”
MIJN REACTIE OP FILMPJE
ZIE ONDER MIJN REACTIE HET NOTENAPPARAAT
”Femmes for Freedom is een stichting die opkomt voor de rechten van alle vrouwen die de nare gevolgen ondervinden van allerlei vormen van huwelijkse gevangenschap. FFF streeft naar huwelijkse gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Om dit te bereiken, willen wij een laagdrempelige organisatie zijn voor de in het huwelijk gevangen vrouw en voor iedereen die deze vrouwen wil helpen. We zetten ons o.a in tegen huwelijksdwang, kindhuwelijken, achterlating, polygamie, en huwelijkse gevangenschap en zetten ons in voor betere vrouwenopvang.
FFF streeft naar de volledige naleving van het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW), in het bijzonder artikel 16: wereldwijde gelijke behandeling van vrouwen voor, tijdens en na het huwelijk. Femmes for Freedom is voor huwelijkse vrijheid: vrouwen moeten zelf hun partner kiezen, scheiden als ze willen scheiden, niet achtergelaten worden en niet getroffen worden door polygamie. We maken ons sterk voor de algehele bewustwording van vrouwen en in het bijzonder die in huwelijkse gevangenschap verkeren. Ook geven wij voorlichting binnen deze thema’s, voor signalering en preventie, treden op als procespartij voor vrouwen en dragen bij in de proceskosten door middel van het Freedom Fund. Hierbij willen we benadrukken dat FFF geen religieuze of anti-religieuze organisatie is, maar een mensenrechtenorganisatie.
Femmes For Freedom is sterk in het maatschappelijk en politiek agenderen van problemen rondom huwelijkse onvrijheid en het bevorderen van gendergelijkheid in de migranten-en vluchtelingengemeenschappen. Daarnaast is de laagdrempelige juridische helpdesk het ‘hart’ van de organisatie. Hier krijgen slachtoffers juridische en zo nodig verdere ondersteuning; waar nodig verwijzen wij ze door naar de juiste hulpverlening. Met de juridische blik, praktische kennis, onbevreesde houding en lobby-kwaliteiten weet de stichting het verschil te maken voor vrouwen en meisjes. Veel hulpverleningsinstanties verwijzen vrouwen met gecompliceerde problemen door naar FFF vanwege onze kennis rondom vrouwen uit patriarchale gemeenschappen. Samen met deze vrouwen gaan wij naar beleidsmakers en politici en begeleiden hen, zodat zij zelf hun verhaal kunnen doen en zelf voorstellen kunnen pitchen. Dat geeft de vrouwen een gevoel van kracht (mijn verhaal doet er toe, ik kan verandering teweeg brengen) en het zorgt ervoor dat politici de noodzaak voelen iets aan de problematiek te doen door wetgeving, beleid en hulpverlening te veranderen.
Deze grassroots manier van werken heeft effect. Inmiddels heeft FFF via deze weg en de media meerdere wetswijzigingen tot stand weten te brengen, alsmede veranderingen in de hulpverlening. Ons expertise ligt in het signaleren van problemen in de praktijk en die te vertalen naar effectieve wetgeving, beleid en hulpverlening die meisjes en vrouwen kan helpen en beschermen. Daarnaast richt de stichting zich op onderzoek, voorlichting en preventie, en agendering op nationaal en internationaal niveau. Met laagdrempelijke acties, zoals het uitdelen van spiekpennen, probeert de organisatie jonge meiden te wijzen op hun rechten en mogelijkheden.”
In 1960 woonde en werkte ik in Dar-es-Salaam, de hoofdstad van Tanzania. De kassier van het bedrijf waar ik werkte, ging met pensioen. Wie zou hem moeten opvolgen? Ik stelde voor de assistent-kassier Florrie Fernandes. Zij kwam uit Goa en als alle Goanezen was zij katholiek en droeg zij een Portugese naam. De Goanezen werden toen en daar wat hoger beoordeeld dan Indiërs in het algemeen. Bovendien deed zij haar werk goed. Dus waarom niet? Maar de financieel directeur, een Sikh, oordeelde anders. Florrie werd het niet. Zij had ook niet anders verwacht. Positieve discriminatie was iets waar niemand toen aan dacht.
