‘Bangma. „Die wilden dat we een definitie van overlast zouden vastleggen. Ik zei: jongens, wij hebben hier mensen rondlopen die de boel verzieken. Die categorie willen we aanpakken. Het gaat om een oververtegenwoordiging van Marokkanen en Algerijnen. Jonge mannen. Als je die overlast precies wilt definiëren, kom je er niet uit. Terwijl onze professionals zo de rotte appels eruit vissen. Laat hén bepalen of iets overlast is. Die mensen zijn ook niet gek.”
Juist om deze reden wil de vreemdelingenpolitie nog altijd niet volledig meewerken aan de pilot. „Overlast is een breed begrip”, laat de politie weten. „Asielzoekers kunnen bijvoorbeeld gefrustreerd zijn omdat ze moeten wachten op hun procedure, hierdoor kunnen opstootjes ontstaan of kunnen ze de huisregels van het COA overtreden. Maar dit zijn lang niet altijd strafbare feiten op basis waarvan de politie iemand kan vastzetten.” Alleen bij gepleegde misdrijven kan de politie meewerken aan de aanpak. De politie wil volgens de woordvoerder etnisch profileren voorkomen. „De politie in Nederland is er voor iedereen, daarin past geen werkwijze die in de praktijk zou kunnen leiden tot profilering van een doelgroep op basis van nationaliteit.”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 96
[127]
AMNESTY INTERNATIONAL
ETNISCH PROFILEREN DOOR DE POLITIE
ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 115
Reacties uitgeschakeld voor Noten 126 en 127/HOOFDSTUK IV
”Intussen wordt in opdracht van het ministerie een metershoog hek gebouwd om een woonblok op het asielzoekerscentrum van Ter Apel. Het woonblok krijgt een nieuwe naam: ‘procesbeschikbaarheidslocatie’ – kortweg ‘PBL’.”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 96
RIJKSOVERHEID
WAT IS EEN PROCESBESCHIKBAARHEIDSLOCATIE?
De procesbeschikbaarheidslocatie (PBL) is een pilot die opvang biedt aan de zogenoemde kansarme asielzoekers. De kans dat hun asielaanvraag wordt afgewezen is groot. In de pilot PBL biedt de overheid sobere opvang. Asielzoekers moeten continu beschikbaar zijn voor de asiel-, beroeps-, en vertrekprocedure.
[120]’
Intussen wordt in opdracht van het ministerie een metershoog hek gebouwd om een woonblok op het asielzoekerscentrum van Ter Apel. Het woonblok krijgt een nieuwe naam: ‘procesbeschikbaarheidslocatie’ – kortweg ‘PBL’. Daar worden de asielzoekers uit de pilot naartoe gestuurd, bevestigt de IND. In de PBL moeten ze vrijwel de hele dag binnen blijven. Twee blokken van één uur mogen ze dagelijks naar buiten, maar volgens de huisregels blijven ze dan wel binnen de hekken van de locatie. Als ze afspraken missen of de locatie toch verlaten, vervalt hun asielaanvraag en moeten ze het land uit.”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 96
[121]
RIJKSOVERHEID
WAT IS EEN PROCESBESCHIKBAARHEIDSLOCATIE?
De procesbeschikbaarheidslocatie (PBL) is een pilot die opvang biedt aan de zogenoemde kansarme asielzoekers. De kans dat hun asielaanvraag wordt afgewezen is groot. In de pilot PBL biedt de overheid sobere opvang. Asielzoekers moeten continu beschikbaar zijn voor de asiel-, beroeps-, en vertrekprocedure.
[122]
RIJKSOVERHEID
VERSOBERDE OPVANG VAN ASIELZOEKERS MET KANSARME
AANVRAGEN
14 SEPTEMBER 2020
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 100
[123]
WIKIPEDIA
DE FACTO
[124]
”Maar hoe komen asielzoekers nu eigenlijk in deze aanpak terecht?
„Op basis van overlast”, zegt de coördinator van de IND. Wat ‘overlast’ inhoudt, kan ze niet precies zeggen. Het kan iemand zijn die „ruzie maakt” in de opvang. Het kan ook iemand zijn met een drugsverslaving.
„Of bijvoorbeeld een winkeldief”, zegt Kees Bangma. De politiecommissaris uit Flevoland zette vanuit het team van Kees Loef de aanpak mede op. Bangma: „Het gaat gewoon om mensen die zich misdragen. Dat kan ook iemand zijn die zich niet aan de huisregels van het COA houdt.”
Wat blijkt: in de aanpak is bewust niet gedefinieerd op basis van welk gedrag een asielzoeker in de pilot terechtkomt. In een intern pilot-document in handen van NRC staat dat dit vaag is gelaten, zodat er zo veel mogelijk ‘kansarme’ asielzoekers in de aanpak kunnen worden geplaatst.”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 96
[125]
”De coördinator van de IND bevestigt dat. „Wat wij vanuit de pilot onder overlast verstaan, hebben we bewust niet gedefinieerd. Omdat we ons niet willen laten beperken.”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 96
Reacties uitgeschakeld voor Noten 119 t/m 125/HOOFDSTUK IV
De Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) onderkent met de pilot procesoptimalisatie al aan de voorkant van de asielprocedure of sprake is van een (potentiële) overlastgever met een kansarme aanvraag. In zo’n geval wordt de asielaanvraag met voorrang en zo snel mogelijk behandeld door bijvoorbeeld daar waar mogelijk de rust- en voorbereidingstijd te onthouden. Door deze snelle werkmethode wordt de opvang en het asielsysteem zoveel mogelijk ontlast.”
PARLEMENTAIRE MONITOR
TWEEDE KAMER DER STATEN GENERAAL
VERGADERJAAR 2023-2024
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN JUSTITIE
EN VEILIGHEID
10 NOVEMBER 2023
2.
Tekst
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
19 637
Vreemdelingenbeleid
Nr. 3175 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN JUSTITIE
EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 10 november 2023
Om het draagvlak voor opvang te behouden, is het van blijvend belang om overlastgevend en crimineel gedrag gericht aan te pakken. Steekpartijen, winkeldiefstallen en straatintimidatie waar asielzoekers bij betrokken zijn, dragen bij aan onveiligheid en een onveilig gevoel over asielopvang.
Inmiddels ligt er met een nationale aanpak een stevig pakket aan landelijke en lokale maatregelen om overlast te voorkomen en aan te pakken. In de praktijk zien we dat deze maatregelen effect sorteren, zoals blijkt uit het recente bericht dat buschauffeurs in Ter Apel blij zijn met de maatregelen tegen overlastgevers1 en het bericht dat de gevreesde overlast van de crisisnoodopvang zich in Sittard niet voordoet.2
Tegelijkertijd zien we dat ondanks de ingezette maatregelen, en ondanks de grote groep asielzoekers die zich wel gewoon weet te gedragen, nog steeds incidenten met grote impact plaatsvinden, zoals recent in Ter Apel, Maarheeze en Utrecht. Dat sterkt onze ambitie om de bestaande nationale aanpak verder te versterken.
Daarbij is het afgelopen jaar de inzet van de Coördinator Nationale Aanpak Overlast van grote betekenis geweest om tot een sluitende aanpak te komen die door alle partijen met prioriteit wordt opgepakt. In deze brief lichten we de voortgang op de maatregelen toe.
Voorts gaan we in deze brief in op de motie van het lid Van der Plas omtrent de veiligheid in en rondom de asielzoekerscentra3; de motie van het lid Brekelmans omtrent de handhaving- en toezichtlocatie (htl),
aangiftes, de reprimanderegeling en lik-op-stuk beleid1; de toezegging aan het lid Wilders2 omtrent de effectiviteit van de aanpak van de Coördinator Nationale Aanpak Overlast, de toezegging aan het lid Brekelmans omtrent gegevensuitwisseling met Duitsland en België inzake overlastgevers3 en de toezegging aan het lid Brekelmans omtrent de uitbreiding van de capaciteit van de procesbeschikbaarheidslocatie4.
Nationale aanpak
Met landelijke en lokale maatregelen bundelen het Rijk en gemeenten hun krachten om tot een gezamenlijke aanpak van overlast te komen. De nationale aanpak, waar het kabinet structureel 45 miljoen euro per jaar voor heeft vrijgemaakt5, is te onderscheiden in vier pijlers: snel beslissen in de asielprocedure, maatwerk bieden in de opvang, lik-op-stuk beleid toepassen in de openbare ruimte en inzetten op terugkeer.
Asielprocedure
Snel beslissen
De Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) onderkent met de pilot procesoptimalisatie al aan de voorkant van de asielprocedure of sprake is van een (potentiële) overlastgever met een kansarme aanvraag. In zo’n geval wordt de asielaanvraag met voorrang en zo snel mogelijk behandeld door bijvoorbeeld daar waar mogelijk de rust- en voorbereidingstijd te onthouden. Door deze snelle werkmethode wordt de opvang en het asielsysteem zoveel mogelijk ontlast.
Sinds de start van de pilot in november 2022 zijn ongeveer 480 aanvragen versneld behandeld, hiervan is er in 400 zaken versneld beslist. Hierbij gaat het overwegend om asielzoekers met de Algerijnse, Marokkaanse en Tunesische nationaliteit. Van deze groep hebben minder dan 10 asielzoekers zich later opnieuw gemeld.
De werkmethode wordt nu ook ingezet in de sobere opvang voor asielzoekers met een kansarme aanvraag. Gezien het succes van deze pilot wordt onderzocht hoe deze pilot breder uitgerold kan worden.
Sobere opvang kansarme asielzoekers
Uw Kamer is reeds geïnformeerd over de nieuw in te richten vorm van versoberde opvang, bedoeld voor asielzoekers met een kansarme aanvraag.6 Het doel van deze zogeheten procesbeschikbaarheidslocaties is dat asielzoekers met een kansarme aanvraag permanent beschikbaar zijn voor de asiel-, vertrek- en beroepsprocedure, zodat deze procedures zo efficiënt en vlot als mogelijk worden doorlopen. Voor deze opvanglo-caties geldt een sober opvangregime. Inzet is om op die manier Nederland minder aantrekkelijk te maken voor asielzoekers met een kansarme aanvraag. Onder de groep asielzoekers met een kansarme aanvraag bevindt zich een groep overlastgevende asielzoekers die met deze werkwijze ook snel afgedaan kan worden waardoor deze maatregel bijdraagt aan vermindering van overlastgevende asielzoekers. De procesbeschikbaarheidslocatie is een opvangmodaliteit in ontwikkeling. In Ter Apel is gestart met een pilot voor een pré-PBL. Er worden nu ervaringen opgedaan met dit concept zodat deze modaliteit verder ontwikkeld en aangepast kan worden indien dat noodzakelijk is. Het verder opschalen van de pilot gaat niet zonder slag of stoot en de beoogde snelheid is nog niet gerealiseerd. De Staatssecretaris is daarom in voortdurend overleg met de betrokken bestuurders om met duidelijke afspraken de opschaling nu voortvarend te realiseren. Het COA en de ketenpartners werken hard om de locatie in Ter Apel zo spoedig mogelijk uit te breiden. Per 1 oktober jl. zijn 30 plekken gerealiseerd. Zoals reeds besproken met het lokale bestuur in Ter Apel op 12 oktober jl. wordt de capaciteit verhoogd naar 50 plekken op 29 november a.s. Vervolgens wordt gefaseerd opgebouwd, zodat op 29 januari 2024 100 plekken zijn gerealiseerd.
Het streven is dat in november 2023 ook in Budel gestart wordt met een pré-procesbeschikbaarheidslocatie. Het is de bedoeling dat in Budel gefaseerd opgeschaald wordt naar circa 50 plekken. Voorts vinden er constructieve gesprekken plaats met de gemeente Almere over een eventuele ingebruikname van de penitentiaire inrichting. De Staatssecretaris blijft zich onverminderd inzetten voor het realiseren van meer van dit soort locaties.
Opvang
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft de afgelopen maanden verschillende pilots ingezet om overlast te voorkomen en de opvangvoorzieningen veilig te houden voor asielzoekers en COA-medewerkers. Wanneer asielzoekers toch (ernstige) overlast veroorzaken past het COA maatregelen toe7 en kunnen de overlastgevers bijvoorbeeld naar een handhaving- en toezichtlocatie worden overgeplaatst.
Pilot (potentiële) overlastgever vroegtijdig in beeld
Op 13 COA-locaties begeleiden en activeren medewerkers intensief de asielzoekers die (potentieel) overlastgevend gedrag vertonen. De evaluatie van de pilot is positief. Medewerkers en locatiemanagers van de pilotlo-caties geven unaniem aan dat de impact van de incidenten is afgenomen. Daarnaast hebben zij gevoelsmatig meer controle op locatie en is het rustiger. De positieve resultaten hebben ertoe geleid dat het COA gaat bekijken hoe zij de werkwijze van de pilot landelijk kan uitbreiden.
Ambulant Ondersteunings Team
Het Ambulant Ondersteunings Team (AOT) is als pilot opgericht om COA-medewerkers op de locaties te ontlasten en te ondersteunen wanneer sprake is van veel incidenten of een incident met zeer hoge impact plaatsvindt. Daarbij is zowel aandacht voor toerusting van het team als intensieve praktijkbegeleiding.
COA-werknemers en locatiemanagers waarderen het positief om door deze ervaren medewerkers met hun expertise te worden ondersteund. Daarom is de inzet nu om deze pilot structureel in te richten.
Handhaving- en toezichtlocatie (htl)
Asielzoekers die (ernstige) overlast veroorzaken, kunnen op de handhaving- en toezichtlocatie in Hoogeveen worden geplaatst. Daarbij krijgt de asielzoeker een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 56 van de Vreemdelingenwet opgelegd.
Op 11 augustus jl. heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een brief gepubliceerd over haar vervolgbezoek aan de htl. De IGJ constateert dat alle onderwerpen waar de Inspectie eerder aandacht voor vroeg, nu voldoende onder de aandacht zijn gebracht en door de managers van het COA worden gemonitord.8
Tijdens het commissiedebat van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van 28 juni jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 3157) is toegezegd te onderzoeken of de htl ook kan worden gebruikt voor ontheemden uit Oekraïne die in gemeentelijke opvanglocaties herhaaldelijk voor overlast zorgen. De mogelijkheden hiertoe worden op dit moment onderzocht. Daarbij wordt allereerst gekeken of plaatsing van ontheemden uit Oekraïne in de htl een adequate oplossing vormt voor de problematiek zoals gemeenten die ervaren. Voor het einde van dit jaar wordt uw Kamer nader geïnformeerd over de resultaten van deze verkenning.
