”De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). ”HET KONINKLIJK HUISBEGROTING VAN DE KONING
Begroting van de Koning
De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.
De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).
De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger.
De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.
De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:
Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis
Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning
Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen
De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
Infographic Begroting van de Koning 2024
Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
”De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). ”HET KONINKLIJK HUISBEGROTING VAN DE KONING
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 17
”De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) stelt de uitkeringen vast voor de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis, en hoe deze uitkeringen aan de lonen en uitkeringen worden aangepast.
De A-component bestaat uit het inkomen. Het inkomen volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Dat inkomen volgt weer de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De B-component bestaat uit personele en materiële uitgaven. De B-component loopt voor de ene helft gelijk aan de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De andere helft volgt de ontwikkeling van de prijzen.”
HET KONINKLIJK HUIS
HOE WORDT DE HOOGTE VAN DE UITKERING
VOOR DE KONING BEPAALD?
Hoe wordt de hoogte van de uitkering voor de Koning bepaald?
De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) stelt de uitkeringen vast voor de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis, en hoe deze uitkeringen aan de lonen en uitkeringen worden aangepast.
De A-component bestaat uit het inkomen. Het inkomen volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Dat inkomen volgt weer de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De B-component bestaat uit personele en materiële uitgaven. De B-component loopt voor de ene helft gelijk aan de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De andere helft volgt de ontwikkeling van de prijzen.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noot 18/Wij Willem-Alexander
”Het jaarinkomen van de koning stijgt daardoor met zo’n 55.000 euro naar bijna 1,1 miljoen euro”
NOS
INKOMEN ORANJES STIJGT OPNIEUW ”VOLGEN
CAO RIJKSOVERHEID”
19 SEPTEMBER 2023
Inkomen Oranjes stijgt opnieuw, ‘volgen cao Rijksoverheid’
Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix gaan er volgend jaar in salaris weer fors op vooruit. Uit de Prinsjesdagstukken blijkt dat ze er in totaal ongeveer 600.000 euro bij krijgen, aan salaris en onkostenvergoeding.
Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst volgen ze daarmee de loonontwikkeling in de cao voor de Rijksoverheid. De lonen stijgen omdat die gecompenseerd worden voor de inflatie.
Het jaarinkomen van de koning stijgt daardoor met zo’n 55.000 euro naar bijna 1,1 miljoen euro. Zijn vrouw Máxima gaat er 20.000 euro op vooruit en verdient volgend jaar 431.000 euro. Ook prinses Amalia heeft recht op een loonsverhoging, maar zij stort haar toelage vrijwillig terug in de schatkist totdat ze afgestudeerd is.
In de Grondwet staat dat de koning, zijn opvolger, de afgetreden vorst en hun echtgenoten geen loon- of inkomstenbelasting betalen. Ze mogen dus hun hele toelage houden.
Nog nooit zo hard gestegen
De totale kosten voor het Koninklijk Huis komen volgend jaar uit op ruim 55 miljoen euro, een stijging van 11 procent. Nog nooit stegen de kosten zo hard sinds Willem-Alexander in 2013 op de troon kwam. Ook de afgelopen jaren gingen de kosten steeds omhoog, maar met een lager percentage.
De stijging van nu zit vooral in de zogeheten functionele kosten van de koning, die komend jaar met 4,5 miljoen euro stijgen. Het budget van de dienst van het koninklijk huis wordt “in verband met de sterk gestegen kosten van ICT en informatiebeveiliging” structureel met 2,5 miljoen euro verhoogd.
Onder de zogenoemde begroting van de Koning vallen behalve de salarissen en vergoedingen voor de Oranjes ook zaken als het onderhoud van paleizen en de Koninklijke Stallen. Daaraan zijn ongeveer 245 voltijdsbanen verbonden, vijftien minder dan in voorgaande jaren.
EINDE
[20]
”De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024.”
HET KONINKLIJK HUIS
BEGROTING VAN DE KONING
Begroting van de Koning
De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.
De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).
De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger.
De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.
