OPINIEARTIKEL/AANVAL OP BAGATELLISERING WESTERSE SLAVERNIJDOOR HISTORICUS PIET EMMER
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
VOORAF Mijn loyale lezers weten, dat ik recentelijk een stukgeschreven heb, waarin ik de vloer heb aangeveegd met de bagatelliseringvan de Westerse slavernij door emeritus hoogleraar geschiedenis aande Universiteit van Leiden, Piet Emmer [1]Op aansporing van de Opinieredactie van het Dagblad Trouw, dat ikhad aangeschreven [2], heb ik nu dus [maandag 12 juli 2021] een stuk,bestemd voor de Opiniepagina van Trouw geschreven.Of Trouw het publiceert, weet ik natuurlijk niet, maar hierbij dus metu, lezers, mijn Opinieartikel, bestaande uit ongeveer 600 woorden, gedeeldZie onder notenapparaat, onder B Veel leesplezier en tot de Volgende KeerHAHAHA Astrid Essed A NOTEN EN REACTIE TROUW OPINIE REDACTIE[1] HISTORICUS PIET EMMER, WEGPOETSER VAN HET BLOED, DAT AANDE WESTERSE SLAVERNIJ KLEEFTASTRID ESSED30 JUNI 2021 https://www.astridessed.nl/historicus-piet-emmer-wegpoetser-van-het-bloed-dat-aan-de-westerse-slavernij-kleeft/
[Het klopt, dat Trouw het door mij gewraakte artikel van Piet Emmer niet had gepubliceerd, maarde VolkskrantDaarvoor bovenstaande excuusmail naar Trouw Echter, naar aanleiding van mijn abusievelijke mailbrief aan Trouw, reageerde de Opinieredactie Trouw met haar verzoek om een opinie-artikel mijnerzijds Zie de verwijdering van mijn website van de abusievelijke mailbrief aan TrouwZie mijn mailbrief aan de juiste krant, de VolkskrantZie het gewraakte artikel van Piet Emmer in de Volkskrant Mailbrief Aan Trouw[verwijderd] https://www.astridessed.nl/redactie-trouw-u-bent-moreel-medeplichtig-aan-de-bagatellisering-van-de-westerse-slavernij-door-historicus-piet-emmer/
REACTIE TROUW OPINIE OP MIJN MAILBRIEF TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed, Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie
B HISTORICUS PIET EMMER, WEGPOETSER WESTERSE SLAVERNIJ Vanaf het moment, dat ik hem in de collegebanken van de Universiteit van Amsterdam heb horen spreken als gastdocent, heb ik historicus Piet Emmer, gevolgd, sommige periodes intensiever dan andere.Wat daarbij opviel was niet het feit, dat Emmer betoogde [tijdens dat gastcollege], dat de toenmalige Republiek der Verenigde Nederlanden [via zijn kooplieden, andere belanghebbenden en de VerenigdeWest Indische Compagnie] niet zoveel aan slavenhandel/slavernij verdiend had als men wel zou denken [dat had waar kunnen zijn, al werd het later door wetenschappelijk onderzoek ontkracht], maar het feit, dat Emmer op dat aspectzodanig de nadruk legde, dat het verdacht veel leek op bagatellisering vande Westerse slavenhandel en slavernij.Het leverde hem dan ook, in genoemd gastcollege, maar ook later, veelkritiek op.Als hij het daarbij gelaten had ik dit stuk waarschijnlijk niet geschreven,maar niet alleen bleef Emmer in de loop der jaren de minder grote profijtelijkheid van slavernij en slavenhandel verdedigen, maar hij ging verder op de bagatelliseringstoer, tot nog in juni 2021, in een in de Volkskrant verschenen stuk ”Wie een beperkte blik op de slavernij wil, spoede zich naar het Rijksmuseum”, waarin hij kritiek ventileerde op de zijns inziens ”eenzijdige” slavernijtentoonstelling in het Rijksmuseum.Daarin kwamen oude Emmer stokpaardjes naar boven:Zo schrijft Emmer, dat in de tentoonstelling ”hedendaagse morele oordelen”werden losgelaten op de beoordeling van de slavernij, terwijl er reeds in de 17 e eeuw verzet van dominees tegen slavernij en slavenhandel was.Ook haalt Emmer er de Gouwe Ouwe bij, dat ook Afrikanen en Arabieren zichschuldig maakten aan slavernij en slavenhandel en daarbij witte slavenhandelaren ondersteunden in het vangen en roven van Afrikanen.Op zich waar, maar, zo vraag ik mijzelf af: Wat wil Emmer daarmee beweren?Dat, omdat ook Afrikanen en Arabieren zich onledig hielden met de misdaad slavernij, daarmee de Westerse slavernij minder ernstig was?Mijn veronderstelling wordt bevestigd door Emmer zelf, die in het genoemdeVolkskrant stuk opmerkt: ”Deden hun Arabische en Afrikaanse collega’s dat[het maken van slaven tot object] dan niet? Kun je de Europeanen verwijten, dat ze steeds meer kindslaven kochten?”Doorredenerend zijn de liquidaties, die worden toegeschreven aan crimineel Redouan T minder erg, omdat andere topcriminelen ook liquideren….Emmer noemt ook de mensonterende omstandigheden van de landarbeiders in Drenthe, die, in tegenstelling tot slaven, die dat wel kregen, geen huisvesting,moestuin en doktershulp hadden.Natuurlijk waren de omstandigheden van Drentse landarbeiders mensonterend,maar moet ik uitleggen, dat een dergelijke vergelijking schaamteloos is?Dat niet alleen slaven geen loon ontvingen, in tegenstelling tot het [weliswaar schamele] loon van landarbeiders, maar het fundamentele aan slavernij, dateen slaaf eigendom van zijn meester was, een Ding, dat kon worden gekocht enverkocht, zonder zeggenschap over zijn/haar leven?Dat zijn/haar kinderen konden worden verkocht zonder enige invloed van de slaaf daarop, in tegenstelling tot arme Drentse landarbeiderskinderen, die Emmer ook noemt?Niet alleen de vergelijking is absurd, maar de morele laagheid om onderdruktegroepen zo tegen elkaar uit te spelen.Het meest bizarre is nog, dat Emmer in een onderzoek de ruimte op slavenschepen vergeleek met die van landverhuizers op weg naar de Verenigde Staten [19e en begin 20e eeuw] en de ruimte, die er nu is in de economy class’ van een vliegtuig.Alsof vrije landverhuizers, hoe arm ook, alsof, nog bizarrer, toeristen, op wegnaar een vakantiebestemming, geketend worden vervoerd, gekocht worden ofverkocht?Sinds de 70 er jaren, toen Emmer zijn bagatelliseringstoer startte, tot 2021,heeft hij niets moreels bijgeleerd.Wordt het niet tijd, dat alle media deze apologeet vande misdaad tegen de menselijkheid, die slavernij heet, gaan weren? Astrid EssedAmsterdam
EINDE OPINIESTUK
Reacties uitgeschakeld voor Opinieartikel/Aanval op bagatellisering Westerse slavernij door historicus Piet Emmer
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
[[Deze mailbrief is tevens cc gestuurd aan de heer Piet Emmer, emeritus hoogleraar, Universiteit Leiden, het Rijksmuseum en de kranten AD en ElsevierMagazine, omdat ook zij historicus Piet Emmer een podium gegeven hebben voor zijn bagatellisering van de Westerse slavernijZie in onderstaande brief, noot 7] AANREDACTIE DAGBLAD DE VOLKSKRANTOnderwerp: Uw facilitering van slavernij apologeet Professor EmeritusP. C. Emmer, Universiteit Leiden ”””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]” http://www.shakespeare-online.com/plays/macbeth_5_1.html
Geachte Redactie, Zoals u hebt kunnen lezen, begin ik mijn aanklacht tegen u [want dit is niet meerof minder dan een aanklacht] met een citaat uit William Shakespeare’s onvergetelijke toneelsruk/tragedie MacBeth [1]:””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen” [2],want dat is het Leitmotiv van mijn brief/aanklacht tegen uw publicatie vaneen artikel van genoemde Professor [vanaf nu voor het gemak ”de heer Emmer” of ”Emmer” genoemd], dd 22 juni jongstleden: ”Wie een beperkte blik op de slavernij wil, spoede zich naar het Rijksmuseum” [3] Want de heer Emmer heeft zich kennelijk van meet af aan [ooit heeft ondergetekende in de jaren zeventig een van de eerste hoor/gastcolleges bij hem gevolgd, aande Universiteit van Amsterdam, hetgeen tot veel commotie leidde] als Levensdoel gesteld, de Westerse slavernij, oftewel de transatlantische slavenhandel [4] en de daaruit voortvloeiende slavernij in de Amerika’s, opalle mogelijke manieren en drogeredenaties, op zijn vriendelijkst gezegd,te bagatelliseren.Over het inhoudelijke, waarvoor uw krant, door hem een podium te geven, moreel medeverantwoordelijk bent, kom ik zo te spreken. HOOR/GASTCOLLEGE IN DE JAREN 70]Eerst over dat gewraakte hoor/gastcollege uit het verleden, waarbij ondergetekende aanwezig was:De heer Emmer betoogde, dat de slavenhandel voor de toenmalige Republiek der Verenigde Nederlanden lang niet zo profijtelijk was, als was aangenomen [5],waarop een storm van kritiek losbarstte.Uit later onderzoek bleek, dat de winstmarge [nu ruimer berekend] groter was dan de heer Emmer had beweerd. [6]Maar de toenmalige kritiek op Emmer was niet zozeer zijn lage inschattingvan de profijtelijkheid, maar de nadruk, die hij daarop legde, waarbij de bagatellisering van deze misdaad tegen de menselijkheid om de hoek kwam kijken.Die neiging tot bagatellisering ben ik in een aantal andere publicaties/interviews ook tegengekomen, want niet alleen uw krant [eerlijkheid gebiedt dat te zeggen], maar ook andere media hebben Emmer in de loop der tijden ruim baan gegeven. [7] ARTIKEL EMMER ”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM’ En dan nu het in uw Dagblad geplaatste artikel van Emmer, tevens dereden van deze Brief:”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM'[8] Op dit artikel heeft ondergetekende een stevige kritiek geschreven, die uonder noot 9 kunt [moet zelfs, wil u mijn als hierop volgende korte samenvatting kunnen begrijpen en controleren op bronnen/feiten] lezen: SAMENGEVAT: In een AD artikel [10][dat echter naadloos aansluit bij zijn opvattingen inhet door u gepubliceerde artikel], bagatelliseert Emmer de slavernij/slavenhandel, doorde misdadige omstandigheden van de slavenhandel te vergelijken [qua ruimte]met de vrije overtocht, per vliegtuig/economy class, van vrije migranten, doorhet slavenhandel transport te vergelijken met de overtocht van landverhuizers naar de VS, die, hoe slecht de omstandigheden vaak ook, een overtocht van vrije mensen was, die niet geketend waren, wier vrouwen niet werden verkrachtdoor de bemanning.Die niet gekocht en verkocht werden bij aankomst in de VS. Emmer heeft in uw Volkskrant artikel de guts, de slechte omstandigheden van een Drents landarbeiderskind [dat hoezeer verpauperd ook, niet kon worden gekochten verkocht te vergelijken met die van een slavenkind in de Amerika’s. [12] Verder verwijst hij bij de Westers-Europese rooftochten van Afrikanen naarde rol van de Afrikaanse slavenhalers in opdracht van de blanken, de Arabischeslavenhandelaars, de Afrikaanse slavernij.Op zich juist, maar hij gebruikt deze eveneens huiveringwekkende zaken, omde rol van de Europese handelaars [in wier opdracht de slaven immers geroofd waren] te bagatelliseren. [13] BEWIJS?Emmer schrijft in zijn artikel o.a.”Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?” [14]Ja, Redactie, de zin staat er ECHT:”Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?” [15] En een dergelijke apologeet van slavenhandel en slavernij, die de ruimte op stinkende slavenschepen [16]met droge ogen vergelijkt met de volgens hem zo krappe ruimte in de Economy class, die onzin opmerkingenmaakt over ”loon” dat slaven zou worden uitgekeerd in de vorm van eten en kleding [17], die vindt, dat op deze misdaden tegen de menselijkheid geen ”hedendaagse morele oordelen” moeten worden toegepast [18], terwijl hij dondersgoed weet van het 17 eeuwse verzet tegenslavernij [hij noemt het zelf in een ander artikel] [19] Welnu, een dergelijke apologeet hoort niet thuis in uw krant, of welke andere krant ook, als u zichzelf tenminste ”kwaliteitskrant” wilt blijven noemen. Door Emmer’s artikel te hebben gefaciliteerd, hebt u zich, evenals andere media zoals Elsevier Magazine en AD [die deze mail cc ontvangen]moreel schuldig gemaakt aan het verspreiden van de bagatellisering van misdaden tegen de menselijkheid. [20] Dit is een schande.Een grotere schande is het, dat ik u daarop moet aanspreken. Stop hier dus direct mee en verleen geen publicitaire medewerking meer aan schrijfsels zoals van Emmer, die impliciet ofexpliciet, een van de Donkerste Bladzijden van de Westerse Geschiedenis, een Make Over geven. Ik verwacht, dat u mijn dringend verzoek, nee Eis, inwilligt. En excuses aan de nazaten van de tot slaafgemaakten zijn hier zeker op zijn plaats, want u weet waaraan u hebt meegewerkt. En denk er goed aan:””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”[21]
‘”Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”
”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]”
ZIE NOOT 1
[3]
VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021
Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren. De bezoeker krijgt de indruk dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn.
De met veel tamtam aangekondigde en inmiddels geopende tentoonstelling ‘Slavernij’ in het Rijksmuseum typeert de slaven vrijwel zonder uitzondering als zielige underdogs, terwijl veel wetenschappelijke studies van de laatste vijftig jaar keer op keer laten zien dat die gedweeë, sullige ‘Sambo’ zonder initiatief, die alles accepteert en zich naar believen laat straffen, vernederen en uitbuiten, nooit heeft bestaan.
De tentoonstelling documenteert slechts een aantal levensgeschiedenissen van slaven en die beperking verhindert dat er een aantal fundamentele problemen aan de orde komen, zoals de vraag waarom de Europeanen voor hun koloniën slaven uit Afrika en Azië haalden en niet uit hun eigen continent en waarom Afrika en Azië in staat bleken in de loop der eeuwen steeds meer slaven te leveren.
Morele oordelen
Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?
Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren, waardoor de bezoeker de indruk krijgt dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn: ‘In Afrika leefden mensen in de koloniale tijd met de realiteit van mensenhandelaren, nomaden op paarden, die nachtelijke rooftochten organiseerden om mensen te ontvoeren.’
Niet gekoloniseerd
Het Rijksmuseum verzwijgt echter dat Afrika ten tijde van de Atlantische slavenhandel helemaal nog niet gekoloniseerd was en dat de ‘rooftochten’ en ‘ontvoeringen’ dus onmogelijk de Europeanen in de schoenen kunnen worden geschoven.
Tegen alle logica beweert de directeur van het Rijks, Taco Dibbits in het voorwoord van het magazine voor scholieren Slavernij en nu? dat ‘de arbeiders op de plantages niet betaald’ kregen. Zou hij werkelijk geloven dat de plantagebezitters hun voor veel geld gekochte slaven lieten verhongeren?
Beloning
Niets is minder waar. Zo kregen de slaven van de Surinaamse plantage ‘Catharina Sophia’ in de 19de eeuw weliswaar geen geld, maar gemiddeld 94,57 gulden per jaar aan voedsel en 13,58 gulden aan kleding en huishoudelijke artikelen alsmede huisvesting, het gebruik van een moestuin en medische zorg.
In dezelfde tijd verdienden de landarbeiders in Drenthe ongeveer 150 gulden per jaar zonder huisvesting, moestuin en doktershulp. Bovendien wijst de directeur op de Nachtwacht van Rembrandt met daarop een jong kind met een donkere huidskleur en vraagt: ‘En waarom moest hij als kind al werken?’. Is hij niet op de hoogte van het feit dat in Rembrandts tijd en nog velen eeuwen daarna kinderarbeid heel normaal was?
Bezit
Zonder enig bewijs meldt de tentoonstellingsbundel dat slaven geen bezit mochten hebben. Hoe was het dan mogelijk dat sommige slaven zichzelf vrijkochten en waar kwam in het eerste jaar na de vrijverklaring die koopgolf onder de ex-slaven vandaan? Ook beweert de bundel dat slaven niet mochten lezen en schrijven, maar hoe kon de zwarte abolitionist (voorstander afschaffing slavernij, red.) Equiano dan zijn memoires schrijven als hij dat als slaaf niet had geleerd? De slaven waren het eigendom van een ander en ‘daarom kon er juridisch gezien geen sprake van mishandeling of verkrachting zijn’ door de eigenaar.
Waarom zijn er dan processen gevoerd tegen planters, die een slaaf hadden gemarteld of gedood? Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat alleen Afrikaanse handelaren bepaalden hoeveel man-, vrouw- en kindslaven te koop werden aangeboden. Zelfs de plantageklok, die ’s morgens het begin van de werkdag aankondigde, is volgens het Rijksmuseum een symbool van uitbuiting en geweld. Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?
Wie hoopt dat de tentoonstelling hem of haar op de hoogte brengt van de laatste wetenschappelijke inzichten hoeft het Rijksmuseum niet te bezoeken, maar wie zijn stereotiepe opvatting over de slavenhandel en slavernij bevestigd wil zien, komt in het Rijksmuseum ruimschoots aan zijn trekken.
Piet Emmer is auteur van De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop (2021).
EINDE ARTIKEL VOLKSKRANT
[4]
WIKIPEDIA
TRANS ATLANTISCHE SLAVENHANDEL
[5][5] BEVESTIGD IN ONDERSTAAND ARTIKEL:
”De indruk kan ontstaan zijn dat de slavenhandel een essentieel onderdeel van de Nederlandse economie vormde en dat afschaffing van de slavernij de economisch totaal ontwricht zou worden. Volgens P.C. Emmer is die gedachte beslist niet waar. Hij stelt dat de Nederlandse slavenhalers op hun hoogtepunt jaarlijks dertig slavenschepen lieten uitvaren, maar dat deze schepen samen nog geen één procent vormde van de totale koopvaardijvloot, die toen geschat werd op ongeveer vierduizend schepen. Ook voor de werkgelegenheid vormde de slavenvaart geen absolute noodzakelijkheid. Emmer stelt het aantal zeevarenden op slavenschepen op duizend tot twaalfhonderd, en dat in de hoogtijdagen. Als er in ogenschouw wordt genomen dat de werkgelegenheid in de scheepvaart vele malen groter was (volgens Emmer ongeveer 44.700 in 1770) dan vormen de ruim duizend slavenhalers slechts een zeer kleine, haast onbetekende groep.”……….”Maar was de slavenhandel van essentieel belang voor de gehele Nederlandse economie? Met andere woorden: hadden de Nederlanden zonder slavenhandel gekund, bijvoorbeeld als zij als enigen ter wereld een verbod op slavenhandel naleefden? Emmer meent dat de Nederlanden zonder veel moeite van slavernij hadden kunnen afzien. Nederlandse plantages hebben nooit meer dan de helft van de geïmporteerde suiker en koffie geleverd, en dit zou gemakkelijk door het buitenland kunnen worden opgevangen. Daar een groot deel van de Atlantische handel en scheepvaart mogelijk werd gemaakt door de inzet van buitenlandse gastarbeiders, zou het hoogstens betekenen dat er minder gastarbeiders naar de Nederlanden waren gekomen op zoek naar werk” HISTORIENDE NEDERLANDSE SLAVENHANDEL IN DE 17E EN 18 E EEUW http://www.historien.nl/geschiedenis-van-de-nederlandse-slavenhandel/
De Nederlandse slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw wordt over het algemeen als zeer winstgevend omschreven. Maar klopt die stelling ook? Een onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel.
Het Nederlandse handelsverleden wordt dikwijls geassocieerd met de successen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Vuistdikke handboeken zijn verschenen over dit onderwerp en de publicatiestroom over deze roemruchte handelsonderneming is nog lang niet ten einde. De herinnering aan de VOC is in de hedendaagse literatuur nog springlevend, maar de geschiedenis van haar wellicht even roemruchte, op “de West” varende tegenhanger wordt enigszins tekort gedaan. Misschien heeft dit tekort aan aandacht ook te maken met het feit dat deze West-Indische Compagnie (WIC), in tegenstelling tot de VOC, voornamelijk periodes van economische tegenspoed en onzekerheid kende en dat het voornaamste deel van haar handelswaar uit slaven bestond.
Slavenhandel: een winstgevend bedrijf?
De handelssuccessen van de WIC lijken paradoxaal: de slavenhandel was kennelijk niet succesvol genoeg en het lijkt dan voor de hand te liggen om over te gaan op andere “handelswaar”. De WIC deed dit echter niet; de Nederlandse slavenhandel bleef bijna twee eeuwen standhouden, tot uiteindelijk in 1818 ook in de Nederlanden de handel in slaven werd afgeschaft. Er moet dus een goede reden zijn geweest om deze verlieslijdende handel te continueren. Maritiem historicus Willem Flinkenflögel laat in zijn werk “Nederlandse slavenhandel” (1621-1803) de zeventiende eeuwse Zeeuwse arts en slavenkeurder D.H. Gallandat aan het woord. Gallandat stelt “dat er vele bedrijven plaatshebben, die ongeoorloofd zouden schijnen, indien er geen bijzonder voordeel in te vinden was. Getuige hiervan is de slavenhandel, die men alleen door het voordeel dat hij aan de kooplieden toebrengt, van onwettigheden kan vrijspreken”. Maar over welk voordeel voor de kooplieden heeft Gallandat het hier? Ook Flinkenflögel stelt immers dat de koopmanslogica van Gallandat geen stand lijkt te houden tegen de hedendaagse opvatting dat de Nederlandse slavenhandel weliswaar een hardnekkig bestaan leidde, maar in termen van winst niet bijster interessant was. Om de “waarom-vraag” te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk om eerst een uiteenzetting te geven over de vroegste geschiedenis van de WIC.
Oprichting van de WIC
De Brit Jonathan Israel stelt in zijn werk “Nederland als centrum van de wereldhandel, 1585-1740” heel duidelijk dat de Nederlandse zeelieden zich in de beginfase van deze kaperoorlog afzijdig hielden. De Lage Landen waren volgens Israel tegen het einde van de vijftiende eeuw gespecialiseerd in het vervoer van bulkgoederen, zoals de graanhandel op het Oostzeegebied. Graanoverschotten werden naar het Middellandse Zeegebied getransporteerd, waar de Nederlandse zeelieden zout haalden. Dit zout was nodig voor een ander belangrijk Nederlands handelsproduct: haring. De Europese handel verliep voor deze Nederlandse handelaren dermate voortvarend dat er geen behoefte was aan de perikelen met Spanje in bijvoorbeeld het Caribisch gebied.
Rond 1590 ziet Israel een keerpunt. Vanaf die tijd spreekt hij van de hegemonie in de wereldhandel van de Nederlandse stapelmarkt. Dit zou het gevolg zijn van een belangrijke verandering in de oorlog tegen Spanje. De Spanjaarden hadden het embargo tegen de Nederlanders beëindigd omdat zij dringend door de Nederlanders moesten worden voorzien van Baltisch graan en scheepsbenodigdheden, terwijl ze het embargo tegen Engeland in stand hielden. Naast de handel met de Spanjaarden voerden de Zeven Provinciën ook een groot en succesvol offensief uit (1591). De ontstane situatie zorgde voor het aantrekken van een handelselite, waardoor de economie een enorme impuls kreeg.
In 1598 kondigde de Spaanse koning echter strenge maatregelen aan om de zoutafname van de Nederlanders een halt toe te roepen. Vanaf dit moment waren de Nederlandse handelaren genoodzaakt het zout uit het Caribisch gebied te halen. Dit werd door de Spanjaarden zoveel mogelijk bestreden, maar voordat het tot een echt conflict kon komen, zorgde het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) ervoor dat het zout weer in Spanje gehaald kon worden.
Dat de Nederlandse zouthalers na de beëindiging van het Twaalfjarig Bestand kennelijk geen vertrouwen hadden in de Spaanse gastvrijheid blijkt uit het feit dat onmiddellijk na afloop van het Bestand werd overgegaan tot de oprichting van de “Geoctroyeerde Westindische Compagnie”. Omdat de Nederlanden inmiddels weer volop in oorlog waren met Spanje en de kosten voor de vloot zoveel mogelijk gedekt moesten worden, was de WIC genoodzaakt haar inkomsten voornamelijk op oorlogsbuit en kaapvaart te baseren.
De eerste dertig jaar van haar bestaan werd de WIC vooral gekenmerkt door een zeer agressief en expansief beleid om met name het katholiek Spanje en Portugal zo hard mogelijk te treffen. Kaapvaart, in tegenstelling tot zeeroverij door de overheid toegestaan, en gebiedsverovering waren hiervoor de meest effectieve middelen. Volgens Johannes de Laet, die in zijn “Iaerlijck Verhael” de verrichtingen van de WIC beschrijft, werden de Spanjaarden en Portugezen tussen 1623 en 1636 van niet minder dan 547 schepen beroofd.
Van kaapvaart naar slavenhandel
De overstap van kaapvaart naar slavenhandel lag in eerste instantie niet echt voor de hand. Het werd zelfs in de beginjaren der compagnie op calvinistische gronden verworpen. In zijn werk “The Dutch in the Atlantic Slave Trade 1600-1815” haalt Johannes Menne Postma een citaat aan uit het toneelstuk “Moortje”, van de Nederlandse dichter Brederode: “Inhumane custom! Godless rascality! That people are being sold, like horselike slavery. In this city there are also those, who engage in that trade. In Farnabock, but God will know”.
Na de verovering van Recife in Brazilië vond er een ommekeer plaats en werd de slavenhandel al snel begonnen. Deze verandering was mogelijk doordat de commerciële voordelen van de slavenhandel inmiddels volledig duidelijk waren. Volgens de Leidse hoogleraar P.C. Emmer behaalden de Engelsen met hun slavenhandel gemiddelde winstpercentages van zes tot zeven procent. In deze tijd niet bijster veel, in die tijd volgens Emmer volstrekt normaal. Een tweede factor die de slavenhandel niet alleen mogelijk maakte maar zelfs legitimeerde was het feit dat belangrijke theologen de slavenvaart niet langer in strijd achtten met het calvinistische gedachtegoed. Indien er werd gehandeld in niet-christenen, werd de slavenhandel toegestaan.
Nu in principe niets de Nederlandse slavenhandel nog in de weg stond, wilden de slavenhalers zich verzekeren van een regelmatige aanvoer van slaven ten behoeve van de plantages. Om dit te bewerkstelligen werden er plaatsen aan de West-Afrikaanse kust veroverd om als “slaven-inzamelingspunt” te dienen. In 1637 werd Elmina, het grote Portugese slavenhandelbolwerk, door Nederlanders aangevallen en ingenomen. Elmina zou vanaf dit moment tot aan de opheffing van de WIC het hoofdkwartier van de compagnie in West-Afrika zijn. In 1641 volgde een andere Portugese nederzetting, Luanda. De WIC breidde haar macht aan de Afrikaanse westkust gestaag uit, waardoor de slavenhandel pas echt goed op gang kon komen. Dit was ook hard nodig, daar de Nederlanders in Brazilië de op de Portugezen veroverde suikermolens weer in gebruik wilden nemen. De meeste slaven waren echter gevlucht en de toenmalige bestuurder van Nederlands-Brazilië, Johan Maurits van Nassau (1636-1644) werd bedolven onder verzoeken om voor voldoende aanvoer van “levend ebbenhout” te zorgen. Afrikaanse slavenhandelaren haalden slaven uit Dahomey, Angola en andere West-Afrikaanse landen en ruilden ze aan de kust tegen goederen uit de Republiek. De slaven werden vervolgens naar Amerika getransporteerd alwaar ze weer geruild werden tegen tropische producten, die dan weer naar de Republiek vervoerd werden. Deze handel is beter bekend onder de naam “driehoeksvaart”.
Een belangrijke rol was voor Curaçao weggelegd. Dit eiland werd langzamerhand het Nederlandse verzamelcentrum voor slaven. Vanaf Curaçao werden slaven vervoerd naar Spaans Zuid-Amerika en de Franse en Engelse eilanden in de regio. De meeste slaven gingen naar Suriname, dat vanaf 1668 definitief in Nederlandse handen was.
Problemen voor de WIC
Hoewel de slavenhandel onverminderd doorging, kwam de WIC in grote problemen. De compagnie ontketende in de eerste helft van de jaren veertig van de zeventiende eeuw een nieuwe reeks roofovervallen op Spaanse bezittingen in het Caribisch gebied, maar onttrok daarvoor manschappen aan Nederlands-Brazilië. De WIC weigerde ook in te stemmen met een voorgesteld bestand van de nieuwe Portugese koning, nadat Portugal in december 1640 tegen de Spanjaarden in opstand was gekomen en zich had losgemaakt. Een bestand zou immers de gebiedsuitbreiding in Nederlands Brazilië tot stilstand brengen en een einde maken aan de roofovervallen op Portugese schepen. Het bestand werd echter toch gesloten, met als gevolg dat de Portugese suikereconomie in Brazilië weer sterk kon opleven. De concurrentie met de Nederlandse suikerplanters nam sterk toe, waardoor ook de polarisatie tussen de Nederlandse en Portugese planters toenam. Een opstand der Portugezen was het gevolg. Nederlands-Brazilië was verloren. Nadat de rust tussen de Nederlanders en de Portugezen was teruggekeerd werden er verdragen en handelsovereenkomsten gesloten, waardoor de rust tussen deze twee groepen bestendigd werd.Heel anders was de relatie met de Engelsen. De Engelse marine slaagde er keer op keer in om de Nederlandse slavenvaart grote schade te berokkenen.
Op de Afrikaanse kust zaten Nederlanders en Engelsen elkaar enorm in de weg, maar geen van beide partijen wist het tij in het eigen voordeel te keren, wegens gebrek aan manschappen.Afgezien van de buitenlandse concurrentie lag de grootste factor die het monopolie van de WIC aantastte volgens P.C. Emmer in eigen land. Na het faillissement van de WIC in 1674 ten gevolg van het echec in Brazilië, werd in hetzelfde jaar een nieuw octrooi aan de compagnie verleend (ook wel de tweede WIC genoemd). Groot verschil was dat het handelsmonopolie van de WIC niet werd voortgezet. Iedereen die handel wilde drijven in het Atlantisch gebied, kon zijn gang gaan, op voorwaarde dat er een belasting werd betaald aan de WIC. Alleen de slavenhandel bleef een WIC-aangelegenheid. Ondanks dit slavenhandelsmonopolie slaagde de WIC er niet in om winst te maken, zelfs niet met enorme overheidssubsidies. Volgens Emmer had dit te maken met factoren die niets met slavenhandel te maken hadden. Zo werd de tweede WIC opgezadeld met schulden van de eerste WIC en werd een dure, gedecentraliseerde districtsstructuur zonder wijzigingen overgenomen. Bovendien was de tweede WIC ook geen zuivere slavenhandelsrederij. Zij verdedigde ook en aantal forten en koloniën in het Caribisch gebied en Afrika, waarmee enorme kosten gemoeid waren.
De periode van vrije slavenhandel
Ook aan het WIC-monopolie op de slavenvaart kwam een einde. Volgens Flinkenflögel was het WIC-monopolie op de slavenhandel vele planters en reders een doorn in het oog, daar zij het in strijd met de “mare liberum” gedachte achtten. Daarnaast was het in de achttiende eeuw zo dat de vraag naar slaven het aanbod overtrof. Tussen 1730 en 1738 verviel het monopolie van de WIC en werd de vrije slavenhandel een feit. Wat overbleef was dat de vrije slavenhandelaren nu “recognitiegelden” dienden te betalen aan de WIC. Het was het einde van de WIC als transatlantisch slavenexporteur.Met de geleidelijke opheffing van het WIC monopolie op de slavenhandel namen de Zeeuwen met hun “Middelburgse Commercie Compagnie” (MCC) een vooraanstaande rol in wat betreft de Nederlandse slavenhandel. In 1754 had de MCC zo”n belangrijke plaats veroverd op het gebied van de slavenhandel, dat zij niet langer verplicht was de recognitiegelden aan de WIC af te dragen.
Relatie tussen verlies en sterfte
Vanaf 1730, het aanbreken van de periode van vrije slavenhandel, kan met enige zekerheid iets worden gezegd over de rentabiliteit van de Nederlandse slavenhandel. Volgens P.C. Emmer komt dit doordat er vanaf dat moment geen vermenging meer was van overheidstaken en commerciële activiteiten. Emmer stelt echter ook dat een er slechts een beeld te geven is van winst en verlies, aangezien alleen de boekhouding van slechts één slavenhandelsrederij, de MCC, bewaard is gebleven. Zelfs van de WIC is geen enkele complete boekhouding terug gevonden. Postma voegt daaraan toe dat vergelijking moeilijk is doordat elke slavenhandelende natie zijn eigen munteenheid, gewichtseenheden en maten kende. In de Nederlanden waren zelfs twee monetaire systemen: de Zeeuwen gebruikten het Vlaamse pond, de rest van de Republiek hield vast aan de gulden. Daarnaast hanteerden de slavenhandelaren een variëteit aan maateenheden. Op basis van gegevens over de waarde van schepen, gebouwen en andere bezittingen komt Emmer tot een jaarlijks winstpercentage van twee tot drie procent, wat hij normaal acht voor die tijd. Hij stelt echter ook de vraag waarom de directeuren van de MCC hier genoegen mee namen. Immers, het geld had net zo goed simpelweg op de bank gezet kunnen worden. Emmer vermoedt dat de investeerders in de compagnie hoopten op snelle en hoge winsten. Zonder tegenslagen was dat ook vast mogelijk geweest, maar de werkelijkheid was anders. Een aantal slavenreizen van de MCC leverden inderdaad vijftig tot tachtig procent winst op, maar minstens evenveel ondernemingen eindigden met een negatief resultaat. Dit had met name te maken met de hoge sterfte onder de slaven (voor oorzaken, zie tabel 1), waardoor verliespercentages van twintig tot dertig procent vrij normaal waren.
Tabel 1: doodsoorzaken van slaven op slavenschepen in de achttiende eeuw
Het is enigszins vreemd dat de Engelsen, gelet op de winstpercentages, aanzienlijk succesvoller waren in de slavenhandel. Engelse slavenhalers boekten een gemiddeld winstpercentage van zes tot zeven procent, ruim het dubbele van de Nederlanders. Hoe was dit nu mogelijk? Emmer wijst opnieuw op de sterfte onder de slaven. De Engelsen kochten over het algemeen gezondere en conditioneel beter slaven in op de welvarende delen van de Afrikaanse kusten. Ook verzorgden de Engelsen hun slaven beter. Zo hadden de Engelsen een ingenieus luchtverversingssysteem ontwikkeld, tot jaloezie van de Nederlanders.
Vrijman citeert uit een niet nader genoemde bron om de situatie op de Nederlandse slavenschepen te omschrijven:“Vochtig weer en sterken wind belet hebbende de luchtgaten te openen begonnen koortzen en roode loop de negers te plaagen: hun vertrek was zoo ondraaglijk heet, dat ik er maar een oogenblik in konde verblyven. De hitte alleen maakte dit niet onmogelyk; de planken waren zoo met bloed bevlekt dat deze arme menschen als het ware daarin zwommen. Als zy door de ziekte door hun vel en hun vleesch komen, kwynen zy nog enige tyd in die toestand; door het liggen op de planken, waardoor de uitstekende knoken, vooral by de zieken, dikwijls ontveld worden, treed dikwijls koud vuur in, totdat de barmhartige God hen den dood toezend, om dit leven van ellende te eindigen”.
De Engelse schepen beschikten ook over meer scheepsartsen met ervaring in de slavenhandel en deze artsen wisten de sterfte eveneens te beperken. In tegenstelling tot Emmer heeft Vrijman echter juist kritiek op de Engelsen en Fransen en roemt hij de Nederlanders: “Door schade en schande wijs geworden, behandelde de Loffelijke Westindische Compagnie” haar transporten buitengewoon goed, althans in vergelijking met hetgeen de zwarten op de Engelsche en Fransche schepen te verduren hadden..De Edele Compagnie huldigde een gezond koopmansprincipe; een goede behandeling van de koopwaar is de beste waarborg, dat de lading goed geconditioneerd overkomt, met de minste verliezen door sterven, ziekten en anderszins. Vooral op Engelsche schepen kon het bar toegaan. In laatere tijden voeren eenige wel een dokter, maar die was er dan ook naar!”. De beschrijvingen van Vrijman lijken de feitelijke waarheid echter geweld aan te doen.
Neergang van de slavenhandel in de achttiende eeuw
Tegen het einde van de achttiende eeuw kreeg de Nederlandse slavenhandel een enorme klap te verwerken. De planters in Suriname hadden zoveel geld in Nederland geleend, dat zij op een gegeven moment niet langer in staat waren om de rente te betalen, laat staan dat zij bij machte waren om de hoofdsom terug te betalen en velen van hen gingen failliet. De financiële crisis die in 1773 volgde zorgde voor een scherpe terugval in de afname van slaven in Suriname. De reders probeerden de Staten-Generaal te bewegen tot het afschaffen van de belasting op het “uittreden”schepen. De Staten-Generaal stemden in 1789 in, omdat de handel op de West van levensbelang was voor de Nederlandse planters in dat gebied. De Staten-Generaal meende dat de slavenhandel aangemerkt diende te worden als onafscheidelijk van de bloei en voorspoed van de koloniën in de West.
Het aantal uittredingen na 1780 was inmiddels gedaald tot slechts drie tot vier per jaar. Het lijkt dan voor de hand te liggen dat de campagne om een einde te maken aan de slavenhandel juist in Nederland succes zou hebben. Niets was echter minder waar. Juist in Nederland waren in deze tijd nauwelijks protesten te horen tegen de slavenhandel, terwijl er in Engeland vreemd genoeg een effectieve lobby voor de afschaffing van de slavenhandel ontstond. De Nederlanders wilden echter van geen wijken weten en meenden dat de winsten in de slavenhandel weliswaar laag waren, maar dat deze tak van commercie voor de Nederlandse economie van groot belang was.
Het economisch belang van de Nederlandse slavenhandel
De indruk kan ontstaan zijn dat de slavenhandel een essentieel onderdeel van de Nederlandse economie vormde en dat afschaffing van de slavernij de economisch totaal ontwricht zou worden. Volgens P.C. Emmer is die gedachte beslist niet waar. Hij stelt dat de Nederlandse slavenhalers op hun hoogtepunt jaarlijks dertig slavenschepen lieten uitvaren, maar dat deze schepen samen nog geen één procent vormde van de totale koopvaardijvloot, die toen geschat werd op ongeveer vierduizend schepen. Ook voor de werkgelegenheid vormde de slavenvaart geen absolute noodzakelijkheid. Emmer stelt het aantal zeevarenden op slavenschepen op duizend tot twaalfhonderd, en dat in de hoogtijdagen. Als er in ogenschouw wordt genomen dat de werkgelegenheid in de scheepvaart vele malen groter was (volgens Emmer ongeveer 44.700 in 1770) dan vormen de ruim duizend slavenhalers slechts een zeer kleine, haast onbetekende groep.
Vervolgens meent Emmer dat deze marginale aantallen het belang van goederen en slaven die naar West-Afrika en West-Indië werden geïmporteerd en geëxporteerd, kunnen verhullen. Op één of andere manier was dit alles van vitaal belang voor de Nederlandse economie. Hij baseert zijn stelling op een aantal interessante cijfers. Rond 1770 voerden de Nederlanden voor 60 miljoen gulden in uit de buitengebieden. Slechts 20 miljoen kwam echter voor rekening van de VOC. De overige veertig miljoen werd door Afrika en de West geleverd, waarvan de helft direct uit de Nederlandse koloniën kwam. De slavenhandel heeft indirect zo”n vijftien procent van de invoer voor haar rekening genomen. De slavenhandel was derhalve een belangrijke motor van de Nederlandse import en export.
Maar was de slavenhandel van essentieel belang voor de gehele Nederlandse economie? Met andere woorden: hadden de Nederlanden zonder slavenhandel gekund, bijvoorbeeld als zij als enigen ter wereld een verbod op slavenhandel naleefden? Emmer meent dat de Nederlanden zonder veel moeite van slavernij hadden kunnen afzien. Nederlandse plantages hebben nooit meer dan de helft van de geïmporteerde suiker en koffie geleverd, en dit zou gemakkelijk door het buitenland kunnen worden opgevangen. Daar een groot deel van de Atlantische handel en scheepvaart mogelijk werd gemaakt door de inzet van buitenlandse gastarbeiders, zou het hoogstens betekenen dat er minder gastarbeiders naar de Nederlanden waren gekomen op zoek naar werk. Maar dan nogmaals: waarom de invoering en vooral voortzetting van de slavernij, terwijl investeerders hun geld wellicht ook in andere, winstgevende projecten konden steken? Emmer verwerpt deze gedachte met de stelling dat het kapitaal dat in de slavenhandel geïnvesteerd was, niet zo simpel ergens anders onder te brengen was. Ook acht hij het niet als vanzelfsprekend dat de schepen die actief waren in de slavenhandel, dan zomaar op andere routes konden worden ingezet. “In de moderne economie gaan de experts steeds uit van de veronderstelling dat er voor elke economische activiteit wel een alternatief bestaat en dat er steeds sprake is van economische groei. Beide verschijnselen waren in het Nederland van de zeventiende en achttiende eeuw helemaal niet vanzelfsprekend”, aldus Emmer. Bovendien maakten Amsterdamse handelshuizen goede winsten bij het transport en de verkoop van plantageproducten.
