Ja, om de bovenstaande Passage uit de onvergetelijke Klassieker
”Alice in Wonderland” [1] te parafraseren:
De Tijd is daar om uw redactie opnieuw te kapittelen.
Want kennelijk kunt u het niet laten en vervalt u Keer op Keer weer
in dezelfde fout.
Opzettelijk of niet, dat laat ik hier in het midden.
Want herinnert u zich nog, dat ik u op 17 januari anno Domini 2024 [niet zo lang geleden dus] een mail stuurde naar aanleiding van uw
berichtgeving ”Speler Israel opgepakt in Turkije? ”
Zie de link onder noot 2 en de gehele mail helemaal onderin.
In die mail wees ik u erop, dat u in uw berichtgeving -en niet alleen
in deze berichtgeving dd 15 januari -, maar structureel verwijst naar de
”terreur” van Hamas, hetzij Hamas aanduidt als een ”terreurgroep”,
terwijl welke militaire actie Israel ook uitvoert, ook in deze zogenoemde
”oorlog tussen Israel en Hamas” [sowieso een foute term, het is niet meer of minder dan een gelegitimeerde strijd tegen de Israelische Bezetter] [3],
u nooit refereert aan ”Israelische terreur” of ”Israelische schendingen
van het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht”, terwijl daar wel degelijk
door mensenrechtenorganisaties bevestigde voorbeelden van zijn. [4]
EN NU DOET U HET WEER!
UW BERICHTGEVING: ”SAUDI-ARABIE: GEEN BANDEN MET ISRAEL”
Ik laat de move van Saudi-Arabie nu even voor wat het is [eigenlijk
had deze wel wat steviger kunnen zijn, maar dat valt nu buiten deze discussie] en concentreer mij op uw berichtgeving:
In uw berichtgeving vermeldt u o.a.
”Behalve een onafhankelijke staat-met Oost-Jeruzalem als
hoofdstad-moet er volgens Saudi-Arabie ook een eind komen aan de
”Israelische agressie” in Gaza en moeten alle Israelische troepen weg zijn
van de Gazastrook voordat er over diplomatieke banden met Israel
kan worden gesproken.”
WAAROM ”ISRAELISCHE AGRESSIE” TUSSEN AANHALINGSTEKENS?
U leest het al:
Wat mij in uw berichtgeving stoort is het feit, dat u ”Israelische agressie”
tussen aanhalingstekens plaatst.
Nu kunt u ernaar verwijzen, dat u alleen maar citeert uit het nieuwsbericht
hierover [waarschijnlijk hebt u de Reuters bron gebruikt, zie noot 5], maar ik
denk, dat het dieper gaat.
Want u meet met twee maten en bedrijft ergo [Latijn voor ”dus”] geen
objectieve en evenwichtige journalistiek in dezen.
Een recent voorbeeld is uw weergave van de reactie van Netanyahu
op het Hamas voorstel tot een Staakt het Vuren:
Ik citeer u:
”Hamas had een staakt-het-vuren in drie fases voorgesteld waarbij
de gijzelaars vrij zouden komen net als Palestijnse gevangenen.
Ook zou Israel uit Gaza moeten vertrekken.
Netanyahu noemde de eisen van Hamas waanzinnig.” [6]
Nog afgezien van het feit, dat ik van die ”waanzin” niets snap-
vrijwel iedere humanitaire organisatie heeft opgeroepen
tot een Staakt het Vuren [ik noem hier Amnesty International] [7]-valt het mij op,
dat u de opmerking van Netanyahu weergeeft zonder aanhalingstekens!
En dat is geen toevallige verschrijving of in de haast gebeurd,
maar een weloverwogen keuze, omdat u standaard [behoudens
misschien enkele uitzonderingen waarbij u beter uw best doet] Hamas
in de positie van boosdoener plaatst [terreurbeweging, terreur van Hamas]
en Israel in de positie van de Staat, die daarop slechts reageert.
Hoeveel doden er ook in Gaza vallen, hoezeer de
Israelische Blokkade van Gaza ook dood en verderf zaait, consequent
blijft u refereren aan ”Israelische militaire acties”
Israel heeft een extreem-rechtse regering, zoals nieuwsbronnen
terecht ook vermelden [8], maar nergens hoor ik
u daarover!
WEL te pas en te onpas over Hamas als ”terreurbeweging”
‘ISRAELISCHE AGRESSIE” TUSSEN AANHALINGSTEKENS?
CHECK DE FEITEN, REDACTIE!
U plaatst dus in uw berichtgeving ””Saudi-Arabie: Geen banden met Israel” [9]ISRAELISCHE AGRESSIE tussen aanhalingstekens.Niet alleen meet u dus met twee maten [want waarom de opmerkingvan Netanyahu ”waanzinnig’ [10]’, ook niet tussen aanhalingstekensgezet, wanneer het echt alleen om het citeren van opmerkingenvan Staatslieden gaat?], ook ontkent u daarmee willens en wetensde oorverdovende werkelijkheid. Want niet alleen is Israel Gaza binnengevallen [wat tegenwoordig zelfseen kind van zes jaar weet, dus hierbij geen noot], wat agressie heet, bovendien heeft Israel vanaf het moment van binnenvallen dood en verderf gezaaid onder de Palestijnse burgerbevolking! En u kent het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht [hopelijk]”
Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to
spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be the
object of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives.” [11]
JUIST
Onderscheid dient gemaakt te worden tussen combatanten [militairen
en strijders] en non-combatanten [burgers]
Uithongering van de burgerbevolking als oorlogswapen is
verboden! [12]
Eens op een Rijtje, wat Israel daarvan bakt:
In dit Israelische militaire Gaza Offensief stapelt Israel Oorlogsmisdaad
op Oorlogsmisdaad [13], door de totale Gaza Blokkade wordt de Gazaanse
burgerbevolking uitgehongerd [14] waardoor de mensen hun toevlucht moeten
nemen tot niet drinkbare waterbronnen [15]
DAT IS AGRESSIE TEGEN DE BURGERBEVOLKING!
Bij Israelische militaire aanvallen is
het voor burgers uiterst gevaarlijke Witte Fosfor gebruikt [16]
DAT IS AGRESSIE TEGEN DE BURGERBEVOLKING
De Israelische militaire bombardementen dus, zijn willekeurig [17], waardoor er hele dorpen van de kaart zijn geveegd [18]
DAT IS AGRESSIE TEGEN DE BURGERBEVOLKING!
Hele families zijn uitgewist [19]
Zelfs de Amerikaanse president Biden, Israel’s
trouwste bondgenoot, noemt de Israelische bombardementen ”lukraak”
[20]
Ziekenhuizen werken niet meer door die uithongeringsblokkade [21].
Erger nog, ziekenhuizen worden zelfs aangevallen, waardoor de gezondheids
en medische crisis nog is verergerd! [22]
DAT IS AGRESSIE TEGEN DE BURGERBEVOLKING!
Ook zijn er hulpverleners, medisch personeel, gedood bij aanvallen! [23]
Daarbij wordt er een sadistisch spelletje gespeeld met de Gazaanse bevolking!
Aanvankelijk verordonneerde het Israelische leger Gazanen naar het Zuiden te
gaan, vanwege de Israelische militaire operaties in het Noorden.
Om dan in het Zuiden aan te komen en ook daar getroffen te worden door
Israelische bombardementen! [24]
DAT IS AGRESSIE TEGEN DE BURGERBEVOLKING!
Het is nu zelfs ZO erg, dat het Leefgebied in Gaza volgens VN waarnemers
[lees uw eigen NOS berichtgeving] is gekrompen tot een derde! [25]
DAT IS AGRESSIE TEGEN DE BURGERBEVOLKING!
Volgens recente berichtgeving zijn er tenminste 27.947 mensen omgekomen bij Israelische bombardementen [26] en de BBC
vermeldt recentelijk, dat onder de doden meer dan 11.500 kinderen zijn [27]
DAT IS AGRESSIE TEGEN DE BURGERBEVOLKING!
EPILOOG
Ik heb u er al eerder op gewezen:
Uw berichtgeving is onevenwichtig, niet objectief [enkele
uitzonderingen daargelaten] en meet met twee maten.
U refereert aan de ”terreur van Hamas’ op 7 october”, maar over
de Israelische aanvallen in Gaza en de uithongering van Gaza refereert
u slechts als ”Israelische bombardementen of Israelische militaire aanvallen” [28]
U zet de in uw berichtgeving ””Saudi-Arabie: Geen banden met Israel”
[zie onder P/S] Israelische agressie tussen aanhalingstekens, maar wanneer in een ander Teletekstbericht de Israelische premier Netanyahu
de voorstellen van Hamas voor een Staakt het Vuren waanzinnig noemt,
komen daarbij GEEN aanhalingstekens [29]
En dat zijn geen toevallige verschrijvingen:
Keer op keer, structureel doet u dit!
Keer op keer wordt hierbij de suggestie [al dan niet opzettelijk]
gewekt, dat Hamas de Boosdoener is en Israel slechts de Staat,
die reageeert.
Houdt u daar nu eens mee op en breng tenminste het journalistieke
fatsoen op om niet met twee maten te meten.
Spreekt u over de ”terreur” van Hamas?
Prima
Maar dan ook over het ”dood en verderf zaaien” van het Israelische leger
Noemt u Hamas een ”terreurbeweging?”
Dat is aan u
Maar benoem dan ook de Israelische regering tot wat zij is:
Extreem-rechts en een Bezettings en Apartheidsregime [30]
Neem dit ter Harte!
Ik blijf u volgen!
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam
NOTEN
Voor uw gemak de noten in link hieronder gebracht
NOOT 1
NOTEN 2 EN 3
NOTEN 4 EN 5
NOOT 6
NOOT 7
NOOT 8
NOOT 9
NOOT 10
NOOT 11
NOOT 12
NOTEN 13 EN 14
NOOT 15
NOOT 16
NOTEN 17 EN 18
NOTEN 19 EN 20
NOTEN 21 EN 22
NOTEN 23 EN 24
NOOT 25
NOTEN 26 EN 27
NOTEN 28 EN 29
NOOT 30
P/S
NOS TELETEKST
7 FEBRUARI 2014
SAUDI-ARABIE: GEEN BANDEN MET ISRAEL
Saudi-Arabie gaat geen diplomatieke betrekkingen
aan met Israel zolang er geen onafhankelijke Palestijnse Staat is.
Dat heeft het land tegen de VS gezegd. Saudi Arabie spreekt
in een verklaring van een ”stevige positie”
Behalve een onafhankelijke staat-met Oost-Jeruzalem als
hoofdstad-moet er volgens Saudi-Arabie ook een eind komen aan de
”Israelische agressie” in Gaza en moeten alle Israelische troepen weg zijn
van de Gazastrook voordat er over diplomatieke banden met Israel
kan worden gesproken.
Kort voor de oorlog tussen Israel en Hamas leken Israel en Saudi-Arabie
nog hard op weg naar een historische deal.
EINDE BERICHT
ORIGINEEL NOS TELETEKST BERICHT
SAUDI-ARABIE: GEEN BANDEN MET ISRAEL
https://teletekst-data.nos.nl/webplus?p=129 NOS Teletekst 129 Saudi-Arabië:geen banden met Israël Saudi-Arabië gaat geen diplomatieke betrekkingen aan met Israël zolang er geen onafhankelijke Palestijnse staat is.Dat heeft het land tegen de VS gezegd.Saudi-Arabië spreekt in een verklaring van een “stevige positie”. Behalve een onafhankelijke staat – met Oost-Jeruzalem als hoofdstad – moet er volgens Saudi-Arabië ook een eind komen aan de “Israëlische agressie” in Gaza en moet alle Israëlische troepen weg zijn van de Gazastrook voordat er over diplomatieke banden met Israël kan worden gesproken. Kort voor de oorlog tussen Israël en Hamas leken Israël en Saudi-Arabië nog hard op weg naar een historische deal. nieuws buitenland binnenland sport
MAIL AAN NOS TELETEKST
Uw berichtgeving dd 15 januari 2024/””Speler Israel opgepakt in Turkije”
Zoals u weet bekritiseer ik met enige regelmaat uw berichtgeving
in het Midden-Oostenconflict [1] en een enkele keer was het Tijd voor een compliment [2]
Deze keer geen complimenten, maar weer eens ouderwetse, pittige kritiek!
FASTEN YOUR SEATBELTS!
UW BERICHTGEVING
In uw berichtgeving dd 15 januari anno Domini 2024 vermeldt u, dat de Israelische voetballer Sagiv Jehezkel, die voor de Turkse club Antalyaspor speelt, was opgepakt [en inmiddels weer vrijgelaten] omdat hij een pro-Israelisch gebaar zou hebben gemaakt na een goal.
Ik citeer u:
”Gisteren maakte hij na een goal een pro-Israelisch gebaar, dat verwees naar de oorlog met Hamas.”
Ik citeer u verder
”Jehezkel toonde de tekst ”100 dagen, 7/10”, verwijzend naar de terreur van
Hamas op 7 october.”
Zie uw Berichtgeving geheel onderin, onder de noten.
Ook vermeldt u, dat de Turkse Justitie de zaak verder onderzoekt.
EVEN TUSSENDOOR/AANKLACHT/ARRESTATIE VOETBALLER
Op die arrestatie en het OM onderzoek naar bewuste voetballer wil ik
niet uitgebreid ingaan.
Wel lijkt het mij nogal merkwaardig.
Want ook al zou Jehezkel inderdaad pro-Israel zijn, dan lijkt het mij vallen onder
de vrijheid van mening, los van het feit of het een sympathieke mening is of niet.
Even absurd ongeveer lijkt mij een aanklacht tegen deze voetballer als destijds het ontslag van die Russische dirigent, omdat hij geen afstand zou hebben genomen van de Russische inval in Oekraine. [3]
Ook weer hier: Sympathiek misschien niet, maar wel zijn recht er zo over te denken.
Maar dat was even over de context van het artikel
Nu naar de essentie
TERREUR HAMAS
In uw berichtgeving vermeldt u:
”Jehezkel toonde de tekst ”100 dagen, 7/10”, verwijzend naar de terreur van
Hamas op 7 october.
Die werd gisteren in Israel herdacht.”
Zie geheel onderin
Op twee punten wil ik mij focussen:
Ten eerste:
Die ”terreur” van Hamas, waarnaar u verwijst, is gedeeltelijk ”terreur”,
gedeeltelijk ook niet.
Waar de 7 october Hamas aanval tegen burgers gericht was [4], klopt dat wel, maar wat de nieuwsberichtgeving doorgaans verzwijgt-en daar bent u ook bij- is,
dat Hamas bij die 7 october aanval ook wel degelijk Israelische militaire doelen
heeft aangevallen [5] en zoals u heel goed weet, is dat volgens het Humanitair
Oorlogsrecht uiteraard gelegitimeerd [6]
Wees dus ook zo eerlijk om de 7 october aanval te nuanceren, in plaats van ongenuanceerd
te refereren aan de ”Hamas-terreur”
ISRAELISCHE TERREUR/HOE ZIT HET DAARMEE?
En dan nu het Tweede Punt
Want waar ik het meest over val, is uw eenzijdigheid.
Want nu even los van het feit, of de 7 october 2023 Hamas aanval
een terreuraanval was [zoals ik al heb uitgelegd en voor u te controleren [7], slechts gedeeltelijk], het valt zo op, dat u alleen aan Hamas refereert in verband met ”terreur”
Nooit heb ik in uw berichtgeving gelezen over de ”Israelische terreur”, terwijl
deze toch, zeker in deze Nieuwe Oorlog, meer dan duidelijk aanwezig is!
Mocht u in uw berichtgeving ooit WEL gerefereerd hebben aan ”Israelische
terreur” , laat het mij dan vooral weten en dan heb ik, althans over die terreurkwestie, niets gezegd, maar ik denk van niet, eerlijk gezegd
ISRAELISCHE TERREUR SINDS DE HAMAS AANVAL OP 7 OCTOBER 2023
Aanvallen op een burgerbevolking, militair of anderszins, DAT is terreur en
daarvan heeft Israel ontelbare staaltjes laten zien sinds de Hamas aanval
op 7 october 2023!
Zoals ik in een stuk van geheel andere aard al schreef [8], gaat Israel sinds de 7 october Hamas aanval tekeer als een Briesende Leeuw! [9]
Want in dit Israelische militaire Gaza Offensief stapelt Israel Oorlogsmisdaad
op Oorlogsmisdaad [10], door de totale Gaza Blokkade wordt de Gazaanse
burgerbevolking uitgehongerd [11] waardoor de mensen hun toevlucht moeten
nemen tot niet drinkbare waterbronnen [12], bij Israelische militaire aanvallen is
het voor burgers uiterst gevaarlijke Witte Fosfor gebruikt [13], de militaire
aanvallen, bombardementen dus, zijn willekeurig [14], waardoor er hele dorpen van de kaart zijn geveegd [15], hele
families zijn uitgewist [16], zelfs de Amerikaanse president Biden, Israel’s
trouwste bondgenoot, noemt de Israelische bombardementen ”lukraak” [17]
Ziekenhuizen werken niet meer door die uithongeringsblokkade [18].
Erger nog, ziekenhuizen worden zelfs aangevallen, waardoor de gezondheids
en medische crisis nog is verergerd! [19]
Ook zijn er hulpverleners, medisch personeel, gedood bij aanvallen! [20]
Daarbij wordt er een sadistisch spelletje gespeeld met de Gazaanse bevolking!
Aanvankelijk verordonneerde het Israelische leger Gazanen naar het Zuiden te
gaan, vanwege de Israelische militaire operaties in het Noorden.
Om dan in het Zuiden aan te komen en ook daar getroffen te worden door
Israelische bombardementen! [21]
Als DAT geen Terreur is, dan weet ik het niet!
Moet ik u nog uitleggen, dat uithongering van de burgerbevolking als
Moet ik nog uitleggen dat die hele Blokkade van Gaza [die dus tot uithongering
heeft geleid] verboden is als zijnde een ”collectieve straf” [23]
Moet ik uitleggen, dat volgens het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht willekeurige bombardementen uit Den Boze zijn en dat er onderscheid moet
worden gemaakt tussen combatanten [militairen en strijders] en non combatanten [burgers]? [24]
Maar wat maakt het eigenlijk uit?
Er is geen officiele wetgeving voor nodig om te constateren, dat de
uithongering van een burgerbevolking en willekeurige bombardementen
barbaars zijn en in strijd met iedere Menselijkheid!!
DODEN/DODEN
24 000 Palestijnse doden zijn er sinds de Israelische bombardementen gevallen [25], onder wie tenminste 8000 kinderen [26], volgens andere bronnen
zelfs 10 000 kinderen [27]
Zegt dat niet meer dan woorden, Verdragen, documenten?
