TV FILM ”BEVRIEND” MET ONDERSTEUNER ISRAELISCHEOORLOGSMISDADEN, FILMACTRICE GAL GADOT/VIERDE REACTIE
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN IN DE BEZETTE PALESTIJNSEGEBIEDENILLEGAAL VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
BITTEREBIJPRODUCTEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTING
ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN IN DE BEZETTE PALESTIJNSEGEBIEDENILLEGAAL VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
GAL GADOT [IN HET MIDDEN] HOOFDROLSPEELSTER IN FILM ”RED NOTICE” DE INHOUD VAN FILM RED NOTICE WORDT IN TV KRANT. TV FILM, BESCHREVEN OP BLADZIJDE 8NIETS MIS MEE, WARE HET NIET, DAT DE ISRAELISCHE FILMACTRICEGAL GADOT WORDT AANGEDUID ALS ”VRIENDIN VAN TV FILM”ZEER OPMERKELIJK, AANGEZIEN DEZE GAL GADOT PROMOTOR VAN OORLOGSMISDADEN IS!
ZEG MIJ WIE UW VRIENDEN ZIJN EN IK ZAL U ZEGGEN WIE U BENT” AANRedactie TV FilmOnderwerp: Uw aanduiding van de Israelische filactrice Gal Gadot als ”Vriendin van TV Film” Geachte Redactie. Dit is nu al de vierde keer, dat ik u aanschrijf vanwege uw positievepromoting van de Israelische filmactrice Gal Gadot [1] en dit blijf ik doen.totdat u het Licht gezien hebt en stopt met deze onterechte vleiendeaandacht aan haar adres.De reden waarom u hiermee dient te stoppen, zou u inmiddels moeten weten,maar wederom leg ik het u aanstonds uit. PROMOTIE GAL GADOT Maar eerst uw promotie van filmactrice Gal Gadot: Op de Cover van TV film nr 23, 6 t/m 19 november anno Domini 2021is afgedrukt een promotiefoto van de film ”Red Notice” uit 2021 waaropafgebeeld Gal Gadot, geflankeerd door mede hoofdrolspelers Dwayne Johnson en Ryan Reynolds.Boven de foto staat de tekst”vod Gal GadotMooi rood is niet lelijk” Maar u gaat door:Op pagina 8 van deze aflevering van de TV Film is het volgende te lezen: RED NOTICE Vriendin van TV Film Gal Gadot steelt de show als kunstdief in de duurste film die Netflix ooit zelf produceerde: Red Notice. ”Red Notice” betekent, dat iemand op de mostwantedlijst van Interpol staat.Oplichter Nolan Booth [Ryan Reynolds] krijgt zo’n vermelding aan zijn broek.Daar heeft hij het ook wel naar gemaakt, en dat betekent concreet, dat agentJohn Hartley [Dwayne Johnson] er alles aan doet om hem in te rekenen.Ze krijgen het aan de stok met elkaar en met kunstdief Sarah Black [Gal Gadot].Het resultaat:een actiefilm vol special effects en spectaculaire vechtscenes.Daarnaast is er ook nog ruimte voor grappen en grollen.VANAF 12-11 OP NETFLIX EINDE BERICHT TV FILM TV FILM EN GAL GADOT Nu moet ik u een ding nageven [en misschien hebt u wel naar mijgeluisterd, wie weet]De overdreven lofzangen op Gal Gadot, die ik drie eerdere keren in uw TV Film gelezen heb [en bekritiseerd!] [2] ontbreken nu.Slechts een klein foto’tje op de Cover, een klein artikeltje oppagina 8.Ik vlei mij dus met de gedachte, dat we hier vooruitgang boeken.Maar wat mij WEL hindert, is dat u desondanks doorgaat met eenonwaardige promotie van iemand, die moreel thuishoort in de Hallof Shame!Daarover zometeen meer.
VRIENDIN VAN TV FILM Nu zult u opmerken, dat het logisch is, dat er in uw TV krant aandachtwordt besteed aan nieuwe films en de bijbehorende filmacteurs/actricesEn natuurlijk hebt u daarin gelijk.Maar aandacht besteden aan is nog niet hetzelfde als obsessief verheerlijken,van een filmactrice, zoals u zeker al drie keer gedaan hebt. [3]En hoewel nu minder lang en overdreven, hebt u zich hieraan weer schuldig gemaakt!Want u hebt niet alleen de inhoud van de film beschreven [wat natuurlijk normaal is], maar schrijft over Gal Gadot het volgende:””Vriendin van TV Film’ [bladzijde 8, TV Film, nr 23, 6 t/m 19 november] Is deze ”dame” de ”Vriendin” van TV Film?Als ik u was, zou ik maar zorgvuldiger zijn met wie u als ”vriend” of”vriendin” benoemt! EEN BOEKJE OPEN OVER UW ”VRIENDIN” GAL GADOT! Want deze Israelische filmactrice,Gal Gadot, die u uw ”Vriendin” noemt, heeft nare kanten.Niet alleen heeft zij gediend in het Israelische leger [4], dat zoals u weet, of althans behoort te weten, een bezettingsleger is, met alle daaraan gekoppelde onderdrukking en terreur [5], het is nog erger. Want nu kan men nog aanvoeren, dat militaire dienstplicht in Israel verplicht is en dat niet iedere Israelische soldaat, hoewel deze wel de bezetting van de Palestijnse gebieden in stand houdt, zich per definitie heeft schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden.Klopt. ECHTER: Uw ”Vriendin” filmactrice Gal Gadot, Deze ”beeldschone” filmactrice heeft zich van een weerzinwekkende kant laten zien door de moordende Israelische aanval op Gaza ”Protective Edge” uit juli-augustus 2014, te ondersteunen! Ik citeer de Britse krant The Independent: ”As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf”” [6]
Nou laat ik de politieke en verzetsbeweging Hamas even buiten beschouwing, zonder te ontkennen, dat Hamas zich zeker ook schuldig maakt aan ongerechtigheden [7] , maar daar gaat het hier niet om. Gadot verzwijgt niet alleen het feit, dat Israel bezettingsmacht is sinds 1967 en zich heeft schuldig gemaakt-en nog doet- aan onder andere misdaden zoals foltering, etnische zuiveringen, landroof [bouw en uitbreiding in bezet Palestijns gebied gebouwde illegale nederzettingen], apartheid en oorlogsmisdaden [8] In die specifieke Israelische militaire aanval op Gaza, waarvoor zij met haar [onschuldige] dochtertje bidt [wat een goddeloos Gebed!][9], heeft Israel zich schuldig gemaakt aan zware oorlogsmisdaden:In de aanval op Gaza in 2014 , waarvoor la Gadot heeft gebeden, zijn in twee maanden tijd 1391 Palestijnse burgers gedood, waaronder 526 kinderen [10], een VN school werd gebombardeerd [11], een ziekenhuis werd beschoten [12], moet ik doorgaan? Ik denk, dat dit wel een Beeld geeft.Wie een dergelijke misdadige aanval verdedigt, applaudisseert dus voor het doden van ongewapende burgers en kinderen en beschietingen van scholen en ziekenhuizen.
EPILOOG Als u doorgaat deze filmactrice te promoten, overdreven aandacht teschenken en nog erger:Uw ”Vriendin” te noemen, ziet u. als IV Filmkrant, er dus geenbeen in, iemand, die oorlogsmisdaden steunt, beschietingen op scholenen ziekenhuizen, tot uw ”Vriendenkring” te rekenen? Wat maakt dat u? Denk daar maar eens over na en houd ermee op, iemand,die het Gebed der Goddelozen bidt [13] en misdadige aanvallen steunt [14]een positieve promotie te geven, want het werpt een onuitwisbare Smetop u als TV krant.En vertel mij nu niet het Sprookje, dat u niet aan politiek doet, want dat doet u, door een aanhangster van oorlogsmisdaden positieve promotie te geven. Zou u dat ook doen, als een Noord Koreaanse filmactrice het NoordKoreaanse leger aanprees? Denk daarover na en hou ermee op u over deze filmactrice, die het moreel niet waard is, anders dan zakelijk uit te laten. Denk aan het spreekwoord waarmee ik deze brief ben begonnen: ”ZEG MIJ WIE UW VRIENDEN ZIJN EN IK ZAL U ZEGGEN WIE U BENT”
Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam NOTEN 1 T/M 14 Voor uw gemak ondergebracht in een link
”Gadot completed her two mandatory years of military service in the Israel Defense Forces, enlisted as a combat fitness instructor. WIKIPEDIA/GAL GADOT/EARLY LIFE
Israeli actress Gal Gadot – who was recently unveiled as the caped superhero in Zack Snyder’s new DC movie Batman v. Superman: Dawn of Justice – caused a stir by posting a message of support for the Israel Defence Forces via her official Facebook page, just days before a poster of her in character first debuted.
As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf” The post quickly garnered over 200,000 ‘likes’, and thousands of shares with fellow pro-IDF supporters. It also received more than 15,000 comments, both aggressively opposed to her position and stridently for it “Zionist israeli army is the biggest terrorist organisation!,” one follower responded. “Palestinians are facing ethnic cleansing ever since the zionist israelis started snatching land! What would you do if your land home and everything you had is being taken away constantly?[sic]”
Met grof geweld en arrestaties reageerde Hamas de afgelopen dagen op demonstraties in de Gazastrook tegen prijsverhogingen en de slechte leefomstandigheden. Tientallen betogers werden afgetuigd, honderden opgepakt. Palestijnse mensenrechtenorganisaties uiten zware kritiek op Hamas.
Wij willen leven!’ Onder dat motto gingen afgelopen donderdag, vrijdag en zaterdag inwoners van de Gazastrook de straat op om te demonstreren tegen de extreme leefomstandigheden en recente belastingverhogingen op voedsel en andere elementaire levensbehoeften. Op zeker zeven plaatsen betoogden zij tegen Hamas, de feitelijke bestuurder van Gaza, en tegen de Palestijnse Autoriteit (PA), de officiële machthebber die is gevestigd in Ramallah op de bezette Westelijke Jordaanoever.
Honger
De protesten zijn overwegend georganiseerd door jongeren uit vluchtelingenkampen die het leven in armoede en uitzichtloosheid zat zijn. Onder hen velen die niet eerder bij de organisatie van protesten betrokken waren, schrijft Haaretz (€). In Gaza wordt letterlijk honger geleden vertelt Samir Zaqut, onderdirecteur van de in Gaza gevestigde mensenrechtenorganisatie Al-Mezan, de krant:
In the past, poverty never reached the level of hunger. I can’t say that anymore: today there is definitely hunger. The demonstrations are part of the response to this difficult situation, especially among young people.
Politie- en veiligheidsdiensten van Hamas, zowel in uniform als in burger, traden hard op om de demonstraties de kop in te drukken. Betogers werden met pepperspray bespoten en met wapenstokken afgetuigd. Ook werd in de lucht geschoten. Journalisten zagen hun telefoons in beslag genomen, zodat ze geen opnamen van het geweld konden maken. Sommige burgers die opnamen maakten kregen ordetroepen over de vloer, die het materiaal in beslag namen.
Vele tientallen mensen raakten gewond. Bij een inval in het huis van een journalist werden twee daar aanwezige medewerkers van de Independent Commission for Human Rights (ICHR) afgetuigd en vervolgens korte tijd vastgehouden. Zaterdag werden vier medewerkers van Al-Mezan en twee andere organisaties met geweld opgepakt. Na ondervraging werden ze vrijgelaten.
Naar schatting zeshonderd mensen, onder wie 19 journalisten, zijn de afgelopen dagen opgepakt en vastgezet. Een aantal van hen is inmiddels op vrije voeten. Onduidelijk is hoeveel mensen nog vastzitten.
Steeds vaker protest tegen Hamas
Hamas beschuldigt de PA ervan achter de demonstraties te zitten. Bij sommige betogingen verschenen leden van de Al-Qassam-brigades, de militaire tak van Hamas, met posters van PA-president Mahmud Abbas en de tekst ‘Vertrek’.
De afgelopen twee jaar trachtte de PA Hamas met draconische maatregelen – het terugschroeven op zelfs stopzetten van betalingen voor elektriciteit, medische voorzieningen en ambtenarensalarissen – op de knieën te dwingen. Daarmee verergerde ze de dramatische effecten van de bijna twaalf jaar durende Israëlische blokkade. Het volledig stopzetten van de Amerikaanse hulp aan de Palestijnen door president Trump maakte de ellende nog groter.
Protesten van de bevolking van Gaza zijn doorgaans dan ook gericht tegen Israël, Trump en de PA. Maar steeds vaker wordt ook tegen Hamas gedemonstreerd, dat verantwoordelijk is voor de recente prijsstijgingen van eerste levensbehoeften. De hardhandige reactie van Hamas op de protesten maakte onder de bevolking opnieuw bittere kritiek los. Op Facebook regende het verontwaardigde statements van inwoners van Gaza.
Mensenrechtenorganisaties
Zware kritiek is er ook van Palestijnse mensenrechtenorganisaties, waaronder Al-Mezan, Al-Haq, de ICHR en het Palestinian Center for Human Rights (PCHR). Zij roepen de autoriteiten op de gevangenen vrij te laten en de vrijheid van meningsuiting, vergadering en demonstratie te respecteren, die is vastgelegd in de Palestijnse ‘Basic Law’ en het internationaal recht. Daarnaast willen zij dat onderzoek wordt ingesteld naar het geweld tijdens de ‘Opstand van de hongerigen’, dat schuldigen worden vervolgd en slachtoffers recht wordt gedaan.
Namens de Verenigde Naties veroordeelde Nickolay Mladenov, de Speciale Coördinator voor het Midden-Oosten Vredesproces, het optreden van Hamas. Ook hij benadrukte het recht van de bevolking om te demonstreren tegen misstanden:
The long-suffering people of Gaza were protesting the dire economic situation and demanded an improvement in the quality of life in the Gaza Strip. It is their right to protest without fear of reprisal.
Mars van Terugkeer-demonstraties afgelast
Voor het eerst in bijna een jaar werden afgelopen vrijdag de wekelijkse ‘Grote Mars van Terugkeer’-demonstraties bij het zogenoemde ‘grenshek’ tussen Gaza en Israël geannuleerd. Aanleiding daartoe vormden aanvallen van de Israëlische luchtmacht op honderd ‘Hamas-doelen’ in de voorafgaande nacht.
De aanvallen volgden op het afschieten van twee raketten vanuit Gaza in de richting van Tel Aviv eerder in de nacht. De raketten zouden per ongeluk zijn afgevuurd tijdens onderhoudswerkzaamheden, luidde achteraf de door Israël onderschreven verklaring. De raketten kwamen in open terrein terecht en richtten geen schade aan. Bij de Israëlische luchtaanvallen raakten vier Palestijnen gewond.
[QUESTION] 6 HOW CAN YOU ACCUSE ISRAEL OF APARTHEID WHEN ISRAELIVOTE IN NATIONAL ELECTIONS, HAVE PASSPORTS, MOVE FREELY,AND SERVE IN THE KNESSET? HUMAN RIGHTS WATCHQ & A: A TRESHOLD CROSSEDISRAELI AUTHORITIES AND THE CRIME OF APARTHEID AND PERSECUTION
”The establishment of the settlements contravenes international humanitarian law (IHL), which states that an occupying power may not relocate its own citizens to the occupied territory or make permanent changes to that territory, unless these are needed for imperative military needs, in the narrow sense of the term, or undertaken for the benefit of the local population.”
”It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory”
When a territory is placed under the authority of a hostile army, the rules of international humanitarian law dealing with occupation apply. Occupation confers certain rights and obligations on the occupying power.
Prohibited actions include forcibly transferring protected persons from the occupied territories to the territory of the occupying power. It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory. Any measure designed to expand or consolidate settlements is also illegal. Confiscation of land to build or expand settlements is similarly prohibited.
” They are doing so despite knowing that Israel’s settlements are illegal under international law, and a war crime.”
AMNESTY INTERNATIONAL
BY LISTING PROPERTIES AND ATTRACTIONS IN ISRAELI
SETTLEMENTS, DIGITAL TOURISM COMPANIES ARE PROFITING
FROM WARCRIMES
Digital companies are revolutionizing how the world does tourism. Corporations like Airbnb, Booking.com, Expedia and TripAdvisor, which dominate the multi-billion-dollar global online tourism industry, have become hugely successful. These companies all also list numerous hotels, B&Bs, attractions or tours in Israeli settlements in the Occupied Palestinian Territories (OPT). They are doing so despite knowing that Israel’s settlements are illegal under international law, and a war crime.
These companies also know that Israeli settlements have a negative impact on a vast number of human rights of the Palestinian population. This has been extensively documented by the United Nations and independent international organizations, including Amnesty International and many Palestinian and Israeli organizations. Any basic preliminary risk assessment by the companies would reveal that any business activity in or with settlements would unavoidably contribute to sustaining an illegal situation, as well as a regime that is inherently discriminatory and abusive of the human rights of Palestinians.
All four companies claim to operate under high ethical values and respect for the rule of law. However, none of these standards appears to influence the companies’ decisions in relation to settlement listings. In doing business with settlements, all four companies are contributing to, and profiting from, the maintenance, development and expansion of illegal settlements, which amount to war crimes under international criminal law. Their promotion of Israeli settlements in the OPT as a tourist destination also has the effect of “normalizing”, and legitimizing to the public what is recognized under international law as an illegal situation.
In a new report, Destination: Occupation, Amnesty International documents the ways in which digital tourism companies contribute to violations of human rights and act in direct contradiction with their own corporate standards.
[9]
As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.
“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas……..” THE INDEPENDENT
WONDERWOMAN GAL GADOT ON ISRAEL-GAZA ISRAELI ACTRESS’SPRO IDF STANCE CAUSES CONTROVERSY
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age”
”Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’………. ”Eerder op de dag had de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, al zijn afschuw uitgesproken over de beschieting van de VN-school in Rafah waar zo’n 3.000 Palestijnse vluchtelingen verbleven. Zeker tien mensen werden gedood toen een raket insloeg bij de ingang van de school, aldus medische bronnen in Gaza.”
Israël heeft een staakt-het-vuren afgekondigd in de Gaza-strook. Het leger spreekt van een ‘humanitair bestand’ dat op maandag geldt van 7 tot 14 uur.
Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’.
Diplomaten zijn verrast over de sterke bewoordingen die het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse zaken gebruikt. Vooral de worden ‘geschokt’ en ‘schandelijk’ worden als opmerkelijk bestempeld. ‘De Verenigde Staten zijn geschokt door de schandelijke beschieting vandaag van een VN-school in Rafah, waar zo’n 3.000 ontheemde mensen hun toevlucht hadden gezocht en waarbij minstens tien Palestijnse burgers tragisch om het leven kwamen’, stelt Washington.
‘De locatie van de school was, zoals alle VN-gebouwen in Gaza, herhaaldelijk medegedeeld aan het Israëlische leger. We benadrukken nog maar eens dat Israel meer moet doen om zijn eigen normen te handhaven en burgerslachtoffers te vermijden. VN-gebouwen, en in het bijzonder die die burgers opvangen, moeten worden beschermd en mogen niet gebruikt worden als basis van waaruit aanvallen worden gelanceerd. De verdenking dat militanten in de buurt van de VN-gebouwen opereren rechtvaardigt geen aanvallen die het leven van zoveel onschuldige burgers in gevaar brengt’, klinkt het.
VN
Eerder op de dag had de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, al zijn afschuw uitgesproken over de beschieting van de VN-school in Rafah waar zo’n 3.000 Palestijnse vluchtelingen verbleven. Zeker tien mensen werden gedood toen een raket insloeg bij de ingang van de school, aldus medische bronnen in Gaza.
Tientallen mensen raakten gewond. Veel Palestijnen hadden hun toevlucht gezocht tot de onderwijsinstelling die wordt gerund door de Verenigde Naties. Het Israëlische leger heeft nog niet gereageerd. Het is nog niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor de raketinslag. Ongeveer 3.000 Palestijnen hadden hun toevlucht gezocht in de school.
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, noemt de aanval ‘een morele schande en een misdaad’. Volgens Ban is het Israëlische leger meerdere keren geïnformeerd over de locatie van de school.
Van Rompuy
De Europese Unie heeft het aanhoudende bloedvergieten in de Gazastrook zondag nog eens nadrukkelijk veroordeeld. Bij monde van de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy en de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso werd het ‘onmiddellijke einde’ van de militaire acties geeist. ‘Alleen een onderhandelde oplossing gebaseerd op twee staten die elkaar respecteren kan tot vrede leiden’, stelt Van Rompuy.
Het Israëlische leger heeft toegegeven te hebben gevuurd nabij de VN-school. ‘Het Israëlische leger viseerde drie terroristen op de motorfiets nabij de school in Rafah’, stelt het leger in een mededeling. ‘De Israëlische defensie onderzoekt de gevolgen van die inslag.’ De Israelische regering kondigde in de nacht van zondag op maandag een ‘humanitair bestand’ af dat maandag van 7 tot 14 uur zou gelden.
Het is de derde aanval op een VN-school in de Gaza-strook in tien dagen tijd. Op 24 juli werd een school in Beit Hanoun getroffen en afgelopen donderdag werd een school in Jabaliya geraakt. Bij die twee aanvallen kwamen meer dan dertig Palestijnen om het leven. De Verenigde Naties legden verantwoordelijkheid voor het drama in Jabaliya bij Israël.
250.000
In de Gazastrook schuilen circa 250.000 mensen in gebouwen van de VN voor het Israëlische geweld. Volgens Israël is er vanuit de buurt geschoten. Vertegenwoordigers van de VN vonden raketopslagplaatsen van Palestijnse strijders in drie schoolgebouwen.
De raketinslag op de school in Rafah volgt op de aankondiging door de Israëlische premier Benjamin Netanyahu zaterdagavond dat het Gaza-offensief voorlopig zal worden doorgezet. Het leger zal zijn operaties zolang voortzetten totdat het doel is bereikt: ‘de vrede naar Israël terugbrengen’, zei hij zaterdagavond in Tel Aviv.
Vernietigen
‘We zullen alle tunnels vernietigen’, voegde hij eraan toe. ‘Het leger wordt zolang ingezet tot alle werk is volbracht.’ En dat bleek ook meteen. Bij meerdere luchtaanvallen zijn volgens Palestijnse bronnen zondagmorgen zeven mensen om het leven gekomen. Vijftien Palestijnen raakten gewond. Palestijnen die aan de kust wonen, vertelden dat de Israëlische luchtmacht zware bombardementen heeft uitgevoerd in verschillende Palestijnse gebieden.
Na de vernietiging van de tunnels van de ‘radicaal-islamitische’ Hamas zal Israël de situatie opnieuw evalueren en bijkomende stappen ondernemen die nodig zijn voor de veiligheid.
VN-chef Ban Ki-moon heeft in ongekend felle bewoordingen uitgehaald naar Israël. De beschieting van een school in Gaza, vanmorgen, noemde hij “een morele wandaad, een misdaad”.
“Dit is weer een grove schending van de internationale wetgeving. Het is duidelijk dat beide partijen Palestijnse burgers, VN-medewerkers en VN-gebouwen moeten beschermen.”
Bij de raketbeschieting door Israël op de school, waar vluchtelingen in verbleven, vielen tien doden. Ook raakten tientallen mensen gewond.
Onderzoek
Ban eist dat het incident snel wordt onderzocht en de verantwoordelijken worden gestraft. Een VN-woordvoerder zegt dat er 33 keer is gezegd dat de school door de VN gebruikt werd, de laatste keer een uur voor de aanval.
Afgelopen woensdag werd ook al een school getroffen die diende als schuilplek, daarbij kwamen zestien mensen om het leven.
De VS spreekt eveneens schande van de aanval. In een verklaring zegt een woordvoerder geschokt te zijn. “Het vermoeden dat er militanten dichtbij verscholen zitten, rechtvaardigt niet dat er zulke risico’s worden genomen met het leven van onschuldige burgers.”
EINDE NOS BERICHT
[12]
”We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people”
INTERNATIONAL RED CROSS
NO WONDER GAZANS ARE ANGRY.THE RED CROSS CAN’T PROTECT THEM
Three ICRC vehicles are leaving Shujaia. They have rescued 11 people from the rubble but the intense combat has forced them back. As they depart an angry crowd of Palestinians attacks the vehicles with stones and sticks. “You are useless,” the crowd shouts. “You must protect us.”
But we cannot. The anger is unpleasant and misplaced, but understandable. We do our utmost, risking the lives of our staff to rescue who we can, but we cannot end the conflict. As ever, humanitarian organisations are a sticking plaster, not the solution.
If your home in Gaza was being shelled, who would you call in desperation? On the night Israel’s ground offensive began intense fire struck north-east Gaza. The emergency services, including our partners at the Palestinian Red Crescent (PRCS), were overloaded. Many Gazans tried to telephone us. Our office switchboard couldn’t cope. In the dark violent hours of the night we could not send ambulances or restore the water supply or treat the injured dying of their wounds. Isolated and terrified, with nowhere to flee and no help in sight, the anger of Palestinian families grew.
Two nights later in Shujaia hundreds more families went through the same ordeal. Again ICRC staff and PRCS volunteers could do little. With no guarantees of safety it would have been folly to attempt a rescue. In the daylight a temporary ceasefire was agreed, at our request. It was quickly broken, but nevertheless several dozen injured were brought from their ruined homes to hospitals and hundreds took advantage of our presence on the spot to flee. It was little and late. No wonder the helpless families have accused us of callous disregard. When your one faint hope of help is snuffed out the intensity of disappointment is all the deeper.
Other accusations have been levelled.
We were charged with collaborating with the Israeli Defence Forces in the destruction of Wafa hospital. In truth, we sought to protect the hospital through our dialogue with both sides. When combat came perilously close we intervened to win time for a possible last-resort evacuation of gravely ill patients, many on life support.
We are upbraided for not taking sides and refusing to apportion blame. Given our strict political neutrality it is usual that we get criticised by all sides at different times. But the ICRC is not silent in the face of clear breaches of international law. We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people. We clearly denounce the indiscriminate rocketing of Israel. We stated categorically that even in the midst of warfare, people must be able to receive medical care in safety.
We are horrified at the death toll. We have repeatedly called for both sides to protect and spare civilians. We have warned of the need to protect Gaza’s perilously fragile water supply – many residents of the densely populated area are now without water, at the height of the scorching hot Mediterranean summer. Today our priority is the civilians, in Beit Hanoun and many other places all over Gaza. We are calling on all sides, based on the humanitarian imperatives of the situation, to ensure that their combat operations be conducted in accordance with the fundamental principles of international laws protecting civilians. But will our pleas for restraint, and the constant efforts of nearly 140 staff and more than 400 PRCS teams to rescue civilians and restock hospitals, be enough to quell the anger of grieving families? We hope so but we understand that it might not.
We do ask one thing: understand the limits of our role and look to the politicians to end this deadly, miserable conflict.
Jacques de Maio
Head of Delegation ICRC Israel and Occupied Territories
[13]
As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.
“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas……..” THE INDEPENDENT
WONDERWOMAN GAL GADOT ON ISRAEL-GAZA ISRAELI ACTRESS’SPRO IDF STANCE CAUSES CONTROVERSY
Afghanistan beleefde de afgelopen dagen de overgang naar een volgende fase in een reeks oorlogen. De bezetting van het land door de VS en haar bondgenoten is voorbij, maar heeft het land in nieuwe ontreddering achtergelaten.
Hoe het verder gaat? De VS is overgegaan tot oorlog-op-afstandsbediening, met high-tech wapens maar zonder soldaten die kunnen omkomen. Drones hebben immers geen vrienden en familieleden die kunnen rouwen en boos kunnen worden op degenen die ze de oorlog in hebben gestuurd. In die oorlog staan VS en de nieuwe Taliban-machthebbers voor de verandering weer eens aan de zelfde kant: tegen ISKP, de plaatselijke IS-franchise.
De Taliban zelf laten intussen zien dat hun toezeggingen – we willen geen wraakacties, gaat u toch rustig weer aan het werk, u wordt geen haar gekrenkt, dat taaltje – minder waard zijn dan de kogels waarmee ze intussen her en der mensen om het leven brengen wegens ‘collaboratie’. Zo’n lot trof intussen plaatselijke politiecommissarissen van het vorige bewind (1) – met wie een al te groot medeleven trouwens een beetje misplaatst is. Het betrof hier immers een bewind van corrupte afpersers, een bewind dat zonder grootschalige Westerse militaire en financiële steun als een kaartenhuis ineen zakte zodra iemand er een duw tegen gaf. Politiecommissarissen van dat bewind waren vaak gevreesd en gehaat, en dat was maar al te vaak niet ten onrechte. Dit slag mensen aanduiden als ‘collaborateurs’ met een wel degelijk gehaat en koloniaal bewind, is geen onzin.