Bijzondere belangen van de slavenhandelaars
Hoewel Emmer een plausibele verklaring geeft voor de voortzetting van de slavernij, kunnen er toch kanttekeningen worden geplaatst. Slavenhandel mag dan wel een belangrijke motor voor de in- en export geweest zijn, het was volgens Emmer ook geen absolute noodzaak voor het gezond houden van de Nederlandse economie. De slavenhandelaren leden een financieel onzeker bestaan, waarbij verlies en winst elkaar snel en met grote marges afwisselden. Dat lijkt in ieder geval een weinig aantrekkelijk toekomstbeeld voor deze handelaren. Is het dan werkelijk de goede hoop die velen van hen hadden, dat de slavenhandel op en dag wel die vaste winst opleverde waar velen van hen ongetwijfeld naar verlangden? Of waren er juist andere motieven, om toch zo lang en zo hardnekkig aan de slavenhandel vast te houden. Om deze vragen te kunnen beantwoorden, dienen de werken van Postma en Flinkenflögel ter hand genomen te worden.
Postma geeft in navolging van Emmer eveneens aan dat de slavenhandelaren deels werden gedreven door goede hoop. “Even if an assessment of profitability of individual slaving ventures shows erratic and low financial gains, there was always the gambling mentality to keep slave traders going; the next venture could always be better”. Aangezien zowel Postma als Emmer dit argument naar voren brengen, kan worden aangenomen dat deze ogenschijnlijke naïviteit van de slavenhandelaren een bepaalde rol speelde. Ook zegt Postma dat de slavenhandel niet op zichzelf stond. Het was een onderdeel van een veel groter systeem waartoe ook de plantages, nederzettingen en nationale economie behoorden. Maar dan slaat Postma een andere weg in. Hij stelt namelijk dat “many of the merchants involved in the slave trade also owned plantations in Surinam, and they knew that unless fresh slaves were brought from Africa, their other investment would suffer. This is illustrated by the slaving firm, Coopstad en Rochussen of Rotterdam, and also by repeated requests written by West-Indian planters”. Dit is een zeer belangrijk gegeven. Daar veel planters dus zelf eigenaar van één of meerdere plantages waren en zij dus niet als slavenhandelaren maar als planters afhankelijk waren van de slavenhandel, kan er worden gesproken van eigen belang als belangrijke reden voor het voortzetten van de slavenhandel.
Flinkenflögel voegt daaraan toe dat het niet enkel ging om slavenhandelaren die eigenaars van de plantages waren. De meeste rederijen hadden ook reusachtige kredieten aan plantage-eigenaren verstrekt, en het aanleveren van slaven was zodoende noodzaak, om te voortkomen dat hun onderpand failliet ging. Het lot van de Nederlandse West-Indische plantagekoloniën lag daardoor in handen van Nederlandse geldschieters van wie een aantal tevens slavenhandelaar was. Slavenhandel en plantagebezit waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. De handel in dienstbaren, zoals de slaven ook wel genoemd werden, stond niet op zichzelf, maar was slechts een component van de complexe handel tussen de Republiek, West-Afrika en West-Indië.
Het einde van de slavenhandel
Het begin van het einde van de slavenhandel begon in de jaren zeventig van de achttiende eeuw. Hoewel de slavenhandel eerste jaren nog een hoogtepunt bereikte, bracht de economische recessie van 1773 de activiteiten rond de slavenhandel een zware klap toe. In 1780 tenslotte koos de Republiek openlijk de kant van de Amerikaanse opstandelingen tijdens de Amerikaanse Revolutie. Hierdoor raakte de Republiek in de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) verzeild. Helaas voor de Nederlanders was de Engelse Marine heer en meester op de wereldzeeën en de oorlog had dan ook rampzalige gevolgen voor de Nederlandse slaafvaart. Veel Nederlandse schepen werden door de Engelsen buitgemaakt, het aantal vervoerde slaven daalde drastisch en in 1783 kwam er zelfs geen enkele slaaf aan in West-Indië. De slavenhandel werd echter niet beëindigd. Met het einde van de oorlog met Engeland in 1784 kwam de slavenhandel weer op gang en in 1793 werd zelfs een kleine piek bereikt (tabel 2).
Tabel 2: slavenvervoer 1780 – 1803
Years
From Africa
To Surinam
To Demerara
Other Destinations
Unknown Dest.
Totals imports
1780-1784
5905
1856
840
1334
975
5005
1785-1789
7399
2423
2793
865
6081
1790-1795
9240
3605
1177
1566
2195
8543
1802-1803
1206
1087
1087
Total
23750
8971
4810
2900
4035
20716
Bron: Postma, 285.
Het was slechts een tijdelijke opleving. In 1795 kwam de Republiek, nu de Bataafse Republiek geheten, als bondgenoot van Frankrijk opnieuw in oorlog met Engeland. Vrijwel direct kwam de volledige Nederlandse Atlantische slavenhandel stil te liggen. Na het Verdrag van Amiens (1802) volgde nog een laatste opleving, maar de hervatting van de oorlog in 1803 betekende de doodssteek voor de Nederlandse slavenhandel. Net zoals in de periode 1799-1802 kwamen de Nederlandse plantages onder Brits protectoraat en werden daardoor ook bevoorraad door Engelse slavenhandelaren in plaats van de Nederlanders.
Na de beëindiging van de oorlog in 1815 keerde de rust terug, maar niet de slavenhandel. Net als de Amerikanen hadden de Britten de handel in slaven wettelijk verboden. In principe kon dit de Nederlanders er niet van weerhouden de slavenhandel weer op te pakken. De in 1813 uit ballingschap in Engeland teruggekeerde koning Willem I stemde de Britten gunstig door geen toestemming te geven voor een voortzetting van de slavenhandel. Of dit een humanitaire overweging was, valt moeilijk na te gaan. Tactisch was het in ieder geval wel. In ruil voor het afwijzen van slavenhandel wist Willem I zich te verzekeren van Engelse steun bij de uitbreiding van het Nederlandse koninkrijk en was er grote kans dat de Nederlandse gebieden die tijdens de oorlogen onder Brits protectoraat gekomen waren, weer overgingen in Nederlandse handen.
De Nederlandse slavenhandel werd uiteindelijk in juni 1814, per koninklijk decreet, voorgoed afgeschaft.
Conclusie
De periode van de Nederlandse slavenhandel wordt gekenmerkt door complexiteit. Belangrijk is in ieder geval dat slavenhandel in eerste instantie geen doelstelling van de WIC was, terwijl de WIC vaak onlosmakelijk wordt verbonden met deze handelspraktijken. Slavenhandel ontstond pas toen de economische voordelen (met Engelse en Franse slavenhandel als voorbeeld) en economische noodzaak (arbeid voor de plantages in de West) duidelijk werden.
Duidelijk is ook dat slavenhandel geen zuiver Europese (en later ook Amerikaanse) aangelegenheid was. De Afrikaanse slaven werden immers gekocht van Afrikaanse, inheemse slavenhandelaars. De blanken waagden zich slechts in de kuststreken.
Was de slavenhandel nodig? Achteraf bekeken niet, maar tot in de hoogste regionen van de regering heerste de overtuiging dat het een absolute noodzaak was, om de plantages te voorzien van arbeidskrachten. Emmer heeft uiteengezet dat dit niet nodig was: zonder suiker en koffie van de Nederlandse plantages zou het via de Engelsen geïmporteerd kunnen worden. Ook hoefden de plantages in principe niet afhankelijk te zijn van de Nederlandse slavenhalers: immers, tijdens de perioden van Brits protectoraat werden dezelfde plantages door Britse slavenhalers bevoorraad. Postma heeft echter aangetoond dat de Nederlandse slavenhandel noodzakelijk was omdat slavenhandel en plantage-economie onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Vele slavenhandelaren bezaten plantages en derhalve bevoorraadden ze hun eigen projecten. Hetzelfde geldt voor de rederijen en de kredietverstrekkers. De plantage-eigenaren hebben diep in de schulden gezeten en om de investeringen veilig te stellen, dienden slaven te worden geleverd.
Het einde van de slavenhandel werd voor een groot deel bepaald door externe gebeurtenissen. De oorlogen met Engeland gaven echter de doodssteek. Daar de slavenhandel al lang had stilgelegen en de afschaffing gepaard ging met Britse steun voor de uitbreiding van het Nederlandse koninkrijk alsmede de teruggave van de tijdens de oorlogen verloren gebieden, was de Nederlandse slavenhandel vanaf 1814 voorgoed verleden tijd.
EINDE ARTIKEL
[6]
”Uiteraard was hun doel winst, maar door moeilijkheden aan de Afrikaanse kust, hoge sterfte aan boord (gemiddeld zo’n 20 procent van de menselijke ‘lading’) en verzet van de tot slaaf gemaakten zelf lukte dit lang niet altijd. Piet Emmer komt zelfs tot de conclusie dat de winstmarges verwaarloosbaar waren. Maar onlangs hebben de historici Karwan Fatah-Black en Matthias van Rossum betoogd dat dit oordeel vooral gebaseerd is op een extreem beperkte definitie wat gerekend moet worden tot de ‘winst’ van de slavenhandel. Zij berekenden de ‘bruto-marge’ van de slavenhandel – de verschillen tussen de inkoopprijs en verkoopprijs voor de honderdduizenden verhandelde mensen. Een deel van die marge kwam als winst in de boeken van handelsmaatschappijen als de WIC en de MCC, maar de rest van die marge verdween niet in de lucht. Ze vulde de zakken van de toeleveranciers en scheepsbouwers, van geldschieters en andere tussenpersonen.”
SLAVERNIJ, EEN BLINDE VLEK IN DE GESCHIEDSCHRIJVING
Op 1 juli 1863 schafte Nederland als een van de laatste Europese landen bij wet de slavernij af in Suriname en de Antillen. Dit jaar wordt de afschaffing herdacht door middel van tentoonstellingen, herdenkingen en een groot aantal nieuwe publicaties. Maar de overheersende trend in de Nederlandse geschiedschrijving is nog altijd om het belang van slavenhandel en slavernij te bagatelliseren. Historicus Pepijn Brandon legt deze trend kritisch onder de loep.
De aandacht in de Nederlandse historische kringen en in de media voor het slavernijverleden is het resultaat van een lange strijd tegen misschien wel de grootste witwasoperatie in de Nederlandse geschiedenis. De nauwe band tussen Nederlandse rijkdom en de trans-Atlantische slavernij werd lange tijd verhuld achter een scherm van stilzwijgen. De ‘koopmansgeest’ van blanke handelaren – of zelfs hun ‘VOC-mentaliteit’ – werd gepresenteerd als de bron van de Nederlandse welvaart. Dat een deel van hun handel was gebouwd op het werk van zwarte Afrikanen in ketenen was weliswaar bekend, maar had in de oude canon van de Nederlandse geschiedenis nauwelijks een plek.
De nogal verlate ‘ontdekking’ van de slavernij door Nederlandse historici heeft er echter tot nu toe niet toe geleid dat er aan het slavernijverleden ook recht wordt gedaan. In plaats van een scherm van zwijgen is in de afgelopen vijftien jaar zorgvuldig gebouwd aan een scherm van bagatellisering. De belangrijkste gangmaker achter deze visie is de Leidse historicus Piet Emmer, die met zijn De Nederlandse slavenhandel in 2000 een veel verkocht publieksboek schreef dat helaas nog altijd de toon zet in het Nederlandse debat over de slavernij. Dit boek stelt in feite dat de slavenhandel nauwelijks van betekenis is geweest voor de economie, en cijfert de Nederlandse verantwoordelijkheid voor de gruwelen van de slavernij op belangrijke punten weg.
Het type argumenten dat Emmer hiervoor hanteert, klonk sterk door in de veelbekeken NTR-reeks De Slavernij die eind 2011 werd uitgezonden. Misschien wel het meest opmerkelijke voorbeeld was de aflevering waarin hoogleraar Henk den Heijer, staande in slavenfort Elmina aan de West-Afrikaanse kust, betoogde dat verkrachting van slavinnen naar alle waarschijnlijkheid niet vaak voorkwam. Piet Emmer zelf deed daar nog een schepje bovenop: ook bemanningsleden op slavenschepen zouden zich niet vaak schuldig hebben gemaakt aan verkrachting, want zij zouden hier volgens Emmer ‘te moe’ en ‘te ziek’ voor zijn geweest.
Belang van de slavernij
De bagatelliserende visie drijft op een aantal mythes: de mythe dat slavernij slechts van marginale betekenis was voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie en maatschappij, de mythe dat de tot slaaf gemaakten berustten in hun lot, en de mythe dat de afschaffing van de slavernij een triomf was voor de (blanke) Nederlandse beschaving.
Allereerst het belang van de slavernij. In de grofweg tweeënhalve eeuw dat Nederland deelnam aan de slavenhandel, vervoerden Nederlandse schepen volgens de meest recente schatting meer dan 600.000 mensen als slaaf van de Afrikaanse naar de Amerikaanse kust.
Daarmee had Nederland een aandeel van ongeveer 5 procent in de totale trans-Atlantische slavenhandel. Lange tijd viel de slavenhandel onder het monopolie van de West-Indische Compagnie, maar vanaf 1730 werd de handel vrijgegeven. De belangrijkste nieuwe speler was de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), die in totaal meer dan honderd slavenreizen uitrustte.
Uiteraard was hun doel winst, maar door moeilijkheden aan de Afrikaanse kust, hoge sterfte aan boord (gemiddeld zo’n 20 procent van de menselijke ‘lading’) en verzet van de tot slaaf gemaakten zelf lukte dit lang niet altijd. Piet Emmer komt zelfs tot de conclusie dat de winstmarges verwaarloosbaar waren. Maar onlangs hebben de historici Karwan Fatah-Black en Matthias van Rossum betoogd dat dit oordeel vooral gebaseerd is op een extreem beperkte definitie wat gerekend moet worden tot de ‘winst’ van de slavenhandel. Zij berekenden de ‘bruto-marge’ van de slavenhandel – de verschillen tussen de inkoopprijs en verkoopprijs voor de honderdduizenden verhandelde mensen. Een deel van die marge kwam als winst in de boeken van handelsmaatschappijen als de WIC en de MCC, maar de rest van die marge verdween niet in de lucht. Ze vulde de zakken van de toeleveranciers en scheepsbouwers, van geldschieters en andere tussenpersonen.
Misschien nog wel belangrijker is dat Emmer slechts keek naar de slavenhandel. Maar slavenhandel was de ondersteunende tak voor de op slavenarbeid gebaseerde productie. Terwijl een groot deel van de Nederlandse economie in de loop van de achttiende eeuw stagneerde, was de handel in plantageproducten zoals suiker, koffie en tabak die hele periode booming business. De West-Indische koloniën groeiden uit van een relatief onbelangrijk deel van het Nederlandse commerciële wereldrijk tot een van zijn steunpilaren.
Verzet en afschaffing
Een ander belangrijk onderdeel van het betoog van de historici die de betekenis van slavernij bagatelliseren, is de bewering dat de omstandigheden waaronder slaven werden vervoerd en tewerkgesteld relatief gezien helemaal niet zo slecht waren. Zo wijst Piet Emmer herhaaldelijk op het hoge sterftecijfer van matrozen aan boord van slavenschepen om de grote sterfte onder slaven te ‘nuanceren’, en plaatste Trouw op 29 april van dit jaar een interview met onderzoekster Els Langenfeld met de schrijnend ongevoelige titel ‘Curaçao was best goed voor zijn slaven’. Merkwaardig genoeg zien beiden over het hoofd dat dit wellicht meer zegt over het brute en gewelddadige karakter van ‘vrije arbeid’ dan over de aard van de slavernij – een andere hardnekkige blinde vlek in de Nederlandse geschiedschrijving. Daarnaast weigeren zij de permanente onvrijheid en het racisme die inherent waren aan de slavernij te zien als verzwarende factoren.
Een sterk bewijs voor het tegendeel van hun betoog is de grote mate van verzet vanuit de Afrikaanse tot slaaf gemaakten. Op maar liefst 20 procent van de reizen van de MCC was sprake van opstandigheid. Hoewel de tot slaaf gemaakten grote delen van de reis geketend in het ruim moesten doorbrengen, wisten zij hongerstakingen te organiseren, van boord te springen, soms in groepen te ontsnappen, en in een enkel geval zelfs de bemanning te overmeesteren en het schip over te nemen. Dit verzet stopte niet na de verkoop. De plantages in Suriname waren broeinesten van rebellie, en duizenden mensen liepen weg om zich te voegen bij zogenaamde Marron-gemeenschappen aan de randen van de Surinaamse maatschappij. Ontsnapping en verzet waren een onontkoombaar onderdeel van de slaveneconomie. Het hoogtepunt daarvan was de slavenrevolutie die in 1795 onder leiding van Tula plaatsvond op Curaçao. Slechts met moeite werd de opstand neergeslagen. De drie leiders van de opstand werden geradbraakt, gemarteld en onthoofd. Nog eens 29 andere opstandelingen werden opgehangen.
Ook de wijze van beëindigen van de slavernij toonde niet een toenemende beschaving onder de blanke eigenaren, maar eerder de complete onmenselijkheid van dit systeem. Toen Nederland onder druk van economische omstandigheden, slavenverzet en de buitenlandse concurrenten uiteindelijk besloot de slavernij af te schaffen, was het belangrijkste thema voor debat de vraag welke vergoeding er zou moeten worden uitgekeerd. Niet aan de slaven, maar aan de slavenhouders die bij vrijlating ‘verlies’ zouden leiden. De hoogte van dit bedrag werd vastgesteld op 300 gulden per slaaf, en daarnaast werden de voormalige slaven nog tien jaar lang verplicht te blijven werken voor hun oude meesters.
In de hoop zo veel mogelijk te profiteren van deze regeling ontstond onder slavenhouders in 1862 een ware wedren om op het laatste moment nog een zo groot mogelijk aantal slaven in hun bezit te krijgen.
Een jaar voor de ‘emancipatie’ rustte het koloniaal bestuur nog een laatste expeditie uit onder kapitein Steenberghe om zoveel mogelijk Marrons terug te slepen naar hun voormalige meesters. De expeditie werd door de Marrons verslagen, maar zoals de Surinaamse anti-koloniale denker Anton de Kom later stelde zorgde zij ervoor dat ‘ook het laatste hoofdstuk der wettelijke slavernij met bloed werd geschreven’.
De slavenhouders kregen genoegdoening, de voormalige slaven kregen dat niet. En mede dankzij historici als Piet Emmer moeten hun nazaten zelfs honderdvijftig jaar later nog vechten voor erkenning voor de misdaad die hun dankzij de ‘Nederlandse handelsgeest’ werd aangedaan.
Pepijn Brandon werkt als historicus aan de Universiteit van Amsterdam, en doceert daar een vak over de Nederlandse Republiek en de slavenhandel.
EINDE ARTIKEL
EINDE ARTIKEL
[7]
[7] TWEE VOORBEELDEN VAN MEDIA, DIE EMMER, NAAST HET DAGBLAD DE VOLKSKRANT, DE RUIMTE GEVEN VOOR ZIJN BAGATELLISERINGSROLVAN SLAVENHANDEL EN SLAVERNIJ
Prof. dr. Piet Emmer (76), emeritus hoogleraar geschiedenis en pionier van het Nederlandse slavernijonderzoek, gaat deze week in Elsevier Weekblad tien pagina’s lang in debat met zichzelf over de kwestie waarin hij zelf onder vuur ligt: het Nederlandse slavernijverleden. Hij doet dat op uitnodiging van de redactie van Elsevier Weekblad.
Emmer gaat in op tal van historische aspecten van de discussie, zoals de rol van de Afrikanen zelf in de trans-Atlantische slavenhandel.
‘In de slavenhandel bepaalden de Afrikanen alles: op welke plek er werd gehandeld, hoeveel slaven ze wilden verkopen, wie ze wilden verkopen, van welke leeftijden en van welk geslacht. Het woord “deportatie” (zoals gebruikt in een tentoonstelling over Johan Maurits, de vroegere eigenaar van het Mauritshuis red.) is een activistische poging dat toe te dekken, het Europese schuldgevoel aan te wakkeren. (…) De bemanningen van de Europese slavenschepen waren helemaal niet bij machte Afrikaanse slaven te “deporteren” om de simpele reden dat de Afrikanen dat niet toestonden. (…) Ik ben dan ook zeer benieuwd hoe het Rijksmuseum, dat volgend jaar een slavernijtentoonstelling wil organiseren, de Afrikaanse rol in de slavenhandel ter sprake zal brengen.’
Ook de vraag waarom Nederland destijds eerst tegen en toen voor slavenhandel was, komt in het gesprek aan bod. Net als de – voor het hedendaagse debat belangrijke – vraag of de slavernij nu om economische of om humanitaire redenen is afgeschaft.
‘Dat de slavernij niet rendabel zou zijn, kwam weer eens voorbij in de door de EO uitgezonden tv-serie Terug naar de plantage. Daarin werd de mythe herhaald dat de slavernij werd afgeschaft, omdat de slavenarbeid niets meer opbracht. Als dat klopt, dan zouden de prijzen voor de slaven toch niet zijn blijven stijgen, bijna tot het jaar dat de slaven vrij werden verklaard?
En waarom verkochten Afrikanen elkaar dan? Dat deden ze niet, betoogt Emmer, want ze voelden zich net zomin Afrikanen als de Duitsers, Engelsen en Fransen zich Europeanen voelen.
In Afrika werd je tot slaaf gemaakt als je anderen schade had toegebracht, door het maken van schulden of het voeren van oorlog. Dat lijkt logisch en het is dan ook geen wonder dat in de meeste landen ter wereld slavernij een normaal instituut was, ook al omdat er nauwelijks mensen waren die geheel vrijwillig voor een ander wilden werken.
In de meeste landen ter wereld werd het arbeidsaanbod geheel gedomineerd door slaven. De schulden kon je aflossen door als slaaf te werken. En als je oorlogsschade had veroorzaakt, kon je als krijgsgevangen gemaakte slaaf de schade van de overwinnaar herstellen.
Tijdens en na afloop van de Tweede Wereldoorlog is dit principe in Europa ook op grote schaal toegepast. Zo werden na mei 1945 in Nederland de soldaten van het verslagen Duitse leger gedwongen om de ingegraven landmijnen onschadelijk te maken. Ook de Sovjet-Unie liet Duitse krijgsgevangenen soms meer dan tien jaar dwangarbeid verrichten voordat ze – als ze tenminste nog in leven waren – weer naar huis mochten.
Verder gaat Emmer in op de aanhoudende beschuldigingen – gedaan door onder anderen NOS-verslaggever Gerri Eickhof en NRC-columnist Zihni Özdil – dat hij dan wel zijn werk ‘racistisch’ zou zijn. ‘Ik weet dat het niet waar is, dus persoonlijk trek ik me er niets van aan,’ zegt Emmer daarover. Maar de beschuldigingen ondermijnen wel zijn autoriteit, zegt hij. Als je voor racist wordt uitgemaakt, kun je niet meer met gezag over het slavernijverleden schrijven.
Emmer verwijt zijn tegenstanders dat ze hem ‘verzonnen citaten’ en ‘kwaadaardige verzinsels’ voor de voeten werpen. NRC-Ombudsman Sjoerd de Jong nam inmiddels, in de krant van zaterdag 24 oktober, in scherpe bewoordingen afstand van de column van Özdil: ‘Lieve hemel! Waarom publiceert de krant zoiets?’
Het kan overigens nog erger, want een vergelijkende studie over de Atlantische, de inter-Afrikaanse en de Arabische slavenhandel heeft een Franse collega-onderzoeker zelfs een strafklacht opgeleverd. Een activistisch collectief diende die klacht in, omdat deze studie het unieke kwaad van de Atlantische slavenhandel zou bagatelliseren.
‘Die strafklacht was gebaseerd op een kort tevoren aangenomen wet, waarin alleen de Atlantische slavenhandel als misdaad tegen de menselijkheid werd aangemerkt en de ontkenning daarvan werd bedreigd met boetes en gevangenisstraf. En denk maar niet dat academisch Frankrijk als één man tegen deze klacht heeft geprotesteerd.
‘Gelukkig heeft een aantal Engelse en Amerikaanse collega-onderzoekers de rechtbank in Parijs laten weten dat in de geschiedwetenschap vergelijkingen zoals van de verschillende slavenstromen in en uit Afrika volstrekt wetenschappelijk legitiem zijn. Daarop is de strafklacht ingetrokken.
SLAVERNIJPiet Emmer is de kop van Jut bij nog al wat Black Lives Matter-sympathisanten. De historicus vindt dat ten onrechte wordt gedaan alsof het slavernijverleden de oorzaak is van alle racismeproblemen. ,,We moeten niet de Verenigde Staten kopiëren.’’ ,,Geschiedenis is als wetenschap – meer dan bijvoorbeeld wiskunde – gevoelig voor modegrillen. Zo waren er veel historici die het communisme ophemelden, terwijl toch duidelijk is dat dat tot vreselijke dingen heeft geleid. Dat zie je nu ook in het debat over slavernij en racisme: er wordt selectief met feiten omgegaan.’’
Aan het woord is historicus Piet Emmer (75). Hij schreef twintig jaar geleden het standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel. Collega-historici verwijten hem de ernst van de slavenhandel en de rol van Nederland te bagatelliseren. Zelf verwijt hij zijn tegenstanders juist ‘activistisch’ om te gaan met geschiedenis. ,,Daardoor is er geen ruimte meer voor nuance in het huidige racismedebat’’, zegt hij.
U wordt zelf verweten de geschiedenis te verdraaien om de rol van Nederland in de slavenhandel te verfraaien. Vorige week nog op deze site door uw collega Fatah-Black. Begrijpt u dat?,,Ik begrijp dat het erop lijkt dat ik dingen bagatelliseer. Maar dat is niet zo. Alleen ben je al snel fout als je niet in elke zin benadrukt dat de slavernij verschrikkelijk was. Natuurlijk was het dat, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Als historicus ben je er niet om morele oordelen te vellen, maar om dingen in perspectief te zetten zodat je de geschiedenis beter begrijpt. En om te snappen waarom Europeanen zich met slavenhandel inlieten, is het dus belangrijk te kijken hoe er in Europa in die tijd tegen onvrije arbeid werd aangekeken. Veel Engelse mijnwerkers waren bijvoorbeeld min of meer eigendom van de eigenaar van de mijn. Wie geen werk had, kon als landloper gedwongen worden elders te werken, net als weeskinderen en strafgevangenen, desnoods in een verre kolonie. En de omstandigheden waaronder veel volwassenen en kinderen hier tot in de 19de eeuw moesten leven, waren echt niet altijd beter dan die van slaven in Suriname en op de Antillen.’’
Slavernij is toch niet hetzelfde als armoede?,,Ik stel het een niet gelijk aan het ander, ik probeer alleen dingen inzichtelijk te maken. Hoe kon het dat een continent dat slavernij had afgezworen, het wel accepteerde dat slaven in andere landen werden gehouden? Daarbij moet je vergelijken. Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten. Toch verweten mijn critici dat ik slavernij gelijk stelde aan een vakantiereis. Onzin. Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.
Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij. Maar door anderen werd de slavernij goedgepraat met een verwijzing naar het Bijbelboek Genesis, waarin Noachs zoon Cham werd gestraft en voortaan zijn broers moest dienen. Cham zou donkerder zijn geweest dan zijn broers.’’
Waarom is vergelijken zo belangrijk?,,Om een beter beeld te kunnen krijgen van wat er écht gebeurd is vroeger. Bijvoorbeeld: na de oorlog had iedereen het gevoel dat we ons fel hadden verzet tegen de Duitse Jodenvervolging. Totdat iemand eens ging vergelijken hoeveel joden er na de oorlog eigenlijk nog in leven waren en dat vergeleek met andere bezette landen. Toen bleek dat er nergens zo’n groot percentage joden is vermoord als hier. Dat zegt iets over ons. Iedereen snapt zo’n vergelijking. Maar toen mijn Franse collega Olivier Grenouilleau onderzocht hoe groot de trans-Atlantische slavenhandel door Europeanen was ten opzichte van de slavenhandel door Arabieren en de slavenhandel in Afrika zelf, werd hij voor de rechter gesleept omdat hij westerse slavenhandel zou bagatelliseren. Gelukkig is die aanklacht ingetrokken.’’
Hoe verklaart u die woede over dergelijke vergelijkingen?,,Zeker slavernij is in de geschiedenis vaak anders voorgesteld dan het was. Slavenhouders deden alsof het allemaal wel meeviel om hun verdienmodel te rechtvaardigen. Voorstanders van afschaffing overdreven de gruweldaden op plantages om hun pleidooi kracht bij te zetten. Een historicus moet proberen het in perspectief te zetten. In de jaren zeventig ontstond in de Verenigde Staten het idee dat de economische achterstelling van de zwarte Amerikanen een gevolg was van de slavernij. Sindsdien is het hele onderwerp speelbal geworden van een politieke agenda.’’
Speelt slavernij dan niet door in het heden?,,Racisme en discriminatie zijn vreselijk en moeten worden bestreden. Maar het komt overal voor, in alle tijden. Ook in landen die nooit koloniën hadden. Als je kijkt wie in Nederland onderaan de sociaaleconomische ladder staan, dan zijn dat veelal Marokkanen. Die stammen niet af van slaven, in sommige gevallen eerder van slavenhouders, want de Berbers hielden slaven. Het is te simpel om net te doen alsof iedereen die zwart is slachtoffer is en iedereen die wit is daar schuldig aan is. Na 1800 waren de meeste Surinaamse slaveneigenaren niet blank. Door zwart-wit te denken ga je bijvoorbeeld voorbij aan de ergste vorm van racisme die we kennen: antisemitisme. Jodenhaat heeft niets met slavernij, huidskleur of koloniën te maken.’’
Wat klopt er volgens u niet aan het beeld van slavernij?,,Er wordt gedaan alsof elke plantage een hel op aarde was. Dat behoeft nuance. Er is een groot verschil tussen de plantages in het zuiden van de Verenigde Staten en die in bijvoorbeeld Suriname, waar soms meer dan honderd slaven samenleefden met soms maar twee of drie Europeanen. De slaven daar hadden een veel grotere mate van zelfstandigheid dan wel eens wordt gedacht. Zonder dat ik probeer goed te praten wat er aan vreselijks is gebeurd! De slavernij in Afrika zelf was al heel lang gemeengoed voordat Europese handelaren bij lokale koningen slaven kwamen kopen. Zij werden niet allemaal gedwongen slaven te verkopen. De Europeanen moesten de Afrikaanse koningen en makelaars stroop om de mond smeren om handel te kunnen drijven. En ook het beeld alsof de succesvolle slavenopstand op Haïti het einde van de slavernij inluidde, klopt niet. Die had nauwelijks invloed. Daarna ging de slavenhandel nog lang door en stegen de prijzen alleen maar. De beweging om slavernij overal ter wereld duit te bannen ontstond in Engeland. Maar dat past niet in het populaire beeld dat de zwarte slaaf het juk van de witte slavenhouder heeft afgeworpen.’’
Waarom maakt u zich zo druk over dit onderwerp?,,Doordat de slavernij nu als een soort van stormram wordt gebruikt om allerlei misstanden aan de kaart te stellen en om politieke doelen te bereiken zoals excuses en herstelbetalingen, doe je niet alleen de geschiedenis onrecht aan. Je polariseert ook de samenleving, omdat het leidt tot allerlei tegenreacties. En die zijn soms onfris. Ik word ook tegen mijn zin in een rechts kamp geduwd omdat ik op basis van onderzoek zeg dat sommige beweringen over de slavernij niet kloppen. Ik heb in de Verenigde Staten gewerkt en gezien hoe het debat daar is ontspoord. Dat moeten we echt niet hier kopiëren. We leven in een van de rijkste, gelukkigste en meest egalitaire landen ter wereld. Dat verliezen we nu uit het oog.’’
Hoe groot was de rol van Nederland in de slavenhandel?,,Om en nabij de 5 procent van de slaven die vanuit Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika zijn gebracht, zijn door Nederlanders vervoerd. Dat staat overigens los van de slavenhandel in Indonesië, waar veel mensen uit India en Madagaskar het slachtoffer van waren. Maar daar is nooit goed onderzoek naar gedaan. Verder droeg de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in het topjaar 1770 maar zo’n 5 procent bij aan onze welvaart. Natuurlijk was het bizar dat onze voorvaderen dit onmenselijke systeem optuigden om hier goedkoop suiker, tabak en koffie te kunnen gebruiken. Maar door sommige historici wordt net gedaan alsof het de kurk was waar onze economie op dreef. Dat is aantoonbaar niet waar. De meeste grachtenpanden in Amsterdam stonden er al vóórdat Nederland Suriname veroverde en waren gebouwd door kooplieden, die hun geld verdienden in ons land zoals met bankieren en de graan- wijn en houthandel met de Oostzee, Spanje en Scandinavië.’’
EINDE ARTIKEL
[8]
VOLKSKRANT
WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM
22 JUNI 2021
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3
[9]
HISTORICUS PIET EMMER, WEGPOETSER VAN HET BLOED, DAT KLEEFT AAN DE WESTERSE SLAVERNIJ
ASTRID ESSED
30 JUNI 2021
OF
[10]
”Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten”
AD
HISTORICUS PIET EMMER: ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS
22 AUGUSTUS 2020
SLAVERNIJ
Piet Emmer is de kop van Jut bij nog al wat Black Lives Matter-sympathisanten. De historicus vindt dat ten onrechte wordt gedaan alsof het slavernijverleden de oorzaak is van alle racismeproblemen. ,,We moeten niet de Verenigde Staten kopiëren.’’ ,,Geschiedenis is als wetenschap – meer dan bijvoorbeeld wiskunde – gevoelig voor modegrillen. Zo waren er veel historici die het communisme ophemelden, terwijl toch duidelijk is dat dat tot vreselijke dingen heeft geleid. Dat zie je nu ook in het debat over slavernij en racisme: er wordt selectief met feiten omgegaan.’’
Aan het woord is historicus Piet Emmer (75). Hij schreef twintig jaar geleden het standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel. Collega-historici verwijten hem de ernst van de slavenhandel en de rol van Nederland te bagatelliseren. Zelf verwijt hij zijn tegenstanders juist ‘activistisch’ om te gaan met geschiedenis. ,,Daardoor is er geen ruimte meer voor nuance in het huidige racismedebat’’, zegt hij.
U wordt zelf verweten de geschiedenis te verdraaien om de rol van Nederland in de slavenhandel te verfraaien. Vorige week nog op deze site door uw collega Fatah-Black. Begrijpt u dat?,,Ik begrijp dat het erop lijkt dat ik dingen bagatelliseer. Maar dat is niet zo. Alleen ben je al snel fout als je niet in elke zin benadrukt dat de slavernij verschrikkelijk was. Natuurlijk was het dat, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Als historicus ben je er niet om morele oordelen te vellen, maar om dingen in perspectief te zetten zodat je de geschiedenis beter begrijpt. En om te snappen waarom Europeanen zich met slavenhandel inlieten, is het dus belangrijk te kijken hoe er in Europa in die tijd tegen onvrije arbeid werd aangekeken. Veel Engelse mijnwerkers waren bijvoorbeeld min of meer eigendom van de eigenaar van de mijn. Wie geen werk had, kon als landloper gedwongen worden elders te werken, net als weeskinderen en strafgevangenen, desnoods in een verre kolonie. En de omstandigheden waaronder veel volwassenen en kinderen hier tot in de 19de eeuw moesten leven, waren echt niet altijd beter dan die van slaven in Suriname en op de Antillen.’’
Slavernij is toch niet hetzelfde als armoede?,,Ik stel het een niet gelijk aan het ander, ik probeer alleen dingen inzichtelijk te maken. Hoe kon het dat een continent dat slavernij had afgezworen, het wel accepteerde dat slaven in andere landen werden gehouden? Daarbij moet je vergelijken. Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten. Toch verweten mijn critici dat ik slavernij gelijk stelde aan een vakantiereis. Onzin. Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.
Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij. Maar door anderen werd de slavernij goedgepraat met een verwijzing naar het Bijbelboek Genesis, waarin Noachs zoon Cham werd gestraft en voortaan zijn broers moest dienen. Cham zou donkerder zijn geweest dan zijn broers.’’
Waarom is vergelijken zo belangrijk?,,Om een beter beeld te kunnen krijgen van wat er écht gebeurd is vroeger. Bijvoorbeeld: na de oorlog had iedereen het gevoel dat we ons fel hadden verzet tegen de Duitse Jodenvervolging. Totdat iemand eens ging vergelijken hoeveel joden er na de oorlog eigenlijk nog in leven waren en dat vergeleek met andere bezette landen. Toen bleek dat er nergens zo’n groot percentage joden is vermoord als hier. Dat zegt iets over ons. Iedereen snapt zo’n vergelijking. Maar toen mijn Franse collega Olivier Grenouilleau onderzocht hoe groot de trans-Atlantische slavenhandel door Europeanen was ten opzichte van de slavenhandel door Arabieren en de slavenhandel in Afrika zelf, werd hij voor de rechter gesleept omdat hij westerse slavenhandel zou bagatelliseren. Gelukkig is die aanklacht ingetrokken.’’
Hoe verklaart u die woede over dergelijke vergelijkingen?,,Zeker slavernij is in de geschiedenis vaak anders voorgesteld dan het was. Slavenhouders deden alsof het allemaal wel meeviel om hun verdienmodel te rechtvaardigen. Voorstanders van afschaffing overdreven de gruweldaden op plantages om hun pleidooi kracht bij te zetten. Een historicus moet proberen het in perspectief te zetten. In de jaren zeventig ontstond in de Verenigde Staten het idee dat de economische achterstelling van de zwarte Amerikanen een gevolg was van de slavernij. Sindsdien is het hele onderwerp speelbal geworden van een politieke agenda.’’
Speelt slavernij dan niet door in het heden?,,Racisme en discriminatie zijn vreselijk en moeten worden bestreden. Maar het komt overal voor, in alle tijden. Ook in landen die nooit koloniën hadden. Als je kijkt wie in Nederland onderaan de sociaaleconomische ladder staan, dan zijn dat veelal Marokkanen. Die stammen niet af van slaven, in sommige gevallen eerder van slavenhouders, want de Berbers hielden slaven. Het is te simpel om net te doen alsof iedereen die zwart is slachtoffer is en iedereen die wit is daar schuldig aan is. Na 1800 waren de meeste Surinaamse slaveneigenaren niet blank. Door zwart-wit te denken ga je bijvoorbeeld voorbij aan de ergste vorm van racisme die we kennen: antisemitisme. Jodenhaat heeft niets met slavernij, huidskleur of koloniën te maken.’’
Wat klopt er volgens u niet aan het beeld van slavernij?,,Er wordt gedaan alsof elke plantage een hel op aarde was. Dat behoeft nuance. Er is een groot verschil tussen de plantages in het zuiden van de Verenigde Staten en die in bijvoorbeeld Suriname, waar soms meer dan honderd slaven samenleefden met soms maar twee of drie Europeanen. De slaven daar hadden een veel grotere mate van zelfstandigheid dan wel eens wordt gedacht. Zonder dat ik probeer goed te praten wat er aan vreselijks is gebeurd! De slavernij in Afrika zelf was al heel lang gemeengoed voordat Europese handelaren bij lokale koningen slaven kwamen kopen. Zij werden niet allemaal gedwongen slaven te verkopen. De Europeanen moesten de Afrikaanse koningen en makelaars stroop om de mond smeren om handel te kunnen drijven. En ook het beeld alsof de succesvolle slavenopstand op Haïti het einde van de slavernij inluidde, klopt niet. Die had nauwelijks invloed. Daarna ging de slavenhandel nog lang door en stegen de prijzen alleen maar. De beweging om slavernij overal ter wereld duit te bannen ontstond in Engeland. Maar dat past niet in het populaire beeld dat de zwarte slaaf het juk van de witte slavenhouder heeft afgeworpen.’’
Waarom maakt u zich zo druk over dit onderwerp?,,Doordat de slavernij nu als een soort van stormram wordt gebruikt om allerlei misstanden aan de kaart te stellen en om politieke doelen te bereiken zoals excuses en herstelbetalingen, doe je niet alleen de geschiedenis onrecht aan. Je polariseert ook de samenleving, omdat het leidt tot allerlei tegenreacties. En die zijn soms onfris. Ik word ook tegen mijn zin in een rechts kamp geduwd omdat ik op basis van onderzoek zeg dat sommige beweringen over de slavernij niet kloppen. Ik heb in de Verenigde Staten gewerkt en gezien hoe het debat daar is ontspoord. Dat moeten we echt niet hier kopiëren. We leven in een van de rijkste, gelukkigste en meest egalitaire landen ter wereld. Dat verliezen we nu uit het oog.’’
Hoe groot was de rol van Nederland in de slavenhandel?,,Om en nabij de 5 procent van de slaven die vanuit Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika zijn gebracht, zijn door Nederlanders vervoerd. Dat staat overigens los van de slavenhandel in Indonesië, waar veel mensen uit India en Madagaskar het slachtoffer van waren. Maar daar is nooit goed onderzoek naar gedaan. Verder droeg de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in het topjaar 1770 maar zo’n 5 procent bij aan onze welvaart. Natuurlijk was het bizar dat onze voorvaderen dit onmenselijke systeem optuigden om hier goedkoop suiker, tabak en koffie te kunnen gebruiken. Maar door sommige historici wordt net gedaan alsof het de kurk was waar onze economie op dreef. Dat is aantoonbaar niet waar. De meeste grachtenpanden in Amsterdam stonden er al vóórdat Nederland Suriname veroverde en waren gebouwd door kooplieden, die hun geld verdienden in ons land zoals met bankieren en de graan- wijn en houthandel met de Oostzee, Spanje en Scandinavië.’’
