Journalisten moeten tegen een stootje kunnen. Maar om ons voor ‘tuig van de richel’ uit te maken, zoals Geert Wilders deed, is niet alleen beledigend. De persvrijheid is groot, vindt hoofdredacteur Paul van den Bosch, en dat zal niet snel veranderen met de PVV in het kabinet, maar we blijven wel opletten. Woorden doen ertoe.
Worden jullie vaak uitgemaakt voor tuig van de richel? Iemand stelde deze vraag tijdens een eindejaarsdiner. Nou, niet echt. Niet in deze termen die Geert Wilders ooit in de mond nam en nooit terugnam.
Redacties krijgen wel andere verwensingen naar ons hoofd, vooral op al die digitale snelwegen zonder deugdelijke snelheidscontrole. Bij het AD zijn we links en rechts, antisemieten en moslimhaters, Feyenoorders en Ajacieden, fout voor, tijdens en na oorlog, racistisch en allochtenknuffelaars, spreekbuis van Het Grote Wereldcomplot. Vaak gekoppeld aan scheldwoorden. Echt alles komt voorbij.
Geruststellende gedachte
Een collega zei ooit gekscherend dat je het goed doet als je iederéén boos maakt. Het wordt verdacht als het steeds dezelfde groep is. Zeker bij een groot nieuwsmedium als het AD (meer dan 7,5 miljoen unieke bezoekers en lezers per maand) is dat best een geruststellende gedachte.
Een krant, site of app kan het nooit iedereen helemaal naar de zin maken. Of beter: niemand helemáál. En wees gerust, verreweg de meeste lezers en volgers geven ons op z’n minst een ruime voldoende en zouden er niet aan denken om beledigingen of bedreigingen naar onze redactie te sturen.
In Nederland is de persvrijheid een belangrijke pilaar onder de rechtstaat, vastgelegd in onder meer de grondwet. Dat is niet alleen belangrijk voor journalisten, vooral ook voor de mensen die zij willen informeren. Zo komen bepaalde zaken toch naar boven die sommigen liever onbesproken laten. Een mening van een columnist kan jou plezieren, laten nadenken of ook irriteren. Dat hoort erbij. Zolang ook journalisten zich aan de wet houden, want die geldt voor iedereen. Rechters zien daarop toe, ook wij moeten ons soms verantwoorden voor publicaties.
Nederland zesde in lijst persvrijheid
Je hoeft niet eens buiten Europa te reizen om te zien wat er gebeurt (Hongarije, Rusland) als de vrijheid van journalisten wordt ingeperkt of zelfs afgebroken. In de World Press Freedom Index met 180 landen (Noorwegen 1ste, Noord-Korea laatste) stond Nederland in 2023 op de zesde plaats. We zijn echt niet bang dat ons land binnenkort in de regionen van de Noord-Koreanen, Chinezen (voorlaatste) of zelfs de VS (45ste) komt, maar het blijft altijd oppassen.
In hun boek ‘How Democracies Die’ beschrijven twee Amerikaanse wetenschappers de stappen hoe langzaam maar zeker een democratie van binnenuit wordt verzwakt. Een factor is als politici en bestuurders de eigen instituten fundamenteel ter discussie stellen: de onafhankelijke rechtsspraak bijvoorbeeld, het parlement, de oppositie, en ook door journalisten als regelrechte vijanden te bestempelen.
Geert Wilders, de politicus die onze beroepsgroep op een enkele uitzondering na ‘tuig van de richel’ noemde, doet dat niet consequent en indien premier zal hij de persvrijheid niet afschaffen. Maar meer dan ooit heeft hij nu een voorbeeldfunctie. Hij zal misschien zeggen wat anderen denken, maar hij verzwakt met zulke uitspraken de democratie die – ironisch genoeg – hem in de gelegenheid stelde de grootste fractie te worden.
Dat maakt wantrouwend en oplettend. Niet alleen in onze beroepsgroep. Dat is men blijkbaar ook in politiek Den Haag waar potentiële coalitiepartners als VVD, NSC en BBB een voor een formatie unieke ‘tussenronde’ hebben ingelast om over de grondwet en rechtsstaat te praten.
Zijn wij dan zonder fouten?
Is dit Calimero-gedrag van journalisten? Misschien dat jij dat ook vindt. Ook dat mag. Het is een vrij land. Want zijn wij zonder fouten? Zeker niet. In 2024 blijven we openstaan voor kritiek, op- en aanmerkingen, klachten en andere meningen die ons laten nadenken. Mits in normale bewoordingen en op dito toonhoogte.
Maar nu de wereld onzekerder wordt en de polarisatie heviger, worden vrije media nog belangrijker. Ik hoop dat jij het AD in 2024 wederom als een betrouwbare brenger van nieuws, verhalen en inspiratie zal zien.
EINDE
NOS
JOURNALISTENVAKBOND NVJ WIL IN GESPREK MET
WILDERS OVER TWEET
7 JUNI 2021
Het hoofdbestuur van journalistenvakbond NVJ wil een gesprek met PVV-leider Wilders. Directe aanleiding is een tweet van Wilders, afgelopen zaterdag. Daarin noemde hij journalisten “tuig van de richel”.
“Journalisten zwartmaken is de rechtstaat zwartmaken”, reageerde NVJ-secretaris Bruning gisteren al op de tweet. “Het maakt het journalisten onmogelijk om hun werk te doen. Politici zouden beter moeten weten. Benader elkaar op inhoud, nooit op ongefundeerde stigma’s.”
Legitimatie
De NVJ vreest dat mensen dergelijke uitspraken kunnen zien als rechtvaardiging voor agressie tegen journalisten. Wilders plaatste zijn tweet op de dag dat uit een onderzoek in opdracht van PersVeilig bleek dat acht op de tien journalisten weleens te maken hebben met een vorm van agressie of bedreiging.
“Dat onderzoek maakt duidelijk hoezeer de journalistiek in brede zin te maken heeft met intimidatie en geweld. Als iemand die een belangrijk deel van het Nederlandse electoraat vertegenwoordigt met zo’n tweet een legitimatie geeft aan zijn achterban om journalisten niet te vertrouwen en ze als tuig van de richel te beschouwen, wat betekent dat dan voor de zorgelijke situatie waar journalisten nu al in verkeren?”, zegt Bruning tegen de NOS.
“We willen in het gesprek graag duidelijk maken dat Wilders daarin een verantwoordelijkheid heeft. Juist hij zou moeten weten hoeveel last je kan hebben van intimidatie en bedreiging.”
Verschillende journalisten uitten zaterdag hun kritiek op de tweet van Wilders:
Ook ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers reageerde op de uitspraak van Geert Wilders, en op die van Thierry Baudet. De FvD-leider onderschreef de tweet van Wilders met de woorden “Is zo.”.
Nederland steunt het bestaansrecht en de veiligheid van de staat Israël. Met inachtneming van de oplossingen voor het Israëlisch-Palestijnse conflict en de diplomatieke belangen, wordt onderzocht wanneer verplaatsing van de ambassade naar Jeruzalem op een daartoe geschikt moment kan plaatsvinden.”
HOOP, LEF EN TROTS
HOOFDLIJNENAKKOORD 2024-2028 VAN PVV,VVD,NSC EN BBB
”En omstreden: er moet worden onderzocht “wanneer verplaatsing van de ambassade naar Jeruzalem op een daartoe geschikt moment kan plaatsvinden”. De meeste landen hebben hun ambassade in Tel Aviv, vanwege de complexe status van Jeruzalem.”
NOS
DIT ZIJN DE BELANGRIJKE PLANNEN EN VOORNEMENS UIT
HET COALITIEAKKOORD
ZIE VOOR GEHELE TEKST. NOOT 20
[25]
SURINAME OPENT AMBASSADE IN JERUZALEM/SURINAME’S FOUTE STEUN AAN ISRAEL’S ANNEXATIE EN APARTHEIDSPOLITIEK
ASTRID ESSED
2 JUNI 2022
OPENING SURINAAMSE AMBASSADE IN JERUZALEM SCHOFFERING
INTERNATIONAAL RECHT/INGEZONDEN STUK
ASTRID ESSED
3 JUNI 2022
Reacties uitgeschakeld voor Noten 23 t/m 25/BLOODY, BUT UNBOWED!
Israeli authorities must be held accountable for committing the crime of apartheid against Palestinians, Amnesty International said today in a damning new report. The investigation details how Israel enforces a system of oppression and domination against the Palestinian people wherever it has control over their rights. This includes Palestinians living in Israel and the Occupied Palestinian Territories (OPT), as well as displaced refugees in other countries.
