De IND behandelt de asielaanvragen van asielzoekers uit veilige landen in een versnelde procedure. Ook wel ‘spoor 2’ genoemd. Het COA vangt deze mensen tijdens de versnelde asielprocedure versoberd en separaat op. Gaan ze in beroep? Dan verhuizen ze naar reguliere azc’s.
Asielzoekers uit veilige landen
Asielzoekers uit een veilig land van herkomst of asielzoekers die al internationale bescherming genieten in een ander Europees land vragen soms toch asiel aan in Nederland. Deze noemen we in de asielketen ook wel ‘spoor 2-asielzoekers’. Zij maken weinig kans op een verblijfsvergunning. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) behandelt hun asielaanvraag in een versnelde procedure. Zo wil de overheid Nederland minder aantrekkelijk maken voor mensen met een kansarme asielaanvraag. Asielzoekers in spoor 2 hebben het recht om tegen een afwijzing van de asielaanvraag in beroep te gaan.
Opvang tijdens de versnelde asielprocedure
Asielzoekers in spoor 2 verblijven tijdens hun versnelde asielprocedure in Ter Apel en Budel-Cranendonck in sober ingerichte en afgescheiden gebouwen. Ze ontvangen geen eet- en leefgeld, maar krijgen maaltijden en verzorgingsproducten in natura. Ze kunnen ook geen begeleidingsprogramma’s volgen. De huisregels zijn hier ook strenger. Hier wordt op toegezien door een stevig COA-team, extra beveiligingspersoneel en personeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Zo moeten deze bewoners zich dagelijks melden bij het COA en wekelijks bij de Vreemdelingenpolitie (AVIM). Daardoor zijn ze beschikbaar voor hun asiel- en vertrekproces.
Opvang tijdens de beroepsfase
Gaan asielzoekers in spoor 2 in beroep tegen de afwijzing van hun asielaanvraag en er is nog steeds recht op opvang? Dan plaatst het COA hen tijdens de beroepsfase in reguliere azc’s verspreid over het land. Het is niet mogelijk om op de azc’s hetzelfde maatregelenpakket te bieden als in Ter Apel en Budel-Cranendonck.
Kwetsbare personen: niet separaat
Kwetsbare asielzoekers uit deze groep vangen we niet separaat op. Denk aan alleenstaande vrouwen, gezinnen met kinderen jonger dan 16 jaar en LHBTI’s. Zij verblijven niet in de afgescheiden gebouwen, maar op een andere plek in Ter Apel en Budel-Cranendonck. Daar geldt wel hetzelfde regime als voor de andere bewoners in spoor 2. Als zij in beroep gaan en er nog steeds recht op opvang is, stromen zij door naar een regulier azc in het land.
Pilot sobere opvang
In opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) voerde het COA in 2021 een pilot sobere opvang uit. Spoor 2-asielzoekers werden tijdens zowel de versnelde asielprocedure als de beroepsfase afgescheiden, sober en met extra toezicht opgevangen in Ter Apel en Budel-Cranendonck.
Het is na de pilot nog niet gelukt om nieuwe locaties te vinden voor deze wijze van versoberde opvang van asielzoekers in spoor 2. Ondanks de overwegend goede ervaringen met deze pilot, de inspanningen van het COA en het dringende beroep vanuit de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie op provincies en gemeenten.
De gemeenteraden van Westerwolde en Cranendonck willen de versoberde opvang voor asielzoekers uit spoor 2 in hun gemeenten niet langer facilliteren. Op 31 december 2021 is daarom de pilot van JenV gestopt. Het COA blijft, in opdracht van het ministerie, locaties zoeken waar versoberde opvang wel mogelijk is.
Het COA biedt asielzoekers onderdak. Tijdens de asielprocedure vangen we asielzoekers op in verschillende soorten opvanglocaties. Na afloop van de procedure bieden we statushouders opvang totdat ze een huis krijgen in een gemeente. Afgewezen asielzoekers mogen nog een korte periode in een azc wonen om hun vertrek voor te bereiden.
Centrale ontvangstlocatie
Asielzoekers die Nederland binnenkomen, melden zich bij de Vreemdelingenpolitie (AVIM) in het aanmeldcentrum in Ter Apel. Direct na hun aanmelding krijgen ze 3 tot 10 dagen onderdak in de ‘centrale ontvangstlocatie’ (col) van het COA in Ter Apel of Budel. Daar krijgen ze een medische intake, tuberculose-onderzoek en het aanmeldgehoor. COA-medewerkers kijken of asielzoekers speciale aandacht of begeleiding nodig hebben en verstrekken maaltijden en verzorgingsproducten.
Centrale ontvangstlocatie voor jongeren
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) die zich hebben aangemeld bij de Vreemdelingenpolitie (AVIM) vangen we op in de ‘centrale ontvangstlocatie voor amv’ in Ter Apel. De jongeren krijgen daar een voogd van Stichting Nidos en staan vanaf dat moment onder zijn gezag.
Procesopvanglocatie
Na het aanmeldgehoor verhuizen asielzoekers naar een ‘procesopvanglocatie’ (pol) in de buurt van een kantoor van de IND. Daar doorlopen zij de algemene asielprocedure. Medewerkers van VluchtelingenWerk geven voorlichting over de asielprocedure. Asielzoekers hebben in de procesopvanglocatie toegang tot noodzakelijke medische zorg via Gezondheidszorg Asielzoekers (GZA).
COA-medewerkers begeleiden asielzoekers tijdens het verblijf in de procesopvanglocatie. Ze geven praktische informatie over het wonen in Nederland en in een azc. In de procesopvanglocaties krijgen bewoners meestal eetgeld, zodat ze zelf kunnen koken. Vanwege de beoogde korte verblijfsduur is het activiteitenaanbod in de procesopvanglocatie beperkt: volwassenen kunnen de training Basaal Nederlands en vrijwilligerswerk op de locatie doen. Kinderen gaan naar school. Voor kinderen is er is op elke opvanglocatie een aanbod van sport, spel, kunst en muziek.
Asielzoekers met een grote kans op een vergunning beginnen hier al met integratie en partipatie. Lees meer over lessen ‘Nederlands als tweede taal’ (NT2).
Procesopvanglocatie voor amv
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) van 15 tot 18 jaar verblijven tijdens de algemene asielprocedure in een ‘procesopvanglocatie voor amv’, of ‘pol amv’. Ze krijgen daarbij begeleiding van hun advocaat en Nidos-voogd. Alleenstaande jongeren van 13 en 14 jaar die Nidos niet kan plaatsen in een opvanggezin, gaan vanuit Ter Apel zo veel mogelijk naar een kleinschalige woonvoorziening.
COA-mentoren begeleiden de jongeren 24 uur per dag. De jongeren krijgen in de procesopvanglocatie eet- en leefgeld en een volledig aanbod van activiteiten.
Pre-procesopvanglocatie
Asielzoekers die na hun verblijf in de centrale ontvangstlocatie nog niet kunnen starten met de algemene asielprocedure gaan naar een zogenaamde ‘pre-procesopvanglocatie’, of ‘pre-pol’. Daar doorlopen ze de rust-en voorbereidingstijd en wachten ze op de start van de procedure. De pre-procesopvanglocatie is geen reguliere locatie van het COA. Deze locatie is alleen nodig als de IND door een hoge instroom van asielzoekers een wachttijd heeft.
Een pre-procesopvanglocatie bevindt zich vaak op het terrein van een azc. Het activiteitenaanbod is zoveel mogelijk hetzelfde als het aanbod in het azc. Zo kunnen bewoners alvast starten met het programma Wonen en leven op een COA-locatie
OPVANG IN VERSCHILLENDE SOORTEN ASIELZOEKERSCENTRA
Het COA biedt asielzoekers onderdak. Tijdens de asielprocedure vangen we asielzoekers op in verschillende soorten opvanglocaties. Na afloop van de procedure bieden we statushouders opvang totdat ze een huis krijgen in een gemeente. Afgewezen asielzoekers mogen nog een korte periode in een azc wonen om hun vertrek voor te bereiden.
Asielzoekers starten in Ter Apel
De meeste asielzoekers gaan in Nederland eerst naar Ter Apel. Daar melden ze zich bij het aanmeldcentrum van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Daarna verblijven ze 3 tot 10 dagen in onze centrale ontvangstlocatie in Ter Apel of Budel. Daar krijgen ze een medische intake, een tuberculosecontrole en het aanmeldgehoor van de IND.
Daarna: procesopvanglocatie en azc
Tijdens de algemene asielprocedure verblijven asielzoekers in een procesopvanglocatie. Krijgen ze een verblijfsvergunning? Of gaat de IND hun asielaanvraag verder beoordelen in de verlengde asielprocedure? Dan gaan ze naar een azc. Afgewezen asielzoekers mogen nog maximaal 28 dagen in een azc wonen om hun vertrek uit Nederland voor te bereiden. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen vangen we op in speciale locaties voor jongeren.
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) biedt asielzoekers onderdak in een asielzoekerscentrum (azc). Een azc heeft meestal ruimte voor 300 tot ongeveer 1.500 personen.
Opvang asielzoekers
Tijdens de asielprocedure zitten asielzoekers in verschillende soorten locaties. Na de procedure blijven de statushouders in die locatie totdat ze een woning krijgen in een gemeente. Afgewezen asielzoekers mogen nog een korte periode in een azc wonen om hun vertrek voor te bereiden.
Noodopvang
Is er niet genoeg plek in de asielzoekerscentra (azc)? Dan vangt het COA asielzoekers tijdelijk op in de noodopvang. Dit zijn tijdelijke locaties met minder voorzieningen dan de standaard opvanglocaties van het COA. Zoals evenementenhallen.
Crisisnoodopvang
Is er voor asielzoekers geen plek meer in de noodopvang? Dan regelen de gemeenten en veiligheidsregio’s crisisnoodopvang. Dit is korte opvang in ruimtes die de overheid meestal inzet bij een ramp of crisis.
Visual opvang van asielzoekers in Nederland
Een asielzoeker vraagt asiel aan door de (persoonlijke) situatie in zijn eigen land. Deze visual geeft weer hoe de opvang voor asielzoekers in Nederland is geregeld.
Afhankelijk van waar opvangcapaciteit is, wordt de asielzoeker geplaatst in:
Asielzoekerscentrum (azc) Reguliere opvanglocatie. Organisatie via het COA.
Noodopvang Tijdelijke opvang bij tekort in azc. Bijvoorbeeld in paviljoens, (evenementen)hallen, vakantieparken of cruiseschepen. Organisatie via het COA.
Crisisnoodopvang Zeer tijdelijke opvang (een week tot enkele weken). Bijvoorbeeld in sporthallen. Organisatie op regionaal niveau door Veiligheidsregio’s en gemeenten.
