ZIE OOK
”Waarom een klap in het gezicht van de Holocaustslachtoffers [waartoe niet alleen de Joden, maar ook de Sinti en Roma, homosexuelen, Jehova Getuigen en
gehandicapten en andersdenkenden gerekend dienen te worden]?”
HOLOCAUST MUSEUM MISKENT HOMO-VERVOLGING
IN BEZETTINGSTIJD
WEBSITE PETER STORM
Geplaatst op 13 maart 2024 door egel
woensdag 13 maart 2024
Op Twitter – aan die malle naamsverandering doe ik niet mee – las ik iets merkwaardigs. De conservator van het Holocaust Museum had – zo las ik – op de radio het feit toegelicht dat het museum wel aandacht aan Joden maar niet aan homoseksuelen besteedde als slachtoffers van genocide. Ze deed dat door te zeggen dat homo’s wegens deelname aan het verzet werden vervolgd, maar dus niet omdat ze homo waren op zich. Ik was nogal verbijsterd door zulke onwetendheid. Maar ik vroeg me al snel ook af: heeft die conservator dit echt gezegd? Een duidelijke bronvermelding zag ik niet. En zoiets gaan herhalen om er kritiek op te leveren, zonder absolute zekerheid dat de persoon het ook echt heeft gezegd, dat leek me niet verstandig.
Op zoek dus, en navraag gedaan. Ja hoor. Annemiek Gringold, hoofdconservator van het Holocaust Museum heeft zoiets echt gezegd. Gringold kreeg de vraag van een luisteraar waarom het museum geen aandacht aan de vervolging van Jehova’s Getuigen en homoseksuelen besteedde. En ze gaf via een ingesproken bericht – kennelijk op 11 maart, op 12 maart herhaald – het volgende antwoord: ‘Jehova’s Getuigen en homoseksuelen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog ook door de nazi’s opgepakt, en veel van hen ook omgebracht door de nazi’s. De reden dat dat in Nederland gebeurde, was niet zozeer om wat zij waren, maar om wat zij deden. Dat is een iets ander stukje geschiedenis.’ Homoseksuelen zijn volgens haar vervolgd, niet vanwege hun seksuele oriëntatie maar om hun gedrag. Heel even dacht ik dat we hier een museale versie hadden van het aloude ‘je mag het wel zijn maar je mag het niet doen’. Maar het bleek nog iets anders in elkaar te zitten.
Het Radio 1 Journaal van de ochtend van 12 maart kwam er op terug, helemaal aan het eind van de uitzending.(1) Er was namelijk reactie gekomen op haar uitspraak, en daar reageerde Gringhold in de uitzending op. Eerst kregen we het ingesproken tekstje van Gringold te horen. Ze zei vervolgens, in reactie op een reactie, het volgende: ‘Het Holocaust Museum gaat natuurlijk over de vervolging van groepen, zoals Joden vooral, maar ook de Sinti gemeenschap in Nederland, die volgens de nazi’s zijn vervolgd om wie zij waren, zoals ze zijn geboren. En de nazi’s gingen ervan uit dat de Jehova’s Getuigen, als geloofsgemeenschap, andere keuzes hadden kunnen maken.’
Daar vallen al een tweetal opmerkingen over te maken. De eerste betreft die Sinti gemeenschap. De conservator noemt die, terecht, als gemeenschap die vervolgd is ‘om wie ze waren’. Maar op de website van het Holocaust Museum is van de Sinti gemeenschap eigenlijk ook nergens sprake.(2) Daar gaat het uitsluitend en alleen over de Jodenvervolging. De Sinti gemeenschap wordt dus wel genoemd om een vermeend verschil te onderstrepen met Jehova’s Getuigen en met homoseksuelen. Verdere aandacht is klaarblijkelijk niet beschikbaar. Dat klopt natuurlijk ook al niet.
De tweede opmerking betreft die Jehova’s Getuigen. Wie ook maar iets van die geloofsgemeenschap weet, weet ook dat mensen die daar deel van uitmaken, onder enorme mentale druk staan om daar niet uit te gaan. Dat Jehova’s Getuigen ‘andere keuzes hadden kunnen maken’ is dus helemaal niet zonder meer waar. Dat de de nazi’s dat wel zo zagen, doet niet erg ter zake. Ook deze mensen zijn als groep vervolgd, in een poging ze als groep van de aardbodem te doen verdwijnen (wat ook gebeurd zou zijn als ze onder nazi-terreurdruk hun geloofspraktijk hadden opgegeven trouwens). Het verhaal van de vervolging van Jehova’s Getuigen hoort thuis in het verhaal van de Holocaust in bredere zin. Ik vind het geloof van die hele Jehova Getuigen en de manier van uitdragen ervan onaangenaam en verwerpelijk. Het is zo ongeveer een mini-versie van een totalitaire maatschappij. Maar dat hoort de erkenning van leden van deze gemeenschap als wel degelijk slachtoffers van de Holocaust niet in de weg te staan.