The comprehensive report, Israel’s Apartheid against Palestinians: Cruel System of Domination and Crime against Humanity, sets out how massive seizures of Palestinian land and property, unlawful killings, forcible transfer, drastic movement restrictions, and the denial of nationality and citizenship to Palestinians are all components of a system which amounts to apartheid under international law. This system is maintained by violations which Amnesty International found to constitute apartheid as a crime against humanity, as defined in the Rome Statute and Apartheid Convention.
Amnesty International is calling on the International Criminal Court (ICC) to consider the crime of apartheid in its current investigation in the OPT and calls on all states to exercise universal jurisdiction to bring perpetrators of apartheid crimes to justice.
“There is no possible justification for a system built around the institutionalized and prolonged racist oppression of millions of people. Apartheid has no place in our world, and states which choose to make allowances for Israel will find themselves on the wrong side of history. Governments who continue to supply Israel with arms and shield it from accountability at the UN are supporting a system of apartheid, undermining the international legal order, and exacerbating the suffering of the Palestinian people. The international community must face up to the reality of Israel’s apartheid, and pursue the many avenues to justice which remain shamefully unexplored.”
Amnesty International’s findings build on a growing body of work by Palestinian, Israeli and international NGOs, who have increasingly applied the apartheid framework to the situation in Israel and/or the OPT.
Identifying apartheid
A system of apartheid is an institutionalized regime of oppression and domination by one racial group over another. It is a serious human rights violation which is prohibited in public international law. Amnesty International’s extensive research and legal analysis, carried out in consultation with external experts, demonstrates that Israel enforces such a system against Palestinians through laws, policies and practices which ensure their prolonged and cruel discriminatory treatment.
In international criminal law, specific unlawful acts which are committed within a system of oppression and domination, with the intention of maintaining it, constitute the crime against humanity of apartheid. These acts are set out in the Apartheid Convention and the Rome Statute, and include unlawful killing, torture, forcible transfer, and the denial of basic rights and freedoms.
Amnesty International documented acts proscribed in the Apartheid Convention and Rome Statute in all the areas Israel controls, although they occur more frequently and violently in the OPT than in Israel. Israeli authorities enact multiple measures to deliberately deny Palestinians their basic rights and freedoms, including draconian movement restrictions in the OPT, chronic discriminatory underinvestment in Palestinian communities in Israel, and the denial of refugees’ right to return. The report also documents forcible transfer, administrative detention, torture, and unlawful killings, in both Israel and the OPT.
Amnesty International found that these acts form part of a systematic and widespread attack directed against the Palestinian population, and are committed with the intent to maintain the system of oppression and domination. They therefore constitute the crime against humanity of apartheid.
The unlawful killing of Palestinian protesters is perhaps the clearest illustration of how Israeli authorities use proscribed acts to maintain the status quo. In 2018, Palestinians in Gaza began to hold weekly protests along the border with Israel, calling for the right of return for refugees and an end to the blockade. Before protests even began, senior Israeli officials warned that Palestinians approaching the wall would be shot. By the end of 2019, Israeli forces had killed 214 civilians, including 46 children.
In light of the systematic unlawful killings of Palestinians documented in its report, Amnesty International is also calling for the UN Security Council to impose a comprehensive arms embargo on Israel. This should cover all weapons and munitions as well as law enforcement equipment, given the thousands of Palestinian civilians who have been unlawfully killed by Israeli forces. The Security Council should also impose targeted sanctions, such as asset freezes, against Israeli officials most implicated in the crime of apartheid.
Palestinians treated as a demographic threat
Since its establishment in 1948, Israel has pursued a policy of establishing and then maintaining a Jewish demographic majority, and maximizing control over land and resources to benefit Jewish Israelis. In 1967, Israel extended this policy to the West Bank and Gaza Strip. Today, all territories controlled by Israel continue to be administered with the purpose of benefiting Jewish Israelis to the detriment of Palestinians, while Palestinian refugees continue to be excluded.
Amnesty International recognizes that Jews, like Palestinians, claim a right to self-determination, and does not challenge Israel’s desire to be a home for Jews. Similarly, it does not consider that Israel labelling itself a “Jewish state” in itself indicates an intention to oppress and dominate.
However, Amnesty International’s report shows that successive Israeli governments have considered Palestinians a demographic threat, and imposed measures to control and decrease their presence and access to land in Israel and the OPT. These demographic aims are well illustrated by official plans to “Judaize” areas of Israel and the West Bank, including East Jerusalem, which continue to put thousands of Palestinians at risk of forcible transfer.
Oppression without borders
The 1947-49 and 1967 wars, Israel’s ongoing military rule of the OPT, and the creation of separate legal and administrative regimes within the territory, have separated Palestinian communities and segregated them from Jewish Israelis. Palestinians have been fragmented geographically and politically, and experience different levels of discrimination depending on their status and where they live.
Palestinian citizens in Israel currently enjoy greater rights and freedoms than their counterparts in the OPT, while the experience of Palestinians in Gaza is very different to that of those living in the West Bank. Nonetheless, Amnesty International’s research shows that all Palestinians are subject to the same overarching system. Israel’s treatment of Palestinians across all areas is pursuant to the same objective: to privilege Jewish Israelis in distribution of land and resources, and to minimize the Palestinian presence and access to land.
Amnesty International demonstrates that Israeli authorities treat Palestinians as an inferior racial group who are defined by their non-Jewish, Arab status. This racial discrimination is cemented in laws which affect Palestinians across Israel and the OPT.
For example, Palestinian citizens of Israel are denied a nationality, establishing a legal differentiation from Jewish Israelis. In the West Bank and Gaza, where Israel has controlled the population registry since 1967, Palestinians have no citizenship and most are considered stateless, requiring ID cards from the Israeli military to live and work in the territories.
Palestinian refugees and their descendants, who were displaced in the 1947-49 and 1967 conflicts, continue to be denied the right to return to their former places of residence. Israel’s exclusion of refugees is a flagrant violation of international law which has left millions in a perpetual limbo of forced displacement.
Palestinians in annexed East Jerusalem are granted permanent residence instead of citizenship – though this status is permanent in name only. Since 1967, more than 14,000 Palestinians have had their residency revoked at the discretion of the Ministry of the Interior, resulting in their forcible transfer outside the city.
Lesser citizens
Palestinian citizens of Israel, who comprise about 19% of the population, face many forms of institutionalized discrimination. In 2018, discrimination against Palestinians was crystallized in a constitutional law which, for the first time, enshrined Israel exclusively as the “nation state of the Jewish people”. The law also promotes the building of Jewish settlements and downgrades Arabic’s status as an official language.
The report documents how Palestinians are effectively blocked from leasing on 80% of Israel’s state land, as a result of racist land seizures and a web of discriminatory laws on land allocation, planning and zoning.
The situation in the Negev/Naqab region of southern Israel is a prime example of how Israel’s planning and building policies intentionally exclude Palestinians. Since 1948 Israeli authorities have adopted various policies to “Judaize” the Negev/Naqab, including designating large areas as nature reserves or military firing zones, and setting targets for increasing the Jewish population. This has had devastating consequences for the tens of thousands of Palestinian Bedouins who live in the region.
Thirty-five Bedouin villages, home to about 68,000 people, are currently “unrecognized” by Israel, which means they are cut off from the national electricity and water supply and targeted for repeated demolitions. As the villages have no official status, their residents also face restrictions on political participation and are excluded from the healthcare and education systems. These conditions have coerced many into leaving their homes and villages, in what amounts to forcible transfer.
Decades of deliberately unequal treatment of Palestinian citizens of Israel have left them consistently economically disadvantaged in comparison to Jewish Israelis. This is exacerbated by blatantly discriminatory allocation of state resources: a recent example is the government’s Covid-19 recovery package, of which just 1.7% was given to Palestinian local authorities.
Dispossession
The dispossession and displacement of Palestinians from their homes is a crucial pillar of Israel’s apartheid system. Since its establishment the Israeli state has enforced massive and cruel land seizures against Palestinians, and continues to implement myriad laws and policies to force Palestinians into small enclaves. Since 1948, Israel has demolished hundreds of thousands of Palestinian homes and other properties across all areas under its jurisdiction and effective control.
As in the Negev/Naqab, Palestinians in East Jerusalem and Area C of the OPT live under full Israeli control. The authorities deny building permits to Palestinians in these areas, forcing them to build illegal structures which are demolished again and again.
In the OPT, the continued expansion of illegal Israeli settlements exacerbates the situation. The construction of these settlements in the OPT has been a government policy since 1967. Settlements today cover 10% of the land in the West Bank, and some 38% of Palestinian land in East Jerusalem was expropriated between 1967 and 2017.
