Tag archieven: Holocaust

Afscheidsboodschap van minister-president Rutte aan Nederland/Laatste premier in een niet-Fascistenkabinet

Mark Rutte spreekt om 16.30 uur het volk toe.

AFSCHEIDSBOODSCHAP VAN MINISTER-PRESIDENT RUTTE AAN NEDERLAND/DE LAATSTE PREMIER IN EEN NIET-FASCISTENKABINET

Nooit gedacht te zeggen:

WE ZULLEN U NOG MISSEN, PREMIER RUTTE!

https://www.astridessed.nl/?s=Rutte
https://www.astridessed.nl/?s=Fascistenkabinet

RIJKSOVERHEID.NL

AFSCHEIDSBOODSCHAP VAN MINISTER-PRESIDENT RUTTE AAN NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/toespraken/2024/06/30/afscheidsboodschap-van-minister-president-rutte-aan-nederland#:~:text=Ik%20heb%20van%20dichtbij%20de,af%20en%20toe%20is%20gelukt.

Afscheidsboodschap van minister-president Rutte aan Nederland

Toespraak | 30-06-2024

Goedemiddag,

Ik zag een dezer dagen in de krant een foto van mezelf uit mijn begindagen als premier. Dat was lichtelijk confronterend. Laat ik het zo zeggen: er zijn sindsdien wel een paar grijze haren en wat rimpels bij gekomen. En ik hoop ook een tikje meer senioriteit. Maar dat kan bijna niet anders. Na bijna 14 jaar en meer dan 5000 dagen in deze baan. Het is voorbij gevlogen. Ik denk dat iedereen boven een zekere leeftijd dat herkent. Hoe er van die momenten komen in het leven dat je je realiseert: wat gaat de tijd snel en wat is er veel gebeurd. Voor mij is dit zo’n moment.

Nog heel even en mijn tijd als uw, als jullie, minister-president zit erop. Ik geef toe, dat voelt onwerkelijk en ik word er ook weemoedig van. Maar dat heeft vandaag zeker niet de overhand. Nu het Torentje is opgeruimd voor mijn opvolger, kijk ik vooral dankbaar terug op een heel bijzondere en intensieve tijd. Ik heb van dichtbij de mooiste dingen mogen meemaken, maar ook de meest verdrietige en moeilijke gebeurtenissen. Als minister-president ben je in de bevoorrechte positie dat je op al die momenten de kans krijgt iets te betekenen, iets goeds te doen. Ik hoop dat me dat af en toe is gelukt. En ik wens mijn opvolger, Dick Schoof, natuurlijk alle succes toe.

Een van de belangrijkste dingen die ik als premier heb geleerd, is dat je best doen en alles goed doen twee heel verschillende dingen zijn. En dan denk ik natuurlijk meteen aan de toeslagenaffaire en de aardbevingen in Groningen. Daar is onder mijn verantwoordelijkheid veel mis gegaan en dat trek ik me ook persoonlijk aan.

Ik heb zoveel gesprekken gevoerd met mensen die zich niet veilig voelen in hun eigen huis. Met ouders, die alles zijn kwijt geraakt door de schuld van de overheid. Met jongeren, die me ronduit zeiden dat hun jeugd ze is afgenomen. En ik verzeker u, zoveel onrecht en verdriet kruipen onder je huid. Die gesprekken zullen me altijd bijblijven.

Maar als politicus, en zeker als premier, ben je niet ingehuurd om alleen maar spijt te hebben. Als dingen niet goed zijn gegaan, moet je ze recht zetten – dat is je taak. Dat heb ik geprobeerd – dat hebben we als kabinet geprobeerd. Het is en blijft diep frustrerend dat het niet sneller gaat. Tegelijkertijd vertrouw ik erop op dat onze opvolgers doorgaan op de ingezette weg naar herstel. En belangrijker nog, dat de Groningers en de toeslagenouders daarop kunnen rekenen. Tegen hen zeg ik: als ik vandaag één ding mocht wensen, dan zou dat zijn dat uw problemen en zorgen zo snel mogelijk voorbij zijn. Zodat u verder kunt. Dat wens ik u toe.

