Het huidige lage btw-tarief voor culturele goederen en diensten wordt met ingang van 2026 grotendeels afgeschaft. Het btw-tarief gaat dan van 9% naar 21%. Het huidige lage btw-tarief voor dagrecreatie en bioscopen blijft behouden en is uitgezonderd van de verhoging.
FISCALE PUNTEN UIT HET HOOFDLIJNENAKKOORD VAN PVV,VVD.NSC EN BBB
Lastenvermindering voor werkende middeninkomens; tegemoetkomingen voor bedrijven; verlaging belasting op aardgas
De fracties van de partijen PVV, VVD, NSC en BBB hebben op 15 mei een hoofdlijnenakkoord gesloten voor een nieuwe coalitie. In het hoofdlijnenakkoord zijn ook afspraken gemaakt over de financiële gevolgen voor de rijksbegroting. Die afspraken zijn opgenomen in een budgettaire bijlage bij het hoofdlijnenakkoord.
Zowel het hoofdlijnenakkoord als de budgettaire bijdrage laten zien dat de nieuwe coalitie ook plannen heeft op fiscaal gebied. Hieronder geven wij een verzicht van die plannen.
Particulieren
Er komt een lastenverlichting voor werkende middeninkomens. Het doel is meer loon naar werken door een lastenverlichting op arbeid en verlaging van de marginale druk voor burgers. Om dit te bewerkstelligen wordt een derde schijf in de inkomstenbelasting ingevoerd.
Er wordt stapsgewijs gewerkt aan verbeteringen in de sociale zekerheid, fiscale regelingen en de toeslagen, zodat werken meer loont. Wetgeving wordt voorbereid voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel.
Het tarief van box 3 van de inkomstenbelasting (inkomen uit sparen en beleggen) wordt per 1 januari 2025 verlaagd.
De fiscale regelingen voor de giftenaftrek worden de komende jaren beperkt. Een eerste stap wordt gezet in 2025. Per 2028 wordt de giftenaftrek in de inkomstenbelasting geüniformeerd waarmee verschillende giften gelijk worden behandeld.
Directeur-grootaandeelhouder
Het tarief van de tweede schijf van box 2 van de inkomstenbelasting (inkomsten uit aanmerkelijk belang) wordt per 1 januari 2025 verlaagd van 33% maar 31%.
Ondernemer
Belastingplichtigen die in de inkomstenbelasting winst uit onderneming aangeven, kunnen gebruik maken van de MKB-winstvrijstelling. De vrijstelling bedraagt 13,31% van de winst van de ondernemer. Aanvankelijk zou de vrijstelling per 1 januari 2025 worden verlaagd tot 12,03%. Dat gaat niet door.
De dividendbelasting kent een inhoudingsvrijstelling voor de inkoop van beursgenoteerde aandelen. Deze vrijstelling zou aanvankelijk per 1 januari 2025 worden afgeschaft. Dat gaat niet door.
De fiscale regelingen voor de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting en voor geven uit de vennootschap worden de komende jaren beperkt. Een eerste stap wordt gezet in 2025.
De vennootschapsbelasting kent een generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel). Rente is aftrekbaar tot 20% van de winst (of €1 mln indien hoger). De drempel van 20% wordt naar het Europees gemiddelde van 25% gebracht.
Een ruimhartige vrijwillige en langdurige stoppersregeling vindt fiscaal vriendelijk plaats (landbouw).
Nederland moet behoren tot de top 5 van de landen met een goede concurrentiepositie. Bedrijven moeten zich in Nederland willen vestigen en willen blijven. Hierbij wordt samen opgetrokken met ondernemers en werkgevers, met werknemers en hun vakbonden.
•Verbetering van het vestigingsklimaat staat voorop. Hierbij wordt ook gekeken naar fiscale maatregelen. Recente lastenverzwaringen voor ondernemers, verhoging van de energiebelasting en vermogen die zijn aangekondigd sinds Prinsjesdag worden deels teruggedraaid (bijvoorbeeld het tarief van de tweede schijf van box 2 zoals hierboven beschreven).
Werkgevers, werknemers en zzp’ers
Bezien wordt of en zo ja, welke fiscale voordelen onder de extraterritoriale kostenregeling worden versoberd.
Zekerheid op de arbeidsmarkt wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld voor echte zelfstandigen (zzp’ers) in het zelfstandigenbeleid en door regulering van de uitzendsector. Daarnaast streven de partijen naar meer vaste contracten voor werknemers.
Wonen en bouwen
Het realiseren van voldoende woningen staat onder druk door de dubbele vergrijzing, gemiddeld kleinere huishoudens, migratie, krapte op de arbeidsmarkt, stijgende bouw- en grondprijzen, renteontwikkelingen, ingewikkelde en lange bouwprocedures, gebrek aan en inefficiënt gebruik van beschikbare ruimte en fiscale regelingen die averechts werken.
