BIJNA HELFT KAMER WIL NIET DAT KONING LOONSVERHOGING
KRIJGT
21 SEPTEMBER 2023
Net geen meerderheid, maar toch een flink aantal partijen in de Tweede Kamer wil dat koning Willem-Alexander afziet van zijn loonsverhoging van 55.000 euro per 2024. Een motie die daartoe oproept van PVV-leider Geert Wilders kreeg steun van coalitiepartij D66 en oppositiepartijen SP, Volt, DENK, Partij voor de Dieren, FVD, Groep Van Haga, JA21, BIJ1 en de zelfstandige Kamerleden Pieter Omtzigt en Nilufer Gündoğan. Samen is dat 71 van de 150 zetels.
De koning ontvangt volgend jaar een salaris van bijna 1,1 miljoen euro en dat vindt Wilders te veel, zo had hij tijdens het begrotingsdebat naar voren gebracht. Wilders vindt 1 miljoen euro genoeg. Het zou in zijn ogen een “een mooi signaal zijn” van de koning om ruim een halve ton terug te stoppen in de staatskas nu veel mensen er nauwelijks op vooruit, of zelfs op achteruitgaan.
Demissionair premier Mark Rutte had al gezegd dat hij het “ongepast” vindt om aan de koning te vragen vrijwillig af te zien van zijn salarisverhoging. Hij wees Wilders eerder donderdag op de wet waarmee het inkomen van de koning is geregeld, waarmee de PVV in 2009 zelf instemde.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noten 34 en 35/Wij Willem-Alexander
AF TE ZIEN VAN ZIJN SALARISVERHOGING VAN 55 000 PER
2024
ZIE VOOR GEHELE STEMMINGSUITSLAG, NOOT 35
[37]
” Armoede en uitsluiting moeten onmiddellijk worden bestreden, zodat er weer een fundament komt waar iedereen op kan rekenen en niemand doorheen zakt”
….
….
” Of het nu gaat om de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, de armoede en sociale ongelijkheid in eigen land en wereldwijd, de sturing van de razendsnelle technologische en industriële veranderingen, de bedreigingen van de internationale veiligheid, de borging van onze fundamentele rechten en vrijheden: op al deze vlakken hebben wij een moderne en goed functionerende overheid nodig. Een overheid die in staat is van uitdagingen kansen te maken zonder iemand achter te laten. Een overheid die beschermt en de vooruitgang bevordert.”
DE HOOGSTE TIJD
”VOORWOORD FRANS TIMMERMANS”
UIT
CONCEPT-VERKIEZINGSPROGRAMMA GROENLINKS-PVDA 2023
”SAMEN VOOR EEN HOOPVOLLE TOEKOMST
” Minder grote verschillen in de samenleving en op de werkvloer. Nederland lijkt soms wel te zijn uitgegroeid tot een verzorgingsstaat voor renteniers. Wie veel vermogen heeft, wordt slapend rijker en wie belangrijk werk doet, blijft werkend arm. Wij corrigeren deze scheefgroei en versterken de marktmacht van werkende mensen. Daarom zorgen we ervoor dat bedrijven niet te machtig kunnen worden en verlagen we de belasting op inkomen uit arbeid voor mensen tot een middeninkomen. Op deze manier kan werken meer lonen en gaat het inkomen van mensen meer omhoog. Ondertussen voeren we voor mensen met vermogens boven een miljoen een miljonairsbelasting in (het eigen huis is hiervan uitgezonderd). ”
UIT
CONCEPT-VERKIEZINGSPROGRAMMA GROENLINKS-PVDA 2023
BLZ 33
UIT HOOFDSTUK
2. EEN ZEKER BESTAAN VOOR IEDEREEN
DAARVAN
2.2 ONTSPANNEN WERKEN EN GOED WERKGEVERSCHAP
CONCEPT-VERKIEZINGSPROGRAMMA GROENLINKS/PVDA 2023
SAMEN VOOR EEN HOOPVOLLE TOEKOMST
Reacties uitgeschakeld voor Noten 36 en 37/Wij Willem-Alexander
”Maar voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlands slavernijverleden herdenken, vergiffenis.”
HET KONINKLIJK HUIS
TOESPRAAK VAN KONING WILLEM ALEXANDER TIJDENS
DE NATIONALE HERDENKING SLAVERNIJVERLEDEN 2023
IN HET OOSTERPARK IN AMSTERDAM
Toespraak | 01-07-2023
Dames en heren, hier in het Oosterpark, op het Museumplein, in Suriname, in het Caribische deel van ons Koninkrijk en waar ter wereld u ook meekijkt.
“Binnen der Stadt van Amstelredamme ende hare vrijheydt, zijn alle menschen vrij, ende gene slaven.”
Zo luidde de officiële bepaling uit 1644.
Samen met u sta ik hier in de stad die de vrijheid al eeuwenlang boven alles liefheeft. De hoofdstad van een land dat in de loop van de geschiedenis steeds weer heeft gestreden tegen tirannie en onderdrukking.
Maar wat binnen deze stad en binnen dit land vanzelfsprekend was, gold buiten onze grenzen niet. Hier was slavernij verboden. Overzee niet.
Van alle vormen van onvrijheid is slavernij wel het meest kwetsend, het meest vernederend, het meest mensonterend.
Een medemens zien als koopwaar waarover je naar goeddunken kunt beschikken. Als een willoos werktuig om winst mee te maken. Dat je kunt vastketenen, verhandelen, brandmerken, afbeulen, straffen, straffeloos doden zelfs.
De afgelopen tijd hebben de Koningin en ik veel gesprekken gevoerd, in Nederland en op de eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk. We hebben gesproken met mensen die hun wortels hebben in Suriname en ook met mensen die een binding hebben met Indonesië. Onder hen mensen die maar drie generaties terug hoeven te gaan voor een familielid dat in slavernij werd geboren.
Zij hebben ons duidelijk gemaakt hoezeer de pijn nog steeds in de haarvaten zit.
Dankzij het werk van gedreven onderzoekers weten we steeds meer over het Nederlandse slavernijverleden. We weten dat meer dan 600.000 mensen op Nederlandse schepen uit Afrika over de Atlantische Oceaan werden vervoerd om te worden verkocht als slaaf of te worden ingezet op plantages. 75.000 van hen overleefden de oversteek niet. We weten óók over de omvangrijke slavenhandel oostwaarts, in gebieden onder VOC-bewind. En we weten over de wreedheden tegen de inheemse bevolking in de koloniën.
Maar er is ook zoveel wat we niet weten. In de archieven zijn veelal wel de dorre cijfers overgeleverd. Ze tonen ons de feiten door de bril van de boekhouder. Maar de stemmen van de tot slaaf gemaakten zijn verwaaid in de wind. Zij lieten nauwelijks sporen na.
Het wekt ontzag dat niet weinigen van hen de kracht vonden om in opstand te komen, ook al was het vaak met de moed der wanhoop. Verzetsstrijders als Boni, Baron en Joli-Coeur daagden vanuit de uitgestrekte bos- en moerasgebieden in Suriname het onmenselijke slavernijsysteem uit. Hun heldhaftigheid – en die van vele anderen – getuigt van trots en kracht die niet te breken is.
Heel soms is de stem van een zwarte vrijheidsstrijder via geschreven bronnen aan ons overgeleverd. Zoals de stem van Tula, de leider van de opstand van 1795 op Curaçao. Vijf maanden geleden waren wij samen met onze oudste dochter op de plek waar hij woonde en werkte: de toenmalige plantage Knip.
Hoe redelijk en menselijk klinken Tula’s woorden in onze moderne oren. Hij beriep zich op de idealen van de Franse Revolutie en de gelijkheid van alle mensen, ongeacht hun kleur. “Wij willen niemand kwaad doen’, zei hij. “Wij verlangen niet anders dan onze vrijheid.”
Het antwoord van het bevoegd gezag was bruut en genadeloos. Tula werd als straf geradbraakt en onthoofd.