Dat rechtvaardigt nog geen Taliban-moord op zulke functionarissen. Maar we moeten niet doen alsof het Taliban-geweld tegen zulke mensen volledig gratuit was en volstrekt geen logica of context had. En dat overwinnaars wraak nemen op verliezers past in burgeroorlogen en is geen uitvinding van de Taliban. Ja, het is een schande om functionarissen en medewerkers van het vorige bewind zomaar af te maken. Dat dit honderd zo sterk geldt waar het familieleden van tegenstanders betreft, is evident. Maar laten we niet doen alsof de Taliban volstrekt uniek zijn op dit punt.
En nu we toch bezig zijn, al die tolken in nood, dat wil ik ook even genoemd hebben. Die lopen levensgevaar voor zover ze niet tijdig hebben kunnen vluchten. Laat ik beginnen met zeggen dat het terecht is dat deze mensen geholpen werden (en worden) om weg te komen met hun familie, dat het een schande is als ze noodgedwongen zich achtergebleven omdat Nederland weer eens te laat begon met maatregelen te nemen richting evacuatie, en dat Nederland nog steeds een stuk verantwoordelijkheid voor de veiligheid van deze mensen heeft. Als we morgen horen dat sommigen van zulke achterblijvers door Taliban-strijders zijn afgemaakt, dan kleeft hun bloed ook aan de handen van Rutte en zijn kabinet, dat intussen een staat van dienst heeft waar het gaat om mensen de dood in jagen. Maar ik heb wel een paar vragen.
Wat is de rol van vertalers in en voor een bezettingsregime? Hoeveel daarvan assisteerden bezettingstroepen en het door die troepen overeind gehouden corrupte gezag bij opsporingsacties in dorpen, bij het verhoren van opgepakte dorpelingen in streken waar de Taliban actief was? En hoe denk je dat zulke verhoren verliepen? Ook als het bij tolkenwerk geen verhoorsassistentie betrof: wat doet een tolk voor een bezettingsleger? De bezettingsmacht – die in Afghanistan helemaal niets te zoeken had – helpen om effectiever te functioneren, een functioneren dat geen enkele legitimiteit had. Allemaal absoluut geen reden waarom deze mensen nu zouden mogen worden opgeofferd en door de Taliban afgeslacht. Veel van deze mensen zullen hun helemaal niet geweldig betaalde rol hebben vervuld uit economische noodzaak, niet zozeer uit overtuiging. Maar laten we ervoor waken om deze mensen enkel en alleen als slachtoffers te zien. Aan hun huidige slachtofferschap ging immers een geschiedenis vooraf. Die geschiedenis bestaat nu eenmaal niet alleen uit Taliban-schurken tegenover onkreukbare helden.
Slachtoffers zijn deze tolken nu: van de Taliban, en van hun vroegere bazen door wie ze nu in de steek zijn – of dreigen te worden – gelaten. Eergisteren hielpen ze echter nog die vroegere bazen, en die bazen waren geen slachtoffers maar koloniale daders. Dat die koloniale daders er vroeg of laat de brui aan zouden geven en zich maar al te vaak niet al te zeer zouden bekommeren om hun plaatselijke personeel, dat kon je dus twintig jaar lang aan zien komen. Dit is hoe koloniale bezettingsoorlogen immers plegen te eindigen. Ex-KNIL-soldaten van Zuid-Molukse herkomst en hun nakomelingen, Nepalese Gurkha’s, Papoea’s die zich allerlei Nederlandse beloften maar al te goed voor de geest kunnen halen, ze kunnen er allemaal over meepraten. Wie zich verbindt aan een koloniaal, corrupt en gediscrediteerd bewind en daarop vertrouwt, komt vrijwel altijd bedrogen uit. Dat geldt dus ook voor die Afghanen die, soms met grote loyaliteit en doorgaans tegen een slechts matig inkomen, jarenlang het koloniale gezag trouw hebben gediend. Hun lot is wrang en tragisch. Maar hun lot kan nauwelijks verrassend worden genoemd.
Geen misverstand overigens, ik gaf het al aan: deze mensen, tolken, leden van het ambassadepersoneel en hun familieleden, noem maar op, allemaal hebben ze nu gewoon recht op een veilig heenkomen. Waar Nederland deze mensen in dienst had, is Nederland het land waar ze heen horen te kunnen gaan, zonder verdere mitsen en maren. Geen terughoudendheid, geen benepenheid! Maar dat veilig heenkomen komt ze toe vanwege hun mens-zijn, vanwege het feit dat ze in levensgevaar zijn bovendien. Niet vanwege hun verdiensten voor het koloniale gezag, al kunnen we dat gezag natuurlijk wel aanrekenen dat ze zelfs hun eigen personeel zo laat stikken. Maar de kern is: niemand verdient het lot dat de Taliban voor deze mensen in petto heeft. Niemand. Voor mensen die gevaar lopen vanwege journalistiek werk of inzet voor mensenrechten, is de noodzaak om ze een veilige plek te helpen vinden makkelijk te zien. Maar het geldt ook voor al die anderen die in groot Taliban-gevaar zijn beland, ook als ze een flink stuk minder waardering voor hun werkzaamheden verdienen. Solidariteit en zorgzaamheid dient hier categorisch en universeel te zijn.
De terreur van de nieuwe machthebbers is intussen veel breder en treft bepaald niet alleen mensen die het oude bewind actief assisteerden. Ik lees op Countervortex dat dichtbij de Panjshir-vallei een zekere Fawad Andarabi door de Taliban is vermoord.(2) Dat vond plaats op 29 augustus 2021. Andarabi was folkzanger. Volgens een minister van het oude regime zou hij ‘recent gezongen hebben dat “onze mooie vallei, land van onze voorvaderen” zich niet zou onderwerpen aan Taliban-bestuur’. Hier gaat het gewoon om moord van een kritische muzikant, een moord die ook nog eens past in het streven van de Taliban om muziek uit te bannen. Je mag aannemen dat er zich veel meer van dit soort verschrikkingen afspelen – vooralsnog vooral buiten de hoofdstad Kaboel, zolang uit Kaboel zelf nog vrij eenvoudig nieuws naar buiten komt.
De bezettingsoorlog is voorbij. Maar de oorlog van gewelddadige autoritaire machten tegen de bevolking gaat dus in volle scherpte en iets gewijzigde verhoudingen verder. Het is goed om te zien dat de verschrikkingen mensen iets kunnen schelen, zoals op de opvallend grote en levendige demonstratie ‘Elke Afghaan een veilig bestaan’ op 28 augustus (3) duidelijk bleek.
SUPERMARKT VOMAR, STOP MET DE VERKOOP VAN ISRAELISCHEPRODUCTEN!
ISRAELISCHE BOMBARDEMENTEN OP GAZA IN MEI 2021/TERREUR EN BEZETTING/BRIEF AAN DE LEDEN VAN DE COMMISSIE BUITENLANDSE ZAKEN VAN DE TWEEDE KAMER
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
VOMAR, VERKOOP GEEN MANGO’S UIT ISRAEL! 1 11201×639
AANSUPERMARKT VOMARFILIAAL AMSTERDAMSE POORT Directie en Management
Geachte DirectieGeacht Management, Als trouwe klant van de Vomar ben ik doorgaans tevreden, zowel overhet uitstekende aanbod/assortiment, als over de verleende service.Recentelijk is er echter iets gebeurd, dat mijn verontwaardiging heeft opgewekt, vandaar deze briefmail. Toen ik afgelopen vrijdag de Vomar weer bezocht, deze keer uw filiaalAmsterdam Amsterdamse Poort, welgemoed en vrolijk, nam ik zoals gebruikelijkeen reclamefolder, lopend van zondag 29 augustus t/m zaterdag 4 september[zoals te doen gebruikelijk bij Vomar] en zag, dat er mango’s in deaanbieding waren [voor 0,99 cent, leuk, scherp prijsje!]Maar komend bij de groenteafdeling werd mijn woede opgewekt ISRAEL!Want zoals u al aan bovenstaande capital uitroep kunt zien, lasik op de doos waarin de mango’s zaten, dat deze uit Israel kwamen.En dat is ZO fout! Eigenlijk een schande, dat ik u in onderstaande moet uitleggen, hoe fout dat is! ISRAEL, BEZETTINGSSTAAT U zult weten, hoort dat althans te weten, dat de Staat Israel reeds 54 jaar de Palestijnse gebieden de Westelijke Jordaanoever, Gaza [1] en Oost-Jeruzalem bezet houdt.En alsof dat al niet erg genoeg is, heeft die bezetting [zoals alle vreemdebezettingen, overal ter wereld] veroorzaakt onderdrukking, vernederingen,[oorlogs] misdaden.Ik kan en wil die hier niet allemaal opsommen [trouwens, die lijst is onuitputtelijk], maar ernstige voorbeelden zijn de recente Israelische luchtaanvallen op Gaza, waarbij in korte tijd zeker 197 doden gevallenzijn, onder wie 58 kinderen en honderden mensen gewond geraakt zijn. [2] Dit alles was een escalatie van huisuitzettingen van Palestijnse families inhet bezette Oost-Jeruzalem, om plaats te maken voor kolonisten! [3]En zoals u zult weten, zijn kolonisten bewoners van in bezet gebied gestichtenederzettingen, die illegaal zijn volgens het Internationaal Recht [4] EN regelrechte landdiefstal, omdat zij worden gebouwd op gestolenPalestijns land of, zoals in het geval van Oost-Jeruzalem bij die uitgezettePalestijnse families, gestolen Palestijnse huizen.Waarbij Israelische kolonisten vaak ook nog eens verantwoordelijk zijnvoor bijna dagelijks geweld tegen de bezette Palestijnse bevolking! [5] EN to add insult to injury, tijdens die confrontaties mbt tot de huisuitzetingenin Oost-Jeruzalem heeft het Israelische leger in die tijd ook nog eensde Al Aqsa Moskee bestormd! [6]Een Godshuis! En dan nog in herinnering de Israelische militaire aanval op Gaza ”Protective Edge”,in 2014 waarbij Israel zich schuldig heeft gemaakt aan zware oorlogsmisdaden:In twee maanden tijd zijn meer dan 1400 mensen gedood [voornamelijkburgers], waaronder 526 kinderen, een VN school werd gebombardeerd, een ziekenhuis beschoten! [7]Welcome in the House of Horror! ISRAEL, APARTHEIDSSTAAT Maar er is nog meer Ellende!Want Israel is een Apartheidsstaat, zoals ook is bevestigd doormensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een uitgebreid rapport. [8]Ik ga dat hier niet uitgebreid bespreken [ik heb meer te doen en aanstippenlijkt mij wel voldoende voor het doel van deze mail], maar een voorbeeld is watIsrael verstaat onder een ”rechtssysteem” Waar er in Israel sprake is van een gewoon rechtssysteem voor burgers,komen burgers in de Bezette Palestijnse Gebieden voor een MilitaireRechtbank! [9]Niet alleen een idiote rechtsongelijkheid en daarvoor groffe discriminatie, maar sinds wanneer komen niet militairen voor een Militaire Rechtbank?
FOUT!FOUT!FOUT!/GEEN MANGO’S MEER UIT ISRAEL! U zult nu hopelijk begrijpen, hoe fout het is, dat u nog mango’s en ookandere producten [ik heb bij uw filiaal in de Amsterdamse Poort ookweleens aardappelen uit Israel gezien!] verkoopt uit een land, dat bezettingsmacht is, land van de [Palestijnse] bevolking steelt, Palestijnseburgers hun eigen huis uitzet, scholen en ziekenhuizen bombardeert, oorlogsmisdaden pleegt.En als klap op de Vuurpijl nog folterpraktijken als ondervragingstaktiekhanteert! [10] Populair gezegd:Een Gangsterregime, dat onderdrukt, steelt, bezet Wanneer u producten uit een dergelijk land afneemt, faciliteert u de bezettingseconomie en houdt u het Kwaad van bezetting en onderdrukking tot stand. Ik verwacht dus, neen ik EIS van u, dat u per direct stopt,producten uit Israel te verkopen. Mocht u daarmee doorgaan, dan vindt u mij op uw Pad en ook andere,invloedrijkere mensen en instantikes. Ik hoop dus, dat u aan mijn Oproep gehoor geeft. Vriendelijk bedankt voor het lezen van deze Brief Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam P/S Deze brief is tevens als link [te zien op mijn website] doorgestuurdnaar het contactformulier van de Vomar
[1] GAZA IS NOG STEEDS BEZET GEBIEDZIE WAT MENSENRECHTENORGANISATIE HUMAN RIGHTS WATCH HIEROVER ZEGT, GEBASEERD OP HET INTERNATIONAAL RECHT ”“The removal of settlers and most military forces will not end Israel’s control over Gaza,” said Sarah Leah Whitson, Executive Director of Human Rights Watch’s Middle East and North Africa Division. “Israel plans to reconfigure its occupation of the territory, but it will remain an occupying power with responsibility for the welfare of the civilian population.” HUMAN RIGHTS WATCHISRAEL: ”DISENGAGEMENT” WILL NOT ENDGAZA OCCUPATION https://www.hrw.org/news/2004/10/28/israel-disengagement-will-not-end-gaza-occupation
[2] ”Volgens het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid zijn sinds maandag 197 Palestijnen om het leven gekomen, onder wie 58 kinderen. Ook zijn er zeker 1235 gewonden gevallen.” NOSUREN NA TOESPRAAK NETANYAHU OPNIEUW ISRAELISCHE LUCHTAANVALLEN OP GAZA
[3] ”Huisuitzettingen Vrijdagavond escaleerde opnieuw het geweld tussen Israëlische politie en Palestijnse demonstranten in Jeruzalem, vooral vanwege de dreigende huisuitzettingen van Palestijnse families in Oost-Jeruzalem.” NRCFRUSTRATIES IN JERUZALEM BEREIKEN GEWELDDADIG KOOKPUNT
OVER DE ILLEGALITEIT VAN DE ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN,VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT HET RODE KRUIS:
”It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory”
WHAT DOES THE LAW SAY ABOUT THE ESTABLISHMENT OF SETTLEMENTS
05-10-2010 FAQ
When a territory is placed under the authority of a hostile army, the rules of international humanitarian law dealing with occupation apply. Occupation confers certain rights and obligations on the occupying power.
Prohibited actions include forcibly transferring protected persons from the occupied territories to the territory of the occupying power. It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory. Any measure designed to expand or consolidate settlements is also illegal. Confiscation of land to build or expand settlements is similarly prohibited.
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age”
”Israël heeft een staakt-het-vuren afgekondigd in de Gaza-strook. Het leger spreekt van een ‘humanitair bestand’ dat op maandag geldt van 7 tot 14 uur.
Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’.
””Israel has maintained military rule over some portion of the Palestinian population for all but six months of its 73-year history. It did so over the vast majority of Palestinians inside Israel from 1948 and until 1966. From 1967 until the present, it has militarily ruled over Palestinians in the OPT, excluding East Jerusalem. By contrast, it has since its founding governed all Jewish Israelis, including settlers in the OPT since the beginning of the occupation in 1967, under its more rights-respecting civil law.”
RAPPORT
HUMAN RIGHTS WATCH
A TRESHOLD CROSSEDISRAELI AUTHORITIES AND THE CRIME OF APARTHEID AND PERSECUTION
”A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.”
ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK
Het is verleidelijk om te proberen om de actualiteit in Afghanistan op de voet te volgen. Ik bezwijk voor die verleiding, voor zover ik het nieuws uit het geterroriseerde land tot me blijf nemen. Ik weersta de verleiding, waar het gaat om het vervolg van mijn Afghanistan-reeks. Het wordt tijd om een grote snoekduik te nemen in de recente, maar ook de niet zo heel recente geschiedenis van Afghanistan.
We kunnen heel ver terug als we willen: waar nu Afghanistan ligt, wonen al heel lang mensen. De regio heeft een indrukwekkende geschiedenis. In recente eeuwen was het vooral een gebied aan de rand van diverse strijdende imperia, terrein aan de marges van de regio waar ‘het’ voornamelijk gebeurde. Dat was echter lang niet altijd het geval. De diverse Perzische rijken uit de oudheid omvatten veelal wat nu Afghanistan is, en dan niet als randzone maar deels als kerngebied. De Macedonische veroveraar Alexander de Grote is ook op bezoek geweest in het land. Zijn rijk viel uiteen, en uit een van de opvolgersrijken in de regio waar nu Afghanistan ligt, kwam een Helleense cultuur voort in wat als het Grieks-Bactriche rijk bekend is geworden. Dat was rond de tijd toen het Boeddhisme ingang en wijde verspreiding vond, een Boeddhisme waarvan de door het eerdere bewind van de Taliban in 2000 verwoeste beelden getuigden. In het begin van de Westerse jaartelling domineerde het Kushan-rijk, waarin het Boeddhisme gesponsord werd door de heersers. Iets later, in de eerste eeuwen van de Westerse jaartelling, viel Afghanistan onder een groot voor-Indisch rijk, onder het Maurya-vorstenhuis. In wat in Europa de Middeleeuwen heet, won de Islam terrein in de regio.
In de dertiende eeuw waren er de bloedige veldtochten van Dzjengiz Khan. Een van diens opvolgers, Timoer Lenk, vestigde een rijk in het huidige Afghanistan, met als hoofdstad Herat, dat ‘onder de Timoeriden een van de belangrijkste steden van de wereld zou worden’, zo leren we op het onvolprezen Wikipedia.(1) . Men sprak wel van de Timoeridische renaissance, vergelijkbaar met haar naamgenoot in Italië, om de culturele bloei van het gebied in die tijd tot uitdrukking te brengen.(2) Het is slechts een hele kleine selectie van rijken, dynastieën en culturen die ik noem om te laten zien dat het gebied niet altijd alleen maar grensgebied in de verte was, maar een regio met een hoofdrol. Echte hoofdrolspelers blijven ook in dat overzicht natuurlijk buiten beeld: de mensen die de paleizen moesten bouwen, de mensen die het voedsel moesten verbouwen en maar een fractie van de oogst in eigen magen zagen verdwijnen.
Belangwekkend als meer rechtstreekse achtergrond van de huidige ellende wordt de geschiedenis vanaf de achttiende eeuw. In 1747 veroverde Ahmad Khan, officier in de Perzische legermacht die de baas was destijds, de macht en begon voor zichzelf. Daarmee begon de recente Afghaanse staat vorm aan te nemen. Van die staat dienen we ons geen al te grootse voorstelling te vormen trouwens. Buiten de steden was de macht ervan hoogst beperkt, en de overgrote meerderheid van de bevolking woonde op het platteland.
De sociale verhoudingen in het gebied zou je kunnen typeren als feodaal, en dat zou tot laat in de twintigste eeuw zo blijven.(3) De bazen op het platteland waren de grootgrondbezitters, landeigenaren voor wie de straatarme bevolking moest werken. Die bevolking bestond uit deelpachters, mensen die de grond mochten gebruiken, maar bepaald niet voor niets. Ze verbouwden graan of weidden het vee, en waren verplicht om een flink deel van de opbrengst aan de landeigenaar af te staan. De uitbuiting ging dus niet via loonarbeid, zoals in het moderne kapitalisme. De uitbuiting ging via deze deelpacht. Tussen landheren en deelpachters in stonden de kleine zelfstandige boeren. Ook bepaald niet rijk, maar iets minder beroerd af dan de geknevelde deelpachters. Voor zover er een overheid was waar de plattelandsbevolking iets van merkte, was die – surprise, surprise – op de hand van de landheren.
Centrale economische eenheid was de boerenfamilie, bijeengehouden in uiterst hiërarchisch en patriarchaal verband, met het familiehoofd als de baas met verregaande zeggenschap overde anderen, veel sterker over vrouwen en dochters dan op mannelijke familieleden. Vrouwen waren nog net geen bezit, maar het scheelde weinig. De hele zaak werd ideologisch gerechtvaardigd met de godsdienst, en dat was in deze tijd ook al de islam. Een patriarchaal wereldbeeld hield alles op zijn plek. Het is overigens sterk de vraag of dit zich zo scherp aftekende en zo rigide was als in de twintigste eeuw. De traditionele islam van Afghanistan was doortrokken van mystieke elementen van Soefi-achtergrond, en dat is geen recept voor al te starre orthodoxie. Gaandeweg zou dat veranderen.
Je had dus – waar eigenlijk niet – de klassenverhoudingen, de tegenstelling tussen arm en rijk, vormgegeven langs feodale lijnen. Daarnaast en ermee verweven was het patriarchale en vrouwenonderdrukkende familieverband. Hoe zat het met dat derde thema waar in recenter tijd zo veel om te doen is, de etnische samenstelling? Welnu, aan diversiteit geen gebrek op dat punt. Wat wil je, met die opeenvolging van rijken, culturen en dergelijke waarvan ik iets heb geschetst? Het was niet de scheidslijn die het later zou worden, maar het speelde wel mee. De bevolking bestond en bestaat uit Pashtuns, de grootste minderheid, vooral in het zuiden en oosten; uit Tadzjieken en Oezbeken, vooral in het noorden; uit Hazara’s in het westen van het land, en uit nog tal van andere kleinere groepen. Pashtuns domineerden vaak: de koningen vanaf 1747 waren van Pashtun-herkomst, latere politieke leiders veelal ook, en dat bleef zo toen een Communistische partij het land in 1978 overnam maar zich zonder Russisch leger niet wisten te handhaven. De huidige Taliban zijn ook een Pashtun-beweging.
Heersers uit niet-Pashtun-kringen zijn uitzonderingen. En ja, onder Pashtuns en anderen was er een neiging op Afghanistan op te vatten als land van de Pashtuns. Maar je kunt niet zeggen dat niet-Pashtuns per definitie onder de heerschappij van ‘de Pashtuns’ vielen. Oezbeken en Tadzjieken waren geen ‘onderdrukte naties’ die zuchtten onder een ‘Pashtun-juk’. En natuurlijk waren ook de meeste Pashtuns gewoon straatarm en onderworpen, destijds en nog steeds. Wat wel relevant was, is de godsdienst: de islam. Ja, vrijwel alle Afghanen waren dus moslims. Maar waar de grote meerderheid een Soennitische islam aanhing, waren de Hazara’s Sjiiten.
Er waren natuurlijk ook nog de steden. Daar woonden ambachtslieden en handelaars, plus de bestuurders van het land, de koning of emir en diens entourage. Van industrialisatie was pas in de twintigste eeuw sprake, en ook toen kreeg die bepaald geen vleugels. Verstedelijking kwam er wel, maar eigenlijk kreeg ook dat pas vaart in de afgelopen decennia. En mensen werden in die latere tijd eerder naar de stad gedreven door de uitzichtloosheid en de oorlogen op het platteland dan door de aantrekkingskracht die de steden op zichzelf hadden. Kaboel werd een miljoenenstad, vooral omdat en in zoverre het platteland alsmaar onleefbaarder werd vanwege terreur en afpersing, luchtaanvallen en beschietingen. Maar wel lopen nogal op de zaken vooruit, we gaan terug naar de achttiende eeuw, en snel door naar de negentiende.
Aanvankelijk had de zich vormende Afghaanse staat ook greep op flinke delen van wat nu Pakistan is, met name in de Punjab. Die raakte Afghanistan gaandeweg kwijt, waarmee een gebied met flinke landbouw- en dus belastingopbrengsten wegviel. De ambitie om die terug te winnen was een van de thema’s van de politiek van de Afghaanse monarchie. In de negentiende eeuw droeg dat bij aan spanning met een van de grote mogendheden: Groot-Brittannië dat in het voor-Indisch schiereiland – de regio die nu India en Pakistan omvat – zich als koloniale machthebber had gevestigd. Tegelijk was er een ander koloniaal rijk in opkomst, aan de noordgrens van Afghanistan: Rusland. Het Britse en het Russische rijk waren rivalen. Ze zochten allebei invloed in Centraal- en Zuid-Azië. De strijd om invloed tussen deze mogendheden in de regio kwam bekend te staan als The Great Game. Ze wilden dan ook allebei invloed in Afghanistan, dat in een soort vuurlinie kwam te liggen. De angst dat Afghanistan, met Perzische hulp, haar eerder kwijtgeraakte territoria terug wil, plus de angst dat Afghanistan onder Russische invloed zou komen, dreef de Britse heersers tot oorlog in Afghanistan. Dat werd een koloniale afgang. Britse soldaten bezetten steden en versloegen Afghanen. Maar toen een Brits leger een vrije doortocht had bedongen van Kaboel naar Jalalabad, bleken heel veel gewapende Afghanen daar anders over te denken. Van een leger van ruim 16.000 mensen – soldaten en ondersteunend personeel – kwam volgens overlevering slechts een enkeling, de daardoor in de geschiedenisboeken belande Dr. Bryant – levend en op vrije voeten in Jalalabad aan. Helemaal kloppen deed dat niet, maar het Britse debacle was onmiskenbaar. De Eerste Anglo-Afghaanse oorlog (1839-1842) was daarmee nog niet voorbij, maar van een doorslaand koloniaal succes was hoe dan ook geen sprake.(4)
Je zou misschien denken: die Britse koloniale machthebbers hadden hun lesje geleerd en doe geen moeite verder. Nee dus, koloniale heersers zijn hardleers… In 1878 begon een tweede Anglo-Afghaanse oorlog. Die duurde tot 1880, en kende dezelfde dynamiek als de eerste. Nu bereikte het Britse rijk iets meer: Afghanistan werd een Brits protectoraat. In de binnenlandse verhoudingen veranderde vrij weinig, het Britse gezag was daar hooguit indirect merkbaar. Maar haar onafhankelijkheid was de Afghaanse staat wel kwijt. De binnenlandse macht kwam in handen van emir Abdul Rahman. Die verwierf zich een bijnaam: de ijzeren emir. Een keihard binnenlands bestuur was van die bijnaam de achtergrond, een bestuur dat tegelijk wel hele bescheiden moderniseringen doorvoerde, van het leger en het bestuur. Ook daarvan zal de overgrote meerderheid van de bevolking weinig hebben gemerkt, of het moest zijn dat ordehandhavers iets modernere wapens inzetten tegen opstandige mensen.
Belangrijke gebeurtenis uit deze periode werd het vaststellen van een grens tussen Brits-Indië en Afghanistan. Dat gebeurde in 1893 door een zekere Mortimer Durand, en de grens ging dus de Durand-lijn heten. Relevant voor het vervolg was dat Pashtuns aan beide kanten van die Durand-lijn woonden. Pashtuns vormden dus grootste bevolkingsgroep van Afghanistan, maar er waren ook hele veel Pashtuns die in Brits-Indië, en na het vertrek van het Britse gezag dus in Pakistan, woonden. Dat had consequenties. Die waren er trouwens al eerder, want bij het afbakenen van de grens kwamen Pashtuns in verzet. Dat mondde een jaar of vier uit in opstand, neergeslagen door 60.000 Britse soldaten.(5) Dat Britse koloniale gezag stelde helaas toch wel wat voor, maar de waardering ervoor zal er logischerwijs niet groter op zijn geworden.
Opvallend was bij herhaling waarvoor die strijdlustige Afghanen vochten in die Anglo-Afghaanse oorlogen. Niet voor ‘de natie’ of zoiets. Het vaandel van de strijd was de islam. De strijd tegen vreemde overheersing vond plaats in de vorm van een heilige oorlog tegen de ongelovigen. Op deze wijze werden de koloniale indringers het land uit getrapt. Maar op deze wijze verstevigden de landheren en de geestelijke leiders, de moellahs, tegelijk hun ideologische greep op de arme bevolking die veel van de bloedige strijd mocht uitvechten. We zien dat in latere oorlogen en conflicten keer op keer terugkomen. Wat we hier zien is niet zomaar een stokoude islamitische traditie tegen moderne indringers. We zien een traditie die precies in de strijd tegen die indringers haar vorm en haar scherpte kreeg. Uit een traditionalisme vol tegenstrijdigheden zou gaandeweg een scherp orthodox fundamentalisme worden gebrouwen.
IJzeren emir Abdul Rahman had een zoon die tot 1919 regeerde. Na diens gewelddadige dood was het de beurt aan een andere zoon van die emir, Amanoellah. Die brak met de Britse invloed, er kwam een Derde Anglo-Afghaanse oorlog in 1919, maar het Britse gezag hield het snel voor gezien. Afghanistan was vanaf dat jaar een onafhankelijke staat. De diplomatieke koers werd pro-Russisch – een Rusland waar na de revolutie van 1917 de Bolsjevieken aan de macht waren gekomen. Amanoellah voerde hervormingen door in de richting van een moderne, seculiere staat, ook met meer rechten voor vrouwen. Ataturk, grondlegger van het moderne seculiere Turkije, was een soort rolmodel. Wel liet emir Amanoellah zich in 1926, ietsje minder modern, tot koning uitroepen. Zijn hervormingen riepen hetzelfde soort weerstand op als de koloniale Britse indringers: traditionalistisch en godsdienstig verwoord verzet maakte dat het hervormingsprogramma al snel van scherpe kanten werd ontdaan en zelfs deels teruggedraaid. De dynamiek die Britse indringers had helpen verdrijven, keerde zich nu ook tegen binnenlandse moderniseerders. In 1927 volgde een nieuwe hervormingsronde, met zelfs algemeen kiesrecht en dienstplicht in de aanbieding. Nu volgde er opstand vanuit de traditionele kant, en Amanoellah ruimde het veld. De macht kwam voor de verandering in handen van een Tadzjiek, van de hervormingen bleef amper iets over. Van de macht van de nieuwe machthebber evenmin, want al in 1929 maakte Pashtun-verzet er een einde aan.
