Er zal en mag geen moslima met een hoofddoek in de Tweede Kamer en daarom blijft Domrechts zoeken naar “bewijs” dat GroenLinks-kandidaat Kauthar Bouchallikht niet deugt. Dat ze van de Moslimbroederschap zou zijn, is al wel duizend keer overtuigend weerlegd, maar bij GeenStijl hebben ze weer wat nieuws gevonden: Bouchallikht liep in 2014 mee op een demonstratie tegen Israel, waar ook een spandoek met een hakenkruis was gesignaleerd, waarop Israël met Nazi-Duitsland werd vergeleken.
Op demonstraties tegen Israëlische mensenrechtenschendingen lopen altijd een paar onverlaten antisemitische leuzen te schreeuwen, en daar omheen lopen altijd journalisten die specifiek dáár naar op zoek zijn, met het doel iedereen die op die demonstratie meeliep, te brandmerken als antisemiet en het doel dáárvan is weer om alle kritiek op Israël te verstommen. Mede om die reden loop ik nooit mee met een demonstratie (een keer als verslaggever, en verdomd als er niet ook een paar in het zwart geklede, gemaskerde relschoppers opdoken), maar we gaan het een 20-jarige student haar naïviteit niet kwalijk nemen, zeker niet omdat haar motivatie om mee te doen legitiem en zuiver was.
Gewoon gezellig
Maar Bouchallikht draagt een hoofddoek, en dus moet ze kapot. Dus kopt de NOS dat Bouchallikht meeliep met een “antisemitisch protest”. Ik schreef al, de publieke omroep heeft echt een tyfushekel aan allochtonen die niet gewoon gezellig meedoen met de boze witte Nederlanders. Wie schetst mijn verbazing als de Voormalige Nazikrant genuanceerder bericht dan de NOS, door te schrijven dat Bouchallikht meeliep op een ‘demonstratie waar antisemitische leuzen werden meegedragen’.
Vergelijkingen van Israël met Nazi-Duitsland zijn stuitend, maar tot niet zo heel lang geleden niet zo ongewoon. Ik herinner me heel specifiek een column in De Telegraaf, van de in de jaren tachtig razend populaire Leo Derksen, die zoiets schreef als “de slachtoffers blijken voorbeeldige leerlingen van hun beulen”. Dat was naar aanleiding van een filmpje in het NOS Journaal, waarop te zien was hoe Israëlische soldaten een Palestijnse jongen tegen een rots drukten en zijn botten braken door er met een grote steen op te slaan. Ik heb nog gegoogeld om te zien of die bewuste column van Derksen toevallig ergens online staat, maar zonder succes.
Inktspotprijs
De door iedereen bewierookte cartoonist Willem Holtrop, overlevende van de slachtpartij door islamisten bij Charlie Hebdo, won in 2007 de Inktspotprijs met een cartoon waarop Gaza werd verbeeld als een Israëlisch concentratiekamp. “Dit werk toont lef”, zei juryvoorzitter Staf Depla.
Vergelijkingen van Israël met Nazi-Duitsland waren nooit een probleem. Totdat niet-witte mensen ermee begonnen. Ik vroeg Ronny Naftaniel eens naar die cartoon van Holtrop, toen hij drukte maakte over de BDS-acties, en over iemand die de Israëlische nederzettingen met Nazi-concentratiekampen vergeleek.
Krekels.
EINDE ARTIKEL
Reacties uitgeschakeld voor Artikel Frontaal Naakt [Peter Breedveld]/De spijtbetuiging van Kauthar Bouchallikht is onnodig
”Premier Netanyahu heeft opdracht gegeven voor de bouw van 800 nieuwe woningen in het gebied.” Uw derde alinea: ”Biden geldt als tegenstander van de nederzettingenpolitiek,in tegenstelling tot Donald Trump.”VERVOLGENS”Als vice president had hij er conflicten over met Netanyahu.”TENSLOTTE”De Palestijnen denken, dat Israel snel wil handelen, nu Trump nogpresident is.” Ik begin bij het laatste citaat, met een mager compliment aan uw adres, maar nochthans een complimentU schrijft ””De Palestijnen denken, dat Israel snel wil handelen, nu Trump nogpresident is.” Niet alleen denk ik, dat deze Palestijnse observatie op zich juist is [dat was ook mijn gedachte], maar waardeer ik het, dat u nu eenseindelijk in uw berichtgeving aandacht schenkt aan de Palestijnse kant van het Verhaal,, opvattingen aan Palestijnse kant, waarnemingen aan Palestijnse kant.Zowaar een stap in de goede richting, waarvoor ik [al is het onbescheiden] ookmijzelf een compliment maak, want ik denk, dat het o.a. aan mijn inzet en die van vele anderen, die u keer op keer op de Palestijnse kant en standpunten hebben gewezen, te danken is, dat u eindelijk [zo nu en dan] de Palestijnsekant in uw berichtgeving laat meespelen.Dat is dus een Pluspunt.Maar daar stopt mijn waardering. NEDERZETTINGEN Wat ik u in deze berichtgeving het meest aanreken is het feit,dat u wederom de destructieve positie van de nederzettingen negeert.Zo schrijft u immers:””Premier Netanyahu heeft opdracht gegeven voor de bouw van 800 nieuwe woningen in het gebied.”Geachte dames en heren van de redactie, hiermee doet u, alsof het omde bouw van normale woonhuizen gaat, hetgeen, voor de zoveelste keer,NIET het geval is. IN STRIJD MET HET INTERNATIONAAL RECHT De sinds eind zestiger jaren in bezet Palestijns gebied gebouwde nederzettingen, zijn in strijd met het Internationaal Recht!Volgens artikel 49, 4e Conventie van Geneve en het Haags Verdrag van1907! [2]Behalve uiteraard Israel en nu ook de VS [daarover zometeen meer] [3] een algemeenerkend internationaalrechtelijk principe, ook door de EU, diede illegaliteit van de nederzettingen keer op keer heeft bekrachtigd. [4] Maar laat ik het, naast internationaalrechtelijke bepalingen, ingewone mensentaal zeggen.Die nederzettingen zijn aan de Palestijnen ontstolen gebied.Want in bezet Palestijns gebied wordt dagelijks land onteigend,de bewoners eraf gegooid ten behoeve van kolonisten uit Israel,die er niet alleen wonen, maar ook niet zelden de plaatselijke bezettebevolking terroriseren, vaak ook nog eens gesteund door het Israelische leger, zoals u in de berichtgeving van de Israelische mensenrechtenorganisatieBtselem kunt lezen! [5]Ordinaire landdiefstal en terreur dus! Het wordt dan ook hoog tijd, dat u stopt met het betitelen van nederzettingenmet ”woningen” en doet alsof het om een uitbreiding van een normale woonwijk gaatNoem het kind nu eens eindelijk bij de naam en vermeld, dat die nederzettingenillegaal zijn, in strijd met het Internationaal Recht!Ik heb u gezaghebbende bronnen overlegd [zie noot 2] anderen hebben dat tenovervloede gedaan en sowieso hoort u dit als nieuwsredactie te weten! TENSLOTTE NOG DIT In uw derde alinea schrijft u ””Biden geldt als tegenstander van de nederzettingenpolitiek,in tegenstelling tot Donald Trump.”Zo’n zinnetje volstaat niet.U behoort aan te geven, dat onder president Trump, de VS de nederzettingenlegaliseerde [6], omdat het voor de lezer, die niet op de hoogte is, andersvolledig onduidelijk blijkt, dat het Amerikaanse beleid ten opzichtevan die nederzettingen drastisch is veranderd.En als laatste opmerking wil ik vermelden, dat u dient aan te geven, wanneerBiden vice president geweest is, namelijk onder Trump’s voorganger, presidentObama. [7]
EPILOOG Dat was het weer, Geachte RedactieOpnieuw heb ik u de oren gewassen over uw tekortschietende en onvolledigeberichtgeving.Ernstig tekortschietend zelfs, want cruciaal is, dat u vermeldt, dat de Palestijnse gebieden bezet zijn [dat hebt u dan wel weer gedaan] endat de nederzettingen in strijd zijn met het Internationaal Recht. Ik reken erop, dat u bij een volgende berichtgeving, wellicht voor uvoor het eerst, melding maakt van het illegale karakter van dienederzettingen in bezet Palestijns gebied. Anders vindt u mij weer op uw Pad. Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam P/S
P/S NOS TELETEKSTISRAEL WIL WEER BOUWEN OP WESTOEVER De nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever mogen vande Israelische regering opnieuw verder groeien.Premier Netanyahu heeft opdracht gegeven voor de bouw van 800 nieuwe woningen in het gebied. De bouwplannen voor bezet Palestijns gebied komen opeen gevoelig moment, kort voor het aantreden van Joe Bidenals nieuwe president van de VS. Biden geldt als tegenstander van de nederzettingenpolitiek,in tegenstelling tot Donald Trump.Als vice president had hij er conflicten over met Netanyahu.De Palestijnen denken, dat Israel snel wil handelen, nu Trump nogpresident is.
De nederzettingen op de Westelijke
Jordaanoever mogen van de Israëlische
regering opnieuw verder groeien.Premier
Netanyahu heeft opdracht gegeven voor
de bouw van 800 nieuwe woningen in het
gebied.
De bouwplannen voor bezet Palestijns
gebied komen op een gevoelig moment,
kort voor het aantreden van Joe Biden
als nieuwe president van de VS.
Biden geldt als tegenstander van de
nederzettingenpolitiek,in tegenstelling
tot Donald Trump.Als vicepresident had
hij er conflicten over met Netanyahu.De
Palestijnen denken dat Israël snel wil
handelen nu Trump nog president is.
EINDE TEKST TELETEKST
NOTEN
[1] COMMENTAREN [ER ZIJN ER NOG VEEL MEER, HIER NIET VERMELD] OP NOS BERICHTGEVING BETREFFENDE HET MIDDEN=OOSTENCONFLICT
HERSENBLOEDING OUD PREMIER VAN AGT/NOS DOET AAN PRO ISRAELISCHE GESCHIEDVERVALSINGASTRID ESSED5 JUNI 2019
ZIE ANDERE KRITISCHE [EN EEN ENKELE WAARDERENDE] COMMENTAREN AAN NOS TELETEKSTREDACTIE EN NOS INTERNET
[2]
The establishment of the settlements contravenes international humanitarian law (IHL), which states that an occupying power may not relocate its own citizens to the occupied territory or make permanent changes to that territory, unless these are needed for imperative military needs, in the narrow sense of the term, or undertaken for the benefit of the local population.
Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.”
ARTICLE 49, FOURTH GENEVA CONVENTIONhttps://www.icrc.org/applic/ih l/ihl.nsf/Article.xsp?action=o penDocument&documentId=77068F1 2B8857C4DC12563CD0051BDB0 ”De Staat, die een gebied bezet heeft, mag zich slechts beschouwen als beheerder en vruchtgebruiker der openbare gebouwen, onroerende eigendommen, bosschen en landbouwondernemingen, welke aan den vijandelijken Staat behooren en zich in de bezette landstreek bevinden. Hij moet het grondkapitaal dier eigendommen in zijn geheel laten en die overeenkomstig de regelen van het vruchtgebruik beheeren.”
ARTIKEL 55, HAAGS VERDRAG 1907
IN HET ENGELS Art. 55. The occupying State shall be regarded only as administrator and usufructuary of public buildings, real estate, forests, and agricultural estates belonging to the hostile State, and situated in the occupied country. It must safeguard the capital of these properties, and administer them in accordance with the rules of usufruct.
De Verenigde Staten beschouwen Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet langer als strijdig met het internationaal recht. Minister van Buitenlandse Zaken Pompeo heeft de koerswijziging bekendgemaakt.
De stap volgt in een reeks pro-Israëlische beslissingen van de regering van president Trump. Eerder besloot de Amerikaanse president om Jeruzalem te erkennen als de ongedeelde hoofdstad van Israël en de Amerikaanse ambassade erheen te verplaatsen. Daarna heeft hij de financiële steun aan de Palestijnen stopgezet. In maart erkende de president de annexatie van de Golanhoogten, die Israël in 1967 veroverde op Syrië.
Hindernis
De Israëlische premier Netanyahu spreekt zijn waardering uit voor de Amerikaanse stap. Hij noemt het “een belangrijke maatregel die een historische fout corrigeert”. Israël blijft bereid tot vredesonderhandelingen met de Palestijnen, maar zal blijven afwijzen dat sprake is van illegale nederzettingen, aldus Netanyahu.
De Palestijnse president Abbas zegt in reactie dat de VS zijn geloofwaardigheid om een rol te spelen in het vredesproces heeft verloren.
Ook de Palestijnse politica Hanan Ashrawi veroordeelt de Amerikaanse koerswijziging. Volgens haar is het “een nieuwe klap voor het internationale recht, gerechtigheid en vrede”.
De Europese Unie en de meerderheid van de internationale gemeenschap achten de nederzettingen volgens internationaal recht illegaal. En dat blijft zo, liet EU-buitenlandchef Mogherini weten in een verklaring.
Vorige week oordeelde het Europees Hof voor Justitie nog dat levensmiddelen uit Israëlische nederzettingen niet langer het label ‘made in Israel’ mogen dragen.
Tweestatenoplossing
De EU ziet de Israëlische nederzettingen net als internationale organisaties als de Verenigde Naties als een grote hindernis voor een oplossing van het conflict met de Palestijnen. Zij beschouwen de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem als essentiële onderdelen van een toekomstige Palestijnse staat.
In de verklaring roept Mogherini Israël op om te stoppen met de uitbreiding van nederzettingen.
In 2016 nam de VN-Veiligheidsraad een resolutie aan waarin van Israël wordt geëist dat het stopt met bouwen in nederzettingen, “een flagrante schending” van het internationaal recht. De VS, onder president Obama, koos toen voor een koerswijziging en blokkeerde de resolutie niet maar onthield zich van stemming. De Amerikaanse VN-ambassadeur van destijds zei dat de nederzettingen een tweestatenoplossing in de weg staan.
Israël bezette de gebieden in 1967. Sindsdien groeide het aantal Israëlische kolonisten er tot meer dan 600.000. EINDE BERICHT
Het besluit van de Amerikaanse regering om Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet meer als illegaal te beschouwen, heeft geleid tot internationale kritiek. De Palestijnse Autoriteit wil de kwestie voorleggen aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
De Amerikaanse minister Mike Pompeo (Buitenlandse Zaken) zei maandag dat nederzettingen in bezette gebieden “niet per se strijdig zijn met internationale wetgeving”. Dat is volgens hem vooral een kwestie voor Israëlische rechtbanken. Pompeo wil Israël en de Palestijnen zo meer ruimte geven om te onderhandelen over de status van dergelijke gebieden.
Het besluit leidde tot verheugde reacties in Israël, maar Pompeo kreeg vanuit de internationale gemeenschap weinig bijval. Rusland stelde dinsdag dat het besluit de spanningen tussen Israël en de Palestijnen verder zal doen oplopen. De Arabische Liga sprak over een “zeer negatieve ontwikkeling”. De Europese Unie liet weten vast te houden aan het standpunt dat nederzettingen illegaal zijn en schadelijk voor het vredesproces.
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
ISRAELISCHE FILMACTRICE GAL GADOT, AANHANGSTER VANOORLOGSMISDADIGERS, HOORT NIET OP DE COVER VAN TV FILM OFANDERE BLADEN
AANRedactie TV FilmOnderwerp: Filmactrice Gal Gadot als ”coverbabe” in uw TV krantGal Gadot verdedigt oorlogsmisdaden
Geachte Redactie,[Zie onder Epiloog wat ik van u verlang en eis.In onderstaande brief is dat toegelicht] YOU DID IT AGAIN!!
Of u provoceert bewust, of u bent hardleers.DAT ging door mij heen, toen ik op de covervan uw TV Film Gids Nummer 26-1- december 2020 t/m 1 januari 2021OPNIEUW de Israelische filmactrice Gal Gadot [beter bekend van haar”Wonder Woman” rol] [1] zag afgebeeld en dat niet alleen:Ook in uw TV filmkrant twee populair-lovende stukjes over haar:Op Pagina 7 [waarover zo meer en op Pagina 4Zie voor de tekst van die stukjes, onder P/SDit naar aanleiding van het feit, dat er een tweede ”Wonder Woman” film in premiere gaat, met in de hoofdrol deze filmactrice Gal Gadot. [2] Nou zult u zeggen:”Niets byzonders”, daaraan moeten we toch aandacht aan besteden.Ja natuurlijk, aandacht is een ding.Maar onversneden propaganda en een idiote eerheerlijking van deze actrice is een tweede.Waarom ik daar bezwaren tegen heb? MAIL AAN U, DD MEI 2020 Daarover heb ik u eerder dit jaar, in mei welteverstaan, reeds een mail gestuurd, waarin ik u uitgebreid, met bronnen onderbouwd, uit de doeken heb gedaan,waarom iedere positieve promoting en propaganda voor deze filmactrice uitden Boze is:Namelijk het feit, dat zij oorlogsmisdaden niet alleen steunt, maar er ookvoor bidt!Zie geheel onderin Ik heb daarop geen enkele reactie van u ontvangen en hoewel dat onbeleefd is, wilde ik daar nog wel overheen stappen, ware het niet, datu, in propaganda, nog uitgebreider hebt uitgepakt mbt deze actrice! Zo meteen krijgt u dit van mij opnieuw over u heen, maar eerst dit: Geeft u in uw stukje op pagina 4 nog slechts achtergrondinformatie over de aankomende film, op bladzijde 7 gaat u helemaal los in uwoverdreven verheerlijking van een actrice, die nu haar tweede rolletjein Wonder Woman mag spelen.”Mooi als Aphrodite, slim als Athena, sneller dan Hermes en sterkerdan Hercules.”Dat is wat u schrijftTot hilariteit heeft dat bij mij WEL geleid, want iedereen, dieiets af weet van de Klassieke Oudheid en Griekse mythologie [3],weet hoe belachelijk dat is, maar misschien kan ik u niets verwijtenwat u nu eenmaal niet schijnt te weten.Dat is dus niet ZO erg, wel de overdreven verheerlijkende teneur van uwstukje en dan met name de spullen met betrekking tot o.a. deze actrice, waarnaar lezers kunnen meedingen in een soort prijsvraag op Internet. Nogmaals:Behalve misschien wat kinderachtig:Normaal is daarmee niets aan de hand: Maar dit tegen het Licht van de achtergrond van deze dame, Gal Gadot,reken ik het u WEL aan: Nogmaals een overzicht dan maar weer: Deze Israelische filmactrice, uw ”coverbabe”, heeft onvermoede, nare kanten.Niet alleen heeft zij gediend in het Israelische leger [4], dat zoals u weet, of althans behoort te weten, een bezettingsleger is, met alle daaraan gekoppelde onderdrukking en terreur [5], het is nog erger. Want nu kan men nog aanvoeren, dat militaire dienstplicht in Israel verplicht is en dat niet iedere Israelische soldaat, hoewel deze wel de bezetting van de Palestijnse gebieden in stand houdt, zich per definitie heeft schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden. ECHTER: Deze ‘coverbabe en filmactrice heeft zich van haar meest weerzinwekkende kant laten zien door de moordende Israelische aanval op Gaza ”Protective Edge” uit juli-augustus 2014, te ondersteunen!Ik citeer de Britse krant The Independent:”As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf”” [6] Nou laat ik de politieke en verzetsbeweging Hamas even buiten beschouwing, zonder te ontkennen, dat Hamas zich zeker ook schuldig maakt aan ongerechtigheden [7] , maar daar gaat het hier niet om. Gadot verzwijgt niet alleen het feit, dat Israel bezettingsmacht is sinds 1967 en zich heeft schuldig gemaakt-en nog doet- aan onder andere misdaden zoals foltering, etnische zuiveringen, landroof [bouw en uitbreiding in bezet Palestijns gebied gebouwde illegale nederzettingen], apartheid en oorlogsmisdaden [8] In die die specifieke Israelische militaire aanval op Gaza, waarvoor zij met haar [onschuldige] dochtertje bidt [wat een goddeloos Gebed!][9], heeft Israel zich schuldig gemaakt aan zware oorlogsmisdaden:In de aanval op Gaza in 2014 , waarvoor la Gadot heeft gebeden, zijn in twee maanden tijd 1391 Palestijnse burgers gedood, waaronder 526 kinderen [10], een VN school werd gebombardeerd [11], een ziekenhuis werd beschoten [12], moet ik doorgaan?Ik denk, dat dit wel een Beeld geeft.Wie een dergelijke misdadige aanval verdedigt, applaudisseert dus voor het doden van ongewapende burgers en kinderen en beschietingen van scholen en ziekenhuizen. EPILOOG Ik vraag u niet om aan politiek te doen, WEL stil te staan bij het feit, dat wie openlijk misdaden als het targetten van burgers [13] en beschietingen van scholen en ziekenhuizen verdedigt, geen lovend stukje in uw TV krant verdient , op twee bladzijden nota bene met een malle prijsvraag daaraan gekoppeld. En met name hoort IDF lover Gadot [14] in geen geval op uw voorpagina [de cover] te staan!
Ik reken erop, nogmaals, geen foto’s meer aan te treffen van de bewuste dame of lovende stukjes in uw blad, want zo wordt u, of u het nu wil of niet, onderdeel van het probleem, dat aan de wortel ligt van het huidige Midden Oostenconflict. De onderdrukkende Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden. [15] In mijn vorige mail aan u schreef ik als laatste zin
”Houdt u hieraan, anders gaan onze degens elkaar weer kruisen!”Zie onderaan Kennelijk kruist u graag de degens met mij, want u bentopnieuw tegen mij ingegaan Dat moet u vooral doen Ik blijf u hierin kritisch volgen en hoop, dat uzult doen wat ieder fatsoenlijk blad of Magazine zou doen: Geen aanhangers van oorlogsmisdaden verheerlijken,of ze nu in de wereld van de Glitter bekendheid genietenOf niet. Nu eerst de notenDan uw stukjesEn dan mijn eerdere mail aan u
Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam NOTEN [1]
”Wonder Woman 84wordt officieel op eerste kerstdag uitgebracht. Dat heeft Warner Bros. woensdag bevestigd. Bijzonder is dat de langverwachte vervolgfilm die dag zowel in de bioscopen als op HBO Max zal verschijnen.”
She then served two years in the Israel Defense Forces as a fitness/combat readiness instructor, after which she began studying law and international relations at IDC Herzliya college while building up her modeling and acting careers.” WIKIPEDIAGAL GADOT
sraeli actress Gal Gadot – who was recently unveiled as the caped superhero in Zack Snyder’s new DC movie Batman v. Superman: Dawn of Justice – caused a stir by posting a message of support for the Israel Defence Forces via her official Facebook page, just days before a poster of her in character first debuted.
As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf” The post quickly garnered over 200,000 ‘likes’, and thousands of shares with fellow pro-IDF supporters. It also received more than 15,000 comments, both aggressively opposed to her position and stridently for it “Zionist israeli army is the biggest terrorist organisation!,” one follower responded. “Palestinians are facing ethnic cleansing ever since the zionist israelis started snatching land! What would you do if your land home and everything you had is being taken away constantly?[sic]”
DE ILLEGALITEIT VAN DE IN BEZET PALESTIJNS GEBIED GEBOUWDE NEDERZETTINGEN
DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN ”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.” BTSELEM.ORGSETTLEMENTS
APARTHEIDONGELIJK RECHTSSYSTEEM Israeli’s komen voor de gewone rechter, in bezet Palestijns gebied wonende Palestijnen voor een Militaire Rechtbank, ondanks het feit, dat het burgers zijn!
”A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.” ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK24 NOVEMBER 2014 http://www.acri.org.il/en/2014 /11/24/twosysreport/ REPORT14 OCTOBER 2014ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK http://www.acri.org.il/en/wp-c ontent/uploads/2015/02/Two-Sys tems-of-Law-English-FINAL.pdf
INTERNATIONAL RED CROSSTHE JUDICIAL ARM OF THE OCCUPATION: THE ISRAELI MILITARY COURTS IN THE OCCUPIED TERRITORIES
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age”
”Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’………. ”Eerder op de dag had de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, al zijn afschuw uitgesproken over de beschieting van de VN-school in Rafah waar zo’n 3.000 Palestijnse vluchtelingen verbleven. Zeker tien mensen werden gedood toen een raket insloeg bij de ingang van de school, aldus medische bronnen in Gaza.”
”We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people. We clearly denounce the indiscriminate rocketing of Israel. We stated categorically that even in the midst of warfare, people must be able to receive medical care in safety.
TV film, bladzijde 4WONDER WOMAN 1984 R: PATTY JENKINS, A: GAL GADOT, C HRIS PINE,KRISTEN WIGG E.A., VANAF 16-12 Patty Jenkins [Monster 2003] kwam met stip binnen op nummer een in superheldenland als regisseur van Wonder Womanin 2017.Eindelijk was daar die gedroomde actiefilm met een megabudgetwaarin vrouwen de helden zijn.Een goed idee, want de film bracht 822 miljoen dollar op.Groen licht voor een vervolg was snel gegeven.Vanwege de corona epidemie heeft deze tweede titel enkelemaanden op de plank gelegen, maar na een handvol verschoveb releasedata was het zover: Diana Prince,ofwel DC-Comics Wonder Woman[Gadot] is terug voor een nieuw avontuur, bijgestaan door Steve [Pine]WE GAAN TERUG NAAR DE NEONKLEURIGE JAREN 80Daarin krijgt de heldin te maken met twee gloednieuwe tegenstanders,superschurk Max Lord en Barbara Minerva [Wiig}, bijgenaamdCheetah.ACTIE (PREVIEW)
EINDE TEKST TV FILM, BLADZIJDE 4
TV Film CoverstoryTV film, bladzijde 7 [Met aan de linkerzijde van de tekst een afbeelding van deGal Gadot als ”krijgsheldin”Onder de afbeelding ook: WINWe verloten 5 tassen met daarin: een pluche karakter[Diana,Gouden Diana of Cheeta, dat is een verrassing],een buideltas,airpods.zonneklep en drinkbeker,
Winnen? Ga voor 26-12 maar www.tvfilm.nl klikop ‘winnen’ en beantwoord deze vraag:Uit welk land komt Gal Gadot>a] Ierland b] Israel c] Italie Met aan onderkant en zijkant afbeeldingen van de tewinnen artikelen
GAL GADOTWONDER DER NATUURGal Gadot heeft haar rood-blauwe gevechtstenue weer uit de kastgetrokken. In haar tweede film Wonder Woman 1984 [zie ook pagina5] beleeft de superheldin, ook bekend als Diana Prince, weer de nodigeavonturen. BEELD WARNER BROS
Mooi als Aphrodite, slim als Athena, sneller dan Hermes en sterkerdan Hercules.In de jaren 40 bedacht de schrijver William Moulton Marston, aangespoorddoor zijn vrouw, een superheldin: Wonder Woman.Aan mannelijke helden als Batman, Superman en Green Lantern geen gebrek,maar girl power was ver te zoeken.Maar toen maakte in 1941 Wonder Woman haar opwachting in het decembernummer van de stripreeks All Star Comics. EERSTE WERELDOORLOG
In 1974 maakte Wonder Woman haar debuut op het witte doek,toen vertolkt door Cathy Lee Crosby en in 2009volgde er een animatiefilm rond de heldin.Drie jaar geleden trok Gal Gadot haar rood-blauwe hansop aanvoor het eerste deel van Wonder Woman.Daarin zien we hoe Diane King, prinses van de eilandengroepAmazonen, een gecrashte piloot uit zee redt.Deze Steve (Chris Pine) is een Britse spion, die Diane vertelt over deEerste Wereldoorlog, die zich ver van de Amazonen in Europa en Azie afspeelt.Samen met Steve trekt Diane als Wonder Woman in Europa ten strijde, omdatze vermoedt dat Ares, de god van de oorlog, hierachter zit. JACHTLUIPAARD Drie jaar later komt de tweede film uit.Wonder Woman maakt een sprong naar 1984, de tijd van Amerikaansetv series als Dallas en Call to glory en van de Britse violist metzijn punkhaar: Nigel Kennedy.De heldin vol uitzonderlijke krachten wordt snel met nieuwe vijandengeconfronteerd:The Cheetah (Kristin Wiig met bijpassend luipaardmotiefje) en Max Lord (Pedro Pascall) Zie ook pagina 4 WONDER WOMAN, VANAF 16-12 IN DE BIOSCOOP EINDE TEKST TV FIL, BLADZIJDE 7
AANRedactie TV FilmOnderwerp: Filmactrice Gal Gadot als ”coverbabe” in uw TV krantGal Gadot verdedigt oorlogsmisdaden
Geachte Redactie,[Zie onder Epiloog wat ik van u verlang en eis.In onderstaande brief is dat toegelicht] ”Eindelijk eens NIET de zoveelste blonde of -wat vaker voorkomt- [slecht] geblondeerde dame op de cover van uw blad” dacht ik, toen ik de foto van een donkerharige, inderdaad mooie vrouw op de cover van uw recente TV film gids, nummer 11, 23 mei t/m 5 juni jongstleden zag staan.Totdat ik op uw cover las om wie het gaat:De Israelische filmactrice Gal Gadot.En daar bleef het niet bij:Op bladzijde 83 in uw Gids [zie onder P/S] stond er een lovend stukje over haar en haar rol in ”Wonder Woman”, een Superhelden[heldinnen]bioscoop spektakelfilm uit 2017. [1]Hierop schijnt een vervolg te komen, Wonderwoman 1984.[2] Uw promotie van Gal Gadot is naar aanleiding van het feit, dat Veronica op zondag 31 mei om 20.00 de ”oude” Wonderwoman uitzendt, zoals u vermeldt [met een korte inhoudsbeschrijving, nogal een idioot verhaal mijns inziens, maar dat daargelaten] op bladzijde 82 in uw GidsZie onder P/S
”Waarom is het van belang, dat Astrid Essed ons hierover aanschrijft?”zult u denken.Wel Geachte Redactie, het gaat hier om het volgende: Deze Israelische filmactrice, uw ”coverbabe”, die zo heeft ”geschitterd”[uw woorden, zie onder P/S] als Wonderwoman, heeft onvermoede, nare kanten.Niet alleen heeft zij gediend in het Israelische leger [3], dat zoals u weet, of althans behoort te weten, een bezettingsleger is, met alle daaraan gekoppelde onderdrukking en terreur [4], het is nog erger. Want nu kan men nog aanvoeren, dat militaire dienstplicht in Israel verplicht is en dat niet iedere Israelische soldaat, hoewel deze wel de bezetting van de Palestijnse gebieden in stand houdt, zich per definitie heeft schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden. ECHTER: Deze ”schitterende” coverbabe en filmactrice heeft zich van haar meest weerzinwekkende kant laten zien door de moordende Israelische aanval op Gaza ”Protective Edge” uit juli-augustus 2014, te ondersteunen!Ik citeer de Britse krant The Independent:”As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf”” [5] Nou laat ik de politieke en verzetsbeweging Hamas even buiten beschouwing, zonder te ontkennen, dat Hamas zich zeker ook schuldig maakt aan ongerechtigheden [6] , maar daar gaat het hier niet om. Gadot verzwijgt niet alleen het feit, dat Israel bezettingsmacht is sinds 1967 en zich heeft schuldig gemaakt-en nog doet- aan onder andere misdaden zoals foltering, etnische zuiveringen, landroof [bouw en uitbreiding in bezet Palestijns gebied gebouwde illegale nederzettingen], apartheid en oorlogsmisdaden [7] In die die specifieke Israelische militaire aanval op Gaza, waarvoor zij met haar [onschuldige] dochtertje bidt [wat een goddeloos Gebed!][8], heeft Israel zich schuldig gemaakt aan zware oorlogsmisdaden:In de aanval op Gaza in 2014 , waarvoor la Gadot heeft gebeden, zijn in twee maanden tijd 1391 Palestijnse burgers gedood, waaronder 526 kinderen [9], een VN school werd gebombardeerd [10], een ziekenhuis werd beschoten [11], moet ik doorgaan?Ik denk, dat dit wel een Beeld geeft.Wie een dergelijke misdadige aanval verdedigt, applaudisseert dus voor het doden van ongewapende burgers en kinderen en beschietingen van scholen en ziekenhuizen.