Wij dragen de gruwelijkheid van het slavernijverleden met ons mee. De gevolgen daarvan zijn vandaag nog steeds te voelen in racisme in onze samenleving.
Op 19 december vorig jaar heeft de minister-president namens de Nederlandse regering excuses aangeboden voor het feit dat mensen in naam van de Nederlandse staat eeuwenlang tot handelswaar zijn gemaakt, zijn uitgebuit en mishandeld.
Vandaag sta ik hier voor u. Als uw Koning en als deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd.
Maar voor mij is er daarnaast nog een andere persoonlijke dimensie.
Slavenhandel en slavernij worden erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. De stadhouders en de koningen van het Huis van Oranje-Nassau hebben hier niets tegen ondernomen.
Ze handelden binnen het kader van wat toen wettelijk geoorloofd werd geacht. Maar het slavernijsysteem illustreerde het onrecht van die wetten.
De Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd dat je je niet tot het uiterste achter wetten kunt verschuilen wanneer medemensen tot beesten worden gereduceerd en aan de willekeur van machthebbers zijn overgeleverd.
Op een gegeven moment groeit de morele plicht om op te treden. Temeer daar slavernij hier in Europees Nederland strikt verboden was. Wat in de koloniën en in de handel overzee normaal werd gevonden en op grote schaal werd gepraktiseerd en aangemoedigd, was hier niet toegestaan. Dat wringt.
Het onafhankelijke onderzoek waartoe ik heb besloten, zal méér licht werpen op de precieze rol van het Huis van Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis en de slavernij. Maar voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlands slavernijverleden herdenken, vergiffenis.
Ik realiseer me heel goed dat lang niet iedereen dezelfde gevoelens heeft bij deze herdenking. Er zijn ook inwoners van Nederland die het aanbieden van excuses zo lang na de afschaffing van de slavernij overdreven vinden. Zij ondersteunen echter in overgrote meerderheid wél de strijd voor gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht kleur of culturele achtergrond.
Daarom wil ik u vragen: stel uw hart open voor al die mensen die hier vandaag niet zijn, maar die wél samen met u willen werken aan een samenleving waarin iedereen volwaardig kan meedoen. Respecteer dat er verschillen zijn in beleving, achtergrond en voorstellingsvermogen.
Tijdens de gesprekken die de Koningin en ik hebben gevoerd met nazaten van tot slaaf gemaakten, zei een van hen: “we moeten los van de verkramptheid. Fouten maken mag.” Iemand anders zei: “laten we het ongemak omarmen.”
Er is geen blauwdruk voor het proces van heling, verzoening en herstel. We betreden samen nieuw gebied. Laten we elkaar steunen en vasthouden!
Het is vandaag zestig jaar geleden dat een groep Surinaamse Nederlanders door de binnenstad van Amsterdam trok met spandoeken waarop stond ‘Ketie Kotie fri moe de’. Zij ontstaken het herdenkingsvuur dat wij vandaag brandend houden.
Dit is een belangrijke dag voor iedereen die een binding heeft met Suriname, óók degenen van wie de voorouders als contractarbeiders naar de kolonie kwamen.
Ik hoop dat de nakomelingen van tot slaaf gemaakten en van hen die gedwongen arbeid verrichtten in andere delen van de wereld zich vandaag opgenomen voelen in dit samenzijn. Dat zij zich evenzeer gehoord voelen. Mensen uit het Caribische deel van het Koninkrijk. En de vele Nederlanders die een binding hebben met Indonesië en die de pijn van grof onrecht in het verleden met zich meetorsen.
We hebben allemaal onze eigen familiegeschiedenis. Onze eigen emoties. Onze eigen culturele traditie die houvast geeft. Onze rituelen die troosten, symbolen die bemoedigen, woorden van wijsheid die weerklinken in ons hart.
Al die tradities zijn kostbaar en verdienen respect. Maar laten we in het verlengde daarvan elkaar de hand reiken en samen bouwen aan een wereld zonder racisme, discriminatie en economische uitbuiting.
Na erkenning en excuses mogen we samen werken aan heling, verzoening en herstel. Zodat we uiteindelijk allen trots kunnen zijn op alles wat we delen. En kunnen zeggen:
Ten kon drai Tijden zijn veranderd
Den keti koti, brada, sisa De ketenen zijn verbroken, broeder, zuster
Ten kon drai Tijden zijn veranderd
Den keti koti, fu tru! De ketenen zijn verbroken, echt waar!
EINDE TOESPRAAK KONING WILLEM ALEXANDER
Reacties uitgeschakeld voor Noot 42/Wij Willem-Alexander
Op 3 oktober 1795 stierf Tula, de leider van een van de grootste opstanden tegen het slavernijsysteem in het Caribische gebied. Hij werd op gezag van de Nederlandse koloniale autoriteiten op gruwelijke wijze terechtgesteld, samen met een aantal medestrijders.
In de geschiedenis van uw land en van ons Koninkrijk staat de gestalte van Tula fier overeind. Hij wekt bewondering en respect. Vanwege zijn moed en zijn leiderschap. Vanwege zijn verzet tegen mensonterende uitbuiting. En vanwege de idealen waarmee hij zijn tijd vooruit was.
Tula was een modern denkend en voelend mens. Tegenover machthebbers die verstokt bleven vasthouden aan onrecht en onderdrukking, geloofde hij in de waarden van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Hij gaf daar op indrukwekkende wijze uiting aan; intelligent, redelijk, menselijk. “Wij zijn al te erg mishandeld”, zei hij. “Wij willen niemand kwaad doen. Wij verlangen niet anders dan onze vrijheid.”
Tula was een held in zijn daden en in zijn denken. Tijdens het bezoek dat mijn vrouw, mijn oudste dochter en ik in februari 2023 aan de toenmalige plantage Knip brachten, raakten we opnieuw onder de indruk van zijn persoonlijkheid. Tula wist velen te inspireren om te vechten voor een menselijk bestaan zonder slavernij. Hij staat symbool voor de strijd voor de rechten van ieder individu. Hij staat ook symbool voor de kracht van Curaçao.
In 2010 is Tula op Curaçao uitgeroepen tot nationale held. Velen van u hebben zich er met hart en ziel voor ingezet dat ook de Nederlandse regering Tula zou rehabiliteren. Vandaag is dat gebeurd.
Ik hecht eraan u vandaag als uw Koning en als deel van de Nederlandse regering te laten weten hoezeer deze rehabilitatie door mij persoonlijk wordt doorvoeld.
Wij dragen onze gedeelde geschiedenis met ons mee, inclusief alle wreedheden, alle pijn en al het verdriet. Het is belangrijk te erkennen wat in het verleden is misdaan. De rehabilitatie van Tula betekent eerherstel van een groot man die weigerde te buigen en te zwijgen. Zijn stem klinkt dóór en herinnert ons eraan dat vrijheid uiteindelijk het laatste woord heeft.
Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander
[44]
RIJKSOVERHEID
NEDERLAND REHABILITEERT CURACAOSE VERZETSHELD TULA
Nieuwsbericht | 05-10-2023 | 01:00
“De Nederlandse regering onderkent volmondig de rechtvaardigheid van Tula’s strijd, en die van anderen die zich tegen slavernij verzetten, en kijkt met spijt en schaamte naar de manier waarop zij door historische, bestuurlijke voorgangers zijn behandeld. 228 jaar na de dag van zijn dood krijgt Tula eerherstel van de Nederlandse regering.” Met deze woorden, uitgesproken door staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitalisering en Koninkrijksrelaties), is de Curaçaose verzetsheld Tula formeel postuum door de Nederlandse regering gerehabiliteerd.
Ter gelegenheid van de rehabilitatie las de Gouverneur een brief voor van de Koning gericht aan de bevolking van Curaçao. Verder kondigde staatssecretaris Van Huffelen de instelling van een Tula studiebeurs en een leerstoel slavernijverleden aan.