De asielaanvraag kan worden ingewilligd of afgewezen
Als het verzoek wordt ingewilligd ontvangt de asielzoeker een (tijdelijke) verblijfsvergunning. Dan volgt huisvesting in gemeente: Permanente of tijdelijke huisvesting via:
Reguliere huisvesting in de (sociale) huurmarkt
Tijdelijke huisvesting zoals tussenvoorzieningen, verbouwde (kantoor) panden, in mobiele woonunits en andere voorzieningen. De gemeente kan hierbij een beroep doen op regelingen en expertise bij de rijksoverheid. Zie voor actuele informatie hierover: www.volkshuisvestingnederland.nl/ onderwerpen/statushouders.
Als het verzoek wordt afgewezen volgt vertrek Vertrek is zelfstandig of gedwongen.
”Er zijn nog steeds dringend nieuwe opvangplekken voor asielzoekers nodig. Dat blijkt uit een brief die demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) vrijdag naar gemeenten heeft gestuurd. De bewindsman zegt dat dit jaar nog 8.400 extra plekken nodig zijn.”
Er zijn nog steeds dringend nieuwe opvangplekken voor asielzoekers nodig. Dat blijkt uit een brief die demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) vrijdag naar gemeenten heeft gestuurd. De bewindsman zegt dat dit jaar nog 8.400 extra plekken nodig zijn.
Van der Burg stuurde twee weken geleden ook al een oproep naar gemeenten. Daarin benadrukte hij dat er op zeer korte termijn opvangplekken nodig waren, om te voorkomen dat het te vol zou worden in Ter Apel.
Van de 342 gemeenten zijn een tiental gemeenten bijgesprongen. Daardoor zijn er vorige week vijfhonderd extra plekken gekomen en komen daar deze week nog driehonderd bedden bij. De staatssecretaris is deze gemeenten “zeer dankbaar”.
Toch is het volgens Van der Burg duidelijk dat “we op (zeer) korte termijn meer opvangplekken nodig hebben”. Daarom doet hij opnieuw een beroep aan gemeenten. Nog dit jaar zijn er 8.400 extra opvangplekken nodig.
Het gaat om reguliere opvangplekken, noodopvangplekken, en plekken voor ongeregistreerde asielzoekers en alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv’s). Van der Burg schrijft dat vooral bij die laatste groep “de nood hoog” is.
Drie provincies moeten aan de bak
Van der Burg doet met name een beroep op drie provincies die volgens hem ver achterblijven met de opvang. Zo wil hij graag van Zuid-Holland 1.550 plekken en van Noord-Holland en Noord-Brabant 1.400 plekken. Aan de overige provincies vraagt hij 450 plekken.
“De komende weken en maanden zullen we alles op alles moeten zetten om de komende maanden te zorgen dat er voldoende opvang beschikbaar komt en niemand zonder slaapplaats verblijft”, schrijft Van der Burg.
Van der Burg denkt overigens dat het deze week “goed” zou moeten gaan in Ter Apel, maar benadrukt ook dat hij deze brief “niet voor niets” heeft gestuurd.
Statushouders moeten snel doorstromen
Het aantal asielzoekers dat zich momenteel in Nederland meldt, is groter dan verwacht. Tegelijkertijd zitten er nog altijd veel statushouders – mensen van wie de asielaanvraag is goedgekeurd – in de asielzoekerscentra. Zij moeten doorstromen naar een eigen huis, maar dat gaat moeizaam door de krappe woningmarkt. Van der Burg wil dat de zestienduizend statushouders die nu nog in azc’s zitten, uiterlijk eind dit jaar zijn doorgestroomd.
Of de spreidingswet – een wet die ervoor moet zorgen dat asielzoekers eerlijk over het land worden verdeeld – er wel of niet komt, maakt volgens Van der Burg voor deze oproep niet uit. “Als de wet door de Tweede en Eerste Kamer komt, heeft hij op zijn vroegst eind volgend jaar effect”, zei hij vrijdag voorafgaand aan de ministerraad. Maar de kans dat de wet door de Eerste Kamer komt, lijkt klein.
EINDE
[27]
NOS
ASIELZOEKERS IN GOES ZIJN HET ZAT: ONGEDIERTE, SLECHTE
HYGIENE EN KOU
Asielzoekers die in de noodopvang in Goes verblijven klagen over erbarmelijke leefomstandigheden in de opvanglocatie. Volgens de mensen die er verblijven is er sprake van kou, onhygiënische voorzieningen en ongedierte. Ook de lange duur van het verblijf leidt tot frustratie.
De groep asielzoekers in Goes bestaat uit allemaal mannen, voornamelijk uit Syrië, Jemen en Turkije. Het is de bedoeling dat de asielzoekers maximaal drie maanden in de Zeelandhallen verblijven, maar veel mannen wonen er al een half jaar of langer, schrijft Omroep Zeeland.
De gemeente wil dat het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) mensen na drie maanden overplaatst naar andere locaties. Maar door het landelijk tekort aan plekken gaat dat moeilijk.
Afgelopen weekend leidde de spanning tot een spontaan protest onder de asielzoekers. De mannen klommen op tafels, klapten in hun handen en scandeerden: “IND, IND!”, verwijzend naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst, die volgens hen veel steken laat vallen:
Mohammed Yahya uit Jemen is 31 jaar oud. Hij woont al zes maanden in de Zeelandhallen. “We leven met 320 mensen op een te kleine plek, met te weinig toiletten en douches”, zei hij tegen Omroep Zeeland. “De verstandhouding onderling was eerst goed. Maar nu de mensen hier lang verblijven, worden ze agressief en soms zelfs gewelddadig.”
Ahmed Alsedeai (28) uit Jemen woont ook al zes maanden in de noodopvang. “Er zitten veel kikkers, kakkerlakken en ratten. ’s Nachts is het erg koud waardoor je soms niet kan slapen”, zegt hij.
De 23-jarige Abdullah Alshawtari uit Jemen spreekt van een ongezonde situatie. “Een normaal leven kun je hier niet leiden. Zelfs de artsen raden aan om mensen hier niet langer dan drie maanden onder te brengen.” Karzan Esmett, een 31-jarige Koerd uit Irak, valt hem bij: “Meer dan de helft van de mensen hier is ziek. Ik heb zelf huidproblemen.”
Onzekerheid en stress
Volgens de bewoners zijn de leefomstandigheden niet de grootste frustratie, maar vooral de lange duur van het verblijf. Dat brengt onzekerheid en stress met zich mee.
“We willen een antwoord van de IND, want we wachten hier onze procedure af. En het COA vertelt ons niets”, zegt Abdullah Alshawtari. “Eerst vroegen we: we willen niet in dit kamp zijn, we willen weg. Maar zij zeiden: we kunnen niets doen, de transfer komt van de IND.”
Gisteren is een groep van zo’n vijftig asielzoekers van Goes naar Velsen in Noord-Holland gebracht waar een cruiseschip sinds kort dient als opvanglocatie. Volgens een woordvoerder van het COA heeft dat niets met de kritiek en de ontstane onrust onder asielzoekers in Goes te maken, maar zijn de langstwonenden in de Zeelandhallen gewoon aan de beurt om te verhuizen.
‘Alle redenen om niet blij te zijn’
Het COA erkent dat de situatie in Goes niet ideaal is. “Het is eigenlijk al erg genoeg dat we zulke noodopvanglocaties al zo lang moeten gebruiken. Wie daar langere tijd verblijft, en dat zijn er genoeg, hebben alle redenen om daar niet blij mee te zijn”, zegt een woordvoerder. “Ze zitten in een noodopvanglocatie die op geen enkele wijze voldoet aan de normen die wij voor reguliere opvang hanteren.”
Het COA ziet ook dat de lange duur van het verblijf frustreert, maar zegt niet te kunnen helpen bij een procedure bij het IND. “Het enige wat wij kunnen doen is mensen van de IND uitnodigen om daar tekst en uitleg over te geven. Verder hebben we geen enkele invloed op de procedure en ook geen zeggenschap over.”
‘We willen iets teruggeven aan Nederland’
Ondanks de omstandigheden in Goes is terugkeren naar zijn land van herkomst geen optie, zegt Mohammed Yahya. “Teruggaan naar Jemen is geen optie, want daar woedt sinds 2015 een oorlog. Wij willen door met ons leven en proberen iets terug te geven van wat dit land, Nederland, ons heeft gegeven. Ik weet dat veel mensen denken dat we alleen maar zijn gekomen om iets te halen, maar dat is niet zo.”
EINDE
”Oekraïners verblijven er met vijf personen op een kamer van 36 vierkante meter zonder tussenwanden of afscheiding en hebben bijna geen privacy. Het leefgeld dat ze uitbetaald krijgen wisselt sterk en komt niet overeen met de richtlijnen die de overheid daarvoor heeft opgesteld. Ook is er onvoldoende eten, zeggen bewoners. Twee keer per week wordt er een half brood uitgedeeld per persoon en een keer per dag een appel of banaan en een diepgevroren maaltijd.”
NOS
ZORGEN OVER LANGDURIGE OPVANG
OEKRAINERS, STEEDS VAKER KLACHTEN
Organisaties maken zich zorgen over de opvang van Oekraïense vluchtelingen op de lange termijn. Nu veel Oekraïners al meer dan een halfjaar in Nederland verblijven, komen er steeds meer klachten binnen over de kwaliteit van de opvang.
Zo ook in Venlo, waar de opvang in een oud defensiepand leidt tot klachten van bewoners. Het pand dat wordt beheerd door leegstandbeheerder Monoma (voorheen Camelot) biedt onderdak aan 70 mensen.
Oekraïners verblijven er met vijf personen op een kamer van 36 vierkante meter zonder tussenwanden of afscheiding en hebben bijna geen privacy. Het leefgeld dat ze uitbetaald krijgen wisselt sterk en komt niet overeen met de richtlijnen die de overheid daarvoor heeft opgesteld. Ook is er onvoldoende eten, zeggen bewoners. Twee keer per week wordt er een half brood uitgedeeld per persoon en een keer per dag een appel of banaan en een diepgevroren maaltijd.
De gemeente Venlo laat weten dat het eten van voldoende kwaliteit is en met reden een keer per dag wordt geserveerd. Eerder zouden vluchtelingen voedsel hebben ‘gehamsterd’. Over de uitkering van het leefgeld erkent de gemeente dat bij een klein deel van de bewoners een administratieve fout is gemaakt. “Dat betreuren we en herstellen we in overleg met de betreffende mensen natuurlijk op korte termijn.”
