse bezittingen in Zuid Amerika belaagd [29] uiteraard met het oogmerk van zijn broodheren, die gebieden zelf in de palmen/de Spaanse ”handel” over te nemen en heeft hij, nadat hij in 1628 in dienst trad bij de WIC en werd hij vlaggenkapitein bij zeeschurk Piet Hein en nam in die hoedanigheid deel aan het veroveren van de ‘Zilvervloot” [30] Kortom samengevat:Dief, folteraar, plunderaar en moordenaar, een van de grondleggers van Nederland als koloniale en slaven Grootmacht. Een Held van Nooit!We gaan door naar de volgende Schurk, die zijn vorige collegae in de schaduw stelt met zijn bijna uitroeiing van de Bandanezen:LEES! HOOFDSTUK III DERDE SCHURK:JAN PIETERSZOON COEN/KOLONIALE SCHURK EN MASSAMOORDENAAR May I present to you J.P. Coen, massmurder and criminal to humanity…..De gehele geschiedenis van deze koloniale gangster is te lezen opWikipedia, zowel een Nederlandse als een Engelse. [31]In het kort:Geboren in Hoorn in 1587 als zoon van Pieter Willemsz, eenkoopman [32], heeft hij ”carriere” gemaakt als koopman, boekhouder-generaal (1613), directeur-generaal (1614) en vanaf 1617 Gouverneur Generaalin dienst van de in 1602 opgerichte V.O.C. [Vereenigde OostindischeCompagnie] [33]Daarbij had hij maar een opdracht en Doel:Met alle middelen, ervoor zorgen, dat de VOC een monopolie-positie kreeg in de specerijenhandel met ”Indie” [34]Als ik schrijf: ”Met alle middelen”, heb ik het over de meestagressief militaire en barbaarse middelen, namelijk een bloedigeoorlog tegen een weerloze burgerbevolking!Tegen het ”verbod” van de VOC in om nootmuskaat te verkopen aande Portugezen en de Engelsen [nota bene in hun EIGEN LAND], dedende bewoners van de Banda eilanden dat natuurlijk toch.Daarop kwam J.P. Coen in actie:Met een expeditieleger van 2000 soldaten viel hij de Bandaeilanden aan [nootmuskaat kwam namelijk alleen daar voor] en richtteeen massamoord aan onder meer dan 15 000 Bandanezen.In feite kwam vrijwel de hele bevolking om.Zo kwam moordenaar Coen aan zijn bijnaam ”De Slachter van Banda” [35]Over zijn misdadige optreden schreef hij zelf:” ‘De inboorlingen sijn meest allen door den oorloch, armoede ende gebreck vergaen. Zeer weynich isse op de omliggende eilanden ontcomen.’ [36]VOLKERENMOORD en GENOCIDE dus.Zie ook een commentaar, dat ik plaatste opde website van ”Binnenlands Bestuur”Sneu genoeg is mijn reactie verwijderd [maar weldoor mij opgeslagen hahahahaha], wat alleenmaar mijn gelijk bevestigt! [37]De weinigen, die het wel overleefden [ongeveer 500], werden als slaafnaar Batavia gedeporteerd. [38]De uitgemoorde bewoners werden vervangen door ”betrouwbare onderdanen”uit andere delen van de Indonesische Archipel [39] MAAR:Gingen deze misdaden van J.P. Coen dan helemaal zonder protest voorbij?Neen, er was wel degelijk kritiek, opmerkelijk in een tijd, toen foltering [ook in Nederland, zoals we ook al zagen bij Witte de With’s participatie bij de foltering van de muiters van het schip De West-Friesland] [40], slavenhandel en slavernij ”standaard” waren geworden [hoewel niet bij iedereen, zoals we aanstonds zullen zien]:Kritiek, in het geval van Coen, zowel van zijn eigen officieren, die die massamoord op de Bandanezen moesten uitvoeren, maar ook van de VOC zelf, die van mening was [ook al kwam Coen’s misdadige optreden hen prima uit] ”dat het wel wat minder had gekund. [41] Aan het woord laat ik ook een VOC officier, die opmerkte [ik citeer hem]”“De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.” [42] Snoeiharde kritiek dus, ook in die Tijd.Tot zover Coen. HOOFDSTUK IV VIERDE KOLONIALE ZEESCHURKMICHIEL DE RUYTER, ZETBAAS VAN DE NEDERLANDSE SLAVERNIJ Met Piet Hein [zijn naam is klein] [43] zijn er weinig Nederlandse koloniale Schurken zo verheerlijkt als Michiel Adriaenszoon de Ruyter, in de geschiedenis bekend geworden als Michiel de Ruyter. [44]Hij is bezongen in liedjes [In een blauwgeruite kiel] [45] en enkele jaren geleden is er een over geromantiseerde film over zijn leven gemaakt [46], waarop geheel terecht, pittige kritiek is gekomen, omdat zijn minder fraaie kant [daarover zo[ niet aan bod kwam. [47]Het spreekt dan ook wel tot de verbeelding:Een nogal weerbarstige en onhandelbare jongen [volgens zijn biografen dan] [48] uit een eenvoudig milieu, die begint als matroos [de laagste rang aan boord van een schip] [49] en het schopt tot Admiraal in dienst van de Republiek der Vereenigde Nederlanden. [50]Wie wil hem NIET kennen!Dan ook nog eens ”eeuwige roem” te hebben vergaard in de drie Engelse oorlogen waarin hij een van de bevelhebbers was [Tweede en Derde eindigden met een beslissende Nederlandse overwinning, de Vierde werd pas uitgevochten in de 18e eeuw, waarbij de eens zo machtige Republiek als grote handelsmacht ten onder was gegaan] [51], die niets anders waren dan de strijd tussen twee opkomende koloniale machten [52], die de macht en [koloniale] hegemonie van Spanje en Portugal wilden breken. Dat is zoals de Ruyter werd gepresenteerd.Een succescarriere, een groot militair bevelhebber [dat was waar], een ”man van stavast” [53] ZETBAAS VAN DE SLAVENHANDEL Wat echter in dit romantische plaatje ontbreekt, is dat een belangrijk deel van de werkelijkheid verre van fraai is:WANT:Deze ”dappere zeeheld” was zetbaas van en dus betrokken bij die misdaad tegen de menselijkheid:De slavenhandel.En dat bepaald niet als ondergeschikte klerk, maar als admiraal, de hoogste militaire functie ter zee in die dagen.In dienst van de Republiek der Verenigde Nederlanden veroverdeMichiel de Ruyter tussen en tijdens de zogenaamde ”heroische”strijd tegen de Engelsen, de eerder op de Nederlanders buitgemaakteslavenforten en dat bepaald NIET om de slaven te bevrijden, maar omde slavenhandel weer in Nederlandse handen te brengen. [54],waarmee hij voor de komende eeuwen de Nederlandse slavenhandelen daaruit voortkomende slavernij veilig stelde. [55]Een misdaad tegen de menselijkheid dus. [56]En niet alleen in Afrika was De Ruyter actief voor de slavenhandel:Ook heeft hij, in opdracht van de WIC, diverse tochten ondernomen naar het Caraibisch gebied, waar hij Europese ”zakelijke concurrenten”, betrokken bij slavenhandel en slavernij, uitschakelde en ook vervoerde hij producten, nodig voor de slavernij.De historicus Alex van Stipriaan schrijft hierover onder andere:”Meerdere keren werd op verzoek van de WIC, door de Staten Generaal een beroep gedaan op admiraal de Ruijter om bedreigde belangen te beschermen of te heroveren op de Europese concurrenten. Van deze tochten is nog weinig bekend. In ieder geval weten we over De Ruijters actieve aanwezigheid in het Atlantisch gebied met zekerheid het volgende: In 1640 werd De Ruijter kapitein op het koopvaardijschip Vlissinge en maakte daarmee verschillende tochten naar het Caraïbisch gebied, of West Indië zoals het toen genoemd werd. Dit had alles met slavernij te maken, want de koloniën in dat gebied draaiden volledig op slavenarbeid. De producten die ernaartoe werden vervoerd waren merendeels bedoeld voor de slavenplantages en hun eigenaars en in retour werd de met slavenarbeid geproduceerde suiker, siroop, tabak en katoen ingeladen Ook tussen 1644 en 1651, toen De Ruijter met zijn eigen schip De Salamander, voor eigen rekening ging varen, maakte hij een aantal retourtochten naar de slavenkolonies in het Caraïbisch gebied.” Einde citaat Alex van Stipriaan [57]Maar er was meer!Want Michiel de Ruyter, die ”man van stavast” heeft ook zelf slaven verkocht!Zo veroverde hij op 17 september 1655 veroverde hij een kaperschip uit Tétouan, bemand door twintig Moren. De kapitein liet hij ophangen, waarna het kapersschip én de gevangen bemanning in Malaga verkocht werden.” [58]Verdedigers van de Ruyter voeren vaak aan, dat hij niets van doen gehad zou hebben met de slavernij en slavenhandel[wat aangetoond onzin is] of dat je het ”genuanceerder” moet zien, omdat hij slaven zou hebben bevrijd. [59]Nu is dat is inderdaad waar en op zijn ”positieve” conto te schrijven.Maar dat waren christenslaven, die hij met geld van de Kerken , of onder de burgerij ingezameld geld vrijkocht. [60]Prima natuurlijk, maar hij speelde wel een belangrijke rol in het bevorderen van de handel in Afrikaanse slaven, en verkocht zelfs slaven, zoals bovengenoemde Moorse kapers. [61]En dan voeren de apologeten nog een -nogal onzinnig- argument aan om te ”bewijzen”, dat de Ruyter niets tegen zwarte mensen had en niet zou hebben geparticipeerd in slavenhandel en slavernij:Namelijk zijn vriendschap met de Afrikaan Jan Compagnie, die hij in zijn jeugd gekend had en hij later ontmoette, tijdens een strafexpeditie tegen de Engelsen. [62]Is dat niet ontroerend?De propagandistische Michiel de Ruyter Stichting schrijft hierover:”Het was op deze reis, dat de Ruyter op de wal begroet werd in onvervalst Vlissings dialect door de lokale hoofdman. Het bleek dat die als kind als verstekeling a/b van een VOC-schip naar Vlissingen was meegenomen, waar hij als leeftijdgenoot van de jonge Michiel met hem op school had gezeten. Hij was later teruggekeerd naar zijn eigen land en was er koning o.i.d. geworden. Hij was destijds in Vlissingen Jan Compagnie genoemd. Deze oude schoolvriend werd door de Ruyter a.b. van zijn vlaggenschip genodigd en gefêteerd” [63]Met hierop volgend de sarcastische zin”Niet bepaald de manier waarop je met “handelswaar” omgaat. (bron: overlevering & scheepsjournaal) [64]Overigens zou Jan Compagnie nu zetbaas voor de WIC zijn…..[65]Nu trekt historicus Alex van Stipriaan deze ontroerende vriendschap in twijfel. [66]Maar laten we er even vanuit gaan, dat de Ruyter inderdaad een Afrikaanse jeugdvriend had, wat zegt dat verder over hem?Helemaal niets.Het is heel goed mogelijk, dat hij-als er al een vriendschap was- persoonlijk erg op Jan Compagnie gesteld was, dat hij blij was om hem te zien, dat het hem ontroerde.Maar dat staat los van de rol, die de Ruyter speelde in het bevorderen van slavenhandel en slavernij.Want feiten blijven feiten:Michiel de Ruyter, alias de Rover [67], heeft een destructieve rol gespeeld in het handelen, tot slaaf maken en dehumaniseren van zwarte mensen.En daarom verdient hij geen eerbewijs, maar minachting en het neerhalen van al zijn standbeelden! HOOFDSTUK V IN ZIJN TIJD ZIEN?/17e EN 18e EEUWSE DOMINEES IN VERZET! Nu zijn er mensen, die beweren-en dat zijn er meer dan je denkt- dat de misdaden van kolonialisme en vooral slavernij ”in zijn tijd” gezien moeten worden.Met andere woorden:Dat het natuurlijk niet deugt, maar dat er in die tijd nu eenmaal heel anders tegenaan gekeken werd, dat het algemeen geaccepteerd was en dat wij met een moderne blik naar vroegere [mis]toestanden kijken.Dit werd in 2016 als volgt verwoord door premier Rutte in het programma ”Zomergasten”:”””Spijt en excuses en sorry zijn voor mij hetzelfde”[Interviewer] ”Maar waarom is het voor Nederland dan zo moeilijk om bijvoorbeeld over het slavernijverleden om, om een excuus te maken?””Het slavernijverleden, daarvan is mijn punt altijd geweest:Dat is 150 jaar geleden.Ik vind het….ik heb het altijd gratuit gevonden om te zeggen over iets wat 150 jaar is geleden is gebeurd in die context, in die totaal andere situatie om daarvoor excuses te maken dus te zeggen, ja, de mensen toen hebben het fout gedaan,dat vind ik van een, dat vind ik, vanwege dat grote tijdsverschil en het feit dat je die context van 150 jaar geleden nooit zo kunt wegen, vind ik onjuist.”” [68] De werkelijkheid ligt echter veel genuanceerder.Want ook in die voorbije ”slavernijhoudende” eeuwen kwam er kritiek los en niet zo mals ook, met name in de 17e eeuw, naast de ons reeds bekendere kritiek [daarover straks meer] De fundamentele kritiek die we zo gaan bespreken, speelde ook een rol in de beginfase van de WIC [West Indische Compagnie], die vooral was gericht op de kaapvaart, wat zoals we aan de ”Zilvervloot” acties van Zeeschurk Piet Hein gezien hebben [69] neerkwam op piraterij [hier tegen Spanjaarden, met wie de Tachtigjarige Oorlog nog werd uitgevochten] als oorlogswapen [70]De discussie-slavenhandel wel, niet, wel, niet] dook ook daarop maar in de beginfase der compagnie werd die slavenhandel nog verworpen op calvinistisch-theologische gronden [71]Johannes Menne Postma schrijft in zijn boek ”The Dutch in the Atlantic Slave Trade 1600-1815 [72] in het hoofdstuk ”Foundations of the slave trade”:”This attitude prevailed until 1621, when the Dutch West India Company (West Indische Compagnie, hereafter referred to as WIC), came into being.Some of the shareholders suggested participation in the slave trade:however, after consultations with theologians the directors agreed that the trade in human beings was morally not justified and should therefore not be practiced by the company.” [73]Daar zou later verandering in komen, zoals wij weten.Ook moet gezegd worden, dat dergelijke anti slavernij standpunten onder calvinistische dominees in de minderheid waren.De meesten keurden de slavernij wel goed. Maar nu laten we een aantal calvinistische dominees de revu passeren, die zich verzetten tegen de slavernij en niet zo’n beetje ook!En de stemmen van die minderheid verhieven zich op niet malse wijze!Predikanten, die de slavenhandel [en daarmee natuurlijk de slavernij] afwezen waren onder andere Brakel, de Teellincks, Smijtegelt, Poudroyen, De Raad en Voetius en Jacobus Hondius. [74]Laatstgenoemde zou de meest prominente zijn.Overigens triest maar waar:De slavernij zou in een door hem geschreven dissertatie in de 18e eeuw worden verdedigd door een dominee Capitein, zelf een tot slaaf gemaakte, die op elfjarige leeftijd naar Nederland kwam [in de Republiek bestond slavernij juridisch niet, waardoor slaven vaak bedienden werden, al bleef hun status vaak een grijs gebied] [75]], de gelegenheid kreeg om theologie te studeren en in zijn oratie op 10 maart 1742 de slavernij verdedigde. [76]Zijn dissertatie luidde:”Dissertatio politico-theologica de servitute, libertati christianæ non contraria.” [77][Vertaling Astrid Essed:Politiek theologische dissertatie over de slavernij, die niet in strijd is met de christelijke vrijheid]Later keerde hij als zendeling terug naar AfrikaZie zijn levensloop op Wikipedia [78]
TERUG NAAR DE KRITISCHE DOMINEES: De Middelburgse dominee Smijtegelt noemde het „grove dieverij” om een mens te stelenIk citeer de goede man:. „Dat soort van dieverij wordt begaan in den slavenhandel; die enen mens steelt, zegt God, zal zekerlijk gedood worden. Ex. 21:16. Is dat niet droevig, daar hebben de Christenen een negotie van gemaakt. Ach! mochten die menschen die zoo verkogt, vervoert, en dikwils daarom vermoort worden, eens spreken; zouden ze niet zeggen, als eertyds Joseph: ik ben dieffelyk ontstoolen uit myn land?” [79] Interessant is, wat in die tijd niet vaak gebeurde, dat Smijtegelt in de huid kroop van de tot slaafgemaakten [zie zijn citaat], want welgevoeglijk wordt vaak vergeten, dat de absoluut felste tegenstanders van de slavernij natuurlijk de tot slaaf gemaakten zelf waren!Meestal worden alleen de Europese tegenstanders genoemd. Historicus Peter Sijnke pleitte voor een plaquette ter ere van Smijtegelt [18 eeuw] vanwege zijn stellingname tegen de slavernij. [80]Daar kan ik wel in meegaan, jaMaar dan moet die nog fellere bestrijder van deze misdaad tegen de menselijkheid, dominee Jacobus Hondius [81] er ook een krijgenOver Hondius straks meer Kritische dominees als Smijgetelt werden gesteund door de classisvergaderingen [kerkelijke vergaderingen] [82] in Amsterdam en op Walcheren, die reeds in 1628 schreven ”dat het „niet christelyck was lyffeygene te hebben” [83] Behalve dominee Smijtegelt kwamen er [zie boven] meer dominees en anderen met een kerkelijke functies in het geweer tegen de slavenhandel: Zo wordt over Justus Vermeer, ouderling te Utrecht, het volgende vermeld:””Ook Justus Vermeer verwees naar Exodus 21:16, toen hij schreef over „den onbehoorlijken slavenhandel, in vreemde landen; als men daar mensen (met ons uit enen bloede) als beesten drijft, koopt en verkoopt, daarover de ongunste Gods zeer te vrezen is.” [84] Dan was er de Zierikzeese predikant Udemans, die weliswaar de slavernij niet geheel afwees, maar er pittige vraagtekens bij zette:Zo stelde hij in ”’t Geestelyck roer van ’t coopmans schip” (1638) –handboek voor de christen-koopman-zeevaarder– dat slaven mochten weglopen.Ook noemde hij de mogelijkheid, om slaven na een bepaalde tijd vrij te laten: zeven jaar nadat ze zich tot het christelijk geloof hadden bekeerd. [85]Voor die Tijd al heel wat, want daar gaat je handel! Poudroyen, een felle anti slavernij dominee fulmineerde:”dat het den christenen niet en betaemt haer in desen rouwen, onsekeren, verwarden, periculeusen ende onbillicken handel te steken, ende daerdoor yemant sijn quaet vermeerderen ende executeur te zijn van yemants quellinge ende ellende.” [86] Zeventiende eeuwse dominee Festus Hommius uit Leiden schreef, in 1617 dat slavenhandel een grove zonde was. Omdat je mensen daarmee ’berooft van hun kostbaarste goed: de vrijheid’. [87] En het mooiste verwoord vond ik het nog door de Zeeuwse predikant Georgius de Raad, die in 1665 schreef:” ’Men lokt ze in onze schepen, rooft ze, voert ze tegen hun wil weg, scheidt de ouders van de kinderen, de kinderen van de ouders, de mannen van de vrouwen, de vrouwen van de mannen’, schreef hij. ’Ik zwijg nog maar van de ongehoorde en heidense wreedheid die de christenen plegen tegenover de heidense slaven in de schepen, en van de manier waarop de slaven op onze plantages worden ontvangen.’ [88]En hij besluit met”’Ons land is aan het zinken, en de zonden die dagelijks in de slavenhandel worden gepleegd, zouden wel eens de zwaarste ballast kunnen wezen, die het schip ten gronde doet gaan.’ [89] Van belang is, trouwens, dat men zich realiseert, dat er ook in ”Nederlands Oost Indie” [huidige Indonesie] door de VOC bedreven slavenhandel bestond! [90]En daartegen heeft een man als Justus Heurnius, zendeling en arts [91], zich fel verzet.En het argument van de slavenhandelaren dat in de tropen de slavenarbeid gewettigd is, verklaart Heurnius ongegrond. Hij getuigt dat door de zondeval ieder mens, donker of blank, in het zweet zijns aanschijns zijn brood eet (Genesis 3:19). De slaven zijn er niet om de vieze en de zware arbeid van anderen te verrichten. „Zij zijn uw gelijken en medemensen”, zegt Heurnius. [92]Opmerkelijk strijdbare taal uit een Eeuw, die the concept of race heeft voortgebracht! [93]
HONDIUS, JACOBUS HONDIUS! Jacob de Hond, beter bekend als Jacobus Hondius, was een felle man, die als gereformeerd predikant in Hoorn jarenlang tegen de slavernij heeft gefulmineerd.Weet u nog:Hoorn, de stad, die massamoordenaar Jan Pieterszoon Coen heeft voortgebracht [94], mag trots zijn op deze strijder tegen die misdaad tegen de menselijkheid!Twee keer per zondag preekte hij [95] en nam daarbij geen blad voor zijn mond!En hij schreef!Hij schreef het ”Swart Register van duysent sonden” (1679)[96], waarin hij alle zonden opsomde waarvan een kerkganger zich verre diende te houden en daarbij hoorde ook de slavenhandel. [97]Dat andere volkeren zich hier wel mee bezighielden, was voor hem geen argument. ’Leden van onze kerk horen zich niet te besmetten met zulke onbarmhartige handel’, waarschuwde hij. Zij begaan een grove zonde als ze ’slaven kopen om weer te verkopen en met die ongelukkige mensen handel te drijven, net als met andere waren en goederen, alsof het maar beesten waren.’ Want, schreef hij, ’Het zijn immers mensen van een en dezelfde aard als zij zelf zijn’. [98]
Felle, duidelijke en moedige taal in die Dagen, waarin-en dat moet vermeld” het merendeel van de dominees zich prima konden vinden in slavenhandel en slavernij. [99]
Dit is een greep uit het aantal kritische dominees.Er waren er meer en ze bleven in hun tijd een luidruchtige en felle minderheid.Waarmee dan direct het Fabeltje wordt ontkracht ”dat je de slavernij in zijn Tijd moet zien” Dat wordt ook ontkracht door de onverbloemde en felle kritiek van VOC tijdgenoten van Jan Pieterszoon Coen op zijn massamoord op de Banda-eilandenWeer aangehaald wat een VOC officier daarover opmerkte: ”“De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.” [100]
Ook moet niet worden vergeten, dat religieuze groeperingen als de Quakers, Baptisten en Methodisten van meet af aan principiele tegenstanders van de slavernij geweest zijn,Maar dat was vooral in Engeland en de Verenigde Staten [101]
HOOFDSTUK VI
IN ENGELAND:SLAVENHANDELAAR EDWARD COLSTON Reeds noemde ik het in het water gooien van het standbeeld van een Britse slavenhandelaar, Edward Colston, in diens geboorteplaats Bristol. [102]Een geweldig goede actie, uiteraard.Nu is het opvallend, dat er nogal wat eerbetoon aan deze ouwe ellendeling is gewijd [103] en dat heeft veel te maken met zijn latere rol als ”filantroop” [104]Hij steunde financieel scholen, kerken, ziekenhuizen, armenhuizen en wat dies meer zij [105]Allemaal goed en wel, maar overeind blijft staan, dat hij zijn rijkdom te danken heeft aan menselijke ellende.Daarom horen er geen eerbewijzen aan hem thuis in de openbare ruimte, en zeker geen standbeeld! HOOFDSTUK VII
MODERN TIMES SIR WINSTON CHURCHILL EN PIM FORTUYN Goed dus, dat standbeelden van 17e, 18e, 19e en ook nog 20 ste eeuwse koloniale Schurken [ik denk hierbij aan het standbeeld voor de koloniale massamoordenaar Van Heutsz J.B. van Heutsz, het ”van Heutsz monument] [106] worden aangepakt.Want standbeelden zijn, hoe je het ook wendt of keert, een eerbewijs, een blijk van waardering.In de Noordzee, rivier, Atlantische Oceaan etc ermee en anders opgeborgen in een museum, als het dappere activisten niet bij tijds lukt, de standbeelden te ”pakken”Hetzelfde geldt voor straatnamen:Verander die en wel heel gauw! [107] Maar ook standbeelden van ”moderne” Schurken zijn onlangs te grazen genomen, wat ik een goede zaak vind.Betreft hier het standbeeld van de extreem-rechtse politicus Pim Fortuyn en van een man, die ten onrechte als een voorbeeld wordt gezien:Sir Winston Churchill. [108] PIM FORTUYN Zijn standbeeld moest het dus recentelijk ontgelden. [109]Prima:Want in de tijdsperiode, dat Fortuyn politiek opereerde, begin van deze Eeuw, heeft hij zich laten kennen als iemand met Islamofobe en racistische opvattingen en als vluchtelingenhater.Iemand, die extreem-rechts gedachtegoed promootte, iemand, die aanzette tot haat. [110]Een zeer gevaarlijk politicus. [111] SIR WINSTON CHURCHILL TAPIJTBOMBARDEMENTEN Nu zul je, met enig heen en weer gepraat mensen, die zich niet laten leiden door anti vluchtelingensentimenten, Islamofobie en racisme, nog wel kunnen overtuigen, dat Fortuyn op zijn zachtst gezegd, een zeer omstreden figuur was, moeilijker gaat dat bij Sir Winston Churchill, een van de Geallieerde leiders, aan wiens bijdrage, geestkracht en fighting spirit, het onder meer te danken is, dat het Nazi Beest is verslagen. [112]En dat blijft overeind. Maar Churchill had andere, minder fraaie kanten.Er is nog steeds weinig, te weinig kritiek op een militair aspect in zijn bestrijding van Nazi Duitsland:Namelijk de tapijtbombardementen op Duitse steden, die aan honderdduizenden Duitse burgers het leven hebben gekost. [113]In strijd met het Landoorlogsreglement uit die dagen [114], maar vooral ook moreel en humanitair gezien totaal fout en-want het waren bewust gekozen aanvallen op burgerdoelen-misdadig.Nu komen staatslieden voor dergelijke wandaden voor het ICC [Internationaal Strafhof], tenzij het machtige Westerse landen betreft natuurlijk.Toen waren zij de overwinnaars, dus wie zou hen berechten? Te weinig is hier nog over geschreven en gezegd, dus dat gaat uw Wreker van het Onrecht binnenkort doen! GIFGASFANAAT Daarnaast, en veel minder mensen weten dat, was Sir Winston Churchilleen warm voorstander van het gebruik van gifgasaanvallen op burgerdoelen.U gelooft mij niet?Ik citeer Sir Winston Churchill himself:”””I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes. The moral effect should be so good that the loss of life should be reduced to a minimum. It is not necessary to use only the most deadly gasses: gasses can be used which cause great inconvenience and would spread a lively terror and yet would leave no serious permanent effects on most of those affected.” [115]’Weinigen weten wederom, dat hij deze gifgasaanvallen daadwerkelijk heeft laten plegen op een aantal Russische steden, na de Russische Revolutie. [116] AARTSKOLONIALIST EN RACIST ”I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes……”[117]Deze uitspraak van Churchill was een van de voorbeelden van zijn racistische superioriteitswaan en zijn kolonialistische racisme. Toegegeven, dat denken kwam in die tijd vaker voor, maar Churchill spande de kroon.Want ondanks het feit, dat vrijheidsstrijder Mahatma Gandhi ontvangen was door de Britse koning George V [toen nog de titel voerend ”Keizer van India], bleef Churchill tegen Gandhi fulmineren en noemde hem ”een halfnaakte Fakir” [118] Ook was hij een fel tegenstander -hoe kan het ook anders- van de onafhankelijkheid van India [119] -en andere Britse kolonies-en eiste de ontbinding van het ”Indian National Congress” [beter bekend als Congress Party] [120] en eiste, dat haar leiders zouden worden gedeporteerd. [121] Dat was even een schets om te laten zien, wat voor een man Churchill was.Met als dieptepunten zijn obsessie met het gebruik van gifgas en de tapijtbombardementen op Duitse steden, waarbij in totaal tussen de 420.000 en 570.000 mensen om het leven kwamen. [122] Zo’n historisch figuur eer je niet met een standbeeld EPILOOG: Goed zo en inspirerend, die acties waarbij standbeelden van koloniale Schurken kanalen, rivieren, zeeen of oceanen in gesmeten worden, beklad, of op straat belanden.In wat ik hierboven heb geschreven is aangetoond, dat lieden, die zonder blikken of blozen massamoorden gepleegd hebben, koloniale strafexpedities hebben geleid, steden en dorpen hebben platgebrand of gebombardeerd [Winston Churchill] en hun racistisch gif hebben verspreid, in voorbije eeuwen of recenter [Pim Fortuyn en Churchill, bijvoorbeeld], geen standbeeld verdienen, maar de publieke minachting.En zelfs het Fabeltje van apologeten Gekkies, dat je de misdaden van deze lieden ”in zijn Tijd moet zien”, is een Fabeltje.Ook in de zeventiende Eeuw waren er al dominees en anderen, die zich fel verzetten tegen slavenhandel en slavernij! KUDOS dus, die moedige activisten, die de straat opgaan om hetzij beelden neer te halen of bekladden, hetzij straatnamen etc te bekladden,hetzij die beelden naar een museum transporteren, of ze nu ”Helden van Nooit”, ”Bloed aan hun Handen Collectief”, ”Grauwe Eeuw”,”Topple the racists” [123] of hoe dan ook heten. EN DE STRIJD GAAT DOOR!Want recentelijk heeft ”Bloed aan hun Handen Collectief” straatnaamborden van koloniale Schurken in de Admiralenbuurt en de Baarsjes, beklad met rode verf. [124]Vasco da Gama straat/Vasco da Gama, ontdekkingsreiziger en moordenaar, die islamitische pelgrims levend liet verbranden. [125]Witte de With straat/Witte de With, folteraar, dief, plunderaar en moordenaar [126]Hudson straat/Hudson, zetbaas van VOC en een van de grondleggers van de Nederlandse kolonisatie van ”Oost Indie”, dief en plunderaar van Indianendorpen [van Native Americans dus] in wat later de VS zou worden. [127]Cabralstraat/Cabral, massamoordenaar in naam van de koloniale handel [128]Want nogmaals, lezers:Handel moet vrijwillig zijn en met wederzijds voordeel, maar deze Schurken dwongen een voor Europeanen voordelige eenzijdige handel met massamoord, etnische zuiveringen en genocide [J.P. Coen, een andere koloniale misdadiger] [129] af! Heb ik mijzelf vaker herhaald, lezers? Misdaden van koloniale Schurken, die nog heden ten dage vereerd wordenin de vorm van standbeelden, straatnamen etc, kunnen niet genoeg herhaald worden.Totdat de laatste der Schurken uit het straatbeeld is verdwenen! TSJA
What do I think of Western civilization? I think it would be a very good idea.