Nadir Shah werd koning, maar ook niet erg lang want hij werd in 1933 omgebracht en gevolgd door zoonlief Zamir Shah. Die bleef koning tot in 1973. Familieleden van de koning bekleedden de belangrijkste posities in de staat. In de hoofdstad Kaboel was sprake van een politiek leven in de moderne zin van het woord, met soms zelfs verkiezingen en dergelijke. Ook bleven er op bescheiden schaal hervormingen plaats vinden, richting een iets moderner bestuur, ene infrastructuur en dergelijke. Op het platteland heersten echter als vanouds de landheren over de pachters, geassisteerd door de moellahs die een passende van gezagsgetrouwheid, onderworpenheid en familie-eer predikten die paste bij de verhoudingen zoals die landheren het graag zagen.
Afghanistan bleef buiten de Tweede Wereldoorlog, maar niet buiten de Koude Oorlog tussen de Sovjet-Unie en de VS die daarop volgde. Het land hoorde bij gene van beide machtsblokken en ontving steun uit beide kampen, al won de Sovjet-Unie het met straatlengten afstand. Maar van Russische overheersing was vooralsnog geen sprake. In 1953 werd een neef van de koning, Mohammed Daoed, de premier van het land en feitelijk de sterke man. Hij moderniseerde op de inmiddels bekende manier, maar omdat de economische hulp binnenstroomde was daar nu ook meer geld voor beschikbaar. Dat ging in wat elke moderne machthebber beoogt: een stevig militair apparaat, flink wat ambtenaren in de overheid, en een snelgroeiend onderwijsstelsel. In de steden veranderden er nu echt dingen, als je door Kaboel liep, liep je in een vrij open, Westers aan doende stad. Noot voor degenen die pas tijdens de macht van de PVDP, de Communistische partij, vanaf 1978 een meer open en ook vrouwvriendelijker sfeer in de steden weten waar te nemen: nee dus. Dat gebeurde ook al onder de autoritaire moderniseringen in de tijd van Daoed. Vooral met Russisch geld, die moderniseringen, dat dan weer wel. En nog steeds deed het platteland niet bepaald mee. We zagen trouwens al dat in de jaren twintig serieuze stappen in deze richting werden geprobeerd.
Daoed zocht vrij nauwe samenwerking met de Sovjet-Unie. Tegelijk vocht Afghanistan onder zijn leiding een conflict uit met buurland Pakistan. We weten inmiddels dat veel heersers van Afghanistan Pashtuns zijn, ook de vorst en ook neef Daoed. We weten ook dat het gebied waar Pashtuns woonden, doorsneden werd door de Durand-lijn die Afghaanse en Pakistaanse Pashtuns van elkaar scheidde. In Afghaanse Pashtun-kringen cirkuleerde dan ook het concept Pashtunistan, het idee dat de Pakistaanse Pashtun-gebieden bij Afghanistan hoorden. Dat streefde Daoed dan ook na, en dat leidde soms tot gewapende Afghaanse acties in Pakistan. Dat laatste land was pro-Westers, een loyaal Amerikaans bondgenoot, wat weer te kaken had met de rivaliteit met buurland India dat op vrij goede voet met de Sovjet-Unie stond. Een pro-Amerikaans Pakistan, een pro-Russisch Afghanistan, en een potentieel gewapend conflict over door Pashtuns bewoond gebied. Dat was de situatie in de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Voluit oorlog werd het niet. Van belang voor wat volgt was het wel. De rol van Pakistan in latere conflicten binnen Afghanistan vinden in dit conflict een soort voorbode en aanloop.
Belangrijk was bovendien dat er ook toen al fundamentalistische groepen actief waren in Afghanistan. Waar vluchtten leden van die groepen heen als de repressie – door een regime dat aan het moderniseren was en enigszins pro-Russisch bovendien – toesloeg? Inderdaad. Naar Pakistan. Dat speelde vooral later in de jaren 1970. Maar al eerder was er spanning.. ‘Pakistan was al sinds de jaren 1950 islamistische groeperingen zoals de Jamaat-e-Islami aan het gebruiken om Afghaanse zaken te beïnvloeden. In die tijd had Pakistan legitieme zorgen: Afghanistan wees Pakistans legitimiteit en postkoloniale grenzen af, koesterde Pashtun-nationalisme en voerde zelfs invasies uit in Baloechistan en diverse Tribale Gebieden’, lezen we in een informatief artikel van het mainstream magazine Foreign Policy.(6) Dat Pshtun-nationalisme slaat op het concept ‘Pashtunistan’. De poskoloniale grens is natuurlijk die eerder besproken Durand-lijn. De rol van Pakistan, veel later, als uitvalsbasis voor gewapende fundamentalisten tegen het Communistische bewind en de latere bezetting van Afghanistan door de Sovjet-Unie, hier in deze conflictstof een aanloop en achtergrond.
Tot oorlog met Pakistan kwam het destijds niet. In 1963 moest Daoed het veld ruimen en was het tijdelijk gedaan met de pro-Russische koers. In de steden was intussen spreke van beginnetjes van partijpolitiek leven. Dat bracht vooral studenten in beweging. Die waren er in steeds grotere aantallen, en een aanzienlijk deel van hen had relatief arme ouders en kwam van het platteland. Onder hen was een sterk bewustzijn van de noodzaak tot drastische hervormingen en moderniseringen. Voor een deel van hen werd de Sovjet-Unie het lichtend voorbeeld. Uit discussiekringen van zulke studenten en intellectuelen kwam in 1965 de Democratische Volkspartij van Afghanistan, DVPA, feitelijk een Communistische Partij, al heette het niet zo.
De partij oriënteerde zich op de Sovjet-Unie, maar veel van haar leden stonden vooral ook positief tegenover de hervormingen van kort daarvoor afgezette premier Daoed en hoopten op een doortastender versie van diens programma. Men streefde, zo luidde de partijdoctrine, naar democratische veranderingen. Daarmee werd niet zozeer een stelsel van zeggenschap van de bevolking, bijvoorbeeld via vrije verkiezingen en bijbehorende vrijheden bedoeld, maar een programma van hervormingen die ten gunste van de bevolking kwamen, of geacht werden te komen. Wat die bevolking daar zelf van vond, werd aanzienlijk minder belangrijk gevonden. De visie omvatte bijvoorbeeld landhervormingen, onderwijs voor vrouwen net zo goed als voor mannen, een doorbreking van de verstikkende patriarchale en traditionele verhoudingen. Nobele idealen! Maar de strategie om ze door te voeren was top-down: een elite van verlichte mensen moest het bestuur overnemen en de nobele idealen gaan doorvoeren. Daar kwam de politiek van de DVPA op neer.
De zaak werd nog aanzienlijk lastiger doordat de klasse waar communistische partijen graag hun achterban vinden – een industriële arbeidersklasse – zo goed als ontbrak. Naar de arme boeren dan, naar het voorbeeld van Mao Zedong in China? Dat zou niet wezenlijk minder autoritair zijn uitgepakt, want boeren waren bij Mao weliswaar de bewapende achterban, maar niet de beoogde nieuwe machthebbers. Maar er zou dan wel een bredere basis van strijd zijn geweest, een bredere basis ook van een eventueel nieuw regime. Gezien de intense greep die landheren en moellahs op het platteland hadden, maar ook gezien het ongeduld van radicale studenten en hun diepe minachting voor het plattelandsleven waarvoor ze juist richting stad en universiteit waren gevlucht, trok die optie echter weinigen aan.
Er werden weliswaar Maoïsten actief in Afghanistan. Maar de dominante kracht ter linkerzijde was toch de DVPA. En die DVPA concentreerde zich op studenten en aanverwante delen van de middenklasse, al domineerde ze ook het beetje arbeidersbeweging dat er ontstond. De DVPA richtte zich op een piepkleine, stedelijke minderheid dus. Zo vormde zich in Afghanistan een door en door stedelijk, door en door elitair, door en door autoritair soort van links, dat tegenover een overwegend aartsconservatief platteland kwam te staan in een bittere confrontatie. Het gevolg was intens tragisch. Hoe tragisch? Dat is stof voor een volgend artikel.
”Winning hearts and minds by pulverizing bodies and souls, daar kwam de bezettingsoorlog op neer. Er mag bij alle – in beginsel terechte – woede over de huidige wreedheden van de nieuwe Taliban-heersers trouwens wel iets meer oog zijn voor deze geschiedenis. Het is een nogal naar de achtergrond geduwd feit dat er aan die wreedheden andere gewelddadigheid vooraf is gegaan, Westerse gewelddadigheid, met een Nederlandse bedrage bovendien. Irrelevant is die geschiedenis bepaald niet. Al het Westerse gewauwel over mensenrechten en democratie, al het geweeklaag over Taliban-wandaden, het komt toch in een wat schrijnend daglicht te staan als we de Westerse koloniale wandaden, en die van hun plaatselijke filiaalchefs, eerlijk onder ogen zien. Voor zover de Taliban door wraaklust wordt gedreven, moet eerlijk worden erkend dat er wel iets te wreken valt voor wie in wraak gelooft. Het rechtvaardigt niets. Maar het helpt wel om iets te verklaren.”UIT: AFGHANISTAN (DEEL 2): KOLONIALE AFGANG, STRIJD NIET GESTREDEN WEBSITE PETER STORM https://www.peterstormt.nl/2021/08/21/afghanistan-deel-2-koloniale-afgang-strijd-niet-gestreden/
De machtsovername in Afghanistan door de Taliban ging uiteindelijk bliksemsnel – in de slotfase althans. De wijze waarop het ging, is veelzeggend over de aard van de strijd. Intussen blijkt steeds duidelijker dat de strijd in Afghanistan helemaal niet gestreden is. Uit minstens vier hoeken komt initiatief of minstens dreiging om de Taliban de macht te betwisten, soms voordat die goed en wel is geconsolideerd. Wie denkt dat de Taliban-victorie naast wrede onderdrukking tenminste een eind aan de oorlog brengt, zou zich wel eens heel akelig kunnen vergissen. Maar eerst: de koloniale afgang.
Ineenstorting in ijltempo
Herinneren we ons de toestand een paar weken terug? De opmars van de Taliban was in volle gang. Maar Nu.nl schreef op 9 augustus nog:(1) ‘Dat de Taliban momenteel veel steden en regio’s veroveren, wil overigens niet zeggen dat de terreurgroep die ook weet te behouden. Daarvoor zou de groep de steun van de plaatselijke bevolking nodig hebben, en die ontbreekt vaak.’ Daar had de zittende regering vrij weinig aan, want de steun die de Taliban niet had, had die regering al evenmin. Ook heel geruststellend: ‘De Afghaanse regering, die vanuit de hoofdstad Kaboel opereert, stelt dat de Taliban de mankracht en vuurkracht ontberen om hun invloed uit te breiden naar grote steden.’ Dat is dus minder dan twee weken geleden.
Op 9 augustus meldde Aljazeera: ‘De Taliban heeft een zesde provinciehoofdstad in Afghanistan veroverd in vier dagen tijd’.(2) Op 12 augustus meldde de NOS dat de Taliban nu ook Herat veroverd hadden, in ieder geval voor een deel. Ook Ghazni was in Taliban-handen. ‘Met de veroveringen van vandaag hebben de Taliban nu 11 van de 34 provinciehoofdsteden in handen gekregen in slechts een week.’(3) Op 12 augustus was ook Kandahar aan de beurt, de grootste stad op de hoofdstad Kaboel na.(4) Enkele dagen later, op 15 augustus, was Kaboel tenslotte zelf aan de beurt en kon de Taliban de overwinning uit roepen.
We roepen nog even even in herinnering dat volgens bronnen in Amerikaanse inlichtingendiensten datzelfde Kaboel ‘binnen negentig dagen’ – pakweg drie maanden dus – door de Taliban zouden kunnen worden veroverd. Die prognose werd op 11 augustus bekend.(5) Ja, het klopt, binnen vijf dagen is strikt genomen ook ‘binnen 90 dagen’. Maar ik geloof niet dat de prognose zo was bedoeld. Overigens weten we intussen ook dat diplomaten via een intern memo al op 13 juli vanuit de ambassade van de VS een waarschuwing hebben gestuurd aan het ministerie van Buitenlandse zaken in Washington. Nu.nl vat samen: ‘Na de geplande terugtrekking van de Amerikaanse troepen op 31 augustus zouden de Afghaanse strijdkrachten “ineenstorten”. Daarna zouden de Taliban de macht kunnen grijpen.’(6) De regering in Washington was dus op de hoogte. Alleen wachtten de Afghaanse troepen niet met ineenstorten tot na die 31ste augustus.
Waarom ging het zo vliegensvlug? Wat verklaart die snelle ineenstorting van de Afghaanse regeringsmacht? Eerst maar eventjes: waar lag het in ieder geval niet aan? Het militaire overwicht van de Taliban? Dat bestond niet. Het Afghaanse leger kon bogen op 300.000 militairen en op hypermodern wapentuig. En niet alle Amerikaanse troepen waren al verdwenen. Het klopt op zichzelf dat ‘de Taliban de mankracht en vuurkracht’ miet hadden om de steden in te nemen, zoals Nu.nl schreef. ‘De schattingen over de omvang van de Talibanstrijdgroepen lopen uiteen van enkele tienduizenden tot 85.000 strijders’, aldus de NOS.(7) Waarom bezweek die overmacht aan regeringszijde zo snel?
Was het de populariteit van de Taliban? Niet echt. Nergens zie je grote juichende menigten op straat in zojuist door de Taliban overgenomen steden. Mensen zitten bezorgd thuis. Sommige opgelucht dat er tenminste niet langdurig en straat voor straat is gevochten. Anderen bang om naar buiten te gaan, zeker als ze vrouw zijn en/of kledij dragen die volgens de kledingvoorschriften van de nieuwe machthebbers niet kan, of bekend staan als criticus van de Taliban en haar wereldbeeld. En je zal maar queer zijn, vandaag de dag in Afghanistan! Je bent in acuut levensgevaar.(8) Angst is wijdverbreid. Het idee dat ‘het Afghaanse vol in grote dankbaarheid haar bevrijders verwelkomt’ kunnen we dus naar het rijk der fabelen verwijzen. De mensen zien de aflossing van de ene groep gewapende machthebbers door de andere groep gewapende machthebbers. Heel veel mensen zien dat met zeer goede redenen bepaald niet als een verbetering. De Taliban hebben steun, maar bepaald niet van een overweldigende meerderheid, en vooral in bepaalde provincies, en dan meer op het platteland dan in de meeste steden. Van hun populariteit moeten ze het niet hebben. Ze regeren door angst.
Corruptie en koloniale afgang
De verklaring voor hun snelle overwinning ligt niet bij de Taliban zelf, maar bij hun tegenstanders. Het is niet dat mensen de Taliban zo steunden. Het is vooral dat mensen hun steun aan de regering en haar gewapende macht onthielden. Het is vooral ook dat het bestuursapparaat en die gewapende macht van de regering door en door verrot was. Het hing van een alomtegenwoordige corruptie aan elkaar.(9)
Officieren incasseerden bijvoorbeeld op grote schaal de soldij van soldaten die helemaal niet bestonden, zogeheten spooksoldaten. Dat cijfer van 300.000 regeringssoldaten is precies dat: een cijfer. Het echte aantal lag hoogstwaarschijnlijk flink lager. Militairen persten mensen af bij controleposten en dergelijke. Dat is niet de manier om populariteit bij de bevolking te verwerven. En al dat hightech wapentuig werkte omdat, voor zover en zolang er Amerikaanse adviseurs waren om de zaak te onderhouden en adequaat te gebruiken.
Van het opleiden van Afghaanse militairen kwam weinig terecht. Nogal eens vertrokken de kersverse soldaten met geweer en al naar huis – of naar de Taliban. Wellicht hoopten ze bij de Taliban op iets waar de regering niet toe in staat of bereid: betaling, inkomen. Maar al te vaak moesten regeringssoldaten maandenlang wachten op hun soldij. Iets soortgelijks gold voor de Afghaanse politie. Ann Rogers schreef in 2009 al een tamelijk onthutsend artikel over hoe het bij de opleiding van Afghaanse regeringstroepen en agenten toe ging.(10) Het mag duidelijk zijn dat een leger dat bestaat uit soldaten die deels niet bestonden, deels niet werden betaald, deels bewapend waren met spul dat niet werkte, niet opgewassen is tegen een tegenstander die gemotiveerd was en haar zaakjes organisatorisch in ieder geval redelijk op orde had.
Nu weet de Taliban-top ongetwijfeld ook wat graaien is. Ze haalt een aanzienlijk deel van haar inkomsten uit opiumteelt en de bijbehorende handel en mogelijk ook productie. Dat gold overigens ook voor haar tegenstanders, heel Afghanistan is vergeven van de papavervelden.(11) Het is simplistisch maar ook niet helemaal onzinnig om de Taliban te kenschetsen als een soort drugskartel in een religieus-politiek jasje. Corruptie pleegt met zoiets gepaard te gaan: een narco-staat is een staat van omkoping, chantage en intimidatie, zoals inmiddels in Nederland ook steeds duidelijker wordt.
Maar die corruptie was bij de Taliban eerder aanvullend, een soort smeerolie in een redelijk efficiënt militair apparaat. Aan regeringszijde had de corruptie zodanige vormen aangenomen dat ze de voornaamste bestaansreden bleek voor heel veel militairen en functionarissen, vooral in de hogere kringen waar het geld naar toe ging. Strijdgroepen waren voor de Taliban een manier om de macht te veroveren. Militaire eenheden waren voor regeringsfunctionarissen en officieren vooral een verdienmodel. De Taliban hadden ook een strijkstok waar wat aan bleef hangen. Het regeringsleger was zelf de strijkstok. Zo win je geen oorlog, hoeveel soldaten je als regering op papier ook tot je beschikking hebt.
Die corruptie, die afpersingspraktijken en de bijbehorende inefficiëntie aan regeringszijde: ze bestonden al sinds die regering en de bijbehorende gewapende instanties op poten gezet werden, na het verdrijven van de Taliban in 2001 door Amerikaanse luchtaanvallen en een invasie van commandotroepen en dergelijke. Zo bezien is het niet de vraag waarom de regeringstroepen zo snel hun verzet prijs gaven. De vraag is eerder waarom dat allemaal bijna 20 jaar heeft moeten duren voor het zo ver was? Het antwoord ligt natuurlijk in de Westerse militaire bezetting. Het Afghaanse leger, eigenlijk de hele Afghaanse staat, was afhankelijk van het Amerikaanse en Britse leger, van Westerse luchtsteun, adviseurs, wapens, van opleiding en Westers geld. Dat hield de boel overeind. Als Afghaanse soldaten in moeilijkheden kwamen door Taliban-tegenstand, konden ze Amerikaanse bommenwerpers te hulp vragen die dan drie naburige dorpen verpulverden. Probleem opgelost, maar wel weer een heleboel mensen zo boos dat ze zich bij de Taliban voegden. Die vochten tenminste tegen de bezetter, zo was de niet onlogische perceptie. De Westerse militaire macht hield de Afghaanse regering en militaire macht overeind. Maar de Westerse oorlogvoering droeg ook enorm bij aan de steun die de Taliban in ieder geval op delen van het platteland gaandeweg na 2001 weer herwon.
Het hielp ook niet echt dat het nogal eens voorkwam dat dorpshoofden en plaatselijke notabelen onderlinge ruzies beslechten via Amerikaanse steun. Dan hoefde zo’n iemand de VS maar wijs te maken dat de rivaal een Taliban-strijder was. Maar al te vaak volgde er dan een aanval. Soms een inval door een bruut optredend peloton soldaten. Soms ook een luchtaanval. Ook pro-regeringsmilities lieten zich op deze manier gebruiken, en speelden maar al te vaak hun eigen spel.(12)
Winning hearts and minds by pulverizing bodies and souls, daar kwam de bezettingsoorlog op neer. Er mag bij alle – in beginsel terechte – woede over de huidige wreedheden van de nieuwe Taliban-heersers trouwens wel iets meer oog zijn voor deze geschiedenis. Het is een nogal naar de achtergrond geduwd feit dat er aan die wreedheden andere gewelddadigheid vooraf is gegaan, Westerse gewelddadigheid, met een Nederlandse bedrage bovendien. Irrelevant is die geschiedenis bepaald niet. Al het Westerse gewauwel over mensenrechten en democratie, al het geweeklaag over Taliban-wandaden, het komt toch in een wat schrijnend daglicht te staan als we de Westerse koloniale wandaden, en die van hun plaatselijke filiaalchefs, eerlijk onder ogen zien. Voor zover de Taliban door wraaklust wordt gedreven, moet eerlijk worden erkend dat er wel iets te wreken valt voor wie in wraak gelooft. Het rechtvaardigt niets. Maar het helpt wel om iets te verklaren.
Populair werd de Afghaanse regering en haar militaire apparaat op deze manier dus niet echt. Maar ze hield zich met grof geweld en heel veel geld wel staande tegenover de Taliban. Dat grove geweld kwam echter in beslissende mate van Amerikaans wapentuig en luchtaanvallen, en van Amerikaanse financiële steun, precies daar kwam in 2021 een einde aan, nadat eerst president Trump en vervolgens president Biden aankondigde dat de VS haar troepen terug ging trekken.
Weg was het grote geld om de carrousel van corruptie mee draaiende te houden. Weg was ruggensteun die de hele corrupte boel nog enigszins overeind hield. De koloniale filiaalchefs en hun personeel moesten het opeens zonder steun van de hoofddirectie in Washington stellen. Weg was nu nog het beetje motivatie in het regeringsleger. Soldaten legden in grote aantallen de wapens neer, liepen over naar de Taliban. Officieren en overheidsfunctionarissen gooiden het snel op een akkoordje toen ze de nederlaag van de Afghaanse regering snel zagen naderen.(13) Zo ging die nederlaag nog in de versnelling ook. Van langdurige gevechten tot het bittere eind in en om Kandahar en Kaboel was geen sprake. Het zootje zakte in elkaar, de Taliban hoefden nog nauwelijks te duwen.
VS-president Joe Biden kon Afghaanse soldaten oproepen om ‘voor hun natie te vechten’, zoals hij ook deed (14) terwijl de Amerikaanse aftocht in volle gang was en de Taliban stad na stad veroverde.. Maar het Afghaanse regeringsleger was geen instrument van een Afghaanse natie. Het was het instrument van Amerikaanse koloniale macht. Waarom zouden Afghaanse soldaten daarvoor vechten, als de Afghaanse regering niet eens de moeite nam ze behoorlijk te betalen? Om vervolgens te zien of vermoeden dat hoge functionarissen met zakken vol geld de benen namen naar Dubai, een angstige bevolking achter latend? Een afgang was het. Een koloniale afgang van een koloniale staat en van haar imperiale sponsors bovendien.
Strijd gaat door, op meerdere fronten
Intussen beginnen zich de contouren van een bloedig vervolg af te tekenen. Geruststellende taal vanuit de Taliban-top blijkt weinig tot niets waard, en ik ben niet verbaasd. We lezen al tamelijk enge verhalen. In VN-kring is een rapport beschikbaar waarin gesproken wordt van gerichte zoekacties en intimidatie.(15) ‘Volgens het rapport zijn er meerdere berichten over lijsten die de Taliban hebben opgesteld met namen en verblijfsplaatsen van mensen die ze willen ondervragen en straffen. Ook zouden de nieuwe machthebbers om sommige plaatsen al ‘van deur tot deur zijn gegaan om “collaborateurs” te arresteren, Wie zich niet overgeeft aan de Taliban, dreigt te worden gedood. Ook familieleden worden bedreigd.’
Over wie gaat het dan? ‘Vooral voormalige militairen van het Afghaanse regeringsleger, politieagenten en medewerkers van inlichtingendiensten zouden gevaar lopen’. Leden van dat zojuist aan eigen verrotting tot ontbinding overgegane Afghaanse gewapende apparaat dus. Daar zitten ongetwijfeld echt enge mensen tussen – ook de zojuist verdreven Afghaanse regering deed aan mensenrechtenschending – maar het zijn voor het overgrote deel arme mensen die slecht betaald werk deden voor de overheid die er nu eenmaal was. En om hun familieleden… De strijd tegen ‘collaborateurs’ is voor nieuwe machthebbers maar al te vaak het handvat om grootschalige repressie te rechtvaardigen. Die kant gaat het – geheel voorspelbaar overigens – in Afghanistan heel duidelijk op. Er zal niet heel veel voor nodig zijn om als ‘collaborateur’ te worden aangemerkt.
Overigens moeten we bij berichtgeving over repressie wel opletten. Veel ervan komt tot ons via kanalen die aan de repressie onder het vorige bewind amper aandacht gaven. Dat maakt ze niet bij voorbaat onwaar, maar wel een beetje ongeloofwaardig. Veel ervan dient ook als rechtvaardiging-met-terugwerkende-kracht voor de koloniale bezettingsoorlog tegen Afghanistan: kijk eens hoe erg het is nu we er weg gaan! Veel ervan dient ongetwijfeld ook om druk uit te oefenen om die oorlog een volgende ronde in te sturen. Je leest al pleidooien die kant op, pleidooien dus voor weer een koloniale expeditie die met kracht van de hand dienen te worden gewezen. Maar die afwijzing geldt ook voor de Taliban-staatsterreur zelf. Het een rechtvaardigt niet het ander, noch ook andersom.
Het Taliban-bewind wordt intussen van meerdere kanten uitgedaagd. In de eerste plaats zijn er nog steeds zesduizend Amerikaanse soldaten om het vliegveld bij Kaboel. Ga er ook maar van uit dat de Amerikaanse luchtmacht klaar staat om haar ding te doen als ze in Witte Huis en Pentagon vinden dat de Taliban zich ernstig misdragen. Ik geloof niet dat de VS veel zin hebben in voortzetting van hun koloniale oorlog ter plekke. Maar ik geloof wel dat ze ertoe bereid zijn, onder bepaalde omstandigheden. Gewapende acties, van wie dan ook (beter bekend als ‘Al Qaeda’) tegen Amerikaanse militairen en/of objecten kunnen een reden zijn. Ik denk niet dat de Taliban op zoiets aansturen. Maar hebben ze er volledige controle op?
Daarmee zijn we bij een tweede mogelijke uitdaging van het nieuwe bewind: andere fundamentalistische strijdgroepen, zoals Al Qaeda en IS/Daesh. Die zijn al aanwezig in Afghanistan, en met name tussen Taliban en IS botert het helemaal niet. Het is aannemelijk dat extreme groepen als IS zelfs de niet bepaald gematigde Taliban te plooibaar vinden, te meegaand jegens de VS, te diplomatiek. En wat doe je met verraders? Precies. Op haar beurt heeft de Taliban er belang bij om groepen die vanaf Afghanistan aanvallen op Amerikaanse doelen gaan doen, erg kort te houden omdat precies zulke aanvallen voor de VS aanleiding kunnen zijn om de Taliban weer aan te vallen. Pogingen van de Taliban om Al Qaeda en/of IS te dwarsbomen, zullen door die laatste groepen dan weer worden gehekeld als verraad aan de goede zaak. Het mag duidelijk zijn dat het hier om tactische verschillen – ongetwijfeld theologisch ingekleed en beargumenteerd – tussen volslagen reactionaire gewapende groepen gaat, eentje aan de macht, een of meerdere in oppositie. Hopen dat de Taliban beetje gelicht wordt door een van haar fundamentalistische rivalen is onzin, hopen dat de Taliban ze de baas blijft overigens ook. Het allemaal net zo relevant als de ruzies tussen Baudet, Eerdmans, Haga, Otten, Hiddema, en hoe die nare clowns ook maar mogen heten.
