BESTRIJD FASCISME MET DE PEN EN HET ZWAARD!
VOORAFGAANDE AAN HET DOCUMENT VAN DE HEER VOERMANS
TER INFORMATIE
WIKIPEDIA
WIM VOERMANS
” Wim Voermans is hoogleraar Staats- en bestuursrecht bij de Afdeling staats- en bestuursrecht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden.”
UNIVERSITEIT LEIDEN
WIM VOERMANS
HOOGLERAAR STAATS EN BESTUURSRECHT
ZIE OOK NIEUWSBERICHT ONDER DE ONDERSTAANDE
RECHTSSTATELIJKE DOORREKENING VAN HOOGLERAAR VOERMANS
MAAR NU EERST HET DOCUMENT VAN WIM VOERMANS:
RECHTSTATELIJKE DOORREKENING PVV PROGRAMMA
WIM VOERMANS
NOVEMBER-DECEMBER 2023
Grondwettelijke en rechtsstatelijke doorrekening van het PVV-programma op punten die strijd opleveren met de Grondwet, de EU-verdragen en wetten (verordeningen en richtlijnen) en Europese en internationale verdragen.
Grondwettelijke en rechtsstatelijke doorrekening van het PVV-programma op punten die strijd opleveren met de Grondwet, de EU-verdragen en wetten (verordeningen en richtlijnen) en Europese en internationale verdragen.
De paginanummers verwijzen naar die van het PVV-verkiezingsprogramma Nederlanders weer op 1 2023.
Met excuses voor de telegramstijl.
Ik ben graag bereid het verder toe te lichten.
Wim Voermans, november/december 2023
BLADZIJDE 2
1. (p. 7) De PVV kiest wél voor Nederland en maakt een einde aan de discriminatie van Nederlanders. Wij zetten Nederlanders op 1! Dat kan alleen met substantiële maatregelen. Zoals het invoeren van een asielstop. We hebben ons maximum aan asielzoekers inmiddels ruimschoots bereikt (asielstop).
Commentaar: Dit lijkt me in strijd met internationale asielverdragen en EU-regels ter zake.
De vraag is natuurlijk of eerst de verdragen worden opgezegd (dat kan niet zomaar in een keer). Onder de EU regels (o.a. Dublin verordeningen) kan je niet zomaar uit. De verordening is een Europese wet die als wet in Nederland verbindt. Uit de EU stappen om alleen een tijdelijke asielstop te realiseren lijkt me wat draconisch. Een asielstop doorvoeren in strijd met (vooral) de EU regels zou tegen-rechtsstatelijk zijn en ook met de Gw (met name met de artikelen 91 e.v. Gw.)
Naast het indammen van de instroom moet de uitstroom van migranten juist worden vergroot. Illegalen moeten worden vastgezet of uitgezet. En criminelen worden – desnoods na denaturalisatie – gedwongen ons land uitgezet.
Commentaar: Dit lijkt – vooral ook op het punt van de denaturalisatie – in strijd te komen met art. 8 van het Verdrag tot beperking der staatloosheid (1961)1
Artikel 8 1. Een Verdragsluitende Staat ontneemt een onderdaan de nationaliteit van die Staat niet, indien dit voor die onderdaan staatloosheid met zich zou brengen.
2. Ongeacht de bepaling van het eerste lid van dit artikel kan iemand de nationaliteit van een Verdragsluitende Staat worden ontnomen:
a) in de gevallen waarin het, krachtens de leden 4 en 5 van artikel 7, toegelaten is te bepalen, dat iemand zijn nationaliteit verliest
b) indien hij die nationaliteit door middel van een valse verklaring of bedrog heeft verkregen
3. Ongeacht het bepaalde in het eerste lid van dit artikel behoudt een Verdragsluitende Staat het recht iemand zijn nationaliteit te ontnemen, indien die Staat ten tijde van de ondertekening of de bekrachtiging van of de toetreding tot dit Verdrag een daartoe strekkende verklaring aflegt onder opgave van de gronden, welke zijn nationale recht voor die ontneming kent en waarvoor de beweegreden is geweest:
a) dat betrokkene, op een wijze die onverenigbaar is met zijn plicht tot trouw aan de Verdragsluitende Staat
(i) in weerwil van een uitdrukkelijk verbod van de Verdragsluitende Staat aan een andere Staat diensten heeft verleend of is blijven verlenen, of van een andere Staat emolumenten heeft ontvangen of is blijven ontvangen, of
(ii) zich dusdanig heeft gedragen, dat daardoor aan de wezenlijke belangen van de Staat ernstig afbreuk wordt gedaan;
b) dat betrokkene hetzij een eed, hetzij een stellige verklaring van trouw aan een andere Staat heeft afgelegd, dan wel door zijn gedrag onweerlegbaar heeft doen blijken van zijn besluit de trouw aan de Verdragsluitende Staat op te zeggen
4. Een Verdragsluitende Staat maakt van de mogelijkheid om iemand met inachtneming van de leden 2 en 3 van dit artikel zijn nationaliteit te ontnemen geen gebruik dan met eerbiediging van de wet, waarbij de betrokkene recht heeft op een onpartijdige behandeling van zijn zaak, hetzij door een rechtbank, hetzij door een ander onafhankelijk orgaan
3. (p.7) Daarnaast moet Nederland de instroom van zowel arbeids- als studiemigranten fors worden beperkt. De PVV introduceert ook voor werknemers van binnen de EU weer de plicht tot het hebben van tewerkstellingsvergunningen.