Er komen geen wijzigingen van de fiscale positie van de eigen woning. De hypotheekrenteaftrek blijft in stand en het eigenwoningforfait blijft onveranderd. Dit om onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan.
Het bouwen van (private) huurwoningen wordt gestimuleerd door het verminderen van de regeldruk en waar mogelijk de belastingdruk.
De stijging van de gemeentelijke woonlasten (OZB) wordt gemaximeerd via afspraken met gemeenten.
Om de bouw van nieuwe woningen te versnellen willen de partijen meer beschikbare en betaalbare bouwgrond, lagere kosten en meer autonomie voor medeoverheden door een belasting op ongebouwde grond met een woonfunctie. De mogelijkheden voor een gemaximeerde planbatenheffing of vergelijkbaar systeem bij woningbouw worden benut. Met gemeenten wordt afgesproken dat de opbrengsten hiervan volledig ten gunste komen voor bereikbaarheid van de wijk en het bouwen van betaalbare huur- en koopwoningen.
Om de bouw van nieuwe woningen te versnellen willen de partijen fiscale prikkels wegnemen.
Auto
Verduurzaming van het wagenpark blijft gestimuleerd worden. De elektrische rijder gaat eerlijk bijdragen om de opbrengsten op de lange termijn houdbaar te houden.
De aanschaf van elektrische voertuigen blijft ondersteund worden, waarbij ook oog gehouden wordt voor de ‘fossiele rijders’ en een eerlijke verdeling van de kosten tussen beide groepen. De subsidies stoppen allemaal per 2025, de MRB gewichtscorrectie blijft bestaan.
Energie en milieu
Het tarief in de eerste en tweede schijf van de energiebelasting op aardgas (tot 170.000 m3) wordt in 2025 verlaagd met 2,8 cent per m3, oplopend naar 4,8 cent per m3 in 2030 (prijspeil 2024). Dit levert voor een huishouden met een gemiddeld verbruik een financieel voordeel op van circa € 29 per jaar in 2025 oplopend naar circa € 50 per jaar in 2030.
Het tarief van de derde, vierde en vijfde schijf van de energiebelasting op aardgas zou per 1 januari 2025 worden verhoogd met 22,4% en per 1 januari 2030 met 2,7%. Dat gaat niet door.
Met ingang van 2028 wordt een circulaire plastic heffing ingevoerd.
Er wordt een gedifferentieerde vliegbelasting naar afstand ingevoerd. Vluchten over lange afstanden worden meer belast omdat deze meer uitstoot hebben.
De aangekondigde verhoogde CO2-heffing wordt teruggedraaid.
De financiële middelen voor klimaat worden voor een deel gebruikt om mensen met een laag of middeninkomen en ondernemers te helpen in de energietransitie.
De salderingsregeling voor kleinverbruikers wordt met ingang van 1 januari 2027 beëindigd.
Btw, accijnzen en kansspelbelasting
De rode diesel (lager accijnstarief) komt terug voor boeren, tuinders en loonwerkers.
De huidige accijnsverlaging op brandstoffen wordt met een jaar verlengd tot en met 2025.
Het huidige lage btw-tarief voor culturele goederen en diensten wordt met ingang van 2026 grotendeels afgeschaft. Het btw-tarief gaat dan van 9% naar 21%. Het huidige lage btw-tarief voor dagrecreatie en bioscopen blijft behouden en is uitgezonderd van de verhoging.
Het verlaagde btw-tarief op logies wordt met ingang van 2026 grotendeels afgeschaft. Het btw-tarief voor logies gaat dan van 9% naar 21%. Het huidige lage btw-tarief voor kampeerterreinen blijft behouden en is uitgezonderd van de verhoging.
Het tarief van de kansspelbelasting wordt in 2025 verhoogd van 30,5% naar 37,8%.
Wet- en regelgeving
Om de doelmatigheid van het fiscale stelsel te vergroten en het stelsel verder te versimpelen, worden verdere stappen gezet op het afbouwen van (negatief geëvalueerde) fiscale regelingen en het aanpakken van onbedoelde constructies. Het uitgangspunt bij negatief geëvalueerde fiscale regelingen is dat deze worden afgeschaft of versoberd.
Er komen geen nieuwe nationale koppen op Europese regelgeving. Daar waar mogelijk worden bestaande koppen die zorgen voor extra regeldruk geschrapt.
Er wordt een grondwetsherzieningsvoorstel ingediend tot het schrappen van het verbod op toetsing van formele wetten aan de grondwet. De klassieke bepalingen van de Grondwet worden toetsbaar.
Er wordt ook een grondwetsherzieningsvoorstel ingediend tot invoering van een grondwettelijk (constitutioneel) hof dat wetten toetst aan de Grondwet.