Palestinian neighbourhoods in East Jerusalem are frequently targeted by settler organizations which, with the full backing of the Israeli government, work to displace Palestinian families and hand their homes to settlers. One such neighbourhood, Sheikh Jarrah, has been the site of frequent protests since May 2021 as families battle to keep their homes under the threat of a settler lawsuit.
Draconian movement restrictions
Since the mid-1990s Israeli authorities have imposed increasingly stringent movement restrictions on Palestinians in the OPT. A web of military checkpoints, roadblocks, fences and other structures controls the movement of Palestinians within the OPT, and restricts their travel into Israel or abroad.
A 700km fence, which Israel is still extending, has isolated Palestinian communities inside “military zones”, and they must obtain multiple special permits any time they enter or leave their homes. In Gaza, more than 2 million Palestinians live under an Israeli blockade which has created a humanitarian crisis. It is near-impossible for Gazans to travel abroad or into the rest of the OPT, and they are effectively segregated from the rest of the world.
“The permit system in the OPT is emblematic of Israel’s brazen discrimination against Palestinians. While Palestinians are locked in a blockade, stuck for hours at checkpoints, or waiting for yet another permit to come through, Israeli citizens and settlers can move around as they please.”
Amnesty International examined each of the security justifications which Israel cites as the basis for its treatment of Palestinians. The report shows that, while some of Israel’s policies may have been designed to fulfil legitimate security objectives, they have been implemented in a grossly disproportionate and discriminatory way which fails to comply with international law. Other policies have absolutely no reasonable basis in security, and are clearly shaped by the intent to oppress and dominate.
The way forward
Amnesty International provides numerous specific recommendations for how the Israeli authorities can dismantle the apartheid system and the discrimination, segregation and oppression which sustain it.
The organization is calling for an end to the brutal practice of home demolitions and forced evictions as a first step. Israel must grant equal rights to all Palestinians in Israel and the OPT, in line with principles of international human rights and humanitarian law. It must recognize the right of Palestinian refugees and their descendants to return to homes where they or their families once lived, and provide victims of human rights violations and crimes against humanity with full reparations.
The scale and seriousness of the violations documented in Amnesty International’s report call for a drastic change in the international community’s approach to the human rights crisis in Israel and the OPT.
All states may exercise universal jurisdiction over persons reasonably suspected of committing the crime of apartheid under international law, and states that are party to the Apartheid Convention have an obligation to do so.
“Israel must dismantle the apartheid system and start treating Palestinians as human beings with equal rights and dignity. Until it does, peace and security will remain a distant prospect for Israelis and Palestinians alike.”
In April, Human Rights Watch released a 213-page report, “A Threshold Crossed,” finding that Israeli authorities are committing the crimes against humanity of apartheid and persecution. We reached this determination based on our documentation of an overarching government policy to maintain the domination by Jewish Israelis over Palestinians coupled with grave abuses committed against Palestinians living in the occupied territory, including East Jerusalem
In the months since, a growing chorus of voices, from former Israeli ambassadors to South Africa and current Knesset members to the ex-UN Secretary General and the French foreign minister, have referenced apartheid in relation to Israel’s discriminatory treatment of Palestinians, in particular in the occupied territory. Yet many in Germany, including those critical of Israeli human rights abuses, remain hesitant to apply the label to Israeli conduct.
Given history, one can certainly understand Germany’s concern for the welfare of the Jewish people, but that should not carry over to an endorsement of abusive and discriminatory Israeli government conduct, especially in the occupied territory. As recognition grows that these crimes are being committed, the failure to recognize that reality requires burying your head deeper and deeper into the sand.
The problem begins with the Israeli government having exercised primary control for more than a half-century over the land between the Mediterranean Sea and Jordan River, encompassing Israel and the occupied territory, where two main groups of people of roughly equal size live. Throughout this area, Israeli authorities methodologically privilege one of the groups, Jewish Israelis, who are governed under the same body of laws with the same rights and privileges wherever they live. At the same time, authorities allocate different baskets of inferior rights to the other, Palestinians, systematically discriminating against them wherever they live and most severely in the occupied territory.
Our sense that our research was not capturing this underlying reality led us to write this report. Reporting on “separate, not equal” schools for Palestinians inside Israel, Palestinians being forced out of their homes in occupied East Jerusalem, the serious rights abuses stemming from the Israeli settlement enterprise in the West Bank, and the crushing closure of the Gaza Strip, we felt that our work captured important dynamics, including entrenched discrimination, in particular areas, but did not capture the full scope of Israel’s discriminatory rule over Palestinians.
We set out in the report to evaluate Israel’s treatment of Palestinians across Israel and the occupied territory. As we do in the nearly 100 countries across the world we work in, we began by documenting the facts—drawing on years of our own research, case studies that compared Palestinian areas with predominantly or exclusively Jewish ones, and a review of government planning documents, statements by officials, and a range of other materials.
Across Israel and the occupied territory, Human Rights Watch found that Israeli authorities have pursued an intent to privilege Jewish Israelis at the expense of Palestinians. They have done so by undertaking policies aimed at mitigating what they openly describe as the “demographic threat” Palestinians pose and maximizing the land available for Jewish communities, while concentrating most Palestinian in dense enclaves. The policy takes different forms and is pursued in a particularly severe form in the occupied territory. It includes efforts to, as leading Israelis officials have put it, “Judaize” the Negev and Galilee regions of Israel and to maintain “a solid Jewish majority,” as described in government planning documents, in the Jerusalem municipality, which includes the eastern part of Jerusalem, which Israel unilaterally annexed and occupies. It also encompasses efforts to “settle [Jews in] the land between the [Palestinian] minority population centers and their surroundings” in the West Bank, as set out in plans that have guided the government’s settlement, and to pursue “separation” between the West Bank and Gaza. The policy across the board serves the same fundamental goal: maximum land, minimum Palestinians.
Furthermore, we found that Israeli authorities have carried out the grave abuses needed for the crimes of apartheid and persecution against Palestinians living in the occupied territory. It has done so through, among other policies, sweeping restrictions on movement in the form of the 14-year generalized closure of Gaza and the discriminatory permit system in the West Bank; the confiscation of more than a third of the land in the West Bank; and denial of residency rights to hundreds of thousands of Palestinians and their relatives. Israel has imposed draconian military rule over millions of Palestinians, suspending their basic civil rights, while Jewish Israelis living in the same territory are governed under the permissive Israeli civil law; and imposed harsh conditions in parts of the West Bank that led to forcing thousands of Palestinians out of their homes.
We then evaluated these facts against the relevant areas of international law—in this case, the established law on discrimination—which includes a universal prohibition against apartheid. While the term was coined in relation to specific practices in South Africa, international treaties define apartheid as a universal legal term referring to a particularly severe form of discriminatory oppression.
International criminal law, including the 1973 International Convention on the Suppression and Punishment of the Crime of Apartheid and the 1998 Rome Statute to the International Criminal Court, define apartheid as a crime against humanity consisting of three primary elements: (1) an intent by one racial group to dominate another; (2) systematic oppression by the dominant group over the marginalized group; and (3) particularly grave abuses known as inhumane acts.
Racial group is understood today also to encompass treatment on the basis of descent and national or ethnic origin. International criminal law also identifies a related crime against humanity of persecution. Under the Rome Statute and customary international law, persecution consists of severe deprivation of fundamental rights of a racial, ethnic, or other group with discriminatory intent.
The ratification by the State of Palestine of these two treaties in recent years has strengthened the legal application of these two crimes in its territory. A ruling by a chamber of the International Criminal Court (ICC) earlier this year confirmed that it has jurisdiction over war crimes and crimes against humanity – including apartheid and persecution – committed in the Occupied Palestinian Territory since 2014.
Applying the facts to the laws, Human Rights Watch concluded that Israeli authorities are committing the crimes against humanity of apartheid and persecution. We found that the elements of the crimes come together in the occupied territory as part of a single Israeli government policy. That policy is to maintain the domination by Jewish Israelis over Palestinians across Israel and the occupied territory. It is coupled in the occupied territory with systematic oppression and inhumane acts against Palestinians living there.
Sometimes the most important thing someone who cares deeply about you can do is to share hard truths and push you to confront them. The late Israeli Prime Minister Yitzhak Rabin and leaders of Israel’s closest ally, the US, including former President Jimmy Carter and former Secretary of State John Kerry, warned of the prospect of apartheid if things did not change.
Today, apartheid is not a hypothetical or future scenario. A 54-year-occupation is not temporary. The threshold has been crossed. Apartheid, and parallel persecution, is the reality for millions of Palestinians. Recognizing and correctly diagnosing a problem is the first step to solving it and ending apartheid is vital to the future of both Palestinians and Israelis and the cause of peace. It is by extension Germany’s special relationship with Israel and history that should prompt them to recognize the reality of apartheid and persecution and bring to bear the sorts of tools needed to end these crimes against humanity.