Commentaar: Dit zou op deze manier in strijd brengen met het vrije verkeer van werknemers zoals gewaarborgd in het Verdrag betreffende de EU (VEU) en het EU werkingsverdrag (VWEU). Werknemers
1 En ook het Europees Verdrag van 6 november 1997 inzake nationaliteit.
BLADZIJDE 3
met de Nederlandse nationaliteit of de nationaliteit van een ander land van de EER (i.e. alle EU-landen plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) of Zwitserland mogen in Nederland werken. Voor hen is geen werkvergunning nodig. Werknemers uit overige landen mogen onder bepaalde voorwaarden in Nederland werken
4. (p. 8) Opt out EU-regelgeving asiel en migratie, opzeggen VN-Vluchtelingenverdrag
Commentaar: Een eenzijdige opt0-out uit EU-regelgeving of delen van is niet mogelijk. Dat Denemarken enkele opt outs voor elkaar heeft gekregen voor een paar onderdelen van de verdragen, betekent nog niet dat Nederland dat ook zou kunnen. Dat heeft te maken met het moment waarop Denemarken de opt outs inbracht: dat was vóór het aangaan van de verdragen. Als je eenmaal hebt ingestemd met de EUverdragen, dan kan je daarin niet eenzijdig gaan winkelen op een later moment en het betekent ook dat je gebonden bent aan de EU-regelgeving die de EU-instellingen (waarin de lidstaten een hele grote stem hebben) vaststelden en vaststellen op basis van die verdragen. Die gelden als wet. De enige manier om EU-regels uit verdragen of verordeningen en richtlijnen te veranderen is door ze, volgens de in de verdragen neergelegde procedures, te wijzigen en dat zal heronderhandelingen betekenen. Als je van bepaalde EU-verdragsverplichtingen af wil dan zal je daar ook over moeten heronderhandelen (en dat kan zomaar jaren duren als de andere verdragspartners al willen praten). Wil je eenzijdig niet meer gebonden aan EU-verdragsverplichtingen dan kan dat alleen via uittreding (art. 50 Verdrag betreffende de EU – de terugtrekking). Ergo, alleen via een Nexit. Het opzeggen van het VN-vluchtelingenverdrag (1951) zou technisch kunnen, maar het vormt wel een onderdeel van het Europese asielbeleid. Alleen het verdrag opzeggen verandert weinig aan de EU-verplichtingen (en de andere verdragen die werden gesloten in Europa en de Raad van Europa) en de jurisprudentie van het Hof van Justitie in Luxemburg en die van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.