EPILOOG
Wilt u echt doen aan eerlijke en objectieve berichtgeving?
Dan is het minste wat u kunt doen, niet met twee maten meten.
Als u het over de ”terreur” van Hamas hebt, wordt het meer dan hoog tijd
de Israelische militaire bombardementen, die dood en verderf zaaien,
de uithongering van de burgerbevolking, de aanvallen op ziekenhuizen, het
sadistisch van hot naar her sturen van de Gazaanse bevolking om daar
ook te sterven, te benoemen tot wat het is
TERREUR
Terreur van Hamas?
Dan zeker ook Israelische terreur in uw berichtgeving.
Ik hou het in de gaten
Beterschap toegewenst in het Nieuwe Jaar!
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
1102 BA Amsterdam
NOTEN
Voor uw gemak heb ik de noten in link ondergebracht
Geheel daaronder uw NOS Berichtgeving
NOTEN 1 EN 2
NOOT 3
NOTEN 4 EN 5
NOTEN 6 EN 7
NOTEN 8 EN 9
NOTEN 10 T/M 12
NOTEN 13 T/M 17
NOTEN 18 T/M 20
NOOT 21
NOTEN 22 T/M 24
NOTEN 25 T/M 27
NOS BERICHTGEVING
NOS
SPELER ISRAEL OPGEPAKT IN TURKIJE
De Turkse justitie is een onderzoek begonnen naar de Israelische
voetballer Sagiv Jehezkel, die voor de Turkse club Antalyaspor speelt.
Gisteren maakte hij na een goal een pro-Israelisch gebaar, dat verwees naar de oorlog met Hamas.
Jehezkel toonde de tekst ”100 dagen, 7/10”, verwijzend naar de terreur van
Hamas op 7 october.
Die werd gisteren in Israel herdacht.
Het OM onderzoekt of het bericht een aanzet is tot haat.
De voetballer is gisteren opgepakt en vandaag vrijgelaten.
Volgens Israelische media gaat hij snel naar Israel.
Zijn club heeft hem geschorst.
Jehezkel zegt, dat het niet de bedoeling was om te provoceren.
”Ik wil dat de oorlog stopt. Daarom liet ik het zien”
EINDE
ORIGINEEL NOS TELETEKSTBERICHT Speler Israël opgepakt in Turkije De Turkse justitie is een onderzoek begonnen naar de Israëlische voetballer Sagiv Jehezkel,die voor de Turkse club Antalyaspor speelt.Gisteren maakte hij na een goal een pro-Israëlisch gebaar dat verwees naar de oorlog met Hamas. Jehezkel toonde de tekst “100 dagen, 07/10″,verwijzend naar de terreur van Hamas op 7 oktober.Die werd gisteren in Israël herdacht.Het OM onderzoekt of het bericht een aanzet is tot haat. De voetballer is gisteren opgepakt en vandaag vrijgelaten.Zijn club heeft hem geschorst.Jehezkel zegt dat het niet de bedoeling was om te provoceren.”Ik wil dat de oorlog stopt.Daarom liet ik het zien.” nieuws buitenland binnenland sport
601 – NOS Teletekst
Reacties uitgeschakeld voor Mail Astrid Essed aan NOS Teletekst/Uw berichtgeving dd 7 februari 2024/”Saudi-Arabie: Geen banden met Israel”
The International Court of Justice, which has its seat in The Hague, is the principal judicial organ of the United Nations
INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE
APPLICATION OF THE CONVENTION ON THE PREVENTION AND
PUNISHMENT OF THE CRIME OF GENOCIDE IN THE GAZA STRIP
(SOUTH AFRICA V. ISRAEL)
INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE
Peace Palace, Carnegieplein 2, 2517 KJ The Hague, Netherlands
Tel.: +31 (0)70 302 2323 Fax: +31 (0)70 364 9928
Press Release
Unofficial
No. 2024/6
26 January 2024
Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime
of Genocide in the Gaza Strip (South Africa v. Israel)
The Court indicates provisional measures
THE HAGUE, 26 January 2024. The International Court of Justice today delivered its Order
on the Request for the indication of provisional measures submitted by South Africa in the case
concerning Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of
Genocide in the Gaza Strip (South Africa v. Israel)
It is recalled that, on 29 December 2023, South Africa filed an Application instituting proceedings against Israel concerning alleged violations by Israel of its obligations under the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide (the “Genocide Convention”) in relation to Palestinians in the Gaza Strip.
In its Application, South Africa also requested the Court to indicate provisional measures in order to “protect against further, severe and irreparable harm to the rights of the Palestinian people under the Genocide Convention” and “to ensure Israel’s compliance with its obligations under the Genocide Convention not to engage in genocide, and to prevent and to punish genocide” (see press release No. 2023/77).
Public hearings on South Africa’s request for provisional measures were held on Thursday 11 and Friday 12 January 2024.
In its Order, which has binding effect, the Court indicates the following provisional measures:
“(1) By fifteen votes to two,
The State of Israel shall, in accordance with its obligations under the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide, in relation to Palestinians in Gaza, take all measures within its power to prevent the commission of all acts within the scope of Article II of this Convention, in particular:
(a) killing members of the group;
(b) causing serious bodily or mental harm to members of the group;
(c) deliberately inflicting on the group conditions of life calculated to bring about its physical destruction in whole or in part; and
PAGE 2
– 2 –
(d) imposing measures intended to prevent births within the group;
The State of Israel shall ensure with immediate effect that its military does not commit any acts described in point 1 above;
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judge ad hoc Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde; Judge ad hoc Barak;
(3) By sixteen votes to one
The State of Israel shall take all measures within its power to prevent and punish the direct and public incitement to commit genocide in relation to members of the Palestinian group in the Gaza Strip;
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judges ad hoc Barak, Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde;
(4) By sixteen votes to one,
The State of Israel shall take immediate and effective measures to enable the provision of urgently needed basic services and humanitarian assistance to address the adverse conditions of life faced by Palestinians in the Gaza Strip;
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judges ad hoc Barak, Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde;
(5) By fifteen votes to two,
The State of Israel shall take effective measures to prevent the destruction and ensure the preservation of evidence related to allegations of acts within the scope of Article II and Article III of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide against members of the Palestinian group in the Gaza Strip;
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judge ad hoc Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde; Judge ad hoc Barak;
PAGE 3
3
(6) By fifteen votes to two,
The State of Israel shall submit a report to the Court on all measures taken to give effect to this Order within one month as from the date of this Order.
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judge ad hoc Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde; Judge ad hoc Barak.”
*
Judge XUE appends a declaration to the Order of the Court;
Judge SEBUTINDE appends a dissenting opinion to the Order of the Court; Judges BHANDARI and NOLTE append declarations to the Order of the Court; Judge ad hoc BARAK appends a separate opinion to the Order of the Court
___________
A summary of the Order appears in the document entitled “Summary 2024/1”, to which summaries of the declarations and opinions are annexed.
This summary and the full text of the Order are available on the case page on the Court’s website.
___________
Earlier press releases relating to this case are available on the Court’s website.
Note: The Court’s press releases are prepared by its Registry for information purposes only and do not constitute official documents.
___________
The International Court of Justice (ICJ) is the principal judicial organ of the United Nations.
It was established by the United Nations Charter in June 1945 and began its activities in April 1946
The Court is composed of 15 judges elected for a nine-year term by the General Assembly and the Security Council of the United Nations.
The seat of the Court is at the Peace Palace in The Hague (Netherlands).
The Court has a twofold role: first, to settle, in accordance with international law, legal disputes submitted to it by States;
and, second, to give advisory opinions on legal questions referred to it by duly authorized United Nations organs and agencies of the system
___________
PAGE 4
4
Information Department:
Ms Monique Legerman, First Secretary of the Court, Head of Department: +31 (0)70 302 2336
Ms Joanne Moore, Information Officer: +31 (0)70 302 2337
Reacties uitgeschakeld voor International Court of Justice/Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide in the Gaza Strip (South Africa v Israel)/26 january 2024
REACTIE ASTRID ESSED OP QUORA/LAAT JE NIET BEDOTTEN/EEM FASCISTENKABINET IS EEN GEVAARLIJKE GRAP
Dit naar aanleiding van een Quora Post van Fedor van Eldijk,
die zich afvroeg of een ”kabinet Wilders” niet een optie
zou zijn
Overigens WEL met ironie, want hij schrijft in zijn Eindzinnen
”Wie weet lost ie wel eindelijk de problemen in de zorg, op straat en in de huisvesting op – dan zijn we er echt wat mee opgeschoten, hoewel ik die kans erg klein acht. Veel waarschijnlijker is het dat ie er niks van bakt, allemaal minkukels in het kabinet zet en binnen een paar maanden met knallende ruzie de boel opblaast.
Dat zou ook mooi zijn, dan is het voor iedereen duidelijk dat dit ook niet werkt en dan zijn we eindelijk af van al die mafketels in de extreem rechtse hoek.”
Ik denk dat dat goed zou zijn, ik vrees dat we daar even doorheen moeten met z’n allen. En ik denk eerlijk gezegd dat het alleen maar goed uit kan pakken voor Nederland.
We hoeven niet heel bang te zijn dat hij een Nexit voor elkaar krijgt, daarvoor is zowel parlementair als maatschappelijk onvoldoende draagvlak te vinden. Hij zal mogelijk de immigratie terugdringen, maar we zullen onze internationale verplichtingen als het gaat om het opvangen van asielzoekers moeten nakomen. En ook Europese arbeidsmigranten gaat ie niet tegenhouden, en dat is maar goed ook voor zijn aarbeien- en aspergeminnende aanhang.
Wie weet lost ie wel eindelijk de problemen in de zorg, op straat en in de huisvesting op – dan zijn we er echt wat mee opgeschoten, hoewel ik die kans erg klein acht. Veel waarschijnlijker is het dat ie er niks van bakt, allemaal minkukels in het kabinet zet en binnen een paar maanden met knallende ruzie de boel opblaast.
Dat zou ook mooi zijn, dan is het voor iedereen duidelijk dat dit ook niet werkt en dan zijn we eindelijk af van al die mafketels in de extreem rechtse hoek.
PALESTINE STUDIES, 2006: THE 1948 ETHNIC CLEANSING OF PALESTINE
INSTITUTE FOR PALESTINE STUDIES/JOURNALS
THE1948 ETHNIC CLEANSING OF PALESTINE
BY ILAN PAPPE
PUBLISHED IN FALL 2006
The 1948 Ethnic Cleansing of Palestine by Ilan Pappé This article, excerpted and adapted from the early chapters of a new book, emphasizes the systematic preparations that laid the ground for the expulsion of more than 750,000 Palestinians from what became Israel in 1948.
While sketching the context and diplomatic and political developments of the period, the article highlights in particular a multi-year “Village Files” project (1940–47) involving the systematic compilation of maps and intelligence for each Arab village and the elaboration—under the direction of an inner “caucus” of fewer than a dozen men led by David Ben-Gurion—of a series of military plans culminating in Plan Dalet, according to which the 1948 war was fought.
The article ends with a statement of one of the author’s underlying goals in writing the book: to make the case for a paradigm of ethnic cleansing to replace the paradigm of war as the basis for the scholarly research of, and the public debate about, 1948
ILAN PAPPÉ, an Israeli historian and professor of political science at Haifa University, is the author of a number of books, including The Making of the Arab-Israeli Conflict, 1947–1951 (I. B. Tauris, 1994) and A History of Modern Palestine: One Land, Two Peoples (Cambridge University Press, 2004).
The current article is extracted from early chapters of his latest book, The Ethnic Cleansing of Palestine (Oneworld Publications, Oxford, England, forthcoming in October 2006).
THE 1948 ETHNIC CLEANSING OF PALESTINE ILAN PAPPÉ
This article, excerpted and adapted from the early chapters of a new book, emphasizes the systematic preparations that laid the ground for the expulsion of more than 750,000 Palestinians from what became Israel in 1948.
While sketching the context and diplomatic and political developments of the period, the article highlights in particular a multi-year “Village Files” project (1940–47) involving the systematic compilation of maps and intelligence for each Arab village and the elaboration—under the direction of an inner “caucus” of fewer than a dozen men led by David Ben-Gurion—of a series of military plans culminating in Plan Dalet, according to which the 1948 war was fought.
. The article ends with a statement of one of the author’s underlying goals in writing the book: to make the case for a paradigm of ethnic cleansing to replace the paradigm of war as the basis for the scholarly research of, and the public debate about, 1948.
ON A COLD WEDNESDAY AFTERNOON, 10 March 1948, a group of eleven men, veteran Zionist leaders together with young military Jewish officers, put the final touches on a plan for the ethnic cleansing of Palestine1.
That same evening, military orders were dispatched to
units on the ground to prepare for the systematic expulsion of Palestinians from vast areas of the country 2.
The orders came with a detailed description of the methods to be used to forcibly evict the people: large-scale intimidation; laying siege to and bombarding villages and population centers; setting fire to homes, properties, and goods; expelling residents; demolishing homes; and, finally, planting mines in the rubble to prevent the expelled inhabitants from returning.
Each unit was issued its own list of villages and neighborhoods to target in keeping with the master plan.
Code-named Plan D (Dalet in Hebrew), this was the fourth and final version of vaguer plans outlining the fate that was in store for the native population of Palestine 3
The previous three plans had articulated only obscurely how the Zionist leadership intended to deal with the presence of so many Palestinians on the land the Jewish national movement wanted for itself.
This fourth and last blueprint spelled it out clearly and unambiguously: the Palestinians had to go
The plan, which covered both the rural and urban areas of Palestine, was the inevitable result both of Zionism’s ideological drive for an exclusively Jewish presence in Palestine and a response to developments on the ground following the British decision in February 1947 to end its Mandate over the country and turn the problem over to the United Nations
Clashes with local Palestinian militias, especially after the UN partition resolution of November 1947, provided the perfect context and pretext for implementing the ideological vision of an ethnically cleansed Palestine.
Once the plan was finalized, it took six months to complete the mission. When it was over, more than half of Palestine’s native population, over 750,000 people, had been uprooted, 531 villages had been destroyed, and 11 urban neighborhoods had been emptied of their inhabitants.
The plan decided upon on 10 March 1948, and above all its systematic implementation in the following months, was a clear case of what is now known as an ethnic cleansing operation.
DEFINING ETHNIC CLEANSING
Ethnic cleansing today is designated by international law as a crime against humanity, and those who perpetrate it are subject to adjudication: a special international tribunal has been set up in The Hague to prosecute those accused of ethnic cleansing in the former Yugoslavia, and a similar court was established in Arusha, Tanzania, to deal with the Rwanda case.
The roots of ethnic cleansing are ancient, to be sure, and it has been practiced from biblical times to the modern age, including at the height of colonialism and in World War II by the Nazis and their allies
. But it was especially the events in the former Yugoslavia that gave rise to efforts to define the concept and that continue to serve as the prototype of ethnic cleansing. For example, in its special report on ethnic cleansing in Kosovo, the U.S. State Department defines the term as “the systematic and forced removal of the members of an ethnic group from communities in order to change the ethnic composition of a given region.”
The report goes on to document numerous cases, including the depopulation within twenty-four hours of the western Kosovar town of Pec in spring 1999, which could
only have been achieved through advanced planning followed by systematic execution.4
Earlier, a congressional report prepared in August 1992 for the U.S. Senate Foreign Relations Committee had described the “process of population transfers aimed at removing the nonSerbian population from large areas of Bosnia-Hercegovina,” noting that the campaign had “substantially achieved its goals: an exclusively Serb-inhabited region . . . created by forcibly expelling the Muslim populations that had been the overwhelming majority.”
” According to this report, the two main elements of ethnic cleansing are, first, “the deliberate use of artillery and snipers against the civilian populations of the big cities,” and second, “the forced movement of civilian populations [entailing] the systematic destruction of homes, the looting of personal property, beatings, selective and random killings, and massacres.”5
Similar descriptions are found in the UN Council for Human Rights (UNCHR) report of 1993, which was prepared in follow-up to a UN Security Council Resolution of April 1993 that reaffirmed “its condemnation of all violations of international humanitarian law, in particular the practice of ‘ethnic cleansing.’”
Showing how a state’s desire to impose a single ethnic rule on a mixed area links up to acts of expulsion and violence, the report describes the unfolding ethnic cleansing process where men are separated from women and detained, where resistance leads to massacres, and where villages are blown up, with the remaining houses subsequently repopulated with another ethnic group.6
In addition to the United States and the UN, academics, too, have used the former Yugoslavia as the starting point for their studies of the phenomenon.
Drazen Petrovic has published one of the most comprehensive studies of ethnic cleansing, which he describes as “a well-defined policy of a particular group of persons to systematically eliminate another group from a given territory on the basis of religious, ethnic or national origin.
Such a policy involves violence and is very often connected with military operations.”7 Petrovic associates ethnic cleansing with nationalism, the creation of new nation-states, and national struggle, noting the close connection between politicians and the army in the perpetration of the crime: the political leadership delegates the implementation of the ethnic cleansing to the military level, and although it does not furnish systematic plans or provide explicit instructions, there is no doubt as to the overall objective
These descriptions almost exactly mirror what happened in Palestine in 1948: Plan D constitutes a veritable repertoire of the cleansing methods described in the various reports on Yugoslavia, setting the background for the massacres that accompanied the expulsions.
Indeed, it seems to me that had we never heard about the events in the former Yugoslavia of the 1990s and were aware only of the Palestine case, we would be forgiven for thinking that the Nakba had been the inspiration for the descriptions and definitions above, almost to the last detail.
Yet when it comes to the dispossession by Israel of the Palestinians in 1948, there is a deep chasm between the reality and the representation.
This is most bewildering, and it is difficult to understand how events perpetrated in modern times and witnessed by foreign reporters and UN observers could be systematically denied, not even recognized as historical fact, let
PAGE 4
Institute for Palestine Studies | Journals
alone acknowledged as a crime that needs to be confronted, politically as well as morally.
Nonetheless, there is no doubt that the ethnic cleansing of 1948, the most formative event in the modern history of the land of Palestine, has been almost entirely eradicated from the collective global memory and erased from the world’s conscience.
SETTING THE STAGE
When even a measure of Israeli responsibility for the disappearance of half the Arab population of Palestine is acknowledged (the official government version continues to reject any responsibility whatsoever, insisting that the local population left “voluntarily”), the standard explanation is that their flight was an unfortunate but unavoidable by-product of war.
But what happened in Palestine was by no means an unintended consequence, a fortuitous occurrence, or even a “miracle,” as Israel’s first president Chaim Weitzmann later proclaimed
Rather, it was the result of long and meticulous planning.