EINDE BERICHT HUMAN RIGHTS WATCH
RAPPORT HUMAN RIGHTS WATCH
A TRESHOLD CROSSED
27 APRIL 2021
ZIE OOK
Reacties uitgeschakeld voor Noot 22/BLOODY, BUT UNBOWED!
De VVD is de belangrijkste bondgenoot van Israël in de Tweede Kamer en de regering. In de Kamer agendeert de partij het onderwerp uit zichzelf vrijwel nooit; dit in de overtuiging dat het Israël/Palestinabeleid vooral moet worden overgelaten aan de pro-Israelische VS. De partij stemt structureel tegen alle voorstellen die de huidige ‘status quo’ en éénstaatrealiteit ter discussie stellen, en biedt daarmee alle ruimte aan Israël voor de verdere kolonisering van de bezette Palestijnse gebieden.
Premier Mark Rutte (VVD) schermt graag met de opmerking dat Nederland goede relaties onderhoudt met beide partijen, waaronder zijn ‘vriend Bibi’ (Benjamin) Netanyahu. Die ‘goede relaties’ fungeren in de praktijk echter als mantra: ze worden nooit effectief ingezet om Israël ertoe te bewegen zich aan het internationaal recht te houden en de bezetting te beëindigen. In tegenstelling tot de ChristenUnie en andere rechtse partijen erkent de VVD wel dat de nederzettingen illegaal zijn. Het verbindt hier alleen nooit gevolgen aan.
Wil een staakt-het-vuren voor Gaza?
Nee. De VVD is uitgesproken tegenstander van een staakt-het-vuren. De partij stemde tegen een motie die de regering vroeg om schendingen van het internationaal recht door Israël te veroordelen. Ruben Brekelmans verdedigde de Nederlandse onthouding bij de stemming in de VN over een staakt-het-vuren; hij stelde dat Israël de vrije hand geboden moet worden om te doen wat het wil tegen Hamas in Gaza. Wel was de partij voor ‘humanitaire pauzes’, die volgens hulporganisaties echter volstrekt onvoldoende zijn om hulp Gaza in te krijgen.
Tegen de inzet van uithongering als oorlogswapen in Gaza?
Nee. De VVD stemde tegen de motie die de regering verzocht om Israël op te roepen zich te houden aan resolutie 2417 van de VN-Veiligheidsraad die uithongering als oorlogsmiddel verbiedt. Dit ondanks het feit dat Israël heeft aangegeven geen voedsel binnen te laten, gericht bakkerijen bombardeert, en graan door het afsluiten van elektriciteit niet verwerkt kan worden.
Veroordeelt de vele racistische, gewelddadige en genocidale uitspraken van Israëlische politici?
Nee. De VVD uit geen (of nauwelijks) kritiek op de vele racistische, gewelddadige en genocidale opmerkingen van Israelische ministers en politici. Kamerlid Ruben Brekelmans nam deel aan een gesprek met Ariël Kallner, de Israelische politicus (Likud) die opriep tot een ‘tweede Nakba’, en daarmee tot de etnische zuivering van Gaza. Premier Rutte beschouwd de Israelische premier Netanyahu (‘Bibi’) als zijn vriend, ook al heeft die doelbewust de tweestatenoplossing onmogelijk gemaakt en een regering gevormd met extreemrechtse partijen die de volledige verdrijving van Palestijnen voorstaan.
Erkent Palestina?
Nee. Stemt tegen alle moties voor de erkenning van een Palestijnse staat. De partij is voor een tweestatenoplossing maar legt niet uit hoe die na de kolonisering en annexatie van de Westelijke Jordaanoever nog bereikt kan worden. In een debat stelde Pieter Omtzigt, mede sprekend namens VVD en CDA, zich op tegen de ‘éénstaatpolitiek’ van DENK. Maar tegen de ‘éénstaatpolitiek’ die de Israelische regering al decennia voert sprak hij zich niet uit; tegen de huidige éénstaatrealiteit evenmin.
Erkent de realiteit van de Israëlische apartheid?
Nee. De VVD was onderdeel van het kabinet-Rutte IV, dat het onderzoek van onder andere Amnesty hierover verwierp zonder het inhoudelijk juridisch te weerleggen. Ze stemde tegen een motie die onder andere stelde dat Israël een apartheidsstaat is.
Wil de Nederlandse militaire samenwerking met Israël beëindigen?
Nee. De VVD is groot voorstander van militaire samenwerking met het Israelische bezettingsleger. Stemde tegen een motie die de aankoop van het PULS-systeem van de Israëlische wapenfabrikant Elbit Sustems stop wilde zetten. Ze stemde ook tegen een motie die pleitte voor een opschorting van het militaire statusverdrag met Israël.
Steunt sancties en maatregelen tegen nederzettingen en andere schendingen van het internationaal recht?
Nee. De VVD is tegen iedere vorm van kritiek op Israël en komt niet verder dan generieke opmerkingen dat het land zich aan het internationaal recht moet houden, die echter nooit gevolgen krijgen. Stemde tegen een motie die het nederzettingenbeleid veroordeelde.
Roept het Internationaal Strafhof op tot onderzoek naar oorlogsmisdaden in bezet Palestina?
Nee. Waar regeringsleiders in onder andere Ierland, België en Frankrijk het Internationaal Strafhof hebben opgeroepen onderzoek te doen naar mogelijke oorlogsmisdaden in Palestina (door beide partijen), blijft dit in Nederland een zeldzaam geluid.
PARTIJ VOOR DE VRIJHEID
Partij voor de Vrijheid (PVV)
PVV-oprichter en aanvoerder Geert Wilders heeft een langdurige persoonlijke en politieke relatie met Israël. Die gaat terug tot zijn jeugd, toen hij werkte op een kibboets en moshav op de Westelijke Jordaanoever. Als politicus publiceerde hij opiniestukken waarin hij stelde dat zijn steun aan Israël is gegrondvest in het ideologische raamwerk van de westerse strijd tegen de islam, waarin Israël als ‘eerste verdedigingslinie’ geldt: ‘De toekomst van de wereld hangt af van Jeruzalem. Als Jeruzalem valt, zullen Athene en Rome – en Parijs, Londen en Washington – de volgende zijn.’ Wilders omarmt ook het idee dat ‘Jordanië Palestina is’ en dat Judea en Samaria (de bijbelse aanduiding voor de Palestijnse Westelijke Joraanoever) geen bezette maar ‘bevrijde gebieden’ zijn.
Wilders bezoekt Israël regelmatig en sprak jaren terug al op evenementen van de extreemrechtse partij HaTikva. Ideologisch was die partij verbonden aan de Kach-beweging, die zelfs in Israël als terreurorganisatie wordt beschouwd. HaTikva is later opgegaan in de partij Otzma Yehudit van Itamar Ben Gvir, de meest extreme en racistische partij die onderdeel uitmaakt van Netanyahu’s kolonistencoalitie.
Wil een staakt-het-vuren voor Gaza?
Nee. Stemde tegen een motie die de regering opriep om schendingen van het internationaal recht door Israël te veroordelen. Sinds haar oprichting steunt de PVV Israël door dik en dun; daar zal ze gezien haar verkiezingsprogramma in volharden. Zolang Israël geen staakt-het-vuren wil, wil de PVV dat ook niet.
Tegen de inzet van uithongering als oorlogswapen in Gaza?
Nee. De PVV stemde tegen de motie die de regering verzocht om Israël op te roepen zich te houden aan resolutie 2417 van de VN-Veiligheidsraad die uithongering als oorlogswapen verbiedt.
Veroordeelt de vele racistische, gewelddadige en genocidale uitspraken van Israëlische politici?
Nee. De PVV is zelf ook voorstander van de etnische zuivering van Palestijnen. Die zouden volgens de partij in Arabische landen als Jordanie en Egypte moeten worden gehuisvest,
Erkent Palestina?
Nee. Stemt tegen alle moties voor de erkenning van een Palestijnse staat (voorbeeld). De PVV is tegenstander van de tweestatenoplossing, en van mening dat Jordanië al een Palestijnse staat is.
Erkent de realiteit van de Israëlische apartheid?
Nee. Stemde tegen een motie die het apartheidsregime van Israël afkeurt. De PVV staat onvoorwaardelijk achter Israël.
Wil de Nederlandse militaire samenwerking met Israël beëindigen?
Nee. De PVV stemde tegen een motie die het beëindigen van militaire handel en samenwerking met Israël bepleitte.