Maar de conservator gaat verder, nu over homoseksuelen. En dan krijgen we dit. ‘Homoseksuelen zijn in nazi-Duitsland zelf vervolgd geweest. En vanwege hun homoseksualiteit ook opgepakt in nazi-Duitsland. In Nederland is dat iets afwijkend, het beleid van de nazi’s geweest. Wat je ziet is dat heel veel homoseksuelen, relatief veel, betrokken zijn geraakt bij allerlei verzetshandelingen, en er zijn veel homoseksuelen ook opgepakt vanwege de handelingen die zij deden in dat verzet, en zijn dus ook opgepakt als verzetsmensen en als zodanig omgebracht. In het museum zelf zijn er natuurlijk ook verhalen van homoseksuelen te vinden die zijn opgepakt, niet vanwege hun homoseksualiteit maar vanwege hun Joodse geboorte. En het is heel cynisch dat je dus eigenlijk uit gaat van het onderscheid dat de nazi s hebben uitgebracht want het verdriet vanwege de moord op een mens, of dat nou een jood of een homo is, is natuurlijk even groot. Alleen de reden waarom de nazi s iemand hebben vermoord, was dus anders in de geschiedenis. En daar hebben we dat onderscheid gemaakt in het museum.’
Wat ze zegt is feitelijk dit: homoseksuelen werden in Duitsland wel, maar in Nederland eigenlijk niet, vervolgd vanwege hun homoseksualiteit. Ze werden ‘alleen maar’ als deelnemers aan het verzet vervolgd. Prima overigens dat ze zegt dat homoseksuelen ‘relatief veel’ aan dat verzet deelnamen. Minder prima dat ze ontkent dat de homoseksuele identiteit als zodanig reden voor de nazi’s was om, ook in Nederland, homoseksuelen te vervolgen en de dood in te jagen. Wat ze zegt is aantoonbaar onjuist. Iemand die verantwoordelijkheid draagt voor een Holocaust Museum hoort zulke fouten niet te maken.
Ze is trouwens niet de enige die de vervolging van homoseksuelen in Nederland verkeerd neerzet. Op Twitter kwam ik een mooie uitgave tegen: ‘Wie kan ik nog vertrouwen?’ Van de ‘tentoonstelling: homoseksueel in nazi-Duitsland en bezet Nederland’, van het Internationaal Homo/Lesbisch Informatiecentrum en Archief, oftewel Ihlia.(4) Wat lezen we op pagina 25? ‘De enige homoseksuelen in Nederland die naar een concentratiekamp – of vernietigingskamp zijn gestuurd. In het geval dat de (zeden)politie een homoseksueel arresteerde en uit het raadplegen van zijn persoonsgegevens bleek dat hij Joods was, werd hij meteen overgedragen aan de Sicherheitsdienst. Deze zette de man meteen op transport naar Westerbork.’ Om dan te concluderen: ‘De Joodse homoseksuelen werden dus niet vervolgd wegens hun geaardheid, maar hun Joodse identiteit.’
Pardon? Waarom was zo’n man sowieso gearresteerd door die ‘(zeden)politie’? Niet vanwege zijn joodse identiteit, want die werd pas na arrestatie vastgesteld. En kennelijk ook niet vanwege verzetswerk, zoals in de versie van hoofdconservator Gringold, want arrestaties plegen wegens verzetswerk is geen taak van de zedenpolitie. De man was kennelijk opgevallen als homoseksueel, en daarom aangehouden. Had de politie geen vermoeden van homoseksualiteit – ‘zedeloos gedrag’, daar viel dat vast onder… – gehad, dan waren ze waarschijnlijk niet door de zedenpolitie opgepakt, en was hun identiteit ook verder niet gecheckt. Of ze dan als Jood aan deportatie en dood waren ontkomen is nog steeds onwaarschijnlijk, gezien het hoge percentage van de joodse gemeenschap in Nederland dat door de nazi’s is vermoord. Maar homoseksualiteit was wel degelijk de reden waarvoor deze specifieke mannen in eerste instantie vervolgd werden.
Het nazi-beleid tegen homoseksuelen was trouwens openlijk van kracht in Nederland. Dat bedenk ik niet zelf. Jan Rogier wees er in 1975 in Vrij Nederland op ‘dat de rijkscommissaris voor het bezette gebied Seyss Inquart al in juli 1940 de strafbepalingen tegen homoseksuele handelingen had verscherpt en per dekreet de algemene strafbaarheid van tegennatuurlijke ontucht had ingevoerd. Bovendien had hij een nauwlettend toezicht van de politie op geregistreerde homoseksuelen voorgeschreven.’(5) Jazeker, ‘geregistreerde homoseksuelen’, want ‘daarvoor had een andere vooroorlogse registratie bestond, waaruit de nazi’s konden putten. De amsterdamse zedenpolitie hield een register van mannelijke homoseksuelen bij, waarin in 1939 ongeveer 4500 personen stonden.’(6) De suggestie dat je in Nederland tijdens de nazi-bezetting als homoseksueel alleen gevaar liep als je aan verzetsacties deelnam en/of als je tevens Jood was, is echt verkeerd.