5. (p. 8) De Nederlandse grensbewaking wordt in ere hersteld, pushbacks van asielzoekers die uit onze veilige buurlanden Nederland in willen komen
Commentaar: Volgens het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties en veel andere mensenrechtenverdragen mag je niet zomaar mensen terug de grens over zetten als er een kans is dat ze daar gevaar lopen. Dit heet het verbod van refoulement. Of iemand gevaar loopt, wordt onderzocht in een asielprocedure. Iedereen moet daarom altijd de kans krijgen om asiel aan te vragen. Met pushbacks krijgen vluchtelingen mogelijk niet de bescherming waar ze recht op hebben
Grenscontroles passen in beginsel niet onder het Schengenverdrag (Akkoord van Schengen 1985). Sinds 2011 mogen in drie gevallen tijdelijke grenscontroles plaatsvinden binnen de Schengenzone
Bij te voorziene omstandigheden zoals een sportevenement of politieke demonstratie
In urgente gevallen kunnen grenscontroles met een termijn van tien dagen worden ingevoerd. Daarna kan men telkens besluiten tot een verlening van twintig dagen, maar met een periode van maximaal twee jaar
Bij aanhoudende tekortkomingen. Dit kan worden vastgesteld in een evaluatierapport over een lidstaat. Een lidstaat heeft drie maanden om adviezen uit het rapport te implementeren. Wanneer er dan nog steeds sprake is van tekortkomingen, kan de Europese Commissie besluiten om artikel 26 van het Schengenverdrag in werking te laten treden. Grenstoezicht kan dan voor zes maanden worden ingevoerd, deze periode mag ten hoogste driemaal met een lengte van zes maanden worden verlengd
6. (p. 8) Nederland is geen islamitisch land: geen islamitische scholen, korans en moskeeën
BLADZIJDE 4
Commentaar: Strijd met art. 6 Grondwet en art. 23 Grondwet (en eigenlijk ook met artikel 1 en 7 van de Grondwet)
7. (p. 8) We willen minder islam in Nederland en dat bereiken d.m.v. minder niet-westerse immigratie en de introductie van een algehele asielstop
Commentaar: Mogelijk in strijd met artikel 6 Grondwet (hangt ervan af hoe het wordt vormgegeven en geformuleerd). Asielstop is in strijd met de VN en Europese vluchtelingenverdragen, alsook met de Dublinverordening van de EU
8. (p. 8): Verbod dubbele nationaliteit
Commentaar: Sommige landen staan het gewoonweg niet toe dat je afstand doet van je oorspronkelijke nationaliteit zoals Marokko (en nog heel wat andere landen in de wereld). Dat je buiten je schuld of eigen toedoen als Nederlander toch een dubbele nationaliteit hebt is niet op te lossen door of in Nederland alleen. Je kunt een dubbele nationaliteit dan ook niet zomaar verbieden – zie de artikelen 4 en 17 van het Europees Verdrag van 6 november 1997 inzake nationaliteit
Artikel 4. Beginselen
De regels inzake nationaliteit van elke Staat die Partij is, moeten zijn gebaseerd op de volgende beginselen
a. iedereen heeft recht op een nationaliteit
b. staatloosheid dient te worden vermeden
c. aan niemand mag willekeurig zijn of haar nationaliteit worden ontnomen
d. noch een huwelijk noch de ontbinding van een huwelijk tussen een onderdaan van een Staat die Partij is en een vreemdeling, noch de wijziging van nationaliteit door een van de echtgenoten tijdens het huwelijk tast automatisch de nationaliteit van de andere echtgenoot aan
Artikel 17. Rechten en plichten inzake meervoudige nationaliteit
1. Onderdanen van een Staat die Partij is, die in het bezit zijn van een andere nationaliteit, hebben, op het grondgebied van die Staat die Partij is en waarop zij verblijven, dezelfde rechten en plichten als andere onderdanen van die Staat die Partij is
2. De bepalingen van dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan:
a. de regels van het internationaal recht inzake diplomatieke of consulaire bescherming door een Staat die Partij is, van een van zijn onderdanen die tegelijkertijd een andere nationaliteit bezit;
b. de toepassing van de regels van het internationaal privaatrecht van elke Staat die Partij is, in gevallen van meervoudige nationaliteit
Het strijdt tevens met het discriminatieverbod van art. 1 van de Grondwet
9. (p. 8) Verbod op het dragen van islamitische hoofddoekjes in overheidsgebouwen inclusief de Staten-Generaal
Commentaar: in strijd met art. 6 Grondwet (godsdienstvrijheid) en art. 1 (gebod gelijke behandeling/discriminatieverbod) als je het zo algemeen door zou willen voeren (je kunt wel beperkingen aanleggen, kledingvoorschriften stellen voor overheidsfunctionarissen/ambtenaren e.d.)