De afgelopen weken en dagen heb ik natuurlijk ook vaak teruggedacht aan die eerste jaren. Nederland zat midden in een ernstige economische crisis. We kunnen het ons nauwelijks meer voorstellen, maar zo rond 2012 – 2013 kwamen er per maand tot wel 15.000 werklozen bij. Het tekort op de rijksbegroting ontplofte. En dus moesten we het roer omgooien, met de meest ingrijpende hervormingen en bezuinigingen ooit. Het is achteraf gezien een klein wonder hoe snel we uit dat diepe dal zijn geklommen. En ik ben er nog altijd trots op hoe we dat als land hebben gedaan.

Samen.

Met ondernemers en vakbonden.

Met gemeenten en provincies.

Met iedereen in het land

En met brede politieke steun, ook van partijen die niet in de regering zaten.

Het gebeurde allemaal in de beste Nederlandse traditie van overleg, verstandige compromissen en niet weglopen voor verantwoordelijkheid. Dat is echt uniek aan Nederland. En het is belangrijk om dat vast te houden. Want samen sta je sterker dan alleen.

En die les heb ik nog een keer geleerd, op een totaal ander moment in een totaal andere context. Namelijk rond de aanslag op MH17. Over een paar weken is dat 10 jaar geleden. Tien jaar alweer, en toch zo dichtbij.

Iedereen herinnert zich de hartverscheurende beelden van de thuiskomst van de lichamen in Eindhoven. De eindeloze stoet met rouwauto’s, begeleid door duizenden mensen langs de route. En later de indrukwekkende Nationale Herdenking in de RAI. Voor mij persoonlijk is MH17 misschien wel de meest ingrijpende en meest emotionele gebeurtenis uit mijn hele premierschap. Ik heb steeds geprobeerd een steun te zijn voor de nabestaanden.

Maar MH17 heeft ook mijn persoonlijke kijk op de wereld veranderd. Meer nog dan daarvoor, heb ik me na MH17 gerealiseerd hoe belangrijk het is als land niet alleen te staan in een wereld vol onrust en dreiging. Hoe landen die samenwerken elkaar ook beschermen. En hoe cruciaal het dus is dat ons land is ingebed in de Europese Unie en de NAVO. Eén blik op de wereldkaart maakt dat duidelijk. Ik zeg het nog maar een keer: samen sta je sterker dan alleen. Juist nu, met een oorlog op een paar uur vliegen van ons land, moet die gedachte ons motiveren Oekraïne te blijven steunen. Voor vrede daar en veiligheid hier.

En ja… Als je dan zo je laatste weken en dagen ingaat, krijg je heel vaak dezelfde vraag. Welke gebeurtenissen, welke momenten uit die bijna 14 jaar zullen je het meest bijblijven? Wat heeft het meeste indruk gemaakt? Het is eigenlijk onmogelijk daar een kort antwoord op te geven. Want hoe kies je uit zoveel? Maar laat ik vandaag toch een poging wagen.

Ik noemde al MH17 – dat was zo groot, dat laat me nooit meer los. Maar ik denk ook aan het moment waarop ik excuses aanbood voor het handelen van de Nederlandse regering tijdens de Holocaust. En met de herdenking en viering van Keti Koti morgen, denk ik natuurlijk aan de excuses voor het slavernijverleden. Dat zijn momenten waarop je als minister-president heel direct verbinding kunt leggen door erkenning te geven. Met alle emotie die dat losmaakt. Niet als persoon, niet als Mark Rutte uit Den Haag, maar als vertegenwoordiger van iets groters – een land, een samenleving. Dat klinkt uit mijn mond misschien allemaal wat plechtig, maar ik heb dat echt zo gevoeld en beleefd. Het is hoogst eervol dat ik die rol op een paar momenten heb kunnen vervullen.