Ik denk daar wel aan en heb op bescheiden wijze daar ook iets aan proberen te doen. Mijn argumenten zijn tweeërlei. Ten eerste is het niet minder dan rechtvaardig vrouwen een voorkeursbehandeling te geven, waar zij in de huidige samenleving meestal weinig kansen krijgen. Het tweede argument is economisch van aard: indien wij het werk van vrouwen onvoldoende benutten, berokkent dat schade aan onze samenleving. Waarom blijft het Midden-Oosten achter in ontwikkeling bij de rest van de wereld? Door een gebrek aan vrijheid, kennis en vrouwkracht.
Wat is de toestand nu? Van de 218 leden van de Raden van Bestuur zijn 13 vrouw. Zes procent van de bedrijven voldoen aan de Brusselse wens van minimaal 40% vrouwelijke commissarissen. Dat is zeer onbevredigend. Zouden quota helpen?
Quota hebben voor- en nadelen. Om met de laatste te beginnen: quota lopen het belangrijke risico dat vrouwen die op een hoge post worden benoemd, worden beschouwd als een ‘excuustruus’. Aan de andere kant: het voorkeursbeleid werkt niet goed. Quota hebben in ieder geval het voordeel dat het onbevredigende aandeel van vrouwen in de bezetting van Raden van Bestuur op de agenda komt.
Is het overigens niet zo dat diversiteit, ook op het niveau van de Raden van Bestuur, voor de onderneming als geheel vruchtbaar is omdat een probleem daardoor van alle kanten kan worden belicht? Dat moge zo zijn maar uit de huidige onbevredigende cijfers valt toch af te leiden dat de bewustwording achterblijft. Dus toch maar quota, maar geen sancties want die zouden de zaak te zeer op de spits drijven.
HOMMES FOR FREEDOM
Vrouwenrechten is eigenlijk het belangrijkste of meest omvangrijke humanitaire thema van deze tijd. Slechts een minderheid van de vrouwen op deze planeet is in acceptabele mate vrij. De redenen kunnen zowel cultureel als economisch zijn en vaak, meestal is het beide.Natuurlijk, in een welvarend land zullen vrouwenrechten eerder een vlucht nemen, maar de omgekeerde dynamiek is minstens zo waar.Een samenleving die haar vrouwen tekort doet, doet zichzelf tekort. Het is niet toevallig dat de landen waar vrouwenrechten het meest ontwikkeld zijn dat dat de meest dynamische en succesvolle samenlevingen zijn.Landen die de helft van hun intellectuele capaciteit niet of nauwelijks gebruiken zullen steeds verder achter lopen bij landen die dat wel benutten.
En meestal zijn vrouwenrechten gekoppeld aan de algemene staat van de mensenrechten in een land. Ook in totalitaire staten waar wordt gepronkt met gelijkwaardigheid van vrouwen is op wezenlijke terreinen die gelijkheid ver te zoeken. Ook daar zijn de belangrijkste taken van een vrouw toch die van broedmachine of handwerkster ter meerdere eer en glorie van de staat en het systeem. In weer andere delen van deze planeet wordt ongelijkheid der seksen zelfs openlijk gepredikt en beleden op basis van religieuze of culturele doctrines. En ook in ons deel van de wereld is er nog veel te bevechten. Zo is de Westerse wereld een belangrijke afnemer van de levende have van de perverse bedrijfstak vrouwenhandel.
Kortom, genoeg te bevechten. Genoeg onrecht op dat gebied om vrouwenrechten tot een apart speerpunt van mensenrechtenbeleid te maken. Om te vechten tegen een mentaliteit waarin structurele maatschappelijke en economische ongelijkheid, wereldwijde vrouwenhandel en zelfs massaverkrachting als oorlogsstrategie, kunnen voortbestaan. Een strijd die niet in jaren, zelfs niet in decennia te winnen is, maar die gestreden moet worden. Niet alleen voor de vrouwen. Maar voor de gehele mensheid.
Eddy Terstall is filmmaker van o.a. Simon en Vox Populi.