Regeldruk wordt tegengegaan door het adviescollege toetsing regeldruk en de uitvoeringsinstanties van meet af aan te betrekken bij het bedenken van beleid en wetgeving.
In wetgeving en beleid moet rekening gehouden worden met de gevolgen voor kleine ondernemers, bijvoorbeeld wat betreft kosten en risico’s, zodat het in dienst nemen van mensen mogelijk blijft.
Er komt een recht op vergissen. Een enkele fout kan niet langer een burger diep in de problemen duwen. Aanmanings- en incassokosten van de overheid gaan fors omlaag.
Het hoofdlijnenakkoord vindt u hier. De budgettaire bijlage vindt u hier.
De coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB willen 21 procent btw heffen op kranten, tijdschriften en boeken. Dat zou het hoogste tarief zijn in heel Europa. Het is niet de eerste keer dat ons land zich in zo’n twijfelachtige koppositie bevindt. Ook in de negentiende eeuw werden kranten en tijdschriften zwaarder belast dan waar ook ter wereld.
Een btw-tarief van 21 procent zou ongekend zijn in Europa: zo hoog is het nergens. België en Denemarken hanteren zelfs een nultarief omdat het niet aangaat belasting te heffen op kennis.
In de negentiende eeuw voerde Nederland ook een zware belasting in op kranten. Dat gebeurde door middel van het zogenoemde dagbladzegel. Critici hadden het over de vuile vingers van de fiscus omdat kranten alleen maar gedrukt mochten worden op door de fiscus gestempelde vellen waarover eerst heffing was betaald. Het was dus geen belasting op toegevoegde waarde, maar op het gebruikte papier. Voor elke advertentie – groot of klein – moest daarbovenop nog 35 cent worden betaald. Men berekende dat uitgevers de helft tot zestig procent van hun omzet kwijt waren aan de belastingdienst.
Kranten werden luxeartikel
Je kon het aan de kranten zien. Gemiddeld telden zij twee tot vier pagina’ s op een niet al te groot formaat, anders werd het zegelrecht te hoog. De meesten verschenen een tot drie keer per week, vaak voor een paar honderd abonnees. In 1851 bestonden er nog geen tien echte dagbladen, waarvan het Algemeen Handelsblad met een oplage van 5400 verreweg de grootste was. Losse nummers kostten tien cent, een flink bedrag voor die dagen. De prijs van een abonnement bedroeg ƒ7,50 per maand in Amsterdam en ƒ8,50 daarbuiten. Wie bovendien de zondagseditie en het bijblad wilde ontvangen, betaalde anderhalve gulden extra. Dat was bij elkaar ongeveer het weekloon van een ambachtsman. In 1851 moest het Algemeen Handelsblad alleen al ƒ74,169 afdragen aan de fiscus.
Dit maakte kranten tot een luxeartikel die alleen welgestelden zich konden veroorloven. Ze kregen bovendien weinig waar voor hun geld, want uitgevers hielden minder geld over om in redactionele kwaliteit te investeren. Ook werd het heel duur om een nieuw blad te starten. De belasting drukte immers niet op de omzet, maar op het verbruikte papier.
Dat was ook de – veelal onuitgesproken – bedoeling. Het dagbladzegel werd in 1712 door de Britse regering uitgevonden nadat koningin Anna zich beklaagde over de schaamteloosheid ‘waarmee valse en schandalige schotschriften werden uitgegeven’. De parlementariërs in het Britse Lagerhuis lieten de persvrijheid buiten schot, maar voerden wel een belasting in op het door kranten en tijdschriften gebruikte papier. Zo bleven kranten en pamfletten buiten het bereik van de grote massa.
Napoleon nam het model over omdat ook hij een broertje dood had aan een kritische pers en een goed geïnformeerde bevolking. Hij legde het dagbladzegel naar Brits model in 1812 ook voor aan het door hem geannexeerde Nederland, waar Willem I het handhaafde.
Toen deze koning in 1840 aftrad, liet hij een bijna bankroet land achter. Minister Floris Adriaan van Hall saneerde in 1844 de financiën, en dat kwam de pers letterlijk duur te staan. Hij hervormde ook het dagbladzegel: dat werd voortaan gebaseerd op betalingen per vierkante decimeter, waarbij de tarieven een halve, één of anderhalve cent konden bedragen. Bij het totaal moest dan nog eens 38 cent worden opgeteld. Per exemplaar liepen de kosten daardoor enorm op. Buitenlandse kranten werden door een soort invoerrecht helemaal onbetaalbaar gemaakt.