Eerherstel en bewustwording
De rehabilitatie vond plaats in navolging van de excuses van minister-president Mark Rutte namens de regering op 19 december 2022. Als onderdeel hiervan stelt het kabinet € 200 miljoen beschikbaar voor maatregelen op het terrein van bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van het slavernijverleden. De bestemming hiervan vindt plaats in gezamenlijkheid met onder andere nazaten en betrokkenen.
Een van de toezeggingen na de excuses, was de officiële rehabilitatie van de op 3 oktober 1795 op gruwelijke wijze gemartelde en vermoorde Curaçaose verzetsheld Tula. Rehabilitatie van Tula door Nederland is een langgekoesterde wens op Curaçao en was een expliciete aanbeveling uit het rapport ‘Ketenen van het verleden’. Met de rehabilitatie heeft de verzetsstrijder nu ook van Nederland de eer toegekend gekregen die hem toekomt.
Nederland: gedenkwaardig moment
Om ook in Europees Nederland erkenning en bewustwording over dit deel van de geschiedenis te creëren, is op 3 oktober in het Haagse Korzo theater een gedenkwaardige avond georganiseerd in aanwezigheid van de minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Bij die gelegenheid werd een plaquette overhandigd aan de gevolmachtigde minister van Curaçao met de formele tekst van de rehabilitatie. Het is de bedoeling dat die plaquette door Nederland langs verschillende gemeenten rondreist, waar het aanleiding zal vormen voor participatie en dialoog over het slavernijverleden.
Tula studiebeurs en leerstoel
Om te stimuleren dat de geschiedenis meer vanuit Curaçaos perspectief wordt onderzocht, biedt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Curaçao de komende vier jaar een Tula studiebeurs aan. Via deze beurs krijgt een student per jaar de kans om in Nederland een volledige voltijd bacheloropleiding docent geschiedenis op een hogeschool naar keuze te volgen, waarbij de student een tegemoetkoming in de studiekosten krijgt. Ook krijgen Aruba, Curaçao en Sint Maarten voor de komende twee jaar een leerstoel slavernijverleden aangeboden. Deze wordt verdeeld over de onderwijsinstellingen in de Landen.
Tula symbool tegen slavernij
Tula was de leider van de grootste slavenopstand op Curaçao. Op 17 augustus 1795 legden de tot slaaf gemaakten van plantage Knip onder leiding van Tula het werk neer. Samen met zijn medestrijders Bazjan Karpata, Pedro Wacao en Louis Mercier kreeg Tula bijna 2000 mensen op de been, nadat tot slaaf gemaakten van verschillende plantages zich bij hen aansloten. Tula kende de uitgangspunten van de Franse revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap en streefde op basis van deze principes naar vrijheid voor iedereen. Tula wist dat Frankrijk de slavernij had afgeschaft en beredeneerde dat Nederland, dat op dat moment bezet was door de Fransen, ook de slavernij moest afschaffen. Naast Tula werden ook andere opstandelingen na gevangen te zijn genomen, geëxecuteerd. Tula werd als afschrikwekkend voorbeeld voor anderen als eerste gemarteld en terechtgesteld en daarna letterlijk tentoongesteld. Na zijn dood werd Tula eeuwenlang omschreven als een misdadiger en kwam hij lange tijd niet voor in het geschiedenisonderwijs op school.
Strijd voor rehabilitatie
In 2010 werden Tula en andere leiders van de slavenopstand door de Curaçaose regering officieel gerehabiliteerd als ‘mannen en vrouwen van eer en goede naam’. Op initiatief van de Fundashon Rehabilitashon Tula (Papiaments voor Stichting Rehabilitatie van Tula) is Tula in dat jaar door de Curaçaose regering officieel uitgeroepen tot nationale held van Curaçao.
Ook in Nederland is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor deze verzetsheld in de vorm van films, muziektheater en straatnamen.
TER GELEGENHEID VAN DE REHABILITATIE VAN DE CURACAOSE
VERZETSHELD TULA
Toespraak | 05-10-2023
Bon tardi
Excellenties, geachte aanwezigen,
We zijn hier vandaag om stil te staan bij het leven en de woorden van een zeer bijzondere man. Een man die de moed had om op te komen voor zijn vrijheid – én die van vele anderen hier op Curaçao.
Net als velen van u heb ik me afgevraagd of Tula ons gisteren, de dag van zijn dood, iets had willen vertellen. Het ongekende noodweer van gisteravond, heeft een ruw einde gemaakt aan wat begon als een waardige ceremonie.
Maar dat de veerkracht van Tula diepgeworteld is in de Curaçaose samenleving, blijkt elke keer weer. Ik wil dan ook mijn grote bewondering en waardering uitspreken, voor de manier waarop u zich heeft herpakt. Zodat we vandaag, alsnog, samen kunnen gedenken wat hij voor ons heeft betekend.
Ik begin graag met enkele zinnen uit een gedicht over Tula, van de hand van Frida Winklaar Domacassé , waarvan ik geloof dat ze raken aan de essentie van deze dag.
Maan, zeg me hoe standvastig hij stond Zodat ik me zijn voorbeeld kan herinneren Zodat ik kan staan zonder om te vallen Zonder te vallen in een perspectief zonder toekomst
Van Tula’s leven van vóór de 17e augustus 1795 weten we weinig. Waar werd hij geboren, wie waren zijn naasten? Wat zou hij hebben beleefd, gedacht, gevoeld? Hoe motiveerde hij zijn medestrijders, en hoe dacht hij over de toekomst van Curaçao? Uitgebreid onderzoek in het Nationaal Archief heeft deze vragen maar beperkt kunnen beantwoorden. Het onderstreept dat de Nederlandse Staat, doelbewust en efficiënt, getracht heeft de geschiedenis van uw voorouders te wissen.
Ik zeg dat met schaamte en spijt.
En ook van Tula’s woorden is weinig bewaard gebleven. Maar wat we kennen, is ongekend krachtig. U zult zijn woorden kennen, maar ik herhaal ze hier graag, omdat het prachtige woorden zijn. Tegen de pater Jacobus Schinck, sprak hij:
“Wij zoeken niemand kwaad te doen, maar zoeken onze vrijheid. Is niet iedereen op aarde een afstammeling van Adam en Eva? Deed ik er fout aan om tweeëntwintig broeders uit de gevangenis te bevrijden, waar ze ten onrechte in zaten? Vader, zelfs een dier wordt beter behandeld dan wij, als het gewond raakt, wordt het verzorgd.”
Het zijn aangrijpende woorden, maar ook prachtige, poëtische woorden.
Woorden die vrijheid en gelijkheid een universeel karakter verlenen en doen denken aan de werken van de grote zwarte schrijvers en dichters van de jaren ’60 en ‘70. Stemmen die pijn en strijd vertaalden naar schoonheid en inspiratie.
De revolutionaire stemmen van Gil-Scott Heron, Amiri Baraka, James Baldwin. Die laatste schreef: “Not everything that is faced can be changed, but nothing can be changed until it is faced.”
Niet alles wat onder ogen wordt gezien, kan veranderd worden, maar niets kan veranderd worden, totdat het onder ogen wordt gezien. Tula zag onrecht en vocht voor verandering. En ik sta hier om, namens de Nederlandse regering, de geschiedenis onder ogen te zien.
Vrijheid, gelijkheid en broederschap.
De idealen van de Franse revolutie, die via Frankrijk ook de tot slaaf gemaakte mensen op Haïti bereikten – daarvan vond Tula dat die ook moesten gelden voor hem en de zijnen. Het uitroepen van de Bataafse republiek betekende dat de Franse wetgeving ook voor Curaçao zou gelden, zo redeneerde hij. Hier begon de strijd van tot slaaf gemaakten, hun nazaten en hun medestanders om de definitie van ‘mens’ uit te breiden tot de hele mensheid.
Tula vocht voor zichzelf en voor de zijnen, maar ook voor iets dat tijdloos is, en universeel. Tula probeerde het eerst met woorden, maar die woorden werden beantwoord met geweerschoten.