Steunt sancties en maatregelen tegen nederzettingen en andere schendingen van het internationaal recht?
Nee. De PVV stemde tegen een motie die de nederzettingenpolitiek van Israël veroordeelt.
Uit het partijprogramma:
‘De PVV is een grote vriend van de enige echte democratie in het Midden-Oosten, Israël. Ook cultureel is Nederland zeer verbonden aan Israël. De banden met Israël zullen onder meer worden versterkt door onze ambassade te verhuizen naar Jerusalem. De Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah bij de corrupte Palestijnse Autoriteit wordt onmiddellijk gesloten. Nederland heeft immers al een ambassade in Amman, de hoofdstad van de enige echte Palestijnse staat: Jordanië.’ (p. 42)
BOERBURGERBEWEGING
BoerBurgerBeweging (BBB)
BBB voert vooral een nationale agenda en heeft amper een buitenlandbeleid. Op een handjevol tweets over het Israël/Palestina-conflict na wordt dan ook weinig gezegd over het onderwerp. De partij is echter uitgesproken fel tegen antisemitisme, en propageert daartoe de IHRA-definitie die kritiek op de Israëlische politiek als ‘antisemitisch’ tracht te framen.
De partij stemt bij Israël/Palestina-moties onveranderlijk pro-Israël. Ze is tegen het weren van producten uit illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied, is tegen erkenning van de staat Palestina, en lijkt geen enkel probleem te hebben met de oorlogsmisdaden die Israël is Gaza pleegt.
Wil een staakt-het-vuren voor Gaza?
Nee. BBB stemde tegen een motie die de regering vroeg om schendingen van het internationaal recht door Israël te veroordelen. Van der Plas heeft zich ook openlijk uitgesproken tegen een staakt-het-vuren.
Tegen de inzet van uithongering als oorlogswapen in Gaza?
Nee. BBB stemde tegen de motie die de regering verzocht om Israël op te roepen zich te houden aan resolutie 2417 van de VN-Veiligheidsraad die uithongering als oorlogswapen verbiedt. Een opmerkelijk standpunt voor agrarisch Nederland.
Veroordeelt de vele racistische, gewelddadige en genocidale uitspraken van Israëlische politici?
Nee. De focus van BBB is strikt eenzijdig. De partij heeft genocidale uitspraken van Israëlische ministers en parlementsleden derhalve niet benoemd, laat staan bekritiseerd.
Erkent Palestina?
Nee. De partij stemde tegen alle moties voor erkenning van een Palestijnse staat. In het verkiezingsprogramma staat niets over het erkennen van Palestina als staat.
Erkent de realiteit van de Israëlische apartheid?
Nee. BBN stemde tegen een motie die vaststelde dat Israël een apartheidsstaat is en dat de Tweede Kamer tégen apartheid is.
Wil de Nederlandse militaire samenwerking met Israël beëindigen?
Nee. De partij stemde tegen een motie die het beëindigen van militaire handel en samenwerking met Israël bepleitte.
Steunt sancties en maatregelen tegen nederzettingen en andere schendingen van het internationaal recht?
Nee. BBB stemde tegen een motie die het nederzettingenbeleid veroordeelt. Ook stemde de partij tegen moties (zoals deze) die sancties voorstelden tegen het nederzettingenbeleid.
NIEUW SOCIAAL CONTRACT
Nieuw Sociaal Contract (NSC)
Als dé dossiervreter in Den Haag lijkt NSC-voorman Pieter Omtzigt het Israël/Palestina-dossier nog niet goed te hebben bestudeerd. Hij volgt braaf de lijn van de andere conservatieve centrumpartijen: pro-Israël, met weinig tot geen oog voor Israëls schendingen van het internationaal recht. In het partijprogramma staat ook niets over Israël of Palestina. Omzigt stemt vaker dan het CDA en de VVD tégen pro-Palestijnse-, en vóór pro-Israelische moties.
Wil een staakt-het-vuren voor Gaza?
Nee, Omtzigt stemde tegen een motie die de regering vroeg om schendingen van het internationaal recht door Israël te veroordelen. Tijdens een recent debat verdedigde Omtzigt de Nederlandse stemonthouding over de VN-resolutie die opriep tot een staakt-het-vuren (YouTube, minuut 13).
Tegen de inzet van uithongering als oorlogswapen in Gaza?
Nee, NSC stemde tegen de motie die de regering verzocht om Israël op te roepen zich te houden aan resolutie 2417 van de VN-Veiligheidsraad die uithongering als oorlogswapen verbiedt.
Veroordeelt de vele racistische, gewelddadige en genocidale uitspraken van Israëlische politici?
Nee. NSC toont zich meer verontwaardigd over een Palestijnse leus als From the river to the sea, Palestine will be free dan over daadwerkelijk genocidale uitspraken van Israëlische ministers, parlementsleden en hoge militairen.
Erkent Palestina?
Nee. Omtzigt stemde tegen alle moties die opriepen tot erkenning van een Palestijnse staat. De partij is voor een tweestatenoplossing maar legt niet uit hoe die na de kolonisering en annexatie van de Westelijke Jordaanoever nog bereikt kan worden. In een debat stelde Pieter Omtzigt, mede sprekend namens VVD en CDA, zich op tegen de ‘éénstaatpolitiek’ van DENK. Maar tegen de ‘éénstaatpolitiek’ die de Israelische regering al decennia voert sprak hij zich niet uit; tegen de huidige éénstaatrealiteit evenmin.
Erkent de realiteit van de Israëlische apartheid?
Nee. Omtzigt maakte deel uit van het CDA dat tegen een motie stemde die stelde dat Israël een apartheidsstaat is, en dat de Tweede Kamer tégen apartheid is gekant. Hij steunt daarnaast Israëls ‘recht op zelfverdediging’ en stelt zich bij stemmingen en mediaoptredens allesbehalve kritisch op tegenover Israël.
Wil de Nederlandse militaire samenwerking met Israël beëindigen?
Nee. Omtzigt stemde tegen een motie die het beëindigen van militaire handel en samenwerking met Israël bepleitte.
Steunt sancties en maatregelen tegen nederzettingen en andere schendingen van het internationaal recht?
Nee. Omtzigt stemde tegen een motie die het nederzettingenbeleid veroordeelt, en tegen moties (zoals deze) die sancties bepleitten tegen het nederzettingenbeleid.
Roept het Internationaal Strafhof op tot onderzoek naar oorlogsmisdaden in bezet Palestina?
Half. Pieter Omzigt heeft de regering gevraagd of de misdaden van Hamas bij het Hof kunnen worden aangebracht.
Reacties uitgeschakeld voor Noot 21/BLOODY, BUT UNBOWED!
Hoop, lef en trots is de naam van het coalitieakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB. In 26 pagina’s doen ze uit de doeken wat ze van plan zijn.
“Of het nou gaat om bestaanszekerheid, zorg of geld in de portemonnee, of het beschikbaar zijn van voldoende woningen, onze ambitie is groot”, schrijven de vier in de inleiding van wat ze zelf een hoofdlijnenakkoord noemen. “We willen ook de veel te hoge instroom van asielzoekers en immigranten keren. We willen dat boeren, tuinders en vissers weer een toekomst hebben.”
De nieuwe coalitie heeft het voorgenomen beleid, dat veelal nog moet worden uitgewerkt door het toekomstige kabinet, opgedeeld in tien hoofdstukken. Hieronder de belangrijkste punten per hoofdstuk op een rij:
Bestaanszekerheid en koopkracht
De vier partijen hebben afgesproken dat het eigen risico in de zorg meer dan gehalveerd wordt. Dat gebeurt pas in 2027, omdat eerder niet mogelijk zou zijn. Nu is er nog een verplicht eigen risico van 385 euro per jaar. Dat zou dan 165 euro per jaar worden.
Verder wil de coalitie een lastenverlichting op arbeid “bijvoorbeeld via het introduceren van een extra schijf in de Inkomstenbelasting”. En de vier willen zekerheid op de arbeidsmarkt stimuleren, schuldhulpverlening verbeteren en kinderopvang voor ouders bijna gratis maken.
De asielvergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft en de vergunning voor tijdelijk verblijf wordt aangepast. Asielzoekers die zijn afgewezen, worden “zo veel mogelijk, ook gedwongen, uitgezet”. Ook krijgen statushouders geen voorrang meer bij het toewijzen van sociale huurwoningen. Automatische gezinshereniging wordt eveneens geschrapt en het aantal mensen dat mag nareizen wordt “fors beperkt”.
In het akkoord staat ook dat de spreidingswet ongedaan gemaakt moet worden (tot verdriet van de maker van de wet). De nieuwe coalitie wil de wet, die al door zowel de Tweede als Eerste Kamer is aangenomen, intrekken.