HOMMES FOR FREEDOM
In België bestaat een wettelijk verbod op het dragen van de boerka. Slechts één parlementslid stemde tegen. Die draagt dan wel geen hoofddoek, maar wel een blinddoek. Het dragen van de boerka in onze contreien kan immers niet los gezien worden van de weerzinwekkende manier waarop vrouwen zich in orthodox islamitische landen volledig moeten verhullen. Een fenomeen dat nu ook in onze westerse landen opduikt. De bedekking van de vrouw is een gevolg van de superioriteitsgedachte van de man tegenover de vrouw. Het is het hedendaags equivalent voor de Jodenster tijdens de naziperiode. Daar zijn vier gelijkenissen.
De boerka is net als de Jodenster opgedrongen door een groep die zich superieur acht dan anderen. De nazi’s vonden de ariërs superieur tegenover de joden, vandaag denken orthodox islamitische mannen hetzelfde tegenover hun vrouwen. De boerka is het uiterlijk kenteken van die inferieure groep net zoals de gele ster dat was voor de joden. Vrouwen mogen alleen gaan op plaatsen en tijdstippen die door de mannen worden opgelegd, net zoals de nazi’s dat deden tegenover de joden die niet op banken of trams mochten zitten en voor de avondklok binnen moesten zijn. De boerka is, in de ogen van de mannen, een middel om een onrein wezen af te schermen tegenover de ‘zuivere’ mannen zoals de Jodenster dat ook deed. En tenslotte, het meest treffende is het feit dat de boerka het individu uitwist zoals ook de ster dat deed met de joden. Joden werden niet beschouwd als unieke mensen maar als een minderwaardige groep. Hetzelfde overkomt vrouwen in de orthodoxe islam waarvan het aangezicht wordt uitgewist.
Boerka’s zijn het hedendaags symbool van de de-individualisering. Het zijn private gevangenissen waarbij de vrouw de wereld alleen kan zien door een gaas, als zoals de tralies van een cel. Wie gelooft dat vrouwen de boerka uit vrije wil dragen is naïef, dom of onverschillig. Wie de boerka toestaat, kiest de kant van de onderdrukker. We moeten doen wat Elie Wiesel zei: “We moeten partij kiezen. Neutraliteit is in het voordeel van de onderdrukker, nooit in het voordeel van het slachtoffer. Stilte moedigt de beul aan, nooit de gefolterde. Soms moeten we ingrijpen. Als menselijke levens in gevaar komen, als de menselijke waardigheid op het spel staat en nationale grenzen en gevoelens irrelevant worden. Overal waar mannen en vrouwen vanwege hun ras, religieuze of politieke overtuiging vervolgd worden, moet die plaats – op dat moment – het centrum van het universum worden.”
Onder druk van het politiek correcte denken en het cultuurrelativisme van zogenaamde ‘progressieve’ intellectuelen werd al te lang gezwegen. Het wordt hoog tijd dat we de vrouwonvriendelijke praktijken die voortvloeien uit een orthodoxe interpretatie van de koran niet langer toelaten. Zoals opgelegde hoofddoeken, gedwongen huwelijken, vrouwenbesnijdenis, eremoorden, verstoting en van de sharia die ingaat tegen fundamentele liberale grondwaarden als de vrijheid van meningsuiting, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, de scheiding van Kerk en Staat en het recht op zelfbeschikking. Er bestaat geen enkel excuus om misogyne praktijken nog te tolereren. We mogen niet langer tolerant zijn voor de intoleranten. Zoals Karl Popper zei: “Indien we onbeperkte verdraagzaamheid zelfs uitstrekken tot dezulken die onverdraagzaam zijn, als we niet bereid zijn een verdraagzame samenleving te verdedigen tegen de woedende aanvallen der onverdraagzamen, dan zullen de verdraagzamen vernietigd worden, en verdraagzaamheid met hen.”
Wie, ondanks alle informatie waarover we vandaag beschikken inzake mishandeling en onderdrukking van moslimvrouwen, nog langer opzij kijkt en zwijgt, is niet alleen moreel laf maar zelfs schuldig medeplichtig.