BLADZIJDE 5
10. (p. 11) Geen EU-bemoeienis met Nederlandse sociale zekerheid en arbeidsmarkt
Commentaar: Via het vrije verkeer van werknemers, geregeld in de EU verdragen, is er altijd enige vorm van bemoeienis met de arbeidsmarkt. Die bemoeienis wegnemen kan alleen via een Nexit (uittreding art. 50 VEU)
11. (p. 14) Jihad-sympathisanten preventief opsluiten via administratieve detentie
Commentaar: dit is in strijd met artikelen 15 en 16 Grondwet (geen straf – detentie is dat – zonder voorafgaande strafbepaling, onschuldpresumptie (we gaan uit van iemands onschuld tot het tegendeel is bewezen), artikel 17 Grondwet (recht op eerlijk proces bij een onafhankelijke, onpartijdige rechter)
12. (p. 14) Vanaf 14 jaar altijd volwassenstrafrecht toepassen bij zeden en geweldsdelicten
Commentaar: Strijd met artikel 40 van Verdrag inzake de rechten van het kind, New York, 20-11-1989 (een ‘kind’ in dit verdrag is iedere persoon onder de 18 jaar)
Artikel 40
1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van ieder kind dat wordt verdacht van, vervolgd wegens of veroordeeld ter zake van het begaan van een strafbaar feit, op een wijze van behandeling die geen afbreuk doet aan het gevoel van waardigheid en eigenwaarde van het kind, die de eerbied van het kind voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van anderen vergroot, en waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van het kind en met de wenselijkheid van het bevorderen van de herintegratie van het kind en van de aanvaarding door het kind van een opbouwende rol in de samenleving
2. Hiertoe, en met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van internationale akten, waarborgen de Staten die partij zijn met name dat
a. geen enkel kind wordt verdacht van, vervolgd wegens of veroordeeld terzake van het begaan van een strafbaar feit op grond van enig handelen of nalaten dat niet volgens het nationale of internationale recht verboden was op het tijdstip van het handelen of nalaten
b. ieder kind dat wordt verdacht van of vervolgd wegens het begaan van een strafbaar feit, ten minste de volgende garanties heeft:
(i) dat het voor onschuldig wordt gehouden tot zijn of haar schuld volgens de wet is bewezen;
n kennis wordt gesteld van de tegen hem of haar ingebrachte beschuldigingen, indien van toepassing door tussenkomst van zijn of haar ouders of wettige voogd, en dat het juridische of andere passende bijstand krijgt in de voorbereiding en het voeren van zijn of haar verdediging;
(iii) dat de aangelegenheid zonder vertraging wordt beslist door een bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige autoriteit of rechterlijke instantie in een eerlijke behandeling overeenkomstig de wet, in aanwezigheid van een rechtskundige of anderszins deskundige raadsman of -vrouw, en, tenzij dit wordt geacht niet in het belang van het kind te zijn, met name gezien zijn of haar leeftijd of omstandigheden, in aanwezigheid van zijn of haar ouders of wettige voogden;
(iv) dat het er niet toe wordt gedwongen een getuigenis af te leggen of schuld te bekennen; dat het getuigen à charge kan ondervragen of doen ondervragen en dat het de deelneming en ondervraging van getuigen à decharge op gelijke voorwaarden kan doen geschieden;
BLADZIJDE 6
(v) indien het schuldig wordt geacht aan het begaan van een strafbaar feit, dat dit oordeel en iedere maatregel die dientengevolge wordt opgelegd, opnieuw wordt beoordeeld door een hogere bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige autoriteit of rechterlijke instantie overeenkomstig de wet
(vi) dat het kind kosteloze bijstand krijgt van een tolk indien het de gebruikte taal niet verstaat of spreekt;
(vii) dat zijn of haar privéleven volledig wordt geëerbiedigd tijdens alle stadia van het proces
3. De Staten die partij zijn, streven ernaar de totstandkoming te bevorderen van wetten, procedures, autoriteiten en instellingen die in het bijzonder bedoeld zijn voor kinderen die worden verdacht van, vervolgd wegens of veroordeeld terzake van het begaan van een strafbaar feit, en, in het bijzonder
a. de vaststelling van een minimumleeftijd onder welke kinderen niet in staat worden geacht een strafbaar feit te begaan;
b. de invoering, wanneer passend en wenselijk, van maatregelen voor de handelwijze ten aanzien van deze kinderen zonder dat men zijn toevlucht neemt tot gerechtelijke stappen, mits de rechten van de mens en de wettelijke garanties volledig worden geëerbiedigd.