Een derde groep uitdagers zit in de Panjshir-vallei, zo’n beetje het enige gebied waar de Taliban het nog niet voor het zeggen heeft. Daar vormt zich gewapend verzet, onder meer van de restanten van het oude bewind. Daar zit Ahmed Massoud, zoon van een guerrillaleider die het voor 2001 tegen de Taliban opnam en vlak voor 11 september 2001 waarschijnlijk door Al Qaeda-mensen is vermoord. Ahmed Massoud voert nu iets aan dat Nationaal Verzets Front heet, en vraagt alweer om Westerse steun, in de vorm van ‘meer wapens, meer munitie en meer voorraden’.(16) Intussen heeft Amrullah Saleh, vicepresident van de voormalige Afghaanse regering, zich ook naar die vallei begeven en roept op tot voortgezette strijd tegen het nieuwe bewind. Bismillah Mohammadi, de minister van defensie van het oude bewind is ook al present. (17)
Hier tekenen zich de contouren af van een herleving van de oude Noordelijke Alliantie, de coalitie van militieleiders die voor 2001 weerstand bood tegen de toenmalige Taliban-machthebbers, en die meehielp bij de VS-interventie waarmee in 2001 de Taliban werden verdreven. We hebben het hier tegelijk over een poging om het oude regime weer overeind te krijgen, want tussen Noordelijke Alliantie en dat bewind zit slechts een poreus stippellijntje. Het lonken naar Amerikaanse steun is tekenend. Of de VS er op ingaat? Ik sluit niet uit dat de CIA precies genoeg steun die kant op sluist om ze overeind te houden, als pion die ze later altijd nog kunnen inzetten mocht de VS de Taliban willen verdrijven. Hoe dan ook gaat het niet om een verschijnsel waar hoop uit valt te putten. Meer oorlog, een restauratie van het oude regime? Het is geen van beide bemoedigend.
Een vierde groep uitdagers, als je het zo kunt noemen, wordt gevormd door de deelnemers aan diverse demonstraties tegen de taliban. Mensen gingen, op de Afghaanse onafhankelijkheidsdag en ook al een dag eerder, de straat op met de Afghaanse vlag, een rood-groen-zwart doek. De Taliban hanteren een eigen vaandel, wit met teksten erop, en vervangen daarmee de oude vlag. Het wapperen met de vroegere regeringsvlag is een uiting van protest tegen de nieuwe machthebbers, en zo behandelen die machthebbers het ook. Zulk protest was er woensdag in Jalalabad. Bij het neerslaan ervan vielen slachtoffers, waarschijnlijk drie. Volgens een verslaggever voor Aljazeera namen er ‘honderden, zo niet duizenden’ mensen deel,(18) maar videobeelden laten eerder tientallen tot honderden mensen zien. Evengoed waren dit tientallen tot honderden hele moedige mensen! Op donderdag 19 augustus, onafhankelijkheidsdag zelf, was er soortgelijk protest in Asadabad. Taliban-strijders openden het vuur, mensen kwamen om. ‘Het is niet duidelijk of de slachtoffers zijn gevallen door kogels of dat ze onder de voet zijn gelopen in de paniek die ontstond’, aldus de NOS.(19) Ook in Kaboel was er zo’n vlaggenprotest.(20)
Wat is de betekenis van dit protest? Dat mensen wapperen met de vlag die onder het vorige regime het staatssymbool was, is op zich geen pluspunt: dat oude regime verdient ook met terugwerkende kracht geen steun. De overduidelijke afwijzing van het Taliban-vaandel, in de praktijk gebracht door kennelijk ongewapende groepen mensen, getuigt wat mij betreft echter wel van een welkome weerspannigheid tegen de nieuwe machthebbers. Het lijkt me unfair om dit protest af te doen als alleen maar nostalgie voor het vorige staatsgezag. En wat een moed van deze mensen! Menigten op straat die een zo repressief staatsgezag zo gezamenlijk en openlijk trotseren – ik vind het mooi en toch een heel klein beetje moedgevend. Honderd keren minder onaangenaam dan zowel het Taliban-bewind zelf als de diverse gewapende uitdagers die ik heb genoemd.
Opmerking, 21 augustus 2021, 3.11 uur: ietsje bijgeschaafd.
13 Een gangbaar procedé bij machtswisselingen in Afghanistan. Is eenmaal duidelijk wie de strijd wint, dan gaat de overgang vaak opmerkelijk ‘vreedzaam’, door een swictch van loyaliteit van gewapende groepen en militaire eenheden. Zie Anatol Lieven, ‘Why Afghan Forces So Quickly Laid Down Their Arms’, Politico, 16 augustus 2021, https://www.politico.com/news/magazine/2021/08/16/afghanistan-history-taliban-collapse-504977
INTRODUCTION READERSIsn’t it interesting, when roaming the Internet, to find an old article ofyourself, that you almost forgot!It goes about a Letter to the Editor I wrote in the past [2004] to the webzine”The Pravda” and that they apparently published.Not only is that interesting, but more interesting is the fact, that I wrote about averdict of the Israeli High Court about the building of the Israeli Apartheid Wall [1]You all know, of course, the more known verdict of the International Court ofJustice, declaring the Wall illegal for once and for all [2] but few people[I almost forgot!] will remember, that the Israeli High Court gave also its opinion,in fact supporting the building of the Wall, except for some minor point of criticism [3]And here it is, this voice of the past from Astrid Essed, protesting against theverdict of the Israeli High Court!See directly below And see for the notes, under my almost forgotten Letter to the Editor! ENJOY IT! ASTRID ESSED
ASTRID ESSED: THE VERDICT OF ISRAELI HIGH COURT REGARDING THE WALL6 JULY 2004
The recent verdict of the Israeli High Court, which states that the building of the Israeli Wall at the West Bank must be adjusted with 30 kilometers because of the violations of human rights is not only a partial fullfilling of the humanitarian needs of the Palestinian population, but is also in contarily with International Law.
In the first place the motivation for the verdict is being based on the fact that because of the building of the Wall the inhabitants of the Beit Surik community had no entrance to their agricultural grounds and schools, but in the named verdict the Court doesn’t refer to the other Palestinian inhabitants of the West Bank [85.000 people], who are likewise excluded from their agricultural grounds.
In the second place the Israeli building of the Wall is as such a violation of International Law, because it cuts deeply in the occupied Palestinian areas which is a violation of UN Security Council Resolution 242 dd 1967 by which Israel was summoned to withdraw from the in the june-war occupied Palestinian areas.
Further the building of the Wall is being made possible by hugh Palestinian landownings which is yet apart from the flagrant injustice a violation of International Law [the 4th Geneva Convention] which forbids land and house-ownings of ”protected people” [people who are living under an occupation] It is therefore highly recommendable, that the Israeli High Court adjusts its vedict according to the principles of International Law.
”While Israel is heading for de jure annexation, the Wall is an important tool of Israel’s illegal and ongoing de facto annexation. The Wall’s path and its associated regime are planned to de facto annex some 46% of the West Bank, isolating communities into Bantustans, ghettos and “military zones.” STOP THE WALL.ORG https://stopthewall.org/the-wall/
[2]
”In December 2003, Resolution ES-10/14 was adopted by the United Nations General Assembly in an emergency special session.[111] 90 states voted for, 8 against, 74 abstained.[111] The resolution included a request to the International Court of Justice to urgently render an advisory opinion on the following question.[111]
“What are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the Fourth Geneva Convention of 1949, and relevant Security Council and General Assembly resolutions?”[111]
The court concluded that the barrier violated international law”
INTERNATIONAL CRIMINAL COURTLEGAL CONSEQUENCES OF THE INSTRUCTION OF A WALL INTHE OCCUPIED PALESTINIAN TERRITORYOVERVIEW OF THE CASE https://www.icj-cij.org/en/case/131
OVERVIEW OF THE CASE
By resolution ES-10/14, adopted on 8 December 2003 at its Tenth Emergency Special Session, the General Assembly decided to request the Court for an advisory opinion on the following question :
“What are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the Report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the Fourth Geneva Convention of 1949, and relevant Security Council and General Assembly resolutions ?”
The resolution requested the Court to render its opinion “urgently”. The Court decided that all States entitled to appear before it, as well as Palestine, the United Nations and subsequently, at their request, the League of Arab States and the Organization of the Islamic Conference, were likely to be able to furnish information on the question in accordance with Article 66, paragraphs 2 and 3, of the Statute. Written statements were submitted by 45 States and four international organizations, including the European Union. At the oral proceedings, which were held from 23 to 25 February 2004, 12 States, Palestine and two international organizations made oral submissions. The Court rendered its Advisory Opinion on 9 July 2004.
The Court began by finding that the General Assembly, which had requested the advisory opinion, was authorized to do so under Article 96, paragraph 1, of the Charter. It further found that the question asked of it fell within the competence of the General Assembly pursuant to Articles 10, paragraph 2, and 11 of the Charter. Moreover, in requesting an opinion of the Court, the General Assembly had not exceeded its competence, as qualified by Article 12, paragraph 1, of the Charter, which provides that while the Security Council is exercising its functions in respect of any dispute or situation the Assembly must not make any recommendation with regard thereto unless the Security Council so requests. The Court further observed that the General Assembly had adopted resolution ES-10/14 during its Tenth Emergency Special Session, convened pursuant to resolution 377 A (V), whereby, in the event that the Security Council has failed to exercise its primary responsibility for the maintenance of international peace and security, the General Assembly may consider the matter immediately with a view to making recommendations to Member States. Rejecting a number of procedural objections, the Court found that the conditions laid down by that resolution had been met when the Tenth Emergency Special Session was convened, and in particular when the General Assembly decided to request the opinion, as the Security Council had at that time been unable to adopt a resolution concerning the construction of the wall as a result of the negative vote of a permanent member. Lastly, the Court rejected the argument that an opinion could not be given in the present case on the ground that the question posed was not a legal one, or that it was of an abstract or political nature.
Having established its jurisdiction, the Court then considered the propriety of giving the requested opinion. It recalled that lack of consent by a State to its contentious jurisdiction had no bearing on its advisory jurisdiction, and that the giving of an opinion in the present case would not have the effect of circumventing the principle of consent to judicial settlement, since the subject-matter of the request was located in a much broader frame of reference than that of the bilateral dispute between Israel and Palestine, and was of direct concern to the United Nations. Nor did the Court accept the contention that it should decline to give the advisory opinion requested because its opinion could impede a political, negotiated settlement to the Israeli-Palestinian conflict. It further found that it had before it sufficient information and evidence to enable it to give its opinion, and empha- sized that it was for the General Assembly to assess the opinion’s usefulness. The Court accordingly concluded that there was no compelling reason precluding it from giving the requested opinion.
Turning to the question of the legality under international law of the construction of the wall by Israel in the Occupied Palestinian Territory, the Court first determined the rules and principles of international law relevant to the question posed by the General Assembly. After recalling the customary principles laid down in Article 2, paragraph 4, of the United Nations Charter and in General Assembly resolution 2625 (XXV), which prohibit the threat or use of force and emphasize the illegality of any territorial acquisition by such means, the Court further cited the principle of self-determination of peoples, as enshrined in the Charter and reaffirmed by resolution 2625 (XXV). In relation to international humanitarian law, the Court then referred to the provisions of the Hague Regulations of 1907, which it found to have become part of customary law, as well as to the Fourth Geneva Convention of 1949, holding that these were applicable in those Palestinian territories which, before the armed conflict of 1967, lay to the east of the 1949 Armistice demarcation line (or “Green Line”) and were occupied by Israel during that conflict. The Court further established that certain human rights instruments (International Covenant on Civil and Political Rights, International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, United Nations Convention on the Rights of the Child) were applicable in the Occupied Palestinian Territory.
The Court then sought to ascertain whether the construction of the wall had violated the above-mentioned rules and principles. Noting that the route of the wall encompassed some 80 per cent of the settlers living in the Occupied Palestinian Territory, the Court, citing statements by the Security Council in that regard in relation to the Fourth Geneva Convention, recalled that those settlements had been established in breach of international law. After considering certain fears expressed to it that the route of the wall would prejudge the future frontier between Israel and Palestine, the Court observed that the construction of the wall and its associated régime created a “fait accompli” on the ground that could well become permanent, and hence tantamount to a de facto annexation. Noting further that the route chosen for the wall gave expression in loco to the illegal measures taken by Israel with regard to Jerusalem and the settlements and entailed further alterations to the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, the Court concluded that the construction of the wall, along with measures taken previously, severely impeded the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination and was thus a breach of Israel’s obligation to respect that right.
The Court then went on to consider the impact of the construction of the wall on the daily life of the inhabitants of the Occupied Palestinian Territory, finding that the construction of the wall and its associated régime were contrary to the relevant provisions of the Hague Regulations of 1907 and of the Fourth Geneva Convention and that they impeded the liberty of movement of the inhabitants of the territory as guaranteed by the International Covenant on Civil and Political Rights, as well as their exercise of the right to work, to health, to education and to an adequate standard of living as proclaimed in the International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights and in the Convention on the Rights of the Child. The Court further found that, coupled with the establishment of settlements, the construction of the wall and its associated régime were tending to alter the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, thereby contravening the Fourth Geneva Convention and the relevant Security Council resolutions. The Court then considered the qualifying clauses or provisions for derogation contained in certain humanitarian law and human rights instruments, which might be invoked inter alia where military exigencies or the needs of national security or public order so required. The Court found that such clauses were not applicable in the present case, stating that it was not convinced that the specific course Israel had chosen for the wall was necessary to attain its security objectives, and that accordingly the construction of the wall constituted a breach by Israel of certain of its obligations under humanitarian and human rights law. Lastly, the Court concluded that Israel could not rely on a right of self-defence or on a state of necessity in order to preclude the wrongfulness of the construction of the wall, and that such construction and its associated régime were accordingly contrary to international law.
The Court went on to consider the consequences of these violations, recalling Israel’s obligation to respect the right of the Palestinian people to self-determination and its obligations under humanitarian and human rights law. The Court stated that Israel must put an immediate end to the violation of its international obligations by ceasing the works of construction of the wall and dismantling those parts of that structure situated within Occupied Palestinian Territory and repealing or rendering ineffective all legislative and regulatory acts adopted with a view to construction of the wall and establishment of its associated régime. The Court further made it clear that Israel must make reparation for all damage suffered by all natural or legal persons affected by the wall’s construction. As regards the legal consequences for other States, the Court held that all States were under an obligation not to recognize the illegal situation resulting from the construction of the wall and not to render aid or assistance in maintaining the situation created by such construction. It further stated that it was for all States, while respecting the United Nations Charter and international law, to see to it that any impediment, resulting from the construction of the wall, to the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination be brought to an end. In addition, the Court pointed out that all States parties to the Fourth Geneva Convention were under an obligation, while respecting the Charter and international law, to ensure compliance by Israel with international humanitarian law as embodied in that Convention. Finally, in regard to the United Nations, and especially the General Assembly and the Security Council, the Court indicated that they should consider what further action was required to bring to an end the illegal situation in question, taking due account of the present Advisory Opinion.
The Court concluded by observing that the construction of the wall must be placed in a more general context, noting the obligation on Israel and Palestine to comply with international humanitarian law, as well as the need for implementation in good faith of all relevant Security Council resolutions, and drawing the attention of the General Assembly to the need for efforts to be encouraged with a view to achieving a negotiated solution to the outstanding problems on the basis of international law and the establishment of a Palestinian State.[3]
”Of course this is not to say that that the Israeli ruling is a good one. For example, like many Israeli rulings there are political points that are treated as legal ones, such as the false characterization of all Palestinian resistance as “terrorism” [8]. Further the HCJ does justify the Wall in principle though the projected segments reviewed were deemed to be illegal because of the humanitarian impact of the suggested route [9]” ELECTRONIC INTIFADATHE ISRAELI HIGH COURT OF JUSTICE AND THE APARTHEID WALL15 JULY 2004 https://electronicintifada.net/content/israeli-high-court-justice-and-apartheid-wall/5156
With the recent International Court of Justice (ICJ) Advisory Opinion regarding the consequences of the Apartheid Wall, the legality of this enterprise has been much discussed in almost all circles related to the Israeli/Palestinian conflict. On the Zionist side, aside from the usual canard about the “anti-Semitism” of the United Nations and the like, many commentaries have pointed to the recent Israeli High Court of Justice (HCJ) ruling about the wall and declared, in so many words, that this is the only legal ruling that matters. For example, in the recent diatribe against the ICJ by Alan Dershowitz [1] he writes: “The Israeli government has both a legal and a moral obligation to comply with the Israeli Supreme Court’s decision regarding the security fence.”
The interesting thing about this is that if one actually reads the HCJ decision [2], it in fact makes a very strong case against the Wall in general though its ruling only regarded only one small 40 km stretch of the Wall. Unlike the ICJ Opinion which was, as per its mandate, primarily focused on existing international treaties and conventions and Israel’s obligations stemming from them; the HCJ decision was based more on general legal principle.
The Israeli case – Beit Sourik Village Council v. The Government of Israel, Commander of the IDF Forces in the West Bank – was a petition against eight separate land confiscation orders for the building of the Wall. The net result was that seven of these eight confiscation orders were deemed illegal and the one that was upheld was only upheld because the petitioners didn’t really argue against it [4].
Key point that resulted in the declaration that these confiscation orders were illegal was the principle of “proportionality” that was very succinctly defined in the ruling itself. [5] The actual factors taken into account were essentially the same that served as the basis of the ICJ Advisory Opinion, specifically the human impact that the Wall had on the resident Palestinian population [6]. The question and standard, treated as the third element of proportionality, deserves to be recalled in full (citations removed):
“The third subtest examines whether the injury caused to the local inhabitants by the construction of the separation fence stands in proper proportion to the security benefit from the the [sic] security fence in its chosen route. This is the proportionate means test (or proportionality “in the narrow sense”). Concerning this topic, Professor Y. Zamir wrote:
“The third element is proportionality itself. According to this element, it is insufficient that the administrative authority chose the proper and most moderate means for achieving the objective; it must also weigh the benefit reaped by the public against the damage that will be caused to the citizen by this means under the circumstances of the case at hand. It must ask itself if, under these circumstances, there is a proper proportion between the benefit to the public and the damage to the citizen. The proportion between the benefit and the damage – and it is also possible to say the proportion between means and objective – must be proportionate.
“This subtest weighs the costs against the benefits. According to this subtest, a decision of an administrative authority must reach a reasonable balance between communal needs and the damage done to the individual. The objective of the examination is to determine whether the severity of the damage to the individual and the reasons brought to justify it stand in proper proportion to each other. This judgment is made against the background of the general normative structure of the legal system, which recognizes human rights and the necessity of ensuring the provision of the needs and welfare of the local inhabitants, and which preserves “family honour and rights” (Regulation 46 of the Hague Regulations). All these are protected in the framework of the humanitarian provisions of the Hague Regulations and the Geneva Convention. The question before us is: does the severity of the injury to local inhabitants, by the construction of the separation fence along the route determine d by the military commander, stand in reasonable (proper) proportion to the security benefit from the construction of the fence along that route?” [7]
It was on this basis that the HCJ ruled seven of the eight confiscation orders under review to be illegal. Were this same principle to be applied to most of the Wall as it exists today, especially in cases like that of the Qalqilya ghetto, it is pretty reasonable to assume that most, if not all, the Wall would be deemed illegal. Better yet, the proportionality argument is generally accepted in all modern legal systems, unlike the more specific treaty/convention law that the ICJ was forced to focus on.
Of course this is not to say that that the Israeli ruling is a good one. For example, like many Israeli rulings there are political points that are treated as legal ones, such as the false characterization of all Palestinian resistance as “terrorism” [8]. Further the HCJ does justify the Wall in principle though the projected segments reviewed were deemed to be illegal because of the humanitarian impact of the suggested route [9].
Further, citing the usual excuse used by the HCJ in regard to IDF decisions, it seeks merely to review military actions for their illegality, not to actually impose its judgment on the IDF [10]. This is, along with the IDF option of utilizing the Emergency Regulations, one of the methods allowed to the IDF to freely disregard the High Court of Justice when so inclined. As was the case in the famous court ruling against torture, that in fact merely amounted to a slight change in the phrasing of the IDF terminology, i.e. “ticking bomb” justification, the court’s ruling can be safely ignored if the government chooses – for whatever reason – not to enforce it. This is one of the luxuries of being a non-constitutional state; the political executive is under no actual obligation to enforce any law or legal ruling. In the ruling itself, the IDF freely concedes that should some portion of the fence that is already constructed be deemed illegal, they will pay compensation, but there is no mention – much less compulsion – to reverse illegal sections or the Wall or to in fact stop committing the construction even if deemed illegal. [11]
Nevertheless, in order to portray itself as being a state that respects the rule of law, High Court of Justice rulings are usually afforded at least some general consideration. Thus the HCJ ruling in Beit Sourik Village Council v. The Government of Israel, Commander of the IDF Forces in the West Bank, is in fact a rather grave embarrassment since the projected Wall cannot be constructed in the Occupied Palestinian Territories at all without inflicting the same disproportionate – and hence illegal – circumstances on other local Palestinians. So how do they intend to reconcile this ruling with the Wall?
The Jerusalem Post provided the answer to this question on July 14: “A petition against the appropriation of land for construction of the security fence near the Kissufim road in the Gaza Strip was turned down Tuesday by the High Court of Justice. The petition was submitted by Palestinian residents of the al-Karara village in the Gaza Strip. According to IBA news, the ruling also cancels a freeze order on construction in the area.” [12] Since the HCJ ruling only related to one small segment of the Wall, and the determination has already been made, the HCJ can now simply refuse to accept further petitions, based on the argument that the IDF should be assumed to be taking the same proportionality concerns into account in other areas. That is, in so many words, it seems unlikely that there will be an option of legal appeal to any other segments of the Wall, based on the assumption that the IDF will act in “good faith” taking the previous ruling into consideration. Thus, yet agai n, we have another High Court of Justice ruling that can be safely ignored.
Make no mistake about it, the Israeli High Court of Justice is no friend to Palestinians living in the Occupied Palestinian Territories. Nevertheless, when Zionists and others choose to counter the ICJ Advisory Opinion citing the HCJ ruling, one can – in all honesty – point out that if the HCJ ruling was in fact applied to the entire Wall, most of it would be illegal even under Israeli law. Of course this won’t happen, and even if it did the IDF is under no obligation to comply anyway, nevertheless, for the scoundrels out to justify the legality of the Wall, the High Court of Justice ruling is certainly no help. END OF THE ARTICLE
END OF THE NOTES
Reacties uitgeschakeld voor Voice from the Past!/Letter to the Editor, sent and published by Pravda/”The verdict of the Israeli High Court regarding the Wall”
LEZERS! Nu de Taliban, na de terugtrekking van de Westerse bezettingstroepen,weer in Afghanistan vaste voet onder de grond gekregen hebben [1] vind ikhet van belang, twee oudere artikelen van mij te publiceren, omdat zij vertellen,wat de mainstream pers tracht te verzwijgen, dat de vanaf de aanval op Afghanistan gepleegde VS/NAVO aanwezigheid in Afghanistan niets meerof minder dan een buitenlandse bezetting was, die, samen met hun Afghaanse ”consorten” bekende of meer verzwegenoorlogsmisdaden op zijn geweten heeft [2] naast de reguliere onderdrukking Het eerste artikel hebt u, als het goed is al gezien of gelezen https://www.astridessed.nl/terugkeer-van-de-taliban-over-een-vreemde-bezetting-op-afghaanse-bodem-i/
Nu dus, zometeen, het tweede: En uiteraard:De Taliban, die trouwens het volste recht hadden, zich te verzetten tegen diebuitenlandse bezetter [3] heeft zich zonder twijfel schuldig gemaakt aanonderdrukking en misdaden [4]Dus van mijn kant geen enkele poging om de Taliban als alternatief voor detoekomst van het Afghaanse volk te zien.Maar het is WEL zo, dat er maar EEN is, die beslist over Afghanistan endat is het Afghaanse volk zelf.Nogmaals, het Westen had en heeft ook in de toekomst, niets in Afghanistante zoeken!Zie ook de eerste Persconferentie van de Taliban, na de machtsovername![5] ASTRID ESSED [NOTEN, DIE BIJ BOVENSTAANDE HOREN, GEHEEL ONDERINMIJN ARTIKEL]
NU HET TWEEDE ARTIKEL ASTRID ESSED, GESCHREVEN VOOR DE PROGRESSIEF-KRITISCHE WEBZINE UITPERS.BE IN JANUARI 2010
Geachte Redactie en lezers, zoals u uiteraard weet is op 10 december 2009, de Dag van de Rechten van de Mens, in Oslo door het Nobelcomite aan president Obama de Nobelprijs voor de Vrede uitgereikt. Critici zijn vaak van mening, dat deze prijsuitreiking ”te vroeg” was, aangezien deze president zich nog niet zou hebben kunnen ”waarmaken” Ik en met mij vele humanitair en democratisch denkende mensen leveren principiëlere kritiek.
Het is namelijk geen kwestie van ”waarmaken” of ”zich nog te moeten bewijzen”. Obama’s reeds tot stand gekomen beleidsdaden zijn fundamenteel in strijd zijn met het werkelijke concept vrede, dat hand in hand gaat met vrijheid en mensenrechten.
In onderstaand artikel heb ik mijn standpunt nader onderbouwd
U allen inspirerende en vrolijke Kerstdagen toegewenst
Voor 2010 voorspoed, strijdbaarheid en gezondheid
DE STRIJD GAAT DOOR!
Vriendelijke groeten Astrid Essed
INLEIDING
DEEL I
KERNWAPENVRIJE WERELD
DEEL II
NOBELPRIJSWINNAAR VOOR DE VREDE TREKT TEN OORLOG
OORLOG IN AFGHANISTAN
DEEL III
SLUITING GUANTANAMO BAY
CHANGE’?
DEEL IV
OBAMA EN DE VRIJLATING VAN DE LOCKERBIE VEROORDEELDE
DEEL V
OBAMA EN HET MIDDEN-OOSTENCONFLICT
EPILOOG
SAMENVATTING:
Met de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede aan president Obama is het Nobelcomité ingegaan tegen de fundamentele principes van het concept vrede, namelijk de beëindiging van oorlog en bezetting en het respect voor fundamentele mensenrechten.
Met de voortzetting van de oorlog in Afghanistan, de de facto steun aan de Israëlische bezetting en de schendingen van de rechtspositie van door de VS vastgehouden terreurverdachten, is Obama geen vredesduif, maar een charmantere en minder fanatieke opvolger van de Bush oorlogs-doctrine.
”’and one part to the person who shall have done the most or the best work for fraternity between nations, for the abolition or reduction of standing armies and for the holding and promotion of peace congresses.”
Uittreksel uit testament Alfred Nobel voor toekenning Nobelprijs voor de Vrede [1]
”But as a head of state sworn to protect and defend my nation, I cannot be guided by their examples [van Martin Luther King en Mahatma Gandhi, toevoeging Astrid Essed] alone. I face the world as it is, and cannot stand idle in the face of threats to the American people. For make no mistake: Evil does exist in the world. A nonviolent movement could not have halted Hitler’s armies. Negotiations cannot convince al-Qaida’s leaders to lay down their arms. To say that force is sometimes necessary is not a call to cynicism — it is a recognition of history, the imperfections of man and the limits of reason. ”
Uittreksel redevoering president Obama bij de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede [2]
You can’t separate peace from freedom and human rights, because no one can be at peace unless his freedom and human rights are respected
Vrij naar een Citaat van Malcolm X [3]
INLEIDING
THE NOBELPRIZE GOES TO PRESIDENT OBAMA
“for his extraordinary efforts to strengthen international diplomacy and cooperation between peoples” [4]
Op vrijdag 9 oktober maakte het Nobelcomité bekend, dat de Nobelprijs voor de Vrede 2009 zou worden uitgereikt aan de Amerikaanse president Obama, ”voor zijn “buitengewone inspanningen om de internationale diplomatie en samenwerking tussen volkeren te versterken”. [5] Met name was het Comité gecharmeerd van zijn ”visie en werk voor een wereld zonder nucleaire wapens. [6] Op 10 december is hem deze prestigieuze prijs in Oslo uitgereikt, 9 dagen na zijn besluit tot uitzending van 30.000 militairen naar Afghanistan. [7]
Critici van deze prijsuitreiking hebben wel gesteld, dat het nog te vroeg zou zijn voor zo’n prijs, aangezien Obama zich nog niet zou hebben kunnen ”bewijzen”. [8]
Dit commentaar wil echter een meer fundamentele kritiek geven, waarbij enkele belangrijke aspecten van zijn reeds gevoerde beleid worden afgemeten tegen een Nobelprijs voor de Vrede.
VREDE EN MENSENRECHTEN:
Uit het Testament van Nobel blijkt duidelijk, dat onder vrede meer wordt verstaan dan alleen de afwezigheid van oorlog. Duidelijk wordt genoemd het bevorderen van de ”broederschap” tussen de volkeren en de vermindering of zelfs afschaffing van bestaande legers. Een belangrijke strijder voor gelijke burgerrechten, Malcolm X heeft de uitspraak gedaan, dat vrede niet kan worden losgezien van het leven in vrijheid. Een internationaal befaamd mensenrechtenactiviste heeft daaraan toegevoegd, dat mensenrechten en vrede hand in hand gaan.