Dirk Verhofstadt is professor Media & Ethiek aan de Universiteit van Gent en auteur van o.a. Atheïsme als basis voor de moraal.
HOMMES FOR FREEDOM
Toen mijn vrouw zwanger was van mijn oudste dochter – 31 jaar geleden – was het Instituut voor de Wetenschap der Politiek – gevestigd aan de Herengracht in Amsterdam – een broeinest van de meest uiteenlopende soorten feministen. Sommigen wilden alleen maar praten over het recht op werk en gelijke beloning, anderen vormden praatgroepen om te ‘werken aan zichzelf’, weer anderen werden om politieke redenen lesbisch, omdat je ‘toch niet met je onderdrukker naar bed ging?’
Hoezeer zij onderling ook van mening verschilden – en er werd wat afgeruzied – over één ding leken de feministen het dertig jaar geleden eens te zijn: vrouwen werden in onze samenleving op alle mogelijke manieren onderdrukt en gediscrimineerd.
Ik werkte op het Instituut voor de Wetenschap der Politiek en in die omgeving liet ik destijds weten dat ik vurig hoopte dat mijn vrouw een zoon zou baren. Hoon en verontwaardiging was mijn deel. Pas toen de dames enigszins tot bedaren waren gekomen vroeg één van hen op hoge toon om een toelichting op deze verwerpelijke gedachte. Daar had ik natuurlijk op gewacht en ik antwoordde met een stalen gezicht dat ik begrepen had dat vrouwen op alle mogelijke manieren onderdrukt en gediscrimineerd werden en dat ik wilde dat mijn kind dat bespaard zou blijven. De beste garantie daarvoor was, zo leek mij, een zoon te krijgen en geen dochter.
De reactie was vooral verbijstering, maar sommige reacties waren ook verbijsterend. Veel dames verzekerden mij dat een dochter ‘ook heel leuk was’, hetgeen ik natuurlijk nooit ontkend had. Anderen verweten mij dat ik zelf niets wilde doen aan de verbetering van de positie van vrouwen, maar ook dat had ik niet beweerd.
Sommige feministische dames beweerden zelfs dat het met die onderdrukking van vrouwen eigenlijk wel mee viel…
Aan die genante vertoning moet ik vaak denken als ik linkse feministes hoor praten over de positie van moslima’s. Die zijn vaak zo bang om voor prowesters te worden versleten, dat zij, van de weeromstuit, suggereren dat het met de onderdrukking van vrouwen in islamitische landen geweldig meevalt. Of, erger nog, dat degenen die westerse landen oproepen paal en perk te stellen aan de besnijdenis van meisjes (zoals Ayaan Hirsi Ali), zulks doen met verkeerde bedoelingen.
De erkenning dat mensenrechten een westerse uitvinding zijn, is voor sommigen moeilijk te accepteren. Cultuurrelativisme is vaak een vorm van zelfhaat.
Meindert Fennema is emeritus hoogleraar politieke theorie. Zijn meest recente boeken zijn Van Thomas Jefferson tot Pim Fortuyn(2012) en een bundel essays onder de titel Help! De elite verdwijnt (2012). Op 27 augustus wordt zijn eerste roman, Het slachthuis, gepresenteerd in De Balie. Daar zal Blue Diamond Riem de Wolff een concert geven. Kaarten kunt u bestellen via deze site.
HOMMES FOR FREEDOM
Kees Flinterman
Column Kees Flinterman – Vrouwen voor Vrijheid
Femmes for Freedom, Vrouwen voor Vrijheid! Het klinkt zo vanzelfsprekend, zo gewoon. Waarom zou het anders zijn. Iedereen heeft fundamentele rechten, mensenrechten, die haar of hem bijvoorbeeld de vrijheid garanderen haar of zijn mening te uiten, een godsdienst naar zijn of haar keuze aan te hangen of om een godsdienst af te wijzen, of om de partner van haar of zijn keuze te huwen . De staat, de overheid mag die vrijheden niet afnemen, maar hen slechts tot op zekere hoogte beperken, waarbij aan zeer strenge voorwaarden moet worden voldaan. Die vrijheden waarvan ik hiervoor maar een paar voorbeelden heb gegeven, zijn in Nederland in de Grondwet neergelegd: daarnaast zijn ze in internationale verdragen opgenomen, zoals het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens (1950), het Internationaal Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten (1966) en het Verenigde Naties (VN) Verdrag inzake de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (1979). Gelukkig heeft Nederland vrijwel alle internationale mensenrechtenverdragen bekrachtigd. De vrijheden komen toe aan een ieder zonder enig onderscheid naar geslacht, taal, ras of godsdienst, zoals het VN Handvest (1945) het zegt.