Openbare ruimte
Lik-op-stuk
Asielzoekers die een misdrijf plegen, mogen daar niet ongestraft mee wegkomen. Daarom is het afgelopen jaar de aansluiting tussen de vreemdelingenketen en de strafrechtketen nadrukkelijk versterkt. Dit heeft geleid tot kortere afstemmingslijnen tussen het openbaar ministerie en de betrokken partners. Daarnaast heeft het delen van kennis en ervaring wederzijds tot inzicht en begrip geleid in de problematiek en kon men elkaar aanspreken op mogelijke verbeteringen in werkwijzen.
Uit de WODC incidentenrapportage blijkt dat in 2022 3% van de asielzoekers verdacht werd van een misdrijf. Het meest voorkomende type misdrijf waar asielzoekers van verdacht worden is vermogensmis-drijven.9 Daarbij gaat het overwegend om diefstal/verduistering en inbraak.10
Het openbaar ministerie heeft geïnvesteerd in het verbeteren van de (snelle) afdoening van strafbare feiten door overlastgevende asielzoekers die binnenstromen op de zogeheten ZSM-locaties (Zorgvuldig, Snel, Maatwerk). Dit gebeurt door in te zetten op lik-op-stuk, zodat snel duidelijk is voor de verdachte asielzoeker welke sanctie wordt opgelegd. Denk daarbij aan de inzet van (super)snelrecht en directe uitvoering van de sanctie.
Op deze manier is voor een criminele asielzoeker duidelijk dat het plegen van een misdrijf zoals een winkeldiefstal, directe gevolgen heeft en niet ongestraft blijft. Per 1 november jl. is een pilot in Noord-Nederland gestart om naast snelrecht, ook supersnelrecht in te zetten. Op deze manier wordt voorkomen dat de asielzoeker zijn straf kan ontlopen.
Openbaar vervoer
De Ministeries van JenV en lenW, COA, politie en vervoerders werken aan een integraal plan van aanpak om overlastgevend gedrag van asielzoekers in het openbaar vervoer aan te pakken. Dit plan van aanpak is onderdeel van een bredere aanpak van het Ministerie van IenW om de sociale veiligheid in het openbaar vervoer te verbeteren. Hier heeft de Staatssecretaris van IenW uw Kamer bij brief van 26 juli jl. over geïnformeerd.11 De aanpak van overlastgevende asielzoekers in het openbaar vervoer, ziet op drie verschillende thema’s: betalingsproblematiek, dossieropbouw en identificatie. Zo onderzoekt het Ministerie van Justitie en Veiligheid samen met NS en COA de mogelijkheden van het op naam zetten van dagkaarten die asielzoekers ontvangen van het COA om bijvoorbeeld een reis te maken in het kader van de asielprocedure. Dit voorkomt dat kaarten doorverkocht kunnen worden, wat mogelijk zwartrijden tegengaat. Daarnaast heeft COA met input van vervoerders de voorlichting aan asielzoekers over de werking van het openbaar vervoer verbeterd. Dit voorlichtingsmateriaal wordt in het najaar gepubliceerd op de informatiesite voor COA-bewoners. Verder voert het COA begin 2024 op alle COA-locaties een nieuw betaalmiddel in, waarmee asielzoekers in het openbaar vervoer gemakkelijker vervoersbewijzen kunnen kopen. Ook dit moet bijdragen aan het verminderen van reizen zonder geldig vervoersbewijs. Vooruitlopend hierop zijn pilots gestart met dat nieuwe betaalmiddel, waarmee nu in ieder geval al online tickets gekocht kunnen worden.
Om overlastgevers in het openbaar vervoer sneller en effectiever aan te pakken, worden de mogelijkheden voor dossieropbouw en gegevens-deling met inachtneming van privacyregelgeving onderzocht. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid werkt samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het verbeteren van de mogelijkheden die boa’s hebben om personen die overlast veroorzaken te identificeren.
Terugkeer
Zoals eerder gemeld aan de Kamer heeft het kabinet structureel 15 miljoen euro gereserveerd voor het bevorderen van terugkeer, met specifieke aandacht voor afgewezen asielzoekers die overlastgevend gedrag vertonen.12
Een deel van dit budget wordt gebruikt om het terugkeerproces wendbaarder en slagvaardiger te maken. Voorbeelden hiervan zijn het organiseren van meer capaciteit op het proces van inbewaringstelling, de uitbreiding van het soort zaken waarin de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) een bewaringsmaatregel oplegt en de inbedding van specialistische functies in de operatie van de DT&V. De nadere uitwerking hiervan vindt momenteel plaats en omvat onder andere de opvolging van een al uitgevoerde uitvoeringstoets.
Aanvullend hierop vinden ook investeringen plaats om de bestaande kabinetsinzet ten aanzien van migratiepartnerschappen met belangrijke transit- en herkomstlanden te verdiepen en verbreden. De verwachting is dat de eerste plannen eind dit jaar en begin volgend jaar in uitvoering gebracht kunnen worden.
Lokale maatregelen
Als Rijk doen we er alles aan om overlast veroorzaakt door asielzoekers beheersbaar te houden. Overlast wordt op lokaal niveau ervaren. Daarom is naast een nationale aanpak aanvullend lokaal maatwerk nodig.
Financiering voor lokale maatregelen
Gemeenten kunnen een beroep doen op de SPUK-regeling voor een financiële compensatie voor (preventieve) maatregelen voor de aanpak van overlastgevend gedrag door asielzoekers. Het Ministerie van JenV stelt op deze manier ieder jaar budget beschikbaar voor de financiering van lokale (kleinschalige) maatregelen tegen overlast buiten de opvanglo-caties. Hierdoor hebben gemeenten zelf de mogelijkheid te bepalen welke aanpak het beste bij hun problematiek past. De maatregelen waarvoor dit budget wordt gebruikt verschillen per gemeente. Hierbij valt te denken aan preventieve maatregelen zoals het organiseren van gemeenschappelijke activiteiten met buurtbewoners, maar ook aan de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s), bodycams of extra cameratoezicht. De nieuwe regeling, waarmee 2 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld, is op 1 oktober jl. gepubliceerd.13
Toolbox
Om gemeentes op weg te helpen in een lokale aanpak, is in de Toolbox14 een groot aantal maatregelen verzameld die gemeenten in kunnen zetten. Het is een mix van bestuurlijke en praktische, vaak creatieve oplossingen die met elkaar samenhangen en helpen om overlast door asielzoekers te voorkomen en aan te pakken. Het kan variëren van het inrichten van een lokale projectgroep en het organiseren van (gemeenschappelijke) activiteiten met asielzoekers en bewoners van de gemeente tot en met het inzetten van extra beveiliging, cameratoezicht en gebiedsverboden. Daarbij worden ook enkele praktijkvoorbeelden uit verschillende gemeentes uitgelicht. Deze Toolbox is een update van de Toolbox die in 2020 is gepubliceerd.
Mobiele toezichtteams
Op verschillende locaties in het land waar veel overlast werd ervaren, zijn mobiele toezichtteams aangesteld. Met hun zichtbaarheid en aanwezigheid zetten de toezichthouders zich in om bepaalde vormen van overlast te voorkomen. Na de succesvolle start van het toezichtteam in Ter Apel, is dit concept uitgebreid naar Cranendonck, Hardenberg, Weert, Maarheeze, Zweeloo en Delfzijl. In al deze gemeenten is nog sprake van een pilot, maar de inzet is om toezichtteams structureel in te zetten.
De inzet van de teams blijkt succesvol te zijn. Door tijdig te interveniëren weten de toezichthouders vaak de angel uit conflictsituaties te halen en zo overlastsituaties te voorkomen. Lokale ondernemers en buurtbewoners waarderen deze inzet.
Motie Van der Plas
In de motie van het lid Van der Plas wordt de regering verzocht in en rondom asielzoekerscentra meer veiligheidspersoneel in te zetten ter bescherming van hunzelf en omwonenden.
Uitgangspunt is dat asielzoekers, COA-personeel en omwonenden een veilige werk- en leefomgeving dienen te hebben. Dit bereiken we door te voorkomen dat er overlast op de opvanglocatie ontstaat, door mensen die ernstige overlast veroorzaken persoonsgericht aan te pakken en door overlastgevers over te plaatsen naar de htl.
Voor zover met veiligheidspersoneel de politie wordt bedoeld is de regeling van toepassing zoals beschreven in bijgaande Toolbox. Politiecapaciteit is per definitie schaars en alle eenheden voelen die schaarste. Binnen regionale politie-eenheden wordt doorlopend bezien waar de prioriteiten liggen voor inzet van de politie.15
Motie Brekelmans
In de motie van het lid Brekelmans wordt de regering (a) verzocht zo veel mogelijk gebruik te blijven maken van de inzet van de handhaving- en toezichtlocatie, en bij de keuze tot een doorverwijzing ook overlastgevend gedrag buiten het azc mee te nemen; (b) wordt de regering verzocht te onderzoeken hoe het doen van aangifte in gemeenten met veel overlast kan worden vergemakkelijkt; en (c) wordt de regering verzocht zich ervoor in te zetten dat de reprimanderegeling in gebieden met veel overlast buiten werking wordt gesteld, en er juist wordt ingezet op lik-op-stukbeleid door inzet van strafrecht in de vorm van snelrecht en/of een stelselmatige aanpak van daders.
(a) Handhaving- en toezichtlocatie
Het is reeds staand beleid dat vreemdelingen die (ernstige) overlast veroorzaken, op de handhaving- en toezichtlocatie worden geplaatst. In 2021 is de Regeling verstrekkingen asielzoekers aangepast om buiten twijfel te stellen dat incidenten die buiten de opvangvoorziening hebben plaatsgevonden, ook kunnen worden meegenomen bij een htl-plaatsing.
(b) Doen van aangifte vergemakkelijken
Er bestaat een algemene regeling rondom civiele schadeloosstelling van winkeldiefstal. Politie werkt in dat kader samen met een organisatie als SODA, maar ook met andere organisaties, zoals Overlast Registratie Nederland (ORN) en de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders (LAVG). Winkeliers kunnen contracten afsluiten met deze organisaties, die vervolgens als tussenpersoon kunnen fungeren in opdracht van de getroffen winkeleigenaar. Wanneer bijvoorbeeld sprake is van winkeldiefstal kan een winkeleigenaar via een tussenpersoon een verzoek om schadeloosstelling indienen. De samenwerkingen met deze tussenpersonen zijn over het algemeen positief. Een aanvraag is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de specifieke situatie van de aanvraag (welke specifieke informatie is er nodig) wat soms maatwerk vergt, maar ook hoe ver een tussenpersoon is in de digitale informatisering en de mate waarop deze aansluit op de systemen van politie. De applicaties die de tussenpersonen hiervoor kunnen gebruiken, zoals de 310-winkel-app16, waar het lid Brekelmans aan refereert in het debat van 6 april jl., moeten echter wel kunnen communiceren met het digitale aangifte systeem van de politie, dat leidend is in het doen van aangifte17. Omdat gebleken is dat de communicatie van bepaalde commerciële applicaties nog niet altijd goed communiceert met het systeem van de politie, wordt in het kader van een verbeterde dienstverlening en de inzet op een verbeterde publiek-private samenwerking momenteel bekeken hoe politie dit beter zou kunnen faciliteren. De politie experimenteert via de pilot gegevensuitwisseling in de regio Rotterdam en Noord-Holland met een koppeling tussen de software applicatie van verschillende retailers en de politiesystemen. Wanneer succesvol, zal dit op termijn de aangifte of het proces van schadeloosstelling via verschillende applicaties makkelijker maken.
(c)Reprimande en lik-op-stuk
Het OM vindt het belangrijk om duidelijk uit te leggen wat de reikwijdte is van de reprimanderegeling en hoe deze wordt toegepast. Om die reden vinden gesprekken plaats met ondernemers in Ter Apel en het gemeentebestuur. In die gesprekken wordt onder meer aangegeven dat een reprimande alleen kan worden opgelegd als wordt voldaan aan de daarvoor gestelde voorwaarden. De reprimanderegeling voor meerderjarige first offenders geldt alleen voor een zogeheten eenvoudige winkeldiefstal, waarbij de waarde van de weggenomen goederen onder de 50 euro ligt. De verdachte dient de diefstal te bekennen en het gestolen goed terug te geven. In veel gevallen is een reprimande dan ook niet mogelijk. Als een reprimande wordt opgelegd wordt de verdachte geregistreerd in de landelijke politiesystemen. Een reprimande wordt bovendien altijd gegeven in combinatie met een winkelverbod. Overtreding van een winkelverbod is een misdrijf, waarop politie kan acteren. Bij een volgende aanhouding wordt er dan ook geen reprimande meer opgelegd. De lik-op-stuk aanpak zoals hiervoor toegelicht geldt dan onverkort.
Toezegging Wilders
De toezegging aan het lid Wilders ziet toe op het inzichtelijk maken hoe effectief de aanpak van de Coördinator Nationale Aanpak Overlast is.
In september 2022 bent u geïnformeerd over de aanstelling van een Coördinator Nationale Aanpak Overlast (CNAO). Het afgelopen jaar heeft hij met verschillende actielijnen de aanpak van overlastgevende asielzoekers versterkt. Deze drie actielijnen zien op het verbeteren van de aansluiting van de vreemdelingenketen met de strafrechtketen, het aanjagen van de pilot procesoptimalisatie en het inzetten van mobiele toezichtteams. De voortgang op deze drie actielijnen is hierboven toegelicht (onder de kopjes snel beslissen, lik-op-stuk en mobiele toezichtteams).
De Coördinator heeft zijn opdracht in augustus jl. afgerond. We zijn de Coördinator erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee hij zijn opdracht heeft uitgevoerd en dankbaar voor de resultaten.
Zijn aanbevelingen sterken onze ambitie om zijn actielijnen als onderdeel van de nationale aanpak te continueren.
Toezegging Brekelmans
Tot slot ga ik in op de toezegging aan het lid Brekelmans om de Kamer te informeren over gegevensuitwisseling met Duitsland en België inzake overlastgevers om de asielprocedure te kunnen versnellen, wanneer er sprake is van overlast.
De Top-X aanpak is een van de instrumenten bij de Nederlandse aanpak van overlastgevend en/of crimineel gedrag van asielzoekers. Het doel van de Top-X aanpak is het verkrijgen van zicht op de omvang en aard van de zwaarste groep overlastgevende en/of criminele asielzoekers o.a. middels het opstellen van de Top-X lijst. In het lokaal ketenoverleg (LKO) worden bewoners die op de Top-X lijst staan besproken met de ketenpartners en wordt in gezamenlijkheid een persoonsgerichte aanpak opgesteld. Ketenpartners kunnen maatregelen treffen zoals het inhouden van leefgeld, het versneld afdoen van de asielprocedure of met prioriteit inzetten op terugkeer. Zoals eerder aangehaald wordt in Ter Apel via de pilot procesoptimalisatie ingezet op het versneld afdoen van asielprocedures van overlastgevers door bijvoorbeeld de rust- en voorbereidingstijd te onthouden, die normaal gesproken wordt gegeven om uit te rusten van de reis en zich voor te bereiden op de asielprocedure.