The potential for a future Jewish takeover of the country and the expulsion of the indigenous Palestinian people had been present in the writings of the founding fathers of Zionism, as scholars later discovered
. But it was not until the late 1930s, two decades after Britain’s 1917 promise to turn Palestine into a national home for the Jews (a pledge that became enshrined in Britain’s Mandate over Palestine in 1923), that Zionist leaders began to translate their abstract vision of Jewish exclusivity into more concrete plans
New vistas were opened in 1937 when the British Royal Peel Commission8 recommended partitioning Palestine into two states.
Though the territory earmarked for the Jewish state fell far short of Zionist ambitions, the leadership responded favorably, aware of the signal importance of official recognition of the principle of Jewish statehood on even part of Palestine.
Several years later, in 1942, a more maximalist strategy was adopted when the Zionist leader David Ben-Gurion, in a meeting at the Biltmore Hotel in New York, put demands on the table for a Jewish commonwealth over the whole of Mandatory Palestine.9
Thus, the geographical space coveted by the movement changed according to circumstances and opportunities, but the principal objective remained the same: the creation in Palestine of a purely Jewish state, both as a safe haven for Jews and as the cradle of a new Jewish nationalism
And this state had to be exclusively Jewish not only in its sociopolitical structure but also in its ethnic composition.
That the top leaders were well aware of the implications of this exclusivity was clear in their internal debates, diaries, and private correspondence. Ben-Gurion, for example, wrote in a letter to his son in 1937, “The Arabs will have to go, but one needs an opportune moment for making it happen, such as a war.”10
Unlike most of his colleagues in the Zionist leadership, who still hoped that by purchasing a piece of land here and a few houses there they would be able to realize their objective on the ground, Ben-Gurion had long understood that this would never be enough.
He recognized early on that the Jewish state could be won only by force but that it was necessary to bide one’s time until the opportune moment arrived for dealing militarily with the demographic reality on the ground: the
The Zionist movement, led by Ben-Gurion, wasted no time in preparing for the eventuality of taking the land by force if it were not granted through diplomacy.
These preparations included the building of an efficient military organization and the search for more ample financial resources (for which they tapped into the Jewish Diaspora).
In many ways, the creation of an embryonic diplomatic corps was also an integral part of the same general preparations aimed at creating by force a state in Palestine.
The principal paramilitary organization of the Jewish community in Palestine had been established in 1920 primarily to defend the Jewish colonies being implanted among Palestinian villages.
Sympathetic British officers, however, helped transform it into the military force that eventually was able to implement plans for the Zionist military takeover of Palestine and the ethnic cleansing of its native population.
One officer in particular, Orde Wingate, was responsible for this transformation.
It was he who made the Zionist leaders realize more fully that the idea of Jewish statehood had to be closely associated with militarism and an army, not only to protect the growing number of Jewish colonies inside Palestine but also—more crucially—because acts of armed aggression were an effective deterrent against possible resistance by local Palestinians.
Assigned to Palestine in 1936, Wingate also succeeded in attaching Haganah troops to the British forces during the Arab Revolt (1936–39), enabling the Jews to practice the attack tactics he had taught them in rural areas and to learn even more effectively what a “punitive mission” to an Arab village ought to entail.
The Haganah also gained valuable military experience in World War II, when quite a few of its members volunteered for the British war effort.
Others who remained behind in Palestine, meanwhile, continued to monitor and infiltrate the 1,200 or so Palestinian villages that had dotted the countryside for hundreds of years.
THE VILLAGE FILES
Attacking Arab villages and carrying out punitive raids gave Zionists experience, but it was not enough; systematic planning was called for. In 1940, a young bespectacled Hebrew University historian named Ben-Zion Luria, then employed by the educational department of the Jewish Agency, the Zionist governing body in Palestine, made an important suggestion.
He pointed out how useful it would be to have a detailed registry of all Arab villages and proposed that the Jewish National Fund (JNF) conduct such an inventory.
“This would greatly help the redemption of the land,” he wrote to the JNF.11
He could not have chosen a better address: the way his initiative involved the JNF in the prospective ethnic cleansing was to generate added impetus and zeal to the expulsion plans that followed.
Founded in 1901 at the fifth Zionist Congress, the JNF was the Zionists’ principal tool for the colonization of Palestine.
. This was the agency the Zionist movement used to buy Palestinian land on which it then settled Jewish immigrants and that spearheaded the Zionization of Palestine throughout the Mandatory years.
“custodian” on behalf of the Jewish people of the land acquired by the Zionists in Palestine. The JNF maintained this role after Israel’s creation, with other missions being added to this primordial task over time.12
Despite the JNF’s best efforts, its success in land acquisition fell far short of its goals. Available financial resources were limited, Palestinian resistance was fierce, and British policies had become restrictive.
. The result was that by the end of the Mandate in 1948 the Zionist movement had been able to purchase no more than 5.8 percent of the land in Palestine.13
This is why Yossef Weitz, the head of the JNF settlement department and the quintessential Zionist colonialist, waxed lyrical when he heard about Luria’s village files, immediately suggesting that they be turned into a “national project.”14
All involved became fervent supporters of the idea.
Yitzhak Ben-Zvi, a historian and prominent member of the Zionist leadership (later to become Israel’s second president), wrote to Moshe Shertock (Sharett), the head of the political department of the Jewish Agency (and later Israel’s prime minister), that apart from topographically recording the layout of the villages, the project should also include exposing the “Hebraic origins” of each village.
Furthermore, it was important for the Haganah to know which of the villages were relatively new, as some of them had been built “only” during the Egyptian occupation of Palestine in the 1830s.15
But the main endeavor was mapping the villages, and to that end a Hebrew University topographer working in the Mandatory government’s cartography department was recruited to the enterprise.
He suggested preparing focal aerial maps and proudly showed Ben-Gurion two such maps for the villages of Sindyana and Sabarin. (These maps, now in the Israeli State Archives, are all that remains of these villages after 1948.)
The best professional photographers in the country were also invited to join the initiative.
Yitzhak Shefer, from Tel Aviv, and Margot Sadeh, the wife of Yitzhak Sadeh, the chief of the Palmah (the commando units of the Haganah), were recruited as well.
The film laboratory operated in Margot’s house with an irrigation company serving as a front: the lab had to be hidden from the British authorities who could have regarded it as an illegal intelligence effort directed against them.
Though the British were aware of the project, they never succeeded in locating the secret hideout.
In 1947, this whole cartographic department was moved to the Haganah headquarters in Tel Aviv.16
The end result of the combined topographic and Orientalist efforts was a large body of detailed files gradually built up for each of Palestine’s villages.
By the late 1940s, the “archive” was almost complete.
Precise details were recorded about the topographic location of each village, its access roads, quality of land, water springs, main sources of income, its sociopolitical composition, religious affiliations, names of its mukhtars, its relationship with other villages, the age of individual men (16–50), and much more
An important category was an index of “hostility” (toward the Zionist project, that is) as determined by the level of the village’s participation in the 1936–39 Arab Revolt. The
material included lists of everyone involved in the revolt and the families of those who had lost someone in the fight against the British. Particular attention was given to people alleged to have killed Jews.
That this was no mere academic exercise in geography was immediately obvious to the regular members of the Haganah who were entrusted with collecting the data on “reconnaissance” missions into the villages.
One of those who joined a data collection operation in 1940 was Moshe Pasternak, who recalled many years later:
We had to study the basic structure of the Arab village.
This means the structure and how best to attack it.
In the military schools, I had been taught how to attack a modern European city, not a primitive village in the Near East.
We could not compare it [an Arab village] to a Polish, or an Austrian one.
The Arab village, unlike the European ones, was built topographically on hills.
That meant we had to find out how best to approach the village from above or enter it from below.
We had to train our “Arabists” [the Orientalists who operated a network of collaborators] how best to work with informants.17
Indeed, the difficulties of “working with informants” and creating a collaborationist system with the “primitive” people “who like to drink coffee and eat rice with their hands” were noted in many of the village files.
Nonetheless, by 1943, Pasternak remembered, there was a growing sense that finally a proper network of informants was in place.
That same year, the village files were rearranged to become even more systematic.
This was mainly the work of one man, Ezra Danin,18 who was to play a leading role in the ethnic cleansing of Palestine.
In many ways, it was the recruitment of Ezra Danin, who had been taken out of his successful citrus grove business for the purpose, that injected the intelligence work and the organization of the village files with a new level of efficiency
Files in the post-1943 era included for each village detailed descriptions of the husbandry, cultivation, the number of trees in plantations, the quality of each fruit grove (even of individual trees!), the average land holding per family, the number of cars, the names of shop owners, members of workshops, and the names of the artisans and their skills.19
Later, meticulous details were added about each clan and its political affiliation, the social stratification between notables and common peasants, and the names of the civil servants in the Mandatory government.
The antlike labor of the data collection created its own momentum, and around 1945 additional details began to appear such as descriptions of village mosques, the names of their imams (together with such characterizations as “he is an ordinary man”), and even precise accounts of the interiors of the homes of dignitaries.
Not surprisingly, as the end of the Mandate approached, the information became more explicitly military orientated: the number of guards in each village (most had none) and the quantity and quality of arms at the villagers’ disposal (generally antiquated or even nonexistent).20
Danin recruited a German Jew named Yaacov Shimoni, later to become one of Israel’s leading Orientalists, and put him in charge of “special projects” in the villages, in particular supervising the work of the informants.21
(One of these informants, nicknamed the “treasurer” (ha-gizbar) by Danin and Shimoni, proved a fountain of information for the data collectors and supervised the collaborators’ network on their behalf until 1945, when he was exposed and killed by Palestinian militants.22)
Other colleagues working with Danin and Shimoni were Yehoshua Palmon and Tuvia Lishanski, who also took an active part in preparing for the ethnic cleansing of Palestine.
Lishanski had already been busy in the 1940s orchestrating campaigns to forcibly evict tenants living on lands purchased by the JNF from present or absentee landlords.
Not far from the village of Furiedis and the “veteran” Jewish settlement, Zikhron Yaacov, where today a road connects the coastal highway with Marj Ibn Amr (Emeq Izrael) through Wadi Milk, lies a youth village called Shefeya.
It was here that in 1944 special units employed by the village files project received their training, and it was from here that they went out on their reconnaissance missions.
Shefeya looked very much like a spy village in the cold war: Jews walking around speaking Arabic and trying to emulate what they believed were the customs and behavior of rural Palestinians.23
3 Many years later, in 2002, one of the first recruits to this special training base recalled his first reconnaissance mission to the nearby village of Umm al-Zaynat in 1944.
The aim had been to survey the village and bring back details of where the mukhtar lived, where the mosque was located, where the rich villagers lived, who had been active in the 1936–39 revolt, and so on.
These were not dangerous missions, as the infiltrators knew they could exploit the traditional Arab hospitality code and were even guests at the home of the mukhtar himself.
As they failed to collect in one day all the data they were seeking, they asked to be invited back.
For their second visit they had been instructed to make sure to get a good idea of the fertility of the land, whose quality seemed to have highly impressed them: in 1948, Umm al-Zaynat was destroyed and all its inhabitants expelled without any provocation on their part whatsoever.24
The final update of the village files took place in 1947. It focused on creating lists of “wanted” persons in each village.
In 1948, Jewish troops used these lists for the search-andarrest operations they carried out as soon as they had occupied a village.
That is, the men in the village would be lined up and those whose names appeared on the lists would be identified, often by the same person who had informed on them in the first place, but now wearing a cloth sack over his head with two holes cut out for his eyes so as not to be recognized.
The men who were picked out were often shot on the spot.
Among the criteria for inclusion in these lists, besides having participated in actions against the British and the Zionists, were involvement in the Palestinian national movement (which could apply to entire villages) and having close ties to the leader of the movement, the Mufti Haj Amin alHusayni, or being affiliated with his political party.25
Given the Mufti’s dominance of Palestinian politics since the establishment of the Mandate in 1923, and the prominent positions held by members of his party in the Arab Higher Committee that became the embryo government of the Palestinians, this offense too was very common. Other reasons
for being included in the list were such allegations as “known to have traveled to Lebanon” or “arrested by the British authorities for being a member of a national committee in the village.”26
An examination of the 1947 files shows that villages with about 1,500 inhabitants usually had 20–30 such suspects (for instance, around the southern Carmel mountains, south of Haifa, Umm al-Zaynat had 30 such suspects and the nearby village of Damun had 25).27
Yigael Yadin recalled that it was this minute and detailed knowledge of each and every Palestinian village that enabled the Zionist military command in November 1947 to conclude with confidence “that the Palestine Arabs had nobody to organize them properly.”
The only serious problem was the British: “If not for the British, we could have quelled the Arab riot [the opposition to the UN Partition Resolution in 1947] in one month.”28
GEARING UP FOR WAR
As World War II drew to a close, the Zionist movement had obtained a much clearer general sense of how best to go about getting its state off the ground.
By that time, it was clear that the Palestinians did not constitute a real obstacle to Zionist plans. True, they still formed the overwhelming majority in the land, and as such they were a demographic problem, but they were no longer feared as a military threat
A crucial factor was that the British had already completely destroyed the Palestinian leadership and defense capabilities in 1939 when they suppressed the 1936–39 Arab Revolt, allowing the Zionist leadership ample time to set out their next moves.
The Zionist leadership was also aware of the hesitant position that the Arab states as a whole were taking on the Palestine question.
Thus, once the danger of Nazi invasion into Palestine had been removed, the Zionist leaders were keenly aware that the sole obstacle that stood in the way of their seizing the country was the British presence.
As long as Britain had been holding the fort against Nazi Germany, it was impossible, of course, to pressure them.
But with the end of the war, and especially with the postwar Labor government looking for a democratic solution in Palestine (which would have spelled doom for the Zionist project given the 75-percent Arab majority), it was clear that Britain had to go.
Some 100,000 British troops remained in Palestine after the war and, in a country with a population under two million, this definitely served as a deterrent, even after Britain cut back its forces somewhat following the Jewish terrorist attack on it headquarters in the King David Hotel.
It was these considerations that prompted Ben-Gurion to conclude that it was better to settle for less than the 100 percent demanded under the 1942 Biltmore program and that a slightly smaller state would be enough to allow the Zionist movement to fulfill its dreams and ambitions.29
This was the issue that was debated by the movement in the final days of August 1946, when Ben-Gurion assembled the leadership of the Zionist movement at the Royal Monsue hotel in Paris.
Holding back the more extremist members, Ben-Gurion told the gathering that 80 to 90 percent of Mandatory Palestine was plenty for creating a viable state, provided
they were able to ensure Jewish predominance. “We will demand a large chunk of Palestine” he told those present.
A few months later the Jewish Agency translated Ben-Gurion’s “large chunk of Palestine” into a map which it distributed to the parties relevant to deciding the future of Palestine.
Interestingly, the Jewish Agency map, which was larger than the map proposed by the UN in November 1947, turned out to be, almost to the last dot, the map that emerged from the fighting in 1948–49: pre-1967 Israel, that is, Palestine without the West Bank and the Gaza Strip.30
The major topic on the Zionist agenda in 1946, the struggle against the British, resolved itself with Britain’s decision in February 1947 to quit Palestine and to transfer the Palestine question to the UN.
In fact, the British had little choice: after the Holocaust they would never be able to deal with the looming Jewish rebellion as they had with the Arab one in the 1930s.
Moreover, as the Labor party had made up its mind to leave India, Palestine lost much of its attraction.
Fuel shortages during a particularly cold winter in 1947 drove the message home to London that the empire was soon to be a second-rate power, its global influence dwarfed by the two new superpowers (the United States and the Soviet Union) and its postwar economy crippled.
Rather than hold onto remote places such as Palestine, the Labor party saw as its priority the building of a welfare state at home. In the end, Britain pulled out in a hurry, and with no regrets.31
By the end of 1946, even before Britain’s decision, Ben-Gurion had already realized that the British were on their way out and, with his aides, began working on a general strategy that could be implemented against the Palestinian population the moment the British were gone.
This strategy became Plan C, or Gimel in Hebrew. Plan C was a revised version of two earlier plans.
Plan A was also named the “Elimelech Plan,” after Elimelech Avnir, the Haganah commander in Tel Aviv who in 1937, at Ben-Gurion’s request, had set out possible guidelines for the takeover of Palestine in the event of a British withdrawal.
Plan B had been devised in 1946.
Shortly thereafter, the two plans were fused to form Plan C.
Like Plans A and B, Plan C aimed to prepare the Jewish community’s military forces for the offensive campaigns they would be waging against rural and urban Palestine after the departure of the British.
The purpose of such actions would be to “deter” the Palestinian population from attacking Jewish settlements and to retaliate for assaults on Jewish houses, roads, and traffic.
Plan C spelled out clearly what punitive actions of this kind would entail:
Striking at the political leadership.
Striking at inciters and their financial supporters.
Striking at Arabs who acted against Jews.
Striking at senior Arab officers and officials [in the Mandatory system].
Damaging the sources of livelihood and vital economic targets (water wells, mills, etc.).
Attacking villages, neighborhoods, likely to assist in future attacks.
Attacking clubs, coffee houses, meeting places, etc.
Plan C added that the data necessary for the successful performance of these actions could be found in the village files: lists of leaders, activists, “potential human targets,” the precise layout of villages, and so on.32
The plan lacked operational specifics, however, and within a few months, a new plan was drawn up, Plan D (Dalet).
This was the plan that sealed the fate of the Palestinians within the territory the Zionist leaders had set their eyes on for their future Jewish State.
Unlike Plan C, it contained direct references both to the geographical parameters of the future Jewish state (the 78 percent provided for in the 1946 Jewish Agency map) and to the fate of the one million Palestinians living within that space:
These operations can be carried out in the following manner: either by destroying villages (by setting fire to them, by blowing them up, and by planting mines in their rubble), and especially those population centers that are difficult to control permanently; or by mounting combing and control operations according to the following guidelines: encirclement of the villages, conducting a search inside them. In case of resistance, the armed forces must be wiped out and the population expelled outside the borders of the state.33
No village within the planned area of operations was exempted from these orders, either because of its location or because it was expected to put up some resistance.
This was the master plan for the expulsion of all the villages in rural Palestine
Similar instructions were given, in much the same wording, for actions directed at Palestine’s urban centers.
The orders coming through to the units in the field were more specific.
The country was divided into zones according to the number of brigades, whereby the four original brigades of the Haganah were turned into twelve so as to facilitate implementing the plan
Each brigade commander received a list of the villages or neighborhoods in his zone that had to be occupied, destroyed, and their inhabitants expelled, with exact dates
Some commanders were overly zealous in executing their orders, adding other locations as the momentum of their operation carried them forward.