Maar toch. De praktijk van alle dag laat zien dat ruim 65 jaar na de totstandkoming van het VN Handvest de daarin neergelegde belofte van de gelijkheid van vrouwen en mannen maar zeer ten dele is gerealiseerd. Gelukkig is er wel veel ten goede gebeurd. Een hoogtepunt was het hiervoor genoemde VN Verdrag inzake de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (het Vrouwenverdrag) in 1979; inmiddels zijn vrijwel alle staten in de wereld partij bij dit belangrijke verdrag: alleen de VS, Iran, Soedan, Zuid-Soedan, Vaticaanstad en Palau ontbreken nog. Toch zou het na 1979 nog meer dan tien jaar duren voordat de internationale gemeenschap expliciet zou aanvaarden dat vrouwen rechten als mensenrechten moeten worden beschouwd. “Women’s rights are human rights” was de leuze waaronder vrouwen- en mensenrechtenorganisaties vanuit de hele wereld de Tweede Wereldconferentie Mensenrechten die in 1993 in Wenen werd gehouden, ertoe bewogen de rechten van de mens van vrouwen hoog op de politieke agenda te plaatsen.
De ongelijkheid van vrouwen en mannen die zo vaak voor vrouwen in grote onvrijheid resulteert, is evenwel ook anno 2013 nog niet geheel uitgebannen. Maar gelukkig hebben we nu de instrumenten in handen om die staten die zich niet volledig inzetten om de gelijkheid van vrouwen en mannen tot een levende werkelijkheid te maken, daarop aan te spreken. Daarom is het zo belangrijk dat er organisaties zijn zoals Femmes for Freedom waarin (jonge) vrouwen (en gelukkig ook een aantal mannen) zich inzetten om de belofte van vrijheid die aan vrouwen is gedaan, ook daadwerkelijk te realiseren. Het hiervoor genoemde Vrouwenverdrag verplicht staten er onder meer toe de gelijke rechten van vrouwen en mannen bij het aangaan van het huwelijk, tijdens het huwelijk en bij echtscheiding te garanderen. Niemand mag tegen haar of zijn wil gedwongen worden met een ander te huwen. Even zo zeer mag niemand tegen haar of zijn wil gedwongen worden gehuwd te blijven. De staat, dat wil zeggen alle organen van de staat, inclusief de rechterlijke macht, zijn verplicht er toe te zien dat deze vrijheden ook in de praktijk van alle dag door een ieder, dat wil zeggen ook door godsdienstige gemeenschappen, worden erkend.
Het is van ganser harte te hopen dat op afzienbare termijn in Nederland , maar ook in andere landen waarin vele vrouwen in “huwelijkse gevangenschap” leven, de dag aanbreekt dat ook die vrouwen uit die gevangenschap worden ontslagen en een nieuw leven in volle vrijheid kunnen beginnen. In deze strijd voor vrijheid voor alle vrouwen wens ik Femmes for Freedom alle succes toe.
Kees Flinterman,
Lid Comité van Aanbeveling Femmes For Freedom,
Lid Verenigde Naties Mensenrechtencomité (Human Rights Committee),
Honorair hoogleraar rechten van de mens aan de Universiteit Utrecht en de Universiteit Maastricht.
HOMMES FOR FREEDOM
Column Paul Cliteur – Vrouwenrechten en heilige geschriften
Het woord “vrouwenrechten” kan aanleiding geven tot verwarring. Het zou het misverstand kunnen doen ontstaan dat er een grote hoeveelheid rechten bestaat die speciaal zou toekomen aan vrouwen en niet aan mannen. Maar dat is niet waarom het gaat. “Vrouwenrechten” zijn eigenlijk de gewone rechten die toekomen aan mannen maar die ten onrechte worden onthouden aan vrouwen. Denk aan het algemeen kiesrecht. Lange tijd bestond dat voor mannen, maar werd het onthouden aan vrouwen.