En er was corona. Ik weet nog goed hoe ik op 16 maart 2020 ’s avonds vlak voor zeven uur gespannen hier in het Torentje zat voor die eerste TV-toespraak. Niet wetende wat er met corona op ons afkwam, maar wel dat het megagroot en ingrijpend zou worden. Het is waarschijnlijk maar goed dat we op dat moment niet wisten dat deze achtbaanrit 2 jaar zou gaan duren. Twee jaar, waarin veel mensen een dierbare verloren, met al het verdriet, dat niet zomaar weg is. Twee jaar, waarin het leven ook in andere opzichten heel lastig was – voor sommigen tot op de dag vandaag.

Corona raakte aan alles. Aan onze gezondheid, ons sociale leven, ons werk en inkomen. Het raakte aan de toekomst van onze jonge mensen. Het was voor te veel mensen een tijd van eenzaamheid. En het heeft ook sporen getrokken in de samenleving, die niet zomaar zijn hersteld.

Onvermijdelijk heb ik, hebben we als kabinet, in de aanpak steken laten vallen. Dat kan niet anders. Tegelijkertijd vind ik dat er in deze periode in de samenleving veel goeds en moois is gebeurd. De mensen in de zorg leverden een ongekende prestatie.

In bedrijven, de horeca, scholen, verenigingen, musea en theaters – iedereen maakte er het beste van. En overal ontstonden spontaan initiatieven om elkaar te helpen, te steunen of te troosten. Ook dat is Nederland. U weet hoe ik daarover denk.

Nederland is een gaaf land. Ik geef toe, ik heb dat misschien één of twee keer te vaak gezegd. Maar dat komt omdat ik het meen, uit de grond van mijn hart.

Er is hier geen oorlog. In Nederland mag je zijn wie je bent en houden van wie je wilt. We zijn welvarend. En onze democratie is sterk. Niet alleen omdat we – minstens – elke vier jaar in alle vrijheid mogen stemmen. Maar ook omdat je het in Nederland luid en duidelijk mag laten weten als je het ergens niet mee eens bent. En we hebben een vrije en kritische pers en onafhankelijke rechters. Dus ja, een gaaf land.

En één ding weet ik na bijna 14 jaar premierschap heel zeker. Dat zit in mensen. Mensen maken een land. Zo heb ik zelf het werk al die jaren alleen kunnen doen, omdat ik ondersteund werd door superslimme, deskundige en hardwerkende ambtenaren. Dat wil ik bij mijn afscheid gezegd hebben. Ik heb verder als premier in heel Nederland ontelbaar veel mensen ontmoet, jong en oud. En ook op de Caribische eilanden, die bij ons horen. Ik heb heel veel organisaties en verenigingen leren kennen. De mooiste musea gezien en voorstellingen bijgewoond. Ik heb onze militairen op missie in het buitenland in actie gezien – diep respect voor wat zij doen. En ik weet niet bij hoeveel bedrijven ik achter de voordeur heb mogen kijken, van de kleinste startup tot de grootste maakfabriek.

En ik zeg u, we hebben een land dat barst van creativiteit en ondernemerschap. Van hard werken en daarna voluit genieten. En gelukkig ook een land met een gezonde afkeer van hiërarchie en overdreven deftigheid. Maar bovenal zijn we een land van vrijwilligers, mantelzorgers, goede buren en beste vrienden. Er wordt ook best wel eens gemopperd natuurlijk. Dat is ook Nederland. Maar als het erop aankomt, staan we om elkaar heen en helpen we elkaar.

Ik kan vandaag daarom alleen maar herhalen wat ik aan het begin van de coronacrisis al eens zei. Let een beetje op elkaar. Ik reken op u.

Ik vond het een eer om jullie minister-president te mogen zijn. En ik heb het met ongelooflijk veel plezier gedaan.

Dank. Dank. Dank.