EPILOOG Ik vraag u niet om aan politiek te doen, WEL stil te staan bij het feit, dat wie openlijk misdaden als het targetten van burgers [12] en beschietingen van scholen en ziekenhuizen verdedigt, geen lovend stukje in uw TV krant verdient [zie onder P/S, uw pagina 83], dat trouwens sowieso overbodig was, omdat aan de bewuste film waarin Gadot heeft gespeeld, op bladzijde 82 al aandacht was besteed en naar mijn mening meer dan voldoende. En met name hoort IDF lover Gadot [13] in geen geval op uw voorpagina [de cover] te staan! U wist het niet?Dan weet u het nu! Ik reken erop, geen foto’s meer aan te treffen van de bewuste dame of lovende stukjes in uw blad, want zo wordt u, of u het nu wil of niet, onderdeel van het probleem, dat aan de wortel ligt van het huidige Midden Oostenconflict. De onderdrukkende Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden. [14] Houdt u hieraan, anders gaan onze degens elkaar weer kruisen!
Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam TEKSTEN TV FILM:
STUKJE OP BLADZIJDE 83, TV FILM GIDS
GAL GADOT SLUIT MEI SPETTEREND AF ALS WONDER WOMAN Deze Meimaand Filmmaand heeft Veronica het lekkerste voor het laatst bewaard. Onze coverbabe Gal Gadot schittert weer als Wonder Woman. In 2017 verwierf Gal Gadot wereldfaam als de stoere superheldin. Voor de Israelische schone bleek haar kostje gekocht.Half augustus komt het vervolg uit, althans we hopen, dat we dan naar de bioscoop kunnen om Wonder Woman 1984 op het witte doek te zien en Gal weer in haar roodblauwe pakje door het beeld te zien rennen.En op 8 oktober verschijnt de actrice ook in Death on the Nile. Net als Murder on the Orient Express een verfilming van een spannend verhaal van Agatha Christie met opnieuw Kenneth Branagh als de besnorde speurder Hercule Poirot.Gal speelt de rol van de steenrijke Linnet Ridgeway, die tijdens een cruise over de Afrikaanse rivier de Nijl het loodje legt.WONDER WOMAN 20.00 Veronica
EINDE STUKJE OVER GAL GADOT
TEKST TV FILM MET INHOUDSBESCHRIJVING ”WONDER WOMAN”
TV FILM, bladzijde 82 GAVE ZONDAGFILMS
WONDER WOMAN 20.00 Veronica VS, 2017, R: Patty Jenkins. A: Gal Gadot, Chris Pine, Connie Nielsen e.a. Als piloot Steve Trevor op het eiland Themsyrica neerstort, maakt hij op die manier een einde aan het isolement van de Amazonen.Amazone Diana [Gadot] gaat met hem mee om een eind te maken aan de Eerste Wereldoorlog.Actie [vier van de vijf sterren, door TV Film toegekend]
” She then served two years in the Israel Defense Forces as a fitness/combat readiness instructor, after which she began studying law and international relations at IDC Herzliya college while building up her modeling and acting careers.” WIKIPEDIAGAL GADOT
[4]
”Tot deze categorie behoorde dus ook de tienduizendste gedode Palestijn, de 15-jarige Muhammad. De jongen werd op 11 maart door een militair in het hoofd geschoten tijdens een aanval van Israëlische kolonisten uit de illegale ‘nederzetting’ Itamar, gesteund door Israëlische militairen. ”
sraeli actress Gal Gadot – who was recently unveiled as the caped superhero in Zack Snyder’s new DC movie Batman v. Superman: Dawn of Justice – caused a stir by posting a message of support for the Israel Defence Forces via her official Facebook page, just days before a poster of her in character first debuted.
As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf” The post quickly garnered over 200,000 ‘likes’, and thousands of shares with fellow pro-IDF supporters. It also received more than 15,000 comments, both aggressively opposed to her position and stridently for it “Zionist israeli army is the biggest terrorist organisation!,” one follower responded. “Palestinians are facing ethnic cleansing ever since the zionist israelis started snatching land! What would you do if your land home and everything you had is being taken away constantly?[sic]”
DE ILLEGALITEIT VAN DE IN BEZET PALESTIJNS GEBIED GEBOUWDE NEDERZETTINGEN
DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN ”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.” BTSELEM.ORGSETTLEMENTS
APARTHEIDONGELIJK RECHTSSYSTEEM Israeli’s komen voor de gewone rechter, in bezet Palestijns gebied wonende Palestijnen voor een Militaire Rechtbank, ondanks het feit, dat het burgers zijn!
”A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.” ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK24 NOVEMBER 2014 http://www.acri.org.il/en/2014 /11/24/twosysreport/ REPORT14 OCTOBER 2014ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK http://www.acri.org.il/en/wp-c ontent/uploads/2015/02/Two-Sys tems-of-Law-English-FINAL.pdf ”The laws implemented in the West Bank are inequitable and discriminate against Palestinians. Although the settlers live in the same geographical area in which martial law is imposed, Israel has decided that they are not subject to military law, but rather to Israeli law. The application of two distinct legal systems in a single territory constitutes gross discrimination”
INTERNATIONAL RED CROSSTHE JUDICIAL ARM OF THE OCCUPATION: THE ISRAELI MILITARY COURTS IN THE OCCUPIED TERRITORIES
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age”
”Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’………. ”Eerder op de dag had de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, al zijn afschuw uitgesproken over de beschieting van de VN-school in Rafah waar zo’n 3.000 Palestijnse vluchtelingen verbleven. Zeker tien mensen werden gedood toen een raket insloeg bij de ingang van de school, aldus medische bronnen in Gaza.”
”We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people. We clearly denounce the indiscriminate rocketing of Israel. We stated categorically that even in the midst of warfare, people must be able to receive medical care in safety.
Reacties uitgeschakeld voor Israelische filmactrice Gal Gadot, aanhangster van oorlogsmisdadigers, hoort niet op de cover van TV Film of andere bladen/Brief!
”WONDER WOMAN” ISRAELISCHE FLIMACTRICE GAL GADOT VERDEDIGT AANVAL OP GAZA EN STAAT OP DE COVER VAN TV FILM! BRIEF!
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN IN DE BEZETTE PALESTIJNSEGEBIEDENILLEGAAL VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
AAN
Redactie TV Film
Onderwerp: Filmactrice Gal Gadot als ”coverbabe” in uw TV krant
Gal Gadot verdedigt oorlogsmisdaden
Geachte Redactie,[Zie onder Epiloog wat ik van u verlang en eis.In onderstaande brief is dat toegelicht] ”Eindelijk eens NIET de zoveelste blonde of -wat vaker voorkomt- [slecht] geblondeerde dame op de cover van uw blad” dacht ik, toen ik de foto van een donkerharige, inderdaad mooie vrouw op de cover van uw recente TV film gids, nummer 11, 23 mei t/m 5 juni jongstleden zag staan.Totdat ik op uw cover las om wie het gaat:De Israelische filmactrice Gal Gadot.En daar bleef het niet bij:Op bladzijde 83 in uw Gids [zie onder P/S] stond er een lovend stukje over haar en haar rol in ”Wonder Woman”, een Superhelden[heldinnen]bioscoop spektakelfilm uit 2017. [1]Hierop schijnt een vervolg te komen, Wonderwoman 1984.[2] Uw promotie van Gal Gadot is naar aanleiding van het feit, dat Veronica op zondag 31 mei om 20.00 de ”oude” Wonderwoman uitzendt, zoals u vermeldt [met een korte inhoudsbeschrijving, nogal een idioot verhaal mijns inziens, maar dat daargelaten] op bladzijde 82 in uw GidsZie onder P/S
”Waarom is het van belang, dat Astrid Essed ons hierover aanschrijft?”zult u denken.Wel Geachte Redactie, het gaat hier om het volgende: Deze Israelische filmactrice, uw ”coverbabe”, die zo heeft ”geschitterd”[uw woorden, zie onder P/S] als Wonderwoman, heeft onvermoede, nare kanten.Niet alleen heeft zij gediend in het Israelische leger [3], dat zoals u weet, of althans behoort te weten, een bezettingsleger is, met alle daaraan gekoppelde onderdrukking en terreur [4], het is nog erger. Want nu kan men nog aanvoeren, dat militaire dienstplicht in Israel verplicht is en dat niet iedere Israelische soldaat, hoewel deze wel de bezetting van de Palestijnse gebieden in stand houdt, zich per definitie heeft schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden. ECHTER: Deze ”schitterende” coverbabe en filmactrice heeft zich van haar meest weerzinwekkende kant laten zien door de moordende Israelische aanval op Gaza ”Protective Edge” uit juli-augustus 2014, te ondersteunen!Ik citeer de Britse krant The Independent:”As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf”” [5] Nou laat ik de politieke en verzetsbeweging Hamas even buiten beschouwing, zonder te ontkennen, dat Hamas zich zeker ook schuldig maakt aan ongerechtigheden [6] , maar daar gaat het hier niet om. Gadot verzwijgt niet alleen het feit, dat Israel bezettingsmacht is sinds 1967 en zich heeft schuldig gemaakt-en nog doet- aan onder andere misdaden zoals foltering, etnische zuiveringen, landroof [bouw en uitbreiding in bezet Palestijns gebied gebouwde illegale nederzettingen], apartheid en oorlogsmisdaden [7] In die die specifieke Israelische militaire aanval op Gaza, waarvoor zij met haar [onschuldige] dochtertje bidt [wat een goddeloos Gebed!][8], heeft Israel zich schuldig gemaakt aan zware oorlogsmisdaden:In de aanval op Gaza in 2014 , waarvoor la Gadot heeft gebeden, zijn in twee maanden tijd 1391 Palestijnse burgers gedood, waaronder 526 kinderen [9], een VN school werd gebombardeerd [10], een ziekenhuis werd beschoten [11], moet ik doorgaan?Ik denk, dat dit wel een Beeld geeft.Wie een dergelijke misdadige aanval verdedigt, applaudisseert dus voor het doden van ongewapende burgers en kinderen en beschietingen van scholen en ziekenhuizen.
EPILOOG Ik vraag u niet om aan politiek te doen, WEL stil te staan bij het feit, dat wie openlijk misdaden als het targetten van burgers [12] en beschietingen van scholen en ziekenhuizen verdedigt, geen lovend stukje in uw TV krant verdient [zie onder P/S, uw pagina 83], dat trouwens sowieso overbodig was, omdat aan de bewuste film waarin Gadot heeft gespeeld, op bladzijde 82 al aandacht was besteed en naar mijn mening meer dan voldoende. En met name hoort IDF lover Gadot [13] in geen geval op uw voorpagina [de cover] te staan! U wist het niet?Dan weet u het nu! Ik reken erop, geen foto’s meer aan te treffen van de bewuste dame of lovende stukjes in uw blad, want zo wordt u, of u het nu wil of niet, onderdeel van het probleem, dat aan de wortel ligt van het huidige Midden Oostenconflict. De onderdrukkende Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden. [14] Houdt u hieraan, anders gaan onze degens elkaar weer kruisen!
Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam TEKSTEN TV FILM:
STUKJE OP BLADZIJDE 83, TV FILM GIDS
GAL GADOT SLUIT MEI SPETTEREND AF ALS WONDER WOMAN Deze Meimaand Filmmaand heeft Veronica het lekkerste voor het laatst bewaard. Onze coverbabe Gal Gadot schittert weer als Wonder Woman. In 2017 verwierf Gal Gadot wereldfaam als de stoere superheldin. Voor de Israelische schone bleek haar kostje gekocht.Half augustus komt het vervolg uit, althans we hopen, dat we dan naar de bioscoop kunnen om Wonder Woman 1984 op het witte doek te zien en Gal weer in haar roodblauwe pakje door het beeld te zien rennen.En op 8 oktober verschijnt de actrice ook in Death on the Nile. Net als Murder on the Orient Express een verfilming van een spannend verhaal van Agatha Christie met opnieuw Kenneth Branagh als de besnorde speurder Hercule Poirot.Gal speelt de rol van de steenrijke Linnet Ridgeway, die tijdens een cruise over de Afrikaanse rivier de Nijl het loodje legt.WONDER WOMAN 20.00 Veronica
EINDE STUKJE OVER GAL GADOT
TEKST TV FILM MET INHOUDSBESCHRIJVING ”WONDER WOMAN”
TV FILM, bladzijde 82 GAVE ZONDAGFILMS
WONDER WOMAN 20.00 Veronica VS, 2017, R: Patty Jenkins. A: Gal Gadot, Chris Pine, Connie Nielsen e.a. Als piloot Steve Trevor op het eiland Themsyrica neerstort, maakt hij op die manier een einde aan het isolement van de Amazonen.Amazone Diana [Gadot] gaat met hem mee om een eind te maken aan de Eerste Wereldoorlog.Actie [vier van de vijf sterren, door TV Film toegekend]
” She then served two years in the Israel Defense Forces as a fitness/combat readiness instructor, after which she began studying law and international relations at IDC Herzliya college while building up her modeling and acting careers.” WIKIPEDIAGAL GADOT
[4]
”Tot deze categorie behoorde dus ook de tienduizendste gedode Palestijn, de 15-jarige Muhammad. De jongen werd op 11 maart door een militair in het hoofd geschoten tijdens een aanval van Israëlische kolonisten uit de illegale ‘nederzetting’ Itamar, gesteund door Israëlische militairen. ”
sraeli actress Gal Gadot – who was recently unveiled as the caped superhero in Zack Snyder’s new DC movie Batman v. Superman: Dawn of Justice – caused a stir by posting a message of support for the Israel Defence Forces via her official Facebook page, just days before a poster of her in character first debuted.
As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf” The post quickly garnered over 200,000 ‘likes’, and thousands of shares with fellow pro-IDF supporters. It also received more than 15,000 comments, both aggressively opposed to her position and stridently for it “Zionist israeli army is the biggest terrorist organisation!,” one follower responded. “Palestinians are facing ethnic cleansing ever since the zionist israelis started snatching land! What would you do if your land home and everything you had is being taken away constantly?[sic]”
DE ILLEGALITEIT VAN DE IN BEZET PALESTIJNS GEBIED GEBOUWDE NEDERZETTINGEN
DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN ”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.” BTSELEM.ORGSETTLEMENTS
APARTHEIDONGELIJK RECHTSSYSTEEM Israeli’s komen voor de gewone rechter, in bezet Palestijns gebied wonende Palestijnen voor een Militaire Rechtbank, ondanks het feit, dat het burgers zijn!
”A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.” ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK24 NOVEMBER 2014 http://www.acri.org.il/en/2014 /11/24/twosysreport/ REPORT14 OCTOBER 2014ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK http://www.acri.org.il/en/wp-c ontent/uploads/2015/02/Two-Sys tems-of-Law-English-FINAL.pdf ”The laws implemented in the West Bank are inequitable and discriminate against Palestinians. Although the settlers live in the same geographical area in which martial law is imposed, Israel has decided that they are not subject to military law, but rather to Israeli law. The application of two distinct legal systems in a single territory constitutes gross discrimination”
INTERNATIONAL RED CROSSTHE JUDICIAL ARM OF THE OCCUPATION: THE ISRAELI MILITARY COURTS IN THE OCCUPIED TERRITORIES
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age”
”Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’………. ”Eerder op de dag had de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, al zijn afschuw uitgesproken over de beschieting van de VN-school in Rafah waar zo’n 3.000 Palestijnse vluchtelingen verbleven. Zeker tien mensen werden gedood toen een raket insloeg bij de ingang van de school, aldus medische bronnen in Gaza.”
”We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people. We clearly denounce the indiscriminate rocketing of Israel. We stated categorically that even in the midst of warfare, people must be able to receive medical care in safety.
Reacties uitgeschakeld voor ”Wonder Woman” Israelische filmactrice Gal Gadot verdedigt aanval op Gaza ”Protective Edge” [2014] en staat op cover TV Film!
NOS/GEEN INHOUDELIJKE REACTIE OP KRITIEK ASTRID ESSED OP TENDENTIEUZE, ONJUISTE EN PRO ISRAEL BERICHTGEVING
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN IN DE BEZETTE PALESTIJNSEGEBIEDENILLEGAAL VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
Het is voor de zoveelste keer weer eens raak met de NOS berichtgeving over het Midden-Oostenconflict!Onlangs stuurde ik de NOS een kritische mail [de zoveelste] over haar berichtgeving in het Midden OostenconflictHet was een NOS bericht op Internet: Ziehier https://www.astridessed.nl/nos-berichtgeving-weer-eens-in-de-fout-israelische-militair-gedood-op-westelijke-jordaanoever-nos-berichtgeving-op-internet/ Bovenstaande kritiek was het vervolg op mijn eerdere kritiek op een ietwat afwijkend NOS [teletekst] bericht over hetzelfde onderwerp, namelijk een in de bezette Palestijnse Westelijke Jordaanoever gedode Israelische militair Zie
Welnu, lezers, dit antwoord was een algemene mail [kennelijk hadden meer mensen gereageerd] en ging dus in geen enkel opzicht in op de inhoudelijke argumenten, die ik had aangedragen!
Dus daarom opnieuw in de pen geklommen! Onder A vindt u mijn aan de NOS toegestuurde mailOnder B de reactie van NOS PublieksvoorlichtingOnder C mijn antwoord aan NOS Publieksvoorlichting Ik en anderen blijven de NOS in de gaten houden! VEEL LEESPLEZIER!
Onlangs heeft u een klacht geplaatst via onze website. Nogmaals hartelijk dank voor uw mail.
Al zolang het conflict in het Midden-Oosten duurt ? en de NOS bestaat ? krijgen wij veel reacties van ons publiek op onze berichtgeving erover. En opvallend genoeg zijn die reacties bijna altijd net zo verdeeld als het gebied zelf: de ene schrijver vindt dat wij partij kiezen voor Israel, de andere vindt juist dat wij de Palestijnse kant verdedigen. Soms gaan die tegengestelde reacties over dezelfde uitzending.
Daar komt bij dat in veel reacties (erg) veel emotie doorklinkt. Van beide kanten. Ik vind dat zeer begrijpelijk wat het gaat om een conflict dat velen raakt.
Wij berichten vanuit beide kanten en proberen daarbij de standpunten van de belangrijkste betrokken partijen voortdurend te belichten. Soms lijkt het misschien alsof we meer aan de ene ‘kant’ doen dan aan de andere, maar dat heeft dan te maken met nieuwsontwikkelingen. We zijn een nieuwsrubriek en kijken naar de nieuwswaarde van gebeurtenissen. Net zoals we van een discussie in de Tweede Kamer maar een zeer beperkt deel kunnen laten zien en we niet (altijd) alle partijen aan het woord kunnen laten, zullen we ook m.b.t. het Midden Oosten altijd scherp moeten kiezen. Niet elke gebeurtenis, hoe ingrijpend ook voor betrokkenen, kan een onderwerp of een onderwerpje worden. Bovendien: in de beperkte zendtijd die we nu eenmaal hebben, kunnen we niet in elke uitzending het hele conflict uiteenzetten, met uitgebreide aandacht voor beide kanten.
Als u onze berichtgeving in zijn geheel bekijkt, ziet u hopelijk dat wij proberen te doen wat we moeten doen: het nieuws melden en waar nodig en gepast achtergronden geven bij dat nieuws, zodat u beter kunnen beoordelen wat er aan de hand is.
Wij vinden zelf niks van het conflict. We hebben geen voorkeuren en belangen. In veel reacties klinkt door dat men dat vaak wel denkt. Men leidt uit een woordkeuze of een onderwerpkeuze een bedoeling af, of sterker; men weet dat zeker, maar ik u verzekeren: daar is geen sprake van.
Het is goed te weten dat wij als redactie heel veel discussiëren over onze uitzendingen en de onderwerpen die we over het Midden Oosten maken. De laatste tijd eigenlijk elke dag. We vragen ons voortdurend af wat onze mechanismen zijn, of we evenwichtig berichten, of onze taal, woordkeus en toon correct zijn en wat de perceptie van ons publiek is of zou kunnen zijn. Natuurlijk maken we fouten, maar we staan open voor kritiek en discussie en proberen elke dag om het beter te doen.
Met vriendelijke groet,
NOS Publieksvoorlichting
[Opmerking Astrid Essed/Hieronder door Publieksvoorlichting aangehechte mail Astrid Essed]
AANNOS REDACTIE Onderwerp: Uw berichtgeving dd 12 mei ”Israelische militair gedood op Westelijke Jordaanoever”
Geachte Redactie,
Ten eerste: Zoals u geheel onderin, onder het notenapparaat kunt zien, heb ik u reeds eerder aangeschreven over uw teletekstberichtgeving, ook dd 12 mei, over ditzelfde onderwerp, luidende ””Militair Israel gedood op Westoever” Er zitten echter nuanceringen in dat teletekstbericht en deze [op internet aanwezige] berichtgeving, vandaar dat ik u nu hierop aanspreek/schrijf Uw internet berichtgeving onder noot 1
Een ding hebben beide berichtgevingen echter gemeen: Ze hellen niet alleen door de wijze van berichtgeving over naar pro-Israelisch, waarbij voor het Palestijnse gezichtspunt geen plaats is, ze zijn ook nog -en dat is welhaast erger- internationaalrechtelijk en politiek onjuist. Een ding moet ik u in deze berichtgeving echter WEL nageven: U refereert hier WEL aan het feit, dat de Westelijke Jordaanoever bezet gebied is, wat u in uw teleteksberichtgeving naliet te vermelden. Maar daar stopt mijn waardering, want ook hier laat u een paar lelijke steken vallen, waarover ik u in deze mail de oren ga wassen. LET DUS OP!
PALESTIJNSE SLACHTOFFERS?
Wat aan uw berichtgeving opvalt is, dat u weliswaar melding maakt van de gedode Israelische militair [getroffen door een steen], wat u ook hoort te doen als nieuwsmedium, maar geen melding maakt van drie in diezelfde week door het Israelische leger gedode Palestijnse burgers. Zie noot 2, waarin de cases voor u op een rijtje gezet zijn. Dit is een ernstig manco, in strijd met objectieve journalistieke berichtgeving en daardoor overhellend naar pro Israelisch. En kom mij niet aan met het verhaal, dat u het niet wist: Als ik als niet professionele journalist het kan weten, dan u ook. Bovendien krijgt u dagelijks alle mogelijke binnen en buitenlandse nieuwsberichten binnen, zoiets ontgaat je niet.
AANSLAG/TERRORISME?/LAAT ME NIET LACHEN!
Erger nog, en ik zeg dus niet voor niets, dat u overhelt naar pro Israel berichtgeving, is het feit, dat u de zaak van de gedode Israelische militair kennelijk als een ”aanslag” [en dat betekent ”terrorisme”] beschouwt Ik citeer u [en dit zijn uw eigen woorden, los van uw citaat van de Israelische autoriteiten in de volgende alinea]
”De daders van de aanslag zijn nog spoorloos.” [3] Geachte Redactie, over welke ”aanslag” hebt u het eigenlijk? Niet alleen hoort u te weten, dat een Israelische militair als militair een ”combatant” is [lees het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht er maar op na] [4], daarbij is de aanval op een combatant nooit een ”aanslag” [wat het terroristisch zou maken], omdat terrorisme in een adem genoemd wordt [en internationaal rechtelijk ook is], met aanslagen op BURGERS. [5]
En daarbij: Een Israelische militair is onderdeel van het Israelische bezettingsleger en internationaalrechtelijk-waarbij ook gewapend, verzet tegen een bezettingsmacht is gelegitimeerd- toegestaan. Gelooft u mij niet op mijn woord? Dat moet u ook niet doen, maar dat is een andere zaak bij VN resoluties, want dit ”recht op verzet” is vastgelegd in VN Algemene Vergarderingsresolutie 3246 [1974] [6]
Behalve uw eigen opmerking over de zogenaamde ”aanslag” op die Israelische militair, citeert u nog de Israelische autoriteiten: Ik lees uw nieuwsbericht:
”Israëlische politici betuigden hun steun aan de familie van het 21-jarige slachtoffer en beloofden de daders te pakken. “De lange arm van Israël zal de terrorist bereiken en met hem afrekenen”, zei premier Netanyahu.” [7]
Nu is het prima, dat u dat Israelische gezichtspunt weergeeft-dat moet ook, want dat is nieuws-maar van uw kant had er wel een kritische kanttekening bij gemogen, dat de Israelische regering weliswaar spreekt van ”terrorisme” [zoals de VS, ook een bezetter, trouwens ook te pas en te onpas doet, maar dat is weer een andere zaak] [8], maar dat gewapende aanvallen op militairen, en zeker geen bezettingsmilitairen, bepaald niet terroristisch genoemd kunnen worden, volgens het Internationaal Recht en de algemene definitie van terrorisme, zoals gehanteerd naar het Wetboek van Strafrecht. Bronnen heb ik u nu gegeven [9], maar dat had niet eens nodig moeten zijn. Uit uzelf had u dat, als redactie van een gerennommeerd nieuwsmedium, moeten vermelden.
EPILOOG
Het wordt hoog tijd dat u, wat het Midden-Oostenconflict betreft, niet alleen het gezichtspunt van Israel, maar ook de Palestijnse kant laat overheersen [ook hier hebt u kennelijk geen moeite gedaan om de motieven voor die militaire aanval op de Israelische militair te achterhalen], dat u niet kritiekloos de verklaringen van de Israelische autoriteiten vermeldt en dat u zelf in uw berichtgeving ”terrorisme” noemt, wat ook ”terrorisme” is
Ik en vele anderen zijn al jaren bezig, u daarop te wijzen. Het wordt tijd, dat u dit eindelijk ter harte neemt.
Vriendelijke groeten Astrid Essed Amsterdam
ZIE VOOR NOTEN MAIL ASTRID ESSED AAN NOS
C
REACTIE ASTRID ESSED OP BOVENSTAAND ANTWOORD NOS PUBLIEKSVOORLICHTING
Astrid Essed To:publieksreacties@nos.nl,nosbinnenland@nos.nl,nosbuitenland@nos.nlTue, May 26 at 7:47 AM AANNOS PublieksvoorlichtingOnderwerp: Uw antwoord op mijn aan u verzonden brief/mail ”Uw berichtgeving dd 12 mei ”Israelische militair gedood op Westelijke Jordaanoever”
Geachte heer/mevrouw, Allereerst vriendelijk bedankt voor uw reactie op mijn op 18 mei aan u verzonden mailkritiek op uw berichtgeving dd 12 mei ” ”Israelische militair gedood op Westelijke Jordaanoever”Zie uw berichtgeving direct onder deze brief.Uw reactie wordt des te meer gewaardeerd, omdat u in de meeste gevallen, dat ik u bekritiseer [over de Midden Oostenberichtgeving of een ander onderwerp], niet eens de moeite neemt om te reageren.Dit is dus een verbetering.Houden zo! Maar hier stopt mijn waardering en ik zal u zeggen/schrijven, waarom: TEN EERSTE Wat mij in de eerste plaats erg stoort aan uw reactie is om te beginnen de algemene aanspreekvorm ”Beste mevrouw/meneer”, terwijl ik duidelijk met naam en adres heb ondertekend.Dit EN het feit, dat uw reactie in algemene bewoordingen is gesteld-sterkt mij in mijn opinie, dat het een algemene mail is, die u hebt toegestuurd aan al uw critici, wat ik als respectloos en onprofessioneel ervaar.Tenslotte is niet iedere kritiek exact hetzelfde en het zou u sieren, als u de moeite had genomen, mij en anderen ook persoonlijk en inhoudelijk te benaderen. TEN TWEEDE En het ”ten tweede” punt sluit aan bij het ”ten eerste” punt Ik ben inhoudelijk ingegaan op uw berichtgeving en ik verwacht dan ook van u een inhoudelijke reactie, geen Eenheidsworstmail, die u iedereen toestuurt..Ik heb u naar aanleiding van uw berichtgeving geschreven, dat vooral twee dingen mij hebben gestoord:In de eerste plaats hebt u weliswaar melding gemaakt van de dood van een Israelische militair op de bezette Westelijke Jordaanoever[goed zo, u vermeldde tenminste, dat hier sprake was van een bezetting, doet u ook niet altijd], maar vermeldde u NIET, dat er in diezelfde week drie Palestijnen werden doodgeschoten door het Israelische leger. Dat is niet alleen buitengewoon onzorgvuldig en onprofessioneel, bovendien helt het wel degelijk over naar pro Israelische berichtgeving.En dat beweer ik niet alleen op grond van dit ene geval:In het verleden heb ik u regelmatig betrapt op hetzij onvolledige berichtgeving, hetzij op tendentieuze, pro-Israel berichtgeving en u daarop aangeschreven.Lees er noot 1 maar op na.Zo nodig, als u erom vraagt, wil ik u ook wel de desbetreffende mails opsturen!Maar dat kost tijd, daar ga ik op dit moment geen tijd in steken. In de tweede plaats refereert u in uw berichtgeving over de gedode Israelische militair aan het woord ”aanslag”Letterlijk hebt u geschreven”De daders van de aanslag zijn nog spoorloos” [2]Ik heb u in mijn reactie aan u uitgelegd, dat hier van een ”aanslag” geen sprake is, omdat de Israelische militair niet alleen een militair is [combatant] en van ”aanslagen” en ”terrorisme” alleen sprake is bij burgers, maar dat hij ook nog eens onderdeel uitmaakt van een bezettingsmacht, waartegen men zich volgens het Internationaal Recht tegen mag verzetten, zoals onder andere vastgelegd in VN AV Resolutie 3246 [3] EPILOOG Op de argumentatie van mijn mail had u inhoudelijk behoren in te gaan, niet mij trachten af te schepen met een algemene mail, die u aan al uw critici gestuurd hebt. Ik verwacht dan ook van u, dat u voortaan inhoudelijk ingaat op door mij aan u gestuurde kritiekmails en niet met een algemeen verhaal komt aanzetten, dat ook nog kant noch wal raakt, omdat u in uw berichtgeving over het Midden Oostenconflict wel degelijk onzorgvuldig, tendentieus en pro Israel bent, ook al zijn er lichte verbeteringen te constateren. Ik blijf u in de gaten houden. Vriendelijke groeten Astrid Essed Amsterdam
NOS NIEUWSBERICHTGEVING:
NOSISRAELISCHE MILITAIR GEDOOD OP WESTELIJKE JORDAANOEVER12 MEI 2020
TEKST
Een Israëlische militair is vanochtend gedood op de Westelijke Jordaanoever. Hij werd geraakt door een steen die vanaf een gebouw naar beneden gegooid werd, meldt het Israëlische leger.