EEN LANGE WEG VANAF HENRI DUNANT
Bovenstaande link tussen vrede enerzijds en mensenrechten anderszijds werden uitstekend gecombineerd bij de eerste uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede aan twee vooraanstaande vredes en mensenrechtenactivisten, Henri Dunant en Frederic Passy [9]
Waardige opvolgers van Dunant en Passy waren o.a:
Vredesactiviste Bertha von Suttner [1905, Nobelprijs voor de Vrede uitgereikt]
Het Internationale Comite van het Rode Kruis [1917]
Arts en humanitair werker Dr Albert Schweitzer [1952]
Strijder voor Gelijke Burgerrechten, Dr Martin Luther King [1964]
VN Kinderfonds UNICEF [1965]
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International [1977]
Aartsbisschop Desmond Tutu, Strijder tegen de Apartheid [1984]
International Campaign to Ban Landmines en woordvoerder Jody Williams [1997]
De Mensenrechtenactivisten Rigoberta Menchu [1992], Aung San Suu Kyi [1991], Shirin Ebadi [2003] en Wangari Maathai [2004]
Humanitaire medische organisatie ”Artsen zonder Grenzen” [1999]
Uiteraard is de rij ‘waardige opvolgers” hiermee niet compleet.
Dieptepunten:
De Nobelprijs voor de Vrede kent ook dieptepunten, waarbij de uitreiking van de prijs eerder was ingegeven door politieke overwegingen en bestaande machtsverhoudingen, dan werkelijke verdiensten van de ontvangers. Sterker nog, een aantal ontvangers stond juist te boek als notoire mensenrechtenschenders en waren die prijs geheel onwaardig.
Zeer in het oog springende voorbeelden zijn de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken onder president Nixon, Henry Kissinger [uitgereikt in 1973] en de Israëlische premier Begin [uitgereikt in 1978]. [10] [11] In deze rij zijn nog meer Staatslieden en politici te noemen, die verantwoordelijk zijn voor hetzij oorlogsmisdaden, hetzij mensenrechtenschendingen in het algemeen.
Reden voor het verlenen van een Nobelprijs aan dergelijke politici was vaak hun inspanning in diverse vredesonderhandelingen en ad hoc vredesaccoorden [12], waarbij voorbijgegaan werd aan hun eigen besmette beleidsdaden.
DEEL I
VREDESDUIF PRESIDENT OBAMA
KERNWAPENVRIJE WERELD
MOOIE WOORDEN ZONDER INHOUD
De toekenning aan president Obama werd voor een belangrijk deel verleend vanwege zijn ”’visie en werk voor een wereld zonder nucleaire wapens”. [13] Nu is de verklaring van president Obama, te streven naar een kernwapenvrije wereld, een belangrijke stap in de goede richting, maar nog op geen enkele wijze geconcretiseerd. Wel heeft hij in juli van dit jaar met zijn Russische ambtsgenoot, president Medvedev een akkoord bereikt over een verdere vermindering van het aantal kernwapens, maar dat is in feite een verlenging van het in 1991 gesloten START 1 Verdrag, dat eind van dit jaar afloopt.
Bovendien is een bijkomend voordeel voor president Obama, de Russische toestemming tot het transporteren naar Afghanistan van Amerikaans militair materieel en wapens door het Russische luchtruim. [14]
Dit laatste kan toch bezwaarlijk als een ”daad des vredes” worden beschouwd.
DEEL II
VREDESDUIF PRESIDENT OBAMA
NOBELPRIJSWINNAAR VOOR DE VREDE TREKT TEN OORLOG
De paradox van een ten oorlog trekkende president, die tegelijkertijd Nobelprijswinnaar is, komt het duidelijkste tot uiting in de beslissing van president Obama opnieuw 30.000 militairen naar Afghanistan te zullen sturen. Dit kwam ruim een week voor de toekenning van de Nobelprijs. [15] Toppunt van cynisme vormde zijn redevoering tijdens de Vredes-prijsuitreiking, waarbij hij de Afghanistan oorlog en bezetting trachtte te rechtvaardigen als ”zelfverdediging”.
Twee citaten uit zijn redevoering:
”But perhaps the most profound issue surrounding my receipt of this prize is the fact that I am the Commander-in-Chief of a nation in the midst of two wars. One of these wars is winding down. The other is a conflict that America did not seek; one in which we are joined by 43 other countries — including Norway — in an effort to defend ourselves and all nations from further attacks.”
”For make no mistake: Evil does exist in the world. A nonviolent movement could not have halted Hitler’s armies. Negotiations cannot convince al-Qaida’s leaders to lay down their arms. ” [16]
ZELFVERDEDIGING:
Wijselijk memoreert Obama niet aan het feit, dat de aanval op Afghanistan in strijd was met het Internationaal Recht, aangezien er geen VN Mandaat van de Veiligheidsraad aan ten grondslag lag. In de VN Veiligheidsraadsresoluties, die dan wel betrekking hadden op Al Qaeda en Osama bin Laden werd nergens gerefereerd aan het gebruik van geweld. [17] Bovendien was deze aanval geen ”daad van zelfverdediging”, zoals door Obama verdedigd, aangezien de Verenigde Staten als Staat niet waren aangevallen door militaire eenheden van een andere Staat [in casu Afghanistan]. [18]
Verder was de aanval op Afghanistan aanvankelijk slechts een Brits-Amerikaanse oorlogsonderneming, die werd gekenmerkt door ernstige oorlogsmisdaden, die tijdens de aanval, aan tenminste aan 3500 Afghaanse burgers het leven gekost hebben. [19]
MILITAIR CONFLICT MET DE NAZI’S EN AL QAEDA
Absurd is zijn vergelijking tussen Al Qaeda en het militair conflict tussen de Geallieerden met de nazi’s in de dertiger en veertiger jaren. Het Derde Rijk was een op extreem repressieve methoden gebaseerde fascistische politiestaat met niet alleen groteske militaire aspiraties, maar eveneens bezield door een racistisch vernietigingsprogramma jegens Joden, zigeuners en andere als zodanig aangeduide ‘Untermenschen”.
Al Qaeda is een militaire strijdgroep, die zich weliswaar van inhumane en verwerpelijke methodieken bedient [20], maar vooral een reactie is op het Westers politiek-militair optreden in het Midden-Oosten, de Amerikaanse militaire dominantie in de Arabische wereld, het Russische inhumane militaire optreden in Tsjetsjenië EN de Westerse steun voor bezettingsmacht Israël, waardoor de Palestijnen de meest elementaire rechten worden ontzegd. [21]
”MAKE NO MISTAKE/EVIL IS IN THE WORLD”
Bijna grappig is, dat Obama kennelijk de terminologie van voorganger Bush overneemt, met zijn opmerking ”make no mistake”. [22] Van gotspe getuigt het, dat een Amerikaanse president refereert aan het metafysische begrip ”Evil”.
Wanneer wij dat vertalen naar internationaalrechtelijke termen houdt dat o.a. in oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en mensenrechtenschendingen in het algemeen. Hoewel daaraan natuurlijk vele Staten schuldig zijn, komen de VS niet op de minste plaats.
Een greep uit Amerikaanse oorlogsmisdaden:
De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, het gebruik van napalmbommen in de Vietnam-oorlog, grootschalige bombardementen op Cambodja etc etc
In de ”moderne” tijd mag genoemd worden het gebruik van verarmd uranium en clusterbommen Golfoorlog 1, het gebruik van clusterbommen en fosforbommen in Golfoorlog 2 en het gebruik van clusterbommen in Afghanistan. Het gevolg is, dat er met name ook in Afghanistan nog een groot aantal landmijnen aanwezig zijn, met alle voor de burgerbevolking aanwezige humanitaire risico’s. [23]
OBAMA’S OORLOG
FRATERNITY OF PEOPLE?
In het Testament van Nobel is de instructie, de Nobelprijs voor de Vrede toe te kennen aan iemand, die ”broederschap” tussen de volkeren heeft bevordert. Evident is, dat met de continuering van de Amerikaanse militaire bezetting in Afghanistan en het opvoeren van de oorlog, de ”broederschap tussen de volkeren” nu niet bepaald wordt bevorderd.
Met de door Obama gepromote oorlogsinspanningen wordt niet alleen groot leed gebracht over de Afghaanse burgerbevolking en kan ook de Pakistaanse burgerbevolking slachtoffer zijn, maar zal hij op termijn het Afghaanse volk, de islamitische wereld en een aantal Derde Wereldlanden, steeds verder van zich vervreemden.
Aangetoond is al uit diverse rapporten, dat het de vraag is, of deze oorlog op de Taliban wel te winnen is, waardoor Afghanistan steeds meer het 21ste eeuwse Amerikaanse Vietnam dreigt te worden. Ook heeft een van de hoogste Britse bevelhebbers in Afghanistan, brigadegeneraal Mark Carleton-Smith in 2008 gezegd, dat ”de oorlog daar niet te winnen is” en dat onderhandelingen met de Taliban waarschijnlijk onvermijdelijk zijn. [24]
GROVE SCHENDINGEN VAN HET OORLOGSRECHT
Vanaf het begin van de ”oorlogsexpeditie Afghanistan” [Brits-Amerikaanse inval] tot op heden hebben zowel de Brits-Amerikaanse troepen als hun NAVO bondgenoten, de ISAF [25], zich bij herhaling schuldig gemaakt aan ernstige schendingen van het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht [26]]
Voorbeelden:
Foltering en mishandeling van krijgsgevangenen, buitengerechtelijke executies van Taliban en Al Qaeda strijders, het detineren van echte of vermeende ‘terreurverdachten zonder vorm van proces en vooral ook tank en luchtaanvallen met hetzij internationaal verboden wapens, hetzij met een onverantwoord risico voor de burgerbevolking. [27]
Gevolg van die tank en luchtaanvallen was met enige regelmaat een groot aantal burgerslachtoffers. Hieraan is de VS in belangrijke mate schuldig, ook nu tijdens de ambtsperiode van president Obama. De Nederlandse ”bijdrage” is daarin ook beschamend. [28]
Regelmatig is hierover geklaagd door de Afghaanse president Karzai. [29] Ook de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft een kritisch tot zeer kritisch rapport geschreven over deze luchtaanvallen. Overigens is in datzelfde rapport ook gewezen op de schendingen van het Humanitair Oorlogsrecht door het Taliban-verzet, dat aan een groot aantal burgers het leven heeft gekost. [30]
OP OBAMA’S CONTO
OPVOERING STRIJD EN GEBRUIK OMSTREDEN MILITAIRE MIDDELEN
Hoewel Obama de Afghanistan oorlog en bezetting verdedigt, is hij uiteraard alleen verantwoordelijk voor de gevolgen vanaf zijn aantreden. Reeds zijn genoemd militaire aanvallen [september 2009], die aan een groot aantal Afghaanse burgers het leven hebben gekost. Met zijn opdrijving van de oorlog is deze ”Nobelprijswinnaar” uiteraard verantwoordelijk voor alle daaruit voort te vloeien humanitaire consequenties. Nog gewezen dient te worden op de door het Witte Huis gegeven toestemming aan de CIA, de aanvallen met drones [onbemande vliegtuigen] op schuilplaatsen van echte of vermeende Taliban en Al Qaeda strijders, op te voeren. [31]
Volgens VN-Bijzonder onderzoeker inzake Buitengerechtelijke executies Philip Alston is het gebruik hoogstwaarschijnlijk in strijd met het Internationaal Recht, aangezien het zou neerkomen op buitengerechtelijke executies. [32] Inmiddels heeft hij zijn rapport voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de VN. [33]
DE ISAF MISSIE
VERBETERING VEILIGHEIDSSITUATIE EN MENSENRECHTEN IN AFGHANISTAN?: EEN ILLUSIE
Een van de beweerde doelstellingen van de ”vredesmacht” [34] ISAF is het nastreven van veiligheid voor de Afghaanse burgerbevolking. Een andere genoemde doelstelling is het bevorderen van de mensenrechten door het verlenen van ”humanitaire” ondersteuning aan de Afghaanse regering. [35]
De ISAF heeft de afgelopen 8 jaar [vanaf de Amerikaanse aanval op Afghanistan en de daarop volgende bezetting] de Veiligheidssituatie in Afghanistan, in het geheel niet kunnen verbeteren Integendeel.
De drie voornaamste bronnen van conflct zijn het verzet van de Taliban [36] en andere groepen zoals de Hezb-e Islami [Islamitische Partij] van warlord Gulbuddin Hekmatyar, tegen de Amerikaans-NAVO bezettingsmacht, de onderlinge strijd tussen warlords van diverse slag en de drugshandel. Daarnaast zijn er ook door het gehele land criminele organisaties actief, aangezien een effectieve militaire controle door ISAF of het Afghaanse leger praktisch afwezig is.
Ruw gezegd wordt West- en Noord-Afghanistan gedomineerd door onderlinge conflicten tussen warlords [die overigens ook de burgerbevolking terroriseren] en criminele organisaties, terwijl in het Zuiden en Oosten met name het Taliban verzet actief is, alsmede drugscriminelen. Vooral in Zuid-Oost Afghanistan is het Taliban verzet sterk, met als uitvalsbasis het aangrenzende Zuid-Westen van Pakistan. [37]
Dat de situatie dus voor de Afghaanse burgerbevolking extreem gevaarlijk is, moge duidelijk zijn.
MENSENRECHTEN:
Nog afgezien van de door Amerikaanse en ISAF troepen zelf gepleegde mensenrechtenschendingen, is de mensenrechtensituatie in Afghanistan slecht tot zeer slecht. Dit is deels te wijten aan het gebrek aan gezag van de Afghaanse regering, waardoor warlords en criminele organisaties in hoge mate vrij spel hebben.
Anderszijds maakt ook de Overheid zich aan mensenrechtenschendingen schuldig, zoals arrestatie en intimidatie van kritische journalisten, het onderdrukken van vrouwenrechten en religieuze minderheden, slechte detentieomstandigheden [waaronder ook foltering] en een ”rechtsgang”, die niet beantwoord aan internationale standaarden. [38]
Ook maakt de Taliban zich in de strijd tegen de Westers-Amerikaanse bezetting schuldig aan mensenrechtenschendingen tegen de burgerbevolking. [39] In de strijd tegen de bezettende macht zijn echter de Taliban gehouden aan de bepalingen van het Humanitair Oorlogsrecht en dienen zij strikt onderscheid te maken tussen combatanten [militairen en strijders] en non-combatanten [burgers]. [40]
BEZETTING/TALIBAN EN HET RECHT OP VERZET
Duidelijk is, dat de ISAF op geen enkele wijze een bijdrage geleverd heeft aan de verbetering van de ”veiligheids” en ”mensenrechten” situatie in Afghanistan, nog afgezien van hun eigen schendingen van het Oorlogsrecht, de VS voorop. [41]
Ook zijn onder druk van de internationale machtsverhoudingen, semi-juridische trucs in het leven geroepen om de als gevolg van de aanval op Afghanistan gevestigde Amerikaanse en NAVO aanwezige militaire troepenmacht, een legitiem jasje te geven [42], terwijl er sprake is van een de facto bezetting.
Crux van een bezetting is immers de militaire aanwezigheid van een of meer landen op een niet aan hen soeverein gebied, na het voeren van een oorlog, in dit geval een in strijd met het Internationaal Recht. [43]
Daarom zijn dan ook de Taliban en andere verzetsgroepen gelegitimeerd, strijd te voeren tegen de buitenlandse bezettende macht. [44]
Vredesduif Obama wil echter onverminderd de oorlogstrom slaan, ook al is de prijs aan mensenlevens hoog.
DEEL III
VREDESDUIF PRESIDENT OBAMA
SLUITING GUANTANAMO BAY
CHANGE’?
RECHTSPOSITIE TERREURVERDACHTEN
Tijdens zijn verkiezingscampagne kondigde Obama aan, het gevangenkamp Guantanamo Bay te willen sluiten. [45] Deze sluitingsbelofte hield hij gestand, door op 22 januari 2009 daartoe een bevel te geven [an executive order, noot 46]. Vanzelfsprekend werd dit door vrijwel iedereen in de wereld met vreugde ontvangen, aangezien op deze wijze een einde leek te komen aan de jarenlange rechteloosheid en inhumane detentieomstandigheden. [47]
Weinigen realiseerden zich echter, dat sluiting van Guantanamo Bay niet automatisch een verandering van de rechtspositie van de gevangenen inhield. Daarover had Obama zich namelijk NIET uitgelaten. Reeds in een vroeg stadium sprak Human Rights Watch daarover haar bezorgdheid uit. [48] Dat de Obama sceptici gelijk kregen, blijkt wel uit de huidige rechtspositie of liever gebrek daaraan, van de nog in Guantanamo Bay aanwezige gevangenen.
BEEINDIGING ADMINISTRATIEVE DETENTIE?
Een van de kernpunten van het Guantanamo Bay onrecht is de detentie zonder vorm van proces [administratieve detentie]. Obama heeft echter enkele maanden na zijn beëdiging duidelijk gemaakt, voornemens te zijn, in te zetten op een politiek van ”verlengde” detentie van een aantal terreurverdachten. [49]
Dit betreft mensen, tegen wie op grond van concrete bewijzen geen vervolging kan worden ingesteld, maar in ”de toekomst” een bedreiging zouden kunnen vormen voor de consequenties van de Amerikaanse politiek.
In de praktijk komt dit neer op een de facto administratieve detentie
Ik laat Obama zelf aan het woord:
”Now, finally, there remains the question of detainees at Guantanamo who cannot be prosecuted yet who pose a clear danger to the American people.
……………………..
………………………
‘Let me repeat: I am not going to release individuals who endanger the American people. Al Qaeda terrorists and their affiliates are at war with the United States, and those that we capture — like other prisoners of war — must be prevented from attacking us again. ……
……………………………………………………………………………………………………………..
”We must have a thorough process of periodic review, so that any prolonged detention is carefully evaluated and justified”. [50]
Terecht is deze politieke koers door mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch sterk veroordeeld. [51]
NIEUWE MILITAIRE COMMISSIES
Een andere dubieus aspect van het Obama-beleid is de ondertekening van de ”Military Commissions Act” , waarbij de militaire commissies nieuw leven zijn ingeblazen. [52]
Vergeleken met de door president Bush ingestelde militaire commissies [53] is er wel een betere rechtsbescherming voor de verdachten, zoals het verbod op het gebruik van bewijsmateriaal, dat via foltering is verkregen en de verscherping van de criteria op het hearsay bewijs [bewijs van ”horen zeggen” zie noot 54] maar zij beantwoorden nog steeds niet aan de standaarden in de Amerikaanse rechtbanken tav een eerlijk proces.
Zo is het gevaar van gebrek aan onafhankelijkheid groot [het zijn ad hoc uit de grond gestampte militaire commissies, zonder de bescherming van de officiële Amerikaanse Militaire rechtbanken] en nog steeds wordt het gebruik van hearsay gecontinueerd. [55]
Het is daarom ook altijd het pleidooi geweest van Human Rights Watch en andere burgerrechten en mensenrechtenorganisaties om de gevangenen hetzij vrij te laten [56], hetzij te berechten in Amerikaanse Federale rechtbanken, waar wel de formele criteria voor een eerlijk proces aanwezig zijn. Momenteel is het zo, dat sommige terreurverdachten wel en andere niet voor een Federale rechtbank mogen verschijnen. [57]
OVERBRENGING GEVANGENEN NAAR ILLINOIS
Recentelijk is het voornemen van de Amerikaanse regering kenbaar gemaakt, de gevangenen na de sluiting van Guantanamo Bay over te brengen naar een te bouwen gevangenis in Ilinois. [58] Wanneer de rechtspositie van de gevangenen niet kan worden gegarandeerd, is die Guantamamo-sluiting slechts een formaliteit en gaat hetzelfde onrecht door onder een nieuw jasje.
En tenslotte wordt uit het oog verloren, dat weliswaar het voornemen is, Guantanamo Bay te sluiten, maar dat andere Amerikaanse gevangenkampen, zoals Bagram in Afghanistan, waar ook mensen worden vastgehouden zonder vorm van proces, gewoon open blijven. [59]
DEEL IV
VREDESDUIF PRESIDENT OBAMA
GEZAKT VOOR EXAMEN
OBAMA EN DE VRIJLATING VAN DE TERMINAAL ZIEKE LOCKERBIE VEROORDEELDE
Van iemand, die de meest prestigieuze Vredesprijs in ontvangst neemt, mag, naast respect voor mensenrechten, ook in het algemeen compassie worden verwacht, zeker wanneer het terminaal zieke gevangenen betreft. Of het hier de ”eigen natie” of ”tegenstanders” betreft, zou geen rol mogen spelen. Vredesduif en changeman Obama toonde zich echter tegenstander van de vrijlating op humanitaire gronden door de Schotse regering, van de terminaal zieke Lockerbie veroordeelde, de heer Megrahi.[60]
Niet alleen getuigt dit standpunt van een gebrek aan respect voor universele humanitaire waarden, maar ook van een beschamend gebrek aan beschaving. [61] ”De beschaving van een land valt af te meten aan de wijze waarop wij met onze tegenstanders omgaan”, heeft eens een wijs man gezegd.
Voor deze test is Obama in alle opzichten gezakt. Het Nobelprijscomite had een dergelijk standpunt in haar overwegingen van al dan niet toekennen moeten betrekken.
DEEL V
VREDESDUIF PRESIDENT OBAMA
HET MIDDEN-OOSTENCONFLICT
GEEN CHANGE, MAAR VOORTGEZETTE STEUN AAN DE ISRAELISCHE BEZETTING
Een van de belangrijkste conflicten, waarmee Obama gedurende zijn ambtsperiode mee te maken zal krijgen is het Midden-Oostenconflict. Duidelijk is, dat de Amerikaanse standpuntinname en vooral beleidsdaden van grote betekenis zullen zijn.
Hoewel niet te voorspellen is, hoe Obama zich hierin verder zal opstellen, geeft zijn houding in het Midden-Oostenconflict tot nu toe, bepaald geen reden tot het uitreiken van de Nobelprijs voor de Vrede.
”VREDESBESPREKINGEN”
TUSSEN BEZETTER EN ONDERDRUKTE?
EEN LACHERTJE
Weliswaar heeft hij aangekondigd, te streven naar hernieuwde ”vredesbesprekingen”, maar gezien de status van Israël als bezettende macht en de Palestijnen als bezette natie, is er geen sprake van gelijke partijen aan de onderhandelingstafel. Van een Nobelprijswinnaar mag verwacht worden, dat hij ”vrede” koppelt aan gerechtigheid en mensenrechten.
In geval van het Midden-Oostenconflict zou het dus Obama’s cruciale taak moeten zijn, op te roepen tot de beëindiging van de nu reeds 42 jaar durende Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden, conform VN Veiligheidsraadsresolutie 242, dd 1967. [62] Maar een oproep is niet voldoende: ook zouden als pressiemiddel sancties achter de hand moeten gehouden worden.
COSMETISCHE VERBETERINGEN
STOPZETTING NEDERZETTINGENBOUW
Niets is echter minder waar. Het enige, dat Obama tot nu toe heeft gedaan is het voorstellen van enkele cosmetische verbeteringen, zoals zijn pleidooi voor de verdere stopzetting van de nederzettingenuitbreiding [63], terwijl ALLE in bezet Palestijns gebied gebouwde nederzettingen in strijd zijn met het Internationaal Recht en dus ontmanteld zouden moeten worden. [64] Ook wordt onverminderd de jaarlijkse militaire steun aan Israel van ruim 3 miljard dollar voortgezet. [65]
VREDE EN MENSENRECHTEN
OBAMA’S SCORE: EEN 1 VOOR DE MOEITE
Het is reeds gezegd: Vrede kan niet worden losgezien van vrijheid en mensenrechten.
Vrijheid betekent in het Midden-Oostenconflict een beëindiging van de Israëlische bezetting, ontmanteling van alle nederzettingen, het afbreken van de Muur, erkenning Palestijns recht op terugkeer en herstelbetalingen aan het Palestijnse volk voor al het doorstane leed. Want het leed is groot, met een 42 jaar durende bezetting.
Mensenrechten betekent Obama’s betrokkenheid van de gedurende zijn ambtsperiode door de Israëlische bezetter gepleegde mensenrechten en oorlogsmisdaden, waarvoor de VS, door de steun aan Israël, politiek en moreel medeverantwoordelijk is. Daarin slaat Obama een pover en beschamend figuur, door iedere steun te weigeren aan het Goldstone-rapport, dat zowel de door Israël als Hamas gepleegde oorlogsmisdaden in het Israëlische Gaza-offensief [2008-2009] aan de kaak heeft gesteld. [66] [67] en [68]
Dit rapport is goedgekeurd door de VN-Mensenrechtenraad en de resultaten komen overeen met rapportages van zowel Human Rights Watch, Amnesty International als het Internationale Rode Kruis. [69] en [70]
Deze Obama houding toont overduidelijk, dat de Amerikaanse Midden-Oostenpolitiek, op enige cosmetische kritiek op Israël na, nog niets is veranderd. Aan Obama de twijfelachtige ”eer” om voor zijn Midden-Oostenbeleid een dikke onvoldoende uitgereikt te krijgen. Geen nul, maar een 1 voor de moeite.
EPILOOG:
Vrede, vrijheid en mensenrechten gaan hand in hand. Er mag dan ook verwacht worden, dat de Nobelprijs voor de Vrede wordt uitgereikt aan mensen of organisaties, die deze principes uitdragen.
Goede voorbeelden zijn Henri Dunant en Dr Martin Luther King. Beschamende voorbeelden zijn de vroegere minister van Buitenlandse Zaken Kissinger en de Israëlische oud premier Menachem Begin.
Obama moet helaas geschaard worden in de categorie ”beschamende voorbeelden’.
Dat blijkt wel uit zijn opvoering van de oorlog in Afghanistan, zijn ”prolonged detention” plan tav terreurverdachten en het ruim baan, dat hij geeft aan de Israëlische bezetter.
Het is dan ook zaak om door zijn voor het internationaal podium bestemde schoonklinkende woorden heen te kijken [71], terwijl hij intern heel andere taal bezigt. [72]
De Nobelprijs moet weer bestemd zijn voor diegenen, die het werkelijk verdienen
Mensen en vredesactivisten.
Anders heeft deze prijs zijn langste tijd gehad. [73]
[9] Zoals bekend was Henri Dunant de oprichter van het Internationale Rode Kruis
Frederic Passy streed als vredes en mensenrechtenactivist voor het geweldloos oplossen van conflicten tussen Staten, voor verbetering van de arbeidsomstandigheden in Frankrijk en tegen het kolonialisme
[10] HENRY KISSINGER, MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Voormalig Nationaal Veiligheidsadviseur en Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken onder president Nixon. Verantwoordelijk voor de bombardementen op Cambodja in 1969 en 1970, waarbij 800.000 burgers werden gedood.
Mede-verantwoordelijk voor de grootschalige bombardementen op Noord-Vietnam, waarbij chemische wapens werden ingezet.
PREMIER MENACHIN BEGIN
Als commandant van de zionistische politiek-militaire organisatie Irgoen, een van de hoofdverantwoordelijken voor de massaslachting in het Arabische dorp Deir Yassin in 1948, waarbij tussen 100 en 150 Palestijnse burgers werden gedood.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Menachem_Begin
https://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=1702
https://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=18
http://www.deiryassin.org/
Eveneens is hij als premier verantwoordelijk voor de grootschalige bombardementen op burgerdoelen [steden] tijdens de Libanon-oorlog in 1982, waarbij duizenden Libanese burgers om het leven zijn gekomen, als voor het drama rond de massaslachtingen in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila [de latere premier Sharon was hoofdverantwoordelijk als minister van Defensie].
[12] Deze ”vredesakkoorden” waren vaak gebaseerd op de realiteit van de bestaande machtsverhoudingen en hielden geen werkelijk rechtvaardige vrede in. Zo was het tussen de Israëlische premier Begin en de Egyptische president Sadat gesloten ‘Camp David Akkoord” [onder de auspiciën van Israëls Beschermheer de Verenigde Staten], gebaseerd op de vrede tussen Israël en Egypte [ontruiming door Israëlvan in 1967 bezette Eyptische gebieden], daarbij voorbijgaand aan de essentie van VN Veiligheidsraadsresolutie 242 [dd 1967], die eiste, dat Israël zich uit ALLE in 1967 bezette gebieden zou terugtrekken, waaronder de Palestijnse en de Syrische Golanhoogte. Terecht werd dan ook het Camp David Accoord als verraad aan de Palestijnen beschouwd, wier rechten buiten beschouwing werden gelaten. Overigens kreeg premier Begin deze Nobelprijs samen met president Sadat en de Amerikaanse president Carter.
”Tegelijk verklaarde Barack Obama voor de Verenigde Naties dat hij voorstander is van een kernwapenvrije wereld. Dat standpunt is niet zo radicaal als het lijkt, zegt Hans Blix [voormalig VN wapeninspecteur, die concludeerde, dat er geen massavernietigingswapens waren in Irak, TOEVOEGING ASTRID ESSED]. “Obama is zeker geen voorstander van een unilaterale ontwapening.”……………………
………………………………………………….