Some of the orders, on the other hand, proved too ambitious and could not be implemented within the expected timetable.
This meant that several villages on the coast that had been scheduled to be occupied in May were destroyed only in July.
And the villages in the Wadi Ara area—a valley connecting the coast near Hadera with Marj Ibn Amr (Emeq Izrael) and Afula (today’s Route 65)—somehow
succeeded in surviving all the Jewish attacks until the end of the war. But they were the exception.
For the most part, the destruction of the villages and urban neighborhoods, and the removal of their inhabitants, took place as planned.
And by the time the direct order had been issued in March, thirty villages were already obliterated.
A few days after Plan D was typed out, it was distributed among the commanders of the dozen brigades that now comprised the Haganah.
With the list each commander received came a detailed description of the villages in his field of operation and their imminent fate— occupation, destruction, and expulsion.
The Israeli documents released from the IDF archives in the late 1990s show clearly that, contrary to claims made by historians such as Benny Morris, Plan Dalet was handed down to the brigade commanders not as vague guidelines, but as clear-cut operative orders for action.34
Unlike the general draft that was sent to the political leaders, the instructions and lists of villages received by the military commanders did not place any restrictions on how the action of destruction or expulsion was to be carried out.
There were no provisions as to how villages could avoid their fate, for example through unconditional surrender, as promised in the general document.
There was another difference between the draft handed to the politicians and the one given to the military commanders: the official draft stated that the plan would not be activated until after the Mandate ended, whereas the officers on the ground were ordered to start executing it within a few days of its adoption.
This dichotomy is typical of the relationship that exists in Israel between the army and politicians until today —the army quite often misinforms the politicians of their real intentions, as Moshe Dayan did in 1956, Ariel Sharon did in 1982, and Shaul Mofaz did in 2000.
What the political version of Plan Dalet and the military directives had in common was the overall purpose of the scheme. In other words, even before the direct orders had reached the field, troops already knew exactly what was expected of them.
The venerable and courageous Israeli fighter for civil rights, Shulamit Aloni, who was an officer at the time, recalls how special political officers would come down and actively incite the troops by demonizing the Palestinians and invoking the Holocaust as the point of reference for the operation ahead, often planned for the day after the indoctrination had taken place.35
THE PARADIGM OF ETHNIC CLEANSING
In my forthcoming book, I want to explore the mechanism of the ethnic cleansing of 1948 as well as the cognitive system that has allowed the world to forget and the perpetrators to deny the crime committed by the Zionist movement against the Palestinian people.
In other words, I want to make the case for a paradigm of ethnic cleansing to replace the paradigm of war as the basis for the scholarly research of, and the public debate about, 1948.
I have no doubt that the absence so far of the paradigm of ethnic cleansing is one reason why the denial of the catastrophe has gone on for so long. It is not that the Zionist
movement, in creating its nation-state, waged a war that “tragically but inevitably” led to the expulsion of “parts of the indigenous population.”
Rather, it is the other way round: the objective was the ethnic cleansing of the country the movement coveted for its new state, and the war was the consequence, the means to carry it out.
On 15 May 1948, the day after the official end of the Mandate and the day the State of Israel was proclaimed, the neighboring Arab states sent a small army—small in comparison to their overall military capability—to try to stop the ethnic cleansing operations that had already been in full swing for over a month.
The war with the regular Arab armies did nothing to prevent the ongoing ethnic cleansing, which continued to its successful completion in the autumn of 1948.
To many, the idea of adopting the paradigm of ethnic cleansing as the a priori basis for the narrative of 1948 may appear no more than an indictment.
And in many ways, it is indeed my own J’Accuse against the politicians who devised the ethnic cleansing and the generals who carried it out.
These men are not obscure.
They are the heroes of the Jewish war of independence, and their names will be quite familiar to most readers.
The list begins with the indisputable leader of the Zionist movement, David Ben-Gurion, in whose private home all the chapters in the ethnic cleansing scheme were discussed and finalized.
He was aided by a small group of people I refer to as the “Consultancy,” an ad-hoc cabal assembled solely for the purpose of planning the dispossession of the Palestinians.36
In one of the rare documents that records the meeting of this body, it is referred to as the Consultant Committee—Haveadah Hamyeazet; in another document the eleven names of the committee appear.37
Though these names were all erased by the censor, it has been possible to reconstruct them.
This caucus prepared the plans for the ethnic cleansing and supervised its execution until the job of uprooting half of Palestine’s native population had been completed.
It included first and foremost the top-ranking officers of the future state’s army, such as the legendary Yigael Yadin and Moshe Dayan.
They were joined by figures little known outside Israel but well grounded in the local ethos, such as Yigal Alon and Yitzhak Sadeh, followed by regional commanders, such as Moshe Kalman, who cleansed the Safad area, and Moshe Carmel, who uprooted most of the Galilee.
Yitzhak Rabin operated both in al-Lyyd and Ramleh, as well as in the Greater Jerusalem area. Shimon Avidan cleansed the south; many years later Rehavam Ze’evi, who fought with him, said admiringly that he “cleansed his front from tens of villages and towns.”38
Also on the southern front was Yitzhak Pundak, who told Ha’Aretz in 2004, “There were two hundred villages [in the front] and they are gone. We had to destroy them, otherwise we would have had Arabs here [namely in the southern part of Palestine] as we have in Galilee. We would have had another million Palestinians.”39
These military men commingled with what nowadays we would call the “Orientalists”: experts on the Arab world at large, and the Palestinians in particular, either because they themselves came from Arab lands or because they were scholars in the field of Middle Eastern studies.
Some of these were intelligence officers on the ground during this crucial period.
Far from being mere collectors of data on the “enemy,” intelligence officers not only
played a major role in preparing for the cleansing, but some also personally took part in some of the worst atrocities that accompanied the systematic dispossession of the Palestinians.
It was they who were given the final authority to decide which villages would be ground to dust and which villagers would be executed.40
In the memories of Palestinian survivors, they were the ones who, after a village or neighborhood had been occupied, decided the fate of its peasants or town dwellers, which could mean imprisonment or freedom or spell the difference between life and death.
Their operations in 1948 were supervised by Issar Harel, who later became the first head of Mossad and the Shin Bet, Israel’s secret services.
I mention their names, but my purpose in doing so is not that I want to see them posthumously brought to trial.
Rather, my aim here and in my book is to humanize the victimizers as well as the victims:
: I want to prevent the crimes Israel committed from being attributed to such elusive factors as “the circumstances,” “the army,” or, as Benny Morris has it, “la guerre comme la guerre,” and similar vague references that let sovereign states off the hook and give individuals a clear conscience.
I accuse, but I am also part of the society that stands condemned.
I feel both responsible for, and part of, the story.
But like others in my own society, I am also convinced that a painful journey into the past is the only way forward if we want to create a better future for us all, Palestinians and Israelis alike.
NOTES
1. The composition of the group that met is the product of a mosaic reconstruction of several documents, as will be demonstrated in my book, The Ethnic Cleansing of Palestine (Oxford: Oneworld Publications, 2006).
The document summarizing the meeting is found in the Israel Defense Force Archives [IDFA], GHQ/Operations branch, 10 March 1948, File no. 922/75/595, and in the Haganah Archives [HA], File no. 73/94.
The description of the meeting is repeated by Israel Galili in the Mapai center meeting, 4 April 1948, found in the HA, File no. 80/50/18. Chapter 4 of my book also documents the messages that went out on 10 March as well as the eleven meetings prior to finalizing of the plan, of which full minutes were recorded only for the January meeting.
2. The historian Meir Pail claims, in From Haganah to the IDF [in Hebrew] (Tel Aviv: Zemora Bitan Modan, n.d.), p. 307, that the orders were sent a week later
For the dispatch of the orders, see also Gershon Rivlin and Elhanan Oren, The War of Independence: Ben-Gurion’s Diary, vol. 1 (Tel Aviv: Ministry of Defense, 1982), p. 147.
The orders dispatched to the Haganah brigades to move to State D—Mazav Dalet—and from the brigades to the battalions can be found in HA, File no. 73/94, 16 April 1948.
3. On Plan Dalet, which was approved in its broad lines several weeks before that meeting, see Uri Ben-Eliezer, The Emergence of Israeli Militarism, 1936–1956 (Tel Aviv: Dvir, 1995), p. 253: “Plan Dalet aimed at cleansing of villages, expulsion of Arabs from mixed towns.”
21. Hillel Cohen, The Shadow Army: Palestinian Collaborators in the Service of Zionism [in Hebrew] (Jerusalem: Hozata Ivrit, 2004).
22. Interview with Palti Sela, HA, File no. 205.9, 10 January 1988.
23. Interview, HA, File no. 194.7, pp. 1–3, 19 December 2002
24. HA, Village Files, File no. 105/255 files from January 1947
25. IDFA, File no. 114/49/5943, orders from 13 April 1948.
26. IDFA, File no. 105.178.
27. HA, Village Files, File no. 105/255, from January 1947.
28. Quoted in Harry Sacher, Israel: The Establishment of a State (London: Wiedenfels and Nicloson, 1952), p. 217.
29. On British policy, see Ilan Pappé, Britain and the Arab-Israeli Conflict, 1948–1951 (London: St. Antony’s/Macmillan Press, 1984)
30. Moshe Sluzki interview with Moshe Sneh in Gershon Rivlin, ed., Olive Leaves and Sword: Documents and Studies of the Haganah [in Hebrew] (Tel Aviv: IDF Publications, 1990), pp. 9– 40
31. See Pappé, Britain.
32. Yehuda Sluzki, The Haganah Book, vol. 3, part 3 [in Hebrew] (Tel Aviv: IDF Publications, 1964), p. 1942.
33. The English translation is in Walid Khalidi, “Plan Dalet: Master Plan for the Conquest of Palestine,” Journal of Palestine Studies 38, no. 1 (Autumn 1988), pp. 4–20.
34. See discussion of State D (Mazav Dalet)—that is, the transition from Plan D to its actual implementation—in chapter 5 of Pappé, Ethnic Cleansing.
35. The plan distributed to the soldiers and the first direct commands are in IDFA, File no. 1950/2315 File 47, 11 May 1948.
36. The most important meetings are described in chapter 3 of Pappé, Ethnic Cleansing
37. “From Ben-Gurion to Galili and the Members of the Committee,” BGA, Correspondence Section, 1.01.1948–07.01.48, documents 79–81. The document also provides a list of forty Palestinians leaders that are target for assassination by the Haganah forces.
38. Yedi’ot Aharonot, 2 February 1992.
39. Ha’Aretz, 21 May 2004.
40. For details, see Pappé, Ethnic Cleansing. The authority to destroy can be found in the orders sent on 10 March to the troops and specific orders authorizing executions are in IDFA, File no. 5943/49 doc. 114, 13 April 1948.
REACTIE ASTRID ESSED OP JEROEN HUIJSINGA/QUORA FORUM/ISRAEL, HET AAN DE PALESTIJNSE BEVOLKING
ONTSTOLEN LAND
ZIE OOK
REACTIE OP JEROEN HUIJSINGA OP QUORA
[Jeroen Hujisinga is woonachtig te Tel Aviv/Israel]
SAMENVATTEND REACTIE ASTRID ESSED
OVER DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN DE STAAT ISRAEL:
””HET IS ALSOF ER NA 2000 JAAR BATAV IEREN NAAR NEDERLAND
KOMEN EN EISEN, DAT NEDERLAND WORDT OPGEDEELD EN DAT
ER EEN BATAAFSE STAAT WORDT GESTICHT OP NEDERLANDS
GRONDGEBIED!”
Lees Verder:
Eerst de Opmerkingen van Jeroen Huijsinga, daaronder de reactie
van Astrid Essed
”
Kan iemand mij uitleggen wat de grondslag is van het bestaan van een Israëlische staat? Ik probeer zoveel mogelijk te onderzoeken wat hier nu aan de hand is maar ik kan niet echt een rechtmatige grondslag vinden hiervoor.
Oei! Wat een probleem! Ik neem aan dat U thuis ook een ingelijste kopie van de ‘rechtmatige grondslag’ van alle andere ongeveer tweehonderd landen van de wereld boven het dressoir heeft hangen. Maar waar -potverdorie- is nou die van Israël? Nou als U ‘em niet kan vinden, dan zal er wel iets niet in de haak zijn, nietwaar? Een illegaal land! Nee maar! Bel de politie!
De Israëlische staat is uitgeroepen in Tel Aviv op 14 mei 1948 nadat de Verenigde Naties in november 1947 het verdelingsplan, waarbij werd voorgesteld hoe het Britse mandaatgebied ‘Palestina’ zou kunnen worden verdeeld in een Joods en een Arabisch territorium, middels een stemming hadden goedgekeurd. De Britten hadden bekend gemaakt het mandaat terug te geven aan de Verenigde Naties en in mei 1948 te vertrekken. Het Joods Agentschap, dat de Joodse gemeenschap in het Engelse mandaatgebied Palestina vertegenwoordigde had het plan aangenomen maar de Arabische gemeenschap had het afgewezen. Aan de bevolking werd niets gevraagd, aan beide zijden niet. Ondertussen woedde er een halve burgeroorlog waar de Britten steeds meer klem kwamen te zitten tussen de twee partijen. Onmiddellijk op het Britse vertrek volgde het feitelijke uitroepen van de staat Israël door het hoofd van het Joods Agentschap, David Ben Gurion. De staat Israël werd daardoor de legale opvolger van het mandaatgebied Palestina. Er was tenslotte geen Arabische staat om die status mee te delen of te onderhandelen over een verdeling. In plaats daarvan ging de tegenpartij (in de vorm van vijf buurlanden, inclusief Irak) de volgende dag tot de aanval over. Zo begon de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog.
Na de formele stichting erkende het ene na het andere land de nieuwe Joodse staat en een jaar later werd Israël toegelaten tot de Verenigde Naties. Omdat de Arabieren tegen een Joodse staat waren, en noch het bestuur van het gebied wilde delen, noch het gebied zelf wilde vérdelen in verschillende territoria, kwam er geen Arabische staat. Ze blokkeerden hun eigen staat omdat ze het héle gebied voor zichzelf wilden. En dat is nog steeds zo. Ze zijn niet alleen tegen een Joodse staat, ze zijn tegen elke Joodse aanwezigheid in het gebied. Elke Jood is er één teveel. Waar kennen we dat van?
NB: er bestaat geen officiële internationale legale orde voor de ‘wettigheid’ van staten, wel een onofficiële. Daarin staan vuistregels voor soevereiniteit die een soort lakmoesproef zijn voor ‘statendom’: Er moet een gevestigde gemeenschap bestaan die binnen een bepaald afgegrensd territorium leeft en die streeft naar soevereiniteit. Er moet een vorm van georganiseerd gezag bestaan -maar dat kan dus ook een dictator zijn- en dat gezag moet internationale betrekkingen kunnen onderhouden. Een constitutie of een ander soort wettelijk document is niet vereist. Vlaggen, volksliederen en heilige boeken zijn er ook slechts voor de folklore maar mensen hechten er vaak veel waarde aan.
Wat wel belangrijk is, is in hoeverre een staat door de internationale gemeenschap van andere staten wordt erkend en daar gebruiken ze die vuistregels voor. Voor Israël is dat vrijwel alle staten ter wereld minus een handvol Islamitische staten, waaronder staten die het land in 1948 en daarna aanvielen, zoals Libanon, Syrië en Saudie-Arabië. Er zijn zat landen die door heel weinig landen worden erkend zoals Noord-Cyprus en Zuid-Ossetië. Ook Taiwan wordt maar door enkele landen erkend. Die landen voldoen best aan de criteria maar er liggen politieke obstakels in de weg die erkenning in weg staan.
Een Joodse Staat, gesticht in Palestina, over de ruggen van
de autochtone bevolking heen
DAT is het huidige Israel!
”HET IS ALSOF ER NA 2000 JAAR BATAV IEREN NAAR NEDERLAND
KOMEN EN EISEN, DAT NEDERLAND WORDT OPGEDEELD EN DAT
ER EEN BATAAFSE STAAT WORDT GESTICHT OP NEDERLANDS
GRONDGEBIED!
Het IS in zekere zin [helaas toegelaten tot de VN] een Illegaal Land.
Waarom?
Omdat de originele autochtone bevolking, de Palestijnen, zijn verdreven,
gekoloniseerd, hun land afgepakt!
In het Begin [begin twintigste Eeuw] was het huidige Israel, Palestina genaamd.
De originele naam door de Eeuwen heen.
Palestina was een kolonie/bezit van het Ottomaanse Rijk.
Door de opkomst van de zionistishe Beweging [de beweging, die ijverde
voor de vestiging van Joden in Palestina, uitmondend in een Joodse Staat
in Palestina, een beweging, opgericht door de Joodse journalist Theodor Herzl en voortkomende uit de EUROPESE Jodenvervolgingen], werd Palestina,
ergo de oorspronkelijke bewoners, de Palestijnen, een speelbal in
de internationale politiek.
Want de zionistische Beweging groeide en op instigatie van Baron Rotchild, voorzitter van de zionistische beweging in Engeland, kwam de Balfour Declaration tot stand, een belofte van de Britse regering, zich in te zetten
En om een lang Verhaal kort te maken, na de WO II werd via VN AV Resolutie 181 uiteindelijk Palestina verdeeld in een Joods en Arabisch-Palestijns deel
IN DE MAAND JANUARI DOODGESCHOTEN DOOR ISRAELISCHE MILITAIREN [1]
IN MEMORIAM DE TWEE PALESTIJNSE KINDEREN EN HUN VADER, DIE ZIJN OMGEKOMEN BIJ EEN ISRAELISCHE LUCHTAANVAL, WIER BEGRAFENIS IS AFGEBEELD OP DE WINNENDE WORLD PRESS PHOTO
IN MEMORIAM ALLE SLACHTOFFERS VAN DE ISRAELISCHE BEZETTING HOE LANG NOG?
’’The strength of the pictures lies in the way it contrasts the anger and sorrow of the adults with the innocence of the children. It’s a picture I will not forget’’ [2]
Met deze woorden karakteriseerde jurylid Mayu Mohanna uit Peru op treffende wijze de winnende World Press Photo [3] van de Zweedse fotograaf Paul Hansen voor zijn foto ’’Gaza Burial’’, die een begrafenisstoet van een menigte mannen in Gaza liet zien. Zij brachten twee overleden kinderen en hun vader naar de Moskee, nadat zij waren omgekomen bij een Israelische luchtaanval.