De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:
Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis
Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning
Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen
De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
Infographic Begroting van de Koning 2024
Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
“Te veel volwassenen en kinderen leven in armoede”, schrijft demissionair minister van Financiën Kaag in het voorwoord van de Miljoenennota. “Zij kunnen de vaste lasten nauwelijks opbrengen en hebben geen geld over voor een gezonde maaltijd of nieuwe kleren.” RTL NIEUWSMILJOENENNOTA: KOOPKRACHT STIJGT IN2024 MET 1.8 PROCENT15 SEPTEMBER 2023
De koopkracht stijgt volgend jaar gemiddeld met 1,8 procent. Dat blijkt uit de Miljoenennota die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd en die de politieke redactie van RTL Nieuws heeft ingezien. Om te voorkomen dat het aantal mensen dat niet kan rondkomen nog verder groeit, trekt het kabinet ruim twee miljard euro uit.
“Te veel volwassenen en kinderen leven in armoede”, schrijft demissionair minister van Financiën Kaag in het voorwoord van de Miljoenennota. “Zij kunnen de vaste lasten nauwelijks opbrengen en hebben geen geld over voor een gezonde maaltijd of nieuwe kleren.”
Kaag schrijft dat dat ‘onaanvaardbaar’ is en daarom geeft het kabinet 2 miljard euro uit aan armoedebestrijding.
Koopkracht
Volgens de koopkrachtcijfers gaan alle inkomensgroepen erop vooruit. Zo gaan de laagste inkomens er iets meer dan 1 procent op vooruit, net als gepensioneerden.
Gezinnen met kinderen hebben volgend jaar een plus van 2,4 procent, de hoogste inkomens een plus van 1,5 procent. Uitkeringsgerechtigden krijgen er 0,7 procent bij.
Voorkomen
Omdat het kabinet is gevallen, is de begroting die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd vrijwel beleidsarm. Alleen voor armoedebestrijding trekt het kabinet dus wel de portemonnee. Zonder overheidsingrijpen zou het aantal mensen dat in armoede leeft in 2024 stijgen tot bijna een miljoen. De Tweede Kamer had er daarom bij het kabinet op aangedrongen om – ook al is het demissionair – toch met maatregelen te komen om dat te voorkomen.
“Een evenwichtig pakket. Zo zorgen we voor meer ruimte in de portemonnee en hopelijk minder stress”, aldus Kaag. “Het blijft onverminderd van belang te werken aan kansengelijkheid en bestaanszekerheid voor iedereen.”
Kindgebonden budget
Vooral de laagste inkomens profiteren van een reeks maatregelen die het kabinet neemt. Voor verhoging van het kindgebonden budget trekt het kabinet 1,1 miljard euro uit. Het maximale bedrag voor het eerste kind gaat met 750 euro omhoog, voor het tweede kind en verder met 883 euro.
Wie in een huurhuis woont en recht heeft op huurtoeslag, kan ook rekenen op een extraatje. De maximale huurtoeslag gaat volgend jaar met 416 euro omhoog. En het noodfonds voor mensen die moeite hebben de energierekening te betalen blijft ook in 2024 bestaan.
Iedereen die een baan heeft profiteert daarnaast van verhoging van de arbeidskorting. Dat is een belastingkorting voor werkenden. Deze gaat met 115 euro omhoog.
Een bezuiniging op jonggehandicapten wordt teruggedraaid. En het kabinet trekt 30 miljoen per jaar uit voor armoedebestrijding in het Caraïbisch deel van het koninkrijk.
Hogere inkomens
“Dit wordt voor het grootste deel betaald uit herverdeling, waarbij mensen hoog inkomen iets meer betalen”, schrijft Kaag. Hoge inkomens vallen eerder in het hoogste tarief en gaan dus meer belasting betalen. Dat levert 1,6 miljard euro op.
De koopkracht stijgt volgend jaar gemiddeld met 1,8 procent. Dat blijkt uit de Miljoenennota die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd en die de politieke redactie van RTL Nieuws heeft ingezien. Om te voorkomen dat het aantal mensen dat niet kan rondkomen nog verder groeit, trekt het kabinet ruim twee miljard euro uit.
“Te veel volwassenen en kinderen leven in armoede”, schrijft demissionair minister van Financiën Kaag in het voorwoord van de Miljoenennota. “Zij kunnen de vaste lasten nauwelijks opbrengen en hebben geen geld over voor een gezonde maaltijd of nieuwe kleren.”