Reacties uitgeschakeld voor Bekladding standbeelden Piet Hein, Witte de With en consorten/Koloniale rovers, moordenaars en slavenhandelaren/Weg uit het straatbeeld!
Geachte Redactie, Een van de belangrijkste principes van goede en betrouwbare journalistiek is het recht op hoor en wederhoor, objectieve berichtgeving en volledige [voor zover mogelijk] informatie, zeker bij onderwerpen en gebeurtenissen, die bij de publieke opinie ”gevoelig” of ”controversieel” liggen, om maar moderne terminologie te gebruiken.Ik had dus mogen verwachten, dat u in uw nieuwsberichtgeving over de in Hoorn plaatsgevonden demonstratie tegen de aanwezigheid van het standbeeld van de 17e eeuwse koopman, VOC kopstuk en latere gouverneur generaal van de alle ”bezittingen van de Vereenigde Oostindische Compagnie” extra op uw tellen zou passen en het teletekstlezende publiek van goede, informatieve feiten zou voorzien.Dat is echter niet gebeurd.Ook ben ik van mening, dat u het principe ”hoor en wederhoor” niet hebt nageleefd TOELICHTING: In uw berichtgeving ” ’12 arrestaties na J.P. Coen protest” [zie onder P/S, met daaronder het notenapparaat], vermeldt u de loop van de demonstratie, noemt uitgebroken ongeregeldheden, waarvan de oorzaak gelegen was [volgens uw berichtgeving] in het feit, dat de demonstranten zich niet hadden gehouden aan de eis van de Gemeente om op een aangewezen plein te demonstreren in plaats van bij het J.P. Coen monument zelf.Nu lijkt het mij voor de hand liggend, dat als de demonstratie gericht is tegen het standbeeld van iemand en met name waarvoor diegene stond, dat deze bij het standbeeld zou moeten plaatsvinden.Ik was er niet bij, weet niet hoe de situatie ter plekke was, dus misschien was de locatie van het plein alleszins redelijk van Gemeentewege, als er inderdaad te weinig ruimte bij het Coen standbeeld was. HOOR EN WEDERHOOR En daarmee komt mijn eerste punt van kritiek:U schendt het principe ”hoor en wederhoor” in een aantal opzichten, waardoor objectieve berichtgeving uitblijft TEN EERSTE/VERLOOP DEMONSTRATIEWAT GING ER MISSTANDPUNT DEMONSTRANTEN U vertolkt weliswaar het standpunt van de Gemeente [te weinig ruimte voor de Corona anderhalve meter, andere locatie aangewezen, etc], maar nergens lees ik hier de lezing van de demonstranten en hun redenen, alsnog naar het monument te willen.Heeft de pers niet met de demonstranten gesproken, wilden zij dat zelf niet of was een interview in de hectiek van de ongeregeldheden niet mogelijk?Waren het alle demonstranten, die richting het beeld trokken of een kleine groep?Is er, eventueel, door demonstranten geklaagd over politiegeweld?Het zou, vanwege ”hoor en wederhoor” belangrijk geweest zijn als u hier iets naders over had vermeld en als u niet op de hoogte was, dan een vermelding als:”Het is niet bekend, wat de beweegredenen van de demonstranten waren, naar het standbeeld op te trekken”OF”Meer feiten over de ongeregeldheden zijn niet bekend”Dat is het eerste punt van kritiek.. ”ONS ERFGOED”/TWEEDE PUNT VAN KRITIEK De kant van de demonstranten hebt u dus niet belicht.Daarover is[was] misschien niets of weinig bekend.Maar dat geldt niet voor het volgende: U bericht in de laatste alinea over een tegendemonstratieIk citeer u:” Er was eerder op de avond ook een actie van voorstanders van het beeld, die voor ”ons erfgoed” zeiden op te komen.Daar kwamen ongeveer twintig mensen op af.” Prima, dat u dit vermeldt natuurlijk, maar waarover ik val is het feit, dat u weliswaar de beweegredenen van de tegendemonstranten ”behoud van ons erfgoed” vermeldt, maar nergens, wat nu eigenlijk het bezwaar van de demonstranten tegen dat standbeeld van J.P. Coen was. Niet alleen is hier geen hoor en wederhoor, aangezien u alleen de motieven van de tegendemonstranten vermeldt, maar voor het teletekstlezende publiek, dat zich verder niet in de materie heeft verdiept, wordt niet duidelijk wat nu de bezwaren tegen het J.P. Coen standbeeld zijn en wat voor een historische figuur die J.P. Coen dan wel was.
J.P. COEN/IN VOGELVLUCHT Hierbij enige feiten uit de carriere van VOC kopstuk J.P. Coen en dan ook direct de redenen van de protesten: Geboren in Hoorn in 1587 als zoon van Pieter Willemsz, eenkoopman [1], heeft hij ”carriere” gemaakt als koopman, boekhouder-generaal (1613), directeur-generaal (1614) en vanaf 1617 Gouverneur Generaalin dienst van de in 1602 opgerichte V.O.C. [Vereenigde OostindischeCompagnie] [2]Daarbij had hij maar een opdracht en Doel:Met alle middelen, ervoor zorgen, dat de VOC een monopolie-positie kreeg in de specerijenhandel met ”Indie” [3]Als ik schrijf: ”Met alle middelen”, heb ik het over de meestagressief militaire en barbaarse middelen, namelijk een bloedigeoorlog tegen een weerloze burgerbevolking!Tegen het ”verbod” van de VOC in om nootmuskaat te verkopen aande Portugezen en de Engelsen, dedende bewoners van de Banda eilanden dat natuurlijk toch.Daarop kwam J.P. Coen in actie:Met een expeditieleger van 2000 soldaten viel hij de Bandaeilanden aan [nootmuskaat kwam namelijk alleen daar voor] en richtteeen massamoord aan onder meer dan 15 000 Bandanezen.In feite kwam vrijwel de hele bevolking om.Zo kwam moordenaar Coen aan zijn bijnaam ”De Slachter van Banda” [4]Over zijn misdadige optreden schreef hij zelf:” ‘De inboorlingen sijn meest allen door den oorloch, armoede ende gebreck vergaen. Zeer weynich isse op de omliggende eilanden ontcomen.’ [5]Kortom: Genocide en volkerenmoord, iets, wat ook in de 17e euw niet als ”normaal” werd beschouwd.Bewijs was wel de kritiek, die het optreden van Coen van zijn eigen VOC officieren kreeg: Ik citeer uit een artikel, verschenen in Trouw: ”Een VOC-officier verbaasde zich over de gruwelijke orders die hij moest uitvoeren: “De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.” [6] Natuurlijk, u hoeft niet al die informatie te vermelden, maar geef dan tenminste aan waarom de demonstranten geen standbeeld van Coen in Hoorn willen:Die massamoord op de bevolking van de Banda eilanden, die aan meer dan 15 000 mensen het leven gekost heeft. SAMENGEVAT In uw teletekstberichtgeving hebt u zowel hoor en wederhoor niet nageleefd [lezing demonstranten van de ongeregeldheden, motieven demonstranten voor de protestactie, terwijl u wel de motieven van de tegenpartij noemde], en daarnaast liet de volledigheid van uw berichtgeving te wensen over, omdat u niets hebt vermeld over verleden en carriere van J.P. Coen. Zeker bij zo’n gevoelige kwestie had u dat beter moeten doen. Ik hoop, dat u ervan leert en een volgende keer met volledigere informatie komt.
Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam P/S
NOS TELETEKSTBERICHT:
P/S NOS TELETEKST [overgeschreven]12 ARRESTATIES NA J.P. COEN PROTEST In Hoorn zijn rellen uitgebroken na een betoging tegen het standbeeld van J.P. Coen in het centrum. De politie greep in toen een grote groep betogers naar het monument wilde gaan, wat de Gemeente had verboden.Twaalf betogers zijn aangehouden.Een van hen had tegen het standbeeld geplast. De actie ”weg met J.P. Coen was op een door de Gemeente aangewezen plein.Bij het standbeeld was niet genoeg ruimte voor een demonstratie. Er was eerder op de avond ook een actie van voorstanders van het beeld, die voor ”ons erfgoed” zeiden op te komen.Daar kwamen ongeveer twintig mensen op af. EINDE NOS TELETEKSTBERICHT
ORIGINELE NOS TELETEKSTBERICHT
NOS Teletekst 109
12 arrestaties na J.P.Coen-protest
In Hoorn zijn rellen uitgebroken na
een betoging tegen het standbeeld van
J.P.Coen in het centrum.De politie
greep in toen een grote groep betogers
naar het monument wilde gaan,wat de
gemeente had verboden.Twaalf betogers
zijn aangehouden.Een van hen had tegen
het standbeeld geplast.
De actie 'Weg met J.P.Coen' was op een
door de gemeente aangewezen plein.Bij
het standbeeld was niet genoeg ruimte
voor een demonstratie.
Er was eerder op de avond ook een actie
van voorstanders van het beeld,die voor
"ons erfgoed" zeiden op te komen.Daar
kwamen ongeveer twintig mensen op af.
EINDE BERICHT NOS TELETEKST
NOTEN
[1] ”Coen werd op 8 januari 1587 in Hoorn geboren en op 11 januari 1587 gedoopt in de gereformeerde kerk in Hoorn als een zoon van Pieter Willemsz. (ca. 1561-) afkomstig uit Twisk.[1] Zijn vader was twee jaar daarvoor nog koopman in San Lucar en actief in de zouthandel.” WIKIPEDIAJAN PIETERSZOON COEN/JEUGD https://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan_Pieterszoon_Coen#Jeugd ORIGINELE BRON WIKIPEDIAJAN PIETERSZOON COENhttps://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan_Pieterszoon_Coen [2] WIKIPEDIAVEREENIGDE OOSTINDISCHE COMPAGNIE https://nl.wikipedia.org/wiki/ Vereenigde_Oostindische_Compag nie [3] ”De koopmanszoon Jan Pieterszoon Coen was er vooral op uit om voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie op de handel met Indië te verwerven.” TROUWOPTREDEN JP COEN HAD WEL WAT MINDERGEKUND9 JULI 2011 https://www.trouw.nl/home/ optreden-jp-coen-had-wel-wat- minder-gekund~a871a84c/ ”Samen met de eerste gouverneur-generaal Pieter Both stond Jan Pieterszoon Coen een beleid voor om op agressieve wijze een monopolie te verwerven in de specerijenhandel in de Indische archipel. ” WIKIPEDIAVEREENIGDE OOSTINDISCHE COMPAGNIE/MONOPOLIE https://nl.wikipedia.org/wiki/ Vereenigde_Oostindische_Compag nie#Monopolie ORIGINELE BRON WIKIPEDIAVEREENIGDE OOSTINDISCHE COMPAGNIE https://nl.wikipedia.org/wiki/ Vereenigde_Oostindische_Compag nie [4] ”Met een expeditieleger van 2000 soldaten overrompelde hij in 1621 de Banda-eilanden, waar de bevolking tegen het verbod van de VOC in nootmuskaat bleef verkopen aan Portugezen en Engelsen. Deze veel gezochte specerij kwam destijds alleen hier voor. Wie de Banda-eilanden bezat, had het monopolie. Duizenden Bandanezen werden bij die actie op gruwelijke wijze vermoord. Het leverde hem de bijnaam “Slachter van Banda” op” WIKIPEDIAJAN PIETERSZOON COEN/GOUVERNEUR-GENERAAL VAN DEVOC https://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan_Pieterszoon_Coen#Gouverneu r-generaal_van_de_VOC ORIGINELE BRON WIKIPEDIAJAN PIETERSZOON COEN/ https://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan_Pieterszoon_Coen ”Hoewel de bevolking vluchtte ontkwamen slechts weinigen. Naar schatting overleefden slechts zeshonderd van de 15.000 Bandanezen de aanval. Bekend is dat de VOC tijdens deze volkerenmoord Japanse samoerai-beulen die in dienst waren van de VOC, opdracht gaven tientallen dorpshoofden te onthoofden. Jan Pieterszoon Coen, die het monopolie op de handel in nootmuskaatnoten en foelie veilig had gesteld, kreeg door deze gebeurtenis de bijnaam: Slachter van Banda.” HISTORIEKJAN PIETERSZOON COEN (1589-1629)-STICHTER VAN BATAVIA21 AUGUSTUS 2015 https://historiek.net/jan-piet erszoon-coen-1587-1629/5545/ ”Het was de tot nationale held omgebouwde massamoordenaar Coen die het VOC-beleid het meest agressief uitvoerde. Coen koos het eiland Java uit als centrale plek om van daaruit de koloniale macht uit te breiden. In 1619 liet hij de stad Jakarta platbranden om er op de rokende resten de Hollandse nederzetting Batavia te stichten. Om het monopolie op specerijen veilig te stellen zond Coen in 1622 “een strafexpeditie” naar de Banda-eilanden. De Bandanezen ontdoken namelijk de wurgcontracten met de VOC en handelden clandestien met de Portugezen. Coen liet daarop ongeveer 15.000 Bandanezen uitmoorden” DOORBRAAK/HET GEBLADERTEHOLLANDSE KOOPMANSGEEST GEEN REDEN TOTFEESTZOMER 2002 http://www.doorbraak.eu/geblad erte/10842f52.htm ”“Coen ontvolkte in 1621 de Banda-eilanden, nadat de inwoners tegen het verbod van de VOC in nootmuskaat hadden geleverd aan de Engelsen”, aldus het tekstvoorstel van het burgerinitiatief. “Duizenden Bandanezen kwamen hierbij om het leven. Honderden werden als slaaf naar Batavia gedeporteerd, waar ze alsnog werden gedood of van ellende omkwamen. Aan deze volkerenmoord ontleent Coen zijn bijnaam ‘de slachter van Banda’. De gemeente Hoorn, die het door Ferdinand Leenhoff vervaardigde standbeeld plaatste in 1893, ziet het niet langer als eerbetoon.” De massamoord op de Banda-eilanden wordt beschouwd als het grootste bloedbad uit de geschiedenis van de VOC.” DOORBRAAK.EUGEMEENTE HOORN ONTKENT KOLONIALE GENOCIDE ONDERLEIDING VAN COEN8 MAART 2012 http://www.doorbraak.eu/ gemeente-hoorn-ontkent- koloniale-genocide-onder- leiding-van-coen/ ”Na een opstand van de bevolking volgde een volkerenmoord en van de 15.000 oorspronkelijke bewoners bleven er slechts 600 over.” WIKIPEDIAVOC OP DE BANDA-EILANDEN/BANDANESE VOLKERENMOORD https://nl.wikipedia.org/wiki/ VOC_op_de_Banda-eilanden#Banda nese_volkerenmoord ORIGINELE BRON WIKIPEDIA WIKIPEDIAVOC OP DE BANDA-EILANDEN https://nl.wikipedia.org/wiki/ VOC_op_de_Banda-eilanden ”De Hollanders namen er, zelfs voor die jaren, op ongekend wrede wijze wraak. Japanse samoerai-beulen in dienst van de VOC onthoofdden een groot deel van de leiders. Van de andere vijftienduizend Bandanezen overleefde slechts een fractie de strafexpeditie.” TROUWOPTREDEN JP COEN HAD WEL WAT MINDERGEKUND9 JULI 2011 https://www.trouw.nl/home/optr eden-jp-coen-had-wel-wat-minde r-gekund~a871a84c/ ”Om de nootmuskaathandel in handen te krijgen, werd bijna de volledige inheemse bevolking uitgemoord.” NOSHOORN WIL KRITISCHER TEKST BEELDJP COEN5 JULI 2011 https://nos.nl/artikel/253649- hoorn-wil-kritischer-tekst-bee ld-jp-coen.html [5] ”Hij pleegde volkerenmoord op de Banda-eilanden door de 15 duizend inwoners bijna allen de dood in te jagen. Coen schreef zelf over het resultaat van zijn optreden: ‘De inboorlingen sijn meest allen door den oorloch, armoede ende gebreck vergaen. Zeer weynich isse op de omliggende eilanden ontcomen.’ VOLKSKRANTIEMAND ALS COEN HOOR JE NIET TE EREN12 JULI 2011 https://www.volkskrant.nl/opin ie/-iemand-als-coen-hoor-je-ni et-te-eren~a2774480/
[6]
”Een VOC-officier verbaasde zich over de gruwelijke orders die hij moest uitvoeren: “De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.
TEKST ‘Dispereert niet.’ Met die woorden sloot koningin Wilhelmina op 14 mei 1940 haar toespraak tot het Nederlandse volk af. Ze citeerde de lijfspreuk van Jan Pieterszoon Coen: “Dispereert niet, ontziet uw vijanden niet, want God is met ons.”
Het leek de juiste tekst op het juiste moment. De stichter van Batavia en gouverneur-generaal in Nederlands-Indië (1587-1629) hoorde voor de meeste Nederlanders nog gewoon thuis in het rijtje van Hollandse helden. Toch waren het eigenlijk precies de foute woorden voor dat ogenblik. Leek de manier waarop Coen in zijn tijd huishield in de Oost niet verschrikkelijk veel op het brute optreden van de Duitse bezettingsmacht? Was het zelfs niet een graadje gruwelijker? De koopmanszoon Jan Pieterszoon Coen was er vooral op uit om voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie op de handel met Indië te verwerven. Hij schuwde daarbij geen enkel middel. Zelfs in eigen kring trad Coen hard en streng op. Maar berucht werd vooral zijn optreden op de Banda-eilanden, waar bewoners hun muskaatnoten ook aan de Britten leverden.
De Hollanders namen er, zelfs voor die jaren, op ongekend wrede wijze wraak. Japanse samoerai-beulen in dienst van de VOC onthoofdden een groot deel van de leiders. Van de andere vijftienduizend Bandanezen overleefde slechts een fractie de strafexpeditie. Een VOC-officier verbaasde zich over de gruwelijke orders die hij moest uitvoeren: “De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.”
Zelfs de Heeren Zeventien, de bestuurders van de VOC, lieten later weten dat het wel wat minder had gekund. Coen zelf noteerde na zijn ingrijpen tevreden: “De inboorlingen zijn meest allen door de oorlog, armoede en gebrek vergaan. Zeer weinig is er op de omliggende landen ontkomen.”
De geschiedschrijving benadrukte lang de grootheid van Coen. Al waren er criticasters.
De negentiende-eeuwse schrijver en criticus Conrad Busken Huet bijvoorbeeld: “De daden van geweld, waardoor men oudtijds zich van Banda en van zoveel andere punten in de Archipel heeft meester gemaakt, gaan zozeer de maat te buiten van hetgeen ons heden ten dage toeschijnt zelfs met de hardste en minst nauwgezette staatkunde bestaanbaar te zijn, dat de toestand van uitdroging en kwijning, waarin de Moluksche Eilanden in later tijd allengs geraakt zijn, verkieslijk moet schijnen boven de vroegere vruchtbaarheid.”
Maar de negentiende eeuw was ook de eeuw van het nationalisme. Nederlands trots ging pleinen opsieren: Oranjes, staatslieden, kunstenaars, zeehelden en ook kolonialen als Coen. Zijn beeld in Hoorn werd in 1893 onthuld.
Nieuw protest kwam met de golf van maatschappijkritiek die in de jaren zestig opkwam. Waren de in steen vereeuwigde Hollandse helden wel helden? In 1965 kreeg de jonge Relus ter Beek (later in zijn leven minister van defensie voor de PvdA) vijftig gulden boete voor het plaatsen van een kritisch bord bij het beeld van generaal Van Heutsz in diens geboorteplaats Coevorden. In 1967 was het monument voor dezelfde pacificator van Atjeh doelwit van een bomaanslag. Een jaar eerder werd een tunnel onder het Noordzeekanaal in Amsterdam nog gewoon Coentunnel genoemd.
Het beeld in Hoorn bleef sommige mensen ergeren. De aanstaande aanpassing van de tekst volgt uit een burgerinitiatief. “Zowel tijdgenoten als historici uitten kritiek op Coens bijzondere handelspolitiek”, memoreert het nieuwe bijschrift, waarna het “bijzondere” wordt uitgelegd met het voorbeeld van de Banda-eilanden.
Het beeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn blijft, maar de tekst erbij gaat wel wat meer recht doen aan ’s mans schaduwzijden. Kritiek op zijn optreden was er al van tijdgenoten.
EINDE NOTEN
Reacties uitgeschakeld voor Betoging tegen standbeeld J.P. Coen in Hoorn/NOS berichtgeving/Over hoor en wederhoor
HETZE TEGEN HET HAGA LYCEUM/INDOCTRINATIE?/WHAT ABOUT DE ”VADERLANDSE” GESCHIEDENIS? ASTRID ESSED ATTACK, WREKER VAN HET ONRECHT, KLAAGT AAN! De Islamofobie, is een ziekte, die sinds 2001 in hevige mate heeft toegeslagenin de Nederlanden en een aantal Calamiteiten heeft opgeleverd, zoalsFascistische partijen en ander extreem-rechts Geboefte [1]Dubieuze ”terreurprocessen” en anti-terreurwetgeving [2]Aanvallen op moslims [3]Debatoproepen tot etnische zuiveringen [4] Verdachte pakketjes-hysterie [5]Daarnaast wordt van moslims de idiootste dingen verlangd, zoalsafstand nemen van aanslagen, die zij niet hebben gepleegd [6] [ze zijn gek, dat ze het doen!] [7]Maar daarbij blijft het niet!Opnieuw heeft deze zieke vorm van xenofobie [want die Islamofobie”pakt” met name niet-westerse moslims] een Target gevonden, Deze Islamofobie heeft weer eens een nieuw Target gevonden, in de vorm van het Cornelius Haga Lyceum te Amsterdam. WAT IS HIER AAN DE HAND? Het ging los naar aanleiding van een Geheim Ambtsbericht van de AIVD en een Brief, die de NCTV [Nationaal Coordinator Terreurbestrijding en Veiligheid] aan burgemeester Femke Halsema heeft geschreven, waarin over het Haga Lyceum het volgende te lezen was:” Op 15 januari 2019 heeft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) zorgelijke signalen overgebracht over antidemocratische en anti-integratieve gedragingen van een onderwijsinstelling in uw stad, te weten het Cornelius Haga Lyceum. Deze signalen hielden in dat bepaalde richtinggevende personen binnen de school de helft van het curriculum aan de salafistische geloofsleer willen wijden en van plan zijn om ook buiten de reguliere lestijden scholieren onder hun invloedssfeer te brengen.”EN ” Daarnaast hielden de signalen ook in dat die richtinggevende personen sinds 2000 in een salafistische en radicale omgeving verkeerden. Het is bekend dat zij in de periode 2009-2012 contact zouden hebben onderhouden met de terroristische groepering “het Kaukasus Emiraat”. Het Emiraat was met name actief in de periode 2007 tot en met 2015, waarna een deel van de strijders zich aan heeft gesloten bij IS. Het Kaukasus Emiraat is onder meer verantwoordelijk voor aanslagen zoals die in de metro in Moskou in 2010.” [8] In gewone ”mensentaal”Het Haga Lyceum zou een broedplaats zijn voor extreme ideeen, waarbij[for the record], het gehele salafisme op een lijn wordt gesteld met gewelddadigradicalisme/terrorisme, wat sowieso ONZIN is, omdat de werkelijkheid veel genuanceerder ligt [9].Maar goed, de NCTV versie van het salafisme zou de factoleerlingen worden ”opgedrongen” Ik citeer weer uit die NCTV brief” Deze signalen hielden in dat bepaalde richtinggevende personen binnen de school de helft van het curriculum aan de salafistische geloofsleer willen wijden en van plan zijn om ook buiten de reguliere lestijden scholieren onder hun invloedssfeer te brengen.” [10]EN daarnaast zouden ”richtinggevende personen binnen de school”, bandenonderhouden met het mysterieuze ”Kaukasus Emiraat” [11], een Tsjetsjeensestrijdgroep of ”terreurgroep”, die tot 2015 actief was geweest en waarvan strijders zich tot het nu ook opgedoekte IS zouden hebben aangesloten. [12]Nou even off the record:Of al die Verhalen rond het ”terrorisme” van het inmiddels [waarschijnlijk]opgeheven ”Kaukasus Emiraat” waar zijn, is niet zo eenvoudig na te gaan, maar wat er in Westerse media vaak NIET bijverteld wordt is de tegen barbarieaangrenzende onderdrukking van de Tsjetsjeense door de Russische Staat,waarbij de meest huiveringwekkende mensenrechtenschendingen/oorlogsmisdaden voorkwamen en nog komen.Lees er Human Rights Watch maar op na! [13] Tot zover dat Emiraat: AANTIJGINGEN HAGA LYCEUM Nou is het probleem met dergelijke rapportages van AIVD en NCTV, dat zevaak op geen enkele manier zijn na te trekken, omdat bronnen ontbreken, maar wel hoogst serieus worden genomen door Overheid en andere autoriteiten, vooral als ze in hun straatje passen.En dat was met burgemeester Femke Halsema [alias Hemke Falsema] [14] zeker het geval.Falsema, oh pardon, Halsema, was immers degene, die actie wilde ondernemen tegen ”radicale” imams, die de strafrechtelijke grens net niet over gaan, maar wel onwenselijk zijn. [15]Dus onwettige maatregelen, want ze hebben, in normaal Nederlands, immers niets gedaan.Sowieso is Falsema [Halsema dus] vooringenomen tegen de Islam,die ze in haar TV documentaire ”Seks en de Zonde” een ”hardvochtige godsdienst” noemde. [16]
HAGA LYCEUM TARGET VAN POLITIEK Al met al werd de ”Haga Lyceum” affaire een onverkwikkelijke zaak, zwaar opgeblazen door de politiek.Zowel de Tweede Kamer, PvdA fractievoorzitter Lodewijk Asscher en zelfs premier Rutte meenden zich tegen deze kwestie aan te bemoeien. [17]De school werd van alle kanten aangevallen, maar weerde zich stevig. [18]Op een ”sommatie” van Halsema, naar het Stadhuis te komen, ging de directeur [op welke planeet leeft Halsema eigenlijk?] terecht,niet in. [19]Ook de ouders waren terecht boos!Ze eisten van Halsema bewijzen voor haar aantijgingen tegen deschool [20], maar zij stelde zelf, die niet te kunnen geven……[21]
Overigens, en dat bevestigt het beeld van politieke vooringenomenheid, probeerde de Gemeente van meet af aan alde oprichting van de school tegen te houden, waartegen de oprichters -uiteraard- in het geweer gingen.En juridisch moest de Gemeente keer op keer bakzeil halen…..[22] Rechtsgeleerden vonden het maar een rare zaak en spraken zelfs vaneen ”bestuurlijke guerilla” tegen de school……[23] Maar hoe het ook zij:Al die Overheids en Gemeentelijke commotie, waarbij zij -want datblijkt toch wel steeds duidelijker uit de berichtgeving – willens enwetens het Haga Lyceum te grazen willen nemen, omdat zij eenislamitische richting aanhangen, die de Staat der Nederlanden niet zint [24] en de directeur een strijdbare man blijkt [25], lijkt eenStorm in een Glas Water.Want bewijzen voor de associatie van de school met hetmysterieuze ”Kaukasus Emiraat” lijken maar niet geleverd te kunnenworden…..[26]Het feit, dat zij op reis gaan naar Tjsetjenie? [27]KOM nou toch.De directeur is nota bene met een Tsjetsjeense vrouw getrouwd.[28]Natuurlijk heel ”verdacht”, zo’n familiebezoek… Zouden Nederlanders, die met een Israelische vrouw getrouwd zijnen naar Israel op vakantie gaan, er ook van worden verdacht,agenten van de Mossad [Israelische Veiligheidsdienst] te zijn?Ik denk toch echt van niet…. Maar ja, als het moslims zijn….. Meten met twee maten lijkt hier aan de orde. GEEN BEWIJZEN, WEL DEMONISERING Burgemeester Halsema [oh pardon, FALSEMA [29] moet dus toegeven,dat er geen bewijzen voor die zogenaamde ”salafistische radicalisering”voorhanden zijn [30], uit een door de Volkskrant opgezet onderzoek blijkt het zelfde [31]Ook premier Rutte draait eromheen [wat waarschijnlijk betekent, dat hijgeen kaarten heeft om mee te spelen], al probeert hij dat te compenserendoor interessantdoenerij [”Maar hier is het laatste woord nog niet over gesproken.”] [32]En de zogenaamde ”Salafistische aanjagers”, van wie zulke drukte gemaakt werd en die de school zouden hebben belaagd, hebben, zo blijkt, helemaal geen contact met de leerlingen gehad! [33]Terecht spreekt ”Frontaal Naakt” [Peter Breedveld] schande van deze demonisering, zonder enig concreet bewijs, van het Haga Lyceum. [34]Ik ook.En laten we de juridische pesterijen van de Gemeente niet vergeten, nog voordat die school er zelfs was. [35]Dit wijst op een bewust plan, een Islamitische School van een signatuur, die de Staat niet zint, van meet af aan tegen te werken.Dit is xenofobie, stalking, karaktermoord en Islamofobie BAH! KIJK ”ONS” EENS SUPERIEUR ZIJN.DE ENE INDOCTRINATIE IS DE ANDERE NIET…… ‘Antidemocratisch onderwijs’ , ‘richtinggevende personen’, die zoudenverkeren in een ”salafistische en radicale omgeving” en die banden zouden hebben met ”de terroristische groepering “het Kaukasus Emiraat”, van wie een aantal leden zich later bij IS hebben aangesloten. [36] ”Zorgelijke ontwikkelingen binnen onze ”democratische rechtsstaat. [37] Ze zitten ZO hoog te paard, de hypocriete politici, dat ze een van de grofstevormen van indoctrinatie vergeten: Het eigen Nederlandse onderwijs
HET NEDERLANDSE ONDERWIJS EN INDOCTRINATIE: MICHIEL DE RUYTERPIET HEINZWARTE PIET
Wie zo hoog te paard zit, dat hij/zij spreekt over indoctrinatiedoor anderen [die niet eens bewezen is], moet wel een blaamloos verleden hebben. QUOD NON! [Latijn voor: hetgeen niet het geval is] [38] Nu is het aan het veranderen, maar gedurende de 20 ste eeuw [en eendeel van de negentiende, voor zover kinderen naar school gingen] WAS erin het Nederlandse onderwijs niets dan door raciale superioriteit gevoedeindoctrinatie! Zo werd de zetbaas van de Nederlandse slavenhandel, Michiel de Ruyter,ten onrechte als een ”zeeheld” voorgesteld. [39]Over de hele misdadige periode van de transatlantische slavenhandelen slavernij werd met name op de ”Lagere School” [nu de Basisschool]gedurende het grootste deel van de 20 ste eeuw gezwegen.Alsof het nooit had plaatsgehad.Het enige feit, dat er werd gememoreerd was, dat ”wij” [De slavenhoudende Republiek der Verenigde Nederlanden] tijdens deTweede Engelse Oorlog [handelsoorlog met Engeland om de dominantieop zee in Europa en de slavernij en specerijenroofhandel elders],Nieuw Amsterdam [het latere New York] ”ruilden” voor Surinamedat werd overheerst door de Engelsen] [40]Dat was het imperiale en pre kolonialistische denken in de 17e eeuw,maar werd het in de 20ste eeuw niet eens tijd, om de Roofstaat,die de Republiek der Verenigde Nederlanden was, tegen een kritisch daglichtte plaatsen.Om duidelijk te maken, dat ”wij” geen enkel recht konden doen geldenbuiten die ”Republiek”?Pas de laatste decennia van de 20ste eeuw kwam er eindelijk een kentering in deze gevaarlijke ONZIN. Piet Hein, een andere koloniale schurk [41] werd eveneens als een held vereerd, net zoals de rest van dat Gezelschap FROM HELL, zoals massamoordenaar Jan Pieterszoon Coen, een van de grondleggers vande Roofmaatschappij de Vereenigde OostIndische Compagnie [VOC] [42] En dan de Goedheiligman zijn knecht, Zwarte Piet.Ook zo’n racistisch stereotype, voortgekomen uit de uit transatlantischeslavenhandel en slavernij ontstane racistische beelden van zwarte mensen.Hij lijkt [voor velen gelukkig, leek] zo goedmoedig, ”onze” Zwarte Piet,maar ondertussen geeft hij het Beeld weer van de zwarte als dom, lichtelijkkwaadaardig, maar ook weer grappig en koddig, het dansende nehertje,WEL ondergeschikt aan de blanke man……[43]Niet alleen de afbeeldingen en het kromme taaltje, dat hij vaak nog uitslaat, bewijzen dat, maar als het niets met racisme te maken heeft,waarom dan die racistische scheldkannonades tegen zwarte mensenals Sylvana Simons, die zich verzetten tegen dit stereotype? [44] Diegenen, die denken, dat de heldenverering van slavenhandel zetbazenals Michiel de Ruyter, zeeschurken als Piet Hein, massamoordenaars alsJan Pieterszoon Coen en het aanhangen van de ”ludieke” Zwarte Piet[die vroeger steevast onderdeel was van de Sinterklaasviering opde Lagere School, geen invloed heeft gehad op de manier, waarop inNederland tegen zwarte mensen werd aangekeken, is een dwaas ofontkent bewust een [Nederlands] verleden van Bloed, Uitbuiting enMensenroof.
