SOMALISCHE VLUCHTELINGENACTIVIST: DE OVERHEID PROBEERT ONZE STRIJD KAPOT TE MAKEN
Het afgelopen jaar voerden vluchtelingen actie vanuit gekraakte panden in Amsterdam en Den Haag. Na de Vluchtkerk, het Vluchtkantoor en de Vluchtflat werd de Amsterdamse groep gesplitst. Een deel kreeg via de gemeente opvang in een leegstaande bajes, die ze omdoopten tot Vluchthaven. De rest verblijft nu in de Vluchtgarage, een oude parkeergarage die de vluchtelingen met vallen en opstaan bewoonbaar proberen te maken. In Den Haag zitten de voornamelijk Iraakse, Iraanse en Afghaanse vluchtelingen nog steeds in het Vluchthuis, een in gebruik genomen kerk. Maar voordat de vluchtelingen gebouwen kraakten, leverden ze strijd door middel van tentenkampen. Doorbraak sprak met Ma’alin Ahmed Muude, een strijdbare Somalische vluchteling die betrokken was bij de tentenkampen in Ter Apel in december 2011 en in Den Bosch in juli 2012.
“Ik zat eerst in een azc. Ik was nog in procedure. Maar ik werd in 2011 uit het azc gegooid. Ik ging naar Amsterdam en vroeg hulp aan een kerk. Ik liep de hele tijd maar wat rond. Op Tweede Kerstdag begon een groep van zestien Somalische vluchtelingen een tentenkamp bij “de vrijheidsbeperkende locatie” (vbl) in Ter Apel. Dat is een plek waar vluchtelingen asiel kunnen aanvragen. Voor de deur hebben zij de eerste tent opgezet. Ik heb me daar later bij aangesloten. Er was hulp van Margreet van de Utrechtse steungroep STIL en van Marianne van de Emmense steungroep SHUV. Er kwamen veel media op ons af. We waren groot nieuws.”