De Nederlandse staat gaf geen gehoor aan het verlangen naar een menswaardig bestaan en koos ervoor te reageren met bruut geweld. Het was niet alleen een plantage-eigenaar, of zelfs het eilandsbestuur, waar Tula het tegen op nam. Tula nam het op tegen een Staat, een koloniale macht. Een monsterlijke structuur van legers en handelsvloten. Een misdadig systeem, waarin de ene mens de ander tot handelswaar maakte.
Opgericht om rijkdom te vergaren en bereid om alle beschikbare middelen aan te wenden om die rijkdom te verdedigen. Rijkdom die nog steeds te zien is in de Nederlandse musea en binnensteden. Tula wist waar hij het tegen opnam. En hij wist ook dat als hij van dat systeem zou verliezen, hem een gruwelijk lot te wachten stond.
En toch.
Toch vocht Tula.
I tòg. Tòg Tula a lucha.
Met zijn woorden en daden verenigde hij 2000 medestanders. Allemaal mensen die hij inspireerde om voor de vrijheid hun leven in de waagschaal te leggen. Mensen ook die hun moed vaak met de dood moesten bekopen. Met eerbied noem ik vandaag dan ook hun namen.
De moedige Bazjan Carpata, Pedro Wacao, en Louis Mercier.
En naast hen waren er vele anderen, van wie ik de namen niet kán noemen, omdat zij niet bewaard zijn gebleven. Door toedoen van de Nederlandse Staat.
Hun daden zijn niet minder groots, hun levens niet minder belangrijk.
Nan merito no ta menos grandi, nan bida no ta menos importante.
Tula en de zijnen vochten als leeuwen, bevrijdden het halve eiland, in een rechtvaardige strijd met geoorloofde middelen. En met een overweldigende tegenstand.
Te lang, honderden jaren lang, was de Nederlandse omgang met deze geschiedenis er één van wegkijken, goedpraten, maskeren – en, zoals eerder benoemd: uitwissen. En daarom is het minste wat ik kan doen, hier, op deze plek, open en eerlijk zijn over de feiten. Open, eerlijk en ook: volledig.
Want minder dan dat zou een voortzetting zijn van het wegkijken dat de Nederlandse omgang met deze geschiedenis zo lang gekenmerkt heeft.
Ik wil de gruwelijkheden die gepleegd zijn tegen Tula en de zijnen, hier, vandaag, op de plek waar wij nu staan, expliciet benoemen. Tula werd als eerste terechtgesteld. Met een ijzeren staaf werden alle botten in zijn lichaam gebroken. Zijn gezicht werd verbrand en uiteindelijk werd hij onthoofd. Bazjan Carpata moest bij dit alles toekijken en onderging vervolgens hetzelfde lot. Van Pedro Wacao werden de handen afgehakt. Zijn hoofd werd ingeslagen met een hamer. De lichamen van de drie werden in zee gedumpt. De hoofden van Tula en Karpata op staken geplaatst. 29 anderen werden opgehangen.
Gisteren waren wij de geschokte getuigen, van de wreedheid van hun lot. Tula moest een afschrikwekkend voorbeeld worden, zo vond Nederland. Maar nu, 228 jaar later, is Tula een symbool van moed.
Van moed, van verzet, van de mogelijkheid om echte verandering te bewerkstelligen, hoe onoverkomelijk de tegenstand ook lijkt te zijn.
Tula is een held, een historische held.
De wens van Tula was terecht. Zijn strijd rechtvaardig. En de gebruikte middelen geoorloofd. En dat maakt de executie van Tula een misdaad.
E deseo di Tula tabata ku su rason. Su lucha hustu. I su metodo hustifiká.
Een gruwelijke, wrede misdaad, gepleegd door vertegenwoordigers van de Nederlandse staat. En dat geldt ook voor de beslissing om geen gehoor te geven aan Tula’s wens. De beslissing om de strijd aan te gaan, om geweld te gebruiken tegen mensen die niets anders wensen dan een menswaardig bestaan.
Op 19 december 2022 heeft minister-president Mark Rutte, namens de Nederlandse regering, excuses gemaakt voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden. Postuum aan alle tot slaaf gemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu.
Tegelijkertijd kondigde ik op die dag, hier op Curaçao, aan dat de Nederlandse regering Tula formeel eerherstel zou geven. En op 1 juli bood ook onze Koning zijn excuses aan voor het slavernijverleden en vroeg om vergiffenis. Hij sprak met eerbied over Tula.
Doshenti binti ocho aña después di fecha di su morto, gobièrnu di Hulanda ta rehabilitá Tula formalmente! Ku esaki, ta rekonosé plenamente, ku e lucha di Tula i di e otronan ku a oponé kontra sklabitut tabata unu hustu. Tambe, ta mira bèk ku duele i bèrgwensa, na e manera ku predesesor di gobernantenan den pasado a trata nan. Na nòmber di gobièrnu hulandes awe mi ta rehabilitá Tula i mí ta rekonos’é komo héroe di Kòrsou i di nos tur. I na nomber di gobierno Hulandes mi ta pidi despensa pa su kondena i morto kruel. I mi ta pidi pordón pa e hecho ku boso mester a warda asina tantu riba su rehabilisashon.
228 jaar na de dag van zijn dood krijgt Tula formeel eerherstel van de Nederlandse regering.
Zij onderkent hiermee volmondig de rechtvaardigheid van Tula’s strijd, en die van anderen die zich tegen slavernij verzetten, en kijkt met spijt en schaamte naar de manier waarop zij door historische, bestuurlijke voorgangers zijn behandeld.
Namens de regering, spreek ik, staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering, vandaag de rehabilitatie van Tula uit en erken hem als held van Curaçao en ons allen.
En ik bied vandaag, namens de Nederlandse regering, excuses aan voor de veroordeling van Tula en zijn gruwelijke dood.
En ik vraag u vandaag, namens de Nederlandse regering, om vergiffenis voor het feit dat u zo lang heeft moeten wachten op zijn rehabilitatie.
Tula’s strijd had zin. In het verleden, en in het heden. Na de opstand kregen de tot slaaf gemaakten het beter – iets beter. De reden daarvoor was cynisch: de machthebbers omarmden niet opeens de waarden die Tula uitdroeg. Nee, ze kregen het iets beter uit angst voor nieuwe opstanden. En de erfenis van het misdadige systeem waartegen Tula in opstand kwam, is nog altijd voelbaar, in patronen van uitsluiting en ongelijkheid.
Te lang leerden jongeren op Curaçao wel over het leven aan de andere kant van de oceaan, maar niet over de heldendaden van hun eigen voorouders. Dat willen we doorbreken.
We moeten en willen een einde maken aan het doorgeven van trauma aan volgende generaties. Daar hoort bij: het mogelijk maken van onderzoek, het blijven vertellen van verhalen. Schoolboeken van eigen bodem. Zuinig zijn op cultuur en traditie.
Op de Tambú bijvoorbeeld, die bijzondere combinatie van muziek en dans, communicatie en spiritualiteit, met wortels in West-Afrika, die de Nederlandse Staat niet wist uit te roeien.
Vandaag zetten we een nieuwe stap op het lange en moeilijke pad van emancipatie. En de harde waarheid is: deze rehabilitatie komt laat, te laat, en kwam ook niet vanzelf. Die is het resultaat van de tomeloze inzet van een grote groep Curaçaoënaars. Het resultaat van talloze brieven en petities, gedichten en boeken, zang en dans. Daarom spreek ik vandaag ook voor hen mijn waardering uit.
Ik wil graag compleet zijn, maar zal daar vermoedelijk niet in slagen:
Humphrey ‘Pim’ Senior, Andechie Albert, Angel Salsbach, Rene Rosalía, Sygmund Montesant, Moises Boeis Augusta, Ruben Severina, Charles do Rego, Gladys do Rego Kuster, Deonisio Martina, Frank Quirindongo, Stanley Quirindongo, Jeanne Henriquez, Max Elstak, Magaly La Croes, John Djaoen, Druusje Jansen, Lionel Janga, Gibi Basilio, Henri Vijber, Suzy Camelia Römer, Jaime de Sola, Dimitri Cloose, Rose Mary Allen, Richenel Ansano, Philipson Rafaela, Marlon Regales.