Kaag schrijft dat dat ‘onaanvaardbaar’ is en daarom geeft het kabinet 2 miljard euro uit aan armoedebestrijding.
Koopkracht
Volgens de koopkrachtcijfers gaan alle inkomensgroepen erop vooruit. Zo gaan de laagste inkomens er iets meer dan 1 procent op vooruit, net als gepensioneerden.
Gezinnen met kinderen hebben volgend jaar een plus van 2,4 procent, de hoogste inkomens een plus van 1,5 procent. Uitkeringsgerechtigden krijgen er 0,7 procent bij.
Voorkomen
Omdat het kabinet is gevallen, is de begroting die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd vrijwel beleidsarm. Alleen voor armoedebestrijding trekt het kabinet dus wel de portemonnee. Zonder overheidsingrijpen zou het aantal mensen dat in armoede leeft in 2024 stijgen tot bijna een miljoen. De Tweede Kamer had er daarom bij het kabinet op aangedrongen om – ook al is het demissionair – toch met maatregelen te komen om dat te voorkomen.
“Een evenwichtig pakket. Zo zorgen we voor meer ruimte in de portemonnee en hopelijk minder stress”, aldus Kaag. “Het blijft onverminderd van belang te werken aan kansengelijkheid en bestaanszekerheid voor iedereen.”
Kindgebonden budget
Vooral de laagste inkomens profiteren van een reeks maatregelen die het kabinet neemt. Voor verhoging van het kindgebonden budget trekt het kabinet 1,1 miljard euro uit. Het maximale bedrag voor het eerste kind gaat met 750 euro omhoog, voor het tweede kind en verder met 883 euro.
Wie in een huurhuis woont en recht heeft op huurtoeslag, kan ook rekenen op een extraatje. De maximale huurtoeslag gaat volgend jaar met 416 euro omhoog. En het noodfonds voor mensen die moeite hebben de energierekening te betalen blijft ook in 2024 bestaan.
Iedereen die een baan heeft profiteert daarnaast van verhoging van de arbeidskorting. Dat is een belastingkorting voor werkenden. Deze gaat met 115 euro omhoog.
Een bezuiniging op jonggehandicapten wordt teruggedraaid. En het kabinet trekt 30 miljoen per jaar uit voor armoedebestrijding in het Caraïbisch deel van het koninkrijk.
Hogere inkomens
“Dit wordt voor het grootste deel betaald uit herverdeling, waarbij mensen hoog inkomen iets meer betalen”, schrijft Kaag. Hoge inkomens vallen eerder in het hoogste tarief en gaan dus meer belasting betalen. Dat levert 1,6 miljard euro op.
Uit de stukken blijkt verder dat de Nederlandse economie volgend jaar met 1,5 procent groeit. De staatsschuld daalt verder naar 46,9 procent.
Sobere begroting
“Behalve de maatregelen om stijging van de armoede tegen te gaan is het een sobere begroting”, zegt politiek verslaggever Roel Schreinemachers. “De verwachting is wel dat de Tweede Kamer nog het een en ander gaat verbouwen aan de plannen.”
“Zo willen verschillende partijen de accijnsverhoging voor brandstoffen die volgend jaar van kracht wordt geheel of gedeeltelijk terugdraaien. En gaan er ook stemmen op om nu al met extra maatregelen te komen om te zorgen dat mensen met de laagste inkomens beter kunnen rondkomen. In andere woorden: om hun bestaanszekerheid te verbeteren.”
Bron: RTL Nieuws
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noot 22/Wij Willem-Alexander
PRINSES AMALIA ZIET VOORLOPIG AF VAN TOELAGE VAN 1.6 MILJOEN
EURO
11 JUNI 2021
Prinses Amalia ziet voorlopig af van haar toelage. In december wordt ze achttien en vanaf dat moment heeft ze volgens de wet recht op zo’n 1,6 miljoen euro per jaar. Een kleine 300.000 euro per jaar daarvan is inkomen, de vergoeding voor personele en materiële uitgaven is ruim 1,3 miljoen.