ZIE OOK YOUTUBE.COM

Reacties uitgeschakeld voor Afscheidsboodschap van minister-president Rutte aan Nederland/Laatste premier in een niet-Fascistenkabinet

Opgeslagen onder Divers

[Artikel Peter Storm]/Holocaust Museum miskent homo-vervolging in bezettingstijd

ZIE OOK

”Waarom een klap in het gezicht van de Holocaustslachtoffers [waartoe niet alleen de Joden, maar ook de Sinti en Roma, homosexuelen, Jehova Getuigen en

gehandicapten en andersdenkenden gerekend dienen te worden]?”

HOLOCAUST MUSEUM MISKENT HOMO-VERVOLGING

IN BEZETTINGSTIJD

WEBSITE PETER STORM

Geplaatst op 13 maart 2024 door egel

woensdag 13 maart 2024

Op Twitter – aan die malle naamsverandering doe ik niet mee – las ik iets merkwaardigs. De conservator van het Holocaust Museum had – zo las ik – op de radio het feit toegelicht dat het museum wel aandacht aan Joden maar niet aan homoseksuelen besteedde als slachtoffers van genocide. Ze deed dat door te zeggen dat homo’s wegens deelname aan het verzet werden vervolgd, maar dus niet omdat ze homo waren op zich. Ik was nogal verbijsterd door zulke onwetendheid. Maar ik vroeg me al snel ook af: heeft die conservator dit echt gezegd? Een duidelijke bronvermelding zag ik niet. En zoiets gaan herhalen om er kritiek op te leveren, zonder absolute zekerheid dat de persoon het ook echt heeft gezegd, dat leek me niet verstandig.

Op zoek dus, en navraag gedaan. Ja hoor. Annemiek Gringold, hoofdconservator van het Holocaust Museum heeft zoiets echt gezegd. Gringold kreeg de vraag van een luisteraar waarom het museum geen aandacht aan de vervolging van Jehova’s Getuigen en homoseksuelen besteedde. En ze gaf via een ingesproken bericht – kennelijk op 11 maart, op 12 maart herhaald – het volgende antwoord: ‘Jehova’s Getuigen en homoseksuelen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog ook door de nazi’s opgepakt, en veel van hen ook omgebracht door de nazi’s. De reden dat dat in Nederland gebeurde, was niet zozeer om wat zij waren, maar om wat zij deden. Dat is een iets ander stukje geschiedenis.’ Homoseksuelen zijn volgens haar vervolgd, niet vanwege hun seksuele oriëntatie maar om hun gedrag. Heel even dacht ik dat we hier een museale versie hadden van het aloude ‘je mag het wel zijn maar je mag het niet doen’. Maar het bleek nog iets anders in elkaar te zitten.

Het Radio 1 Journaal van de ochtend van 12 maart kwam er op terug, helemaal aan het eind van de uitzending.(1) Er was namelijk reactie gekomen op haar uitspraak, en daar reageerde Gringhold in de uitzending op. Eerst kregen we het ingesproken tekstje van Gringold te horen. Ze zei vervolgens, in reactie op een reactie, het volgende: ‘Het Holocaust Museum gaat natuurlijk over de vervolging van groepen, zoals Joden vooral, maar ook de Sinti gemeenschap in Nederland, die volgens de nazi’s zijn vervolgd om wie zij waren, zoals ze zijn geboren. En de nazi’s gingen ervan uit dat de Jehova’s Getuigen, als geloofsgemeenschap, andere keuzes hadden kunnen maken.’

Daar vallen al een tweetal opmerkingen over te maken. De eerste betreft die Sinti gemeenschap. De conservator noemt die, terecht, als gemeenschap die vervolgd is ‘om wie ze waren’. Maar op de website van het Holocaust Museum is van de Sinti gemeenschap eigenlijk ook nergens sprake.(2) Daar gaat het uitsluitend en alleen over de Jodenvervolging. De Sinti gemeenschap wordt dus wel genoemd om een vermeend verschil te onderstrepen met Jehova’s Getuigen en met homoseksuelen. Verdere aandacht is klaarblijkelijk niet beschikbaar. Dat klopt natuurlijk ook al niet.