Zij en vele anderen hebben keihard gevochten voor eerherstel en voor emancipatie, soms tientallen jaren lang. Dankzij hen zal de stem van Tula de komende eeuwen resoneren.
En de Nederlandse regering wil die stem versterken. In de anderhalf jaar dat ik nu staatssecretaris ben, heb ik talloze mensen gesproken die het belang van Tula’s erfenis benadrukten, zoals Gibi Basilio, die al in de jaren ’80 de geschiedenis van Tula tot leven bracht met zijn straattoneel, en Lionel Janga en Rose-Mary Allen.
Maar ook jongeren op de Juan Pablo Duarte school, die me vertelden zich tweederangsburgers te voelen. Hartverscheurend. Deze gesprekken hebben diepe indruk op mij gemaakt. De erkenning groeit, de kennis neemt toe. Sinds enkele jaren zijn de slavenregisters voor iedereen digitaal toegankelijk. Kinderen schrijven verhalen en gedichten over Tula. Op een basisschool op Curaçao, maar ook in Amsterdam. En de jongste generatie nazaten zal straks naar een standbeeld kunnen wijzen, en vragen: “Mama, wie is die meneer?”
Ze wonen dan aan het Tulaplein, of gaan naar school in de Tulastraat. Tula en zijn strijd verdienen voor eeuwig een plaats in ons collectief bewustzijn. Het is het verhaal van Curaçao, én het verhaal van het Koninkrijk. Het is uw geschiedenis, en ook mijn geschiedenis, ook al vervulden onze voorouders andere rollen. Die geschiedenis heeft onze volle aandacht – van de regering, en van het Koningshuis. Daarom zou ik, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de komende 4 jaar een Tula-beurs willen aanbieden aan Curaçao.
Via deze beurs krijg één student per jaar de kans om in Nederland een volledige voltijd bacheloropleiding docent geschiedenis in Nederland te volgen, waarbij de student een tegemoetkoming in de studiekosten krijgt. Daarnaast willen wij de komende twee jaar een leerstoel slavernijverleden aanbieden aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Deze zal worden verdeeld over de onderwijsinstellingen in de landen.
Ik hoop dat de pijn en de moed van uw voorouders een blijvende bron van inspiratie en trots zijn.
228 jaar is een bijzonder lange tijd. Maar ik ben ervan overtuigd dat de stem van Tula nog veel langer zal worden gehoord. Zoals Martin Luther King het verwoordde:
“The arc of the moral universe is long, but it bends toward justice.”
De morele boog van het universum is lang, maar hij buigt naar rechtvaardigheid.
De geest van Tula leeft voort in iedereen die vecht voor gelijkheid en emancipatie binnen het Koninkrijk. Voor al diegenen die onrecht blootleggen, misstanden aankaarten en hun rechten opeisen. Het is nu aan ons, in het hier en nu, om samen die boog te volgen en recht te doen aan de erfenis van Tula.
Masha danki.
EINDE SPEECH
Reacties uitgeschakeld voor Noten 43 en 44/Wij Willem-Alexander
KONING REAGEERT OP NSDAP-LIDMAATSCHAP: ”GROTE IMPACT”
Koning Willem-Alexander heeft gereageerd op de vondst van de NSDAP-lidmaatschapskaart van zijn grootvader prins Bernhard. “Ik kan me heel goed voorstellen dat het nieuws grote impact heeft, dat het veel emoties oproept. Met name bij de Joodse gemeenschap.”
De koning zegt dat hij ervan overtuigd is dat we het verleden onder ogen moeten zien, ook de minder mooie kanten. Hij doelt op de openstelling van de particuliere archieven van het Koninklijk Huis, tot 6 september 1948. Vanaf volgend jaar kan iedereen toegang krijgen tot die archieven.
“Ik heb zelf ook de mogelijkheid om dingen uit het archief te halen maar ik heb besloten dat niet te doen. Ik vind dat het hele archief zo transparant mogelijk beschikbaar moet zijn voor onderzoekers en de geschiedschrijving.”, zei de koning tegenover de NOS.
Gisteren werd bekend dat de originele lidmaatschapskaart van prins Bernhard van de NSDAP is gevonden. Hiermee is onomstotelijk bewezen dat hij tot zijn huwelijk in 1937 lid was van de nazipartij van Adolf Hitler. Historici twijfelden daar al niet meer aan, maar Bernhard zelf bleef het tot het eind van zijn leven ontkennen.
“Ik was nooit een nazi”, verklaarde prins Bernhard kort voor zijn dood. Hij kon dat met zijn hand op de Bijbel beloven, zei hij in een interview met de Volkskrant. Hij zou geen contributie betaald hebben en ook niet in het bezit zijn geweest van een kaart.
EINDE NOS BERICHT
HET PAROOL
NSDAP-LIDMAATSCHAP PRINS BERNHARD IS VOLGENS
KONING EEN ASPECT VAN HET VERLEDEN DAT WE ONDER OGEN
MOETEN ZIEN
5 OCTOBER 2023
Koning Willem Alexander vindt dat het verleden onder ogen moet worden gezien, ook de minder mooie kanten. Het staatshoofd zei dat in reactie op de vondst van de originele NSDAP-lidmaatschapskaart van zijn grootvader, prins Bernhard.
“Ik kan me wel heel goed voorstellen dat het nieuws grote impact heeft, veel emoties oproept, met name bij de Joodse gemeenschap,” zei koning Willem Alexander voorafgaand aan de uitreiking van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst in het Koninklijk Paleis op de Dam. “Maar ik ben ervan overtuigd dat we het verleden onder ogen moeten zien, ook de minder mooie gedeeltes van het verleden.”
Daarom heeft hij besloten het archief tot 6 september 1948 vrij te geven, zo werd eerder al bekendgemaakt door het Koninklijk Huis. “Ik heb zelf ook de mogelijkheid dingen uit het archief te halen, maar ik heb besloten dat niet te doen. Ik vind dat het hele archief zo transparant mogelijk beschikbaar moet zijn, voor de geschiedschrijving,” zei de koning tegen journalisten. Onderzoekers kunnen vanaf januari brieven, documenten en andere bronnen tot 1948 uit deze archieven raadplegen.
Gisteren bleek er overtuigend bewijs te zijn dat prins Bernhard lid was geweest van de NSDAP, de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij van Adolf Hitler. Zijn originele lidmaatschapskaart werd gevonden in het privéarchief van de prins. “Het is de ultieme bevestiging dat hij loog tot het bittere einde,” zei historicus Gerard Aalders naar aanleiding van de vondst.
Hoewel prins Bernhard eerder al eens werd geconfronteerd met bewijs, heeft hij altijd ontkend lid te zijn geweest van de NSDAP. Zo vonden historici Gerard Aalders en Coen Hilbrink in 1996 in de Verenigde Staten een kopie van zijn lidmaatschapskaart en correspondentie over de opzegging van zijn lidmaatschap uit 1936, het jaar dat hij zich verloofde met prinses Juliana.
Demissionair premier Mark Rutte is niet van plan een onderzoek te laten instellen naar het naziverleden van prins Bernhard. Een dringend verzoek in die richting van een deel van de Tweede Kamer en belangenorganisaties legde premier woensdag naast zich neer. Alle benodigde informatie is namelijk openbaar en daarmee is het volgens Rutte aan historici om hier onderzoek naar te doen.
EINDE BERICHT
Reacties uitgeschakeld voor Noot 45/Wij Willem-Alexander
””Budgetinstituut Nibud is bezorgd over het verdwijnen van de energietoeslag en noemt dat een aderlating voor de laagste inkomens. Volgens eigen berekeningen van het Nibud gaat een alleenstaande in de bijstand er 4,3 procent op achteruit, wat neerkomt op 72 euro per maand.
“Een alleenstaande in de bijstand kon dit jaar met alle tijdelijke maatregelen en zonder tegenslagen rondkomen”, zegt directeur Arjan Vliegenthart. “Maar als je volgend jaar 72 euro minder kunt besteden, kom je elke maand tekort.”