Op dit moment staan er meer dan 80.000 Oekraïners in Nederland geregistreerd als vluchteling. Elke week komen er daar enkele honderden bij. Ruim 62.000 van hen verblijven in gemeentelijke opvanglocaties als rondvaartschepen, sporthallen en bedrijfspanden. Er zijn regels opgesteld voor de gemeentelijke opvang in de Handreiking Gemeentelijke Opvang Oekraïners. Aanbevelingen zijn om een bewonersraad in te stellen, een duidelijke klachtenprocedure en een vaste vertrouwenspersoon. De gemeentes besteden de opvang van Oekraïners soms uit aan externe partijen, al dan niet met een maatschappelijk karakter.
Het speelt op meer plekken
Stichting Opora, die zich hard maakt voor de belangen van Oekraïners in Nederland, maakt zich zorgen. “Het gebeurt vaker dat de zorg op een gemeentelijke opvanglocatie wordt uitbesteed aan commerciële partijen”, zegt oprichter en migratiewetenschapper Maria Shaidrova die onderzoek doet onder Oekraïense vluchtelingen in Nederland.
“Er is niet altijd genoeg controle vanuit de gemeente; ook zijn er geen ‘checks and balances‘. Oekraïners weten niet waar ze terechtkunnen met een klacht. Er zijn geen vertrouwenspersonen aanwezig. De meest informatie die ze van de gemeente krijgen is in het Nederlands. Vaak durven mensen niet naar de politie te stappen, uit angst voor de gevolgen”, zegt Shaidrova.
Regelmatig voelen Oekraïners zich geïntimideerd door de beveiliging, zegt Shaidrova. De Oekraïense vluchtelingen die gisteravond met lokale omroep L1 in gesprek gingen kregen van de beveiliging te horen “nu binnen te komen, anders kom je het pand helemaal niet meer binnen.”
Andere locaties
De problemen spelen ook op andere locaties, zegt Shaidrova. In Zaandam verbleven vluchtelingen wekenlang op een boot zonder ventilatiesysteem. In het voormalige Rabobank-kantoor in Eindhoven waar tweehonderd vluchtelingen uit Oekraïne verblijven, klagen bewoners over onvoldoende privacy en strenge beveiliging. Tassen werden regelmatig doorzocht op wapens.
Ook zou disproportioneel hard gestraft worden; een bewoner die zijn middelvinger had opgestoken werd naar verluidt uit de opvang gezet. Het eten, van dezelfde cateraar als in Venlo, leidde tot klachten.
De problemen werden in de raadsvergadering van de gemeente Eindhoven besproken. Springplank040 die de opvang verzorgt, legde aan de lokale omroep uit dat het Rabobankpand zich eigenlijk niet leent voor deze soort opvang. “Het pand is een goede crisisopvang maar geen woonomgeving, en zo wordt-ie nu wel gebruikt.”
Andere ritmes, ander eten
Stichting Vluchtelingenwerk herkent het beeld. “Wij krijgen ook steeds meer signalen van ontevreden Oekraïners”, laat een woordvoerder weten. “Onze indruk is niet dat de opvang veel slechter wordt, maar nu de opvang langer duurt, komen er meer klachten. Zo werken er mensen nachtdiensten, maar delen die kamers met mensen die overdag werken. Als je niet kan koken is het eten wat je krijgt niet altijd wat je zelf zou willen. Je wil je eigen eten koken en je eigen leven leiden. Dat gaat op heel veel locaties niet.”
Ook gemeenten worstelen hiermee, zegt Vluchtelingenwerk. Zij voelen zich niet goed ondersteund door het Rijk. “Veel gemeenten kampen met personeelstekorten. Het is voor hen ook een lastige afweging wat ze willen investeren in een locatie, omdat het niet duidelijk is hoelang die nog openblijft en wat dat betekent voor een gemeente op de lange en middellange termijn.” De Vereniging van Nederlandse Gemeenten wilde niet reageren op vragen over dit onderwerp.
Slechte omgang huurders
Regelmatig gaat het ook wel goed, benadrukt Shaidrova, maar dan zijn het vaak organisaties waarbij een organisatie is aangesteld die ervaring heeft met de opvang van kwetsbaren, zoals het Rode Kruis, Leger des Heils, of Stichting Regenboog in Amsterdam.
De locatie in Venlo wordt beheerd door Monoma, voorheen Camelot, het grootste anti-kraakbedrijf van Nederland dat meerdere keren door de rechter in Nederland en België op de vingers is getikt vanwege de slechte omgang met huurders.
Na een naamswijziging heeft het Brabantse bedrijf haar leegstandbeheer ondergebracht onder het Monoma-merk. Op dit moment verzorgt de leegstandbeheerder samen met onder meer de gemeentes Tilburg, Hoorn, Altena, Venlo en Delft voor duizenden Oekraïners een opvangplek, zo is te lezen op de site. Monoma laat weten zich niet in het geschetste beeld te herkennen en verwijst voor woordvoering naar de gemeente.
Te weinig toezicht
De opvangcapaciteit voor Oekraïners zit op dit moment voor 96 procent vol. Naarmate de opvang verder vol raakt en het verwachte aantal vluchtelingen uit Oekraïne verder oploopt deze winter, bestaat de kans dat gemeentes vaker moeten uitwijken naar commerciële partijen, zegt Shaidrova. Zij maakt zich zorgen. “Er is te weinig toezicht.”
Op een gegeven moment gaat het aan alle kanten wringen, zegt Vluchtelingenwerk. “Een oplossing is niet direct voorhanden. Er moet vanuit het Rijk een plan komen voor de middellange termijn.”
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noten 26 en 27/HOOFDSTUK I
SPREIDINGSWET OF NIET, BERGEN GAAT DOOR MET OPVANG:
”IS ONZE MORELE PLICHT”
27 SEPTEMBER 2023
In de Tweede Kamer gaat het vandaag opnieuw over de veelbesproken spreidingswet. Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) wil die invoeren om de opvang van asielzoekers beter over het land te spreiden. Over de wet is het al vaak gegaan en of hij de eindstreep haalt, is nog niet duidelijk. Dat leidt ertoe dat sommige gemeenten de hakken voorlopig in het zand zetten als het gaat om nieuwe opvangplekken. Andere lopen juist op de wet vooruit.
Zandvoort is een van de gemeenten die niet zitten te wachten op de komst van een azc. De gemeente kreeg de opdracht om 65 asielzoekers op te vangen en daarvoor een geschikte locatie te zoeken. Parkeerterrein De Zuid in de duinen, grenzend aan vrijstaande huizen met zeezicht, was een van opties. Van harte ging het niet. “Ik heb van het begin af aan gezegd: de enige reden om asielzoekers op te vangen is de spreidingswet die ons dwingt dit te doen”, zegt wethouder Martijn Hendriks.
Veel verzet
Vanuit de raad, maar ook vanuit bewoners, kwam veel verzet. Er waren tegengeluiden als “straks vallen ze onze vrouwen in bikini’s lastig op het strand of gaan ze in de duinen slapen”, beaamt Hendriks. Maar ook bouwen in een natuurgebied en het woningtekort waren pijnpunten.
“De wachtlijst voor sociale woningbouw is negen jaar, dus ik snap heel goed dat ik vragen kreeg als: mijn zoon van 30 zoekt al jaren een woning, wat gaan jullie daaraan doen?”
De wethouder noemt de spreidingswet een voorbeeld van zwak bestuur vanuit de Rijksoverheid. “Er is een probleem en de gemeenten mogen het oplossen. Wij kunnen nog zo goed dweilen, maar uiteindelijk zal die kraan een keer dicht moeten.” Hij wacht af hoe de spreidingswet vorm krijgt: een azc in Zandvoort komt er voorlopig niet.
Zo verloopt het debat
Vandaag debatteert de Tweede Kamer opnieuw over de spreidingswet. Als die wordt aangenomen, moet de wet naar de Eerste Kamer waar BBB bepalend is voor steun. BBB-leider Van der Plas zei in het debat dat ze een landelijk asielquotum van 15.000 asielzoekers per jaar wil. Dat is fors minder dan de ruim 46.000 mensen die vorig jaar naar Nederland kwamen. Ook wil Van der Plas gemeenten niet dwingen tot opvang.
Het CDA wil gemeenten meer tijd te geven om opvangplekken te regelen. Dat plan kan op een ruime meerderheid rekenen. Veel rechtse partijen zijn ervan overtuigd dat een eerlijkere verdeling van asielzoekers over Nederland een aanzuigende werking zal hebben. En ook de VVD wil dat er eerst iets aan de instroom van asielzoekers wordt gedaan.
Anders dan Zandvoort wacht de Noord-Hollandse gemeente Bergen niet op een definitieve uitkomst van hoe de spreidingswet eruit komt te zien. In een voormalige kampeerboerderij worden in deelgemeente Egmond-Binnen vanaf 1 oktober 30 meisjes tussen de 15 en 18 jaar opgevangen, alleenreizende minderjarige vluchtelingen. Na vier maanden gaan ze naar een voormalig zorgcentrum in Schoorl, waar plek is voor 55 jongeren. Daar kunnen ook jongens bij komen.
“Ik vind het een morele verantwoordelijkheid om aan opvang bij te dragen”, zegt de Bergense burgemeester Lars Voskuil. Dat andere gemeenten het niet doen, is hun eigen keuze en hangt af van de lokale en politieke situatie. Hier in Bergen merk ik dat er een breed draagvlak is onder onze inwoners.”
Volgens Voskuil zijn er heus ook zorgen. Begrijpelijk, vindt hij. “Maar we hebben hier eerder een crisisnoodopvang en meerdere azc’s gehad en dat is altijd goed gegaan. Bergen is een sociale gemeente, die dit graag doet.”
Van verrijking tot zorgen
Weinig wanklank klonk maandagavond tijdens een inloopavond in de dorpskerk voor bewoners. “Iedereen is welkom, deze jongeren zijn gevlucht uit een land waar wij niet mee willen ruilen”, zegt de een. “Een verrijking”, zegt een ander.
Een bewoner hoopt op versterking van de plaatselijke voetbalvereniging en wat extra levendigheid met de komst van jongeren. “Wij hebben de middelen en ook de mensen om de jongeren een fijne plek te bieden die ze nodig hebben.”
Maar zorgen zijn er ook. “Het zijn pubers. Ze moeten wel bezig worden gehouden. Als het niet lukt met school, dan gaan ze zich vervelen en de straat op”, zegt een inspreker. “Ze hebben veel meegemaakt, ze hebben wel traumabegeleiding nodig, maar hebben we daar genoeg mankracht voor?”, vraagt een jongerenwerker zich af.