De tweede opmerking betreft die Jehova’s Getuigen. Wie ook maar iets van die geloofsgemeenschap weet, weet ook dat mensen die daar deel van uitmaken, onder enorme mentale druk staan om daar niet uit te gaan. Dat Jehova’s Getuigen ‘andere keuzes hadden kunnen maken’ is dus helemaal niet zonder meer waar. Dat de de nazi’s dat wel zo zagen, doet niet erg ter zake. Ook deze mensen zijn als groep vervolgd, in een poging ze als groep van de aardbodem te doen verdwijnen (wat ook gebeurd zou zijn als ze onder nazi-terreurdruk hun geloofspraktijk hadden opgegeven trouwens). Het verhaal van de vervolging van Jehova’s Getuigen hoort thuis in het verhaal van de Holocaust in bredere zin. Ik vind het geloof van die hele Jehova Getuigen en de manier van uitdragen ervan onaangenaam en verwerpelijk. Het is zo ongeveer een mini-versie van een totalitaire maatschappij. Maar dat hoort de erkenning van leden van deze gemeenschap als wel degelijk slachtoffers van de Holocaust niet in de weg te staan.

Maar de conservator gaat verder, nu over homoseksuelen. En dan krijgen we dit. ‘Homoseksuelen zijn in nazi-Duitsland zelf vervolgd geweest. En vanwege hun homoseksualiteit ook opgepakt in nazi-Duitsland. In Nederland is dat iets afwijkend, het beleid van de nazi’s geweest. Wat je ziet is dat heel veel homoseksuelen, relatief veel, betrokken zijn geraakt bij allerlei verzetshandelingen, en er zijn veel homoseksuelen ook opgepakt vanwege de handelingen die zij deden in dat verzet, en zijn dus ook opgepakt als verzetsmensen en als zodanig omgebracht. In het museum zelf zijn er natuurlijk ook verhalen van homoseksuelen te vinden die zijn opgepakt, niet vanwege hun homoseksualiteit maar vanwege hun Joodse geboorte. En het is heel cynisch dat je dus eigenlijk uit gaat van het onderscheid dat de nazi s hebben uitgebracht want het verdriet vanwege de moord op een mens, of dat nou een jood of een homo is, is natuurlijk even groot. Alleen de reden waarom de nazi s iemand hebben vermoord, was dus anders in de geschiedenis. En daar hebben we dat onderscheid gemaakt in het museum.’

Wat ze zegt is feitelijk dit: homoseksuelen werden in Duitsland wel, maar in Nederland eigenlijk niet, vervolgd vanwege hun homoseksualiteit. Ze werden ‘alleen maar’ als deelnemers aan het verzet vervolgd. Prima overigens dat ze zegt dat homoseksuelen ‘relatief veel’ aan dat verzet deelnamen. Minder prima dat ze ontkent dat de homoseksuele identiteit als zodanig reden voor de nazi’s was om, ook in Nederland, homoseksuelen te vervolgen en de dood in te jagen. Wat ze zegt is aantoonbaar onjuist. Iemand die verantwoordelijkheid draagt voor een Holocaust Museum hoort zulke fouten niet te maken.

Ze is trouwens niet de enige die de vervolging van homoseksuelen in Nederland verkeerd neerzet. Op Twitter kwam ik een mooie uitgave tegen: ‘Wie kan ik nog vertrouwen?’ Van de ‘tentoonstelling: homoseksueel in nazi-Duitsland en bezet Nederland’, van het Internationaal Homo/Lesbisch Informatiecentrum en Archief, oftewel Ihlia.(4) Wat lezen we op pagina 25? ‘De enige homoseksuelen in Nederland die naar een concentratiekamp – of vernietigingskamp zijn gestuurd. In het geval dat de (zeden)politie een homoseksueel arresteerde en uit het raadplegen van zijn persoonsgegevens bleek dat hij Joods was, werd hij meteen overgedragen aan de Sicherheitsdienst. Deze zette de man meteen op transport naar Westerbork.’ Om dan te concluderen: ‘De Joodse homoseksuelen werden dus niet vervolgd wegens hun geaardheid, maar hun Joodse identiteit.’