NOS
CPB: KOOPKRACHT MEESTE HUISHOUDENS STIJGT: ARMOEDEPAKKET HELPT
19 SEPTEMBER 2023
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 10
NIBUD:
VERDWIJNEN ENERGIETOESLAG ADERLATING VOOR
LAAGSTE INKOMENS
19 SEPTEMBER 2023
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 12
Reacties uitgeschakeld voor Noot 46/Wij Willem-Alexander
KONING WILLEM-ALEXANDER: ”PIJNLIJK, DAT NEDERLANDERS
DE REKENINGEN NIET KUNNEN BETALEN”
20 SEPTEMBER 2022
Koning Willem-Alexander vindt het pijnlijk dat Nederlanders hun rekeningen niet kunnen betalen. Tegelijkertijd noemt hij het zorgwekkend dat ze het vertrouwen verliezen in het bestuur. Dat zei de koning zojuist in de troonrede.
Volgens de koning is een ‘andere manier van leven’ nodig, omdat de huidige op grenzen stuit. “We leven in een tijd van tegenstrijdigheid en onzekerheid,” zo start hij de jaarlijkse troonrede. “Het is tegenstrijdig dat bestaanszekerheden onder druk staan en armoede toeneemt in een periode van economische groei en lage werkloosheid. Tegenstrijdig is het dat mensen zich in ons vrije land onvrij voelen om hun mening te geven uit angst voor harde reacties of zelfs bedreigingen.”
Het baart hem zorgen dat mensen minder vertrouwen hebben in het politiek bestuur. “Zorgwekkend is het dat mensen het vertrouwen verliezen in het oplossend vermogen van politiek en bestuur,” aldus de koning. “Het is pijnlijk dat steeds meer mensen in Nederland moeite hebben met het betalen van hun huur, boodschappen, zorgpremie of energierekening. Daarom komt het kabinet met een ongekend fors maatregelenpakket van ruim 18 miljard euro, vooral ten behoeve van de lage en middeninkomens.”
‘Niet alles hoeft tegelijk’
Toch kunnen Nederlanders volgens hem houvast ontlenen aan eerdere moeilijke tijden, zoals de opbouw na de oorlog of de periode waarin ruilverkaveling het platteland beroerde. Hij tracht de Nederlanders ook gerust te stellen. “Niet alles kan en hoeft tegelijk. Vaak begrijpen we pas achteraf hoe ingrijpend periodes zijn geweest.”
Niemand kan volgens de koning voorspellen hoe de toekomst eruitziet. Maar het zal volgens hem anders zijn, omdat onze huidige manier van leven op grenzen stuit. Nederlanders zullen anders moeten ‘leven, ondernemen, reizen en samenleven’.
Koningin Juliana
Volgens de koning realiseert het kabinet zich ‘dat mensen kritisch zijn op de werking van het politieke bestel’. Hij verwees daarbij ook naar hoe zijn grootmoeder prinses Juliana in 1948 handelde bij haar inhuldiging als koningin: “Zo sprak mijn grootmoeder in 1948 bij haar inhuldiging de volgende woorden tegen uw voorgangers. Ik citeer:
‘Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis in een toestand, waarin alles aankomt op onze houding tegen de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Het moet zelf zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot.’”
Glazen koets
Willem-Alexander sprak zijn troonrede vanwege de verbouwing aan het Binnenhof uit in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Hij gaf daarin aan wat de belangrijkste plannen zijn van de regering voor het komende jaar en hij opende daarmee het nieuwe werkjaar van de Eerste en Tweede Kamer.
Vele duizenden mensen waren dinsdag naar Den Haag gekomen voor Prinsjesdag. Koning Willem-Alexander en koningin Máxima reden in de Glazen Koets. Ook prinses Amalia – gehuld in donkergroen – zat voor het eerst in de koets. Voor het eerst sinds 2019 mochten mensen weer langs de route staan. In 2020 en 2021 kon dat niet vanwege het coronavirus.
Dinsdagmiddag bood minister van Financiën Sigrid Kaag de Prinsjesdagstukken aan in een koffertje aan de Tweede Kamer. Daarin zaten de miljoenennota en de Rijksbegroting. Uitgelekte Prinsjesdagstukken tonen aan dat er tientallen miljarden meer inkomsten zijn dan verwacht.
Integrale tekst troonrede 2022
Leden van de Staten-Generaal,
Wij leven in een tijd van tegenstrijdigheden en onzekerheid. Het is tegenstrijdig dat bestaanszekerheden onder druk staan en armoede toeneemt in een periode van economische groei en lage werkloosheid. Tegenstrijdig is dat mensen zich in ons vrije land onvrij voelen om hun mening te geven, uit angst voor harde reacties of zelfs bedreigingen. En zorgwekkend is ook dat mensen in een volwassen democratie als de onze het vertrouwen verliezen in het oplossend vermogen van politiek en bestuur. Daarnaast groeit de onzekerheid van mensen over de dag van morgen en de verder weg gelegen toekomst. Over koopkracht en woningnood. Over de opvang van asielzoekers en de oorlog in Oekraïne. Maar ook over de grote veranderingen die op ons afkomen op terreinen als arbeidsmarkt, klimaat, energie en stikstof. Al deze onderwerpen zijn bepalend voor de manier waarop wij en onze kinderen straks wonen, werken, ondernemen en met elkaar samenleven.
Toch mogen we houvast ontlenen aan de manier waarop ons land in het verleden stapsgewijs grote veranderingen heeft doorgemaakt. Die geleidelijkheid is wezenlijk. Niet alles kan en hoeft tegelijk, ook niet in het hier-en-nu. Vaak beseffen we pas achteraf hoe ingrijpend ontwikkelingen zijn geweest. Denk bijvoorbeeld aan de periode van de industriële revolutie of, dichterbij, de introductie van het internet. Denk aan de grote ruilverkavelingen en de bouw van grote nieuwe woonwijken in de tweede helft van de vorige eeuw. Of denk aan de moeilijke periode van de naoorlogse wederopbouw.
Zo sprak mijn grootmoeder in 1948 bij haar inhuldiging de volgende woorden tegen uw voorgangers. Ik citeer:
‘Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis in een toestand, waarin alles aankomt op onze houding tegen de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Het moet zelf zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot.’
Einde citaat. In die onzekere jaren hebben onze ouders en grootouders gezamenlijkheid en veerkracht getoond. Van ons wordt nu, onder heel andere omstandigheden, hetzelfde gevraagd. Daarin staat Nederland overigens niet alleen. Andere landen staan voor vergelijkbare opgaven. Niemand kan voorspellen hoe de wereld eruitziet als de kinderen van nu zelf kinderen hebben. Maar het zal anders zijn, want onze huidige manier van leven stuit op economische, sociale en ecologische grenzen. Dat vergt een andere economie en arbeidsmarkt. Een andere omgang met ruimte en natuur. Andere manieren van wonen, werken, ondernemen en reizen. En andere vormen van samenleven. Wat niet verandert, is dat samenwerking Nederland sterker maakt dan polarisatie. Dat is van alle tijden.
Het kabinet realiseert zich dat Nederlanders kritisch zijn op de werking van het politiek-bestuurlijke bestel. Tegelijkertijd is nog altijd een ruime meerderheid tevreden over het functioneren van de democratie. Voor het kabinet is dat een aansporing om, hoe moeilijk en omstreden ook, die maatregelen te nemen die echt nodig zijn en daarover open en transparant te zijn. Begin dit jaar startte het kabinet met een ambitieuze toekomstagenda voor 2030 en daarna – in de overtuiging dat volgende generaties, net als wij, een goed leven moeten kunnen leiden in een schoon en veilig land met kansen voor iedereen. Dat perspectief moet er zijn voor mensen van elke geloofsovertuiging, geaardheid, leeftijd, herkomst, opleiding of beroep. Voor inwoners van stad én platteland. Hier én in Caribisch Nederland, in samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Voorgaande generaties hebben de basis gelegd voor de voorspoed en vrije manier van leven die zo kenmerkend zijn voor ons land. Nu wordt die manier van leven bedreigd door de brute agressie van Rusland tegen Oekraïne. Sinds 1945 leven wij in Nederland in vrede. Nu is een oorlog dichtbij en wordt de internationale rechtsorde en daarmee onze eigen vrijheid aangevallen. We zeggen op 4 en 5 mei heel gemakkelijk dat de waarden van vrijheid en democratie niet vanzelfsprekend zijn en dat ze actief onderhouden moeten worden en doorgegeven. Nu worden we geconfronteerd met de vraag: wat hebben we daar dan concreet voor over – moreel én materieel? De gastvrije opvang en alle hulp die vanuit Nederland direct beschikbaar kwam, geven daarop een eerste antwoord.