Belasting op kennis
Van Hall stelde drukwerk van maximaal twee vierkante decimeter vrij van belasting. Dat heeft hij geweten. Er verschenen tientallen goedkope miniatuurkrantjes waarin de regering heftig werd aangevallen. Binnen een jaar sneed hij dat geitenpaadje voor handige uitgevers fiscaal af met het argument dat zij van die vrijstelling ‘geen goed gebruik gemaakt hebben’ en dat ‘daardoor onze taal en onze zeden werden verbasterd, en dat zij niet strekken om de hier te lande bestaande vrijheid van drukpers op te luisteren’. Het lijkt wel of men de gemiddelde PVV-er hoort fulmineren tegen de bevooroordeelde pers.
Van het begin af aan doorzagen liberalen dat het de bedoeling was om met fiscale maatregelen de vrijheid van meningsuiting tot een privilege voor weinigen te maken. Thorbecke was dan ook een tegenstander van het dagbladzegel. Na de grondwetshervorming van 1848 was de meerderheid van de politiek het met hem eens, maar – zoals zo vaak in Nederland – de zaak bleef slepen. Voorstellen om het dagbladzegel te beperken of af te schaffen liepen vast omdat er elders in het budget geen dekking werd gevonden. Of de plannen sneuvelden bij de val van een kabinet.
Steeds deden zich andere prioriteiten voor die eerst geregeld moesten worden. Dat ging zo door tot het jaar 1867, toen een groepje Rotterdamse liberalen – voor het merendeel jonge mannen van eind twintig en begin dertig – op 25 mei het Anti-Dagbladzegel-Verbond oprichtten. Ze eisten een onmiddelijke afschaffing van het dagbladzegel, zonder dat er eerst gezocht werd naar dekking elders of gewacht werd op een bredere fiscale hervorming. De heffing was volgens hen principieel fout omdat het een belasting was op kennis.
Een onwetende bevolking
Dat idee sloeg aan. In heel Nederland werden afdelingen van het verbond opgericht. Het had veel succes met een brochure waarin de rede stond die de journalist Maurits Hendrik van Lee had afgestoken op het Negende Nederlandsch Letterkundig congres dat eind augustus 1866 in Gent was gehouden. Van Lee had meegewerkt aan de oprichting van een nieuwe krant: het Amsterdamsch handels- en effectenblad, en had daarbij ervaren hoe de fiscus het initiatief smoorde voor het van de grond kon komen. Nu was hij redacteur bij een van Europa’s beste kranten: de Independance Belge in Brussel, waar in 1848 al de laatste resten van het zegelrecht waren afgeschaft. Met feiten, cijfers, sarcasme en welsprekendheid zette Van Lee uiteen hoe de belasting op kennis een ondermaatse pers en een onwetende bevolking opleverde.
Ter vergadering beloofde de heer A.W. Sijthoff, eigenaar van het Leidsch Dagblad, de rede als brochure van het Anti-Dagbladzegel-Verbond uit te geven. De impact was enorm. In 1866 was een poging om de belasting af te schaffen mislukt, maar in 1869 lukte het wel, dankzij de inspanningen van een liberaal getint deskundigenkabinet dat door Thorbecke was gevormd.
Per 1 juli 1869 verdween het gehate dagbladzegel van het toneel. De Nederlandse pers bloeide onmiddellijk op. De gedrukte en later de elektronische media spelen sindsdien een centrale rol bij de manier waarop de democratie en de vrije samenleving worden vormgegeven. Dat had Van Lee al voorspeld. ‘Met hare duizend altijd wakende, naar alle zijden blikkende oogen vormt zij het tegenwicht voor den altijd rooskleurigen blik der overheid’.
Die rol is opnieuw in het geding, zo blijkt uit een paginagrote advertentie die dertig hoofdredacteuren in de kranten van dinsdag 21 mei plaatsten. Misschien wordt het tijd om een Anti-Belasting-op-Media-Verbond op te richten. Maurits van der Lee wijst de weg.
When Adolf Hitler took power in 1933, the Nazis controlled less than three percent of Germany’s 4,700 papers.
The elimination of the German multi-party political system brought about the demise of hundreds of newspapers produced by outlawed political parties. It also allowed the state to seize the printing plants and equipment of the Communist and Social Democratic Parties, which were often turned over directly to the Nazi Party. In the following months, the Nazis established control or exerted influence over independent press organs.”
HOLOCAUST ENCYCLOPEDIA
ESTABLISHING CONTROL OF THE PRESS
When Adolf Hitler took power in 1933, the Nazis controlled less than three percent of Germany’s 4,700 papers.
The elimination of the German multi-party political system brought about the demise of hundreds of newspapers produced by outlawed political parties. It also allowed the state to seize the printing plants and equipment of the Communist and Social Democratic Parties, which were often turned over directly to the Nazi Party. In the following months, the Nazis established control or exerted influence over independent press organs.
During the first weeks of 1933, the Nazi regime deployed the radio, press, and newsreels to stoke fears of a pending “Communist uprising,” then channeled popular anxieties into political measures that eradicated civil liberties and democracy. SA (Storm Troopers) and members of the Nazi elite paramilitary formation, the SS, took to the streets to brutalize or arrest political opponents and incarcerate them in hastily established detention centers and concentration camps. Nazi thugs broke into opposing political party offices, destroying printing presses and newspapers.