RIJN KOMT BIJ LOBITH ”ONS” LAND BINNEN Maar die Onderwijsindoctrinatie neemt nog bizarder vormen aan.Weinig [blanke] lezers weten dat, maar het onderwijs in Suriname ende Antillen [dan spreek ik wel van redelijk diep in de 20 ste eeuw]nam de meest bizarre vormen aan:Over het eigen land werd nauwelijks iets geleerd.Over het koloniale ”Moeder” land des te meer.Want de schoolboekjes warenNEDERLANDSE SCHOOLBOEKJES Wie met de oudere Generatie Surinamers, Indonesiers of Antillianenpraat, weet, dat er geleerd werd:”De Rijn komt bij Lobith ONS land binnen”Terwijl het over Nederland ging, niet over Suriname, de Antillen, Indonesie.Voormalig nieuwsverslaggeefster Noraly Beyer zei daarover o.a.:”Vroeger, als kind op Curaçao, leerde ik op school het lied In Holland staat een huis. Ik zong uit volle borst mee, al had ik geen idee wat en waar Holland was. Alle boekjes op school kwamen uit Holland en refereerden natuurlijk allemaal ook aan het Hollandse leven. Ik kon de provincies en hun hoofdsteden opdreunen en leerde ook dat de Rijn bij Lobith ons land binnenkwam. Ons land.” [45] Ook werden de kinderen in de toenmalige kolonieeenin de schoolboekjes getracteerd op het fenomeen ”Ijspret”, terwijl ze nog nooit sneeuw gezien hadden en er geen enkele voorstelling van konden maken. Pas in de vijftiger jaren begonnen schoolboekjes tecirculeren, die aansloot bij het echte land en belevingswereld van kinderen uit de [voormalige] kolonieeen. Bizar, nietwaar?De beste manier om mensen te kleineren en eenlaag zelfbeeld mee te geven, is de eigen cultuurwegvagen en de cultuur van de overheerser prijzen enophemelen. Over indoctrinatie gesproken……
EPILOOG Was het nou mijn bedoeling, beste lezers, om langseen omweg over het Nederlandse kolonialeverleden te beginnen?Absoluut niet.Over dat koloniale verleden en de misdaad der slavenhandel en slavernij valt veel te zeggen [46],maar dat kan ik op een andere plek ook doen. Neen, waar het mij hier om gaat is de Nederlandsehypocrisie.De Nederlandse politiek, de NCTV en AIVD hebben demond vol over ”de democratische rechtsstaat”, die ingevaar zou komen door ”salafistische aanjagers”,die het Haga Lyceum bezochten en leerlingenzouden indoctrineren. [47]Niet alleen blijkt hiervoor geen enkel concreet bewijs [48] en is wel aangetoond, dat er sprake is van eensystematische hetze tegen de school [49], door het Salafisme [dat alsreligieuze stroming als zodanig in de meeste gevallen helemaal niet aanjaagt tot terrorisme! [50] te demoniseren, doet de politiek voorkomen, alsof het Nederlandse onderwijs zijnzaakjes zo goed voor elkaar heeft.Terwijl nog geen vijftig jaar geleden [en dat is recentin de menselijke geschiedenis], massamoordenaars eneen misdadig stelsel van slavernij, hetzij werden verheerlijkt, hetzij uit de geschiedenis werden geschreven. Voordat het beschuldigende vingertje een andere richting wordt uitgestoken, dunkt het mij, dat deNederlandse Staat weleens verantwoording magafleggen van deze decennialange indoctrinatie, dietot gevolg heeft gehad, dat het institutioneel racismein deze samenleving nog springlevend is.En nog steeds zijn bittere vruchten afwerpt. [51] Astrid Essed
TWEEDE KAMER.NLBINNENHOF WEER OPEN NA VONDST VERDACHT PAKKETJE https://www.tweedekamer.nl/nieuws/kamernieuws/binnenhof-weer-open-na-vondst-verdacht-pakketje In verband met de vondst van een verdacht pakketje bij het Eerste Kamergebouw was het Binnenhof woensdagmiddag 20 september korte tijd afgesloten door de politie en de Koninklijke Marechausse. Na onderzoek door experts zijn de ingangen van het Binnenhof weer vrijgegeven.De Eerste Kamer is tijdelijk ontruimd geweest. Ook werd het Binnenhof compleet afgesloten. Van de Tweede Kamer waren alleen de toegangen naar het Binnenhof afgesloten. Het Tweede Kamergebouw zelf is niet ontruimd geweest.
‘Moslims nemen nooit afstand van terreur’ klinkt het steeds weer.
Degenen die dat blijven beweren, lijken of last te hebben van hun ogen of oren, of ze nemen selectief waar of ze zijn kwaadaardig.
Want los van de vraag of het geen volstrekt achterhaalde wijze van groepsdenken is om individuele moslims collectief aan te spreken op het wangedrag van extremisten elders, ….er wordt WEL massaal afstand genomen.
Zo heeft vandaag het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) waarbij de meeste islamitische koepels zijn aangesloten – opnieuw – een verklaring uitgegeven waarin het samenwerkingsverband van koepelorganisaties in duidelijke taal afstand neemt van de “onmenselijke praktijken van ISIS”.
Het CMO schrijft onder andere: “We veroordelen deze terreurdaden. De moslimgemeenschap voelt zich absoluut niet verbonden met dit soort praktijken.(..) Het is tevens beschamend om te zien dat sommige moslimjongeren in verschillende demonstraties en optochten in Nederland sympathiseren met ISIS. Wij interpreteren deze rebelse uitingen in het licht van maatschappelijke ontevredenheid over de eigen positie. Deze jongeren zijn zich veelal niet bewust van het kwaad waarmee zij zich associëren. De Nederlandse moslimgemeenschap moet als eerste haar verantwoordelijkheid nemen, waakzaam en alert zijn op jongeren die dreigen af te glijden. Tevens moeten wij met zijn allen de krachten bundelen om tot een integrale en preventieve aanpak te komen om radicalisering onder moslimjongeren tegen te gaan.”
Het is niet de eerste keer dat een moslim, een islamitische organisatie of organisatie van etnische minderheden afstand neemt van extremisme. Eerder verscheen, bijvoorbeeld, op dit blog::
Aan burgemeester van Amsterdam Drs. F. Halsema Postbus 202 1000 AE Amsterdam Datum 7 maart 2019 Onderwerp Zorgen ten aanzien van onderwijsinstelling in Amsterdam Geachte burgemeester Halsema, Zoals u weet is onlangs de Taskforce Problematisch Gedrag en Ongewenste Buitenlandse Financiering opgericht, bestaande uit afgevaardigden van het ministerie van SZW, BZK (incl. de AIVD) en J&V (incl. de NCTV). Deze Taskforce heeft tot doel om het mogelijk te maken uitwassen tegen te gaan die op basis van ideologische of religieuze overtuigingen leiden tot actieve onverdraagzaamheid en/of het belemmeren van anderen in het uitoefenen van hun grondwettelijke rechten en vrijheden. Dit doet de Taskforce door de verschillende inspanningen binnen de Rijksoverheid op het gebied van informatievergaring, duiding en het ontwikkelen van handelingsperspectief beter bijeen te brengen en door daarover onder andere gemeenten gevraagd en ongevraagd van advies te voorzien. Naar aanleiding van uw verzoek om gezamenlijk handelingsperspectief en de door u uitgesproken zorg, en gelet op het feit dat de inschrijvingsperiode voor middelbare scholen in Amsterdam op 15 maart as. sluit, informeer ik u als volgt. Op 26 februari jongstleden heeft de NCTV het nieuwe Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (49) gepubliceerd. Daarin wordt de onderstaande zorgelijke ontwikkeling gesignaleerd. “Salafistische voormannen of ‘aanjagers’ zetten voortdurend nieuwe educatieve en vormende initiatieven op en domineren mede hierdoor het niet reguliere islamitisch onderwijs. Met succes zamelen zij in binnen- en buitenland gelden in waarmee zij deze nieuwe projecten financieren.” Tevens wordt helder omschreven waarom de Rijksoverheid dit zorgelijk vindt. In het DTN staat daarover: “Ten eerste kunnen de centrale beginselen van het salafisme leiden tot radicalisering en extremisme en ook tot isolement en vervreemding van de rest van de samenleving. Ten tweede zijn er salafistische ‘aanjagers’ die off- en online onverdraagzaamheid, intolerantie of haat prediken en daarmee uiteindelijk kunnen aanzetten tot radicalisering en extremisme. Deze predikers BLADZIJDE 2 worden daarom beschouwd als een potentiële bedreiging voor de nationale veiligheid. Nederland kent tientallen salafistische ‘aanjagers’, die veelal verbonden zijn aan salafistische centra in hun woonomgeving, maar daarnaast prediken op allerlei plaatsen in het land. De meesten hebben een sterke online presentie. Een deel van deze ‘aanjagers’ heeft, ten derde, een rol binnen of een relatie met de Nederlandse jihadistische beweging. Deze groep ‘aanjagers’ draagt daarmee bij aan de instandhouding van de Nederlandse jihadistische beweging.” Op 15 januari 2019 heeft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) zorgelijke signalen overgebracht over antidemocratische en anti-integratieve gedragingen van een onderwijsinstelling in uw stad, te weten het Cornelius Haga Lyceum. Deze signalen hielden in dat bepaalde richtinggevende personen binnen de school de helft van het curriculum aan de salafistische geloofsleer willen wijden en van plan zijn om ook buiten de reguliere lestijden scholieren onder hun invloedssfeer te brengen. Voorts stellen sleutelfiguren binnen de school onderling vast dat zij in strijd handelen met de antiradicaliseringsstrategie, ontwikkeld door de overheid. Tevens komt uit inlichtingen naar voren dat er ten minste een godsdienstles bewust is geannuleerd op het moment dat de Onderwijsinspectie kwam controleren. Daarnaast hielden de signalen ook in dat die richtinggevende personen sinds 2000 in een salafistische en radicale omgeving verkeerden. Het is bekend dat zij in de periode 2009-2012 contact zouden hebben onderhouden met de terroristische groepering “het Kaukasus Emiraat”. Het Emiraat was met name actief in de periode 2007 tot en met 2015, waarna een deel van de strijders zich aan heeft gesloten bij IS. Het Kaukasus Emiraat is onder meer verantwoordelijk voor aanslagen zoals die in de metro in Moskou in 2010. De signalen geven ook aan dat zij zich omringen met salafistische aanjagers. De door de AIVD beschreven situatie past in het bredere beeld dat in het DTN 49 is geschetst. De genoemde gedragingen zijn niet in lijn met het gezicht dat het schoolbestuur naar buiten toe toont. De Onderwijsinspectie heeft aangekondigd een lopend onderzoek van oktober 2018 voort te zetten. Het inspectierapport van dit onderzoek is niet vastgesteld vanwege de hiervoor genoemde signalen. Woensdag 6 maart jl. heeft de inspectie onaangekondigd de school bezocht. Helaas heeft de inspectie moeten vaststellen dat er door de opstelling van de schoolleiding op dat moment geen klimaat in de school aanwezig was dat effectief onderzoek op de school mogelijk maakt. Het onderzoek zal uiteraard wel op zeer korte termijn worden voortgezet. Naar verwachting wordt de rapportage in juni afgerond. De school heeft aangekondigd te overwegen om via een kort geding te willen afdwingen dat het onderzoek niet wordt voortgezet, en dat een concept-rapport van het onderzoek dat de inspectie uitvoerde in oktober 2018, vastgesteld zou moeten worden. Om een weerwoord te bieden aan dergelijke (in het licht van onze democratische rechtsstaat zorgelijke) ontwikkelingen is de Taskforce bijeengekomen. Samen met onder andere het ministerie van OCW en vertegenwoordigers van het lokaal bestuur hebben zij gesproken over hoe ze deze ontwikkeling kunnen adresseren, en daarbij handelingsperspectieven te formuleren. BLADZIJDE 3 Iedereen heeft het recht op vrijheid van religie of levensbeschouwing. Het kabinet acht het niet de rol van de overheid om zich te mengen in religieuze of levensbeschouwelijke discussies. Het kabinet ziet wel een rol voor zichzelf om de verspreiding van onverdraagzaamheid en antidemocratisch gedachtengoed tegen te gaan en groepen in de samenleving hiertegen weerbaarder te maken. De overheid wil actief kunnen ingrijpen bij signalen dat er in onderwijs antidemocratische opvattingen en een actieve afkeer van de Nederlandse samenleving worden verspreid of een parallelle samenleving wordt aangeprezen die haaks staat op de waarden van de Nederlandse samenleving. Dat het kabinet hier actief werk van maakt blijkt ook uit het bij het ministerie van OCW in voorbereiding zijnde wetsvoorstel ‘Verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs’. In gezamenlijkheid is de conclusie getrokken dat het in ieder geval wenselijk is om de bovenstaande informatie openbaar te maken voor het einde van de inschrijvingsperiode. Door de informatie in deze brief openbaar te maken kunnen toekomstige middelbare scholieren en hun ouders/verzorgers er kennis van nemen en goed geïnformeerd een schoolkeuze maken. Via deze brief wil ik u daarom inzicht geven in de gezamenlijke zorgen, en u in staat stellen deze informatie aan te wenden in het belang van alle schoolgaande kinderen in Amsterdam. In de tussentijd blijft de Taskforce zeer gemotiveerd antidemocratisch en antiintegratief gedrag tegen te gaan binnen de mogelijkheden die de rechtsstaat ons biedt. Stap voor stap wordt gewerkt aan handelingsperspectieven om dergelijk gedrag aan te pakken en concrete maatregelen te (kunnen) nemen. Pieter Jaap Aalbersberg Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
In het salafisme kunnen drie substromingen worden onderscheiden.[4]
Puristen streven naar het leven volgens de Koran en de soenna. Zij zijn niet politiek actief, omdat zij vinden dat leiding geven aan de mensheid de taak van God is. Geweld wordt principieel verworpen, en ze zijn voornamelijk bezig met het inrichten van hun eigen leven naar de Koran en de soenna.
Politieke salafisten komen overeen met puristen, maar verwerpen politieke deelname niet. Deze dient echter het doel een islamitische samenleving te verwezenlijken. Geweld wordt ook door hen in principe afgekeurd, tenzij ter verdediging, bijvoorbeeld tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Irak of tegen ‘onislamitische’ dictators in het Midden-Oosten.
Jihadistische salafisten ten slotte zijn de meest geradicaliseerde substroming en stellen de (innerlijke en uiterlijke) jihad direct als tweede plicht na de sjahada. Verdediging tegen aanvallen van ongelovigen wordt gezien als een heilige plicht waarvoor een ware moslim zelfs het eigen leven ter beschikking moet stellen. In de meest radicale versie worden beledigingen tegen de islam (bijvoorbeeld spotprenten) ook als ‘aanval’ gezien, of is zelfs geweld om de islam te verspreiden geoorloofd.
‘Richtinggevende personen’ op het Cornelius Haga Lyceum verkeren volgens de AIVD in een radicale omgeving. Tussen 2009 en 2012 hadden zij banden met de terroristische organisatie Kaukasus Emiraat. Die beweging was in veel opzichten een voorloper van het latere IS.
Kaukasus Emiraat streefde sinds 2007 naar een islamitische staat op Zuid-Russische bodem. De Noordelijke Kaukasus was het beoogde gebied: dat strekt zich uit van Dagestan aan de Kaspische Zee tot voorbij Novorossisk aan de Zwarte Zee. Niet overal zijn ook daadwerkelijk strijdgroepen actief geweest. Zij keerden zich met geruchtmakende terreurdaden tegen de Russische autoriteiten.
De Tsjetsjeen Dokoe Oemarov, riep in 2007 deze islamitische staat uit. Later eiste hij de verantwoordelijkheid op voor de zelfmoordaanslagen in de Moskouse metro in 2010 en op het Moskouse vliegveld Domodedovo het jaar daarop. In 2014 kwam Oemarov om. Zijn opvolger, Aliaschab Kebekov, werd een jaar later gedood bij een bestorming door de Russische politie.
De dood van de leiders heeft de beweging verzwakt. Ook verloor het Kaukasus Emiraat aantrekkingskracht toen IS gebieden in Syrië en Irak in 2014 tot kalifaat uitriep. Dit zorgde voor tweespalt. Jongere en radicalere leden sloten zich bij IS aan.
Onderzoeker Danis Garaev promoveerde vorig jaar aan de Universiteit van Amsterdam op jihadistische groepen in de voormalige SovjetUnie. Volgens Garaev trok IS zoveel strijders aan uit deze regio omdat hun staat ‘veel ambitieuzer’ was. “Hun territorium was veel groter vergeleken met het gebied in de Noord-Kaukasus. Maar ook is er een verschil tussen een emiraat en een kalifaat. Een emiraat is niet echt een rijk: het is een deel van een rijk. De leiders zagen hun emiraat als eerste stap naar een kalifaat in Rusland. Ze geloofden dat alle Russen zich zouden bekeren tot de islam.”Van oudsher wonen er veel moslims in de Noord-Kaukasus. In de zevende eeuw was het onderdeel van verschillende Arabische kalifaten. Tot de 19de eeuw maakte het gebied geen deel uit van het Russische rijk.
[12]
ZIE NOOT 11, ARTIKEL TROUW, ZIE OOK NOOT 10
[13]
HUMAN RIGHTS WATCHWELCOME TO HELL: ARBITRARY DETENTION, TORTURE AND EXTORTION IN CHECHNYA
HUMAN RIGHTS WATCHRUSSIAN ATROCITIES IN CHECHNYA DETAILED
Burgemeester Femke Halsema stopt de toenadering tot salafistische organisaties die door haar voorganger Jozias van Aartsen was ingezet.
Daarnaast wil Halsema actie ondernemen tegen radicale imams die de strafrechtelijke grens net niet over gaan, maar wel onwenselijk zijn. Ook moet de financiering uit het Midden-Oosten, bedoeld om moslims te bekeren tot radicale stromingen, stoppen, vindt Halsema. “Het is niet acceptabel als Amsterdamse burgers door een buitenlandse overheid met financiële en politieke middelen worden overreed of gedwongen om geloofsopvattingen aan te hangen of uit te dragen.”
Dat schrijft de burgemeester woensdag in een brief aan de gemeenteraad. Hierin geeft ze voor het eerst sinds haar aantreden een beeld van hoe de gemeente wat haar betreft met het beladen onderwerp radicalisering zou moeten omgaan.
Vorig jaar raakte de werkwijze van Eberhard van der Laan in opspraak, door het strafontslag van een hooggeplaatste adviseur op dit gebied wegens vermeende factuurfraude. Hierna kwam naar voren dat de betreffende afdeling te veel leunde op het persoonlijk netwerk en te weinig openstond voor contra-expertise van buitenaf.
Halsema wil dat meer ambtenaren op dit soort afdelingen aan het begin van hun dienstverband gescreend worden door de AIVD. Ook de gemeente zelf scherpt de screening van dit personeel aan.
Anti-radicaliseringsprogramma Momenteel heeft de stad 59 personen in een speciaal anti-radicaliseringsprogramma opgenomen. 20 procent daarvan is vrouw. Dit aantal is al een tijdlang stabiel. Ook werkt de stad al heel lang met een uitgebreid netwerk van sleutelpersonen die het stadhuis een beeld moeten geven van wat er speelt in, voornamelijk, de islamitische gemeenschap. Halsema wil de rol van die sleutelpersonen heroverwegen, omdat nu niet altijd even duidelijk is of deze mensen professionals, of vrijwilligers zijn.
Ook de aandacht voor het Meldpunt Radicalisering moet verbeterd worden, de burgemeester laat onderzoeken hoe meer mensen van het bestaan van dit orgaan op de hoogte kunnen worden gebracht.
Polarisatie Daarnaast neemt Halsema afstand van het gebruik om radicalisering in één zin te noemen met polarisatie, alsof beide fenomenen onwenselijk zijn. Het tegengaan van polarisatie, bekend geworden door de beroemde metafoor van Cohen die ‘de boel bij elkaar wilde houden’ was sinds de moord op Van Gogh in 2004 staand beleid in Amsterdam.
Halsema ziet dat anders. “Heftig en soms onverzoenlijk meningsverschil hoort echter thuis in onze democratische rechtsstaat en in onze vrije stad, verrijkt deze ook en is nadrukkelijk geen voorwerp van radicaliseringsbeleid”, schrijft Halsema. “Beter lijkt het mij te spreken van radicalisering en extremisme.”
Op voorspraak van waarnemend burgemeester Van Aartsen werd toenadering gezocht tot salafistische organisaties, met oog voor de scheiding tussen kerk en staat, om zo een beter beeld te krijgen van de spanningen in de moslimgemeenschap.
Denktank Onder leiding van UvA-docent Floris Vermeulen zou vanaf september onderzochtworden hoe Amsterdam structurele samenwerkingen aan kan gaan met orthodoxe organisaties in de stad. Halsema stopt die toenadering nu, nog voor men er mee is begonnen. In plaats daarvan pleit de burgemeester voor de oprichting van een denktank met vooraanstaande experts, die de gemeente gevraagd en ongevraagd van advies kunnen dienen op het gebied van de radicalisering.
Ook de invloed van buitenlands geld en in het buitenland geschoolde predikers die in Amsterdam hun, veelal radicaal islamitsche, boodschap willen verkondigen legt Halsema onder de loep. Momenteel kan de gemeente al een pittig gesprek aangaan met de organisatoren, of politie in de zaal zetten om te checken of er strafbare uitingen worden gedaan. Dat is wat de burgemeester betreft niet genoeg.
Maatregelen Het gaat om maatregelen in de grijze zone voor uitlatingen die niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden, maar de gemeente wel onwenselijk vindt. “Het bestuurlijk instrumentarium is aan beperkingen gebonden bij anti-integratieve, antidemocratische uitingen.”
Halsema wil die beperkingen op een rijtje zetten, en met wijzigingsvoorstellen in de tas naar Den Haag. Daar moeten maatregelen worden gemaakt waarmee radicalisme van buiten de stad beter kan worden bestreden.
Hoe haar voorstellen er praktisch uit zullen zien zien, wordt dit najaar duidelijk, schrijft Halsema. De gemeenteraad zal de koerswijziging begin september bespreken.
[16]” De overkoepelende vraag waarmee ze op reis gaat, is wat vrouwen beweegt om trouw te zijn aan een geloof dat dikwijls zo hardvochtig voor hen is.”FEMKE HALSEMA/SEKS EN DE ZONDEhttps://www.femkehalsema.nl/seks-en-de-zonde/ TEKST ”islamitische vrouwen zijn een populair gespreksonderwerp. Hun sluier, het gescheiden zwemmen, de omgang met mannen, hun vrijheid. Zelden komen ze zelf aan het woord, ze gaan over tafel als illustratiemateriaal voor de gruwelijkheid, of juist de superioriteit van de islam.
In zes afleveringen van 50 minuten reist Femke Halsema door de islamitische wereld en praat met zeven islamitische vrouwen over hun geloof, hun leven en strijd. In elke aflevering staat telkens één bijzondere vrouw centraal (in de vijfde aflevering komen twee vrouwen aan bod). De afleveringen zijn opgebouwd rond de islamitische regels over zedelijkheid, de Sharia, de seksuele en politieke beperkingen voor vrouwen, het oprukkende Islamisme en de vrouwenstrijd.
