KERKELIJK UITZETCENTRUM VORMT INSPIRATIEBRON VOOR TEEVEN EN ZIJN AMBTENAREN
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) gaat een pilotproject in gezinslocaties starten om de “vrijwillige” terugkeer van afgewezen vluchtelingen effectiever te maken, aldus staatssecretaris Fred Teeven ineen brief van 14 februari. Het lijkt er sterk op dat de uitzetambtenaren dit terugkeerprogramma hebben afgekeken van de methodieken die INLIA en Kerk in Actie hebben ontwikkeld via hun zogeheten Transithuis. Nu dat kerkelijke uitzetcentrum, dat dient als verlengstuk van de deportatiemachine van de staat, zichzelf overbodig heeft gemaakt, zet Teeven de subsidie daaraan prompt stop.
Met het pilotproject “Activeren bewoners gezinslocaties” wil Teeven afgewezen vluchtelinggezinnen meer onder druk zetten om “vrijwillig” of “zelfstandig” terug te keren naar hun landen van herkomst. Van een echt vrijwillige of zelfstandige keuze voor de vluchtelingen is uiteraard in het geheel geen sprake. Door het keiharde uitsluitings- en opsluitingsbeleid worden ze tot terugkeer gedwongen, op welke wijze en met welke middelen die ook plaatsvindt. Dwang en geweld vormen al jarenlang de essentie van het uitzettingsbeleid, waar ook “vrijwillige” terugkeer-projecten deel van uitmaken. Flink wat steunorganisaties, waaronder INLIA en VluchtelingenWerk, helpen de staat door vluchtelingen ertoe te bewegen om het land te verlaten en de deportatiepolitiek daarmee een humaan imago te geven. Zo gaat het geld en de menskracht van dit soort clubs steeds meer naar terugkeerprojecten, in plaats van naar strijd voor verblijfsrecht. Daarmee lopen zeaan de leiband van de overheid en frustreren ze de strijd van onderop door vluchtelingen en anderen.