EINDE
[24]
WIKIPEDIA
LARS VOSKUIL
[25]
“Ik vind het een morele verantwoordelijkheid om aan opvang bij te dragen. Dat andere gemeenten het niet doen, is hun eigen keuze en hangt af van de lokale en politieke situatie. Hier in Bergen merk ik dat er een breed draagvlak is onder onze inwoners.”
NOS
SPREIDINGSWET OF NIET, BERGEN GAAT DOOR MET OPVANG:
”IS ONZE MORELE PLICHT”
27 SEPTEMBER 2023
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 23
Reacties uitgeschakeld voor Noten 23 t/m 25/HOOFDSTUK I
Want zonder de vóórstem van Eerste Kamerleden van de VVD had de wet het niet gehaald. Lange tijd leek het die kant op te gaan: de VVD keerde zich sinds de kabinetsval immers fel tegen de spreidingswet, vooral de Tweede Kamerfractie leverde hevig verzet.”
….
….
”Van de gevreesde dwang is voorlopig evenmin sprake. Pas als gemeenten er onderling en in overleg met de provincie niet uitkomen, kan de staatssecretaris dwingen asielzoekers op te nemen. Naar verwachting doet zo’n situatie zich niet vóór het einde van dit jaar voor. Als dan inmiddels een nieuw kabinet is aangetreden met PVV, VVD, NSC en BBB – uitgesproken tegenstanders van de wet – lijkt het al helemaal onwaarschijnlijk dat een volgende staatssecretaris voor dwang zal kiezen.”
TROUW
NA ANDERHALF JAAR POLITIEKE STRIJD
NU ECHT GROEN LICHT VOOR SPREIDINGSWET
23 JANUARI 2024
De wet om asielzoekers gelijkmatiger over Nederland te spreiden, wordt definitief van kracht. Dinsdag stemde een ruime Eerste Kamermeerderheid voor het kabinetsplan. Maar daarmee is het opvangprobleem nog niet opgelost.
Met steun van de VVD-fractie heeft een meerderheid van de senaat dinsdag vóór de omstreden spreidingswet gestemd. In totaal stemden 43 Eerste Kamerleden voor en 27 tegen het kabinetsplan om asielzoekers ‘eerlijk’ over Nederlandse gemeenten te spreiden. Daarmee komt er voorlopig een einde aan een felle politieke strijd, waarbij de VVD een hoofdrol speelde.
Want zonder de vóórstem van Eerste Kamerleden van de VVD had de wet het niet gehaald. Lange tijd leek het die kant op te gaan: de VVD keerde zich sinds de kabinetsval immers fel tegen de spreidingswet, vooral de Tweede Kamerfractie leverde hevig verzet. Maar tot ieders verbazing kondigde de senaatsfractie van de VVD vorige week dinsdag aan tóch unaniem voor te stemmen.
Tekorten nog niet opgelost
Daarmee haalde verantwoordelijk staatssecretaris Eric van der Burg (asiel) alsnog zijn begeerde meerderheid. Donderdag 1 februari treedt de wet al in werking, uiterlijk die dag krijgen provincies en gemeenten te horen hoeveel asielzoekers ze moeten opvangen.
Zijn de grote tekorten daarmee direct opgelost? Nee, temperde Van der Burg de verwachtingen. Waarschijnlijk duurt het nog maanden voordat overvolle opvangcentra daadwerkelijk zijn ontlast.
Van de gevreesde dwang is voorlopig evenmin sprake. Pas als gemeenten er onderling en in overleg met de provincie niet uitkomen, kan de staatssecretaris dwingen asielzoekers op te nemen. Naar verwachting doet zo’n situatie zich niet vóór het einde van dit jaar voor. Als dan inmiddels een nieuw kabinet is aangetreden met PVV, VVD, NSC en BBB – uitgesproken tegenstanders van de wet – lijkt het al helemaal onwaarschijnlijk dat een volgende staatssecretaris voor dwang zal kiezen.
‘Afbreuk aan lokale democratie’
Anders dan de VVD-senatoren stemde de Eerste Kamerfractie van de BoerBurgerBeweging dinsdag unaniem tegen. “Er zijn weliswaar verschillende opinies binnen de fractie”, verklaarde BBB-fractievoorzitter Ilona Lagas, “maar we vinden dat we die verschillen opzij moeten zetten om als partij een eenduidig signaal te geven aan het land.”
De enige afwijkende stem kwam van CDA’er Hugo Doornhof: hij is tegen de spreidingswet, de rest van de CDA-fractie voor. “Bij asielopvang is draagvlak op lokaal niveau cruciaal”, legde Doornhof na afloop van de stemming uit. “Persoonlijk moet ik tot de conclusie komen dat dit een te grote afbreuk doet aan de lokale democratie.”
EINDE ARTIKEL
‘Van de partijen die op dit moment praten over een nieuw kabinet stemden BBB en PVV tegen (NSC zit niet in de Eerste Kamer), net als FvD, SGP, JA21 en 50Plus.”
NOS
EERSTE KAMER STEMT MET DUIDELIJKE MEERDERHEID IN MET SPREIDINGSWET
23 JANUARI 2024
Zoals verwacht heeft de Eerste Kamer met een duidelijke meerderheid de spreidingswet aangenomen. In een hoofdelijke stemming schaarden 43 van de 70 aanwezige senatoren zich achter het voorstel van demissionair staatssecretaris Van der Burg van Justitie om asielzoekers beter over de gemeenten in Nederland te verdelen. In het uiterste geval is daarbij dwang mogelijk.
Over de wet wordt al tijden gepraat. De Tweede Kamer ging er vorig jaar oktober mee akkoord, maar tot vorige week leek het heel spannend te worden of ook de Eerste Kamer de wet zou steunen. Maar nadat de VVD (de partij van Van der Burg) in de senaat had bekendgemaakt unaniem vóór te stemmen, was duidelijk dat de spreidingswet het zou halen.
In de Tweede Kamer keerde de VVD zich eerder tegen het wetsvoorstel en eind vorig jaar deed partijleider Yesilgöz een beroep op de Eerste Kamer de wet voorlopig niet te behandelen. Maar de senaat heeft het voorstel dus toch behandeld en er nu ook mee ingestemd.
De VVD in de Tweede Kamer had liever gezien dat er eerst stappen zouden worden gezet om de instroom van asielzoekers terug te dringen. Maar de partijgenoten in de Eerste Kamer benadrukten vorige week dat de opvang eerlijker moet worden verdeeld en dat de fractie de lokale bestuurders niet in de steek wil laten.
Onderhandelende partijen PVV en BBB tegen
Behalve de VVD steunden ook GroenLinks-PvdA, CDA (op senator Doornhof na), D66, SP, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, Volt en OPNL de wet. Van de partijen die op dit moment praten over een nieuw kabinet stemden BBB en PVV tegen (NSC zit niet in de Eerste Kamer), net als FvD, SGP, JA21 en 50Plus.
PVV-fractievoorzitter Van Hattem zei dat de wet alleen maar leidt tot verruiming van de opvangcapaciteit. “Als er niks aan de instroom gebeurt, lost dit helemaal niks op. En de dwang in de richting van gemeentes is onacceptabel.” Vorige week noemde PVV-voorman Wilders de dreigende steun voor de spreidingswet in de Eerste Kamer “een probleem”.
Haken en ogen
Volgens BBB-fractievoorzitter Lagas lijkt de wet sympathiek, maar zitten er ook veel haken en ogen aan en worden de problemen er op korte termijn niet door opgelost. Ze zei ook dat er “verschillende opinies binnen haar fractie” zijn, maar BBB wil die verschillen opzij zetten, “om als partij een eenduidig signaal af te geven”.
Wet gaat binnenkort in
Van der Burg zei kort na de stemming dat er met het aannemen van de wet een eerlijke spreiding over Nederland kan komen. Het is de bedoeling dat de nieuwe regels op 1 februari ingaan. Dan maakt Van der Burg ook bekend hoeveel asielzoekers de gemeenten in totaal moeten opvangen.
Als provincies en gemeenten er niet uitkomen, kan de staatssecretaris in het uiterste geval overgaan tot een gedwongen verdeling van asielzoekers. Volgens Van der Burg zal dat pas vanaf midden volgend jaar kunnen gebeuren.
De staatssecretaris vindt uitspraken over het niet meewerken aan de spreidingswet, zoals door gemeenteraadsleden in Westland gedaan, “wat raar”. Hij benadrukte dat bestuurders van een gemeente niet voor niets ‘wethouder’ heten: “Je hebt je wel aan de wet te houden. Het kan wel zo zijn dat gemeentes onderling afspreken dat een bepaalde gemeente wel opvangt en een andere niet.”
EINDE
[22]
[22]
NOS
45 ”WEIGERGEMEENTEN” KRIJGEN VERZOEK OM
PER DIRECT STATUSHOUDERS TE HUISVESTEN
Bestuurders van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) gaan zelf 45 gemeenten bellen die weinig tot niets doen aan de huisvesting van statushouders en asielopvang. Dat schrijft het COA in een bericht op de site. Formeel is de huisvesting van statushouders (asielzoekers met een verblijfsvergunning) een wettelijke taak van gemeenten, provincies houden daarop toezicht.
Maar nu gaan het ministerie van Justitie en het COA zelf ingrijpen. Gemeenten die minder dan 30 procent doen van wat zou moeten, kunnen een telefoontje verwachten van COA-bestuurders en van ambtenaren of bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken.
Als een gemeente geen woning kan vinden, zullen asielzoekers worden ondergebracht in een hotel of tijdelijke accommodatie, in de plaats zelf of in een naburige gemeente, schrijft het COA in een toelichting op de maatregel.
De kosten daarvan komen voor rekening van het COA. De hoogte van het bedrag is nog niet bekend.
21.000 statushouders in de opvang per 2025
Om welke 45 gemeenten het gaat, wil het COA niet zeggen. De maatregel is onderdeel van een plan dat de landelijke overheid, provincies en gemeenten deze maand bedachten om de het huisvesten van statushouders te versnellen.
Als gemeenten niet sneller mensen gaan onderbrengen, verblijven er over ruim een jaar 21.000 statushouders in de opvang, schreef het ministerie van Justitie vorige maand. Nu zijn dat er bijna 16.000. De snelle groei van het aantal statushouders in de opvang komt doordat de doorstroom van statushouders naar woningen stokt: daarvan zijn er simpelweg te weinig.
Overvol Ter Apel
Dat merken ze ook in Ter Apel. In het aanmeldcentrum daar slapen al weken veel meer mensen dan het toegestane aantal van 2000. Dit weekend overnachtten er 2500 mensen, deels in de wachtruimte van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst en op stoelen, zegt een woordvoerder van het COA. Zondag werd een groep van honderd asielzoekers met spoed overgebracht naar een hotel in Kijkduin om te voorkomen dat mensen buiten moesten slapen.