In deze tijd van vluchtige nieuwsinformatie, waar het ene onrecht [4] snel weer plaatsmaakt voor het andere [5] en het bloedige Israelische Gaza offensief van november 2012 [6] alweer vergeten lijkt, is deze prijswinning van deze tegelijkertijd huiveringwekkende en indrukwekkende Gaza Burial foto van groot belang, omdat zo de aandacht weer wordt gevestigd op deze schokkende oorlogsmisdaden, die zich voortdurend herhalen [7] tegen de achtergrond van de reeds 46 jaar durende Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden. Van belang dus, wat dieper op die bezetting in te gaan. Maar daarvoor korte aandacht voor de historische oorzaak van her Midden Oostenconflict
VOORGESCHIEDENIS De Palestijnse tragedie/Achtergronden
Hoewel de Israelische bezetting de oorzaak is van het hedendaagse Midden Oostenconflict, gaat de Palestijnse tragedie veel verder terug, namelijk tot aan het eind van de 19 de eeuw, toen, onder invloed van de hevige Jodenvervolgingen, met name in Oost-Europa, maar ook de kwestie Dreyfuss [8], door de Oostenrijkse journalist T Herzl de zionistische beweging werd gesticht, met als doel het stichten van een Joodse Staat in Palestina, toenmalige kolonie van het Ottomaanse Rijk. Dit streven kreeg de eerste voet aan de grond door middel van de Balfour Declaratie in 1917, waarbij de toenmalige Britse minister van Buitenlandse Zaken in een brief aan Lord Rotschild, voorzitter van de Britse Zionistische Federatie toezegde zich in te zetten voor de stichting van een ’’Joods Nationaal Tehuis’’ in Palestina [9]. Toen na de Eerste Wereldoorlog de vroegere kolonieen van verliezer het Turkse Rijk [10] werden opgedeeld tussen de koloniale machten Groot-Brittannie en Frankrijk, werd Palestina Brits mandaatgebied in 1922. Dit was de tijd, waarin zich in de kolonieen steeds actiever nationalistische onafhankelijkheidsbewegingen gingen ontwikkelen, zo ook in Palestina, waar men door te ijveren voor onafhankelijkheid uiteraard haaks kwam te staan, niet alleen tegenover het Britse kolonialisme, maar ook met tegenover het zionistische streven, een ’’Staat’’ te stichten in Palestina, wat immers een flagrante schending was van het zelfbeschikkingsrecht van het Palestijnse volk.
Dit leidde in de dertiger jaren tot een grote botsing met het Brits koloniale gezag en de zionistische beweging en resulteerde in de Arabische Opstand [11], die hard door de Britten werd neergeslagen.
Na de Tweede Wereldoorlog
Maar de zaak escaleerde pas echt na de Tweede Wereldoorlog, toen middels VN Resolutie 181 [1947] over de ruggen van het Palestijnse volk, Palestina werd verdeeld in een Joods en Arabisch deel Jeruzalem zou een internationale status krijgen. Een puur neo kolonialistische beslissing, die ook grotendeels werd genomen door de toenmalige koloniale mogendheden [de kolonieen waren nog niet onafhankelijk en dus geen lid van de VN] en van hen afhankelijke landen. Het was dan ook geen wonder, dat de Palestijnen daarmee niet akkoord gingen.
In mei 1948 riep de zionistische leider David Ben Goerion eenzijdig de Staat Israel uit [VN resolutie 181 voorzag in een Federatie waarin een Joods en Arabisch deel zou bestaan], waarna een militair treffen plaatsvond tussen de Israelisch-zionistische geregelde [Haganah] troepen en de extreem rechtse terreurbendes Irgoen en Stern enerzijds en de door enkele[slecht bewapende] Arabische landen gesteunde Palestijnen anderszijds.
De oorlog liep voor de Palestijnen uit op een ramp en werd dan ook Al Nakba [ramp] genoemd Meer dan 750 000 Palestijnen werden door Israelisch-zionistische troepen en terreurbenden van huis en haar verdreven, er werden massaslachtingen aangericht zoals in het dorp Deir Yassin [12] en meer dan 400 Arabische dorpen werden verwoest [13]. Ook werd een deel van het aan de Arabieren toegewezen gebied [bij VN Resolutie 181] door de Israelische troepen bezet, waardoor in feite de bezetting al in 1948 begon.
TERUG NAAR HET ’’HEDEN’’ DE ISRAELISCHE BEZETTING
Het woord heden heb ik tussen aanhalingstekens gezet, omdat de Israelische bezetting in 1967 is begonnen. Aan de andere kant duurt deze tot de dag van vandaag voort, met alle vernietigende gevolgen van dien.
Sinds 1967 is er sprake van de Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden op de Westelijke Jordaanoever, Gaza [14] en Oost-Jeruzalem ondanks Vn Veiligheidsraadsresolutie 242, die Israel in 1947 opriep, zich terug te trekken uit de in de juni oorlog veroverde gebieden, waaronder de bovengenoemde Palestijnse. Een Resolutie, waaraan Israel tot op de dag van heden [16 februari 2013] geen gehoor gegeven heeft. Het ziet er ook bepaald niet naar uit, dat dit binnenkort wel zal gebeuren.
Nog los van de onrechtmatigheid van deze bezetting is inherent aan iedere bezetting waar ook ter wereld, onderdrukking, vernederingen en mensenrechtenschendingen. En tegen iedere bezetting komt verzet, in het geval van de Palestijnen in legitiem [gericht tegen het Israelische leger] en niet legitiem [gericht tegen Israelische burgers en burgerdoelen]. Ik ben tegenstander van niet legitiem verzet, maar moet bekennen, dat de Palestijnen steeds meer in een hopeloze situatie worden gedreven. Israel heeft volledig zelf de sleutel in handen om aan die bezetting een einde te maken, maar doet dat niet integendeel.
ISRAELISCHE BEZETTING DUISTER BIJPRODUCT VAN DE BEZETTING/DE NEDERZETTINGEN
Vanaf het einde van de zestiger jaren werden in de bezette Palestijnse gebieden Israelisch-Joodse nederzettingen gesticht. Niet alleen zijn zij in strijd met het Internationaal Recht [15] [artikel 49, 4e Conventie van Geneve en het Haags Verdrag van 1907], bovendien zijn zij tot stand gekomen door massale Palestijnse landonteigeningen, waardoor honderdduizenden Palestijnen nog eens van huis en haard zijn verdreven [16]. Deze nederzettingen zijn ook nogeens veroordeeld in twee VN Veiligheidsraadsresoluties, 446 en 452 en opgeroepen de bouw van nederzettingen in bezet Palestijns gebied te stoppen [17].
NEDERZETTINGENBOUW 2012/2013
Brutaalweg bouwt Israel tot op heden vrolijk door aan de nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem [waar Palestijnen uit hun huizen worden verdreven].
Deze onverminderde nederzettingenbouw is in het jaarraport van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in niet mis te verstand termen veroordeeld [18]. Veel minder verwacht is de terechtwijzing door minister van Buitenlandse Zaken Timmermans van het doorgaans zo pro Israel gezinde Nederland [19]. Daarvan trekt Israel zich niets aan. Het heeft zelfs de guts, door te gaan met de nederzettingenuitbreiding als ’’strafmaatregel’’ [20] tegen het feit, dat Palestina te langen leste de status als waarnemend niet lidstaat van de VN heeft verkregen [21]. Daarop heeft de EU voor haar doen schijnbaar pittig gereageerd door de Israelische ambassadeur op het matje te roepen [22], wat ook Groot Brittannie en Frankrijk gedaan hebben [23].
Hoewel het niet vaak voorkomt, dat de EU/EU landen dergelijke ’’schijnbaar pittige’’ signalen aan Israel afgeven [het woord ’’schijnbaar’’ zegt het al], moet men zich daarvan niet teveel voorstellen. Ten eerste heeft het voor Israel geen enkel daadwerkelijk gevolg gehad. Ten tweede heeft diezelfde EU in october 2012, toen de Israelische nederzettingenbouw op de Westelijke Jordaanoever in volle gang was, een handelsdeal met Israel gesloten [24].
ISRAELISCHE BEZETTING DE ISRAELISCHE MUUR/IN STRIJD MET HET INTERNATIONAAL RECHT
Israel bouwt sinds 2002 een Muur, die grotendeels door de bezette Palestijnse gebieden loopt en op 9 juli 2004 door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag is veroordeeld als illegaal. Omdat het door bezet Palestijns gebied loopt [25]. Ondanks die veroordeling heeft Israel sindsdien gewoon door gebouwd.
Behalve de de facto annexatie van bezet gebied door Israel heeft het ernstige gevolgen voor het dagelijks leven van de Palestijnse bevolking. Hun bewegingsvrijheid word belemmerd en omdat hun velden vaak in het ’’geannexreerde’’ deel liggen, is oogsten moeilijk evenals het verkopen van producten. Dit gaat om duizenden mensen [26]. Vaak wordt ook de toegang tot onderwijs en medische voorzieningen belemmerd. In sommige gevallen is zelfs een hele stad omsloten door de Muur, zoals bij de stad Qalqilya het geval is. Gevolg is, dat de bewoners alleen via twee controleposten in Oostelijke richting hun stad kunnen verlaten [27].
ISRAELISCHE BEZETTING BLOKKADE GAZA/MISDAAD TEGEN DE MENSELIJKHEID
Een van de meest verachtelijke zaken in een oorlog/conflict is wel het collectief straffen van de burgerbevolking, wat dan ook nadrukkelijk is verboden volgens het Internationaal Recht [28]. Dat collectief straffen kan allerlei vormen aannemen zoals intimidatie en huisvernietigingen [29]. Het meest verachtelijke en misdadige is echter het geheel of gedeeltelijk uithongeren van de burgerbevolking, zoals dat in Gaza door de Gaza Blokkade [30] gebeurt. Het uithongeren van de burgerbevolking ’’as a method of warfare’’ is verboden [31], dat zal iedereen duidelijk zijn. Maar los van dat verbod is het laf, misdadig en minderwaardig. Niet voor niets is de nu reeds vanaf 2006 durende Blokkade van Gaza door VN rapporteur Falk een ’’misdaad tegen de menselijkheid’’ genoemd [32]. Daarbij wordt nu eens wel, dan weer niet, de grens van Gaza door het Israelische leger afgesloten, waardoor allerlei noodzakelijke goederen en levensbehoeften [medicijnen brandstof, voedselproducten] niet door kunnen gaan. Ik heb mij ook in die zin al uitgelaten, voordat ik zijn reactie gezien had [33]. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch roepen geregeld op tot beeindiging van de Gaza Blokkade [34].
Er zitten duizenden Palestijnse gevangenen gedetineerd in Israel, meestal in adminstratieve detentie [35] [zonder vorm van aanklacht en proces] wat verboden is en vaak onder zeer slechte omstandigheden. Voorbeelden zijn slechte hygiënische omstandigheden, slecht voedsel, intimidatie en langdurige eenzame opsluiting [36]. Nog ernstiger is foltering, vaak tijdens verhoren [37]. Ook kinderen zijn vaak slachtoffer van een slechte behandeling en detentieomstandigheden, wat gezien hun jonge en kwetsbare leeftijd nog ernstiger is [38].
Vanzelfsprekend zijn er dan ook geregeld hongerstakingen tegen deze inhumane omstandigheden. Op dit moment vraagt Amnesty International aandacht voor Samer Issawi, 34 jaar, DIE ERNSTIG ZIEK IS EN VOOR WIENS LEVEN GEVREESD MOET WORDEN [39]. De reden voor zijn hongerstaking is zijn protest tegen de weigering van de Israelische militaire Commissie hem en zijn advocaat inzicht te geven in de redenen, waarom hij gevangen zit [40].
ISRAELISCHE BEZETTING/DE ISRAELISCHE VUILE OORLOGEN TEGEN DE PALESTIJNSE BURGERBEVOLKING
’’Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be the object of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives.’’
Terug bij het begin van dit artikel. De dood van twee Palestijnse kinderen en hun vader bij een Israelische luchtaanval op Gaza: Dit is bij Israelische militaire aanvallen eerder regel dan uitzondering!
Een van de grondregels in het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht is, naast humane behandeling van [krijgs] gevangenen, de bescherming van de burgerbevolking. Militaire aanvallen mogen alleen gericht zijn tegen combatanten [militairen en strijders] en een strict onderescheid tussen combatanten en non combatanten [burgers] moet gemaakt worden, zowel in aanval als in wapenkeuze. Ik kan wel stellen, na bestudering van een reeks Israelische militaire aanvallen, die zich vooral op Gaza richtten, dat Israel zich zelden of nooit aan die regels gehouden heeft. Het regent bij Israelische militaire campagnes van de willekeurige militaire aanvallen en bij de beruchte Israelische liquidaties van Palestijnse leiders en activisten [die for the record ook verboden zijn als buitengerechtelijke executies] worden meestal ook niets vermoedende voorbijgangers of bewoners getroffen, aangezien die aanvallen vaak plaatsvinden in drukke straten, op vluchtelingenkampen en flatgebouwen [41].
Bij Operation Cast Lead van 2008-2009 werden in drie weken tijd 1389 mensen gedood waaronder 350 kinderen, er raakten meer dan 5300 mensen gewond waaronder 350 ernstig [42].
Bij Operatie Pillars of Defense [of Pillars of Cloud] van 14 november tot 21 november 2012 [43] vielen in de week van strijd meer dan 100 doden aan Palestijnse kant, waaronder ruim 30 kinderen [44]. Aan Israelische zijde vielen drie burgerslachtoffers ten gevolge van Palestijnse raketaanvallen en enkele tientallen gewonden [45].
Na deze zeer bloedige week werd er een wapensstilstand gesloten tussen Israel en Hamas [46], die tot nu toe althans wat betreft de directe militaire confrontatie in Gaza [vertaal: Israelische militaire aanvallen[ stand lijkt te houden. Maar dit is niet aan Israel, maar aan de zelfbeheersing van Hamas [47] te danken Israel namelijk schond reeds de volgende dag de wapenstilstand door een Palestijn neer te schieten, die de bufferzone rondom de Gaza strook bij de stad Khan Younis naderde 8 Palestijnse tieners raakten gewond [48].
PALESTIJNSE RAKETAANVALLEN OP ISRAELISCHE STEDEN
’’Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be the object of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives.’’
Dit artikel is gestart met het onrecht van de israelische bezetting van de Palestijnse gebieden, die de bron is van het hedendaagse Midden Oostenconflict. De oplossing is dan ook gelegen in de het ongedaan maken van die bezetting door Israel Israel, de bezettende macht, is verantwoordelijk voor de onderdrukking, vernederingen en ongestrafte oorlogsmisdaden waaronder het Palestijnse volk al decennialang lijdt.
Dat wil echter niet zeggen, dat er geen onrecht/ mensenrechtenschendingen aan Palestijnse kant plaatsvinden. Dezelfde bescherming, die Palestijnse burgers dienen te krijgen tegen Israelische militaire aanvallen, geldt ook voor Israelische burgers tegen Palestijnse [raket] aanvallen op Israelische burgerdoelen.
Hoe begrijpelijk misschien ook, door de assymetrie van het conflict, de overweldigende militaire macht van bezettingsstaat Israël en de misdadige VS/EU steun aan deze bezettingsstaat, ook de Palestijnse strijd dient uitsluitend gericht te worden tegen het leger van de bezettende macht. Aanvallen op Israelische steden en burgers zijn niet acceptabel. Want ieder mensenleven telt, Israelisch of Palestijns [49].
EPILOOG
Naar aanleiding van de afschuwelijke en toch indrukwekkende foto van twee dode Palestijnse kinderen en hun vader heb ik laten zien, dat deze Israelische luchtaanval, die hen gedood heeft, niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van de reeks vuile oorlogen, die Israel heeft gevoerd tegen het Palestijnse volk, te beginnen bij de Nakba oorlog van 1948, toen meer dan 750 000 Palestijnse burgers uit hun eigen land en van huis en haard werden verdreven [50]. Die vuile oorlogen minus de Nakba oorlog zijn weer het regelrechte gevolg van de 46 jaar durende Israelische bezetting en onderdrukking van het Palestijnse volk.
Er wordt vaak gesproken over ’’vrede in het Midden Oosten’’’, maar er is maar een sleutel daartoe en die sleutel ligt bij Israel, de bezettende macht.
Israel dient, comform de gerechtigheid en het Internationaal recht, zich terug te trekken uit alle in de juni oorlog [1967] veroverde gebieden, dus naast de Palestijnse OOK de Syrische Golan Hoogte. Het hoort ALLE in bezet gebied gebouwde nederzettingen te ontmantelen, de illegale Muur af te breken, het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen [50] te erkennen en alle verantwoordelijken voor de gepleegde oorlogsmisdaden te berechten.
Iemand vroeg mij een keer, waarom ik zo vaak zeg ’’Israel moet’’. Wel, heel simpel, omdat dat ook zo is. Met als onzalige erfenis het zionisme heeft Israel vanaf 1948 de Schurkenrol in het Midden Oosten gespeeld. met steun van de VS en ook de EU, die wel Israel veroordeelt maar niet eens bereid is, zelfs maar culturele sancties tegen deze bezettingsstaat in te stellen. De VS en de EU zijn dus meer dan medeplichtig aan alle door israel gepleegde oorlogsmisdaden.
Zolang Israel volhardt en zijn bezettingsrol blijft spelen en de Westelijke Jordaanoever volbouwt met nederzettingen, zal het van Kwaad tot Erger worden en de eens gehoopte Palestijnse Staat de vorm van aan Israel onderhorige Bantoestans krijgen en de Palestijnen tot slaven maken.
Dan rest het Palestijnse volk niets anders, dan de wapens op te nemen tegen het Israelische leger in een daadwerkelijke bevrijdingsstrijd. Om te zorgen voor een Palestijnse Lente zonder onderdrukker
Want het is zoals Malcolm X gezegd heeft: ’’‘We declare our right on this earth….to be a human being, to be respected as a human being, to be given the rights of a human being in this society, on this earth, in this day, which we intend to bring into existence by any means necessary
[10] Het Turkse Rijk was bondgenoot van Keizerrijk Duitsland en de Oostenrijks-Hongaarse monarchie geweest tegen de Geallieerde overwinnaars Groot Brittannie en Frankrijk Italie [later kwamen de VS in de strijd].
[11] LET OP: De in onderstaande link als ’’Joden’’ gekwalificeerde termen zijn tendentieus. Bezwaar gold niet het feit dat ’’de Joden’’ [van wie een kleine gemmenschap reeds voor het zionisme in Palestina in vrede leefden met de Arabieren] kwamen, maar het zionistische streven, in het land van de Arabische Palestijnen een Staat te stichten.