Sometimes using holding companies to disguise new ownership, executives of the Nazi Party-owned publishing house, Franz Eher, established a huge empire that drove out competition and purchased newspapers at below-market prices. Some independent newspapers, particularly conservative newspapers and non-political illustrated weeklies, accommodated to the regime through self-censorship or initiative in dealing with approved topics.
“Aryanization”Click here to copy a link to this section
Through measures to “Aryanize” businesses, the regime also assumed control of Jewish-owned publishing companies, notably Ullstein and Mosse.
Ullstein, which published the well-known Berlin daily the Vossische Zeitung, was the largest publishing house company in Europe by 1933, employing 10,000 people. In 1933, German officials forced the Ullstein family to resign from the board of the company and, a year later, to sell the company assets.
Owners of a worldwide advertising agency, the Mosse family owned and published a number of major liberal papers much hated by the Nazis, including the Berlin Tageblatt; the Mosse family fled Germany the day after Hitler took power. Fearing imprisonment or death, reputable journalists also began to flee the country in large numbers. German non-Jewish newspaper owners replaced them in part with ill-trained and inexperienced amateurs loyal to the Nazi Party, as well as with skilled and veteran journalists prepared to collaborate with the regime in order to maintain and even enhance their careers.
The Propaganda Ministry and the Reich Press ChamberClick here to copy a link to this section
The Propaganda Ministry, through its Reich Press Chamber, assumed control over the Reich Association of the German Press, the guild which regulated entry into the profession. Under the new Editors Law of October 4, 1933, the association kept registries of “racially pure” editors and journalists, and excluded Jews and those married to Jews from the profession. Propaganda Ministry officials expected editors and journalists, who had to register with the Reich Press Chamber to work in the field, to follow the mandates and instructions handed down by the ministry. In paragraph 14 of the law, the regime required editors to omit anything “calculated to weaken the strength of the Reich abroad or at home.”
The Propaganda Ministry aimed further to control the content of news and editorial pages through directives distributed in daily conferences in Berlin and transmitted via the Nazi Party propaganda offices to regional or local papers. Detailed guidelines stated what stories could or could not be reported and how to report the news. Journalists or editors who failed to follow these instructions could be fired or, if believed to be acting with intent to harm Germany, sent to a concentration camp. Rather than suppressing news, the Nazi propaganda apparatus instead sought to tightly control its flow and interpretation and to deny access to alternative sources of news.
Toward the End of World War IIClick here to copy a link to this section
By 1944, a shortage of newspaper and ink forced the Nazi government to limit all newspapers first to eight, then four, and finally, two pages. Of the 4,700 newspapers published in Germany when the Nazis took power in 1933, no more that 1,100 remained. Approximately half were still in the hands of private or institutional owners, but these newspapers operated in strict compliance with government press laws and published material only in accordance with directives issued by the Ministry of Propaganda. While the circulation of these newspapers was approximately 4.4 million, the circulation of the 325 newspapers and their multiple regional editions owned by the Nazi Party was 21 million. Many of these newspapers continued to publish until the end of the war.
Upon occupying Germany, Allied authorities shut down and confiscated presses owned by Nazi Party organs. The last surviving German radio station, located in Flensberg, near the Danish border, made its final broadcast in the name of the National Socialist state on May 9, 1945. After reporting the news of the unconditional capitulation of German forces to the Allies, it went off the air.
After the WarClick here to copy a link to this section
In the postwar US occupation zone of Germany, the military administration believed that the reestablishment of a free press was vital to the denazification and reeducation of Germans, and essential to the creation of democracy in Germany. Therefore, the first German newspaper approved for publication by the US military high command appeared on January 24, 1945, in Aachen, three months after the US forces captured the city.
‘Rijkspresident Von Hindenburg kondigt de volgende ochtend de Rijksdagbrandverordening af. Deze legt de basis voor een dictatuur. De burgerrechten van de Duitse bevolking worden ingeperkt. Vrijheid van meningsuiting is niet langer vanzelfsprekend en de politie kan willekeurig huizen doorzoeken en mensen arresteren. De politieke tegenstanders van de nazi’s zijn nu vogelvrij.
ANNE FRANK STICHTING
DUITSLAND 133: VAN DEMOCRATIE NAAR DICTATUUR
”Hitler gaf vanaf 30 januari 1933 als rijkskanselier leiding aan een coalitieregering van de NSDAP en de Deutschnationale Volkspartei. Hij is dus niet direct door het Duitse volk gekozen als president, maar werd wel op een legale manier benoemd als het hoofd van de Duitse regering. Dat hij zich als benoemd rijkskanselier nuttig zou maken voor de conservatieven bleek een vergissing.