EINDE ARTIKEL
[11]VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3 [12] VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021
De beurs van Amsterdam is het centrale punt van handel. Aandelen van de VOC en WIC worden gekocht en verkocht. De scheepvaart is de motor van de Nederlandse handel: wat is de andere kant van het verhaal?
Het schip vervult in de 17de eeuw de rol van tanker, trein en vliegtuig. In de Republiek zijn scheepswerven de grootste en meest geavanceerde fabrieken van hun tijd. Duizenden schepen gaan ter haringvangst. De graan-, hout- en ijzerhandel op de Oostzee is lang de kurk waar de Nederlandse economie op drijft. Honderden schepen, efficiënte ‘vrachtwagens’ met weinig personeel, varen jaarlijks heen en weer. Ook in Nederland zelf gaat veel per schip: turf en groenten naar de stad of mensen die, met de reisplanner in de hand, per trekschuit en beurtschip naar stad en dorp varen. De scheepvaart, eerst beperkt tot Noordwest-Europa, breidt zich omstreeks 1600 razendsnel uit over de hele wereld. Iedereen pikt een graantje mee in handel en scheepvaart.
De andere kant van het verhaal
Zo’n 1600 Nederlandse schepen transporteren in de 17de en 18de eeuw ruim 550.000 mannen, vrouwen en kinderen naar Amerika. In benauwde kelders in de forten aan de West Afrikaanse kust wachten de tot slaaf gemaakten tot ze aan boord gaan. Voor vertrek worden ze gekeurd en gebrandmerkt. De reis duurt enkele maanden. Ze liggen opeengepakt en aan elkaar geketend. Zieke slaven worden overboord gegooid. Vrouwen zijn weerloos als bemanningsleden hen verkrachten. Er is onderlinge strijd tussen gevangenen van verschillende stammen, die elkaars taal niet spreken. Het sterftecijfer aan boord bedraagt zo’n 15%. Onder de bemanning is het sterftecijfer net zo hoog vanwege de slechte hygiëne en voedsel. Inwoners van Paramaribo en Willemstad ruiken een slavenschip dat de haven binnenvaart: honderden opeengepakte mensen, soms lijdend aan besmettelijke ziektes.
EINDE ARTIKEL
[17]
”
”Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?”
VOLKSKRANT
WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM
22 JUNI 2021
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3
[18]
”Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?”
VOLKSKRANT
WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM
22 JUNI 2021
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3
[19]
”Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij”
ARTIKEL AD
AD
HISTORICUS PIET EMMER: ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS
It is not clear in which context the term “crimes against humanity” was first developed. Some scholars[1] point to the use of this term (or very similar terms) as early as late eighteenth and early nineteenth century, particularly in the context of slavery and the slave trade, and to describe atrocities associated with European colonialism in Africa and elsewhere such as, for example, the atrocities committed by Leopold II of Belgium in the Congo Free State. Other scholars[2] point to the declaration issued in 1915 by the Allied governments (France, Great Britain and Russia) condemning the mass killing of Armenians in the Ottoman Empire, to be the origin of the use of the term as the label for a category of international crimes.
Since then, the notion of crimes against humanity has evolved under international customary law and through the jurisdictions of international courts such as the International Criminal Court, the International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia and the International Criminal Tribunal for Rwanda. Many States have also criminalized crimes against humanity in their domestic law; others have yet to do so.
Crimes against humanity have not yet been codified in a dedicated treaty of international law, unlike genocide and war crimes, although there are efforts to do so. Despite this, the prohibition of crimes against humanity, similar to the prohibition of genocide, has been considered a peremptory norm of international law, from which no derogation is permitted and which is applicable to all States.
UNITED NATIONS
OFFICE ON GENOCIDE PREVENTION AND THE RESPONSIBILITY
TO PROTECT
[21]
””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]
Reacties uitgeschakeld voor Redactie Volkskrant, u bent moreel medeplichtig aan de bagatellisering van de Westerse slavernij door historicus Piet Emmer
EXCUSES AAN HET DAGBLAD TROUW IN VERBAND MET HETMISVERSTAND OVER HET ARTIKEL VAN HISTORICUS PIET EMMER
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
INLEIDINGVooraf: LEZERS!Vergissen is menselijk, zoals wij allemaal weten.Vergissingen maken wij allemaal, soms pijnlijk, soms hilarisch, soms vervelend, soms ernstig. In dit geval heeft uw Bloggertje een vervelende en lichtelijk pijnlijke [gezienhet onderwerp: ”Slavernijverleden”] vergissing gemaakt.Naar aanleiding van een stuk van apologeet van de Westerse slavernij,Emeritus hoogleraar geschiedenis, Piet Emmer [1],ben ik in de pen geklommen om hem te attaqueren, aan de hand van citaten uit zijn stuk [2]Zijn stuk was in de Volkskrant verschenen [3], maar abusievelijk heb ik hetaangezien voor een publicatie door het Dagblad Trouw en Trouw daarop,ten onrechte, aangeschreven.Toen ik terecht door de Trouw Opinieredactie daarop werd gewezen, heb ikbesloten, Dagblad Trouw een excuusmail te schrijven.Ook heb ik de post waarin de Trouw Redactie door mij werd aangeschreven, vanmijn website verwijderd. [4]Deze zal worden vervangen door mijn inmiddels verstuurde brief aan de Volkskrant over hun facilitering van historicus Piet Emmer, apologeet van de Westerse slavernij.Hou dus mijn website in de gaten!Het deed mij plezier te lezen, dat de Trouw Opinieredactie mijn voornemenheeft gewaardeerd. Dit wilde ik graag met u delen, vooral ook om een en ander recht te zetten.Uiteraard heb ik inmiddels WEL de Volkskrant aangeschreven, waarvaneen posting op mijn website zal volgen. Nu eerst mijn excuusmail aan Trouw [waarvan ook de fysieke mail, onder A]Daaronder de waarderende reactie van Trouw Opinie [onder B]En tenslotte de in deze Inleiding genoemde noten Astrid Essed A EXCUUSMAIL AAN TROUWUITGESCHREVEN EN FYSIEKE MAIL:
UITGESCHREVEN TEKST:
AAN REDACTIE TROUWREDACTIE TROUW OPINIE
Geachte Redactie, Recentelijk stuurde ik u een aanklacht mail toe [1] in verband met een artikelvan Emeritus hoogleraar de heer P Emmer, getiteld: ”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM” [2]Dat mede naar aanleiding van mijn eigen analyse op dit stuk van Emmer.Mijn aanklacht aan u was uw facilitering van een apologeet van de Westerse slavernij, zoals de heer Emmer naar mijn oordeel is.Punt was echter, dat dit artikel niet in uw krant, maar in de Volkskrantis gepubliceerd. Hiervoor bied ik u mijn welgemeende excuses aan.Ik zal dan ook het op mijn website gepubliceerde artikel, waarinuw naam als facilitator genoemd is, vandaag nog [6 juli 2021] verwijderen en een nieuwe post maken met de naam van de juiste krant in dezen:De Volkskrant. Zoals u kunt zien [u hebt het cc van mij doorgekregen], heb ik inmiddelsde Volkskrant aangeschreven op hun facilitering van het stukvan Emmer. Overigens blijft uiteraard de inhoud van mijn analyse van het stuk vanEmmer [3] [behalve de verandering van de naam Trouw in ”Volkskrant”,wat helaas niet in mijn gehele notenapparaat mogelijk is, waarvoor excuses, maar wie de link aanklickt, ziet zelf, dat het Volkskrant zijn moet],ongewijzigd.slavernij apologeet Nogmaals mijn excuses voor dit onfortuinlijke misverstand, dieik daarom ook zo uitgebreid aanbied omdat het slavernijverledeneen heel gevoelig onderwerp is en ik mijn beschuldigingen graagop conto van het juiste medium scuif. Deze brief zal ook op mijn website worden gepubliceerd, want men moetzijn eigen fouten kunnen toegeven. Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam www.astridessed.nl
NOTEN
[1] LET OP!De onder noot 1 genoemde link zal verdwijnen, worden verwijderd van mijn website. omdat niet Trouw, maar De Volkskrant het gewraakte stuk van Emmer heeft gepubliceerd!
Geachte Redactie, Recentelijk stuurde ik u een aanklacht mail toe [1] in verband met een artikelvan Emeritus hoogleraar de heer P Emmer, getiteld: ”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM” [2]Dat mede naar aanleiding van mijn eigen analyse op dit stuk van Emmer.Mijn aanklacht aan u was uw facilitering van een apologeet van de Westerse slavernij, zoals de heer Emmer naar mijn oordeel is.Punt was echter, dat dit artikel niet in uw krant, maar in de Volkskrantis gepubliceerd. Hiervoor bied ik u mijn welgemeende excuses aan.Ik zal dan ook het op mijn website gepubliceerde artikel, waarinuw naam als facilitator genoemd is, vandaag nog [6 juli 2021] verwijderen en een nieuwe post maken met de naam van de juiste krant in dezen:De Volkskrant. Zoals u kunt zien [u hebt het cc van mij doorgekregen], heb ik inmiddelsde Volkskrant aangeschreven op hun facilitering van het stukvan Emmer. Overigens blijft uiteraard de inhoud van mijn analyse van het stuk vanEmmer [3] [behalve de verandering van de naam Trouw in ”Volkskrant”,wat helaas niet in mijn gehele notenapparaat mogelijk is, waarvoor excuses, maar wie de link aanklickt, ziet zelf, dat het Volkskrant zijn moet],ongewijzigd.slavernij apologeet Nogmaals mijn excuses voor dit onfortuinlijke misverstand, dieik daarom ook zo uitgebreid aanbied omdat het slavernijverledeneen heel gevoelig onderwerp is en ik mijn beschuldigingen graagop conto van het juiste medium scuif. Deze brief zal ook op mijn website worden gepubliceerd, want men moetzijn eigen fouten kunnen toegeven. Vriendelijke groeten Astrid Essed
[1] LET OP!De onder noot 1 genoemde link zal verdwijnen, worden verwijderd van mijn website. omdat niet Trouw, maar De Volkskrant het gewraakte stuk van Emmer heeft gepubliceerd!
WAARDERENDE REACTIE TROUW OP MIJN EXCUSES On Tuesday, July 6, 2021, 11:46:31 AM GMT+2, TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net> wrote:
Geachte Astrid Essed,Dat is heel sportief van u, we waarderen dat.vriendelijke groet,Monic SlingerlandChef Opinieredactie Trouw020-5623232www.trouw.nl C NOTEN, BEHORENDE BIJ ”INLEIDING VOORAF”
[1]
TEKST
Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren. De bezoeker krijgt de indruk dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn.
De met veel tamtam aangekondigde en inmiddels geopende tentoonstelling ‘Slavernij’ in het Rijksmuseum typeert de slaven vrijwel zonder uitzondering als zielige underdogs, terwijl veel wetenschappelijke studies van de laatste vijftig jaar keer op keer laten zien dat die gedweeë, sullige ‘Sambo’ zonder initiatief, die alles accepteert en zich naar believen laat straffen, vernederen en uitbuiten, nooit heeft bestaan.
De tentoonstelling documenteert slechts een aantal levensgeschiedenissen van slaven en die beperking verhindert dat er een aantal fundamentele problemen aan de orde komen, zoals de vraag waarom de Europeanen voor hun koloniën slaven uit Afrika en Azië haalden en niet uit hun eigen continent en waarom Afrika en Azië in staat bleken in de loop der eeuwen steeds meer slaven te leveren.
Morele oordelen
Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?
Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren, waardoor de bezoeker de indruk krijgt dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn: ‘In Afrika leefden mensen in de koloniale tijd met de realiteit van mensenhandelaren, nomaden op paarden, die nachtelijke rooftochten organiseerden om mensen te ontvoeren.’
Niet gekoloniseerd
Het Rijksmuseum verzwijgt echter dat Afrika ten tijde van de Atlantische slavenhandel helemaal nog niet gekoloniseerd was en dat de ‘rooftochten’ en ‘ontvoeringen’ dus onmogelijk de Europeanen in de schoenen kunnen worden geschoven.
Tegen alle logica beweert de directeur van het Rijks, Taco Dibbits in het voorwoord van het magazine voor scholieren Slavernij en nu? dat ‘de arbeiders op de plantages niet betaald’ kregen. Zou hij werkelijk geloven dat de plantagebezitters hun voor veel geld gekochte slaven lieten verhongeren?
Beloning
Niets is minder waar. Zo kregen de slaven van de Surinaamse plantage ‘Catharina Sophia’ in de 19de eeuw weliswaar geen geld, maar gemiddeld 94,57 gulden per jaar aan voedsel en 13,58 gulden aan kleding en huishoudelijke artikelen alsmede huisvesting, het gebruik van een moestuin en medische zorg.
In dezelfde tijd verdienden de landarbeiders in Drenthe ongeveer 150 gulden per jaar zonder huisvesting, moestuin en doktershulp. Bovendien wijst de directeur op de Nachtwacht van Rembrandt met daarop een jong kind met een donkere huidskleur en vraagt: ‘En waarom moest hij als kind al werken?’. Is hij niet op de hoogte van het feit dat in Rembrandts tijd en nog velen eeuwen daarna kinderarbeid heel normaal was?
Bezit
Zonder enig bewijs meldt de tentoonstellingsbundel dat slaven geen bezit mochten hebben. Hoe was het dan mogelijk dat sommige slaven zichzelf vrijkochten en waar kwam in het eerste jaar na de vrijverklaring die koopgolf onder de ex-slaven vandaan? Ook beweert de bundel dat slaven niet mochten lezen en schrijven, maar hoe kon de zwarte abolitionist (voorstander afschaffing slavernij, red.) Equiano dan zijn memoires schrijven als hij dat als slaaf niet had geleerd? De slaven waren het eigendom van een ander en ‘daarom kon er juridisch gezien geen sprake van mishandeling of verkrachting zijn’ door de eigenaar.
Waarom zijn er dan processen gevoerd tegen planters, die een slaaf hadden gemarteld of gedood? Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat alleen Afrikaanse handelaren bepaalden hoeveel man-, vrouw- en kindslaven te koop werden aangeboden. Zelfs de plantageklok, die ’s morgens het begin van de werkdag aankondigde, is volgens het Rijksmuseum een symbool van uitbuiting en geweld. Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?
Wie hoopt dat de tentoonstelling hem of haar op de hoogte brengt van de laatste wetenschappelijke inzichten hoeft het Rijksmuseum niet te bezoeken, maar wie zijn stereotiepe opvatting over de slavenhandel en slavernij bevestigd wil zien, komt in het Rijksmuseum ruimschoots aan zijn trekken.
Piet Emmer is auteur van De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop (2021). EINDE VOLKSKRANT ARTIKEL [2]
HISTORICUS PIET EMMER, WEGPOETSER VAN HET BLOED, DAT AANDE WESTERSE SLAVERNIJ KLEEFT
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
De indeling op het schip, iedereen zat ontzettend dicht op elkaar
Geschreven naar aanleiding van zijn artikel:”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM”
[Vooraf:OPMERKING SCHRIJFSTER ASTRID ESSED Genoemd artikel ”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM” is gepubliceerd in hetDagblad De Volkskrant, NIET in het Dagblad Trouw, zoals abusievelijk in hetnotenapparaat is vermeldDaarover zal ik in een komende post het Dagblad Trouw mijn excuses aanbieden]
Vrijwel ieder zinnig mens is het erover eens, dat de transatlantische slavenhandel en de daaruit voortvloeiende slavernij in de Amerika’s [1] een misdaad tegen de menselijkheid is [2], als zodanig genoemd in het Statuut van Rome [3] en in nietmisverstane bewoordingen veroordeeld in de Universele Verklaring voor deRechten van de Mens [4], alsmede in Internationale Verdragen. [5]Nu zullen mijn trouwe en minder trouwe lezers opmerken:Waarom komt Astrid Essed daar nu mee, anno 2021, nu deze MIsdaad ookvan Staatswege officieel is omgezet in jaarlijkse herdenkingen in aanwezigheidvan de Koningin of Koning, ministers, de burgemeester? [6] Omdat ik recentelijk een artikel heb gelezen, zo ongelooflijk, dat de oren vaneen normaal denkend 21ste eeuws mens daarvan gaan wapperen!Het artikel luidt: ”Wie een beperkte blik op de slavernij wil, spoede zichnaar het Rijksmuseum” Lees zelf lezers, onder noot 7! Ik moet u wel bekennen, dat ik, als druk schrijvend Bloggertje, mij heb afgevraagd, of ik wel op dergelijke bij elkaar geraapte 17e eeuwse gevaarlijke nonsens[onderstaande een uitleg, waarom ik het gevaarlijke nonsens vind], moetingaan, maar heb tenslotte besloten, dit toch te doen. In de eerste plaats: Omdat historicus Piet Emmer er al jarenlang alles aan doet om een van de Zwartste Bladzijden in de Weserse Geschiedenis, te bagatelliseren en vooral in2020 [slim, Coronatijd, mensen hadden wel iets anders aan hun hoofd, dan deze apologeet te attacqueren, met vooral een verwijt naar de media, die hem de ruimte gaven!], actief blijkt te zijn geweest,[8], tot aan het indienen van eenklacht tegen een journalist, die het mijns inziens gerechtvaardigd tegen hem opnam! [9] In de tweede plaats:Omdat in deze Tijden, nu het fascisme in Nederland helaas steeds meer salonfahig lijkt te worden [10], slavernij en kolonialisme apologeten steeds meer de kans lijken te krijgen [11]Dat is gevaarlijk voor het maatschappelijke denkklimaat, het politieke klimaat, de verhoudingen tussen mensen. In de derde plaats:Omdat ik het vermoeden heb, dat weinig mensen uit het anti-racistische veldnog de moeite zullen nemen, in te gaan op Emmer’s Gevaarlijke Onzin, hoewel ik wel twee goede en strijdbare stukken ben tegengekomen. [12]Ook in het verleden heeft hij stevige tikken gehad! [13] Maar goed: Daarom heb ik toch besloten, op deze wat nevelachtige en toch zonnigeZondagmiddag, de Handschoen op te nemen en Emmer, via zijn artikel, vanrepliek te dienen.Daar zal het niet bij blijven:Ook het Dagblad de Volkskrant ontvangt van mij een Brief op Poten over het geven van ruimte aan dergelijke kwaadaardige schrijfsels. TEN AANVAL DUS: Mijn aanval zal eruit bestaan, dat ik delen uit het artikel [14], die ik relevant vind, citeer, waarna ik er nader op in ga. WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM [15]
VOORAF: Ik heb het grootste respect voor het feit, dat steeds meer Nederlandse musea ”dekoloniseren!”Daarmee bedoel iik:Meer aandacht voor het slavernijverleden, het plaatsen van bordjes bijschilderijen van al dan niet ”beroemde” mensen, die een aandeel hadden inde slavernij, het niet meer gebruiken van misleidende historische termen als”Gouden Eeuw” [16]Kortom:Het rechttrekken van de geschiedenis.Ik juich in dit verband de Slavernij tentoonstelling van het Rijksmuseum toe [17], waartegen Emmer in zijn artikel tekeer gaat. OP NAAR HET ARTIKEL:”Wie een beperkte blik op de slavernij wil, spoede zich naar het Rijksmuseum” [18] CITAAT 1 HISTORICUS PIET EMMER ”De met veel tamtam aangekondigde en inmiddels geopende tentoonstelling ‘Slavernij’ in het Rijksmuseum typeert de slaven vrijwel zonder uitzondering als zielige underdogs, terwijl veel wetenschappelijke studies van de laatste vijftig jaar keer op keer laten zien dat die gedweeë, sullige ‘Sambo’ zonder initiatief, die alles accepteert en zich naar believen laat straffen, vernederen en uitbuiten, nooit heeft bestaan.” [19] MIJN COMMENTAAR: Ja en NeeInderdaad:In zoverre geef ik historicus Piet Emmer gelijk, dat wat hij noemt ” die gedweeë, sullige ‘Sambo’ zonder initiatief, die alles accepteert en zich naar believen laat straffen, vernederen en uitbuiten” [20] een niet correct Beeldvan de Werkelijkheid zou zijn.Integendeel!Zoals hij als historisch onderzoeker dient te weten [en natuurlijk ook wel weet], is dat er in de Amerika’s en op slavenschepen tal vanslavenopstanden geweest zijn [21], die meer dan duidelijk laten zien, dat de slaven die extreme situatie van onvrijheid en de-humanisering niet over hunkant lieten gaan!Maar wat betreft het ongenuanceerde karakter van de uitspraak van Emmer:”…… terwijl veel wetenschappelijke studies van de laatste vijftig jaar keer op keer laten zien dat die gedweeë, sullige ‘Sambo’ zonder initiatief, die alles accepteert en zich naar believen laat straffen, vernederen en uitbuiten, nooit heeft bestaan.” [22]Met het woord ”nooit” gaat hij in de fout.Sowieso moet je oppassen met woorden als ”altijd”en ”nooit”In dit geval is het onzin, omdat wel degelijk situatiesbestonden, waarbij slaven, gede-humaniseerd en gehersenspoeld door de onmenselijke en repressieve behandeling, zich niet zozeer ”naar believen lietenstraffen, vernederen en uitbuiten” [23], maar omdat zij, heel vaak, geen andere keuze hebben.Bovendien bestaat het gevaar, dat bij ontkenning vanhet beeld van de ík citeer Emmer] ”zielige underdog” [24], het onterechte Beeld ontstaat, dat de slaven minderrepressief werden behandeld.Dat is nonsens!Quod erat demonstrandum! [25]Want ware de behandeling ”draaglijk”, vanwaar dan aldie slavenopstanden, getuigenissen zoals van Stedman [26] en ga zo maar door?Maar moet ik dat betogen, anno 2021?Iedereen met een normaal verstand en zeker gezien debeschikbare kennis begrijpt, hoe het leven er moethebben uitgezien van geroofde mensen, als vee verhandeld en gedwongen, zonder loon of vooruitzichtop invrijheidsstelling [manumissies kwamen pas later, vooral vanaf de 18e eeuw voor] [27], te werken voorde rijkdom van een ander, in casu de witte plantage eigenaar! CITAAT 2 HISTORICUS PIET EMMER ”De tentoonstelling documenteert slechts een aantal levensgeschiedenissen van slaven en die beperking verhindert dat er een aantal fundamentele problemen aan de orde komen, zoals de vraag waarom de Europeanen voor hun koloniën slaven uit Afrika en Azië haalden en niet uit hun eigen continent en waarom Afrika en Azië in staat bleken in de loop der eeuwen steeds meer slaven te leveren.” MIJN COMMENTAAR Met deze uitspraak suggereert historicus Piet Emmer,dat de tentoonstelling een ”eenzijdig beeld” zou geven en de geschiedenis zou scheeftrekken.Niets is minder waar!In de eerste plaats begrijpt de bezoeker ook, dat hier sprake is van een aantal levensgeschiedenissen vanslaven en dat zo licht wordt geworpen ophet slavernijverleden.Maar belangrijker:Hoezo eenzijdig, zoals Emmer suggereertJuist in het VERLEDEN werd er een eenzijdig beeld geschapen!Zo kwam onderwijs over slavernij, in Nederland, zeker op de Lagere School [voorloper van de term ”basisschool] niet of nauwelijks voor [28], standbeeldenvan koloniale moordenaars [kolonisatie ten tijde of na de slavernij] prijkten op pleinen etc, zonder enig kritisch commentaar voorzien, wegbereiders van de slavenhandelzoals Michiel de Ruyter werden als ”helden” vereerd [29] en ga zo maar door!DAT is het scheeftrekken van de geschiedenis meneer Emmer!En dat is decennialang het geval geweest! En nu er eindelijk aandacht is voor authentieke verhalenvan tot slaafgemaakten zelf, nu er een einde komt aan de Verheerlijking van de Gouden Eeuw, zou dat ineens een”beperking’ zijn? [30] Het rechttrekken van de geschiedenis, DAT wat het Rijksmuseum terecht doet!Wat het Amsterdam Museum doet, door de term ”Gouden Eeuw” niet meer te gebruiken! [31] Maar we lezen de rest van het Citaat [2] van Emmer:”De tentoonstelling documenteert slechts een aantal levensgeschiedenissen van slaven en die beperking verhindert dat er een aantal fundamentele problemen aan de orde komen, zoals de vraag waarom de Europeanen voor hun koloniën slaven uit Afrika en Azië haalden en niet uit hun eigen continent en waarom Afrika en Azië in staat bleken in de loop der eeuwen steeds meer slaven te leveren.”Hiermee tracht Emmer de aandacht af te leiden van hetverwerpelijke karakter van de slavernij:Want wat maakt het voor de juiste beoordeling van de slavernijuit. wat voor problemen de slavenhalers, de Europeanendus wat de transatlantische slavernij betreft, hadden bijhet halen van slaven, die in hun kolonieen als wettelijkals Ding werden beschouwd [32], werden geroofd, werden gedehumaniseerd.Of om het groffer te zeggen:Wie kan het ene M schelen, althans bij de belichtingvan de slavernij, waarom niet de ”eigen” ”witte mensen”,die trouwens ook eeuwenlang lijfeigenen geweest zijn [33]niet voor dit beulswerk werden gereserveerd? Ik beschouw trouwens deze Vraagstelling van Emmer alseen manier om de aandacht af te leiden van waar hetwerkelijk om gaat:Het vertellen, vanuit slave narrative oogpunt [34]wat slavernij werkelijk betekende, zodat mensen,van wie het ver staat, zich beter kunnen inleven. CITAAT 3 HISTORICUS PIET EMMER ”
Morele oordelen
Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?” [35]
MIJN COMMENTAAR:
Ik merk, dat ik nu wel nijdig begin te worden.
Want nog los van het wel zeer merkwaardige feit, dat Emmer bezwaar zou hebben tegen het feit, dat in de tentoonstelling gewezen wordt op het verderfelijke
karakter van de slavernij, is er een nog belangrijker punt, dat van de ”hedendaagse morele oordelen” [36]
Want los van het feit, dat het natuurlijk niet ging, om een
”vrije zaterdag in de 18e en 19e eeuw” [37] [hoe dom
denkt Emmer, dat zijn lezers zijn?], klopt zijn
weergave van de zogenaamde ”hedendaagse morele oordelen” van geen kanten, zoals hij zelf
trouwens toegeeft in een AD interview dd 22 augustus 2020! [38]
Ook moet hij daarin wel toegeven, dat slavernij ”verschrikkelijk” was [39], al haast hij zich in datzelfde interview te zeggen, dat ”niet iedere plantage een hel
op aarde was” [40]
Alsof iemand dat ooit gezegd heeft en alsof dat iets afdoet aan het feit, dat je als slaaf de uiterste vorm van
rechteloosheid had!
Maar terug naar dit artikel:
Emmer heeft het over ”hedendaagse morele oordelen”
[dat Verhaal over die vrije zaterdag neem ik niet serieus].
terwijl hij wijselijk dus niet vermeldt, dat dat, nogmaals,
klinkklare onzin is:
Een aantal predikanten heeft zich in de 17e eeuw, Eeuw van de Slavernij, actief verzet tegen slavernij en slavenhandel! [41]
Sterker nog:
In de beginperiode van de WIC [West Indische Compagnie] werd de slavernij zelfs op
calvinistische gronden afgewezen! [42]
Over ”hedendaagse morele oordelen” gesproken
CITAAT 4 HISTORICUS PIET EMMER
”Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren, waardoor de bezoeker de indruk krijgt dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn: ‘In Afrika leefden mensen in de koloniale tijd met de realiteit van mensenhandelaren, nomaden op paarden, die nachtelijke rooftochten organiseerden om mensen te ontvoeren.’ [43]
MIJN COMMENTAAR:
Het Rijksmuseum geeft helemaal geen verkeerde voorstelling van zaken, Emmer doet dat!
Nergens is beweerd, dat slavenhandel en slavernij ”voornamelijk Europese erfzonden zijn” [44]
Het enige, dat het Rijksmuseum doet, is meer inzicht
geven over de praktijk en de bestialiteit van het systeem
slavernij.
En nergens wordt beweerd, dat slavernij niet ook in Afrika voorkwam.
Maar dat gezegd hebbende:
Is het simpele feit, dat slavernij ook in Afrika en andere
delen van de wereld voorkwam [45] een excuus voor de bestiale mensenroof, de-humanisering, foltering, ontheemding, onteigening en verkrachting van miljoenen Afrikanen? [46]
Lees over excuses van hele en halve slavernijapologeten
als Emmer ook dit inzichtelijke artikel: ”Twaalf vragen over slavernij, die je maar beter niet had kunnen stellen” [47]
CITAAT 5 HISTORICUS PIET EMMER
”
Niet gekoloniseerd
Het Rijksmuseum verzwijgt echter dat Afrika ten tijde van de Atlantische slavenhandel helemaal nog niet gekoloniseerd was en dat de ‘rooftochten’ en ‘ontvoeringen’ dus onmogelijk de Europeanen in de schoenen kunnen worden geschoven.
[48]
MIJN COMMENTAAR
Dat wordt ook niet gedaan, meneer Emmer het ”ontvoeringen” ”in de schoenen van Europeanen schuiven”
Het klopt, inderdaad, dat bij de rooftochten naar slaven, Afrikaanse
slavenhalers een belangrijke rol speelden [49]
Zij kenden het gebied en deden vaak het vuile werk voor de Europese slavenhandelaren.
Maar dat ontstaat de Europese slavenhandelaren absoluut niet van hun misdadige schuld!
Want hoewel aangeleverd door Afrikanen, was dat in
het directe, economische belang van de Europese mensenrovers, die de tot slaaf gemaakten gevangennamen, massaal ontvoerden, de-humaniseerden en onder extreme repressie lieten werken op de respectievelijke plantages!
Of om het te zeggen met de kernachtige bewoordingen van Sander Philipse in zijn artikel ” ”Twaalf vragen over slavernij, die je maar beter niet had kunnen stellen”:
”
AFRIKANEN WERDEN VAAK VERKOCHT DOOR ANDERE AFRIKANEN.
Correct. Dus?
DUS KUNNEN WE EUROPEANEN NIET SCHULDIG HOUDEN VOOR TRANS-ATLANTISCHE SLAVERNIJ!
Oeh, die ga ik de volgende keer in de rechtszaal gebruiken. “Edelachtbare, ik ben niet schuldig aan brandstichting want Pietje Bell gaf me de benzine.” Daarnaast valt er nogal wat te zeggen over de rol die Europees kapitaal speelde in het aansporen, uitbreiden en in stand houden van de West-Afrikaanse slavernij.” [50]
CITAAT 6 HISTORICUS PIET EMMER
”Tegen alle logica beweert de directeur van het Rijks, Taco Dibbits in het voorwoord van het magazine voor scholieren Slavernij en nu? dat ‘de arbeiders op de plantages niet betaald’ kregen. Zou hij werkelijk geloven dat de plantagebezitters hun voor veel geld gekochte slaven lieten verhongeren?” [51]
MIJN COMMENTAAR
Moet ik op deze opmerking van Emmer ingaan?
Ik doe het toch maar.
Ik dacht, dat het toch wel algemeen bekend is-en hij als
historicus weet dat natuurlijk dondersgoed, dat de belangrijkste kenmerken van slavernij waren, het feit, dat een slaaf niet als ”mens” werd beschouwd, maar als een
Ding, dat kon worden gekocht, verkocht etc, handelswaar dus [52] EN daaruit voortvloeiende:
Het feit, dat de SLAVEN [Geen ARBEIDERS meneer Emmer, want die worden WEL betaald] NIET werden betaald! [53]
Natuurlijk kregen zij wel te eten, anders konden zij
niet werken!
Maar sinds wanneer is het voeden van slaven, hetzelfde als betaling?
Zie onder noot 54 nog wat extra informatie over de door
Emmer zo verfoeide en door mij toegejuichte tentoonstelling in het Rijksmuseum.
CITAAT 7 HISTORICUS PIET EMMER
Beloning
Niets is minder waar. Zo kregen de slaven van de Surinaamse plantage ‘Catharina Sophia’ in de 19de eeuw weliswaar geen geld, maar gemiddeld 94,57 gulden per jaar aan voedsel en 13,58 gulden aan kleding en huishoudelijke artikelen alsmede huisvesting, het gebruik van een moestuin en medische zorg. [55]
MIJN COMMENTAAR
Emmer spreekt zichzelf tegen
In het citaat 6 schrijft hij
”Tegen alle logica beweert de directeur van het Rijks, Taco Dibbits in het voorwoord van het magazine voor scholieren Slavernij en nu? dat ‘de arbeiders op de plantages niet betaald’ kregen” [56]
Om in citaat 7 te vermelden
”Niets is minder waar. Zo kregen de slaven van de Surinaamse plantage ‘Catharina Sophia’ in de 19de eeuw weliswaar geen geld, maar gemiddeld 94,57 gulden per jaar aan voedsel en 13,58 gulden aan kleding en huishoudelijke artikelen alsmede huisvesting, het gebruik van een moestuin en medische zorg.” [57]
Ontroerend
Maar hiermee geeft Emmer dus toe, wat ieder weldenkend mens al wist, dat de slaven NIET werden betaald.
En ja, hun kleding en voeding kosten nu eenmaal geld he!
Het is zo moeilijk, uitgehongerde slaven en/of slaven, die half de hongerdood sterven, hard te laten werken
En zonder kleding in de verzengende zon werken, wordt ook zo lastig……
CITAAT 8 HISTORICUS PIET EMMER
”In dezelfde tijd verdienden de landarbeiders in Drenthe ongeveer 150 gulden per jaar zonder huisvesting, moestuin en doktershulp. Bovendien wijst de directeur op de Nachtwacht van Rembrandt met daarop een jong kind met een donkere huidskleur en vraagt: ‘En waarom moest hij als kind al werken?’. Is hij niet op de hoogte van het feit dat in Rembrandts tijd en nog velen eeuwen daarna kinderarbeid heel normaal was?” [58]
Ronduit laag vind ik, dat Emmer twee vormen van flagrant onrecht, slavernij en extreme armoede, op
onethische wijze als het ware tegen elkaar uit tracht te spelen.
Wil hij nu beweren, dat de slaven beter af waren dan landarbeiders in Drente, in diezelfde periode!
Verbijsterend.
En dat voor een historicus!
Want hoe gruwelijk ook het uitbuitingssysteem van
landarbeiders in die tijd [trouwens, zowel zij als
slaven waren het slachtoffer van het zelfde roof en uitbuitingsysteem], landarbeiders konden niet gekocht of verkocht worden, ze konden niet verscheept en verhandeld worden, ze werden niet gebrandmerkt, geketend, noem maar op.
Wat onverlet laat, dat hun positie verre van benijdenswaardig was.
Maar Dingen waren zij niet!
En ja, kinderarbeid was gruwelijk en daar stonden zowel
landarbeiderskinderen als slavenkinderen aan bloot, maar een landarbeiderskind kon niet weg van de ouders worden verkocht en verhandeld, hoe gruwelijk ook
de omstandigheden!
CITAAT 9 HISTORICUS PIET EMMER
”
Bezit
Zonder enig bewijs meldt de tentoonstellingsbundel dat slaven geen bezit mochten hebben. Hoe was het dan mogelijk dat sommige slaven zichzelf vrijkochten en waar kwam in het eerste jaar na de vrijverklaring die koopgolf onder de ex-slaven vandaan? Ook beweert de bundel dat slaven niet mochten lezen en schrijven, maar hoe kon de zwarte abolitionist (voorstander afschaffing slavernij, red.) Equiano dan zijn memoires schrijven als hij dat als slaaf niet had geleerd? ” [59]
MIJN COMMENTAAR [IN TWEE DELEN UITGESPLITST]
DEEL 1
Emmer schrijft:
”Zonder enig bewijs meldt de tentoonstellingsbundel dat slaven geen bezit mochten hebben. Hoe was het dan mogelijk dat sommige slaven zichzelf vrijkochten en waar kwam in het eerste jaar na de vrijverklaring die koopgolf onder de ex-slaven vandaan?” [60]
[COMMENTAAR ASTRID ESSED]
Er even van uitgaande, dat de informatie van Emmer klopt [ik heb het zo gauw niet kunnen checken], dat er
in de tentoonstellingsbundel wordt beweerd, dat slaven
geen bezit mochten hebben, het volgende:
In zoverre geef ik Emmer gelijk, dat het niet hebben
van bezit niet in alle tijden en in alle gevallen absoluut was:
Slavernij als systeem sloot het ontvangen van loon
uit [61], maar er waren inderdaad gevallen bekend, waarbij slaven producten konden verkopen of voor
zichzelf konden werken, waarmee zij inderdaad een
bescheiden bedrag konden opbouwen. [62]
En inderdaad kon het voorkomen, dat slaven zich zo
konden vrijkopen [63].
Wat Emmer er echter NIET bij vermeldt in zijn betoog [64], is dat zowel het zichzelf vrijkopen als het hebben van bezit, verkregen door het werken voor zichzelf, alleen mogelijk was met toestemming van de meester. [65], wat natuurlijk voortvloeide door de in wezen
rechteloze positie van een slaaf. [66]
DEEL 2
Emmer schrijft:
”Ook beweert de bundel dat slaven niet mochten lezen en schrijven, maar hoe kon de zwarte abolitionist (voorstander afschaffing slavernij, red.) Equiano dan zijn memoires schrijven als hij dat als slaaf niet had geleerd?” [67]
[COMMENTAAR ASTRID ESSED]
Hier denkt Emmer slim te zijn, maar hij is niet
slim genoeg!
Want de bundel ”beweert” niet alleen, dat slaven niet mochten lezen en schrijven [68], dit vrij algemeen bekende feit [onder deskundigen, maar
ook uit overleveringen door nazaten van de slaven],
is door bronnen gestaafd [69], zoals Emmer ongetwijfeld weet, als hij zijn onderzoek tenminste
goed gedaan heeft [en ik heb geen reden, daaraan te
twijfelen] [70]
Dat dit verbod niet ten allen tijden, en in alle
omstandigheden werd gehandhaafd, is een andere zaak. [71]
De quasi slimme redenatie van Emmer [72] [zie
ook bovenstaande, DEEL 2], schuilt hierin, dat hij
het verbod op lezen en schrijven voor de slaven in
twijfel trekt [73], door ernaar te verwijzen, dat de
zwarte abolitionist Equiano [74], het toch als slaaf geleerd zou moeten hebben.
Ik citeer Emmer, nogmaals:
”Ook beweert de bundel dat slaven niet mochten lezen en schrijven, maar hoe kon de zwarte abolitionist (voorstander afschaffing slavernij, red.) Equiano dan zijn memoires schrijven als hij dat als slaaf niet had geleerd?” [75]
Maar wat Emmer hierbij, bewust of niet, uit het oog lijkt te verliezen is, dat er op iedere regel natuurlijk uitzonderingen zijn.
Met andere woorden:
Dat uiteindelijk de meester bepaalt, wat hij wel of
niet met zijn slaven wil doen.
En er zijn nu eenmaal meesters geweest, zoals in
geval van Equiano, maar ook de latere zwarte dichteres,
de eerste poezie publiciste, Phillis Wheatley en Ukawsaw
Gronniosaw, de eerste zwarte publicist in Groot-Britannie, die dit Verbod aan hun laars hebben gelapt. [76]
Dat maakt dat verbod niet minder waar, dat zegt vooral iets
over die meesters.
CITAAT 10 HISTORICUS PIET EMMER
” De slaven waren het eigendom van een ander en ‘daarom kon er juridisch gezien geen sprake van mishandeling of verkrachting zijn’ door de eigenaar.
Waarom zijn er dan processen gevoerd tegen planters, die een slaaf hadden gemarteld of gedood?” [77]
MIJN COMMENTAAR
Hierin heeft Emmer ja en nee gelijk.
Ja, wat betreft de processen tegen planters [slavenhouders]
Er is inderdaad sprake [en dan beperk ik mij hier tot Suriname] van tegen planters [slavenhouders dus] gevoerde processen wegens mishandeling van slaven.
Zo was er een proces tegen een juffrouw Pieterson en
een mevrouw Mauricius. [78]
Ook tegen anderen zijn processen gevoerd [79]
Maar daar moet WEL bij gezegd worden, dat de mishandelingen byzonder extreem waren en overweging was natuurlijk onrust in de kolonie
en de vrees, dat de slaven zouden ontvluchten.
Ik citeer uit ”Wij, Slaven van Suriname” van onafhankelijkheidsstrijder en verzetsman Anton de Kom [80]:
” De slaven van mevrouw Mauricius deelden nu aan het Koloniale Hof mede, dat zij weg zouden loopen wanneer de gouverneursweduwe niet uit het beheer der plantage ontzet werd. Inderdaad probeerde het Hof haar over te halen om de plantage voortaan door een administrateur te doen beheeren, ‘omdat men anders voor eene totale ruïne der bezitting harer pupillen vreesde’, maar mevrouw
Mauricius gaf te kennen, dat de heerschappij over haar eigendom door niemand beter gevoerd kon worden dan door haar zelve.” [81]
Nee
Wat Emmer er echter NIET bij vertelt [vandaar dat ”nee”
hier] is, dat aan dergelijke processen nauwelijks consequenties voor de planters [slavenhouders] waren
verbonden:
Zo kreeg genoemde juffrouw Pieterson volop gelegenheid de kolonie Suriname te ontvluchten, voordat er uberhaupt sprake was van een veroordeling [82]
en was er in geval van genoemde mevrouw Mauricius slechts sprake van een ”vermaning”, haar plantage door een administrateur te laten beheren. [83]
Dus Ja en Nee, meneer Emmer, er werden inderdaad processen tegen slavenhouders gevoerd [84], maar bij zeer extreme gevallen, waarbij kans op oproer en ontvluchting van slaven een rol speelden [85], en zonder
noemenswaardige consequenties voor de slavenhouders. [86]
CITAAT 11 HISTORICUS PIET EMMER
”Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?”