Het incident gebeurde in een dorp bij de Palestijnse stad Jenin, in het noorden van de bezette Westoever. Het Israëlische leger was daar naar eigen zeggen voor de arrestatie van vier verdachten. De daders van de aanslag zijn nog spoorloos.
Israëlische politici betuigden hun steun aan de familie van het 21-jarige slachtoffer en beloofden de daders te pakken. “De lange arm van Israël zal de terrorist bereiken en met hem afrekenen”, zei premier Netanyahu.
Mogelijke escalatie
Het komt niet zo vaak voor dat Israëlische militairen omkomen door Palestijns geweld, zegt correspondent Ties Brock. “Voor het laatst gebeurde dat in augustus. Dit is dus vrij uitzonderlijk, en mogelijk leidt het tot een escalatie.”
Dit jaar werden al wel meer dan tien Palestijnen gedood door Israëlische veiligheidstroepen. De meesten van hen stierven bij pogingen tot aanslagen of bij botsingen met het Israëlische leger.EINDE TEKST NOS BERICHT
TENDENTIEUZE BERICHTGEVING NEDERLANDSE TELETEKSTMEDIA TAV
MIDDEN OOSTENCONFLICT’
ASTRID ESSED
[2]
”De daders van de aanslag zijn nog spoorloos” NOSISRAELISCHE MILITAIR GEDOOD OP WESTELIJKE JORDAANOEVER12 MEI 2020
[3]
”Recognizing the imperative need to put an early end to colonial and foreign domination and alien subjugation,
1. Reaffirms the inalienable right of all peoples under colonial rule, foreign domination and alien subjugation to self-determination, freedom and independence in conformity with General Assembly resolution 1514 (XV) and other relevant resolutions of the United Nations;
2. Renews its call to all States to recognize the right to self-determination and independence of all peoples subject to colonial and foreign domination and alien subjugation and to offer them moral, material and other forms of assistance in their struggle to exercise fully their inalienable right to self-determination and independence;
3. Reaffirms the legitimacy of the peoples’ struggle for liberation form colonial and foreign domination and alien subjugation by all available means, including armed struggle;
GENERAL ASSEMBLY RESOLUTION 3246
29 NOVEMBER 1974
NOS BERICHTGEVING WEER EENS IN DE FOUT/”ISRAELISCHE MILITAIR GEDOOD OP WESTELIJKE JORDAANOEVER” [NOS BERICHTGEVING OP INTERNET]
NOS BERICHTGEVING WEER EENS IN DE FOUT!/ISRAELISCHE MILITAIR GEDOOD OP WESTOEVER [NOS BERICHTGEVING OP INTERNET]
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar [somswegvallende] foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten Zie voor [soms wegvallende] foto, direct hierboven
ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN IN DE BEZETTE PALESTIJNSEGEBIEDENILLEGAAL VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
AANNOS REDACTIEOnderwerp:Uw berichtgeving dd 12 mei ”Israelische militair gedood op Westelijke Jordaanoever”
Geachte Redactie, Ten eerste:Zoals u geheel onderin, onder het notenapparaat kunt zien, heb ik u reeds eerder aangeschreven over uw teletekstberichtgeving, ook dd 12 mei, over ditzelfde onderwerp, luidende ””Militair Israel gedood op Westoever”Er zitten echter nuanceringen in dat teletekstbericht en deze [op internet aanwezige] berichtgeving, vandaar dat ik u nu hierop aanspreek/schrijfUw internet berichtgeving onder noot 1 Een ding hebben beide berichtgevingen echter gemeen:Ze hellen niet alleen door de wijze van berichtgeving over naar pro-Israelisch, waarbij voor het Palestijnse gezichtspunt geen plaats is, ze zijn ook nog -en dat is welhaast erger- internationaalrechtelijk en politiek onjuist.Een ding moet ik u in deze berichtgeving echter WEL nageven:U refereert hier WEL aan het feit, dat de Westelijke Jordaanoever bezet gebied is, wat u in uw teleteksberichtgeving naliet te vermelden.Maar daar stopt mijn waardering, want ook hier laat u een paar lelijke steken vallen, waarover ik u in deze mail de oren ga wassen.LET DUS OP!
PALESTIJNSE SLACHTOFFERS? Wat aan uw berichtgeving opvalt is, dat u weliswaar melding maakt van de gedode Israelische militair [getroffen door een steen], wat u ook hoort te doen als nieuwsmedium, maar geen melding maakt van drie in diezelfde week door het Israelische leger gedode Palestijnse burgers.Zie noot 2, waarin de cases voor u op een rijtje gezet zijn.Dit is een ernstig manco, in strijd met objectieve journalistieke berichtgeving en daardoor overhellend naar pro Israelisch.En kom mij niet aan met het verhaal, dat u het niet wist:Als ik als niet professionele journalist het kan weten, dan u ook.Bovendien krijgt u dagelijks alle mogelijke binnen en buitenlandse nieuwsberichten binnen, zoiets ontgaat je niet. AANSLAG/TERRORISME?/LAAT ME NIET LACHEN! Erger nog, en ik zeg dus niet voor niets, dat u overhelt naar pro Israel berichtgeving, is het feit, dat u de zaak van de gedode Israelische militair kennelijk als een ”aanslag” [en dat betekent ”terrorisme”]beschouwtIk citeer u [en dit zijn uw eigen woorden, los van uw citaat van de Israelische autoriteiten in de volgende alinea] ”De daders van de aanslag zijn nog spoorloos.” [3]Geachte Redactie, over welke ”aanslag” hebt u het eigenlijk?Niet alleen hoort u te weten, dat een Israelische militair als militair een ”combatant” is [lees het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht er maar op na] [4], daarbij is de aanval op een combatant nooit een ”aanslag” [wat het terroristisch zou maken], omdat terrorisme in een adem genoemd wordt [en internationaal rechtelijk ook is], met aanslagen op BURGERS. [5] En daarbij:Een Israelische militair is onderdeel van het Israelische bezettingsleger en internationaalrechtelijk-waarbij ook gewapend, verzet tegen een bezettingsmacht is gelegitimeerd- toegestaan.Gelooft u mij niet op mijn woord?Dat moet u ook niet doen, maar dat is een andere zaak bij VN resoluties, want dit ”recht op verzet” is vastgelegd in VN Algemene Vergarderingsresolutie 3246 [1974] [6] Behalve uw eigen opmerking over de zogenaamde ”aanslag” op die Israelische militair, citeert u nog de Israelische autoriteiten:Ik lees uw nieuwsbericht: ”Israëlische politici betuigden hun steun aan de familie van het 21-jarige slachtoffer en beloofden de daders te pakken. “De lange arm van Israël zal de terrorist bereiken en met hem afrekenen”, zei premier Netanyahu.” [7] Nu is het prima, dat u dat Israelische gezichtspunt weergeeft-dat moet ook, want dat is nieuws-maar van uw kant had er wel een kritische kanttekening bij gemogen, dat de Israelische regering weliswaar spreekt van ”terrorisme” [zoals de VS, ook een bezetter, trouwens ook te pas en te onpas doet, maar dat is weer een andere zaak] [8], maar dat gewapende aanvallen op militairen, en zeker geen bezettingsmilitairen, bepaald niet terroristisch genoemd kunnen worden, volgens het Internationaal Recht en de algemene definitie van terrorisme, zoals gehanteerd naar het Wetboek van Strafrecht. Bronnen heb ik u nu gegeven [9], maar dat had niet eens nodig moeten zijn.Uit uzelf had u dat, als redactie van een gerennommeerd nieuwsmedium, moeten vermelden.
EPILOOG Het wordt hoog tijd dat u, wat het Midden-Oostenconflict betreft, niet alleen het gezichtspunt van Israel, maar ook de Palestijnse kant laat overheersen [ook hier hebt u kennelijk geen moeite gedaan om de motieven voor die militaire aanval op de Israelische militair te achterhalen], dat u niet kritiekloos de verklaringen van de Israelische autoriteiten vermeldt en dat u zelf in uw berichtgeving ”terrorisme” noemt, wat ook ”terrorisme” is Ik en vele anderen zijn al jaren bezig, u daarop te wijzen.Het wordt tijd, dat u dit eindelijk ter harte neemt. Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam
NOTEN [1] NOSISRAELISCHE MILITAIR GEDOOD OP WESTELIJKE JORDAANOEVER12 MEI 2020
TEKST
Een Israëlische militair is vanochtend gedood op de Westelijke Jordaanoever. Hij werd geraakt door een steen die vanaf een gebouw naar beneden gegooid werd, meldt het Israëlische leger.
Het incident gebeurde in een dorp bij de Palestijnse stad Jenin, in het noorden van de bezette Westoever. Het Israëlische leger was daar naar eigen zeggen voor de arrestatie van vier verdachten. De daders van de aanslag zijn nog spoorloos.
Israëlische politici betuigden hun steun aan de familie van het 21-jarige slachtoffer en beloofden de daders te pakken. “De lange arm van Israël zal de terrorist bereiken en met hem afrekenen”, zei premier Netanyahu.
Mogelijke escalatie
Het komt niet zo vaak voor dat Israëlische militairen omkomen door Palestijns geweld, zegt correspondent Ties Brock. “Voor het laatst gebeurde dat in augustus. Dit is dus vrij uitzonderlijk, en mogelijk leidt het tot een escalatie.”
Dit jaar werden al wel meer dan tien Palestijnen gedood door Israëlische veiligheidstroepen. De meesten van hen stierven bij pogingen tot aanslagen of bij botsingen met het Israëlische leger.
EINDE TEKST NOS BERICHT
[2]
PALESTIJNEN, GEDOOD DOOR HET ISRAELISCHE LEGER BERICHT/1 THE ELECTRONIC INTIFADAISRAEL KILLS CHILD IN WESTBANK13 MAY 2020
Israeli forces killed a Palestinian child during a raid on Fawwar refugee camp southwest of the occupied West Bank city of Hebron early Wednesday.
Zaid Fadil Qaisiya, 17, was sitting on the roof of his family home when Israeli forces shot him in the head with live ammunition.
He died from his wounds shortly after.
Zaid’s younger brother said he was with him when he was shot.
“We heard the sound of a stun grenade, so we went up to the roof to see what happened,” the brother said in a video circulated on Twitter.
“We went upstairs and saw the army. I was standing behind a water tank and he was next to me. I heard the sound of gunshots, I looked at him and he was lying on the ground.”
When asked where Zaid was shot, his brother pointed under his eye.
Four other Palestinians in the camp were injured by live ammunition, according to the Palestinian Authority health ministry, as Israeli occupation forces fired live rounds into crowds of Palestinians.
Local media circulated pictures of Zaid following his death:
Thousands attended the boy’s funeral on Wednesday:
Vowing vengeance
Zaid’s killing comes one day after an Israeli soldier died when a stone was dropped on his head during a dawn raid in the occupied West Bank town of Yabed, near Jenin.
Israeli leaders vowed vengeance in the wake of the soldier’s death, which typically amounts to the extrajudicial execution of an accused person, and collective punishment of their community and family, including arrests and revenge home demolitions.
Israel is delivering on its threats.
Israeli forces have closed off the town of Yabed for the second day, and arrested 11 members of the same family.
Israel arrested 22 Palestinians across the occupied West Bank, and wounded six in Yabed overnight.
Anti-Palestinian vandalism
Meanwhile, Israeli settlers threatened more violence.
Walls were vandalized with Hebrew graffiti on Wednesday in the West Bank village of Bilin, near Ramallah.
Among the anti-Palestinian slogans were, “I do not sleep when blood has been spilled here,” and, “The lives of our soldiers come before the lives of the enemy.”
The graffiti also included the Star of David.
This kind of vandalism is often called a “price tag” – a term Israeli settlers and extremists use to describe sometimes lethal attacks on non-Jews and their property, especially Palestinians.
Editor’s note: This article originally reported Zaid Fadil Qaisiya’s age to have been 15, citing initial reports. Zaid was 17 years old when he was killed, Defense for International Palestine confirmed on Thursday. EINDE NIEUWSBERICHT
A Palestinian man was reportedly killed on Wednesday by Israeli forces at the Sheba medical center, near the Israeli city of Tel Aviv.
Mostafa Yunis, 26, was shot in the parking lot of the medical center, while accompanied by his mother. The Palestinian family comes from the village of Wadi Ara, in the Haifa district.Eyewitnesses reported that the shooting followed an altercation regarding the fact that Yunis wasn’t wearing a protective face mask.
The Israeli police claimed that Yunis attempted to stab a security guard, although videos from the scene show Israeli officers shooting the Palestinian man while lying on the ground.The Israeli newspaper, The Jerusalem Post, reported that “Yunis’s brother said that he suffered from mental health issues.”
Israeli soldiers shot and killed a Palestinian near the entrance of the Hebron-area town of Beit Awwa in the southern West Bank on Thursday.
The Israeli military claimed the Palestinian had attacked soldiers with his car before he was shot.
A soldier was reportedly in “moderate to serious condition after being hit,” Israeli media reported.The slain Palestinian was identified as Baha al-Awawda:
A cousin of al-Awawda told media that his relative had been killed “in cold blood” and that Israel had detained the slain man’s father. Israel is also withholding al-Awawda’s body, the cousin said.
Several Palestinians have been killed in recent years in what Israel claimed were car-ramming attacks, only to be contradicted by human rights groups that investigated the incidents.
Thursday’s killing comes after a Palestinian boy died after being shot in the head by soldiers during a raid on a Hebron-area refugee camp early Wednesday.
Israeli leaders had called for vengeance after a soldier was killed by a stone that was dropped on his head during a raid on a Palestinian town in the northern West Bank on Tuesday.Suspected Israeli settlers infiltrated a Palestinian village near Ramallah, the seat of the Palestinian Authority, overnight Wednesday and left graffiti threatening more violence:
Hospital guards kill Palestinian
Private security guards shot a Palestinian citizen of Israel as he lay on the ground, killing him, outside Sheba Medical Center near Tel Aviv on Wednesday.A six-second video clip shows part of the incident:
At the beginning of the clip, a man lying on the ground appears to stab a man in plain clothes who has pinned him down. At that point, another man in plain clothes and two others wearing high-visibility vests open fire towards the prone man several times at close range.
The slain man was identified as Mustafa Mahmoud Younis, 26. Another man, presumably the man who is seen being stabbed in the video clip, was injured lightly during the incident, according to Israeli media.
Younis’ father told media that his son was at the hospital for a psychotherapy session and was undergoing treatment for epilepsy.
Younis pulled out a knife in self-defense after he was jumped by multiple security guards, his uncle told media.
Adalah, a group that advocates for the rights of Palestinians in Israel, said there “was no justification for the use of live gunfire” against Younis.“We see this case as a direct result of Israel’s ongoing failure to conduct serious, effective, and independent criminal investigations into similar past cases of Israeli police killings of Arabs,” Adalah added.
Palestinians on both sides of the Green Line dividing the West Bank and Israel have been killed by security guards.
A Palestinian woman was slain by guards at a West Bank checkpoint last year after she drew a knife from her sleeve. The woman was several meters away from the guards when they opened fire on her.
“Well-armed, heavily defended security personnel use lethal fire not as a last resort (if it is at all necessary), but as the go-to response, even when a knife attack could clearly be averted with less injurious means,” B’Tselem, an Israeli human rights group, stated at the time.
“This trigger-happy policy, which is encouraged by government ministers, members of Knesset and senior defense and law-enforcement officials, is still in place after dozens of people have been killed.”
Lawmakers in the Joint List coalition primarily made up of parties representing Palestinians in Israel called on the country’s attorney general to investigate Younis’ killing.
The members of parliament said that his slaying is “the result of racist, anti-Arab policy.”
The Jerusalem Post, a right-wing Israeli publication, said that Younis was killed “after he stabbed a security guard during an altercation about his lack of wearing a protective face mask. Israel Police reported that the stabbing is a criminal incident.”Israeli police used various crowd control weapons to disperse Palestinians in Israel who protested Younis’ killing on Thursday:
The fatal shooting of Younis comes a week after police killed Salama Abu Kaf in southern Israel after the man allegedly attempted to steal a car.The slain man’s family said that Abu Kaf “was killed in cold blood because he’s an Arab.” EINDE NIEUWSBERICHTEN
[3]
”De daders van de aanslag zijn nog spoorloos. ”
NOSISRAELISCHE MILITAIR GEDOOD OP WESTELIJKE JORDAANOEVER12 MEI 2020
The seven fundamental rules which are the basis of the Geneva Conventions and the Additional Protocols.
1 – Persons hors de combat and those who do not take a direct part in hostilities are entitled to respect for their
lives and their moral and physical integrity. They shall in all circumstances be protected and treated humanely
without any adverse distinction.
2 – It is forbidden to kill or injure an enemy who surrenders or who is hors de combat .
3 – The wounded and sick shall be collected and cared for by the party to the conflict which has them in its power.
Protection also covers medical personnel, establishments, transports and equipment. The emblem of the red
cross or the red crescent is the sign of such protection and must be respected.
4 – Captured combatants and civilians under the authority of an adverse party are entitled to respect for their lives,dignity, personal rights and convictions. They shall be protected against all acts of violence and reprisals. They shall have the right to correspond with their families and to receive relief.
5 – Everyone shall be entitled to benefit from fundamental judicial guarantees. No one shall be held responsible for an act he has not committed. No one shall be subjected to physical or mental torture, corporal punishment or cruel or degrading treatment.
6 – Parties to a conflict and members of their armed forces do not have an unlimited choice of methods and means of warfare. It is prohibited to employ weapons or methods of warfare of a nature to cause unnecessary losses or excessive suffering.
7 – Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to
spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be theobject of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives.
Artikel 83aOnder terroristisch oogmerk wordt verstaan het oogmerk om de bevolking of een deel der bevolking van een land ernstige vrees aan te jagen, dan wel een overheid of internationale organisatie wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen.
[6]
‘ 3. Reaffirms the legitimacy of the peoples’ struggle for liberation form colonial and foreign domination and alien subjugation by all available means, including armed struggle; ” GENERAL ASSEMBLY RESOLUTION 324629 NOVEMBER 1974
”Recognizing the imperative need to put an early end to colonial and foreign domination and alien subjugation, 1. Reaffirms the inalienable right of all peoples under colonial rule, foreign domination and alien subjugation to self-determination, freedom and independence in conformity with General Assembly resolution 1514 (XV) and other relevant resolutions of the United Nations;
2. Renews its call to all States to recognize the right to self-determination and independence of all peoples subject to colonial and foreign domination and alien subjugation and to offer them moral, material and other forms of assistance in their struggle to exercise fully their inalienable right to self-determination and independence;
3. Reaffirms the legitimacy of the peoples’ struggle for liberation form colonial and foreign domination and alien subjugation by all available means, including armed struggle;
(XXIX)) Importance of the universal realization of the right of peoples to self determination and of the speedy granting of independence to colonial countries and peoples for the effective guarantee and observance of human rights
The General Assembly,
Reaffirming its faith in resolution 11514 (XV) of 14 December 1960, containing the Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples, and resolution 2621 (XXV) of 12 October 1970, containing the programme of action for the full implementation of that Declaration,
Recalling, inter alia, its resolutions 2588 B (XXIV) of 15 December 1969, 2787 (XXVI) of 6 December (XXXVII) of 13 December 1972, 2963 E 2 November 1973 and 3070 (XVIII) of 30 November 1973, and the relevant resolutions of the Security Council,
Noting with appreciation the reports of the Secretary-General, 1/
Noting with satisfaction the assurances given by the Government of Portugal that it will fulfil its obligations under the Charter of the United Nations and comply with United Nations resolutions relevant to the right of the peoples under Portuguese administration to self-determination and independence,
Indignant at the continued repression and the inhuman and degrading treatment inflicted on peoples still under colonial and foreign domination and alien subjugation, especially on individuals detained or imprisoned as a result of their struggle for self-determination and independence,
Reaffirming that the independence of Southern Rhodesia should not be negotiated with the illegal regime but with the authentic and recognized representatives of the Rhodesian people,
Mindful of its responsibility to evolve all possible measures which will enable oppressed peoples to attain independence and self-determination, and in this regard deploring the obstructive attitude of certain Member states,
Recognizing the imperative need to put an early end to colonial and foreign domination and alien subjugation,
1. Reaffirms the inalienable right of all peoples under colonial rule, foreign domination and alien subjugation to self-determination, freedom and independence in conformity with General Assembly resolution 1514 (XV) and other relevant resolutions of the United Nations;
2. Renews its call to all States to recognize the right to self-determination and independence of all peoples subject to colonial and foreign domination and alien subjugation and to offer them moral, material and other forms of assistance in their struggle to exercise fully their inalienable right to self-determination and independence;
3. Reaffirms the legitimacy of the peoples’ struggle for liberation form colonial and foreign domination and alien subjugation by all available means, including armed struggle;
4. Demands full respect for the basic human rights of all individuals detained or imprisoned as a result of their struggle for self-determination and independence, and strict respect for article 5 of the Universals declaration of Human Rights under which no one shall be subjected to torture or to cruel, inhuman or degrading treatment, and their immediate release;
5. Welcomes the recognition by the Government of Portugal of the right of all the peoples under its colonial administration to self-determination and independence, and the initiatives already taken in this regard;
6. Urges the Government of Portugal to continue to ensure that the process of decolonizations, which will enable peoples still under its colonial administration to achieve self-determination and independence, is accomplished without delay;
7. Strongly condemns all Governments which do not recognize the right to self-determination and independence of peoples under colonial and foreign domination and alien subjugation, notably the peoples of Africa and the Palestinian people;
8. Further strongly condemns the policies of those members of the Northern Atlantic Treaty Organization and those countries whose military, economic, sporting or political relations with the racist regimes of southern Africa and elsewhere encourage these regimes to persist in their suppression of the aspirations of peoples for self-determination and independence;
9. Calls upon those countries to reconsider their policies and to sever all links with the racist regimes of south Africa and Southern Rhodesia;
10. Renews its appreciation to Governments, United Nations agencies and intergovernmental and non-governmental organizations for their efforts in extending various forms of assistance to peoples in dependent Territories and appeals to them to increase such assistance;
11. Requests the Secretary-General to continue to assist the specialized agencies and other organizations within the United Nations system in working out measures for the provision of increased international assistance to the peoples of colonial Territories;
12. Requests the Secretary-General to submit a report on the implementation of the present resolution to the General Assembly at its thirtieth session.
2303rd plenary meeting 29 November 1974
[7]
”Israëlische politici betuigden hun steun aan de familie van het 21-jarige slachtoffer en beloofden de daders te pakken. “De lange arm van Israël zal de terrorist bereiken en met hem afrekenen”, zei premier Netanyahu.”
NOSISRAELISCHE MILITAIR GEDOOD OP WESTELIJKE JORDAANOEVER12 MEI 2020
[8]
THE WASHINGTON POST
PENSACOLA SHOOTING WAS AN ACT OF TERRORISM, ATTORNEY GENERAL SAYS
14 JANUARY 2020
Attorney General William P. Barr said Monday that the December shooting that killed three U.S. sailors on a Florida base was an act of terrorism, as officials revealed harrowing new details about the 15-minute rampage and publicly called out Apple Inc. to help them unlock the killer’s phones.
At a news conference to discuss the results of the FBI’s investigation into the shooting at Naval Air Station Pensacola, Barr said investigators had found evidence that Ahmed Mohammed al-Shamrani, a Royal Saudi Air Force member training at the base, was motivated by “jihadist ideology” and had posted anti-American messages on social media about two hours before his attack.
FBI Deputy Director David Bowdich said that during the attack, Shamrani fired shots at pictures of President Trump and a past U.S. president, and witnesses at the scene said he made statements critical of American military actions overseas. Bowdich said that while Shamrani did not seem to be inspired by one specific terrorist group, he harbored anti-American and anti-Israeli views and felt “violence was necessary.” Bowdich said the gunman’s social media comments echoed those of Anwar al-Awlaki, a radical Yemeni American cleric tied to the terrorist group al-Qaeda who was killed in a drone strike in 2011.
Monday’s announcement offered the most definitive account of the gunman’s actions and thinking. Bowdich said investigators had interviewed more than 500 people — including witnesses, base personnel and friends and classmates of the shooter — and collected more than 42 terabytes of digital information.
But investigators have been stymied in trying to access two key pieces of evidence — the gunman’s iPhones. Standing before giant photographs of two severely damaged devices, the attorney general publicly urged Apple to act.
“So far, Apple has not given us any substantive assistance,” Barr said, though aides later clarified that Apple had, in fact, given investigators access to cloud data linked to the gunman. “This situation perfectly illustrates why it is critical that investigators be able to get access to digital evidence once they have obtained a court order.”
Barr did not say whether the Justice Department would seek a court order to force Apple’s compliance. The department filed legal papers on a similar case in 2016, but the issue was never resolved by a higher court.
Officials said Shamrani intentionally fired a round into one of the phones during his rampage.
In a lengthy statement, Apple disputed the attorney general’s description of its role, saying the company began responding within hours of the first FBI request on Dec. 6 and has turned over “many gigabytes” of data in the case.
“Our responses to their many requests since the attack have been timely, thorough and are ongoing,” the company said. “The FBI only notified us on January 6th that they needed additional assistance — a month after the attack occurred. . . . Early outreach is critical to accessing information and finding additional options.”
ACLU lawyer Jennifer Granick said the government’s demand to Apple “would weaken the security of millions of iPhones, and is dangerous and unconstitutional. . . . There is simply no way for Apple, or any other company, to provide the FBI access to encrypted communications without also providing it to authoritarian foreign governments and weakening our defenses against criminals and hackers.”
Even without the phone data, investigators were able to review Shamrani’s social media postings, which were critical to the officials’ determination.
In declaring the incident terrorism, Barr noted that on Sept. 11, Shamrani posted a message on social media saying, “The countdown has begun.” Over the Thanksgiving weekend, Barr said, Shamrani visited the memorial in New York City to those killed in the Sept. 11, 2001, terrorist attacks. Fifteen of the 19 hijackers who carried out those attacks were Saudis.
Barr said that while it was initially reported that Shamrani arrived to the shooting with others, who filmed it, those accounts turned out to be incorrect. The shooter, he said, arrived alone, though other cadets who happened to be in the area did film the ensuing commotion.
Bowdich said the incident lasted about 15 minutes, with authorities intervening to stop the attack after about eight minutes. Barr singled out sailor Ryan Blackwell, who he said — despite having been shot five times — jumped on top of a fellow service member to prevent her from being shot and helped others get to safety.
The gunman, who used a semiautomatic handgun he purchased legally via an exception that allows non-U.S. citizens with hunting licenses to do so, was fatally shot by a sheriff’s deputy.
Bowdich said investigators had not found evidence that the shooter acted with anyone else — though officials said they had uncovered troubling conduct by other Saudi military members training in the United States. Justice Department officials, speaking on the condition of anonymity to discuss the diplomatically sensitive matter, said that while officials were confident Shamrani had no U.S.-based co-conspirator, they were still interested in potential interactions he might have had with those in Saudi Arabia.
Barr said investigators had found evidence that 17 Saudis had through social media shared jihadist or anti-American material and 15 — including some of those who had shared anti-American material — were found to have had contact with or possessed child pornography.
Barr said only one of those people had a “significant number” of images, and U.S. attorneys had reviewed each case and determined such people would not normally be charged with federal crimes. He said 21 cadets from Saudi Arabia had been disenrolled from their training and would be returning to the kingdom later Monday. Justice Department officials said 12 were from the Pensacola base, and nine were from other military bases.
U.S.-Saudi relations remain strained after the 2018 killing of Jamal Khashoggi, a Saudi journalist and Washington Post columnist — in the Saudi consulate in Istanbul by men allegedly with close ties to the highest levels of the Saudi government.
Justice Department officials said they had received an unprecedented level of cooperation from the Saudi government in the Pensacola case.
In a statement, the Embassy of the Kingdom of Saudi Arabia said: “The disturbed and radicalized individual who carried out this terrible attack
acted alone. He does not represent the hundreds of thousands of Saudis who have lived, studied and trained in the United States over the past several decades, nor does his heinous act represent the values of Saudi Arabia. . . . Saudi Arabia will continue to cooperate with US authorities should they require additional information.”
Barr said the cadets’ anti-American posts were “not enough” to constitute a violation of law. There was no evidence they were affiliated with terrorist activity or a particular group, he said, and U.S. attorneys had independently determined the child porn did not warrant charges. Justice Department officials said the most significant case involved a cadet who possessed more than 100 images of child porn and had searched terms for child porn, according to his browser history — but even that fell below the normal threshold for a case deemed worthy of prosecution by a U.S. attorney’s office.
Barr stressed the importance of military partnerships, such as the one that allowed the Saudi cadets to train in the United States, and said the Saudi government had been cooperative. But he said more vetting of prospective trainees was needed.
I think we’ve identified that vetting should be improved,” Barr said.
The Justice Department announcement appeared to settle many of the questions surrounding the Pensacola attack, while leaving one large issue unresolved — the potential battle over the dead killer’s phones.
The FBI’s top lawyer, Dana Boente, sent a letter to Apple last week asking for the company’s help to open the two iPhones.
For years, Apple has resisted any efforts to alter the encryption on its phones to make it possible for the company to give government investigators access to the data on such phones, saying that doing so would weaken the security of all its customers’ devices.
“Even though the shooter is dead, the FBI, out of an abundance of caution, has secured court authorization to search the contents of the phones in order to exhaust all leads in this high priority national security investigation,” Boente wrote to the company.
“Unfortunately, FBI has been unable to access the contents of the phones,” the letter said, even after asking private technology experts whether they could help agents crack them. “None of those reachouts has shown us a path forward.”
Asked Monday whether the FBI’s technical experts on cellphones had agreed with the decision to send the letter pressing Apple to open the phones, an FBI spokesperson said the bureau’s “technical experts — as well as those consulted outside of the organization — have played an integral role in this investigation. The consensus was reached, after all efforts to access the shooter’s phones had been unsuccessful, that the next step was to reach out to start a conversation with Apple.”
Apple and other companies have said that encryption on phones is an important safeguard protecting millions of consumers against hackers and other criminals.
The courts have yet to rule on whether companies such as Apple can be forced to change their business practices to give law enforcement agents access to phones and other devices.
Uw berichtgeving dd 12 mei ”Militair Israel gedood op Westoever”
Geachte Redactie,
En daar ben ik dan weer!
Want het is, zoals u geheel onderin in P/S aan eerdere correspondentie met u kunt lezen, de zoveelste keer, dat ik u moet terugfluiten in verband met onjuiste of tendentieuze berichtgeving over het Midden-Oostenconflict!