De regering kiest met overtuiging voor militaire en humanitaire steun aan Oekraïne, internationale sancties tegen Rusland, en eensgezindheid en nauwe samenwerking in de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties. Oekraïne heeft het volste recht zichzelf te verdedigen. Eens te meer blijkt dat voor Nederland de EU, de NAVO en de VN de ankers zijn van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Het kabinet heeft de voorgenomen extra investeringen in defensie met brede parlementaire steun kunnen versnellen en verhogen. Dat is nodig nu verschillende landen streven naar een wereld waarin het recht van de sterkste geldt. In dat wereldbeeld worden democratie, soevereiniteit en vrijheid uitgehold. Daartegen moet Nederland samen met zijn internationale partners een dam opwerpen. Dat vraagt om een goed toegeruste krijgsmacht voor een veilig Europa en een krachtige NAVO. Het vraagt een doelgerichte, democratische en zelfbewuste Europese Unie, die een grotere rol pakt op het wereldtoneel. En het vraagt van Nederland dat het zijn bredere internationale verantwoordelijkheid blijft nemen. Internationale samenwerking via hulp en handel draagt bij aan vrede, veiligheid en een menswaardig bestaan wereldwijd.
Een direct gevolg van de oorlog en de internationale sancties tegen Rusland is dat gas, elektriciteit en voedsel flink duurder zijn geworden. De gevolgen voor mensen, gezinnen en bedrijven zijn ernstig. Financiële problemen leiden tot meer schulden, faillissementen, gezondheidsproblemen en kinderarmoede. Het is pijnlijk dat steeds meer mensen in Nederland moeite hebben met het betalen van hun huur, boodschappen, zorgpremie of energierekening. Daarom komt het kabinet met een ongekend fors maatregelenpakket van ruim 18 miljard euro, vooral ten behoeve van de lage en middeninkomens. Maar zelfs daarmee kunnen niet alle prijsstijgingen voor iedereen volledig worden gecompenseerd.
Sommige maatregelen zijn bedoeld voor de korte termijn. Het kabinet werkt aan een prijsplafond voor energie, zodat mensen hun energierekening kunnen blijven betalen. De belastingverlaging op brandstof en de energietoeslag lopen door in 2023. De zorgtoeslag en de basisbeurs voor studenten gaan komend jaar omhoog. Deze maatregelen worden onder andere gedekt door een tijdelijke extra bijdrage van gas- en oliemaatschappijen. Daarnaast komen er structurele inkomensverbeteringen voor lage en middeninkomens. Per 1 januari gaan het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen met 10 procent omhoog. De huurtoeslag en het kindgebonden budget worden hoger. Voor werkenden daalt de inkomstenbelasting en stijgt de arbeidskorting, zodat werken meer loont. Deze maatregelen worden onder andere gedekt door hogere belastingen op winst en vermogen, waarbij het midden- en kleinbedrijf zoveel mogelijk wordt ontzien. Uiteraard steunt het kabinet de inwoners van Caribisch Nederland op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die ook te maken hebben met stijgende prijzen.
Het kabinet zoekt hierbij steeds naar de juiste financiële balans. Koopkrachtverbetering is hard nodig. Tegelijkertijd is het onverantwoord rekeningen door te schuiven naar de jongeren van nu, of noodzakelijk beleid te vertragen. De toekomstagenda duldt geen uitstel.
Het kabinet zal al het mogelijke doen om een breed draagvlak te krijgen voor de aanpak van het stikstofprobleem. Industrie, mobiliteitssector én landbouw moeten de uitstoot naar beneden brengen. Het doel is natuurherstel, een vitaal platteland en een goede toekomst voor de Nederlandse boeren. Daarom is halvering van de stikstofuitstoot onontkoombaar, ook vanwege gerechtelijke uitspraken en om te zorgen dat de vergunningverlening niet stil komt te liggen. Tegelijkertijd zijn er begrijpelijke emoties van boeren die vrezen voor de toekomst van hun familiebedrijf, waar ze zo trots op zijn, vaak al generaties lang. De omslag naar kringlooplandbouw vraagt veel, maar biedt boeren perspectief op een goede toekomst en een fatsoenlijk inkomen. Het is belangrijk om komend jaar voldoende tijd te nemen voor de precieze uitwerking per gebied. Soms zal een andere bedrijfsvoering uitkomst bieden, soms nieuwe technologie, soms bedrijfsverplaatsing, en soms zal uitkoop de beste optie zijn. Ook banken, veevoerfabrikanten, supermarkten en consumenten hebben een eigen verantwoordelijkheid. Het komende jaar werkt het kabinet met alle partijen verder aan gezamenlijke oplossingen.
De urgentie van klimaataanpak en energietransitie wordt alleen maar groter nu er recent vragen zijn gerezen over de gasvoorraad voor komende winter en onze afhankelijkheid van Russisch gas. Dat vraagt om verschillende acties. Samen met de andere EU-lidstaten werkt Nederland aan energiebesparing en een nog snellere overstap naar schone energie. De Nederlandse gasopslagen zijn goed bevoorraad en worden nog verder gevuld. Het doel is dat Nederland voor het einde van 2022 onafhankelijk is van fossiele brandstoffen uit Rusland. Ondertussen moet het oog gericht blijven op de langere termijn, want de toekomst wacht niet. Het streven naar 60% minder CO2 -uitstoot in 2030 vraagt nu om actie. Het kabinet richt zich op een snelle verduurzaming van de industrie, op meer windenergie en groene waterstof, en op een nieuwe rol voor kernenergie. Mensen die hun huis energiezuiniger maken, kunnen daarvoor subsidie krijgen. De droogte van deze zomer onderstreept nog eens hoe belangrijk het is dat we voorbereid zijn op extreme weersomstandigheden en ons aanpassen aan klimaatverandering.
Een belangrijke vraag voor de toekomst blijft hoe goede en persoonlijke zorg voor iedereen beschikbaar en betaalbaar blijft. Nieuwe oplossingen zijn nodig. Daarin staat het begrip passende zorg centraal. Dat betekent: voor iedereen de juiste zorg op de juiste plek op het juiste moment. Door de eerstelijnszorg van huisartsen en wijkverpleging te versterken, kunnen meer mensen dicht bij huis worden geholpen. Op basis van het Preventieakkoord blijft het kabinet sportbeoefening en een gezonde leefstijl stimuleren – voorkomen is nu eenmaal beter dan genezen. Corona is nog niet weg en het kabinet bereidt zich uiteraard voor op de mogelijkheid van een volgende pandemie.
De situatie op de woningmarkt is nijpend. Een goed en betaalbaar koop- of huurhuis is voor steeds meer mensen onbereikbaar, vooral voor starters en jongeren. Daar mogen we ons niet bij neerleggen. Iedereen heeft recht op een eigen thuis in een veilige, bereikbare en aantrekkelijke wijk en daar ligt een kerntaak voor de overheid. Het kabinet trekt de regie over de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening weer naar zich toe. De Nationale Woon- en Bouwagenda formuleert een ambitie van 900.000 nieuwe woningen tot en met 2030. De praktijk is weerbarstig, maar de urgentie is hoog en daarom is een versnelling in de woningbouw dringend noodzakelijk. Samen met provincies, gemeenten, woningbouwcorporaties en de bouwsector wil het kabinet die versnelling realiseren, inclusief de bijbehorende infrastructuur en vervoersmogelijkheden.