Heikele onderwerpen worden niet gemeden. Halsema is een ongelovige buitenstaander. Ze is nieuwsgierig naar de verhalen van de vrouwen maar ook bewapend met haar eigen vrijzinnige opvattingen, en zet haar persoonlijke levenservaringen af tegen die van de islamitische vrouwen. De overkoepelende vraag waarmee ze op reis gaat, is wat vrouwen beweegt om trouw te zijn aan een geloof dat dikwijls zo hardvochtig voor hen is. Ze probeert te achterhalen of er een plek is voor vrije en dwarse vrouwen in de islam. ”De overkoepelende vraag waarmee ze op reis gaat, is wat vrouwen beweegt om trouw te zijn aan een geloof dat dikwijls zo hardvochtig voor hen is. ”DOC.2”SEKS EN DE ZONDE” https://www.2doc.nl/documentaires/s/seks-en-de-zonde.html
In zes afleveringen van 50 minuten reist Femke Halsema door de islamitische wereld en praat met zeven islamitische vrouwen over hun geloof, hun leven en strijd. In elke aflevering staat telkens één bijzondere vrouw centraal (in de vijfde aflevering komen twee vrouwen aan bod). De afleveringen zijn opgebouwd rond de islamitische regels over zedelijkheid, de sharia, de seksuele en politieke beperkingen voor vrouwen, het oprukkende islamisme en de vrouwenstrijd.
Heikele onderwerpen worden niet gemeden. Halsema is een ongelovige buitenstaander. Ze is nieuwsgierig naar de verhalen van de vrouwen maar ook bewapend met haar eigen vrijzinnige opvattingen, en zet haar persoonlijke levenservaringen af tegen die van de islamitische vrouwen. De overkoepelende vraag waarmee ze op reis gaat, is wat vrouwen beweegt om trouw te zijn aan een geloof dat dikwijls zo hardvochtig voor hen is. Ze probeert te achterhalen of er een plek is voor vrije en dwarse vrouwen in de islam.
Aflevering 1: De islam in de polder
Vertrekpunt van de serie is het islamdebat in Nederland, het beeld dat er van islamitische vrouwen bestaat en de persoonlijke ervaringen van de Nederlands-Marokkaanse Fadwa Kartoubi, maatschappelijk werkster, blogster en alleenstaande moeder.
Aflevering 2: De bikini als wapen
De Pakistaanse Veena Malik wordt verafgood door miljoenen en gehaat door even zovelen. De sexy Bollywoodster werd uit haar land verjaagd omdat ze zoende op de Indiase televisie. Halsema praat met haar in Bombay over haar roem en de prijs die ze betaalt voor dwarsheid en seksuele vrijheid.
Aflevering 3: Twee zielen in de borst
De islamitische wereld kent gespletenheid. Geestelijken prediken preutsheid, ondertussen zie je op tv en in films alles wat Allah verboden heeft. Halsema spreekt de gevluchte Syrische geestelijke Rufaida Al Habash in Qatar, consumentenmekka en islamitische staat. Wanneer ben je als vrouw een ‘goede’ gelovige? Wat mag wel? Waarom mogen meisjes niet zoenen voor het huwelijk? En waarom richten de beperkingen zich altijd op vrouwen, en zelden op mannen?
Aflevering 4: De vrouw aan het stuur
Als vrouw in Saoedi Arabië mag je niets: niet stemmen, vrij over straat lopen of autorijden. Activiste Souad Al Shammary eist, met grote risico’s, het recht op om als vrouw haar eigen keuzes te mogen maken. In Cairo, toneel van demonstraties, revolutie en intimidatie van vrouwen, spreekt Halsema met haar over haar land en leven.
Aflevering 5: De oprukkende islam
In Birmingham heeft Shalina Litt zich bekeerd tot de pure islam: sinds enkele jaren draagt ze een niqaab en maakt ze deel uit van de snel groeiende ultraconservatieve islamitische gemeenschap in de Engelse stad. In Istanbul schrijft en vecht de Koerdisch-Alevitische dichteres Bejan Matur tegen de zich verspreidende islamitische dwang van premier Erdogan en zijn aanhangers. Is de ene vrouw het probleem? En de andere deel van de oplossing?
Aflevering 6: Tussen hoop en vrees
De Marokkaanse feministe Latifa Jbabdi kijkt terug op een leven van strijd, gevangenschap en marteling en idealisme. Inmiddels vecht ze niet meer tegen de staat maar heeft ze als leider van de Marokkaanse vrouwenbeweging geholpen het familierecht te herschrijven. Zij is hoopvol over haar land, maar minder over de positie van vrouwen wereldwijd.SCHRIJFSTER ASTRID ESSED STAAT NIET NOODZAKELIJKERWIJSACHTER DE INHOUD VAN ONDERSTAAND STUKFRONTAAL NAAKTDUS FEMKE NOEMT DE ISLAM HARDVOCHTIG.ET ALORS?HASSNAE BOUAZZA EN NADIA BOURRAS19 JUNI 2014http://www.frontaalnaakt.nl/archives/dus-femke-noemt-de-islam-hardvochtig-et-alors.htmlA
[17]
HET PAROOLKAMER STEMT IN MET AANPAK CORNELIUS HAGA LYCEUM19 MAART 2019
Dinsdag stemde een meerderheid van het parlement voor vrijwel alle plannen om een herhaling van een situatie als die op het Cornelius Haga Lyceum te voorkomen.
De Tweede Kamer wil leerlingen beter beschermen tegen extremistische denkbeelden. Bestaande wetten, over bijvoorbeeld de aanpak van georganiseerde criminaliteit, uitbreiden om ook radicale schoolbestuurders aan te kunnen pakken. En meer bevoegdheden voor de onderwijsministers.
Minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) zegde vorige week toe de meeste voorstellen serieus te zullen bestuderen.
De verontwaardiging in de Kamer was fors tijdens het debat van vorige week. Vooral dat de minister door de reikwijdte van de vrijheid van onderwijs, eigenlijk heel weinig bewegingsruimte heeft om een schoolbestuur aan te pakken, is velen een doorn in het oog.
Terreurbeweging Kaukasus Emiraat De islamitische school raakte begin deze maand in opspraak. Volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst lopen er mensen op de school rond die de helft van het leerplan aan de salafistische geloofsleer willen wijden.
Ook zouden mensen in het verleden in contact hebben gestaan met het Kaukasus Emiraat, een terreurbeweging die onder meer achter de aanslag op de Moskouse metro in 2010 zat.
Op basis van de inlichtingen waarschuwde de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid het stadsbestuur. Dat besloot de informatie openbaar te maken.VOLKSKRANTLODEWIJK ASSCHER PLEIT VOOR SLUITING HAGA LYCEUM:”VOOR WELZIJN VAN LEERLINGEN ZOEK IK DE RANDEN OP”12 MAART 2019
Het wetsartikel dat iedereen recht geeft een eigen school te stichten, moet op de schop, meent PvdA-leider Asscher. Het Haga Lyceum moet dicht. ”Een café gaat dicht als er drugs worden aangetroffen. Maar als een school gif verspreidt staat de overheid met lege handen.’ Lodewijk Asscher is er stellig over. De PvdA-leider vindt dat het Cornelius Haga Lyceum, waar volgens de AIVD sprake is van antidemocratische en anti-integratieve gedragingen, direct de deuren moet sluiten. Ook meent hij dat de overheid meer mogelijkheden moet krijgen om dergelijke scholen in de toekomst te weren. En daartoe moet Artikel 23 van de Grondwet op de schop. Asscher weet waar hij over spreekt. In 2010 was hij onderwijswethouder in Amsterdam toen het Islamitisch College Amsterdam (ICA) wegens teruglopende leerlingenaantallen en aanhoudende problemen met de onderwijskwaliteit dicht ging.
U was daar toen niet bepaald rouwig om.
‘Het gebrek aan kwaliteit was evident. Maar dat was niet alles. Sommige mensen op die school waren bezig de leerlingen in te prenten dat ze er niet bij hoorden in de samenleving, dat ze op andere scholen niet veilig waren met een hoofddoek. Leerlingen werden daar niet voorbereid op onze maatschappij.’
Had u toen ook signalen dat leerlingen radicale ideeën kregen bijgebracht?
‘Ik weet dat er banden waren met een moskee die als radicaal bekendstond. Een godsdienstleraar van ICA was in die moskee actief. Maar dat was niet voldoende om te zeggen dat er iets mis was met die school. Signalen van de AIVD? Daar kan ik niets over zeggen.’
Een paar maanden na de sluiting van het ICA richtten oud-medewerkers van de school de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO) op. Die kreeg van het ministerie toestemming om een nieuwe middelbare school te starten. Wethouder Asscher reageerde destijds fel. Hij had geen trek in zo’n school, die hij als een doorstart van het ICA beschouwde – iets wat de initiatiefnemers overigens ontkenden.
‘Als het loopt, zwemt en kwaakt als een eend’, zegt Asscher, ‘dan is het meestal een eend. Ja, het waren andere mensen. Maar iedereen wist dat het om een doorstart ging.’
De gemeente zocht de randen van de wet op om de school tegen te houden. Bijvoorbeeld door geen gebouw beschikbaar te stellen. Heeft u ooit morele bezwaren gekend?
‘Formeel gaat de stad alleen over de stenen, de huisvesting. Toen ik als wethouder begon hadden tientallen basisscholen het heel moeilijk. Ik ben met geld van de stad de kwaliteit gaan verbeteren. Mensen zeiden dat dat niet mocht. Maar mijn stelling was altijd: het zijn onze kinderen, dus wij zijn verantwoordelijk. Dat gold ook bij de besluitvorming rond de nieuwe islamitische school. Als het welzijn van de leerlingen in het geding komt, zoek ik de randen op.’
En gaat u er overheen. De rechter floot de gemeente telkens terug.
‘Dat speelt ook nu weer. De gemeente dreigt de subsidies in te trekken en de school kan naar de rechter. Het is niet uit te sluiten dat de school gelijk krijgt. Tegelijkertijd steun ik de gemeente Amsterdam nu voor honderd procent. En let op: een groot deel van de islamitische gemeenschap doet dat ook.’
Is het niet pijnlijk dat de overheid deze school verwijt de leerlingen geen respect voor de rechtsstaat bij te brengen, terwijl de overheid steeds maatregelen tegen de school neemt die geen stand hielden bij de rechter?
‘Nee. Wij moeten de belangen van kinderen verdedigen. Dat we daarmee de rechtsstaat zouden schenden, vind ik vergezocht. Het is een retorisch handige omkering die past bij het discours van: wij krijgen niet dezelfde rechten, wij krijgen geen gelijkheid, wij krijgen geen vrijheid.’‘Draai het eens om. Stel dat een school niet goed is. Wil je dan een wethouder die zegt dat de bevoegdheid in Den Haag ligt en de inspectie over twee jaar wel weer eens komt kijken? Nee, je wil dat het gemeentebestuur soms activistisch optreedt.’
Al bij de sluiting van ICA suggereerde Asscher dat Artikel 23 van de Grondwet, die iedere burger de vrijheid biedt een eigen school te stichten, aan vervanging toe was. Hij vroeg zich af of het artikel geen ‘vrijbrief voor slecht onderwijs’ was. Dat herhaalt hij nu.
‘Het is mooi dat scholen een eigen identiteit hebben, maar als we scholen willen tegenhouden die kinderen niet goed voorbereiden op het leven in deze maatschappij, dan zwaaien ze altijd met Artikel 23. Dat is bizar.’
Binnenkort komt de PvdA-fractie daarom met een voorstel voor een nieuwe wettekst. Daarin ligt de nadruk op gelijke kansen voor alle kinderen, maar Asscher meent er ook de oprichting van ondemocratische scholen mee te kunnen stoppen.
‘We willen in de Grondwet vastleggen dat er wetten moeten komen die scholen verplichten eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden bij te brengen.’
En hoe voorkomt u daarmee een nieuw Haga Lyceum?
‘Voordat een school geld krijgt, moet er onderzoek gedaan worden naar de statuten, de missie, de bestuurders en de initiatiefnemers van een school. Slob stelt nu iets soortgelijks voor, maar hij verankert niet in de Grondwet dat burgerschap, democratie en mensenrechten voor de vrijheid van het schoolbestuur gaan.
‘Daarnaast moet de gemeente kunnen ingrijpen als een school de wet overtreedt. Een burgemeester moet kunnen afdwingen dat een bestuur opstapt. Nu kan dat niet.’
Zo’n toetsing vooraf is lastig, zeggen critici. Scholen kunnen stromannen in hun bestuur zetten of hun visie laten schrijven door een adviesbureau.
‘Handige mensen vinden altijd een manier om de regels te omzeilen. Maar als wetgever moeten we op z’n minst duidelijk opschrijven wat we wel en niet willen. En dit willen we niet.’
Een bijeenkomst tussen burgemeester Femke Halsema en boze ouders van leerlingen op het Cornelis Haga Lyceum liep dinsdag wegens te grote belangstelling uit op een fiasco.
Volgens burgemeester Femke Halsema en onderwijswethouder Marjolein Moorman is geen sprake van een ‘veilige en democratische vorming van de leerlingen’ op het Cornelius Haga Lyceum, een islamitische middelbare school in Amsterdam. In een brief aan de gemeenteraad schreven de twee dat de pupillen onder invloed staan van ‘richtinggevende personen’ die banden zouden hebben onderhouden met een aan IS gelieerde Tsjetsjeense terreurorganisatie, het Kaukasus Emiraat.
Voorafgaand aan de oprichting van de school, anderhalf jaar geleden, stelde de gemeente alles in het werk om te voorkomen dat zij er überhaupt kwam. Maar keer op keer gaf de rechter de oprichters gelijk. Uiteindelijk besliste de Raad van State in de zomer van 2017 dat de school er gewoon mocht komen, mét financiering van de overheid. Een groot deel van de Tweede Kamer wil de school onmiddellijk sluiten, maar de vraag is hoe, daar de vrijheid van onderwijs in Nederland een grondrecht is.Het is nog niet eenvoudig om de oprichting van scholen waar extreme ideeën verspreid worden te voorkomen of er in te grijpen. Dit zijn de mogelijkheden.
YOUTUBE.COMRUTTE OVER ”SALAFISTENSCHOOL”: STUUR MIJN KINDERENNIET NAAR CORNELIUS HAGA LYCEUMNU.NL
TEKST [PREMIER RUTTE]”Ik zou het niet doen.. Als ik kinderen had, zou ik ze er niet heen sturen.Nou, er is grote bezorgdheid over deze school. Er is op dit moment onvoldoende grond om de school te sluiten….”[VERSLAGGEVER]”Er zijn geen strafbare feiten gepleegd.”[PREMIER RUTTE]”Ja, daar kan ik nooit iets over zeggen, want dat is altijd dan een zaak,die elders wordt onderzocht en zelfs dat kan ik nooit zeggen in het openbaar.Maar hier is het laatste woord nog niet over gesproken.”
[18]
VOLKSKRANT
BIBOB TOETS VOOR OMSTREDEN ISLAMITISCHE SCHOOL: ”BESTUURLIJKE GUERILLA TEGEN HAGA LYCEUM”
20 APRIL 2019
Het ministerie van Onderwijs wil een Bibob-toets voor het islamitische Cornelius Haga Lyceum. Rechtsgeleerden laten geen spaan heel van de manier waarop de overheid de omstreden school de voet probeert dwars te zetten. ‘Buitengewoon kwalijke stap’.
In de strijd tegen het bestuur van het islamitische Cornelius Haga Lyceum zet het ministerie van Onderwijs een onorthodox wapen in: de Wet Bibob, die is bedoeld om zakelijke activiteiten van criminelen in de bovenwereld te dwarsbomen. Rechtsgeleerden spreken van een ‘buitengewoon kwalijke stap’ van de overheid, en zelfs van een ‘bestuurlijke guerrillatactiek’.
Het ministerie heeft op 5 april een brief geschreven aan de bestuurder van het Amsterdamse Haga Lyceum, Söner Atasoy. In de brief, die in handen is van de Volkskrant, zegt de directeur Voortgezet Onderwijs dat zij wil uitsluiten dat ‘onderwijsgeld wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten’. Atasoy had daarom vóór vrijdag 19 april een vragenformulier in het kader van de Wet Bibob moeten invullen. Het ministerie dreigt nu de bekostiging van de school stop te zetten.
Atasoy heeft om principiële en praktische redenen besloten het formulier niet in te vullen. Daardoor heeft de school mogelijk volgende week al een serieus financieel probleem. Als onderwijsminister Arie Slob (CU) het dreigement gestand doet, zal Atasoy dan een beroep moeten doen op de reserves van de school om volgende week de salarissen te betalen.
De zeven jaar durende relatie tussen het Cornelius Haga Lyceum en de overheid is geplaveid met juridische vonnissen. De school opende na vele gewonnen rechtszaken in de zomer van 2017 haar deuren, en kwam begin maart in opspraak.
Alarmerende signalen
De gemeente Amsterdam en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding maakten bekend dat zij alarmerende signalen over de school hadden ontvangen van de inlichtingendienst AIVD. In een ambtsbericht van de dienst staat dat Söner Atasoy en zijn broer Son Tekin ‘banden zouden hebben onderhouden’ met het aan IS gerelateerde Kaukasus Emiraat.
Datzelfde ambtsbericht rechtvaardigt volgens het ministerie dat Atasoy moet meewerken aan een Bibob-onderzoek. Maar dat is Atasoy dus niet van plan . ‘Onderwijs valt niet onder de Bibob, dus dit is een onrechtmatige eis’, stelt hij.
Hij beschouwt de brief als een valkuil van het ministerie. ‘Ik heb geen banden gehad met het Kaukasus Emiraat. Maar hoe kan ik dat bewijzen als er geen enkel bewijs van het tegendeel op tafel ligt.’ Als hij nu meewerkt aan een check via de Bibob zal hij er vanwege datzelfde bericht waarschijnlijk niet doorheen komen, vermoedt hij.
Daarom kiest de omstreden directeur er voor om de brief onbeantwoord te laten en een rechtszaak af te wachten. Via een spoedprocedure hoopt hij het ministerie vervolgens alsnog te dwingen om met het geld over de brug te komen.
Rechtsgeleerden zijn kritisch over de manier waarop het ministerie Atasoy op de knieën probeert te krijgen. Volgens de Tilburgse hoogleraar Paul Zoontjens, die het gevecht rondom het Cornelius Haga Lyceum al lang volgt, begint het optreden van de overheid ‘op een soort guerrilla te lijken’.
De inzet van de Wet Bibob om vervolgens de geldkraan dicht te kunnen draaien is volgens Zoontjens onwettig. ‘De bekostiging van onderwijs kun je alleen maar stopzetten als de inspectie vaststelt dat de kwaliteit van het onderwijs niet op orde is of als er te weinig leerlingen zijn. De Wet Bibob past totaal niet in het onderwijs.’
Tom Zwart, hoogleraar crosscultureel recht bij Universiteit Utrecht, spreekt van ‘bestuurlijke stalking’. Hij stelt dat de overheid in deze casus continu probeert reputatieschade te veroorzaken bij de school, zonder dat er harde bewijzen liggen.
Zo heeft hij zijn twijfels bij het AIVD-bericht over de school. ‘Als ze iets zouden hebben gevonden, dan was het Openbaar Ministerie in actie gekomen, en dat is niet gebeurd.’ De hoogleraar noemt de werkwijze kwalijk. ‘Als je een school verwijt antirechtsstatelijk en antidemocratisch te zijn, moet je als overheid zelf het goede voorbeeld geven. Dat gebeurt niet.’
Het ministerie van Onderwijs stelde vrijdagmiddag in een reactie dat de Wet Bibob wel degelijk van toepassing is op het voortgezet onderwijs. Op de vraag of het Cornelius Haga Lyceum volgende week geen geld meer krijgt als Söner Atasoy niet meewerkt aan het Bibob-onderzoek, wil de woordvoerder van minister Slob niet vooruitlopen.
Nader beraden
‘We wachten de reactie van het bestuur van het Cornelius Haga Lyceum af. Als we geen ingevuld formulier krijgen, dan zullen we ons nader beraden en naar bevind van zaken handelen.’
‘Ik heb deze kwestie met twee collega’s van mijn universiteit en van de VU besproken en wij vinden dat dit absoluut niet kan’, zegt ook de Groningse hoogleraar algemene rechtswetenschap Jan Brouwer. Het ingrijpen met de Wet Bibob is in zijn ogen niet alleen juridisch onjuist maar ook politiek onverstandig als het doel van het kabinet is om polarisatie in de samenleving tegen te gaan.
‘Door in paniek naar dit soort noodmaatregelen te grijpen, stigmatiseer je moslimkinderen op islamitische scholen en geef je de polarisatie in de samenleving juist een flinke zet.’ VOLKSKRANTBESTUURDER HAGA LYCEUM GAAT IN DE TEGENAANVAL: JA, IK NOEM BURGEMEESTER HALSEMA EEN DOMME GANS https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/bestuurder-haga-lyceum-gaat-in-de-tegenaanval-ja-ik-noem-burgemeester-halsema-een-domme-gans~b8d22867/ ‘Ja, ik noem burgemeester Halsema een domme gans’, zegt Soner Atasoy, directeur-bestuurder van het Haga Lyceum, ‘zolang zij mij een terrorist noemt.’ Nu zijn school van alle kanten wordt belaagd, gaat hij in de tegenaanval. Soner Atasoy is geen schoolbestuurder als de anderen. Neem vorige week, toen een chauffeur van het stadhuis bij het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam-West arriveerde. Hij bracht een brief van burgemeester Halsema, die hem sommeerde naar het stadhuis te komen. Atasoy krabbelde iets op de brief en gaf die mee terug aan de chauffeur.
‘Een opgestoken middelvinger’, schreef Het Parool een paar dagen later. Er stond een foto van de tekening bij.
Was het een middelvinger? De tekening liet ruimte voor twijfel. En Atasoy zelf wenst geen duidelijkheid te verschaffen. ‘Ik heb besloten die foto hier op school op te hangen’, zegt hij, ‘om leerlingen te laten stemmen wat het is. Ik hoor dat een meerderheid denkt dat het een kaketoe is.’ Hij lacht.
Het is tekenend voor de ongrijpbaarheid van de directeur-bestuurder van het Cornelius Haga Lyceum, de school die op het moment zo onder druk staat. Er wordt extremistisch gedachtengoed verspreid, stelde de NCTV vorige week. ‘Richtinggevende figuren’ hebben banden met terroristische organisaties, beweerde burgemeester Femke Halsema. De Onderwijsinspectie brak een onaangekondigd bezoek aan de school af, omdat het gezien de stemming in het gebouw ‘onverantwoord’ zou zijn. De Tweede Kamer en de gemeenteraad toonden zich verbijsterd dat de school niet onmiddellijk gesloten kon worden. En toch is hier nog tijd voor grappen.
Atasoy neemt plaats in een chesterfield-fauteuil in de lerarenkamer. Een gedrongen man van nog geen veertig met een jongensachtig uiterlijk, in zijn baard heeft hij een paar grijze haren. Zijn gedachten stromen op deze donderdagmiddag in ronkende volzinnen zijn mond uit, met een licht accent dat zijn Turks-Albanese achtergrond verraadt. Soms slaat Atasoy boos op de leuningen van zijn stoel, regelmatig strooit hij met verwijzingen naar relevante wet- en regelgeving. Tegenstanders zet hij weg als ‘domme gans’ (Halsema) of ‘incompetente randdebiel’ (voormalig staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker).
Om hem gaat het dus, bevestigen twee bronnen onafhankelijk van elkaar tegenover de Volkskrant. Hij is een van de richtinggevende persoon waarover de autoriteiten het hebben, samen met zijn oudere broer Son Tekin, die op de school beleidsmedewerker is. Son Tekin luistert vanuit een hoek van de lerarenkamer mee tijdens een deel van het gesprek. Af en toe maakt hij een opmerking. Of een grap.
In de media was Atasoy nooit erg spraakzaam. Rond de opening van zijn school, in de zomer van 2017, waren journalisten niet welkom. Nu wel. Al wil hij om veiligheidsredenen niet op de foto en mogen er ook geen geluidsfragmenten van hem worden gemaakt. ‘Begrijp je waarom’, zegt hij een dag later, nadat in Nieuw-Zeeland een terroristische aanslag is gepleegd op twee moskeeën.
Terwijl hij de Volkskrant te woord staat, zit een vrouwelijke journalist van de NOS aan de mannentafel in de lerarenkamer een conceptrapport van de Onderwijsinspectie over te pennen. Op de achtergrond maken leraren cappuccino met een apparaat waarop een gemiddeld café jaloers zou zijn.
Aanvankelijk vond Atasoy het niet netjes te zwaaien met het conceptrapport, dat de inspectie niet openbaar wilde maken omdat de NCTV verontrustende signalen over de school had binnengekregen. Maar hij is om. De NCTV, de burgemeester, het kabinet – ze roeren zich allemaal via de media. Daarom gooit ook hij de deuren open.
‘Zij willen governance by media’, zegt hij. ‘Daarbij zijn jullie, journalisten, de griffiers. En het volk is de rechter waarvoor ik mij moet verdedigen. Zij hebben ervoor gekozen om die arena in te stappen. Nou, de challenge is accepted. Ik heb informatie om tien maanden door te gaan om de media ter beschikking te stellen. En zij gaan verliezen. Maar ik zeg er wel één ding bij: dit is heel slecht voor de Nederlandse rechtsstaat.’
De eerste tegenzet is dus dat alle media mogen lezen hoe lyrisch dat rapport is. De inspectie complimenteert de school omdat ze ‘slechts een jaar na de start van de school alle onderzochte standaarden op voldoende niveau hebben weten te krijgen’. Het bestuur is ‘ambitieus’ en ‘functioneert transparant en integer’, staat er. Uit een enquête blijkt dat de leerlingen ‘zich meer dan gemiddeld veilig voelen op school’.
‘Het is toch te gek voor woorden!’, zegt Atasoy. ‘Ze sturen een onafhankelijke inspectie op ons af. Er komt een perfect rapport. Dat staat ze niet aan, want de hele gemeenteraad, alle ambtenaren, de hele staat – allemaal hebben ze gezegd dat Atasoy een cowboy is, een idioot. Dit zou een slechte school worden. En dan komt er zo’n rapport. Tja, dan moeten ze iets anders verzinnen. Dan gaan ze maar karaktermoord plegen.’
Want dat is hoe hij erover denkt. Alle beschuldigingen aan zijn adres zijn onwaar, overtrokken en belangrijker nog: niet door bewijzen ondersteund. Het past in een patroon, zegt hij. Want de overheid probeert de school al vanaf het allereerste begin te dwarsbomen – vaak met oneigenlijke middelen.
Daar heeft Atasoy een punt. Nadat de Stichting Islamitisch Onderwijs Amsterdam en Omstreken (SIO) in 2011 van het ministerie toestemming had gekregen om een school te beginnen, grepen de gemeente Amsterdam en het ministerie van Onderwijs elke kans om de komst van de school te voorkomen of te vertragen. Zelfs Lodewijk Asscher, voormalig wethouder in Amsterdam, stelde deze week in de krant dat de gemeente ‘activistisch’ is opgetreden tegen het Haga Lyceum.
Atasoy werd alleen maar sterker van die weerstand. Talloze rechtszaken spande hij aan. Vaak verdedigde hij zichzelf, terwijl de overheid drie landsadvocaten in stelling bracht. Steeds won Atasoy. Uiteindelijk kreeg hij in de zomer van 2017 een gebouw. Binnen twee weken moest hij zijn school uit de grond stampen.
Inmiddels lopen in dit haastig opgetrokken pand in de buurt van station Amsterdam Sloterdijk 178 leerlingen rond. Hoeveel er volgend jaar bijkomen wil hij nog niet prijsgeven. Eerder voorspelde Atasoy dat het er zo’n tweehonderd zullen zijn. Het is de vraag of dat nog realistisch is, nu de gemeente vlak voordat de inschrijftermijn voor middelbare scholen is verstreken naar buiten bracht dat de AIVD beschikt over zorgwekkende informatie.
‘De burgemeester ontbood me op het stadhuis’, zegt Atasoy. ‘Ze zaten daar met z’n dertienen op me te wachten. Een wethouder, iemand van veiligheid, een stadsdeelvoorzitter en nog wat andere pipo’s. Luister, zei de burgemeester, we krijgen ernstige signalen van de AIVD. Jij moet opstappen. Ik antwoordde: als u een half bewijs levert dat ik iets misdaan heb, stap ik op. Dan loop ik het stadhuis uit en ben ik geen directeur-bestuurder meer. En dat hoef ik zo niet te doen, hè? In een rechtsstaat hoort het anders te gaan. De volgorde is dat je bewijs levert aan een rechter, die rechter gaat mij vragen stellen, ik huur een advocaat om me te verdedigen en misschien krijg ik gewoon gelijk.’
Atasoy is verbijsterd over die gang van zaken. Het is volgens hem een een-tweetje tussen de gemeente Amsterdam en Pieter-Jaap Aalbersberg, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. ‘Die man was commissaris van de politie in Amsterdam’, zegt Atasoy. ‘Twintig jaar trouwe dienst. En wat is het eerste wat hij doet op de dag dat hij wordt geïnstalleerd? Hij brengt inlichtingen over Atasoy naar buiten. En nu moet ik overal gaan verklaren wie ik in het verleden allemaal een hand heb gegeven! Laatst belde een journalist. Of ik Abu Weetikwat kende. Ik zou hem in 2003 ontmoet hebben. Later was hij veroordeeld. Waar heb je het over, man!’