”Hij moet daarvoor eerst proberen om het Kernstopverdrag door het Congres te laten ratificeren. Het is niet zeker of dat wel lukt. Zijn eigen parlement zou zijn grootste vijand kunnen zijn.”
”Er valt dus uiteraard heel wat te zeggen over het feit dat deze president een prijs krijgt terwijl hij een illegale oorlog in Irak voert en die in Afghanistan zelfs uitbreidt, terwijl hij het grootste budget voor defensie ter wereld verder zet en geen enkele militaire basis van zijn land waar ook ter wereld sluit (hij zou heel wat meer kunnen besparen dan pakweg de Belgische regering op dat gebied!). Natuurlijk is het hypocriet om een dergelijk man een vredesprijs toe te kennen, laat staan de meest prestigieuze vredesprijs die er bestaat: de Nobelprijs.”
Bron:
UITPERS NOVEMBER 2009
LODE VANOOST
”NOBELPRIJS IS NIET MEER VAN DEZE TIJD”
https://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=2508
[16] Volledige tekst redevoering president Obama bij de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede:
[18] ”De geschiedenis herhaalde zich bij Afghanistan. Er was geen sprake van een militaire aanval van Afghanistan op welk land dan ook. Er was sprake geweest van een terroristische actie, met vreselijke gevolgen. Maar die terroristische actie was een éénmalige, unieke gebeurtenis, waaraan geen verdergaande strijd tegen de Verenigde Staten door vijandelijke gewapende militaire eenheden was verbonden………….
…………………………………………………
”De Amerikaanse regering stelde aan het Taliban-regiem een ultimatum om Bin Laden uit te leveren, maar weigerde om enig bewijs aan te dragen dat Bin Laden verantwoordelijk was voor de terroristische actie van 11september 2001. Reeds ingevolge de verdragen van Den Haag en het Handvest van de Volkenbond was het verboden om op grond van een ultimatum tot militaire actie over te gaan. In het kader van het Handvest van de Verenigde Naties is een dergelijke handelwijze zonder meer uitgesloten.”
US MEDIA FAIL TO REPORT CIVILIAN CASUALTIES IN AFGHANISTAN”
http://www.media-alliance.org/article.php?id=432
COMMONDREAMS, 21-12-2001
ROBERT JENSEN AND RAHUL MAJAHAN
”WE CAN’T JUST FORGET ABOUT DEAD AFGHAN CIVILIANS”
http://www.commondreams.org/views01/1222-03.htm
UITPERS MAART 2008
ASTRID ESSED
”NEDERLANDSE MILITAIRE DEELNAME IN AFGHANISTAN/WEDEROPBOUWMISSIE OF BEZETTINGSMACHT”
https://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=1943
[20] Hierbij refereer ik aan het ”echte” terrorisme, namelijk militaire aanvallen op burgerdoelen, die streng zijn verboden door het Internationaal Recht. Dit in tegenstelling tot militaire aanvallen op combattanten [militairen en/of strijders], die wel zijn toegestaan en zeker zijn gelegitimeerd wanneer er sprake is van een bezettingssituatie.
ZIE OOK
VD AMOK JAARGANG 11, NUMMER 1, 2002
MANIFEST TEGEN DE NIEUWE OORLOG
VOEDINGSBODEM TERRORISME
”Neem de voedingsbodem van het terrorisme weg Militaire acties zullen geen einde maken aan het terrorisme. De keuze voor militaire acties vloeit voort uit de bestaande machtspositie en de arrogantie van de macht, waarbij alleen de slachtoffers aan eigen kant tellen. Het terrorisme maakt juist gebruik van de verbittering en woede over de onmacht.”
”Zware luchtaanvallen waren het gevolg en een grondoorlog werd op beperkte schaal gevoerd. Ziekenhuizen, marktpleinen, vluchtelingenstromen en moskeeën werden door de Russen gebombardeerd en aangevallen en duizenden Tsjetsjeense burgers gedood. Honderdduizenden Tsjetsjenen zijn van huis en haard verdreven.”
[21] Zoals bekend is Israël sinds 1967 bezettingsmacht in zowel de Palestijnse gebieden [De Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en Gaza] en heeft nooit gehoor gegeven aan VN Veiligheidsraadsresolutie 242 dd 1967, om zich uit de in de juni-oorlog veroverde gebieden [waaronder de Palestijnse en de Golanhoogte] terug te trekken.
Alleen de veroverde Egyptische gebieden zijn ”teruggegeven” bij het na taaie onderhandelingen bereikte Camp Davidaccoord in 1977 [waarvoor Begin, Sadat en Carter de Nobelprijs voor de Vrede hebben gekregen].
De directe gevolgen van die bezetting zijn onderdrukking, vernederingen en gepleegde oorlogsmisdaden, waarvan een van de beruchtste de vorig jaar gepleegde Israëlische aanval op Gaza en de blokkade van Gaza.
Zie ook:
UITPERS ASTRID ESSED FEBRUARI 2009
”VUILE OORLOG TEGEN DE PALESTIJNSE BURGERBEVOLKING”
https://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=2278
UITPERS ASTRID ESSED FEBRUARI 2008
”BLOKKADE GAZA/MISDAAD TEGEN DE MENSELIJKHEID”
https://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=1904
UITPERS ASTRID ESSED SEPTEMBER 2005
”GAZA BLIJFT BEZET GEBIED”
https://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=1113
[22]
”Make no mistake”
REACTIE van President Bush na de aanslagen van 11 september 2001
Letterlijk staat er: ”Make no mistake, the United States will hunt down and punish those responsible for these cowardly acts.”
[23] Afghanistan ligt bezaaid met landmijnen. Hierdoor vallen nog geregeld slachtoffers, vooral kinderen.160 Volgens het UN Mine Action Centre for Afghanistan (UNMACA) worden maandelijks gemiddeld 57 Afghanen het slachtoffer van een landmijn.161
IN HET AMBTSBERICHT WORDT VERWEZEN NAAR
[160] Report of the Secretary General, ‘The situation in Afghanistan and its implications for international peace and security’. 10.03.09.
EN [161] US State Department – Afghanistan: Country Report on Human Right Practises, 25.02.09.
”ISAF, in support of the Government of the Islamic Republic of Afghanistan, conducts operations in Afghanistan to reduce the capability and will of the insurgency, support the growth in capacity and capability of the Afghan National Security Forces (ANSF), and facilitate improvements in governance and socio-economic development, in order to provide a secure environment for sustainable stability that is observable to the population.”
TERUGKEER VAN DE TALIBAN/VREEMDE BEZETTING OP AFGHAANSEBODEM/DEEL 1
‘We have expelled the foreigners and I would like to congratulate the whole nation on this,’ Taliban spokesman Zabihullah Mujahid said in Kabul, Afghanistan [Rahmat Gul/AP Photo] WOORDVOERDER TALIBAN OP EERSTE PERSCONFERENTIE
LEZERS! Nu de Taliban, na de terugtrekking van de Westerse bezettingstroepen,weer in Afghanistan vaste voet onder de grond gekregen hebben [1] vind ikhet van belang, twee oudere artikelen van mij te publiceren, omdat zij vertellen,wat de mainstream pers tracht te verzwijgen, dat de vanaf de aanval op Afghanistan gepleegde VS/NAVO aanwezigheid in Afghanistan niets meerof minder dan een buitenlandse bezetting was, die, samen met hun Afghaanse ”consorten” bekende of meer verzwegenoorlogsmisdaden op zijn geweten heeft [2] naast de reguliere onderdrukkingEn uiteraard:De Taliban, die trouwens het volste recht hadden, zich te verzetten tegen diebuitenlandse bezetter [3] heeft zich zonder twijfel schuldig gemaakt aanonderdrukking en misdaden [4]Dus van mijn kant geen enkele poging om de Taliban als alternatief voor detoekomst van het Afghaanse volk te zien.Maar het is WEL zo, dat er maar EEN is, die beslist over Afghanistan endat is het Afghaanse volk zelf.Nogmaals, het Westen had en heeft ook in de toekomst, niets in Afghanistante zoeken!Zie ook de eerste Persconferentie van de Taliban, na de machtsovername![5] ASTRID ESSED [NOTEN, DIE BIJ BOVENSTAANDE HOREN, GEHEEL ONDERINMIJN ARTIKEL] NU HET ARTIKEL ASTRID ESSED, GESCHREVEN VOOR DE PROGRESSIEF-KRITISCHE WEBZINE UITPERS.BE IN MAART2008 NEDERLANDSE MILITAIRE DEELNAME IN AFGHANISTAN: WEDEROPBOUWMISSIE OF BEZETTINGSMACHT! https://www.uitpers.be/nederlandse-militaire-deelname-in-afghanistan-wederopbouwmissie-of-bezettingsmacht/
”Wie in modder roert, moet niet verbaasd zijn, vieze handen te krijgen”
Anoniem
Voorwoord:
Bij de Sovjet-Russische inval en herbezetting van het voormalige Tjechoslowakije, in 1968, ter onderdrukking van de opkomende liberaliserende stromingen, werd een Tsjechisch dorp veroverd. Op een door de Russische troepen bijeengeroepen gemeenteraadsvergadering merkte de burgemeester op: “Bent u gekomen om mijn land te bezetten’” . “Neen, om u te beschermen”, merkte de Russische legeraanvoerder op.
Aan deze woorden dacht schrijfster dezes, toen zij een artikel las over het verhoogde Nederlands militair offensief tegen het in Uruzgan aanwezige Taliban verzet. [1]
Evenals deze Russische legeraanvoerder wordt door het merendeel van de Nederlandse politici, legerautoriteiten, en de media, de realiteit van de Nederlandse deelname aan de oorlog in Afghanistan omgezet in schoonklinkende termen als ”vredesmissie”, ”hulp bij de wederopbouw”, ”bescherming tegen de Talibanterreur” en ”bevrijding van Afghanistan’’ etc. [2]
Een wijs man heeft eens gezegd, dat niets politici zo goed uitkomt als een kort geheugen.
Het is daarom niet verwonderlijk, dat kennelijk in de Nederlandse politieke herinnering is weggezakt, dat de Nederlandse militaire aanwezigheid, nog afgezien van de politieke intentie, een nasleep is van de in 2001 door de Britten en Amerikanen gevoerde illegale en vuile oorlog tegen Afghanistan, met de logistieke en politieke NAVO-steun.
Een terugblik:
Brits-Amerikaanse aanval op Afghanistan:
1 In strijd met het Internationaal Recht:
Nog afgezien van de bij de Brits-Amerikaanse aanval op Afghanistan gepleegde oorlogsmisdaden, is deze aanval in strijd geweest met het Internationaal Recht, aangezien er geen sprake is geweest van een Mandaat door de VN Veiligheidsraad. [3]
2 Aanleiding tot de aanval:
Als directe aanleiding tot de aanval is aangevoerd de echte of vermeende betrokkenheid van Osama bin Laden bij de WTC aanslagen en de mede-betrokkenheid van de Taliban-regering in Afghanistan. Opvallend echter is het feit, dat er tot op heden geen op harde feiten gebaseerd aantoonbaar bewijs is geleverd is voor een eventuele betrokkenheid van Osama bin Laden, laat staan de Taliban-regering. Een door de toenmalige Taliban-regering gedaan verzoek aan de Amerikaanse president Bush, tot het leveren van bewijzen voor eventuele schuld van Bin Laden te overleggen [ivm met de door president Bush geëiste uitlevering van bin Laden aan de VS], werd afgewezen.
Hierdoor rees op zijn zachtst gezegd het vermoeden, dat gefundeerde bewijzen ontbraken.
Deze indruk werd nog bevestigd door de stelselmatige weigering van de toenmalige Nederlandse premier Kok, zowel aan het Parlement als de fractievoorzitters van de grote partijen inzage te geven in het aan de NAVO-ministers overhandigde Amerikaanse bewijsmateriaal.
Fundamenteel is echter, dat bij de opsporing van eventuele verantwoordelijken voor een aanslag, slechts juridische middelen dienen te worden ingezet en dat een oorlog, die naar alle waarschijnlijkheid onschuldigen treft, een zowel humanitair als internationaal-rechtelijk onacceptabel middel is.
Aanval op Afghanistan:
Mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden:
De feitelijke Brits-Amerikaanse aanval op Afghanistan is gepaard gegaan met een groot aantal mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden, zowel betreffende de wapenkeuze als directe militaire handelingen
a Wapenkeuze: Gebruik van clusterbommen:
Een van de grondregels van het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht is, dat er, door alle conflictspartijen, te allen tijde onderscheid gemaakt dient te worden tussen combattanten [militairen en strijders] en non-combattanten [burgers]. Dit geldt zowel voor directe militaire handelingen als het gebruik van de wapens, die beperkt dienen te blijven tot precisiewapens.
Een clusterbom echter is een bom, die ongeveer 200 bommetjes uitspuugt, die over een groot gebied kunnen exploderen. Het moge evident zijn, dat het risico, dat hierbij burgers worden getroffen, levensgroot is. Bovendien kan een clusterbom zich bij niet ontploffing ontwikkelen tot landmijnen, waardoor nog jaren na de beëindiging van een oorlog, burgerslachtoffers kunnnen vallen. Met name spelende kinderen zijn hiervan vaak het slachtoffer. Volgens het Verdrag van Ottawa is het gebruik van landmijnen verboden. [4]
Ten gevolge van dit gebruik van clusterbommen zijn er naar schatting, tussen de 1000 tot 4000 Afghaanse burgerdoden gevallen, in een periode van twee maanden. [5]
b Andere directe militaire handelingen:
Bovendien hebben de Brits-Amerikaanse troepen zich eveneens schuldig gemaakt aan buitengerechtelijke executies van echte of vermeende Al Qaeda en Taliban-aanhangers en was er sprake van gedoging van ernstige mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden door de ”bondgenoot”, de Noordelijke Alliantie.
Een door Amnesty en Human Rights Watch geëist onderzoek naar een aantal echte of vermeende mensenrechtenschendingen, zoals tijdens de gevangenisopstand in Masar Al Sharif, waarbij sprake was van directe militaire Brits-Amerikaanse betrokkenheid, werd door de Brits-Amerikaanse autoriteiten afgewezen
c Mensenrechtenschendingen:
Behandeling gevangenen:
Eveneens was en is er sprake van martelingen en mishandelingen van krijgsgevangenen, o.a. in gevangenkampen als Kandahar en Guantanamo Bay. Daarnaast is er eveneens sprake van detentie zonder vorm van proces. Het bekendste voorbeeld is Guantanamo Bay, maar ook in andere Amerikaanse gevangenkampen in Afghanistan, was en is daarvan sprake.
NA DE OORLOG:
Nieuwe Afghaanse regering
Evident is, dat de Taliban-regering zich tijdens haar machtsperiode schuldig heeft gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen. Echter, bij de na de nederlaag van de Taliban aangetreden regeringen, was al evenmin sprake van de handhaving van de mensenrechten
Vrouwenonderdrukking werd gecontinueerd, er was in een groot deel van het land sprake van ernstige schendingen van mensenrechten van gevangenen, alsmede het schieten op ongewapende demonstranten, in enkele gevallen met dodelijk gevolg.
Veiligheid Afghanistan?
Ook de door de vanaf 2002 in Afghanistan aanwezige als vredesmacht betitelde ISAF nagestreefde ”veiligheid” van Afghanistan, kan en kon niet worden gegarandeerd. Zo vinden ondanks het door buitenlandse troepen zwaarbewaakte Kaboel met regelmaat door groeperingen van verschillende politieke pluimage aanslagen plaats. In o.a..het midden en Westen van Afghanistan is sprake van een hevige strijd tussen krijgsheren van verschillende al dan niet politieke origine [soms pro-Taliban, soms pro-Noordelijke Alliantie, soms maffiosi] en in het Zuiden strijden de Brits-Amerikaanse [en Canadese en Nederlandse] troepen tegen het Taliban-verzet.
De situatie voor de Afghaanse bevolking zo onveilig, dat zelfs het reizen tussen twee steden moeilijk, zo niet onmogelijk is, op straffe te worden overvallen door struikrovers en plaatselijke illegale ”tolheffers” [onder het mom, ”tol” te moeten betalen, worden reizigers beroofd].
DE NEDERLANDSE MILITAIRE AANWEZIGHEID IN AFGHANISTAN
Voorgeschiedenis:
Hoewel bij de huidige ”Uzurgan-missie” sprake is van de grootste Nederlandse militaire inbreng in Afghanistan, waren de Nederlanders reeds in 2002 actief in de door de NATO geleide ISAF troepenmacht”, waarover in de beginfase Nederland en Duitsland het bevel voerden.
URUZGAN MISSIE
Echt actief werd Nederland echter pas na de dd 2-2-2006 door de Tweede Kamer goedgekeurde ”Uzurgan–missie”, waarbij Nederlandse militairen werden uitgezonden naar de zuidelijke Afghaanse provincie Uzurgan, waar een hevige strijd woedde en nog woedt tussen de Brits-Amerikaanse troepen [later terzijde gestaan door de Canadezen] enerzijds en het Taliban-verzet anderszijds.
a Discussie over ”missie” uitzending
Groot in eigenbelang, klein in mensenrechten en principiële keuzes.
Voorafgaande aan de Nederlandse troepenuitzending naar Uzurgan heeft een stevige parlementaire discussie plaatsgevonden tussen voor en tegenstanders. Opvallend echter was, dat er hierbij geen sprake was van een principiële discussie, maar dat deze veelal werd bepaald door pragmatische argumenten.
Veiligheid Nederlandse militairen
Zo liet vooral de links-liberale partij D’66 zich leiden door het wellicht zeer gevaarlijke karakter van deze ”missie”. Op zich een merkwaardig argument, aangezien er niet alleen sprake was van goed getrainde militairen, die zelf voor de professie van militair gekozen hadden, maar vanzelfsprekend de uitzending naar ieder oorlogsgebied, of het nu Uruzgan of een ander gebied is, gevaarlijk is.
Zorgwekkender is echter, dat de Nederlandse politiek gespeend was van iedere reflectie over het feit, dat militaire deelname aan de Amerikaanse oorlogshandelingen direct impliceert de ondersteuning van een bezettende macht. Hierbij werden de Nederlandse troepen, of zij nu de bevolking met de zogenaamde ”Dutch approach” tegemoet traden of niet, automatisch politiek en moreel medeverantwoordelijk voor de Amerikaanse bezetting van Afghanistan.
Het is dan ook verwonderlijk, dat er in de Nederlandse media wordt gesproken van ”aanslagen” tegen de Nederlandse troepenmacht, aangezien internationaalrechtelijk gezien iedere Afghaanse politieke groepering, dus ook de Taliban, gerechtigd is, zich te verzetten tegen het leger van een bezettende macht, alsmede legers van de haar ondersteunende bondgenoten, in casu Nederland.
Het gebruik van de terminologie ”wederopbouw” is dan ook niet alleen eufemistisch, maar ook misleidend, aangezien Nederland, als trouwe bondgenootvazal van de Verenigde Staten, als taak heeft het verzet tegen de buitenlandse troepen neer te slaan.
B Verzet tegen uitlevering gevangenen aan de VS:
Hoewel er dus geen sprake is geweest van een principieel parlementair verzet tegen de rol van Nederland als verlengstuk van de Amerikaanse bezettende macht, is er wel, met name door de Nederlandse links-progressieve partijen, bezorgdheid uitgesproken over een mogelijke uitlevering van krijgsgevangenen aan de VS [in verband met mogelijke detentie in Guantanamo Bay].
C Memorandum of Misunderstanding?
Dienaangaande is de Nederlandse regering met de Afghaanse regering het zogenaamde Memorandum of Understanding overeengekomen, dat echter in de praktijk geen harde garanties geeft ter voorkoming van uitlevering van gevangenen. Overeengekomen is namelijk slechts, dat de Afghaanse autoriteiten de Nederlandse ambassade in Kaboel op de hoogte stellen, wanneer een gevangene aan de VS wordt overgedragen. Mensenrechtenschendingen door de VS kunnen hierdoor niet worden voorkomen. Bovendien kan de overeenkomst eenzijdig en zonder opgaaf van redenen, met een opzegtermijn van 30 dagen, worden beëindigd.
Het enige, dat wel is bedongen is, dat aan de Afghanen uitgeleverde gevangenen niet zullen worden geëxecuteerd, aangezien Nederland, comform het EU-standpunt, tegen de doodstraf is
Terecht heeft Amnesty International deze overeenkomst betiteld als ”The Memorandum of Misunderstanding”. [6]
D Nonchalante Nederlandse houding tav uitlevering gevangenen, ondanks mogelijke mishandeling:
Naar aanleiding van recente berichtgeving, dat de Afghaanse autoriteiten zich schuldig zouden hebben gemaakt aan marteling van gevangenen, heeft Canada de uitlevering van krijgsgevangenen gestopt. Aangezien Nederland de uitlevering continueert, is zij wellicht schuldig aan medeverantwoordelijkheid voor foltering.
Hoewel Nederland als verdediging aanvoert de situatie van Afghaanse gevangenen regelmatig via diverse kanalen te controleren, dient mijns inziens bij dergelijke berichten geen enkel risico genomen te worden en de uitlevering te worden gestopt, omdat alle humanitair en internationaal-rechtelijk alle voorzorgen dienen te worden genomen om martelingen en mensenrechtenschendingen te voorkomen. [7]
Bovendien heeft Amnesty haar ernstige twijfels tav een adequate monitoring, door landen, die gevangenen hebben overgedragen aan de Afghaanse autoriteiten.
Zo zegt zij letterlijk mbt Britse en Nederlandse monitoring:
”The British and Dutch governments have informed AI that they have transferred detainees to Afghan authorities in these provinces. Both governments have stated that they try to ensure that their own officials monitor the detainees, in the British case on a monthly basis. However, as outlined later in the report, because of the prevailing security situation, independent monitoring of transferred detainees by the AIHRC and the ICRC is almost impossible. In this situation, while ISAF states have carried out occasional monitoring of transferred detainees, AI remains concerned that this cannot substitute for regular, independent monitoring.” [8]
Onlangs heeft Amnesty in een persbericht een oproep gedaan aan alle ISAF landen, de uitlevering van gevangenen aan de Afghaanse autoriteiten te stoppen [9]
E Afghaanse burgerdoden door Nederlandse militaire acties
Slag bij Chora
Ook betreffende Nederlandse militaire handelingen in Uzurgan zijn er redenen tot zorg over de naleving van het Oorlogsrecht. Universeel is immers het principe, dat bij iedere militaire actie, een strikt onderscheid gemaakt dient te worden tussen combattanten en non-combattanten.
Bij een gezamenljke Nederlandse en ISAF militaire actie dd juni 2007 zijn er echter meer dan 50 Afghaanse burgers om het leven gekomen, waarbij Nederland een omstreden pantserhouwitser heeft ingezet en de ISAF zwaar luchtgeschut, hetgeen sowieso buitenproportioneel is in een burgergebied. Eveneens zouden de Taliban zich aan oorlogsmisdaden hebben schuldig gemaakt.
Hoewel aanvankelijk door het Nederlandse Ministerie van Defensie aan de Tweede Kamer werd bericht, dat de meeste burgerdoden waren veroorzaakt door het optreden van de Taliban, werd dit later tegengesproken door een VN rapport [welks conclusie door Defensie werd verzwegen], dat juist stelde, dat de meeste burgerdoden door het Nederlandse vuur was veroorzaakt. [10]
Eveneens bekritiseerde de bevelhebber van ISAF in Kabul, de Amerikaanse generaal Dan MacNeill, de Nederlanders vanwege de inzet van de pantserhouwitser,zonder dat er een waarnemer in de frontlinies aanwezig was die kon zien waar de granaten terecht kwamen. [11]
Vast staat in ieder geval, dat o.a. door het optreden van de Nederlandse en ISAF militairen, een zo groot aantal doden is veroorzaakt, waarover de Afghaanse president Karzai zich terecht zeer fel uitliet. [12]
Overigens zijn er ook voor dit Nederlandse militaire optreden verschillende klachten gekomen over mishandeling van gevangenen door Nederlandse troepen. Onderzoeksjournalist A. Karskens heeft ook een kritisch artikel over het Nederlandse optreden geschreven. [13]
Epiloog
Resumerend kan gesteld worden, dat er geen sprake is van een Nederlandse bijdrage aan de ”wederopbouw” van Afghanistan, maar van een militaire ondersteuning van de Amerikaanse bezettingsmacht, waarbij eveneens sprake is geweest van een aantal vermoedelijke schendingen van het oorlogsrecht.
Hoewel de Taliban geen aantrekkelijk toekomstig regeerperspectief is, is het haar niet alleen internationaal-rechtelijk gelegitimeerd, zich te verzetten tegen de buitenlandse bezettingstroepen, maar is het alleen aan de bevolking van Afghanistan, de door haar gewenste Staatsvorm te kiezen. Volgens het VN Handvest heeft zij het zelfbeschikkingsrecht, net als alle andere volkeren ter wereld.
Wanneer dit niet wordt gerespecteerd door de buitenlandse bezettingstroepen en zij weigeren, zich terug te trekken, zal het verzet worden gecontinueerd en zal de ISAF, evenals de voormalige Russische bezettingsmacht leren, dat wie wind zaait, storm zal oogsten
[9] Oproep Ammesty aan de landen, die deelnemen aan de ISAF ”vredes” macht, geen gevangenen over te dragen aan de Afghaanse autoriteiten vanwege folteringsrisico
KABUL, Afghanistan (AP) — The Taliban swept into Afghanistan’s capital Sunday after the government collapsed and the embattled president joined an exodus of his fellow citizens and foreigners, signaling the end of a costly two-decade U.S. campaign to remake the country.
Heavily armed Taliban fighters fanned out across the capital, and several entered Kabul’s abandoned presidential palace. Suhail Shaheen, a Taliban spokesman and negotiator, told The Associated Press that the militants would hold talks in the coming days aimed at forming an “open, inclusive Islamic government.”
Earlier, a Taliban official said the group would announce from the palace the restoration of the Islamic Emirate of Afghanistan, the formal name of the country under Taliban rule before the militants were ousted by U.S.-led forces in the wake of the 9/11 attacks, which were orchestrated by al-Qaida while it was being sheltered by the Taliban. But that plan appeared to be on hold.
Kabul was gripped by panic. Helicopters raced overhead throughout the day to evacuate personnel from the U.S. Embassy. Smoke rose near the compound as staff destroyed important documents, and the American flag was lowered. Several other Western missions also prepared to pull their people out.
Though the Taliban had promised a peaceful transition, the U.S. Embassy suspended operations and warned Americans late in the day to shelter in place and not try to get to the airport.
Commercial flights were suspended after sporadic gunfire erupted at the Kabul airport, according to two senior U.S. military officials. Evacuations continued on military flights, but the halt to commercial traffic closed off one of the last routes available for fleeing Afghans.
Dozens of nations called on all parties involved to respect and facilitate the departure of foreigners and Afghans who wish to leave.
More than 60 nations released the joint statement distributed by the U.S. State Department late Sunday night Washington time. The statement says that those in power and authority across Afghanistan “bear responsibility — and accountability — for the protection of human life and property, and for the immediate restoration of security and civil order.”
The nations’ statement also says that roads, airports and border crossings must remain open, and that calm must be maintained.
Many people watched in disbelief as helicopters landed in the U.S. Embassy compound to take diplomats to a new outpost at the airport. U.S. Secretary of State Antony Blinken rejected comparisons to the U.S. pullout from Vietnam.
“This is manifestly not Saigon,” he said on ABC’s “This Week.”
The American ambassador was among those evacuated, officials said. He was asking to return to the embassy, but it was not clear if he would be allowed to. The officials spoke on condition of anonymity to discuss ongoing operations.
As the insurgents closed in, President Ashraf Ghani flew out of the country.
“The former president of Afghanistan left Afghanistan, leaving the country in this difficult situation,” said Abdullah Abdullah, the head of the Afghan National Reconciliation Council and a longtime rival of Ghani. “God should hold him accountable.”
Ghani later posted on Facebook that he left to avert bloodshed in the capital, without saying where he had gone.
As night fell, Taliban fighters deployed across Kabul, taking over abandoned police posts and pledging to maintain law and order during the transition. Residents reported looting in parts of the city, including in the upscale diplomatic district, and messages circulating on social media advised people to stay inside and lock their gates.
In a stunning rout, the Taliban seized nearly all of Afghanistan in just over a week, despite the billions of dollars spent by the U.S. and NATO over nearly 20 years to build up Afghan security forces. Just days earlier, an American military assessment estimated that the capital would not come under insurgent pressure for a month.
The fall of Kabul marks the final chapter of America’s longest war, which began after the Sept. 11, 2001, terror attacks. A U.S.-led invasion dislodged the Taliban and beat them back, but America lost focus on the conflict in the chaos of the Iraq war.