Binnen enkele maanden hadden de nationaal-socialisten alle macht in handen en zuiverden ze politieke tegenstanders. Het Duitse parlement werd namelijk in 1933 in brand gestoken. Hitler gebruikte het moment als aanleiding om de grondrechten in te perken en alle macht naar zich toe te trekken”
Op 30 januari 1933, vandaag negentig jaar geleden, kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij werd benoemd tot rijkskanselier, het hoofd van de Duitse regering. De democratie bracht hem in positie om een dictatuur te vestigen. Hoe lukte hem dit?
Hitlers weg naar de macht startte in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Als twintiger vocht hij mee in deze oorlog, die Duitsland verloor. Hij voelde zich – net als veel Duitsers – vernederd door de zware eisen van de overwinnaars.
De Duitsers moesten van de overwinnende landen herstelbetalingen doen, grondgebied afstaan en de industrie en het leger verkleinen. De herstelbetalingen waren voor de Duitse naoorlogse economie een enorme kostenpost.
Na de Eerste Wereldoorlog trok Hitler de aandacht met zijn felle speeches en uitvoerige redes. Daarmee wist hij slim in te spelen op de grote onvrede onder de Duitse bevolking. Die kwam voort uit de slechte toestand van de economie door onder meer de herstelbetalingen.
Steeds meer mensen sloten zich daarom aan bij de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij van Hitler, die verbetering beloofde. Hitlers volgers noemden zichzelf nationaalsocialisten. De afkorting ‘nazi’ komt daarvandaan.
Hitler probeerde tien jaar voor hij rijkskanselier werd al een staatsgreep te plegen. Dat was in 1923. De jonge, democratische, naoorlogse Duitse Republiek van Weimar was wankel. Vanuit München wilde Hitler de regering in Berlijn ten val brengen.
Die couppoging staat bekend als de Bierkellerputsch, omdat Hitler en zijn aanhangers zich verzamelden in de kelder van een biercafé. De poging mislukte door ingrijpen van de politie en het leger. Als straf moest Hitler de cel in.
Toen Hitler in de gevangenis zat, werkte hij aan zijn boek Mein Kampf (mijn strijd). Een deel van zijn antisemitische gedachtegoed wordt hierin uiteengezet. Hitler geloofde in een niet bestaand Joods complot (de Protocollen van de wijzen van Sion), waarin werd beschreven hoe Joden de wereld in hun macht zouden willen krijgen.
Bovendien waren de Joden volgens Hitler ook verantwoordelijk voor het vernederende Duitse verlies in de Eerste Wereldoorlog. Hitler vond het Germaanse ras superieur aan alle andere rassen.
Nadat hij was vrijgekomen, verspreidde Hitler zijn ideeën op bijeenkomsten waar zijn volgers massaal samenkwamen. De nazi’s bewandelden vanaf dat moment de legale weg voor machtsovername, namelijk via verkiezingen.
De partij was aanvankelijk nog verboden, maar Hitler kon in sommige deelstaten vrijelijk speechen. Veel mensen voelden zich aangetrokken tot zijn woorden en partij. De nazileiders waren jong en fris. Hitler oogde voor hen als een sterke leider.
Hitlers partij speelde met beloftes en nationalistische propaganda in op de slechte economie. Hij beloofde verbetering, werkgelegenheid en een uitweg uit de armoede. Veel mensen hadden er wel oren naar. Daar kwam de wereldwijde economische recessie van eind jaren twintig nog bovenop. Het land werd geteisterd door hoge inflatie, grote werkloosheid en vooral grote onvrede onder de bevolking.
Het bleken de ideale omstandigheden voor Hitler om zijn nazipartij groot te maken en dankzij een gesmeerde propagandamachine aan de macht te komen. De strategie werkte; de NSDAP groeide uit tot de grootste partij.
Bij de verkiezingen van 1928 kreeg de NSDAP nog geen miljoen stemmen. In 1930 was het met ruim zes miljoen stemmen al de één na grootste partij en in 1932 werd het de grootste partij. Miljoenen Duitsers stemden op Adolf Hitler.
De NSDAP maakte in de verkiezingsstrijd goed gebruik van moderne propaganda methoden. Met massabijeenkomsten, radio-uitzendingen, kranten en pamfletten overtuigden de nazi’s de bevolking.
Hoewel Hitler populair was onder het volk, wist hij de aparte verkiezingen voor de rijkspresident van 1932 niet te winnen van de stokoude conservatief Paul von Hindenburg. Von Hindenburg werd in 1932 herkozen met 53 procent van de stemmen. Hitler behaalde 37 procent.
Op 30 januari 1933 werd Hitler tot rijkskanselier benoemd. De conservatieve elite – de grondbezitters in Pruisen en de grootindustriëlen – wilde Hitler echter aan de macht helpen. Deze elite zette rijkspresident Paul von Hindenburg onder druk om Hitler te benoemen als rijkskanselier en hoopte hem voor het eigen karretje te spannen.