[12] The Deir Yassin Massacre of Palestinians by Jewish soldiers
“For the entire day of April 9, 1948, Irgun and LEHI soldiers carried out the slaughter in a cold and premeditated fashion…The attackers ‘lined men, women and children up against the walls and shot them,’…The ruthlessness of the attack on Deir Yassin shocked Jewish and world opinion alike, drove fear and panic into the Arab population, and led to the flight of unarmed civilians from their homes all over the country.” Israeli author, Simha Flapan, “The Birth of Israel.”’’
[14] Ondanks de Israelische militaire terugtrekking uit Gaza in 2005 is Israel volgens de 4e Conventie van Geneve nog steeds een bezettende macht, omdat het het luchtruim en de grenzen controleert.
Zie VRAAG EN ANTWOORD/ISRAELS TERUGTREKKINGSPLAN UIT DE GAZASTROOK 12. Is Israël nog steeds een bezettende macht na de terugtrekking uit de Gazastrook en is het nog gebonden aan de Vierde Conventie van Genève? http://www.politics.be/ duiding/596/#12
[15] BTSELEM Land Expropriation and Settlements in the International Law Published: 1 Jan 2013 The establishment of settlements in the West Bank violates international humanitarian law which establishes principles that apply during war and occupation. Moreover, the settlements lead to the infringement of international human rights law.
The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49). The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.’’ http://www.btselem.org/ settlements/international_law
[18] CONTINUERING NEDERZETTINGENBOUW ’’Meanwhile, Israel’s provision of preferential services and planning – such as the approval of thousands of new settlement housing units and the retroactive “authorization” of settlement outposts – encouraged and facilitated civilian settlement in occupied territory in violation of the Geneva Conventions.’’
[26] ’’Thousands of Palestinians have difficulty going to their fields and marketing their produce in other areas of the West Bank. The areas west of the Barrier are one of the most fertile areas in the West Bank, and the agriculture there generates, according to the World Bank, 8 percent of Palestinian agricultural production. The harm to the farming sector prevents Palestinian farmers from gaining additional income and prevents an increase in the number of Palestinians working in agriculture, which is a major sector of the Palestinian economy.’’
[27] PALESTINA-ISRAEL INFO VOOR JONGEREN BEZETTING DE MUUR ’’Op dit kaartje is goed te zien, hoe de Palestijnse stad Qalqilya vrijwel geheel is omsloten door het Israelische Veiligheidshek (de apartheidsmuur). Alleen via twee controleposten in oostelijke richting kunnen de bewoners hun stad (en de directe omgeving) verlaten’’ http://www.palestina-israel. info/demuur.html
[28] VERBOD OP COLLECTIEVE STRAF ’’Art. 33. No protected person may be punished for an offence he or she has not personally committed. Collective penalties and likewise all measures of intimidation or of terrorism are prohibited. Pillage is prohibited. Reprisals against protected persons and their property are prohibited.’’
[31] ’’. Starvation of civilians as a method of warfare is prohibited. ’’ ARTIKEL 54, PROTOCOL ADDITIONAL TO THE GENEVA CONVENTIONS OF AUGUST 1949, AND RELATING TO THE PROTECTION OF VICTIMS OF INTERNATIONAL ARMED CONFLICTS (PROTOCOL l) http://www.unhcr.org/refworld/ docid/3ae6b36b4.html
’’Israel should end its punitive closure of Gaza, which Israeli leaders have said was partly to pressure Hamas to release captured Israeli soldier Gilad Shalit, but which extends far beyond denying military shipments to Hamas.’’
Reacties uitgeschakeld voor Artikel Astrid Essed in Civis Mundi/”Zweedse fotograaf wint World Press Photo 2012/Misdaden Israelische Politiek in beeld gebracht”
REACTIE ASTRID ESSED OP JEROEN HUIJSINGA/QUORA FORUM/ISRAEL, HET AAN DE PALESTIJNSE BEVOLKING
ONTSTOLEN LAND
REACTIE OP JEROEN HUIJSINGA OP QUORA
[Jeroen Hujisinga is woonachtig te Tel Aviv/Israel]
SAMENVATTEND REACTIE ASTRID ESSED
OVER DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN DE STAAT ISRAEL:
””HET IS ALSOF ER NA 2000 JAAR BATAV IEREN NAAR NEDERLAND
KOMEN EN EISEN, DAT NEDERLAND WORDT OPGEDEELD EN DAT
ER EEN BATAAFSE STAAT WORDT GESTICHT OP NEDERLANDS
GRONDGEBIED!”
Lees Verder:
Eerst de Opmerkingen van Jeroen Huijsinga, daaronder de reactie
van Astrid Essed
”
Kan iemand mij uitleggen wat de grondslag is van het bestaan van een Israëlische staat? Ik probeer zoveel mogelijk te onderzoeken wat hier nu aan de hand is maar ik kan niet echt een rechtmatige grondslag vinden hiervoor.
Oei! Wat een probleem! Ik neem aan dat U thuis ook een ingelijste kopie van de ‘rechtmatige grondslag’ van alle andere ongeveer tweehonderd landen van de wereld boven het dressoir heeft hangen. Maar waar -potverdorie- is nou die van Israël? Nou als U ‘em niet kan vinden, dan zal er wel iets niet in de haak zijn, nietwaar? Een illegaal land! Nee maar! Bel de politie!
De Israëlische staat is uitgeroepen in Tel Aviv op 14 mei 1948 nadat de Verenigde Naties in november 1947 het verdelingsplan, waarbij werd voorgesteld hoe het Britse mandaatgebied ‘Palestina’ zou kunnen worden verdeeld in een Joods en een Arabisch territorium, middels een stemming hadden goedgekeurd. De Britten hadden bekend gemaakt het mandaat terug te geven aan de Verenigde Naties en in mei 1948 te vertrekken. Het Joods Agentschap, dat de Joodse gemeenschap in het Engelse mandaatgebied Palestina vertegenwoordigde had het plan aangenomen maar de Arabische gemeenschap had het afgewezen. Aan de bevolking werd niets gevraagd, aan beide zijden niet. Ondertussen woedde er een halve burgeroorlog waar de Britten steeds meer klem kwamen te zitten tussen de twee partijen. Onmiddellijk op het Britse vertrek volgde het feitelijke uitroepen van de staat Israël door het hoofd van het Joods Agentschap, David Ben Gurion. De staat Israël werd daardoor de legale opvolger van het mandaatgebied Palestina. Er was tenslotte geen Arabische staat om die status mee te delen of te onderhandelen over een verdeling. In plaats daarvan ging de tegenpartij (in de vorm van vijf buurlanden, inclusief Irak) de volgende dag tot de aanval over. Zo begon de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog.
Na de formele stichting erkende het ene na het andere land de nieuwe Joodse staat en een jaar later werd Israël toegelaten tot de Verenigde Naties. Omdat de Arabieren tegen een Joodse staat waren, en noch het bestuur van het gebied wilde delen, noch het gebied zelf wilde vérdelen in verschillende territoria, kwam er geen Arabische staat. Ze blokkeerden hun eigen staat omdat ze het héle gebied voor zichzelf wilden. En dat is nog steeds zo. Ze zijn niet alleen tegen een Joodse staat, ze zijn tegen elke Joodse aanwezigheid in het gebied. Elke Jood is er één teveel. Waar kennen we dat van?
NB: er bestaat geen officiële internationale legale orde voor de ‘wettigheid’ van staten, wel een onofficiële. Daarin staan vuistregels voor soevereiniteit die een soort lakmoesproef zijn voor ‘statendom’: Er moet een gevestigde gemeenschap bestaan die binnen een bepaald afgegrensd territorium leeft en die streeft naar soevereiniteit. Er moet een vorm van georganiseerd gezag bestaan -maar dat kan dus ook een dictator zijn- en dat gezag moet internationale betrekkingen kunnen onderhouden. Een constitutie of een ander soort wettelijk document is niet vereist. Vlaggen, volksliederen en heilige boeken zijn er ook slechts voor de folklore maar mensen hechten er vaak veel waarde aan.
Wat wel belangrijk is, is in hoeverre een staat door de internationale gemeenschap van andere staten wordt erkend en daar gebruiken ze die vuistregels voor. Voor Israël is dat vrijwel alle staten ter wereld minus een handvol Islamitische staten, waaronder staten die het land in 1948 en daarna aanvielen, zoals Libanon, Syrië en Saudie-Arabië. Er zijn zat landen die door heel weinig landen worden erkend zoals Noord-Cyprus en Zuid-Ossetië. Ook Taiwan wordt maar door enkele landen erkend. Die landen voldoen best aan de criteria maar er liggen politieke obstakels in de weg die erkenning in weg staan.
Een Joodse Staat, gesticht in Palestina, over de ruggen van
de autochtone bevolking heen
DAT is het huidige Israel!
”HET IS ALSOF ER NA 2000 JAAR BATAV IEREN NAAR NEDERLAND
KOMEN EN EISEN, DAT NEDERLAND WORDT OPGEDEELD EN DAT
ER EEN BATAAFSE STAAT WORDT GESTICHT OP NEDERLANDS
GRONDGEBIED!
Het IS in zekere zin [helaas toegelaten tot de VN] een Illegaal Land.
Waarom?
Omdat de originele autochtone bevolking, de Palestijnen, zijn verdreven,
gekoloniseerd, hun land afgepakt!
In het Begin [begin twintigste Eeuw] was het huidige Israel, Palestina genaamd.
De originele naam door de Eeuwen heen.
Palestina was een kolonie/bezit van het Ottomaanse Rijk.
Door de opkomst van de zionistishe Beweging [de beweging, die ijverde
voor de vestiging van Joden in Palestina, uitmondend in een Joodse Staat
in Palestina, een beweging, opgericht door de Joodse journalist Theodor Herzl en voortkomende uit de EUROPESE Jodenvervolgingen], werd Palestina,
ergo de oorspronkelijke bewoners, de Palestijnen, een speelbal in
de internationale politiek.
Want de zionistische Beweging groeide en op instigatie van Baron Rotchild, voorzitter van de zionistische beweging in Engeland, kwam de Balfour Declaration tot stand, een belofte van de Britse regering, zich in te zetten
En om een lang Verhaal kort te maken, na de WO II werd via VN AV Resolutie 181 uiteindelijk Palestina verdeeld in een Joods en Arabisch-Palestijns deel
VOORAFGAANDE AAN HET DOCUMENT VAN DE HEER VOERMANS
TER INFORMATIE
WIKIPEDIA
WIM VOERMANS
” Wim Voermans is hoogleraar Staats- en bestuursrecht bij de Afdeling staats- en bestuursrecht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden.”
UNIVERSITEIT LEIDEN
WIM VOERMANS
HOOGLERAAR STAATS EN BESTUURSRECHT
ZIE OOK NIEUWSBERICHT ONDER DE ONDERSTAANDE
RECHTSSTATELIJKE DOORREKENING VAN HOOGLERAAR VOERMANS
MAAR NU EERST HET DOCUMENT VAN WIM VOERMANS:
RECHTSTATELIJKE DOORREKENING PVV PROGRAMMA
WIM VOERMANS
NOVEMBER-DECEMBER 2023
Grondwettelijke en rechtsstatelijke doorrekening van het PVV-programma op punten die strijd opleveren met de Grondwet, de EU-verdragen en wetten (verordeningen en richtlijnen) en Europese en internationale verdragen.
Grondwettelijke en rechtsstatelijke doorrekening van het PVV-programma op punten die strijd opleveren met de Grondwet, de EU-verdragen en wetten (verordeningen en richtlijnen) en Europese en internationale verdragen.
De paginanummers verwijzen naar die van het PVV-verkiezingsprogramma Nederlanders weer op 1 2023.
Met excuses voor de telegramstijl.
Ik ben graag bereid het verder toe te lichten.
Wim Voermans, november/december 2023
BLADZIJDE 2
1. (p. 7) De PVV kiest wél voor Nederland en maakt een einde aan de discriminatie van Nederlanders. Wij zetten Nederlanders op 1! Dat kan alleen met substantiële maatregelen. Zoals het invoeren van een asielstop. We hebben ons maximum aan asielzoekers inmiddels ruimschoots bereikt (asielstop).
Commentaar: Dit lijkt me in strijd met internationale asielverdragen en EU-regels ter zake.
De vraag is natuurlijk of eerst de verdragen worden opgezegd (dat kan niet zomaar in een keer). Onder de EU regels (o.a. Dublin verordeningen) kan je niet zomaar uit. De verordening is een Europese wet die als wet in Nederland verbindt. Uit de EU stappen om alleen een tijdelijke asielstop te realiseren lijkt me wat draconisch. Een asielstop doorvoeren in strijd met (vooral) de EU regels zou tegen-rechtsstatelijk zijn en ook met de Gw (met name met de artikelen 91 e.v. Gw.)
Naast het indammen van de instroom moet de uitstroom van migranten juist worden vergroot. Illegalen moeten worden vastgezet of uitgezet. En criminelen worden – desnoods na denaturalisatie – gedwongen ons land uitgezet.
Commentaar: Dit lijkt – vooral ook op het punt van de denaturalisatie – in strijd te komen met art. 8 van het Verdrag tot beperking der staatloosheid (1961)1
Artikel 8 1. Een Verdragsluitende Staat ontneemt een onderdaan de nationaliteit van die Staat niet, indien dit voor die onderdaan staatloosheid met zich zou brengen.
2. Ongeacht de bepaling van het eerste lid van dit artikel kan iemand de nationaliteit van een Verdragsluitende Staat worden ontnomen:
a) in de gevallen waarin het, krachtens de leden 4 en 5 van artikel 7, toegelaten is te bepalen, dat iemand zijn nationaliteit verliest
b) indien hij die nationaliteit door middel van een valse verklaring of bedrog heeft verkregen
3. Ongeacht het bepaalde in het eerste lid van dit artikel behoudt een Verdragsluitende Staat het recht iemand zijn nationaliteit te ontnemen, indien die Staat ten tijde van de ondertekening of de bekrachtiging van of de toetreding tot dit Verdrag een daartoe strekkende verklaring aflegt onder opgave van de gronden, welke zijn nationale recht voor die ontneming kent en waarvoor de beweegreden is geweest:
a) dat betrokkene, op een wijze die onverenigbaar is met zijn plicht tot trouw aan de Verdragsluitende Staat
(i) in weerwil van een uitdrukkelijk verbod van de Verdragsluitende Staat aan een andere Staat diensten heeft verleend of is blijven verlenen, of van een andere Staat emolumenten heeft ontvangen of is blijven ontvangen, of
(ii) zich dusdanig heeft gedragen, dat daardoor aan de wezenlijke belangen van de Staat ernstig afbreuk wordt gedaan;
b) dat betrokkene hetzij een eed, hetzij een stellige verklaring van trouw aan een andere Staat heeft afgelegd, dan wel door zijn gedrag onweerlegbaar heeft doen blijken van zijn besluit de trouw aan de Verdragsluitende Staat op te zeggen
4. Een Verdragsluitende Staat maakt van de mogelijkheid om iemand met inachtneming van de leden 2 en 3 van dit artikel zijn nationaliteit te ontnemen geen gebruik dan met eerbiediging van de wet, waarbij de betrokkene recht heeft op een onpartijdige behandeling van zijn zaak, hetzij door een rechtbank, hetzij door een ander onafhankelijk orgaan
3. (p.7) Daarnaast moet Nederland de instroom van zowel arbeids- als studiemigranten fors worden beperkt. De PVV introduceert ook voor werknemers van binnen de EU weer de plicht tot het hebben van tewerkstellingsvergunningen.
Commentaar: Dit zou op deze manier in strijd brengen met het vrije verkeer van werknemers zoals gewaarborgd in het Verdrag betreffende de EU (VEU) en het EU werkingsverdrag (VWEU). Werknemers
1 En ook het Europees Verdrag van 6 november 1997 inzake nationaliteit.
BLADZIJDE 3
met de Nederlandse nationaliteit of de nationaliteit van een ander land van de EER (i.e. alle EU-landen plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) of Zwitserland mogen in Nederland werken. Voor hen is geen werkvergunning nodig. Werknemers uit overige landen mogen onder bepaalde voorwaarden in Nederland werken
4. (p. 8) Opt out EU-regelgeving asiel en migratie, opzeggen VN-Vluchtelingenverdrag
Commentaar: Een eenzijdige opt0-out uit EU-regelgeving of delen van is niet mogelijk. Dat Denemarken enkele opt outs voor elkaar heeft gekregen voor een paar onderdelen van de verdragen, betekent nog niet dat Nederland dat ook zou kunnen. Dat heeft te maken met het moment waarop Denemarken de opt outs inbracht: dat was vóór het aangaan van de verdragen. Als je eenmaal hebt ingestemd met de EUverdragen, dan kan je daarin niet eenzijdig gaan winkelen op een later moment en het betekent ook dat je gebonden bent aan de EU-regelgeving die de EU-instellingen (waarin de lidstaten een hele grote stem hebben) vaststelden en vaststellen op basis van die verdragen. Die gelden als wet. De enige manier om EU-regels uit verdragen of verordeningen en richtlijnen te veranderen is door ze, volgens de in de verdragen neergelegde procedures, te wijzigen en dat zal heronderhandelingen betekenen. Als je van bepaalde EU-verdragsverplichtingen af wil dan zal je daar ook over moeten heronderhandelen (en dat kan zomaar jaren duren als de andere verdragspartners al willen praten). Wil je eenzijdig niet meer gebonden aan EU-verdragsverplichtingen dan kan dat alleen via uittreding (art. 50 Verdrag betreffende de EU – de terugtrekking). Ergo, alleen via een Nexit. Het opzeggen van het VN-vluchtelingenverdrag (1951) zou technisch kunnen, maar het vormt wel een onderdeel van het Europese asielbeleid. Alleen het verdrag opzeggen verandert weinig aan de EU-verplichtingen (en de andere verdragen die werden gesloten in Europa en de Raad van Europa) en de jurisprudentie van het Hof van Justitie in Luxemburg en die van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.