Deze keer betreft het uw berichtgeving dd 12 mei anno Domini 2020, getiteld:
””Militair Israel gedood op Westoever”
Uw directe teletekstbericht direct onder noot 1
In uw berichtgeving vermeldt u, dat vanochtend [ik neem dus aan, op 12 mei] een Israelische militair is gedood door een steen, die naar beneden werd gegooid in een dorp bij de Palestijnse stad Jenin.
Na de voor de Israelische politici gebruikelijke reactie [dader zal worden gestraft, etc], vermeldt u, dat in augustus vorig jaar voor het laatst een Israelische militair omkwam door [ik citeer u] ”Palestijns geweld” en dat dit jaar zeker tien Palestijnen omkwamen door Israelisch geweld [ik citteer u weer] ”veelal bij een aanslagpoging”
Einde van uw berichtgeving.
GENUANCEERDE BERICHTGEVING?/NEEN
Zo op het eerste gezicht lijkt uw berichtgeving redelijk genuanceerd:
U vermeldt, naast de berichtgeving, zowel een voorbeeld van ”Palestijns geweld”, maar noemt ook een voorbeeld van ”Israelisch geweld”
Dat dit in werkelijkheid helemaal niet zo genuanceerd is, daarover zometeen.
Maar eerst het volgende
A
WESTELIJKE JORDAANOEVER
U schrijft in de eerste alinea, eerste zin:
”Een Israelische militair is vanochtend gedood op de Westelijke Jordaanoever.
En daar gaat het al helemaal mis.
Want de Westelijke Jordaanoever is geen op zichzelf staande landstreek, het is, samen met Oost Jeruzalem en Gaza [2], reeds 53 jaar lang door Israel bezet gebied, dat Israel, ondanks VN Veiligheidsraadsresolutie 242 [3] en vele daarop volgende VN Resoluties, weigert te verlaten.
En dat is nu precies cruciaal voor al wat daar gebeurt.
Dat impliceert namelijk, dat de aldaar aanwezige Israelische militair, die is gedood door de naar beneden gegooide steen, niet alleen combatant is [4], die in een oorlog [want dat is het tenslotte] een legitiem doelwit is [5], ongeacht wat hij aldaar kwam doen, maar dat hij eveneens onderdeel is van een bezettingsleger, waartegen men gerechtigd is, zich te verzetten!
Lees er de VN Algemene Vergaderingsresolutie 3246 [1974] maar op na, als u mij niet gelooft! [6]
Nu hoeft u dat niet allemaal in een teletekstbericht te vermelden, maar WEL eis ik van u, dat wanneer u de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem of Gaza [ook nog bezet gebied, ja, noot 7] vermeldt, dat u erbij schrijft, dat het om bezette gebieden gaat.
Dat is juiste en correcte journalistiek, de volledige feiten vermelden!
B
”PALESTIJNS GEWELD” EN ”ISRAELISCH GEWELD”
”In augustus kwam voor het laatst een Israelische militair om door geweld van Palestijnse kant.
Door Israelisch geweld kwamen dit jaar zeker tien Palestijnen om, veelal bij een aanslagpoging.”
Zoals ik reeds opmerkte, lijkt het genuanceerd, dat u in uw laatste alinea zowel refereert aan Palestijns als aan Israelisch geweld.
In ieder geval is dat al een stuk beter [hebben al mijn mails aan u dan toch meer zin gehad dan ik dacht, hahaha] dan uw berichtgeving van een aantal jaren geleden, toen door u, bewust of niet, de indruk werd gewekt, dat ”geweld” bijna synoniem was met ”Palestijnen” en dat Israel alleen optrad uit zelfverdediging.
Terwijl dat nu juist de waarheid, omgekeerd is.
Het is de bezette bevolking, die handelt uit zelfverdediging tegen de gruwelen van een bezetting. [7]
Aan de ene kant dus genuanceerder, die berichtgeving van u.
Aan de andere kant maakt u nu juist weer de fout waarop ik jaar in, jaar uit op wees:
”Palestijns geweld’ en ”Israelisch geweld” kan NIET op een lijn gesteld worden.
Het ene is het verzet van een bezette bevolking en haar organisaties tegen een bezettende macht, het andere is het geweld van een bezetter tegen een bezette bevolking!
Dat betekent nadrukkelijk niet, dat iedere vorm van Palestijns verzet onder alle omstandigheden gerechtvaardigd is.
Verzet tegen het leger [of legerdoelen] van een bezettende macht is gelegitimeerd, maar geen gewapend geweld tegen burgers.
TENZIJ, zoals zich wel vaker voordoet, die burgers, bijvoorbeeld de kolonisten, bewoners van de illegale nederzettingen [8], samen met het leger opereren. [9]
TENSLOTTE
Uw berichtgeving over het Midden-Oostenconflict is weliswaar minder feitelijk onjuist, tendentieus en vaak Israel partijdig als enkele jaren geleden, maar er is nog veel aan te verbeteren, zoals ik u in bovenstaande heb aangetoond.
Ik hoop dan ook, dat u hieruit lering/informatie trekt en de twee Bokken, die u hier geschoten hebt, bij volgende berichtgeving niet meer laat voorkomen.
Ik blijf u volgen en zal zeker weer van mij laten horen, als uw berichtgeving mij niet aanstaat.
Juist in het Midden-Oostenconflict met zijn 53 jaar durende bezetting en al zijn gruwelen en niet te vergeten de landdiefstal in de vorm van genoemde illegale nederzettingen, is een goede en informatief juiste berichtgeving van het grootste belang.
Een Israelische militair is vanochtend gedood op de Westelijke Jordaanoever.
Hij werd geraakt door een steen, die vanaf een gebouw naar beneden gegooid werd in een dorp bij de Palestijnse stad Jenin.
Naar eigen zeggen was het leger daar voor de arrestatie van vier verdachten.
Israelische politici betuigen hun steun aan de familie van het slachtoffer [21] en beloven de dader te pakken.
In augustus kwam voor het laatst een Israelische militair om door geweld van Palestijnse kant.
Door Israelisch geweld kwamen dit jaar zeker tien Palestijnen om, veelal bij een aanslagpoging.
EINDE NOS TELETEKSTBERICHT
[2]
”Yes, Palestinians living in Gaza and East Jerusalem are fully entitled to respect of the rights they have under international human rights law, and the protections due to them as residents of occupied territory.”
”Despite dismantling its military government in the Gaza Strip and withdrawing its settler population from there in 2005, Israel continues to exercise significant control over the 2 million Palestinians living in Gaza and therefore continues to have obligations toward them under the law of occupation and must respect their rights.”
Israel also has obligations under the law of occupation to Palestinians in East Jerusalem and must respect their rights and freedoms, despite its annexation of the territory in 1967 in a unilateral move that was not recognized by the international community and does not alter its status as occupied under international law.
HUMAN RIGHTS WATCH
4
ARE THE REPORT RECOMMENDATIONS APPLICABLE TO THE GAZA STRIP AND EAST JERUSALEM?
FULL REPORT
HUMAN RIGHTS WATCH
Q & A: BORN WITHOUT CIVIL RIGHTS
17 DECEMBER 2019
” THE GAZA STRIP REMAINS OCCUPIED TERRITORY EVEN IMPLEMENTATION
OF THE “DISENGAGEMENT” PLAN
A. Israel Will Retain Effective Control over the Gaza Strip and Will Therefore Remain the Occupying Power
Under the “Disengagement” Plan, Gazans will still be subjected to the effective control of the Israeli military. Although Israel will supposedly remove its permanent military presence, Israeli forces will retain the ability and right to enter the Gaza Strip at will.[28]
Further, Israel will retain control over Gaza’s airspace, sea shore, and borders.[29] Under the Plan, Israel will unilaterally control whether or not Gaza opens a seaport or an airport. Additionally, Israel will control all border crossings, including Gaza’s border with Egypt.[30] And Israel will “continue its military activity along the Gaza Strip’s coastline.”[31] Taken together, these powers mean that all goods and people entering or leaving Gaza will be subject to Israeli control.
Finally, Israel will prevent Gazans from engaging in international relations.[32] Accordingly, if it enacts the “Disengagement” Plan as envisaged, Israel will effectively control Gaza—administratively and militarily.[33] Therefore, Israel will remain the Occupying Power of the Gaza Strip.”
UNITED NATIONS
THE QUESTION OF PALESTINE
[3]
WIKIPEDIA
UNITED NATIONS SECURITY RESOLUTION 242
ORIGINELE BRON
[4]
7 – Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to
spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be the
object of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives.
BASIC RULES OF INTERNATIONAL HUMANITARIAN LAW IN ARMED CONFLICTS
[5]
7 – Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to
spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be the
object of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives.
BASIC RULES OF INTERNATIONAL HUMANITARIAN LAW IN ARMED CONFLICTS
[6]
”Recognizing the imperative need to put an early end to colonial and foreign domination and alien subjugation,
1. Reaffirms the inalienable right of all peoples under colonial rule, foreign domination and alien subjugation to self-determination, freedom and independence in conformity with General Assembly resolution 1514 (XV) and other relevant resolutions of the United Nations;
2. Renews its call to all States to recognize the right to self-determination and independence of all peoples subject to colonial and foreign domination and alien subjugation and to offer them moral, material and other forms of assistance in their struggle to exercise fully their inalienable right to self-determination and independence;
3. Reaffirms the legitimacy of the peoples’ struggle for liberation form colonial and foreign domination and alien subjugation by all available means, including armed struggle;
GENERAL ASSEMBLY RESOLUTION 3246
29 NOVEMBER 1974
3246.
(XXIX)) Importance of the universal realization of the right of peoples to self determination and of the speedy granting of independence to colonial countries and peoples for the effective guarantee and observance of human rights
The General Assembly,
Reaffirming its faith in resolution 11514 (XV) of 14 December 1960, containing the Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples, and resolution 2621 (XXV) of 12 October 1970, containing the programme of action for the full implementation of that Declaration,
Recalling, inter alia, its resolutions 2588 B (XXIV) of 15 December 1969, 2787 (XXVI) of 6 December (XXXVII) of 13 December 1972, 2963 E 2 November 1973 and 3070 (XVIII) of 30 November 1973, and the relevant resolutions of the Security Council,
Noting with appreciation the reports of the Secretary-General, 1/
Noting with satisfaction the assurances given by the Government of Portugal that it will fulfil its obligations under the Charter of the United Nations and comply with United Nations resolutions relevant to the right of the peoples under Portuguese administration to self-determination and independence,
Indignant at the continued repression and the inhuman and degrading treatment inflicted on peoples still under colonial and foreign domination and alien subjugation, especially on individuals detained or imprisoned as a result of their struggle for self-determination and independence,
Reaffirming that the independence of Southern Rhodesia should not be negotiated with the illegal regime but with the authentic and recognized representatives of the Rhodesian people,
Mindful of its responsibility to evolve all possible measures which will enable oppressed peoples to attain independence and self-determination, and in this regard deploring the obstructive attitude of certain Member states,
Recognizing the imperative need to put an early end to colonial and foreign domination and alien subjugation,
1. Reaffirms the inalienable right of all peoples under colonial rule, foreign domination and alien subjugation to self-determination, freedom and independence in conformity with General Assembly resolution 1514 (XV) and other relevant resolutions of the United Nations;
2. Renews its call to all States to recognize the right to self-determination and independence of all peoples subject to colonial and foreign domination and alien subjugation and to offer them moral, material and other forms of assistance in their struggle to exercise fully their inalienable right to self-determination and independence;
3. Reaffirms the legitimacy of the peoples’ struggle for liberation form colonial and foreign domination and alien subjugation by all available means, including armed struggle;
4. Demands full respect for the basic human rights of all individuals detained or imprisoned as a result of their struggle for self-determination and independence, and strict respect for article 5 of the Universals declaration of Human Rights under which no one shall be subjected to torture or to cruel, inhuman or degrading treatment, and their immediate release;
5. Welcomes the recognition by the Government of Portugal of the right of all the peoples under its colonial administration to self-determination and independence, and the initiatives already taken in this regard;
6. Urges the Government of Portugal to continue to ensure that the process of decolonizations, which will enable peoples still under its colonial administration to achieve self-determination and independence, is accomplished without delay;
7. Strongly condemns all Governments which do not recognize the right to self-determination and independence of peoples under colonial and foreign domination and alien subjugation, notably the peoples of Africa and the Palestinian people;
8. Further strongly condemns the policies of those members of the Northern Atlantic Treaty Organization and those countries whose military, economic, sporting or political relations with the racist regimes of southern Africa and elsewhere encourage these regimes to persist in their suppression of the aspirations of peoples for self-determination and independence;
9. Calls upon those countries to reconsider their policies and to sever all links with the racist regimes of south Africa and Southern Rhodesia;
10. Renews its appreciation to Governments, United Nations agencies and intergovernmental and non-governmental organizations for their efforts in extending various forms of assistance to peoples in dependent Territories and appeals to them to increase such assistance;
11. Requests the Secretary-General to continue to assist the specialized agencies and other organizations within the United Nations system in working out measures for the provision of increased international assistance to the peoples of colonial Territories;
12. Requests the Secretary-General to submit a report on the implementation of the present resolution to the General Assembly at its thirtieth session.
2303rd plenary meeting 29 November 1974
[7]
CIVIS MUNDI
ZWEEDSE FOTOGRAAF WINT WORLD PRESS PHOTO 2012.
MISDADEN ISRAELISCHE POLITIEK IN BEELD GEBRACHT
ASTRID ESSED
[8]
DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN
”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.
”Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.”
ARTICLE 49, FOURTH GENEVA CONVENTION
HET HAAGS VERDRAG VAN 1907THE HAGUE CONVENTION 1907
[9]
”When individual settlers take an active part in hostilities, as opposed to acting in legitimate self-defense, they lose their civilian protection and become legitimate military targets during the period of their participation, just as Palestinian militants who take an active part in armed conflict become legitimate military targets during that period”
HUMAN RIGHTS WATCH
CIVILIAN RESIDENTS OF ILLEGAL SETTLEMENTS AS ”LEGITIMATE TARGETS”
HUMAN RIGHTS WATCH
IV LEGAL STANDARDS
ORIGINELE BRON
REPORT HUMAN RIGHTS
ERASED AT A MOMENT
SUICIDE BOMBING ATTACKS AGAINST ISRAELI CIVILIANS
OCTOBER 2002
P/S
EERDERE CORRESPONDENTIE MET DE NOS TELETEKSTREDACTIE NAAR AANLEIDING VAN HAAR BERICHTGEVING
Reacties uitgeschakeld voor NOS berichtgeving weer eens in de fout/”Israelische militair gedood op Westelijke Jordaanoever” [NOS berichtgeving op Internet]
MILITAIR ISRAEL GEDOOD OP WESTOEVER/NOS TELETEKSTREDACTIE VERGEET VOOR HET GEMAK ISRAELISCHE BEZETTING
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar [soms wegvallende] foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten Zie voor [soms wegvallende] foto, direct hierboven
ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN IN DE BEZETTE PALESTIJNSEGEBIEDENILLEGAAL VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
AANNOS TELETEKSTREDACTIEOnderwerp:Uw berichtgeving dd 12 mei ”Militair Israel gedood op Westoever”
Geachte Redactie, En daar ben ik dan weer!Want het is, zoals u geheel onderin in P/S aan eerdere correspondentie met u kunt lezen, de zoveelste keer, dat ik u moet terugfluiten in verband met onjuiste of tendentieuze berichtgeving over het Midden-Oostenconflict!Deze keer betreft het uw berichtgeving dd 12 mei anno Domini 2020, getiteld:””Militair Israel gedood op Westoever”Uw directe teletekstbericht direct onder noot 1 In uw berichtgeving vermeldt u, dat vanochtend [ik neem dus aan, op 12 mei] een Israelische militair is gedood door een steen, die naar beneden werd gegooid in een dorp bij de Palestijnse stad Jenin.Na de voor de Israelische politici gebruikelijke reactie [dader zal worden gestraft, etc], vermeldt u, dat in augustus vorig jaar voor het laatst een Israelische militair omkwam door [ik citeer u] ”Palestijns geweld” en dat dit jaar zeker tien Palestijnen omkwamen door Israelisch geweld [ik citteer u weer] ”veelal bij een aanslagpoging” Einde van uw berichtgeving. GENUANCEERDE BERICHTGEVING?/NEEN Zo op het eerste gezicht lijkt uw berichtgeving redelijk genuanceerd:U vermeldt, naast de berichtgeving, zowel een voorbeeld van ”Palestijns geweld”, maar noemt ook een voorbeeld van ”Israelisch geweld”Dat dit in werkelijkheid helemaal niet zo genuanceerd is, daarover zometeen.Maar eerst het volgende A WESTELIJKE JORDAANOEVERU schrijft in de eerste alinea, eerste zin:”Een Israelische militair is vanochtend gedood op de Westelijke Jordaanoever. En daar gaat het al helemaal mis.Want de Westelijke Jordaanoever is geen op zichzelf staande landstreek, het is, samen met Oost Jeruzalem en Gaza [2], reeds 53 jaar lang door Israel bezet gebied, dat Israel, ondanks VN Veiligheidsraadsresolutie 242 [3] en vele daarop volgende VN Resoluties, weigert te verlaten.En dat is nu precies cruciaal voor al wat daar gebeurt.Dat impliceert namelijk, dat de aldaar aanwezige Israelische militair, die is gedood door de naar beneden gegooide steen, niet alleen combatant is [4], die in een oorlog [want dat is het tenslotte] een legitiem doelwit is [5], ongeacht wat hij aldaar kwam doen, maar dat hij eveneens onderdeel is van een bezettingsleger, waartegen men gerechtigd is, zich te verzetten! Lees er de VN Algemene Vergaderingsresolutie 3246 [1974] maar op na, als u mij niet gelooft! [6] Nu hoeft u dat niet allemaal in een teletekstbericht te vermelden, maar WEL eis ik van u, dat wanneer u de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem of Gaza [ook nog bezet gebied, ja, noot 7] vermeldt, dat u erbij schrijft, dat het om bezette gebieden gaat.Dat is juiste en correcte journalistiek, de volledige feiten vermelden!
B ”PALESTIJNS GEWELD” EN ”ISRAELISCH GEWELD” ”In augustus kwam voor het laatst een Israelische militair om door geweld van Palestijnse kant.Door Israelisch geweld kwamen dit jaar zeker tien Palestijnen om, veelal bij een aanslagpoging.” Zoals ik reeds opmerkte, lijkt het genuanceerd, dat u in uw laatste alinea zowel refereert aan Palestijns als aan Israelisch geweld.In ieder geval is dat al een stuk beter [hebben al mijn mails aan u dan toch meer zin gehad dan ik dacht, hahaha] dan uw berichtgeving van een aantal jaren geleden, toen door u, bewust of niet, de indruk werd gewekt, dat ”geweld” bijna synoniem was met ”Palestijnen” en dat Israel alleen optrad uit zelfverdediging.Terwijl dat nu juist de waarheid, omgekeerd is.Het is de bezette bevolking, die handelt uit zelfverdediging tegen de gruwelen van een bezetting. [7] Aan de ene kant dus genuanceerder, die berichtgeving van u.Aan de andere kant maakt u nu juist weer de fout waarop ik jaar in, jaar uit op wees:”Palestijns geweld’ en ”Israelisch geweld” kan NIET op een lijn gesteld worden.Het ene is het verzet van een bezette bevolking en haar organisaties tegen een bezettende macht, het andere is het geweld van een bezetter tegen een bezette bevolking!Dat betekent nadrukkelijk niet, dat iedere vorm van Palestijns verzet onder alle omstandigheden gerechtvaardigd is.Verzet tegen het leger [of legerdoelen] van een bezettende macht is gelegitimeerd, maar geen gewapend geweld tegen burgers.TENZIJ, zoals zich wel vaker voordoet, die burgers, bijvoorbeeld de kolonisten, bewoners van de illegale nederzettingen [8], samen met het leger opereren. [9]
TENSLOTTE Uw berichtgeving over het Midden-Oostenconflict is weliswaar minder feitelijk onjuist, tendentieus en vaak Israel partijdig als enkele jaren geleden, maar er is nog veel aan te verbeteren, zoals ik u in bovenstaande heb aangetoond. Ik hoop dan ook, dat u hieruit lering/informatie trekt en de twee Bokken, die u hier geschoten hebt, bij volgende berichtgeving niet meer laat voorkomen. Ik blijf u volgen en zal zeker weer van mij laten horen, als uw berichtgeving mij niet aanstaat. Juist in het Midden-Oostenconflict met zijn 53 jaar durende bezetting en al zijn gruwelen en niet te vergeten de landdiefstal in de vorm van genoemde illegale nederzettingen, is een goede en informatief juiste berichtgeving van het grootste belang. Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam
NOTEN
[1]
ORIGINELE NOS TELETEKSTBERICHT NOS TELETEKSTBERICHT12 MEI 2020
Militair Israël gedood op Westoever
Een Israëlische militair is vanmorgen
gedood op de Westelijke Jordaanoever.
Hij werd geraakt door een steen die
vanaf een gebouw naar beneden gegooid
werd in een dorp bij de Palestijnse
stad Jenin.
Naar eigen zeggen was het leger daar
voor de arrestatie van vier verdachten.
Israëlische politici betuigen hun steun
aan de familie van het slachtoffer (21)
en beloven de dader te pakken.
In augustus kwam voor het laatst een
Israëlische militair om door geweld van
Palestijnse kant.Door Israëlisch geweld
kwamen dit jaar zeker tien Palestijnen
om,veelal bij een aanslagpoging.
EINDE ORIGINELE NOS TELETEKSTBERICHT
NOS TELETEKST [TRANSCRIPTIE TEKST]MILITAIR ISRAEL GEDOOD OP WESTOEVER12 MEI 2020 Een Israelische militair is vanochtend gedood op de Westelijke Jordaanoever.Hij werd geraakt door een steen, die vanaf een gebouw naar beneden gegooid werd in een dorp bij de Palestijnse stad Jenin. Naar eigen zeggen was het leger daar voor de arrestatie van vier verdachten.Israelische politici betuigen hun steun aan de familie van het slachtoffer [21] en beloven de dader te pakken. In augustus kwam voor het laatst een Israelische militair om door geweld van Palestijnse kant.Door Israelisch geweld kwamen dit jaar zeker tien Palestijnen om, veelal bij een aanslagpoging. EINDE NOS TELETEKSTBERICHT
[2] ”Yes, Palestinians living in Gaza and East Jerusalem are fully entitled to respect of the rights they have under international human rights law, and the protections due to them as residents of occupied territory.”
”Despite dismantling its military government in the Gaza Strip and withdrawing its settler population from there in 2005, Israel continues to exercise significant control over the 2 million Palestinians living in Gaza and therefore continues to have obligations toward them under the law of occupation and must respect their rights.”Israel also has obligations under the law of occupation to Palestinians in East Jerusalem and must respect their rights and freedoms, despite its annexation of the territory in 1967 in a unilateral move that was not recognized by the international community and does not alter its status as occupied under international law.
” THE GAZA STRIP REMAINS OCCUPIED TERRITORY EVEN IMPLEMENTATION
OF THE “DISENGAGEMENT” PLAN
A. Israel Will Retain Effective Control over the Gaza Strip and Will Therefore Remain the Occupying Power
Under the “Disengagement” Plan, Gazans will still be subjected to the effective control of the Israeli military. Although Israel will supposedly remove its permanent military presence, Israeli forces will retain the ability and right to enter the Gaza Strip at will.[28]
Further, Israel will retain control over Gaza’s airspace, sea shore, and borders.[29] Under the Plan, Israel will unilaterally control whether or not Gaza opens a seaport or an airport. Additionally, Israel will control all border crossings, including Gaza’s border with Egypt.[30] And Israel will “continue its military activity along the Gaza Strip’s coastline.”[31] Taken together, these powers mean that all goods and people entering or leaving Gaza will be subject to Israeli control.
Finally, Israel will prevent Gazans from engaging in international relations.[32] Accordingly, if it enacts the “Disengagement” Plan as envisaged, Israel will effectively control Gaza—administratively and militarily.[33] Therefore, Israel will remain the Occupying Power of the Gaza Strip.”
7 – Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to
spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be the
object of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives.
BASIC RULES OF INTERNATIONAL HUMANITARIAN LAW IN ARMED CONFLICTS
[5]
7 – Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to
spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be the
object of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives.
BASIC RULES OF INTERNATIONAL HUMANITARIAN LAW IN ARMED CONFLICTS
[6]
”Recognizing the imperative need to put an early end to colonial and foreign domination and alien subjugation, 1. Reaffirms the inalienable right of all peoples under colonial rule, foreign domination and alien subjugation to self-determination, freedom and independence in conformity with General Assembly resolution 1514 (XV) and other relevant resolutions of the United Nations;
2. Renews its call to all States to recognize the right to self-determination and independence of all peoples subject to colonial and foreign domination and alien subjugation and to offer them moral, material and other forms of assistance in their struggle to exercise fully their inalienable right to self-determination and independence;
3. Reaffirms the legitimacy of the peoples’ struggle for liberation form colonial and foreign domination and alien subjugation by all available means, including armed struggle;
(XXIX)) Importance of the universal realization of the right of peoples to self determination and of the speedy granting of independence to colonial countries and peoples for the effective guarantee and observance of human rights
The General Assembly,
Reaffirming its faith in resolution 11514 (XV) of 14 December 1960, containing the Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples, and resolution 2621 (XXV) of 12 October 1970, containing the programme of action for the full implementation of that Declaration,
Recalling, inter alia, its resolutions 2588 B (XXIV) of 15 December 1969, 2787 (XXVI) of 6 December (XXXVII) of 13 December 1972, 2963 E 2 November 1973 and 3070 (XVIII) of 30 November 1973, and the relevant resolutions of the Security Council,
Noting with appreciation the reports of the Secretary-General, 1/
Noting with satisfaction the assurances given by the Government of Portugal that it will fulfil its obligations under the Charter of the United Nations and comply with United Nations resolutions relevant to the right of the peoples under Portuguese administration to self-determination and independence,
Indignant at the continued repression and the inhuman and degrading treatment inflicted on peoples still under colonial and foreign domination and alien subjugation, especially on individuals detained or imprisoned as a result of their struggle for self-determination and independence,
Reaffirming that the independence of Southern Rhodesia should not be negotiated with the illegal regime but with the authentic and recognized representatives of the Rhodesian people,
Mindful of its responsibility to evolve all possible measures which will enable oppressed peoples to attain independence and self-determination, and in this regard deploring the obstructive attitude of certain Member states,
Recognizing the imperative need to put an early end to colonial and foreign domination and alien subjugation,
1. Reaffirms the inalienable right of all peoples under colonial rule, foreign domination and alien subjugation to self-determination, freedom and independence in conformity with General Assembly resolution 1514 (XV) and other relevant resolutions of the United Nations;
2. Renews its call to all States to recognize the right to self-determination and independence of all peoples subject to colonial and foreign domination and alien subjugation and to offer them moral, material and other forms of assistance in their struggle to exercise fully their inalienable right to self-determination and independence;
3. Reaffirms the legitimacy of the peoples’ struggle for liberation form colonial and foreign domination and alien subjugation by all available means, including armed struggle;
4. Demands full respect for the basic human rights of all individuals detained or imprisoned as a result of their struggle for self-determination and independence, and strict respect for article 5 of the Universals declaration of Human Rights under which no one shall be subjected to torture or to cruel, inhuman or degrading treatment, and their immediate release;
5. Welcomes the recognition by the Government of Portugal of the right of all the peoples under its colonial administration to self-determination and independence, and the initiatives already taken in this regard;
6. Urges the Government of Portugal to continue to ensure that the process of decolonizations, which will enable peoples still under its colonial administration to achieve self-determination and independence, is accomplished without delay;
7. Strongly condemns all Governments which do not recognize the right to self-determination and independence of peoples under colonial and foreign domination and alien subjugation, notably the peoples of Africa and the Palestinian people;
8. Further strongly condemns the policies of those members of the Northern Atlantic Treaty Organization and those countries whose military, economic, sporting or political relations with the racist regimes of southern Africa and elsewhere encourage these regimes to persist in their suppression of the aspirations of peoples for self-determination and independence;
9. Calls upon those countries to reconsider their policies and to sever all links with the racist regimes of south Africa and Southern Rhodesia;
10. Renews its appreciation to Governments, United Nations agencies and intergovernmental and non-governmental organizations for their efforts in extending various forms of assistance to peoples in dependent Territories and appeals to them to increase such assistance;
11. Requests the Secretary-General to continue to assist the specialized agencies and other organizations within the United Nations system in working out measures for the provision of increased international assistance to the peoples of colonial Territories;
12. Requests the Secretary-General to submit a report on the implementation of the present resolution to the General Assembly at its thirtieth session.
2303rd plenary meeting 29 November 1974
[7]
CIVIS MUNDI
ZWEEDSE FOTOGRAAF WINT WORLD PRESS PHOTO 2012.
MISDADEN ISRAELISCHE POLITIEK IN BEELD GEBRACHT
ASTRID ESSED
[8]
DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN
”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.
”Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.”