Nu meldt Amalia dat ze tot het eind van haar studie geen beroep doet op het inkomensdeel van haar uitkering, en dat ze “zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie als Prinses van Oranje” ook de onkostenvergoeding terugstort. De kroonprinses heeft daar zelf een brief over geschreven aan demissionair premier Rutte en die heeft de Tweede Kamer geïnformeerd.Rijksoverheid
De brief die prinses Amalia aan demissionair premier Rutte stuurde
Amalia slaagde gisteren voor haar eindexamen gymnasium. Ze gaat niet meteen een vervolgopleiding doen, maar ze wil “eerst de wereld verkennen”. In haar brief schrijft de kroonprinses dat ze het “ongemakkelijk” vindt om een uitkering te krijgen zolang ze daar “weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen en andere studenten het zoveel moelijker hebben, zeker in deze onzekere corona-tijd”.
Dat een lid van het Koninklijk Huis afziet van de toelage, is nog nooit eerder gebeurd.
De toelage voor het Koninklijk Huis is bijna elk jaar een thema bij de behandeling van de begroting in de Tweede Kamer. In aanloop naar haar achttiende verjaardag kwam daar ook de discussie bij over de financiën van de kroonprinses. Sommige Kamerleden vinden het bedrag voor Amalia te hoog.
Rutte: begrip en waardering
Rutte heeft begrip en waardering voor de stap van de kroonprinses. Hij benadrukte dat het “echt haar brief en haar besluit was”.
De premier denkt niet dat dit besluit tot een nieuwe discussie zal leiden over de toelagen van het Koninklijk Huis. “Nee, de wet blijft de wet en zij maakt deze keus.”
Volgens de premier moeten we blij zijn met een kroonprinses die dit doet en “moeten we dat niet problematiseren”. Rutte denkt dat Amalia een “geweldige koningin” wordt.
EINDE
De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. ”
De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.
De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).
De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger.
De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.
De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:
Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis
Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning
Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen
De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
Infographic Begroting van de Koning 2024
Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
Hoe wordt de hoogte van de uitkering voor de Koning bepaald?
De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) stelt de uitkeringen vast voor de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis, en hoe deze uitkeringen aan de lonen en uitkeringen worden aangepast.
De A-component bestaat uit het inkomen. Het inkomen volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Dat inkomen volgt weer de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De B-component bestaat uit personele en materiële uitgaven. De B-component loopt voor de ene helft gelijk aan de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De andere helft volgt de ontwikkeling van de prijzen.
EINDE
[24]
BLAUW BLOED
PRINSES AMALIA ZIET OOK VOLGEND JAAR AF VAN TOELAGE
20 SEPTEMBER 2023
De Prinses van Oranje ziet volgend jaar af van haar jaarlijkse toelage. Dit staat in de Miljoenennota die gisteren op Prinsjesdag is gepresenteerd. Prinses Amalia, die vanaf haar achttiende verjaardag recht heeft op een inkomen en onkostenvergoeding, ziet er wederom van af.
Prinses Amalia slaat de ruim 1,7 miljoen euro waar ze recht op heeft nog een extra jaar af. De toelage van 2023 is opgebouwd uit een inkomen van 307.000 euro en een onkostenvergoeding van 1,4 miljoen euro. In 2024 stijgt dit totale bedrag naar zo’n 1,8 miljoen, maar het hele bedrag wordt volgend jaar wederom teruggestort naar de Nederlandse staat. De prinses deed nog voor haar achttiende verjaardag afstand van haar jaarlijkse toelage. In een persoonlijke brief aan de toenmalige minister-president Mark Rutte legde ze uit waarom ze het bedrag nog niet wil ontvangen.
“Ik vind dat ongemakkelijk zolang ik daar weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen en andere studenten het zoveel moeilijker hebben, zeker in deze Corona tijd”, zo schreef prinses Amalia op 11 juni 2021. “Het inkomen zal ik daarom tot aan het einde van mijn studie terugstorten. Bovendien zal ik zolang ik mijn functie als Prinses van Oranje geen hoge kosten hoef te maken, ook de onkostenvergoeding terugstorten. Ik hoop dat u het begrijpt.”