Pardon? Waarom was zo’n man sowieso gearresteerd door die ‘(zeden)politie’? Niet vanwege zijn joodse identiteit, want die werd pas na arrestatie vastgesteld. En kennelijk ook niet vanwege verzetswerk, zoals in de versie van hoofdconservator Gringold, want arrestaties plegen wegens verzetswerk is geen taak van de zedenpolitie. De man was kennelijk opgevallen als homoseksueel, en daarom aangehouden. Had de politie geen vermoeden van homoseksualiteit – ‘zedeloos gedrag’, daar viel dat vast onder… – gehad, dan waren ze waarschijnlijk niet door de zedenpolitie opgepakt, en was hun identiteit ook verder niet gecheckt. Of ze dan als Jood aan deportatie en dood waren ontkomen is nog steeds onwaarschijnlijk, gezien het hoge percentage van de joodse gemeenschap in Nederland dat door de nazi’s is vermoord. Maar homoseksualiteit was wel degelijk de reden waarvoor deze specifieke mannen in eerste instantie vervolgd werden.

Het nazi-beleid tegen homoseksuelen was trouwens openlijk van kracht in Nederland. Dat bedenk ik niet zelf. Jan Rogier wees er in 1975 in Vrij Nederland op ‘dat de rijkscommissaris voor het bezette gebied Seyss Inquart al in juli 1940 de strafbepalingen tegen homoseksuele handelingen had verscherpt en per dekreet de algemene strafbaarheid van tegennatuurlijke ontucht had ingevoerd. Bovendien had hij een nauwlettend toezicht van de politie op geregistreerde homoseksuelen voorgeschreven.’(5) Jazeker, ‘geregistreerde homoseksuelen’, want ‘daarvoor had een andere vooroorlogse registratie bestond, waaruit de nazi’s konden putten. De amsterdamse zedenpolitie hield een register van mannelijke homoseksuelen bij, waarin in 1939 ongeveer 4500 personen stonden.’(6) De suggestie dat je in Nederland tijdens de nazi-bezetting als homoseksueel alleen gevaar liep als je aan verzetsacties deelnam en/of als je tevens Jood was, is echt verkeerd.

De waarheid is dat tijdens de bezetting plaatsen waar mannen bij elkaar kwamen om contact sociaal en seksueel – met andere mannen te zoeken, extra door politie in de gaten werden gehouden, en – voor zover het bijvoorbeeld een café betrof – ook werden binnengevallen. Door politie die over ‘roze lijsten’ van mogelijk homoseksuelen beschikte, door politie die homoseksuelen vervolgde omdat ze homoseksueel waren en dat lieten blijken. Nederlandse politie deed dat, als verlengstuk echter van het bezettingsregime dat haar afkeer van homoseksualiteit niet onder stoelen of banken stak.

Dat politie al voor die bezetting al repressief optrad richting homoseksuelen, maakte het voor agenten ongetwijfeld makkelijker om zich nu in te laten schakelen voor nazi-doeleinden. Dat de bezetter, zoals de tentoonstellingskrant aangeeft, geen politieagenten genoeg had om tegelijk Joden en homoseksuelen uit te roeien, en dat de bezetter de Jodenvervolging voorrang gaf, is geen reden om weg te moffelen dat homoseksuelen wel degelijk omwille van hun homoseksualiteit doelwit van nazi-vervolging waren. Het verhaal van hun vervolging hoort op die basis gewoon in een serieus Holocaust Museum thuis.