For years, the U.S. sought an exit from Afghanistan. Then-President Donald Trump signed a deal with the Taliban in February 2020 that limited direct military action against the insurgents. That allowed the fighters to gather strength and move quickly to seize key areas when President Joe Biden announced his plans to withdraw all American forces by the end of this month.
After the insurgents entered Kabul, Taliban negotiators discussed a transfer of power, said an Afghan official. The official, who spoke on condition of anonymity to discuss details of the closed-door negotiations, described them as “tense.”
It remained unclear when that transfer would take place and who among the Taliban was negotiating. The negotiators on the government side included former President Hamid Karzai, leader of Hizb-e-Islami political and paramilitary group Gulbudin Hekmatyar, and Abdullah, who has been a vocal critic of Ghani.
Karzai himself appeared in a video posted online, his three young daughters around him, saying he remained in Kabul.
“We are trying to solve the issue of Afghanistan with the Taliban leadership peacefully,” he said.
Afghanistan’s acting defense minister, Bismillah Khan Mohammadi, did not hold back his criticism of the fleeing president.
“They tied our hands from behind and sold the country,” he wrote on Twitter. “Curse Ghani and his gang.”
The Taliban earlier insisted that their fighters would not enter people’s homes or interfere with businesses and said they would offer “amnesty” to those who worked with the Afghan government or foreign forces.
But there have been reports of revenge killings and other brutal tactics in areas of the country the Taliban have seized in recent days. Reports of gunfire at the airport raised the specter of more violence. One female journalist, weeping, sent voice messages to colleagues after armed men entered her apartment building and banged on her door.
“What should I do? Should I call the police or Taliban?” Getee Azami cried. It wasn’t clear what happened to her after that.
An Afghan university student described feeling betrayed as she watched the evacuation of the U.S. Embassy.
“You failed the younger generation of Afghanistan,” said Aisha Khurram, 22, who is now unsure of whether she will be able to graduate in two months. She said her generation was “hoping to build the country with their own hands. They put blood, efforts and sweat into whatever we had right now.”
Sunday began with the Taliban seizing Jalalabad, the last major city besides the capital not in their hands. Afghan officials said the militants also took the capitals of Maidan Wardak, Khost, Kapisa and Parwan provinces, as well as the country’s last government-held border post.
Later, Afghan forces at Bagram Air Base, home to a prison housing 5,000 inmates, surrendered to the Taliban, according to Bagram district chief Darwaish Raufi. The prison at the former U.S. base held both Taliban and Islamic State group fighters.
As U.S. forces continue their withdrawal from Afghanistan, postmortems on the 20-year U.S.-led military intervention are underway. Predictably, many in the U.S. national security establishment are rehashing old debates about the conflict and what could have led to “victory” – more troops, looser rules of engagement, or more freedom to choose military targets. These arguments – uncannily similar to those made after the U.S. war in Vietnam – grievously devalue the devastating consequences of the war for Afghans — civilians and fighters alike.
The primary and defining characteristic of the armed conflict in Afghanistan over the last two decades has been harm to civilians caused by massive human rights abuses and war crimes by all sides. These rampant abuses have in turn fueled the cycle of conflict in numerous ways, including by inspiring recruitment to the insurgency, rendering political dialogue nearly impossible, and undermining efforts to promote stability through better governance. Successive U.S. administrations have largely perceived human rights more as an obstacle than as an essential component of addressing Afghanistan’s problems. This approach has been catastrophic.
I have spent much of these past 20 years talking to Afghans about the consequences of counterterrorism gone wrong – the civilian deaths and injuries that never made it into the Pentagon’s airstrike death count; the night raids that turned into summary executions targeting people who had the bad luck to live in a contested district; the torture of people in custody that destroyed lives and motivated revenge. I have also talked to many Afghans about the unforeseen consequences of these actions – the Taliban resurgence abetted by Afghan government abuses and corruption; the grievances and disillusionment that drove people to lose faith that post-2001 Afghanistan would be better; and the rise of the Islamic State (ISIS) in Afghanistan, an offspring of Pakistan pandering to Islamist extremism and Afghan warlords’ mis-governance in Afghanistan’s east.
The ground for what went wrong was laid early, long before the Taliban re-emerged, through squandered opportunities and the obliviousness or apathy of U.S. generals about atrocities being committed by Afghan forces, the U.S. military, and CIA units. Safe havens provided by Pakistan certainly helped pave the way for the Taliban’s return. But far too little attention has been given to what the United States did – and failed to do – in the years since 2001, and how U.S. decisions and policies essentially set the stage for failure.
Counterproductive Partnerships
Throughout, U.S. policy was guided by a number of myths. One was that the Afghan strongmen, warlords, and militia commanders the United States chose as allies in ousting the Taliban could help to provide security and stability, despite their records of abuses. In fact, the opposite proved to be the case. Persistent human rights abuses by warlords were a source of insecurity, and worse, over time, they fueled widespread resentment, undermined efforts to foster good governance at the local and national levels, and helped the Taliban obtain new support and recruits.
In late 2001, after Northern Alliance forces ousted the Taliban from the north, their militias – some led by men holding office today – carried out systematic attacks on Pashtun villages, raping women, summarily executing civilians, and stealing livestock and land. (Such attacks occurred as late as 2016, when militia forces under the former vice president, Abdul Rashid Dostum, terrorized Pashtun villages in Faryab, accusing them of supporting the Taliban.) The United States was inevitably linked to the abuses of its allies: In November 2001, Dostum’s forces massacred as many as 2,000 Taliban prisoners who were captured or had surrendered outside Kunduz. I visited the mass grave – littered with human hair and clothes – in February 2002, and later interviewed a survivor who had hidden, wounded, under a pile of bodies and escaped before the bulldozers came to bury the bodies. (The area, called Dasht-e Laili, has thousands of graves, including those of Hazara victims massacred by the Taliban in 1998, and Taliban prisoners killed by a Dostum rival in 1997). The United Nations initially refused to support a full investigation, and the United States rejected calls to protect the site. By 2006, local militias had destroyed the gravesite. But the Taliban and the families of those killed have not forgotten.
War crimes against Taliban prisoners also occurred in the south. In early 2002, former Taliban wrote to the new Afghan president, Hamid Karzai, offering to lay down arms and recognize the government. Instead, Gul Agha Sherzai, a powerful tribal leader the United States embraced, later accused of corruption, had them imprisoned and tortured by the National Directorate of Security (NDS), the intelligence agency created by the CIA in the months after the Taliban’s collapse. Others accused of Taliban links – whether true or not – also died under torture in NDS prisons or at CIA black sites. Some ended up at Guantanamo Bay. A number who were released or escaped later remobilized and helped lead the Taliban resurgence.
By 2005, Taliban forces were gaining ground and carrying out their own wave of atrocities. Suicide bombings – a new phenomenon for Afghanistan apparently adopted from the war in Iraq – emerged in 2005 with a wave of attacks targeting civilians. Human Rights Watch also documented increasing Taliban attacks on girls’ schools and assassinations of civilian officials.
At this time, another problematic U.S. ally came to prominence. Assadullah Khalid, now Minister of Defense, an important CIA contact after 2001 who was accused of sexual assault while governor of Ghazni, was named governor of Kandahar where he oversaw secret torture cells. A protegé of Khalid and Sherzai, Abdul Raziq, became head of the Kandahar border police, and later chief of police. He gained the support of NATO – who cared more about how his police could protect their forces than about Raziq’s litany of atrocities, including hundreds of enforced disappearances and torture of tribal rivals, civilians, and detainees. With high-level support by the United States and other NATO countries, Raziq escaped justice for his abuses. The Taliban killed him in 2018.
Sherzai became governor of Nangarhar, where he allied with local tribal leaders engaged in land grabbing. The infighting that followed created a vacuum exploited by militant groups from neighboring Pakistan, some of whom later proclaimed allegiance to the Islamic State in 2015. (The Islamic State of Khorasan Province, as it calls itself, has been weakened, but is believed responsible for a series of recent massacres of Hazaras, most recently targeting staff of the HALO Trust, a charity that has been clearing landmine in Afghanistan for decades, on June 9. That day, gunmen, who killed 10 and injured 17, demanded to know who among the deminers were Hazara.)
Abuses by warlords and security officials like Dostum, Sherzai, Khalid, and Raziq did not stop the Taliban from gaining ground or definitively weaken their forces. While it could be argued that the Taliban would have reemerged regardless, there is no doubt these widespread abuses provided fertile ground for new recruitment and alienated local communities caught between predatory U.S.-backed forces and the Taliban.
Civilian Casualties Undermine Public Support
As the fighting between the Taliban threatened more of Afghanistan after 2006, U.S. air operations expanded.
There’s a popular perception that except for an occasional mistake, civilian casualties from U.S. airstrikes are rare. Some civilian casualties were the result of deliberate misinformation provided by Afghan leaders to target rivals, like the December 23, 2001, airstrike that killed some 65 elders traveling to Kabul for Karzai’s inauguration. Despite evidence to the contrary, U.S. officials claimed for months the elders were al-Qaeda members. But it remains publicly unclear what led to mass civilian casualties in other strikes over the years, since the U.S. military has so often refused to release complete information about its investigations, even in cases with as many as 90 dead. For example, in Gardez in December 2003, when a US A-10 Warthog aircraft gunned down nine children in broad daylight. Or the massive sustained airstrikes in 2009, in western Farah province, that killed almost 100 civilians – mostly children – some of whom were blown into unrecognizable pieces.
Civilian deaths in Afghanistan from U.S. and NATO airstrikes jumped in 2007 and rose to over 500 in 2008. The deaths and injuries – plus poor investigations and infrequent condolence payments – caused such a public backlash that U.S. Gen. Stanley McChrystal ordered new directives to reduce civilian casualties. Numbers dropped. But after the withdrawal of most NATO forces in December 2014, the Taliban made new gains on the battlefield. The desperate effort to oust Taliban forces from Kunduz city, which briefly fell to the Taliban in late September 2015, led to the shocking U.S. gunship attack on a Médecins Sans Frontières hospital, which killed 42 patients, doctors, and other medical staff. The mistaken targeting was likely due to misinformation from Afghan government ground forces, and it cast a long shadow over U.S. claims that only insurgent forces were being targeted.
After that, civilian casualties from airstrikes soared as the Trump administration vastly increased air operations while removing directives prohibiting strikes on residential buildings and loosening rules on targeting. Between 2016 and 2020, 40 percent of all civilian casualties from U.S. and Afghan government airstrikes in Afghanistan – almost 1,600 – were children. In mid-2019, civilian casualties caused by Afghan government and U.S. forces briefly surpassed those carried out by the Taliban and Islamic State.
There is no question airstrikes significantly weakened Taliban forces (and decimated much of the Islamic State’s strongholds in Nangarhar), and no question that the Taliban’s own atrocities in urban areas increased, as Human Rights Watch documented in a 2018 report. But the psychological impact of so many civilian deaths and injuries from air operations, and the terror in rural Afghanistan inspired by the constant raids and special operations, may have done far greater damage in undermining support for the Afghan government than any military advantage gained.
Facing the Legacy of 20 Years of War
Air operations were only part of it. Today, Australia is grappling with the fallout of serious allegations about a pattern of potential war crimes its special forces committed during raids in Uruzgan province that included murdering children, kicking detainees off cliffs, and planting weapons on men whom they had summarily executed. The alleged crimes echo those of U.S. special forces, including the never-prosecuted 2012 murders of 17 civilians who were detained and tortured to death in Nerkh district. Afghan victims of such crimes never saw justice – which is why the International Criminal Court has sought an investigation into crimes by all parties to the conflict, including the U.S. military and CIA, as well as the Taliban and Afghan government forces. The U.S. response has been to reject the ICC’s jurisdiction and try to shut down any investigation.
It is also true that in these 20 years, Afghanistan saw progress in many areas. Since 2002, in cities under Afghan government control, millions of Afghan girls have gone to school and Afghan women have participated in public life, including holding political office, in greater numbers than ever before. In government-controlled areas, Afghan media play an active role in providing a forum for public debate, while also risking threats and violence from officials, security forces, government-backed militias, and increasingly the Taliban.
But these gains are fragile and limited and were achieved against a background of tremendous violence and abuse. In these 20 years, the propensity of the United States to prioritize short-term military gains over the creation of genuinely democratic institutions and the protection of human rights fatally undermined both the U.S. mission and the entire post-2001 State-building effort. Overreliance on airstrikes without adequate civilian protections, relying on abusive warlords to fill security and political leadership roles, and largely ignoring wholesale corruption and rights violations, fostered deep resentment and distrust of the U.S. and Afghan governments, grievously weakened Afghanistan’s military and political capacities, and made it far easier for the Taliban to gain ground.
As U.S. policymakers debate a new US posture toward Afghanistan, they should try to understand the true history of these last two decades and recognize that their mistakes were not in matters of troop numbers, rules of engagement, or military strategy or tactics. Instead, the mistakes were rooted in a basic failure to recognize that corruption and widespread human rights abuses – both by U.S. and Afghan government forces – sabotaged the overall enterprise. If the U.S. government does not learn from this history, it will find itself embracing policies – whether in Afghanistan now or elsewhere in the future – that repeat the same mistakes.
END OF THE ARTICLEREPORT HUMAN RIGHTS WATCHPAYING FOR THE TALIBAN’S CRIMESABUSES AGAINST ETHNIC PASHTUNS IN NORTHERN AFGHANISTANAPRIL 2002 https://www.hrw.org/reports/2002/afghan2/index.htm#TopOfPage ”Since the collapse of the Taliban regime in northern Afghanistan in November 2001, ethnic Pashtuns throughout northern Afghanistan have faced widespread abuses including killings, sexual violence, beatings, extortion, and looting. Pashtuns are being targeted because their ethnic group was closely associated with the Taliban regime, whose leadership consisted mostly of Pashtuns from southern Afghanistan.” SUMMARY OF THE HUMAN RIGHTS REPORTPAYING FOR THE TALIBAN’S CRIMESABUSES AGAINST ETHNIC PASHTUNS IN NORTHERN AFGHANISTANAPRIL 2002 https://www.hrw.org/reports/2002/afghan2/afghan0402.htm
Afghan strike forces backed by the US Central Intelligence Agency (CIA) have committed abuses “amounting to war crimes”, according to a new report.
Human Rights Watch (HRW) alleges the troops “committed summary executions and other grave abuses without accountability”.
These include extrajudicial killings, forced disappearances and attacks on healthcare facilities.
Afghanistan’s government told the BBC the current situation was unacceptable.
Disputing the report, the CIA said its covert operations were carried out in “accordance with law and under a robust system of oversight”.
This latest report comes after peace talks between the US and the Taliban collapsed in September.
‘I found my house was rubble’
Two Afghan men from Maidan Wardak province spoke to the BBC about alleged US-backed raids on their home.
One man named Masihurahman said he lost 12 members of his family, including his wife, four daughters and three sons, when a “huge bomb” was dropped on his village.
Another man, Wahidullah, said troops broke into his home and dragged him and his family out. He said they took them to the top of a mountain, where Americans “gave them the order” to carry out killings.
What does the HRW report say?
HRW’s report is based on interviews with dozens of local residents and witnesses to raids throughout Afghanistan, as well as local human rights groups. In full, it is titled: “They’ve shot many like this: Abusive night raids by CIA-backed Afghan strike forces”.
Seen by the BBC before its release on Thursday, the report documents 14 individual cases between late 2017 and mid-2019 in which CIA-backed Afghan strike forces allegedly committed abuses.
Forces conducted night raids, in which they dragged people out of their homes without prior warning. Among the allegations are claims they targeted medical staff who treated militants in contested or Taliban-controlled areas, and summarily executed or “forcibly disappeared” people in custody.
Moreover, the troops “seem to have unlawfully targeted civilians because of mistaken identity, poor intelligence, or political rivalries in the locality”. Civilian casualties from these raids have dramatically increased in the past two years, the report says.
“They are illustrative of a larger pattern of serious laws-of-war violations – some amounting to war crimes – that extends to all provinces in Afghanistan where these paramilitary forces operate with impunity,” it adds.
According to the report, the CIA has run counter-terrorism operations separate from the US military since 2001. It continues to recruit, arm, train and deploy paramilitary groups to tackle militants across the country, which one diplomat in the report referred to as “death squads”.
Since 2017, the US authorised these groups to call in air strikes even without US forces present, which HRW says has led to more strikes on residential buildings.
HRW has called on the Afghan government to immediately disband all pro-government armed groups and strike forces, fully investigate the allegations, end attacks on medical facilities and provide compensation to civilian victims.
What response has there been?
A spokesman for the Afghan president, Ashraf Ghani, told the BBC the government was taking the allegations in the report seriously.
Separately, Afghanistan’s Office of the National Security Council said the HRW report “reflected some realities”, but stressed there was “some information that requires clarification”.
“We are undertaking further reform initiatives to enable us to deal with these issues,” the office said.
In a statement, the CIA rejected the HRW report, suggesting many of the allegations were “likely false or exaggerated”.
“We neither condone nor would knowingly participate in illegal activities, and we continually work with our foreign partners to promote adherence to the law,” the CIA said.
According to the article, these CIA-backed forces have worked “unconstrained by battlefield rules designed to protect civilians”, which has undercut US attempts to strengthen Afghanistan’s government and institutions.
One official quoted in the New York Times also “bluntly” accused the groups of war crimes.
In April 2019, the UN published a report showing for the first time civilian deaths by pro-government forces outstripping those by militants in the first quarter of the year.
Their report also highlights strike forces backed by “international military forces”, reiterating its concern that these groups “appear to act with impunity, outside of the governmental chain of command”.
What’s the latest with peace talks?
Hundreds of thousands have died in Afghanistan since US-led forces toppled the Taliban government in 2001, including tens of thousands of civilians.
US President Donald Trump seemed close to a deal with the Taliban in September. But the president abruptly called off peace talks after the militants admitted killing a US soldier.
VN AV Resolutie:2649 ” Affirms the legitimacy of the struggle of peoples under colonial and alien domination recognized as being entitled to the right of self-determination to restore to themselves that right by any means at their disposal; 2. Recognizes the right of peoples under colonial and alien domination in the legitimate exercise of their right to self-determination to seek and receive all kinds of moral and material assistance, in accordance with the resolutions of the United Nations and the spirit of the Charter of the United Nations;”
Taliban spokesperson addresses the public in first conference following the armed group’s takeover of Afghanistan.
Following the takeover of Afghanistan, the Taliban has held its first official news conference in Kabul, declaring that it wishes peaceful relations with other countries.
Taliban spokesman Zabihullah Mujahid promised Tuesday that the Taliban would respect women’s rights, forgive those who resisted them and ensure a secure Afghanistan as part of a publicity blitz aimed at convincing world powers and a fearful population that they have changed.
The group previously declared an “amnesty” across Afghanistan and urged women to join its government, trying to calm nerves across a tense capital city that only the day before saw chaos at its airport as thousands mobbed the city’s international airport in a desperate attempt to flee.
Here is the transcript:
“We have expelled the foreigners and I would like to congratulate the whole nation on this.
This is pride, not only for a limited number of people. This is a proud moment for the whole nation. This kind of pride is rare when it can be achieved. The whole nation, after the whole history of the nation and therefore, on the base of this I would like to congratulate the whole nation and I would like to welcome you.
Freedom and independence seeking is a legitimate right of every nation. The Afghans also use their legitimate right after 20 years of struggle for freedom and for emancipating the country from occupation, this was our right and we achieved this right.
And we would like to express our gratitude to almighty God for having brought us to this stage. I would like to thank God for giving freedom to this nation. The Islamic Emirate, after freedom of this nation is not going to [seek] revenge [on] anybody, we don’t have any grudges against anybody.
We know that we have been undergoing really challenging periods and crises, a lot of mistakes that were made that were an advantage to the occupiers. We want to make sure that Afghanistan is not the field of conflict, a battlefield of conflict anymore.
We have pardoned anyone, all those who had fought against us. We don’t want to repeat any conflict anymore again. We want to do away with the factors for conflict. Therefore, the Islamic Emirate does not have any kind of hostility or animosity with anybody; animosities have come to an end and we would like to live peacefully. We don’t want any internal enemies and any external enemies.
Undoubtedly, we are at a very historical stage. Our countrymen and women who have been waiting, I would like to assure that after consultations that are going to be completed very soon, we will be witnessing the formation of a strong Islamic and inclusive government, Inshallah, God willing. As the forces of the Islamic Emirate enter Kabul now this great development that has unfolded, we have not had any casualties. There have been some rioters who wanted to take advantage, wanted to abuse the situation, this was brought to our attention. We realised that that’s what was going on, but we want to assure the residents of Kabul for full security, for protection of their dignity and security and safety.
Security has been assured. God willing, day by day there will be more security. After ensuring the security, Afghanistan, especially in Kabul, there are embassies. The security of the embassies is very crucial, of crucial importance for us.
First, we would like to assure that the areas where there are embassies, there will be complete security. Therefore all foreign countries and your representatives, your embassies, your missions, international organisations, aid agencies, I would like to assure you that we will not allow anybody to do anything against you. Your security is assured. Our forces are there 24 hours around the clock to ensure your security, undoubtedly. We don’t want to see any kind of chaos, inconvenience in Kabul. Our plan was to stop at the gates of Kabul after capturing all other provinces, so that the transition process is completed smoothly without us entering Kabul, so that we stopped troubles and harms and damages.
But unfortunately, the previous government was so incompetent. As a result of their actions. Their security forces could not do anything to ensure security and we have to do something, we have to take responsibility. So that was the reason: the abusers and the rioters. They wanted to abuse the name of the Islamic Emirate, to enter houses, or to harass the people or to steal. So we, therefore, instructed our forces to enter Kabul to ensure, to stop all this and to ensure security.
So we had to do this to enter Kabul to stop those criminals and abusers, so that we ensure the safety and security of the people and the resistance of Kabul. Therefore, the residents should be assured that your security is guaranteed.
In the same way, when it comes to the kind of circumstances I would like to ensure, I would like to assure the international community, including the United States that nobody will be a harmed in Afghanistan. I would like to assure our neighbours, regional countries, we are not going to allow our territory to be used against anybody, any country in the world. So the whole global community should be assured that we are committed to these pledges that you will not be harmed in any way from our soil.
We would also like to request the international community that we then recognise international boundaries and interactions. We should be treated accordingly. According to this framework, we do not want to have any problem with the international community, we’d like to act on the basis of our principles of our religion, of our culture, and we have given a lot of sacrifices. We have the right to act on the basis of our religious principles and rules and regulations, it’s of the right of Afghans.
Other countries also have different rules, different policies, different viewpoints, different approaches and policies they use and different rules and regulations. In the same way, Afghans also have the right to have their own rules and regulations and policies so that their advantage from the profit of the nation of the people, so that they’re in accordance with our values, so nobody should be worried about our norms and principles.
The issue of women is very important. The Islamic Emirate is committed to the rights of women within the framework of Sharia. Our sisters, our men have the same rights; they will be able to benefit from their rights. They can have activities in different sectors and different areas on the basis of our rules and regulations: educational, health and other areas. They are going to be working with us, shoulder to shoulder with us. The international community, if they have concerns, we would like to assure them that there’s not going to be any discrimination against women, but of course within the frameworks that we have. Our women are Muslim. They will also be happy to be living within our frameworks of Sharia.
We hope that as soon as conflict has done away with Afghanistan, we are going to build infrastructures of the economy. For this we are going to take actions for economic activities. The interactions with the international community, with other countries are going to continue. We are going to be working on our natural resources and our resources in order to revitalise our economy, for our reconstruction, for our prosperity.
Therefore the Islamic Emirate is requesting the whole international community that God willing, we can very soon, actually very quickly can change the situation, the country economically.
Every Afghan wants to improve his or her life. So, the whole community, the whole society will be active in trade, in economics, and we are committed to ensure security and after that to build our society, to serve our nation. We are the servants of the nation. Before that, the benefit of the nation, both in this world and for the next world.
Once again I would like to assure the media, we are committed to media within our cultural frameworks. Private media can continue to be free and independent, they can continue their activities – with some requests for the media.
One, is that Islam is a very important value in our country and nothing should be against Islamic values. When it comes to the activities of the media therefore, Islamic values should be taken into account when it comes to the activities of the media, when it comes to developing your programmes. Therefore, the media should be impartial. Impartiality of the media is very important. They can critique our work, so that we can improve.
So you, young in the media should also pay attention to the [inaudible] so that we can serve the nation in a better way. And you should also want to work accordingly, the same way. It’s very important that the Afghans are giving a lot of importance to their national values, national unity, national consensus. The media should not work against this national values, against national unity. When it comes to ethnic differences, religious differences and hostilities, they should not be actually promoted by the media, they should work on the country for the unity of the nation to have peaceful brotherly living together.
Once again I express my gratitude to all of you for participating in our press conference. So the names are going to be read out. I’m here to serve you. We’re going to have more press conferences. So today we have maybe less time than in the future. I just came from a trip. I just want to make sure you’re not going to wait for me. So we’ll have a lot of time to discuss in the future. The questions are going to be asked now. I’m going to answer all of the questions.
The first question is from Al Jazeera. Everybody will have a chance to ask questions. Charlotte Bellis from Al Jazeera. The question was about women’s rights. The question is, what kind of guarantee is going to be provided for ensuring women’s rights.
As I mentioned earlier, we are going to allow women to work and study within certain frameworks. Women are going to be very active in the society, but within the frameworks of Islam. Women are a key part of society and we are guaranteeing all their rights within the limits of Islam.
The question was about interpreters and security for the interpreters. I’ve worked for the Americans, also, for the contractors. Unfortunately, I cannot hear the questions from the media.
I would like to assure all the compatriots, whether they were translators, whether they were with military activities or whether they were civilians, all of them have been important. Nobody is going to be treated with revenge. Both youth who have talents, who have grown up here, who are from this country, we don’t want them to leave. These are our assets, we would like them to stay here, to serve.
We would like to assure you that nobody is going to knock on their door to inspect them, to ask them or to interrogate them as to who they have been working for or interpreting for. So I would like to assure you that no harm is going to be [done]. They’re going to be safe.
As for the contractor that was, perhaps gone missing as reported by the media, we do not have any information about him at the moment.
[Inaudible]
I would like to assure you that in your homes nobody is going to harm you, no one is going to knock on your door, no one is going to be interrogated or chased … Those who have knocked on people’s doors to inspect their houses, this are abusers and they will be chased and investigated.
Thousands of soldiers who have fought us for 20 years, after the occupation, all of them have been pardoned. Those with families at the airport waiting, if they come back to their homes, no one is going to do anything to them; they will be safe. No one is going to inspect them there, we give them confidence.
[Question about the Taliban’s campaign of bombings – ‘Do you think the people of Afghanistan will forgive you?’]
We have fought for everybody and this is for the benefit of stability and peace in Afghanistan. All factions are fathers from A to Z.
God forbid, we haven’t done anything intentional against anybody. If during the war and conflict somebody has been harmed unintentionally then, this is one of the side effects of conflict for 20 years. A huge occupying force was defeated. This way it was impossible for us to free the country, and demand the country without injuries, without injuries, without harms, without being hurt. You know that some people have even committed suicide. Unwittingly, somebody does something like that. If somebody has been harmed as a result of these activities, these are, of course, understandable. They are side effects of war. But I would like to assure you, I’d like to guarantee that no harm inflicted on the nation has been intentional – they have been the side effects of war that have been technical problems, and other unfortunate side effects and incidents.
Next question. You know that the political situation changed in the city: robberies, and crimes started to emerge but we have to take actions to stop them. Within a short period of time we managed to do so; we wanted to; we had to stop the instability. So, they have to be controlled. So, we have to come up with a set of actions with the different regions of the city. We will bring back complete normalcy and stability … for Afghanistan, we’ll never abuse any assets. Those for example, that are armed, they have to be disarmed.
I should be reminded that emancipating the country was a great, noble cause, to get rid of the occupiers, without which we could not form our government. So negotiations were taking place for 18 months, we had a strong team in Qatar. But then it was sabotaged. Some warmongers sabotaged it. This previous government actually announced a six-month plan for war against us, so for another six months, we were going to witness killings of our children, of our compatriots.
Our struggle was to form the Islamic government. Anyway, our fighters, our people who were involved in this struggle, we are all going to make sure that we can include all other sides and factions from all segments of the society. That’s been a struggle for those whose lives have been lost as a result of fighting for the enemy. This was their own fault. You could see that we managed to control the whole country in a matter of days, but we’re not arrogant for this.
We have instructed everyone not to enter anybody’s house, whether they’re civilians or military. There’s a huge difference between us and the previous government. When we form the government, when everybody sees their position, their place, then you will see. The kind of situations … is a kind of military situation. After formation of the government, everything will be more clear.