Het tekort aan opvangplekken komt niet zozeer door de toename van het aantal asielaanvragen, schreef het COA eerder. Een groter probleem is dat mensen vaak te lang in de asielopvang blijven. Bijna de helft van de mensen in de opvang woont op een tijdelijke locatie die vaak na een paar maanden weer sluit. Daarna moeten er weer alternatieve locaties worden gevonden.
Lange wachttijd IND
De doorstroom stokt ook doordat de IND aanvragen niet op tijd afhandelt. De wachttijd voor een beslissing op een asielaanvraag is opgelopen tot een jaar. In februari was dat nog 23 weken. De achterstand is inmiddels opgelopen tot 68.000 zaken (inclusief nareisaanvragen). Het gevolg is dat mensen die wachten op een beslissing, langer een plek in de opvang bezet houden, zei het COA eerder.
Een bijkomend probleem is dat de politiecapaciteit in Ter Apel onvoldoende is om alle mensen die asiel aanvragen te registreren en hun identiteit vast te stellen. Daardoor is de wachtrij daar opgelopen tot 1500 mensen, bevestigt de politie.
500 extra statushouders
De wet schrijft voor dat mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen binnen 14 weken gehuisvest moeten zijn, maar door het gebrek aan woningen duurt dat dus veel langer.
Van de 16.000 statushouders die in de opvang zitten wachten er al 10.000 langer dan de voorgeschreven termijn, schrijft het COA. Gemiddeld gaat 8 procent van de sociale huurwoningen naar statushouders, berekende de NOS onlangs.
De plannen van het COA moeten ertoe leiden dat statushouders sneller weg kunnen uit de asielopvang. De komende maanden zullen steeds andere gemeenten worden geselecteerd die achterlopen met het bieden van huisvesting.
Het doel is om elke week 500 statushouders extra te laten uitstromen, twee keer zoveel als nu.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noten 21 en 22/HOOFDSTUK I
Op korte termijn, binnen drie en vijf weken, zijn er 5500 nieuwe opvanglocaties voor asielzoekers nodig. Dat zegt demissionair staatssecretaris Van der Burg van Asiel. Hij doet een klemmend beroep aan de commissarissen van de Koning en de provincies om op zoek te gaan naar nieuwe plekken.
Het is de zoveelste oproep die de staatssecretaris doet om te voorkomen dat asielzoekers geen onderdak hebben. Op 1 februari is de spreidingswet ingevoerd, maar pas in november kunnen gemeenten echt gedwongen worden om asielzoekers op te vangen.
Uitdagingen
Van der Burg zegt dat de spreidingswet zal bijdragen aan een “stabiel, robuust en evenwichtig gespreid opvanglandschap over het hele land”. Maar nu zijn volgens hem de “uitdagingen” onverminderd groot.
Een van de problemen is ontstaan door een gerechtelijke uitspraak die bepaalt dat in het aanmeldcentrum in Ter Apel maximaal 2000 asielzoekers opgevangen mogen worden. Dat aantal mag niet worden overschreden, terwijl dat nu wel gebeurt.
EINDE BERICHT
RTL NIEUWS
DRINGENDE OPROEP AAN GEMEENTEN:
450 PLEKKEN VOOR ASIELZOEKERS NODIG
22 SEPTEMBER 2023
Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) doet een dringende oproep aan gemeenten om 450 opvangplekken voor asielzoekers te verzorgen.
In een brief schrijft hij dat hij de plekken morgen nodig heeft om te voorkomen dat Ter Apel overloopt. 250 van deze plekken zijn bedoeld voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’ers).
Bovengemiddeld hoog
Als gemeenten geen gehoor geven aan deze oproep, dreigt hij asielzoekers ongevraagd te plaatsen in opvanglocaties en hotels.
Van der Burg wil dat het aantal extra opvangplekken maandag is opgelopen tot 750, waarvan er 300 bedoeld zijn voor amv’ers. Hij heeft met de gemeente Westerwolde afgesproken dat in het asielzoekerscentrum van Ter Apel niet meer dan 2000 mensen zullen worden opgevangen. Om dat de voorkomen heeft hij nu ‘acuut’ opvangplekken nodig.
Meer maatregelen
“Ieder jaar is de dagelijkse instroom van asielzoekers in september het hoogst, maar dit jaar is het aantal personen dat zich per dag meldt in Ter Apel bovengemiddeld hoog”, licht hij toe. Het is al meerdere keren voorgekomen dat meer dan 250 personen per dag zich melden.
Van der Burg verwacht dat de nood ook na volgende week hoog zal blijven. Hij zint daarom op maatregelen en belooft gemeenten hier ‘zo spoedig mogelijk’ over te informeren.
EINDE BERICHT
[19]
RTL NIEUWS
194 GEMEENTEN BIEDEN AL TIEN JAAR GEEN ASIELOPVANG
17 SEPTEMBER 2022
Een ruime meerderheid van de Nederlandse gemeenten heeft de afgelopen tien jaar geen langdurige opvanglocatie voor asielzoekers gehad. Het gaat dan om een asielzoekerscentrum (azc) of een noodopvanglocatie, zo blijkt uit cijfers die RTL Nieuws bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft opgevraagd.
Het gaat om 194 gemeenten, die ondanks het jarenlange grote tekort aan opvangplekken toch geen opvanglocatie voor vluchtelingen hebben geopend. De opvang van asielzoekers komt terecht op de schouders van 151 gemeenten, die in de afgelopen tien jaar wel langdurige opvang hebben geboden.
Staatssecretaris Eric van der Burg voor Asiel en Migratie zegt in een reactie dat de opvang oneerlijk is verdeeld over Nederland. “Als je naar deze kaart kijkt en die is vrij accuraat, dan zie je inderdaad dat het noorden met name echt heel erg veel doet. We moeten ervoor zorgen dat ook het westen z’n verantwoordelijkheid pakt.”
In Groningen is de rek eruit
Met dit overzicht is er voor het eerst een landelijk beeld van alle gemeenten die afgelopen tien jaar wel of geen langdurige opvang boden aan asielzoekers die ons land binnenkomen bij het Groningse Ter Apel. Van daaruit stromen vluchtelingen door naar azc’s en noodopvanglocaties door heel het land, maar die zitten overvol.
Daardoor ontstond er deze zomer bij het aanmeldcentrum in Ter Apel een enorme crisis omdat honderden asielzoekers buiten moesten slapen vanwege een enorm tekort aan opvangplekken.
Het overzicht laat zien dat gemeenten in grote delen van de provincies Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Zeeland het al jarenlang laten afweten.
Groningen biedt al jarenlang onderdak aan tal van groepen asielzoekers, maar het laatste jaar wordt de druk wel erg groot. Daardoor is de rek er echt uit, zegt burgemeester Koen Schuiling. Hij vindt het teleurstellend en jammer dat er zo weinig solidariteit is van gemeenten in de rest van het land.
“Politieagenten, zorgpersoneel en mensen in de opvang maken werkweken van 70 tot 80 uur. Dat kan zo niet langer doorgaan. Nu is ook een andere gemeente een keer aan de beurt”, zegt Schuiling.
West-Friesland laat het afweten
In Noord-Holland en met name veel gemeenten in West-Friesland die tegen het IJsselmeer aan liggen, bieden al jaren geen langdurige asielopvang. Een van die gemeenten is Stede Broec. Burgemeester Ronald Wortelboer van die gemeente benadrukt dat ze wel Oekraïense vluchtelingen opvangen en als regio hun nek hebben uitgestoken voor huisvesting van statushouders. Maar er is volgens hem nu geen geschikte plek voor een azc of noodopvang.
In 2016 heeft hij nog wel een locatie met 300 bedden aangeboden, maar die is door het COA afgekeurd. Wortelboer: “Die locatie is nu weg, het gebouw is gesloopt. We zijn een redelijk overzichtelijke gemeente, dus grote andere opvanglocaties waar je snel mensen kwijt kunt liggen hier niet voor het oprapen.”
Excuses gemeenten gaan niet op
Maar dit soort excuses van gemeentes gaat niet op, vindt staatssecretaris Van der Burg. “Ja, in het westen is het dichter bevolkt en zijn er minder plekken, maar er staan op de kaart ook gemeenten in het westen die dichtbevolkt zijn en wel opvang bieden, dus het kan.”
Dat asielopvang in kleine gemeenten goed mogelijk is, laat de gemeente Pekela zien, zegt burgemeester Schuiling van Groningen. Die gemeente vangt honderden asielzoekers op zonder grote problemen.
Wat verder nog opvalt aan het overzicht is dat de 25 armste gemeenten van Nederland veel vaker (88 procent) een opvanglocatie voor asielzoekers hebben dan de 25 rijkste gemeenten (12 procent). Ook de streng-christelijke gemeenten in de Biblebelt bieden asielzoekers weinig langdurige opvang.
Dit zijn de verschillende soorten opvanglocaties:
Asielzoekerscentrum (azc)
Een azc is een opvanglocatie voor asielzoekers die er veelal meerdere tot wel tientallen jaren staat. In de afgelopen tien jaar heeft op 220 locaties een asielzoekerscentrum gestaan.
Noodopvanglocatie
Als er een beddentekort is in azc’s dan doet het COA een beroep op gemeenten om een noodopvang te openen. Dit zijn tijdelijke locaties met minder voorzieningen, zoals leegstaande kantoren, verzorgingshuizen, scholen en evenementenhallen. Asielzoekers verblijven hier enkele maanden tot soms wel langer dan een jaar. De afgelopen tien jaar gaat het om 147 noodopvanglocaties.
Crisisopvanglocatie
Als er in de noodopvang ook geen plek meer is, dan is er nog de crisisnoodopvang. Dat zijn locaties zoals sporthallen waar asielzoekers voor een paar nachten op een veldbedje kunnen slapen. Dit soort opvang duurt meestal enkele dagen tot een week. (Crisisnoodopvang is niet meegenomen in het overzicht, zie uitleg in de verantwoording)
Nog 18.500 plekken nodig
Het tekort aan opvangplaatsen is enorm. Voor het eind van het jaar moeten er nog 18.500 extra plekken worden gevonden. In het onlangs gesloten asielakkoord tussen staatssecretaris Van der Burg en de provincies en Veiligheidsregio’s is er een verdeelsleutel per provincie afgesproken.
Ook daarin is te zien dat de provincies Noord- en Zuid-Holland flink aan de bak moeten en dat Groningen en Drenthe al voldoende plekken hebben gerealiseerd.