Navraag leert dat Duitsland niet een gelijksoortige lijst heeft als de Nederlandse Top-X. In België is van een dergelijke lijst evenmin sprake, wel kan het agentschap dat verantwoordelijk is voor de opvang van asielzoekers n.a.v. ernstige incidenten zoals fysiek of seksueel geweld een verzoek doen om te bekijken of er andere meldingen bekend zijn bij bijvoorbeeld politie en aan de hand daarvan bezien of een versnelling in procedures mogelijk is.
Indien er concrete aanknopingspunten zijn dat er sprake is van een strafrechtelijke veroordeling in een andere lidstaat, kan de IND deze gegevens opvragen. Wanneer dit het geval is, kan dit gevolgen hebben voor de asielaanvraag. Dit geldt ook voor strafrechtelijke gegevens uit Duitsland en België.
Voor het overige geldt dat de Top-X een nationale lijst is, die helpt bij het treffen van maatregelen op nationaal niveau. De Top-X-lijst is gebonden aan wet- en regelgeving zoals de AVG en mag, mede gelet op de eisen die worden gesteld aan de verdere verwerking van persoonsgegevens en de gevoeligheid van de onderhavige persoonsgegevens daarom niet zomaar gedeeld worden met andere lidstaten. Ondanks de beperkingen ten aanzien van gegevensdeling, blijf ik in gesprek met de andere EU-lidstaten over het voorkomen en aanpakken van overlast door asielzoekers.
Hoewel incidenten nooit honderd procent voorkomen kunnen worden, is onze inzet er blijvend op gericht om overlastgevend gedrag van asielzoekers maximaal te voorkomen en aan te pakken. Met de versterking van de nationale aanpak houden we koers.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
C. A. van der Maat
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yesilgöz-Zegerius
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 19 637, nr. 3175 9
De IGJ heeft in haar vorige bericht gerapporteerd dat over het algemeen sprake was van een goede toegang tot, en kwaliteit van de zorgverlening in de htl. Zij heeft toen aandacht gevraagd voor een aantal onderwerpen. Naar aanleiding hiervan is een aantal verbetermaatre-gelen ingevoerd, zoals opgenomen in de beleidsreactie op het rapport van 26 januari jl.
In 2022 werden er 2.320 unieke verdachten van misdrijven geregistreerd. Het gaat het hierbij vooral om vermogensmisdrijven (77%). Het overgrote deel daarvan (70% van het totaal) betreft diefstal/verduistering en inbraak, de grootste subgroep binnen deze categorie is winkeldiefstal (43% van het totaal).
wetten.nl – Regeling – Besluit aanwijzing elektronische voorziening ex Besluit digitale stukken Strafvordering – BWBR0043754 (overheid.nl)Als elektronische voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub a, onder vier, van het Besluit digitale stukken strafvordering wordt aangewezen het digitale aangiftesysteem van de politie.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
ZIE VOOR DE BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
EN DE STAATSSECRETARIS OOK
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN JUSTITIE
Nr. 3175 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
10 november 2023
Om het draagvlak voor opvang te behouden, is het van blijvend belang om overlastgevend en crimineel gedrag gericht aan te pakken. Steekpartijen, winkeldiefstallen en straatintimidatie waar asielzoekers bij betrokken zijn, dragen bij aan onveiligheid en een onveilig gevoel over asielopvang
Inmiddels ligt er met een nationale aanpak een stevig pakket aan landelijke en lokale maatregelen om overlast te voorkomen en aan te pakken. In de praktijk zien we dat deze maatregelen effect sorteren, zoals blijkt uit het recente bericht dat buschauffeurs in Ter Apel blij zijn met de maatregelen tegen overlastgevers1 en het bericht dat de gevreesde overlast van de crisisnoodopvang zich in Sittard niet voordoet.2
Tegelijkertijd zien we dat ondanks de ingezette maatregelen, en ondanks de grote groep asielzoekers die zich wel gewoon weet te gedragen, nog steeds incidenten met grote impact plaatsvinden, zoals recent in Ter Apel, Maarheeze en Utrecht. Dat sterkt onze ambitie om de bestaande nationale aanpak verder te versterken.
Daarbij is het afgelopen jaar de inzet van de Coördinator Nationale Aanpak Overlast van grote betekenis geweest om tot een sluitende aanpak te komen die door alle partijen met prioriteit wordt op pgepakt. In deze brief lichten we de voortgang op de maatregelen toe.
Voorts gaan we in deze brief in op de motie van het lid Van der Plas omtrent de veiligheid in en rondom de asielzoekerscentra3 ; de motie van het lid Brekelmans omtrent de handhaving- en toezichtlocatie (htl),
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 19 637, nr. 3175
BLADZIJDE 2
aangiftes, de reprimanderegeling en lik-op-stuk beleid4 ; de toezegging aan het lid Wilders5 omtrent de effectiviteit van de aanpak van de Coördinator Nationale Aanpak Overlast, de toezegging aan het lid Brekelmans omtrent gegevensuitwisseling met Duitsland en België inzake overlastgevers6 en de toezegging aan het lid Brekelmans omtrent de uitbreiding van de capaciteit van de procesbeschikbaarheidslocatie7 .
Nationale aanpak
Met landelijke en lokale maatregelen bundelen het Rijk en gemeenten hun krachten om tot een gezamenlijke aanpak van overlast te komen. De nationale aanpak, waar het kabinet structureel 45 miljoen euro per jaar voor heeft vrijgemaakt8 , is te onderscheiden in vier pijlers: snel beslissen in de asielprocedure, maatwerk bieden in de opvang, lik-op-stuk beleid toepassen in de openbare ruimte en inzetten op terugkeer.
Asielprocedure
Snel beslissen
De Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) onderkent met de pilot procesoptimalisatie al aan de voorkant van de asielprocedure of sprake is van een (potentiële) overlastgever met een kansarme aanvraag. In zo’n geval wordt de asielaanvraag met voorrang en zo snel mogelijk behandeld door bijvoorbeeld daar waar mogelijk de rust- en voorbereidingstijd te onthouden. Door deze snelle werkmethode wordt de opvang en het asielsysteem zoveel mogelijk ontlast.
Sinds de start van de pilot in november 2022 zijn ongeveer 480 aanvragen versneld behandeld, hiervan is er in 400 zaken versneld beslist. Hierbij gaat het overwegend om asielzoekers met de Algerijnse, Marokkaanse en Tunesische nationaliteit. Van deze groep hebben minder dan 10 asielzoekers zich later opnieuw gemeld.
De werkmethode wordt nu ook ingezet in de sobere opvang voor asielzoekers met een kansarme aanvraag. Gezien het succes van deze pilot wordt onderzocht hoe deze pilot breder uitgerold kan worden.
Sobere opvang kansarme asielzoekers
Uw Kamer is reeds geïnformeerd over de nieuw in te richten vorm van versoberde opvang, bedoeld voor asielzoekers met een kansarme aanvraag.9 Het doel van deze zogeheten procesbeschikbaarheidslocaties is dat asielzoekers met een kansarme aanvraag permanent beschikbaar zijn voor de asiel-, vertrek- en beroepsprocedure, zodat deze procedures zo efficiënt en vlot als mogelijk worden doorlopen.
Voor deze opvanglocaties geldt een sober opvangregime. Inzet is om op die manier Nederland minder aantrekkelijk te maken voor asielzoekers met een kansarme aanvraag. Onder de groep asielzoekers met een kansarme aanvraag bevindt zich een groep overlastgevende asielzoekers die met deze werkwijze ook snel afgedaan kan worden waardoor deze maatregel bijdraagt aan vermindering van overlastgevende asielzoekers. De
4 Kamerstukken II, 2022/23, 19 637, nr. 3081, TZ202304–025.
5 Deze toezegging is gedaan door de Minister van Justitie en Veiligheid tijdens het vragenuur van 27 juni 2023.
6 TZ202307–100.
7 TZ202310–117.
8 Kamerstukken II, 2021/22, 19 637, nr. 2992.
9 Kamerstukken II, 2021/22, 19 637, nr. 2992.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 19 637, nr. 3175 2
BLADZIJDE 3
procesbeschikbaarheidslocatie is een opvangmodaliteit in ontwikkeling. In Ter Apel is gestart met een pilot voor een pré-PBL. Er worden nu ervaringen opgedaan met dit concept zodat deze modaliteit verder ontwikkeld en aangepast kan worden indien dat noodzakelijk is. Het verder opschalen van de pilot gaat niet zonder slag of stoot en de beoogde snelheid is nog niet gerealiseerd.
De Staatssecretaris is daarom in voortdurend overleg met de betrokken bestuurders om met duidelijke afspraken de opschaling nu voortvarend te realiseren. Het COA en de ketenpartners werken hard om de locatie in Ter Apel zo spoedig mogelijk uit te breiden.
Per 1 oktober jl. zijn 30 plekken gerealiseerd. Zoals reeds besproken met het lokale bestuur in Ter Apel op 12 oktober jl. wordt de capaciteit verhoogd naar 50 plekken op 29 november a.s. Vervolgens wordt gefaseerd opgebouwd, zodat op 29 januari 2024 100 plekken zijn gerealiseerd.
Het streven is dat in november 2023 ook in Budel gestart wordt met een pré-procesbeschikbaarheidslocatie. Het is de bedoeling dat in Budel gefaseerd opgeschaald wordt naar circa 50 plekken. Voorts vinden er constructieve gesprekken plaats met de gemeente Almere over een eventuele ingebruikname van de penitentiaire inrichting. De Staatssecretaris blijft zich onverminderd inzetten voor het realiseren van meer van dit soort locaties.
Opvang
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft de afgelopen maanden verschillende pilots ingezet om overlast te voorkomen en de opvangvoorzieningen veilig te houden voor asielzoekers en COA-medewerkers.
Wanneer asielzoekers toch (ernstige) overlast veroorzaken past het COA maatregelen toe10 en kunnen de overlastgevers bijvoorbeeld naar een handhaving- en toezichtlocatie worden overgeplaatst.
Pilot (potentiële) overlastgever vroegtijdig in beeld
Op 13 COA-locaties begeleiden en activeren medewerkers intensief de asielzoekers die (potentieel) overlastgevend gedrag vertonen. De evaluatie van de pilot is positief. Medewerkers en locatiemanagers van de pilotlocaties geven unaniem aan dat de impact van de incidenten is afgenomen.
Daarnaast hebben zij gevoelsmatig meer controle op locatie en is het rustiger. De positieve resultaten hebben ertoe geleid dat het COA gaat bekijken hoe zij de werkwijze van de pilot landelijk kan uitbreiden.
Ambulant Ondersteunings Team
Het Ambulant Ondersteunings Team (AOT) is als pilot opgericht om COA-medewerkers op de locaties te ontlasten en te ondersteunen wanneer sprake is van veel incidenten of een incident met zeer hoge impact plaatsvindt. Daarbij is zowel aandacht voor toerusting van het team als intensieve praktijkbegeleiding.
COA-werknemers en locatiemanagers waarderen het positief om door deze ervaren medewerkers met hun expertise te worden ondersteund. Daarom is de inzet nu om deze pilot structureel in te richten.
Handhaving- en toezichtlocatie (htl)
Asielzoekers die (ernstige) overlast veroorzaken, kunnen op de handhaving- en toezichtlocatie in Hoogeveen worden geplaatst. Daarbij
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 19 637, nr. 3175 3
BLADZIJDE 4
krijgt de asielzoeker een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 56 van de Vreemdelingenwet opgelegd.
Op 11 augustus jl. heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een brief gepubliceerd over haar vervolgbezoek aan de htl. De IGJ constateert dat alle onderwerpen waar de Inspectie eerder aandacht voor vroeg, nu voldoende onder de aandacht zijn gebracht en door de managers van het COA worden gemonitord.11
Tijdens het commissiedebat van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van 28 juni jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 3157) is toegezegd te onderzoeken of de htl ook kan worden gebruikt voor ontheemden uit Oekraïne die in gemeentelijke opvanglocaties herhaaldelijk voor overlast zorgen.
De mogelijkheden hiertoe worden op dit moment onderzocht. Daarbij wordt allereerst gekeken of plaatsing van ontheemden uit Oekraïne in de htl een adequate oplossing vormt voor de problematiek zoals gemeenten die ervaren. Voor het einde van dit jaar wordt uw Kamer nader geïnformeerd over de resultaten van deze verkenning.
Openbare ruimte
Lik-op-stuk
Asielzoekers die een misdrijf plegen, mogen daar niet ongestraft mee wegkomen. Daarom is het afgelopen jaar de aansluiting tussen de vreemdelingenketen en de strafrechtketen nadrukkelijk versterkt. Dit heeft geleid tot kortere afstemmingslijnen tussen het openbaar ministerie en de betrokken partners. Daarnaast heeft het delen van kennis en ervaring wederzijds tot inzicht en begrip geleid in de problematiek en kon men elkaar aanspreken op mogelijke verbeteringen in werkwijzen.
Uit de WODC incidentenrapportage blijkt dat in 2022 3% van de asielzoekers verdacht werd van een misdrijf. Het meest voorkomende type misdrijf waar asielzoekers van verdacht worden is vermogensmisdrijven.
12 Daarbij gaat het overwegend om diefstal/verduistering en inbraak
.13 Het openbaar ministerie heeft geïnvesteerd in het verbeteren van de (snelle) afdoening van strafbare feiten door overlastgevende asielzoekers die binnenstromen op de zogeheten ZSM-locaties (Zorgvuldig, Snel, Maatwerk). Dit gebeurt door in te zetten op lik-op-stuk, zodat snel duidelijk is voor de verdachte asielzoeker welke sanctie wordt opgelegd. Denk daarbij aan de inzet van (super)snelrecht en directe uitvoering van de sanctie.
Op deze manier is voor een criminele asielzoeker duidelijk dat het plegen van een misdrijf zoals een winkeldiefstal, directe gevolgen heeft en niet ongestraft blijft. Per 1 november jl. is een pilot in Noord-Nederland gestart om naast snelrecht, ook supersnelrecht in te zetten. Op deze manier wordt voorkomen dat de asielzoeker zijn straf kan ontlopen.
11 De IGJ heeft in haar vorige bericht gerapporteerd dat over het algemeen sprake was van een goede toegang tot, en kwaliteit van de zorgverlening in de htl. Zij heeft toen aandacht gevraagd voor een aantal onderwerpen. Naar aanleiding hiervan is een aantal verbetermaatregelen ingevoerd, zoals opgenomen in de beleidsreactie op het rapport van 26 januari jl.