4. Een verscheidenheid van regelingen, zoals rechterlijke bevelen voor zorg, begeleiding en toezicht; adviezen; jeugdreclassering; pleegzorg; programma’s voor onderwijs en beroepsopleiding en andere alternatieven voor institutionele zorg dient beschikbaar te zijn om te verzekeren dat de handelwijze ten aanzien van kinderen hun welzijn niet schaadt en in de juiste verhouding staat zowel tot hun omstandigheden als tot het strafbare feit.
13. (p. 27) Geen verbod pulsvisserij
Commentaar: Dat is een EU-regel (Visserij is een zowat geheel door de EU gereguleerde bedrijfstak – daar kan je niet eenzijdig en eind aan maken) – het Europees parlement heeft daarover besloten in 2019 en het Hof van Justitie EU heeft in 2021 beslist dat dat verbod in stand kan blijven
14. (p. 27) Verbod op ritueel slachten
Commentaar: Daar heeft de Raad van State al een paar keer eerder van gezegd dat dat in strijd komt met o.a. art. 6 van de Grondwet (dat was indertijd in aanloop naar de wet op bedwelmd slachten – initiatiefvoorstel Thieme 2019)
15. (p. 34) Politieke neutraliteit van de leraren
Commentaar: Strijd met de artikelen 1, 3 en 23 van de Grondwet
16. (p. 34) Forse beperking van het aantal buitenlandse studenten
Commentaar: Mogelijke strijd met EU regels: EU-studenten en derdelanders kan je hier niet over een kam scheren
17. (p. 43) Inzetten op intensieve samenwerking met andere landen met behoud van nationale soevereiniteit en dus zonder een politieke Unie als de EU is
Commentaar: bepaalde onderdelen van het buitenlands beleid binnen de EU behoren, op grond van de verdragen (verdrag van Lissabon 2009), exclusief tot de bevoegdheid van de EU organen. Die verdragen kan Nederland niet eenzijdig wijzigen. De EU is sinds 1992 (Verdrag van Maastricht) ook een politieke unie. Als je het door zou willen zetten leidt dat of tot een nietszeggend gebaar (we gaan
BLADZIJDE 7
er niet over) of een tot Nexit. De uitleg heeft het over een referendum. Dat bestaat nog niet op landelijk niveau in Nederland. Toch zo’n referendum organiseren leidt tot strijd met de artikelen 81 tot en met 89 van de Grondwet (er is wel een grondwetsherzieningsvoorstel in voorbereiding dat een bindend correctief referendum mogelijk zou gaan maken, maar zover is het nog niet)
(p.43) – 4 punten
18. Zetten wij in op het terughalen van onze miljarden uit Brussel en een fors lagere EU-afdracht. Nederland wordt netto-ontvanger in plaats van betaler
Commentaar: de afdracht zelf is een verdragsverplichting. Eenzijdig bepalen dat je netto-ontvanger zult worden kan niet. Hierover gaat de Europese Raad, samen met de Raad van Ministers (en de EU commissie) en ook het Europees Parlement
19. Geen overdracht van bevoegdheden aan de EU, maar het terughalen ervan
Commentaar: Als je bevoegdheden terug zo willen dan moeten daar de EU-verdragen voor worden gewijzigd (een opt out is alleen mogelijk bij het aangaan van de verdragen – als een soort voorwaarde. Dat kan niet tijdens de rit). Daar zullen dan de andere EU-lidstaten in mee moeten gaan. In 2008 en 2009 hebben we gezien hoe moeilijk dat is. Wil je eenzijdig niet meer gebonden zijn dan kan dat alleen via uittreding (art. 50 Verdrag betreffende de EU – de terugtrekking). Ergo, alleen via een Nexit
20. Behouden en in ere herstellen van al onze vetorechten
Commentaar: zie vorig commentaar
EINDE DOCUMENT
NIEUWSBERICHT OVER RECHTSSTATELIJKHEID PVV
RTL NIEUWS
ZIJN DE PLANNEN VAN DE PVV ONGRONDWETTELIJK?
DIT ZEGGEN EXPERTS EROVER
13 DECEMBER 2023
Verkenner Ronald Plasterk adviseert de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar te spreken over de vorming van een nieuw kabinet. Maar eerst moeten ze elkaar wel kunnen vinden op het gebied van de rechtsstaat en de grondrechten. NSC en VVD willen garanties van de PVV, zodat grondrechten gegarandeerd zijn. Drie hoogleraren staats- en bestuursrecht leggen uit waarom zo’n gesprek belangrijk is.