Hitler gaf vanaf 30 januari 1933 als rijkskanselier leiding aan een coalitieregering van de NSDAP en de Deutschnationale Volkspartei. Hij is dus niet direct door het Duitse volk gekozen als president, maar werd wel op een legale manier benoemd als het hoofd van de Duitse regering. Dat hij zich als benoemd rijkskanselier nuttig zou maken voor de conservatieven bleek een vergissing.
Binnen enkele maanden hadden de nationaal-socialisten alle macht in handen en zuiverden ze politieke tegenstanders. Het Duitse parlement werd namelijk in 1933 in brand gestoken. Hitler gebruikte het moment als aanleiding om de grondrechten in te perken en alle macht naar zich toe te trekken. Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, werd veroordeeld voor de brandstichting.
Een jaar later overleed Paul von Hindenburg, waarop Hitler naast rijkskanselier ook de functie van president op zich nam. Die functie schafte hij meteen ook weer af, want Hitler benoemde zichzelf tot Führer van het Duitse Rijk. Hij werd de absolute leider en dictator van Duitsland. Zijn autoriteit had geen tegengewicht. De rassenwetten, de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust waren het gevolg.
Als je de plannen van Wilders leest om met dit kabinet de komst van vluchtelingen een halt toe te roepen, leest dat niet alleen maar als ‘Godverdomme wat zijn dit voor fascistische plannen?!’ maar ook als ‘What’s new’? We weten immers van de vele smerige deals met landen buiten de EU die in ruil voor geld vluchtelingen in kampen proppen en martelen, in de woestijn dumpen om te sterven van de dorst, of gewoon simpelweg meteen vermoorden. We weten van de vele pushbacks op de Middellandse Zee die een groot kerkhof is van verdronken vluchtelingen. We weten van het geld dat er wordt geinvesteerd in de militarisering van grenzen. Bedrijven die daarvan profiteren zijn ook niet vies van profiteren van de genocide op Palestijnen: alle tegen vluchtelingen ingezette middelen zijn reeds ‘combat proven’ op Palestijnen. Laat Wilders nu ook een zionist zijn die met zijn partij de vrijheid van meningsuiting de kop wil omdraaien ten gunste van het fascistische regime van Israhel, liefst per direct door een leus te verbieden, en je weet wel waar dit naar toe gaat als we het niet stoppen.
Veel gehoord: Maar verandert er nou wel echt wat als Wilders het wil? Dat kan toch niet eens? Net als met het gewenste verbod op die leus ‘From The River To The Sea – Palestine Will Be Free’ zou je je weliswaar die vraag kunnen stellen, maar door er maar op te hopen of er zelfs vanuit te gaan dat de grondwet, dat rechters, dat iets minder rechtse kamerleden, dat allemaal gaan tegenhouden, zet je de knop op ACTIE uit. En dat is levensgevaarlijk! Jaja, Europese regels en afspraken.. daaraan is Wilders toch gebonden? Maar Europa..? Zie het voorgaande. Fort Europa is een gedrocht dat nu al verantwoordelijk is voor zoveel dood en ellende onder vluchtelingen. Fort Europa kent ook al jarenlang zoiets als het Dublin-verdrag, waardoor je alleen in het land waar je het eerst aankomt asiel mag aanvragen. Dat zijn geen veilige landen, het komt neer op deportatie die net zo goed rechtstreeks kan zijn naar het land waarvandaan iemand gevlucht is. Het komt neer op pushback en landen als Neederland wassen de handen in onschuld. Maar: het kan NOG erger. En als het aan Wilders ligt, houdt de volgende Neederlandse regering, Bruin 1, de regie voortaan in eigen handen. Onder zijn leiding.
Een greep uit Wilders’ plannen, en dit is nog niet eens alles: Het stopzetten van de behandeling van asielverzoeken, een einde aan gezinshereniging, opzeggen van het VN vluchtelingenverdrag, grensbewaking aan de Neederlandse grenzen, afschaffen van opvang voor mensen zonder papieren, strafbaarstellen illegaliteit. (bron: Migreat Instagram. En dat hele plan van Van Der Burg om vluchtelingen in het land te verdelen gaat ook de prullebak in. De voorrang voor een huurwoning die nu wordt gegeven aan statushouders evenzo. Net alsof die mensen niet al jarenlang gewacht hebben op de beslissing op hun asielverzoek zonder zich alvast bij Woningnet te kunnen inschrijven. Ik kan je zo vertellen, als ze dat hadden gemogen, hadden ze door de lengte van hun inschrijving automatisch al vooraan gestaan. Maar toch, de woningnood komt door hen, en niet door huisjesmelkers, speculanten, sloop van sociale huurwoningen, gentrificatie… /s. Maar we trappen niet in verdeel en heers, toch?