13 In 2022 werden er 2.320 unieke verdachten van misdrijven geregistreerd. Het gaat het hierbij vooral om vermogensmisdrijven (77%). Het overgrote deel daarvan (70% van het totaal) betreft diefstal/verduistering en inbraak, de grootste subgroep binnen deze categorie is winkeldiefstal (43% van het totaal).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 19 637, nr. 3175 4
BLADZIJDE 5
Openbaar vervoer
De Ministeries van JenV en IenW, COA, politie en vervoerders werken aan een integraal plan van aanpak om overlastgevend gedrag van asielzoekers in het openbaar vervoer aan te pakken. Dit plan van aanpak is onderdeel van een bredere aanpak van het Ministerie van IenW om de sociale veiligheid in het openbaar vervoer te verbeteren.
Hier heeft de Staatssecretaris van IenW uw Kamer bij brief van 26 juli jl. over geïnformeerd.14
De aanpak van overlastgevende asielzoekers in het openbaar vervoer, ziet op drie verschillende thema’s: betalingsproblematiek, dossieropbouw en identificatie. Zo onderzoekt het Ministerie van Justitie en Veiligheid samen met NS en COA de mogelijkheden van het op naam zetten van dagkaarten die asielzoekers ontvangen van het COA om bijvoorbeeld een reis te maken in het kader van de asielprocedure.
Dit voorkomt dat kaarten doorverkocht kunnen worden, wat mogelijk zwartrijden tegengaat. Daarnaast heeft COA met input van vervoerders de voorlichting aan asielzoekers over de werking van het openbaar vervoer verbeterd. Dit voorlichtingsmateriaal wordt in het najaar gepubliceerd op de informatiesite voor COA-bewoners
Verder voert het COA begin 2024 op alle COA-locaties een nieuw betaalmiddel in, waarmee asielzoekers in het openbaar vervoer gemakkelijker vervoersbewijzen kunnen kopen. Ook dit moet bijdragen aan het verminderen van reizen zonder geldig vervoersbewijs. Vooruitlopend hierop zijn pilots gestart met dat nieuwe betaalmiddel, waarmee nu in ieder geval al online tickets gekocht kunnen worden.
Om overlastgevers in het openbaar vervoer sneller en effectiever aan te pakken, worden de mogelijkheden voor dossieropbouw en gegevensdeling met inachtneming van privacyregelgeving onderzocht. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid werkt samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het verbeteren van de mogelijkheden die boa’s hebben om personen die overlast veroorzaken te identificeren.
Terugkeer
Zoals eerder gemeld aan de Kamer heeft het kabinet structureel 15 miljoen euro gereserveerd voor het bevorderen van terugkeer, met specifieke aandacht voor afgewezen asielzoekers die overlastgevend gedrag vertonen.15
Een deel van dit budget wordt gebruikt om het terugkeerproces wendbaarder en slagvaardiger te maken. Voorbeelden hiervan zijn het organiseren van meer capaciteit op het proces van inbewaringstelling, de uitbreiding van het soort zaken waarin de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) een bewaringsmaatregel oplegt en de inbedding van specialistische functies in de operatie van de DT&V.
De nadere uitwerking hiervan vindt momenteel plaats en omvat onder andere de opvolging van een al uitgevoerde uitvoeringstoets
Aanvullend hierop vinden ook investeringen plaats om de bestaande kabinetsinzet ten aanzien van migratiepartnerschappen met belangrijke transit- en herkomstlanden te verdiepen en verbreden. De verwachting is dat de eerste plannen eind dit jaar en begin volgend jaar in uitvoering gebracht kunnen worden.
14 Kamerstukken II, 2022/23, 28 642, nr. 110.
15 Kamerstukken II, 2021/22, 19 637, nr. 2992.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 19 637, nr. 3175 5
BLADZIJDE 6
Lokale maatregelen
Als Rijk doen we er alles aan om overlast veroorzaakt door asielzoekers beheersbaar te houden. Overlast wordt op lokaal niveau ervaren. Daarom is naast een nationale aanpak aanvullend lokaal maatwerk nodig.
Financiering voor lokale maatregelen
Gemeenten kunnen een beroep doen op de SPUK-regeling voor een financiële compensatie voor (preventieve) maatregelen voor de aanpak van overlastgevend gedrag door asielzoekers. Het Ministerie van JenV stelt op deze manier ieder jaar budget beschikbaar voor de financiering van lokale (kleinschalige) maatregelen tegen overlast buiten de opvanglocaties. Hierdoor hebben gemeenten zelf de mogelijkheid te bepalen welke aanpak het beste bij hun problematiek past.
De maatregelen waarvoor dit budget wordt gebruikt verschillen per gemeente. Hierbij valt te denken aan preventieve maatregelen zoals het organiseren van gemeenschappelijke activiteiten met buurtbewoners, maar ook aan de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s), bodycams of extra cameratoezicht. De nieuwe regeling, waarmee 2 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld, is op 1 oktober jl. gepubliceerd.16
Toolbox
Om gemeentes op weg te helpen in een lokale aanpak, is in de Toolbox17 een groot aantal maatregelen verzameld die gemeenten in kunnen zetten. Het is een mix van bestuurlijke en praktische, vaak creatieve oplossingen die met elkaar samenhangen en helpen om overlast door asielzoekers te voorkomen en aan te pakken.
Het kan variëren van het inrichten van een lokale projectgroep en het organiseren van (gemeenschappelijke) activiteiten met asielzoekers en bewoners van de gemeente tot en met het inzetten van extra beveiliging, cameratoezicht en gebiedsverboden.
Daarbij worden ook enkele praktijkvoorbeelden uit verschillende gemeentes uitgelicht. Deze Toolbox is een update van de Toolbox die in 2020 is gepubliceerd.
Mobiele toezichtteams
Op verschillende locaties in het land waar veel overlast werd ervaren, zijn mobiele toezichtteams aangesteld. Met hun zichtbaarheid en aanwezigheid zetten de toezichthouders zich in om bepaalde vormen van overlast te voorkomen.
Na de succesvolle start van het toezichtteam in Ter Apel, is dit concept uitgebreid naar Cranendonck, Hardenberg, Weert, Maarheeze, Zweeloo en Delfzijl. In al deze gemeenten is nog sprake van een pilot, maar de inzet is om toezichtteams structureel in te zetten.
De inzet van de teams blijkt succesvol te zijn. Door tijdig te interveniëren weten de toezichthouders vaak de angel uit conflictsituaties te halen en zo overlastsituaties te voorkomen. Lokale ondernemers en buurtbewoners waarderen deze inzet.
Motie Van der Plas
In de motie van het lid Van der Plas wordt de regering verzocht in en rondom asielzoekerscentra meer veiligheidspersoneel in te zetten ter bescherming van hunzelf en omwonenden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 19 637, nr. 3175 6
BLADZIJDE 7
Uitgangspunt is dat asielzoekers, COA-personeel en omwonenden een veilige werk- en leefomgeving dienen te hebben. Dit bereiken we door te voorkomen dat er overlast op de opvanglocatie ontstaat, door mensen die ernstige overlast veroorzaken persoonsgericht aan te pakken en door overlastgevers over te plaatsen naar de htl.
Voor zover met veiligheidspersoneel de politie wordt bedoeld is de regeling van toepassing zoals beschreven in bijgaande Toolbox. Politiecapaciteit is per definitie schaars en alle eenheden voelen die schaarste. Binnen regionale politie-eenheden wordt doorlopend bezien waar de prioriteiten liggen voor inzet van de politie.18
Motie Brekelmans
In de motie van het lid Brekelmans wordt de regering (a) verzocht zo veel mogelijk gebruik te blijven maken van de inzet van de handhaving- en toezichtlocatie, en bij de keuze tot een doorverwijzing ook overlastgevend gedrag buiten het azc mee te nemen;
(b) wordt de regering verzocht te onderzoeken hoe het doen van aangifte in gemeenten met veel overlast kan worden vergemakkelijkt; en (c) wordt de regering verzocht zich ervoor in te zetten dat de reprimanderegeling in gebieden met veel overlast buiten werking wordt gesteld, en er juist wordt ingezet op lik-opstukbeleid door inzet van strafrecht in de vorm van snelrecht en/of een stelselmatige aanpak van daders
(a) Handhaving- en toezichtlocatie
Het is reeds staand beleid dat vreemdelingen die (ernstige) overlast veroorzaken, op de handhaving- en toezichtlocatie worden geplaatst. In 2021 is de Regeling verstrekkingen asielzoekers aangepast om buiten twijfel te stellen dat incidenten die buiten de opvangvoorziening hebben plaatsgevonden, ook kunnen worden meegenomen bij een htl-plaatsing.
(b) Doen van aangifte vergemakkelijken
Er bestaat een algemene regeling rondom civiele schadeloosstelling van winkeldiefstal. Politie werkt in dat kader samen met een organisatie als SODA, maar ook met andere organisaties, zoals Overlast Registratie Nederland (ORN) en de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders (LAVG). Winkeliers kunnen contracten afsluiten met deze organisaties, die vervolgens als tussenpersoon kunnen fungeren in opdracht van de getroffen winkeleigenaar.
Wanneer bijvoorbeeld sprake is van winkeldiefstal kan een winkeleigenaar via een tussenpersoon een verzoek om schadeloosstelling indienen.
n. De samenwerkingen met deze tussenpersonen zijn over het algemeen positief.
. Een aanvraag is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de specifieke situatie van de aanvraag (welke specifieke informatie is er nodig) wat soms maatwerk vergt, maar ook hoe ver een tussenpersoon is in de digitale informatisering en de mate waarop deze aansluit op de systemen van politie.
. De applicaties die de tussenpersonen hiervoor kunnen gebruiken, zoals de 310-winkel-app19, waar het lid Brekelmans aan refereert in het debat van 6 april jl., moeten echter wel kunnen communiceren met het digitale aangifte systeem van de politie,
19 De 310-winkel-app is een commerciële-applicatie die een ondernemer kan aanschaffen om bv een aangifte te verwerken.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 19 637, nr. 3175 7
BLADZIJDE 8
dat leidend is in het doen van aangifte20. Omdat gebleken is dat de communicatie van bepaalde commerciële applicaties nog niet altijd goed communiceert met het systeem van de politie, wordt in het kader van een verbeterde dienstverlening en de inzet op een verbeterde publiek-private samenwerking momenteel bekeken hoe politie dit beter zou kunnen faciliteren
. De politie experimenteert via de pilot gegevensuitwisseling in de regio Rotterdam en Noord-Holland met een koppeling tussen de software applicatie van verschillende retailers en de politiesystemen.
Wanneer succesvol, zal dit op termijn de aangifte of het proces van schadeloosstelling via verschillende applicaties makkelijker maken.
(c) Reprimande en lik-op-stuk
Het OM vindt het belangrijk om duidelijk uit te leggen wat de reikwijdte is van de reprimanderegeling en hoe deze wordt toegepast. Om die reden vinden gesprekken plaats met ondernemers in Ter Apel en het gemeentebestuur.
In die gesprekken wordt onder meer aangegeven dat een reprimande alleen kan worden opgelegd als wordt voldaan aan de daarvoor gestelde voorwaarden.
De reprimanderegeling voor meerderjarige first offenders geldt alleen voor een zogeheten eenvoudige winkeldiefstal, waarbij de waarde van de weggenomen goederen onder de 50 euro ligt.
De verdachte dient de diefstal te bekennen en het gestolen goed terug te geven. In veel gevallen is een reprimande dan ook niet mogelijk. Als een reprimande wordt opgelegd wordt de verdachte geregistreerd in de landelijke politiesystemen. Een reprimande wordt bovendien altijd gegeven in combinatie met een winkelverbod.
Overtreding van een winkelverbod is een misdrijf, waarop politie kan acteren. Bij een volgende aanhouding wordt er dan ook geen reprimande meer opgelegd. De lik-op-stuk aanpak zoals hiervoor toegelicht geldt dan onverkort.
Toezegging Wilders
De toezegging aan het lid Wilders ziet toe op het inzichtelijk maken hoe effectief de aanpak van de Coördinator Nationale Aanpak Overlast is
In september 2022 bent u geïnformeerd over de aanstelling van een Coördinator Nationale Aanpak Overlast (CNAO). Het afgelopen jaar heeft hij met verschillende actielijnen de aanpak van overlastgevende asielzoekers versterkt.
Deze drie actielijnen zien op het verbeteren van de aansluiting van de vreemdelingenketen met de strafrechtketen, het aanjagen van de pilot procesoptimalisatie en het inzetten van mobiele toezichtteams.
De voortgang op deze drie actielijnen is hierboven toegelicht (onder de kopjes snel beslissen, lik-op-stuk en mobiele toezichtteams).
De Coördinator heeft zijn opdracht in augustus jl. afgerond. We zijn de Coördinator erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee hij zijn opdracht heeft uitgevoerd en dankbaar voor de resultaten. Zijn aanbevelingen sterken onze ambitie om zijn actielijnen als onderdeel van de nationale aanpak te continueren.
Toezegging Brekelmans
Tot slot ga ik in op de toezegging aan het lid Brekelmans om de Kamer te informeren over gegevensuitwisseling met Duitsland en België inzake
)Als elektronische voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub a, onder vier, van het Besluit digitale stukken strafvordering wordt aangewezen het digitale aangiftesysteem van de politie.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 19 637, nr. 3175 8
BLADZIJDE 9
overlastgevers om de asielprocedure te kunnen versnellen, wanneer er sprake is van overlast.
De Top-X aanpak is een van de instrumenten bij de Nederlandse aanpak van overlastgevend en/of crimineel gedrag van asielzoekers. Het doel van de Top-X aanpak is het verkrijgen van zicht op de omvang en aard van de zwaarste groep overlastgevende en/of criminele asielzoekers o.a. middels het opstellen van de Top-X lijst.
In het lokaal ketenoverleg (LKO) worden bewoners die op de Top-X lijst staan besproken met de ketenpartners en wordt in gezamenlijkheid een persoonsgerichte aanpak opgesteld. Ketenpartners kunnen maatregelen treffen zoals het inhouden van leefgeld, het versneld afdoen van de asielprocedure of met prioriteit inzetten op terugkeer
Zoals eerder aangehaald wordt in Ter Apel via de pilot procesoptimalisatie ingezet op het versneld afdoen van asielprocedures van overlastgevers door bijvoorbeeld de rust- en voorbereidingstijd te onthouden, die normaal gesproken wordt gegeven om uit te rusten van de reis en zich voor te bereiden op de asielprocedure.