MIJN COMMENTAAR
Meneer Emmer, uw ”Afrikaanse/Arabische slavenhandelaars” mantra valt mij tegen!
Van een wetenschapper mag toch verwacht worden,
dat hij is uitgegroeid boven het niveau van ”zij deden het ook” [87], wat velen het laatst op de kleuterschool zeiden.
Want WAS er Afrikaanse en Arabische slavenhandel?
JA, dat is een algemeen bekend feit. [88]
Ik wil zelfs zo ver gaan om te beweren, dat zonder hulp
van Afrikaanse slavenophalers en het verschijnsel
van Afrikaanse slavernij [89], het voor Europese handelaren heel moeilijk geworden zou zijn, een verderfelijk succesvolle onderneming als de transatlantische slavenhandel op te zetten! [90]
Het is dan in dit verband ronduit verbijsterend, de laatste zin van Citaat 11 te lezen:
”Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?”” [91]
Ieder zinnig, rationeel denkend mens, dat uitgaat
van de eigen verantwoordelijkheid voor de eigen daden en misdaden op conto van de daders schuift, waar ze thuishoren, zal deze wijze van redeneren niet alleen
belachelijk vinden, maar ronduit verachten!
Schrijfster dezes uiteraard dus ook!
CITAAT 11 HISTORICUS PIET EMMER
”Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat alleen Afrikaanse handelaren bepaalden hoeveel man-, vrouw- en kindslaven te koop werden aangeboden. Zelfs de plantageklok, die ’s morgens het begin van de werkdag aankondigde, is volgens het Rijksmuseum een symbool van uitbuiting en geweld. Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?” [92]
MIJN COMMENTAAR
Zoals schrijfster dezes reeds opmerkte, is het wat betreft de Westerse verantwoordelijkheid voor de misdaad, die transatlantische slavenhandel en slavernij
was, van geen enkele betekenis, of alleen Afrikaanse handelaren bepaalden hoeveel man-, vrouw- en kindslaven te koop werden aangeboden, of niet.
Hun aandeel is kwalijk, zonder meer, zoals iedere vorm
van slavenhandel en slavernij [noot 93 met een artikel van Emmer, laten we fair zijn], maar kan niet als vergoeilijking, bagatellisering of welke vorm van
apologie gebruikt worden voor de Westerse misdaad:
Transatlantische slavenhandel en slavernij.
De Westerse handelaren waren geen passieve actoren,
die alles overkwam, maar hadden een duidelijke VRAAG, zoveel mogelijk gezonde slaven om in
de meest maximale zin uit te buiten, en kregen het AANBOD geleverd van Afrikaanse en ook Arabische handelaren. [94]
Het is dus belachelijk, hen [de Europese handelaren]
op deze rare Emmer manier te ontslaan van hun verantwoordelijkheid.
En dan de laatste zin van Citaat 11
”Maar zou dat instrument [de plantageklok, zie bovenstaande gehele Citaat 11] net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?’ [95]
Net als in Europa, meneer Emmer?
Er was geen slavernij meer in Europa, na de late Middeleeuwen. [96]
Een ”middel om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?”
In de eerste plaats ONTVANGEN de slaven geen loon, dat is het kenmerk van slavernij immers [97]
In de tweede plaats:
“loon afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?”
Eten, medische verzorging en betere huisvesting IS geen loon.
In de derde plaats:
Tijdens de slavernijperiode werd er maar zeer weinig ”afgedwongen” tenzij de slavenhouders/het
koloniale Bestuur bang was voor oproer en opstand.
CITAAT 12 HISTORICUS PIET EMMER
”Wie hoopt dat de tentoonstelling hem of haar op de hoogte brengt van de laatste wetenschappelijke inzichten hoeft het Rijksmuseum niet te bezoeken, maar wie zijn stereotiepe opvatting over de slavenhandel en slavernij bevestigd wil zien, komt in het Rijksmuseum ruimschoots aan zijn trekken.” [98]
MIJN COMMENTAAR
Het getuigt van morele moed, dat het Rijksmuseum, evenals het Amsterdam Museum [99] heeft besloten
niet meer weg te kijken, waarmee onbedoeld het slavernijverleden werd gebagatelliseerd, maar de misdaad van de slavernij te benoemen en te
beschrijven in een tentoonstelling, waarbij 10 slave narratives centraal staan. [100]
Degene, die hier een beperkte, verdraaide en gebagatelliseerde kijk heeft op Neerlands slavernijverleden is historicus Piet Emmer zelf.
En vrijwel iedereen, die mijn bovengenoemde weerlegging
van Emmer’s ”argumenten” met aandacht heeft gelezen [en de noten heeft geraadpleegd] zal dat met schrijfster dezes eens zijn.
Maar nog een bewijs van de apologetische en bijna bizarre wijze van redeneren van Emmer:
EMIGRATIE:
LAATSTE CITAAT HISTORICUS PIET EMMER
[ARTIKEL IN AD]
”’Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten. Toch verweten mijn critici dat ik slavernij gelijk stelde aan een vakantiereis. Onzin. Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.” [101]
MIJN COMMENTAAR
Ja lezers, u leest het goed.
Dit heb ik niet verzonnen.
Emmer zegt dit in een interview in het AD, getiteld ” ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS” [102] Hoewel iedere zin gevaarlijke en verderfelijke nonsens uitademt, neem ik toch de moeite, hierop in te gaan.Want Emmer vergelijkt:Geroofde en ontvoerde Afrikanen met vrije migranten, wat de ruimte, die zij op de respectieve vervoersmiddelen [slavenschip versus vliegtuig] hebben.Dat al is een GOTSPE, omdat het qua situatie een absurde vergelijking is.Emmer vergelijkt ook:De situatie van geroofde en ontvoerde Afrikanen opeen slavenschip met die van [pauper]Europese landverhuizers naar veelal de Verenigde Staten.Qua ruimte dan. Ik hoef niemand uit te leggen, dat iedere vergelijking tussen geroofde tot slaaf gemaakten enerzijds en vrije migranten en vrije landverhuizers, hoe verpauperd ook, verderfelijk mank gaat. Toch doe ik het: Eerst de vrije migranten: [Citaat Emmer herhaald] ”’Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is” [103] [COMMENTAAR ASTRID ESSED] Ten eerste gaat het om de tegenstelling tot slaaf gemaakten en vrije migranten Dat is een wereld van verschil en Joost mag weten,waarom Emmer een vrije en onvrije situatie in een vergelijking betrekt.Ten tweede:Het vervoer in een economy class mag krap zijn, opeen slavenschip onmenselijk:Welke slaaf werd door een stewardess bediend, met eenselectie aan eten, kranten, films?Welke vrije migrant werd of wordt geketend vervoerd,wordt het vliegtuig uitgesmeten, als hij/zij ziek is, welke vrouwelijke migrante wordt aan boord van het vliegtuig verkracht door de bemanning? [104]Want DAT was de realiteit op een slavenschip,Slaven waren immers koopwaar, ”dingen”, en aanzieke koopwaar had je niets! De landarbeiders: Weer citeer ik Emmer ”Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.” [105]En weer zeg ik tegen Emmer:Waren die landverhuizers geroofd, werden ze geketendvervoerd, werden hun vrouwen door de bemanningverkracht, werden ze overboord gegooid, als ze ziek waren? [106]Natuurlijk waren hun reisomstandigheden bepaald niet ideaal [107], maar hoe durft u, meneer Emmer, hen en hun reisomstandigheden in een adem te noemenmet geroofde Afrikanen? Welke migrant werd verkocht bij aankomst?Welke landverhuizer werd verkocht? Dit citaat van Emmer getuigt wel van weerzinwekkende lef: ”Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten” [108]Is dit het enige verschil, dat Emmer wenst te noemen? En dat voor een historicus, een wetenschapper, die heel goed weet, hoe de omstandigheden op een slavenschip waren, dat slaven werden geketend, verkracht, overboord gegooid, als Dingen werden behandeld…. [109] Het zegt wel genoeg over Emmer….
Epiloog: De Mantra’s van historicus Emmer hoeven nietherhaald te worden: Niet iedere plantage was een Hel op Aarde [110]Er was ook Afrikaanse en Arabische slavernij enslavenhandel [111]Landarbeiders in Drenthe hadden het ook slechten kinderarbeid kwam niet alleen bij slaven voor, maarook in Drenthe en de rest van Nederland [112]Slaven kregen weliswaar geen geld, maar kleding en voedsel [113] En tenslotte vergelijkt hij de overtocht vanslaven met die van vrije migranten [wat zit je krap in deeconomy class…] en Europese landverhuizers… [114] Al zijn apologetische en vergoeilijkingsredenen heeftschrijfster dezes in bovenstaand Betoog ontkracht. Want het belangrijkste wordt door Emmer genegeerd:Ook al zullen er weleens slavenhouders geweest zijn,die hun slaven relatief beter behandelden, of toestonden te leren lezen en schrijven [115], de essentie was en bleef, dat slaven EIGENDOM waren.Een redelijke slavenhouder vandaag kon de slaaf, zonderenige controle over zijn lot, morgen verkopen aan eenmeester, die hem doodwerkte, mishandelde, etc.Vrouwen en kinderen konden verkocht worden, samen ofapart, met of zonder man en vader, etc. Het niet kunnen beschikken over je eigen lichaam, leven, toekomst etc, DAT was het misdadige en daaruit kwam alle andere onderdrukking en misdadigheid voort. Dus meneer Emmer, hoezeer u het ook wiltverbloemen:”Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdadenniet uitwissen. ” [116] Astrid Essed ZIE VOOR NOTEN 1 T/M 116 https://www.astridessed.nl/noten-1-t-m-116-bij-historicus-piet-emmer-en-de-westerse-slavernij/
De Transatlantische slavenhandel was een misdaad tegen de menselijkheid en het feit alleen al, dat mensen werden verhandeld als vee, als goederen, is mensonterend. Ik heb altijd gedacht dat iedereen het daar in 21e eeuw wel over eens was. En we weten dat slaven, of tot slaaf gemaakten, afschuwelijk hebben geleden onder onmenselijke lijfstraffen, overboord werden gegooid als ze ziek waren, werden gemarteld en vermoord. Hier is een ooggetuigeverslag van John Gabriël Stedman (1744-1797), een Schotse militair in dienst van het Nederlandse leger in Suriname:
The first object that attracted my compassion was tied up with both arms to a tree, a truly beautiful Samboe girl of about 18, as naked as she came to the world, and lacerated in such a shocking condition by the whips of two negro drivers, that she was from her neck to her ancles literally died over with blood. It was after receiving 200 lashes that I perceived her with her head hanging downwards, a most miserable spectacle.
De rechtvaardiging voor deze beestachtige mishandeling van medemensen vonden de slaveneigenaars in de verhandelingen van Verlichtingsfilosofen, dezelfde die de fundamenten legden voor onze huidige democratische rechtstaat: Voltaire, Hugo de Groot, John Locke. Zij betoogden dat zwarte mensen inferieure wezens waren, beesten des velds die niet dezelfde aanspraak konden maken op de rechten die christelijke Europeanen toekwamen. Daarmee werden imperialisme, kolonialisme en slavernij gerechtvaardigd.
Wreedheden
De slavernij is na een lange, bloedige strijd afgeschaft en de vele wreedheden en onrechtvaardigheden zijn gedetailleerd gechroniqueerd. Het transport in benauwde scheepsruimtes, als vee, aan elkaar geketend, kinderen die bij hun moeders werden weggenomen, als kalveren, de dwangarbeid, het verbod om te lezen, om de bijbel te kennen, het verbod op bezit, het verbod om een mens te zijn en te voelen als een mens, de meest basale menselijkheden werden slaven ontnomen en ontzegd.
Waarom publiceren de vaderlandse kwaliteitsmedia constant de stukken van historicus Piet Emmer, die er zijn levenswerk van heeft gemaakt deze misdaden te bagatelliseren, te ontkennen zelfs, met rookgordijnen van drogredeneringen, aperte leugens en vreemde afleidingsmanoeuvres. Emmer probeert zijn lezers ervan te overtuigen dat de zwarte slaven juist geluk hadden gehad, want de witte landarbeiders in Drenthe hadden het veel slechter en voor de slaven werd toch maar mooi gezorgd, door hun eigenaars. Ze kregen eten, kleding, medische verzorging en een moestuin.
Emmer kan er kennelijk niet bij dat het naakte feit alleen, dat een mens een eigenaar heeft, die over zijn lot en leven beslist, een onuitsprekelijke misdaad is. En de Volkskrant vindt het prachtig, die publiceert die racistische tinnef iedere keer weer, als het christelijke dagblad Trouwhaar niet voor is geweest. Weg met die witte schuld, die “weg-met-ons”-mentaliteit, we hebben die zwarten beschaving bijgebracht, en ze gekleed en gevoed, en discipline en een vast dagritme bijgebracht!
Kindslaven
Om te beginnen zou het al klaar moeten zijn bij de constatering dat slaven niet vrij waren, dat hun zelfbeschikkingsrecht hun was afgenomen, zoals Remco Breuker opmerkt. Geen vergoelijking of nuancering kan daar tegenop. Maar Emmer ziet het eenvoudigweg niet als een probleem dat mensen ontvoerd en verhandeld werden en gedwongen werden te werken voor hun eigenaar. De Arabieren en Afrikanen deden het ook, is zijn excuus. In zijn nieuwste stuk in de Volkskrant schrijft hij letterlijk: ‘Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?’
Kun je Nederlanders verwijten dat ze kinderporno verspreiden? Kun je Shell verwijten dat het de Nigerianen onderdrukt? Kun je Floris-Jan verwijten dat hij crack verkoopt op de kinderboerderij? Als hij het niet doet, verdient iemand anders er wel geld mee. De VOC-mentaliteit waar Sywert zich ook op beroemt.
Kille boekhoudersmentaliteit
Daar bovenop ontkent en bagatelliseert Emmer de wrede mishandelingen en onrechtvaardigheden tegen slaven met een bloedstollende psychopatenlogica: is helemaal niet logisch dat slaven zouden zijn mishandeld, zegt Emmer. De plantagebezitters zouden hun voor veel geld gekochte slaven toch niet laten verhongeren? Zo, nou jij weer. Je gaat toch geen 200 gulden voor een slaaf betalen om ‘m te laten creperen. Een slavenhouder, rekent Emmer voor, was per slaaf toch al gauw 94,57 gulden per jaar aan voedsel kwijt en 13,58 gulden aan kleding.
Diezelfde kille boekhoudersmentaliteit kwam ik ook tegen in het relaas van Stedman, die zich erover verbaast (Stedman was geen abolitionist) dat twee jonge slaven die betrapt waren op diefstal ervan afkwamen met een paar zweepslagen, terwijl een oudere slaaf vanwege een onbenulligheid maar liefst 300 zweepslagen kreeg:
‘When I asked the cause of this partiality, M. Cachelieu answered, that the young negroes still had a very good skin, and might do much work; whereas the old ones had long been disfigured and worn out, and killing them altogether would be a benefit to the estate.’
Emmer verplaatst zich niet, zoals elk mens met een normaal functionerend geweten, in de onderdrukten, maar in de onderdrukker, in de slavenhandelaar. Hij vereenzelvigt zich ermee, denkt zoals een slavenhandelaar, handelt zoals een slavenhandelaar, liegt en bedriegt als een slavenhandelaar alsof het zijn eigen nering is, die hij beschermt.
Hetzelfde cynisme past hij nog een keer toe als hij stelt dat de plantageklok, die ’s morgens het begin van de werkdag aankondigde, geen symbool van uitbuiting en geweld is, maar een ‘instrument om de efficiency en daarmee de winst te verhogen’.
Juist ja, een instrument om meer uit je slaven, uit je duurbetaalde eigendom te halen. De slaven, schrijft Emmer, konden daardoor ‘meer loon afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting’. Emmer is echt een akelige klootzak van epische proporties.
Lezen en schrijven
Emmer ontkent glashard dat het slaven werd verboden te leren lezen en schrijven, komt met een uitzondering aanzetten, Equiano, die bij één van zijn eigenaren, Michael Pascal, leerde lezen en schrijven, als het bewijs van het tegendeel. Equiano werd door Pascal overigens weer doorverkocht en wist zich uiteindelijk vrij te kopen, waarna hij zijn leven wijdde aan de strijd tegen de slavernij. Blijkbaar vond Equiano dat het leven meer te bieden zou moeten hebben dan 13,58 gulden aan kleding per jaar, de ondankbare hond. Dat krijg je dus als je je slaven leert lezen en schrijven.
Emmer ontkent ook dat het slaven verboden was bezit te hebben. Hij weerlegt dit niet met feiten, maar stelt een suggestieve vraag: “Hoe was het dan mogelijk dat sommige slaven zichzelf vrijkochten en waar kwam in het eerste jaar na de vrijverklaring die koopgolf onder de ex-slaven vandaan?”
Ja, hoe was dat mogelijk? Dat heette manumissie en kwam bij hoge uitzondering voor, als een slaaf het “geluk” had een eigenaar te hebben die het hem gunde vanwege extraspeciale verdiensten. Dat er onder ex-slaven een “koopgolf” was, is mij onbekend maar als dat zo is: het lijkt me een logisch gevolg van het verbod op bezit, dat je na je vrijlating een boel spullen nodig hebt.
Domrechtse blogosfeer
En zo gaat het maar door. Het zal niemand verbazen dat Emmer op Twitter met instemming aangehaald en geciteerd wordt door de bewoners van de donkere krochten van de domrechtse blogosfeer. Hij drukt zich ook op dezelfde manier uit als verstokte racisten: hij noemt slaven ‘Sambo’, dat deed hij in Trouw ook al, een aantal weken geleden. Sambo is een racistisch scheldwoord, net als het n-woord, maar je ziet of hoort het nauwelijks meer. Waarom hecht Emmer eraan het woord weer salonfähig te maken?
‘Slaven waren niet de gedweeë, sullige Sambo’s zonder initiatief’, schrijft Emmer, ‘die alles accepteren en zich naar believen lieten straffen, vernederen en uitbuiten’. Ook hier gaat weer een rare kronkelredenatie achter schuil, die me in eerste instantie deed denken aan het antisemitische verwijt dat de Joden ons de Holocaust hebben aangedaan, zodat je niks meer over Joden mag zeggen.
Maar Emmer stelt juist dat de slaven zich niet hebben laten vernederen en uitbuiten. Hij suggereert dat ze zich uit eigen initiatief tot slaaf hebben laten maken, om te kunnen profiteren van het gratis eten, de kleding, de medische verzorging en de geneugten van de plantageklok.
En met dit soort verknipte denkbeelden van een klaarblijkelijk doodzieke man meent een kwaliteitskrant haar lezers te moeten bedienen.
EINDE ARTIKEL
Reacties uitgeschakeld voor Artikel Frontaal Naakt/Peter Breedveld]/Het leven als slaaf was een grote zomervakantie, volgens Piet Emmer
FORUM VOOR DEMOCRATIE JOURNAAL/TEKST YOUTUBE FILMPJE MET INTERVIEW VAN KOLONIALISME EN SLAVERNIJ APOLOGEET ROBERT LEMM DOOR RASSENWAAN IDEOLOOG THIERRY BAUDET
THIERRY BAUDET, LEIDER FORUM VOOR DEMOCRATIE:”IK WIL GRAAG DAT EUROPA DOMINANT,BLANK EN CULTUREEL BLIJFT, ZOALS HET IS”
BESTRIJD DE FASCISTISCHE IDEOLOGIE VAN THIERRY BAUDET MET DE PEN EN HET ZWAARD!
VOORAF
AAN DE LEZERS Wie mijn website[blog] goed heeft gelezen, heeft gezien, dat ik in een brief, gericht aan de Universiteit van Amsterdam, De Afdeling Geesteswetenschappen en het tijdschrift Folia, gehakt gemaakt heb van de beweringen van Forum voor Democratie voorman en zijn geestverwant en handlanger, ”historicus” [althans volgens Baudet, ik heb er geen bewijzen voor kunnen vinden] Robert Lemm. [1]Aanleiding vormde een op het Forum voor Democratie Journaal van 26 juni anno Domini 2020 gehouden interview met deze meneer Lemm, waarin werd ingegaan op het slavernij en koloniale verleden. Dit Forum voor Democratie Journaal, dat over meer onderwerpen ging, is te beluisteren via Youtube.com [2], maar eruit gelicht heb ik dus dat interview met Lemm.Ook interessant is een Thierry Baudet uitspraak over het communisme, dat hij aanduidt als ”meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis” [3], waarop zeer deskundig, ook door middel van een brief aan de Universiteit aan Amsterdam, is ingegaan door activist en publicist Peter Storm. [4] KOLONIALISME EN SLAVERNIJ De reden, dat ik inging op het interview met Lemm en enkele opmerkingen hierover van Baudet is niet alleen de achterlijkheid [””Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer.”], maar vooral de geschiedvervalsing en de van minachting voor mensen van niet westerse komaf getuigende opmerkingen.Zie onder noot 5, mijn brief aan de Universiteit van Amsterdam. THIERRY BAUDET EN DE UITSPRAKEN VAN ROBERT LEMM? Maar, Thierry Baudet is toch niet verantwoordelijk voor de uitspraken van Robert Lemm”, zult u misschien opmerken.Op zich natuurlijk niet, nee.Maar in het door mij gewraakte interview heeft Baudet Lemm niet alleen uitgebreid aan het woord gelaten, maar nauwelijks enige kritische vragen gesteld.
Integendeel, hij gaf hem nog een voorzet voor zijn gevaarlijke onzin, door het interview als volgt te beginnen: ”Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.
Hoe kijk jij daarnaar?” [6]
Uit het interview blijkt, dat zowel Lemm niet alleen apologeet is van kolonialisme en slavernij, maar zich schuldig maakt aan geschiedvervalsing.
Iets, wat Baudet later in het Journaal met het ”communisme” [alsof het een eenduidig verschijnsel is] zal doen. [7]
Trouwens, ook Baudet is niet vies van kolonialistische verheerlijking en apologisme, waarmee hij en Lemm wat wereldbeeld betreft in elkaars vaarwater zitten:
Ik citeer uit een toespraak van Thierry Baudet:
”FVD IS HET VLAGGESCHIP VAN DE RENAISSANCEVLOOT”
””Inderdaad, we zijn in Europa eigenlijk nooit teruggeschrokken voor idealen die voorbij onze horizon lagen. Integendeel: we kozen ze juist als leidraad: eerst het verre Jerusalem, daarna het oude Athene – weer later waren het de uitgestrekte zeeën en niet-ontdekte landen daarginds, waarheen we zeilden en waarvan we terugkwamen met nieuwe specerijen, nieuwe uitvindingen, nieuwe technieken.Hoe verder weg, hoe uitdagender. Xenofobie is ons wezensvreemd – geen enkele andere cultuur op aarde is ooit zo open en pluriform geweest als de onze altijd geweest is, en mede daardoor hebben wij ons, onder deze sterrenhemel, op het schiereiland van Azië, in de delta van continentale riviermondingen, altijd kunnen vernieuwen en ontwikkelen – heeft ons boreaal Europa steeds de bouwstenen gevonden voor kruisbestuiving, nieuwe vonken: wedergeboortes.” [8]Zie voor gehele toespraak, helemaal onderaan
Verder is Thierry Baudet niet vrij van rassenwaan:
Ik citeer twee van zijn uitspraken:
”Ik wil graag, dat Europa dominant, blank en cultureel blijft, zoals het is.” [9]
EN:
””Het fundamentele gebrek aan zelfvertrouwen, dat wijhebben in onze cultuur, die zelfhaat……de Nederlandsebevolking homeopathisch te verdunnen met alle volkerenvan de wereld, doordat we….er nooit meer een Nederlander zal bestaan,zodat wie wij zijn niet meer gestalte…….heeft allemaal EEN oorzaaken die oorzaak is onze cultuur van zelfhaat.” [10] Meer hoef ik hieraan niet toe te voegen, dunkt mij MAAR WAAROM EEN BRIEF AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM? Welnu, omdat FvD voorman Thierry Baudet aan de Universiteit van Amsterdam de bachelorgraad geschiedenis gehaald heeft [11] en het mij zo lijkt, dat de Universiteit van Amsterdam een houder van een aan haar instituut behaalde Bachelorgraad, iemand bovendien met grote politieke invloed, die niet alleen een kolonialistisch verheerlijkend en racistisch wereldbeeld heeft, maar zowel zelf de geschiedenis vervalst [12], als een geschiedvervalser als Lemm aan het woord laat [13], wel mag aanspreken op zijn uitspraken en in ieder geval kan laten blijken, afstand van dit verderfelijk gedachtegoed te nemen.Zeker een Universiteit, die er prat op gaat, zich in te zetten voor diversiteit [14], want dergelijke opvattingen zijn een klap in het gezicht van en een minachting voor mensen met een niet-westerse achtergrond. [15] TEKST INTERVIEW Om u als lezer te gerieven-beschouw het maar als een service van mijn kant, heb ik dan ook het gehele interview met Robert Lemm direct hieronder voor u uitgeschreven! Toegegeven, het is ook verwerkt in noot 9 van mijn artikel [16], maar wie kijkt daar nou naar?Dus, te uwer ”pleziere”, direct hieronder de tekst van het gehele interview met Robert Lemm [niet de tekst van het hele FvD Journaal, maar dat is als Youtube filmpje verwerkt, zie onder noot 17] MAAR NU EERST:THIERRY BAUDET EN ROBERT LEMM!Daaronder:Bovenstaand notenapparaatEn tenslotte: De tekst van de redevoering van Thierry Baudet uit 2017:”FvD is het vlaggeschip van de Renaissancevloot”
DE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
BEGIN FVD JOURNAAL:
”Het is vrijdag 26 juni, dit is het FvD Journaal, we spreken over biomassacentrales in Noord-Holland, want Forum voor Democratie heeft die van de baan gekregen, over de steun voor KLM, Air France, over het verleden, wat wij daarmee moeten, er zijn vragen met Eva Vlaardingerbroek….., Robert Lemm is hier, het is kortom heel goed, dat je kijkt…”
0.00-0.19
GEHELE INTERVIEW THIERRY BAUDET MET ROBERT LEMM
VOORAF AAN INTERVIEW
15.05-15.46
Thierry Baudet:
Ja, het is natuurlijk het thema, the talk of the town van deze tijd:
Het verleden, het koloniale verleden, maar uberhaupt eigenlijk het hele verleden.
Hoe gaan we daarmee om?
Moeten we vooral een houding hebben van trots, moeten we vooral kijken naar de dingen, die mensen hebben gedaan in het verleden, die we mooi vinden of moet je zeggen:
Ja, nee, maar hij of zij heeft ook dat verkeerd gedaan en daar moeten we het vooral over hebben.Dat moet de focus zijn.
Over al dat soort zaken is hier zometeen te gast Eva Vlaardingenhoek om met jullie te spreken.
Jullie kunnen je vragen ook nu al stellen, er is ook een superchatmogelijkheid, dan weet je zeker dat je vraag gesteld wordt, maar eerst gaan we spreken met Robert Lemm, filosoof en historicus, die ook bekend werd van dit programma…
FILMOPNAMES VAN ROBERT LEMM EN ZIJN UITSPRAKEN
15.46-16.46
[Aansluitend, filmopnames van Robert Lemm en zijn uitspraken]
” ”Scholen, Universiteiten en media verhullen het echte verhaal over ons verleden””….En Thierry is ook de eerste, die dat zal zeggen: het zijn onbeschreven bladen, ze weten niks, je moet ze invullen, ik bedoel: ze hebben dingen gehoord, die ze napraten, op Internet, de media, je moet ze opnieuw een historisch besef bijbrengen, he, je moet ze vertellen, hoe de geschiedenis is,wij staan op de puinhopen en de brokstukken van een samenleving, die sneller afbreekt dan we zien en dat is nog bij de meeste mensen, bij jonge mensen, die zijn daar helemaal niet van overtuigd.
Die zien dat helemaal niet, die leven nu, die hebben geen historisch inzicht,die weten niet, wat er vroeger gebeurd is, hoe het langzaam gegaan is, dat horen ze niet, dus, en wat ze horen, is steeds alleen maar het vooruitgangsverhaal, dat horen ze, maar ze horen niet, wat er is opgegeven, en dat wil ik aan ze vertellen, en ik wil ze daar in elk geval bewust van maken, dat is alles”
16.46-27.05
INTERVIEW THIERRY BAUDET MET HISTORICUS ROBERT LEMM
Thierry Baudet:
”Hij is hier, Robert Lemm, auteur van meer dan dertig boeken, en filosoof, historicus, conservatief denker.Robert Lemm, fijn, dat je er bent.
[Robert Lemm knikt]”
Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.
Hoe kijk jij daarnaar?
Historicus Robert Lemm:
”Eh….kijk Huizinga, een van onze grootste auteurs, historicus, heeft gezegd:
”Wij moeten het verleden levend houden”
Wat hij daarmee bedoelt is:Dat, een historicus moet zich verdiepen in een voorbije periode, gebeurtenissen en personages moet je zien in hun tijd.
En wat wij doen:
Wij projecteren onze eigen ideeen op die periodes en die mensen van toen en beoordelen en veroordelen ze daarmee en dat is fout.
Een voorbeeld is in onze Nederlandse geschiedenis is het geval van Jan Pieterszoon Coen he, we hebben gehoord, dat het standbeeld naar beneden wordt gehaald, de man wordt helemaal verguisd, het was helemaal fout, maar nu is het interessante, dat over deze Stichter van Batavia heeft onze grote dichter Slauerhoff een toneelstuk geschreven en in dat toneelstuk verplaatst hij zich in de geest van Pieterszoon Coen….hij moest bepaalde belsissingen nemen in het begin van Batavia en daar moest hij af en toe hard voor optreden en dat was een zaak voor erop of eronder en Slauerhoff laat alleen maar zien, hij registreert, hij veroordeelt niet, maar hij laat, hij zegt zegt tegen de me….kijk, kijk, hoe die man was, wat voor karakter die had, hoe die omging met zijn vrouw, met zijn kinderen, en hoe hij dat eerste, dat oorspronkelijke Batavia runde.Dat toneelstuk werd een keer opgevoerd en daarna verboden.Waarom werd het toneelstuk verboden……”
Thierry Baudet [valt Lemm in de rede]
”Omdat het te kritisch was op Coen……”
Historicus Robert Lemm [herneemt het woord]:
”Eh….nee, dat was hij niet, Hij….men vond hem dus niet kritisch genoeg op Coen.Men vond, dat hij teveel begrip voor hem had.Daarom is het verboden.Nou ja, dat was toen al, het is een toneelstuk uit 1931, het is nooit meer opgevoerd…..”
Thierry Baudet:
”Maar je kunt dus concluderen, dat die discussie al veel langer voert.”
Historicus Robert Lemm:
”De discussie is al veel ouder en dat kunnen we ook zien….”
Thierry Baudet:
”Maar wat is er dan fout aan, want je zou ook kunnen zeggen, je moet continu met een ethisch bewustzijn overal naar kijken en ik geloof de Vrijheidslaan in Amsterdam, hier in Amsterdam, die heette eerst de Stalinlaan, volgens mij of de Stalinweg….”
Historicus Robert Lemm:
”Stalinlaan”
Thierry Baudet:
”En die naam hebben we veranderd”
Historicus Robert Lemm:
”Ja”
Thierry Baudet:
”Is dat ook verkeerd, denk je?”
Historicus Robert Lemm:
”Nou ja, dat hebben we gedaan in de jaren vijftig was Stalin nog een held, omdat hij mee had geholpen met het bevrijden van, van het neerhalen van het Derde Rijk, maar al snel, ja, viel hij dus in ongenade en dat werd beoordeeld op dat moment en men vond het ongepast om hem, om die straat, om die grote laan Stalinlaan te blijven noemen, dus werd het Vrijheidslaan.
Het is iets van….maar dan heb je dus…….ja, dat is een eigentijds geval en dat ligt dus vrij dicht bij een ander voorbeeld uit Nederlands Indie namelijk generaal Spoor, de man van de politionele acties
Op dit ogenblik-ik geloof gisteravond was er ook weer een uitzending op de televisie- wordt deze periode honderd procent veroordeeld.Wij waren helemaal fout, we hadden nooit in Indie mogen zitten, dat waren allemaal, die Vrijheidshelden, die gevochten hebben voor de vrij….die hadden groot gelijk, en generaal Spoor en de Nederlandse militairen, die daar zaten , die waren fout, veroordeeld, verkeerd….”
Thierry Baudet:
”Wie zegt dat, dit…….dat vinden sommige mensen nu….”
Historicus Robert Lemm:
”Dat wordt nu gezegd, He…we hebben nu ook het Van….”
Thierry Baudet:
”Je hebt ook mensen, die iets anders zeggen over het koloniale verleden he….”
Historicus Robert Lemm:
”Maar je hebt ook het Van Heutsz monument, dat is ook weggehaald, dat is ook een foute man geweest.Maar generaal Spoor was….” Thierry Baudet: ”…In de ogen van veel mensen…”
Historicus Robert Lemm:
”In de ogen van nu….”
Thierry Baudet
”…Je moet wel een beetje duidelijk maken….”
Historicus Robert Lemm:
”De opinie van nu Nou wat…..sommige mensen….”
Thierry Baudet:
”…Sommige mensen”
Historicus Robert Lemm:
”Sommige mensen…..wat ze op de Universiteiten leren, in Academia, het is gewoon….zo wordt nu gekeken naar het verleden, maar ….”
Thierry Baudet:
”Is het niet zo, dat je….kijk je kunt natuurlijk altijd de discussie hebben van hoe kijk je naar het verleden.Als ik door Rome loop, en het Forum Romanum, dan zie je daar standbeelden van mensen, die hebben daar gladiatorengevechten georganiseerd, he, waar een gevangene tegen een Leeuw moest vechten, dat zou ik nu veroordelen, een vreselijk idee, toch komt het niet in mijn hoofd op om dat standbeeld weg te halen, want ik denk, het verleden….een beschaving kenmerkt zich doordat die zich verhoudt tot het verleden, beelden weghalen, dat doet ISIS, dat deed, dictaturen doen dat,, dat is eigenlijk een heel onbeschaafd iets.”
”Net als boeken verbranden!
”Dat doet men niet!”
Historicus Robert Lemm:
”Het is heel onbeschaafd, want daarmee kennen we het ook niet meer. .Dus natuurlijk zijn er in het verleden, net zoals in onze tijd, in elke tijd, mensen geweest, als je ethisch naar ze kijkt, dat daar het nodige op aan te merken is, …”
Thierry Baudet:
”Zeker met de standaarden van nu he,want…..”
Historicus Robert Lemm:
”Zeker met de standaarden van nu.
Maar je moet wel….je moet het verleden gewoon wat dat betreft, met rust laten.
”Dat….want het verleden zou net zoveel recht hebben om ons te veroordelen.Want concentratiekampen, zes miljoen Joden, genocides, dat is echt iets van de twintigste Eeuw, dat begon met de Franse Revolutie, met de Guillotine, met de Rode Terreur, dat is iets van onze tijd.Dus het verleden heeft in het laatste oordeel, evenveel recht om onze tijd te veroordelen.”
Thierry Baudet:
”We worden…”
Historicus Robert Lemm:
”Dat moeten we niet doen.”
Thierry Baudet:
”Met andere woorden:Wij zijn, in onze ”moderne” tijd, onze verlichte tijd waar we zo trots op zijn, ook schuldig geweest aan allerlei zaken, die vreselijk zijn, omgekeerd zijn mensen, die nu demonstreren, want dat zie je namelijk ook, ook niet brandschoon, ik zag, dat de voorouders van Akwasi-dat heeft die zelf gezegd- die anti-slavernij-Black Lives Matter demonstrant, dat dat waarschijnlijk zelf slavenhouders waren geweest, in het verleden.
Dus met andere woorden: ”Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen”
Historicus Lemm:
”Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer. Het is niet alleen….”
Thierry Baudet:
”Wat bedoel je daarmee?”
Historicus Robert Lemm:
”Nou er waren…zeggen….de afschaffing van de slavernij-dat is ongeveer zeg maar halverwege de 19e Eeuw gebeurd, dat wij denken, dat de afschaffing van de slavernij de wereld beter heeft gemaakt, dat is gewoon niet zo.”
Thierry Baudet:
”Hoe bedoel je”‘
Historicus Robert Lemm:
”Omdat de slavernij gewoon andere maskers krijgt. Dus je kunt wel de ketens verbreken, natuurlijk…..”
Thierry Baudet:
”Maar het is toch goed, dat mensen burgerrechten krijgen”
Historicus Robert Lemm:
”O absoluut, maar…..”
Thierry Baudet:
”Maar jij bedoelt misschien, dat door de industrialisatie nieuwe uitbuiting ontstond”
Historicus Robert Lemm:
”Ja, precies, dus de slavernij wordt gewoon, krijgt een ander masker.En…eh….mensen worden in de tijd van het fabrieksproletariaat of mensen die gedwongen worden om bepaalde diensten te verrichten, het is een vorm van, ja ….dus slavernij heb je …..”
Thierry Baudet:
”Ook nu nog…”
Historicus Robert Lemm:
”Ook nu nog”
Thierry Baudet:
”Maar is het niet zo, dat er nu 24 miljoen slaven in China leven of zo’n soort aantal.Dat soort aantallen, gewoon ook economische slaven…..In Afrika
Historicus Robert Lemm:
”….En dat kon ons helemaal niets schelen, want wij willen handelsrelaties met China, dus wat daar gebeurt, dat vinden wij, ja, dat moeten zij weten…”
Thierry Baudet:
”Ik vind dat juist wel belangrijk’….
En dat vind ik ook zo merkwaardig aan die vrijhandelsaccoorden. Wij hebben hier ook allemaal standaarden over economische productie waar boeren aan moeten voldoen, maar we sluiten wel een vrijhandelsaccoord met Oekraine waardoor legbatterij producten ongehinderd onze markt op kunnen komen.
Dat is enorm hypocriet.
Historicus Robert Lemm:
”’Het is hypocriet”
Thierry Baudet:
”En je hoort ook nooit iemand protesteren tegen de slavernij in China, in Afrika.Het lijkt wel alsof het een soort culturele, vooral culturele zelfhaat is, die overal…Wij moeten alsmaar boete doen.
Het is geen open gesprek, het is niet een eerlijk gesprek over ”jongens, wat vinden we nou van het verleden”, maar het is een zelfkastijding…”
Historicus Robert Lemm:
”Het is een zelfkast…..Het is ook een vals schuldgevoel, wat ons wordt aangepraat he, vals schuldgevoel.
Wij moeten ons schuldig voelen over de slavernij van een aantal Eeuwen geleden….”
Thierry Baudet
”Waar wij natuurlijk persoonlijk niets mee….”
Historicus Robert Lemm:
”Nou had ik ook een standbeeld van Columbus, de ontdekker van Amerika, is omvergehaald en dat is toch wel heel erg merkwaardig.
Als we nagaan:
Columbus:
In 1892 was het vierhonderd jaar geleden, dat Amerika werd ontdekt.
Dat werd toen groots gevierd aan beide zijden van de Oceaan.
In 1992 was het vijfhonderd jaar geleden.
Totaal veranderd.
Columbus werd toen vergeleken met Hitler, hij was schuldig aan genocide, alle lelijke dingen werden over hem gezegd.
Wie deden dat?
Dat was de generatie van 1968.
Dat was de generatie van de studentenrevolutie, die toen ineens Columbus verguisden en dat gebeurde in heel West-Europa.
Maar Columbus was in de 19e Eeuw een held en niet alleen dat, er was zelfs een Zaligverklaringsproces op gang in de Katholieke Kerk in de !9e Eeuw en ook nog, het was
We moeten ook niet vergeten, dat de Katholieke Kerk de eerste internationale instantie is, die de slavernij heeft veroordeeld, al heel vroeg en….helemaal vergeten….”
Thierry Baudet:
”Het Westen heeft de slavernij afgeschaft…de Westerse wereld”
Historicus Robert Lemm:
Ja en het is begonnen in de Katholieke Kerk, de Pausen hebben dat in 1537 al gezegd…..”
Thierry Baudet:
”Robert Lemm, zoals altijd, wij kunnen nog veel langer doorpraten en er is heel veel meer over te zeggen.Ontzettend bedankt voor al deze gedachten, gedachtelijnen, provocerende, vernieuwende ideeen.
We zullen je vaker gaan horen hier.
Dank je wel Robert Lemm,
Fijn, dat je er was!”
EINDE INTERVIEW THIERRY BAUDET MET HISTORICUS ROBERT LEMM
”Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten”.
”Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.
Hoe kijk jij daarnaar?”
16.57-17.17
YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[7]”Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten”. 34.40 YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[8]
‘”Inderdaad, we zijn in Europa eigenlijk nooit teruggeschrokken voor idealen die voorbij onze horizon lagen. Integendeel: we kozen ze juist als leidraad: eerst het verre Jerusalem, daarna het oude Athene – weer later waren het de uitgestrekte zeeën en niet-ontdekte landen daarginds, waarheen we zeilden en waarvan we terugkwamen met nieuwe specerijen, nieuwe uitvindingen, nieuwe technieken.Hoe verder weg, hoe uitdagender. Xenofobie is ons wezensvreemd – geen enkele andere cultuur op aarde is ooit zo open en pluriform geweest als de onze altijd geweest is, en mede daardoor hebben wij ons, onder deze sterrenhemel, op het schiereiland van Azië, in de delta van continentale riviermondingen, altijd kunnen vernieuwen en ontwikkelen – heeft ons boreaal Europa steeds de bouwstenen gevonden voor kruisbestuiving, nieuwe vonken: wedergeboortes.”