De prinses studeert sinds 2022 aan de UVA in Amsterdam en is dit schooljaar aan haar tweede studiejaar begonnen. De verwachting is dat Amalia pas gebruik gaat maken van haar toelage zodra ze haar studie heeft afgerond.
Meer geld naar het koningshuis dan voorheen
De kosten voor het koningshuis stijgen in 2024 meer dan voorheen. Uit de gepresenteerde Miljoenennota blijkt dat er komend jaar meer geld wordt uitgetrokken voor het koningshuis, namelijk ruim 55 miljoen. Dat is een stijging van zo’n 11 procent. Dit is de hoogste stijging sinds koning Willem-Alexander op de troon zit.
Koning Willem-Alexander, koningin Máxima, prinses Amalia en prinses Beatrix hebben volgend jaar in totaal ongeveer 600.000 euro meer te besteden dan dit jaar, opgebouwd uit inkomen en onkostenvergoeding. Al stort Amalia haar toelage natuurlijk terug. De Rijksvoorlichtingsdienst laat weten dat de leden van het koninklijk huis daarin de cao van het Rijk volgen.
Foto’s: ANP
EINDE
De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. ”
De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.
De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).
De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger.
De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.
De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:
Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis
Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning
Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen
De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
Infographic Begroting van de Koning 2024
Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
Hoe wordt de hoogte van de uitkering voor de Koning bepaald?
De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) stelt de uitkeringen vast voor de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis, en hoe deze uitkeringen aan de lonen en uitkeringen worden aangepast.
De A-component bestaat uit het inkomen. Het inkomen volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Dat inkomen volgt weer de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De B-component bestaat uit personele en materiële uitgaven. De B-component loopt voor de ene helft gelijk aan de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De andere helft volgt de ontwikkeling van de prijzen.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noten 23 en 24/Wij Willem-Alexander
De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. ”
De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.
De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).
De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger.
De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.
De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:
Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis
Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning
Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen
De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
Infographic Begroting van de Koning 2024
Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
”Prinses Amalia wil geen toelage van bijna 1,6 miljoen euro per jaar als zij straks achttien jaar wordt. “Ik vind dat ongemakkelijk zolang ik daar weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen”, schrijft ze in een brief aan demissionair premier Mark Rutte.
Amalia gaat het inkomen tot aan het eind van haar studie terugstorten. De prinses zou ruim 1,5 miljoen euro per jaar krijgen na haar achttiende verjaardag. Daarvan is een deel bedoeld als inkomsten en een deel als onkostenvergoeding.”
BLAUW BLOED
EO
PRINSES AMALIA ZIET AF VAN TOELAGE
Prinses Amalia wil geen toelage van bijna 1,6 miljoen euro per jaar als zij straks achttien jaar wordt. “Ik vind dat ongemakkelijk zolang ik daar weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen”, schrijft ze in een brief aan demissionair premier Mark Rutte.
Amalia gaat het inkomen tot aan het eind van haar studie terugstorten. De prinses zou ruim 1,5 miljoen euro per jaar krijgen na haar achttiende verjaardag. Daarvan is een deel bedoeld als inkomsten en een deel als onkostenvergoeding.
Rutte schrijft terug dat hij “begrip en waardering heeft voor uw persoonlijke overwegingen”. “Ik wens u een mooi tussenjaar toe, en alle wijsheid bij het kiezen van een toekomstige studie”, aldus Rutte.
Prinses Elisabeth
Prinses Amalia is niet de enige Europese troonopvolgster die vooralsnog geen uitkering krijgt. De Belgische prinses Elisabeth ging haar voor.
Anders dan Amalia werd de beslissing gemaakt door haar ouders, koning Filip en koningin Mathilde. Ze wilden haar nog niet belasten met de verplichtingen die zo’n dotatie met zich meebrengt. Volgens de wet kan de prinses aanspraak maken op een dotatie vanaf het moment dat ze meerderjarig is.
Elisabeth werd in oktober 2019 18 jaar en had kunnen rekenen op een bedrag van 920.000 euro per jaar.