Navraag leert dat Duitsland niet een gelijksoortige lijst heeft als de Nederlandse Top-X.
. In België is van een dergelijke lijst evenmin sprake, wel kan het agentschap dat verantwoordelijk is voor de opvang van asielzoekers n.a.v. ernstige incidenten zoals fysiek of seksueel geweld een verzoek doen om te bekijken of er andere meldingen bekend zijn bij bijvoorbeeld politie en aan de hand daarvan bezien of een versnelling in procedures mogelijk is.
Indien er concrete aanknopingspunten zijn dat er sprake is van een strafrechtelijke veroordeling in een andere lidstaat, kan de IND deze gegevens opvragen.
Wanneer dit het geval is, kan dit gevolgen hebben voor de asielaanvraag. Dit geldt ook voor strafrechtelijke gegevens uit Duitsland en België.
Voor het overige geldt dat de Top-X een nationale lijst is, die helpt bij het treffen van maatregelen op nationaal niveau. De Top-X-lijst is gebonden aan wet- en regelgeving zoals de AVG en mag, mede gelet op de eisen die worden gesteld aan de verdere verwerking van persoonsgegevens en de gevoeligheid van de onderhavige persoonsgegevens daarom niet zomaar gedeeld worden met andere lidstaten.
Ondanks de beperkingen ten aanzien van gegevensdeling, blijf ik in gesprek met de andere EU-lidstaten over het voorkomen en aanpakken van overlast door asielzoekers.
Hoewel incidenten nooit honderd procent voorkomen kunnen worden, is onze inzet er blijvend op gericht om overlastgevend gedrag van asielzoekers maximaal te voorkomen en aan te pakken.
Met de versterking van de nationale aanpak houden we koers.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
C.A. van der Maat
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yesilgöz-Zegerius
Reacties uitgeschakeld voor Noten 117 en 118/HOOFDSTUK IV
Mensen van kleur en mensen met een migratieachtergrond worden in Nederland vaker onderworpen aan controles door de politie dan witte mensen. Als de politie mensen mede vanwege hun huidskleur of afkomst stoppen, controleren of fouilleren, terwijl daar geen objectieve en redelijke rechtvaardiging voor is, is er sprake van etnisch profileren. Etnisch profileren is een vorm van discriminatie door de overheid en in strijd met de mensenrechten. Het draagt bij aan een negatieve beeldvorming over groepen mensen, schaadt de legitimiteit van de Nederlandse politie en draagt niet bij aan de bestrijding van criminaliteit.
Het probleem
Bij politiecontroles op straat worden mensen staande gehouden en gecontroleerd, ook wanneer zij geen verdachte zijn. Uit onderzoek, waaronder dat van Amnesty, blijkt dat etnisch profileren plaatsvindt bij identiteits- en verkeerscontroles, preventief fouilleren en bij controles op illegaal verblijf. In 2013 publiceerde Amnesty twee rapporten over het probleem en de gevolgen van etnisch profileren door de Nederlandse politie: ‘Proactief politieoptreden vormt een risico voor mensenrechten’ en ‘Gelijkheid onder druk’. De politie heeft zeer ruime bevoegdheden voor het controleren van mensen die geen verdachten zijn. Deze bevoegdheden zijn ruim en vaag omschreven en op de toepassing wordt nauwelijks toezicht gehouden. Daarmee staat de deur open voor willekeur en discriminatie.
Daarnaast gebruikt de politie steeds vaker (geautomatiseerde) risicoprofielen in hun zoektocht naar potentiële daders. In oktober 2020 bracht Amnesty een rapport uit over de mensenrechtenrisico’s van dit soort risicoprofielen: ‘Wij ruiken onraad’. In dit rapport legt Amnesty uit hoe de Nederlandse politie gebruikmaakt van gegevens en risicomodellen om te bepalen op wie zij hun aandacht richten. Dat wordt ook wel predictive policing genoemd. Een experiment van de politie in Roermond leidde tot geautomatiseerd etnisch profileren. In 2024 concludeert Amnesty in het rapport ‘Etnisch profileren is overheidsbreed probleem’ dat er nog steeds reële risico’s op etnisch profileren bestaan en de aanpak ervan onvoldoende effectief is.
Wat wil Amnesty?
Amnesty wil dat er betere waarborgen komen voor naleving van mensenrechten bij politiecontroles. Het beleid van het kabinet en de politie richt zich met name op training en bewustwording van agenten, diversiteit in de politieorganisatie en een betere klachtenbehandeling. Deze maatregelen zijn een stap in de goede richting, maar er is meer nodig om etnisch profileren door de politie uit te bannen. Amnesty meent dat etnisch profileren kan worden tegengegaan door de volgende maatregelen:
De wettelijke bevoegdheden om mensen te controleren moeten duidelijker worden omschreven, zodat politieagenten beter weten wat wel en niet mag. Het uitgangspunt moet zijn dat mensen jegens wie geen redelijk vermoeden van schuld bestaat, niet gecontroleerd worden.
Betere instructies voor politieagenten over hoe ze burgers moeten selecteren voor controles, waaronder bij identiteits-, verkeers- en grenscontroles, en bij preventief fouilleren.
Registratie en evaluatie van politiecontroles. Zonder registratie kunnen de effectiviteit en de onvoorziene neveneffecten (zoals discriminatie) niet goed worden vastgesteld en verantwoord. Stopformulieren zijn een beproefd instrument voor monitoring en verantwoording. Amnesty schreef hier een memo over.
Scherper toezicht op politiecontroles. Toezichthouders zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en de Nationale ombudsman moeten voldoende bevoegdheden, capaciteit en expertise hebben om politiecontroles (uit eigen beweging) te onderzoeken en in geval van misstanden handhavend te kunnen optreden.
Amnesty informeert burgers over ‘de impact van etnisch profileren’. Ook hebben we informatie over je rechten tijdens politiecontroles, zoals een folder en een video. Speciaal voor het mbo ontwikkelde Amnesty het lesmateriaal ‘Profiel X: Leren of ProfiLeren’. Amnesty werkt samen met Controle Alt Delete, een organisatie die (jonge) mensen informeert over en betrekt bij de discussies over de aanpak van etnisch profileren.
Daarnaast doet Amnesty onderzoek naar geautomatiseerde risicoprofilering, soms ook wel ‘predictive policing’ genoemd. In 2020 verscheen daarover het rapport ‘Wij ruiken onraad’.
Amnesty spande in februari 2020 samen met andere organisaties en twee burgers een rechtszaak aan tegen de Koninklijke Marechaussee. De uitspraak in hoger beroep in 2023 bevestigt (vermeende) afkomst nooit een rol mag spelen in beslissingen om mensen te controleren. Deze uitspraak is ook relevant voor politiecontroles. Lees meer over de rechtszaak.
Discriminatie melden
Voel je je gediscrimineerd door de politie, Koninklijke Marechaussee of andere wetshandhavers? Of zie je dat een ander gediscrimineerd wordt? Doe er wat mee!
Melden kan ook bij één van de antidiscriminatiebureaus in Nederland. Deze bureaus kunnen je adviseren of je helpen met bemiddeling of een procedure. Zie www.discriminatie.nl. Je kunt deze bureaus bereiken via: 0800-0880 (gratis).
Soms is het beter om aangifte te doen. Zoek daarvoor advies van een advocaat.
” De politie vreesde voor etnisch profileren, officieren van justitie beklaagden zich over politieke inmenging. Maar wie niet wilde meewerken, kreeg van Loef te horen: dit is wat de minister wil.”
”De vreemdelingenpolitie, die de asielzoekers volgens dit plan aan de poort zou moeten gaan selecteren, reageert woedend. „Hoe bepaal je de criteria van een overlastgevende vreemdeling aan de voorkant?”, schrijft de politiedienst in een intern document uit de herfst van 2022. „Is dat op afkomst of uiterlijk? Ligt etnisch profileren hier niet op de loer?”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE TEKST ARTIKEL NOOT 96
[112]
ZIE NOOT 111
[113]
Je kunt niet iemand vastzetten omdat hij uit Tunesië komt.”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE TEKST ARTIKEL NOOT 96
[114]
”De baas van de vreemdelingenpolitie weigert aan het plan mee te werken.”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE TEKST ARTIKEL NOOT 96
Reacties uitgeschakeld voor Noten 111 t/m 114/HOOFDSTUK IV
” Een vertrouweling van minister Yesilgöz zette ambtenaren onder druk mee te werken aan een aanpak voor overlastgevers. Daarin werd bewust vaag gelaten wat overlast is, zodat zoveel mogelijk asielzoekers kunnen worden aangepakt. ”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE TEKST ARTIKEL NOOT 96
[108]
”Zijn volgende plan: asielzoekers die voor overlast zorgen zo snel mogelijk uit het asielsysteem werken. Want wie de overlastgevers zijn, is volgens Loef wel duidelijk. „Noem ze Marokkanen, noem ze Noord-Afrikanen. Die bedoel ik.”
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE TEKST ARTIKEL NOOT 96
[109]
”Het plan beschrijft hoe potentiële overlastgevers meteen bij aankomst in Nederland naar een sobere opvang moeten worden gestuurd, met slechts ‘bed, bad, brood’. Waar andere asielzoekers vaak meer dan een jaar op een inwilliging van een asielverzoek wachten, moet deze groep binnen een paar dagen worden afgewezen. Als ze daartegen in beroep gaan, moeten ze naar een nóg strengere locatie, zo staat in het document dat in bezit is van NRC.”
Er bestaat een onderscheid tussen geaccepteerd en gelegitimeerd profileren en etnisch profileren.[3] Bij gelegitimeerd profileren wordt geprobeerd personen te identificeren waarbij het aannemelijk is dat die mogelijk een strafbaar feit zouden plegen op basis van objectieve indicatoren.[3] Bij etnisch profileren wordt aan de hand van iemands ras, etniciteit, nationaliteit, cultuur of godsdienst het risico op het plegen van een strafbaar feit bepaald”
WIKIPEDIA
ETNISCH PROFILEREN
AMNESTY INTERNATIONAL
ETNISCH PROFILEREN DOOR DE POLITIE
Mensen van kleur en mensen met een migratieachtergrond worden in Nederland vaker onderworpen aan controles door de politie dan witte mensen. Als de politie mensen mede vanwege hun huidskleur of afkomst stoppen, controleren of fouilleren, terwijl daar geen objectieve en redelijke rechtvaardiging voor is, is er sprake van etnisch profileren. Etnisch profileren is een vorm van discriminatie door de overheid en in strijd met de mensenrechten. Het draagt bij aan een negatieve beeldvorming over groepen mensen, schaadt de legitimiteit van de Nederlandse politie en draagt niet bij aan de bestrijding van criminaliteit.
Het probleem
Bij politiecontroles op straat worden mensen staande gehouden en gecontroleerd, ook wanneer zij geen verdachte zijn. Uit onderzoek, waaronder dat van Amnesty, blijkt dat etnisch profileren plaatsvindt bij identiteits- en verkeerscontroles, preventief fouilleren en bij controles op illegaal verblijf. In 2013 publiceerde Amnesty twee rapporten over het probleem en de gevolgen van etnisch profileren door de Nederlandse politie: ‘Proactief politieoptreden vormt een risico voor mensenrechten’ en ‘Gelijkheid onder druk’. De politie heeft zeer ruime bevoegdheden voor het controleren van mensen die geen verdachten zijn. Deze bevoegdheden zijn ruim en vaag omschreven en op de toepassing wordt nauwelijks toezicht gehouden. Daarmee staat de deur open voor willekeur en discriminatie.
Daarnaast gebruikt de politie steeds vaker (geautomatiseerde) risicoprofielen in hun zoektocht naar potentiële daders. In oktober 2020 bracht Amnesty een rapport uit over de mensenrechtenrisico’s van dit soort risicoprofielen: ‘Wij ruiken onraad’. In dit rapport legt Amnesty uit hoe de Nederlandse politie gebruikmaakt van gegevens en risicomodellen om te bepalen op wie zij hun aandacht richten. Dat wordt ook wel predictive policing genoemd. Een experiment van de politie in Roermond leidde tot geautomatiseerd etnisch profileren. In 2024 concludeert Amnesty in het rapport ‘Etnisch profileren is overheidsbreed probleem’ dat er nog steeds reële risico’s op etnisch profileren bestaan en de aanpak ervan onvoldoende effectief is.
Wat wil Amnesty?
Amnesty wil dat er betere waarborgen komen voor naleving van mensenrechten bij politiecontroles. Het beleid van het kabinet en de politie richt zich met name op training en bewustwording van agenten, diversiteit in de politieorganisatie en een betere klachtenbehandeling. Deze maatregelen zijn een stap in de goede richting, maar er is meer nodig om etnisch profileren door de politie uit te bannen. Amnesty meent dat etnisch profileren kan worden tegengegaan door de volgende maatregelen:
De wettelijke bevoegdheden om mensen te controleren moeten duidelijker worden omschreven, zodat politieagenten beter weten wat wel en niet mag. Het uitgangspunt moet zijn dat mensen jegens wie geen redelijk vermoeden van schuld bestaat, niet gecontroleerd worden.
Betere instructies voor politieagenten over hoe ze burgers moeten selecteren voor controles, waaronder bij identiteits-, verkeers- en grenscontroles, en bij preventief fouilleren.
Registratie en evaluatie van politiecontroles. Zonder registratie kunnen de effectiviteit en de onvoorziene neveneffecten (zoals discriminatie) niet goed worden vastgesteld en verantwoord. Stopformulieren zijn een beproefd instrument voor monitoring en verantwoording. Amnesty schreef hier een memo over.
Scherper toezicht op politiecontroles. Toezichthouders zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en de Nationale ombudsman moeten voldoende bevoegdheden, capaciteit en expertise hebben om politiecontroles (uit eigen beweging) te onderzoeken en in geval van misstanden handhavend te kunnen optreden.
Amnesty informeert burgers over ‘de impact van etnisch profileren’. Ook hebben we informatie over je rechten tijdens politiecontroles, zoals een folder en een video. Speciaal voor het mbo ontwikkelde Amnesty het lesmateriaal ‘Profiel X: Leren of ProfiLeren’. Amnesty werkt samen met Controle Alt Delete, een organisatie die (jonge) mensen informeert over en betrekt bij de discussies over de aanpak van etnisch profileren.
Daarnaast doet Amnesty onderzoek naar geautomatiseerde risicoprofilering, soms ook wel ‘predictive policing’ genoemd. In 2020 verscheen daarover het rapport ‘Wij ruiken onraad’.
Amnesty spande in februari 2020 samen met andere organisaties en twee burgers een rechtszaak aan tegen de Koninklijke Marechaussee. De uitspraak in hoger beroep in 2023 bevestigt (vermeende) afkomst nooit een rol mag spelen in beslissingen om mensen te controleren. Deze uitspraak is ook relevant voor politiecontroles. Lees meer over de rechtszaak.