ARTICLE 49, FOURTH GENEVA CONVENTION
HET HAAGS VERDRAG VAN 1907THE HAGUE CONVENTION 1907
[9]
”When individual settlers take an active part in hostilities, as opposed to acting in legitimate self-defense, they lose their civilian protection and become legitimate military targets during the period of their participation, just as Palestinian militants who take an active part in armed conflict become legitimate military targets during that period” HUMAN RIGHTS WATCHCIVILIAN RESIDENTS OF ILLEGAL SETTLEMENTS AS ”LEGITIMATE TARGETS” https://www.hrw.org/reports/2002/isrl-pa/ISRAELPA1002-04.htm#P663_145772
ORIGINELE BRON REPORT HUMAN RIGHTSERASED AT A MOMENTSUICIDE BOMBING ATTACKS AGAINST ISRAELI CIVILIANSOCTOBER 2002
P/S
EERDERE CORRESPONDENTIE MET DE NOS TELETEKSTREDACTIE NAAR AANLEIDING VAN HAAR BERICHTGEVING[ZIE OOK NOTEN ONDER DIT BERICHT VOOR MEERDERE KRITIEK]
Astrid Essed Wed, Jun 5, 2019 at 8:24 AMTo: “nosbinnenland@nos.nl” <nosbinnenland@nos.nl>, “nosbuitenland@nos.nl” <nosbuitenland@nos.nl>AANNOS TELETEKSTREDACTIE Onderwerp:Uw berichtgeving dd 4 juni 2019”Hersenbloeding oud-premier Van Agt” Geachte Redactie, Je zou denken, dat u inmiddels een en ander geleerd had van dekritiek op uw Palestina berichtgeving, die ik en anderen, een enkele gunstigeuitzondering daargelaten [1], door de jaren heen aan uw adres hebben geventileerd [2], maar helaas:Niets is minder waar. Weer bent u ernstig de fout ingegaan en hebt u het trieste bericht overde hersenbloeding van oud-premier Van Agt aangegrepen voor uw niet zozeertendentieuze, maar ronduit historisch foutieve berichtgeving! UW BERICHTGEVING In uw berichtgeving over de hersenbloeding van oud-premierVan Agt [zie uw bericht onder P/S, voor het notenapparaat]vermeldt u de volgende door mij gewraakte zinsnede ”Van Agt hield een toespraak in Den Haag bij de herdenking van de vluchtvan Palestijnen, toen Israel werd gesticht in 1948.” Hiermee schiet u twee ernstige historische bokken, die bijdragen aaneen verkeerde en voor Israel propagandistische weergave van hetontstane Midden-Oostenconflict: EERSTE HISTORISCHE BOK/”STICHTING” STAAT ISRAEL De eerste historische bok, die u hebt geschoten, is uw opmerkingover de ”stichting” van de Staat Israel:Want waaraan u refereert is de eenzijdige uitroeping van de StaatIsrael door de Israelisch-zionistische leider David Ben Goerion op14 mei 1948, de zogenaamde ”Onafhankelijkheidsverklaring” [3]Dit was het directe gevolg van VN AV [Algemene Vergadering] Resolutie181 [november 1947], waarin historisch Palestina [eerst onderdeel vanhet Ottomaanse Rijk, sinds 1922 Brits Mandaatgebied], tegen de wil vande Arabisch-Palestijnse bevolking [de oorspronkelijke bewoners van Palestina]werd verdeeld in een Joods en Arabisch gedeelte [4], die een Economische Federatiezouden vormen met Jeruzalem als corpus separatum [internationale status, noch behorend bij het Joodse, noch het Arabische gedeelte] [5] Dat was [ook al wendden zij voor van wel], niet naar de zin van de Israelisch-zionistische leiders [de initiatoren vande stichting van een Joodse Staat in het door de Palestijnen bewoonde Palestina waarnaartoe sinds het begin van de twintigste eeuw Joods-zionistische immigratie was geweest], waardoor zij eenzijdig [dus zonder acht te slaan op de in de Resolutie genoemdeEconomische Eenheid] de Staat Israel uitriepen, dieuiteindelijk in 1949 is erkend door de VN. [6] Nou kan ik mij voorstellen, dat u dat hele verhaal niet wilt proppenin een nieuwsbericht, maar spreek dan niet van het ”stichten” van Israel.Spreek dan van het UITROEPENvan de Staat Israel door de zionistisch-Israelische politicus David ben Goerion en niet van de STICHTING van de Staat Israel! Dan blijft u dichter bij de historische waarheid. TWEEDE HISTORISCHE BOK/DE ”VLUCHT”VAN DE PALESTIJNEN Veel ernstiger is de Bok over de ”vlucht” van de PalestijnenIk citeer u: ”Van Agt hield een toespraak in Den Haag bij de herdenking van de vluchtvan Palestijnen, toen Israel werd gesticht in 1948.” Waarde Redactie, met een dergelijke formulering bevestigt u de Israelischeen pro Israelische propaganda, waarmee het sprookje werd verspreid, dat de Palestijnen ”gevlucht” zouden zijn [sommige bronnen verspreiden het Fabeltje,dat zij zijn ”gevlucht” op oproep van een Arabische legercommandant], omdatzij de Staat Israel niet erkenden.Dat zij de Staat Israel niet erkenden, klopt [tenslotte washun land verdeeld tegen hun wil], maar dat zij zomaar ”op de vlucht sploegen”is historisch feitelijk onjuist.Want vanaf de aanname van dat VN Verdeelplan voor Palestina [VN AV Resolutie 181, december 1947] braken er gevechten uit tussen zionistisch/Israelische troepen en milities enerzijds en Arabisch-Palestijnsestrijdeenheden anderszijds, waarbij de zionistische troepen al snel begonnenmet het etnisch zuiveren van de Palestijnen!Speciaal VN gezant Graaf Folke Bernadotte, die deze internationalemisdaad aan de kaak probeerde te stellen [ja, hij had nog geen Internet,anders was het snel wereldkundig gemaakt!], is in september 1948door zionistisch/Israelische terroristen gedood, van wie een van hen delatere Israelische premier Yitzhak Shamir! [7] Meer dan 750. 000 Palestijnen werden etnisch gezuiverd tussen 1947-1948!Historische feiten! [8]
EPILOOG NOS Redactie, wordt wakker in de eenentwintigste eeuw, anno Domini 2019!De Staat Israel is niet ”gesticht”, maar eenzijdig uitgeroepen doorde zionistisch/Israelische politicus David Ben Goerion.En erger:De Palestijnen zijn niet ”gevlucht” na die eenzijdige uitroeping:Ze zijn etnisch gezuiverd, meer dan 750 000 mannen, vrouwen, kinderen!Een etnische zuivering, die overigens al voor de uitroeping van de Staat Israelop 14 mei 1948 was begonnen en waarvoor een moedig diplomaat, GraafFolke Bernadotte [zie hierboven], die deze misdaad aan de kaak wilde stellen,met zijn leven betaald heeft! Het wordt hoog tijd, redactie, dat u ophoudt met deze tendentieuze enhistorisch onjuiste berichtgeving, die uit de koker van de Israelischepropaganda gekomen is. Des te bitterder is uw tendentieuze berichtgeving, nu het vandaag exact 52 jaargeleden is, dat de Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden begon.Een bezetting, die feitelijk sinds 1948 [na de oorlog tussen Israel en dePalestijnen, bezette Israel een deel van het aan de Arabische Palestijnentoegewezen gebied] [9]is begonnen en tot op de dag van vandaag voortduurt. STOP DUS MET DIE FOUTIEVE EN HISTORISCH ONJUISTE BERICHTGEVING! Vriendelijke groetenAstrid Essed Amsterdam
P/S
NOS TELETEKST4 JUNI 2019 HERSENBLOEDING OUD PREMIER VAN AGT Oud premier Dries van Agt is twee weken geleden getroffen dooreen hersenbloeding, meldt het AD.De krant sprak met de dochter van de 88 jarige.Het CDA heeft het nieuws bevestigd. Van Agt hield een toespraak in Den Haag bij de herdenking van de vluchtvan Palestijnen, toen Israel werd gesticht in 1948.In het begin van zijn speech ging het mis en moest hij per ambulance wordenafgevoerd. Volgens Van Agt’s dochter Eugenie heeft haar vader twee dagen op de intensivecare gelegen.”Lichamelijk heeft hij een forse klap gehad, maar zijn geestelijke vermogenszijn niet aangetast”
Hersenbloeding oud-premier Van Agt Oud-premier Dries van Agt is twee weken geleden getroffen door een zware hersenbloeding,meldt het AD.De krant sprak met de dochter van de 88-jarige. Het CDA heeft het nieuws bevestigd. Van Agt hield een toespraak in Den Haag bij de herdenking van de vlucht van de Palestijnen toen Israël werd gesticht in 1948.In het begin van zijn speech ging het mis en hij moest per ambulance worden afgevoerd. Volgens Van Agts dochter Eugenie heeft haar vader twee dagen op de intensive care gelegen.”Lichamelijk heeft hij een forse klap gehad,maar zijn geestelijke vermogens zijn niet aangetast.
NOS BERICHTGEVING: NOSHRW: ISRAEL VERDRIJFT BEDOEIENEN De Israëlische regering moet onmiddellijk ophouden met het slopen van woningen van bedoeïenen. Dat zegt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW).Volgens HRW zijn de ontruimingen gebaseerd op discriminerende wetten en regels, die geen respect tonen voor de mensenrechten en de waardigheid van de bedoeïenen. Daarnaast is er wetgeving in voorbereiding waardoor nog eens tienduizenden bedoeïenen huis en haard zullen moeten verlaten.Discriminatie”Israël schopt de bedoeïenen van het land waar ze al generaties wonen en geeft ze steeds minder ruimte terwijl het joodse Israëliërs aanmoedigt en zelfs helpt zich daar te vestigen”, zegt directeur Midden-Oosten Joe Stork van Human Rights Watch.”Premier Netanyahu moet een eind maken aan de stuitende discriminatie van de bedoeïenen, die Israëlische burgers zijn”, aldus Stork.ClaimenIn de Negev-woestijn in het zuiden van Israël wonen volgens officiële cijfers 200.000 bedoeïenen in zeven dorpen en elf kleinere gemeenschappen die door de autoriteiten worden erkend. Daarnaast zijn er volgens HRW 35 dorpjes die niet zijn erkend en waar 70.000 tot 90.000 mensen zouden wonen.Bedoeïenen claimen land waar hun voorouders al generaties geleden woonden. Israël erkent die aanspraken niet zonder officiële documenten, die bijna niemand heeft.
[2] ‘Astrid Essed NOS en teletekstberichtgevingIn het algemeen is de NOS teletekstberichtgeving zeer tendentieus in haar berichtgeving en volgt er feitelijk vrijwel alleen kritiek op Israël wanneer de VS deze ook heeft, hetgeen zelden het geval is. RTL is vaak genuanceerder en eveneens gevoelig voor kritische reacties van buitenaf. Naast de NOS en RTL berichtgeving steekt de vrij regelmatig door mij gewatchte VRT teletekstberichtgeving, redelijk gunstig af, al is deze zeker voor verbetering vatbaar. Een VRT analyse blijft hier echter verder buiten beschouwing Wel mag op het positieve conto van de VRT geschoven worden, dat zij consequent melding maakt van het internationaal-rechtelijk illegale karakter van de Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Ook valt het op, dat de VRT teletekstredactie met enige regelmaat aandacht schenkt aan rapportages van mensenrechtenorganisaties over het Midden-Oostenconflict, hetgeen zelden of nooit door de NOS of RTL wordt vermeld.”
The resolution recommended the creation of independent Arab and Jewish States and a Special International Regime for the city of Jerusalem. The Partition Plan, a four-part document attached to the resolution, provided for the termination of the Mandate, the progressive withdrawal of British armed forces and the delineation of boundaries between the two States and Jerusalem. Part I of the Plan stipulated that the Mandate would be terminated as soon as possible and the United Kingdom would withdraw no later than 1 August 1948. The new states would come into existence two months after the withdrawal, but no later than 1 October 1948. The Plan sought to address the conflicting objectives and claims of two competing movements, Palestinian nationalism and Jewish nationalism, or Zionism.[3][4] The Plan also called for Economic Union between the proposed states, and for the protection of religious and minority rights.” WIKIPEDIAUNITED NATIONS PARTITION PLAN FOR PALESTINE https://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Partition_Plan_for_Palestine
1. The Provisional Council of Government of each State shall enter into an undertaking with respect to economic union and transit. This undertaking shall be drafted by the commission provided for in section B, paragraph 1, utilizing to the greatest possible extent the advice and co-operation of representative organizations and bodies from each of the proposed States. It shall contain provisions to establish the Economic Union of Palestine and provide for other matters of common interest. If by 1 April 1948 the Provisional Councils of Government have not entered into the undertaking, the undertaking shall be put into force by the Commission.
The Economic Union of Palestine
2. The objectives of the Economic Union of Palestine shall be:
(a) A customs union;
(b) A joint currency system providing for a single foreign exchange rate;
(c) Operation in the common interest on a non-discriminatory basis of railways; inter-State highways; postal, telephone and telegraphic services, and port and airports involved in international trade and commerce;
(d) Joint economic development, especially in respect of irrigation, land reclamation and soil conservation;
The City of Jerusalem shall be established as a corpus separatum under a special international regime and shall be administered by the United Nations. The Trusteeship Council shall be designated to discharge the responsibilities of the Administering Authority on behalf of the United Nations. GENERAL ASSEMBLYRESOLUTION 181 (II) FUTURE GOVERNMENT OF PALESTINE https://unispal.un.org/DPA/DPR/unispal.nsf/0/7F0AF2BD897689B785256C330061D253
In mei 1948 riep de zionistische leider David Ben Goerion eenzijdig de Staat Israel uit [VN resolutie 181 voorzag in een Federatie waarin een Joods en Arabisch deel zou bestaan], waarna een militair treffen plaatsvond tussen de Israelisch-zionistische geregelde [Haganah] troepen en de extreem rechtse terreurbendes Irgoen en Stern enerzijds en de door enkele[slecht bewapende] Arabische landen gesteunde Palestijnen anderszijds.De oorlog liep voor de Palestijnen uit op een ramp en werd dan ook Al Nakba [ramp] genoemd Meer dan 750 000 Palestijnen werden door Israelisch-zionistische troepen en terreurbenden van huis en haar verdreven, er werden massaslachtingen aangericht zoals in het dorp Deir Yassin [12] en meer dan 400 Arabische dorpen werden verwoest [13]. Ook werd een deel van het aan de Arabieren toegewezen gebied [bij VN Resolutie 181] door de Israelische troepen bezet, waardoor in feite de bezetting al in 1948 begon.”CIVIS MUNDIZWEEDSE FOTOGRAAF WINT WORLD PRESS PHOTO 2012.MISDADEN ISRAELISCHE POLITIEK IN BEELD GEBRACHTASTRID ESSED Civis Mundi » artikel » Zweedse fotograaf wint World Press Photo 2012. Misdaden Israëlische politiek in beeld gebracht.
Reacties uitgeschakeld voor Militair Israel gedood op Westoever/NOS teletekstredactie vergeet voor het gemak Israelische bezetting
TER ERE VAN ISRAEL’S ONAFHANKELIJKHEIDSDAG/CONCERTGEBOUW AMSTERDAM GEEFT FOUT CONCERT
AANCONCERTGEBOUW AMSTERDAM
Onderwerp: Uw concert [zonder publiek]op 28 april 2020 ter ere van Israel’s Onafhankelijkheidsdag
Geacht Bestuur, ”Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt ze wel” [1]Ongetwijfeld kent u deze oud-vaderlandse uitdrukking, hier op u van toepassing. Want wellicht dacht u”Nu met die Coronamaatregelen gewone concerten [met publiek] niet mogelijk zijn, zal een ter ere van Israel gehouden concert niet of nauwelijks opvallen-en dus niet de nodige kritiek uitlokken.”‘Nou, MIS POES, Geacht Bestuur!Vandaar deze brief, die er NIET om liegt en u een stevige, virtuele draai om uw oren geeft! Want met het faciliteren van dit concert, met of zonder publiek [2] hebt u een eerbetoon gedaan aan bezetting, etnische zuiveringen en massaslachtingen, dit alles gegoten in een neo koloniaal jasje.En kom me niet aan met de smoes, dat uw Bestuur a-politiek zou zijn:U herdenkt en eert hier de ONAFHANKELIJKHEIDSDAG [3] van een land, dat ontstaan is op basis van land en identiteitsroof!Met andere woorden:Gebouwd op Bloed, Zweet en Tranen van een ander volk, namelijk het Palestijnse! [4] TOELICHTING:’ Die Israelische ”Onafhankelijkheidsdag” is een van de meest doortrapte staaltjes van neo-kolonialistisch geschonden zelfbeschikkingsrecht na de Tweede Wereldoorlog!Ik zeg nadrukkelijk NA de Tweede Wereldoorlog, want voor de Tweede Wereldoorlog, zeker aan het begin van de twintigste eeuw, toen de Israelisch [al werd dat toen nog ”zionistisch” genoemd Joodse kolonisatie van Palestina eenaanvang nam aanvang nam, werd de opdeling van het land van andere volkeren, of de inbeslagname van hun land als gewoon gezien, gebaseerd als dat was op in de 19e eeuw ontwikkelde Westerse superioriteitstheorieeen. Hiervan zijn de Palestijnen het slachtoffer geworden, want waar het in het kort op neer komt is dat hun land, historisch Palestina [eeuwenlang behorend tot het Ottomaanse Rijk] waarin zij eeuwenlang woonden, over hun ruggen is opgedeeld in een Joods en een Arabisch deel in 1947, bij VN Resolutie 181. [5] Daaraan voorafgegaan was het aan het eind van de 19e eeuw door de Oostenrijkse journalist Theodor Herzl opgerichte zionistische beweging [6]met als doel het creeren van een Joods Thuisland in Palestina. [7]Dit begon verwezenlijkt te worden door de Balfour Declaratie in 1917 [8], waarbij aan de voorzitter van de zionistische beweging in Groot-Britannie door de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Balfour de belofte werd gedaan van een Joods Thuisland in het toen nog bij het Ottomaanse Rijk behorende Palestina.Palestina, dat alvast in 1916 als een Taart door toenmalige koloniale machten Frankrijk en Groot Britannie in het Sykes-Picot Verdrag aan de Britten was toegewezen.[9]”Grappig” was wat schrijver Arthur Koestler opmerkte over die Balfour Declaration:dat ”“one nation solemnly promised to a second nation the country of a third,” [10]Een buitengewoon rake beschrijving van wat er in werkelijkheid gebeurde.Want het ging al gauw niet meer om de bewoning van Joodse mensen in Palestina [die migratie was vanaf het begin van de twintigste eeuw mondjesmaat en later veel enthousiaster, op gang gekomen], maar om het stichten van een Staat in anderman’s land.Complicerende factor:Dat ”anderman’s land, was eerst een onderdeel van het Ottomaanse Rijk en na de Eerste Wereldoorlog vanaf 1922 ”Mandaatgebied Palestina” [11], met andere woorden een situatie waarin de Palestijnse bevolking geen zelfbeschikking had.Maar het was ook de tijd, dat overal in de kololnieen onafhankelijkheidsbewegingen opkwamen, wat uiteindelijk na WO II leidde tot onafhankelijkheid en zelfbeschikkingsrecht.Maar doordat er deals tussen Groot-Britannie en de zionistische beweging waren gesloten, werd dat zelfbeschikkingsrecht de Palestijnen door de neus geboord en hun land in 1947 over hun ruggen heen, opgedeeld in een Joods en Palestijns gedeelte. [12]Daarna [eind 1947] liepen de spanningen tussen de zionistische organisaties en hun achterban enerzijds en de Palestijnse bevolking anderszijds steeds hoger op, Palestijnen werden toen reeds etnisch gezuiverd [verdreven van huis en haard] en in mei 1948 riep de zionistische leider David Ben Goerion eenzijdig [In VN resolutie 181 werd nog gesproken van het ”toekomstige bestuur van Palestina” de zionistisch-Israelische Staat uit [die eenzijdige uitroeping vieren ze dus nu als ”Onafhankelijkheidsdag] [13]De spanningen liepen verder op, een openlijke strijd brak uit en in de zogenaamde ”Onafhankelijkheidsoorlog” werden meer dan 750 000 Palestijnen etnisch gezuiverd. [14]Een VN bemiddelaar, Graaf Bernadotte, die ten gunste van de Palestijnse vluchtelingen wilde ingrijpen, werd geliquideerd door zionistische terroristen. [15]Van Bernadotte is bekend, dat hij gezegd heeft”It would be an offence against the principles of elemental justice if these innocent victims of the conflict were denied the right to return to their homes while Jewish immigrants flow into Palestine, and, indeed, at least offer the threat of permanent replacement of the Arab refugees who have been rooted in the land for centuries” [16]
EPILOOG Dat u niet van al die details/voorgeschiedenis op de hoogte bent, neem ik u op zich niet kwalijk.Echter:Wanneer u een de ”Onafhankelijkheidsdag” van een land eert, hoort u zich eerst in de voorgeschiedenis ervan te verdiepen, om in dit geval tot de conclusie te komen, dat niet Israel een onafhankelijkheidsdag had moeten vieren, maar de Palestijnen! Maar wat ik u WEL in hoge mate aanreken, is dat u een concert organiseert ter ere van een land, dat zich -en DAT hoort u WEL te weten, al 53 jaar schuldig maakt aan de meest universele schendingen van mensenrechten.Namelijk bezetting, onderdrukking, oorlogsmisdaden. [17]Een land, dat letterlijk land heeft gestolen in bezet Palestijns gebied door het bouwen van nederzettingen, die in strijd zijn met het Internationaal Recht [18]En die nederzettingen zijn niet alleen een hap uit bezet Palestijns gebied, Israel gaat vrolijk door met de uitbreiding ervan. [19] De onafhankelijkheidsdag van een dergelijk land eren is de legitimatie van bezetting, onderdrukking, etnische zuiveringen. Met het geven van een concert, onder deze condities, getuigt u van het totaal ontbreken van elementaire beschaving en gebrek aan respect voor het Internationaal Recht.Weet u wel, hoe vaak Israel VN Resoluties aan zijn laars gelapt heeft? [20] En daarvan, van die bezetting en onderdrukking, hoort u anno 2020 op de hoogte te zijn. Ik eis dan ook van u, dat het de laatste keer is geweest, dat u een concert ter ere van Israel gegeven hebt. Dat dit zonder publiek heeft plaatsgehad, is meer dan passend. Een dikke NUL voor uw handelwijze. BAH!
JEWISH TELEGRAPH AGENCYISRAEL’S INDEPENDENCE DAY GETS FIRST CELEBRATION AT THE DUTCH ROYAL CONCERT HALL-WITHOUT A CROWD28 APRIL 2020 https://www.jta.org/quick-reads
AMSTERDAM (JTA) — This year was supposed to be the first time that Israel’s Independence Day was celebrated in a public concert at the main royal concert hall in the Netherlands.
Planned for April 28 at the main hall of the 134-year-old Royal Concertgebouw in Amsterdam, the concert was to feature well-known artists including Shuly Nathan playing her iconic “Jerusalem of Gold” before an expected sellout crowd of 2,000 spectators.
The event was canceled because of the coronavirus, yet Israel’s 72nd birthday was still celebrated at the Concertgebouw thanks to the determination of the concert’s producer, Barry Mehler, who also produces the annual Hanukkah concert at the hall.
Mehler, a U.S.-born professional singer and cantor who has been living in Amsterdam since 1989, in recent days recorded five tracks in Israel’s honor with a group of musicians from the Jewish Amsterdam Chamber Ensemble. They played in an empty hall while observing social distancing protocols.
The setup used the empty hall as background to haunting effect: The musicians are facing the camera with their backs to the red velvet-upholstered seats.
The tracks, which Mehler has shared online, include an instrumental rendition of “Hatikvah,” Israel’s national anthem, and the melancholic song “Mishehu,” or “Someone,” written by Matti Caspi, for Israel’s Memorial Day, which symbolically precedes the nation’s Independence Day.
“Performing in the main hall of the Concertgebouw is an honor reserved to few professional musicians, and more so, that they have allowed us to record parts of our canceled concert,” Mehler, 54, told the Jewish Telegraphic Agency.BY CNAAN LIPHSHIZ
What should have been first public concert to mark anniversary of Jewish state’s founding is canceled due to coronavirus lockdown, but organizers record performance anyway
AMSTERDAM (JTA) — This year was supposed to be the first time that Israel’s Independence Day was celebrated in a public concert at the main royal concert hall in the Netherlands.
Planned for April 28 at the 134-year-old Royal Concertgebouw in Amsterdam, the concert was to feature well-known artists including Shuly Nathan playing her iconic “Jerusalem of Gold” before an expected sellout crowd of 2,000 spectators.
The event was canceled because of the coronavirus, yet Israel’s 72nd birthday was still celebrated at the Concertgebouw thanks to the determination of the concert’s producer, Barry Mehler, who also produces the annual Hanukkah concert at the hall.
Mehler, a US-born professional singer and cantor who has been living in Amsterdam since 1989, in recent days recorded five tracks in Israel’s honor with a group of musicians from the Jewish Amsterdam Chamber Ensemble. They played in an empty hall while observing social distancing protocols.
The setup used the empty hall as background to haunting effect: The musicians are facing the camera with their backs to the red velvet-upholstered seats.
The tracks, which Mehler has shared online, include an instrumental rendition of “Hatikvah,” Israel’s national anthem, and the melancholic song “Mishehu,” or “Someone,” written by Matti Caspi, for Israel’s Memorial Day, which symbolically precedes the nation’s Independence Day.“Performing in the main hall of the Concertgebouw is an honor reserved to few professional musicians, and more so, that they have allowed us to record parts of our canceled concert,” Mehler, 54, told the Jewish Telegraphic Agency.
[3]
”Independence Day (Hebrew: יום העצמאות Yom Ha’atzmaut, lit. “Day of Independence”) is the national day of Israel, commemorating the Israeli Declaration of Independence in 1948. The day is marked by official and unofficial ceremonies and observances.
Because Israel declared independence on 14 May 1948, which corresponded with the Hebrew date 5 Iyar in that year, Yom Ha’atzmaut was originally celebrated on that date. However, to avoid Sabbath desecration, it may be commemorated one or two days before or after the 5th of Iyar if it falls too close to the Jewish Sabbath. Yom Hazikaron, the Israeli Fallen Soldiers and Victims of Terrorism Remembrance Day is always scheduled for the day preceding Independence Day.
In the Hebrew calendar, days begin in the evening.[2] The next occurrence of Yom Haatzmaut will take place on 28–29 April 2020”
Having met in special session at the request of the mandatory Power to constitute and instruct a special committee to prepare for the consideration of the question of the future government of Palestine at the second regular session;
Having constituted a Special Committee and instructed it to investigate all questions and issues relevant to the problem of Palestine, and to prepare proposals for the solution of the problem, and
Having received and examined the report of the Special Committee (document A/364) 1/ including a number of unanimous recommendations and a plan of partition with economic union approved by the majority of the Special Committee,
Considers that the present situation in Palestine is one which is likely to impair the general welfare and friendly relations among nations;
Takes note of the declaration by the mandatory Power that it plans to complete its evacuation of Palestine by 1 August 1948;
Recommends to the United Kingdom, as the mandatory Power for Palestine, and to all other Members of the United Nations the adoption and implementation, with regard to the future government of Palestine, of the Plan of Partition with Economic Union set out below;
Requests that
(a) The Security Council take the necessary measures as provided for in the plan for its implementation;
(b) The Security Council consider, if circumstances during the transitional period require such consideration, whether the situation in Palestine constitutes a threat to the peace. If it decides that such a threat exists, and in order to maintain international peace and security, the Security Council should supplement the authorization of the General Assembly by taking measures, under Articles 39 and 41 of the Charter, to empower the United Nations Commission, as provided in this resolution, to exercise in Palestine the functions which are assigned to it by this resolution;
(c) The Security Council determine as a threat to the peace, breach of the peace or act of aggression, in accordance with Article 39 of the Charter, any attempt to alter by force the settlement envisaged by this resolution;
(d) The Trusteeship Council be informed of the responsibilities envisaged for it in this plan;
Calls upon the inhabitants of Palestine to take such steps as may be necessary on their part to put this plan into effect;
Appeals to all Governments and all peoples to refrain from taking action which might hamper or delay the carrying out of these recommendations, and
Authorizes the Secretary-General to reimburse travel and subsistence expenses of the members of the Commission referred to in Part I, Section B, paragraph 1 below, on such basis and in such form as he may determine most appropriate in the circumstances, and to provide the Commission with the necessary staff to assist in carrying out the functions assigned to the Commission by the General Assembly.
B 2/ The General Assembly
Authorizes the Secretary-General to draw from the Working Capital Fund a sum not to exceed $2,000,000 for the purposes set forth in the last paragraph of the resolution on the future government of Palestine.
Hundred and twenty-eighth plenary meeting 29 November 1947
[At its hundred and twenty-eighth plenary meeting on 29 November 1947 the General Assembly, in accordance with the terms of the above resolution [181 A], elected the following members of the United Nations Commission on Palestine: Bolivia, Czechoslovakia, Denmark, Panama and Philippines.]
PLAN OF PARTITION WITH ECONOMIC UNION
PART I
Future constitution and government of Palestine
A. TERMINATION OF MANDATE, PARTITION AND INDEPENDENCE
1. The Mandate for Palestine shall terminate as soon as possible but in any case not later than 1 August 1948.
2. The armed forces of the mandatory Power shall be progressively withdrawn from Palestine, the withdrawal to be completed as soon as possible but in any case not later than 1 August 1948.
The mandatory Power shall advise the Commission, as far in advance as possible, of its intention to terminate the Mandate and to evacuate each area.
The mandatory Power shall use its best endeavours to ensure than an area situated in the territory of the Jewish State, including a seaport and hinterland adequate to provide facilities for a substantial immigration, shall be evacuated at the earliest possible date and in any event not later than 1 February 1948.
3. Independent Arab and Jewish States and the Special International Regime for the City of Jerusalem, set forth in part III of this plan, shall come into existence in Palestine two months after the evacuation of the armed forces of the mandatory Power has been completed but in any case not later than 1 October 1948. The boundaries of the Arab State, the Jewish State, and the City of Jerusalem shall be as described in parts II and III below.
4. The period between the adoption by the General Assembly of its recommendation on the question of Palestine and the establishment of the independence of the Arab and Jewish States shall be a transitional period.
B. STEPS PREPARATORY TO INDEPENDENCE
1. A Commission shall be set up consisting of one representative of each of five Member States. The Members represented on the Commission shall be elected by the General Assembly on as broad a basis, geographically and otherwise, as possible.
2. The administration of Palestine shall, as the mandatory Power withdraws its armed forces, be progressively turned over to the Commission; which shall act in conformity with the recommendations of the General Assembly, under the guidance of the Security Council. The mandatory Power shall to the fullest possible extent co-ordinate its plans for withdrawal with the plans of the Commission to take over and administer areas which have been evacuated.
In the discharge of this administrative responsibility the Commission shall have authority to issue necessary regulations and take other measures as required.
The mandatory Power shall not take any action to prevent, obstruct or delay the implementation by the Commission of the measures recommended by the General Assembly.
3. On its arrival in Palestine the Commission shall proceed to carry out measures for the establishment of the frontiers of the Arab and Jewish States and the City of Jerusalem in accordance with the general lines of the recommendations of the General Assembly on the partition of Palestine. Nevertheless, the boundaries as described in part II of this plan are to be modified in such a way that village areas as a rule will not be divided by state boundaries unless pressing reasons make that necessary.
4. The Commission, after consultation with the democratic parties and other public organizations of The Arab and Jewish States, shall select and establish in each State as rapidly as possible a Provisional Council of Government. The activities of both the Arab and Jewish Provisional Councils of Government shall be carried out under the general direction of the Commission.
If by 1 April 1948 a Provisional Council of Government cannot be selected for either of the States, or, if selected, cannot carry out its functions, the Commission shall communicate that fact to the Security Council for such action with respect to that State as the Security Council may deem proper, and to the Secretary-General for communication to the Members of the United Nations.
5. Subject to the provisions of these recommendations, during the transitional period the Provisional Councils of Government, acting under the Commission, shall have full authority in the areas under their control, including authority over matters of immigration and land regulation.
6. The Provisional Council of Government of each State acting under the Commission, shall progressively receive from the Commission full responsibility for the administration of that State in the period between the termination of the Mandate and the establishment of the State’s independence.
7. The Commission shall instruct the Provisional Councils of Government of both the Arab and Jewish States, after their formation, to proceed to the establishment of administrative organs of government, central and local.
8. The Provisional Council of Government of each State shall, within the shortest time possible, recruit an armed militia from the residents of that State, sufficient in number to maintain internal order and to prevent frontier clashes.
This armed militia in each State shall, for operational purposes, be under the command of Jewish or Arab officers resident in that State, but general political and military control, including the choice of the militia’s High Command, shall be exercised by the Commission.