Toch even over die signalen. U bent getrouwd met een Tsjetsjeense vrouw, heeft dat er iets mee te maken?
‘Luister. Ik kan wel dertig pagina’s schrijven over hoe ik denk dat deze verdachtmakingen de wereld in komen. Allemaal plausibele verklaringen. Maar dan gaan we meedoen met speculeren, terwijl ik bezig moet zijn met het onderwijs en de veiligheid op school. Ik heb niets met terrorisme te maken!’
Dan is er ook het verwijt dat u vorige week woensdag de Onderwijsinspectie hier hebt bedreigd.
‘Het ging als volgt. We hadden dat conceptrapport al weken binnen, maar de inspectie wilde het maar niet publiceren. Toen zijn we met alle leerlingen naar Utrecht gegaan om te protesteren. Vijf weken lang hoorden we niets. Tot vorige week. Toen stonden ze ineens voor de deur. Ouders, leraren en leerlingen waren daar boos over. Ze wilden een ludieke actie houden om hun ongenoegen te laten blijken. Ik zei tegen die inspecteurs: dit zijn geen machines die ik met een druk op de knop kan laten doen wat ik zeg. Toen heeft de inspectie besloten dat het beter was om later terug te komen.
‘Ik heb die dag ook aan Halsema – die domme gans – proberen duidelijk te maken dat er achter de schermen overleg is tussen de inspectie en de bestuurder van de school. Maar Halsema is een politica. Die denkt: ik heb nieuws, ik gooi het naar buiten. Maar zo werkt bestuurlijk Nederland niet, zo maak je dingen kapot.’
Dit wil Atasoy wel zeggen over alle aantijgingen: ‘Wij zijn geen terroristen en hebben ook geen sympathie voor terroristen. We zijn ook niet orthodox of liberaal, we zijn gewoon moslims.’
Ook niet salafistisch? Uw school zou de leerlingen volgens de NCTV salafistisch gedachtengoed willen bijbrengen.
‘Ook niet salafistisch. Absoluut niet.’
Mannen en vrouwen zitten hier aan gescheiden tafels in de lerarenkamer. Er wordt geen muziekonderwijs gegeven. Is dat niet orthodox?
‘Dat is een theologische discussie.’
Dan mengt Huseyin Önal zich in het gesprek. Hij is imam en godsdienstleraar. ‘Deze school is heel divers’, zegt hij. ‘We hebben Turkse en Marokkaanse leerlingen, aanhangers van het soefisme en het salafisme. Het is de kaart van Amsterdam.’
Zelf is Önal een soefistische moslim. En dat kan dus gewoon op deze school, zegt hij half grappend. Later vertelt hij dat hij een van de drie ‘polderimams’ is, opgeleid bij de in 2013 opgeheven opleiding bij hogeschool InHolland. ‘Ik heb mijn eigen perspectief op de islam. Dat mag ik uiten, maar dat dring ik niet op aan de organisatie. Als leraar volg ik het curriculum.’
Is het ook islamitisch om jongens en meisjes gescheiden onderwijs te geven?
Atasoy: ‘Als ik de mogelijkheid had, zou ik het liefst gescheiden onderwijs geven. Dat is ook de wens van de ouders. Maar we kunnen het niet betalen. Gescheiden klassen kost ons 10.000 euro. We hebben er nu voor gekozen om dat geld te besteden aan kleine klassen, met maximaal twintig leerlingen. Ook hebben we extra lessen Nederlands en wiskunde.’
Muziek en dans staat niet op het programma?
‘Inderdaad. De inspectie heeft ons daar op aangesproken. Ik zei: volgens mij begrijpt u het niet. In de wet staat dat er vier dingen onder ckv vallen: muziek, dans, drama en handvaardigheid. Je mag er twee kiezen. Wij geven die laatste twee hier op school. Dat hebben alle ouders unaniem besloten.’
Heeft u een principieel bezwaar tegen zang?
Atasoy, ontwijkend: ‘Dat staat niet op onze website.’
Önal: ‘Sommige ouders vinden muziek prima, andere niet. Een vergelijking: sommige mensen willen vegetarisch eten, andere graag halal. Wat doe je dan? Dan serveer je groente. Dat is voor allebei acceptabel. En zo gaat het hier dus ook. Er zijn ouders die muziek haram vinden. Daarom maken wij het mogelijk muziek te vermijden. We houden er rekening mee. Dat is respect, dat is integratie.’
En wat doet de school als ouders wel muziek zouden willen?
Atasoy: ‘Dan gaan we dat in de ouderraad bespreken. Als zij zeggen dat muziek nodig is, dan kunnen we het invoeren.’
Önal: ‘Deze school is een perfecte weergave van post-modernistische filosofie. Hier hebben we echte integratie bereikt.’
Binnen de school misschien, maar de integratie met de wereld daarbuiten gaat nog niet echt soepel.
Önal: ‘Dat komt door Femke Halsema. Als zij zulke verdachtmakingen naar buiten brengt, hoe kan ik dan contact leggen met een rabbijn? Of een project organiseren samen met een joodse of christelijke school? Persoonlijk heb ik daar contacten. We zouden graag iets samen organiseren.’’
Atasoy: ‘Wij brengen onze leerlingen respect bij. Kijk eens op de sociale media. Daar zul je ze niet zien schelden, terwijl er zo veel over hen gezegd wordt.’
Ondertussen noemt u de burgemeester consequent ‘een domme gans’.
‘De politiek verhardt. Politici mogen alles zeggen. Ze mogen ons terroristen noemen, ze roepen maar wat. Ik moet deze kinderen opvoeden voor het klimaat dat hen te wachten staat. Incompetente randdebiel en domme gans, dat is niet je moeder beledigen ofzo.’
In de gemeenteraad werd gezegd: iemand die zich zo uitlaat en gedraagt, is ongeschikt als schoolbestuurder.
‘Zij maken mij uit voor terrorist. Dan zeg ik ‘domme gans’, omdat ik vind dat Halsema zich niet als een bestuurder opstelt. Maar stel, ik geef je gelijk. Ik zeg: het was fout. Mag ik ook fouten maken? Zij maken honderd fouten.’
Stel het bewijs komt nooit op tafel. Hoe kan deze situatie volgens u opgelost worden?
‘Heel simpel.’ Atasoy wijst naar zijn rechterwang. ‘Halsema moet me gewoon hier een kusje geven. En dan zeg ik misschien wel sorry, omdat ik haar voor domme gans heb uitgemaakt.’
De spanning rondom het Amsterdamse Cornelius Haga Lyceum blijft verder oplopen. Terwijl minister Slob de islamitische middelbare school volledig laat doorlichten, blijven leerlingen zich aanmelden. Een bijeenkomst tussen burgemeester Femke Halsema en boze ouders liep dinsdag wegens te grote belangstelling uit op een fiasco.
In de Tweede Kamer zei onderwijsminister Arie Slob (CU) dinsdag dat de inspectie niet alleen zal onderzoeken of de kwaliteit van het onderwijs op het Haga Lyceum in orde is. Ook de financiering van het de school wordt uitgeplozen en er wordt gekeken in hoeverre de bestuursstructuur zoals die op papier staat overeenkomt met de dagelijkse praktijk op het Haga Lyceum.
Het kabinet en de gemeente Amsterdam traden vorige week naar buiten met het bericht dat de inlichtingendienst AIVD serieuze aanwijzingen heeft dat op de school antidemocratisch onderwijs wordt gegeven. ‘Richtinggevende personen’ op de school zouden banden hebben gehad met het aan IS gerelateerde Kaukasus Emiraat. Die bekendmaking, zonder dat er sprake is van het sluiten van de school of strafrechtelijke vervolging, was een ‘uitzonderlijke stap’, zei Slob dinsdag in de Kamer, ‘om Amsterdamse ouders en kinderen die eind deze week hun schoolkeus moeten bepalen op de hoogte te brengen.’
Uit een rondgang van de Volkskrant langs acht grote scholen in Amsterdam West lijkt dit vooralsnog niet het door de autoriteiten beoogde effect te sorteren. Op de administratieafdelingen van de scholen zijn de afgelopen dagen geen aanmeldingen binnengekomen van ouders die hun kind eerst bij het Cornelius Haga Lyceum hadden aangemeld. Twee ouders kozen wel voor de omgekeerde route: nadat de school vrijdag onder vuur kwam te liggen, zetten ze het Haga Lyceum bovenaan op hun voorkeurslijst. Aanvankelijk hadden ze een andere Amsterdamse school als eerste optie doorgegeven.
Boos
Dat veel ouders vooral boos zijn op de manier waarop de autoriteiten het Haga Lyceum aanpakken, bleek dinsdagavond in Amsterdam West. Daar zou burgemeester Femke Halsema een toelichting geven maar er was onvoldoende plek voor alle belangstellenden. Er waren tweehonderdvijftig plekken maar dat bleek niet genoeg voor de ouders en sympathisanten van de 176 kinderen die op de school zitten. Toen bleek dat niet iedereen in de zaal kon, vertrokken de ouders.
Halsema wil woensdag een nieuwe bijeenkomst beleggen in een grotere zaal. Maar dat kon de woede van veel ouders over de slechte organisatie van de avond niet wegnemen. Die zien zij als exemplarisch voor de gang van zaken de afgelopen dagen. Op de stoep lazen vertegenwoordigers van de ouderraad de vragen voor die zij voor de burgemeester hadden voorbereid. Zij blijven de school steunen en nemen het Halsema kwalijk dat zij door haar uitlating hun kinderen in een onveilige situatie heeft gebracht. ‘Weet u wat het betekent als je anno 2019 in verband wordt gebracht met terreur?’ De ouders geloven niets van de verhalen die afgelopen dagen over hun school en bestuur verschenen. ‘We willen bewijs zien!’
Dat bewijs heeft Halsema ook niet, zei ze na afloop van de mislukte bijeenkomst. ‘Het is heel uitzonderlijk dat de AIVD dit soort mededelingen doet, dat moet ik als burgemeester serieus nemen.’ Ze benadrukt nogmaals dat de bestuursvoorzitter van de school, Söner Atasoy, wat haar betreft moet opstappen.
Nieuwe scholen
Atasoy is dat totaal niet van plan. Hij heeft zelf procedures lopen om in Utrecht, Den Haag en Rotterdam scholen op te richten. Hierover toonden de burgemeesters van de vier steden zich dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer zeer bezorgd. Zij roepen de Kamer op om alle aanvragen voor vergunningen of financiering van de ‘richtinggevende personen’ voorlopig op te schorten. Atasoy noemt dergelijke oproepen ‘staatsterreur’ en laat zich niet ontmoedigen door het vooruitzicht dat de financiering voor zijn scholen zal wegvallen. ‘Dan worden we een privéschool. Met geld vanuit het buitenland en de Nederlandse moslimgemeenschap moet dat zeker mogelijk zijn.’
”Hun doel: een goede school opzetten. Een excellente school zelfs, zoals de protestants-christelijken en de katholieken ook hun eigen scholen hebben. Een school waarop moslims volgens de grondwettelijke vrijheid van onderwijs ook recht hebben. ‘Maar de overheid’, zeggen ze, ‘doet er alles aan om ons kapot te maken.’
Wat dat laatste betreft, lijken ze een punt te hebben. Al jaren proberen de gemeente Amsterdam en het ministerie van Onderwijs de school te dwarsbomen. Door te treuzelen bij het toewijzen van een gebouw. Door onwettige aanvullende eisen te stellen. En door juridische procedures te beginnen die gedoemd lijken te mislukken, maar die de school wel een hoop werk bezorgen.”[21] ”De ouders geloven niets van de verhalen die afgelopen dagen over hun school en bestuur verschenen. ‘We willen bewijs zien!’
”Hun doel: een goede school opzetten. Een excellente school zelfs, zoals de protestants-christelijken en de katholieken ook hun eigen scholen hebben. Een school waarop moslims volgens de grondwettelijke vrijheid van onderwijs ook recht hebben. ‘Maar de overheid’, zeggen ze, ‘doet er alles aan om ons kapot te maken.’
Wat dat laatste betreft, lijken ze een punt te hebben. Al jaren proberen de gemeente Amsterdam en het ministerie van Onderwijs de school te dwarsbomen. Door te treuzelen bij het toewijzen van een gebouw. Door onwettige aanvullende eisen te stellen. En door juridische procedures te beginnen die gedoemd lijken te mislukken, maar die de school wel een hoop werk bezorgen.”
VOLKSKRANT
WAAR LIGT DE WAARHEID OVER HET HAGA LYCEUM?
Een bolwerk van salafistische indoctrinatie? Antidemocratisch onderwijs? Niets daarvan, zeggen ze bij het Cornelius Haga Lyceum. De overheid speelt een ‘vuil spelletje’ met de islamitische school. Het kan niet allebei waar zijn, maar hoe zit het dan? Een verwarrende zoektocht naar bewijs.
De galgenhumor van Soner Atasoy. Direct bij ons eerste bezoek aan het Cornelius Haga Lyceum maken we ermee kennis. De directeur verschuift een van de kolossale chesterfields in de lerarenkamer en kijkt in het rond. ‘Hé’, roept hij tegen niemand in het bijzonder, ‘wie heeft die kalasjnikov hier neergelegd? Ik zei toch dat je die beter moest verstoppen!’Advertentie van SamsungSamsung QLED 8K: een nieuwe wereld in 33 miljoen pixels
Een volgend bezoek aan de omstreden islamitische school in Amsterdam-West. Atasoy slingert de deur van een klaslokaal open, waar een geschiedenisles aan de gang is. Twintig paar jonge ogen kijken hem aan. ‘Zo’, zegt hij met een grijns, ‘worden jullie weer lekker salafistisch geïndoctrineerd?’
Weer een andere keer. Een vrouw van de Onderwijsinspectie wil toegang tot het kantoortje dat wordt gebruikt voor gesprekken met docenten en leerlingen. ‘Daar ligt de koevoet’, zegt
Atasoy tegen een collega. ‘En niet per ongeluk de wapenkamer openmaken, hè?’
De verwarring verdwijnt nooit. En dat ligt niet alleen aan die grappen. Wie zich grondig verdiept in de kwestie rond het Cornelius Haga Lyceum krijgt uiteindelijk kortsluiting in zijn hoofd. Te veel tegenstrijdigheden. Niet alles kan waar zijn.
Enerzijds zijn er de waarschuwingen van de inlichtingendiensten, die stellen dat kinderen op deze school worden geïndoctrineerd met salafistisch gedachtengoed en dat de schoolleiding banden onderhield met terroristen.
Anderzijds is er wat je ziet, hoort en voelt wanneer je er binnenstapt. Ja, jongens en meisjes zitten aan verschillende kanten van het klaslokaal, zoals vaker gebeurt op islamitische scholen. Ja, de mannelijke docenten dragen hier baarden. En ja, midden in de aula ligt zacht tapijt waarop leerlingen en medewerkers dagelijks samen bidden.
Maar concrete aanwijzingen voor salafistische indoctrinatie of antidemocratisch onderwijs? De Onderwijsinspectie heeft ze niet aangetroffen, zo blijkt uit een nog niet gepubliceerd rapport waaruit de advocaat van het Haga Lyceum onlangs citeerde. Ook de Volkskrant kwam ze tijdens meer dan tien bezoeken en na tientallen gesprekken met de schoolleiding, docenten, medewerkers, ouders, vrijwilligers en externen niet tegen – wat uiteraard geen sluitend bewijs is.
Wat is er aan de hand? Speelt de overheid een ‘vies spelletje’, zoals ze bij het Cornelius Haga Lyceum suggereren? Of spreekt Soner Atasoy met een gespleten tong?
Ze nemen de tijd. Urenlang vertellen Soner Atasoy (38) en zijn broer Son Tekin Atasoy (43), die als beleidsmedewerker op de school werkt, over hun soms kafkaëske strijd tegen de overheid.
Ze zijn fel, scherp, luid. Op alle kritische vragen hebben ze een antwoord, tegen elke beschuldiging een verweer. Vaak onderbouwen ze hun beweringen met documenten of al dan niet heimelijk gemaakte opnamen van gesprekken. Ook los van elkaar vertellen de twee dezelfde verhalen. Soms maken ze een pas op de plaats. Dan willen ze bepaalde informatie voor zichzelf houden – om mensen te beschermen of nog iets achter de hand te houden wat ze later naar buiten kunnen brengen.
Hun doel: een goede school opzetten. Een excellente school zelfs, zoals de protestants-christelijken en de katholieken ook hun eigen scholen hebben. Een school waarop moslims volgens de grondwettelijke vrijheid van onderwijs ook recht hebben. ‘Maar de overheid’, zeggen ze, ‘doet er alles aan om ons kapot te maken.’
En de Atasoys? Die weten van geen wijken. De Turks-Albanese broers werken dag en nacht om de school te behouden. Daarbij doen ze hun namen eer aan. Soner betekent ‘laatste soldaat’, Son Tekin ‘laatste sterke’. Ze geven niet op. Nooit.
***
De recente commotie begon op 15 januari 2019. Toen kreeg de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema een ambtsbericht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). De Onderwijsinspectie ontving dezelfde informatie.
Zulke berichten verstuurt de dienst zelden aan gemeenten. In 2018 maar twee keer, vermeldt het jaarverslag. AIVD-baas Dick Schoof was hoogstpersoonlijk naar Amsterdam gekomen om de brief met ‘alarmerende signalen’ aan Halsema te overhandigen.
Als burgemeester heeft zij het recht de onderliggende bewijsstukken in te zien. Of zij daarvan gebruikgemaakt heeft, wil Halsema achteraf niet tegen de Volkskrant zeggen. Het doet er volgens haar ook niet toe. Haar principiële opvatting is dat ze moet kunnen vertrouwen op de informatie die zij van de diensten krijgt. Bovendien ondervroeg ze Schoof uitgebreid over de achtergrond van de signalen.
Halsema zat met het ambtsbericht in haar maag, zei ze in maart in de gemeenteraad. Ze vond dat ouders die overwogen een kind bij de school in te schrijven op de hoogte gesteld moesten worden. Maar tegelijkertijd wilden Halsema en onderwijswethouder Marjolein Moorman (PvdA) de informatie niet op eigen houtje naar buiten brengen. Na overleg werd besloten dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de burgemeester van Amsterdam op dezelfde dag per brief alarm zouden slaan.
De inhoud van die brieven was explosief. Volgens de burgemeester en de NCTV vertoont het Cornelius Haga Lyceum ‘antidemocratische en anti-integratieve gedragingen’. De broers Atasoy zouden de helft van het curriculum aan de salafistische geloofsleer willen wijden en van plan zijn om leerlingen ook buiten schooltijd ‘onder hun invloedssfeer’ te brengen. Ze omringen zich met ‘salafistische aanjagers’ en zouden contact hebben gehad met het Kaukasus Emiraat, een terroristische club die onder meer verantwoordelijk was voor aanslagen in de metro van Moskou in 2010.
Zo’n georkestreerde aanval past in een patroon. De overheid kiest er de laatste jaren voor het politiek salafisme actief te bestrijden. Volgens de inlichtingendiensten verspreiden aanhangers ‘antidemocratische, polariserende en onverdraagzame’ boodschappen. Ook probeert de stroming via een uitgekiende strategie meer invloed te verwerven. Dit staat bekend als tamkin, krachtsopbouw.
Tegenwoordig drinken bestuurders en ambtenaren dus minder vaak thee met radicale moskeebestuurders en imams. Het idee is om vroeg te verstoren, zand in de machine te strooien, zodat tamkin in de kiem wordt gesmoord. Omdat het strafrecht geen uitkomst biedt – er zijn vaak geen bewijzen voor strafbare feiten – grijpt de overheid naar andere middelen. Ze brengt bijvoorbeeld belastende informatie naar buiten, zoals nu bij het Haga Lyceum. De hoop is de initiatiefnemers daarmee zo te besmeuren dat zij ook in hun eigen gemeenschap ter discussie komen te staan.
***
Na de brieven koos Soner Atasoy op tamelijk eigenzinnige wijze de tegenaanval. Zo trakteerde de directeur, die alle beschuldigingen ontkent, burgemeester Halsema op een getekende middelvinger toen hij op het stadhuis werd ontboden, al beweerde hij zelf dat het ‘ook een tekening van een kaketoe’ kon zijn. Bovendien maakte hij haar een tijd lang publiekelijk uit voor ‘domme gans’.
En tussendoor was er nog de ontregelende 1-aprilgrap over de tot moslim bekeerde ex-PVV’er Arnoud van Doorn, die directeur van de school zou worden.
In dit absurdistische theater, waarin bestuurders, politici en opiniemakers om het hardst riepen dat de school snel moest sluiten, bleef één vraag onderbelicht: wat is de waarheid? En hoe kom je daarachter als de geheime diensten en andere betrokken instanties wel beschuldigingen op tafel leggen, maar niet zeggen waarop ze zich baseren?
We gaan dus op zoek. Op zoek naar die ‘tyfusbewijzen’.
1. De salafistische en radicale omgeving
De gebroeders Atasoy verkeren, zo schreef de NCTV, sinds 2000 ‘in een salafistische en radicale omgeving’. Maar al bij het eerste gesprek doen ze een opvallende uitspraak: ze zijn helemaal geen aanhangers van het salafisme.
Ook qua uiterlijk lijken ze geen typische salafisten. Ze dragen weliswaar allebei een baard, maar geen lange gewaden of broeken die de enkels vrijlaten. De Atasoys gaan doorgaans gekleed in overhemd en spijkerbroek, met instappers eronder.
Ja, ze hebben even aan het salafisme gesnuffeld, zegt Son Tekin, maar volgens Soner zijn die bewoordingen te sterk. Ze vertellen over hun jeugd in Den Haag, waar ze zich druk maakten over de ontspoorde moslimjongeren in de buurt. De geestelijk leiders – ‘van die oude mannen die de islam uitleggen’ – zaten machteloos in de moskee.
Soner: ‘Ze kwamen vaak uit het buitenland, spraken slecht Nederlands en hadden geen idee hoe de samenleving in elkaar stak. Ze wilden vooral veel volgelingen.’
De broers gingen op zoek naar een alternatief, vertelt hij. ‘We waren bezig onszelf te vinden. Hoe moet dat, moslim zijn in Nederland?’
Zo kwamen ze rond 1998 in contact met een jonge imam die vloeiend Nederlands sprak. Zijn naam willen ze niet noemen, omdat hij dan misschien in de problemen komt. Wel zeggen ze dat het ging om een bekeerling die zijn opleiding in Saoedi-Arabië genoot.
‘Op een gegeven moment hadden we honderd tot honderdvijftig jongeren bij elkaar’, zegt Soner. ‘We spraken over de islam. En toen zei die imam opeens: je moet je salafi noemen. Wij vroegen: waarom zouden we dat doen? We zijn gewoon moslim. Maar hij vond dat je je moest onderscheiden. Dat werd een strijd.’
‘We zeggen niet dat er iets mis is met het salafisme’, zegt Son Tekin. ‘Maar het maakt alles heel zwart-wit.’
‘Ze sluiten mensen buiten’, zegt Soner. ‘Wij zijn tegen buitensluiten. Daarom zie je hier op het Haga Lyceum ook ouders die heel strikt zijn en ouders die minder strikt zijn. Iedereen voelt zich hier thuis.’
***
‘Mijn broer is dwars en pratend geboren’, zegt de oudere, rustigere Son Tekin op een gegeven moment over zijn heethoofdige baas en broertje. Het is een treffende typering voor de man die zich de afgelopen zeven jaar ontpopte tot een van de grootste ontregelaars van het Nederlandse onderwijssysteem.
De betrokkenheid van de Atasoys bij het onderwijs begon ongeveer vijftien jaar geleden, in de tijd dat ze samen met hun oudste broer Luan een aantal bakkerijtjes opzetten in onder meer Den Haag en Rotterdam. In 2005 begon Son Tekin, die zijn studie personeel en organisatie niet afmaakte, als bestuurslid bij het Islamitisch College Amsterdam (ICA). Later ging Soner daar stage lopen. Voor zijn eveneens nooit voltooide hbo-studie bestuurskunde liep hij mee met de directie van het ICA.
Het bestuur had destijds ferme regels vastgesteld, vertelt oud-directeur Hendrik Verweel. Zo mochten er geen realistische afbeeldingen van mensen of dieren op school worden opgehangen. ‘Muziek was westers, dus verboden’, zegt hij. ‘Ernaar luisteren zou maar tot wellust leiden. Jongens en meisjes werden niet geacht elkaar aan te spreken.’
De Atasoys vonden dat allemaal prima, zegt Verweel. ‘Ze zijn heel streng in de leer. Moslims die een verkeerde stroming aanhangen, noemen ze ongelovigen. Als je niet van het ware geloof was, dan was je een tegenstander.’
Hij herinnert zich dat de broers veel contacten hadden in de ‘conservatieve salafistische hoek’, ook internationaal. ‘Hoe ik dat wist? Ze vertelden wat ze in het weekend deden. Dan waren ze weer naar Londen, Berlijn, Antwerpen of Brussel geweest om met geestverwanten in conclaaf te gaan over de positie van moslims in West-Europa.’
Verweel vermoedt dat ze bezig waren ‘greep te krijgen op de islamitische gemeenschap in Nederland, onder andere via het onderwijs.’ Harde bewijzen daarvoor heeft hij niet.
De broers verwijzen de verhalen van Verweel desgevraagd naar het rijk der fabelen. Soner: ‘Zouden we dan niet naar het buitenland mogen? En niet met andere moslims mogen praten?’
Dat ze zo streng in de leer waren, noemt Son Tekin ook onzin. ‘Ik ben geen steek veranderd. Zoals je ons nu ziet, zo waren we toen ook.’
***
Het ICA moest dicht. De school kreeg slechte inspectierapporten, het onderwijs was niet goed genoeg, leerlingen liepen weg. Vanwege dat laatste besloot het ministerie van Onderwijs in het voorjaar van 2010 de bekostiging stop te zetten.
Nog datzelfde jaar waren de gebroeders Atasoy betrokken bij de oprichting van de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO). Zelf namen ze ‘uit strategische overwegingen’ geen plaats in het bestuur van de stichting, ‘omdat we mensen wilden die absoluut geen geschiedenis hadden’, zegt Soner.
Wel was een aantal nieuwe bestuursleden werkzaam geweest op het ICA, maar daar hadden ze geen bestuursfunctie gehad. Soner nam in de zomer van 2011 alsnog zitting in het bestuur van SIO. Kort daarna kreeg de stichting van het ministerie toestemming een school op te richten.
De toenmalige wethouder Lodewijk Asscher ontplofte zowat. Na de sluiting van het ICA had de gemeente veel energie gestoken in het herverdelen van de leerlingen over andere Amsterdamse scholen. In een nieuw initiatief, dat wel erg op het oude leek, had hij weinig trek.
‘Het gebrek aan kwaliteit was evident’, zei Asscher eerder dit jaar in de Volkskrant over het ICA. ‘Maar dat was niet alles. Sommige mensen op die school waren bezig de leerlingen in te prenten dat ze er niet bij hoorden in de samenleving, dat ze op andere scholen niet veilig waren met een hoofddoek. Leerlingen werden daar niet voorbereid op onze maatschappij.’
***
In de jaren daarop ontwikkelde zich een felle juridische strijd tussen SIO, de gemeente en het ministerie. Soner Atasoy was de drijvende kracht. In bijna alle rechtszaken voerde hij, zonder advocaat, het woord.
Tussendoor kwam de stichting enkele malen in het nieuws met kwesties waaruit je zou kunnen concluderen dat de Atasoys zich in kringen van orthodoxen en extremisten bevinden. Zo schreef bestuurslid Abdou Khoulani in 2014 op Facebook dat hij IS steunde bij de kruistocht richting Bagdad. Later kwam hij daar publiekelijk op terug – volgens Soner na een stevig gesprek waarin hij Khoulani ervan zou hebben overtuigd dat Islamitische Staat geen beschaafde beweging was. Khoulani stapte op.
Een half jaar daarna verscheen een persbericht van islamitische organisaties en prominenten die zich uitspraken tegen het gebiedsverbod van diezelfde Fawaz Jneid, die intolerantie en radicalisering in de hand zou werken. Opnieuw stond de naam van de Stichting Islamitisch Onderwijs tussen die van organisaties die over het algemeen als salafistisch worden bestempeld.
Soner Atasoy ontkent desgevraagd die berichten te hebben ondertekend. ‘Ze hebben geen toestemming gevraagd onze naam eronder te zetten.’ Persoonlijk kan hij zich wel vinden in beide berichten. ‘Ik ben tegen elke inperking van de vrijheid. Maar ik zou nooit politieke petities ondertekenen namens SIO. Die stichting is er om onderwijs aan te bieden. Niets anders.’
2. De banden met het Kaukasus Emiraat
Dan de banden die de broers zouden hebben gehad met terroristen van het Kaukasus Emiraat, een organisatie die een islamitische staat wilde beginnen in de door Rusland gedomineerde Kaukasus.
Wat opvalt in de NCTV-brief is de voorzichtige formulering. ‘Het is bekend’, staat er over de gebroeders Atasoy, ‘dat zij in de periode 2009-2012 contact zouden hebben onderhouden met de terroristische groepering ‘het Kaukasus Emiraat’.’ Houdt men een slag om de arm?