Discriminatie melden
Voel je je gediscrimineerd door de politie, Koninklijke Marechaussee of andere wetshandhavers? Of zie je dat een ander gediscrimineerd wordt? Doe er wat mee!
Melden kan ook bij één van de antidiscriminatiebureaus in Nederland. Deze bureaus kunnen je adviseren of je helpen met bemiddeling of een procedure. Zie www.discriminatie.nl. Je kunt deze bureaus bereiken via: 0800-0880 (gratis).
Soms is het beter om aangifte te doen. Zoek daarvoor advies van een advocaat.
”Tegelijkertijd werkten Loef en zijn team ook hard aan verbetering van de samenwerking tussen COA, IND, DT&V en politie/AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) in het team dat werkt aan een snelle, slagvaardige afhandeling van de (doorgaans kansarme) asielaanvragen van de overlastplegers. Loef: “Zeg maar: een aparte procedure, onder de officiële stroom langs, om die aanvragen zo snel mogelijk af te doen.”
RIJKSOVERHEID
NATIONALE AANPAK OVERLAST ASIELZOEKERS: SLEUTEL
LIGT BIJ GOEDE SAMENWERKING
10 NOVEMBER 2023
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 97
[104]
ZIE NOOT 99
[105]
ZIE NOTEN 97 EN 103
[106]
NRC
HOE EEN SCHADUWTEAM VAN YESILGOZ EEN OMTREDEN
ASIELAANPAK DOORVOERDE
9 FEBRUARI 2024
[LEZEN ZONDER PAYWALL]
ZIE VOOR GEHELE TEKST ARTIKEL NOOT 96
Reacties uitgeschakeld voor Noten 102 t/m 106/HOOFDSTUK IV
”In de zomer van 2022 kreeg Kees Loef, een ervaren ‘fikser’, die al voor verschillende gemeenten (o.a. Amsterdam en Arnhem) en grote organisaties programma’s en projecten heeft opgezet op het gebied van criminaliteitspreventie en sociale veiligheid, een telefoontje.”
RIJKSOVERHEID
NATIONALE AANPAK OVERLAST ASIELZOEKERS: SLEUTEL
LIGT BIJ GOEDE SAMENWERKING
10 NOVEMBER 2023
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 97
[99]
” “Mijn opdracht was – letterlijk – ‘Verzin iets – en voer het uit”, vat hij kort samen. Een heel vrije, maar ook ruime opdracht, met mandaat van de minister én de staatssecretaris van JenV. ”
RIJKSOVERHEID
NATIONALE AANPAK OVERLAST ASIELZOEKERS: SLEUTEL
LIGT BIJ GOEDE SAMENWERKING
10 NOVEMBER 2023
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 97
[100]
RIJKSOVERHEID
VERSOBERDE OPVANG VAN ASIELZOEKERS MET KANSARME
AANVRAGEN
14 SEPTEMBER 2020
Nieuwe asielzoekers die nauwelijks kans maken op een Nederlandse asielvergunning worden voortaan geclusterd ondergebracht in een aparte, sobere opvang. Dat schrijft staatssecretaris Broekers-Knol vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Deze nieuwe manier van opvangen is bestemd voor nieuwe asielzoekers uit veilige landen van herkomst en voor hen die al een asielvergunning hebben in een ander EU-land. Zij moeten zich voortaan dagelijks melden bij het COA en worden gecontroleerd bij het naar binnen- en buitengaan. Ook krijgt deze groep asielzoekers gedurende de gehele periode in de opvang geen leefgeld meer, maar goederen in natura zoals maaltijden en toiletartikelen.
Druk verlichten
Vreemdelingen uit veilige landen van herkomst en vreemdelingen met een asielvergunning in een ander EU-land maken nauwelijks kans op een asielvergunning in Nederland. Wel belasten zij het opvang- en asielsysteem. Voor de groep veilige landers geldt dat zij veelal niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning en relatief vaak voorkomen in de groep overlastgevers. Om de druk op het opvang- en asielsysteem te verlichten worden kansloze asielaanvragen daarom zo snel mogelijk afgehandeld door de IND – in de regel binnen vier weken.
Clustering
Op dit moment worden asielzoekers met een kansarme aanvraag opgevangen in asielzoekerscentra verspreid over heel Nederland. Vanaf nu gaat dat – met een zorgvuldige opbouw – gebeuren in een afgezonderd deel op de bestaande centra in Ter Apel en Budel-Cranendonck. Door deze asielzoekers geclusterd op te vangen, is deze groep beter beschikbaar voor begeleiding in het asiel- en opvolgende vertrekproces waardoor de asielprocedure sneller verloopt. Er is sneller duidelijkheid over hun toekomst en zij kunnen Nederland sneller verlaten bij een afwijzing van de asielaanvraag. De versobering en clustering moet daarnaast leiden tot een afname van de aantrekkingskracht van Nederland en een betere beheersbaarheid van deze groep in de opvanglocatie.
Kwetsbare groepen
Asielzoekers in een extra kwetsbare positie, zoals alleenstaande minderjarige vreemdelingen, gezinnen met minderjarige kinderen tot 16 jaar, alleenstaande vrouwen en LHBTI+ (als dat bij ketenparners bekend is) zullen niet in de nieuwe voorziening worden opgevangen. Zij gaan naar een reguliere locatie, maar vallen wel onder hetzelfde versoberde verstrekkingenniveau. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) zijn uitgezonderd van het versoberde regime. Veilige landers die momenteel in andere asielzoekerscentra verblijven, wachten daar de voortgang op hun procedure af.
”Loef: “Asielzoekers die weinig kans maken op een verblijfsvergunning krijgen daar onderdak en eten, maar geen leefgeld. En ze mogen nauwelijks de deur uit, omdat ze elke dag beschikbaar moeten zijn voor de afhandeling van hun procedure. Zo lukt het om binnen twee weken een beschikking op hun aanvraag af te geven.”
De meesten wachten die beschikking overigens niet eens af. “Die hebben na een dag of twee, drie al genoeg van die sobere opvang”, lacht Loef. “Ze hadden verwacht, zoals in de oude situatie, zo’n anderhalf jaar in de reguliere opvang te kunnen doorbrengen. En vanuit die relatief luxe positie hier in Nederland rottigheid te kunnen uithalen en vermogensdelicten te kunnen plegen. Zodra ze inzien dat dat er niet meer inzit, doen ze aan – wat ik noem – ‘zelfuitzetting’: ze verlaten de opvang en vertrekken. Verreweg de meesten gaan naar het buitenland; die zien we hier niet meer terug.”’
RIJKSOVERHEID
NATIONALE AANPAK OVERLAST ASIELZOEKERS: SLEUTEL
LIGT BIJ GOEDE SAMENWERKING
10 NOVEMBER 2023
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 97
Reacties uitgeschakeld voor Noten 98 t/m 101/HOOFDSTUK IV
Asielbeleid Demissionair minister van justitie Dilan Yesilgöz (VVD) heeft vorig jaar een controversiële aanpak van asielzoekers doorgevoerd via een vertrouweling – buiten haar ministerie om. Hierdoor worden asielzoekers nu op onduidelijke gronden in een soort gevangenis geplaatst.
Een vertrouweling van minister Yesilgöz zette ambtenaren onder druk mee te werken aan een aanpak voor overlastgevers. Daarin werd bewust vaag gelaten wat overlast is, zodat zoveel mogelijk asielzoekers kunnen worden aangepakt. De politietop weigerde medewerking vanwege risico’s op ‘etnisch profileren’, blijkt uit onderzoek van NRC.
Officieren van justitie beklagen zich ook over politieke druk bij de aanpak van overlastgevers. Officieren zijn vorig jaar geïnstrueerd asielzoekers zoveel mogelijk te vervolgen bij lichte vergrijpen. Volgens deskundigen komt de aanpak neer op discriminatie.
‘Ik heb een bloedig gevecht gevoerd”, zegt Kees Loef, terwijl hij een flinke schep suiker door zijn espresso roert. Een paar maanden geleden zwaaide hij af als ‘nationaal coördinator overlastgevende asielzoekers’. In die hoedanigheid kreeg hij de vrije hand van minister Dilan Yesilgöz (Justitie en Veiligheid) en staatssecretaris Eric van der Burg (Asielzaken, beiden VVD) om onorthodoxe maatregelen te verzinnen om asielzoekers die overlast veroorzaken, versneld uit de asielprocedure te werken. Daarbij werden bewust de randen van de wet opgezocht, zo blijkt uit onderzoek van NRC.
Asielzoekers kunnen nu naar een omheinde opvanglocatie worden gestuurd die volgens onderzoekers neerkomt op detentie. Criteria om daarin te belanden zijn met opzet niet precies gedefinieerd, blijkt uit interne documenten, opdat zo veel mogelijk asielzoekers kunnen worden aangepakt. Het Openbaar Ministerie kreeg instructies om asielzoekers – anders dan bij Nederlandse burgers – voor ieder gering misdrijf te vervolgen, waardoor hun asielverzoek gemakkelijker is af te wijzen.
De meeste van zijn voorstellen zijn uiteindelijk realiteit geworden, zegt Kees Loef. „Tot grote ergernis van heel wat ambtenaren. Zij hebben zich te pletter geknokt om dit tegen te houden.” De politie vreesde voor etnisch profileren, officieren van justitie beklaagden zich over politieke inmenging. Maar wie niet wilde meewerken, kreeg van Loef te horen: dit is wat de minister wil.
Zakkenrollen en nepdrugs
In de zomer van 2022 zijn overlast-gevende asielzoekers prominent in het nieuws. Het zijn vooral jonge mannen uit Marokko en Algerije – ‘veiligelanders’ worden ze genoemd. Ze maken nauwelijks kans op een verblijfsvergunning omdat ze uit een veilig land komen. Maar tot immigratiedienst IND hun asielverzoek heeft behandeld, hebben ze recht op opvang. Vooral rond grote asielzoekerscentra als Ter Apel, Budel en Hardenberg zorgen ze voor problemen. Ze stelen uit winkels, vallen vrouwen lastig, vechten. Ook in grote steden duiken ze op. Als zakkenrollers in Utrecht, als dealers van nepdrugs in Amsterdam. Over de groep, zo’n 3 procent van alle asielzoekers die naar Nederland komen, wordt vaak gezegd dat ze het ‘voor de rest verpesten’.
In augustus 2022 krijgt Kees Loef een telefoontje van Dick Schoof, secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Of hij ‘coördinator overlast’ wil worden. Daar had minister Yesilgöz om gevraagd. Loef en Yesilgöz kennen elkaar van de gemeente Amsterdam, waar ze ruim tien jaar geleden als bestuursadviseurs veiligheid onder meer samen aan de Top-600-aanpak (van veelplegers) werkten. „Ze hadden mij nodig omdat ze er met het ministerie niet uitkwamen. Niemand deed wat”, zegt Loef. „De opdracht aan mij was: dóé iets, los het op.”
Wie niet meewerkte kreeg te horen: dit is wat de minister wil
Op het ministerie wordt hij niet met open armen ontvangen, vertelt hij. „Er kwam opeens iemand die niet onder het ministerie viel, maar die hun wel kwam vertellen wat ze moesten gaan doen. Iemand die bovendien in direct contact stond met de minister en de staatssecretaris.”
Loef mag gebruikmaken van het overlastbudget van 15 miljoen euro en rapporteert direct aan de minister en de staatssecretaris, zo bevestigt het ministerie. Hij trekt een team van vijf mensen aan, dat grotendeels bestaat uit zijn Amsterdamse netwerk, zoals een criminologe met wie hij bij de gemeente nauw samenwerkte en een oud-kickbokser die hij eerder inzette voor de Amsterdamse ‘straatcoach-aanpak’. Zijn eerste verrichting is het inhuren van het beveiligingsbedrijf van de oud-kickbokser, om de buurten rond asielzoekerscentra veilig te houden. Kosten: 3 miljoen euro.
Volgens aanbestedingsregels mag zo’n grote opdracht niet zonder aanbesteding aan een partij worden gegund, dat weet hij. „Op het ministerie begonnen ze ook te mopperen. Maar de minister heeft gezegd: we gaan dit gewoon doen.” Een paar weken na Loefs aanstelling kunnen de beveiligers aan het werk. In een reactie erkent het ministerie dat dit niet mocht, en dat er nu wel een aanbesteding loopt.
Zijn volgende plan: asielzoekers die voor overlast zorgen zo snel mogelijk uit het asielsysteem werken. Want wie de overlastgevers zijn, is volgens Loef wel duidelijk. „Noem ze Marokkanen, noem ze Noord-Afrikanen. Die bedoel ik.”
Bed, bad, brood
Het plan beschrijft hoe potentiële overlastgevers meteen bij aankomst in Nederland naar een sobere opvang moeten worden gestuurd, met slechts ‘bed, bad, brood’. Waar andere asielzoekers vaak meer dan een jaar op een inwilliging van een asielverzoek wachten, moet deze groep binnen een paar dagen worden afgewezen. Als ze daartegen in beroep gaan, moeten ze naar een nóg strengere locatie, zo staat in het document dat in bezit is van NRC.
De vreemdelingenpolitie, die de asielzoekers volgens dit plan aan de poort zou moeten gaan selecteren, reageert woedend. „Hoe bepaal je de criteria van een overlastgevende vreemdeling aan de voorkant?”, schrijft de politiedienst in een intern document uit de herfst van 2022. „Is dat op afkomst of uiterlijk? Ligt etnisch profileren hier niet op de loer?” Een politiemedewerker noemt het „gewoon discriminatie”. In het document staat: „Je kunt niet iemand vastzetten omdat hij uit Tunesië komt.” De baas van de vreemdelingenpolitie weigert aan het plan mee te werken.
Loef legt zich er niet bij neer. Het plan belandt op het bureau van de hoogste ambtenaren van het ministerie van Justitie. Dit „bloedige gevecht”, zegt Kees Loef, „is héél ver gegaan”. Loef vertelt dat hij in een overleg met het ministerie eiste dat de weigerachtige politiechef wordt overgeplaatst.
Het ministerie stapt naar de korpsleiding. Waarom werkt de politie niet mee? „Op het ministerie hoorden we: de minister wil dit nu eenmaal”, zegt een bron bij de vreemdelingenpolitie. „Ik zei: de minister kan zoveel willen, maar zo werkt het toch niet?”
In een reactie bevestigt de politie dat er druk is uitgeoefend; het ministerie ontkent dat. Volgens het ministerie waren er „zorgen met betrekking tot etnisch profileren”, maar is „duidelijk met elkaar gecommuniceerd dat dit uiteraard niet de bedoeling is”. De politiechef zit nog altijd op zijn post.