[Question on whether the Taliban have changed ]
This question is based on ideology and value systems. Our nation is a Muslim nation, whether it was 20 years ago, or whether it was now. But when it comes to experience and maturity and vision, of course, there’s a huge difference between us, in comparison to 20 years ago. There will be a difference when it comes to the actions we’re going to take, this has been like a evolutionary complimentary sort of process.
[Question]
Let’s talk about the law after the government is formed. They’re going to decide what kind of laws are going to be presented to the nation. This will be the due responsibility of the future governments, with the participation of all people. One thing to say – we are seriously now working on forming the government. I would like to assure you, it will be announced.
[Question]
We have all the borders under our control. There is not going to be any case of smuggling of weapons. All the weapons that are being used in fighting are going to be corrected and completed and registered. Contact consultations are being carried out soon, you will be aware of it soon.
[Question]
This question should be asked to those people who are claiming to be promoters of freedom of speech. Do not allow publication of all information, news, I can ask Facebook company. This question should be asked to them.
Let’s give some more time to the international media. When it comes to your first question, we have captured for the last three days in any province, there hasn’t been any case of murder, there is full security across the country. Our poet has been kidnapped – we are going to follow up with this – our poets, our talented people should not be harmed, this should be stopped. The current situation is like, resembles a martial law kind of situation. It will soon come back to normal. No one will be able to kidnap anyone.
Compare now to last week, for example; there’s a huge difference. Nobody’s losing their life anymore. We are going to have more and more security, day by day. Those who have left the country – we don’t want anybody to be out of the country. This is the country, this is our common homeland, we have common values, common religion and common nation. We would like to come under the umbrella of these commonalities. We have undergone these problems and difficulties within this public amnesty, general amnesty, so no animosity is going to be followed up.
[Question about heroin production in the country]
We are assuring our countrymen and women and the international community, we will not have produce any narcotics. In 2001, if you remember, we had brought narcotics content production to zero in 2001, but our country was unfortunately occupied by then and the way was paved for reproduction of narcotics even at the level of the government – everybody was involved.
But from now on, nobody’s going to get involved, nobody can be involved in drug smuggling. Today, when we entered Kabul, we saw a large number of our youth who was sitting under the bridges or next to the walls and they were using narcotics. This was so unfortunate. I got saddened to see these young people without any faith in the future. From now on, Afghanistan will be a narcotics-free country but it needs international assistance. The international community should help us so that we can have alternative crops. We can provide alternative crops. Then, of course, very soon, we can bring it to an end.
I should mention that Afghanistan will have a strong Islamic government. What the name is going to be, what the specifications are going to be, let’s leave it to the political leaders. They are now conducting serious consultations in this regard, but we can assure you that it will be an Islamic and a strong government on the basis of our values and will not be against the values and benefits of our our people.
We will do our most to make sure that everybody is included in the country, even those people against us in the past, so we are going to wait until those announcements are made. Government agencies will be able to start working again very soon. When it comes to women, of course, they will be able to work within the frameworks of our Islamic laws for example in education, in health, in prosecution. Of course, women are needed, they are going to be able be working.
[Question]
Foreign fighters, one point that Afghanistan soil is not meant to be used against anybody. I should assure the international community, anyone who means to use our land against other countries, we are not going to allow them at all. The government is being formed. The problems are being resolved, our leaders are involved. We are going to announce everything in the next few days, such as that the situation is under control now for a better government.
The first question about foreign fighters, is that we will not allow any foreigners who wish to harm or threaten the security of the country’s space in Afghanistan. And we have assured this. As for your second question, as for the government setup, we are still working on it. It will be in stages.
Question: Can women continue to work for the media in the same way as in the past?
Just wait and see what the future government is going to say. Our laws, when it comes to media and other essentials are going to be such that everybody should be able to work but within the framework of the Islamic Sharia laws, because currently we can’t actually present you with everything clearly. Just wait for the government, for the laws to be promulgated, and then we will of course be able to observe those laws and regulations.
[Question]
The question is whether you’re in touch with Dr Abdullah, Hekmatyar and Hamid Karzai. Let’s just say, that very soon we will be witnessing the formation of the government, announcing the government. We will do our most to make sure that we are in touch with all sides, with Dr Abdullah, with others, we have been communicating with them. We’re continuing our communication with them we will do our most to make sure that all Afghans are included. Nobody should be left out, or any anybody with interests to serve the nation, they’re not going to be ignored. So the future government will be inclusive. As to when our leader is going to enter the country, enter Kabul, I should mention that very soon. The decision will be made. The government will be announced and all problems will be solved.
[Question] We should wait a little bit more, because it’s like an emergency at the moment, we will make sure that everybody’s included, and we’ll have a proper and healthy government.
[Question] The question is about the relations with the rest of the world, because as I mentioned before, Afghanistan wants to have very good relations with everybody. In order to revive our economy, in order to ensure prosperity, in order to come out of this current crisis that calls for having really good relations with neighbouring countries, with other countries, we are doing our best to make sure that we are communicating with neighbouring countries within the framework of international diplomatic frameworks and on the basis of good neighbourly agreements and mutual respect.
Thank you so much for coming here. We don’t have enough time, unfortunately, thank you so much for coming. Have a good day.”
END OF THE ARTICLE
EINDE NOTEN
Reacties uitgeschakeld voor Terugkeer van de Taliban/Over een vreemde bezetting op Afghaanse bodem/I
VOORAF Even vooraf, voor mijn eigen lezers: Plaatsing van artikelen van andere auteurs door Astrid Essed betekentniet noodzakelijk, dat ik het met elke letter of overweging eens benWEL, dat ik er grote affiniteit mee heb, anders stond het niet op mijn websiteMet de door mij geplaatste artikelen van Peter Storm ben ik altijd blij,omdat zij mij scherp houden.In byzonder ook met het onderstaande artikelWat mij verheugt is dat hij, als een van de weinigen, duidelijk oog heeftvoor en onverbloemd veroordeelt, het Westerse militair-imperialistische’ingrijpen in Afghanistan, na 11 september en de daaropvolgende neo kolonialebezetting, waarin een scala van vaak buiten de pers gehouden oorlogsmisdaden gepleegd zijn, zowel door het Westen als hun Afghaanse ”bondgenoten”, die ik zonder aarzelen ”landverraders” noem, omdat zij eenbuitenlandse bezetting steunden, natuurlijk om er zelf beter van te worden,want zo gaat dat met macht.Ik heb er ook wel over geschreven:Zie ook https://www.uitpers.be/nederlandse-militaire-deelname-in-afghanistan-wederopbouwmissie-of-bezettingsmacht/
Ook waardeer ik het in Peter Storm, dat hij niet alleen aandacht heeft voor de Westerse misdaden en aanval op Afghanistan, maar ook voor demisdaden van de Taliban, die zich weliswaar terecht verzetten tegende Westerse bezetter, maar ook een onderdrukkende macht waren Zie hier trouwens, Vers van het Mes, de eerste Persconferentie vande Taliban https://www.aljazeera.com/news/2021/8/17/transcript-of-talibans-first-press-conference-in-kabul
Laten we het beste hopen voor het Afghaanse volk, de enige Echte authoriteit,die zichzelf kan bevrijden van welke onderdrukker ook En nu graag aandacht voor het artikel van Peter Storm: ASTRID ESSED [Of ik ook zijn andere Delen op mijn website publiceer, hangt van mijneigen beoordeling van de inhoud af Zie trouwens voor de website van Peter Storm: https://www.peterstormt.nl/
ARTIKEL PETER STORM! AFGHANISTAN (DEEL 1): INLEIDENDE EN CONCLUDERENDE OPMERKINGEN
De snelle ontknoping in de machtsstrijd om Afghanistan vraagt om analyse, om het belichten van achtergronden en om commentaar. Ik volg het met grote aandacht, met boosheid maar ook met een soort opluchting, gecombineerd met grote zorgen.
Boosheid: de aanblik van grote aantallen kwetsbare mensen die in doodsangst een veilig heenkomen zoeken op dat vliegveld van Kaboel, terwijl Westerse parlementen en ministers beraadslagen en op hun dooie gemak af en toe wat mensen evacueren… die aanblik maakt ook mij razend.
Opluchting: aan een lange, wrede, heilloze en volstrekt onrechtmatige koloniale bezettingsoorlog is, toch nog sneller dan het drie weken geleden leek, een einde gekomen. Zo lijkt het althans. Iedereen die ervoor pleit dat president Biden de Amerikaanse troepen had moeten laten blijven, of alsnog moet proberen de Taliban weer te verdrijven, pleit voor meer koloniaal bloedvergieten, meer luchtaanvallen, meer kapot gebombardeerde dorpen en opent de weg naar meer gewapende strijd om aan de bezetting een einde te maken. De koloniale nederlaag is welkom, het is alleen erg zuur dat het zo lang heeft moeten duren. De bezetting is eindelijk voorbij. Houden zo!
Grote zorgen: de Taliban, vooralsnog overwinnaars in die oorlog, brengen de Afghaanse bevolking hernieuwde verschrikkingen. We horen al van executies, van vrouwen die niet meer naar hun werk hoeven komen, van demonstraties die worden neergeslagen door de nieuwe machthebbers. Ja, de Westerse bezetters en hun pionnen verdienden hun nederlaag volkomen. Degenen die de bezetters hielpen verslaan, verdienen echter geen enkele sympathie of steun. Dat is de tegenstrijdigheid. De koloniale overheersing hield terecht geen stand. Maar de vervanging daarvan door weer een fundamentalistische politiestaat betekent een nieuwe ramp voor de al sinds de jaren zeventig zo geterroriseerde bevolking van het door oorlog na oorlog ontwrichte land.
Bovenstaande zinnen verdienen uitwerking en uitleg. Dat lukt nu niet in een kort stukje. Dus er staat jullie, arme lieve leesmensen, een serie te wachten. Hoe ver ik kom, weet ik niet – er kan zo maar een ander onderwerp de acute aandacht weg trekken, we leven immers in steeds interessanter tijden. Maar ik ben het volgende van plan:
Aandacht voor de opkomst van de communistische (??) en de fundamentalistische bewegingen in Afghanistan in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de twintigste eeuw. Zonder enig begrip daarvan is de latere geschiedenis en de huidige ellende niet te begrijpen;
Aandacht voor de bloedige Russische invasie en bezetting van het land, en het al niet minder bloedige einde daarvan;
Aandacht voor de opkomst van de Taliban als nieuwe machthebbers, en Al Qaeda als gast, bondgenoot en blok aan het been van die machthebbers;
Aandacht voor de koloniale dimensie: van 9/11 naar Amerikaanse strafexpeditie naar Westerse bezetting naar eindeloze oorlog;
Dit alles doe ik om te zoeken naar een radicaal-linkse plaatsbepaling die tegelijk antikoloniaal en vrijheidslievend – op alle fronten in hun samenhang en dus intersectioneel – is, anti-imperialistisch en anarchistisch. Een plaatsbepaling en stellingname vooral ook waarin de valkuil van het partij kiezen tussen grote en wellicht nog grotere kwaden wordt vermeden. Want – ik heb het vaker gezegd: kiezen voor het kleinere kwaad tegen het grotere kwaad, maar het kleine kwaad niet kleiner maar groter. En het maakt dat kleinere kwaad al helemaal niet minder niet minder kwaad. Immers: hoe sterker het kleinere kwaad wegens onze steun wordt, hoe groter het vermogen van dat kwaad om ook daadwerkelijk kwaad te doen.
Dit geldt zowel voor degenen die de Taliban het kleinere kwaad vinden – want ‘tegen het Westerse imperialisme’ – als voor degenen die steun verleenden aan Westerse interventiepolitiek – want ‘tegen het fundamentalisme’, zoals eerder ‘tegen het communisme’. Het geldt voor degenen die de linkse machtsgreep in 1978 en de Russische militaire steun daaraan met terugwerkende kracht hypen als bevrijding compleet met vrouwenemancipatie, als voor degenen die hetzelfde doen met de Westerse interventie van 2001 en later.
Bevrijding afdwingen met de methoden van kolonialisme en politiestaat is geen bevrijding, of je er nu een ‘democratische volksrepubliek’ uit destilleert of een ‘liberale rechtsstaat’. Misschien is dat wel de allerbelangrijkste les die we uit het hele debacle horen te trekken. Die les komt voor vele miljoenen mensen alleen wel pakweg 45 jaar te laat. Maar omdat de geschiedenis na vandaag verder gaat, en de strijd op allerlei fronten ook in Afghanistan ook niet voorbij is, is deze les haar relevantie daarmee allerminst kwijt. Over die voortgaande strijd een volgende keer meer.
Peter Storm
Reacties uitgeschakeld voor [Artikel Peter Storm]/Afghanistan (deel 1) : Inleidende en concluderende opmerkingen
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
Inmiddels heb ik een laatste mail van de Ombudsvrouw ontvangen,waarin gespecificeerd de Uitspraak in de Zaak Tofik DibiZie direct hieronder! Nogmaals:Dit is een klinkende overwinning op de door pro Israelverdedigers vaak aangevoerde beschuldiging, dat anti Israel kritiek anti-semitisch zou zijn!
Zie dus direct hieronder waar het al die tijd om ging:De Uitspraak van de Ombudsvrouw Dan onder A mijn laatste reactie op de Ombudsvrouw, gevolgddoor haar -toch nog- antwoord op mijn laatste reactie aan mijn adres [onder B], waarin ze-en dat waardeer ik- enkele punten van kritiek mijnerzijds [zie onder A] meeneemtEn tenslotte onder C?Mijn ALLERLAATSTE reactie aan de Ombudsvrouw En hiermee komt aan de Tofik Dibi Gate een einde! Astrid Essed UITSPRAAK OMBUDSVROUW:
Als je in journalistieke publicaties kwalificaties gebruikt, dan moet dat volgens de feiten, gangbaar taalgebruik en correcte definities. Bij het kwalificeren van tweets als ‘antisemitisch’ ging het bij PowNews op dat laatste punt mis.
De klacht
Eind mei maakte PowNed voor het programma PowNews een item waarin gereageerd werd op twee tweets van voormalig politicus Tofik Dibi. Volgens de PowNews-verslaggever en enkele sprekers in het item hadden de tweets van Dibi “een antisemitisch karakter”. Een aantal kijkers klaagde daarover bij mij. In het item werden de tweets van Dibi als antisemitisch bestempeld, klagers stelden dat daar geen bewijs voor was. Door ze zo wel te kwalificeren maakte PowNed een associatie tussen Dibi en antisemitisme die onjuist, gekleurd en partijdig was. Verder was er gebrek aan wederhoor (Dibi kreeg zelf niet de gelegenheid om te reageren), en de keuze voor deskundigen in het item was zeer eenzijdig.
Op mijn verzoek antwoordde de eindredacteur van PowNed de klagers. Op één onderdeel (niet vragen om wederhoor) kon hij de klacht wegnemen (Dibi was gevraagd om wederhoor maar was op dat verzoek niet ingegaan). Op het ‘antisemitisch karakter’ van de tweets ging hij niet in. Dus bleven voor klagers de overige punten (onethische, onjuiste en tendentieuze journalistiek, in strijd met de beginselen van de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek) staan. Ik legde het item langs de Journalistieke Code.
Niet antisemitisch
Om feitelijk de kwalificatie ‘antisemitisch’ te rechtvaardigen zouden de tweets – volgens zeer diverse bronnen waaronder woordenboeken, encyclopedieën, CIDI, antiseminisme.nu (een website onder verantwoordelijkheid van het NIOD) en IHRA (de International Holocaust Remembrance Alliance) – moeten getuigen van Jodenhaat, een beeld geven van Joden dat zich uit in haat tegen Joden, een anti-Joodse overtuiging uitdragen of gebaseerd zijn op stereotypen over Joden.
De eerste tweet ging over Tweede Kamerleden die bij een bijeenkomst op de foto gingen met een Israëlische vlag. De twitteraar wenst hen buikgriep toe. Niet fraai. Maar gericht op de opstelling van de Kamerleden, het CIDI en Israël, niet anti-Joods. Dergelijke kritiek is niet per definitie antisemitisch.
Bij de tweede tweet werd een foto van kakkerlakken gebruikt bij een opmerking over De Telegraaf. Door de vaker gelegde connectie tussen kakkerlakken en een stereotype aanduiding van Joden als ‘ongedierte’ dat bestreden moet worden, zou deze tweet met enige geestelijke gymnastiek als antisemitisch begrepen kunnen worden. Maar dat kost enkele stappen. Je moet dan ook de associatie van De Telegraaf met Amsterdam en vervolgens met Joden maken. Overigens gaf de twitteraar in een vervolgtweet van een week later expliciet aan dat de tweet niet naar joodse mensen verwees, maar die extra uitleg was blijkbaar volgens hemzelf nodig, zelfs nog één week na de PowNed-uitzending.
De tweets kunnen dus niet (of niet simpelweg) als antisemitisch gekwalificeerd worden. Het mag de mening van sprekers in een item zijn (over die mening gaat de ombudsman niet), dat moet dan duidelijk gemaakt en aan hen toegeschreven worden. Dat kan in de vorm van een quote, zoals in het item gebeurde. Maar in dit geval nam de verslaggever als eerste de kwalificatie in de mond, zij plakte de term ‘antisemitisch karakter’ op de tweets en de deskundigen en vox pop reageerden erop. De verslaggever heeft zich volgens de journalistieke code aan de feiten (en geldende definities) te houden, en dat gebeurde hier niet.
Redactionele vrijheid
De eindredacteur van PowNed ging in zijn antwoord niet in op het in dit geval niet juist zijn van de aanduiding ‘antisemitisch karakter’ van de tweets. Wel gaf hij aan dat het item wilde ingaan op de ophef en vragen in de Amsterdamse gemeenteraad over de tweets, en daarop ‘kundig’ geachte mensen en ‘de stem van het volk’ liet reageren. Een aanpak en journalistieke instrumenten die andere programma’s en omroepen ook kiezen, ‘wij zijn daarin niet anders’ dan andere media, schreef hij.
Dat laatste doet niet ter zake, en dat is ook niet waar de klacht zich op richtte. Het eerste (een item maken over ophef en gemeenteraadsvragen) is de gelegitimeerde keuze van een programma die binnen de redactionele vrijheid valt, net zoals de keuze voor de opgevoerde deskundigen en vox-pops. Wel kunnen de keuzes voor de deskundigen, de gebruikte vox pops en daarmee de toon van het item in dit geval eenzijdig genoemd worden. Maar dat kan binnen het publieke bestel, niet elk afzonderlijk item moet altijd alle kanten aan een issue laten zien.
Wie vervolgens de hoeveelheid producties van de betrokken omroep bekijkt komt ook items met een compleet tegengestelde insteek tegen. Dat de omroep, zoals de eindredacteur schrijft, hecht aan pluriformiteit in opvattingen en geluiden kan inderdaad eenvoudig onderbouwd worden.
Conclusie
Er is bij PowNed geen sprake van systematische, steeds dezelfde laakbare eenzijdigheid. Hooguit van een voorliefde voor ophef, aan welke kant van een spectrum die zich ook bevindt. De omroep mag die ruimte geven in journalistieke publicaties, maar dat dient dan bij de publieke omroepen op basis van de feiten en correcte terminologie en woordgebruik te gebeuren. Bij dat laatste ging het hier niet goed.
EINDE ANALYSE/BESLISSING OMBUDSVROUW
A
MIJN LAATSTE [BLIJKT NU VOORLAATSTE] REACTIE AAN DE OMBUDSVROUW [VOORAFGAANDE AAN
ANWOORD OMBUDSVROUW OP MIJN [VOOR]LAATSTE REACTIE [DIE DUS ONDER A STAAT]On Wednesday, August 18, 2021, 06:06:59 PM GMT+2, Margo Smit <ombudsman@npo.nl> wrote:
Beste mevrouw Essed, inmiddels is mijn analyse online gepubliceerd: https://ombudsman.npo.nl/uitspraken-en-columns/powned-en-de-kwalificatie-van-tweets . Dank voor uw verdere opmerkingen. Het werk van de ombudsman en de wettelijke maar ook journalistiek-ethische grondslagen ervoor zijn voortdurend onderwerp van evaluatie. Ik houd de discrepantie die u nu mogelijk ziet ontstaan tussen meewerken aan onderzoek en gevolg (moeten?) hechten aan dat onderzoek in mijn hoofd bij de gesprekken die ik heb met omroepdirecteuren over de reikwijdte van uitspraken van de ombudsman. Voorlopig moet ik het doen met gezag in plaats van macht 🙂
U een fijne avond wensend en met vriendelijke groet,Margo SmitOmbudsman voor de publieke omroepen ombudsman.nl Bart de Graaffweg 2Postbus 264441202 JJ Hilversum C ALLERLAATSTE REACTIE ASTRID ESSED AAN OMBUDSVROUW[REACTIE DUS OP B] From: Astrid Essed To: Margo Smit <ombudsman@npo.nl>Cc:redactie@powned.nl <redactie@powned.nl>Sent: Thursday, August 19, 2021, 04:18:51 AM GMT+2Subject: Re: Tendentieuze en belasterende berichtgeving Pownews/Powned]/Uw inzet
AAN:
NPO OMBUDSVROUW
Mevrouw M. Smit
Onderwerp:
Afhandeling van mijn bij de Ombudsvrouw ingediende klacht over de onjuiste en tendentieuze berichtgeving van PowNed tav””Kakkerlak Tweet-Tweet Israel” van ex politicus en huidig bestuursadviseur van het Stadsdeel Amsterdam Nieuw West, de heer Tofik Dibi
Laatste reactie van mijn kant
Geachte mevrouw Smit,
Bedankt voor uw pijlsnelle reactie
Allereerst mijn waardering voor de publicatie van uw analyse/beslissing
inzake de ”Buikgriep” en”Kakkerlakken” tweets van ex politicus en
”Ik houd de discrepantie die u nu mogelijk ziet ontstaan tussen meewerken aan onderzoek en gevolg (moeten?) hechten aan dat onderzoek in mijn hoofd bij de gesprekken die ik heb met omroepdirecteuren over de reikwijdte van uitspraken van de ombudsman”
Hiermee verwijst u naar mijn recente reactie
Zie mijn laatste mail aan u
Het doet mij buitengewoon goed, dat u niet alleen met een zo juiste en
correcte analyse gekomen bent, maar ook, dat u de door mij gemaakte
kritische opmerkingen wilt meenemen bij uw verdere functionneren als
Ombudsvrouw.
Dan heb ik toch het gevoel, zo een bijdrage geleverd te hebben aan
het aanscherpen van juiste en correcte journalistiek.
Het was fijn in dezen met u te hebben samengewerkt en ik wens u veel succes met uw verdere functionneren.
Vriendelijke groeten en alvast een fijn weekend toegewenst
Astrid Essed
Amsterdam
P/S
Mocht de situatie hiertoe aanleiding geven, dan zal ik mij zeker nogmaals tot u wenden
MIJN VORIGE MAIL AAN U:From: Astrid Essed To: Margo Smit <ombudsman@npo.nl>Cc:redactie@powned.nl <redactie@powned.nl>Sent: Wednesday, August 18, 2021, 02:54:45 PM GMT+2Subject: Re: Tendentieuze en belasterende berichtgeving Pownews/Powned]/Uw inzet
AAN:
NPO OMBUDSVROUW
Mevrouw M. Smit
Onderwerp:
Afhandeling van mijn bij de Ombudsvrouw ingediende klacht over de onjuiste en tendentieuze berichtgeving van PowNed tav””Kakkerlak Tweet-Tweet Israel” van ex politicus en huidig bestuursadviseur van het Stadsdeel Amsterdam Nieuw West, de heer Tofik Dibi
Mijn reactie op recente antwoord Ombudsvrouw aan mijn adres, dd 12 augustus [zie antwoord Ombudsvrouw onder mijn reactiemail]
Geachte mevrouw Smit,
Vriendelijk bedankt voor uw reactie op mijn recente antwoord op
uw beslissing [mijn reactie geheel onderstaand mijn reactiemail] EN
voor uw snelle reactie, waardoor meer duidelijkheid wordt verschaft.
Ik waardeer het, dat ik uw analyse ten aanzien van de qualificatie ”anti-semitisch” van de Tofik Dibi Tweets [die ga ik niet weer noemen, ze
zijn u en mij genoegzaam bekend], die door u, terecht en tot mijn voldoening [en die van de andere klagers] als onjuist is bestempeld,
binnen afzienbare tijd tegemoet mag zien.
Ik zal dat dan ook in de gaten houden.
Nog even wil ik tot slot ingaan op twee door u gemaakte
opmerkingen:
EERSTE PUNT:
U schrijft in uw recente mail [dd 12 augustus]
”Wat betreft het al dan niet ondernemen van actie door een omroep n.a.v. een onderzoek van de ombudsman versus de door u geciteerde tekst op de website van de ombudsman dat omroepen zich niet aan een onderzoek van de ombudsman kunnen onttrekken: deze tekst heeft betrekking om het meewerken aan een onderzoek (eventueel gesprekken met de ombudsman, eventueel leveren van toelichting of aanvullende documenten of mailwisseling met klagers), en dat heeft Powned in dit geval gedaan (zoals deze omroep dat altijd doet). ”
Inderdaad heb ik u bevraagd over een eventueel te nemen actie door Powned
vanwege de volgende zinsnede op uw website
””De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken.
[1]
Bovenstaand antwoord hebt u mij gegeven en ik begrijp uw uitleg.
Toch vind ik deze apart, omdat er niet alleen staat, dat de omroepen
zich niet aan ONDERZOEK kunnen onttrekken [dat komt overeen met
uw opmerking, dat Powned daaraan inderdaad heeft meegewerkt, dat zij
dat altijd doen, is voor mij minder relevant, tenslotte zijn ze daar wettelijk toe verplicht, dus is meewerking geen heldendaad], maar ook, dat zij
zich niet kunnen onttrekken aan de ANALYSE van de Ombudsman.
En daaruit vloeit mijns inziens wel degelijk voort, dat Powned ook stappen
dient te ondernemen om consequenties te verbinden aan die analyse, zoals
rectificaties en/of excuses, aangezien uit de ANALYSE van de Ombudsman blijkt, dat de Tofik Dibi qualificaties in het geheel niet anti-semitisch zijn.
Maar goed, daarin verschillen wij van mening en ik laat het daarbij.
TWEEDE PUNT
U schrijft in uw mail aan mij:
”U vraagt om actie naar aanleiding van een analyse, voortvloeiend uit een oordeel van de ombudsman; dit kan bijvoorbeeld een reactie op de analyse inhouden, of het publiceren van een rectificatie of het verwijderen van content. Het is aan een omroep zelf om eventueel dergelijke stappen te nemen. Ik kan dat als ombudsman statutair niet opleggen, en dat heeft een reden die in de grondwet verankerd is. Alleen de rechter kan in Nederland rectificatie of verwijdering van content afdwingen. Bij zoiets belangrijks als persvrijheid (want daar hebben we het over als het om wijzigen of verwijderen van gepubliceerde journalistieke content gaat) moet je – vinden wij in onze democratie – alleen de in een rechtstaat hoogste instantie (de rechter) deze mogelijkheid geven. ”
Mevrouw Smit, uiteraard weet ik, hoe de democratie in de Nederlanden werkt en
hoeft mij niet te worden uitgelegd, wat persvrijheid is en de rechten van de pers
[artikel 7, Grondwet, zoals wij beiden weten]
Die rechten respecteer ik, uiteraard [wie weet dat beter dan de journalist!],
maar dat betekent NIET, dat ik met desinformatie accoord ga.
Daar staat borg voor de Leidraad voor de Journalistiek [2], die ook
terecht door u is aangehaald en uiteraard uw juiste analyse/uitspraak over
de ”anti-semitisme” beweringen van Powned.
Uiteraard neem ik van u aan, dat de Ombudsvrouw hierin niet
regulerend kan optreden [geen rectificatie kan afdwingen], maar onderzoeker als ik ben,
heb ik er toch nog even een bron bij gezocht [3]
Aan de ene kant begrijpelijk, dat het afdwingen van rectificatie bij de rechter
blijft liggen, aan de andere kant jammer, dat de wettelijke versteviging van de
positie van de Ombudsman [4], daarin niet voorziet.
Mevrouw Smit, ik ga deze briefmail beeindigen
Nogmaals -en dat blijft het belangrijkste- mijn waardering voor
uw juiste analyse ten aanzien van het nieuwsitem van Powned,
wat ik als een overwinning zie voor juiste en correcte berichtgeving
en tegen pogingen tot karaktermoord, in casu geval Dibi.
Ik zie de uitspraak op uw website graag tegemoet.
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam
NOTEN[1]
”De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken. “
WETTELIJKE VERSTEVIGING VOOR POSITIE JOURNALISTIEKE OMBUDSMAN
” Zoals ook duidelijk wordt uit de tekst van het nieuwe wetsartikel is de macht van de NPO ombudsman beperkt. Het oordeel is niet bindend, rectificat¡es kunnen niet worden afgedwongen.”