Maar de staatssecretaris verwacht niet dat hij gemeenten uiteindelijk allemaal zover krijgt dat ze vrijwillig akkoord gaan met een azc of het bieden van noodopvang. Daarom komt hij voor 1 oktober met een wetsvoorstel waarin hij gemeenten wil kunnen dwingen akkoord te gaan met het plaatsen van een asielopvang.
Of dat voorstel het ook daadwerkelijk gaat halen, is de vraag, omdat daartegen binnen regeringspartij VVD grote weerstand bestaat.
Verantwoording
RTL Nieuws heeft van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) een lijst met gemeenten ontvangen waar in de periode 2012 t/m 1 september 2022 een asielzoekerscentrum (azc) of noodopvanglocatie voor asielzoekers is geweest. Gegevens van locaties die na 1 september zijn geopend, ontbreken in het overzicht.
Gemeenten die crisisnoodopvang aan asielzoekers hebben geboden, zijn niet meegenomen, omdat die opvang slechts voor zeer korte duur is, enkele dagen tot hooguit een week.
Huisvesting van statushouders en de opvang van Oekraïense vluchtelingen is buiten beschouwing gelaten. De reden is dat er op dit moment, maar ook bij de asielcrisis in 2015, vooral een tekort was aan locaties voor langdurige opvang van asielzoekers.
EINDE BERICHT
”Er zijn geen nieuwe asielopvangplekken gekomen na de oproep van 9 februari van demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) aan provincies en gemeenten, zegt een woordvoerder van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) maandag. ,,De situatie is nog steeds hetzelfde, er zijn te weinig opvangplekken.” Afgelopen weekend verbleven zo’n 2220 mensen in het aanmeldcentrum in Ter Apel.”
AD
ONDANKS OPROEP STAATSSECRETARIS NOG GEEN NIEUWE ASIELOPVANGPLEKKEN
Er zijn geen nieuwe asielopvangplekken gekomen na de oproep van 9 februari van demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) aan provincies en gemeenten, zegt een woordvoerder van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) maandag. ,,De situatie is nog steeds hetzelfde, er zijn te weinig opvangplekken.” Afgelopen weekend verbleven zo’n 2220 mensen in het aanmeldcentrum in Ter Apel.
De oproep was het gevolg van een recente uitspraak van de rechter. Het COA vangt in Ter Apel meer dan 2000 asielzoekers op, wat in strijd is met de afspraken. De rechter oordeelde in een kort geding aangespannen door de gemeente Westerwolde dat het COA het maximumaantal niet meer mag overschrijden. Ook sluit binnenkort een aantal grote opvanglocaties, terwijl het in asielzoekerscentra juist steeds drukker wordt.
Het is maandagochtend nog steeds niet duidelijk of het COA aan die afspraak gaat voldoen. Dinsdag moet het aantal onder de 2000 zijn. ,,Als het morgen lukt”, legt de COA-woordvoerder uit, ,,is dat ook niet structureel. Als gemeenten zich niet melden blijft de problematiek.” Ook Van der Burg zei vrijdag al niet hoopvol te zijn dat het lukt om in het aanmeldcentrum het aantal asielzoekers onder de 2000 te krijgen en houden.
EINDE
BINNENLANDS BESTUUR
VAN DER BURG HEKELT GEBREK AAN SOLIDARITEIT
GEMEENTEN
16 JULI 2022
Asielstaatssecretaris Eric van der Burg is verbaasd en teleurgesteld dat sommige gemeenten nauwelijks bereid zijn asielzoekers op te vangen.
In een interview met Trouw hekelt staatssecretaris Eric van der Burg het gebrek aan solidariteit bij sommige lokale bestuurders bij de opvang van asielzoekers. ‘Ik had daarin echt meer verwacht.’
Worsteling
‘Als je ziet hoe Ter Apel worstelt, dan denk ik: dan is het toch ook een kwestie van onderlinge solidariteit? Je kunt kritiek hebben op het kabinet, of op het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers), op iedereen. Maar je wilt toch ook gewoon je collega-raadsleden en wethouders helpen? Ik had daarin echt meer verwacht’, zegt de staatssecretaris tegen de krant.
Dwang
Het kabinet heeft de Tweede Kamer vorige week in een brief laten weten met een wet te komen om gemeenten te dwingen asielzoekers op te vangen. Van der Burg zegt verbaasd te zijn dat een dergelijk middel ingezet moet worden. ‘Ik weet best dat je nooit van alle gemeenten toestemming krijgt om een asielzoekerscentrum te openen. Dat is een utopie. Maar we vinden met elkaar dat we asielzoekers moeten opvangen. Niet iedereen is het daar mee eens, dat weet ik ook wel, maar een meerderheid van de bevolking wil echte vluchtelingen opvangen. Dan denk ik van: ‘ja, jongens, dan moet je dat ook met elkaar regelen’.’
Erfenis
De bewindsman vindt dat het huidige opvangsysteem niet meer voldoet. ‘De huidige situatie, met noodopvang en crisisnoodopvang, is een erfenis uit het verleden. We zullen naar een totaal andere manier moeten om de zaken te regelen.’
Piek
Volgens hem moet ervoor worden gezorgd dat de gewone asielzoekerscentra een bezetting hebben van negentig procent. ‘Dan kun je een piek in de asielinstroom opvangen in de bestaande capaciteit. Als er geen piek is, kun je andere groepen huisvesten die ook snel tijdelijk een woning nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan studenten, of mensen die een woningbrand hebben gehad.’ (ANP)
NOS
45 ”WEIGERGEMEENTEN” KRIJGEN VERZOEK
OM PER DIRECT STATUSHOUDERS TE HUISVESTEN
Bestuurders van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) gaan zelf 45 gemeenten bellen die weinig tot niets doen aan de huisvesting van statushouders en asielopvang. Dat schrijft het COA in een bericht op de site. Formeel is de huisvesting van statushouders (asielzoekers met een verblijfsvergunning) een wettelijke taak van gemeenten, provincies houden daarop toezicht.
Maar nu gaan het ministerie van Justitie en het COA zelf ingrijpen. Gemeenten die minder dan 30 procent doen van wat zou moeten, kunnen een telefoontje verwachten van COA-bestuurders en van ambtenaren of bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken.
Als een gemeente geen woning kan vinden, zullen asielzoekers worden ondergebracht in een hotel of tijdelijke accommodatie, in de plaats zelf of in een naburige gemeente, schrijft het COA in een toelichting op de maatregel.
De kosten daarvan komen voor rekening van het COA. De hoogte van het bedrag is nog niet bekend.
21.000 statushouders in de opvang per 2025
Om welke 45 gemeenten het gaat, wil het COA niet zeggen. De maatregel is onderdeel van een plan dat de landelijke overheid, provincies en gemeenten deze maand bedachten om de het huisvesten van statushouders te versnellen.
Als gemeenten niet sneller mensen gaan onderbrengen, verblijven er over ruim een jaar 21.000 statushouders in de opvang, schreef het ministerie van Justitie vorige maand. Nu zijn dat er bijna 16.000. De snelle groei van het aantal statushouders in de opvang komt doordat de doorstroom van statushouders naar woningen stokt: daarvan zijn er simpelweg te weinig.
Overvol Ter Apel
Dat merken ze ook in Ter Apel. In het aanmeldcentrum daar slapen al weken veel meer mensen dan het toegestane aantal van 2000. Dit weekend overnachtten er 2500 mensen, deels in de wachtruimte van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst en op stoelen, zegt een woordvoerder van het COA. Zondag werd een groep van honderd asielzoekers met spoed overgebracht naar een hotel in Kijkduin om te voorkomen dat mensen buiten moesten slapen.
Het tekort aan opvangplekken komt niet zozeer door de toename van het aantal asielaanvragen, schreef het COA eerder. Een groter probleem is dat mensen vaak te lang in de asielopvang blijven. Bijna de helft van de mensen in de opvang woont op een tijdelijke locatie die vaak na een paar maanden weer sluit. Daarna moeten er weer alternatieve locaties worden gevonden.
Lange wachttijd IND
De doorstroom stokt ook doordat de IND aanvragen niet op tijd afhandelt. De wachttijd voor een beslissing op een asielaanvraag is opgelopen tot een jaar. In februari was dat nog 23 weken. De achterstand is inmiddels opgelopen tot 68.000 zaken (inclusief nareisaanvragen). Het gevolg is dat mensen die wachten op een beslissing, langer een plek in de opvang bezet houden, zei het COA eerder.
Een bijkomend probleem is dat de politiecapaciteit in Ter Apel onvoldoende is om alle mensen die asiel aanvragen te registreren en hun identiteit vast te stellen. Daardoor is de wachtrij daar opgelopen tot 1500 mensen, bevestigt de politie.
500 extra statushouders
De wet schrijft voor dat mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen binnen 14 weken gehuisvest moeten zijn, maar door het gebrek aan woningen duurt dat dus veel langer.
Van de 16.000 statushouders die in de opvang zitten wachten er al 10.000 langer dan de voorgeschreven termijn, schrijft het COA. Gemiddeld gaat 8 procent van de sociale huurwoningen naar statushouders, berekende de NOS onlangs.
De plannen van het COA moeten ertoe leiden dat statushouders sneller weg kunnen uit de asielopvang. De komende maanden zullen steeds andere gemeenten worden geselecteerd die achterlopen met het bieden van huisvesting.
Het doel is om elke week 500 statushouders extra te laten uitstromen, twee keer zoveel als nu.
[20]
NOS
SPREIDINGSWET GAAT IN, PROVINCIES MOETEN 1 NOVEMBER
PLAN INLEVEREN
1 FEBRUARI 2024
Bijna anderhalf jaar nadat staatssecretaris Van der Burg eraan begon te werken, treedt vandaag de spreidingswet waar zoveel om te doen is geweest in werking. Vorige week stemde de Eerste Kamer ermee in en deze week is de wet die de opvang van asielzoekers beter over het land moet verdelen in de Staatscourant gepubliceerd.
Vanaf vandaag moeten provincies en gemeenten ermee aan de slag. Het is de bedoeling dat zij dit en volgend jaar 96.000 opvangplekken regelen. De provincies krijgen allemaal de opdracht een specifiek aandeel te leveren, waarbij een indicatie is gegeven van wat dit in elk van de 342 Nederlandse gemeenten kan gaan betekenen. Die is hier te vinden.
Gemeenten krijgen ook een opgave voor het aantal plekken dat ze moeten organiseren voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’ers); die vertegenwoordigen ongeveer 8,5 procent van het totale aantal plekken per gemeente.
Geen nieuwe plannen
Het is duidelijk dat vooral de provincies Zuid- en Noord-Holland en Noord-Brabant aan de bak moeten. Zuid-Holland moet bijna 20.000 opvangplekken realiseren, Noord-Holland ruim 16.000 en Noord-Brabant een kleine 15.000. Zij vangen al jaren verhoudingsgewijs minder asielzoekers op.