Een bron rond het ambtsbericht ontkent dit en spreekt van ‘typische inlichtingentaal’. Bij de diensten draait het ‘eerder om waarschijnlijkheden dan om bewijzen’, zegt hij. We moeten erop vertrouwen ‘dat het echt gebaseerd is op broninformatie als de dienst zoiets naar buiten brengt’.
Volgens NRC Handelsblad, dat het geheime ambtsbericht van de AIVD inzag, zouden de broers Atasoy contact hebben gehad met Belgische leden van het Emiraat. Ook zouden ze de organisatie financieren en de aanvoerder van die club, Dokka Umarov, als ‘hun leider’ zien.
Het zijn beschuldigingen die ernstig genoeg lijken om de broers strafrechtelijk te vervolgen, maar dat is nooit gebeurd. In maart zei minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid er het volgende over in de Tweede Kamer: ‘De signalen die worden genoemd, zijn helemaal geen signalen die een beschrijving zijn van strafbare feiten.’
Meerdere bronnen rond het ambtsbericht zeggen later tegen de Volkskrant dat de informatie van de AIVD over contacten met terroristen oud is en bovendien niet het urgentste onderdeel van de waarschuwing vormt.
***
Volgens de Atasoys is er sprake van een misverstand. Ze zijn nooit betrokken geweest bij het Emiraat, zeggen ze. Ze hebben het nooit gesteund en zagen Umarov nooit als hun leider. Wel gaan ze al bijna twintig jaar veel om met Tsjetsjenen.
De eerste die ze leerden kennen, was ene Ali uit Rotterdam, een bewoner van het asielzoekerscentrum waar de broers het onverkochte brood van hun Rotterdamse bakkerij naartoe brachten. Samen met Ali ontfermden de Atasoys zich in 2001 over de leden van de inmiddels beroemde Tsjetsjeense kinderdansgroep Daymohk (‘Mijn land’), die een bezoek aan Nederland bracht. Ze regelden slaapplaatsen en eten. Andere Tsjetsjenen in Nederland hielpen ze ook.
Een van hen wandelde twee jaar later toevallig langs het pand in de Haarlemmerstraat in Leiden, waar de Atasoys stonden te klussen aan een nieuwe bakkerij. Ze boden hem een baan aan. Later kwamen er meer Tsjetsjenen voor ze werken.
Hadden die banden met dubieuze figuren? De Atasoys vertellen dat een van die medewerkers de neef was van Zelimchan Jandarbijev, die in 1996 president was van onafhankelijk Tsjetsjenië. Later werd deze Jandarbijev – op verzoek van de Russen – door de Verenigde Naties op een lijst gezet van personen die banden hadden met Al Qaida.
Soner: ‘Die oom is later in Qatar opgeblazen door de Russen. Zijn dat banden? Hij was zijn oom! Maar waar het om gaat, is dat die hele club Tsjetsjenen die bij ons werkte goed is terechtgekomen. De een heeft een fietsenzaak, de ander een eigen bakkerij. Ze betalen allemaal belasting!’
Via de Tsjetsjenen uit de bakkerij leerde Soner ook zijn Tsjetsjeense vrouw kennen. Sinds zijn huwelijk in 2004 heeft hij Tsjetsjenië naar eigen zeggen drie keer bezocht met zijn gezin. Smakelijk vertelt hij over zijn Tsjetsjeense schoonmoeder, die hem op een dag opdroeg de koeien naar het weiland te brengen. ‘Ze zagen een veld vol meloenen en gingen ervandoor’, zegt hij. ‘Dat is de enige keer dat ik door de Kaukasische bossen heb gerend. Niet met een kalasjnikov, maar achter een stel koeien aan.’
Later laat hij een filmpje zien van die dag. ‘Je hebt erg en je hebt erg’, hoor je hem zeggen. ‘Ik zit achter die tyfuskoeien aan.’
Zulke reizen wekten de interesse van de inlichtingendiensten, denkt Soner. Want wie naar Tsjetsjenië gaat, valt op. Hij benadrukt meerdere malen dat hij er nooit geheimzinnig over heeft gedaan. ‘Ik had mijn telefoon gewoon aanstaan. Ze konden me overal traceren.’
Omdat hij ze niet in gevaar wil brengen, wil hij verder niets kwijt over zijn Tsjetsjeense schoonfamilie.
***
Hoe kwamen de Atasoys op de radar bij de inlichtingendiensten? Na een aantal gesprekken vertellen ze hoe het volgens hen allemaal begon. ‘Een zakenpartner heeft ons openlijk bedreigd’, zegt Soner. ‘Als hij zijn geld niet kreeg, zou hij een melding doen bij de AIVD. Zo word je dus genaaid.’
Son Tekin, later: ‘Hij zou vertellen dat we Tsjetsjenen helpen. We gingen om met veel Tsjetsjenen, kwamen op hun bruiloften. Daar komen ook mensen die hebben gevochten. Maar daarmee hebben wij niets te maken. Je kunt er niet door een Nederlandse bril naar kijken. Soms steunt de ene helft van een Tsjetsjeense familie de Russen en de andere helft het verzet.’
Meer willen de broers niet over het zakelijke conflict vertellen. De naam van de voormalige partner noemen ze niet. Wel zeggen ze dat na dat dreigement voor het eerst een AIVD-medewerker bij ze aanklopte met vragen over het Kaukasus Emiraat. Ze vermoeden dat de dienst hen tussen 2009 en 2012 nauwlettend in de gaten heeft gehouden.
Er zijn ook bekenden onder druk gezet, zegt Soner. ‘Toen de man van mijn zusje naar de Verenigde Staten reisde, is hij daar door vier Amerikaanse kleerkasten opgewacht en zeven uur lang verhoord. Of hij iets belastends kon zeggen over Atasoy, want die was bezig met een school. Ik geloofde mijn oren niet toen ik dat hoorde!’
De broers zeggen te beschikken over bandopnamen van enkele van hun gesprekken met de AIVD. Die tapes willen ze nu nog niet laten horen. Naar een ander gesprek, tussen een vriend en een man die zich voorstelt als AIVD-medewerker, mogen we wel luisteren. De naam van de vriend willen de broers niet noemen – we kunnen de authenticiteit van de opname daardoor niet checken. Op de computer is te zien dat het bestand is aangemaakt in mei 2011.
De broers laten enkele lange fragmenten horen, waar ze vervolgens opgewonden doorheen tetteren.
‘Wij hebben de indruk’, zegt de AIVD-medewerker, ‘dat de broers Atasoy contacten hebben met een organisatie waarvan wij zeggen, en niet alleen wij maar Europa, de VN, de Verenigde Staten, die zeggen, nou ja, dat is een terroristische organisatie. En dan hebben we het over het Emiraat van de Kaukasus. Ooit van gehoord?’
‘Ja tuurlijk’, zegt de vriend.
‘Wij hebben de indruk dat ze daar iets mee te maken hebben. Ik weet niet precies wat, maar ze hebben daar op de een of andere manier iets mee te maken.’
Voor de broers is deze opname cruciaal, omdat die voor hen niet alleen bewijst dat de AIVD inderdaad onderzoek naar ze heeft gedaan, maar indirect ook dat de diensten niets gevonden hebben, ‘want dan hadden ze een arrestatieteam gestuurd’.
De AIVD wil niet ingaan op vragen over het onderzoek en de opnamen. Wel noemt een woordvoerder zulke gesprekken ‘een logische start van een onderzoek’.
Op de tape is ook nog te horen hoe de vriend zijn ondervrager waarschuwt voor de gevolgen die een AIVD-onderzoek voor de broers kan hebben: ‘Wij komen uit een gemeenschap, in een moskee… En als je daar bestempeld wordt, dan gaat het natuurlijk heel hard. Dan ben je binnen de kortste keren geïsoleerd, en dat is echt zo. Als dat gebeurt met die jongens, dan heb je ze echt kapotgemaakt.’
De AIVD-medewerker: ‘Ga er maar van uit dat die dingen niet gaan gebeuren.’
Soner Atasoy stopt het fragment, schreeuwt naar de computer: ‘Nééé! Dat gaat niet gebeuren!’
Son Tekin, ook opgewonden: ‘Bananenrepubliek!’
Soner, nog steeds op hoge toon, tegen de AIVD-ambtenaar uit het fragment: ‘Je was alleen vergeten dat jouw woorden maar acht jaar houdbaar waren! Ha! En daarna worden we gewoon genaaid!’
3. De salafistische aanjagers
Welbespraakte en charismatische figuren die vloeiend Nederlands spreken, veel met religie bezig zijn en voortdurend inspelen op de identiteitsproblemen die vooral jonge moslims ervaren. Volgens de diensten zouden de Atasoys zich omringen met zulke ‘salafistische aanjagers’.
Om wie het hier gaat, is aanvankelijk onduidelijk. Totdat NRC Handelsblad op 22 maart de krant opent met de kop ‘Britse prediker heimelijk op Haga’. De krant komt met de namen die in de brieven van Halsema en de NCTV nog onbenoemd blijven. De meest omstreden figuur is de Brits-Palestijnse shariageleerde Haitham al-Haddad, die volgens de krant ‘heimelijk les heeft gegeven’. Al snel na publicatie past NRC de formulering aan. Het gaat niet om lessen maar om ‘bijeenkomsten’.
Hoe dan ook: Haitham al-Haddad is een extreem type. In 2012 kwam hij in het nieuws na een optreden in het Amsterdamse debatcentrum De Balie, waar hij had gezegd dat overspelige moslimvrouwen in het Westen dolgraag naar een islamitische staat zouden reizen om daar gestenigd te worden – wat een passende straf voor overspel zou zijn.
Soner Atasoy erkent dat de prediker op school is geweest. Al-Haddad zou het lyceum begin 2018 op eigen verzoek hebben bezocht met een groep mensen uit Almere. Het was na schooltijd, zegt Atasoy, die even met hem door het gebouw heeft gelopen. ‘Had ik die man dan buiten moeten laten staan?’ Contact met leerlingen zou hij niet hebben gehad. De prediker zelf bevestigt dat desgevraagd in een e-mail aan de Volkskrant.
Een andere ‘aanjager’ uit het ambtsbericht heeft evenmin contacten met leerlingen gehad. Fouad el Bouch – beter bekend als de activistische internetprediker Abou Hafs – is volgens Soner Atasoy twee keer in de school geweest. Eén keer om te kijken of hij zijn dochter er wilde inschrijven, één keer voor een sollicitatie naar een baan als docent Arabisch. Hij werd niet aangenomen.
El Bouch bevestigt dat verhaal. ‘Indien er meer was, dan had ik het zeker niet achtergehouden. Ik ben heel trots op de school en schaam me er niet voor ermee geassocieerd te worden.’
***
Kasim Tekin heeft als enige ‘aanjager’ wel dagelijks contact met leerlingen. Hij werkt sinds september 2017 op het Cornelius Haga Lyceum als leraar geschiedenis. In zijn lokaal op de eerste verdieping staat een vitrine met een harnas, op een kast prijkt een schaalmodel van het 17de-eeuwse oorlogsschip De Zeven Provinciën. Als we hem bezoeken, wijst hij met een schalks lachje op ‘het radicaalste document’ in het lokaal: het Communistisch manifest.
Dat de 27-jarige Tekin, die eerder geschiedenis gaf op een christelijke middelbare school in Almere, door de AIVD als aanjager wordt bestempeld, heeft waarschijnlijk te maken met de mede door hem opgerichte stichting Dar al-Fahm.
Dat Almeerse ‘centrum voor islamitisch onderwijs’ is onder meer omstreden vanwege de als salafist bekendstaande docent Umair Bantvawala. Het was ook deze groep waarmee Haitham al-Haddad in 2018 het Haga Lyceum bezocht. De prediker was al eerder op bezoek geweest bij de stichting. Er is een groepsfoto waarop een jonge Tekin naast de grijnzende Brits-Palestijnse imam staat.
Tekin erkent dat hij betrokken is bij de stichting. Op ‘mensen met wie ik op de foto sta’, wil hij niet reageren. ‘Dan ga je meedoen aan een soort tribunaal en dat staat me tegen.’
De leraar is zeer geïnteresseerd in de geschiedenis van de islam in Europa en publiceert erover op een site en op Facebook. Concrete uitspraken of geschriften die erop wijzen dat hij er zelf radicale gedachten op nahoudt, zijn daar niet te vinden. Het wildste citaat van zijn hand dateert uit 2015. Toen schreef Tekin volgensGeenStijl het volgende in een blog over het Ottomanen-kalifaat (beter bekend als het Ottomaanse Rijk):
‘Wie had er (…), in de laatste honderd jaar van het kalifaat, ooit nog durven dromen dat de machtscentra van ‘grote vijanden’ van het moslimrijk, hoofdsteden als Amsterdam, Londen, Parijs en Berlijn zouden worden versierd met de honderden, al dan niet duizenden moskeeën, gebedshuizen, scholen en stichtingen waar Allah wordt aanbeden en van waaruit wordt opgeroepen tot Zijn religie?’
De Leidse hoogleraar Maurits Berger, die met Tekin lesprogramma’s ontwikkelt over Europa en de islamitische wereld, was ‘verbaasd en geschrokken’ toen hij hoorde dat Tekin door de AIVD als salafistische aanjager wordt gezien. ‘Ik heb hem leren kennen als een degelijke geschiedenisleraar’, zegt hij. ‘Hij spreekt met lol en liefde over Nederland, geeft de indruk van een open geest met brede interesse. Ik ben benieuwd naar de precieze inhoud van de verdenking. Tot die tijd krijgt hij van mij het voordeel van de twijfel.’
Zelf noemt Kasim Tekin het ‘absurd’ dat hij aanjager wordt genoemd. ‘Dat is onterecht en ongefundeerd. In mijn lessen probeer ik leerlingen een breed geschiedeniscurriculum aan te bieden en ze actief burgerschap bij te brengen.’
***
Waarom laat directeur Soner Atasoy die omstreden mannen eigenlijk binnen? Het antwoord: hij wil mensen niet zomaar verstoten. Eerst wil hij zelf onderzoeken of beschuldigingen kloppen. En zelfs als dat zo blijkt te zijn, probeert hij ze liever te overtuigen. ‘Door mensen af te wijzen, wakker je extremisme alleen maar aan’, zegt hij. ‘Dat lees je in elk rapport over radicalisering.’
Als voorbeeld noemt hij Arnoud van Doorn, die niet in het ambtsbericht staat, maar door bronnen rond het bericht wel geregeld wordt genoemd. De ex-PVV’er, die een strafblad heeft omdat hij drugs aan minderjarigen verkocht, regelt als vrijwilliger ‘de bussen voor de uitjes’, al is hij voor die relatief bescheiden taak erg vaak op school. Van Doorn zit namens de islamitische Partij van de Eenheid in de gemeenteraad van Den Haag.
‘Ik kan hem wel zeggen dat hij hier niet meer mag komen’, zegt Soner, ‘maar dan maak ik een statement tegenover hem en zijn achterban. Dat wil ik niet. Ik wil dat de verschillen minder worden, dat de scherpe randjes eraf gaan.’
Ze hebben hem wel opgedragen een stuk of tien opruiende berichten van zijn Facebookpagina te verwijderen.
***
En dan is er nog een andere ‘aanjager’. Abdullah Özütürk, een Amsterdamse prediker die Syriëgangers zou hebben geronseld, heeft een kind op het Haga Lyceum en gaf er af en toe de vrijdagpreek. Ook nadat NRC in de zomer van 2018 de beschuldigingen tegen hem naar buiten had gebracht, ging hij daarmee door.
Dat betekent niet dat de school geen actie ondernam. Özütürk, die zijn geld verdient als godsdienstleraar op een islamitische basisschool, vertelde Atasoy al voor publicatie over het verhaal dat NRC zou brengen. Daarop besloot de directeur hem direct op non-actief te stellen.
Soner Atasoy toont het dossier dat het Haga Lyceum aanlegde over deze kwestie. In een gespreksverslag, opgesteld door de school, valt te lezen dat Özütürk Atasoy beloofde e-mails te overleggen waaruit zou blijken dat hij jongeren juist heeft afgeraden naar Syrië te reizen, ‘omdat dat niet juist is/in overeenstemming met de islam is’. Op basis van die e-mails concludeerde Atasoy dat Özütürk onschuldig was. Hij kreeg dat naar eigen zeggen ook bevestigd door ouders van twee afgereisde jongens. Daarnaast vroeg Atasoy Özütürk een nieuwe verklaring omtrent gedrag te overleggen.
Dat laatste illustreert de principiële houding van de Atasoys in zulke kwesties: zolang iemand een verklaring omtrent gedrag krijgt, zien ze geen bezwaar om met diegene in zee te gaan. ‘Özütürk kreeg de verklaring. Blijkbaar had de minister geen bezwaar’, zegt Atasoy. ‘Dus ik heb toen gezegd: ik geloof jou. Je kunt weer op school komen.’
4. De helft van de onderwijstijd aan salafisme
Het Haga Lyceum zou plannen hebben om de helft van de onderwijstijd aan het salafisme te wijden, stelde de AIVD. Maar de Onderwijsinspectie vond daarvoor vervolgens geen bewijs. Waar komt dat verhaal dan vandaan?
Allereerst dit: de Atasoys ontkennen dat het Haga een ‘salafistenschool’ is. Dat blijkt volgens hen uit het feit dat de docenten verschillende varianten van de islam aanhangen. Neem godsdienstdocent Hüseyin Önal, die als Turkse Koerd naar Nederland vluchtte. Hij is een aanhanger van een mystieke stroming binnen de islam en noemt zich ‘soefi’.
Ook onder de ouders zijn diverse stromingen vertegenwoordigd. Zo zijn de twee leden van de ouderraad hoogopgeleide werkende vrouwen. Een van hen werkt bij een grote Nederlandse bank, de andere is tandarts. Beide vrouwen zijn opgemaakt en geven de mannelijke journalisten een hand – iets wat een vrouwelijke medewerker van de school later beleefd zal weigeren. De moeders spreken geanimeerd over de interne discussies tussen ‘fundi’s’ en ouders die minder streng in de leer zijn.
Een andere moeder met Marokkaanse wortels vertelt liefdevol over haar jeugd in Nederland en over de Joodse leraar die ze had. Een van haar dochters zit op de school, zij komt elke dag vanuit Den Haag naar Amsterdam. ‘Omdat het een goede school is, klassen hebben maximaal twintig leerlingen. En je hoeft als jonge moslima niet de hele tijd je geloof te verdedigen.’
Ja, de berichten over alle ‘aanjagers’ hebben de moeder wel aan het schrikken gemaakt. ‘Als het waar was dat mijn dochter hier antidemocratisch onderwijs kreeg, zou ik haar direct van school halen. Maar ik vind wel dat er dan bewijzen moeten komen. Die zie ik nu niet. Ik vroeg mijn dochter of ze weleens van die Abou Hafs had gehoord. Ze dacht dat hij een modevlogger was.’
***
Ook bij de vrijdagpreek klinkt geen onvertogen woord, zweren de Atasoys. Ze wijzen erop dat de gemeente Amsterdam daarvan vermoedelijk tot in detail op de hoogte is, omdat er wekelijks een ouder-kindadviseur bij de preken aanschoof. Ouders en leerlingen kunnen bij zo’n adviseur, die op elke middelbare school in Amsterdam rondloopt, terecht met vragen over opvoeden, opgroeien en gezondheid.
Bestuurder Marleen Beumer van de Stichting Ouder- en Kindteams Amsterdam ontkent desgevraagd dat haar medewerker informatie doorsluisde naar de gemeente. ‘Onze adviseur was daar op vrijdag en dan ontkom je er niet aan naar de preek te luisteren, omdat die door de hele school galmt. Ze is erbij gaan zitten, maar heeft niet de expertise om de inhoud ervan te beoordelen. Daarvoor zitten we ook niet op scholen.’
Ook Jeroen Goutier bezocht ‘meerdere keren’ de vrijdagpreek. Hij was als medewerker passend onderwijs ingehuurd door de school. Ook is hij ‘aandachtsfunctionaris radicalisering en polarisering’. ‘Die preken worden gegeven door externen’, zegt hij. ‘Ze gaan vooral over burgerschap en over hoe je als puber in deze maatschappij kunt functioneren. Helemaal niets spannends.’
Dan is er nog de Onderwijsinspectie. De afgelopen maanden liepen er bijna dagelijks inspecteurs op de school rond, die spraken met alle betrokkenen. Hun bevindingen zijn nog niet bekend, maar de advocaat van de school onthulde al wel dat salafisme geen rol speelt in het onderwijs. ‘Evenmin heeft de inspectie aanwijzingen aangetroffen dat sprake zou zijn van een klimaat gericht op afzijdigheid van de Nederlandse samenleving of het tegengaan van integratie’, citeerde hij het rapport.
***
Waar dan het idee vandaan komt dat de helft van het onderwijs aan salafisme zou worden besteed, weten de broers ook niet. Er is de afgelopen anderhalf jaar zelfs helemaal geen godsdienstonderwijs geweest, omdat er geen docent en geen curriculum was. Daar werkt soefi-imam Hüseyin Önal nu hard aan.
Het zou kunnen, zeggen de Atasoys, dat de AIVD over informatie beschikt uit brainstorms over het godsdienstcurriculum. ‘Er was een idee om elke dag een uur uit de Koran te lezen. Ik heb tegen de roostermaker gezegd dat hij dat moest inplannen’, zegt Soner. ‘Die zei: dan moeten de extra uren voor Nederlands en wiskunde er weer af. Dat wilde ik niet. We willen ons profileren met kwaliteit.’
Later suggereert Soner Atasoy dat het sollicitatiegesprek met Fouad el Bouch (Abou Hafs) mogelijk is afgeluisterd. Daarin spraken ze, zegt hij, over het plan om in de toekomst wellicht ook een avond- en weekendprogramma te verzorgen.
Dat hulpprogramma, zoals de broers het noemen, is niet bedoeld om leerlingen te indoctrineren, maar om ze van de straat te houden. Son Tekin verwijst naar het grote aantal Amsterdamse criminele jongeren met een moslimachtergrond. ‘Die groep vraagt broertjes en neefjes om hand-en-spandiensten te verrichten. Daarom is het goed die kinderen in het weekend hier te houden. Met sport. Met bijlessen. En met een beetje islam.’
‘In het eerste jaar dat de school open was’, zegt Soner, ‘wilden de kinderen helemaal niet naar huis. Ze bleven tafelvoetballen, deden klusjes. En gingen pas weg als wij vertrokken.’
Epiloog
Kunnen we de Atasoys vertrouwen? Draait het allemaal om goed islamitisch onderwijs, zoals ze zeggen? Meerdere bronnen rond het ambtsbericht wijzen ons op een recent interview ‘in jullie eigen krant’, waarin de Syrisch-Duitse politicoloog en islamgeleerde Bassam Tibi salafisten en aanhangers van andere ultra-orthodoxe stromingen in de islam ‘meesters in de misleiding’ noemt. ‘Publiekelijk zeggen ze andere dingen dan achter gesloten deuren.’
Ook Hendrik Verweel, die met de Atasoys werkte op het ICA, spreekt over de ‘meerdere gezichten die de mannen hebben’ en hun ‘twee tongen’. Tegenover de buitenwereld geven ze maatschappelijk gewenste antwoorden, zegt Verweel. ‘Maar het doel is hun beweging meer macht en invloed te geven.’
En dan zijn er de waarschuwingen van Jan Beenen, de voormalige interim-rector van de islamitische scholengemeenschap Ibn Ghaldoun in Rotterdam. Want hoe zit het op het Haga Lyceum met alles wat niet is vastgelegd in officiële documenten? ‘Op papier wordt de Holocaust misschien uitgebreid behandeld’, zei hij eerder in de Volkskrant. ‘Maar wat zegt een docent als een paar kinderen op de gang ‘Hamas, Hamas, Joden aan het gas’ zingen? Roept hij ze terloops tot de orde of stelt hij het onderwerp stevig aan de kaak?’
Zulke opmerkingen blijven nagalmen. Want ondanks de urenlange gesprekken en de overtuigende verhalen kan het natuurlijk zijn dat de Atasoys ‘de schone schijn’ ophouden, dat er sprake is van ‘façadepolitiek’ en dat de broers hun school op termijn willen gebruiken om zieltjes te winnen voor de politieke islam.
Als we ze dit voorleggen, reageren de broers fel. Al die verwijten zijn gestoeld op één ding, zeggen ze: wantrouwen. Ze wijzen erop dat de inspectie de afgelopen maanden met alle leerlingen heeft gesproken, en met heel wat ouders. ‘Geen enkel kind heeft iets gezegd over indoctrinatie’, zegt Soner.
‘Stel nou, hè’, zegt Son Tekin, ‘dat we de schone schijn zouden willen ophouden. Dan hadden we al die ‘aanjagers’ toch meteen weggestuurd? Zodat we niet zouden opvallen! En dan zou hij toch geen tyfus zeggen! En de burgemeester toch geen domme gans noemen!’
***
Zitten de AIVD en de NCTV ernaast? Je zou verwachten dat er een stevig dossier ligt voordat ze zware beschuldigingen naar buiten brengen, maar controleren kunnen we dat niet. Feit is dat ook de diensten fouten maken. In 2014 gaf de AIVD een familie uit Huizen bijvoorbeeld ten onrechte het stempel ‘jihadgezin’. Ze zouden op het punt staan naar het kalifaat te vertrekken, maar dat bleek niet waar.
Of er ook nu iets is misgegaan, zal misschien nooit boven tafel komen. Wat wel vaststaat, is dat de overheid is gaan verstoren op basis van signalen van de diensten. De gemeente stopte elke vorm van subsidie en vergunningverlening aan de school. Via brieven en voorlichtingsavonden probeerde wethouder Moorman kinderen naar andere scholen te lokken. Toen dat niet lukte, maakten de bestuurders in gesprekken met de ouderraad duidelijk dat Amsterdam de school wil steunen als de Atasoys het veld ruimen.
Veel succes heeft dat allemaal niet gehad. Voor het nieuwe schooljaar hebben zich volgens de broers inmiddels 172 achtstegroepers aangemeld. Zowel ouders, docenten als schoolbestuur lijken vierkant achter de Atasoys te staan.
En er is nog iets gebeurd. De verhoudingen tussen de overheid en een deel van de Amsterdamse moslimgemeenschap zijn beschadigd. Want terwijl in de Tweede Kamer en de gemeenteraad om het hardst wordt geroepen dat de school per direct dicht moet, leeft onder veel moslims een ander gevoel: dat hun school er niet mag zijn. De polarisatie lijkt te zijn aangewakkerd.
‘Dat is precies wat ik ook hoor bij het grootste gedeelte van mijn achterban’, zegt Mourad Taimounti, de Amsterdamse voorman van Denk. ‘Zeker sinds duidelijk is geworden dat de Onderwijsinspectie geen aanwijzingen heeft gevonden voor antidemocratisch onderwijs, is de verontwaardiging ook bij veel gematigde moslims groot. Het vertrouwen in de overheid heeft een flinke knauw gekregen.’
Tom Zwart waarschuwt dat dat verstrekkende gevolgen kan hebben. De Utrechtse hoogleraar cross-cultureel recht zegt dat moslims de religieuze plicht hebben zich aan te passen als ze een minderheid vormen – iets wat de meeste Nederlandse moslims volgens hem serieus nemen.
Er is wel een voorwaarde, stelt Zwart: dat ze vrijheid van godsdienst genieten. En juist die is de laatste jaren in de knel gekomen. Zo staat ritueel slachten ter discussie. Er is een boerkaverbod gekomen. En nu proberen bestuur en politiek ‘hun’ school te sluiten. ‘Daardoor vervalt langzaam de voorwaarde die moslims stellen aan participatie en integratie’, zegt Zwart. ‘De overheid is actief bezig een deel van de moslimgemeenschap van de samenleving te vervreemden.’
Ook oud-directeur Verweel van het ICA is vernietigend over het optreden van de overheid. ‘De burgemeester en de wethouder roepen dingen die ze niet kunnen waarmaken’, zegt hij. ‘Daarmee maken ze zichzelf belachelijk. En Atasoy is daar natuurlijk blij mee. Die speelt dat uit.’
‘Als het resultaat van ons ambtsbericht is dat mensen zich gestigmatiseerd voelen en de polarisatie vergroot, dan is dat het tegenovergestelde van wat wij beoogd hebben’, zegt de woordvoerder van de AIVD in een reactie op die kritiek. Hij benadrukt dat de dienst ambtsberichten juist verstuurt aan partners om hun ‘handelingsperspectieven te bieden’ die ‘er juist aan moeten bijdragen dat we in Nederland in harmonie samenleven’. Op de vraag of die ‘partners’ dan verkeerd hebben gehandeld gaat hij niet concreet in. ‘In zo’n zaak als deze doe je dat in alle nauwkeurigheid en goede afstemming’, is het enige wat hij erover kwijt wil.
***
Het kan nog slechter aflopen, als we de broers mogen geloven. Meer dan eens wijzen ze erop dat burgemeester Halsema en de NCTV mensenlevens in gevaar hebben gebracht door hun optreden.