FVD IS HET VLAGGESCHIP VAN DE RENAISSANCEVLOOT TOESPRAAK THIERRY BAUDET IN 2017
[9] YOUTUBE.COM THIERRY BAUDET: ”IK WIL GRAAG DAT EUROPA DOMINANT,BLANK EN CULTUREEL BLIJFT, ZOALS HET IS”[THIERRY BAUDET BIJ HET DEBAT ”DE VLUCHTWEEK”,RADIOZENDER FM, DONDERDAG 17 SEPTEMBER 2015] https://www.youtube.com/watch?v=DpBzt9PyU5w TRANSCRIPTIE[Kiza Magendane, uit Congo afkomstige student en blogger]”Wat maakt het uit, als die mensen niet teruggaan?Dat is helemaal niet relevant.[PRESENTRATRICE]”Maar…..”[Kiza Magendane]”Ik erger mij een beetje aan de houding….”[THIERRY BAUDET]”Ik vind het wel relevant!”[PRESENTRATRICE]”Maar Thierry, waarom is….[THIERRY BAUDET]”Omdat ik niet wil, dat Europa Afrikaniseert….”[Kiza Magendane];;”Deze opmerking van Thierry vind ik best wel kwalijk,als je bedenkt, dat 20 procent van migranten, die naar Europakomen, Afrikanen zijn.Dus zo’n complete demonisering van Afrikanen is niet nodig.Tegelijkertijd…..[THIERRY BAUDET]”Ik demoniseer niet, ik zeg wat ik wil, wat ik wenselijk vind enwat ik niet wenselijk vind.En wat ik niet wenselijk vind, is dat wij veel meer gaan lijkenop delen van de wereld waar heel veel mensen weg willen….”[PRESENTRATRICE]”Je wil zeg maar een bepaald Europees goed.wil je eigenlijkzo houden zoals het is..Op zich mag dat….”’[THIERRY BAUDET]”Ik wil graag, dat Europa dominant, blank en cultureel blijft zoals het is.”EINDE YOUTUBE FILMPJE
[10] YOUTUBE.COMDE ZELFHAAT VAN THIERRY BAUDET https://www.youtube.com/watch?v=mt-s0B7mZn0 TRANSCRIPTIE”Het fundamentele gebrek aan zelfvertrouwen, dat wijhebben in onze cultuur, die zelfhaat……de Nederlandsebevolking homeopathisch te verdunnen met alle volkerenvan de wereld, doordat we….er nooit meer een Nederlander zal bestaan,zodat wie wij zijn niet meer gestalte…….heeft allemaal EEN oorzaaken die oorzaak is onze cultuur van zelfhaat.”EINDE YOUTUBE FILMPJE
[11]
”In 2006 behaalde hij zijn doctoraalexamen voor rechten en een academische bachelor voor geschiedenis.”
WIKIPEDIA
THIERRY BAUDET/STUDIE EN ONDERZOEK
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIA
THIERRY BAUDET
[12]’Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten”.
”Wij vinden diversiteit belangrijk. We streven ernaar een diverse en inclusieve leer- en werkomgeving te bieden waar studenten en medewerkers zich thuis voelen. We willen dat iedereen die aan de UvA verbonden is zich volledig kan ontplooien en met de eigen unieke persoonlijkheid, achtergrond en talenten bijdraagt aan de identiteit van onze universiteit.” UVADIVERSITEIT EN INCLUSIE https://www.uva.nl/over-de-uva/over-de-universiteit/diversiteit-en-inclusie/diversiteit-en-inclusie.html
[15] ”TENSLOTTE
Geachte Dames en Heren, u hebt de hoeveelheid kolonialisme vergoeilijkende Bagger gehoord, die over uw, mijn en de hoofden van anderen is uitgestort.Een giftige cocktail van hedendaags racisme en superioriteitswaan, met een nostalgische knipoog naar onmenselijke en baarbaarse Tijden. Dit mag niet onweersproken blijven. Mijn eis naar u is dan ook, dat u hier werk van maakt. Hoe u dat doet, is aan u. U kunt Baudet, die tenslotte deze waanzinnige slavernij en kolonialisme apologeet gratis zendtijd heeft gegeven en er zelf nog een schepje bovenop gedaan heeft, aanschrijven. OF u kunt via uw bladen en/of [bestuurs] organen, of in welke vorm dan ook, hier openlijk afstand van nemen. Het mag niet blijven hangen bij protesten van mijn kant en een aantal andere solidaire mensen.Dit moet breder gedragen worden. U als Universiteit, wilt zich toch inzetten voor Diversiteit? https://www.uva.nl/over-de-uva/over-de-universiteit/diversiteit-en-inclusie/diversiteit-en-inclusie.html
Maak dat dan waar! Want als u een man als Lemm onweersproken laat zeggen ””Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer.” [23] zonder dat u uw stem verheft, dan bent u geen knip voor uw neus waard!”
FVD IS HET VLAGGESCHIP VAN DE RENAISSANCEVLOOT TOESPRAAK THIERRY BAUDET IN 2017
TEKST
Je hoeft de metafysische stellingnames van het Christendom niet te onderschrijven om de wederopstandingsgedachte als toonaangevend motief van onze beschaving te kunnen waarderen. Het idee dat iets dat ‘dood’ was, iets dat achter ons ligt, iets dat voorgoed voorbij was, opnieuw tot bloei kan komen, heeft heel veel voor ons betekend. Zo inspireerde het ons bijvoorbeeld aan het eind van de Middeleeuwen om de klassieke oudheid weer in onze cultuur te incorporeren – in de periode die we aanduiden als de renaissance.
Waar Mao Zedong het verleden van China heeft willen uitwissen; waar de Communistische revolutie alles wat er daarvoor bestond vernietigde; waar de Islamitische staat vandaag de dag musea met de grond gelijkmaakt – daar kozen wij in het Westen ervoor om alles te onderzoeken en het goede te behouden; om juist voorbij ons eigen begripsveld te kijken naar wat ons kon verrijken.
Inderdaad, we zijn in Europa eigenlijk nooit teruggeschrokken voor idealen die voorbij onze horizon lagen. Integendeel: we kozen ze juist als leidraad: eerst het verre Jerusalem, daarna het oude Athene – weer later waren het de uitgestrekte zeeën en niet-ontdekte landen daarginds, waarheen we zeilden en waarvan we terugkwamen met nieuwe specerijen, nieuwe uitvindingen, nieuwe technieken.
Hoe verder weg, hoe uitdagender. Xenofobie is ons wezensvreemd – geen enkele andere cultuur op aarde is ooit zo open en pluriform geweest als de onze altijd geweest is, en mede daardoor hebben wij ons, onder deze sterrenhemel, op het schiereiland van Azië, in de delta van continentale riviermondingen, altijd kunnen vernieuwen en ontwikkelen – heeft ons boreaal Europa steeds de bouwstenen gevonden voor kruisbestuiving, nieuwe vonken: wedergeboortes.
Maar onze openheid staat onder druk. Onze vrije, tolerante, vrijzinnige, nieuwsgierige, humoristische, vrolijke en democratische samenleving verkeert in levensgevaar – is zelfs dodelijk gewond.
We moeten haar echter niet achterlaten; we moeten niet denken dat wat voorbij is, voor altijd voorbij is: we moeten haar juist in de beste traditie van het Westen, opnieuw tot leven wekken. We moeten een Europese renaissance teweeg brengen.
Deze grote taak wil Forum voor Democratie samen met anderen op zich nemen. Ik ben vereerd en blij dat we vandaag met zovelen bij elkaar zijn om daar samen een begin mee te maken.
Misschien stonden we nooit voor een grotere, meer existentiële uitdaging dan nu. Misschien waren de tijden nooit moeilijker dan nu. We zijn in het verleden natuurlijk weleens aangevallen, zelfs veroverd. Het water heeft ons in dit mooie land ook letterlijk weleens aan de lippen gestaan. We hebben glorierijke momenten gekend, maar we hebben ook diepe crises met elkaar meegemaakt in de vele eeuwen van onze gedeelde geschiedenis. En we hebben ons er steeds doorheen geslagen.
Nu worden we aangevallen door een vijand die we nog niet eerder tegenover ons hebben gehad. Een atypische vijand. Een vijand die ons eigen uniform draagt.
We worden aangevallen door degenen die ons zouden moeten beschermen.
Zij die zouden moeten waken over onze integriteit, onze cultuur en onze tradities: zij die een verantwoordelijkheid dragen voor het voortbestaan van de gemeenschap; juist zij, juist deze mensen hebben zich – van binnenuit – tegen ons gekeerd.
Het Westen lijdt aan een auto-immuunziekte. Een deel van ons organisme – een belangrijk deel: ons afweersysteem, datgene wat ons zou moeten beschermen – heeft zich tegen ons gekeerd. Op elk vlak worden we verzwakt, ondermijnd, overgeleverd.
Kwaadwillende, agressieve elementen worden ons maatschappelijk lichaam in ongehoorde aantallen binnengeloodst, en de werkelijke toedracht en gevolgen worden verdoezeld. Politierapporten over geweld in AZC’s worden niet in de openbaarheid gebracht. Het openbaar ministerie knijpt een oogje toe wanneer het shariarechtbanken tegenkomt.
Op universiteiten wordt het vrije woord ingeperkt, het open debat mag niet meer plaatsvinden. Kritiek op Islam, maar ook onderzoek naar de kosten van de massa-immigratie en überhaupt het debat over de botsing van culturen wordt gefrustreerd.
Al decennia domineert in de internationale betrekkingen een al even zelfdestructieve politiek, waarin Westers gezinde leiders, of in elk geval mensen waarmee we afspraken konden maken – van de Sjah in Perzië tot Assad in Syrië – worden ondermijnd of zelfs ten val gebracht, ten gunste van wat de NPO ‘gematigde rebellen’ noemt: islamisten die vrouwen en homo’s onderdrukken en alle Westerse waarden verachten. Ook sturen onze elites aan op oorlog met Rusland, zonder enige reden, zonder enig belang – terwijl we zoete broodjes bakken met Turkije.
De controle over ons bestaan wordt ons ondertussen op sluipende wijze steeds verder ontnomen door doortrapte soevereiniteitsoverdrachten naar onpersoonlijke politieke megaprojecten waarin burgers elke democratische controle zijn verloren. Zo werden het afgelopen jaar zelfs de pensioenen in een achternamiddag onder EU-toezicht gesteld. Tegelijkertijd werd elke maand 80 miljard euro geld bijgedrukt door Draghi. Multinationals profiteren van continentale regelgeving maar het MKB zucht onder verstikkende bureaucratie.
De reden dat al deze zaken kunnen voortduren is dat wij als bevolking vrijwel niets te zeggen hebben. We leven in een schijndemocratie, waarin verschillende politieke spelers tezamen een kartel vormen, en een publieke omroep hebben gecoöpteerd die dagelijks hun schijndebatten uitzendt. Minder dan 10.000 mensen draaien rond in een baantjescarrousel, waarin ze van topfunctie bij de zorgverzekeraars, naar burgemeesterspost, naar bestuursfunctie in de onderwijsraden en bouwend Nederland gaan. De enige kwaliteit van deze kartelleden is hun loyaliteit aan de partijtop, en hun enige activiteit is vergaderen. Vandaar dat overal regels voor zijn en de kosten van de bureaucratie de spuigaten uitlopen. Nog fundamenteler: de dynamiek is uit de samenleving verdwenen. Het partijkartel ligt als een dikke deken over de samenleving en houdt de gelederen gesloten. Als bevolking kunnen we geen kant op. Waar moet je op stemmen als je verandering wil?
Jarenlang was er geen serieuze optie. Even leek er een lichtpuntje te verschijnen in de donkere nacht van onze ten grave gedragen democratie toen we een campagne voerden voor een referendum. Maar dames en heren, gister zat ik in de rechtszaal voor de meervoudige kamer van de rechtbank Den Haag. Op 6 april gingen 4.2 miljoen Nederlanders naar de stembus. Ruim 61 procent stemde TEGEN.
En ik zat in de rechtszaal om een uitspraak van de rechter te krijgen over het getreuzel en gepruttel van onze minister-president. Zo ver is het gekomen in ons land: we moeten een rechtszaak voeren om te zorgen dat onze regering zich aan de wet houdt. Alles om de burger buiten spel te houden.
De nasleep van dat tweede genegeerde referendum, na het eerste genegeerde referendum van 1 juni 2005, heeft ons vanuit Forum voor Democratie doen besluiten dat het noodzakelijk is om een politieke partij te vormen en Den Haag van binnenuit open te breken.
Als wij met miljoenen naar de stembus gaan om onze stem te laten horen, en zelfs dan wordt er helemaal niets mee gedaan: dan moeten we onze stem zelf gaan terugpakken.
Dames en heren, het is nooit urgenter geweest dan nu; het is nooit noodzakelijker geweest dan nu, dat mensen van goede wil de handen ineen slaan om de banden met onze tradities te herstellen, om onze kracht te hervinden en nieuwe kruisbestuivingen tot stand te laten komen: om al het goede dat we in de wereld kunnen vinden te verbinden met onze oude wortels en zo het land weer te laten bloeien.
Wij gaan bouwen. We gaan een partij bouwen met een opleidingsinstituut, lokale afdelingen, een sociaal netwerk. We gaan een nieuwe elite opleiden; we gaan de huidige leiders vervangen en verslaan. Jullie hebben vandaag ons team gezien – fantastische mensen met verschillende discplines, maar allemaal een grote drive om de noodzakelijke veranderingen te realiseren.
Wij hebben de mensen om de Europese Unie te verslaan; wij hebben concrete oplossingen om de massa-immigratie te stoppen; wij hebben de mensen die de controle over onze grenzen kunnen herstellen en de euromunt te ontvlechten: zodat we weer baas worden over ons eigen land.
We zullen niet rusten totdat onze democratie is hersteld en het partijkartel is gebroken. We gaan bindende referenda en volksinitiatieven introduceren, open solicitaties voor publieke functies, gekozen burgemeesters en sanering van de partijdige en vooringenomen NPO.
We gaan opnieuw voorbij onze horizon reiken: we gaan een renaissance teweeg brengen, waarin ons zelfvertrouwen is hersteld, waarin we weer veilig kunnen leven in een vertrouwde omgeving: waarin de democratische rechtsstaat is hersteld en de economische en culturele dynamiek kan terugkeren.
Dat doen we graag samen met alle andere partijen en bewegingen die ons willen versterken. Forum voor Democratie is het vlaggeschip van de renaissancevloot, en andere schepen kunnen zich bij ons voegen. We willen met iedereen samenwerken. We gaan niet onderling ruziemaken. Maar we gaan ook geen lijstverbindingen aan: we vertrouwen op eigen kracht – eigenlijk zoals Nederland ook weer op eigen kracht zou moeten vertrouwen.
Dames en Heren, we gaan deze partij van de grond krijgen, we gaan op deze rots onze zuil bouwen, we gaan ons land terugveroveren en onze democratie herstellen – WE PAKKEN ONZE STEM TERUG op 15 maart!
EINDE TOESPRAAK THIERRY BAUDET
Reacties uitgeschakeld voor Forum voor Democratie Journaal/Tekst Youtube filmpje met interview slavernij en kolonialisme apologeet Robert Lemm door rassenwaan ideoloog Thierry Baudet
THIERRY BAUDET, LEIDER FORUM VOOR DEMOCRATIE:”IK WIL GRAAG DAT EUROPA DOMINANT,BLANK EN CULTUREEL BLIJFT, ZOALS HET IS”
BAUDET FASCISTISCH VOORMAN EN, APOLOGEET VAN KOLONIALISME EN SLAVERNIJ
BESTRIJD DE FASCISTISCHE IDEOLOGIE VAN THIERRY BAUDET MET DE PEN EN HET ZWAARD!
ASTRID ESSED’S EIS AAN UNIVERSITEIT!BRIEF! AAN UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM/GEESTESWETENSCHAPPENREDACTIE FOLIA Onderwerp:Geschiedvervalsing door de heer Thierry Baudet. voorman Forum voor Democtrinatie, jurist en behaler van de Bachelor graad Geschiedenis
Geachte Directie en BestuurGeachte RedactieGeachte medewerkers, Een vriend van mij, voor wie ik veel waardering heb, maakte mij attent op het Youtube Forum voor Democratie Journaal filmpje, aflevering dd 26 juni, waarover op zijn zachtst gezegd kan worden opgemerkt dat dit nogal opmerkelijk was [neem mij het pleonasme maar even niet kwalijk].Want naast te berde gebrachte onderwerpen zoals [ik citeer voorman Thierry Baudet op het filmpje] [1] biomassacentrales in Noord-Holland, steun voor KLM en Air France, werden te berde gebracht het communisme als ideologie, althans volgens de versie van Thierry Baudet en over hoe om te gaan met het verleden, in het byzonder het koloniale verleden. [2] Over deze laatste twee onderwerpen heb ik niet alleen het een en ander te zeggen:Ook verbind ik daaraan een eis en pleidooi naar u toe.Waarom een eis en pleidooi naar u toe? Omdat zowel Thierry Baudet, die zich ”de grootste intellectueel van Nederland” noemt [3]-maar dat laat ik uiteraard voor zijn rekening,evenals de door Baudet in zijn Youtube Journaal geinterviewde hispanist, conservatief katholiek denker, alsmede historicus [dat laatste althans volgens Baudet, ik heb daarvan geen bewijzen kunnen vinden], Robert Lemm [4], zich naar mijn mening schuldig maken aan geschiedvervalsing, verpakt in politieke indoctrinatie, die getuigt voor minachting van mensen van niet-westerse komaf.
Bovendien zet ik u vooral ook aan tot actie, omdat Baudet, volgens mijn informatie, in 2006 zijn bachelor diploma geschiedenis behaald heeft aan de Universiteit van Amsterdam [5], wat vanuit oogpunt van wetenschappelijke integriteit alle reden is voor u als Universiteit, onderstaande ter harte te nemen.
HET COMMUNISME Laten we met het communisme beginnen:Daarover merkt voorman Thierry Baudet op, na 34 minuten en 40 seconden van het filmpje ”“Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten” [6] Eerst dit:Pieter Jelles Troelstra was helemaal geen communist, in de marxistische betekenis van het woord, maar een van de belangrijkste voormannen van de socialistische [en beslist niet communistisch-marxistische] SDAP [Sociaal Democratische Arbeiderspartij] [7] Wat betreft het communisme als ”meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis”, die ”honderden miljoenen doden op zijn geweten heeft”, zeker hebben communistische of zich communistisch noemende regimes vele, en waarschijnlijk miljoenen, slachtoffers gemaakt.Maar een andere moorddadige ideologie is het kolonialisme, dat de wereld vanaf de ”ontdekking” van de Amerika’s in 1492 tot diep in de twintigste Eeuw heeft geteisterd, eerst in de vorm van de transatlantische slavenhandel [slavernij] en het met geweld veroveren van handelsfactorijen in Azie [VOC en aanverwante West-Europese handelsondernemingen] en vanaf de 19e Eeuw in de vorm van grootschalige landverovering en eveneens miljoenen slachtoffers heeft geeeist.Tenzij Baudet met serieuze historische cijfers komt, is zijn bewering maar een historische speculatie en daarom onwetenschappelijk en gevaarlijk. Wat hij verder te beweren heeft over het communisme, is uitstekend weerlegd in een aan u toegezonden Open Brief door publicist Peter Storm [8].
DE WAARHEID OVER ONS VERLEDENONWAARHEDEN EN EN BAGATELLISERING SLAVERNIJ, KOLONIALISME EN KOLONIALE [OORLOGS]MISDADEN Schokkender vond en vind ik echter nog, wat Baudet en de door hem geinterviewde conservatieve denker Robert Lemm te berde brachten over slavernij, kolonialisme en [koloniale] misdaden, waarbij ik vooral stuitend vond de tentoongespreide minachting voor volkeren van niet westerse komaf. Natuurlijk, iedereen heeft het recht op vrijheid van meningsuiting, ook over het koloniale verleden, maar dan moeten er geen Fabeltjes of aperte onwaarheden worden geuit.En daaraan maakte vooral [maar ook Baudet!] conservatief denker Robert Lemm, die door Thierry Baudet in deze Journaaluitzending werd geinterviewd, zich schuldig [Zie het gehele interview met Lemm onder noot 9]Maar ook Baudet [die ik aan de beurt laat komen], liet zich niet onbetuigd. Nou zult u misschien opmerken, dat Baudet niet verantwoordelijk is voor de uitspraken van Lemm en dat klopt natuurlijk.Alleen:Hij laat hem uitgebreid aan het woord, is nergens wezenlijk kritisch en ondersteunt zijn uitspraken ideologisch nog, zoals u zult lezen:
UITSPRAKEN ROBERT LEMM TIJDENS INTERVIEW DOOR THIERRY BAUDET ”IN ZIJN TIJD”: Thierry Baudet:’Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.Hoe kijk jij daarnaar? Historicus Robert Lemm:”Eh….kijk Huizinga, een van onze grootste auteurs, historicus, heeft gezegd:”Wij moeten het verleden levend houden”Wat hij daarmee bedoelt is:Dat, een historicus moet zich verdiepen in een voorbije periode, gebeurtenissen en personages moet je zien in hun tijd.”En wat wij doen:Wij projecteren onze eigen ideeen op die periodes en die mensen van toen en beoordelen en veroordelen ze daarmee en dat is fout.Een voorbeeld is in onze Nederlandse geschiedenis is het geval van Jan Pieterszoon Coen he, we hebben gehoord, dat het standbeeld naar beneden wordt gehaald, de man wordt helemaal verguisd, het was helemaal fout……..” 16.49-18.11, Forum voor Democratie Journaal, 26 juni, op Youtube.com [10] Nou hoor ik dat soort beweringen wel vaker ”het verleden in zijn tijd zien”, maar als een [althans volgens Baudet] historicus en ”kenner van het koloniale verleden”, dergelijke beweringen doet, moet dat ook wel berusten op feiten/bewijzen.En dat ontbreekt hier. Bovendien is het domme aan de bewering van Lemm is dat hij als 17e eeuws voorbeeld nu juist komt aanzetten met Jan Pieterszoon Coen, nu juist de historische figuur bij uitstek, op wie juist in zijn tijd, ook veel kritiek is gekomen. Aan het woord laat ik ook een VOC officier, die opmerkte [ik citeer hem]”“De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.” [11]De VOC officier refereerde hier aan de massamoord door Jan Pieterszoon Coen op de Banda Eilanden.Zie voor achtergronden, noot 12Over die massamoord was er zelfs kritriek gekomen van de zijde van de VOC opdrachtgevers van Coen, die verklaarden ”dat het optreden van Coen wel wat minder gekund had.” [13] Ook wat betreft de opvattingen over slavenhandel/slavernij gaat het ”in zijn tijd zien” Verhaal maar zeer ten dele op, want een groep van zowel 17 als 18e eeuwse orthodox protestantse dominees hebben zich fel tegen de slavenhandel verzet, waaronder Brakel, de Teellincks, Smijtegelt, Poudroyen, De Raad en Voetius en Jacobus Hondius.Jacob Hondius was de meest prominente onder hen. [14] Toegegeven, het anti slavernij verzet van Hondius is pas recentelijk ontdekt, maar een beetje historicus mag worden verondersteld, daarvan op de hoogte te zijn.En het eeuwenlang verzet van Quakers, Baptisten en Methodisten [15] moet historicus Lemm toch bekend zijn! SLAVERNIJ De ”slavernij” uitspraak van Lemm wil ik u niet onthouden!
””Nou er waren…zeggen….de afschaffing van de slavernij-dat is ongeveer zeg maar halverwege de 19e Eeuw gebeurd, dat wij denken, dat de afschaffing van de slavernij de wereld beter heeft gemaakt, dat is gewoon niet zo.” [16] 23.40-23.45 , YOUTOBE. FILMPJE FORUM VOOR DEMOCRATIE JOURNAAL Mag ik deze uitspraak zonder commentaar laten?Ik geloof, dat het, op zich, wel duidelijk genoeg is.
Toch zijn ”motivatie” lezen? ”Thierry Baudet: ”Maar jij bedoelt misschien, dat door de industrialisatie nieuwe uitbuiting ontstond” Historicus Robert Lemm: ”Ja, precies, dus de slavernij wordt gewoon, krijgt een ander masker.En…eh….mensen worden in de tijd van het fabrieksproletariaat of mensen die gedwongen worden om bepaalde diensten te verrichten, het is een vorm van, ja ….dus slavernij heb je …..” [17] Hier ga ik verder niet opin. Het is wel duidelijk denk ik. En dat is dan precies het probleem met het interview:Bestaande[historische] Afrikaanse slavernij [Afrikaanse stamhoofden en anderen, die zwarte slaven veerkochten aan witte handelaren] wordt erbij gehaald, huidige op slavernij lijkende omstandigheden in Afrika en China, ellende van het industriele proletariaat, op zich allemaal waar, maar hier gebruikt om slavernij en kolonialisme te bagatelliseren. [18] IN ZIJN TIJD?LATERE GESLACHTEN OVER DE HOLOCAUST Lemm hangt ook nog eens van tegenstrijdigheden aan elkaarWant elders zegt hij ”’Zeker met de standaarden van nu.Maar je moet wel….je moet het verleden gewoon wat dat betreft, met rust laten.”Dat….want het verleden zou net zoveel recht hebben om ons te veroordelen.Want concentratiekampen, zes miljoen Joden, genocides, dat is echt iets van de twintigste Eeuw, dat begon met de Franse Revolutie, met de Guillotine, met de Rode Terreur, dat is iets van onze tijd.Dus het verleden heeft in het laatste oordeel, evenveel recht om onze tijd te veroordelen.” [19] Maar wat krijgen we nu!Want als ”je het verleden, het verleden moet laten”, moeten dan latere generaties dan ook geen ”oordeel” geven over de genocide van de Holocaust.Wat Lemm, volkomen terecht [anders had ik hem nog erger gefileerd] hier WEL doet. Veel valt er nog over Lemm te zeggen, bijvoorbeeld zijn bagatellisering van de politionele acties in Indonesie [Lemm spreekt nog over ”Nederlands Indie” [20]Verdient dat nog een weerlegging? Daar ga ik geen energie meer in steken en u bent deskundig en intelligent genoeg om dat niet nodig te hebben.
Ik eindig met twee misselijke en schokkende uitspraken van Baudet, die er duidelijk op gericht zijn, de aandacht af te leiden van het onrecht en de onderdrukking uit de slavernij/koloniale periode Baudet 1 ”’Met andere woorden:Wij zijn, in onze ”moderne” tijd, onze verlichte tijd waar we zo trots op zijn, ook schuldig geweest aan allerlei zaken, die vreselijk zijn, omgekeerd zijn mensen, die nu demonstreren, want dat zie je namelijk ook, ook niet brandschoon, ik zag, dat de voorouders van Akwasi-dat heeft die zelf gezegd- die anti-slavernij-Black Lives Matter demonstrant, dat dat waarschijnlijk zelf slavenhouders waren geweest, in het verleden.Dus met andere woorden: ”Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen” [21] Baudet 2 ”En je hoort ook nooit iemand protesteren tegen de slavernij in China, in Afrika.Het lijkt wel alsof het een soort culturele, vooral culturele zelfhaat is, die overal…Wij moeten alsmaar boete doen. Het is geen open gesprek, het is niet een eerlijk gesprek over ”jongens, wat vinden we nou van het verleden”, maar het is een zelfkastijding…” [22] Beide uitspraken zijn giftig, omdat de bedoeling is, het Westerse koloniale verleden te bagatelliseren door op ander onrecht te wijzen. Bovendien getuigen de uitspraken van Lemm en Baudet, juist door dat bagatelliseren, van de minachting voor niet westerse volkeren en hun leed.Ook doen ze voorkomen [lees dat interview maar goed] alsof die kritiek en veroordeling van het kolonialisme voornamelijk iets is van Westerse mensen: Waar is het verzet begonnen, dachten zeNooit van slavenopstanden, plantageverzet, Indianenoorlogen [tegen de blanke overheersing] en wat dies meer zij, gehoord Ik vind, dat ik meer dan genoeg gezegd heb! TENSLOTTE
Geachte Dames en Heren, u hebt de hoeveelheid kolonialisme vergoeilijkende Bagger gehoord, die over uw, mijn en de hoofden van anderen is uitgestort.Een giftige cocktail van hedendaags racisme en superioriteitswaan, met een nostalgische knipoog naar onmenselijke en baarbaarse Tijden. Dit mag niet onweersproken blijven. Mijn eis naar u is dan ook, dat u hier werk van maakt. Hoe u dat doet, is aan u. U kunt Baudet, die tenslotte deze waanzinnige slavernij en kolonialisme apologeet gratis zendtijd heeft gegeven en er zelf nog een schepje bovenop gedaan heeft, aanschrijven. OF u kunt via uw bladen en/of [bestuurs] organen, of in welke vorm dan ook, hier openlijk afstand van nemen. Het mag niet blijven hangen bij protesten van mijn kant en een aantal andere solidaire mensen.Dit moet breder gedragen worden. U als Universiteit, wilt zich toch inzetten voor Diversiteit? https://www.uva.nl/over-de-uva/over-de-universiteit/diversiteit-en-inclusie/diversiteit-en-inclusie.html
Maak dat dan waar! Want als u een man als Lemm onweersproken laat zeggen ””Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer.” [23] zonder dat u uw stem verheft, dan bent u geen knip voor uw neus waard! Laat zien, dat u morele guts hebt en kom in actie! Ik reken niet op u.Ik verwacht dat van u! Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam
NOTEN
[1]
Het is vrijdag 26 juni, dit is het FvD Journaal, we spreken over biomassacentrales in Noord-Holland, want Forum voor Democratie heeft die van de baan gekregen, over de steun voor KLM, Air France, over het verleden, wat wij daarmee moeten, er zijn vragen met Eva Vlaardingerbroek….., Robert Lemm is hier, het is kortom heel goed, dat je kijkt…” 0.00-0.19
”Ja, het is natuurlijk het thema, the talk of the town van deze tijd:Het verleden, het koloniale verleden, maar uberhaupt eigenlijk het hele verleden.Hoe gaan we daarmee om?Moeten we vooral een houding hebben van trots, moeten we vooral kijken naar de dingen, die mensen hebben gedaan in het verleden, die we mooi vinden of moet je zeggen:Ja, nee, maar hij of zij heeft ook dat verkeerd gedaan en daar moeten we het vooral over hebben.Dat moet de focus zijn.Over al dat soort zaken is hier zometeen te gast Eva Vlaardingenhoek om met jullie te spreken.Jullie kunnen je vragen ook nu al stellen, er is ook een superchatmogelijkheid, dan weet je zeker dat je vraag gesteld wordt, maar eerst gaan we spreken met Robert Lemm, filosoof en historicus, die ook bekend werd van dit programma….” 15.05-15.45
“Je hebt bijvoorbeeld in Amsterdam ook het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra. Dat was een marxist, een communist, die die in 1917 een communistische revolutie wou in Nederland, en het communisme is de meest moorddadige ideologie uit de geschiedenis, heeft honderden miljoenen doden op zijn geweten” 34.40 YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI https://www.youtube.com/watch?v=R_vwPMaMvWI
15.05-16.46”Ja, het is natuurlijk het thema, the talk of the town van deze tijd:Het verleden, het koloniale verleden, maar uberhaupt eigenlijk het hele verleden.Hoe gaan we daarmee om?Moeten we vooral een houding hebben van trots, moeten we vooral kijken naar de dingen, die mensen hebben gedaan in het verleden, die we mooi vinden of moet je zeggen:Ja, nee, maar hij of zij heeft ook dat verkeerd gedaan en daar moeten we het vooral over hebben.Dat moet de focus zijn.Over al dat soort zaken is hier zometeen te gast Eva Vlaardingenhoek om met jullie te spreken.Jullie kunnen je vragen ook nu al stellen, er is ook een superchatmogelijkheid, dan weet je zeker dat je vraag gesteld wordt, maar eerst gaan we spreken met Robert Lemm, filosoof en historicus, die ook bekend werd van dit programma….”[Uitspraken van Robert Lemm tot 16.49, bijgevoegde tekst ”Scholen, Universiteiten en media verhullen het echte verhaal over ons verleden””….En Thierry is ook de eerste, die dat zal zeggen: het zijn onbeschreven bladen, ze weten niks, je moet ze invullen, ik berdoel: ze hebben dingen gehoord, die ze napraten, op Internet, de media, je moet ze opnieuw een historisch besef bijbrengen, he, je moet ze vertellen, hoe de geschiedenis is,wij staan op de puinhopen en de brokstukken van een samenleving, die sneller afbreekt dan we zien en dat is nog bij de meeste mensen, bij jonge mensen, die zijn daar helemaal niet van overtuigd. die zien dat helemaal niet, die leven nu, die hebben geen historisch inzicht,die weten niet, wat er vroeger gebeurd is, hoe het langzaam gegaan is, dat horen ze niet, dus, en wat ze horen, is steeds alleen maar het vooruitgangsverhaal, dat horen ze, maar ze horen niet, wat er is opgegeven, en dat wil ik aan ze vertellen, en ik wil ze daar in elk geval bewust van maken, dat is alles” 16.46
INTERVIEW THIERRY BAUDET MET HISTORICUS ROBERT LEMM 16.47/27.00 Thierry Baudet:”Hij is hier, Robert Lemm, auteur van meer dan dertig boeken, en filosoof, historicus, conservatief denker.Robert Lemm, fijn, dat je er bent. [Robert Lemm knikt]”Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.Hoe kijk jij daarnaar? Historicus Robert Lemm:”Eh….kijk Huizinga, een van onze grootste auteurs, historicus, heeft gezegd:”Wij moeten het verleden levend houden”Wat hij daarmee bedoelt is:Dat, een historicus moet zich verdiepen in een voorbije periode, gebeurtenissen en personages moet je zien in hun tijd.En wat wij doen:Wij projecteren onze eigen ideeen op die periodes en die mensen van toen en beoordelen en veroordelen ze daarmee en dat is fout.Een voorbeeld is in onze Nederlandse geschiedenis is het geval van Jan Pieterszoon Coen he, we hebben gehoord, dat het standbeeld naar beneden wordt gehaald, de man wordt helemaal verguisd, het was helemaal fout, maar nu is het interessante, dat over deze Stichter van Batavia heeft onze grote dichter Slauwerhoff een toneelstuk geschreven en in dat toneelstuk verplaatst hij zich in de geest van Pieterszoon Coen….hij moest bepaalde belsissingen nemen in het begin van Batavia en daar moest hij af en toe hard voor optreden en dat was een zaak voor erop of eronder en Sluawerhoff laat alleen maar zien, hij registreert, hij veroordeelt niet, maar hij laat, hij zegt zegt tegen de me….kijk, kijk, hoe die man was, wat voor karakter die had, hoe die omging met zijn vrouw, met zijn kinderen, en hoe hij dat eerste, dat oorspronkelijke Batavia runde.Dat toneelstuk werd een keer opgevoerd en daarna verboden.Waarom werd het toneelstuk verboden……Thierry Baudet [valt Lemm in de rede]”Omdat het te kritisch was op Coen……” Historicus Robert Lemm [herneemt het woord]:”Eh….nee, dat was hij niet, Hij….men vond hem dus niet kritisch genoeg op Coen.Men vond, dat hij teveel begrip voor hem had.Daarom is het verboden.Nou ja, dat was toen al, het is een toneelstuk uit 1931, het is nooit meer opgevoerd…..” Thierry Baudet:”Maar je kunt dus concluderen, dat die discussie al veel langer voert.” Historicus Robert Lemm:”De discussie is al veel ouder en dat kunnen we ook zien….” Thierry Baudet:”Maar wat is er dan fout aan, want je zou ook kunnen zeggen, je moet continu met een ethisch bewustzijn overal naar kijken en ik geloof de Vrijheidslaan in Amsterdam, hier in Amsterdam, die heette eerst de Stalinlaan, volgens mij of de Stalinweg….” Historicus Robert Lemm:”Stalinlaan” Thierry Baudet: ”En die naam hebben we veranderd” Historicus Robert Lemm:”Ja” Thierry Baudet: ”Is dat ook verkeerd, denk je?” Historicus Robert Lemm: ”Nou ja, dat hebben we gedaan in de jaren vijftig was Stalin nog een held, omdat hij mee had geholpen met het bevrijden van, van het neerhalen van het Derde Rijk, maar al snel, ja, viel hij dus in ongenade en dat werd beoordeeld op dat moment en men vond het ongepast om hem, om die straat, om die grote laan Stalinlaan te blijven noemen, dus werd het Vrijheidslaan.Het is iets van….maar dan heb je dus…….ja, dat is een eigentijds geval en dat ligt dus vrij dicht bij een ander voorbeeld uit Nederlands Indie namelijk generaal Spoor, de man van de politionele acties Op dit ogenblik-ik geloof gisteravond was er ook weer een uitzending op de televisie- wordt deze periode honderd procent veroordeeld.Wij waren helemaal fout, we hadden nooit in Indie mogen zitten, dat waren allenaal, die Vrijheidshelden, die gevochten hebben voor de vrij….die hadden groot gelijk, en generaal Spoor en de Nederlandse militairen, die daar zaten , die waren fout, veroordeeld, verkeerd….” Thierry Baudet:”Wie zegt dat, dit…….dat vinden sommige mensen nu….” Historicus Robert Lemm: ”Dat wordt nu gezegd, He…we hebben nu ook het Van….” Thierry Baudet:”Je hebt ook mensen, die iets anders zeggen over het koloniale verleden he….” Historicus Robert Lemm:”Maar je hebt ook het Van Heutsz monument, dat is ook weggehaald, dat is ook een foute man geweest.Maar generaal Spoor was….” Thierry Baudet: ”…In de ogen van veel mensen…” Historicus Robert Lemm: ”In de ogen van nu….” Thierry Baudet ”…Je moet wel een beetje duidelijk maken….” Historicus Robert Lemm: ”De opinie van nu Nou wat…..sommige mensen….” Thierry Baudet: ”…Sommige mensen” Historicus Robert Lemm ”Sommige mensen…..wat ze op de Universiteiten leren, in Academia, het is gewoon….zo wordt nu gekeken naar het verleden, maar ….” Thierry Baudet: ”Is het niet zo, dat je….kijk je kunt natuurlijk altijd de discussie hebben van hoe kijk je naar het verleden.Als ik door Rome loop, en het Forum Romanum, dan zie je daar standbeelden van mensen, die hebben daar gladiatorengevechten georganiseerd, he, waar een gevangene tegen een Leeuw moest vechten, dat zou ik nu veroordelen, een vreselijk idee, toch komt het niet in mijn hoofd op om dat standbeeld weg te halen, want ik denk, het verleden….een beschaving kenmerkt zich doordat die zich verhoudt tot het verleden, beelden weghalen, dat doet ISIS, dat deed, dictaturen doen dat,, dat is eigenlijk een heel onbeschaafd iets.””Net als boeken verbranden!”Dat doet men niet!” Historicus Robert Lemm: ”Het is heel onbeschaafd, want daarmee kennen we het ook niet meer. .Dus natuurlijk zijn er in het verleden, net zoals in onze tijd, in elke tijd, mensen geweest, als je ethisch naar ze kijkt, dat daar het nodige op aan te merken is, …” Thierry Baudet: ”Zeker met de standaarden van nu he,want…..” Historicus Robert Lemm: ”Zeker met de standaarden van nu.Maar je moet wel….je moet het verleden gewoon wat dat betreft, met rust laten.”Dat….want het verleden zou net zoveel recht hebben om ons te veroordelen.Want concentratiekampen, zes miljoen Joden, genocides, dat is echt iets van de twintigste Eeuw, dat begon met de Franse Revolutie, met de Guillotine, met de Rode Terreur, dat is iets van onze tijd.Dus het verleden heeft in het laatste oordeel, evenveel recht om onze tijd te veroordelen.” Thierry Baudet: ”We worden…” Historicus Robert Lemm: ”Dat moeten we niet doen.” Thierry Baudet: ”Met andere woorden:Wij zijn, in onze ”moderne” tijd, onze verlichte tijd waar we zo trots op zijn, ook schuldig geweest aan allerlei zaken, die vreselijk zijn, omgekeerd zijn mensen, die nu demonstreren, want dat zie je namelijk ook, ook niet brandschoon, ik zag, dat de voorouders van Akwasi-dat heeft die zelf gezegd- die anti-slavernij-Black Lives Matter demonstrant, dat dat waarschijnlijk zelf slavenhouders waren geweest, in het verleden.Dus met andere woorden: ”Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen” Historicus Lemm: ”Je had goede slavenhouders en slechte slavenhouders. Zo is het ook nog eens een keer. Het is niet alleen….” Thierry Baudet: ”Wat bedoel je daarmee?” Historicus Robert Lemm: ”Nou er waren…zeggen….de afschaffing van de slavernij-dat is ongeveer zeg maar halverwege de 19e Eeuw gebeurd, dat wij denken, dat de afschaffing van de slavernij de wereld beter heeft gemaakt, dat is gewoon niet zo.” Thierry Baudet: ”Hoe bedoel je”‘ Historicus Robert Lemm: ”Omdat de slavernij gewoon andere maskers krijgt. Dus je kunt wel de ketens verbreken, natuurlijk…..” Thierry Baudet: ”Maar het is toch goed, dat mensen burgerrechten krijgen” Historicus Robert Lemm: ”O absoluut, maar…..”