De waarheid is dat tijdens de bezetting plaatsen waar mannen bij elkaar kwamen om contact sociaal en seksueel – met andere mannen te zoeken, extra door politie in de gaten werden gehouden, en – voor zover het bijvoorbeeld een café betrof – ook werden binnengevallen. Door politie die over ‘roze lijsten’ van mogelijk homoseksuelen beschikte, door politie die homoseksuelen vervolgde omdat ze homoseksueel waren en dat lieten blijken. Nederlandse politie deed dat, als verlengstuk echter van het bezettingsregime dat haar afkeer van homoseksualiteit niet onder stoelen of banken stak.
Dat politie al voor die bezetting al repressief optrad richting homoseksuelen, maakte het voor agenten ongetwijfeld makkelijker om zich nu in te laten schakelen voor nazi-doeleinden. Dat de bezetter, zoals de tentoonstellingskrant aangeeft, geen politieagenten genoeg had om tegelijk Joden en homoseksuelen uit te roeien, en dat de bezetter de Jodenvervolging voorrang gaf, is geen reden om weg te moffelen dat homoseksuelen wel degelijk omwille van hun homoseksualiteit doelwit van nazi-vervolging waren. Het verhaal van hun vervolging hoort op die basis gewoon in een serieus Holocaust Museum thuis.
Nu kun je er natuurlijk voor kiezen om een museum alleen aan de Jodenvervolging te wijden. Dat is legitiem. Maar kun je het museum dan niet beter Museum over de Jodenvervolging’ noemen? Je kunt ook een strikte definitie van ‘holocaust’ afspreken, en zeggen dat dit woord alleen op de uitroeiing van joden betrekking hoort te hebben. Ik vind dat aanvechtbaar, maar het kan. Wat echt niet kan, is de vervolging van homoseksuelen buiten beeld laten in een museum over nazi-massamoorden, en dat dan verdedigen met onware beweringen als zouden homoseksuelen doelwit van vervolging waren, niet vanwege hun homoseksualiteit als zodanig maar pas als ze actief aan het verzet deelnamen. De nazi- bezetters vervolgden homoseksuelen als homoseksuelen, vanwege hun homoseksualiteit. Dat feit hoort door een hoofdconservator van een Holocaust museum niet zomaar te worden uitgewist.
Noten:
(1) Radio 1 Journaal 12 maart, helemaal tegen het eind, vanaf 3.23.00 in de audio. https://www.nporadio1.nl/uitzendingen/nos-radio-1-journaal/6c33047c-e9d7-4dbb-9afe-771c27d0297b/2024-03-12-nos-radio-1-journaal Ik heb het radiofragment beluisterd en woord voor woord genoteerd.
(2) Kijk maar hier: https://jck.nl/locatie/nationaal-holocaustmuseum En kijk ook maar hier: https://www.museum.nl/nl/nationaal-holocaustmuseum het kan dat ergens op goed verstopte delen van de site het woordje ‘Sinti’ staat, maar dat is dan onopgemerkt gebleven omdat het niet bepaald op een erg zichtbare plek gebeurde.
(3) https://ihlia.nl/wp-content/uploads/2021/01/tentoonstellingskrant-Wie-kan-ik-nog-vertrouwen.pdf De bijbehorende expositie vond in ieder geval in 2017 in Enschede plaats, maar mogelijk is de krant van een latere de editie, want in de hyperlink er van staat het jaar 2021.
(4) https://www.vertrouwen.nu/waartezien.htm
(5) Jan Rogier, ‘De geschiedschrijver des Rijks’, deel VIII, Vrij Nederland, 5 juli 1975, in: Jan Rogier, ‘ De Geschiedschrijver des rijks en andere socialisten – politieke portretten’ (Nijmegen ,1979), pagina 90-91.
(6) Jan Rogier, ‘De geschiedschrijver des Rijks’, deel VIII, Vrij Nederland, 5 juli 1975, in: Jan Rogier, ‘ De Geschiedschrijver des rijks en andere socialisten – politieke portretten’ (Nijmegen ,1979), pagina 90. Een heruitgave van dit prachtboek zou welkom zijn. De hoofdmoot ervan bestaat uit een kritische ontleding van het befaamde maar schromelijk tekort schietende overzichtswerk dat Lou de Jong in opdracht van de Nederlandse regering schreef over Nederland tijdens de nazi-bezetting. Rogier schetst zowel van die bezettingstijd als van de v kijk van Lou de Jong een ontluisterend beeld, doet dat vanuit een radicaal linkse visie en met krachtige argumenten.
Peter Storm