De facto detentie
Het ministerie vraagt Loef zijn plan verder uit te werken. Waar in het eerste plan ‘potentiële overlastgevers’ al aan de poort zouden worden geselecteerd, richt het nieuwe plan zich op asielzoekers met ‘kansarme’ aanvragen die al daadwerkelijk voor overlast hebben gezorgd. Hun asielverzoek moet ‘bovenop de stapel’ worden gelegd, zodat ze zo snel mogelijk kunnen worden afgewezen en geen recht meer op opvang hebben. De IND gaat de pilot in de praktijk testen.
Intussen wordt in opdracht van het ministerie een metershoog hek gebouwd om een woonblok op het asielzoekerscentrum van Ter Apel. Het woonblok krijgt een nieuwe naam: ‘procesbeschikbaarheidslocatie’ – kortweg ‘PBL’. Daar worden de asielzoekers uit de pilot naartoe gestuurd, bevestigt de IND. In de PBL moeten ze vrijwel de hele dag binnen blijven. Twee blokken van één uur mogen ze dagelijks naar buiten, maar volgens de huisregels blijven ze dan wel binnen de hekken van de locatie. Als ze afspraken missen of de locatie toch verlaten, vervalt hun asielaanvraag en moeten ze het land uit.
Mag je asielzoekers die niets strafbaars hebben gedaan, vastzetten op een locatie onder de dreiging van het intrekken van hun asielaanvraag? Nee, zegt hoogleraar migratierecht aan de Vrije Universiteit Lieneke Slingenberg. „Dit komt de facto neer op detentie. Daar moet een heldere grondslag voor zijn. Die ontbreekt hier.”
Daar heeft het ministerie een omweg voor gezocht. De asielzoekers in de PBL krijgen een ‘beschikbaarheidsverplichting’ opgelegd. Ze moeten zich meerdere malen per dag melden bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de politie. En ze moeten verplicht deelnemen aan dagvullende programma’s, zoals lessen over terugkeer naar het land van herkomst. „We geven je zoveel afspraken op een dag, dat je wel binnen mot blijven”, legde staatssecretaris Eric van der Burg afgelopen zomer uit in een commissiedebat, waarin hij verder niet op details van de aanpak in ging.
Altijd een afwijzing
Wie in de PBL terechtkomt, krijgt spoedig te horen dat hij weer kan vertrekken. „De procedure leidt altijd tot een snel besluit: een afwijzende beschikking”, zegt de IND-medewerker die de pilot coördineert. „Er kan binnen deze aanpak alleen een afwijzing volgen, geen inwilliging.” Inmiddels zijn meer dan duizend asielzoekers via deze aanpak versneld afgewezen – op een totaal van zo’n 35.000 asielbeslissingen vorig jaar. „Het loopt als een tierelier”, zei staatssecretaris Van der Burg in het debat met de Kamer.
Maar hoe komen asielzoekers nu eigenlijk in deze aanpak terecht?
„Op basis van overlast”, zegt de coördinator van de IND. Wat ‘overlast’ inhoudt, kan ze niet precies zeggen. Het kan iemand zijn die „ruzie maakt” in de opvang. Het kan ook iemand zijn met een drugsverslaving.
„Of bijvoorbeeld een winkeldief”, zegt Kees Bangma. De politiecommissaris uit Flevoland zette vanuit het team van Kees Loef de aanpak mede op. Bangma: „Het gaat gewoon om mensen die zich misdragen. Dat kan ook iemand zijn die zich niet aan de huisregels van het COA houdt.”
Wat blijkt: in de aanpak is bewust niet gedefinieerd op basis van welk gedrag een asielzoeker in de pilot terechtkomt. In een intern pilot-document in handen van NRC staat dat dit vaag is gelaten, zodat er zo veel mogelijk ‘kansarme’ asielzoekers in de aanpak kunnen worden geplaatst.
Mensen die de boel verzieken, díe willen we aanpakken
Kees Bangma — politiecommissaris
De coördinator van de IND bevestigt dat. „Wat wij vanuit de pilot onder overlast verstaan, hebben we bewust niet gedefinieerd. Omdat we ons niet willen laten beperken.”
Er gingen wel discussies aan vooraf met de ambtenaren van het ministerie, vertelt Bangma. „Die wilden dat we een definitie van overlast zouden vastleggen. Ik zei: jongens, wij hebben hier mensen rondlopen die de boel verzieken. Die categorie willen we aanpakken. Het gaat om een oververtegenwoordiging van Marokkanen en Algerijnen. Jonge mannen. Als je die overlast precies wilt definiëren, kom je er niet uit. Terwijl onze professionals zo de rotte appels eruit vissen. Laat hén bepalen of iets overlast is. Die mensen zijn ook niet gek.”
Juist om deze reden wil de vreemdelingenpolitie nog altijd niet volledig meewerken aan de pilot. „Overlast is een breed begrip”, laat de politie weten. „Asielzoekers kunnen bijvoorbeeld gefrustreerd zijn omdat ze moeten wachten op hun procedure, hierdoor kunnen opstootjes ontstaan of kunnen ze de huisregels van het COA overtreden. Maar dit zijn lang niet altijd strafbare feiten op basis waarvan de politie iemand kan vastzetten.” Alleen bij gepleegde misdrijven kan de politie meewerken aan de aanpak. De politie wil volgens de woordvoerder etnisch profileren voorkomen. „De politie in Nederland is er voor iedereen, daarin past geen werkwijze die in de praktijk zou kunnen leiden tot profilering van een doelgroep op basis van nationaliteit.”
De werkwijze van de PBL is nog niet door de rechter getoetst. Vorige week vrijdag diende een eerste zaak van een Algerijnse asielzoeker die zijn verblijf aanvecht. „Je slaapt er op een matras op de grond”, vertelt deze 35-jarige Syfaks. „’s Ochtends krijg je een boterham, ’s avonds een diepvriesmaaltijd. Verder niets. Mensen worden gek van de honger. Er zijn steeds vechtpartijen, zonder dat de bewakers ingrijpen.” Vier dagen hield hij het er uit. Daarna klom hij over het hek van de PBL om brood te kopen. Toen hij terugkwam, werd hij bij het hek geweigerd: locatie verlaten – asielaanvraag vervallen.
Uitzondering voor asielzoekers
Ook het Openbaar Ministerie moet meer doen tegen overlastgevende asielzoekers, rapporteert Loef begin 2023 aan Yesilgöz en Van der Burg. Officieren van justitie laten asielzoekers volgens Loef te vaak wegkomen met kleine strafbare feiten. Zo krijgen ze voor een winkeldiefstal geregeld een waarschuwing of seponering. „Terwijl we veroordelingen wilden”, zegt Loef. Ook dat is een manier om ze in de overlastaanpak te krijgen.
Maar het OM heeft juist een heel ander beleid ingevoerd. Winkeldieven krijgen eerst een waarschuwing, alleen recidiverende dieven worden vervolgd. Deze ‘reprimanderegeling’ is sinds 2022 landelijk beleid.
Kees Loef wil dat voor asielzoekers een uitzondering op die regel wordt gemaakt. Als zij de fout ingaan, moet er wél direct vervolging plaatsvinden. Het verzoek valt verkeerd bij sommige officieren van justitie. Na een vergadering hierover appt de Groningse officier van justitie Tamar Klooster, verantwoordelijk voor Ter Apel, aan Loef dat ze „echt boos” op hem is. Hij is volgens Klooster „zeer ondermijnend” bezig, door het OM onder druk te zetten asielzoekers sneller dan andere burgers te vervolgen. De minister heeft hem daar het „volledige mandaat” voor gegeven, appt Loef terug.
Over de reprimanderegel krijgt hij zijn zin niet, maar uiteindelijk krijgt Loef toch nog een hardere justitiële aanpak voor elkaar. Er worden werkafspraken gemaakt met het OM over de vervolging van asielzoekers. De afspraken worden opgesteld door een officier vreemdelingenzaken die Loef heeft opgenomen in zijn ‘overlast-team’. De officier werkt „nauw” met Loef samen, staat in een Kamerbrief.
In de instructie, in handen van NRC, staat dat asielzoekers voor alle kleine strafbare feiten een ‘strafbeschikking’ moeten krijgen: een OM-boete. Omdat asielzoekers vaak amper geld hebben, is een nieuwe constructie bedacht: ze betalen de boete met de tijd die ze vastzitten. Wie bijvoorbeeld na een winkeldiefstal één dag in de cel zit, ‘verdient’ als het ware 50 euro, die weer van de boete wordt afgetrokken. Zo blijft er geen geldbedrag meer over en kan de beschikking direct worden afgevinkt. Daarmee krijgt de asielzoeker een strafblad, waarmee hij in Loefs overlastaanpak kan worden gestopt.
De richtlijn wordt in 2023 verspreid onder alle officieren. In de begeleidende brief van het Parket-Generaal worden de officieren „verzocht” de nieuwe werkwijze daadwerkelijk „te hanteren”. Dit zal ook worden „gemonitord”.
Het Parket-Generaal bevestigt de nieuwe instructie. „Zoals bekend is de nood om voldoende opvangplekken te realiseren hoog”, laat een woordvoerder per mail weten. „Binnen die context moeten misdrijven gepleegd door overlastgevende asielzoekers, waaronder winkeldiefstal, in beginsel een (strafrechtelijke) afdoening krijgen.”
Een dergelijke instructie is er niet voor winkeldieven met de Nederlandse nationaliteit. Die krijgen juist mínder prioriteit. OM-baas Rinus Otte zei onlangs tegen De Telegraaf dat de politie niet meer voor elke winkeldief uitrukt.
Dit wijst op een ongelijke behandeling, zeggen deskundigen. „Als een kleine winkeldiefstal normaal gesproken door de vingers wordt gezien, maar bij asielzoekers wél een sanctie oplevert, is dat discriminatie”, zegt Karin de Vries, universitair hoofddocent staatsrecht aan de Universiteit Utrecht.
Ook Joep Lindeman, universitair hoofddocent strafrecht aan de Universiteit Utrecht, is kritisch. „Het OM mag sommige vormen van diefstal prioriteren. Maar deze aanpak is niet gericht op een delict, maar op een groep: mensen die niet uit Nederland komen. Dan komt discriminatie snel dichtbij.” De richtlijn is ook „rechtsstatelijk dubieus”, zegt Lindeman. „Je zou de strafrechtpleging niet moeten gebruiken om de migratie-agenda van de regering te faciliteren.”
Ook officieren van justitie zelf hebben kritiek op de nieuwe instructie. In een ‘feedbackronde’ wordt door parketbesturen gevraagd of de nieuwe richtlijn geen vorm van politieke inmenging is. „Niet per se”, schrijft de officier vreemdelingenzaken terug in interne stukken. Wel is de aanpak tot stand gekomen na „overleg met de betrokken bewindspersonen” en moet deze het „maatschappelijk draagvlak voor asielzoekers” weten te behouden. Via een lijst met vragen en antwoorden probeert de vreemdelingenofficier verdere zorgen weg te nemen.
Of dat gelukt is? Een betrokken officier van justitie: „Er wordt hier nog steeds van gezegd: we hebben ons voor het politieke karretje laten spannen.”
Glimmende grijze tralies
Op het asielzoekerscentrum in Budel, ver van de publieksingang, verschenen onlangs metershoge hekken om een woonblok. Glimmende tralies steken scherp af tegen de grauwe winterlucht en bladerloze bomen. De eerste bewoners van de tweede PBL van Nederland worden binnenkort verwacht. Een derde PBL moet in een oude gevangenis in Almere komen.
Als het aan staatssecretaris Eric van der Burg ligt, is dit pas het begin. Hij wil „zo snel mogelijk, zo veel mogelijk” PBL-locaties in Nederland hebben, zei hij afgelopen september in de Kamer. „In eerste instantie voor overlastgevers, in tweede instantie voor veiligelanders, want er zijn ook veiligelanders die geen overlastgevers zijn.” Ten derde moeten er -‘Dubliners’ in de versnelde procedure komen, zei hij – vluchtelingen die in een ander Europees land een asielaanvraag open hebben staan. „Allemaal mensen die geen asiel horen aan te vragen in Nederland”, vatte Van der Burg de groep samen. „Ik zal mij er maximaal voor inzetten dit zo snel mogelijk groter te laten worden.”
” Vorig jaar zomer trad Kees Loef aan als coördinator nationale aanpak overlast asielzoekers. Met een klein kernteam werkte hij een jaar lang aan de totstandkoming van een effectieve, landelijke aanpak van dit hardnekkige probleem. Inmiddels zit zijn taak erop. “Er gebeurde al heel veel, maar het punt was: iedere organisatie deed vooral z’n eigen ding. En dat terwijl de sleutel tot een effectieve aanpak juist ligt in goede samenwerking. Daarin hebben we dan ook flink geïnvesteerd. En met resultaat!”
RIJKSOVERHEID
NATIONALE AANPAK OVERLAST ASIELZOEKERS: SLEUTEL
LIGT BIJ GOEDE SAMENWERKING
10 NOVEMBER 2023
Vorig jaar zomer trad Kees Loef aan als coördinator nationale aanpak overlast asielzoekers. Met een klein kernteam werkte hij een jaar lang aan de totstandkoming van een effectieve, landelijke aanpak van dit hardnekkige probleem. Inmiddels zit zijn taak erop. “Er gebeurde al heel veel, maar het punt was: iedere organisatie deed vooral z’n eigen ding. En dat terwijl de sleutel tot een effectieve aanpak juist ligt in goede samenwerking. Daarin hebben we dan ook flink geïnvesteerd. En met resultaat!”
Overlast en agressie in de opvang, intimiderend gedrag op straat, zwartrijden in het openbaar vervoer, winkeldiefstal, tasjesroof… Al enkele jaren maakt een groep asielzoekers zich schuldig aan incidenten (7 procent van het totaal) of worden zij verdacht van criminaliteit (3 procent). Zij komen vooral uit ‘veilige landen’ als Algerije, Marokko en Tunesië. Deze groep ondermijnt het draagvlak voor de opvang van asielzoekers, van wie het overgrote deel goedwillend is en zich doorgaans correct gedraagt.
In de zomer van 2022 kreeg Kees Loef, een ervaren ‘fikser’, die al voor verschillende gemeenten (o.a. Amsterdam en Arnhem) en grote organisaties programma’s en projecten heeft opgezet op het gebied van criminaliteitspreventie en sociale veiligheid, een telefoontje. Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). “Mijn opdracht was – letterlijk – ‘Verzin iets – en voer het uit”, vat hij kort samen. Een heel vrije, maar ook ruime opdracht, met mandaat van de minister én de staatssecretaris van JenV. O ja, en of het ‘rond de kerst’ klaar kon zijn? Dat laatste vond ik een beetje krap voor zo’n hardnekkig probleem, dat al enkele jaren speelde. Ik heb gezegd: geef me een jaar. En dat kreeg ik.”