Thierry Baudet: ”Maar jij bedoelt misschien, dat door de industrialisatie nieuwe uitbuiting ontstond” Historicus Robert Lemm: ”Ja, precies, dus de slavernij wordt gewoon, krijgt een ander masker.En…eh….mensen worden in de tijd van het fabrieksproletariaat of mensen die gedwongen worden om bepaalde diensten te verrichten, het is een vorm van, ja ….dus slavernij heb je …..” Thierry Baudet ”Ook nu nog…” Historicus Robert Lemm: ”Ook nu nog” Thierry Baudet: ”Maar is het niet zo, dat er nu 24 miljoen slaven in China leven of zo’n soort aantal.Dat soort aantallen, gewoon ook economische slaven…..In Afrika Historicus Robert Lemm: ”….En dat kon ons helemaal niets schelen, want wij willen handelsrelaties met China, dus wat daar gebeurt, dat vinden wij, ja, dat moeten zij weten…” Thierry Baudet: ”Ik vind dat juist wel belangrijk’….En dat vind ik ook zo merkwaardig aan die vrijhandelsaccoorden. Wij hebben hier ook allemaal standaarden over economische productie waar boeren aan moeten voldoen, maar we sluiten wel een vrijhandelsaccoord met Oekraine waardoor legbatterij producten ongehinderd onze markt op kunnen komen.Dat is enorm hypocriet. Historicus Robert Lemm: ”’Het is hypocriet” Thierry Baudet: ”En je hoort ook nooit iemand protesteren tegen de slavernij in China, in Afrika.Het lijkt wel alsof het een soort culturele, vooral culturele zelfhaat is, die overal…Wij moeten alsmaar boete doen. Het is geen open gesprek, het is niet een eerlijk gesprek over ”jongens, wat vinden we nou van het verleden”, maar het is een zelfkastijding…”
Historicus Robert Lemm: ”Het is een zelfkast…..Het is ook een vals schuldgevoel, wat ons wordt aangepraat he, vals schuldgevoel.Wij moeten ons schuldig voelen over de slavernij van een aantal Eeuwen geleden….”
Historicus Robert Lemm: ”Nou had ik ook een standbeeld van Columbus, de ontdekker van Amerika, is omvergehaald en dat is toch wel heel erg merkwaardig.Als we nagaan:Columbus:In 1892 was het vierhonderd jaar geleden, dat Amerika werd ontdekt.Dat werd toen groots gevierd aan beide zijden van de Oceaan.In 1992 was het vijfhonderd jaar geleden.Totaal veranderd.Columbus werd toen vergeleken met Hitler, hij was schuldig aan genocide, alle lelijke dingen werden over hem gezegd.Wie deden dat?Dat was de generatie van 1968.Dat was de generatie van de studentenrevolutie, die toen ineens Columbus verguisden en dat gebeurde in heel West-Europa.Maar Columbus was in de 19e Eeuw een held en niet alleen dat, er was zelfs een Zaligverklaringsproces op gang in de Katholieke Kerk in de !9e Eeuw en ook nog, het wasWe moeten ook niet vergeten, dat de Katholieke Kerk de eerste internationale instantie is, die de slavernij heeft veroordeeld, al heel vroeg en….helemaal vergeten….” Thierry Baudet: ”Het Westen heeft de slavernij afgeschaft…de Westerse wereld”
Historicus Robert Lemm: Ja en het is begonnen in de Katholieke Kerk, de Pausen hebben dat in 1537 al gezegd…..” Thierry Baudet: ”Robert Lemm, zoals altijd, wij kunnen nog veel langer doorpraten en er is heel veel meer over te zeggen.Ontzettend bedankt voor al deze gedachten, gedachtelijnen, provocerende, vernieuwende ideeen.We zullen je vaker gaan horen hier.Dank je welRobert Lemm, Fijn, dat je er was!” EINDE INTERVIEW THIERRY BAUDET MET HISTORICUS ROBERT LEMM [10]
Thierry Baudet:’Hoe bezie jij als historicus, maar ook kenner van het koloniale verleden, hoe bezie jij nou deze manie, deze hysterie, die door de Westerse Wereld golft van standbeelden naar beneden halen, in bepaalde bibliotheken worden nu ook al bepaalde boeken eruit gedrukt, ik heb dat gezien in Amerika bijvoorbeeld.Hoe kijk jij daarnaar? Historicus Robert Lemm:”Eh….kijk Huizinga, een van onze grootste auteurs, historicus, heeft gezegd:”Wij moeten het verleden levend houden”Wat hij daarmee bedoelt is:Dat, een historicus moet zich verdiepen in een voorbije periode, gebeurtenissen en personages moet je zien in hun tijd.”En wat wij doen:Wij projecteren onze eigen ideeen op die periodes en die mensen van toen en beoordelen en veroordelen ze daarmee en dat is fout.Een voorbeeld is in onze Nederlandse geschiedenis is het geval van Jan Pieterszoon Coen he, we hebben gehoord, dat het standbeeld naar beneden wordt gehaald, de man wordt helemaal verguisd, het was helemaal fout……..”16.49-18.11, Forum voor Democratie Journaal, 26 juni, op Youtube.com YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI https://www.youtube.com/watch?v=R_vwPMaMvWI
[11]
Aan het woord laat ik ook een VOC officier, die opmerkte [ik citeer hem]”“De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden
Dispereert niet.’ Met die woorden sloot koningin Wilhelmina op 14 mei 1940 haar toespraak tot het Nederlandse volk af. Ze citeerde de lijfspreuk van Jan Pieterszoon Coen: “Dispereert niet, ontziet uw vijanden niet, want God is met ons.”
Het leek de juiste tekst op het juiste moment. De stichter van Batavia en gouverneur-generaal in Nederlands-Indië (1587-1629) hoorde voor de meeste Nederlanders nog gewoon thuis in het rijtje van Hollandse helden. Toch waren het eigenlijk precies de foute woorden voor dat ogenblik. Leek de manier waarop Coen in zijn tijd huishield in de Oost niet verschrikkelijk veel op het brute optreden van de Duitse bezettingsmacht? Was het zelfs niet een graadje gruwelijker?
De koopmanszoon Jan Pieterszoon Coen was er vooral op uit om voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie op de handel met Indië te verwerven. Hij schuwde daarbij geen enkel middel. Zelfs in eigen kring trad Coen hard en streng op. Maar berucht werd vooral zijn optreden op de Banda-eilanden, waar bewoners hun muskaatnoten ook aan de Britten leverden.
De Hollanders namen er, zelfs voor die jaren, op ongekend wrede wijze wraak. Japanse samoerai-beulen in dienst van de VOC onthoofdden een groot deel van de leiders. Van de andere vijftienduizend Bandanezen overleefde slechts een fractie de strafexpeditie. Een VOC-officier verbaasde zich over de gruwelijke orders die hij moest uitvoeren: “De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.”
Zelfs de Heeren Zeventien, de bestuurders van de VOC, lieten later weten dat het wel wat minder had gekund. Coen zelf noteerde na zijn ingrijpen tevreden: “De inboorlingen zijn meest allen door de oorlog, armoede en gebrek vergaan. Zeer weinig is er op de omliggende landen ontkomen.”
De geschiedschrijving benadrukte lang de grootheid van Coen. Al waren er criticasters.
De negentiende-eeuwse schrijver en criticus Conrad Busken Huet bijvoorbeeld: “De daden van geweld, waardoor men oudtijds zich van Banda en van zoveel andere punten in de Archipel heeft meester gemaakt, gaan zozeer de maat te buiten van hetgeen ons heden ten dage toeschijnt zelfs met de hardste en minst nauwgezette staatkunde bestaanbaar te zijn, dat de toestand van uitdroging en kwijning, waarin de Moluksche Eilanden in later tijd allengs geraakt zijn, verkieslijk moet schijnen boven de vroegere vruchtbaarheid.”
Maar de negentiende eeuw was ook de eeuw van het nationalisme. Nederlands trots ging pleinen opsieren: Oranjes, staatslieden, kunstenaars, zeehelden en ook kolonialen als Coen. Zijn beeld in Hoorn werd in 1893 onthuld.
Nieuw protest kwam met de golf van maatschappijkritiek die in de jaren zestig opkwam. Waren de in steen vereeuwigde Hollandse helden wel helden? In 1965 kreeg de jonge Relus ter Beek (later in zijn leven minister van defensie voor de PvdA) vijftig gulden boete voor het plaatsen van een kritisch bord bij het beeld van generaal Van Heutsz in diens geboorteplaats Coevorden. In 1967 was het monument voor dezelfde pacificator van Atjeh doelwit van een bomaanslag. Een jaar eerder werd een tunnel onder het Noordzeekanaal in Amsterdam nog gewoon Coentunnel genoemd.
Het beeld in Hoorn bleef sommige mensen ergeren. De aanstaande aanpassing van de tekst volgt uit een burgerinitiatief. “Zowel tijdgenoten als historici uitten kritiek op Coens bijzondere handelspolitiek”, memoreert het nieuwe bijschrift, waarna het “bijzondere” wordt uitgelegd met het voorbeeld van de Banda-eilanden.
Het beeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn blijft, maar de tekst erbij gaat wel wat meer recht doen aan ’s mans schaduwzijden. Kritiek op zijn optreden was er al van tijdgenoten.
[13] ”Zelfs de Heeren Zeventien, de bestuurders van de VOC, lieten later weten dat het wel wat minder had gekund. Coen zelf noteerde na zijn ingrijpen tevreden: “De inboorlingen zijn meest allen door de oorlog, armoede en gebrek vergaan. Zeer weinig is er op de omliggende landen ontkomen.”
ZIE OOK ”Over de uitspraken van de Nederlandse predikanten over de slavenhandel is veel gediscussieerd. Brakel, de Teellincks, Smijtegelt, Poudroyen, De Raad en Voetius zijn genoemd als predikanten die de slavenhandel afwezen, en Jacobus Hondius nam deze mensendiefstal op in zijn ”Swart Register van duysent Sonden”
Cham. Die naam werd vaak genoemd als christelijke Europeanen de slavenhandel probeerden te rechtvaardigen. Ook predikanten namen niet altijd een ondubbelzinnig standpunt in. Uiteindelijk was het mede aan pleidooien vanuit kerkelijke kring te danken dat de mensonterende praktijken werden afgeschaft.
Veel slaven werden van Afrika naar Amerika verhandeld. In 1728 kwam een van hen echter naar Nederland: een elfjarige jongen, Capitein, genoemd naar de kapitein van wie zijn eigenaar hem kreeg. Deze zwarte jongeman, afkomstig van de Goudkust, werd predikant. Ondanks zijn afkomst verdedigde Jacobus Joannes Eliza Capitein in zijn oratie op 10 maart 1742 de ”Slaverny.” Hij vond de slavenhandel niet strijdig met de christelijke vrijheid: geestelijke vrijheid kan samengaan met lichamelijke onvrijheid.
Vol idealen keerde hij nog in datzelfde jaar terug naar zijn geboortegrond: „Mij, die een blinde Heyde! een arme slaave was, laat de Heere nu uitsenden in dien grooten ruymen en ryken oogst der Mooren om mynen broederen Christus Jezus aan te bieden.” Maar zijn blanke collega’s keken op hem neer en zijn volksgenoten zagen hem als een verrader. Nauwelijks dertig was ds. Capitein toen hij op raadselachtige wijze stierf.
De slavenhandel was door velen geaccepteerd, en dat heeft kennelijk zelfs deze ex-slaaf beïnvloed. Gepensioneerde kapiteins van slavenschepen waren gerespecteerde burgers. Slavernij werd nogal eens gezien als een middel om heidenen met het Evangelie in aanraking te brengen. Daar kwam echter weinig van terecht. Anderen wezen op slavernij als mogelijkheid om mensen tijdens een oorlog in leven te laten die anders zouden worden gedood.
Discussie
Over de uitspraken van de Nederlandse predikanten over de slavenhandel is veel gediscussieerd. Brakel, de Teellincks, Smijtegelt, Poudroyen, De Raad en Voetius zijn genoemd als predikanten die de slavenhandel afwezen, en Jacobus Hondius nam deze mensendiefstal op in zijn ”Swart Register van duysent Sonden”.
Classisvergaderingen in Amsterdam en op Walcheren schreven in 1628 al dat het „niet christelyck was lyffeygene te hebben.” De Middelburgse pastor Smijtegelt noemde het „grove dieverij” om een mens te stelen. „Dat soort van dieverij wordt begaan in den slavenhandel; die enen mens steelt, zegt God, zal zekerlijk gedood worden. Ex. 21:16. Is dat niet droevig, daar hebben de Christenen een negotie van gemaakt. Ach! mochten die menschen die zoo verkogt, vervoert, en dikwils daarom vermoort worden, eens spreken; zouden ze niet zeggen, als eertyds Joseph: ik ben dieffelyk ontstoolen uit myn land?”
Ook Justus Vermeer verwees naar Exodus 21:16, toen hij schreef over „den onbehoorlijken slavenhandel, in vreemde landen; als men daar mensen (met ons uit enen bloede) als beesten drijft, koopt en verkoopt, daarover de ongunste Gods zeer te vrezen is.”
Poudroyen vond „dat het den christenen niet en betaemt haer in desen rouwen, onsekeren, verwarden, periculeusen ende onbillicken handel te steken, ende daerdoor yemant sijn quaet vermeerderen ende executeur te zijn van yemants quellinge ende ellende.”
Kritiek op Udemans
Udemans stelde in ”’t Geestelyck roer van ’t coopmans schip” (1638) –handboek voor de christen-koopman-zeevaarder– dat slaven mochten weglopen. Hij noemde de mogelijkheid om slaven na een bepaalde tijd vrij te laten: zeven jaar nadat ze zich tot het christelijk geloof hadden bekeerd. Tegenover historici die er de vinger bij legden dat Udemans de slavenhandel niet ondubbelzinnig afwees, stelde dr. L. J. Joosse dat de Zierikzeese predikant „vanuit de Bijbel trefzeker kooplieden tot een negatieve koers” tegenover deze handel wilde brengen, „al accepteerde hij volkenrechtelijk kortstondig uitzonderingen van slavernij.”
Andere predikanten –„coccejaans gekleurde kerkleiders” (Joosse)– rechtvaardigden de slavenhandel wel, onder meer met Chams vervloeking als argumentatie. Voetiaanse predikanten lieten het tegenovergestelde geluid horen, maar het ontbrak aan politieke of juridische actie. De slavenhandel bleef nog lang bestaan.
Kerkslaven
Tot de jaren 1820 was de trans-Atlantische stroom van Afrikaanse slaven ten minste viermaal groter dan de totale stroom van blanke emigranten naar Amerika. De Rooms-Katholieke Kerk nam eeuwenlang deel aan de slavernij. Deze kerk hield op grote schaal negerslaven op suikerplantages en als huisslaven. Dat gebeurde niet alleen in Zuid-Amerika, maar ook in Azië en Afrika. Het Vaticaan bood later ook maar minimaal steun aan het abolitionisme, de pogingen om de slavernij af te schaffen.
Die pogingen kwamen onder meer voort uit protestantse groepen in Amerika en Engeland: de quakers in het midden van de achttiende eeuw, de baptisten en methodisten niet lang daarna. Het was een van de thema’s waarmee ze zich afzetten tegen gevestigde kerken zoals de anglicaanse Church of England.
Anderen sloten zich bij de antislavernijbeweging aan. De christelijke inslag bleek uit de vele tekeningen die werden vervaardigd van geknielde zwarten die met gevouwen handen en de ogen ten hemel geslagen om vrijheid en een menswaardige behandeling smeekten.
John Newton (1725-1807), een tot bekering gekomen slavenhandelaar die predikant werd, had invloed op William Wilberforce (1759-1833), die als parlementariër een van de leiders van de antislavernijbeweging werd.
Reveil
In Nederland werd het verzet tegen de slavernij sterk door Engeland beïnvloed. Dat land zette Nederland onder druk om de slavenhandel te stoppen. Daarmee was de slavernij in de Nederlandse koloniën echter nog niet afgeschaft.
De Utrechtse hoogleraar J. J. G. Jansen heeft erop gewezen dat er slechts één cultuur is geweest die de slavernij afschafte: de christelijke. De verlichting heeft daaraan volgens hem geen bijdrage geleverd.
De mannen van het vroege Reveil waren aanvankelijk echter beducht voor het abolitionisme. In zijn ”Bezwaren tegen den geest der eeuw” (1823) duidde Isaäc da Costa de beweging nog als een gevaarlijk symptoom van de tijdgeest. Hij hekelde het feit dat medelijden met de slaven gepaard ging met „gevoelloosheid voor de geestelijke nood van de halve wereld”, geestelijke slavernij onder „liberale dwingelanden.” Willem Bilderdijk was dezelfde mening toegedaan.
Da Costa vond dat slavernij in de Bijbel niet werd veroordeeld. Van dat standpunt kwam hij echter terug. Wat bekend werd van de wreedheden en misstanden op de slavenplantages, was niet met christelijke uitgangspunten te verenigen. Da Costa was onder de indruk van het vlammende betoog tegen de slavernij dat Elizabeth Fry, overgekomen uit Engeland, begin 1840 hield op Reveilbijeenkomsten in Den Haag en Amsterdam: „Wij zagen en hoorden haar. Zulke kennismakingen zijn époques in het leven.”
Drie petities
Fry pleitte voor de oprichting van een landelijke antislavernijvereniging. Vooral mr. G. Groen van Prinsterer zette zich ervoor in om de bestaande comités te bundelen. Hij probeerde wel te bewerkstelligen dat de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij (NMBAS) een protestants-christelijke grondslag kreeg. In de statuten die hij opstelde, stond dat iedere vergadering met gebed zou worden geopend. De liberalen liepen dan ook boos weg.
Het gevolg was dat koning Willem II drie verschillende petities tegen slavernij ontving: één ondertekend door 56 Reveilmannen –onder wie Groen van Prinsterer en Da Costa–, een van 125 liberalen en de derde was afkomstig van 128 Rotterdamse vrouwen met voornamelijk Engelse achternamen.
De koning wees de adressen in 1842 af. Hij onthield ook zijn goedkeuring aan de statuten van de antislavernijvereniging die vanuit het Reveil was opgericht. De regering vond dat de slavernij op termijn wel zou moeten worden afgeschaft, maar dit moest geleidelijk verlopen. De actievoerders legden zich er voorlopig bij neer. Het thema werd soms door andere strijdpunten naar de achtergrond gedrongen.
Zwarten hebben harten
De antislavernijgevoelens werden door ds. N. Beets in een gedicht verwoord:
Och Neêrlands machtigen en braven! Verbreekt ons juk; Brengt, brengt uwe arme negerslaven Toch eindlijk, eindlijk uit den druk. Wij zijn wel zwarten, Maar hebben harten, Zoo goed als gij. En zoo uw harten beter zijn, Verlost dan de onzen van de pijn! Veel lijden wij.
Voor de Reveilvrienden leidde de actie tegen de slavernij overigens tot blijvende samenwerking tussen gelijkgezinden in verschillende steden. Zo schreef J. W. Gefken in 1842 aan H. J. Koenen: „Wat ook van de Zaak worde, gij zult het met mij verblijdend vinden, dat hier vereeniging en verlangen om vereenigd te werken onder de broeders ontstaat.”
Nadat Gefken in 1851 tevergeefs de slavernij ter sprake had gebracht, stelde hij op 6 april 1853 tijdens de zestiende bijeenkomst van de Christelijke Vrienden met succes voor om de in 1842 opgerichte maatschappij die de slavernij wilde afschaffen (NMBAS) te revitaliseren. De overgebleven bestuursleden, Groen van Prinsterer, Elout van Soeterwoude en Gefken, stuurden een circulaire rond en op 25 juli 1853 had een eerste vergadering plaats. Daar werden de statuten uit 1842 ongewijzigd overgenomen.
Uitstel
De maatschappij streefde haar doelstellingen na door de uitgave van een blad, het indienen van adressen (petities) bij koning en parlement en het vrijkopen van slaven in Suriname. De leden van de beweging die in de Tweede Kamer zaten, lieten daar van zich horen.
Nog in datzelfde jaar 1853 werd er een staatscommissie ingesteld die over het slavernijbeleid moest adviseren. Groen van Prinsterer verliet de commissie overigens binnen een jaar, omdat hij van haar omslachtige werkwijze een onaanvaardbaar lang uitstel van de slavenemancipatie verwachtte.
Dat uitstel kwam er toch, als gevolg van de verdeeldheid binnen de politiek en de verflauwende belangstelling van het publiek voor het onderwerp. Net als in Engeland stonden liberalen en orthodoxe christenen met hun streven naar afschaffing van de slavernij tegenover conservatieve politici, al lagen de tegenstellingen in Nederland minder scherp.
De planters in Suriname betoogden in anonieme pamfletten dat emancipatie niet alleen de koloniën zou bedreigen. Door het verlies van de koloniale handel waarop ieders welvaart gebaseerd was, zou het voortbestaan van het moederland zelf groot gevaar lopen.
Uiteindelijk schafte Nederland de slavernij in 1863 toch af. Dat gebeurde in hetzelfde jaar als in Verenigde Staten, maar pas 68 jaar na Denemarken, 30 jaar na Engeland en 15 jaar na Frankrijk.
De NMBAS had zich in 1862 al opgeheven. De leden kregen het verzoek voortaan de Maatschappij tot bevordering van het Godsdienstig onderwijs onder de slaven en verdere heidensche bevolking in de kolonie Suriname te steunen.EINDE ARTIKEL ZIE OOK
REFORMATORISCH DAGBLAD
HISTORICUS: VERZET SMIJTEGELT TEGEN SLAVERNIJ VERDIENT PLAQUETTE
Volgens drs. Peter Sijnke is de Middelburgse predikant Bernardus Smijtegelt een voorloper van de anti-slavernijbeweging. Smijtegelt verdient daarom een herinneringsplaquette, vindt de historicus.
Slavenhandel was in de zeventiende en achttiende eeuw breed geaccepteerd, vertelt de gepensioneerde stadsarchivaris van Middelburg. „De zeventiende-eeuwse rechtsgeleerde Hugo de Groot zag die zelfs als gewone handel.”
In Smijtegelts dagen had de slavenhandel een flinke vlucht genomen. „De Middelburgse Commercie Compagnie richtte zich vanaf 1732 op het vervoeren van slaven van Afrika naar Amerika toen het monopolie van de West-Indische Compagnie op de driehoekshandel verviel. Schepen namen goederen als fluweel, geweren en brandewijn mee, en verhandelden die met Afrikaanse vorsten in ruil voor slaven. Die werden vervolgens verscheept naar Amerika. Op de terugreis namen zij cacao en suiker mee naar Zeeland.”
Smijtegelt was in zijn verzet tegen slavenhandel een uitzondering, stelt Sijnke. „Veel collega’s van hem vonden met een beroep op de Bijbel slavernij legitiem.”
Zelfs de zwarte predikant Jacobus Capitein (1717-1747) verdedigde de slavernij. „Vaak verdedigde men die met een beroep op de vervloeking van Cham in het Bijbelboek Genesis. Zwarte mensen zouden zijn nazaten zijn.”
Al voor 1740 fulmineerde Smijtegelt in zijn preken tegen de slavernij, met de handelaren onder zijn gehoor. „Vanaf de kansel noemde Smijtegelt de handel in mensen een grove en vreselijke zonde. De verhandelde Afrikanen waren „diefelijk ontstolen” uit hun vaderland. Hij preekte: „Die een mens steelt, zegt God, zal zeker gedood worden. Dat soort dieverij wordt begaan in de slavenhandel. Is het niet droevig, dat christenen daarvan een handel hebben gemaakt?””
Volgens Sijnke zou een steen of plaquette bij Smijtegelts huis aan de Herengracht in Middelburg het mooiste zijn geweest. „Maar helaas weten we niet meer in welk huis hij precies woonde. Daarom is een plaquette bij het monument voor de afschaffing van de slavernij een passende plek.”
Bij dit monument werd maandag herdacht dat 156 jaar geleden de slavernij werd afgeschaft.
Afkeer
Bij dat voorstel sluit dr. Huib Uil, stadshistoricus van Zierikzee, zich aan. „Zo’n herinnering laat zien dat er ook tegengeluiden waren tegen de slavenhandel.”
De ouderling van de oud gereformeerde gemeente in Nederland in Zierikzee nuanceert wel het beeld van Smijtegelt als een uitzondering in het verzet tegen slavernij. „Dan zou er ook kritiek hebben geklonken van andere predikanten op zijn standpunten.”
Volgens Uil is Smijtegelt meer een overgangsfiguur op weg naar een verbod op slavernij. „De zeventiende-eeuwse predikant Godefridus Udemans had al voor die tijd een genuanceerde opvatting over slavernij. Slaven die christen werden, moesten van hem na zeven jaar vrijgelaten worden. Bovendien kweekte deze Zierikzeese predikant afkeer tegen slavernij. De zeventiende-eeuwse predikanten Georgius de Raad in Vlissingen en Johannes de Mey in Middelburg sloten zich daarbij aan. Smijtegelt scherpte dat standpunt verder aan door slavernij beslist af te keuren. De volgende stap was het verbieden van slavernij.”
Kan een plaquette over Smijtegelts verzet tegen slavernij ook aandacht vragen voor zijn bevindelijk-gereformeerde prediking? Dat idee spreekt Uil niet aan. „We mogen hem zeker in achting houden, maar laten we de persoon niet verheerlijken. De beste manier om Smijtegelt in herinnering te houden, is door zijn preken te lezen.”
De zeventiende-eeuwse dominee Jacobus Hondius uit Hoorn is sinds kort herontdekt. Want hij en zijn orthodoxe collega-predikanten spraken zich wel degelijk tegen de slavenhandel uit.
Gisteren, 1 juli, is weer herdacht hoe Nederland in 1863 de slavernij afschafte. Die had toen zo’n 250 jaar bestaan, sinds ’we’ rond 1600 de wereldzeeën waren gaan bevaren. In de veroverde gebieden werden Aziaten en Afrikanen op grote schaal gekocht, te werk gesteld en gemarteld als ze zich verzetten.
’Je moet het in de tijd zien’, wordt vaak gezegd. Inderdaad, in Azië en Afrika was slavernij een bekend verschijnsel. De Nederlanders deden niet veel anders dan flink gebruik maken van een bestaande praktijk in een verre vreemde wereld. Toch waren er vanaf het begin mannen van gezag die de vinger op de wonde plek legden.
Zoals Jacob de Hond, meer bekend als Jacobus Hondius, die jarenlang predikant was in Hoorn. Terwijl de havenstad groeide en bloeide, schepen van de VOC en de WIC de haven verlieten en volgeladen met exotische waar terugkeerden, preekte hij twee keer per zondag in de Grote Kerk.
En hij schreef. In het Zwart Register van Duizend Zonden somde hij alle zonden op waar een kerkganger zich verre van diende te houden. De slavenhandel hoorde daarbij. Dat andere volkeren zich hier wel mee bezighielden, was voor hem geen argument. ’Leden van onze kerk horen zich niet te besmetten met zulke onbarmhartige handel’, waarschuwde hij. Zij begaan een grove zonde als ze ’slaven kopen om weer te verkopen en met die ongelukkige mensen handel te drijven, net als met andere waren en goederen, alsof het maar beesten waren.’ Want, schreef hij, ’Het zijn immers mensen van een en dezelfde aard als zij zelf zijn’.
Hondius is herontdekt. Hij heeft een ereplekje in de kortgeleden verschenen Gids Nederlands Slavernijverleden en wordt de laatste jaren vaker genoemd als lichtend voorbeeld. Dat heeft iets grappigs, want veel van zijn andere uitspraken zou men niet zo prijzen. Hij beschouwde bijvoorbeeld ook het kerkorgel en het Sinterklaasfeest als zondig, en vond dat een vrouw haar hoofd moest bedekken.
Hondius behoorde tot de orthodoxe stroming in de protestantse staatskerk. Die predikanten – zo heeft de kerkhistoricus G.J. Schutte vastgesteld – waren behoorlijk kritisch tegenover slavenhandel en slavernij. Zodat ze in de 21e eeuw opeens weer een kleine heldenrol hebben gekregen. Want ze doen heel herkenbare uitspraken.
Zo schreef dominee Festus Hommius uit Leiden in 1617 dat slavenhandel een grove zonde was. Omdat je mensen daarmee ’berooft van hun kostbaarste goed: de vrijheid’. In 1653 schreef de Zuid-Hollandse predikant Cornelius van Poudroyen: ’Het betaamt christenen niet zich in deze harde, onzekere, verwarde, gevaarlijke en oneerlijke handel te mengen, en zo iemands ongeluk te vergroten en de uitvoerder te zijn van iemands kwelling en ellende.’
De Zeeuwse predikant Georgius de Raad nam in 1665 helemaal geen blad voor de mond: ’Men lokt ze in onze schepen, rooft ze, voert ze tegen hun wil weg, scheidt de ouders van de kinderen, de kinderen van de ouders, de mannen van de vrouwen, de vrouwen van de mannen’, schreef hij. ’Ik zwijg nog maar van de ongehoorde en heidense wreedheid die de christenen plegen tegenover de heidense slaven in de schepen, en van de manier waarop de slaven op onze plantages worden ontvangen.’ Hij besluit: ’Ons land is aan het zinken, en de zonden die dagelijks in de slavenhandel worden gepleegd, zouden wel eens de zwaarste ballast kunnen wezen, die het schip ten gronde doet gaan.’
Het bleef bij woorden. Slavernij was nu eenmaal economisch erg interessant en in de praktijk werd slavenhandelaren en plantage-eigenaren dus weinig in de weg gelegd. Er waren zelfs predikanten die het verschijnsel verdedigden. Afrikaanse krijgsgevangenen werden via de slavenhandel van de dood gered en wellicht zelfs tot bekering gebracht, zeiden ze. Of: stond er niet al in de Bijbel dat de zwarte zonen van Cham, de zoon van Noach, waren vervloekt om eeuwig andere volkeren te dienen?
Zo werd slavernij ’gewoon’ en zou tot in de negentiende eeuw voortduren. Maar toch, er zijn altijd mensen geweest die beter wisten. Het verleden is ook weer niet zó’n vreemd land als wel eens wordt gezegd.
EINDE ARTIKEL
[15]
”In 1783 ontstond er een anti-slavernij beweging onder het Britse publiek. In dat jaar vormde een groep Engelse quakers de eerste abolitionistische organisatie. De quakers bleven van het grootste belang gedurende de hele geschiedenis van de beweging”……………
”Een netwerk van lokale abolitionistische groepen werd opgericht. Ze voerden campagne door middel van publieke bijeenkomsten, pamfletten en petities. De beweging had de steun van quakers, baptisten en methodisten en ze probeerden ook het industrieel proletariaat mee te krijgen. Zelfs vrouwen en kinderen, voorheen een niet-politieke groep, raakten betrokken. Sierra Leone werd een kolonie voor Britse ex-slaven in Afrika dankzij de quakers.”
WIKIPEDIA
ABOLITIONISME (SLAVERNIJ)/BRITSE RIJK
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIAABOLITIONISME (SLAVERNIJ)
”. Quakers proberen, vaak met anderen samen, mensen tot elkaar te brengen om verzoening, gerechtigheid en vrede te bevorderen. In de Verenigde Staten en in het Verenigd Koninkrijk speelden zij een belangrijke rol bij de afschaffing van de slavernij.
Historicus Robert Lemm: ”Ja, precies, dus de slavernij wordt gewoon, krijgt een ander masker.En…eh….mensen worden in de tijd van het fabrieksproletariaat of mensen die gedwongen worden om bepaalde diensten te verrichten, het is een vorm van, ja ….dus slavernij heb je …..”
YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[18]
YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[19] ”Zeker met de standaarden van nu.Maar je moet wel….je moet het verleden gewoon wat dat betreft, met rust laten.”Dat….want het verleden zou net zoveel recht hebben om ons te veroordelen.Want concentratiekampen, zes miljoen Joden, genocides, dat is echt iets van de twintigste Eeuw, dat begon met de Franse Revolutie, met de Guillotine, met de Rode Terreur, dat is iets van onze tijd.” 22.28-22.52 YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI
[20] ”Het is iets van….maar dan heb je dus…….ja, dat is een eigentijds geval en dat ligt dus vrij dicht bij een ander voorbeeld uit Nederlands Indie namelijk generaal Spoor, de man van de politionele acties Op dit ogenblik-ik geloof gisteravond was er ook weer een uitzending op de televisie- wordt deze periode honderd procent veroordeeld.Wij waren helemaal fout, we hadden nooit in Indie mogen zitten, dat waren allenaal, die Vrijheidshelden, die gevochten hebben voor de vrij….die hadden groot gelijk, en generaal Spoor en de Nederlandse militairen, die daar zaten , die waren fout, veroordeeld, verkeerd….” Thierry Baudet:”Wie zegt dat, dit…….dat vinden sommige mensen nu….” 20.27-21.20
[21] ”Met andere woorden:Wij zijn, in onze ”moderne” tijd, onze verlichte tijd waar we zo trots op zijn, ook schuldig geweest aan allerlei zaken, die vreselijk zijn, omgekeerd zijn mensen, die nu demonstreren, want dat zie je namelijk ook, ook niet brandschoon, ik zag, dat de voorouders van Akwasi-dat heeft die zelf gezegd- die anti-slavernij-Black Lives Matter demonstrant, dat dat waarschijnlijk zelf slavenhouders waren geweest, in het verleden.Dus met andere woorden: ”Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen’ 22.57-23.24 YOUTUBE.COM THIERRY BAUDETDE WAARHEID OVER ONS VERLEDEN/FVD JOURNAAL/26 JUNI https://www.youtube.com/watch?v=R_vwPMaMvWI
[22] ‘En je hoort ook nooit iemand protesteren tegen de slavernij in China, in Afrika.Het lijkt wel alsof het een soort culturele, vooral culturele zelfhaat is, die overal…Wij moeten alsmaar boete doen. Het is geen open gesprek, het is niet een eerlijk gesprek over ”jongens, wat vinden we nou van het verleden”, maar het is een zelfkastijding…’ 24.58-25.16
AMSTERDAM: GENOCIDALE STRAATNAAMBORDEN BEKLAD/ADHESIEBETUIGING AAN ”BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF”Zet de strijd voor Gelijkheid voort!
BEKLADDING STRAATNAMEN KOLONIALE SCHURKEN VASCO DA GAMA, CABRAL EN HUDSON ”Femke van het Bloed Aan Hun Handen Collectief zegt: ‘Waarom wordt genocidale geschiedenis verheerlijkt in onze straten? Hoe kunnen we als maatschappij tegen racisme en genocide zijn als we voortdurend de gezichten en namen van deze racistische moordenaars laten zien? We eisen dat de gemeente Amsterdam alle straatnamen hernoemt, en standbeelden en monumenten verwijdert, waar die onze koloniale geschiedenis verheerlijken. Haal ze neer of wij zullen het doen!’
GOED WERK, BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF!
VOORAF Ze schieten als paddestoelen uit de grond!Groeperingen, individuen, organisaties en collectieven, al dan niet samenwerkend, die een einde gemaakt willen zien aan de verheerlijking van koloniale misdadigers in het straatbeeld, hetzij in de vorm van standbeelden, hetzij in de vorm van straatnamen, tunnels of anderszins! Recentelijk heb ik mijn adhesiebetuiging uitgesproken met ”Helden van Nooit”, die in Rotterdam het standbeeld van Piet Hein [de Zilvervloot ”held] [1], een koloniale Schurk [2] hebben beklad, en rode verf hebben aangebracht op de gevel van een gebouw aan de Witte de Withstraat, genoemd dus naar Witte de With, een andere koloniale Schurk. [[3]Ook is, om het racistische onrecht door te trekken naar deze tijd [het racisme, waarvoor in de 17e eeuw, waarin genoemde Schurken opereerden, de basis is gelegd [4]], het standbeeld van Islamofoob P. Fortuyn beklad. [5]Zie mijn adhesiebetuiging aan Helden van Nooit onder noot 6 Een uitgebreider stuk over het hoe en waarom [met historische achtergronden] van die bekladdingen is recentelijk door mij geschrevenLees onder noot 7, lezers. GEEN BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF/ADMIRALENBUURT Maar hier wil ik dus hulde brengen aan het ”Geen Bloed aan hun Handen Collectief”, dat recentelijk in de zogenaamde ”Admiralenbuurt” in Amsterdam [genoemd naar 17e en 18e eeuwse admiralen/koloniale zeeschurken] heeft beklad de straatnamen, genoemd naar koloniale misdadigers Witte de With, Vasco da Gama, Cabral en Hudson [u weet wel, naar wie ook de Hudsonrivier is genoemd]Zelf geven ze een aardige schets van de misdaden van deze heren, die ook te vinden is in mijn artikel [uiteraard heb ik hun gegevens zelf via onderzoek gedoublecheckt, want zo ga ik altijd te werk], onder ”Epiloog”Zie mijn artikel onder noot 8 Om het voor u overzichtelijk te maken, vermeld ik eerst de verklaring van het ”Bloed aan hun Handen” Collectief op Indymedia, daaronder de link naar de discussie en daar weer onder mijn adhesiebetuiging. En tenslotte, de noten, die hierboven zijn vermeld. NIET IN ZIJN TIJD ZIEN!EN ONTHOU DIT LEZERS
Het is een grove misvatting, om ervan uit te gaan, dat de [mis]handelingen van deze koloniale Schurken ”in zijn tijd” gezien dienen te worden, want ook in die tijd was er de nodige en stevige kritiek uit eigen kring tegen het misdadige optreden van deze koloniale BloedheerenDaarvan geef ik een heel aardige schets in Hoofdstuk V van mijn genoemde artikel Zie noot 9 Wie zich werkelijk wil inzetten voor anti-racisme en de strijd voor gelijkheid ondersteunt, zal niet in het straatbeeld beelden, standbeelden, straatnamen en wat dies meer zij, willen tegenkomen van koloniale slachters, massamoordenaars en rovers. Niet alleen omdat zij criminelen waren, maar ook omdat het concept van hun opvattingen en denken de basis gelegd heeft voor het hedendaags racisme, dat nog steeds voortwoekert en zijn bittere sporen achterlaat. En nu, beste lezers: OP NAAR MIJN ADHESIEBETUIGING ASTRID ESSED
VERKLARING BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF INDYMEDIA.NLAMSTERDAM: GENOCIDALE STRAATNAAMBORDEN BEKLAD https://www.indymedia.nl/node/48099 TEKST Nieuws, gepost door: Bloed Aan Hun Handen Collectief op 23/06/2020 06:09:38
Waar: Amsterdam, Netherlands Wanneer:23/06/2020 – 20:22[English below] Vanochtend zijn straatnaamborden, waarop oorlogscriminelen en koloniale moordenaars worden verheerlijkt, beklad met rode verf in de Admiralenbuurt en de Baarsjes in Amsterdam.
De gewelddadige en genocidale geschiedenis van Nederland, en Europa in het algemeen, wordt gevierd door de vele straten en pleinen die naar massamoordende kolonisten, handelaren in slavernij en hun handlangers zijn vernoemd.
Deze straatnaamborden zijn besmeurd met rode verf, verwijzend naar het bloed wat aan de handen van deze moordenaars kleeft en het bloedige gewelddadige systeem van witte superioriteit dat ze vertegenwoordigen. Bloed dat eveneens kleeft aan de handen van de gemeente Amsterdam, die de nalatenschap van deze kolonisten in stand houdt door hen als “helden” van vroeger te beschrijven.
Femke van het Bloed Aan Hun Handen Collectief zegt: ‘Waarom wordt genocidale geschiedenis verheerlijkt in onze straten? Hoe kunnen we als maatschappij tegen racisme en genocide zijn als we voortdurend de gezichten en namen van deze racistische moordenaars laten zien? We eisen dat de gemeente Amsterdam alle straatnamen hernoemt, en standbeelden en monumenten verwijdert, waar die onze koloniale geschiedenis verheerlijken. Haal ze neer of wij zullen het doen!’
De besmeurde borden en wie ze verheerlijken:
Witte de Withstraat Deze straat is vernoemd naar de bijzonder meedogenloze, koloniale kapitein Witte de With (1599-1658), die met geestdrift werkte voor zowel de West-Indische Compagnie als de Oost-Indische Compagnie (WIC en VOC), voornamelijk in het vandaag genoemde Indonesië en India. Voorbeelden van zijn venijnig en koloniale mentaliteit zijn de verwoesting van de stad Jaya Karta en het vernietigen van 90.000 kruidnagelbomen in de Molukken als een strafmaatregel en om de prijs van kruidnagel op te drijven zodat het Nederlandse rijk daarvan kon profiteren. Hiermee werd het levensonderhoud van de lokale bevolking verwoest.
Vasco De Gamastraat De Vasco De Gamastraat is vernoemd naar een Portugese graaf en koopman, de eerste Europeaan die naar India voer. Een van zijn vele bloedige misdaden is het geven van het bevel tot het vermoorden van honderden islamitische pelgrims om handelsconcurrentie te onderdrukken. Zijn nalatenschap leidde tot eeuwen van onderdrukking en uitbuiting van Zwarte, Indigenous, en niet-Zwarte mensen van kleur door Europees kolonialisme en slavernij.
Hudsonstraat Hudson (1565-1611) was in dienst van de VOC om zeeroutes naar Azië te vinden. Hij bereikte land nabij Nova Scotia, Canada, waar onder zijn leiding First Nation dorpen werden aangevallen en geplunderd omdat ze geen interesse hadden in ‘handel’. Zijn reis leidde tot Nederlandse invloeden in de regio en tot een winstgevende bonthandel vanaf 1614. Dit zou later de basis leggen voor de eeuwen van bloeddorstig kolonialisme en slavernij in wat nu de Verenigde Staten van Amerika wordt genoemd.