Veel van de discussies over vrouwenrechten komen neer op de toepassing van één basaal vrouwenrecht: het recht om gelijk te worden behandeld aan mannen. Nu doet zich de vraag voor hoe het kan dat mannen en vrouwen – die in allerlei opzichten zoveel op elkaar lijken – niet dezelfde rechten hebben. Dat heeft te maken met het verleden. In premoderne culturen ging men er over het algemeen vanuit dat vrouwen een zodanig andere rol zouden moeten spelen in maatschappelijk opzicht of een zodanig andere lichamelijke en geestelijke constitutie zouden hebben dat het onverantwoord zou zijn mannen en vrouwen gelijk te behandelen. Mannen en vrouwen gelijk behandelen is net zoiets als kinderen en volwassenen gelijk behandelen. Of mensen en dieren gelijk behandelen. In premoderne culturen wordt een vrouw gezien als meer lijkend op een dier of op een kind dan als gelijke aan de man.
Met name in heilige boeken als de bijbel (zowel het Nieuwe als het Oude Testament), de Koran, maar ook in de heilige boeken van Aziatische culturen treft men dat traditionele wereldbeeld aan. Een passage waarin dat kernachtig tot uitdrukking komt is afkomstig van Paulus:
Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer, want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk (Efeziërs 5:22).
Die passage is geschreven vanuit hetzelfde wereld- en maatschappijbeeld als de passage die erop volgt:
Kinderen, wees gehoorzaam aan je ouders uit ontzag voor de Heer, want zo hoort het (Efeziërs 6:1).
Wat de kwestie van de vrouwenrechten zo lastig maakt is dat men geen vooruitgang kan boeken zolang de passages als hierboven geciteerd worden gezien als dictaten waarvan men om religieuze redenen niet kan afwijken. Daarom is de kwestie van de vrouwenrechten zo intiem verbonden met de notie van Schriftgezag. Zolang heilige geschriften worden gezien als bindende wetboeken waarvan men niet kan afwijken zal het heel moeilijk zijn verandering te bewerkstelligen.
Paul Cliteur is hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap aan de Universiteit van Leiden en schrijver van Het monotheïstisch dilemma (2010) en The Secular Outlook (2012).
GROENE
ONDERDEEL PROGRAMMA BIJEEN
TEKST:
”Vrouwen en mannen gelijkwaardig BIJ1
Vrouwen hebben na twee historische golven feminisme alle rechten die mannen ook hebben: ze mogen stemmen, scheiden en hun handtekening is rechtsgeldig. Ze worden toegelaten tot alle opleidingen en beroepen. Het aantal vrouwen, ook getrouwde en met kinderen, dat de arbeidsmarkt is opgegaan is enorm gestegen.
Toch zien we nog steeds dat maar 1 op de 5 van de hogere management functies wordt ingevuld door vrouwen, en dat maar de helft van de Nederlandse vrouwen zelfstandig kan leven van eigen inkomsten. Een achterliggend probleem is de ongelijke verdeling van betaald werk; de baan en onbetaald werk; de zorg voor kinderen en andere familieleden, het huishouden.
Verzorgend werk, dat vaak wordt gezien als vrouwelijk en dus ongeschoold werk, verdient meer erkenning en ook een betere betaling. De aandacht mag niet alleen liggen bij het te lage aandeel van vrouwen in hoge functies, ook bij de gemeente.
Amsterdam BIJ1 denkt ook aan vrouwen in laag geschoold en slecht betaald werk, waar ze meestal in de meerderheid zijn. Ook daar moeten meer voorzieningen zijn voor alleenstaande moeders die werk en kinderen moeten combineren vooral omdat we zien dat kinderarmoede juist in die gezinnen vaak voorkomt.
Ook de mantelzorg verdient meer waardering. Naast de ongelijke verdeling van werk en inkomen is ook (seksueel) geweld een probleem dat steviger moet worden aangepakt.