5. (p. 8) De Nederlandse grensbewaking wordt in ere hersteld, pushbacks van asielzoekers die uit onze veilige buurlanden Nederland in willen komen
Commentaar: Volgens het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties en veel andere mensenrechtenverdragen mag je niet zomaar mensen terug de grens over zetten als er een kans is dat ze daar gevaar lopen. Dit heet het verbod van refoulement. Of iemand gevaar loopt, wordt onderzocht in een asielprocedure. Iedereen moet daarom altijd de kans krijgen om asiel aan te vragen. Met pushbacks krijgen vluchtelingen mogelijk niet de bescherming waar ze recht op hebben
Grenscontroles passen in beginsel niet onder het Schengenverdrag (Akkoord van Schengen 1985). Sinds 2011 mogen in drie gevallen tijdelijke grenscontroles plaatsvinden binnen de Schengenzone
Bij te voorziene omstandigheden zoals een sportevenement of politieke demonstratie
In urgente gevallen kunnen grenscontroles met een termijn van tien dagen worden ingevoerd. Daarna kan men telkens besluiten tot een verlening van twintig dagen, maar met een periode van maximaal twee jaar
Bij aanhoudende tekortkomingen. Dit kan worden vastgesteld in een evaluatierapport over een lidstaat. Een lidstaat heeft drie maanden om adviezen uit het rapport te implementeren. Wanneer er dan nog steeds sprake is van tekortkomingen, kan de Europese Commissie besluiten om artikel 26 van het Schengenverdrag in werking te laten treden. Grenstoezicht kan dan voor zes maanden worden ingevoerd, deze periode mag ten hoogste driemaal met een lengte van zes maanden worden verlengd
6. (p. 8) Nederland is geen islamitisch land: geen islamitische scholen, korans en moskeeën
BLADZIJDE 4
Commentaar: Strijd met art. 6 Grondwet en art. 23 Grondwet (en eigenlijk ook met artikel 1 en 7 van de Grondwet)
7. (p. 8) We willen minder islam in Nederland en dat bereiken d.m.v. minder niet-westerse immigratie en de introductie van een algehele asielstop
Commentaar: Mogelijk in strijd met artikel 6 Grondwet (hangt ervan af hoe het wordt vormgegeven en geformuleerd). Asielstop is in strijd met de VN en Europese vluchtelingenverdragen, alsook met de Dublinverordening van de EU
8. (p. 8): Verbod dubbele nationaliteit
Commentaar: Sommige landen staan het gewoonweg niet toe dat je afstand doet van je oorspronkelijke nationaliteit zoals Marokko (en nog heel wat andere landen in de wereld). Dat je buiten je schuld of eigen toedoen als Nederlander toch een dubbele nationaliteit hebt is niet op te lossen door of in Nederland alleen. Je kunt een dubbele nationaliteit dan ook niet zomaar verbieden – zie de artikelen 4 en 17 van het Europees Verdrag van 6 november 1997 inzake nationaliteit
Artikel 4. Beginselen
De regels inzake nationaliteit van elke Staat die Partij is, moeten zijn gebaseerd op de volgende beginselen
a. iedereen heeft recht op een nationaliteit
b. staatloosheid dient te worden vermeden
c. aan niemand mag willekeurig zijn of haar nationaliteit worden ontnomen
d. noch een huwelijk noch de ontbinding van een huwelijk tussen een onderdaan van een Staat die Partij is en een vreemdeling, noch de wijziging van nationaliteit door een van de echtgenoten tijdens het huwelijk tast automatisch de nationaliteit van de andere echtgenoot aan
Artikel 17. Rechten en plichten inzake meervoudige nationaliteit
1. Onderdanen van een Staat die Partij is, die in het bezit zijn van een andere nationaliteit, hebben, op het grondgebied van die Staat die Partij is en waarop zij verblijven, dezelfde rechten en plichten als andere onderdanen van die Staat die Partij is
2. De bepalingen van dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan:
a. de regels van het internationaal recht inzake diplomatieke of consulaire bescherming door een Staat die Partij is, van een van zijn onderdanen die tegelijkertijd een andere nationaliteit bezit;
b. de toepassing van de regels van het internationaal privaatrecht van elke Staat die Partij is, in gevallen van meervoudige nationaliteit
Het strijdt tevens met het discriminatieverbod van art. 1 van de Grondwet
9. (p. 8) Verbod op het dragen van islamitische hoofddoekjes in overheidsgebouwen inclusief de Staten-Generaal
Commentaar: in strijd met art. 6 Grondwet (godsdienstvrijheid) en art. 1 (gebod gelijke behandeling/discriminatieverbod) als je het zo algemeen door zou willen voeren (je kunt wel beperkingen aanleggen, kledingvoorschriften stellen voor overheidsfunctionarissen/ambtenaren e.d.)
BLADZIJDE 5
10. (p. 11) Geen EU-bemoeienis met Nederlandse sociale zekerheid en arbeidsmarkt
Commentaar: Via het vrije verkeer van werknemers, geregeld in de EU verdragen, is er altijd enige vorm van bemoeienis met de arbeidsmarkt. Die bemoeienis wegnemen kan alleen via een Nexit (uittreding art. 50 VEU)
11. (p. 14) Jihad-sympathisanten preventief opsluiten via administratieve detentie
Commentaar: dit is in strijd met artikelen 15 en 16 Grondwet (geen straf – detentie is dat – zonder voorafgaande strafbepaling, onschuldpresumptie (we gaan uit van iemands onschuld tot het tegendeel is bewezen), artikel 17 Grondwet (recht op eerlijk proces bij een onafhankelijke, onpartijdige rechter)
12. (p. 14) Vanaf 14 jaar altijd volwassenstrafrecht toepassen bij zeden en geweldsdelicten
Commentaar: Strijd met artikel 40 van Verdrag inzake de rechten van het kind, New York, 20-11-1989 (een ‘kind’ in dit verdrag is iedere persoon onder de 18 jaar)
Artikel 40
1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van ieder kind dat wordt verdacht van, vervolgd wegens of veroordeeld ter zake van het begaan van een strafbaar feit, op een wijze van behandeling die geen afbreuk doet aan het gevoel van waardigheid en eigenwaarde van het kind, die de eerbied van het kind voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van anderen vergroot, en waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van het kind en met de wenselijkheid van het bevorderen van de herintegratie van het kind en van de aanvaarding door het kind van een opbouwende rol in de samenleving
2. Hiertoe, en met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van internationale akten, waarborgen de Staten die partij zijn met name dat
a. geen enkel kind wordt verdacht van, vervolgd wegens of veroordeeld terzake van het begaan van een strafbaar feit op grond van enig handelen of nalaten dat niet volgens het nationale of internationale recht verboden was op het tijdstip van het handelen of nalaten
b. ieder kind dat wordt verdacht van of vervolgd wegens het begaan van een strafbaar feit, ten minste de volgende garanties heeft:
(i) dat het voor onschuldig wordt gehouden tot zijn of haar schuld volgens de wet is bewezen;
n kennis wordt gesteld van de tegen hem of haar ingebrachte beschuldigingen, indien van toepassing door tussenkomst van zijn of haar ouders of wettige voogd, en dat het juridische of andere passende bijstand krijgt in de voorbereiding en het voeren van zijn of haar verdediging;
(iii) dat de aangelegenheid zonder vertraging wordt beslist door een bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige autoriteit of rechterlijke instantie in een eerlijke behandeling overeenkomstig de wet, in aanwezigheid van een rechtskundige of anderszins deskundige raadsman of -vrouw, en, tenzij dit wordt geacht niet in het belang van het kind te zijn, met name gezien zijn of haar leeftijd of omstandigheden, in aanwezigheid van zijn of haar ouders of wettige voogden;
(iv) dat het er niet toe wordt gedwongen een getuigenis af te leggen of schuld te bekennen; dat het getuigen à charge kan ondervragen of doen ondervragen en dat het de deelneming en ondervraging van getuigen à decharge op gelijke voorwaarden kan doen geschieden;
BLADZIJDE 6
(v) indien het schuldig wordt geacht aan het begaan van een strafbaar feit, dat dit oordeel en iedere maatregel die dientengevolge wordt opgelegd, opnieuw wordt beoordeeld door een hogere bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige autoriteit of rechterlijke instantie overeenkomstig de wet
(vi) dat het kind kosteloze bijstand krijgt van een tolk indien het de gebruikte taal niet verstaat of spreekt;
(vii) dat zijn of haar privéleven volledig wordt geëerbiedigd tijdens alle stadia van het proces
3. De Staten die partij zijn, streven ernaar de totstandkoming te bevorderen van wetten, procedures, autoriteiten en instellingen die in het bijzonder bedoeld zijn voor kinderen die worden verdacht van, vervolgd wegens of veroordeeld terzake van het begaan van een strafbaar feit, en, in het bijzonder
a. de vaststelling van een minimumleeftijd onder welke kinderen niet in staat worden geacht een strafbaar feit te begaan;
b. de invoering, wanneer passend en wenselijk, van maatregelen voor de handelwijze ten aanzien van deze kinderen zonder dat men zijn toevlucht neemt tot gerechtelijke stappen, mits de rechten van de mens en de wettelijke garanties volledig worden geëerbiedigd.
4. Een verscheidenheid van regelingen, zoals rechterlijke bevelen voor zorg, begeleiding en toezicht; adviezen; jeugdreclassering; pleegzorg; programma’s voor onderwijs en beroepsopleiding en andere alternatieven voor institutionele zorg dient beschikbaar te zijn om te verzekeren dat de handelwijze ten aanzien van kinderen hun welzijn niet schaadt en in de juiste verhouding staat zowel tot hun omstandigheden als tot het strafbare feit.
13. (p. 27) Geen verbod pulsvisserij
Commentaar: Dat is een EU-regel (Visserij is een zowat geheel door de EU gereguleerde bedrijfstak – daar kan je niet eenzijdig en eind aan maken) – het Europees parlement heeft daarover besloten in 2019 en het Hof van Justitie EU heeft in 2021 beslist dat dat verbod in stand kan blijven
14. (p. 27) Verbod op ritueel slachten
Commentaar: Daar heeft de Raad van State al een paar keer eerder van gezegd dat dat in strijd komt met o.a. art. 6 van de Grondwet (dat was indertijd in aanloop naar de wet op bedwelmd slachten – initiatiefvoorstel Thieme 2019)
15. (p. 34) Politieke neutraliteit van de leraren
Commentaar: Strijd met de artikelen 1, 3 en 23 van de Grondwet
16. (p. 34) Forse beperking van het aantal buitenlandse studenten
Commentaar: Mogelijke strijd met EU regels: EU-studenten en derdelanders kan je hier niet over een kam scheren
17. (p. 43) Inzetten op intensieve samenwerking met andere landen met behoud van nationale soevereiniteit en dus zonder een politieke Unie als de EU is
Commentaar: bepaalde onderdelen van het buitenlands beleid binnen de EU behoren, op grond van de verdragen (verdrag van Lissabon 2009), exclusief tot de bevoegdheid van de EU organen. Die verdragen kan Nederland niet eenzijdig wijzigen. De EU is sinds 1992 (Verdrag van Maastricht) ook een politieke unie. Als je het door zou willen zetten leidt dat of tot een nietszeggend gebaar (we gaan
BLADZIJDE 7
er niet over) of een tot Nexit. De uitleg heeft het over een referendum. Dat bestaat nog niet op landelijk niveau in Nederland. Toch zo’n referendum organiseren leidt tot strijd met de artikelen 81 tot en met 89 van de Grondwet (er is wel een grondwetsherzieningsvoorstel in voorbereiding dat een bindend correctief referendum mogelijk zou gaan maken, maar zover is het nog niet)
(p.43) – 4 punten
18. Zetten wij in op het terughalen van onze miljarden uit Brussel en een fors lagere EU-afdracht. Nederland wordt netto-ontvanger in plaats van betaler
Commentaar: de afdracht zelf is een verdragsverplichting. Eenzijdig bepalen dat je netto-ontvanger zult worden kan niet. Hierover gaat de Europese Raad, samen met de Raad van Ministers (en de EU commissie) en ook het Europees Parlement
19. Geen overdracht van bevoegdheden aan de EU, maar het terughalen ervan
Commentaar: Als je bevoegdheden terug zo willen dan moeten daar de EU-verdragen voor worden gewijzigd (een opt out is alleen mogelijk bij het aangaan van de verdragen – als een soort voorwaarde. Dat kan niet tijdens de rit). Daar zullen dan de andere EU-lidstaten in mee moeten gaan. In 2008 en 2009 hebben we gezien hoe moeilijk dat is. Wil je eenzijdig niet meer gebonden zijn dan kan dat alleen via uittreding (art. 50 Verdrag betreffende de EU – de terugtrekking). Ergo, alleen via een Nexit
20. Behouden en in ere herstellen van al onze vetorechten
Commentaar: zie vorig commentaar
EINDE DOCUMENT
NIEUWSBERICHT OVER RECHTSSTATELIJKHEID PVV
RTL NIEUWS
ZIJN DE PLANNEN VAN DE PVV ONGRONDWETTELIJK?
DIT ZEGGEN EXPERTS EROVER
13 DECEMBER 2023
Verkenner Ronald Plasterk adviseert de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar te spreken over de vorming van een nieuw kabinet. Maar eerst moeten ze elkaar wel kunnen vinden op het gebied van de rechtsstaat en de grondrechten. NSC en VVD willen garanties van de PVV, zodat grondrechten gegarandeerd zijn. Drie hoogleraren staats- en bestuursrecht leggen uit waarom zo’n gesprek belangrijk is.
Uit het verslag van verkenner Ronald Plasterk is duidelijk geworden dat NSC-voorman Pieter Omtzigt pleit voor een ‘nadere verkenning ten aanzien van de rechtsstatelijkheid’. De partij van Omtzigt heeft moeite met voorstellen in het PVV-verkiezingsprogramma, bijvoorbeeld om de Koran, moskeeën en islamitisch onderwijs te verbieden. Ook de VVD heeft soortgelijke zorgen geuit.
In de ijskast?
Wilders heeft tijdens de verkiezingscampagne al gezegd dat hij bereid is deze wensen ‘in de ijskast’ te zetten. Omtzigt wil zeker weten dat ze daar dan ook blijven.
Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans is uitgesproken over de rechtsstatelijkheid van een aantal programmapunten van de PVV. Dat zijn ze niet, zegt de Leidse hoogleraar. “Door zaken uit de grondwet te halen, verander je het karakter en de ziel van de Grondwet. Dat kan niet. Dat wordt duidelijk uit de algemene bepaling die voorafgaat aan de Grondwet. Daar staat sinds een paar jaar het volgende: ‘De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat.'”
Als Wilders de Grondwet wil aanpassen, om bijvoorbeeld een verbod mogelijk te maken op islamitische scholen, korans en moskeeën, dan zou dat volgens Voermans direct in strijd zijn met artikel 6 en artikel 23 van de grondwet.
Eerlijk proces
Een ander PVV-programmapunt is jihad-sympathisanten preventief opsluiten via administratieve detentie. Volgens Voermans druist dat in tegen de artikel 15 en 16 van de grondwet. Die bepalen dat mensen geen straf kunnen krijgen zonder de strafbepaling en de zogenoemde onschuldpresumptie, waarbij wordt uitgegaan van iemands onschuld tot het tegendeel is bewezen. Ook is dat in strijd met artikel 17, die bepaalt dat mensen recht hebben op eerlijk proces bij een onafhankelijke, onpartijdige rechter.
Ingrid Leijten is hoogleraar staatsrecht aan Tilburg University. Ze wijst erop dat de rechtsstatelijkheid van de PVV van Geert Wilders niet alléén draait om de voorstellen die daarmee in strijd zijn. “We moeten ook kijken naar de houding van de PVV. Dat is van fundamenteel belang. Want het gaat eigenlijk ook om het niet helemaal serieus nemen van de spelregels die we in Nederland hebben afgesproken: de rechtsstaat.”
Leijten wijst bijvoorbeeld op eerdere opmerkingen van Wilders over rechters die hem geen eerlijk proces zouden geven. Daarmee zette hij de rechterlijke macht in een kwaad daglicht. En ook opmerkingen van Wilders over het verbod op moskeeën, waardoor het grondrecht vrijheid van godsdienst niet geldt voor moslims. “Het is een gebrek aan rechtsstatelijk bewustzijn”, zegt Leijten.
Grens overschreden
Dat Pieter Omtzigt er nu zo’n punt van maakt – spreken over rechtsstatelijkheid voordat er serieuzere inhoudelijke gesprekken worden gevoerd – is volgens Leijten dus goed. “Je moet een signaal geven dat er een bepaalde grens is overschreden, en dat we dat niet moeten willen.”
Hoogleraar Fundamentele Rechten Janneke Gerards wijst er net als haar twee collega’s op dat zo’n gesprek tussen politieke partijen over rechtsstatelijkheid verstandig is. “Het hele PVV-programma ademt ideeën die strijdig zijn met de rechtsstaat. Het is bij uitstek een goed idee om er eerst over te spreken, want als je het over rechtsstatelijkheid niet eens bent, dan kan je niet spreken over een regeerakkoord. Dat zijn zulke wezenlijke dingen, dan kan je niet verder.”
Diep gezonken
Gerards vindt het wel opmerkelijk dat het nodig is. “We zijn best wel diep gezonken als je het hierover moet hebben. Ik vind het heel erg dat het noodzakelijk is.”
Binnen de academische juridische wereld bestaan er volgens Gerards zorgen over het sentiment dat rechtsstatelijkheid volgens veel kiezers blijkbaar minder belangrijk is. “Grondrechten en de rechtsstaat zijn mooie verworvenheden van de afgelopen twee eeuwen. Daar kunnen we heel trots op zijn. En we vragen ons dus af wat er is misgegaan waardoor veel kiezers dit zo veel minder belangrijk vinden.”
EINDE BERICHT
Reacties uitgeschakeld voor [Document Wim Voermans, hoogleraar Staats en Bestuursrecht aan de Universiteit Leiden]/Rechtsstatelijke doorrekening PVV Programma
Zoals u weet bekritiseer ik met enige regelmaat uw berichtgeving
in het Midden-Oostenconflict [1] en een enkele keer was het Tijd voor een compliment [2]
Deze keer geen complimenten, maar weer eens ouderwetse, pittige kritiek!
FASTEN YOUR SEATBELTS!
UW BERICHTGEVING
In uw berichtgeving dd 15 januari anno Domini 2024 vermeldt u, dat de Israelische voetballer Sagiv Jehezkel, die voor de Turkse club Antalyaspor speelt, was opgepakt [en inmiddels weer vrijgelaten] omdat hij een pro-Israelisch gebaar zou hebben gemaakt na een goal.
Ik citeer u:
”Gisteren maakte hij na een goal een pro-Israelisch gebaar, dat verwees naar de oorlog met Hamas.”
Ik citeer u verder
”Jehezkel toonde de tekst ”100 dagen, 7/10”, verwijzend naar de terreur van
Hamas op 7 october.”
Zie uw Berichtgeving geheel onderin, onder de noten.
Ook vermeldt u, dat de Turkse Justitie de zaak verder onderzoekt.
EVEN TUSSENDOOR/AANKLACHT/ARRESTATIE VOETBALLER
Op die arrestatie en het OM onderzoek naar bewuste voetballer wil ik
niet uitgebreid ingaan.