Zorgen voor veiligheid in een sterke en goed functionerende rechtsstaat is een andere kerntaak van de overheid. De aanpak van georganiseerde criminaliteit heeft de hoogste prioriteit. Nationaal en internationaal moet het verdienmodel van de georganiseerde misdaad worden verstoord. Het moet veel makkelijker worden criminele vermogens af te pakken en crimineel handelen vanuit de gevangenis een halt toe te roepen. Het kabinet investeert fors in een betere bescherming van de hoeders van onze rechtsstaat, zoals advocaten, rechters, politici, bestuurders en journalisten. Over de volle breedte is er ruimte voor meer personeel en nieuwe technologie, van Openbaar Ministerie tot rechtspraak, van politie tot fiscale opsporing en van gevangeniswezen tot reclassering. Aan de preventieve kant wordt samengewerkt om via opleiding, werk en begeleiding te zorgen dat jonge mensen niet in de criminaliteit terechtkomen. Daarnaast werkt het kabinet aan een betere toegang tot het recht. De griffierechten voor burgers en het midden- en kleinbedrijf gaan omlaag en de vergoedingen voor de sociale advocatuur gaan omhoog.
Alle inwoners van Nederland moeten hun recht kunnen halen en het kabinet voelt de absolute plicht recht te doen aan de inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen en de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Het blijft pijnlijk en beschamend dat zoveel mensen en gezinnen in grote problemen zijn gekomen door fouten en nalatigheid van de overheid. Alles is gericht op zo snel mogelijke compensatie en zo snel mogelijk herstel. Helaas kost dat tijd, ondanks de inspanningen van veel mensen en een ruime inzet van middelen. Om nieuwe schrijnende situaties te voorkomen, werkt het kabinet ondertussen aan verbetering van de publieke dienstverlening en daarmee aan mogelijk herstel van vertrouwen. Regels kunnen en moeten eenvoudiger en minder rigide, zodat bijvoorbeeld bijstandsgerechtigden niet meteen in de problemen komen als zij een extraatje ontvangen.
Deze zomer ontstond er in korte tijd een tekort aan opvangplekken voor asielzoekers, met schrijnende en ongewenste situaties als gevolg, zowel voor de mensen die hier een veilig heenkomen zoeken als voor de medewerkers van opvanglocaties en omwonenden. Het kabinet rekent zich dit aan en werkt met gemeenten en andere betrokken organisaties aan oplossingen. Ons asielsysteem is en blijft gebaseerd op het uitgangspunt dat er in ons land altijd een plek is voor mensen die vluchten voor oorlog, geweld en onderdrukking. Wie hier kan blijven, krijgt alle rechten en plichten om volwaardig mee te doen en in onze samenleving te integreren.
Investeren in de toekomst van ons land begint met goed en toegankelijk onderwijs. Kansengelijkheid betekent dat elk kind het optimale uit zichzelf kan halen en dat begint met goed leren lezen, schrijven en rekenen. Daaraan geeft het kabinet de allerhoogste prioriteit. Er is geld om, samen met gemeenten en maatschappelijke instanties, te zorgen voor huiswerkbegeleiding, sportmogelijkheden en andere kansen voor kinderen en jongeren voor wie dat niet vanzelfsprekend is. Daarnaast investeert het kabinet in meer doorstromingsmogelijkheden, zodat leerlingen op een eigen moment de stap kunnen zetten naar het best passende niveau. Grote investeringen in mbo, hoger onderwijs en wetenschap brengen rust en ruimte voor docenten en studenten. De herinvoering van de basisbeurs vanaf het studiejaar 2023-2024 moet voor jonge mensen zoveel mogelijk de financiële drempels wegnemen om te gaan studeren.
Alleen met een goed opgeleide beroepsbevolking kunnen we bouwen aan een innovatieve en ondernemende toekomst. Nederlandse ondernemers en hun personeel hebben tijdens de coronacrisis veerkracht getoond. Het is een hard gelag dat zoveel bedrijven nu opnieuw met grote problemen te maken krijgen vanwege enorme kostenstijgingen. Zeker in het midden- en kleinbedrijf, dat zo belangrijk is voor ons land, hebben veel ondernemers het moeilijk. Versterking van het mkb-ondernemersklimaat is nodig, bijvoorbeeld door te zorgen voor een betere toegang tot financiering en ondersteuning bij verduurzaming. Het kabinet blijft ook verder investeren in het toekomstige verdienvermogen van ons land. Belangrijk zijn een aantrekkelijk vestigingsklimaat, ruimte voor de topsectoren en innovatieve start-ups, en het benutten van alle kansen die digitalisering biedt. Belangrijk is ook een goed functionerende arbeidsmarkt, zeker nu veel bedrijven kampen met personeelstekorten. Het kabinet vindt dat een vaste baan de norm moet zijn en werkt daarom aan een nieuwe balans tussen vaste en flexibele contracten. Goed werkgeverschap loont en ook arbeidsmigranten verdienen een fatsoenlijke behandeling. Om te stimuleren dat mensen meer uren gaan werken, worden in de loop van deze kabinetsperiode de kosten voor kinderopvang voor alle werkende ouders bijna geheel vergoed. Het kabinet werkt aan een nieuw pensioenstelsel dat klaar is voor de toekomst en beter past bij een arbeidsmarkt waarin de meeste mensen tijdens hun leven meerdere werkgevers hebben. In het nieuwe stelsel is er eerder perspectief op indexatie en krijgen mensen beter zicht op de opgebouwde pensioenpot.
Het is onvermijdelijk dat beleidsvoornemens vaak in geld, cijfers en jaartallen worden uitgedrukt. Maar in wezen gaat het steeds om de kwaliteit van onze samenleving. In dat streven is een bruisende en voor iedereen toegankelijke culturele en creatieve sector onmisbaar. Het culturele leven is in de coronaperiode hard geraakt. Het kabinet investeert daarom in herstel, vernieuwing en groei, want cultuur confronteert, maakt moeilijke zaken bespreekbaar en verbindt mensen.
In een samenleving waarin geen plaats is voor racisme en discriminatie, en waarin iedereen zich gehoord en erkend voelt, is een open blik nodig op de minder mooie bladzijden uit onze geschiedenis. Niet om met opvattingen van nu te oordelen over onze voorouders, wel met oog en gevoel voor wat onze geschiedenis betekent voor verschillende groepen en culturen die deel uitmaken van onze samenleving. Dat geldt nadrukkelijk voor het hele Koninkrijk en voor alle landen waarmee wij vanwege de geschiedenis een speciale band hebben. Door het gesprek over het verleden te voeren, wil de regering bijdragen aan noodzakelijke erkenning en de verbinding tussen mensen. Hoe moeilijk en emotioneel dat gesprek soms ook is, onze blik op het verleden kan niet statisch zijn. Eerder al sprak de regering zich uit over het optreden van de Nederlandse overheid tijdens de Jodenvervolging en het extreme geweld van Nederlandse zijde tijdens de dekolonisatieperiode in Indonesië. Op weg naar de herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij in 2023 is er opnieuw aanleiding onszelf rekenschap te geven van ook dit deel van onze geschiedenis.
Leden van de Staten Generaal,
‘Tezamen zullen wij werken voor het heil van Nederland’ – aldus mijn grootmoeder in 1948. Het zijn woorden die steeds opnieuw actueel zijn. Laat ons in deze onzekere tijd hoop en hernieuwd vertrouwen putten uit de wetenschap dat maatschappelijke vernieuwing in ons land altijd stapsgewijs en door samenwerking wordt bereikt. Zo was dat in het verleden, zo is het ook nu. Vanuit die gedachte wil de regering, samen met u en samen met alle positieve krachten in ons land, blijven werken aan oplossingen voor vandaag en een goede toekomst voor alle inwoners van het Koninkrijk. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noot 47/Wij Willem-Alexander