Son Tekin: ‘In de eerste plaats de levens van de kinderen hier, want we ontvangen bedreigingen. We hebben een dreigbrief en verdachte pakketjes gekregen, waarmee we naar de politie zijn gestapt. En in de tweede plaats de levens van zijn schoonfamilie in Tsjetsjenië.’
Soner: ‘Ik ga deze zomer weer naar Tsjetsjenië, hè?’
Son Tekin: ‘Ze zullen hem ondervragen. Maar omdat er niets is, zal hij vrijkomen.’
Soner: ‘Ik krijg wat strijkijzers op mijn rug. Ik zeg het lachend, maar daar krijg je klappen, hè?’
Son Tekin: ‘En dat hebben Halsema en de NCTV op hun geweten. Zo ga je niet met je burgers om. Wij zijn Nederlanders, hier geboren. Dit is ons land.’
Want dat is hoe hij erover denkt. Alle beschuldigingen aan zijn adres zijn onwaar, overtrokken en belangrijker nog: niet door bewijzen ondersteund. Het past in een patroon, zegt hij. Want de overheid probeert de school al vanaf het allereerste begin te dwarsbomen – vaak met oneigenlijke middelen.
Daar heeft Atasoy een punt. Nadat de Stichting Islamitisch Onderwijs Amsterdam en Omstreken (SIO) in 2011 van het ministerie toestemming had gekregen om een school te beginnen, grepen de gemeente Amsterdam en het ministerie van Onderwijs elke kans om de komst van de school te voorkomen of te vertragen. Zelfs Lodewijk Asscher, voormalig wethouder in Amsterdam, stelde deze week in de krant dat de gemeente ‘activistisch’ is opgetreden tegen het Haga Lyceum. VOLKSKRANTBESTUURDER HAGA LYCEUM GAAT IN DE TEGENAANVAL: JA, IK NOEM BURGEMEESTER HALSEMA EEN DOMME GANS https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/bestuurder-haga-lyceum-gaat-in-de-tegenaanval-ja-ik-noem-burgemeester-halsema-een-domme-gans~b8d22867/
”Nu de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) waarschuwt voor radicale invloeden op het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam, klinkt de roep om makkelijker te kunnen ingrijpen op scholen. Daarvoor moet wel de wet op de schop. Ze waren altijd al tegen. Zowel het ministerie van Onderwijs als de gemeente Amsterdam had vanaf het begin weinig trek in een orthodoxe islamitische school. Alleen: blokkeren kon niet. En dus gingen de deuren van het Cornelius Haga Lyceum vorig jaar – na een jarenlange juridische strijd – gewoon open.
Ook nu de school is begonnen en de NCTV waarschuwt voor extremisme, blijkt het lastig om in te grijpen. ‘Frustrerend, maar dat is de situatie’, zei minister Slob vrijdag. ‘We leven in een rechtsstaat, dus we zullen een wettelijke grondslag moeten hebben.’VOLKSKRANTZELFS MET NIEUWE WETGEVING IS HET NIET MAKKELIJK, EENTWEEDE HAGA LYCEUM TE VOORKOMEN8 MAART 2019 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/zelfs-met-nieuwe-wetgeving-is-het-niet-makkelijk-om-een-tweede-haga-lyceum-te-voorkomen~bc70dc35/ Nu de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) waarschuwt voor radicale invloeden op het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam, klinkt de roep om makkelijker te kunnen ingrijpen op scholen. Daarvoor moet wel de wet op de schop.
Ze waren altijd al tegen. Zowel het ministerie van Onderwijs als de gemeente Amsterdam had vanaf het begin weinig trek in een orthodoxe islamitische school. Alleen: blokkeren kon niet. En dus gingen de deuren van het Cornelius Haga Lyceum vorig jaar – na een jarenlange juridische strijd – gewoon open.
Ook nu de school is begonnen en de NCTV waarschuwt voor extremisme, blijkt het lastig om in te grijpen. ‘Frustrerend, maar dat is de situatie’, zei minister Slob vrijdag. ‘We leven in een rechtsstaat, dus we zullen een wettelijke grondslag moeten hebben.’
Ook de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema opperde dat de wet moet worden gewijzigd om het onderwijs beter te kunnen beschermen tegen extremistische invloeden. Welke mogelijkheden zijn er?
1. Schrap de vrijheid van onderwijs
In Nederland mag iedereen een school oprichten. Dat ligt vast in artikel 23 van de Grondwet. Wie kan aantonen dat er voldoende animo is voor zijn initiatief, krijgt van de overheid jaarlijks een zak met geld. Dit systeem zorgt dat Nederland een pluriform onderwijsstelsel heeft met voor ieder wat wils, in tegenstelling tot landen als Frankrijk, waar het overgrote deel van de scholen openbaar is.
Dat Franse systeem houdt wel extreme invloeden buiten het onderwijs. Moet de vrijheid daarom ook hier worden ingeperkt? De kans dat een Kamermeerderheid daarvoor stemt, is nihil, zegt hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjens van de Universiteit van Tilburg. ‘Het zal veel weerstand opleveren.’
Zo zullen regeringspartijen CDA en ChristenUnie het recht verdedigen dat hun kiezers de kinderen naar christelijke scholen kunnen sturen. En bovendien: zo’n Grondwetswijziging is wel een heel zware maatregel om enkele scholen aan te kunnen pakken.
2. Laat de inspectie scholen beoordelen voordat ze van start gaan
Op dit moment komt de Onderwijsinspectie pas op een school langs als die al open is. De inspectie controleert dan alleen de onderwijskwaliteit. Is die niet op orde, dan kan het nog een paar jaar duren voordat de geldkraan daadwerkelijk dichtgaat. Dat moet anders, vindt het kabinet. Er ligt daarom een wetsvoorstel om plannen van een school voortaan te toetsen voordat de eerste les gegeven is.
Waterdicht is zo’n systeem niet, zegt de Rotterdamse hoogleraar onderwijsrecht Pieter Huisman. ‘Het is een papieren toets. Uiteindelijk moet toch in de praktijk blijken wat voor onderwijs er wordt gegeven.’
Daarnaast zal de inspectie volgens de nieuwe wet moeten kijken of er bestuurders betrokken zijn die er eerder een potje van hebben gemaakt. Nuttig, vindt Huisman, maar geen garantie voor succes. Kwaadwillenden kunnen de boel belazeren. ‘Door stromannen in het bestuur te zetten, bijvoorbeeld.’
3. Geef de minister meer mogelijkheden om bestuurders af te zetten
Ja, de minister van Onderwijs kan bestuurders van scholen in sommige gevallen dwingen plaats te maken. Blijven ze toch, dan mag de minister de geldkraan dichtdraaien, wat meestal het einde van een school betekent.
Het probleem is dat hij zo’n zware maatregel alleen kan inzetten wanneer sprake is van wanbeleid of wanneer de onderwijskwaliteit ernstig in het geding is. En dat is bij een school als het Cornelius Haga Lyceum niet het geval.
Volgens hoogleraar Zoontjens zou er een bepaling aan de wet kunnen worden toegevoegd om de bevoegdheid van de minister te verruimen. ‘Zodat hij een bestuurder ook kan wegsturen als de school geen veilige leeromgeving biedt of een beleid voert dat niet overeen komt met de mensenrechten.’
4. Leg de burgerschapsopdracht duidelijker vast
Scholen zijn verplicht om kinderen burgerschapsonderwijs te bieden. Alleen ligt nergens vast waaraan precies dat onderwijs dan moet voldoen. Om meer duidelijkheid te scheppen, wil minister Slob de wet aanpassen.
In het wetsvoorstel staat onder meer dat scholen leerlingen ‘respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat – zoals verankerd in de Grondwet – en de universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens’ moeten bijbrengen.
Door de wet te wijzigen, kan de inspectie scholen ook op het burgerschapsonderwijs aanspreken en mogelijk zelfs de geldkraan dichtdraaien. Nu kan dat alleen als er helemaal geen burgerschapslessen op het programma staan.
Volgens hoogleraar Huisman is dat overigens niet eenvoudig. ‘De inspectie moet dan vaststellen dat er geen respect voor de rechtsstaat wordt bijgebracht op een school. Hoe toon je dat aan?’
5. Stel strengere eisen aan de bekwaamheid van leerkrachten
Jan Beenen herinnert het zich nog goed. Als interim-rector van de islamitische middelbare school Ibn Ghaldoun in Rotterdam zag hij leerkrachten voor de klas staan met weinig didactische vaardigheden en een slechte beheersing van de Nederlandse taal.
‘Veel van hen hadden diploma’s van Turkse of Marokkaanse instituten’, zegt hij. ‘Die waren goedgekeurd, zodat ze ook hier les mochten geven. Ze waren bevoegd, maar niet bekwaam.’
Of dat voor het Cornelius Haga Lyceum ook geldt, durft Beenen niet met zekerheid te zeggen, maar hij vermoedt van wel.
Misschien, zegt hij, kunnen extremisten buiten de deur worden gehouden door beter vast te leggen aan welke bekwaamheidseisen leerkrachten moeten voldoen. En door minder makkelijk buitenlandse diploma’s goed te keuren.
[23]
VOLKSKRANT
BIBOB TOETS VOOR OMSTREDEN ISLAMITISCHE SCHOOL: ”BESTUURLIJKE GUERILLA TEGEN HAGA LYCEUM”
20 APRIL 2019
Het ministerie van Onderwijs wil een Bibob-toets voor het islamitische Cornelius Haga Lyceum. Rechtsgeleerden laten geen spaan heel van de manier waarop de overheid de omstreden school de voet probeert dwars te zetten. ‘Buitengewoon kwalijke stap’.
In de strijd tegen het bestuur van het islamitische Cornelius Haga Lyceum zet het ministerie van Onderwijs een onorthodox wapen in: de Wet Bibob, die is bedoeld om zakelijke activiteiten van criminelen in de bovenwereld te dwarsbomen. Rechtsgeleerden spreken van een ‘buitengewoon kwalijke stap’ van de overheid, en zelfs van een ‘bestuurlijke guerrillatactiek’.
Het ministerie heeft op 5 april een brief geschreven aan de bestuurder van het Amsterdamse Haga Lyceum, Söner Atasoy. In de brief, die in handen is van de Volkskrant, zegt de directeur Voortgezet Onderwijs dat zij wil uitsluiten dat ‘onderwijsgeld wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten’. Atasoy had daarom vóór vrijdag 19 april een vragenformulier in het kader van de Wet Bibob moeten invullen. Het ministerie dreigt nu de bekostiging van de school stop te zetten.
Atasoy heeft om principiële en praktische redenen besloten het formulier niet in te vullen. Daardoor heeft de school mogelijk volgende week al een serieus financieel probleem. Als onderwijsminister Arie Slob (CU) het dreigement gestand doet, zal Atasoy dan een beroep moeten doen op de reserves van de school om volgende week de salarissen te betalen.
De zeven jaar durende relatie tussen het Cornelius Haga Lyceum en de overheid is geplaveid met juridische vonnissen. De school opende na vele gewonnen rechtszaken in de zomer van 2017 haar deuren, en kwam begin maart in opspraak.
Alarmerende signalen
De gemeente Amsterdam en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding maakten bekend dat zij alarmerende signalen over de school hadden ontvangen van de inlichtingendienst AIVD. In een ambtsbericht van de dienst staat dat Söner Atasoy en zijn broer Son Tekin ‘banden zouden hebben onderhouden’ met het aan IS gerelateerde Kaukasus Emiraat.
Datzelfde ambtsbericht rechtvaardigt volgens het ministerie dat Atasoy moet meewerken aan een Bibob-onderzoek. Maar dat is Atasoy dus niet van plan . ‘Onderwijs valt niet onder de Bibob, dus dit is een onrechtmatige eis’, stelt hij.
Hij beschouwt de brief als een valkuil van het ministerie. ‘Ik heb geen banden gehad met het Kaukasus Emiraat. Maar hoe kan ik dat bewijzen als er geen enkel bewijs van het tegendeel op tafel ligt.’ Als hij nu meewerkt aan een check via de Bibob zal hij er vanwege datzelfde bericht waarschijnlijk niet doorheen komen, vermoedt hij.
Daarom kiest de omstreden directeur er voor om de brief onbeantwoord te laten en een rechtszaak af te wachten. Via een spoedprocedure hoopt hij het ministerie vervolgens alsnog te dwingen om met het geld over de brug te komen.
Rechtsgeleerden zijn kritisch over de manier waarop het ministerie Atasoy op de knieën probeert te krijgen. Volgens de Tilburgse hoogleraar Paul Zoontjens, die het gevecht rondom het Cornelius Haga Lyceum al lang volgt, begint het optreden van de overheid ‘op een soort guerrilla te lijken’.
De inzet van de Wet Bibob om vervolgens de geldkraan dicht te kunnen draaien is volgens Zoontjens onwettig. ‘De bekostiging van onderwijs kun je alleen maar stopzetten als de inspectie vaststelt dat de kwaliteit van het onderwijs niet op orde is of als er te weinig leerlingen zijn. De Wet Bibob past totaal niet in het onderwijs.’
Tom Zwart, hoogleraar crosscultureel recht bij Universiteit Utrecht, spreekt van ‘bestuurlijke stalking’. Hij stelt dat de overheid in deze casus continu probeert reputatieschade te veroorzaken bij de school, zonder dat er harde bewijzen liggen.
Zo heeft hij zijn twijfels bij het AIVD-bericht over de school. ‘Als ze iets zouden hebben gevonden, dan was het Openbaar Ministerie in actie gekomen, en dat is niet gebeurd.’ De hoogleraar noemt de werkwijze kwalijk. ‘Als je een school verwijt antirechtsstatelijk en antidemocratisch te zijn, moet je als overheid zelf het goede voorbeeld geven. Dat gebeurt niet.’
Het ministerie van Onderwijs stelde vrijdagmiddag in een reactie dat de Wet Bibob wel degelijk van toepassing is op het voortgezet onderwijs. Op de vraag of het Cornelius Haga Lyceum volgende week geen geld meer krijgt als Söner Atasoy niet meewerkt aan het Bibob-onderzoek, wil de woordvoerder van minister Slob niet vooruitlopen.
Nader beraden
‘We wachten de reactie van het bestuur van het Cornelius Haga Lyceum af. Als we geen ingevuld formulier krijgen, dan zullen we ons nader beraden en naar bevind van zaken handelen.’
‘Ik heb deze kwestie met twee collega’s van mijn universiteit en van de VU besproken en wij vinden dat dit absoluut niet kan’, zegt ook de Groningse hoogleraar algemene rechtswetenschap Jan Brouwer. Het ingrijpen met de Wet Bibob is in zijn ogen niet alleen juridisch onjuist maar ook politiek onverstandig als het doel van het kabinet is om polarisatie in de samenleving tegen te gaan.
‘Door in paniek naar dit soort noodmaatregelen te grijpen, stigmatiseer je moslimkinderen op islamitische scholen en geef je de polarisatie in de samenleving juist een flinke zet.’ [24] ”Anderzijds is er wat je ziet, hoort en voelt wanneer je er binnenstapt. Ja, jongens en meisjes zitten aan verschillende kanten van het klaslokaal, zoals vaker gebeurt op islamitische scholen. Ja, de mannelijke docenten dragen hier baarden. En ja, midden in de aula ligt zacht tapijt waarop leerlingen en medewerkers dagelijks samen bidden.”…………..
”Zo’n georkestreerde aanval past in een patroon. De overheid kiest er de laatste jaren voor het politiek salafisme actief te bestrijden. Volgens de inlichtingendiensten verspreiden aanhangers ‘antidemocratische, polariserende en onverdraagzame’ boodschappen”
In het salafisme kunnen drie substromingen worden onderscheiden.[4]
Puristen streven naar het leven volgens de Koran en de soenna. Zij zijn niet politiek actief, omdat zij vinden dat leiding geven aan de mensheid de taak van God is. Geweld wordt principieel verworpen, en ze zijn voornamelijk bezig met het inrichten van hun eigen leven naar de Koran en de soenna.
Politieke salafisten komen overeen met puristen, maar verwerpen politieke deelname niet. Deze dient echter het doel een islamitische samenleving te verwezenlijken. Geweld wordt ook door hen in principe afgekeurd, tenzij ter verdediging, bijvoorbeeld tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Irak of tegen ‘onislamitische’ dictators in het Midden-Oosten.
Jihadistische salafisten ten slotte zijn de meest geradicaliseerde substroming en stellen de (innerlijke en uiterlijke) jihad direct als tweede plicht na de sjahada. Verdediging tegen aanvallen van ongelovigen wordt gezien als een heilige plicht waarvoor een ware moslim zelfs het eigen leven ter beschikking moet stellen. In de meest radicale versie worden beledigingen tegen de islam (bijvoorbeeld spotprenten) ook als ‘aanval’ gezien, of is zelfs geweld om de islam te verspreiden geoorloofd.
[25] Na een weekend praten is de strijd om het islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam Nieuw-West in een impasse geraakt. Bestuurder Söner Atasoy weigert te vertrekken en de gemeente staat met lege handen.
Na een weekend praten is de strijd om het islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam Nieuw-West in een impasse geraakt. Bestuurder Söner Atasoy weigert te vertrekken en de gemeente staat met lege handen. Over het Cornelius Haga Lyceum zijn ernstige zorgen. Volgens terrorismebestrijder NCTV zorgen ‘richtinggevende personen binnen de school’ voor een onveilige leeromgeving. De AIVD brengt bestuurder Söner Atasoy en zijn broer Son Tekin, ook actief op de school, in verband met de terroristische organisatie Kaukasus Emiraat.
Vrijdagavond sprak Söner Atasoy de ouders van de school toe. Uit een geluidsopname daarvan blijkt dat hij de schuld legt bij ‘een kartel’ van schoolbesturen, ondersteund door burgemeester Femke Halsema en NCTV-baas en oud-hoofdcommissaris Pieter-Jaap Aalbersberg. Dat kartel zou zijn school kapot willen concurreren zodat zij zelf hun tekort aan leerlingen aan kunnen vullen.Arresteren
“Wij wisten niet dat het kartel zulke goede vrienden had,” zegt hij. “Wat doen ze? Ze hebben geen wetgeving, dus gaan ze met modder gooien. De oproep is niet: politie doe iets, maar: kunt u uw kind ergens anders inschrijven?”Volgens Atasoy moet de gemeente hem maar laten arresteren als er iets mis is. “Een minder bewijs dan dat je Atasoy verkleed als Rambo in Syrië ziet vechten accepteren wij niet. Als er maar één procent waar zou zijn van wat wordt gezegd, zou ik vanuit de gevangenis in Vught met jullie praten.”
Vrees voor tonnen verlies
Op een bijeenkomst met islamitische organisaties, zaterdagavond op de ambtswoning, werd Halsema gevraagd of er een strafrechtelijk onderzoek komt. Zij moest daarop het antwoord schuldig blijven. Op een bijeenkomst in De Balie zondag zei ze dat de zaak niet concreet genoeg was, maar dat het initiatief ligt bij het Openbaar Ministerie. Ondertussen kan zij niet veel meer doen dan de broers Atasoy verzoeken te vertrekken.
Over die broers wordt ondertussen steeds meer bekend. Zij zijn geboren in Albanië en groeiden op in Den Haag. Daar verdienden zij hun geld met snackbars en de verkoop van shoarma. Ook in België zouden zij een snackbar hebben gehad. Volgens een bron, die de mannen nog kent uit Den Haag, hebben zij hun zaken verkocht om de school op te kunnen richten en de 42 (!) rechtszaken te bekostigen die zij inmiddels hebben gevoerd om de school draaiende te houden. Het verlies van ’tonnen’ eigen geld zou voor hen ook een belangrijke reden zijn om te weigeren op te stappen.
Bronnen rond de Turks-islamitische organisatie Milli Görüs bevestigen dat de broers Atasoy in hun jonge jaren in Den Haag Koranlessen volgden bij Milli Görüs Zuid-Nederland, maar daar buiten de deur zijn gezet wegens al te strikte opvattingen en hun uitdagende gedrag.
Een derde broer, Luan Atasoy, stond in 2014 op plek drie van de lijst van de Partij van de Eenheid voor de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Hij was op die lijst terechtgekomen op verzoek van de bekeerde PVV’er Arnoud van Doorn, ook een groot pleitbezorger van het Cornelius Haga Lyceum.
In Den Haag voert Abderazak Khoulani de partij aan, de man die in 2014 als secretaris van de Stichting Islamitisch Onderwijs Onderwijs Amsterdam en Omstreken moest vertrekken nadat hij ‘leve ISIS!’ had getwitterd.
‘Indianenverhalen’ Onder volgers van de school doet hardnekkig de naam van de radicale prediker Fouad el Bouch (Abu Hafs) de ronde. Hij zou op het Cornelius Haga Lyceum gastlessen hebben verzorgd. In Hilversum exploiteert hij het succesvolle YouTubekanaal ‘Bewust Moslim’. Bekend werd hij met zijn lied Blanke tirannie, waar hij zingt over ‘de soldaten van onze religie’.
El Bouch ontkent desgevraagd elke betrokkenheid bij de school. Dat hij de afgelopen dagen tientallen tweets de wereld in heeft gestuurd over het Cornelius Haga Lyceum komt doordat hij ‘een bezorgde burger’ zou zijn. Ook Söner Atasoy ontkent dat hij contact heeft met El Bouch: “Idiote indianenverhalen.”
Wel is zeker dat Arnoud van Doorn in april 2018 op het Cornelius Haga Lyceum was, ondanks ontkenningen van de school. Op sociale media liet hij weten: ‘Leuke gastles gegeven aan onze jongeren. Belangrijk om je islamitische identiteit vast te houden.’
De aantijging dat vier salafisten op het islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam contact hebben gehad met leerlingen, klopt niet, zegt een bron die betrokken was bij een waarschuwing van de AIVD over de school tegen de Volkskrant. De twee meest omstreden fundamentalisten zijn wel op het Haga geweest, maar zouden niets te maken hebben gehad met de scholieren.
In januari kregen de gemeente Amsterdam en de onderwijsinspectie een geheim ambtsbericht van de AIVD toegestuurd, waarin stond dat de directeur van de school, en zijn broer die er beleidsmedewerker is, zich omringen met salafistische voormannen.
Toen de gemeente en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid in maart de waarschuwingen over de school bekendmaakten en maatregelen aankondigden, was de ophef groot. NRC wist in maart ook nog te melden dat een omstreden sharia-geleerde heimelijke bijeenkomsten hield op de school.
Na schooltijd
De Volkskrant meldt nu dat een van de twee salafisten, een sharia-geleerde, de school een keer na schooltijd heeft bezocht en daar een kort gesprek had met de directeur. Dat zei Haga-directeur Soner Atasoy overigens in maart ook al. “Hij is hier een keer geweest voor een kop koffie, net als vele andere moslims die ik hier weleens heb ontvangen.”
De andere salafist zou naar een open dag zijn gegaan met zijn kind en hebben gesolliciteerd op een baan als leraar Arabisch. Hij werd niet aangenomen, schrijft de Volkskrant.
Kort geding
Vorige maand zei de advocaat van het Haga Lyceum al dat de Onderwijsinspectie geen bewijs heeft gevonden dat er sprake was van antidemocratisch onderwijs op de school. Dat zou staan in een conceptrapport van de inspectie.
Donderdag dient er een kort geding dat de school tegen de Onderwijsinspectie heeft aangespannen vanwege negatieve conclusies in het inspectierapport die op onjuiste gronden zouden zijn gebaseerd.
Na gebrek aan bewijs voor antidemocratisch onderwijs op het Haga Lyceum in Amsterdam blijkt het nu ook met de salafistische invloeden wel mee te vallen.
Nadat al bekend werd dat de Onderwijsinspectie geen bewijs heeft gevonden dat er op de school sprake is of was van antidemocratisch onderwijs, blijkt nu ook dat twee van de vier ‘salafistische aanjagers’, die zich volgens inlichtingendienst AIVD zouden ophouden rond het Haga Lyceum, geen contact hebben gehad met leerlingen binnen de school. Dit bevestigt een bron rondom het ambtsbericht van de AIVD aan de Volkskrant.
De aanjagers in kwestie zijn de Brits-Palestijnse shariageleerde Haitham al-Haddad en internetprediker Fouad el Bouch, beter bekend als Abou Hafs. Hun namen lekten in maart uit via NRC Handelsblad, dat inzage had in het geheime ambtsbericht. Toen al zei directeur Soner Atasoy dat de twee mannen, die van de vier vermeende aanjagers de meest omstreden zijn, op geen enkele manier met leerlingen in contact zijn geweest. Zowel Al-Haddad, El Bouch als de bron bevestigen dit nu tegenover de Volkskrant.
De Onderwijsinspectie deed naar aanleiding van het ambtsbericht uitgebreid onderzoek naar het Haga Lyceum. De advocaat van de school maakte drie weken geleden bekend dat de inspecteurs stevige kritiek hebben op de financiën en het bestuur van de school. De school heeft de Onderwijsinspectie inmiddels gedagvaard wegens de negatieve onderdelen van het rapport. Die zijn volgens de school onjuist. Donderdag dient daarover een kort geding in Den Haag.
Geen aanwijzingen
Intussen ontkracht het rapport dus wel de aantijgingen waarmee alle ophef begon. Voor ‘antidemocratisch onderwijs’ of ‘salafistische invloeden’ is geen bewijs gevonden. Er zijn ook geen aanwijzingen dat er sprake zou zijn ‘van een klimaat gericht op afzijdigheid van de Nederlandse samenleving of het tegengaan van integratie’.
Nu blijkt dus ook nog dat AIVD-informatie over de ‘aanjagers’ – die de gemeente Amsterdam en de Nationaal Coördinator Terrismebestrijding en Veiligheid (NCTV) openbaar maakten – veel minder stellig is dan die begin maart werd gebracht.
De woordvoerder van de AIVD laat in een reactie weten dat de dienst in het belang van de nationale veiligheid en van ieders privacy nooit ingaat op namen. ‘Maar als het resultaat van ons ambtsbericht is dat mensen zich gestigmatiseerd voelen en de polarisatie is vergroot, dan is dat het tegenovergestelde van wat wij beoogd hebben.’
Op de vraag of Amsterdam of de NCTV verkeerd met de informatie is omgesprongen, wil hij niet inhoudelijk reageren. ‘In zo’n zaak als deze doe je dat in alle nauwkeurigheid en goede afstemming’, is het enige wat hij erover kwijt wil.
Shariageleerde Al-Haddad bezocht het Haga Lyceum één keer. Dat was begin 2018 op eigen initiatief toen hij op uitnodiging van een groep Almeerse moslims in Nederland was. Hij kwam na schooltijd, sprak kort met directeur Atasoy, liep door de school en vertrok weer. El Bouch bezocht dit schooljaar een open dag met zijn kind. Ook solliciteerde hij naar een baan als leraar Arabisch. Hij werd niet aangenomen.
De twee Atasoy-broers worden door de overheid aangemerkt als ‘richtinggevende personen’ die zich ‘inlaten met jihadistisch extremisme’ en een ‘parallelle samenleving’ bevorderen. Zolang de Atasoys, die dat ten stelligste ontkennen, niet opstappen, weigert de gemeente Amsterdam de school subsidies of vergunningen te verlenen.[27]
”Via de Tsjetsjenen uit de bakkerij leerde Soner ook zijn Tsjetsjeense vrouw kennen. Sinds zijn huwelijk in 2004 heeft hij Tsjetsjenië naar eigen zeggen drie keer bezocht met zijn gezin.”……..”Zulke reizen wekten de interesse van de inlichtingendiensten, denkt Soner. Want wie naar Tsjetsjenië gaat, valt op. Hij benadrukt meerdere malen dat hij er nooit geheimzinnig over heeft gedaan. ‘Ik had mijn telefoon gewoon aanstaan. Ze konden me overal traceren.’
VOLKSKRANT
WAAR LIGT DE WAARHEID OVER HET HAGA LYCEUM?
[28]
”Via de Tsjetsjenen uit de bakkerij leerde Soner ook zijn Tsjetsjeense vrouw kennen”
” Maar concrete aanwijzingen voor salafistische indoctrinatie of antidemocratisch onderwijs? De Onderwijsinspectie heeft ze niet aangetroffen, zo blijkt uit een nog niet gepubliceerd rapport waaruit de advocaat van het Haga Lyceum onlangs citeerde. Ook de Volkskrant kwam ze tijdens meer dan tien bezoeken en na tientallen gesprekken met de schoolleiding, docenten, medewerkers, ouders, vrijwilligers en externen niet tegen – wat uiteraard geen sluitend bewijs is. ”
VOLKSKRANT
WAAR LIGT DE WAARHEID OVER HET HAGA LYCEUM?
[32] ”Maar hier is het laatste woord nog niet over gesproken.” YOUTUBE.COMRUTTE OVER ”SALAFISTENSCHOOL”: STUUR MIJN KINDERENNIET NAAR CORNELIUS HAGA LYCEUMNU.NL
TEKST [PREMIER RUTTE]”Ik zou het niet doen.. Als ik kinderen had, zou ik ze er niet heen sturen.Nou, er is grote bezorgdheid over deze school. Er is op dit moment onvoldoende grond om de school te sluiten….”[VERSLAGGEVER]”Er zijn geen strafbare feiten gepleegd.”[PREMIER RUTTE]”Ja, daar kan ik nooit iets over zeggen, want dat is altijd dan een zaak,die elders wordt onderzocht en zelfs dat kan ik nooit zeggen in het openbaar.Maar hier is het laatste woord nog niet over gesproken.”