Bron: ANP
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noot 25/Wij Willem-Alexander
De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). ”HET KONINKLIJK HUISBEGROTING VAN DE KONING
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 17
[27]
”De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. ”
KONINKLIJK HUIS
BEGROTING VAN DE KONING
Begroting van de Koning
De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.
De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).
De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger.
De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.
De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:
Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis
Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning
Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen
De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
Infographic Begroting van de Koning 2024
Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.
VAN ZIJN LOONSVERHOGING VAN 55000 EURO. RUTTE IS TEGEN
[WILDERS,PVV[:
”Ik. kan er niks aan doen….”
”Voorzitter…eh….ik wou het even hebben, met de minister-president
over de financien van de koning…..”
[DEMISSIONAIR PREMIER RUTTE, onderbreekt Wilders]
”Oh, ja….”
[WILDERS,PVV}
”’Eh…ik heb gisteren….[Rutte, onverstaanbaar]…misschien was u
nog van plan erop te komen, ik dacht, ik begin er maar alvast over.
We hebben eh, de koning eh, mevrouw de voorzitter, verdient eh, krijgt eh,
volgend jaar 6,8 miljoen euro en daarvan is in de zogenaamde B component [1]
5,7 miljoen is besteed voor personeel en en en kamerheren en weet ik hoe
het allemaal heet en 1,1 miljoen is in de zogenaamde A component voor
zijn persoonlijke salaris.
En dat was 55 000 euro minder een jaar geleden.
Dus dat is nu eh 1,09 miljoen euro om precies te zijn.
En ik heb gisteren gevraagd aan collega’s en ook in mijn [?] termijn ?]
aan de minister-president te reflecteren eh of het nu niet een mooi signaal
van de koning zou zijn om daar eh, zoals een van zijn dochters overigens
ook gedaan heeft, [2], maar om daar eh voor het komende jaar vanaf te zien.
Nederland heeft het moeilijk.
Ik heb hier, dat zal ook een vervolgvraag zijn bijvoorbeeld voorzitter de
koopkrachtcijfers bijvoorbeeld in Nederland alleenstaande AOW’ers zowel
volgens de plaatjes van het kabinet als van het NIBUD [3], ja, mensen, die echt
niks te makken hebben, alleen maar een AOW uitkering, zowel alleenstaanden
als eh paren, gaan erop achteruit, 45 tot 50 euro per maand en de koning gaat
er 55 000 op vooruit.
Dan gaat de minister-president natuurlijk zeggen: ”Je mag ze niet met elkaar vergelijken”, maar veel mensen in Nederland doen dat wel, die denken wel
van waarom ga ik erop achteruit of nauwelijks op vooruit en gaat de koning
er 55 000 euro meer krijgen.
Dus zou de minister-president bereid zijn om eh aan de koning te vragen
of hij bereid is af te zien, vrijwillig, eh van die excessieve verhoging.
[DEMISSIONAIR PREMIER RUTTE]
[2.00]
”Ik vind het ongepast voorzitter en ik vind de heer Wilders ook
niet consequent.
Eh, want hij had al zijn partij opgericht eh de PVV, toen in 2009 hij stemde
voor, met overigens de rest van de Kamer op een Kamerlid na, de Wet
Financieel Statuut Koninklijk Huis [4] en daarin is geregeld eh dat het
salaris van de koning, de uitkering, meegroeit met het salaris van
de vice-president van de Raad van State, net zoals onze salarissen.
We zijn allemaal gelijk behandeld, we groeien allemaal mee met het
salaris van Thom de Graaf [5], dus eh zijn naam zij geprezen [gelach van
Rutte en andere ministers]
En eh….ik zou zeggen eh…laten we dan [?] ook een beetje consequent
blijven.
Dat is de Wet, die we hebben aangenomen met z’n allen, daar dan ook
een beetje aan houden.
Dat geldt voor ons, dat geldt voor de koning en voor heel veel anderen.
En als we dat iedere keer weer ter discussie stellen, ja, dan wordt
het een zootje. [2.43]
[KAMERVOORZITTER VERA BERGKAMP]:
”De heer Wilders”
[WILDERS,PVV]:
[2.45]
”Ja, het is tekenend mevrouw de voorzitter, dat de minister-president
daar een grap van maakt.