Cabralstraat Cabral (1457-1620) wordt gezien als de ‘Europese ontdekker van Brazilië’, en claimde Brazilië voor Portugal door met zwaar geweld het land en middelen van de oorspronkelijke bevolking te stelen. Hij maakte de weg vrij voor gewelddadige koloniale uitbuiting in Brazilië, India en over de hele wereld. Hij volgde de instructies van Vasco Da Gama om India te bereiken, wat laat zien dat deze schurken verbonden zijn in de koloniale geschiedenis.
————-ENGLISH————-
23/06/2020 – Amsterdam Genocidal Street Signs Desecrated
This morning street signs that celebrate war criminals and murderers in Admiralenbuurt and De Baarsjes in Amsterdam were found splattered with red paint.
The violent, genocidal history of The Netherlands, and of Europe more generally, is celebrated in these neighbourhoods through the many street names named after mass murdering colonisers, slave-traders and their conspirators.
These street signs were found ruined with red paint to symbolise the blood that is on the hands of these murderers and the violent system of white supremacy they represent, as well as on the municipality of Amsterdam, which continues to perpetuate their legacy by describing them as “heroes” from the past.
Femke from the Bloed Aan Hun Handen Collective says: “Why should our streets glorify genocidal history? How can we truly be a society against racism and genocide if we systematically uphold the faces and names of racist murderers in our streets? We demand that the Amsterdam Municipality renames all the streets, and removes statues and monuments that glorify colonial history. Take them down or we will take them down for you!”
The painted street signs and who they glorify:
Witte de Withstraat This street is named after a particularly ruthless high-ranking Dutch colonial naval officer Witte de With (1599-1658) who worked enthusiastically for both the Dutch West India Company and the Dutch East India Company (VOC and WIC), mostly in present-day Indonesia and India. Examples of his vicious and colonial mindset are the destruction of the city of Jaya Karta and destroying 90,000 clove trees in the Moluccas as a punitive action to drive up the price of spices to benefit the Dutch Empire, wrecking the livelihoods of local peoples.
Vasco De Gamastraat Vasco De Gamastraat is named after a Portugese count and merchant who was the first European to sail to India, who ordered the killings of hundreds of Muslim pilgrims to quash trade competition, amongst other bloody crimes. His legacy paved led to centuries of oppression and exploitation of Black, Indigenous, and non-Black people of colour through European colonialism and slavery.
Hudsonstraat Hudson (1565-1611) was employed by VOC to find sea ways to sail to Asia. He made landfall near Nova Scotia, Canada, where they assaulted and pillaged villages of First Nations people who would not ‘trade’ with them. His voyage was used to establish Dutch claims to the region and to the fur trade that prospered there after 1614. This would help lay the foundation for centuries of settler colonialism and slavery in what’s referred to as the United States of America.
Cabralstraat Cabral (1457-1620) is considered the ‘European discoverer of Brazil,’ claiming Brazil for Portugal, taking ownership of the land and resources from the indigenous population by violent force. He paved the way for vicious colonial exploits in Brazil, India and around the world. He followed Vasco De Gama’s instructions to reach India, showing how connected these characters are in colonial history. DISCUSSIE INDYMEDIA.NL https://www.indymedia.nl/node/48100
Beste Medestrijders van ”Bloed aan hun handen Collectief” Groot respect voor de door jullie betoonde solidariteit en moed om de eeuwenlange keten van koloniaal Onrecht, beginnend met de verovering van de Amerika’s [die zogenaamde ”ontdekking is natuurlijk puur eurocentrisch, en dan nog bekeken van een van de lelijkste kanten van Europa, het handeldrijven, met alle middelen en tegen elke prijs, al moesten er volkeren voor worden uitgemoord of tot slaaf gemaakt] en tot op heden zijn bittere sporen achterlatend.
We hoeven hier niet op door te gaan: Jullie voeren er zelf uitstekend actie tegen
ZEER GEWAARDEERD!
Eerder al heb ik ”Helden van Nooit” via Indymedia een adhesiebetuiging toegestuurd.
Zie
[waarop origineel Indymedia bericht]
Zie ook een verhelderend en-al zeg ik het zelf- zeer informatief artikel over de achtergronden tot de beeldenbekladding en straatnamenverfing
BLOED AAN HUN HANDEN COLLECTIEF
Maar vandaag zijn jullie aan de beurt en ik wil jullie nogeens nadrukkelijk een riem onder het hart steken
Dat kan ik op de beste manier doen, door te citeren, wat ik over de Schurken, die jullie hebben geviseerd, heb geschreven:
Lees mee, medestrijders en alle lezers van goede wille
Maar ook de ”kwaadwilligen” die soms op Indymedia hun extreem-rechtse en neo kolonialistische ONZIN spuien
DAT JULLIE KOPPEN OPENGAAN, O KWAADWILLIGEN
Terug naar jullie, medestrijders voor de goede zaak en wat ik over jullie geviseerde koloniale misdadigers heb geschreven:
Onder het kopje
”EPILOOG [laatste deel van het artikel]
Van dit artikel
ZIE OOK
Hier komt ie dan, onder EPILOOG
”EN DE STRIJD GAAT DOOR!Want recentelijk heeft ”Bloed aan hun Handen Collectief” straatnaamborden van koloniale Schurken in de Admiralenbuurt en de Baarsjes, beklad met rode verf. [124]Vasco da Gama straat/Vasco da Gama, ontdekkingsreiziger en moordenaar, die islamitische pelgrims levend liet verbranden. [125]Witte de With straat/Witte de With, folteraar, dief, plunderaar en moordenaar [126]Hudson straat/Hudson, zetbaas van VOC en een van de grondleggers van de Nederlandse kolonisatie van ”Oost Indie”, dief en plunderaar van Indianendorpen [van Native Americans dus] in wat later de VS zou worden. [127]Cabralstraat/Cabral, massamoordenaar in naam van de koloniale handel [128]Want nogmaals, lezers:Handel moet vrijwillig zijn en met wederzijds voordeel, maar deze Schurken dwongen een voor Europeanen voordelige eenzijdige handel met massamoord, etnische zuiveringen en genocide [J.P. Coen, een andere koloniale misdadiger] [129] af! Heb ik mijzelf vaker herhaald, lezers? Misdaden van koloniale Schurken, die nog heden ten dage vereerd wordenin de vorm van standbeelden, straatnamen etc, kunnen niet genoeg herhaald worden.Totdat de laatste der Schurken uit het straatbeeld is verdwenen! TSJA
What do I think of Western civilization? I think it would be a very good idea.
Mahatma Gandhi
Meer heb ik er niet aan toe te voegen
Moge de Beweging tot herstel van het koloniale Onrecht doorgaan!
Jullie staan aan de goede kant van de Geschiedenis en maken het belangrijkste mogelijk, dat voor een mens kan tellen
SCHURK PIET HEIN, DIEF EN MOORDENAAR: Zeevaarder Piet Pieterszoon Hein [kortweg Piet Hein], u weet wel, van ”De Zilvervloot” [8] is zowel in dienst geweest van de VOC [Vereenigde Oost Indische Compagnie] als van de WIC [West Indische Compagnie], waarvan hij een van de commandanten was.Zijn rang was hoog: luitenant admiraal.Het bekendst is hij van zijn verovering, op de Spanjaarden [in 1628, bij de Slag in de Baai van Matanzas] van de ”Zilvervloot” [zie liedje onder noot 8], wat een gevalletje ”dief steelt van dief” was.[9]De Spanjaarden hadden deze zilverschat buitgemaakt op de Indianen [Peru] en Piet Hein ”wiens naam klein is, maar zijn daden groot benne” [10] stal het weer van de Spanjaarden [11]
Dat Hein van koloniale dieven stal is geen Punt.Maar door die ”Zilvervloot” te stelen EN te houden, deed hij indirect mee aan het bestelen en beroven van de door de Spanjaarden gekoloniseerde Indianen.En dat is WEL een punt!
MOORDPARTIJ KAMPONG LEBETAKKE Maar er is iets veel ernstigers met deze Hein aan de hand.In 1607 trad hij in dienst van de VOC en werd stuurman op de Hollandia.Dat schip de Hollanda vormde onderdeel van een vloot onder leiding van kapitein van de Admiraliteit Pieter Willemszoon Verhoeff, die naar de Banda eilanden [onderdeel van het huidige Indonesie] voer met een doel:Het monopolie in handen zien te krijgen van de handel in nootmuskaat, onder worgvoorwaarden voor de plaatselijke bevolking, die dat natuurlijk niet aanvaardde.Er ontstond onenigheid, drie Nederlandse ”onderhandelaars” [waarover? wat hadden ze daar uberhaupt te zoeken?] werden gedood, waarop door de Nederlanders de kampong Lebetakke geheel werd uitgemoord. [12]Ten gevolge van deze massamoord verloren de Nederlanders circa 46 bemanningsleden en soldaten en werd een aantal zeelieden bevorderd, waaronder Hein, die in 1610 schipper van de Hollandia werd. [13]Er is alle reden om aan te nemen, dat Hein niet alleen qua positie profiteerde bij die massamoord, maar dat hij er, als onderdeel van die Nederlandse vloot, een rol in gespeeld heeft.Dat maakt hem tot moordenaar en zeker tot medeplichtige.
SLAVENHANDEL Nu staat er een jankerig stukje op Wikipedia, impliciet ter verdediging van Piet Hein, waaruit zou blijken, dat hij zo begaan zou zijn met Afrikaanse tot slaaf gemaakten: Ik citeer ”Piet Hein werd geboren in 1577 in het bij Delft behorende Delfshaven als zoon van de schipper Pieter Corneliszoon Hein (-1623) en Neeltgen Claeszdochter. Van Piet Heins jeugd is weinig bekend, behalve dat hij kennelijk leerde lezen en schrijven en dat hij drie jongere broers had, Jacob, Simon en Cornelis, die allen koopman zouden worden. In 1598 raakte hij – samen met zijn vader – in Spaanse gevangenschap. Hein werd ingezet als een galeislaaf (roeier)[2] in de vloot van Ambrosio Spinola, gelegen bij Sluis.[3] Hij kwam pas vrij in 1602 bij een uitwisseling van gevangenen.
In zijn latere leven heeft hij ook op verschillende momenten aangegeven dat hij medelijden voelde voor de tot slaaf gemaakte Afrikanen en inheemse Amerikanen, en was hij kritisch op de manier hoe zij door Europeanen werden behandeld. Waarschijnlijk zijn zijn ervaringen als galeislaaf van invloed geweest op zijn visie op slavernij. [4] Het verwijt dat Piet Hein verantwoordelijk gehouden kan worden voor slavernij kan daarom als onterecht gezien worden” [14]
ONTROEREND, HAHAHA…….
Nu is er ook niemand, die beweert, DAT Piet Hein verantwoordelijk is voor, de slavernij, of heeft deelgenomen aan de slavenhandel
In de Verklaring van Helden van Nooit is onder andere te lezen:
”Met Heins roofgoederen bekostigde de West-Indische Compagnie (WIC) in 1630 een vloot die Pernambuco in Noord-Brazilië overviel en in bezit nam: een bezetting die de Nederlandse mensenhandel in het Atlantische gebied op gang bracht. Om de reeds aanwezige werkkampen van suikerplantages en suikermolens (opgezet door de Portugezen) te bemannen, drongen de koloniale terroristen aan op een massale toevoer van tot slaaf gemaakte dwangarbeiders. Als gevolg gaf de WIC-directie vanuit Amsterdam de dehumaniserende opdracht om bij alle WIC-handelsposten langs de West-Afrikaanse kust tot slaaf gemaakte mensen als handelswaren in te kopen. Zo werd Nederland, in de periode van 1636 tot 1648, de grootste handelaar van tot slaaf gemaakte mensen in het Atlantische gebied. De verheerlijking van de rol die Hein heeft gespeeld als zeerover en als wegbereider voor de immense Nederlandse mensenhandel in tot slaaf gemaakte West-Afrikanen, spreekt boekdelen over de eurocentrische focus van de Nederlandse canon.” [15]
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
”In april 1609 kwam Verhoeff op Banda Neira aan en wilde de vestiging van een fort afdwingen. De Bandanezen gaven de voorkeur aan vrije verkoop, waarbij zij de kopers van verschillende nationaliteit tegen elkaar konden uitspelen.[5] De VOC wilde echter een monopolie op de specerijenhandel zodat de Bandanezen hun producten alleen aan de Nederlanders mochten verkopen. De onderhandelingen verliepen stroef en op een zeker moment lokten de dorpshoofden Verhoeff en twee andere commandanten, die hun vloot verlieten om op het strand te onderhandelen, in het bos in de val en vermoordden hen daar (eind mei 1609).[6] Als vergelding werden verschillende Bandanese dorpen geplunderd en schepen verwoest;[6] op 15 juni 1609 de kampong Lebetakke op Banda door de Nederlanders geheel uitgemoord.[7] Volgens journalist Simon Rozendaal, die in 2019 een biografie over Piet Hein schreef, is het onwaarschijnlijk dat Hein bij deze actie betrokken was omdat hij destijds nog geen militaire functie had.[6] In augustus werd er vrede gesloten in het voordeel van de VOC: de Bandanezen erkenden het Nederlandse gezag en monopolie op de specerijenhandel.[6] De vloot verloor bij de acties op Banda circa 46 bemanningsleden en soldaten.[bron?] Als gevolg daarvan werd een aantal zeelieden bevorderd en zo werd Hein in 1610 schipper van de Hollandia”
WIKIPEDIA
PIET HEIN
EXPEDITIE NAAR DE MOLUKKEN (1607_1612)
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIA
PIET HEIN (ZEEVAARDER)
Bovenstaand trekt Piet Hein’s biograaf en journalist Simon Rozendaal in twijfel, of Hein ook echt betrokken was bij de moordpartij op kampong Lebetakke en inderdaad is zijn naam nergens vermeld
Maar Rozendaals argument, dat Hein geen militaire functie had en daarom niet had deelgenomen, vind ik niet steekhoudend, omdat bij de [door Wikiperdia zo aangeduide] ”acties” in Banda ook bemanningsleden het leven verloren.
Die hebben dus wel degelijk meegedaan en Hein was stuurman, behorende tot de vloot van Verhoeff, die bij dit alles een rol speelde
[3]
HOOFDSTUK II
TWEEDE SCHURK, WITTE CORNELISZOON DE WITH, FOLTERAAR, DIEF, PLUNDERAAR EN MOORDENAAR
UIT ARTIKEL:
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
WIKIPEDIA
WITTE DE WITH
[4]
”According to Smedley and Marks the European concept of “race”, along with many of the ideas now associated with the term, arose at the time of the scientific revolution, which introduced and privileged the study of natural kinds, and the age of European imperialism and colonization which established political relations between Europeans and peoples with distinct cultural and political traditions.[34][39] As Europeans encountered people from different parts of the world, they speculated about the physical, social, and cultural differences among various human groups. The rise of the Atlantic slave trade, which gradually displaced an earlier trade in slaves from throughout the world, created a further incentive to categorize human groups in order to justify the subordination of African slaves.”
ZIE VOOR VOLLEDIGE TEKST BOVENSTAAND ARTIKEL, NOOT 110 UIT
[6]
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
[7]
EPILOOG
EN DE STRIJD GAAT DOOR!Want recentelijk heeft ”Bloed aan hun Handen Collectief” straatnaamborden van koloniale Schurken in de Admiralenbuurt en de Baarsjes, beklad met rode verf. [124]Vasco da Gama straat/Vasco da Gama, ontdekkingsreiziger en moordenaar, die islamitische pelgrims levend liet verbranden. [125]Witte de With straat/Witte de With, folteraar, dief, plunderaar en moordenaar [126]Hudson straat/Hudson, zetbaas van VOC en een van de grondleggers van de Nederlandse kolonisatie van ”Oost Indie”, dief en plunderaar van Indianendorpen [van Native Americans dus] in wat later de VS zou worden. [127]Cabralstraat/Cabral, massamoordenaar in naam van de koloniale handel [128]Want nogmaals, lezers:Handel moet vrijwillig zijn en met wederzijds voordeel, maar deze Schurken dwongen een voor Europeanen voordelige eenzijdige handel met massamoord, etnische zuiveringen en genocide [J.P. Coen, een andere koloniale misdadiger] [129] af!
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
[8]
HOOFDSTUK V IN ZIJN TIJD ZIEN?/17e EN 18e EEUWSE DOMINEES IN VERZET!
UIT ARTIKEL
BEKLADDING STANDBEELDEN PIET HEIN, WITTE DE WITH EN CONSORTEN/KOLONIALE ROVERS EN MOORDENAARS/WEG UIT HET STRAATBEELD
ASTRID ESSED
25 JUNI 2020
EINDE NOTENAPPARAAT
Reacties uitgeschakeld voor Amsterdam: Genocidale straatnaamborden beklad/Adhesiebetuiging aan Bloed aan hun Handen Collectief
MICHIEL DE RUYTER ALS BEVRIJDER VAN BLANKE”CHRISTENSLAVEN”/GOED WERK, MAAR TEGELIJKERTIJDWERKTE HIJ HEEL PROFIJTELIJK MEE AAN DE DEHUMANISERINGVAN ZWARTEN TOT SLAVEN, DOOR ZIJN HAND EN SPANDIENSTENIN HET IN STAND HOUDEN VAN DE SLAVENHANDEL
ZO ZAG EEN SLAVENSCHIP ERUIT, DAT MENSEN ALSVEE VERVOERDE
HOOFDSTUKKENINDELING VOORAF HOOFDSTUK I DE SCHURKEN
SCHURK PIET HEIN, DIEF EN MOORDENAAR:
HOOFDSTUK II TWEEDE SCHURK, WITTE CORNELISZOON DE WITH, FOLTERAAR, DIEF, PLUNDERAAR EN MOORDENAAR
HOOFDSTUK III DERDE SCHURK:JAN PIETERSZOON COEN/KOLONIALE SCHURK EN MASSAMOORDENAAR
HOOFDSTUK IV
VIERDE KOLONIALE ZEESCHURKMICHIEL DE RUYTER, ZETBAAS VAN DE NEDERLANDSE SLAVERNIJ
HOOFDSTUK V IN ZIJN TIJD ZIEN?/17E EN 18E EEUWSE DOMINEES IN VERZET! HOOFDSTUK VI IN ENGELAND/SLAVENHANDELAAR EDWARD COLSTON
HOOFDSTUK VII MODERN TIMES SIR WINSTON CHURCHILL EN PIM FORTUYN
EPILOOG
VOORAF
Beste lezers U kunt het aan de kop van het artikel al zien:Ik juich bekladding, vernieling enóf in het water of Noordzee smijten van standbeelden van koloniale schurken, rovers, plunderaars, moordenaars en folteraars van harte toe!Ook de aan deze lijst toegevoegde vernieling van het standbeeld van Fortuyn en in Groot-Britannie, dat van Sir Winston Churchill. [1]Van harte.Op deze twee kom ik later terug. Nu eerst de 17e en 18e eeuwse koloniale Schurken. Al eerder zijn er standbeelden van koloniale Schurken beklad en liep er een actie voor het vervangen van naar hen genoemde straatnamen. [2] Die Beweging is nooit weg geweest en wordt nu voortgezet door Actiegroep Helden van Nooit, die ik in dit verband een adhesiebetuiging heb gestuurd [3]Helden van Nooit hebben recentelijk het standbeeld van koloniale Schurk Piet Hein beklad en de gevel op een gebouw aan de Witte de With straat met rode handen besmeurd als symbool voor het bloed aan de handen van schurk Witte de With. [4]
Ook in Groot-Britannie zijn Bewegingen actief, ”Topple the racists” [5], waarop beelden van racistische Schurken in kaart worden gebracht enonder andere wordt gepleit voor het verplaatsen van dergelijke beelden naar musea. [6]Ook goed. Nu zijn er mensen, die ervoor pleiten, de standbeelden niet te vernielen of naar musea te sturen, maar juist te laten staan, maar dan met een extra bord met informatie over de schanddaden van dergelijke lieden.Anderen weer delen de bezwaren tegen de beelden, maar vinden dat ze moeten blijven staan, omdat dat een stuk Nederlandse geschiedenis is. Van beiden begrijp ik de argumenten:Alleen: Het probleem met een standbeeld is, dat het toch een eerbewijs is [ook al schrijf je erbij, dat deze persoon minder fraaie dingen gedaan heeft] en juist dat eerbewijs verdienen deze lieden, naar mijn mening en die van vele anderen, absoluut niet. Daarom moeten ze weg, de Noordzee in of naar musea, beiden prima!
Om terug te komen op Groot BrittanieEr gebeurt nog meer! Onlangs is bij een grote anti racisme demonstratie het beeld van de Britse koloniale Schurk, slavenhandelaar Edward Colston, in Bristol het water in gesmeten. [7]Leuke actie en precies de plek, waar het thuishoort!
HOOFDSTUK I
DE SCHURKEN Maar nu meer over de Schurken.Want men bekladt niet zomaar een beeld, voert acties om straatnamen te veranderen, smijt beelden in zee.Hier zit diep historisch Onrecht achter. Laten we beginnen
SCHURK PIET HEIN, DIEF EN MOORDENAAR: Zeevaarder Piet Pieterszoon Hein [kortweg Piet Hein], u weet wel, van ”De Zilvervloot” [8] is zowel in dienst geweest van de VOC [Vereenigde Oost Indische Compagnie] als van de WIC [West Indische Compagnie], waarvan hij een van de commandanten was.Zijn rang was hoog: luitenant admiraal.Het bekendst is hij van zijn verovering, op de Spanjaarden [in 1628, bij de Slag in de Baai van Matanzas] van de ”Zilvervloot” [zie liedje onder noot 8], wat een gevalletje ”dief steelt van dief” was.[9]De Spanjaarden hadden deze zilverschat buitgemaakt op de Indianen [Peru] en Piet Hein ”wiens naam klein is, maar zijn daden groot benne” [10] stal het weer van de Spanjaarden [11]
Dat Hein van koloniale dieven stal is geen Punt.Maar door die ”Zilvervloot” te stelen EN te houden, deed hij indirect mee aan het bestelen en beroven van de door de Spanjaarden gekoloniseerde Indianen.En dat is WEL een punt!
MOORDPARTIJ KAMPONG LEBETAKKE Maar er is iets veel ernstigers met deze Hein aan de hand.In 1607 trad hij in dienst van de VOC en werd stuurman op de Hollandia.Dat schip de Hollanda vormde onderdeel van een vloot onder leiding van kapitein van de Admiraliteit Pieter Willemszoon Verhoeff, die naar de Banda eilanden [onderdeel van het huidige Indonesie] voer met een doel:Het monopolie in handen zien te krijgen van de handel in nootmuskaat, onder worgvoorwaarden voor de plaatselijke bevolking, die dat natuurlijk niet aanvaardde.Er ontstond onenigheid, drie Nederlandse ”onderhandelaars” [waarover? wat hadden ze daar uberhaupt te zoeken?] werden gedood, waarop door de Nederlanders de kampong Lebetakke geheel werd uitgemoord. [12]Ten gevolge van deze massamoord verloren de Nederlanders circa 46 bemanningsleden en soldaten en werd een aantal zeelieden bevorderd, waaronder Hein, die in 1610 schipper van de Hollandia werd. [13]Er is alle reden om aan te nemen, dat Hein niet alleen qua positie profiteerde bij die massamoord, maar dat hij er, als onderdeel van die Nederlandse vloot, een rol in gespeeld heeft.Dat maakt hem tot moordenaar en zeker tot medeplichtige.
SLAVENHANDEL Nu staat er een jankerig stukje op Wikipedia, impliciet ter verdediging van Piet Hein, waaruit zou blijken, dat hij zo begaan zou zijn met Afrikaanse tot slaaf gemaakten: Ik citeer ”Piet Hein werd geboren in 1577 in het bij Delft behorende Delfshaven als zoon van de schipper Pieter Corneliszoon Hein (-1623) en Neeltgen Claeszdochter. Van Piet Heins jeugd is weinig bekend, behalve dat hij kennelijk leerde lezen en schrijven en dat hij drie jongere broers had, Jacob, Simon en Cornelis, die allen koopman zouden worden. In 1598 raakte hij – samen met zijn vader – in Spaanse gevangenschap. Hein werd ingezet als een galeislaaf (roeier)[2] in de vloot van Ambrosio Spinola, gelegen bij Sluis.[3] Hij kwam pas vrij in 1602 bij een uitwisseling van gevangenen.
In zijn latere leven heeft hij ook op verschillende momenten aangegeven dat hij medelijden voelde voor de tot slaaf gemaakte Afrikanen en inheemse Amerikanen, en was hij kritisch op de manier hoe zij door Europeanen werden behandeld. Waarschijnlijk zijn zijn ervaringen als galeislaaf van invloed geweest op zijn visie op slavernij. [4] Het verwijt dat Piet Hein verantwoordelijk gehouden kan worden voor slavernij kan daarom als onterecht gezien worden” [14]
ONTROEREND, HAHAHA…….
Nu is er ook niemand, die beweert, DAT Piet Hein verantwoordelijk is voor, de slavernij, of heeft deelgenomen aan de slavenhandel
In de Verklaring van Helden van Nooit is onder andere te lezen:
”Met Heins roofgoederen bekostigde de West-Indische Compagnie (WIC) in 1630 een vloot die Pernambuco in Noord-Brazilië overviel en in bezit nam: een bezetting die de Nederlandse mensenhandel in het Atlantische gebied op gang bracht. Om de reeds aanwezige werkkampen van suikerplantages en suikermolens (opgezet door de Portugezen) te bemannen, drongen de koloniale terroristen aan op een massale toevoer van tot slaaf gemaakte dwangarbeiders. Als gevolg gaf de WIC-directie vanuit Amsterdam de dehumaniserende opdracht om bij alle WIC-handelsposten langs de West-Afrikaanse kust tot slaaf gemaakte mensen als handelswaren in te kopen. Zo werd Nederland, in de periode van 1636 tot 1648, de grootste handelaar van tot slaaf gemaakte mensen in het Atlantische gebied. De verheerlijking van de rol die Hein heeft gespeeld als zeerover en als wegbereider voor de immense Nederlandse mensenhandel in tot slaaf gemaakte West-Afrikanen, spreekt boekdelen over de eurocentrische focus van de Nederlandse canon.” [15]
WEGBEREIDER DUS, vanwege zijn activiteiten voor de WIC [kom ik op terug]
Deelnemer aan de slavenhandel of verantwoordelijke voor de slavernij, staat hier niet.
Terecht wordt dan ook in een artikel in Trouw door historicus Siebe Tissen opgemerkt:
”Ja, hij was een meedogenloze vechter in zeeslagen, zegt Thissen. Maar hij was bijvoorbeeld niet betrokken bij handel in slaven. Hij overleed in 1629, enkele jaren voor de slavenhandel opbloeide” [16]
Dat klopt.
Ik heb het nog eens nagetrokken [onder andere op Wikipedia]
Piet Hein overleed in 1629 [17], terwijl de WIC [West Indische Compagnie, waarbij Piet Hein dus in dienst was] , terwijl in 1637 het Portugese slavenbolwerk St George d’Elmina veroverd werd, waarna [Nederland had al een flink deel van Portugees Brazilie veroverd] de ellende van de slavenhandel kon beginnen. [18]
Maar dat betekent nadrukkelijk NIET, dat Piet Hein geen blaam trof!
Immers, in dienst van de WIC [die zich aanvankelijk voornamelijk toelegde op kaapvaart, piraterij tegen de Spanjaarden, met wie de Republiek der Verenigde Nederlanden nog in oorlog was] [19], met als bedoeling de Spaanse [en Portugese] handel te frustreren en hun Zuid Amerikaanse veroveringen in te pikken.
En welke ”handel” bedreven de Spanjaarden en Portugezen naast het uitbuiten en bestelen van de onderworpen Indiaanse volkeren?
Juist, slavenhandel.
En zo’n verovering van de ”Zilvervloot” betekende grote inkomsten voor de Republiek [vanaf nu Nederland te noemen], waarmee weer de oorlog tegen Spanje en de op te zetten ”handel” kon worden gefinancierd. [20]
En dat zou Piet Hein niet door hebben gehad?
Terecht merkt Wikipedia op
”Feit blijft wel dat hij medeverantwoordelijk is geweest voor de grondlegging van de Republiek als een koloniale macht.” [21]
In die tijd en die termen:
Een handels en plundermacht, waarbij slavenhandel een rol zou spelen.
Vreemd dan, dat iemand, die ”medelijden voelde voor de tot slaaf gemaakte Afrikanen” [22], zo’n aparte keuze maakte, door voor de WIC te werken.
Grappig was ook, wat ik las over Hein’s zogenaamde ”begaanheid” met de Indianen in Zuid-Amerika:
Ik citeer ik wederom uit het artikel in Trouw, waar onder andere historicus Thissen aan het woord is:
”Ja, hij was een meedogenloze vechter in zeeslagen, zegt Thissen. Maar hij was bijvoorbeeld niet betrokken bij handel in slaven. Hij overleed in 1629, enkele jaren voor de slavenhandel opbloeide. En Hein heeft in brieven zelfs zijn medeleven betoond met de behandeling van tot slaaf gemaakte indianen in de Mexicaanse zilvermijnen. Op de plaquette zou daaruit geciteerd worden: ‘Is het een wonder dat de indiaan zijn leed op ons wil wreken?” [23]
Die Hein uitspraak klopt zeker.
Maar zijn zogenaamd ”medeleven” met de beroofde en uitgebuite Indiaan was nogal goedkoop, niet?
Want ondertussen had hij WEL in opdracht van Nederland de ”Zilvervloot” van de Indianen gestolen
bezittingen, op de Spanjaarden [eveneens dieven en uitbuiters] buitgemaakt en wie kreeg het in handen?
Die Indianen, met wie Hein zo meeleefde?
Of de koloniale uitbuiter, Nederland?
Het antwoord kent u, het is in bovenstaande reeds gegeven.
Het zal voor ieder weldenkend mens duidelijk zijn:
Deze Piet Hein is geen ”held” of ”mededoger” met tot slaaf gemaakte Afrikanen en uitgebuite en door het kolonialisme geknechte Indianen, maar een dief, een moordenaar [weet u nog, die kampong Lebetakke] en een wegbereider van de slavenhandel en Nederland als koloniale grootmacht.
Hij is een Held van Nooit!
HOOFDSTUK II
TWEEDE SCHURK, WITTE CORNELISZOON DE WITH, FOLTERAAR, DIEF, PLUNDERAAR EN MOORDENAAR
De tweede koloniale Schurk, die een terecht doelwit is geworden van Actiegroep Helden van Nooit [weet u nog, de gevel van een gebouw aan de Witte de Withstraat in Rotterdam werd met rode verf besmeurd] [24], is de Nederlandse vlootvoogd Witte Corneliszoon de With [vanaf hier Witte de With genoemd]
Net zo’n fraai heerschap als zijn zee collega Piet Hein.
Hij begon zijn carriere direct mooi.