Verder wil de coalitie bij de Europese Commissie om toestemming vragen om niet mee te doen met het Europees asiel- en migratiebeleid, en wil ze meer grensbewaking en invoering van het tweestatusstelsel.
Asiel is niet de enige vorm van migratie die de coalitie wil tegengaan. Er komen extra eisen voor arbeidsmigranten van buiten de EU en “malafide uitzendconstructies” worden hard aangepakt.
Studiemigratie wordt ingeperkt, onder meer door meer opleidingen in het Nederlands te geven, een numerus fixus in te stellen voor buitenlandse studenten en een verhoging van het collegegeld voor niet-EU-studenten.
Wat betreft inburgering willen de vier dat kennis over de Holocaust verplicht wordt en dat de taaleisen omhoog gaan. Onder hetzelfde kopje staat dat er regulering komt van versterkte gebedsoproepen.
Wonen en volkshuisvesting, infrastructuur, openbaar vervoer en luchtvaart
Structureel moeten er 100.000 nieuwe woningen per jaar bij komen. Dat gebeurt onder meer door meer grond om te bouwen beschikbaar te stellen. “Straatje erbij’, binnenstedelijk en buitenstedelijk”, zo staat in het akkoord. Ook moeten procedures om te kunnen bouwen worden versneld.
Voor mensen die al een huis hebben, wil de coalitie de huurverhoging (in de sociale huur) inperken. Van nieuwbouw moet minimaal 30 procent gemiddeld voor sociale huur zijn. Voor huizenbezitters wordt de stijging van de onroerende zaakbelasting gemaximeerd. En ook belangrijk voor deze groep: “er wordt niet getornd aan de hypotheekrenteaftrek”.
Qua infrastructuur mag er in ieder geval “waar mogelijk” weer 130 kilometer per uur gereden worden, ook overdag.
Verder moet de bereikbaarheid van het landelijk gebied worden verbeterd “door het busvervoer tussen dorpskernen op het platteland te versterken” en gaat de aanleg van de Lelylijn, een treinverbinding tussen Lelystad en Groningen door.
Landbouw en visserij, voedselzekerheid en natuur
Wat betreft de landbouw, het speerpunt van de BBB, wil de coalitie “alles op alles zetten” om Europese richtlijnen aan te passen. Er wordt ingezet op aanpassing van de Nitraatrichtlijn en ‘herijking’ van Natura 2000-gebieden. “Gericht op een hoofdstructuur van robuuste natuurgebieden, geen ‘snippernatuur’.”
Ook staat in het akkoord dat Nederland niet langer ambitieuzer natuurbeleid moet voeren dan de rest van Europa.
De coalitie wil geen gedwongen krimp van de veestapel. Ook mag er geen gedwongen onteigening plaatsvinden. Wel moet er ruimhartig vrijwillig worden uitgekocht en moet er volop worden ingezet op innovatie in de landbouw.
Opvallend: de goedkopere ‘rode diesel’ komt weer terug voor boeren, tuinders en loonwerkers. In 2013 werd dat lage accijnstarief voor diesel juist geschrapt.
Energie, leveringszekerheid en klimaatadaptatie
De coalitie wil zich qua klimaatbeleid houden aan bestaande doelen, staat in het akkoord. “Alleen als we de doelen niet halen, maken we alternatief beleid.”
Het klimaatfonds blijft ook overeind. Uit dat miljardenfonds, ingesteld door het huidige kabinet, worden klimaatmaatregelen gefinancierd. Het fonds voorziet ook in geld voor de ontwikkeling van kernenergie. De nieuwe coalitie koerst op vier grote nieuwe kerncentrales, en niet twee, zoals eerder gedacht.
De partijen willen überhaupt inzetten op meer energieonafhankelijkheid en eigen duurzame energieproductie. Verder wordt de warmtepomp toch niet verplicht. Het huidige kabinet had dat bedacht, maar daar gaat een streep doorheen. Subsidies voor elektrische auto’s worden per 2025 geschrapt.
Publieke voorzieningen, zorg en onderwijs
De vier partijen willen de eerstelijnszorg versterken, waaronder huisarts, wijkverpleging en mantelzorg. Verder moet werken in de zorg (waar een groot personeelstekort is) aantrekkelijker worden. Dat zou moeten gebeuren “door middel van meer autonomie, loopbaanperspectief, goede arbeidsvoorwaarden en beperking van regeldruk en van administratieve lasten”. Ook moet er betere ouderenzorg komen.
Qua onderwijs moeten gebruikte lesmethoden “bewezen effectief en verder politiek neutraal zijn” en moet de ‘verengelsing’ worden teruggedrongen.
Op medisch ethisch gebied blijft alles zoals het is. “De wettelijke kaders blijven ongewijzigd” rond embryo’s, abortus en euthanasie.
Goed bestuur en een sterke rechtsstaat
De coalitie sorteert voor op een nieuw kiesstelsel voor de Tweede Kamer. Hoe dat er precies uit moet zien, is nader te bepalen. Het moet in ieder geval “de regionale band tussen kiezers en gekozenen” versterken. De bedoeling is dat het stelsel bij de volgende verkiezingen een feit is.
Verder moeten stappen worden gezet voor een grondwetsherziening zodat wetten getoetst kunnen worden aan de Grondwet. En in het verlengde daarvan moet er ook een aanzet worden gemaakt voor de vorming van een constitutioneel hof, dat de toetsing aan de grondwet kan uitvoeren (een vurige wens van NSC-leider Omtzigt).
Ook komt er ‘een recht op vergissen’. “Een enkele fout kan niet langer een burger diep in de problemen duwen”, vindt de nieuwe coalitie. Aanmanings- en incassokosten van de overheid gaan fors omlaag.
Ook moet er gesnoeid worden in het aantal ambtenaren en consultants bij de overheid en is er een bezuiniging ingeboekt van honderd miljoen euro op de publieke omroep. Hotelovernachtingen worden duurder, omdat het btw-tarief weer teruggaat naar 21 procent. Ook de btw op culturele goederen en diensten gaat omhoog, maar dat geldt niet voor bioscopen en dagrecreatie.
Nationale veiligheid
Op het gebied van veiligheid in Nederland willen de vier de aanpak van de georganiseerde misdaad versterken. “Er wordt meer ingezet op confiscatie van vermogen” en “de anti-witwasaanpak wordt geïntensiveerd”.
Verder komen er zwaardere straffen voor zware misdrijven zoals terreur en ernstige gewelds- en zedendelicten. Het jeugdstrafrecht wordt strenger gemaakt, onder andere door het verhogen van maximale straffen.
Internationale veiligheid
“Nederland blijft Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel steunen tegen de Russische agressie”, zo valt te lezen in het akkoord. De NAVO-norm van 2 procent voor defensie moet wettelijk worden vastgelegd.
En omstreden: er moet worden onderzocht “wanneer verplaatsing van de ambassade naar Jeruzalem op een daartoe geschikt moment kan plaatsvinden”. De meeste landen hebben hun ambassade in Tel Aviv, vanwege de complexe status van Jeruzalem.
Overheidsfinanciën, economie en vestigingsklimaat
Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd, vindt de nieuwe coalitie. En dus worden recente lastenverzwaringen voor ondernemers deels teruggedraaid. Het gaat onder meer om verhoging van de energiebelasting.
De formerende partijen hebben afgesproken om uiteindelijk 14,7 miljard euro per jaar te bezuinigen. Daar staat eenzelfde bedrag aan extra uitgaven (lastenverlichtingen en investeringen) tegenover. Per saldo gaan de uitgaven uiteindelijk met 4,7 miljard euro per jaar omlaag.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noot 20/BLOODY, BUT UNBOWED!
” Daarnaast zijn er maatregelen nodig die inhouden dat meer werken ook betekent dat mensen erop vooruitgaan, met specifieke aandacht voor werkenden met een middeninkomen.”
HOOP, LEF EN TROTS
HOOFDLIJNENAKKOORD 2024-2028 VAN PVV,VVD,NSC EN BBB
4 politieke partijen hebben algemene afspraken gemaakt over hoe ze Nederland willen regeren. Na bijna 6 maanden overleg hebben ze nu een akkoord. 1 van de belangrijkste plannen is een veel strenger asielbeleid in Nederland. In dit artikel lees je wat dit betekent.
Sinds de verkiezingen in november 2023 onderhandelden de politieke partijen PVV, VVD, NSC en BBB samen om te kijken of ze samen Nederland kunnen regeren. Nu hebben ze een akkoord met elkaar waar algemene afspraken in staan. Dat betekent dat de afspraken nog niet in detail zijn uitgewerkt.