Daar tegenover staan provincies als Groningen, Drenthe, Flevoland en Gelderland, die nu al (meer dan) genoeg opvangplannen hebben en dus geen nieuwe plannen hoeven te bedenken.
Op gemeenteniveau valt op dat Westerwolde, de gemeente in Groningen waar Ter Apel onder valt, nog maar 131 plaatsen zou hoeven te verzorgen. Op dit moment zijn daar nog dagelijks ruim meer dan 2000 mensen in de opvang. Vorige week, op de dag dat de Eerste Kamer de spreidingswet aannam, bepaalde de rechter dat dit niet mag.
De gemeente Schiermonnikoog zou volgens opsomming de minste opvangplekken moeten regelen, namelijk 5, en Amsterdam met 4479 de meeste. Die verdeling is op basis van inwonertal en sociaal-economische status tot stand gekomen, maar kan nog wijzigen. De getallen zijn niet absoluut. Gemeenten kunnen onderling deals maken, zolang het aantal per provincie maar gehaald wordt.
Maar de indicatieve getallen spelen wel een rol bij het verkrijgen van een eventuele bonus. Voor elke extra plek die minstens vijf jaar beschikbaar blijft, kunnen gemeenten 1000 tot 2000 euro krijgen.
Dwang mogelijk
De provincies hebben tot 1 november de tijd om afspraken te maken met gemeenten. Op die datum moeten ze hun opvangplannen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid inleveren. De bewindspersoon voor asielopvang beoordeelt de twaalf plannen voor 1 januari 2025 en provincies krijgen vervolgens nog zes maanden de tijd om die te realiseren.
In provincies zonder deugdelijk plan kan de staatssecretaris dwang toepassen. Via een verdeelsleutel kan hij dan aan gemeenten opleggen om een bepaald aantal opvangplekken te regelen. Die dwang, die dus op zijn vroegst volgend jaar om de hoek kan komen kijken, ligt politiek uiterst gevoelig en was een van de belangrijkste redenen dat er zo lang over de wet is gesteggeld.
Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit overvol omdat er te weinig opvangplekken zijn in andere delen van het land waar asielzoekers na aanmelding heen kunnen. Zou er niet in elke gemeente een asielzoekerscentrum (azc) moeten komen?
Geen 75.500, maar 77.100 opvangplekken zullen er in 2024 nodig zijn om de verwachte asielzoekers in Nederland op te vangen. Dat schrijft demissionair staatssecretaris Eric van der Burg van Asielzaken in een brief aan de Tweede Kamer. Hij verwacht in 2025 opnieuw een forse stijging. Dan zullen er naar verwachting ruim 97.000 opvangplekken nodig zijn. Kan dit tekort niet opgelost worden door in elke gemeente een azc te plaatsen?
Hoe is het momenteel geregeld?
In 2023 was er een tekort aan 40.000 opvangplekken. Het kabinet verwachtte er 55.000 nodig te hebben, maar er zijn er slechts 15.000 beschikbaar. Daarnaast zijn veel gemeentelijke noodopvangplekken en asielzoekerscentra van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) tijdelijk. Verschillende contracten die het COA met gemeenten heeft voor azc’s zijn namelijk afgelopen.
Wat is de spreidingswet?
‘De wet die ervoor moet zorgen dat gemeenten meewerken bij de verspreiding van asielzoekers over het land’, zo vat Patrick Lodiers dit in De Nieuws BV beknopt samen.
Hoe kan het dat het in Ter Apel uit de hand loopt?
Mensen die buiten moeten slapen, geen douches en schaarse toiletten: de situatie in Ter Apel is schrijnend. De slechte omstandigheden zijn het gevolg van jarenlang wanbeleid, schreef Joop in 2022. ‘Zo is er een groot tekort aan beschikbare woningen voor vluchtelingen die een status hebben gekregen. Ruim 13.000 mensen wachten daarom nog altijd in de opvang tot ze eigen woonruimte krijgen.’
Biedt de spreidingswet uitkomst?
Om de asielcrisis aan te pakken, stelt demissionair staatssecretaris Van der Burg een spreidingswet voor: asielzoekers worden beter over het land verdeeld. Het betekent niet dat iedere gemeente verplicht een azc moet hebben. De ene gemeente kan zich richten op azc’s, een andere op statushouders: mensen met een verblijfsvergunning.
‘De armste geografische gebieden, veelal in het noorden van het land, vangen de meeste asielzoekers op en de Randstad en rijkere gemeenten laten het behoorlijk afweten’, schrijft econoom en jurist Antonie Kerstholt op Joop. In december 2022 ving de armste 25 procent van de gemeenten namelijk 11.000 vluchtelingen op, terwijl de rijkste 25 procent slechts 3.300 vluchtelingen opving. RTL Nieuws ontdekte daarnaast in 2022 dat 194 gemeenten al tien jaar geen asielopvang bieden. Politiek redacteur Joost Bekendam legt dit uit: ‘Al vanaf het begin van het inmiddels gevallen kabinet bleek dat er geen wettelijke bevoegdheid was om gemeenten te dwingen een azc te openen. Het rijk en de ambtenaren moesten een beroep doen op de vrijwilligheid van gemeenten.’ De ervaring leert echter dat zij de andere kant op kijken. ‘Zij denken: laat Ter Apel het maar uitvogelen. Daardoor blijven zij die problemen houden’, aldus Boris Dittrich van D66, een van de senatoren die zich bezighoudt met dit onderwerp. De spreidingswet zou daar een oplossing voor zijn: ‘Die zou gemeentes uiteindelijk wel kunnen dwingen om mensen op te kunnen nemen. Daar is veel gesteggel over geweest’, aldus Bekendam.
Door de spreidingswet kunnen gemeenten gedwongen worden tot verplichte asielopvang. ‘Heel veel burgemeesters willen heel graag dat die spreidingswet er komt, omdat ze dan kunnen uitleggen aan de bevolking: “Kijk, we moeten zoveel mensen opnemen”’, vertelt politiek duider Peter Kee in De Nieuws BV. ‘”Het komt niet door mij, maar door de landelijke overheid.’”
Waarom is de spreiding van asielzoekers belangrijk?
Wouter Kolff, voorzitter van het veiligheidsberaad, vertelt hierover in Buitenhof: ‘Er zijn te weinig gemeenten die zeggen: “Doe mij ook maar een aanmeldcentrum.” Het is een vicieuze cirkel die we moeten doorbreken. We moeten zorgen dat er een ordentelijke spreiding in het land komt waarbij alle gemeenten hun portie delen.’ Roland van Kessel, burgemeester van Cranendonck waar ook het asielzoekerscentrum van Budel onder valt, vult aan: ‘Verspreid het over het land waardoor de groepen per locatie kleiner worden, dan kun je het beheersbaar maken.’
Die wet lijkt er nu te komen. Een meerderheid van de Eerste Kamer heeft zich achter de spreidingswet geschaard. De wet was al door de oude Tweede Kamer aangenomen. De formerende partijen PVV, BBB, NSC zijn tegen de wet. Behalve de VVD, eveneens een formerende partij, stemden ook GroenLinks-PvdA, CDA, D66, SP, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en Volt voor de Spreidingswet. Forum voor Democratie, JA21 en SGP stemden tegen.
Wat is de kritiek op de spreidingswet?
Er is ook kritiek op de spreidingswet. ‘Gemeenten die veel asielzoekers opnemen krijgen een financiële bonus van 2500 euro per persoon. In plaats van een eerlijke verdeling en kleinschalige opvang, komt er een soort koehandel met vluchtelingen’, schrijft Tweede Kamerlid Jasper van Dijk (SP) op Joop. Hij is bang dat vooral arme gemeenten opvangplaatsen zullen bieden, vanwege die bonus, en dat rijke gemeenten achteroverleunen. ‘Zo verandert er niets aan de ongelijke verdeling, waarbij van oudsher de meeste vluchtelingen in Groningen, Friesland en Drenthe worden opgevangen. De kans is zelfs groot dat deze ongelijkheid zal toenemen’, vreest hij. ‘Door vluchtelingen te verdelen naar de draagkracht van gemeenten, komt er werkelijk een eerlijke verdeling.’ Overigens geldt de bonus alleen voor gemeenten die minstens vijf jaar een opvangplek bieden aan minstens honderd mensen.
De VVD, de partij van demissionair staatssecretaris Van der Burg, denkt vooral dat de instroom omlaag moet. ‘Aan de ene kant zien we dat het aantal asielzoekers dat we moeten opvangen en het aantal statushouders waarvoor we voorzieningen moeten regelen alleen maar toeneemt, en tegelijkertijd kunnen we niet bouwen en hebben we de leerkrachten en artsen niet’, vertelt VVD-woordvoerder asiel en migratie Ruben Brekelmans in Buitenhof.
Inmiddels is bekend dat de VVD het wetsvoorstel niet steunt. ‘Het begint met het beperken van de instroom’, vertelt lijsttrekker Dilan Yeşilgöz-Zegerius in Khalid & Sophie. ‘De mensen die dán komen, wil je wel eerlijk over het land verdelen’, licht ze verder toe in De Telegraaf.‘Die verdeling wil je doen op basis van tijdelijkheid, maximumaantallen en met financiële prikkels.’ Dat bevat het huidige wetsvoorstel niet.
Een aantal Europese landen, zoals Nederland, België, Duitsland en Oostenrijk, willen Europese afspraken beter gaan handhaven. Zo zijn er asielaanvragers in Nederland die dat eigenlijk in een ander Europees land horen te doen. Brekelmans vindt daarnaast dat asielzoekers in Nederland niet na vijf jaar een permanente verblijfsvergunning moeten krijgen. Hij is voor een tijdelijke verblijfsvergunning, met integratie als voorwaarde. ‘We moeten nationaal maatregelen nemen om Nederland minder aantrekkelijk te maken voor asielzoekers. Daar is echt haast bij geboden.’
Wat vinden jongeren?
Wat vindt het BNNVARA Jongerenpanel?
Voorstanders
Shama: ‘We hebben 40.000 opvangplekken te weinig’. Als er in elke gemeente in Nederland – 342 in totaal – een azc komt, is dat volgens haar een stap in de goede richting om de asielcrisis terug te dringen. Ace: ‘Ik kom zelf uit een dorp met een klein azc.’ Zij zag de inclusiviteit binnen de gemeenschap juist positief veranderen. Wel vindt ze dat er een eerlijke spreiding moet komen, ‘want alle last moet niet bij één gemeente liggen’. Aymen: Aymen sluit zich aan bij demissionair staatssecretaris Van der Burg: de ene gemeente kan zich richten op azc’s, terwijl een andere gemeente zich richt op statushouders. Jolijn: ‘Het is te laat om te wachten totdat een gemeente uit zichzelf zegt: “Oh, ik wil er wel twee of drie hebben hoor”’, vertelt Jolijn Spoelstra over de toestroom aan asielzoekers. ‘Het is nu tijd voor actie, want de situatie in Ter Apel kan niet meer.’