- Gemeente Amsterdam hanteert een Code of Conduct, en stelt voor al haar diensten vertrouwenspersonen aan.
- Tweede kans onderwijs, een verworvenheid van de tweede golf feminisme, moet opnieuw worden ingevoerd, voor alle vrouwen (en anderen) die om welke reden dan ook hun school niet hebben afgemaakt of niet de kans hebben gekregen om door te leren.
- Bedrijven en organisaties – inclusief de gemeentelijke – spannen zich in om een werkklimaat te scheppen dat vrij is van seksueel wangedrag en intimidatie. Klachten worden serieus genomen, ook als er geen juridische aanklacht volgt.
- Seksisme wordt een categorie die door politie en bureau’s voor de registratie van discriminatie serieus genomen gaat worden.
- Wachtlijsten voor vrouwen in nood zijn niet acceptabel. Vrouwen die gewelddadige situaties ontvluchten hebben recht op een veilig onderkomen als eerste opvang, met hun kinderen.
- Juridische bijstand en zonodig financiële hulp moet vlot worden geregeld, evenals deelname aan een stedelijk project om weer deel te nemen aan het arbeidsproces. Een snelle opvang moet er ook zijn voor deze vrouwen zonder verblijfsvergunning of identiteitspapieren.
- In onderwijsinstellingen komt meer aandacht voor seksuele omgangsvormen, en worden met name jongens onderwezen in een respectvolle omgang met meisjes.
- Een beleid van genderrechtvaardigheid dient zich met name ook te richten tot mannen. Emancipatieprogramma’s voor mannen, als van Emancipator, worden ondersteund.
- Er moeten meer openbare toiletten komen voor vrouwen. Zolang er veel te weinig zijn krijgen vrouwen geen boete opgelegd vanwege wildplassen.
- In Amsterdam moet het mogelijk zijn om een abortus te krijgen. De gemeente faciliteert ziekenhuizen of andere medische faciliteiten waar vrouwen een veilige abortus kunnen ondergaan. De mogelijkheid voor abortus wordt in onze stad niet langer overgelaten aan de ‘vrije markt’. De abortuspil moet via huisarts en apotheek beschikbaar blijven.”
GROENE
Nu er discussie is over de vraag of er in Amsterdam net zo’n peperdure postercampagne moet komen voor de ‘vrije partnerkeuze’ als in Rotterdam, je weet wel, die poster waarop een vrouw met een hoofddoek staat te tongen met een man met een keppeltje – op straat – herinner ik er even aan dat er binnen de moslimgemeenschappen al jarenlang activiteiten zijn om jonge moslima’s er op te wijzen dat gedwongen huwelijken tegen de islam zijn. Mij lijkt dat een veel effectievere vorm van actie dan de postercampagne. Goedkoper ook nog.
Je interview met Musa was behoorlijk onkritisch, Greta. Mijn punten van kritiek ontwijk je. Dat Musa zich laat ‘ondersteunen’ door bekende islamofobe rechtse lieden als Frits Bolkestein en Paul Cliteur. Waarom doe je dat als je weet dat moslima’s in Nederland niet alleen de kampen hebben met onderdrukking in eigen kring, maar ook met islamofobie in Nederland – precies dat maakt het zo moeilijk voor moslimvrouwen om zich openlijk te verzetten tegen misstanden in de eigen gemeenschappen, omdat dat ogenblikkelijk gekaapt wordt door nationalistisch rechts. Ik neem waar dat Musa nauwelijks enige ondersteuning krijgt uit moslim kringen, en dat lijkt me daarom ook niet toevallig. Ik pleit dus al vele jaren voor de ondersteuning van initiatieven van de vrouwen zelf, van onderop, en ik heb aangegeven dat die er zijn. En ik zie niets in een herhaling van die malle postercampagne van Rotterdam die nu in Amsterdam dreigt herhaald te worden. Heel veel geld voor een zeer dubieus doel. En zou ik dat niet mogen zeggen? Het staat Shirin Musa nog steeds geheel vrij het op haar eigen manier te doen.