Dat de minister-president, nu duikt hij letterlijk zelfs weg…..”
[DEMISSIONAIR PREMIER RUTTE,onderbreekt Wilders]:
[2.53]
[Vrolijk]
”Nee hoor…..[gelach van Rutte, onverstaanbare taal]
[WILDERS,PVV, gaat door]:
[2.55]
De minister-president, de minister-president, ik kon het, ik kon
het even niet laten, de minister-president [nog steeds vrolijk gelach van
Rutte en de andere ministers] en die er een grapje over maakt door te
zeggen van ”nou eh, geprezen zij de naam van de eh vice-voorzitter van
de Raad van State, want daar groeit [erin?] mee en bij u ook, maar daar gaat
het nu even niet om.
Wij verdienen allemaal niet een miljoen euro.
En als u zegt: ”dat moet ook van onze salarissen af”, ben ik de eerste
om te zeggen: ”van mijn salaris mag je het vandaag afhalen”
Maar het gaat nu om de koning, die meer dan 1 miljoen euro verdient in
een tijd, dat alleen, dat AOW’ers met alleen een AOW en geen aanvullend
pensioen erop achteruitgaan.
En AOW’ers met een klein aanvullend pensioen, maar ook heel veel
andere mensen in Nederland er ook op achteruitgaan of een heel klein beetje
op vooruitgaan.
En in zo’n tijd zou het gewoon het Staatshoofd, die toch het Staatshoofd van ons allemaal moet zijn, sieren, als hij zou zeggen, en voorzitter, als
de minister-president het niet doet, misschien kijkt de koning mee, zou ik
dan de koning een oproep mogen doen aan hem om te zeggen ”Majesteit, de
minister-president wil het….[onverstaanbaar]….wil het u niet vragen, maar ik
vraag u, hou die 55 000 euro, stort die terug in de staatskas en leef mee met
de gewone bevolking, die het ontzettend moeilijk heeft.”
En ik snap niet, dat de minister-president maar vasthoudt aan eerdere wetten,
het gaat nu slecht met heel veel Nederlanders qua koopkracht, hij krijgt
55 000 euro erbij, hij gaat meer dan een miljoen euro verdienen, wat is daar nou
zo onredelijk aan om hem dat te vragen.
Waarom durft u dat niet?
[DEMISSIONAIR PREMIER RUTTE]:
”Ja voorzitter, we zagen gisteren Wilders als een vlinder uit
die cocon komen, helemaal nu veranderd in een rechtstatelijk denker,
dus ik dacht ”hij is het met mijn redenering eens”
Wij moeten toch ook een beetje consequent blijven.
In in onze redeneringen…
Als wij toch met z’n allen een wet aannemen in 2009, waarin het allemaal
geregeld is met 149 van de 150 Kamerleden voor eh….ja, dan dan is het [toch!] ook verstandig daaraan vast te houden.
verstandig daaraan vast te houden.
En dan is het toch een beetje…nou…ik zeg het heel zachtjes…tikje goedkoop om dan nu dit soort vergelijkingen te gaan maken.
Er is [toch?] gewoon een heel verschil, deze familie is al 500 jaar
eh in de Republiek eh de hoogste ambtenaar en sinds eh wij van….
het Weense Congres een Koninkrijk moesten worden, in 1813 ook
nog [?] Staatshoofd eh eh van dit land eh dat, dat hebben we allemaal
besproken in die afgelopen jaren eh daar horen ook, daar hoort….representatie
[?] alles bij, dat is allemaal een [?] goeie reden om het zo te doen en als
je dan nu zegt ”ja, vanwege het feit, dat bepaalde inkomenscategorieeen
niet eh forse stijgingen hebben en dan ga ik dat afzetten tegen de koning…
Ik vind het niet goed. [5.21]
[KAMERVOORZITTER VERA BERGKAMP]:
”Tot slot de heer Wilders”
[WILDERS,PVV]:
[5.23]
”Voorzitter, tot slot:
Ik vind het heel goed en ik vind onbegrijpelijk, dat u daar opnieuw
een grap over maakt.