9. The Provisional Council of Government of each State shall, not later than two months after the withdrawal of the armed forces of the mandatory Power, hold elections to the Constituent Assembly which shall be conducted on democratic lines.
The election regulations in each State shall be drawn up by the Provisional Council of Government and approved by the Commission. Qualified voters for each State for this election shall be persons over eighteen years of age who are: (a) Palestinian citizens residing in that State and (b) Arabs and Jews residing in the State, although not Palestinian citizens, who, before voting, have signed a notice of intention to become citizens of such State.
Arabs and Jews residing in the City of Jerusalem who have signed a notice of intention to become citizens, the Arabs of the Arab State and the Jews of the Jewish State, shall be entitled to vote in the Arab and Jewish States respectively.
Women may vote and be elected to the Constituent Assemblies.
During the transitional period no Jew shall be permitted to establish residence in the area of the proposed Arab State, and no Arab shall be permitted to establish residence in the area of the proposed Jewish State, except by special leave of the Commission.
10. The Constituent Assembly of each State shall draft a democratic constitution for its State and choose a provisional government to succeed the Provisional Council of Government appointed by the Commission. The constitutions of the States shall embody chapters 1 and 2 of the Declaration provided for in section C below and include inter alia provisions for:
(a) Establishing in each State a legislative body elected by universal suffrage and by secret ballot on the basis of proportional representation, and an executive body responsible to the legislature;
(b) Settling all international disputes in which the State may be involved by peaceful means in such a manner that international peace and security, and justice, are not endangered;
(c) Accepting the obligation of the State to refrain in its international relations from the threat or use of force against the territorial integrity of political independence of any State, or in any other manner inconsistent with the purposes of the United Nations;
(d) Guaranteeing to all persons equal and non-discriminatory rights in civil, political, economic and religious matters and the enjoyment of human rights and fundamental freedoms, including freedom of religion, language, speech and publication, education, assembly and association;
(e) Preserving freedom of transit and visit for all residents and citizens of the other State in Palestine and the City of Jerusalem, subject to considerations of national security, provided that each State shall control residence within its borders.
11. The Commission shall appoint a preparatory economic commission of three members to make whatever arrangements are possible for economic co-operation, with a view to establishing, as soon as practicable, the Economic Union and the Joint Economic Board, as provided in section D below.
12. During the period between the adoption of the recommendations on the question of Palestine by the General Assembly and the termination of the Mandate, the mandatory Power in Palestine shall maintain full responsibility for administration in areas from which it has not withdrawn its armed forces. The Commission shall assist the mandatory Power in the carrying out of these functions. Similarly the mandatory Power shall co-operate with the Commission in the execution of its functions.
13. With a view to ensuring that there shall be continuity in the functioning of administrative services and that, on the withdrawal of the armed forces of the mandatory Power, the whole administration shall be in the charge of the Provisional Councils and the Joint Economic Board, respectively, acting under the Commission, there shall be a progressive transfer, from the mandatory Power to the Commission, of responsibility for all the functions of government, including that of maintaining law and order in the areas from which the forces of the mandatory Power have been withdrawn.
14. The Commission shall be guided in its activities by the recommendations of the General Assembly and by such instructions as the Security Council may consider necessary to issue.
The measures taken by the Commission, within the recommendations of the General Assembly, shall become immediately effective unless the Commission has previously received contrary instructions from the Security Council.
15. The Commission shall make its final report to the next regular session of the General Assembly and to the Security Council simultaneously.
C. DECLARATION
A declaration shall be made to the United Nations by the provisional government of each proposed State before independence. It shall contain inter alia the following clauses: General Provision
The stipulations contained in the declaration are recognized as fundamental laws of the State and no law, regulation or official action shall conflict or interfere with these stipulations, nor shall any law, regulation or official action prevail over them.
Chapter 1
Holy Places, religious buildings and sites
1. Existing rights in respect of Holy Places and religious buildings or sites shall not be denied or impaired.
2. In so far as Holy Places are concerned, the liberty of access, visit and transit shall be guaranteed, in conformity with existing rights, to all residents and citizens of the other State and of the City of Jerusalem, as well as to aliens, without distinction as to nationality, subject to requirements of national security, public order and decorum.
Similarly, freedom of worship shall be guaranteed in conformity with existing rights, subject to the maintenance of public order and decorum.
3. Holy Places and religious buildings or sites shall be preserved. No act shall be permitted which may in any way impair their sacred character. If at any time it appears to the Government that any particular Holy Place, religious building or site is in need of urgent repair, the Government may call upon the community or communities concerned to carry out such repair. The Government may carry it out itself at the expense of the community or communities concerned if no action is taken within a reasonable time.
4. No taxation shall be levied in respect of any Holy Place, religious building or site which was exempt from taxation on the date of the creation of the State.
No change in the incidence of such taxation shall be made which would either discriminate between the owners or occupiers of Holy Places, religious buildings or sites, or would place such owners or occupiers in a position less favourable in relation to the general incidence of taxation than existed at the time of the adoption of the Assembly’s recommendations.
5. The Governor of the City of Jerusalem shall have the right to determine whether the provisions of the Constitution of the State in relation to Holy Places, religious buildings and sites within the borders of the State and the religious rights appertaining thereto, are being properly applied and respected, and to make decisions on the basis of existing rights in cases of disputes which may arise between the different religious communities or the rites of a religious community with respect to such places, buildings and sites. He shall receive full co-operation and such privileges and immunities as are necessary for the exercise of his functions in the State.
Chapter 2
Religious and Minority Rights
1. Freedom of conscience and the free exercise of all forms of worship, subject only to the maintenance of public order and morals, shall be ensured to all.
2. No discrimination of any kind shall be made between the inhabitants on the ground of race, religion, language or sex.
3. All persons within the jurisdiction of the State shall be entitled to equal protection of the laws.
4. The family law and personal status of the various minorities and their religious interests, including endowments, shall be respected.
5. Except as may be required for the maintenance of public order and good government, no measure shall be taken to obstruct or interfere with the enterprise of religious or charitable bodies of all faiths or to discriminate against any representative or member of these bodies on the ground of his religion or nationality.
6. The State shall ensure adequate primary and secondary education for the Arab and Jewish minority, respectively, in its own language and its cultural traditions.
The right of each community to maintain its own schools for the education of its own members in its own language, while conforming to such educational requirements of a general nature as the State may impose, shall not be denied or impaired. Foreign educational establishments shall continue their activity on the basis of their existing rights.
7. No restriction shall be imposed on the free use by any citizen of the State of any language in private intercourse, in commerce, in religion, in the Press or in publications of any kind, or at public meetings.3/
8. No expropriation of land owned by an Arab in the Jewish State (by a Jew in the Arab State)4/ shall be allowed except for public purposes. In all cases of expropriation full compensation as fixed by the Supreme Court shall be paid previous to dispossession.
Chapter 3
Citizenship, international conventions and financial obligations
1. Citizenship. Palestinian citizens residing in Palestine outside the City of Jerusalem, as well as Arabs and Jews who, not holding Palestinian citizenship, reside in Palestine outside the City of Jerusalem shall, upon the recognition of independence, become citizens of the State in which they are resident and enjoy full civil and political rights. Persons over the age of eighteen years may opt, within one year from the date of recognition of independence of the State in which they reside, for citizenship of the other State, providing that no Arab residing in the area of the proposed Arab State shall have the right to opt for citizenship in the proposed Jewish State and no Jew residing in the proposed Jewish State shall have the right to opt for citizenship in the proposed Arab State. The exercise of this right of option will be taken to include the wives and children under eighteen years of age of persons so opting.
Arabs residing in the area of the proposed Jewish State and Jews residing in the area of the proposed Arab State who have signed a notice of intention to opt for citizenship of the other State shall be eligible to vote in the elections to the Constituent Assembly of that State, but not in the elections to the Constituent Assembly of the State in which they reside.
2. International conventions. (a) The State shall be bound by all the international agreements and conventions, both general and special, to which Palestine has become a party. Subject to any right of denunciation provided for therein, such agreements and conventions shall be respected by the State throughout the period for which they were concluded.
(b) Any dispute about the applicability and continued validity of international conventions or treaties signed or adhered to by the mandatory Power on behalf of Palestine shall be referred to the International Court of Justice in accordance with the provisions of the Statute of the Court.
3. Financial obligations. (a) The State shall respect and fulfil all financial obligations of whatever nature assumed on behalf of Palestine by the mandatory Power during the exercise of the Mandate and recognized by the State. This provision includes the right of public servants to pensions, compensation or gratuities.
(b) These obligations shall be fulfilled through participation in the Joint economic Board in respect of those obligations applicable to Palestine as a whole, and individually in respect of those applicable to, and fairly apportionable between, the States.
(c) A Court of Claims, affiliated with the Joint Economic Board, and composed of one member appointed by the United Nations, one representative of the United Kingdom and one representative of the State concerned, should be established. Any dispute between the United Kingdom and the State respecting claims not recognized by the latter should be referred to that Court.
(d) Commercial concessions granted in respect of any part of Palestine prior to the adoption of the resolution by the General Assembly shall continue to be valid according to their terms, unless modified by agreement between the concession-holder and the State.
Chapter 4
Miscellaneous provisions
1. The provisions of chapters 1 and 2 of the declaration shall be under the guarantee of the United Nations, and no modifications shall be made in them without the assent of the General Assembly of the United nations. Any Member of the United Nations shall have the right to bring to the attention of the General Assembly any infraction or danger of infraction of any of these stipulations, and the General Assembly may thereupon make such recommendations as it may deem proper in the circumstances.
2. Any dispute relating to the application or the interpretation of this declaration shall be referred, at the request of either party, to the International Court of Justice, unless the parties agree to another mode of settlement.
D. ECONOMIC UNION AND TRANSIT
1. The Provisional Council of Government of each State shall enter into an undertaking with respect to economic union and transit. This undertaking shall be drafted by the commission provided for in section B, paragraph 1, utilizing to the greatest possible extent the advice and co-operation of representative organizations and bodies from each of the proposed States. It shall contain provisions to establish the Economic Union of Palestine and provide for other matters of common interest. If by 1 April 1948 the Provisional Councils of Government have not entered into the undertaking, the undertaking shall be put into force by the Commission.
The Economic Union of Palestine
2. The objectives of the Economic Union of Palestine shall be:
(a) A customs union;
(b) A joint currency system providing for a single foreign exchange rate;
(c) Operation in the common interest on a non-discriminatory basis of railways; inter-State highways; postal, telephone and telegraphic services, and port and airports involved in international trade and commerce;
(d) Joint economic development, especially in respect of irrigation, land reclamation and soil conservation;
(e) Access for both States and for the City of Jerusalem on a non-discriminatory basis to water and power facilities.
3. There shall be established a Joint Economic Board, which shall consist of three representatives of each of the two States and three foreign members appointed by the Economic and Social Council of the United Nations. The foreign members shall be appointed in the first instance for a term of three years; they shall serve as individuals and not as representatives of States.
4. The functions of the Joint Economic Board shall be to implement either directly or by delegation the measures necessary to realize the objectives of the Economic Union. It shall have all powers of organization and administration necessary to fulfil its functions.
5. The States shall bind themselves to put into effect the decisions of the Joint Economic Board. The Board’s decisions shall be taken by a majority vote.
6. In the event of failure of a State to take the necessary action the Board may, by a vote of six members, decide to withhold an appropriate portion of that part of the customs revenue to which the State in question is entitled under the Economic Union. Should the State persist in its failure to co-operate, the Board may decide by a simple majority vote upon such further sanctions, including disposition of funds which it has withheld, as it may deem appropriate.
7. In relation to economic development, the functions of the Board shall be the planning, investigation and encouragement of joint development projects, but it shall not undertake such projects except with the assent of both States and the City of Jerusalem, in the event that Jerusalem is directly involved in the development project. 8. In regard to the joint currency system the currencies circulating in the two States and the City of Jerusalem shall be issued under the authority of the Joint Economic Board, which shall be the sole issuing authority and which shall determine the reserves to be held against such currencies.
9. So far as is consistent with paragraph 2 (b) above, each State may operate its own central bank, control its own fiscal and credit policy, its foreign exchange receipts and expenditures, the grant of import licenses, and may conduct international financial operations on its own faith and credit. During the first two years after the termination of the Mandate, the Joint Economic Board shall have the authority to take such measures as may be necessary to ensure that–to the extent that the total foreign exchange revenues of the two States from the export of goods and services permit, and provided that each State takes appropriate measures to conserve its own foreign exchange resources–each State shall have available, in any twelve months’ period, foreign exchange sufficient to assure the supply of quantities of imported goods and services for consumption in its territory equivalent to the quantities of such goods and services consumed in that territory in the twelve months’ period ending 31 December 1947.
10. All economic authority not specifically vested in the Joint Economic Board is reserved to each State.
11. There shall be a common customs tariff with complete freedom of trade between the States, and between the States and the City of Jerusalem.
12. The tariff schedules shall be drawn up by a Tariff Commission, consisting of representatives of each of the States in equal numbers, and shall be submitted to the Joint Economic Board for approval by a majority vote. In case of disagreement in the Tariff Commission, the Joint Economic Board shall arbitrate the points of difference. In the event that the Tariff Commission fails to draw up any schedule by a date to be fixed, the Joint Economic Board shall determine the tariff schedule.
13. The following items shall be a first charge on the customs and other common revenue of the Joint Economic Board:
(a) The expenses of the customs service and of the operation of the joint services;
(b) The administrative expenses of the Joint Economic Board;
(c) The financial obligations of the Administration of Palestine consisting of:
(i) The service of the outstanding public debt;
(ii) The cost of superannuation benefits, now being paid or falling due in the future, in accordance with the rules and to the extent established by paragraph 3 of chapter 3 above.
14. After these obligations have been met in full, the surplus revenue from the customs and other common services shall be divided in the following manner: not less than 5 per cent and not more than 10 per cent to the City of Jerusalem; the residue shall be allocated to each State by the Joint Economic Board equitably, with the objective of maintaining a sufficient and suitable level of government and social services in each State, except that the share of either State shall not exceed the amount of that State’s contribution to the revenues of the Economic Union by more than approximately four million pounds in any year. The amount granted may be adjusted by the Board according to the price level in relation to the prices prevailing at the time of the establishment of the Union. After five years, the principles of the distribution of the joint revenues may be revised by the Joint Economic Board on a basis of equity.
15. All international conventions and treaties affecting customs tariff rates, and those communications services under the jurisdiction of the Joint Economic Board, shall be entered into by both States. In these matters, the two States shall be bound to act in accordance with the majority vote of the Joint Economic Board.
16. The Joint Economic Board shall endeavour to secure for Palestine’s export fair and equal access to world markets.
17. All enterprises operated by the Joint Economic Board shall pay fair wages on a uniform basis.
Freedom of transit and visit
18. The undertaking shall contain provisions preserving freedom of transit and visit for all residents or citizens of both States and of the City of Jerusalem, subject to security considerations; provided that each state and the City shall control residence within its borders.
Termination, modification and interpretation of the undertaking
19. The undertaking and any treaty issuing therefrom shall remain in force for a period of ten years. It shall continue in force until notice of termination, to take effect two years thereafter, is given by either of the parties.
20. During the initial ten-year period, the undertaking and any treaty issuing therefrom may not be modified except by consent of both parties and with the approval of the General Assembly.
21. Any dispute relating to the application or the interpretation of the undertaking and any treaty issuing therefrom shall be referred, at the request of either party, to the international Court of Justice, unless the parties agree to another mode of settlement.
E. ASSETS
1. The movable assets of the Administration of Palestine shall be allocated to the Arab and Jewish States and the City of Jerusalem on an equitable basis. Allocations should be made by the United Nations Commission referred to in section B, paragraph 1, above. Immovable assets shall become the property of the government of the territory in which they are situated.
2. During the period between the appointment of the United Nations Commission and the termination of the Mandate, the mandatory Power shall, except in respect of ordinary operations, consult with the Commission on any measure which it may contemplate involving the liquidation, disposal or encumbering of the assets of the Palestine Government, such as the accumulated treasury surplus, the proceeds of Government bond issues, State lands or any other asset.
F. ADMISSION TO MEMBERSHIP IN THE UNITED NATIONS
When the independence of either the Arab or the Jewish State as envisaged in this plan has become effective and the declaration and undertaking, as envisaged in this plan, have been signed by either of them, sympathetic consideration should be given to its application for admission to membership in the United Nations in accordance with Article 4 of the Charter of the United Nations.
PART II
Boundaries5/
A. THE ARAB STATE
The area of the Arab State in Western Galilee is bounded on the west by the Mediterranean and on the north by the frontier of the Lebanon from Ras en Naqura to a point north of Saliha. From there the boundary proceeds southwards, leaving the built-up area of Saliha in the Arab State, to join the southernmost point of this village. Thence it follows the western boundary line of the villages of `Alma, Rihaniya and Teitaba, thence following the northern boundary line of Meirun village to join the Acre-Safad sub-district boundary line. It follows this line to a point west of Es Sammu’i village and joins it again at the northernmost point of Farradiya. Thence it follows the sub-district boundary line to the Acre-Safad main road. From here it follows the western boundary of Kafr I’nan village until it reaches the Tiberias-Acre sub-district boundary line, passing to the west of the junction of the Acre-Safad and Lubiya-Kafr I’nan roads. From south-west corner of Kafr I’nan village the boundary line follows the western boundary of the Tiberias sub-district to a point close to the boundary line between the villages of Maghar and Eilabun, thence bulging out to the west to include as much of the eastern part of the plain of Battuf as is necessary for the reservoir proposed by the Jewish Agency for the irrigation of lands to the south and east.
The boundary rejoins the Tiberias sub-district boundary at a point on the Nazareth-Tiberias road south-east of the built-up area of Tur’an; thence it runs southwards, at first following the sub-district boundary and then passing between the Kadoorie Agricultural School and Mount Tabor, to a point due south at the base of Mount Tabor. From here it runs due west, parallel to the horizontal grid line 230, to the north-east corner of the village lands of Tel Adashim. It then runs to the north-west corner of these lands, whence it turns south and west so as to include in the Arab State the sources of the Nazareth water supply in Yafa village. On reaching Ginneiger it follows the eastern, northern and western boundaries of the lands of this village to their south-west corner, whence it proceeds in a straight line to a point on the Haifa-Afula railway on the boundary between the villages of Sarid and El Mujeidil. This is the point of intersection.
The south-western boundary of the area of the Arab State in Galilee takes a line from this point, passing northwards along the eastern boundaries of Sarid and Gevat to the north-eastern corner of Nahalal, proceeding thence across the land of Kefar ha Horesh to a central point on the southern boundary of the village of `Ilut, thence westwards along that village boundary to the eastern boundary of Beit Lahm, thence northwards and north-eastwards along its western boundary to the north-eastern corner of Waldheim and thence north-westwards across the village lands of Shafa ‘Amr to the south-eastern corner of Ramat Yohanan’. From here it runs due north-north-east to a point on the Shafa ‘Amr-Haifa road, west of its junction with the road to I’Billin. From there it proceeds north-east to a point on the southern boundary of I’Billin situated to the west of the I’Billin-Birwa road. Thence along that boundary to its westernmost point, whence it turns to the north, follows across the village land of Tamra to the north-westernmost corner and along the western boundary of Julis until it reaches the Acre-Safad road. It then runs westwards along the southern side of the Safad-Acre road to the Galilee-Haifa District boundary, from which point it follows that boundary to the sea.
The boundary of the hill country of Samaria and Judea starts on the Jordan River at the Wadi Malih south-east of Beisan and runs due west to meet the Beisan-Jericho road and then follows the western side of that road in a north-westerly direction to the junction of the boundaries of the sub-districts of Beisan, Nablus, and Jenin. From that point it follows the Nablus-Jenin sub-district boundary westwards for a distance of about three kilometres and then turns north-westwards, passing to the east of the built-up areas of the villages of Jalbun and Faqqu’a, to the boundary of the sub-districts of Jenin and Beisan at a point north-east of Nuris. Thence it proceeds first north-westwards to a point due north of the built-up area of Zir’in and then westwards to the Afula-Jenin railway, thence north-westwards along the district boundary line to the point of intersection on the Hejaz railway. From here the boundary runs south-westwards, including the built-up area and some of the land of the village of Kh.Lid in the Arab State to cross the Haifa-Jenin road at a point on the district boundary between Haifa and Samaria west of El Mansi. It follows this boundary to the southernmost point of the village of El Buteimat. From here it follows the northern and eastern boundaries of the village of Ar’ara, rejoining the Haifa-Samaria district boundary at Wadi’Ara, and thence proceeding south-south-westwards in an approximately straight line joining up with the western boundary of Qaqun to a point east of the railway line on the eastern boundary of Qaqun village. From here it runs along the railway line some distance to the east of it to a point just east of the Tulkarm railway station. Thence the boundary follows a line half-way between the railway and the Tulkarm-Qalqiliya-Jaljuliya and Ras el Ein road to a point just east of Ras el Ein station, whence it proceeds along the railway some distance to the east of it to the point on the railway line south of the junction of the Haifa-Lydda and Beit Nabala lines, whence it proceeds along the southern border of Lydda airport to its south-west corner, thence in a south-westerly direction to a point just west of the built-up area of Sarafand el’Amar, whence it turns south, passing just to the west of the built-up area of Abu el Fadil to the north-east corner of the lands of Beer Ya’Aqov. (The boundary line should be so demarcated as to allow direct access from the Arab State to the airport.) Thence the boundary line follows the western and southern boundaries of Ramle village, to the north-east corner of El Na’ana village, thence in a straight line to the southernmost point of El Barriya, along the eastern boundary of that village and the southern boundary of ‘Innaba village. Thence it turns north to follow the southern side of the Jaffa-Jerusalem road until El Qubab, whence it follows the road to the boundary of Abu Shusha. It runs along the eastern boundaries of Abu Shusha, Seidun, Hulda to the southernmost point of Hulda, thence westwards in a straight line to the north-eastern corner of Umm Kalkha, thence following the northern boundaries of Umm Kalkha, Qazaza and the northern and western boundaries of Mukhezin to the Gaza District boundary and thence runs across the village lands of El Mismiya, El Kabira, and Yasur to the southern point of intersection, which is midway between the built-up areas of Yasur and Batani Sharqi.
From the southern point of intersection the boundary lines run north-westwards between the villages of Gan Yavne and Barqa to the sea at a point half way between Nabi Yunis and Minat el Qila, and south-eastwards to a point west of Qastina, whence it turns in a south-westerly direction, passing to the east of the built-up areas of Es Sawafir, Es Sharqiya and Ibdis. From the south-east corner of Ibdis village it runs to a point south-west of the built-up area of Beit ‘Affa, crossing the Hebron-El Majdal road just to the west of the built-up area of Iraq Suweidan. Thence it proceeds southwards along the western village boundary of El Faluja to the Beersheba sub-district boundary. It then runs across the tribal lands of ‘Arab el Jubarat to a point on the boundary between the sub-districts of Beersheba and Hebron north of Kh. Khuweilifa, whence it proceeds in a south-westerly direction to a point on the Beersheba-Gaza main road two kilometres to the north-west of the town. It then turns south-eastwards to reach Wadi Sab’ at a point situated one kilometre to the west of it. From here it turns north-eastwards and proceeds along Wadi Sab’ and along the Beersheba-Hebron road for a distance of one kilometre, whence it turns eastwards and runs in a straight line to Kh. Kuseifa to join the Beersheba-Hebron sub-district boundary. It then follows the Beersheba-Hebron boundary eastwards to a point north of Ras Ez Zuweira, only departing from it so as to cut across the base of the indentation between vertical grid lines 150 and 160.
About five kilometres north-east of Ras ez Zuweira it turns north, excluding from the Arab State a strip along the coast of the Dead Sea not more than seven kilometres in depth, as far as Ein Geddi, whence it turns due east to join the Transjordan frontier in the Dead Sea.
The northern boundary of the Arab section of the coastal plain runs from a point between Minat el Qila and Nabi Yunis, passing between the built-up areas of Gan Yavne and Barqa to the point of intersection. From here it turns south-westwards, running across the lands of Batani Sharqi, along the eastern boundary of the lands of Beit Daras and across the lands of Julis, leaving the built-up areas of Batani Sharqi and Julis to the westwards, as far as the north-west corner of the lands of Beit Tima. Thence it runs east of El Jiya across the village lands of El Barbara along the eastern boundaries of the villages of Beit Jirja, Deir Suneid and Dimra. From the south-east corner of Dimra the boundary passes across the lands of Beit Hanun, leaving the Jewish lands of Nir-Am to the eastwards. From the south-east corner of Dimra the boundary passes across the lands of Beit Hanun, leaving the Jewish lands of Nir-Am to the eastwards. From the south-east corner of Beit Hanun the line runs south-west to a point south of the parallel grid line 100, then turns north-west for two kilometres, turning again in a south-westerly direction and continuing in an almost straight line to the north-west corner of the village lands of Kirbet Ikhza’a. From there it follows the boundary line of this village to its southernmost point. It then runs in a southernly direction along the vertical grid line 90 to its junction with the horizontal grid line 70. It then turns south-eastwards to Kh. el Ruheiba and then proceeds in a southerly direction to a point known as El Baha, beyond which it crosses the Beersheba-El ‘Auja main road to the west of Kh. el Mushrifa. From there it joins Wadi El Zaiyatin just to the west of El Subeita. From there it turns to the north-east and then to the south-east following this Wadi and passes to the east of ‘Abda to join Wadi Nafkh. It then bulges to the south-west along Wadi Nafkh. It then bulges to the south-west along Wadi Nafkh, Wadi Ajrim and Wadi Lassan to the point where Wadi Lassan crosses the Egyptian frontier.
The area of the Arab enclave of Jaffa consists of that part of the town-planning area of Jaffa which lies to the west of the Jewish quarters lying south of Tel-Aviv, to the west of the continuation of Herzl street up to its junction with the Jaffa-Jerusalem road, to the south-west of the section of the Jaffa-Jerusalem road lying south-east of that junction, to the west of Miqve Israel lands, to the north-west of Holon local council area, to the north of the line linking up the north-west corner of Holon with the north-east corner of Bat Yam local council area and to the north of Bat Yam local council area. The question of Karton quarter will be decided by the Boundary Commission, bearing in mind among other considerations the desirability of including the smallest possible number of its Arab inhabitants and the largest possible number of its Jewish inhabitants in the Jewish State.
B. THE JEWISH STATE
The north-eastern sector of the Jewish State (Eastern) Galilee) is bounded on the north and west by the Lebanese frontier and on the east by the frontiers of Syria and Transjordan. It includes the whole of the Hula Basin, Lake Tiberias, the whole of the Beisan sub-district, the boundary line being extended to the crest of the Gilboa mountains and the Wadi Malih. From there the Jewish State extends north-west, following the boundary described in respect of the Arab State.
The Jewish Section of the coastal plain extends from a point between Minat et Qila and Nabi Yunis in the Gaza sub-district and includes the towns of Haifa and Tel-Aviv, leaving Jaffa as an enclave of the Arab State. The eastern frontier of the Jewish State follows the boundary described in respect of the Arab State.
The Beersheba area comprises the whole of the Beersheba sub-district, including the Negeb and the eastern part of the Gaza sub-district, but excluding the town of Beersheba and those areas described in respect of the Arab State. It includes also a strip of land along the Dead Sea stretching from the Beersheba-Hebron sub-district boundary line to Ein Geddi, as described in respect of the Arab State.
C. THE CITY OF JERUSALEM
The boundaries of the City of Jerusalem are as defined in the recommendations on the City of Jerusalem. (See Part III, Section B, below).
PART III
City of Jerusalem
A. SPECIAL REGIME
The City of Jerusalem shall be established as a corpus separatum under a special international regime and shall be administered by the United Nations. The Trusteeship Council shall be designated to discharge the responsibilities of the Administering Authority on behalf of the United Nations.
B. BOUNDARIES OF THE CITY
The City of Jerusalem shall include the present municipality of Jerusalem plus the surrounding villages and towns, the most eastern of which shall be Abu Dis; the most southern, Bethlehem; the most western, Ein Karim (including also the built-up area of Motsa); and the most northern Shu’fat, as indicated on the attached sketch-map (annex B).
C. STATUTE OF THE CITY
The Trusteeship Council shall, within five months of the approval of the present plan, elaborate and approve a detailed Statute of the City which shall contain inter alia the substance of the following provisions:
1. Government machinery; special objectives. The Administering Authority in discharging its administrative obligations shall pursue the following special objectives:
(a) To protect and to preserve the unique spiritual and religious interests located in the city of the three great monotheistic faiths throughout the world, Christian, Jewish and Moslem; to this end to ensure that order and peace, and especially religious peace, reign in Jerusalem;
(b) To foster co-operation among all the inhabitants of the city in their own interests as well as in order to encourage and support the peaceful development of the mutual relations between the two Palestinian peoples throughout the Holy Land; to promote the security, well-being and any constructive measures of development of the residents, having regard to the special circumstances and customs of the various peoples and communities.
2. Governor and administrative staff. A Governor of the City of Jerusalem shall be appointed by the Trusteeship Council and shall be responsible to it. He shall be selected on the basis of special qualifications and without regard to nationality. He shall not, however, be a citizen of either State in Palestine.
The Governor shall represent the United Nations in the City and shall exercise on their behalf all powers of administration, including the conduct of external affairs. He shall be assisted by an administrative staff classed as international officers in the meaning of Article 100 of the Charter and chosen whenever practicable from the residents of the city and of the rest of Palestine on a non-discriminatory basis. A detailed plan for the organization of the administration of the city shall be submitted by the Governor to the Trusteeship Council and duly approved by it.
3. Local autonomy. (a) The existing local autonomous units in the territory of the city (villages, townships and municipalities) shall enjoy wide powers of local government and administration.
(b) The Governor shall study and submit for the consideration and decision of the Trusteeship Council a plan for the establishment of a special town units consisting respectively, of the Jewish and Arab sections of new Jerusalem. The new town units shall continue to form part of the present municipality of Jerusalem.
4. Security measures. (a) The City of Jerusalem shall be demilitarized; its neutrality shall be declared and preserved, and no para-military formations, exercises or activities shall be permitted within its borders.
(b) Should the administration of the City of Jerusalem be seriously obstructed or prevented by the non-co-operation or interference of one or more sections of the population, the Governor shall have authority to take such measures as may be necessary to restore the effective functioning of the administration.
(c) To assist in the maintenance of internal law and order and especially for the protection of the Holy Places and religious buildings and sites in the city, the Governor shall organize a special police force of adequate strength, the members of which shall be recruited outside of Palestine. The Governor shall be empowered to direct such budgetary provision as may be necessary for the maintenance of this force.
5. Legislative organization. A Legislative Council, elected by adult residents of the city irrespective of nationality on the basis of universal and secret suffrage and proportional representation, shall have powers of legislation and taxation. No legislative measures shall, however, conflict or interfere with the provisions which will be set forth in the Statute of the City, nor shall any law, regulation, or official action prevail over them. The Statute shall grant to the Governor a right of vetoing bills inconsistent with the provisions referred to in the preceding sentence. It shall also empower him to promulgate temporary ordinances in case the council fails to adopt in time a bill deemed essential to the normal functioning of the administration.