Tegenstanders
Lia: ‘Ik vind niet dat je alle gemeentes over één kam kan scheren’, vindt Lia Menken. Ze vindt dat azc’s daarom enkel geplaatst moeten worden in plaatsen waar dat kan en mogelijk is. Ojij: We moeten ons ‘blijven herinneren dat een azc best een inbreuk is op je gemeenschap, zeker in kleine gemeentes’. Amir: Ondanks de schrijnende situatie, vindt Amir Issa het verkeerd om gemeentes te dwingen om asielzoekers op te vangen. ‘Iedere gemeente moet vrij zijn om daar zelf voor te kiezen.’
Reacties uitgeschakeld voor Noten 18 t/m 20/HOOFDSTUK I
Groot probleem is het toegenomen aantal vergunninghouders in de asielopvang. Bijna 18.000 mensen wachten op een woning in de gemeente waaraan ze gekoppeld zijn. Omdat we op dit moment echt geen opvangplekken meer beschikbaar hebben, is met het ministerie, commissarissen van de Koning en de VNG afgesproken om vergunninghouders in hotels te plaatsen, zo veel mogelijk in de buurt van de asielzoekerscentra waar zij nu verblijven.
Gemeenten worden over het plaatsen van vergunninghouders in hotels geïnformeerd. De gemeente kan na overleg de begeleiding van de statushouders overnemen, zoals gebruikelijk. Het COA zorgt er in de tussentijd voor dat de statushouders in contact blijven met de dichtstbijzijnde COA-locatie.
Mogelijk wordt deze noodmaatregel in de toekomst vaker ingezet.”
CENTRAAL ORGAAN OPVANG ASIELZOEKERS [COA]
DRUK OP DE CAPACITEIT BLIJFT ONVERMINDERD HOOG
14 MAART 2024
Door het tekort aan opvangplekken in het land verblijven er sinds afgelopen weekend weer meer dan 2.000 mensen in Ter Apel. Dit aantal zal naar verwachting de komende week zo blijven. Dat komt doordat we deze week onze locatie voor 1.200 asielzoekers in Biddinghuizen moeten afbouwen, zoals afgesproken met de gemeente. Het COA is dringend op zoek naar nieuwe opvanglocaties.
Dringende oproep aan gemeenten
Er zijn gesprekken geweest met gemeenten voor extra opvangmogelijkheden, nieuwe (nood-)opvanglocaties en/of verlenging van bestaande contracten. Ook riep de staatssecretaris commissarissen van de Koning op om voor eind maart 5.500 plekken te realiseren. Alle inspanningen hebben tot nu toe niet geleid tot voldoende resultaat.
Vergunninghouders naar hotels
Groot probleem is het toegenomen aantal vergunninghouders in de asielopvang. Bijna 18.000 mensen wachten op een woning in de gemeente waaraan ze gekoppeld zijn. Omdat we op dit moment echt geen opvangplekken meer beschikbaar hebben, is met het ministerie, commissarissen van de Koning en de VNG afgesproken om vergunninghouders in hotels te plaatsen, zo veel mogelijk in de buurt van de asielzoekerscentra waar zij nu verblijven.
Gemeenten worden over het plaatsen van vergunninghouders in hotels geïnformeerd. De gemeente kan na overleg de begeleiding van de statushouders overnemen, zoals gebruikelijk. Het COA zorgt er in de tussentijd voor dat de statushouders in contact blijven met de dichtstbijzijnde COA-locatie.
Mogelijk wordt deze noodmaatregel in de toekomst vaker ingezet.
Grote zorgen
Milo Schoenmaker, bestuursvoorzitter van het COA: ‘We hebben grote zorgen over de snelheid waarmee het tekort aan opvangplekken oploopt. De behoefte aan opvangplekken is groter dan ooit. Dit kan het COA alleen realiseren met hulp van gemeenten. Daarom doet het COA nogmaals een appel op gemeenten en provincies om, met spoed, vooruitlopend op de Spreidingswet, opvanglocaties in te richten.’
Oorzaak crisis Ter Apel: tekort opvangplekken in hele land
Van een ‘ideale situatie’ is in Ter Apel al langere tijd geen sprake. De huidige situatie maakt het achterliggende probleem zichtbaar: het COA heeft een groot tekort aan opvangplekken. Er zijn niet voldoende woningen in Nederland, waardoor statushouders langer in een azc verblijven”
COA
CRISIS TER APEL: MAAKT TEKORT OPVANGPLEKKEN ZICHTBAAR
In Ter Apel melden zich bijna alle asielzoekers die net in Nederland zijn aangekomen bij het aanmeldcentrum van de IND. De opvanglocatie van het COA bij het aanmeldcentrum staat al langere tijd onder enorme druk, omdat er in het hele land te weinig opvangplekken zijn.
Niet iedere asielzoeker een bed
Het werd afgelopen zomer steeds moeilijker om iedere nieuwe asielzoeker in Ter Apel een bed te bieden. Vanaf juni zat de nachtopvang met 160 plekken vol. Eerst sliepen er asielzoekers een nacht in de sportzaal, daarna ook op stoelen in de wachtkamer van de IND en later daarnaast ook in crisisnoodopvang in de buurt. Toen er geen plek was in crisisnoodopvang sliepen er zelfs mensen noodgedwongen buiten. Ook stonden er overdag mensen buiten te wachten op de volgende stap van het aanmeldproces.
Ideale situatie in Ter Apel
Nieuwe asielzoekers melden zich bij aankomst in Nederland direct bij het aanmeldcentrum. De IND doet dan een voorregistratie en daarna doet AVIM de identificatie en verdere registratie. In de ideale situatie slapen mensen hooguit een nacht in de nachtopvang, bijvoorbeeld als ze ‘s avonds laat arriveren. Na het AVIM-traject krijgen asielzoekers een plek in de centrale ontvangstlocatie van het COA in Ter Apel. Alleenstaande jongeren krijgen meteen na aankomst een plek in de amv-locatie in Ter Apel.
Oorzaak crisis Ter Apel: tekort opvangplekken in hele land
Van een ‘ideale situatie’ is in Ter Apel al langere tijd geen sprake. De huidige situatie maakt het achterliggende probleem zichtbaar: het COA heeft een groot tekort aan opvangplekken. Er zijn niet voldoende woningen in Nederland, waardoor statushouders langer in een azc verblijven. Ook duurt de behandeling van een asielaanvraag langer, doordat de IND niet over genoeg medewerkers beschikt om alle aanvragen snel af te handelen. Bijna iedereen die asiel aanvraagt, meldt zich in Ter Apel. Als mensen vanuit Ter Apel niet naar een andere opvanglocatie kunnen, loopt het daar vast.
Wachtkamer Marnewaard
Op 10 september ging in Zoutkamp de zogenoemde wachtkamer voor Ter Apel open. In deze wachtkamer verblijven de mensen die door de IND geregistreerd zijn tot ze aan de beurt zijn voor de volgende stap in het aanmeldproces, de verdere registratie en identificatie door AVIM. Dit geeft lucht in Ter Apel en mensen weten beter wanneer ze die volgende stap kunnen zetten.
Plek in de centrale ontvangstlocatie
Als asielzoekers bij de AVIM zijn geweest, zouden ze naar de centrale ontvangstlocatie (col) van het COA moeten kunnen. De col in Ter Apel zit vol, en de plaatsen die daar vrijkomen worden meteen weer ingenomen door nieuwe mensen. Het blijft elke dag een puzzel om voor iedereen een plek te vinden. Daarbij gebruiken we nog steeds de sporthal, eventueel de wachtruimtes in het aanmeldcentrum en crisisnoodopvang in de buurt. Het gevaar dat er niet voor iedereen onderdak is, blijft op de loer liggen.
Geen fatsoenlijk bed is onmenselijk
Het is de missie van het COA om iedereen die daar recht op heeft een bed en begeleiding te bieden. Mensen geen fatsoenlijk bed kunnen bieden vindt iedereen zeer onwenselijk en onmenselijk. In Ter Apel doen we ons best om alle wachtende asielzoekers zo goed mogelijk op te vangen. In de zomerperiode plaatsten we buiten bijvoorbeeld luifels, toiletten en wasbakken en later ook douches, en deelden we maaltijden en speelgoed voor kinderen uit. We spanden ons tot het uiterste in om kwetsbaren binnen te laten slapen.
Hoge werkdruk voor COA-medewerkers
De werkdruk is voor COA-medewerkers al langere tijd hoog, ook in Ter Apel. De COA-medewerkers doen elke dag hun best om iedereen een bed te geven. Als dat niet lukt moeten ze mensen selecteren voor een nacht in de crisisnoodopvang en ervoor zorgen dat zij in de juiste bussen zitten. Afgelopen zomer was er ook extra aandacht nodig voor de wachtenden voor de poort: eten en drinken uitdelen, kwetsbaren selecteren. Tegelijkertijd is het vanwege krapte op de arbeidsmarkt lastig om extra mensen te vinden.
Hulp van samenwerkingspartners
Het COA is blij met alle hulp die samenwerkingspartners de afgelopen tijd hebben geboden aan wachtenden voor de poort. Artsen zonder Grenzen zorgde een tijd voor medische hulp. Het Rode Kruis en VluchtelingenWerk boden een luisterend oor en hielpen bij de selectie van kwetsbaren. Trigion en DJI en de politie speelden een grote rol in de beveiliging. De gemeente heeft het buitenterrein bij het aanmeldcentrum als veiligheidsrisicogebied aangemerkt, waardoor de politie meer bevoegdheden kreeg zoals preventief fouilleren.
Gevolgen voor inwoners Ter Apel: meer overlast
De crisissituatie betekent een extra belasting voor het dorp Ter Apel. Er ligt altijd al druk op Ter Apel. Er is hier een constant wisselende populatie van overlastgevers. Daardoor hebben ze in het dorp permanent last van overlast zoals winkeldiefstal en intimiderend gedrag. Daarnaast heeft de opvangcrisis zijn weerslag op het dorp. Het veld is nu leeg, maar maandenlang was er een kampement in de buitenlucht. Dat deed iets met COA-medewerkers, maar zeker ook met inwoners van Ter Apel. Niemand is blij met zo’n situatie.