Heel veel mensen thuis snappen daar ook helemaal niets van, dat een
koning van alle Nederlanders zijn eigen salaris met 55 000 euro, dat is,
dat is wat twee, drie AOW’ers in een jaar verdienen, dat ie dat er even
bij krijgt.
En als ik aan de minister-president vraag, niet eens om de wet
te wijzigen, maar [?] om aan de koning te vragen om [d’r?] een keer
een stapje terug te doen voor een jaar, dan zegt de minister-presidentmet een grap ”We krijgen allemaal salaris erbij, laten we dat prijzen, latenwe daar blij om zijn, laten we nog een keer extra uit gaan eten”Ik zeg: ”doe dat niet”Vraag aan de koning om dat voor een keer niet te doen.Nogmaals, zijn dochter heeft dat ook gedaan [6].Het is het signaal dat heel veel mensen zouden respecteren en de ende steun, ik ben absoluut niet tegen het Koningshuis mevrouw devoorzitter, integendeel.Maar de steun voor het Koningshuis, die al…die niet al te groot is, zouenorm stijgen, als hij zo’n gebaar van medemenselijkheid zou maken”[6.21]
[DEMISSIONAIR PREMIER RUTTE]: [6.22]”Ja voorzitter, of, of de heer Wilders mijn antwoorden als grapbeschouwt of niet, laat ik aan hem.Ik heb het eh woord ”goedkoop” gebruikt, omdat ik dat echt vinden dat was geen grap.Eh ik vind het eh ja, geen goeie manier van politiek bedrijven,we moeten met elkaar ook een beetje consequent blijven.Dit zijn allemaal kwetsbare Instituten, als je die op die manieropzet tegen andere groepen in de samenleving, ik vind hetniet verstandig.[6.41]
[KAMERVOORZITTER VERA BERGKAMP]:
”De heer Dassen, Volt, ja….”
[Wilders loopt naar voren]
[KAMERVOORZITTER VERA BERGKAMP]:
”Nog heel kort”
[WILDERS,PVV]: [6.46]”Voorzitter, dat is zeer teleurstellend. Ik ik heb zelf eenoproep zojuist aan de koning gedaan.Ik hoop, dat hij op een of andere manier daar de beleefdheid heeftom op te antwoorden, al snap ik dat hij dat niet hoeft formeelen toch hoop ik, dat hij het doet.Maar als u die weg niet op gaat, kunt u dan op z’n minst aan mijvertellen hoe u ervoor gaat zorgen, dat de mensen in Nederlandmet een AOW en alleen een AOW, dat die er volgend jaar welop vooruitgaan.Ik ik ik begrijp nu, dat u accepteert, dat de koning er 55 000 euro bij krijgt.
De mensen met alleen AOW gaan er volgend jaar 59 euro per maand
op achteruit volgens de cijfers van het NIBUD, die we gisteren hebben gekregen.
Dat is 600 euro per jaar voor mensen, mevrouw de voorzitter,
met alleen een AOW, die iedere euro, ieder tientje moeten
omdraaien, iedere dag, om boodschappen te doen.
Kunt u dan op z’n minst de beleefdheid hebben om voor die
gepensioneerden van Nederland wat extra’s te doen, zodat zij in
de plus komen.
[7.41]
[DEMISSIONAIR PREMIER RUTTE]:
[7.42]
”Ja voorzitter, maar dan de heer Wilders wel het hele Verhaal vertellen.
En als je meerjarig kijkt naar de ontwikkeling van die groep mensen,
eh in de koopkrachtplaatjes, dan zie je een hele forse stijging.
Ik baal er ook van, dat het niet lukt voor 2024, dat hadden we anders gewild.
We hebben ook naar aanleiding van eh vragen van de Kamer prioriteit
gegeven aan het niet laten stijgen van de armoede en het laten dalen
van de armoede onder kinderen, dat is allemaal gelukt.Eh, maar als je meerjarig kijkt eh, dan zie je wel degelijk een hele andere enen veel positievere ontwikkeling. EINDE YOUTUBE FILMPJE
[31]
”Dus zou de minister-president bereid zijn om eh aan de koning te vragen
of hij bereid is af te zien, vrijwillig, eh van die excessieve verhoging.”