6. Administration of justice. The Statute shall provide for the establishment of an independent judiciary system, including a court of appeal. All the inhabitants of the City shall be subject to it.
7. Economic union and economic regime. The City of Jerusalem shall be included in the Economic Union of Palestine and be bound by all stipulations of the undertaking and of any treaties issued therefrom, as well as by the decision of the Joint Economic Board. The headquarters of the Economic Board shall be established in the territory of the City.
The Statute shall provide for the regulation of economic matters not falling within the regime of the Economic Union, on the basis of equal treatment and non-discrimination for all members of the United Nations and their nationals.
8. Freedom of transit and visit; control of residents. Subject to considerations of security, and of economic welfare as determined by the Governor under the directions of the Trusteeship Council, freedom of entry into, and residence within, the borders of the City shall be guaranteed for the residents or citizens of the Arab and Jewish States. Immigration into, and residence within, the borders of the city for nationals of other States shall be controlled by the Governor under the directions of the Trusteeship Council.
9. Relations with the Arab and Jewish States. Representatives of the Arab and Jewish States shall be accredited to the Governor of the City and charged with the protection of the interests of their States and nationals in connexion with the international administration of the City.
10. Official languages. Arabic and Hebrew shall be the official languages of the city. This will not preclude the adoption of one or more additional working languages, as may be required.
11. Citizenship. All the residents shall become ipso facto citizens of the City of Jerusalem unless they opt for citizenship of the State of which they have been citizens or, if Arabs or Jews, have filed notice of intention to become citizens of the Arab or Jewish State respectively, according to part I, section B, paragraph 9, of this plan.
The Trusteeship Council shall make arrangements for consular protection of the citizens of the City outside its territory.
12. Freedoms of Citizens. (a) Subject only to the requirements of public order and morals, the inhabitants of the City shall be ensured the enjoyment of human rights and fundamental freedoms, including freedom of conscience, religion and worship, language, education, speech and press, assembly and association, and petition.
(b) No discrimination of any kind shall be made between the inhabitants on the grounds of race, religion, language or sex.
(c) All persons within the City shall be entitled to equal protection of the laws.
(d) The family law and personal status of the various persons and communities and their religious interests, including endowments, shall be respected.
(e) Except as may be required for the maintenance of public order and good government, no measure shall be taken to obstruct or interfere with the enterprise of religious or charitable bodies of all faiths or to discriminate against any representative or member of these bodies on the ground of his religion or nationality.
(f) The City shall ensure adequate primary and secondary education for the Arab and Jewish communities respectively, in their own languages and in accordance with their cultural traditions.
The right of each community to maintain its own schools for the education of its own members in its own language, while conforming to such educational requirements of a general nature as the City may impose, shall not be denied or impaired. Foreign educational establishments shall continue their activity on the basis of their existing rights.
(g) No restriction shall be imposed on the free use by any inhabitant of the City of any language in private intercourse, in commerce, in religion, in the Press or in publications of any kind, or at public meetings.
13. Holy Places. (a) Existing rights in respect of Holy Places and religious buildings or sites shall not be denied or impaired.
(b) Free access to the Holy Places and religious buildings or sites and the free exercise of worship shall be secured in conformity with existing rights and subject to the requirements of public order and decorum.
(c) Holy Places and religious buildings or sites shall be preserved. No act shall be permitted which may in any way impair their sacred character. If at any time it appears to the Governor that any particular Holy Place, religious building or site is in need of urgent repair, the Governor may call upon the community or communities concerned to carry out such repair. The Governor may carry it out himself at the expense of the community or communities concerned if no action is taken within a reasonable time.
(d) No taxation shall be levied in respect of any Holy Place, religious building or site which was exempt from taxation on the date of the creation of the City. No change in the incidence of such taxation shall be made which would either discriminate between the owners or occupiers of Holy Places, religious buildings or sites, or would place such owners or occupiers in a position less favourable in relation to the general incidence of taxation than existed at the time of the adoption of the Assembly’s recommendations.
14. Special powers of the Governor in respect of the Holy Places, religious buildings and sites in the City and in any part of Palestine. (a) The protection of the Holy Places, religious buildings and sites located in the City of Jerusalem shall be a special concern of the Governor.
(b) With relation to such places, buildings and sites in Palestine outside the city, the Governor shall determine, on the ground of powers granted to him by the Constitutions of both States, whether the provisions of the Constitutions of the Arab and Jewish States in Palestine dealing therewith and the religious rights appertaining thereto are being properly applied and respected.
(c) The Governor shall also be empowered to make decisions on the basis of existing rights in cases of disputes which may arise between the different religious communities or the rites of a religious community in respect of the Holy Places, religious buildings and sites in any part of Palestine.
In this task he may be assisted by a consultative council of representatives of different denominations acting in an advisory capacity.
D. DURATION OF THE SPECIAL REGIME
The Statute elaborated by the Trusteeship Council on the aforementioned principles shall come into force not later than 1 October 1948. It shall remain in force in the first instance for a period of ten years, unless the Trusteeship Council finds it necessary to undertake a re-examination of these provisions at an earlier date. After the expiration of this period the whole scheme shall be subject to re-examination by the Trusteeship Council in the light of the experience acquired with its functioning. The residents of the City shall be then free to express by means of a referendum their wishes as to possible modifications of the regime of the City.
PART IV
CAPITULATIONS
States whose nationals have in the past enjoyed in Palestine the privileges and immunities of foreigners, including the benefits of consular jurisdiction and protection, as formerly enjoyed by capitulation or usage in the Ottoman Empire, are invited to renounce any right pertaining to them to the re-establishment of such privileges and immunities in the proposed Arab and Jewish States and the City of Jerusalem.
* * *
Notes
1/ See Official Records of the second session of the General Assembly, Supplement No. 11, Volumes I-IV.
2/ This resolution was adopted without reference to a Committee.
3/ The following stipulation shall be added to the declaration concerning the Jewish State: “In the Jewish State adequate facilities shall be given to Arab-speaking citizens for the use of their language, either orally or in writing, in the legislature, before the Courts and in the administration.”
4/ In the declaration concerning the Arab State, the words “by an Arab in the Jewish State” should be replaced by the words “by a Jew in the Arab State”.
5/ The boundary lines described in part II are indicated in Annex A. The base map used in marking and describing this boundary is “Palestine 1:250000” published by the Survey of Palestine, 1946.
”His support for Israel wasn’t entirely without qualification, though: he famously said about the Balfour Declaration that “one nation solemnly promised to a second nation the country of a third,””
The British pledge to establish a ‘Jewish national home’ in Palestine is being celebrated and condemned as a divisive anniversary approaches. By Ian Black
Tue 17 Oct 2017 06.00 BSTLast modified on Mon 27 Nov 2017 15.20 GMT
Shares848
On the evening of Thursday 2 November, at an elegant but as yet undisclosed central London location, Theresa May will sit down for a festive dinner with Israel’s prime minister, Benjamin Netanyahu, and 150 other carefully selected VIP guests. They will be celebrating the historic promise, made a century ago to the day, that the British government would use its “best endeavours” to facilitate the creation of a Jewish homeland in Palestine. Security for the event will be tight and protesters will be kept well away. This is no ordinary anniversary.
That 1917 pledge – known to posterity as the Balfour declaration – had fateful consequences for the Middle East and the world. It paved the way for the birth of Israel in 1948, and for the eventual defeat and dispersal of the Palestinians – which is why its centenary next month is the subject of furious contestation. After 100 years, the two sides in the most closely studied conflict on earth are still battling over the past.
Controversy dogged the declaration from the moment that Arthur Balfour, then foreign secretary, sent it to Lionel Walter, Lord Rothschild, who represented the British Jewish community. Its 67 words combined considerations of imperial planning, wartime propaganda, biblical resonances and a colonial mindset, as well as evident sympathy for the Zionist idea – embodied in the famous commitment to “view with favour the establishment of a national home for the Jewish people” in the Holy Land. It ended with two important qualifications: first, that nothing should be done to prejudice the “civil and religious rights” of Palestine’s “existing non-Jewish communities.” And second, that the declaration should not affect the rights and political status of Jews living in other countries.
This contested anniversary is a dangerous minefield for May’s embattled government. The prime minister has said she is looking forward to it – although the London dinner, as all those involved are anxious to emphasise, is deliberately being hosted not by her, but by the current Lords Rothschild and Balfour. In addition to the two prime ministers and other political heavyweights, invitees include the historian Simon Schama, who will deliver a public lecture on the subject the day before. Scores of other events are being organised by Jewish communities across the UK. Christian Zionists, who believe in the unerring power of biblical prophecy, are to celebrate at the Albert Hall under the slogan “Partners in this Great Enterprise”.FacebookTwitterPinterest The Balfour declaration of 1917. Photograph: Universal History Archive/UIG/Getty
Israel’s parliament, the Knesset, will hold a special session honouring Balfour, while British immigrants to the Jewish state are organising street parties to celebrate the day. In the US, the Israel Forever Foundation is urging supporters to “Stand with Balfour and make it YOUR declaration”. The original letter, kept in the British Library, may be loaned to Israel next year to mark the 70th anniversary of the country’s independence. In 2015 it was inspected by a reverential Netanyahu, who used the photo opportunity to call for a renewal of the “partnership” of 1917. (Netanyahu’s official residence, incidentally, is on Balfour Street in West Jerusalem. The address is used in the Israeli media, like Downing Street in Britain, as shorthand for its occupant.) A copy of Balfour’s letter is also on permanent display at the Yasser Arafat Museum in the West Bank town of Ramallah, seat of the Palestinian Authority and, since the 1967 war, occupied territory under international law.Advertisement
In London, Jerusalem and elsewhere, however, others will be commemorating and protesting what they condemn as an act of betrayal and perfidy, the “original sin” that led to injustice, war and disaster for the Palestinians in the Nakba (Arabic for “catastrophe”) of 1948. Two packed conferences took place on the same day in London in early October, with speakers lambasting British responsibility for continuing Palestinian suffering.
The Balfour Project – founded by clergymen and academics who want to see change in the UK’s Middle East policy – is holding a public meeting in Westminster on 31 October. Its slogan is: “Britain’s Broken Promise – Time for a New Approach”. But concern for the plight of the Palestinians is no fringe preoccupation. The former UN envoy to Syria, Lakhdar Brahimi – one of the Elders, a group of world leaders founded by Nelson Mandela in 2007 – is the biggest name on a Chatham House panel on Balfour. The British Academy is organising a seminar about the decision, which was described by the historian Elizabeth Monroe in the 1960s as “one of the greatest mistakes of our imperial history”. A London art gallery is running a series of events called “Turning the Page on the Balfour Declaration”, focusing on Arab culture and identity in Palestine before 1948. The centenary was debated in the House of Lords in July.
In an age when the conflict is increasingly waged by volunteer armies of social-media warriors, it should come as no surprise that both sides are determined to press their competing claims. The Balfour Apology Campaign is demanding Britain make amends for “colonial crimes” in Palestine. It is promoting a short film, 100 Balfour Road, which tries to explain the long-term effect of the declaration by showing the Joneses, an ordinary family in suburban London who are evicted from their home by soldiers and forced to live in appalling conditions in their back yard. Another family, the Smiths, take over their house and, supported by the soldiers, mistreat the Joneses and deprive them of food, medicine and their basic rights. The dissident group Independent Jewish Voices has produced a critical talking-heads documentary about Balfour – being circulated under the Twitter hashtag #NoCelebration.
”For the past year, the Palestinian mission to the UK has been running its own campaign around the centenary, titled “Make It Right”, to demonstrate that “the legacy of the British government’s broken promise still continues”. This month, the Palestinians attempted to place adverts on the London underground and buses, citing Balfour’s qualification about “the civil and religious rights of non-Jewish communities”, alongside before-and-after pictures highlighting Palestinian suffering since 1948. But Transport for London blocked the ads on the grounds that the issue is too sensitive and controversial. Manuel Hassassian, the Palestinian Authority’s ambassador to the UK, has complained of “censorship”.
In Jerusalem on 2 November, separate Palestinian and Israeli Balfour conferences are being held – completely ignoring each other – on the eastern and western sides of what Israeli governments call the country’s “united” capital. In the UK, a national march and rally will be staged on 4 November by the Palestine Solidarity Campaign and the Stop the War Campaign. History is alive, toxic, intensely political and bitterly divisive – and it will be revisited with passion and anger on this resonant anniversary.
The battle over Balfour has much in common with other disputes over historic apologies or redress for the wrongs of the past. It may be seen alongside recent rows over the Cecil Rhodes statues in Oxford and Cape Town and Confederate memorials in the US, compensation for British mistreatment of Mau Mau rebels in Kenya and French atonement for atrocities in Algeria. But the Israel-Palestine issue is far harder to deal with. Its past is not another country. Truth and reconciliation, let alone closure, are remote fantasies. Unlike slavery, apartheid, the Irish famine and western colonialism – all, at least formally, consigned to the dust heap of history – the Arab-Jewish conflict between the Mediterranean and the River Jordan shows no signs of fading. Indeed, it remains as bitter as ever, stuck in a volatile status quo of unending occupation and political deadlock.
Arthur James Balfour has always been a hero to Zionists and a villain to Arabs and their respective supporters. The brief document that bears his name is seen as marking the beginning of what is today widely considered the world’s most intractable conflict. On that, if on little else, Israelis and Palestinians agree. The central issue is that when the declaration promised that “Jewish national home”, what it defined as Palestine’s “existing non-Jewish communities” – who remained unnamed – made up some 90% of the 700,000-strong population. The words Arab, Muslim or Christian were not mentioned. Nor were those natives consulted as to the future of their country, which was then made up of three provinces of the Ottoman Empire. Their “civil and religious rights” in fact counted for little.
The anniversary has been marked by Arab protests since the very first one in 1918. In 2004, when president George W Bush issued a statement that reversed decades of US policy by stating that Israeli settlements in the occupied territories could stay put, the Palestine Liberation Organisation compared it to Balfour’s declaration – which has been traditionally described in Arabic as a “calamitous promise”.
“For Palestinians, the Balfour declaration is the root cause of our destitution, dispossession and the ongoing occupation,” the Palestinian mission to the UK told the Commons foreign affairs committee in April as it gathered evidence for an inquiry into British policy towards the Middle East peace process. “The centenary … allows us to take the long view. Our present reality is a consequence of a British policy that created Israel at the expense of the Palestinian people.”
At a recent film festival in Gaza – ruled by the Islamist movement Hamas – attendees walked up a red carpet that had been imprinted with quotations from the declaration. In Ramallah this February, a day after the Knesset voted to retroactively legalise West Bank Jewish settlements, which are seen by most of the world as illegal, I interviewed Hanan Ashrawi, the veteran Palestinian spokesperson and legislator, who described the ongoing occupation as a natural consequence of the 1917 declaration. “This is Balfour’s chickens,” she said, “coming home to roost.”FacebookTwitterPinterest ‘Dripping with Olympian disdain’ … Arthur Balfour. Photograph: Corbis/Getty
The declaration, Ashrawi said, “didn’t create the state of Israel, but it set in motion a process by which Zionism was adopted internationally. It is an outcome of a colonial era and it belongs to that era in many ways – the European white man’s burden of trying to reorganise the world as they saw fit, to distribute land, to create states. They defined us as the ‘non-Jewish communities’. It’s so patronising, so racist.”
By contrast, Israel and its supporters like to remember a magnanimous British gesture towards a persecuted people who were yearning, according to the Zionist narrative, to “return” from exile to their biblical homeland – even though, in the three decades before the first world war, the vast majority of east European Jews who were able to were heading west to that far more promising land, the US. (Britain’s self-interested motives are acknowledged too, and there is an awareness, on what remains of the Israeli left, of the stigma of colonialist patronage.)
Yet not only is there nothing to be sorry about, many insist, but to demand an apology is an act of antisemitism; to question the justice of the declaration, it is argued, is to question the right of the Jewish people to self-determination in a century that saw a third of them exterminated by the Nazis. “The Palestinians’ new campaign to highlight the ostensible illegalities and iniquities of the Balfour declaration,” David Horovitz, the editor of the Times of Israel, has written, “shows an undimmed hostility to the very notion of Jewish sovereignty anywhere in the holy land, and an abiding refusal to accept Jewish legitimacy here.”
Netanyahu uses similar language – stating ever more explicitly, especially since the Donald Trump era began, that a Palestinian state worthy of the name will never be created. His government is the most rightwing in Israel’s history. The “peace process” has been clinically dead for three years, and moribund for several more. Pro-Palestinian activists are using the centenary to step up the international campaign for Boycott, Divestment and Sanctions (BDS), many of whose supporters characterise Israel unequivocally as an apartheid settler state, and whose modest successes so far have alarmed many Israelis and Jews. Others, including the UK’s Balfour Project, are adamant that they are not questioning the legitimacy of Israel, but working for Palestinian rights and a two-state solution. But a middle ground is hard to find when the mainstream positions of the two sides on this question are so very far apart. “God did not give you the land,” protested one pro-Palestinian Twitter message this month. “The UK did – illegally.”
The most memorable line about the Balfour declaration was composed by the Hungarian-born Jewish writer Arthur Koestler. With it, he quipped, “one nation solemnly promised to a second nation the country of a third” – an echo of the popular early Zionist slogan that depicted Palestine as “a land without a people for a people without a land”. Questions about exactly what constituted a nation or people, Palestine’s identity and borders and how these related to Britain’s other wartime promises have occupied historians – and propagandists – ever since. Avi Shlaim, emeritus professor of international relations at Oxford and a leading expert on the Arab-Israeli conflict, has described Balfour as “a millstone round Britain’s neck” because it prompted the wrath of both dissatisfied or impatient Zionists and angry Arabs and Muslims. Jonathan Schneer, an American historian, has called the pledge “the highly contingent product of a tortuous process characterised as much by deceit and chance as by vision and diplomacy”.
There has long been debate over the intentions and meaning of the declaration. David Lloyd George, the Liberal prime minister at the time, highlighted sympathy for Jews and his own Welsh nonconformist familiarity with the Old Testament. But British motives in the penultimate year of the first world war, following the February revolution in Russia and America’s entry into the conflict, were mixed. The decisive considerations were the wish to outsmart the French in the postwar Levant, and to use Palestine’s strategic location to protect Egypt, the Suez canal and the route to India by creating “a loyal Jewish Ulster”, in the words of Ronald Storrs, the first British military governor of Jerusalem.Advertisement
Other scholars have placed greater emphasis on the need to mobilise Jewish public opinion behind the flagging allied war effort. Balfour told the cabinet: “If we could make a declaration favourable to such an ideal [Zionism], we should be able to carry on extremely useful propaganda both in Russia and in America.” This approach, as modern researchers have observed, wildly exaggerated Jewish wealth, power and influence – a familiar antisemitic habit. Balfour, as Conservative prime minister, had, after all, backed the 1905 Aliens Act, which severely restricted Jewish immigration. Anti-Zionist critics like to point out that he never proposed a national home for oppressed Jews in his native Scotland; he was “uncertain and uncomfortable about their place in gentile society,” reported Leonard Stein, who published the first serious study of the declaration.
Questions continue to be asked about the connections and contradictions between Balfour’s public statement of support for Zionism; the secret 1916 Sykes-Picot agreement between Britain, France and Russia to carve up Palestine, Syria, Lebanon and Iraq; and earlier secret pledges about Arab independence made by the British to encourage Sharif Hussein of Mecca to launch his “revolt in the desert” against the Turks (with the help of TE Lawrence “of Arabia”). The truth, buried in imprecise definitions, misunderstandings and duplicity, remains elusive. But Britain’s own wartime interests, in any event, were the absolute priority.
Arab views were blunt from the start. The Balfour declaration, argued the Lebanese historian George Antonius, betrayed the understandings between Sharif Hussein and Sir Henry McMahon, Britain’s high commissioner in Egypt. And these in turn were contradicted by Sykes-Picot, under which much of Palestine was to be under international administration. Britain’s promise to the Zionists, Antonius wrote in his 1938 book The Arab Awakening, “lacks real validity, partly because she had previously committed herself to recognising Arab independence in Palestine, and partly because the promise involves an obligation which she cannot fulfil without Arab consent”. If the first point – often summarised as “the twice-promised land” – was debatable, the second was not. Arabs had not consented; they felt, then as now, that they had been cheated.
Balfour’s carefully drafted formulation was also studiously vague – a diplomatic “fudgerama” in the words of the current foreign secretary, Boris Johnson. It neither defined the legal meaning of a “national home” nor promised to create a Jewish state. And that vagueness encouraged Palestinians to hope that Britain’s policy would not be pursued. Chaim Weizmann, the Russian-born Zionist leader whose charm and assiduous lobbying were instrumental in securing the declaration, was disappointed with its final wording. “I did not like the boy at first,” he wrote. “He was not the one I had expected. But I knew this was a great event.”
The key fact was that the world’s greatest power had given a massive boost to the Zionist movement 20 years after its birth – against the background of Russian pogroms and the Dreyfus affair in France. In a mood that is often described as “messianic”, Balfour was hailed as a “new Cyrus” – the Persian king who liberated the Jews from their Babylonian exile in the sixth century BC. “There was a great stirring of the dry bones of Israel,” one Zionist wrote, “as if in realisation of the prophetic vision of Ezekiel.”
The Manchester Guardian gave the declaration an effusive welcome. CP Scott, its editor, had introduced Weizmann to Lloyd George; his editorial invoked the memory of the recent massacres of the (Christian) Armenians by the (Muslim) Turks, as well as reflecting contemporary colonialist assumptions. Jews needed a national home for their security, wrote Scott, calling Balfour “the signpost of a destiny”.
Arabs in Palestine reacted with alarm. The country’s native Jews were predominantly Orthodox, and enjoyed religious autonomy under Ottoman rule. But the demographics of the Jewish community had begun to change with the arrival of the first Zionist settlers from Europe in the 1880s. In 1910, an Arab writer fretted that Jews in Haifa were starting to interact exclusively with their own community. “Establishing a Jewish state after thousands of years of decline … we [Arabs] fear that the new settler will expel the indigenous and we will have to leave our country en masse. We shall then be looking back over our shoulder and mourn our land as did the Muslims of Andalusia,” Abdullah Mukhlis warned in a remarkably prescient article. “Palestine may be endangered. In a few decades it might witness a struggle for survival.”
The new reality of British rule arrived on 11 December 1917, when General Sir Edmund Allenby walked through the Jaffa Gate into Jerusalem’s Old City. “Palestine is Arab”, a newly created nationalist association declared. “Its language is Arabic. We want to see this formally recognised. It was Great Britain that rescued us from Turkish tyranny and we do not believe that it will deliver us into the claws of the Jews. We ask for fairness and justice. We ask that it protect our rights and not decide the future of Palestine without asking our opinion.”
That 1917 pledge – known to posterity as the Balfour declaration – had fateful consequences for the Middle East and the world. It paved the way for the birth of Israel in 1948, and for the eventual defeat and dispersal of the Palestinians – which is why its centenary next month is the subject of furious contestation. After 100 years, the two sides in the most closely studied conflict on earth are still battling over the past.
Controversy dogged the declaration from the moment that Arthur Balfour, then foreign secretary, sent it to Lionel Walter, Lord Rothschild, who represented the British Jewish community. Its 67 words combined considerations of imperial planning, wartime propaganda, biblical resonances and a colonial mindset, as well as evident sympathy for the Zionist idea – embodied in the famous commitment to “view with favour the establishment of a national home for the Jewish people” in the Holy Land. It ended with two important qualifications: first, that nothing should be done to prejudice the “civil and religious rights” of Palestine’s “existing non-Jewish communities.” And second, that the declaration should not affect the rights and political status of Jews living in other countries.
This contested anniversary is a dangerous minefield for May’s embattled government. The prime minister has said she is looking forward to it – although the London dinner, as all those involved are anxious to emphasise, is deliberately being hosted not by her, but by the current Lords Rothschild and Balfour. In addition to the two prime ministers and other political heavyweights, invitees include the historian Simon Schama, who will deliver a public lecture on the subject the day before. Scores of other events are being organised by Jewish communities across the UK. Christian Zionists, who believe in the unerring power of biblical prophecy, are to celebrate at the Albert Hall under the slogan “Partners in this Great Enterprise”.
The new reality of British rule arrived on 11 December 1917, when General Sir Edmund Allenby walked through the Jaffa Gate into Jerusalem’s Old City. “Palestine is Arab”, a newly created nationalist association declared. “Its language is Arabic. We want to see this formally recognised. It was Great Britain that rescued us from Turkish tyranny and we do not believe that it will deliver us into the claws of the Jews. We ask for fairness and justice. We ask that it protect our rights and not decide the future of Palestine without asking our opinion.”Advertisement
British officials ignored such appeals, though some quickly recognised what was happening. “It is indeed difficult to see how we can keep our promises to the Jews by making the country a ‘national home’ without inflicting injury on nine-tenths of the population,” one wrote in 1920. “But we have now got the onus of it on our shoulders, and have incurred odium from the Moslems & Christians, who are not appeased by vague promises that their interests will not be affected.” In 1922, Balfour’s pledge was incorporated into the League of Nations Mandate for Palestine, setting out the terms for Britain’s administration – what the new body called a “sacred trust for civilisation”. Promotion of Jewish immigration and the revived Hebrew language were key commitments. The word “Arab” did not appear in it.
Early Arab opposition to Zionism was often described as an “unseen question”, and it was frequently suggested that the Palestinians had no national identity before the arrival of the first Jewish settlers. But both the British and Zionists were acutely aware of local objections from the start. “Even if all our political schemings turn out the way we desire, the Arabs will remain our most tremendous problem,” Weizmann’s colleague Harry Sacher worried in June 1917. “I don’t want us in Palestine to deal with the Arabs as the Poles deal with the Jews, and with the lesser excuse that belongs to a numerical minority.” Zionists believed fervently in their “right to national rebirth” in Eretz-Yisrael (“the land of Israel”) – from where their ancestors had been exiled by the Romans in AD70. Earlier efforts to secure recognition from the Turks had failed. Balfour mattered because the alliance with Britain allowed them to exercise that right. And there was wider support – contrary to Koestler’s clever “one nation” quip – from the US, France, and Italy.
The League of Nations mandate, five years after Balfour, provided the first international legal framework for Zionist ambitions – ignoring Palestinian objections and setting a pattern that would be repeated in the future. Britain’s recognition also helped the Zionist movement evolve from an insignificant minority in world Jewry to one that attracted growing sympathy. Objections by Jews to Zionism started to fade once the mandate was in place – though it took the horrors of the second world war for them to all but disappear. Arab opposition never weakened.
Balfour showed no regrets. In 1919 he famously told his cabinet colleague, Lord Curzon, who had expected the declaration to cause trouble for Britain, that “Zionism, be it right or wrong, good or bad, is rooted in age-old traditions, in present needs, in future hopes of far profounder importance than the desires and prejudices of the 700,000 Arabs who now inhabit that ancient land”. This brutally candid display of partiality – “dripping with Olympian disdain” in the words of the veteran Palestinian historian Walid Khalidi – still arouses Arab anger.Advertisement
The aftermath was marked out by sombre milestones, each representing further escalation. Arabs attacked Jews in 1920 and 1921. In 1925 Balfour, now retired, visited Palestine, where he was feted by Jews – who named a new settlement in the Jezreel Valley (Marj Ibn Amr in Arabic) after him. Arabs shunned him. Four years later came new disturbances in Jerusalem: the focus, then as now, was the Haram al-Sharif/Temple Mount, site of the al-Aqsa mosque. The worst bloodshed, though, was in Hebron, where Arabs killed 67 defenceless Orthodox Jews who were not part of the Zionist camp – though that old distinction was rapidly disappearing. Three of the 1929 killers were hanged by the British in Acre jail – and are still hailed in a popular song as “martyrs” to the Palestinian cause.
British officials ignored such appeals, though some quickly recognised what was happening. “It is indeed difficult to see how we can keep our promises to the Jews by making the country a ‘national home’ without inflicting injury on nine-tenths of the population,” one wrote in 1920. “But we have now got the onus of it on our shoulders, and have incurred odium from the Moslems & Christians, who are not appeased by vague promises that their interests will not be affected.” In 1922, Balfour’s pledge was incorporated into the League of Nations Mandate for Palestine, setting out the terms for Britain’s administration – what the new body called a “sacred trust for civilisation”. Promotion of Jewish immigration and the revived Hebrew language were key commitments. The word “Arab” did not appear in it.
Early Arab opposition to Zionism was often described as an “unseen question”, and it was frequently suggested that the Palestinians had no national identity before the arrival of the first Jewish settlers. But both the British and Zionists were acutely aware of local objections from the start. “Even if all our political schemings turn out the way we desire, the Arabs will remain our most tremendous problem,” Weizmann’s colleague Harry Sacher worried in June 1917. “I don’t want us in Palestine to deal with the Arabs as the Poles deal with the Jews, and with the lesser excuse that belongs to a numerical minority.” Zionists believed fervently in their “right to national rebirth” in Eretz-Yisrael (“the land of Israel”) – from where their ancestors had been exiled by the Romans in AD70. Earlier efforts to secure recognition from the Turks had failed. Balfour mattered because the alliance with Britain allowed them to exercise that right. And there was wider support – contrary to Koestler’s clever “one nation” quip – from the US, France, and Italy.
The League of Nations mandate, five years after Balfour, provided the first international legal framework for Zionist ambitions – ignoring Palestinian objections and setting a pattern that would be repeated in the future. Britain’s recognition also helped the Zionist movement evolve from an insignificant minority in world Jewry to one that attracted growing sympathy. Objections by Jews to Zionism started to fade once the mandate was in place – though it took the horrors of the second world war for them to all but disappear. Arab opposition never weakened.
Balfour showed no regrets. In 1919 he famously told his cabinet colleague, Lord Curzon, who had expected the declaration to cause trouble for Britain, that “Zionism, be it right or wrong, good or bad, is rooted in age-old traditions, in present needs, in future hopes of far profounder importance than the desires and prejudices of the 700,000 Arabs who now inhabit that ancient land”. This brutally candid display of partiality – “dripping with Olympian disdain” in the words of the veteran Palestinian historian Walid Khalidi – still arouses Arab anger.