Nu kun je er natuurlijk voor kiezen om een museum alleen aan de Jodenvervolging te wijden. Dat is legitiem. Maar kun je het museum dan niet beter Museum over de Jodenvervolging’ noemen? Je kunt ook een strikte definitie van ‘holocaust’ afspreken, en zeggen dat dit woord alleen op de uitroeiing van joden betrekking hoort te hebben. Ik vind dat aanvechtbaar, maar het kan. Wat echt niet kan, is de vervolging van homoseksuelen buiten beeld laten in een museum over nazi-massamoorden, en dat dan verdedigen met onware beweringen als zouden homoseksuelen doelwit van vervolging waren, niet vanwege hun homoseksualiteit als zodanig maar pas als ze actief aan het verzet deelnamen. De nazi- bezetters vervolgden homoseksuelen als homoseksuelen, vanwege hun homoseksualiteit. Dat feit hoort door een hoofdconservator van een Holocaust museum niet zomaar te worden uitgewist.

Noten:

(1) Radio 1 Journaal 12 maart, helemaal tegen het eind, vanaf 3.23.00 in de audio. https://www.nporadio1.nl/uitzendingen/nos-radio-1-journaal/6c33047c-e9d7-4dbb-9afe-771c27d0297b/2024-03-12-nos-radio-1-journaal Ik heb het radiofragment beluisterd en woord voor woord genoteerd.

(2) Kijk maar hier: https://jck.nl/locatie/nationaal-holocaustmuseum En kijk ook maar hier: https://www.museum.nl/nl/nationaal-holocaustmuseum het kan dat ergens op goed verstopte delen van de site het woordje ‘Sinti’ staat, maar dat is dan onopgemerkt gebleven omdat het niet bepaald op een erg zichtbare plek gebeurde.

(3) https://ihlia.nl/wp-content/uploads/2021/01/tentoonstellingskrant-Wie-kan-ik-nog-vertrouwen.pdf De bijbehorende expositie vond in ieder geval in 2017 in Enschede plaats, maar mogelijk is de krant van een latere de editie, want in de hyperlink er van staat het jaar 2021.

(4) https://www.vertrouwen.nu/waartezien.htm

(5) Jan Rogier, ‘De geschiedschrijver des Rijks’, deel VIII, Vrij Nederland, 5 juli 1975, in: Jan Rogier, ‘ De Geschiedschrijver des rijks en andere socialisten – politieke portretten’ (Nijmegen ,1979), pagina 90-91.

(6) Jan Rogier, ‘De geschiedschrijver des Rijks’, deel VIII, Vrij Nederland, 5 juli 1975, in: Jan Rogier, ‘ De Geschiedschrijver des rijks en andere socialisten – politieke portretten’ (Nijmegen ,1979), pagina 90. Een heruitgave van dit prachtboek zou welkom zijn. De hoofdmoot ervan bestaat uit een kritische ontleding van het befaamde maar schromelijk tekort schietende overzichtswerk dat Lou de Jong in opdracht van de Nederlandse regering schreef over Nederland tijdens de nazi-bezetting. Rogier schetst zowel van die bezettingstijd als van de v kijk van Lou de Jong een ontluisterend beeld, doet dat vanuit een radicaal linkse visie en met krachtige argumenten.

Peter Storm

Reacties uitgeschakeld voor [Artikel Peter Storm]/Holocaust Museum miskent homo-vervolging in bezettingstijd

Opgeslagen onder Divers

Armeense genocide/Geen ”vooropgezet plan tot vernietiging”/Geen genocide

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Armeense genocide overlevenden ontdekt in Salt en naar Jeruzalem gestuurd in april 1918

TURKSE MISDADEN TEGEN DE ARMENIERS TUSSEN 1915-1917
ARMEENSE OVERLEVENDEN VAN MASSASLACHTINGEN
Armenians marched by Turkish soldiers, 1915.png

Armenian civilians, escorted by armed Ottoman soldiers, are marched through Harput (Kharpert), to a prison in the nearby Mezireh (present-day Elâzığ), April 1915.

LocationOttoman EmpireDate1915[note 1]TargetArmenian population

Attack type

Deportationmass murderDeaths1.5 million[note 2]PerpetratorsCommittee of Union and Progress(Young Turks)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARMEENSE GENOCIDE/GEEN ”VOOROPGEZET PLAN TOT VERNIETIGING”/GEEN GENOCIDE

Op 23 april 2015 hebben Armeniers en Turken gezamenlijk

in Amsterdam de Turkse massamoorden op De Armeense bevolking tussen

1915-1917 herdacht. [1]

Memorabel en belangrijk.