Samenhangende aanpak
Het afgelopen jaar ontwikkelden Loef en zijn team, in nauwe samenwerking met de betrokken organisaties uit de vreemdelingen- en de strafrechtketen – een samenhangende aanpak van deze specifieke overlastproblematiek.
Zo lopen op en rond een aantal opvanglocaties waar sprake was van veel overlast, nu toezichtteams te surveilleren. “Stevige ‘streetwise’ jongens”, weet Loef, “die bekend zijn met de taal en cultuur van de doelgroep. Ze staan in goed contact met de collega’s die werken in de opvanglocaties, met omwonenden en winkeliers. Ze houden alles scherp in de gaten en spreken overlastgevers aan op hun gedrag. Direct en duidelijk, maar zonder over te gaan tot geweld. Die aanpak kende ik nog uit Amsterdam. Ze is relatief snel op te zetten en het mooie is: je ziet vrijwel direct resultaat. Inmiddels zijn deze toezichtteams al op zeven ‘hotspot’-locaties actief.”
Snel beslissen, sober opvangen
Tegelijkertijd werkten Loef en zijn team ook hard aan verbetering van de samenwerking tussen COA, IND, DT&V en politie/AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) in het team dat werkt aan een snelle, slagvaardige afhandeling van de (doorgaans kansarme) asielaanvragen van de overlastplegers. Loef: “Zeg maar: een aparte procedure, onder de officiële stroom langs, om die aanvragen zo snel mogelijk af te doen.”
Overlastgevers kunnen ook in aanmerking komen voor de ‘procesbeschikbaarheidslocatie’: een heel sobere vorm van opvang, met strenge regels. Loef: “Asielzoekers die weinig kans maken op een verblijfsvergunning krijgen daar onderdak en eten, maar geen leefgeld. En ze mogen nauwelijks de deur uit, omdat ze elke dag beschikbaar moeten zijn voor de afhandeling van hun procedure. Zo lukt het om binnen twee weken een beschikking op hun aanvraag af te geven.”
De meesten wachten die beschikking overigens niet eens af. “Die hebben na een dag of twee, drie al genoeg van die sobere opvang”, lacht Loef. “Ze hadden verwacht, zoals in de oude situatie, zo’n anderhalf jaar in de reguliere opvang te kunnen doorbrengen. En vanuit die relatief luxe positie hier in Nederland rottigheid te kunnen uithalen en vermogensdelicten te kunnen plegen. Zodra ze inzien dat dat er niet meer inzit, doen ze aan – wat ik noem – ‘zelfuitzetting’: ze verlaten de opvang en vertrekken. Verreweg de meesten gaan naar het buitenland; die zien we hier niet meer terug.”
Betere aansluiting
Het afgelopen jaar is ook hard gewerkt aan een betere aansluiting tussen de vreemdelingenketen en de strafrechtketen. “De informatie-uitwisseling tussen de partners in de migratieketen en politie/Openbaar Ministerie is inmiddels sterk verbeterd”, vertelt Loef.
Een relatief kleine groep asielzoekers kan worden aangemerkt als veelplegers. Ze plegen bovengemiddeld veel delicten en beperken zich daarbij niet zo zeer tot de directe omgeving van de opvanglocatie waar ze verblijven, maar opereren kriskras door het land. Loef: “Daarom noemen we ze ook wel de ‘ongrijpbaren’, of ‘moeilijk grijpbaren’. Maar voor hoe lang nog…? Een werkgroep onder leiding van de landelijke VRIS-officier van justitie – dat staat voor Vreemdelingen in de Strafrechtketen -, geeft deze groep zo veel mogelijk lik-op-stuk.”
“Wordt iemand opgepakt voor een delict – zeg: winkeldiefstal, tasjesroof of een andere vorm van veelvoorkomende criminaliteit – en het blijkt dat die persoon in de asielprocedure zit, dan heeft het OM toegezegd die zaak zo snel mogelijk af te doen. Op een ZSM-locatie – ‘zorgvuldig, snel en op maat’ – en zo mogelijk via snelrecht. Op papier is dat nu goed geregeld. Nu nog zien of het in de praktijk ook echt zo uitpakt.”
Terugkijkend op afgelopen jaar, constateert de scheidende coördinator nationale aanpak overlastgevende asielzoekers dat er veel in gang is gezet en beter met elkaar in verband is gebracht. “De contouren van de nationale aanpak staan er nu. Alle maatregelen draaien inmiddels in de praktijk en we zien ook al de eerste effecten. Van het invoeren van de snelle procedure, in combinatie met de sobere procesbeschikbaarheidslocatie, lijkt bovendien een ontmoedigende werking uit te gaan. Ik heb dan ook goede verwachtingen dat deze aanpak gaat werken. Zeker als dit ook nog eens gaat rondzingen in de – veelal Noord-Afrikaanse – netwerken waar deze jongens deel van uitmaken: Nederland? Daar kun je maar beter niet naar toe gaan. Daar zitten ze je veel te dicht op de huid.”
“Ze zeggen wel eens ‘vreemde ogen dwingen’”, besluit Loef. “En het was ook best een onorthodoxe werkwijze voor JenV, met het kernteam en mij als ‘opgedrongen buitenstaanders’, die rechtstreeks zaken deden met de uitvoerende organisaties. Maar het departement heeft in alle opzichten buitengewoon loyaal meegewerkt. Zonder dat, hadden we dit resultaat nooit kunnen bereiken.”
Onlangs stuurden waarnemend staatssecretaris Van der Maat en minister Yeşilgöz-Zegerius de Voortgangsbrief Aanpak overlastgevend en crimineel gedrag door asielzoekers naar de Tweede Kamer. In deze brief constateren de bewindspersonen dat de landelijke en lokale maatregelen uit de nationale aanpak (zie ook de visual) effect sorteren, maar dat – hoewel de meerderheid van de asielzoekers zich gewoon weet te gedragen – er nog steeds incidenten met grote impact plaatsvinden. Dit sterkt de bewindslieden in hun ambitie om de bestaande nationale aanpak verder te versterken. In de brief lichten ze de voortgang op deze maatregelen toe en gaan nader in op enkele moties die over de overlastproblematiek zijn ingediend.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noten 96 en 97/HOOFDSTUK IV
NATIONALE AANPAK OVERLAST ASIELZOEKERS: SLEUTEL LIGT BIJ
GOEDE SAMENWERKING
10 NOVEMBER 2023
Vorig jaar zomer trad Kees Loef aan als coördinator nationale aanpak overlast asielzoekers. Met een klein kernteam werkte hij een jaar lang aan de totstandkoming van een effectieve, landelijke aanpak van dit hardnekkige probleem. Inmiddels zit zijn taak erop. “Er gebeurde al heel veel, maar het punt was: iedere organisatie deed vooral z’n eigen ding. En dat terwijl de sleutel tot een effectieve aanpak juist ligt in goede samenwerking. Daarin hebben we dan ook flink geïnvesteerd. En met resultaat!”
Overlast en agressie in de opvang, intimiderend gedrag op straat, zwartrijden in het openbaar vervoer, winkeldiefstal, tasjesroof… Al enkele jaren maakt een groep asielzoekers zich schuldig aan incidenten (7 procent van het totaal) of worden zij verdacht van criminaliteit (3 procent). Zij komen vooral uit ‘veilige landen’ als Algerije, Marokko en Tunesië. Deze groep ondermijnt het draagvlak voor de opvang van asielzoekers, van wie het overgrote deel goedwillend is en zich doorgaans correct gedraagt.
In de zomer van 2022 kreeg Kees Loef, een ervaren ‘fikser’, die al voor verschillende gemeenten (o.a. Amsterdam en Arnhem) en grote organisaties programma’s en projecten heeft opgezet op het gebied van criminaliteitspreventie en sociale veiligheid, een telefoontje. Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). “Mijn opdracht was – letterlijk – ‘Verzin iets – en voer het uit”, vat hij kort samen. Een heel vrije, maar ook ruime opdracht, met mandaat van de minister én de staatssecretaris van JenV. O ja, en of het ‘rond de kerst’ klaar kon zijn? Dat laatste vond ik een beetje krap voor zo’n hardnekkig probleem, dat al enkele jaren speelde. Ik heb gezegd: geef me een jaar. En dat kreeg ik.”
Samenhangende aanpak
Het afgelopen jaar ontwikkelden Loef en zijn team, in nauwe samenwerking met de betrokken organisaties uit de vreemdelingen- en de strafrechtketen – een samenhangende aanpak van deze specifieke overlastproblematiek.
Zo lopen op en rond een aantal opvanglocaties waar sprake was van veel overlast, nu toezichtteams te surveilleren. “Stevige ‘streetwise’ jongens”, weet Loef, “die bekend zijn met de taal en cultuur van de doelgroep. Ze staan in goed contact met de collega’s die werken in de opvanglocaties, met omwonenden en winkeliers. Ze houden alles scherp in de gaten en spreken overlastgevers aan op hun gedrag. Direct en duidelijk, maar zonder over te gaan tot geweld. Die aanpak kende ik nog uit Amsterdam. Ze is relatief snel op te zetten en het mooie is: je ziet vrijwel direct resultaat. Inmiddels zijn deze toezichtteams al op zeven ‘hotspot’-locaties actief.”
Snel beslissen, sober opvangen
Tegelijkertijd werkten Loef en zijn team ook hard aan verbetering van de samenwerking tussen COA, IND, DT&V en politie/AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) in het team dat werkt aan een snelle, slagvaardige afhandeling van de (doorgaans kansarme) asielaanvragen van de overlastplegers. Loef: “Zeg maar: een aparte procedure, onder de officiële stroom langs, om die aanvragen zo snel mogelijk af te doen.”
Overlastgevers kunnen ook in aanmerking komen voor de ‘procesbeschikbaarheidslocatie’: een heel sobere vorm van opvang, met strenge regels. Loef: “Asielzoekers die weinig kans maken op een verblijfsvergunning krijgen daar onderdak en eten, maar geen leefgeld. En ze mogen nauwelijks de deur uit, omdat ze elke dag beschikbaar moeten zijn voor de afhandeling van hun procedure. Zo lukt het om binnen twee weken een beschikking op hun aanvraag af te geven.”
De meesten wachten die beschikking overigens niet eens af. “Die hebben na een dag of twee, drie al genoeg van die sobere opvang”, lacht Loef. “Ze hadden verwacht, zoals in de oude situatie, zo’n anderhalf jaar in de reguliere opvang te kunnen doorbrengen. En vanuit die relatief luxe positie hier in Nederland rottigheid te kunnen uithalen en vermogensdelicten te kunnen plegen. Zodra ze inzien dat dat er niet meer inzit, doen ze aan – wat ik noem – ‘zelfuitzetting’: ze verlaten de opvang en vertrekken. Verreweg de meesten gaan naar het buitenland; die zien we hier niet meer terug.”
Betere aansluiting
Het afgelopen jaar is ook hard gewerkt aan een betere aansluiting tussen de vreemdelingenketen en de strafrechtketen. “De informatie-uitwisseling tussen de partners in de migratieketen en politie/Openbaar Ministerie is inmiddels sterk verbeterd”, vertelt Loef.
Een relatief kleine groep asielzoekers kan worden aangemerkt als veelplegers. Ze plegen bovengemiddeld veel delicten en beperken zich daarbij niet zo zeer tot de directe omgeving van de opvanglocatie waar ze verblijven, maar opereren kriskras door het land. Loef: “Daarom noemen we ze ook wel de ‘ongrijpbaren’, of ‘moeilijk grijpbaren’. Maar voor hoe lang nog…? Een werkgroep onder leiding van de landelijke VRIS-officier van justitie – dat staat voor Vreemdelingen in de Strafrechtketen -, geeft deze groep zo veel mogelijk lik-op-stuk.”
“Wordt iemand opgepakt voor een delict – zeg: winkeldiefstal, tasjesroof of een andere vorm van veelvoorkomende criminaliteit – en het blijkt dat die persoon in de asielprocedure zit, dan heeft het OM toegezegd die zaak zo snel mogelijk af te doen. Op een ZSM-locatie – ‘zorgvuldig, snel en op maat’ – en zo mogelijk via snelrecht. Op papier is dat nu goed geregeld. Nu nog zien of het in de praktijk ook echt zo uitpakt.”
Terugkijkend op afgelopen jaar, constateert de scheidende coördinator nationale aanpak overlastgevende asielzoekers dat er veel in gang is gezet en beter met elkaar in verband is gebracht. “De contouren van de nationale aanpak staan er nu. Alle maatregelen draaien inmiddels in de praktijk en we zien ook al de eerste effecten. Van het invoeren van de snelle procedure, in combinatie met de sobere procesbeschikbaarheidslocatie, lijkt bovendien een ontmoedigende werking uit te gaan. Ik heb dan ook goede verwachtingen dat deze aanpak gaat werken. Zeker als dit ook nog eens gaat rondzingen in de – veelal Noord-Afrikaanse – netwerken waar deze jongens deel van uitmaken: Nederland? Daar kun je maar beter niet naar toe gaan. Daar zitten ze je veel te dicht op de huid.”
“Ze zeggen wel eens ‘vreemde ogen dwingen’”, besluit Loef. “En het was ook best een onorthodoxe werkwijze voor JenV, met het kernteam en mij als ‘opgedrongen buitenstaanders’, die rechtstreeks zaken deden met de uitvoerende organisaties. Maar het departement heeft in alle opzichten buitengewoon loyaal meegewerkt. Zonder dat, hadden we dit resultaat nooit kunnen bereiken.”
Onlangs stuurden waarnemend staatssecretaris Van der Maat en minister Yeşilgöz-Zegerius de Voortgangsbrief Aanpak overlastgevend en crimineel gedrag door asielzoekers naar de Tweede Kamer. In deze brief constateren de bewindspersonen dat de landelijke en lokale maatregelen uit de nationale aanpak (zie ook de visual) effect sorteren, maar dat – hoewel de meerderheid van de asielzoekers zich gewoon weet te gedragen – er nog steeds incidenten met grote impact plaatsvinden. Dit sterkt de bewindslieden in hun ambitie om de bestaande nationale aanpak verder te versterken. In de brief lichten ze de voortgang op deze maatregelen toe en gaan nader in op enkele moties die over de overlastproblematiek zijn ingediend.
EINDE
[95]
WIKIPEDIA
DICK SCHOOF
Reacties uitgeschakeld voor Noten 92 t/m 95/HOOFDSTUK IV