The aftermath was marked out by sombre milestones, each representing further escalation. Arabs attacked Jews in 1920 and 1921. In 1925 Balfour, now retired, visited Palestine, where he was feted by Jews – who named a new settlement in the Jezreel Valley (Marj Ibn Amr in Arabic) after him. Arabs shunned him. Four years later came new disturbances in Jerusalem: the focus, then as now, was the Haram al-Sharif/Temple Mount, site of the al-Aqsa mosque. The worst bloodshed, though, was in Hebron, where Arabs killed 67 defenceless Orthodox Jews who were not part of the Zionist camp – though that old distinction was rapidly disappearing. Three of the 1929 killers were hanged by the British in Acre jail – and are still hailed in a popular song as “martyrs” to the Palestinian cause
On 2 November 1932, by now a familiar date, the Arabic newspaper Filastin devoted its front page to a cartoon picturing Lord Balfour dominating a map of the country, clutching his “calamitous promise”. It displayed “the woes inflicted on Palestine” – the advances of Zionism under the protection of the British, represented by a haughty officer in riding boots and a warship moored off Haifa. It shows Jewish immigrants striding energetically towards Tel Aviv, passing a glum-looking Arab peasant family on a camel, evicted from their land and plodding towards the desert. The scenery is dotted with factories, mechanised agriculture and bustling public works – all Jewish achievements. In the corner stand Arab men in European suits and tarbushes, arguing (presumably ineffectively) about the transformation they are witnessing. Sir John Chancellor, British high commissioner until shortly before, reflected that Balfour had been “a colossal blunder”. Events elsewhere, however, were soon to mean that it was too late to do very much about it.Advertisement
In the mid-1930s, with the spread of antisemitic legislation in eastern Europe and Hitler’s rise to power, came a massive wave of immigration – of refugees who were also settlers – doubling Palestine’s Jewish population. In the wake of the Arab rebellion in 1937 – Balfour’s 20th anniversary – Britain’s Peel Commission, which was established to look at the cause of the violence, acknowledged the “irreconcilable aspirations” of the two peoples. It proposed partitioning the country into Jewish and Arab states, but retreated from the idea as a new war approached. Only in 1939 did Britain change policy, severely restricting Jewish immigration and land sales, and promising Palestinian independence. “The framers of the Mandate in which the Balfour Declaration was embodied could not have intended that Palestine should be converted into a Jewish State against the will of the Arab population,” stated that year’s white paper. “His Majesty’s government … now declare unequivocally that it is not part of their policy that Palestine should become a Jewish state.” The Jews, outraged, rejected this – many now viewing the British as their enemy. But so, foolishly, did the Arabs, missing a last chance to salvage something from what the Palestinian historian Rashid Khalidi has called the “iron cage” of the mandate and the wreckage of the preceding two decades.
By the declaration’s 30th anniversary, in November 1947, in the wake of the Holocaust, public opinion outside the Arab and Muslim world backed the creation of a Jewish state. Even as the Royal Navy was turning back Jewish refugees trying desperately to reach the shores of Palestine, and Irgun and Stern Gang terrorists were targeting the British, the Jewish population had reached a third of the total. In the US in particular, Zionists were seen as progressives, fighting both British imperialism and its reactionary Arab lackeys. In those early cold war days, the US and USSR both supported that month’s UN plan to partition the country into separate Jewish and Arab states. It was rejected by the Palestinians, because they refused to surrender to what they saw as foreign settlers who had transformed the country while ignoring them. It was another error – though arguably an understandable one. Israel’s independence became the Palestinians’ catastrophe – the Nakba – in which half the country’s Arabs were driven out or fled. Arab Palestine was erased by Israel and Jordan. The UN’s decision would not have taken place without the British one in November 1917. Balfour remains a byword for the legitimacy of Zionism, and for the calamity that it brought the Palestinians. It is hard to imagine that changing.
Preparations for the centenary have posed a difficult challenge for the British government. It continues to emphasise support for a two-state solution to the conflict, a position that dates back to the late 1980s, though its roots can be traced to 1967, when Balfour’s jubilee was overshadowed by the six-day war. Israel’s stunning feat of arms that year meant that all of Mandatory Palestine – as well as the Egyptian Sinai peninsula and Syria’s Golan Heights – was re-reunited under its rule. Military victory, though, turned out to be the easy part.
The timing created a neat and thought-provoking link between two towering historical landmarks: the first political triumph of Zionism, and the beginning of an occupation that would, over the years, undermine it and threaten to isolate Israel. “If the Balfour declaration represents the moment the goal of Jewish statehood first gained formal international recognition and legitimacy, 1967 was the moment when the recognition and legitimacy started to ebb, gradually giving way to 50 years of growing unease,” Jewish-American journalist JJ Goldberg wrote this summer. “Put differently, the Balfour declaration launched a diplomatic process that led to an international embrace of what had been up to then a crazy dream of Jewish national rebirth. The six-day war touched off a series of events that may yet end in the dream’s demise.”
It was then that the Palestinians, remembered since 1948 only as “Arab refugees,” returned to centre stage. Resistance to occupation or terrorist acts such as the Munich Olympics massacre of 1972 made headlines. Sympathy for them grew with the Lebanon war of 1982. But the Israelis were only seriously challenged in 1987, by the first intifada – the “war of the stones” – when the world saw Palestinian children confront Israel’s armed might. That was followed by Yasser Arafat’s unilateral declaration of Palestinian independence, which paved the way for the 1993 Oslo agreement. Oslo was killed off – after the assassination of Yitzhak Rabin – by settlement expansion, bad faith, suicide bombings and a second, armed intifada that erupted disastrously after the collapse of the Camp David summit in 2000. Arafat’s death in 2004 marked a nadir for the Palestinian cause. Little has changed since he was succeeded by Mahmoud Abbas, though the Hamas takeover of Gaza in 2007 was deeply divisive. In 2012, when Abbas secured UN observer status for Palestine, the UK refused to follow the 136 other countries which had recognised it, standing loyally by the US.
Last year the government’s initial public line, after nervous consultations in Whitehall, was awkwardly defensive: Britain would simply “mark”, not “celebrate”, Balfour because the declaration was flawed in not backing political rights for Arabs as well as Jews. But Britain would not apologise. To do so, ministers told Manuel Hassassian, the Palestinian ambassador, would open a Pandora’s box of demands about Cyprus and Kashmir and other festering imperial wounds. “It can’t be all bells and whistles to support Israel, but nor can it be complete sackcloth and ashes and let’s hear it for those who would recover Palestine,” one well-placed politician told me. “It’s about finding a line between those two.”
The aftermath of the EU referendum in 2016 brought a small but significant change in Britain’s public stance. May, attempting to think more “globally” after the Brexit vote and Trump’s election victory, criticised Barack Obama’s secretary of state, John Kerry, for his warning that the expansion of Israeli settlements was leading to “one state and perpetual occupation”. Kerry’s remarks followed the passage of UN security resolution 2334, which reiterated that Israeli settlements were illegal under international law – and which was backed by the UK and, unusually, not vetoed by the US. That was widely seen as a frustrated Obama’s parting shot and an attempt (so far in vain) to “Trump-proof” US policy.
May was scorned for trying to curry favour with the incoming president. Soon afterwards she invited Netanyahu to London for the Balfour centenary, and added that Britain would mark it “with pride” – two words that attracted disproportionate attention, as ever with this most sensitive of subjects. And that remains the current official mantra – albeit muttered sheepishly by embarrassed FCO officials.
The official UK response to the demand for a Balfour apology – which had been supported by 13,600 people who signed a petition to parliament – was released this April. “We are proud of our role in creating the state of Israel,” it said. “Establishing a homeland for the Jewish people in the land to which they had such strong historical and religious ties was the right and moral thing to do, particularly against the background of centuries of persecution.” Alistair Burt, minister for the Middle East, has quietly compromised since then by talking of “pride and sadness”.
Brexit also killed off the ongoing investigation by the Commons foreign affairs committee into UK policy towards the conflict. The FAC, as the rules require, was dissolved along with parliament when the election was called. Its chairman, Crispin Blunt, had hoped to publish his report on 2 November – for symbolic reasons – and had been expected to challenge government positions. Blunt was unpopular with Israel and its supporters. His replacement, Tom Tugendhat, is far closer to Israeli views and emphasises wider regional instability. The Arab spring and its bloody aftermath, he has suggested, “showed that the Israeli-Palestinian conflict doesn’t matter”. There is said to be “no appetite” to reopen the FAC investigation on his watch.
Sir Vincent Fean, the former British consul-general in East Jerusalem, and a supporter of the Balfour Project, never believed that an apology for Balfour was worth pursuing, preferring to call for UK recognition of Palestine. “Recognition means that when Abbas or whoever comes after him next applies to the UN for full membership, the UK will vote yes,” he argues. “That will put us in a different part of the forest from the US, and it does strengthen the argument that there should be consequences for breaches of international law. It could cause other EU members to think hard about doing it, too.” Foreign Office officials insist, however, that recognition will not happen until or unless it can help advance peace – leaving unsaid that a decision of that magnitude is, of course, for Washington to make. Still, resentment at the UK attitude may yet produce a pre-centenary parliamentary statement that at least reiterates support for a Palestinian state alongside Israel.
………”It would be an offence against the principles of elemental justice if these innocent victims of the conflict were denied the right to return to their homes while Jewish immigrants flow into Palestine, and, indeed, at least offer the threat of permanent replacement of the Arab refugees who have been rooted in the land for centuries’
[18]DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN ”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population. ”BTSELEM.ORGSETTLEMENTS
DIRK VAN DEN BROEK EN DE ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN/HET BLOEDGELD VAN DIRK VAN DEN BROEKBRIEF!!
ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN IN DE BEZETTE PALESTIJNSEGEBIEDENILLEGAAL VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
AANDIRK VAN DEN BROEKDIRECTIE EN MANAGEMENT Onderwerp:Herhaalde verkoop van Israelische bloeddadels
Geachte DirectieGeacht Management Als men EEN keer in de fout gaat en zijn leven betert [u kent het wel ”’liever ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald” [1] kunnen ik en waarschijnlijk anderen, die onrecht willen aanpakken, dat nog wel vergeven.Maar als blijkt dat men er niets van leert, zeker als het ernstige fouten zijn, en er gewoon vrolijk mee doorgaat, wordt het een heel ander Verhaal!
En dat laatste is met u het geval.
En niet zomaar ”een fout”, maar een Bloedfout!Ja, waarde Directie en Management:U hebt Bloed aan uw Handen. Want bezetting, onderdrukking, oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen,basis schendingen van het Internationaal Recht, basisschendingen van het universele recht op vrijheid, laten u kennelijk geheel onverschillig.Nou moet u dat lekker zelf weten, maar het wordt een hele andere zaak als u aan dit schreeuwende onrecht geld verdient!Dan neem ik u, en naar ik hoop heel veel andere mensen, te grazen!
WAT IS ER AAN DE HAND?/HADIKLAIM IS ER AAN DE HAND……. Ondanks meerdere acties om u hiervan af te brengen [2], gaat u door met de verkoop van dadels van het merk Bomaja van het Israelische bedrijf Hadiklaim. [3]Nu vind ik sowieso, dat Israelische producten niet thuis horen in Nederlandse supermarkten, vanwege de nu al 53 jaar durende bezetting van de Palestijnse Gebieden [in juni wordt het 53 jaar, maar ik heb niet de illusie, dat Israel over een maand de Bezette Gebieden ontruimt] [4] Maar er is hier nog meer aan de hand dan dat we hier te maken hebben met een fout Israelisch bedrijf. WAT IS HIER AAN DE HAND?/BEDRIJF HADIKLAIM/CONNECTIES MET DE ILLEGALE NEDERZETTINGEN Zoals ik al schreef:Zaken doen met Israelische bedrijven vind ik om principiele redenen onjuist. [5]Zaken doen met Israelische bedrijven, die hun tentakels uitbreiden naar de in bezet Palestijns gebied gebouwde nederzettingen, een misdaad! Bedrijf Hadiklaim, waarmee u zaken doet, IS een bedrijf, met vestigingen in de Israelische nederzettingen. [6] En zoals u weet, of althans hoort te weten, zijn die in bezet Palestijns gebied gebouwde nederzettingen in strijd met het Internationaal Recht [7] Keer op keer heeft ook de EU de illegaliteit van die nederzettingen bevestigd, [8], wat wordt ondersteund door de Nederlandse regering. Maar niet alleen zijn die nederzettingen pure landdiefstal, ook maken velen van die kolonisten zich voortdurend en structureel schuldig aan geweld tegen de bezette Palestijnse bevolking.Lees er de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem maar op na! [9] VN EN HADIKLAIM En dit ter uwer informatie:Onlangs heeft de VN [haar Mensenrechtenkantoor] een lijst gepubliceerd van bedrijven, die vestigingen/economische banden hebben met de illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied. [10]Hadiklaim kunt u aantreffen op nummer 41 [11] Moet ik hier nog meer aan toevoegen?Ik dacht het niet!
CONCLUSIE Duidelijk is, dat u ondanks alle aan u verstrekte infornmatie en eerdere waarschuwingen [12] gewoon doorgaat, zaken te doen met een bedrijf, dat vuilere handen dan vuil maakt door te verdienen aan landroof, landdiefstal, intimidatie en geweld.Want dat is het geval als een bedrijf zaken doet met illegale nederzettingen, gebaseerd op bezetting, onrecht en mensenrechtenschendingen. Geld, dat zo is verdiend is BLOEDGELD! Supermarkten zoals de uwe, die producten van een dergelijk bedrijf verkopen, zijn handelaren in BLOEDGELD. Het is u meerdere malen duidelijk gemaakt [13]TOCH gaat u ermee door. Dus nogmaals: Ik vraag van u, neen EIS van u, dat u per direct stopt met de verkoop van bloeddadels van het bedrijf Hadiklaim.PER DIRECT ja. En reken er maar op, dat ik en anderen u op de huid blijven zitten, als u hieraan geen gehoor geeft. Leer van deze Oproep, die hopelijk door vele anderen wordt gedaan. Ik reken op u. Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam NOTEN
Het is beter om een fout tijdig goed te maken dan op de ingeslagen weg door te gaan.
BETER TEN HALVE GEKEERD DAN TEN HELE GEDWAALD
[2]
DOC.P
OPEN BRIEF AAN DIRK
8 FEBRUARI 2017
Geachte Dirk,
Diverse klanten van uw supermarkt hebben bij ons geklaagd over de aanwezigheid van Bomaja medjoul dadels in uw supermarkt. De dadels zijn niet voorzien van herkomstaanduiding, en volgens de barcode zou de herkomst Nederland zijn. Voor zover wij weten zijn er geen dadelplantages in Nederland. Wij menen zeker te weten dat Bomaja een merk is van het Israelische bedrijf Hadiklaim, dat dadels exporteert uit de Palestijnse bezette gebieden.
Wij verzoeken u de herkomst van de dadels correct aan te duiden, en zullen het ontbreken van herkomstaanduiding melden bij het Ministerie van Economische zaken en de NVWA. Wij willen u graag informatie geven over de afkomst van uw dadels en andere dadels: https://planteenolijfboom.nl/actueel/2016/6/2/respecteert-jouw-dadel-mensenrechten.
Hadiklaim verkoopt 65 procent van alle Israëlische dadels, en is een Israëlische coöperatie waar plantages in nederzettingen in de Jordaanvallei onderdeel van zijn. De merknamen zijn: * Bomaja, Jordan River, King Solomon, Tamara Barhi Dates, Desert Diamond, Rapunzel, Shams en Delilah. Ze verkopen ook dadels aan supermarkten die ze vervolgens onder hun eigen merknaam verkopen.
Wij willen u dringend verzoeken om de herkomst van de dadels op uw verpakking te vermelden zodat mensen een weloverwogen keuze zouden kunnen maken.
Klanten zijn op de hoogte dat wij u aanspreken op de afkomst en zullen controleren of u hier gehoor aan geeft. Wij zullen zelf ook uw winkels bezoeken en controleren of u aan ons verzoek hebt voldaan.
Op internet zullen wij een voorbeeldbrief plaatsen die burgers naar u kunnen sturen met het verzoek om labeling.
Met vriendelijke groeten,
Benji de Levie, voorzitter docP
EINDE BRIEF AAN DIRK VAN DEN BROEK
”DocP stelt dat Nederland helemaal geen dadels produceert en dat Bomaja een merknaam is van het Israëlische bedrijf Hadiklaim, waarvan is vastgesteld dat het dadels verhandelt uit illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestina. DocP baseert zich mede op documentatie van Stichting Plant een Olijfboom.”
THE RIGHTS FORUM
NEDERLANDSE DADELS UIT ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN
9 MEI 2017
[3]
Wij hebben een onderzoek gedaan naar dadels verkocht door een aantal Nederlandse supermarkten. Helaas troffen wij weer bloeddadels aan, met name van het merk van Bomaja van Hadiklaim
….
…..
”Supermarktketen DIRK van den Broek/DekaMarkt is wat je noemt een recidivist. Reeds in 2017 hebben we actie gevoerd tegen de aanwezigheid van Bomaja dadels bij DIRK. Daarom hebben we Dirk van den Broek/DekaMarkt en de Coöperatieve Inkoop Vereniging Superunie waartoe zij en 12 andere Nederlandse supermarktketens behoren dit jaar uitgekozen voor een emailactie.”
DOC.P
STAAK DE VERKOOP VAN HADIKLAIM BLOEDDADELS!
22 APRIL 2020
[4]
CIVIS MUNDI
ZWEEDSE FOTOGRAAF WINT WORLD PRESS PHOTO 2012.
MISDADEN ISRAELISCHE POLITIEK IN BEELD GEBRACHT
ASTRID ESSED
[5]
CIVIS MUNDI
ZWEEDSE FOTOGRAAF WINT WORLD PRESS PHOTO 2012.
MISDADEN ISRAELISCHE POLITIEK IN BEELD GEBRACHT
ASTRID ESSED
[6]
”Exporter of organic and non-organic dates. The biggest dates’ exporter in Israel.
Some of the company’s dates originate from the occupied Jordan Valley and Dead Sea area. Dates from the Megilot Dead Sea Regional Council – a regional council of settlements in the northern Dead Sea area – are exported solely by Hadiklaim. This regional council includes the settlements of Almog, Beit Ha’arava, Mitzpe Shalem, Kalia and Vered Yeriho. As of 2010, the company also exported dates from the settlements of Patza’el, Messua, Mehola in the Jordan Valley and from the Golan Heights.”
WHO PROFITS
HADIKLAIM-ISRAEL DATE GROWERS COOPERATIVE
Exporter of organic and non-organic dates. The biggest dates’ exporter in Israel.
Some of the company’s dates originate from the occupied Jordan Valley and Dead Sea area. Dates from the Megilot Dead Sea Regional Council – a regional council of settlements in the northern Dead Sea area – are exported solely by Hadiklaim. This regional council includes the settlements of Almog, Beit Ha’arava, Mitzpe Shalem, Kalia and Vered Yeriho. As of 2010, the company also exported dates from the settlements of Patza’el, Messua, Mehola in the Jordan Valley and from the Golan Heights.
As of 2011, some of the organic dates exported by Hadiklaim to various countries in Europe were grown by Zorganika in the Hamra settlement and the Zarzir enclave.
Hadiklaim works with packing houses in Israel and the occupied territories, among them the packing houses in the Tomer, Gilgal and Yafit settlements in the Jordan Valley and in the Beit Ha’arava settlement in the Dead Sea area.The company markets dates under the brand names of Jordan River, Jordan River Bio-Top and King Solomon, and under private labels of supermarket chains. EINDE ARTIKEL WHO PROFITS ”Hadiklaim, Mehandrin and Carmel Agrexco all have operations in Israeli settlements in the West Bank. Hadiklaim and Carmel Agrexco have been accused of using child labour and paying Palestinian workers less than the minimum wage” AL JAZEERAHBOYCOTTING ISRAELI DATES IS WORKING AND WE NEED TO KEEP GOING24 APRIL 2020 https://www.aljazeera.com/indepth/opinion/boycotting-israeli-dates-working-200423103555231.html This Ramadan, make the right choice and do not buy dates from companies that exploit Palestinian land and labour.
Throughout the 1930s, a Zionist settler and founder of the Kinneret kibbutz by the name of Ben-Zion Israeli travelled the Middle East to collect cuttings of palm trees. In many cases, he had to smuggle them illegally out of the countries he visited – Iraq, Persia, Egypt – as they were considered a national treasure and it was forbidden to export them.
Those smuggled cuttings have helped establish large plantations across Israeli territories. Palm groves were planted from the Red Sea in the south along the Dead Sea, and as far as the Sea of Galilee up north, which has given the Israeli date industry its nickname “the industry of the three seas”. Since Israel occupied the Palestinian West Bank in 1967, it has also established date plantations in its illegal settlements in that portion of the Jordan Valley.
This industry is highly exploitative and much of its operations happen in illegal settlements, so its products must be boycotted. Approximately 40 percent of Israeli dates today are grown in illegal settlements. Because of the gruelling work involved in picking dates, Israeli settlers bring in low-paid Palestinian labourers to do the difficult work. Israeli farmers are also known to employ Palestinian children.
Date-picking in the Jordan Valley is a hazardous business. Workers have to climb high ladders and work up there for hours. They are exposed to high temperatures, which put them at risk of heatstroke, and when they get injured, they often are not afforded healthcare or compensation. Workers, including children, are forced to work long hours and fulfil quotas before they are able to go home.
Israeli settlements, which are illegal under international law, not only grow these palm plantations on stolen land using exploited Palestinian labour, but they also divert water resources away from Palestinian villages, leaving them struggling to get water for drinking and irrigation. Under the strain of military occupation, the native Palestinian date industry has found it difficult to compete with Israeli dates flooding the local and international markets.
There are five major Israeli date companies that export to the United States and Europe: Hadiklaim and its brands Jordan River and King Solomon, Mehadrin, Galilee Export, Carmel Agrexco and Agrifood Marketing with its brand Star Dates.
Hadiklaim, Mehandrin and Carmel Agrexco all have operations in Israeli settlements in the West Bank. Hadiklaim and Carmel Agrexco have been accused of using child labour and paying Palestinian workers less than the minimum wage.
It is important to note that if you buy Medjool (Medjoul) dates in Europe or the US, there is a good chance they were grown in a settlement or from Israel proper. Unless it is from a trusted Palestinian source like Zaytoun or Yaffa, you could be eating a date that contributes to the dispossession of the Palestinian people. California dates, such as Orchid Dates and Best Fresh Produce, provide good alternative options as well.
American Muslims for Palestine (AMP) initiated the first-ever nationwide boycott of dates produced in settlements during Ramadan 2012. In coalition with our chapters in New York, New Jersey, Detroit, Minnesota, Chicago, and Sacramento, as well as partners in Washington, DC, and Philadelphia, AMP answered the 2005 Palestinian call for boycott, divestment and sanctions by urging grocery store owners to remove Israeli dates from their shelves.
Since then, tens of thousands of postcards and brochures have been distributed to stores, mosques, and communities nationwide. Consumers have answered the call and the boycott is working.
According to Economic Research Service data provided by the US Department of Agriculture, Israel’s exports of dates to the US have dropped significantly since 2015. Whereas 10.7 million kilogrammes (23.6 million pounds) of Israeli dates entered the US market in 2015-2016, only 3.1 million kilogrammes (seven million pounds) entered the US market in 2017-2018. The boycott is working and it is having a detrimental effect on the Israeli date industry.This Ramadan, make the right choice and boycott dates that exploit Palestinian land and labour and contribute to the oppression of the Palestinian people.
”De Europese Commissie in Brussel wil speciale labels voor producten uit Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Het is de bedoeling dat er daarover nog dit jaar een akkoord komt.”…….”Dat meldde de Israëlische krant Haaretz dinsdag. Het dagblad baseert zich op een brief van EU-buitenlandchef Catherine Ashton aan zeven andere leden van de Europese Commissie. De woordvoerster van Ashton bevestigde dat de commissie bezig is allerlei Europees beleid jegens Israël om te zetten in richtlijnen. Brussel vindt de nederzettingen illegaal.” ADEU WIL LABELS OP PRODUCTEN JOODSE NEDERZETTINGEN https://www.ad.nl/buitenland/eu-wil-labels-op-producten-joodse-nederzettingen~a8660ebb/
De Europese Commissie in Brussel wil speciale labels voor producten uit Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Het is de bedoeling dat er daarover nog dit jaar een akkoord komt.
Dat meldde de Israëlische krant Haaretz dinsdag. Het dagblad baseert zich op een brief van EU-buitenlandchef Catherine Ashton aan zeven andere leden van de Europese Commissie. De woordvoerster van Ashton bevestigde dat de commissie bezig is allerlei Europees beleid jegens Israël om te zetten in richtlijnen. Brussel vindt de nederzettingen illegaal.
De etiketten moeten duidelijkheid scheppen voor consumenten en misverstanden voorkomen. Producten met het etiket ‘Israël’ moeten echt uit dat land komen en niet uit de bezette gebieden.
Misleiding Volgens internationaal recht zijn de nederzettingen illegaal. Brussel wil voorkomen dat consumenten worden misleid door het etiket Made In Israel, dat ook op producten uit de Joodse nederzettingen staat. Producten met het label Israël moeten echt uit dat land komen en niet uit de bezette gebieden.
Nederland is een van de EU-lidstaten die al langer hamert op Europese wetgeving. Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken verdedigde in maart het kabinetsstandpunt in de Tweede Kamer. ‘De Britten en Denen gingen ons al voor. Nederland wil voorkomen dat ten onrechte ‘uit Israël’ staat op producten die niet uit Israël komen’, zei de minister toen.
Brussel zou een niet-bindende richtlijn overwegen. Mogelijk worden wel labels verplicht voor agrarische en cosmetische producten en enkele andere producten uit de nederzettingen.EINDE ARTIKEL AD [9] BTSELEM.ORGAL-MUGHAYIR: SETTLERS ENTER VILLAGE GROVES AND ATTACK FAMILIES
https://www.btselem.org/settler_violence_updates/during-corona-crisis Al-Mughayir: Settlers enter village groves and attack familiesOn 29 March 2020, around 3:30 P.M., three families from the village of al-Mughayir met in a-Dhahrat, north of the village, to have a picnic in the olive groves. The settlement outpost of Adei Ad was built about five kilometers from there. Just after they parked and got out of their cars, the families saw seven settlers, armed with clubs and knives, coming towards them from the settlement.Two of the families managed to flee in the tractor cart of a farmer who was passing by. The settlers started hurling stones at the car of the remaining family, Anwaar (27) and Munzar (34) Abu ‘Alia and their two children, while they were standing next to it. Anwaar, who is four months pregnant, fled on foot at her husband’s insistence. The settlers continued to hurl stones at the car, slashed its tires with knives and demanded the keys from Munzar. When he refused, they grabbed them by force. Abu ‘Alia and his two children fled the scene on foot, leaving car and mobile phone behind. The settlers started to chase them. Abu ‘Alia responded by throwing stones to fend them off and protect his children. [10] UN RIGHTS OFFICE ISSUES REPORT ON BUSINESS ACTIVITIES RELATED TO SETTLEMENTS IN THE OCCUPIED PALESTINIAN TERRITORYhttps://ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=25542&LangID=E
GENEVA (12 February) – The UN Human Rights Office on Wednesday issued a report on business enterprises involved in certain activities relating to settlements in the Occupied Palestinian Territory, in response to a specific request by the UN Human Rights Council, contained in a March 2016 resolution, that mandated the Office to produce a database of business enterprises involved in such activities.*
In an interim report (A/HRC/37/39) presented to the Human Rights Council in March 2018 by the then High Commissioner, Zeid Ra’ad Al Hussein, the UN Human Rights Office noted it had reviewed information that was publicly available, or had been received from a variety of sources, about an initial 307 companies. After further research, the total number reviewed increased to 321. Of these, a total of 206 companies were considered for further assessment.
The report released on Wednesday sets out conclusions following further communications with business entities, as well as a thorough review and assessment of all information available. It identifies 112 business entities which the UN Human Rights Office, on the basis of the information it has gathered, has reasonable grounds to conclude have been involved in one or more of the specific activities referenced in Human Rights Council resolution 31/36.
Of the 112 business entities identified in the report, 94 are domiciled in Israel and 18 in six other States. During the complex process of drawing up the database, the Office consulted the UN Working Group on Business and Human Rights, and held widespread discussions with numerous States, civil society organizations, think tanks, academics and others, as well as having extensive interactions with the companies themselves.
The report makes clear that the reference to these business entities is not, and does not purport to be, a judicial or quasi-judicial process. While the settlements as such are regarded as illegal under international law**, this report does not provide a legal characterization of the activities in question, or of business enterprises’ involvement in them. Any further steps with respect to the continuation of this mandate will be a matter for the Member States of the Human Rights Council, which will consider the report during the Council’s next session, beginning on 24 February.
“I am conscious this issue has been, and will continue to be, highly contentious,” said Michelle Bachelet, the current High Commissioner for Human Rights. “However, after an extensive and meticulous review process, we are satisfied this fact-based report reflects the serious consideration that has been given to this unprecedented and highly complex mandate, and that it responds appropriately to the Human Rights Council’s request contained in resolution 31/36,” Bachelet said.
ENDS
* Human Rights Council resolution 31/36, adopted on 24 March 2016, requested the Office of the UN High Commissioner for Human Rights to produce a report to follow up on the 2013 report of the Independent International Fact-Finding Mission to investigate the implications of the Israeli settlements on the civil, political, economic, social and cultural rights of the Palestinian people throughout the Occupied Palestinian Territory, including East Jerusalem (A/HRC/22/63). The resolution defined the parameters of the current report by reference to ten specific activities listed in Paragraph 96 of the Fact-Finding Mission’s report. Human Rights Council resolution 31/36 was adopted with 32 States in favour, none against and 15 abstentions.** Human Rights Council resolution 31/36 recalls reports of the UN Secretary-General, resolutions of the UN General Assembly and Security Council, an advisory opinion of the International Court of Justice and the opinions of several human rights bodies reaffirming the illegality of the Israeli settlements in the Occupied Palestinian Territory, including in East Jerusalem.
END HET VN RAPPORT REPORT OF THE UNITED NATIONS HIGH COMMISIONER FOR HUMAN RIGHTS DATABASE OF ALL BUSINESS ENTERPRISES INVOLVED IN THE ACTIVITIES DETAILED IN PARAGRAPH 96 OF THE INDEPENDENT INTERNATIONAL FACT-FINDING MISSION TO INVESTIGATE THR IMPLICATIONS OF THE ISRAELI SETTLEMENTS ON THE CIVIL, POLITICAL, ECOMOMIC, SOCIAL AND CULTURAL RIGHTS OF THE PALESTINIAN PEOPLE THROUGHOUT THE OCCUPIED PALESTINIAN TERRITORY, INCLUDING EAST JERUSALEM https://undocs.org/en/A/HRC/43/71
[11] 41. Hadiklaim Israel Date Growers Cooperative Ltd. (g) Israel”
REPORT OF THE UNITED NATIONS HIGH COMMISIONER FOR HUMAN RIGHTS DATABASE OF ALL BUSINESS ENTERPRISES INVOLVED IN THE ACTIVITIES DETAILED IN PARAGRAPH 96 OF THE INDEPENDENT INTERNATIONAL FACT-FINDING MISSION TO INVESTIGATE THR IMPLICATIONS OF THE ISRAELI SETTLEMENTS ON THE CIVIL, POLITICAL, ECOMOMIC, SOCIAL AND CULTURAL RIGHTS OF THE PALESTINIAN PEOPLE THROUGHOUT THE OCCUPIED PALESTINIAN TERRITORY, INCLUDING EAST JERUSALEM https://undocs.org/en/A/HRC/43/71
[12]
DOC.P
OPEN BRIEF AAN DIRK
8 FEBRUARI 2017
[13]
DOC.P
OPEN BRIEF AAN DIRK
8 FEBRUARI 2017
Reacties uitgeschakeld voor Dirk van den Broek en de Israelische nederzettingen/Het bloedgeld van Dirk van den Broek