Zo werkt het politieke proces vanaf nu
Dit nieuwe akkoord betekent dat de 4 partijen samen een regering gaan vormen en afspraken hebben gemaakt over de belangrijkste plannen die zij willen gaan invoeren. Nu gaan deze 4 partijen op zoek naar mensen die samen de regering willen gaan leiden, zoals ministers en een minister-president.
Als alle ministers en de minister-president gevonden zijn, komen zij samen voor een overleg. In dit overleg worden de nieuwe regels en plannen preciezer vastgesteld. Als de ministers het eens zijn over deze plannen, tekenen ze een officieel en definitief regeerakkoord. Met dat akkoord verklaren de ministers het eens te zijn met het regeerakkoord. Daarna gaan de ministers bij de koning langs en worden ze officieel de regering van Nederland.
Op dat moment heeft Nederland opnieuw een officiële regering en kunnen nieuwe plannen uitgevoerd worden. De ambtenaren op de ministeries gaan kijken of en hoe ze de plannen uit kunnen gaan voeren. Dit proces kan lang duren.
Dit willen de partijen op het gebied van asiel
In het akkoord dat er nu is staan veel nieuwe afspraken over asiel. De 4 partijen hebben al doel om het asielbeleid in Nederland strenger maken. Ze vinden dat Nederland te veel vluchtelingen opvangt en willen dat er minder asielzoekers naar Nederland komen. Daarom willen ze het “strengste toelatingsbeleid voor asiel ooit” invoeren. Ze willen onder andere:
Een asielcrisis uitroepen en een tijdelijke Asielcrisis-wet maken. Hiermee willen ze ervoor zorgen dat Nederland 2 jaar lang geen asielaanvragen hoeft te behandelen.
De mogelijkheid afschaffen om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te krijgen.
Dat mensen pas 10 jaar nadat ze een verblijfsvergunning asiel krijgen Nederlander kunnen worden. En daarvoor minimaal de Nederlandse taal op B1-niveau moeten kunnen spreken. Op dit moment kunnen mensen na 5 jaar Nederlander worden.
Dat mensen die asiel aanvragen niet meer naar een hogere rechter gaan wanneer hun asielaanvraag wordt afgewezen. Asielzoekers kunnen dan nog wel een rechtszaak indienen bij een lagere rechter.
Dat mensen die asiel aanvragen minder juridische hulp krijgen tijdens de asielprocedure.
Dat er weer onderscheid wordt gemaakt tussen mensen met verschillende soorten verblijfsvergunningen: de A grond en de B grond
Hierdoor ontstaat een verschil in de rechten die mensen met een verblijfsvergunning asiel hebben. Mensen met een verblijfsvergunning op B-grond kunnen bijvoorbeeld moeilijker gezinshereniging aanvragen.
De eigen bijdrage voor opvang van vluchtelingen uit Oekraïne verhogen.
Dat ze mensen zonder recht op verblijf uit Nederland kunnen zetten.
Partijen willen net nieuwe wet om opvangbeleid voor asielzoekers te verbeteren weer afschaffenDaarnaast willen de partijen ook een net nieuwe wet die over de verbetering van de opvang gaat weer afschaffen. Deze wet heet de Spreidingswet en is kortgeleden aangenomen op 23 januari 2024. Deze wet zou ervoor moeten zorgen dat mensen die asiel aanvragen allemaal een plek in een asielopvang krijgen. In het nieuwe akkoord van de 4 partijen staat dat ze de wet weer willen afschaffen.
In het akkoord staat dat de partijen in plaats daarvan willen gaan kiezen wie er wel of geen opvang kan krijgen in Nederland. Ook willen ze de opvang voor mensen die asiel aanvragen nog soberder maken.
Het is de vraag of plannen in het akkoord uitgevoerd kunnen wordenEr is nog veel onduidelijk over wat de plannen echt gaan betekenen in Nederland. De vraag is of ze uitgevoerd kunnen worden. En of al deze plannen wel mogen volgens Nederlandse wet, de Europese wet of internationale verdragen.Volgens asieladvocaten zijn veel plannen in ieder geval in strijd met de Nederlandse wet. Dat zegt de Vereniging Asieladvocaten en Juristen Nederland tegen de NOS. Bijvoorbeeld het uitroepen van een asielcrisis waardoor Nederland voorlopig geen asielaanvragen meer hoeft te behandelen, mag waarschijnlijk niet van de rechter. Ook het sober maken van de asielopvang kan volgens de advocaten waarschijnlijk niet vanwege bestaande wetten.
EINDE
TOEVOEGING
A GROND
A-grond
Je krijgt een verblijfsvergunning asiel op de A-grond als je in jouw land van herkomst persoonlijk risico loopt op vervolging vanwege je etniciteit, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of sociale groep.
B GROND
B-grond
Je krijgt een verblijfsvergunning asiel op de B-grond als jouw land van herkomst gevaarlijk is voor iedereen die daar vandaan komt of als je persoonlijk risico loopt om een andere reden dan vervolging vanwege je etniciteit, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of sociale groep.
Reacties uitgeschakeld voor Noot 14/BLOODY, BUT UNBOWED!
KAFKA IN DE POLDER/OVER YESILGOZ, DIE DE WET VERZET/OVER
NIET-RECHT EN WILLEKEUR TEGEN VLUCHTELINGEN
ASTRID ESSED
14 MEI 2024
[12]
NOS
DE ASIELSITUATIE TOT CRISIS UITROEPEN?
DESKUNDIGEN HEBBEN HUN TWIJFELS
23 APRIL 2024
De partijen aan de formatietafel overwegen om de asielproblematiek tot nationale crisis uit te roepen zodra ze een kabinet hebben gevormd. Dat zou de mogelijkheid moeten bieden om met vergaande maatregelen, zoals een tijdelijke aanvraagstop, het asielprobleem beheersbaar te krijgen.
Deskundigen zetten grote vraagtekens bij het plan. De cijfers wijzen niet per se op een noodzaak om asielzoekers te weigeren. Bovendien is onduidelijk wat een crisis juridisch betekent.
Vooral de PVV zet in op een forse inperking: het liefst wil de partij de grenzen helemaal dicht voor asielzoekers. Ook VVD en BBB willen de instroom beperken. NSC hamert erop dat Nederland daarbij wel de mensenrechten blijft respecteren en de internationale verdragen blijft onderschrijven.
Dat laatste is lastig, want volgens Europees recht hebben alle mensen die op Europees grondgebied aankomen, recht op toegang tot de asielprocedure. “Een land kan niet zomaar weigeren”, zegt Hanne Beirens, directeur van denktank Migration Policy Institute.
Biedt het uitroepen van een crisis dan een uitweg? Niet als we het woord letterlijk nemen. “Iets een crisis noemen, daar zit in Nederland geen juridisch gevolg aan”, zegt Ingrid Leijten, hoogleraar Nederlands en Europees staatsrecht.
Noodsituatie?
Wat wél juridische betekenis heeft, is het afroepen van een noodtoestand of een uitzonderingstoestand, zegt Leijten. Het kabinet kan dan wetten en mensenrechten tijdelijk opzijschuiven om de noodsituatie snel aan te pakken. “Maar dat is bedoeld voor grote, uitzonderlijke toestanden, zoals een oorlog of de bedreiging van het voortbestaan van de staat. Denk ook aan een vergaande pandemie waarbij je maatregelen wil nemen die je in het normale wettelijke stelsel niet kunt nemen.”
Een uitzonderingstoestand “lijkt me absoluut niet voor de huidige asielsituatie gemaakt”, zegt Leijten. Toch naar dat middel grijpen “heeft met rechtsstatelijk handelen niet zo heel veel meer te maken”.
Binnen de Europese wetgeving kan Nederland wel tijdelijk soepeler omgaan met de regels rond asiel, zegt Beirens. “Als een land zich in een zelfverklaarde crisissituatie bevindt, mogen ze er wat langer over doen om te bepalen of iemand recht heeft om hier te blijven. Of ze mogen de opvangstandaarden naar beneden brengen. Maar de Europese wetgeving zegt ook: die situatie moet zo kort mogelijk duren.”
De Europese regels bieden geen manier om asielzoekers te weigeren, zeker niet voor een langere periode. Om migratie toch beter te reguleren, stemde het Europees Parlement eerder deze maand in met het nieuwe Europese migratiepact. Lidstaten kunnen een crisisstatus aanvragen, maar alleen als de situatie buiten de controle van de lidstaat is ontstaan. Andere lidstaten nemen dan asielzoekers over. Beirens: “Er moet dan een uitzonderlijk hoog aantal mensen binnenkomen waardoor het land niet meer zelf in staat is om genoeg opvang te vinden of om snel de mensen te registreren die internationale bescherming zoeken.”