Uit het verslag van verkenner Ronald Plasterk is duidelijk geworden dat NSC-voorman Pieter Omtzigt pleit voor een ‘nadere verkenning ten aanzien van de rechtsstatelijkheid’. De partij van Omtzigt heeft moeite met voorstellen in het PVV-verkiezingsprogramma, bijvoorbeeld om de Koran, moskeeën en islamitisch onderwijs te verbieden. Ook de VVD heeft soortgelijke zorgen geuit.
In de ijskast?
Wilders heeft tijdens de verkiezingscampagne al gezegd dat hij bereid is deze wensen ‘in de ijskast’ te zetten. Omtzigt wil zeker weten dat ze daar dan ook blijven.
Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans is uitgesproken over de rechtsstatelijkheid van een aantal programmapunten van de PVV. Dat zijn ze niet, zegt de Leidse hoogleraar. “Door zaken uit de grondwet te halen, verander je het karakter en de ziel van de Grondwet. Dat kan niet. Dat wordt duidelijk uit de algemene bepaling die voorafgaat aan de Grondwet. Daar staat sinds een paar jaar het volgende: ‘De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat.'”
Als Wilders de Grondwet wil aanpassen, om bijvoorbeeld een verbod mogelijk te maken op islamitische scholen, korans en moskeeën, dan zou dat volgens Voermans direct in strijd zijn met artikel 6 en artikel 23 van de grondwet.
Eerlijk proces
Een ander PVV-programmapunt is jihad-sympathisanten preventief opsluiten via administratieve detentie. Volgens Voermans druist dat in tegen de artikel 15 en 16 van de grondwet. Die bepalen dat mensen geen straf kunnen krijgen zonder de strafbepaling en de zogenoemde onschuldpresumptie, waarbij wordt uitgegaan van iemands onschuld tot het tegendeel is bewezen. Ook is dat in strijd met artikel 17, die bepaalt dat mensen recht hebben op eerlijk proces bij een onafhankelijke, onpartijdige rechter.
Ingrid Leijten is hoogleraar staatsrecht aan Tilburg University. Ze wijst erop dat de rechtsstatelijkheid van de PVV van Geert Wilders niet alléén draait om de voorstellen die daarmee in strijd zijn. “We moeten ook kijken naar de houding van de PVV. Dat is van fundamenteel belang. Want het gaat eigenlijk ook om het niet helemaal serieus nemen van de spelregels die we in Nederland hebben afgesproken: de rechtsstaat.”
Leijten wijst bijvoorbeeld op eerdere opmerkingen van Wilders over rechters die hem geen eerlijk proces zouden geven. Daarmee zette hij de rechterlijke macht in een kwaad daglicht. En ook opmerkingen van Wilders over het verbod op moskeeën, waardoor het grondrecht vrijheid van godsdienst niet geldt voor moslims. “Het is een gebrek aan rechtsstatelijk bewustzijn”, zegt Leijten.
Grens overschreden
Dat Pieter Omtzigt er nu zo’n punt van maakt – spreken over rechtsstatelijkheid voordat er serieuzere inhoudelijke gesprekken worden gevoerd – is volgens Leijten dus goed. “Je moet een signaal geven dat er een bepaalde grens is overschreden, en dat we dat niet moeten willen.”
Hoogleraar Fundamentele Rechten Janneke Gerards wijst er net als haar twee collega’s op dat zo’n gesprek tussen politieke partijen over rechtsstatelijkheid verstandig is. “Het hele PVV-programma ademt ideeën die strijdig zijn met de rechtsstaat. Het is bij uitstek een goed idee om er eerst over te spreken, want als je het over rechtsstatelijkheid niet eens bent, dan kan je niet spreken over een regeerakkoord. Dat zijn zulke wezenlijke dingen, dan kan je niet verder.”
Diep gezonken
Gerards vindt het wel opmerkelijk dat het nodig is. “We zijn best wel diep gezonken als je het hierover moet hebben. Ik vind het heel erg dat het noodzakelijk is.”
Binnen de academische juridische wereld bestaan er volgens Gerards zorgen over het sentiment dat rechtsstatelijkheid volgens veel kiezers blijkbaar minder belangrijk is. “Grondrechten en de rechtsstaat zijn mooie verworvenheden van de afgelopen twee eeuwen. Daar kunnen we heel trots op zijn. En we vragen ons dus af wat er is misgegaan waardoor veel kiezers dit zo veel minder belangrijk vinden.”
EINDE BERICHT