Wel lijkt het mij nogal merkwaardig.
Want ook al zou Jehezkel inderdaad pro-Israel zijn, dan lijkt het mij vallen onder
de vrijheid van mening, los van het feit of het een sympathieke mening is of niet.
Even absurd ongeveer lijkt mij een aanklacht tegen deze voetballer als destijds het ontslag van die Russische dirigent, omdat hij geen afstand zou hebben genomen van de Russische inval in Oekraine. [3]
Ook weer hier: Sympathiek misschien niet, maar wel zijn recht er zo over te denken.
Maar dat was even over de context van het artikel
Nu naar de essentie
TERREUR HAMAS
In uw berichtgeving vermeldt u:
”Jehezkel toonde de tekst ”100 dagen, 7/10”, verwijzend naar de terreur van
Hamas op 7 october.
Die werd gisteren in Israel herdacht.”
Zie geheel onderin
Op twee punten wil ik mij focussen:
Ten eerste:
Die ”terreur” van Hamas, waarnaar u verwijst, is gedeeltelijk ”terreur”,
gedeeltelijk ook niet.
Waar de 7 october Hamas aanval tegen burgers gericht was [4], klopt dat wel, maar wat de nieuwsberichtgeving doorgaans verzwijgt-en daar bent u ook bij- is,
dat Hamas bij die 7 october aanval ook wel degelijk Israelische militaire doelen
heeft aangevallen [5] en zoals u heel goed weet, is dat volgens het Humanitair
Oorlogsrecht uiteraard gelegitimeerd [6]
Wees dus ook zo eerlijk om de 7 october aanval te nuanceren, in plaats van ongenuanceerd
te refereren aan de ”Hamas-terreur”
ISRAELISCHE TERREUR/HOE ZIT HET DAARMEE?
En dan nu het Tweede Punt
Want waar ik het meest over val, is uw eenzijdigheid.
Want nu even los van het feit, of de 7 october 2023 Hamas aanval
een terreuraanval was [zoals ik al heb uitgelegd en voor u te controleren [7], slechts gedeeltelijk], het valt zo op, dat u alleen aan Hamas refereert in verband met ”terreur”
Nooit heb ik in uw berichtgeving gelezen over de ”Israelische terreur”, terwijl
deze toch, zeker in deze Nieuwe Oorlog, meer dan duidelijk aanwezig is!
Mocht u in uw berichtgeving ooit WEL gerefereerd hebben aan ”Israelische
terreur” , laat het mij dan vooral weten en dan heb ik, althans over die terreurkwestie, niets gezegd, maar ik denk van niet, eerlijk gezegd
ISRAELISCHE TERREUR SINDS DE HAMAS AANVAL OP 7 OCTOBER 2023
Aanvallen op een burgerbevolking, militair of anderszins, DAT is terreur en
daarvan heeft Israel ontelbare staaltjes laten zien sinds de Hamas aanval
op 7 october 2023!
Zoals ik in een stuk van geheel andere aard al schreef [8], gaat Israel sinds de 7 october Hamas aanval tekeer als een Briesende Leeuw! [9]
Want in dit Israelische militaire Gaza Offensief stapelt Israel Oorlogsmisdaad
op Oorlogsmisdaad [10], door de totale Gaza Blokkade wordt de Gazaanse
burgerbevolking uitgehongerd [11] waardoor de mensen hun toevlucht moeten
nemen tot niet drinkbare waterbronnen [12], bij Israelische militaire aanvallen is
het voor burgers uiterst gevaarlijke Witte Fosfor gebruikt [13], de militaire
aanvallen, bombardementen dus, zijn willekeurig [14], waardoor er hele dorpen van de kaart zijn geveegd [15], hele
families zijn uitgewist [16], zelfs de Amerikaanse president Biden, Israel’s
trouwste bondgenoot, noemt de Israelische bombardementen ”lukraak” [17]
Ziekenhuizen werken niet meer door die uithongeringsblokkade [18].
Erger nog, ziekenhuizen worden zelfs aangevallen, waardoor de gezondheids
en medische crisis nog is verergerd! [19]
Ook zijn er hulpverleners, medisch personeel, gedood bij aanvallen! [20]
Daarbij wordt er een sadistisch spelletje gespeeld met de Gazaanse bevolking!
Aanvankelijk verordonneerde het Israelische leger Gazanen naar het Zuiden te
gaan, vanwege de Israelische militaire operaties in het Noorden.
Om dan in het Zuiden aan te komen en ook daar getroffen te worden door
Israelische bombardementen! [21]
Als DAT geen Terreur is, dan weet ik het niet!
Moet ik u nog uitleggen, dat uithongering van de burgerbevolking als
Moet ik nog uitleggen dat die hele Blokkade van Gaza [die dus tot uithongering
heeft geleid] verboden is als zijnde een ”collectieve straf” [23]
Moet ik uitleggen, dat volgens het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht willekeurige bombardementen uit Den Boze zijn en dat er onderscheid moet
worden gemaakt tussen combatanten [militairen en strijders] en non combatanten [burgers]? [24]
Maar wat maakt het eigenlijk uit?
Er is geen officiele wetgeving voor nodig om te constateren, dat de
uithongering van een burgerbevolking en willekeurige bombardementen
barbaars zijn en in strijd met iedere Menselijkheid!!
DODEN/DODEN
24 000 Palestijnse doden zijn er sinds de Israelische bombardementen gevallen [25], onder wie tenminste 8000 kinderen [26], volgens andere bronnen
zelfs 10 000 kinderen [27]
Zegt dat niet meer dan woorden, Verdragen, documenten?
EPILOOG
Wilt u echt doen aan eerlijke en objectieve berichtgeving?
Dan is het minste wat u kunt doen, niet met twee maten meten.
Als u het over de ”terreur” van Hamas hebt, wordt het meer dan hoog tijd
de Israelische militaire bombardementen, die dood en verderf zaaien,
de uithongering van de burgerbevolking, de aanvallen op ziekenhuizen, het
sadistisch van hot naar her sturen van de Gazaanse bevolking om daar
ook te sterven, te benoemen tot wat het is
TERREUR
Terreur van Hamas?
Dan zeker ook Israelische terreur in uw berichtgeving.
Ik hou het in de gaten
Beterschap toegewenst in het Nieuwe Jaar!
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam
NOTEN
Voor uw gemak heb ik de noten in link ondergebracht
Geheel daaronder uw NOS Berichtgeving
NOTEN 1 EN 2
NOOT 3
NOTEN 4 EN 5
NOTEN 6 EN 7
NOTEN 8 EN 9
NOTEN 10 T/M 12
NOTEN 13 T/M 17
NOTEN 18 T/M 20
NOOT 21
NOTEN 22 T/M 24
NOTEN 25 T/M 27
NOS BERICHTGEVING
NOS
SPELER ISRAEL OPGEPAKT IN TURKIJE
De Turkse justitie is een onderzoek begonnen naar de Israelische
voetballer Sagiv Jehezkel, die voor de Turkse club Antalyaspor speelt.
Gisteren maakte hij na een goal een pro-Israelisch gebaar, dat verwees naar de oorlog met Hamas.
Jehezkel toonde de tekst ”100 dagen, 7/10”, verwijzend naar de terreur van
Hamas op 7 october.
Die werd gisteren in Israel herdacht.
Het OM onderzoekt of het bericht een aanzet is tot haat.
De voetballer is gisteren opgepakt en vandaag vrijgelaten.
Volgens Israelische media gaat hij snel naar Israel.
Zijn club heeft hem geschorst.
Jehezkel zegt, dat het niet de bedoeling was om te provoceren.
”Ik wil dat de oorlog stopt. Daarom liet ik het zien”
EINDE
ORIGINEEL NOS TELETEKSTBERICHT Speler Israël opgepakt in Turkije De Turkse justitie is een onderzoek begonnen naar de Israëlische voetballer Sagiv Jehezkel,die voor de Turkse club Antalyaspor speelt.Gisteren maakte hij na een goal een pro-Israëlisch gebaar dat verwees naar de oorlog met Hamas. Jehezkel toonde de tekst “100 dagen, 07/10″,verwijzend naar de terreur van Hamas op 7 oktober.Die werd gisteren in Israël herdacht.Het OM onderzoekt of het bericht een aanzet is tot haat. De voetballer is gisteren opgepakt en vandaag vrijgelaten.Zijn club heeft hem geschorst.Jehezkel zegt dat het niet de bedoeling was om te provoceren.”Ik wil dat de oorlog stopt.Daarom liet ik het zien.” nieuws buitenland binnenland sport
Reacties uitgeschakeld voor ”Speler Israel opgepakt in Turkije”/NOS Teletekst, benoem naast de ”terreur van Hamas” ook nu eens eindelijk de Israelische uithongerings, killers en etnische zuiveringsterreur!
Zoals u weet bekritiseer ik met enige regelmaat uw berichtgeving
in het Midden-Oostenconflict [1] en een enkele keer was het Tijd voor een compliment [2]
Deze keer geen complimenten, maar weer eens ouderwetse, pittige kritiek!
FASTEN YOUR SEATBELTS!
UW BERICHTGEVING
In uw berichtgeving dd 15 januari anno Domini 2024 vermeldt u, dat de Israelische voetballer Sagiv Jehezkel, die voor de Turkse club Antalyaspor speelt, was opgepakt [en inmiddels weer vrijgelaten] omdat hij een pro-Israelisch gebaar zou hebben gemaakt na een goal.
Ik citeer u:
”Gisteren maakte hij na een goal een pro-Israelisch gebaar, dat verwees naar de oorlog met Hamas.”
Ik citeer u verder
”Jehezkel toonde de tekst ”100 dagen, 7/10”, verwijzend naar de terreur van
Hamas op 7 october.”
Zie uw Berichtgeving geheel onderin, onder de noten.
Ook vermeldt u, dat de Turkse Justitie de zaak verder onderzoekt.
EVEN TUSSENDOOR/AANKLACHT/ARRESTATIE VOETBALLER
Op die arrestatie en het OM onderzoek naar bewuste voetballer wil ik
niet uitgebreid ingaan.
Wel lijkt het mij nogal merkwaardig.
Want ook al zou Jehezkel inderdaad pro-Israel zijn, dan lijkt het mij vallen onder
de vrijheid van mening, los van het feit of het een sympathieke mening is of niet.
Even absurd ongeveer lijkt mij een aanklacht tegen deze voetballer als destijds het ontslag van die Russische dirigent, omdat hij geen afstand zou hebben genomen van de Russische inval in Oekraine. [3]
Ook weer hier: Sympathiek misschien niet, maar wel zijn recht er zo over te denken.
Maar dat was even over de context van het artikel
Nu naar de essentie
TERREUR HAMAS
In uw berichtgeving vermeldt u:
”Jehezkel toonde de tekst ”100 dagen, 7/10”, verwijzend naar de terreur van
Hamas op 7 october.
Die werd gisteren in Israel herdacht.”
Zie geheel onderin
Op twee punten wil ik mij focussen:
Ten eerste:
Die ”terreur” van Hamas, waarnaar u verwijst, is gedeeltelijk ”terreur”,
gedeeltelijk ook niet.
Waar de 7 october Hamas aanval tegen burgers gericht was [4], klopt dat wel, maar wat de nieuwsberichtgeving doorgaans verzwijgt-en daar bent u ook bij- is,
dat Hamas bij die 7 october aanval ook wel degelijk Israelische militaire doelen
heeft aangevallen [5] en zoals u heel goed weet, is dat volgens het Humanitair
Oorlogsrecht uiteraard gelegitimeerd [6]
Wees dus ook zo eerlijk om de 7 october aanval te nuanceren, in plaats van ongenuanceerd
te refereren aan de ”Hamas-terreur”
ISRAELISCHE TERREUR/HOE ZIT HET DAARMEE?
En dan nu het Tweede Punt
Want waar ik het meest over val, is uw eenzijdigheid.
Want nu even los van het feit, of de 7 october 2023 Hamas aanval
een terreuraanval was [zoals ik al heb uitgelegd en voor u te controleren [7], slechts gedeeltelijk], het valt zo op, dat u alleen aan Hamas refereert in verband met ”terreur”
Nooit heb ik in uw berichtgeving gelezen over de ”Israelische terreur”, terwijl
deze toch, zeker in deze Nieuwe Oorlog, meer dan duidelijk aanwezig is!
Mocht u in uw berichtgeving ooit WEL gerefereerd hebben aan ”Israelische
terreur” , laat het mij dan vooral weten en dan heb ik, althans over die terreurkwestie, niets gezegd, maar ik denk van niet, eerlijk gezegd
ISRAELISCHE TERREUR SINDS DE HAMAS AANVAL OP 7 OCTOBER 2023
Aanvallen op een burgerbevolking, militair of anderszins, DAT is terreur en
daarvan heeft Israel ontelbare staaltjes laten zien sinds de Hamas aanval
op 7 october 2023!
Zoals ik in een stuk van geheel andere aard al schreef [8], gaat Israel sinds de 7 october Hamas aanval tekeer als een Briesende Leeuw! [9]
Want in dit Israelische militaire Gaza Offensief stapelt Israel Oorlogsmisdaad
op Oorlogsmisdaad [10], door de totale Gaza Blokkade wordt de Gazaanse
burgerbevolking uitgehongerd [11] waardoor de mensen hun toevlucht moeten
nemen tot niet drinkbare waterbronnen [12], bij Israelische militaire aanvallen is
het voor burgers uiterst gevaarlijke Witte Fosfor gebruikt [13], de militaire
aanvallen, bombardementen dus, zijn willekeurig [14], waardoor er hele dorpen van de kaart zijn geveegd [15], hele
families zijn uitgewist [16], zelfs de Amerikaanse president Biden, Israel’s
trouwste bondgenoot, noemt de Israelische bombardementen ”lukraak” [17]
Ziekenhuizen werken niet meer door die uithongeringsblokkade [18].
Erger nog, ziekenhuizen worden zelfs aangevallen, waardoor de gezondheids
en medische crisis nog is verergerd! [19]
Ook zijn er hulpverleners, medisch personeel, gedood bij aanvallen! [20]
Daarbij wordt er een sadistisch spelletje gespeeld met de Gazaanse bevolking!
Aanvankelijk verordonneerde het Israelische leger Gazanen naar het Zuiden te
gaan, vanwege de Israelische militaire operaties in het Noorden.
Om dan in het Zuiden aan te komen en ook daar getroffen te worden door
Israelische bombardementen! [21]
Als DAT geen Terreur is, dan weet ik het niet!
Moet ik u nog uitleggen, dat uithongering van de burgerbevolking als
Moet ik nog uitleggen dat die hele Blokkade van Gaza [die dus tot uithongering
heeft geleid] verboden is als zijnde een ”collectieve straf” [23]
Moet ik uitleggen, dat volgens het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht willekeurige bombardementen uit Den Boze zijn en dat er onderscheid moet
worden gemaakt tussen combatanten [militairen en strijders] en non combatanten [burgers]? [24]
Maar wat maakt het eigenlijk uit?
Er is geen officiele wetgeving voor nodig om te constateren, dat de
uithongering van een burgerbevolking en willekeurige bombardementen
barbaars zijn en in strijd met iedere Menselijkheid!!
DODEN/DODEN
24 000 Palestijnse doden zijn er sinds de Israelische bombardementen gevallen [25], onder wie tenminste 8000 kinderen [26], volgens andere bronnen
zelfs 10 000 kinderen [27]
Zegt dat niet meer dan woorden, Verdragen, documenten?
EPILOOG
Wilt u echt doen aan eerlijke en objectieve berichtgeving?
Dan is het minste wat u kunt doen, niet met twee maten meten.
Als u het over de ”terreur” van Hamas hebt, wordt het meer dan hoog tijd
de Israelische militaire bombardementen, die dood en verderf zaaien,
de uithongering van de burgerbevolking, de aanvallen op ziekenhuizen, het
sadistisch van hot naar her sturen van de Gazaanse bevolking om daar
ook te sterven, te benoemen tot wat het is
TERREUR
Terreur van Hamas?
Dan zeker ook Israelische terreur in uw berichtgeving.
Ik hou het in de gaten
Beterschap toegewenst in het Nieuwe Jaar!
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam
NOTEN
Voor uw gemak heb ik de noten in link ondergebracht
Geheel daaronder uw NOS Berichtgeving
NOTEN 1 EN 2
NOOT 3
NOTEN 4 EN 5
NOTEN 6 EN 7
NOTEN 8 EN 9
NOTEN 10 T/M 12
NOTEN 13 T/M 17
NOTEN 18 T/M 20
NOOT 21
NOTEN 22 T/M 24
NOTEN 25 T/M 27
NOS BERICHTGEVING
NOS
SPELER ISRAEL OPGEPAKT IN TURKIJE
De Turkse justitie is een onderzoek begonnen naar de Israelische
voetballer Sagiv Jehezkel, die voor de Turkse club Antalyaspor speelt.
Gisteren maakte hij na een goal een pro-Israelisch gebaar, dat verwees naar de oorlog met Hamas.
Jehezkel toonde de tekst ”100 dagen, 7/10”, verwijzend naar de terreur van
Hamas op 7 october.
Die werd gisteren in Israel herdacht.
Het OM onderzoekt of het bericht een aanzet is tot haat.
De voetballer is gisteren opgepakt en vandaag vrijgelaten.
Volgens Israelische media gaat hij snel naar Israel.
Zijn club heeft hem geschorst.
Jehezkel zegt, dat het niet de bedoeling was om te provoceren.
”Ik wil dat de oorlog stopt. Daarom liet ik het zien”
EINDE
ORIGINEEL NOS TELETEKSTBERICHT Speler Israël opgepakt in Turkije De Turkse justitie is een onderzoek begonnen naar de Israëlische voetballer Sagiv Jehezkel,die voor de Turkse club Antalyaspor speelt.Gisteren maakte hij na een goal een pro-Israëlisch gebaar dat verwees naar de oorlog met Hamas. Jehezkel toonde de tekst “100 dagen, 07/10″,verwijzend naar de terreur van Hamas op 7 oktober.Die werd gisteren in Israël herdacht.Het OM onderzoekt of het bericht een aanzet is tot haat. De voetballer is gisteren opgepakt en vandaag vrijgelaten.Zijn club heeft hem geschorst.Jehezkel zegt dat het niet de bedoeling was om te provoceren.”Ik wil dat de oorlog stopt.Daarom liet ik het zien.” nieuws buitenland binnenland sport
601 – NOS Teletekst
Reacties uitgeschakeld voor Mail Astrid Essed aan NOS Teletekst/”Uw berichtgeving dd 15 januari 2024/”Speler Israel opgepakt in Turkije”