Geachte lezers,
Deze woorden sprak Joke Kaviaar uit bij de
zitting van haar Hoger Beroep op 15 mei [1]
Felle en harde taal?
Ja en zoals uit dit commentaar zal blijken, is de waarheid
nog schrijnender dan Joke’s woorden.
WAT ERAAN VOORAFGING
DE RECHTSZAAK JOKE KAVIAAR
VEROORDEELD VOOR WOORDEN, DIE HET ONRECHT AANKLAGEN
Op 13 september 2011 werd Joke Kaviaar, dichteres, schrijfster en
activiste tegen het asielbeleid, door de Nationale Recherche gearresteerd
wegens ”opruiing” naar aanleiding van vier felle opinieartikelen,
die het beleid/wetgeving tegen vluchtelingen aan de kaak stelden [2]
Nare zaken vonden plaats als uitgebreide huiszoeking, aanvankelijke toevoeging aan aanklacht
van ”terroristisch oogmerk” [later weer vervallen] en het ontoegankelijk
maken van Joke’s website, die echter met behulp van solidariteit al snel weer
online was [3]
In januari 2013 werd Joke in eerste aanleg veroordeeld tot vier maanden
onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Puur om wat ze schreef. [4]
Ze liet het er natuurlijk niet op zitten en ging in Hoger Beroep, waarin
ze nu is veroordeeld tot twee maanden voorwaardelijk met een [relatief] korte
proeftijd van een jaar.[5], waarbij is meegewogen, dat twee van de vier gewraakte
teksten, Waar Blijft de Hollandse Opstand [6] en Leers, het Vuur en de Dood [7], in
tegenstelling tot de eerdere veroordeling, niet als opruiend worden
beschouwd. [8]
Mooi, zal men zeggen, omdat de straf aanzienlijk lichter is uitgevallen, maar
het blijft nog steeds een veroordeling [nu zijn volgens het Hof ”slechts”
twee teksten opruiend] vanwege het uiten van een mening en daarom zet Joke
de juridische strijd voort. [9]
Het is immers een principe kwestie.