Nauwelijks was hij in dienst getreden bij de VOC [in 1616], of hij nam deel aan de [ik citeer Wikipedia]
”scherpe ondervraging van de muiters van de West Friesland” [25]
Dat het hier om folteringen ging, blijkt uit de daarop volgende zin op Wikipedia
”Er is wel gesuggereerd dat het deelnemen aan de martelingen van invloed geweest is op zijn karakter, evenals het aanschouwen van de terechtstelling, onder andere door vierendelen en radbraken, van de veroordeelden na de aankomst bij Bantam op 13 november” [26] Dit maakt onze koene vaderlandse Held dus tot folteraar. En hierbij ging het nog niet eens om tot slaaf gemaakten of Indianen, maar witte mensen, jongens, die hadden deelgenomen aan een muiterij. Natuurlijk is dat bekend: Ook de witte ”onderlaag” van de samenleving werd te grazen genomen. Hij was een dief, plunderaar en moordenaarWant nadat hij in 1617 hofmeester en lijfknecht was geworden van Jan Pieterszoon Coen [27], koopman en gouverneur Generaal over de ”bezittingen” van de VOC, ook een koloniale Bloedjas waarover straks meer, maakte hij [Witte de With] in 1618 het beleg van het fort van Jakarta mee en nam deel aan de verwoesting van de stad. [28]Lekkere jongen Daarnaast heeft hij als vlaggenkapitein [nog in dienst van de VOC] naar hartelust zogenaamde Spaanse bezittingen in Zuid Amerika belaagd [29] uiteraard met het oogmerk van zijn broodheren, die gebieden zelf in de palmen/de Spaanse ”handel” over te nemen en heeft hij, nadat hij in 1628 in dienst trad bij de WIC en werd hij vlaggenkapitein bij zeeschurk Piet Hein en nam in die hoedanigheid deel aan het veroveren van de ‘Zilvervloot” [30] Kortom samengevat:Dief, folteraar, plunderaar en moordenaar, een van de grondleggers van Nederland als koloniale en slaven Grootmacht. Een Held van Nooit!We gaan door naar de volgende Schurk, die zijn vorige collegae in de schaduw stelt met zijn bijna uitroeiing van de Bandanezen:LEES! HOOFDSTUK III DERDE SCHURK:JAN PIETERSZOON COEN/KOLONIALE SCHURK EN MASSAMOORDENAAR May I present to you J.P. Coen, massmurder and criminal to humanity…..De gehele geschiedenis van deze koloniale gangster is te lezen opWikipedia, zowel een Nederlandse als een Engelse. [31]In het kort:Geboren in Hoorn in 1587 als zoon van Pieter Willemsz, eenkoopman [32], heeft hij ”carriere” gemaakt als koopman, boekhouder-generaal (1613), directeur-generaal (1614) en vanaf 1617 Gouverneur Generaalin dienst van de in 1602 opgerichte V.O.C. [Vereenigde OostindischeCompagnie] [33]Daarbij had hij maar een opdracht en Doel:Met alle middelen, ervoor zorgen, dat de VOC een monopolie-positie kreeg in de specerijenhandel met ”Indie” [34]Als ik schrijf: ”Met alle middelen”, heb ik het over de meestagressief militaire en barbaarse middelen, namelijk een bloedigeoorlog tegen een weerloze burgerbevolking!Tegen het ”verbod” van de VOC in om nootmuskaat te verkopen aande Portugezen en de Engelsen [nota bene in hun EIGEN LAND], dedende bewoners van de Banda eilanden dat natuurlijk toch.Daarop kwam J.P. Coen in actie:Met een expeditieleger van 2000 soldaten viel hij de Bandaeilanden aan [nootmuskaat kwam namelijk alleen daar voor] en richtteeen massamoord aan onder meer dan 15 000 Bandanezen.In feite kwam vrijwel de hele bevolking om.Zo kwam moordenaar Coen aan zijn bijnaam ”De Slachter van Banda” [35]Over zijn misdadige optreden schreef hij zelf:” ‘De inboorlingen sijn meest allen door den oorloch, armoede ende gebreck vergaen. Zeer weynich isse op de omliggende eilanden ontcomen.’ [36]VOLKERENMOORD en GENOCIDE dus.Zie ook een commentaar, dat ik plaatste opde website van ”Binnenlands Bestuur”Sneu genoeg is mijn reactie verwijderd [maar weldoor mij opgeslagen hahahahaha], wat alleenmaar mijn gelijk bevestigt! [37]De weinigen, die het wel overleefden [ongeveer 500], werden als slaafnaar Batavia gedeporteerd. [38]De uitgemoorde bewoners werden vervangen door ”betrouwbare onderdanen”uit andere delen van de Indonesische Archipel [39] MAAR:Gingen deze misdaden van J.P. Coen dan helemaal zonder protest voorbij?Neen, er was wel degelijk kritiek, opmerkelijk in een tijd, toen foltering [ook in Nederland, zoals we ook al zagen bij Witte de With’s participatie bij de foltering van de muiters van het schip De West-Friesland] [40], slavenhandel en slavernij ”standaard” waren geworden [hoewel niet bij iedereen, zoals we aanstonds zullen zien]:Kritiek, in het geval van Coen, zowel van zijn eigen officieren, die die massamoord op de Bandanezen moesten uitvoeren, maar ook van de VOC zelf, die van mening was [ook al kwam Coen’s misdadige optreden hen prima uit] ”dat het wel wat minder had gekund. [41] Aan het woord laat ik ook een VOC officier, die opmerkte [ik citeer hem]”“De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.” [42] Snoeiharde kritiek dus, ook in die Tijd.Tot zover Coen. HOOFDSTUK IV VIERDE KOLONIALE ZEESCHURKMICHIEL DE RUYTER, ZETBAAS VAN DE NEDERLANDSE SLAVERNIJ Met Piet Hein [zijn naam is klein] [43] zijn er weinig Nederlandse koloniale Schurken zo verheerlijkt als Michiel Adriaenszoon de Ruyter, in de geschiedenis bekend geworden als Michiel de Ruyter. [44]Hij is bezongen in liedjes [In een blauwgeruite kiel] [45] en enkele jaren geleden is er een over geromantiseerde film over zijn leven gemaakt [46], waarop geheel terecht, pittige kritiek is gekomen, omdat zijn minder fraaie kant [daarover zo[ niet aan bod kwam. [47]Het spreekt dan ook wel tot de verbeelding:Een nogal weerbarstige en onhandelbare jongen [volgens zijn biografen dan] [48] uit een eenvoudig milieu, die begint als matroos [de laagste rang aan boord van een schip] [49] en het schopt tot Admiraal in dienst van de Republiek der Vereenigde Nederlanden. [50]Wie wil hem NIET kennen!Dan ook nog eens ”eeuwige roem” te hebben vergaard in de drie Engelse oorlogen waarin hij een van de bevelhebbers was [Tweede en Derde eindigden met een beslissende Nederlandse overwinning, de Vierde werd pas uitgevochten in de 18e eeuw, waarbij de eens zo machtige Republiek als grote handelsmacht ten onder was gegaan] [51], die niets anders waren dan de strijd tussen twee opkomende koloniale machten [52], die de macht en [koloniale] hegemonie van Spanje en Portugal wilden breken. Dat is zoals de Ruyter werd gepresenteerd.Een succescarriere, een groot militair bevelhebber [dat was waar], een ”man van stavast” [53] ZETBAAS VAN DE SLAVENHANDEL Wat echter in dit romantische plaatje ontbreekt, is dat een belangrijk deel van de werkelijkheid verre van fraai is:WANT:Deze ”dappere zeeheld” was zetbaas van en dus betrokken bij die misdaad tegen de menselijkheid:De slavenhandel.En dat bepaald niet als ondergeschikte klerk, maar als admiraal, de hoogste militaire functie ter zee in die dagen.In dienst van de Republiek der Verenigde Nederlanden veroverdeMichiel de Ruyter tussen en tijdens de zogenaamde ”heroische”strijd tegen de Engelsen, de eerder op de Nederlanders buitgemaakteslavenforten en dat bepaald NIET om de slaven te bevrijden, maar omde slavenhandel weer in Nederlandse handen te brengen. [54],waarmee hij voor de komende eeuwen de Nederlandse slavenhandelen daaruit voortkomende slavernij veilig stelde. [55]Een misdaad tegen de menselijkheid dus. [56]En niet alleen in Afrika was De Ruyter actief voor de slavenhandel:Ook heeft hij, in opdracht van de WIC, diverse tochten ondernomen naar het Caraibisch gebied, waar hij Europese ”zakelijke concurrenten”, betrokken bij slavenhandel en slavernij, uitschakelde en ook vervoerde hij producten, nodig voor de slavernij.De historicus Alex van Stipriaan schrijft hierover onder andere:”Meerdere keren werd op verzoek van de WIC, door de Staten Generaal een beroep gedaan op admiraal de Ruijter om bedreigde belangen te beschermen of te heroveren op de Europese concurrenten. Van deze tochten is nog weinig bekend. In ieder geval weten we over De Ruijters actieve aanwezigheid in het Atlantisch gebied met zekerheid het volgende: In 1640 werd De Ruijter kapitein op het koopvaardijschip Vlissinge en maakte daarmee verschillende tochten naar het Caraïbisch gebied, of West Indië zoals het toen genoemd werd. Dit had alles met slavernij te maken, want de koloniën in dat gebied draaiden volledig op slavenarbeid. De producten die ernaartoe werden vervoerd waren merendeels bedoeld voor de slavenplantages en hun eigenaars en in retour werd de met slavenarbeid geproduceerde suiker, siroop, tabak en katoen ingeladen Ook tussen 1644 en 1651, toen De Ruijter met zijn eigen schip De Salamander, voor eigen rekening ging varen, maakte hij een aantal retourtochten naar de slavenkolonies in het Caraïbisch gebied.” Einde citaat Alex van Stipriaan [57]Maar er was meer!Want Michiel de Ruyter, die ”man van stavast” heeft ook zelf slaven verkocht!Zo veroverde hij op 17 september 1655 veroverde hij een kaperschip uit Tétouan, bemand door twintig Moren. De kapitein liet hij ophangen, waarna het kapersschip én de gevangen bemanning in Malaga verkocht werden.” [58]Verdedigers van de Ruyter voeren vaak aan, dat hij niets van doen gehad zou hebben met de slavernij en slavenhandel[wat aangetoond onzin is] of dat je het ”genuanceerder” moet zien, omdat hij slaven zou hebben bevrijd. [59]Nu is dat is inderdaad waar en op zijn ”positieve” conto te schrijven.Maar dat waren christenslaven, die hij met geld van de Kerken , of onder de burgerij ingezameld geld vrijkocht. [60]Prima natuurlijk, maar hij speelde wel een belangrijke rol in het bevorderen van de handel in Afrikaanse slaven, en verkocht zelfs slaven, zoals bovengenoemde Moorse kapers. [61]En dan voeren de apologeten nog een -nogal onzinnig- argument aan om te ”bewijzen”, dat de Ruyter niets tegen zwarte mensen had en niet zou hebben geparticipeerd in slavenhandel en slavernij:Namelijk zijn vriendschap met de Afrikaan Jan Compagnie, die hij in zijn jeugd gekend had en hij later ontmoette, tijdens een strafexpeditie tegen de Engelsen. [62]Is dat niet ontroerend?De propagandistische Michiel de Ruyter Stichting schrijft hierover:”Het was op deze reis, dat de Ruyter op de wal begroet werd in onvervalst Vlissings dialect door de lokale hoofdman. Het bleek dat die als kind als verstekeling a/b van een VOC-schip naar Vlissingen was meegenomen, waar hij als leeftijdgenoot van de jonge Michiel met hem op school had gezeten. Hij was later teruggekeerd naar zijn eigen land en was er koning o.i.d. geworden. Hij was destijds in Vlissingen Jan Compagnie genoemd. Deze oude schoolvriend werd door de Ruyter a.b. van zijn vlaggenschip genodigd en gefêteerd” [63]Met hierop volgend de sarcastische zin”Niet bepaald de manier waarop je met “handelswaar” omgaat. (bron: overlevering & scheepsjournaal) [64]Overigens zou Jan Compagnie nu zetbaas voor de WIC zijn…..[65]Nu trekt historicus Alex van Stipriaan deze ontroerende vriendschap in twijfel. [66]Maar laten we er even vanuit gaan, dat de Ruyter inderdaad een Afrikaanse jeugdvriend had, wat zegt dat verder over hem?Helemaal niets.Het is heel goed mogelijk, dat hij-als er al een vriendschap was- persoonlijk erg op Jan Compagnie gesteld was, dat hij blij was om hem te zien, dat het hem ontroerde.Maar dat staat los van de rol, die de Ruyter speelde in het bevorderen van slavenhandel en slavernij.Want feiten blijven feiten:Michiel de Ruyter, alias de Rover [67], heeft een destructieve rol gespeeld in het handelen, tot slaaf maken en dehumaniseren van zwarte mensen.En daarom verdient hij geen eerbewijs, maar minachting en het neerhalen van al zijn standbeelden! HOOFDSTUK V IN ZIJN TIJD ZIEN?/17e EN 18e EEUWSE DOMINEES IN VERZET! Nu zijn er mensen, die beweren-en dat zijn er meer dan je denkt- dat de misdaden van kolonialisme en vooral slavernij ”in zijn tijd” gezien moeten worden.Met andere woorden:Dat het natuurlijk niet deugt, maar dat er in die tijd nu eenmaal heel anders tegenaan gekeken werd, dat het algemeen geaccepteerd was en dat wij met een moderne blik naar vroegere [mis]toestanden kijken.Dit werd in 2016 als volgt verwoord door premier Rutte in het programma ”Zomergasten”:”””Spijt en excuses en sorry zijn voor mij hetzelfde”[Interviewer] ”Maar waarom is het voor Nederland dan zo moeilijk om bijvoorbeeld over het slavernijverleden om, om een excuus te maken?””Het slavernijverleden, daarvan is mijn punt altijd geweest:Dat is 150 jaar geleden.Ik vind het….ik heb het altijd gratuit gevonden om te zeggen over iets wat 150 jaar is geleden is gebeurd in die context, in die totaal andere situatie om daarvoor excuses te maken dus te zeggen, ja, de mensen toen hebben het fout gedaan,dat vind ik van een, dat vind ik, vanwege dat grote tijdsverschil en het feit dat je die context van 150 jaar geleden nooit zo kunt wegen, vind ik onjuist.”” [68] De werkelijkheid ligt echter veel genuanceerder.Want ook in die voorbije ”slavernijhoudende” eeuwen kwam er kritiek los en niet zo mals ook, met name in de 17e eeuw, naast de ons reeds bekendere kritiek [daarover straks meer] De fundamentele kritiek die we zo gaan bespreken, speelde ook een rol in de beginfase van de WIC [West Indische Compagnie], die vooral was gericht op de kaapvaart, wat zoals we aan de ”Zilvervloot” acties van Zeeschurk Piet Hein gezien hebben [69] neerkwam op piraterij [hier tegen Spanjaarden, met wie de Tachtigjarige Oorlog nog werd uitgevochten] als oorlogswapen [70]De discussie-slavenhandel wel, niet, wel, niet] dook ook daarop maar in de beginfase der compagnie werd die slavenhandel nog verworpen op calvinistisch-theologische gronden [71]Johannes Menne Postma schrijft in zijn boek ”The Dutch in the Atlantic Slave Trade 1600-1815 [72] in het hoofdstuk ”Foundations of the slave trade”:”This attitude prevailed until 1621, when the Dutch West India Company (West Indische Compagnie, hereafter referred to as WIC), came into being.Some of the shareholders suggested participation in the slave trade:however, after consultations with theologians the directors agreed that the trade in human beings was morally not justified and should therefore not be practiced by the company.” [73]Daar zou later verandering in komen, zoals wij weten.Ook moet gezegd worden, dat dergelijke anti slavernij standpunten onder calvinistische dominees in de minderheid waren.De meesten keurden de slavernij wel goed. Maar nu laten we een aantal calvinistische dominees de revu passeren, die zich verzetten tegen de slavernij en niet zo’n beetje ook!En de stemmen van die minderheid verhieven zich op niet malse wijze!Predikanten, die de slavenhandel [en daarmee natuurlijk de slavernij] afwezen waren onder andere Brakel, de Teellincks, Smijtegelt, Poudroyen, De Raad en Voetius en Jacobus Hondius. [74]Laatstgenoemde zou de meest prominente zijn.Overigens triest maar waar:De slavernij zou in een door hem geschreven dissertatie in de 18e eeuw worden verdedigd door een dominee Capitein, zelf een tot slaaf gemaakte, die op elfjarige leeftijd naar Nederland kwam [in de Republiek bestond slavernij juridisch niet, waardoor slaven vaak bedienden werden, al bleef hun status vaak een grijs gebied] [75]], de gelegenheid kreeg om theologie te studeren en in zijn oratie op 10 maart 1742 de slavernij verdedigde. [76]Zijn dissertatie luidde:”Dissertatio politico-theologica de servitute, libertati christianæ non contraria.” [77][Vertaling Astrid Essed:Politiek theologische dissertatie over de slavernij, die niet in strijd is met de christelijke vrijheid]Later keerde hij als zendeling terug naar AfrikaZie zijn levensloop op Wikipedia [78]
TERUG NAAR DE KRITISCHE DOMINEES: De Middelburgse dominee Smijtegelt noemde het „grove dieverij” om een mens te stelenIk citeer de goede man:. „Dat soort van dieverij wordt begaan in den slavenhandel; die enen mens steelt, zegt God, zal zekerlijk gedood worden. Ex. 21:16. Is dat niet droevig, daar hebben de Christenen een negotie van gemaakt. Ach! mochten die menschen die zoo verkogt, vervoert, en dikwils daarom vermoort worden, eens spreken; zouden ze niet zeggen, als eertyds Joseph: ik ben dieffelyk ontstoolen uit myn land?” [79] Interessant is, wat in die tijd niet vaak gebeurde, dat Smijtegelt in de huid kroop van de tot slaafgemaakten [zie zijn citaat], want welgevoeglijk wordt vaak vergeten, dat de absoluut felste tegenstanders van de slavernij natuurlijk de tot slaaf gemaakten zelf waren!Meestal worden alleen de Europese tegenstanders genoemd. Historicus Peter Sijnke pleitte voor een plaquette ter ere van Smijtegelt [18 eeuw] vanwege zijn stellingname tegen de slavernij. [80]Daar kan ik wel in meegaan, jaMaar dan moet die nog fellere bestrijder van deze misdaad tegen de menselijkheid, dominee Jacobus Hondius [81] er ook een krijgenOver Hondius straks meer Kritische dominees als Smijgetelt werden gesteund door de classisvergaderingen [kerkelijke vergaderingen] [82] in Amsterdam en op Walcheren, die reeds in 1628 schreven ”dat het „niet christelyck was lyffeygene te hebben” [83] Behalve dominee Smijtegelt kwamen er [zie boven] meer dominees en anderen met een kerkelijke functies in het geweer tegen de slavenhandel: Zo wordt over Justus Vermeer, ouderling te Utrecht, het volgende vermeld:””Ook Justus Vermeer verwees naar Exodus 21:16, toen hij schreef over „den onbehoorlijken slavenhandel, in vreemde landen; als men daar mensen (met ons uit enen bloede) als beesten drijft, koopt en verkoopt, daarover de ongunste Gods zeer te vrezen is.” [84] Dan was er de Zierikzeese predikant Udemans, die weliswaar de slavernij niet geheel afwees, maar er pittige vraagtekens bij zette:Zo stelde hij in ”’t Geestelyck roer van ’t coopmans schip” (1638) –handboek voor de christen-koopman-zeevaarder– dat slaven mochten weglopen.Ook noemde hij de mogelijkheid, om slaven na een bepaalde tijd vrij te laten: zeven jaar nadat ze zich tot het christelijk geloof hadden bekeerd. [85]Voor die Tijd al heel wat, want daar gaat je handel! Poudroyen, een felle anti slavernij dominee fulmineerde:”dat het den christenen niet en betaemt haer in desen rouwen, onsekeren, verwarden, periculeusen ende onbillicken handel te steken, ende daerdoor yemant sijn quaet vermeerderen ende executeur te zijn van yemants quellinge ende ellende.” [86] Zeventiende eeuwse dominee Festus Hommius uit Leiden schreef, in 1617 dat slavenhandel een grove zonde was. Omdat je mensen daarmee ’berooft van hun kostbaarste goed: de vrijheid’. [87] En het mooiste verwoord vond ik het nog door de Zeeuwse predikant Georgius de Raad, die in 1665 schreef:” ’Men lokt ze in onze schepen, rooft ze, voert ze tegen hun wil weg, scheidt de ouders van de kinderen, de kinderen van de ouders, de mannen van de vrouwen, de vrouwen van de mannen’, schreef hij. ’Ik zwijg nog maar van de ongehoorde en heidense wreedheid die de christenen plegen tegenover de heidense slaven in de schepen, en van de manier waarop de slaven op onze plantages worden ontvangen.’ [88]En hij besluit met”’Ons land is aan het zinken, en de zonden die dagelijks in de slavenhandel worden gepleegd, zouden wel eens de zwaarste ballast kunnen wezen, die het schip ten gronde doet gaan.’ [89] Van belang is, trouwens, dat men zich realiseert, dat er ook in ”Nederlands Oost Indie” [huidige Indonesie] door de VOC bedreven slavenhandel bestond! [90]En daartegen heeft een man als Justus Heurnius, zendeling en arts [91], zich fel verzet.En het argument van de slavenhandelaren dat in de tropen de slavenarbeid gewettigd is, verklaart Heurnius ongegrond. Hij getuigt dat door de zondeval ieder mens, donker of blank, in het zweet zijns aanschijns zijn brood eet (Genesis 3:19). De slaven zijn er niet om de vieze en de zware arbeid van anderen te verrichten. „Zij zijn uw gelijken en medemensen”, zegt Heurnius. [92]Opmerkelijk strijdbare taal uit een Eeuw, die the concept of race heeft voortgebracht! [93]
HONDIUS, JACOBUS HONDIUS! Jacob de Hond, beter bekend als Jacobus Hondius, was een felle man, die als gereformeerd predikant in Hoorn jarenlang tegen de slavernij heeft gefulmineerd.Weet u nog:Hoorn, de stad, die massamoordenaar Jan Pieterszoon Coen heeft voortgebracht [94], mag trots zijn op deze strijder tegen die misdaad tegen de menselijkheid!Twee keer per zondag preekte hij [95] en nam daarbij geen blad voor zijn mond!En hij schreef!Hij schreef het ”Swart Register van duysent sonden” (1679)[96], waarin hij alle zonden opsomde waarvan een kerkganger zich verre diende te houden en daarbij hoorde ook de slavenhandel. [97]Dat andere volkeren zich hier wel mee bezighielden, was voor hem geen argument. ’Leden van onze kerk horen zich niet te besmetten met zulke onbarmhartige handel’, waarschuwde hij. Zij begaan een grove zonde als ze ’slaven kopen om weer te verkopen en met die ongelukkige mensen handel te drijven, net als met andere waren en goederen, alsof het maar beesten waren.’ Want, schreef hij, ’Het zijn immers mensen van een en dezelfde aard als zij zelf zijn’. [98]
Felle, duidelijke en moedige taal in die Dagen, waarin-en dat moet vermeld” het merendeel van de dominees zich prima konden vinden in slavenhandel en slavernij. [99]
Dit is een greep uit het aantal kritische dominees.Er waren er meer en ze bleven in hun tijd een luidruchtige en felle minderheid.Waarmee dan direct het Fabeltje wordt ontkracht ”dat je de slavernij in zijn Tijd moet zien” Dat wordt ook ontkracht door de onverbloemde en felle kritiek van VOC tijdgenoten van Jan Pieterszoon Coen op zijn massamoord op de Banda-eilandenWeer aangehaald wat een VOC officier daarover opmerkte: ”“De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.” [100]
Ook moet niet worden vergeten, dat religieuze groeperingen als de Quakers, Baptisten en Methodisten van meet af aan principiele tegenstanders van de slavernij geweest zijn,Maar dat was vooral in Engeland en de Verenigde Staten [101]
HOOFDSTUK VI
IN ENGELAND:SLAVENHANDELAAR EDWARD COLSTON Reeds noemde ik het in het water gooien van het standbeeld van een Britse slavenhandelaar, Edward Colston, in diens geboorteplaats Bristol. [102]Een geweldig goede actie, uiteraard.Nu is het opvallend, dat er nogal wat eerbetoon aan deze ouwe ellendeling is gewijd [103] en dat heeft veel te maken met zijn latere rol als ”filantroop” [104]Hij steunde financieel scholen, kerken, ziekenhuizen, armenhuizen en wat dies meer zij [105]Allemaal goed en wel, maar overeind blijft staan, dat hij zijn rijkdom te danken heeft aan menselijke ellende.Daarom horen er geen eerbewijzen aan hem thuis in de openbare ruimte, en zeker geen standbeeld! HOOFDSTUK VII
MODERN TIMES SIR WINSTON CHURCHILL EN PIM FORTUYN Goed dus, dat standbeelden van 17e, 18e, 19e en ook nog 20 ste eeuwse koloniale Schurken [ik denk hierbij aan het standbeeld voor de koloniale massamoordenaar Van Heutsz J.B. van Heutsz, het ”van Heutsz monument] [106] worden aangepakt.Want standbeelden zijn, hoe je het ook wendt of keert, een eerbewijs, een blijk van waardering.In de Noordzee, rivier, Atlantische Oceaan etc ermee en anders opgeborgen in een museum, als het dappere activisten niet bij tijds lukt, de standbeelden te ”pakken”Hetzelfde geldt voor straatnamen:Verander die en wel heel gauw! [107] Maar ook standbeelden van ”moderne” Schurken zijn onlangs te grazen genomen, wat ik een goede zaak vind.Betreft hier het standbeeld van de extreem-rechtse politicus Pim Fortuyn en van een man, die ten onrechte als een voorbeeld wordt gezien:Sir Winston Churchill. [108] PIM FORTUYN Zijn standbeeld moest het dus recentelijk ontgelden. [109]Prima:Want in de tijdsperiode, dat Fortuyn politiek opereerde, begin van deze Eeuw, heeft hij zich laten kennen als iemand met Islamofobe en racistische opvattingen en als vluchtelingenhater.Iemand, die extreem-rechts gedachtegoed promootte, iemand, die aanzette tot haat. [110]Een zeer gevaarlijk politicus. [111] SIR WINSTON CHURCHILL TAPIJTBOMBARDEMENTEN Nu zul je, met enig heen en weer gepraat mensen, die zich niet laten leiden door anti vluchtelingensentimenten, Islamofobie en racisme, nog wel kunnen overtuigen, dat Fortuyn op zijn zachtst gezegd, een zeer omstreden figuur was, moeilijker gaat dat bij Sir Winston Churchill, een van de Geallieerde leiders, aan wiens bijdrage, geestkracht en fighting spirit, het onder meer te danken is, dat het Nazi Beest is verslagen. [112]En dat blijft overeind. Maar Churchill had andere, minder fraaie kanten.Er is nog steeds weinig, te weinig kritiek op een militair aspect in zijn bestrijding van Nazi Duitsland:Namelijk de tapijtbombardementen op Duitse steden, die aan honderdduizenden Duitse burgers het leven hebben gekost. [113]In strijd met het Landoorlogsreglement uit die dagen [114], maar vooral ook moreel en humanitair gezien totaal fout en-want het waren bewust gekozen aanvallen op burgerdoelen-misdadig.Nu komen staatslieden voor dergelijke wandaden voor het ICC [Internationaal Strafhof], tenzij het machtige Westerse landen betreft natuurlijk.Toen waren zij de overwinnaars, dus wie zou hen berechten? Te weinig is hier nog over geschreven en gezegd, dus dat gaat uw Wreker van het Onrecht binnenkort doen! GIFGASFANAAT Daarnaast, en veel minder mensen weten dat, was Sir Winston Churchilleen warm voorstander van het gebruik van gifgasaanvallen op burgerdoelen.U gelooft mij niet?Ik citeer Sir Winston Churchill himself:”””I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes. The moral effect should be so good that the loss of life should be reduced to a minimum. It is not necessary to use only the most deadly gasses: gasses can be used which cause great inconvenience and would spread a lively terror and yet would leave no serious permanent effects on most of those affected.” [115]’Weinigen weten wederom, dat hij deze gifgasaanvallen daadwerkelijk heeft laten plegen op een aantal Russische steden, na de Russische Revolutie. [116] AARTSKOLONIALIST EN RACIST ”I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes……”[117]Deze uitspraak van Churchill was een van de voorbeelden van zijn racistische superioriteitswaan en zijn kolonialistische racisme. Toegegeven, dat denken kwam in die tijd vaker voor, maar Churchill spande de kroon.Want ondanks het feit, dat vrijheidsstrijder Mahatma Gandhi ontvangen was door de Britse koning George V [toen nog de titel voerend ”Keizer van India], bleef Churchill tegen Gandhi fulmineren en noemde hem ”een halfnaakte Fakir” [118] Ook was hij een fel tegenstander -hoe kan het ook anders- van de onafhankelijkheid van India [119] -en andere Britse kolonies-en eiste de ontbinding van het ”Indian National Congress” [beter bekend als Congress Party] [120] en eiste, dat haar leiders zouden worden gedeporteerd. [121] Dat was even een schets om te laten zien, wat voor een man Churchill was.Met als dieptepunten zijn obsessie met het gebruik van gifgas en de tapijtbombardementen op Duitse steden, waarbij in totaal tussen de 420.000 en 570.000 mensen om het leven kwamen. [122] Zo’n historisch figuur eer je niet met een standbeeld EPILOOG: Goed zo en inspirerend, die acties waarbij standbeelden van koloniale Schurken kanalen, rivieren, zeeen of oceanen in gesmeten worden, beklad, of op straat belanden.In wat ik hierboven heb geschreven is aangetoond, dat lieden, die zonder blikken of blozen massamoorden gepleegd hebben, koloniale strafexpedities hebben geleid, steden en dorpen hebben platgebrand of gebombardeerd [Winston Churchill] en hun racistisch gif hebben verspreid, in voorbije eeuwen of recenter [Pim Fortuyn en Churchill, bijvoorbeeld], geen standbeeld verdienen, maar de publieke minachting.En zelfs het Fabeltje van apologeten Gekkies, dat je de misdaden van deze lieden ”in zijn Tijd moet zien”, is een Fabeltje.Ook in de zeventiende Eeuw waren er al dominees en anderen, die zich fel verzetten tegen slavenhandel en slavernij! KUDOS dus, die moedige activisten, die de straat opgaan om hetzij beelden neer te halen of bekladden, hetzij straatnamen etc te bekladden,hetzij die beelden naar een museum transporteren, of ze nu ”Helden van Nooit”, ”Bloed aan hun Handen Collectief”, ”Grauwe Eeuw”,”Topple the racists” [123] of hoe dan ook heten. EN DE STRIJD GAAT DOOR!Want recentelijk heeft ”Bloed aan hun Handen Collectief” straatnaamborden van koloniale Schurken in de Admiralenbuurt en de Baarsjes, beklad met rode verf. [124]Vasco da Gama straat/Vasco da Gama, ontdekkingsreiziger en moordenaar, die islamitische pelgrims levend liet verbranden. [125]Witte de With straat/Witte de With, folteraar, dief, plunderaar en moordenaar [126]Hudson straat/Hudson, zetbaas van VOC en een van de grondleggers van de Nederlandse kolonisatie van ”Oost Indie”, dief en plunderaar van Indianendorpen [van Native Americans dus] in wat later de VS zou worden. [127]Cabralstraat/Cabral, massamoordenaar in naam van de koloniale handel [128]Want nogmaals, lezers:Handel moet vrijwillig zijn en met wederzijds voordeel, maar deze Schurken dwongen een voor Europeanen voordelige eenzijdige handel met massamoord, etnische zuiveringen en genocide [J.P. Coen, een andere koloniale misdadiger] [129] af! Heb ik mijzelf vaker herhaald, lezers? Misdaden van koloniale Schurken, die nog heden ten dage vereerd wordenin de vorm van standbeelden, straatnamen etc, kunnen niet genoeg herhaald worden.Totdat de laatste der Schurken uit het straatbeeld is verdwenen! TSJA
What do I think of Western civilization? I think it would be a very good idea.
Reacties uitgeschakeld voor Bekladding standbeelden Piet Hein, Witte de With en consorten/Koloniale rovers, moordenaars en slavenhandelaren/Weg uit het straatbeeld!
Geachte Redactie, Een van de belangrijkste principes van goede en betrouwbare journalistiek is het recht op hoor en wederhoor, objectieve berichtgeving en volledige [voor zover mogelijk] informatie, zeker bij onderwerpen en gebeurtenissen, die bij de publieke opinie ”gevoelig” of ”controversieel” liggen, om maar moderne terminologie te gebruiken.Ik had dus mogen verwachten, dat u in uw nieuwsberichtgeving over de in Hoorn plaatsgevonden demonstratie tegen de aanwezigheid van het standbeeld van de 17e eeuwse koopman, VOC kopstuk en latere gouverneur generaal van de alle ”bezittingen van de Vereenigde Oostindische Compagnie” extra op uw tellen zou passen en het teletekstlezende publiek van goede, informatieve feiten zou voorzien.Dat is echter niet gebeurd.Ook ben ik van mening, dat u het principe ”hoor en wederhoor” niet hebt nageleefd TOELICHTING: In uw berichtgeving ” ’12 arrestaties na J.P. Coen protest” [zie onder P/S, met daaronder het notenapparaat], vermeldt u de loop van de demonstratie, noemt uitgebroken ongeregeldheden, waarvan de oorzaak gelegen was [volgens uw berichtgeving] in het feit, dat de demonstranten zich niet hadden gehouden aan de eis van de Gemeente om op een aangewezen plein te demonstreren in plaats van bij het J.P. Coen monument zelf.Nu lijkt het mij voor de hand liggend, dat als de demonstratie gericht is tegen het standbeeld van iemand en met name waarvoor diegene stond, dat deze bij het standbeeld zou moeten plaatsvinden.Ik was er niet bij, weet niet hoe de situatie ter plekke was, dus misschien was de locatie van het plein alleszins redelijk van Gemeentewege, als er inderdaad te weinig ruimte bij het Coen standbeeld was. HOOR EN WEDERHOOR En daarmee komt mijn eerste punt van kritiek:U schendt het principe ”hoor en wederhoor” in een aantal opzichten, waardoor objectieve berichtgeving uitblijft TEN EERSTE/VERLOOP DEMONSTRATIEWAT GING ER MISSTANDPUNT DEMONSTRANTEN U vertolkt weliswaar het standpunt van de Gemeente [te weinig ruimte voor de Corona anderhalve meter, andere locatie aangewezen, etc], maar nergens lees ik hier de lezing van de demonstranten en hun redenen, alsnog naar het monument te willen.Heeft de pers niet met de demonstranten gesproken, wilden zij dat zelf niet of was een interview in de hectiek van de ongeregeldheden niet mogelijk?Waren het alle demonstranten, die richting het beeld trokken of een kleine groep?Is er, eventueel, door demonstranten geklaagd over politiegeweld?Het zou, vanwege ”hoor en wederhoor” belangrijk geweest zijn als u hier iets naders over had vermeld en als u niet op de hoogte was, dan een vermelding als:”Het is niet bekend, wat de beweegredenen van de demonstranten waren, naar het standbeeld op te trekken”OF”Meer feiten over de ongeregeldheden zijn niet bekend”Dat is het eerste punt van kritiek.. ”ONS ERFGOED”/TWEEDE PUNT VAN KRITIEK De kant van de demonstranten hebt u dus niet belicht.Daarover is[was] misschien niets of weinig bekend.Maar dat geldt niet voor het volgende: U bericht in de laatste alinea over een tegendemonstratieIk citeer u:” Er was eerder op de avond ook een actie van voorstanders van het beeld, die voor ”ons erfgoed” zeiden op te komen.Daar kwamen ongeveer twintig mensen op af.” Prima, dat u dit vermeldt natuurlijk, maar waarover ik val is het feit, dat u weliswaar de beweegredenen van de tegendemonstranten ”behoud van ons erfgoed” vermeldt, maar nergens, wat nu eigenlijk het bezwaar van de demonstranten tegen dat standbeeld van J.P. Coen was. Niet alleen is hier geen hoor en wederhoor, aangezien u alleen de motieven van de tegendemonstranten vermeldt, maar voor het teletekstlezende publiek, dat zich verder niet in de materie heeft verdiept, wordt niet duidelijk wat nu de bezwaren tegen het J.P. Coen standbeeld zijn en wat voor een historische figuur die J.P. Coen dan wel was.
J.P. COEN/IN VOGELVLUCHT Hierbij enige feiten uit de carriere van VOC kopstuk J.P. Coen en dan ook direct de redenen van de protesten: Geboren in Hoorn in 1587 als zoon van Pieter Willemsz, eenkoopman [1], heeft hij ”carriere” gemaakt als koopman, boekhouder-generaal (1613), directeur-generaal (1614) en vanaf 1617 Gouverneur Generaalin dienst van de in 1602 opgerichte V.O.C. [Vereenigde OostindischeCompagnie] [2]Daarbij had hij maar een opdracht en Doel:Met alle middelen, ervoor zorgen, dat de VOC een monopolie-positie kreeg in de specerijenhandel met ”Indie” [3]Als ik schrijf: ”Met alle middelen”, heb ik het over de meestagressief militaire en barbaarse middelen, namelijk een bloedigeoorlog tegen een weerloze burgerbevolking!Tegen het ”verbod” van de VOC in om nootmuskaat te verkopen aande Portugezen en de Engelsen, dedende bewoners van de Banda eilanden dat natuurlijk toch.Daarop kwam J.P. Coen in actie:Met een expeditieleger van 2000 soldaten viel hij de Bandaeilanden aan [nootmuskaat kwam namelijk alleen daar voor] en richtteeen massamoord aan onder meer dan 15 000 Bandanezen.In feite kwam vrijwel de hele bevolking om.Zo kwam moordenaar Coen aan zijn bijnaam ”De Slachter van Banda” [4]Over zijn misdadige optreden schreef hij zelf:” ‘De inboorlingen sijn meest allen door den oorloch, armoede ende gebreck vergaen. Zeer weynich isse op de omliggende eilanden ontcomen.’ [5]Kortom: Genocide en volkerenmoord, iets, wat ook in de 17e euw niet als ”normaal” werd beschouwd.Bewijs was wel de kritiek, die het optreden van Coen van zijn eigen VOC officieren kreeg: Ik citeer uit een artikel, verschenen in Trouw: ”Een VOC-officier verbaasde zich over de gruwelijke orders die hij moest uitvoeren: “De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.” [6] Natuurlijk, u hoeft niet al die informatie te vermelden, maar geef dan tenminste aan waarom de demonstranten geen standbeeld van Coen in Hoorn willen:Die massamoord op de bevolking van de Banda eilanden, die aan meer dan 15 000 mensen het leven gekost heeft. SAMENGEVAT In uw teletekstberichtgeving hebt u zowel hoor en wederhoor niet nageleefd [lezing demonstranten van de ongeregeldheden, motieven demonstranten voor de protestactie, terwijl u wel de motieven van de tegenpartij noemde], en daarnaast liet de volledigheid van uw berichtgeving te wensen over, omdat u niets hebt vermeld over verleden en carriere van J.P. Coen. Zeker bij zo’n gevoelige kwestie had u dat beter moeten doen. Ik hoop, dat u ervan leert en een volgende keer met volledigere informatie komt.
Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam P/S
NOS TELETEKSTBERICHT:
P/S NOS TELETEKST [overgeschreven]12 ARRESTATIES NA J.P. COEN PROTEST In Hoorn zijn rellen uitgebroken na een betoging tegen het standbeeld van J.P. Coen in het centrum. De politie greep in toen een grote groep betogers naar het monument wilde gaan, wat de Gemeente had verboden.Twaalf betogers zijn aangehouden.Een van hen had tegen het standbeeld geplast. De actie ”weg met J.P. Coen was op een door de Gemeente aangewezen plein.Bij het standbeeld was niet genoeg ruimte voor een demonstratie. Er was eerder op de avond ook een actie van voorstanders van het beeld, die voor ”ons erfgoed” zeiden op te komen.Daar kwamen ongeveer twintig mensen op af. EINDE NOS TELETEKSTBERICHT
ORIGINELE NOS TELETEKSTBERICHT
NOS Teletekst 109
12 arrestaties na J.P.Coen-protest
In Hoorn zijn rellen uitgebroken na
een betoging tegen het standbeeld van
J.P.Coen in het centrum.De politie
greep in toen een grote groep betogers
naar het monument wilde gaan,wat de
gemeente had verboden.Twaalf betogers
zijn aangehouden.Een van hen had tegen
het standbeeld geplast.
De actie 'Weg met J.P.Coen' was op een
door de gemeente aangewezen plein.Bij
het standbeeld was niet genoeg ruimte
voor een demonstratie.
Er was eerder op de avond ook een actie
van voorstanders van het beeld,die voor
"ons erfgoed" zeiden op te komen.Daar
kwamen ongeveer twintig mensen op af.
EINDE BERICHT NOS TELETEKST
NOTEN
[1] ”Coen werd op 8 januari 1587 in Hoorn geboren en op 11 januari 1587 gedoopt in de gereformeerde kerk in Hoorn als een zoon van Pieter Willemsz. (ca. 1561-) afkomstig uit Twisk.[1] Zijn vader was twee jaar daarvoor nog koopman in San Lucar en actief in de zouthandel.” WIKIPEDIAJAN PIETERSZOON COEN/JEUGD https://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan_Pieterszoon_Coen#Jeugd ORIGINELE BRON WIKIPEDIAJAN PIETERSZOON COENhttps://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan_Pieterszoon_Coen [2] WIKIPEDIAVEREENIGDE OOSTINDISCHE COMPAGNIE https://nl.wikipedia.org/wiki/ Vereenigde_Oostindische_Compag nie [3] ”De koopmanszoon Jan Pieterszoon Coen was er vooral op uit om voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie op de handel met Indië te verwerven.” TROUWOPTREDEN JP COEN HAD WEL WAT MINDERGEKUND9 JULI 2011 https://www.trouw.nl/home/ optreden-jp-coen-had-wel-wat- minder-gekund~a871a84c/ ”Samen met de eerste gouverneur-generaal Pieter Both stond Jan Pieterszoon Coen een beleid voor om op agressieve wijze een monopolie te verwerven in de specerijenhandel in de Indische archipel. ” WIKIPEDIAVEREENIGDE OOSTINDISCHE COMPAGNIE/MONOPOLIE https://nl.wikipedia.org/wiki/ Vereenigde_Oostindische_Compag nie#Monopolie ORIGINELE BRON WIKIPEDIAVEREENIGDE OOSTINDISCHE COMPAGNIE https://nl.wikipedia.org/wiki/ Vereenigde_Oostindische_Compag nie [4] ”Met een expeditieleger van 2000 soldaten overrompelde hij in 1621 de Banda-eilanden, waar de bevolking tegen het verbod van de VOC in nootmuskaat bleef verkopen aan Portugezen en Engelsen. Deze veel gezochte specerij kwam destijds alleen hier voor. Wie de Banda-eilanden bezat, had het monopolie. Duizenden Bandanezen werden bij die actie op gruwelijke wijze vermoord. Het leverde hem de bijnaam “Slachter van Banda” op” WIKIPEDIAJAN PIETERSZOON COEN/GOUVERNEUR-GENERAAL VAN DEVOC https://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan_Pieterszoon_Coen#Gouverneu r-generaal_van_de_VOC ORIGINELE BRON WIKIPEDIAJAN PIETERSZOON COEN/ https://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan_Pieterszoon_Coen ”Hoewel de bevolking vluchtte ontkwamen slechts weinigen. Naar schatting overleefden slechts zeshonderd van de 15.000 Bandanezen de aanval. Bekend is dat de VOC tijdens deze volkerenmoord Japanse samoerai-beulen die in dienst waren van de VOC, opdracht gaven tientallen dorpshoofden te onthoofden. Jan Pieterszoon Coen, die het monopolie op de handel in nootmuskaatnoten en foelie veilig had gesteld, kreeg door deze gebeurtenis de bijnaam: Slachter van Banda.” HISTORIEKJAN PIETERSZOON COEN (1589-1629)-STICHTER VAN BATAVIA21 AUGUSTUS 2015 https://historiek.net/jan-piet erszoon-coen-1587-1629/5545/ ”Het was de tot nationale held omgebouwde massamoordenaar Coen die het VOC-beleid het meest agressief uitvoerde. Coen koos het eiland Java uit als centrale plek om van daaruit de koloniale macht uit te breiden. In 1619 liet hij de stad Jakarta platbranden om er op de rokende resten de Hollandse nederzetting Batavia te stichten. Om het monopolie op specerijen veilig te stellen zond Coen in 1622 “een strafexpeditie” naar de Banda-eilanden. De Bandanezen ontdoken namelijk de wurgcontracten met de VOC en handelden clandestien met de Portugezen. Coen liet daarop ongeveer 15.000 Bandanezen uitmoorden” DOORBRAAK/HET GEBLADERTEHOLLANDSE KOOPMANSGEEST GEEN REDEN TOTFEESTZOMER 2002 http://www.doorbraak.eu/geblad erte/10842f52.htm ”“Coen ontvolkte in 1621 de Banda-eilanden, nadat de inwoners tegen het verbod van de VOC in nootmuskaat hadden geleverd aan de Engelsen”, aldus het tekstvoorstel van het burgerinitiatief. “Duizenden Bandanezen kwamen hierbij om het leven. Honderden werden als slaaf naar Batavia gedeporteerd, waar ze alsnog werden gedood of van ellende omkwamen. Aan deze volkerenmoord ontleent Coen zijn bijnaam ‘de slachter van Banda’. De gemeente Hoorn, die het door Ferdinand Leenhoff vervaardigde standbeeld plaatste in 1893, ziet het niet langer als eerbetoon.” De massamoord op de Banda-eilanden wordt beschouwd als het grootste bloedbad uit de geschiedenis van de VOC.” DOORBRAAK.EUGEMEENTE HOORN ONTKENT KOLONIALE GENOCIDE ONDERLEIDING VAN COEN8 MAART 2012 http://www.doorbraak.eu/ gemeente-hoorn-ontkent- koloniale-genocide-onder- leiding-van-coen/ ”Na een opstand van de bevolking volgde een volkerenmoord en van de 15.000 oorspronkelijke bewoners bleven er slechts 600 over.” WIKIPEDIAVOC OP DE BANDA-EILANDEN/BANDANESE VOLKERENMOORD https://nl.wikipedia.org/wiki/ VOC_op_de_Banda-eilanden#Banda nese_volkerenmoord ORIGINELE BRON WIKIPEDIA WIKIPEDIAVOC OP DE BANDA-EILANDEN https://nl.wikipedia.org/wiki/ VOC_op_de_Banda-eilanden ”De Hollanders namen er, zelfs voor die jaren, op ongekend wrede wijze wraak. Japanse samoerai-beulen in dienst van de VOC onthoofdden een groot deel van de leiders. Van de andere vijftienduizend Bandanezen overleefde slechts een fractie de strafexpeditie.” TROUWOPTREDEN JP COEN HAD WEL WAT MINDERGEKUND9 JULI 2011 https://www.trouw.nl/home/optr eden-jp-coen-had-wel-wat-minde r-gekund~a871a84c/ ”Om de nootmuskaathandel in handen te krijgen, werd bijna de volledige inheemse bevolking uitgemoord.” NOSHOORN WIL KRITISCHER TEKST BEELDJP COEN5 JULI 2011 https://nos.nl/artikel/253649- hoorn-wil-kritischer-tekst-bee ld-jp-coen.html [5] ”Hij pleegde volkerenmoord op de Banda-eilanden door de 15 duizend inwoners bijna allen de dood in te jagen. Coen schreef zelf over het resultaat van zijn optreden: ‘De inboorlingen sijn meest allen door den oorloch, armoede ende gebreck vergaen. Zeer weynich isse op de omliggende eilanden ontcomen.’ VOLKSKRANTIEMAND ALS COEN HOOR JE NIET TE EREN12 JULI 2011 https://www.volkskrant.nl/opin ie/-iemand-als-coen-hoor-je-ni et-te-eren~a2774480/
[6]
”Een VOC-officier verbaasde zich over de gruwelijke orders die hij moest uitvoeren: “De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.
TEKST ‘Dispereert niet.’ Met die woorden sloot koningin Wilhelmina op 14 mei 1940 haar toespraak tot het Nederlandse volk af. Ze citeerde de lijfspreuk van Jan Pieterszoon Coen: “Dispereert niet, ontziet uw vijanden niet, want God is met ons.”
Het leek de juiste tekst op het juiste moment. De stichter van Batavia en gouverneur-generaal in Nederlands-Indië (1587-1629) hoorde voor de meeste Nederlanders nog gewoon thuis in het rijtje van Hollandse helden. Toch waren het eigenlijk precies de foute woorden voor dat ogenblik. Leek de manier waarop Coen in zijn tijd huishield in de Oost niet verschrikkelijk veel op het brute optreden van de Duitse bezettingsmacht? Was het zelfs niet een graadje gruwelijker? De koopmanszoon Jan Pieterszoon Coen was er vooral op uit om voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie op de handel met Indië te verwerven. Hij schuwde daarbij geen enkel middel. Zelfs in eigen kring trad Coen hard en streng op. Maar berucht werd vooral zijn optreden op de Banda-eilanden, waar bewoners hun muskaatnoten ook aan de Britten leverden.
De Hollanders namen er, zelfs voor die jaren, op ongekend wrede wijze wraak. Japanse samoerai-beulen in dienst van de VOC onthoofdden een groot deel van de leiders. Van de andere vijftienduizend Bandanezen overleefde slechts een fractie de strafexpeditie. Een VOC-officier verbaasde zich over de gruwelijke orders die hij moest uitvoeren: “De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.”
Zelfs de Heeren Zeventien, de bestuurders van de VOC, lieten later weten dat het wel wat minder had gekund. Coen zelf noteerde na zijn ingrijpen tevreden: “De inboorlingen zijn meest allen door de oorlog, armoede en gebrek vergaan. Zeer weinig is er op de omliggende landen ontkomen.”
De geschiedschrijving benadrukte lang de grootheid van Coen. Al waren er criticasters.
De negentiende-eeuwse schrijver en criticus Conrad Busken Huet bijvoorbeeld: “De daden van geweld, waardoor men oudtijds zich van Banda en van zoveel andere punten in de Archipel heeft meester gemaakt, gaan zozeer de maat te buiten van hetgeen ons heden ten dage toeschijnt zelfs met de hardste en minst nauwgezette staatkunde bestaanbaar te zijn, dat de toestand van uitdroging en kwijning, waarin de Moluksche Eilanden in later tijd allengs geraakt zijn, verkieslijk moet schijnen boven de vroegere vruchtbaarheid.”
Maar de negentiende eeuw was ook de eeuw van het nationalisme. Nederlands trots ging pleinen opsieren: Oranjes, staatslieden, kunstenaars, zeehelden en ook kolonialen als Coen. Zijn beeld in Hoorn werd in 1893 onthuld.
Nieuw protest kwam met de golf van maatschappijkritiek die in de jaren zestig opkwam. Waren de in steen vereeuwigde Hollandse helden wel helden? In 1965 kreeg de jonge Relus ter Beek (later in zijn leven minister van defensie voor de PvdA) vijftig gulden boete voor het plaatsen van een kritisch bord bij het beeld van generaal Van Heutsz in diens geboorteplaats Coevorden. In 1967 was het monument voor dezelfde pacificator van Atjeh doelwit van een bomaanslag. Een jaar eerder werd een tunnel onder het Noordzeekanaal in Amsterdam nog gewoon Coentunnel genoemd.
Het beeld in Hoorn bleef sommige mensen ergeren. De aanstaande aanpassing van de tekst volgt uit een burgerinitiatief. “Zowel tijdgenoten als historici uitten kritiek op Coens bijzondere handelspolitiek”, memoreert het nieuwe bijschrift, waarna het “bijzondere” wordt uitgelegd met het voorbeeld van de Banda-eilanden.
Het beeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn blijft, maar de tekst erbij gaat wel wat meer recht doen aan ’s mans schaduwzijden. Kritiek op zijn optreden was er al van tijdgenoten.
EINDE NOTEN
Reacties uitgeschakeld voor Betoging tegen standbeeld J.P. Coen in Hoorn/NOS berichtgeving/Over hoor en wederhoor