Want de slachtoffers van massamoorden,

die immers misdaden tegen de menselijkheid zijn, moeten in de herinnering

blijven en herdacht blijven worden. [2]

Algemeen wordt bij het noemen van deze massamoorden

gesproken over de Armeense genocide, iets

iets waarmee ik het niet eens ben. [3]

 

Let wel, dat doet niets af aan de misdadigheid van wat heeft plaatsgevonden,

met als gevolg naar schatting meer dan 1 miljoen Armeense slachtoffers. [4]

ACHTERGROND:

 

 

 

 

Verder lezen

Reacties uitgeschakeld voor Armeense genocide/Geen ”vooropgezet plan tot vernietiging”/Geen genocide

Opgeslagen onder Divers

Ware Gezicht/Giftig, haatzaaiend en Islamofoob Metro schotschrift

NIEUW TE BOUWEN MOSKEE IN GOUDA
VERZET TEGEN DE ´´MEGAMOSKEE´´ DOOR ACTIECOMITE
´´GOUDA NOORD ZOALS HET HOORT´´
KLASSIEKE ARGUMENTEN
DE HUIZEN DALEN IN WAARDE
DAT WERD IN DE VS VAN VOOR DE BURGERRECHTENBEWEGING
OOK GEZEGD, ALS ZWARTEN ZICH WILDEN VESTIGEN IN EEN
´´BLANKE´´ BUURT
DAT WORDT IN DEZE TIJD GEZEGD ALS ASIELZOEKERS IN EEN DORP/
BUURT WORDEN GEHUISVEST
DEZELFDE DISCRIMINATIE/DEZELFDE UITSLUITING
RESULTAAT HAATZAAIERIJ VAN MENSEN, DIE STUKJES SCHRIJVEN
 ALS JAN DIJKGRAAF
MET NAZI SYMBOLEN BEKLADDE MOSKEE
DE ” WESTERSE WAARDEN” VAN JAN DIJKGRAAF
FOTO VS DRONES, DIE DOOD EN VERDERF ZAAIEN IN PAKISTAN
EN YEMEN

DE ”WESTERSE WAARDEN” VAN JAN DIJKGRAAF
TEEVEN VINDT REDDEN BOOTVLUCHTELINGEN GEEN TAAK EU
A Roma community is subjected to forced eviction in Marseille, France, July 2013.

DE ”WESTERSE WAARDEN” VAN JAN DIJKGRAAF/ETNISCHE

ZUIVERINGEN ROMA IN FRANKRIJK

A Roma community is subjected to forced eviction in Marseille, France, July 2013.

© Raphaël

”1, het Zondebokmodel

Roep iets uit tot een verschrikkelijke en interne vijand”

NAOMI WOLF: THE END OF AMERICA: TEN STEPS THAT CLOSE DOWN AN OPEN SOCIETY
Het komt niet vaak voor, dat er in zes regels een zo giftig en haatzaaiend
schotschrift [ik weiger dit een ”column” te noemen] wordt
neergepend als door Metro ”columnist” Jan Dijkgraaf, waarin hij
fulmineert tegen de bouw van een nieuwe Moskee in Gouda,
de zogenoemde ”Megamoskee” [1]
Dat de Metro dergelijke garbage opneemt is al tekenend en
past in het kader van dezelfde ”vrijheid van meningsuiting”, die
de racistische en Islamofobe schotschriften van Charlie Hebdo
verdedigt [2], maar dat is weer een ander verhaal.
ACHTERGRONDEN
VERDACHT VERZET TEGEN DE KOMST VAN  ”MEGAMOSKEE”
IN GOUDA

 

Verder lezen

Reacties uitgeschakeld voor Ware Gezicht/Giftig, haatzaaiend en Islamofoob Metro schotschrift

Opgeslagen onder Divers