Nederland is middenmoter
Dat pact gaat echter pas over twee jaar in. Bovendien: de Europese Commissie moet eerst beoordelen of de crisissituatie inderdaad niet de schuld is van het land zelf. “Het land moet voldoende geïnvesteerd hebben om ervoor te zorgen dat er voldoende personeel is om snel asielprocedures te doorlopen.”
En de kans lijkt groot dat het oordeel zal zijn dat het kabinet de nijpende situatie in sommige opvangcentra grotendeels aan zichzelf te wijten heeft. Zo concludeerde de Adviesraad Migratie eerder al eens dat er flink wat schort aan het Nederlandse beleid. Een duidelijke crisis, zegt Beirens, is als bijvoorbeeld duizenden mensen ineens aankomen op een Italiaans eiland “waar het heel duidelijk is dat de overheid niet snel genoeg opvangcapaciteit kan creëren”.
Het doel van het migratiepact is een eerlijke spreiding van asielzoekers over de EU. En binnen de EU is Nederland een middenmoter wat betreft asielaanvragen per hoofd van de bevolking.
Het uitroepen van een crisis kan wel een afschrikkende werking hebben, zegt Beirens. “We zien bijvoorbeeld dat Duitsland meer aanvragen gekregen heeft in het afgelopen jaar. Duitsland is omringd door landen die afschrikkingsmaatregelen nemen. Er is dus wel degelijk een verschuiving naar landen waar dergelijke maatregelen nog niet van kracht zijn.”
Politiek verslaggever Arjan Noorlander:
“Een opvallende figuur: ze praten in de formatie over het uitroepen van een crisis voor wanneer het nieuwe kabinet er is over een paar maanden.
Een jaar geleden heeft het ministerie van Justitie de mogelijkheden binnen de Europese afspraken op een rij gezet. Toen was de conclusie: als er al een crisis is, is het een opvangcrisis. Maar de vier formerende partijen willen asielzoekers niet elders huisvesten, maar willen dat er minder asielzoekers over de grens komen. Daarvan zei het ministerie: dat is een druk op Nederland die we moeten oplossen. Vanuit internationaal perspectief is er geen crisis. Als de formerende partijen een noodwet willen doorzetten, is het risico dat een rechter zegt: het mag niet. Dan ligt het plan weer in duigen.”
EINDE
[13]
NOS
DE ASIELSITUATIE TOT CRISIS UITROEPEN?
DESKUNDIGEN HEBBEN HUN TWIJFELS
23 APRIL 2024
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 12
Reacties uitgeschakeld voor Noten 11 t/m 13/BLOODY, BUT UNBOWED!
De rechtse partijen “schrijven geschiedenis” met hun akkoord over een nieuw kabinet, zegt PVV-leider Geert Wilders in een toelichting op de plannen.
“De zon gaat weer schijnen in Nederland.” Wilders voorspelt dat “miljoenen Nederlanders” blij zullen worden van wat zijn partij allemaal heeft afgesproken met VVD, NSC en BBB.
VVD-fractievoorzitter Dilan Yeşilgöz bedankte haar collega’s van de andere formerende partijen. “Ik denk dat we op veel momenten dachten dat het niet zou lukken. En het ís gelukt. We hebben vele verschillen kunnen overbruggen en ik denk dat dat belangrijk is.”
Volgens Yeşilgöz heeft Nederland behoefte aan “een stabiel landsbestuur dat ons land veilig houdt”, zei ze. “En onze vrijheden en onze manier van leven verdedigt en beschermt.”
Volgens Pieter Omtzigt van NSC staat Nederland voor een aantal zeer grote opgaven, zei hij. “En de Nederlandse kiezer heeft een duidelijk signaal afgegeven welke opgave die opgelost wil hebben.” Hij vindt het belangrijk dat een nieuw kabinet werkt aan bestaanszekerheid en goed bestuur.
Omtzigt benadrukt dat het kabinet zal bestaan uit “vier verschillende partijen. En dat zullen we blijven. Ik denk ook dat het een les is uit het verleden. Omdat onze achterbannen ons soms voor verschillende redenen gekozen hebben.”
Caroline van der Plas van BBB zei tijdens de presentatie “nog een beetje te wiebelen, want ik heb geen seconde geslapen vannacht. Zoveel adrenaline zit in mijn lichaam nog steeds.” Ze zei blij te zijn “dat we het hebben gered deze maanden met deze drie fantastische nieuwe bondgenoten. Het resultaat mag er zijn”, stelde ze.
Geen van de politieke leiders zei iets over wie de premier wordt van dit nieuwe kabinet.
EINDE
[8]
TROUW
MAAK PVV NIET ALLEDAAGS
28 AUGUSTUS 2010
Het CDA moet uitkijken. Haar positie als bewaker van de publieke moraal staat op het spel.
Als het kabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van PVV er komt, dan zal in het regeerakkoord vast niets gevonden kunnen worden dat de beginselen van de rechtsstaat aantast. Natuurlijk niet. Maar de revolutie in het staatsbestel is dan ontketend.De ’normalisatie’ van de PVV als potentiële regeringspartij gaat gepaard met een ’acceptatie’ van een moraal die vreemd is aan de beginselen van de rechtsstaat. Als het CDA dat nu niet ziet en macht laat prevaleren boven recht, is het definitief gedaan met haar positie als bewaker van de publieke moraal. Niet de uitkomst van de onderhandelingen telt, de principiële grens is al gepasseerd door de PVV als onderhandelingspartner te zien. CDA, ik zeg het als geestverwant, keer terug op je schreden!De boodschap die uitgaat van de acceptatie van de PVV als gedoogpartij zal door niemand misverstaan worden: de uitspraken van Geert Wilders en de PVV horen voortaan bij de Haagse alledaagsheid. We moeten er maar aan wennen. Je kunt het ermee oneens zijn, maar het is business as usual. Van principieel verweer zal dan geen sprake meer zijn. Regeren met de PVV betekent straks niet alleen de acceptatie van de vernederende kwalificaties die Wilders uitstort over medeburgers en waarvoor hij nog voor de rechter moet verschijnen. Nee, het betekent dat de regering moet toezien hoe een partij, die het landsbestuur hoe dan ook vertegenwoordigt, door kan gaan met het bedreigen van medeburgers in hun grondrechten. Alles wijst erop dat Wilders dit inderdaad zal doen. De normalisatie van de PVV is de normalisatie van een politiek waarin stigmatisering van gelovigen, de aantasting van de morele en religieuze integriteit van medeburgers de gewoonste zaken van de wereld zijn. Dit tast de politieke cultuur en publieke moraal in Nederland aan. Wilders zal hierin niet te stoppen zijn, ook niet door hem te incorporeren in het systeem. Toen koningin Beatrix in een kersttoespraak zei dat ’grofheid in woord en daad’ de verdraagzaamheid aantast, voelde Wilders zich aangesproken. Sindsdien wil hij dat zij geen deel meer uitmaakt van de regering. Zo gaat dat. Premier Balkenende reageerde destijds met de opmerking dat Wilders afbreekt wat Nederland tot Nederland maakt, het koningshuis en de tolerantie. Wat is er sindsdien veranderd? Sinds wanneer kan het CDA hier wel mee leven? Als er één moment is van ’fatsoen moet je doen’, dan is het hier en nu. Het CDA was in het vorige kabinet nog doende de intolerante en zelfgerichte publieke moraal bestrijden. Nu helpt zij mee aan het normaliseren ervan. Dit opent de deur voor een politieke cultuur die niet meer is gericht op harmonie en overeenstemming, maar op polarisatie en dwang. Je kunt Wilders en de problemen die hij signaleert niet negeren. De multiculturele samenleving was geen haalbaar concept en natuurlijk moeten we niet naïef denken over de islam. Maar niet via een politiek die mensen stigmatiseert, rechten wil verkorten. Het gebrek aan kritische distantie tegenover zo’n politiek toont ook aan dat het contact met wat ons geestelijk wapenen kan, heel dun is geworden. Nederland hoeft niet zo vreesachtig te doen over de islam als ze zich bewuster was van haar eigen geestelijke wortels. Inderdaad is de joods-christelijke erfenis van groot belang. De Bijbel voedt de waarden die onze Grondwet wil beschermen. Maar dan moeten we die waarden ook werkelijk de hoogste plaats geven en ernaar handelen. Dit is het moment voor de christelijke politiek om dat te doen. CDA, keer terug van deze heilloze weg en normaliseer niet wat buiten de orde moet blijven van een moreel zelfbewuste politieke cultuur.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noten 7 en 8/BLOODY, BUT UNBOWED!