Eén van de intrigerendste actuele kwesties vind ik die van het Islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam. Burgemeester Halsema wil maatregelen tegen de school omdat de AIVD zegt dat er ‘antidemocratisch onderwijs’ wordt gegeven en dat ‘richtinggevende personen’ op die school banden hebben met het aan ISIS gerelateerde Kaukasus Emiraat.
Nu heeft ze het aan de stok met een massa boze ouders die bewijzen willen zien, en haar erop wijzen dat het in dit tijdsgewricht nogal grote gevolgen heeft als je in verband wordt gebracht met terreur. Niet voor Halsema, natuurlijk, maar voor de kinderen die naar die school gaan.
Bewijzen overleggen gaat niet, zegt Halsema. En ze weet al dat de roep om sluiting (van onder andere de VVD en Annabel ‘mooie ovens van Hitler’ Nanninga) ‘luchtfietserij’ is, want er is geen enkele wettelijke grond. Het gaat haar dus alleen maar om stemmingmakerij tegen een islamitische school.
Nare moslims
De AIVD zegt weleens vaker wat en er is alle redenen om te twijfelen aan het waarheidsgehalte. Toen ze in oktober bijvoorbeeld een rapport over extreemrechts uitbracht, waarin wordt beweerd dat extreemrechts bestaat uit wat los rond elkaar cirkelende vage clubjes die eigenlijk alleen maar een beetje schreeuwen, en die niet zouden hebben bestaan als die nare moslims ook niet zou hebben bestaan, en als de vluchtelingen lekker thuis waren gebleven.
Bij de AIVD houden ze niet zo van moslims. Ook niet van bruinen en zwarten, trouwens. En wat is ‘antidemocratisch onderwijs’ anyway? Wordt de kinderen op dat lyceum bijgebracht dat democratie des duivels is, of wordt hen verteld de één zijn democratie de ander zijn door drones aan stukken gereten kinderen zijn? Is het trouwens verplicht om de democratische beginselen toe te juichen, en strookt dat dan niet met onze grondwettelijk gegarandeerde vrijheid van meningsuiting?
Radicale ideeën
Lodewijk Asscher, die de laatste tijd driftig campagne aan het voeren is voor de wederopbouw van de zorgstaat die hij als minister zelf zo kort geleden nog heeft ontmanteld, blijkt qua moslimhaat nog net zo fanatiek als toen. In de Volkskrantpleit hij gepassioneerd voor sluiting van het Haga Lyceum. Als onderwijswethouder sloot hij zelf al eens een islamitische school, vanwege de slechte onderwijskwaliteit, maar hij was er naar eigen zeggen vooral blij mee omdat leerlingen op die school ‘radicale ideeën’ kregen bijgebracht.
Welke radicale ideeën dan? Asscher: ‘Sommige mensen op die school waren bezig leerlingen in te prenten dat ze er niet bij hoorden in de samenleving, dat ze op andere scholen niet veilig waren met een hoofddoek. Leerlingen werden daar niet voorbereid op onze maatschappij.’
Pardon, wat?! Wat is daar radicaal aan? Het is gewoon waar! Moslims horen er niet bij en dat krijgen ze 24/7 overal te horen: in de Tweede Kamer, op de televisie, in de kwaliteitskranten. Het wordt ze ingewreven als bij toerbeurt Wilders en Baudet worden gekozen tot politicus van het jaar en bijvoorbeeld ook als Asscher met overslaande stem en zwaaiend met een ondeugdelijk rapport schreeuwt dat het allemaal terroristenvriendjes zijn.
Dus hoezo werden die leerlingen niet goed voorbereid op de maatschappij? Ze werden perfect voorbereid! Je kunt ze natuurlijk wijsmaken dat Nederland een pradijs van tolerantie en ruimdenkendheid is, maar dat zou een grove leugen zijn. Zie Urk, zie de reacties op Urk.
Sadistische spel
Types als Asscher geven altijd anderen overal de schuld van. Aan introspectie doen ze nooit. Asscher heeft waarschijnlijk nooit de minste wroeging gehad over zijn stunt met dat Motivaction-rapport, waarmee hij 90 procent van alle Nederlandse Turken beschuldigde van ISIS-sympathieën. Halsema is ook al zo gewetenloos. Ze zal met grote poppenogen van verbazing hebben gekeken naar die vrouw die haar vroeg of ze beseft wat het betekent om in 2019 in verband te worden gebracht met terreur.
Ze sluiten je uit en verwijten je dan dat je niet gezellig meedoet. Ze stigmatiseren je en straffen je dan omdat je je kinderen vertelt dat je gestigmatiseerd wordt.
Het is een sadistisch spel dat ze met minderheden spelen, een vorm van gaslighting. Doen ze het om die groep onder controle te krijgen, of komen ze met deze machtsspelletjes aan hun eigen gerief?
Ik weet het niet zeker. Wat ik wel zeker weet, is dat Asscher en Halsema samen voor meer ontwrichting in de samenleving hebben gezorgd dan welke islamitische school ook.
[35]
VOLKSKRANT
BIBOB TOETS VOOR OMSTREDEN ISLAMITISCHE SCHOOL: ”BESTUURLIJKE GUERILLA TEGEN HAGA LYCEUM”
20 APRIL 2019
[36]RIJKSOVERHEIDAFSCHRIFT BRIEF NCTV OVER ZORGEN TEN AANZIEN VANONDERWIJSINSTELLING IN AMSTERDAM
BRIEF VAN MINISTERIE VAN JUSTITIE AAN BURGEMEESTERHALSEMA
file:///C:/Users/Essed/Downloads/tk-bijlage-zorgen-ten-aanzien-van-onderwijsinstelling-in-amsterdam%20(4).p ZIE VOOR TEKST BRIEF NTCV, NOOT 8
[37]
” De school heeft aangekondigd te overwegen om via een kort geding te willen afdwingen dat het onderzoek niet wordt voortgezet, en dat een concept-rapport van het onderzoek dat de inspectie uitvoerde in oktober 2018, vastgesteld zou moeten worden. Om een weerwoord te bieden aan dergelijke (in het licht van onze democratische rechtsstaat zorgelijke) ontwikkelingen is de Taskforce bijeengekomen. Samen met onder andere het ministerie van OCW en vertegenwoordigers van het lokaal bestuur hebben zij gesproken over hoe ze deze ontwikkeling kunnen adresseren, en daarbij handelingsperspectieven te formuleren. ” BRIEF VAN MINISTERIE VAN JUSTITIE AAN BURGEMEESTERHALSEMA
file:///C:/Users/Essed/Downloads/tk-bijlage-zorgen-ten-aanzien-van-onderwijsinstelling-in-amsterdam%20(4).p ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 8
”De Tweede Engelse Oorlog zou uiteindelijk na de Tocht naar Chatham op 31 juli 1667 met de Vrede van Breda worden besloten, een vrede die in die tijd als gunstig voor de Republiek werd gezien. Besloten werd namelijk dat de Engelse Scheepvaartwetten zouden worden versoepeld – alle Duitse landen zouden beschouwd worden als het natuurlijke achterland van de Republiek – en dat (het Nederlandse) Nieuw Amsterdam (het hedendaagse New York) voorlopig in Engelse handen zou blijven en het meer renderende Suriname Nederlands bezit zou zijn: de status quo bleef bij deze gebieden dus gehandhaafd, hoewel er nog geen definitieve beslissing over werd genomen.” WIKIPEDIATWEEDE ENGELS-NEDERLANDSE OORLOG https://nl.wikipedia.org/wiki/Tweede_Engels-Nederlandse_Oorlog
[41]
”In 1621 werd de West Indische Compagnie (WIC) opgericht. “Evenals bij de VOC berustte de macht van de WIC op een monopolie: de compagnie verwierf van de Staten-Generaal in ruil voor een aandeel in de winst het recht van alleenvaart op de westkust van Afrika, uitgezonderd Kaap de Goede Hoop (al vroeg een bunkerplaats voor VOC-schepen), plus heel Amerika.” De WIC-kapiteins waren evenals de VOC-kapiteins zeerovers. Een van hen was Piet Hein, die in 1628 de Spaanse zilvervloot jatte.” DOORBRAAK.EU”ROOFSTAAT”; HET SMERIGE KOLONIALE VERLEDENVAN NEDERLAND4 MEI 2016 https://www.doorbraak.eu/roofstaat-smerige-koloniale-verleden-nederland/
[42]
”De VOC dwong monopolieverdragen af met de inheemse bevolking van de landen waar ze producten vandaan haalden. In die verdragen werd vastgelegd dat de Nederlandse kolonisatoren het alleenrecht hadden op de inkoop van muskaatnoten en foelie. De bevolking van de Banda-eilanden, een deel van de Molukken, moest zich aan die wurgcontracten houden. Het werd hen verboden om de producten te verkopen aan de Europese koloniale concurrenten van Nederland. In 1609 wees admiraal Verhoeff de Bandanezen erop dat ze het wurgcontract hadden overtreden door producten aan de Engelsen te leveren. De Nederlanders eisten daarom dat ze een militaire vesting mochten bouwen op een van de eilanden, maar daar gingen de Bandanezen uiteraard niet mee akkoord. Daarop vertrok Verhoeff met zevenhonderd man naar de eilanden. De bevolking was naar de bergen gevlucht en het VOC-personeel begon, tegen de zin van de Bandanezen in, met de bouw van een versterking. Twee weken later zouden de Bandanezen en de Nederlanders weer onderhandelen, maar dat bleek een hinderlaag te zijn: de Bandanezen vermoordden Verhoeff en 42 bemanningsleden. Vanvugt schrijft over het motief van de Bandanezen: “De moord op Verhoeff en de anderen was voor de Bandanezen een wanhoopsdaad geweest: hoe konden zij de bouw van het VOC-fort verhinderen?”.
Genocide
Vice-admiraal Hoen nam het opperbevel over. Onder Hoens bemanningsleden behoorden ook Coen en Hein, die tien jaar later tot leidende figuren in de West en de Oost zouden behoren. Er volgde een “strafexpeditie” naar Banda, waar de Nederlanders in een massale slachtpartij veel Bandanezen ombrachten. “Rond de plaats van het geplande fort was alles over een afstand van een uur lopen omvergehaald of stond in brand, en langs de kust waren alle inheemse vaartuigen kapotgeslagen.” Hoen zorgde ervoor dat het fort alsnog werd gebouwd, en in juni van dat jaar konden tweehonderd man Fort Nassau betrekken. In juli vond er nog een moordpartij plaats, toen VOC-ers de noordwestkant van Banda verkenden. “Volgens ooggetuige Verken zetten ze het ‘op een groot wurgen, waarbij men geen mens ontzag, maar allen met vrouw en kind, jong en oud tegelijk heeft neergeschoten en neergestoken’. Allen op het strand maakten zij af. Ze doorzochten de huizen, namen alle potten en pannen mee en staken tot slot de nederzetting in brand.”
Coen werd in 1619 benoemd tot algemeen bevelhebber. Zijn droom: een omvangrijk handelsrijk in Azië. Om dat te bereiken regeerde hij met harde hand. In 1621 was hij verantwoordelijk voor genocide op de Banda-eilanden. Ondanks de “strafexpeditie” van Hoen bleven sommige inheemse boeren bij Engelse handelaren muskaatnoten ruilen voor kruit en kanonnen. Evenals Verhoeff in 1609, wees Coen de Bandanezen op contractbreuk en eiste hij de bouw van forten op de eilanden. De Bandanezen weigerden dat opnieuw, wat leidde tot een massamoord en slavenhandel: “De VOC-bedienden omsingelden het dorp, zetten het in brand en namen de vluchtende mensen gevangen. Op precies deze simpele gewelddaden zou de Nederlandse macht in Indonesië meer dan 330 jaar steunen. Vanaf Banda verscheepte hij na de overwinning achthonderd gevangenen als verse arbeidskrachten naar Batavia.”DOORBRAAK.EU”ROOFSTAAT”; HET SMERIGE KOLONIALE VERLEDENVAN NEDERLAND4 MEI 2016 https://www.doorbraak.eu/roofstaat-smerige-koloniale-verleden-nederland/
URK WIL J.P. COENSTRAAT/MASSAMOORDENAARS OPVOETSTUKASTRID ESSED27 FEBRUARI 2018
[43]
AFSCHAFFING ZWARTE PIET EEN MUST/ZWARTE PIET ALS RACISTISCH FENOMEEN
Vroeger, als kind op Curaçao, leerde ik op school het lied In Holland staat een huis. Ik zong uit volle borst mee, al had ik geen idee wat en waar Holland was. Alle boekjes op school kwamen uit Holland en refereerden natuurlijk allemaal ook aan het Hollandse leven. Ik kon de provincies en hun hoofdsteden opdreunen en leerde ook dat de Rijn bij Lobith ons land binnenkwam. Ons land.
TEKST Wat doet mijn familienaam op de gevel van een Amsterdams grachtenpand, vroeg Noraly Beyer-Oostvriesland zich af. Het was het begin van een speurtocht.
Het moet ergens in de jaren zestig zijn geweest dat ik met twee broers in Amsterdam was. Bij het Damrak stond mijn jongere broer opeens stil en zei: “Kijk!” Hij wees naar de gevel van een huis. “Onze naam.”
We wisten niet zo gauw waarnaar we moesten kijken en wat we moesten zien. “Kijk,” zei hij weer, “onze naam.” En inderdaad, op de top van de gevel onder een rijkversierde lijst met twee zeemeerminnen en een groot wijnvat stond: ‘Oost Vries Lant’.
Als mensen onze naam schreven, moesten we er altijd bij zeggen: “Oostvriesland met een v, niet met een f.” En hier stond het zomaar goed. Midden in Amsterdam. Gebeiteld in de gevel van een huis met het jaartal 1740. We rekenden ons direct rijk, want hoopten dat we na dik 200 jaar eindelijk ons deel konden gaan opeisen van… ja van wie en van wat eigenlijk?advertentie
De speurtocht die we daarna inzetten, heeft niet veel opgeleverd. Pas vorig jaar ontdekte ik dat Egbert van Emden, een Asjkenazische Jood uit Amsterdam, met roots in Oost-Friesland, naar Suriname was gegaan om zijn geluk te beproeven. Door te trouwen met Gracia de la Parra, dochter van een van de rijkste Sefardisch-Joodse families in Paramaribo, werd hij een aanzienlijk man met plantages en de bijbehorende slaven.
Koloniale geschiedenis Toen Gracia een jaar later in het kraambed overleed, werd het jongetje, Evert, gezoogd door de slavin Sophietje. Zij werd later vrijgekocht door Van Emden, waarna hij haar de achternaam Oostvriesland gaf. Ziedaar de oorsprong van mijn meisjesnaam. En ziedaar het bewijs dat onze familienaam is terug te voeren op de koloniale geschiedenis van Nederland.
Blijft de vraag: hoe komt deze naam nu terecht op de achtergevel van het pand Warmoesstraat 16, dat doorloopt naar het Damrak? Bekend is dat het huis in 1735 gekocht is door wijnkoper Christiaan Lankhorst en vijf jaar later, in 1740, door hem is gerestaureerd. Het wijnvat in de gevelversiering verwijst naar zijn beroep.
Aardappelen en draadjesvlees Vroeger, als kind op Curaçao, leerde ik op school het lied In Holland staat een huis. Ik zong uit volle borst mee, al had ik geen idee wat en waar Holland was. Alle boekjes op school kwamen uit Holland en refereerden natuurlijk allemaal ook aan het Hollandse leven. Ik kon de provincies en hun hoofdsteden opdreunen en leerde ook dat de Rijn bij Lobith ons land binnenkwam. Ons land.
Op mijn twaalfde kwam ik naar Holland. Ik moest wennen aan het koude weer en aardappelen met draadjesvlees. Ik had me erbij neergelegd dat mensen me wilden aanraken. Mensen noemden me moorkop. Ik noemde hen kaaskop.
Soms zeiden ze dat ik een missiekind was. Dan dacht ik terug aan de collectebus op de lessenaar van mijn juf op Curaçao voor de missiekindjes in Afrika. Nu bleek ik zelf een missiekind te zijn. Ik sloofde me uit om andere kinderen uit te leggen dat mijn ouders in Suriname waren geboren, dat Curaçao een eiland in de Caribische Zee was en niet de hoofdstad van Suriname en dat je dus niet kon rijden van Curaçao naar Suriname. Lang niet iedereen vond het normaal dat ik Nederlands sprak en dat ik kon meepraten over Pietje Bell, Dik Trom, Flipje, Afke’s tiental, Michiel de Ruyter en Piet Hein. Ik deed wat ik kon en stortte me vol overgave in dit omgekeerde missiewerk.
De beschikbare bronnen over de geschiedenis, de topografie, de mensen en de cultuur van de overzeese gebiedsdelen van het Koninkrijk waren zo summier dat ik afhankelijk werd van mijn fantasie om mezelf te duiden. Tot ik op mijn veertiende Zuid-Zuid-West las, het debuut van Albert Helman, een lofzang op Suriname, ‘een land dat schittert in de zon en toch bezwijkt onder de verwaarlozing en uitbuiting en vooral de liefdeloosheid van de Nederlandse kolonisator’.
Niet eerder had een boek zo’n groot verlangen bij mij opgeroepen naar iets wat mij vreemd is en ook weer niet. Ik leerde van Helman dat de geschiedenis je helpt om het heden te begrijpen, en dat je altijd op moet komen voor gerechtigheid en vrede.
Achterdocht en xenofobie Nog even terug naar het Damrak. Eigenlijk deert het ons niet dat we niet weten waarom onze naam er op een huis staat. Het feit alleen dat onze familienaam in steen gebeiteld is in de hoofdstad van Nederland is een onmiskenbare aanwijzing dat Nederland en Suriname een geschiedenis met elkaar delen. Het is voor mij een goed wapen tegen onwetendheid, achterdocht en xenofobie, vermomd in vragen als: wat doe je hier, wanneer ga je terug naar je land, hoe komt dat je zo goed Nederlands spreekt?
Sinds dat moment dat mijn broers en ik stonden te dagdromen bij het Damrak staat het voor mij vast dat Nederland, met name Amsterdam, en ik een geschiedenis delen en dat wij bij elkaar horen.”
Burgemeester Femke Halsema maakt zich zorgen dat de leerlingen van het islamitische Cornelius Haga Lyceum opgroeien in een ‘parallelle samenleving,’ met een ‘afkeer van hun omgeving’.
Dit zei ze zondagmiddag in een interviewprogramma in De Balie.
In een vraaggesprek met de Amsterdamse imam Yassin Elforkani reageerde ze op het nieuws dat een deel van de leiding van de islamische school Cornelius Haga Lyceum, waarop 174 leerlingen zitten, banden hebben of hadden met terroristische organisatiesen dat de leerlingen antidemocratisch onderwijs krijgen, met een, zoals ze dat omschreef, ‘afkeer van de democratische rechtsorde.’
Aftreden Halsema en wethouder Marjolein Moorman van Onderwijs eisen dat het bestuur van de school aftreedt en dat de inspectie toegang krijgt op de school. “Het is erg belangrijk wat de komende weken gebeurt.”
Dat de AIVD en de NCTV met deze signalen naar buiten kwamen, is volgens Halsema ‘heel uitzonderlijk’. De zaak is nog niet concreet genoeg voor een strafrechtelijk onderzoek, waarover het Openbaar Ministerie uiteindelijk beslist en ook de openbare orde is niet in gevaar. De gemeente staat hierdoor tamelijk machteloos.
Dilemma “Voor ons is dit een groot dilemma. We hebben alleen zeggenschap over de huisvesting. De minister gaat over de inhoud van het onderwijs.”
Elforkani heeft de afgelopen dagen met ouders gesproken en hoort dat een aantal denkt dat dit nieuws past in een anti-islamcampagne. Halsema hoopt dat de ouders zich realiseren dat de gemeente de moslimgemeenschap probeert te beschermen tegen populisme, rechts-extremisme, maar ook tegen antidemocratisch onderwijs. “Het is belangrijk dat de islamitische gemeenschap hierachter staat.”
[47] RIJKSOVERHEIDAFSCHRIFT BRIEF NCTV OVER ZORGEN TEN AANZIEN VANONDERWIJSINSTELLING IN AMSTERDAM
BRIEF VAN MINISTERIE VAN JUSTITIE AAN BURGEMEESTERHALSEMA
Aan burgemeester van Amsterdam Drs. F. Halsema Postbus 202 1000 AE Amsterdam Datum 7 maart 2019 Onderwerp Zorgen ten aanzien van onderwijsinstelling in Amsterdam Geachte burgemeester Halsema, Zoals u weet is onlangs de Taskforce Problematisch Gedrag en Ongewenste Buitenlandse Financiering opgericht, bestaande uit afgevaardigden van het ministerie van SZW, BZK (incl. de AIVD) en J&V (incl. de NCTV). Deze Taskforce heeft tot doel om het mogelijk te maken uitwassen tegen te gaan die op basis van ideologische of religieuze overtuigingen leiden tot actieve onverdraagzaamheid en/of het belemmeren van anderen in het uitoefenen van hun grondwettelijke rechten en vrijheden. Dit doet de Taskforce door de verschillende inspanningen binnen de Rijksoverheid op het gebied van informatievergaring, duiding en het ontwikkelen van handelingsperspectief beter bijeen te brengen en door daarover onder andere gemeenten gevraagd en ongevraagd van advies te voorzien. Naar aanleiding van uw verzoek om gezamenlijk handelingsperspectief en de door u uitgesproken zorg, en gelet op het feit dat de inschrijvingsperiode voor middelbare scholen in Amsterdam op 15 maart as. sluit, informeer ik u als volgt. Op 26 februari jongstleden heeft de NCTV het nieuwe Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (49) gepubliceerd. Daarin wordt de onderstaande zorgelijke ontwikkeling gesignaleerd. “Salafistische voormannen of ‘aanjagers’ zetten voortdurend nieuwe educatieve en vormende initiatieven op en domineren mede hierdoor het niet reguliere islamitisch onderwijs. Met succes zamelen zij in binnen- en buitenland gelden in waarmee zij deze nieuwe projecten financieren.” Tevens wordt helder omschreven waarom de Rijksoverheid dit zorgelijk vindt. In het DTN staat daarover: “Ten eerste kunnen de centrale beginselen van het salafisme leiden tot radicalisering en extremisme en ook tot isolement en vervreemding van de rest van de samenleving. Ten tweede zijn er salafistische ‘aanjagers’ die off- en online onverdraagzaamheid, intolerantie of haat prediken en daarmee uiteindelijk kunnen aanzetten tot radicalisering en extremisme. Deze predikers BLADZIJDE 2 worden daarom beschouwd als een potentiële bedreiging voor de nationale veiligheid. Nederland kent tientallen salafistische ‘aanjagers’, die veelal verbonden zijn aan salafistische centra in hun woonomgeving, maar daarnaast prediken op allerlei plaatsen in het land. De meesten hebben een sterke online presentie. Een deel van deze ‘aanjagers’ heeft, ten derde, een rol binnen of een relatie met de Nederlandse jihadistische beweging. Deze groep ‘aanjagers’ draagt daarmee bij aan de instandhouding van de Nederlandse jihadistische beweging.” Op 15 januari 2019 heeft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) zorgelijke signalen overgebracht over antidemocratische en anti-integratieve gedragingen van een onderwijsinstelling in uw stad, te weten het Cornelius Haga Lyceum. Deze signalen hielden in dat bepaalde richtinggevende personen binnen de school de helft van het curriculum aan de salafistische geloofsleer willen wijden en van plan zijn om ook buiten de reguliere lestijden scholieren onder hun invloedssfeer te brengen. Voorts stellen sleutelfiguren binnen de school onderling vast dat zij in strijd handelen met de antiradicaliseringsstrategie, ontwikkeld door de overheid. Tevens komt uit inlichtingen naar voren dat er ten minste een godsdienstles bewust is geannuleerd op het moment dat de Onderwijsinspectie kwam controleren. Daarnaast hielden de signalen ook in dat die richtinggevende personen sinds 2000 in een salafistische en radicale omgeving verkeerden. Het is bekend dat zij in de periode 2009-2012 contact zouden hebben onderhouden met de terroristische groepering “het Kaukasus Emiraat”. Het Emiraat was met name actief in de periode 2007 tot en met 2015, waarna een deel van de strijders zich aan heeft gesloten bij IS. Het Kaukasus Emiraat is onder meer verantwoordelijk voor aanslagen zoals die in de metro in Moskou in 2010. De signalen geven ook aan dat zij zich omringen met salafistische aanjagers. De door de AIVD beschreven situatie past in het bredere beeld dat in het DTN 49 is geschetst. De genoemde gedragingen zijn niet in lijn met het gezicht dat het schoolbestuur naar buiten toe toont. De Onderwijsinspectie heeft aangekondigd een lopend onderzoek van oktober 2018 voort te zetten. Het inspectierapport van dit onderzoek is niet vastgesteld vanwege de hiervoor genoemde signalen. Woensdag 6 maart jl. heeft de inspectie onaangekondigd de school bezocht. Helaas heeft de inspectie moeten vaststellen dat er door de opstelling van de schoolleiding op dat moment geen klimaat in de school aanwezig was dat effectief onderzoek op de school mogelijk maakt. Het onderzoek zal uiteraard wel op zeer korte termijn worden voortgezet. Naar verwachting wordt de rapportage in juni afgerond. De school heeft aangekondigd te overwegen om via een kort geding te willen afdwingen dat het onderzoek niet wordt voortgezet, en dat een concept-rapport van het onderzoek dat de inspectie uitvoerde in oktober 2018, vastgesteld zou moeten worden. Om een weerwoord te bieden aan dergelijke (in het licht van onze democratische rechtsstaat zorgelijke) ontwikkelingen is de Taskforce bijeengekomen. Samen met onder andere het ministerie van OCW en vertegenwoordigers van het lokaal bestuur hebben zij gesproken over hoe ze deze ontwikkeling kunnen adresseren, en daarbij handelingsperspectieven te formuleren. BLADZIJDE 3 Iedereen heeft het recht op vrijheid van religie of levensbeschouwing. Het kabinet acht het niet de rol van de overheid om zich te mengen in religieuze of levensbeschouwelijke discussies. Het kabinet ziet wel een rol voor zichzelf om de verspreiding van onverdraagzaamheid en antidemocratisch gedachtengoed tegen te gaan en groepen in de samenleving hiertegen weerbaarder te maken. De overheid wil actief kunnen ingrijpen bij signalen dat er in onderwijs antidemocratische opvattingen en een actieve afkeer van de Nederlandse samenleving worden verspreid of een parallelle samenleving wordt aangeprezen die haaks staat op de waarden van de Nederlandse samenleving. Dat het kabinet hier actief werk van maakt blijkt ook uit het bij het ministerie van OCW in voorbereiding zijnde wetsvoorstel ‘Verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs’. In gezamenlijkheid is de conclusie getrokken dat het in ieder geval wenselijk is om de bovenstaande informatie openbaar te maken voor het einde van de inschrijvingsperiode. Door de informatie in deze brief openbaar te maken kunnen toekomstige middelbare scholieren en hun ouders/verzorgers er kennis van nemen en goed geïnformeerd een schoolkeuze maken. Via deze brief wil ik u daarom inzicht geven in de gezamenlijke zorgen, en u in staat stellen deze informatie aan te wenden in het belang van alle schoolgaande kinderen in Amsterdam. In de tussentijd blijft de Taskforce zeer gemotiveerd antidemocratisch en antiintegratief gedrag tegen te gaan binnen de mogelijkheden die de rechtsstaat ons biedt. Stap voor stap wordt gewerkt aan handelingsperspectieven om dergelijk gedrag aan te pakken en concrete maatregelen te (kunnen) nemen. Pieter Jaap Aalbersberg Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
In het salafisme kunnen drie substromingen worden onderscheiden.[4]
Puristen streven naar het leven volgens de Koran en de soenna. Zij zijn niet politiek actief, omdat zij vinden dat leiding geven aan de mensheid de taak van God is. Geweld wordt principieel verworpen, en ze zijn voornamelijk bezig met het inrichten van hun eigen leven naar de Koran en de soenna.
Politieke salafisten komen overeen met puristen, maar verwerpen politieke deelname niet. Deze dient echter het doel een islamitische samenleving te verwezenlijken. Geweld wordt ook door hen in principe afgekeurd, tenzij ter verdediging, bijvoorbeeld tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Irak of tegen ‘onislamitische’ dictators in het Midden-Oosten.
Jihadistische salafisten ten slotte zijn de meest geradicaliseerde substroming en stellen de (innerlijke en uiterlijke) jihad direct als tweede plicht na de sjahada. Verdediging tegen aanvallen van ongelovigen wordt gezien als een heilige plicht waarvoor een ware moslim zelfs het eigen leven ter beschikking moet stellen. In de meest radicale versie worden beledigingen tegen de islam (bijvoorbeeld spotprenten) ook als ‘aanval’ gezien, of is zelfs geweld om de islam te verspreiden geoorloofd.