De vraag of het allemaal kan wat Wilders wil, moeten we – met het voornemen het tegen te houden – beantwoorden met: Ja, dat kan. Is het niet vandaag, dan morgen. Ga er maar van uit en organiseer van hieruit ons verzet. Deportaties? Het vliegtuig in en herrie schoppen. Zo werd vorige week een deportatie gestopt. We kunnen het! Lees maar hier bij Migreat. Intussen is de betreffende vluchteling vrij! Wat er nog meer kan? Terreinen en grote panden kraken, samen met vluchtelingen, kampen opzetten waar eten en onderdak wordt georganiseerd en gedeeld. Wat met kampen voor Palestina kan, kan voor vluchtelingen ook. En of kraken strafbaar is? Wat niet mag, dat kan nog steeds! We doen het al!
In Engeland hebben ze een heel alarmsysteem opgetuigd voor als mensen uit hun huis worden gehaald en de bussen van de immigratiedienst daartoe de wijken inrijden. Ze gaan er gewoon voor zitten totdat mensen eruit worden gelaten. Zulke dingen moeten hier ook kunnen, al is de situatie hier niet hetzelfde omdat ze hier niet in herkenbare bussen aan komen rijden. Het is een kwestie van kijken wat hier wel kan. Er zijn politieburo’s en detentiecentra waar arrestantenbussen af en aan rijden. En ik heb nog een tip: die arrestantenbussen kunnen van boven open. Als je erop klimt en de rode hendel overhaalt, kunnen de dakluiken open. Zo kunnen in geval van nood gevangenen worden bevrijd, bij ongelukken bijvoorbeeld. Maar deportatie is het grootste ongeluk, de grootste nood, die er bestaat. Mag het? Nee. Hulp bij bevrijding is al strafbaar. Maar wat niet mag,… Kunnen we vluchtelingen assisteren met zich te verplaatsen binnen Europa? Ja, ook dat kan. Mag ook niet, maar… Kunnen we vluchtelingen voorzien van de hen ontzegde basale behoeftes? Alleen al het uitdelen van tenten en voedsel zou wel eens strafbaar kunnen worden gemaakt, ook daar zijn plannen voor. Maar….
WAT NIET MAG, DAT KAN NOG STEEDS!
Rest de vraag wat openlijk kan en wat ondergronds zal moeten. Het risico van witte Neederlanders met een paspoort is immers anders dan dat van een ongedocumenteerde vluchteling. Dus het risico van laatstgenoemde is maatstaf voor de aanpak. Samenwerken met vluchtelingen staat voorop, maar check je privileges. We moeten het stoppen. Samen. De muren en hekken. De kampen. We moeten het stoppen: registratie, arrestatie, deportatie. We moeten het stoppen: op straat geschopt worden, tot derderangsburger verklaard worden, eisen aan inburgering die de racistische moslimhaat verraden. WE. MOETEN. HET. STOPPEN. Nog zit dat kabinet Bruin 1 er niet. Nog kunnen we ‘gewoon’ demonstreren, al is het de vraag wanneer de eerste arrestaties vallen voor het roepen van een leus. Die ruimte moeten we opeisen. En vanaf daar doen wat nodig is. Organiseer je maar vast lokaal en regionaal om steun aan en samenwerking met vluchtelingen op te zetten. Zorg alvast maar voor contacten, lijntjes alle kanten op. Bereid je voor. Waar kunnen mensen heen? Waar kunnen mensen blijven? Hoe gaan we dat organiseren? Of het nu underground moet of openlijk, maar noodzaak is het. Dit gaat om leven of dood.
Wilders wil een apartheidsstaat en als wij het niet doen houdt niemand hem tegen. Niet de media, die ruim baan geven aan de extreem-rechtse propaganda. Niet de andere kamerleden die oude jongens krentebrood onder collega’s spelen. En ook de rechters niet omdat zelfs de meest progressieve uiteindelijk de handen gebonden en de monden gesnoerd zullen worden, met gewijzigde of nieuwe wetten, met pesterijen, door vervanging. Zullen politie en marechaussee het werk ervoor neerleggen? NEE. Zij zijn de vijand. Zij verdienen het te stuiten op verzet zoals de studenten voor Palestina op de barricades zich moedig verzetten toen de ME met bulldozers kwam op Roeterseiland en de Oude Manhuispoort. Zullen buschauffeurs weigeren zich voor massa arrestaties te laten lenen? Dat deden ze tot nu toe. We zullen hen oproepen te staken. En voor staken bestaan vakbonden en die moeten maar eens aan de slag met die internationale / antinationale / intersectionele solidariteit. Of dat nu is wanneer arbeidsmigranten worden uitgebuit of wanneer hun leden medewerking verlenen aan de plannen van Bruin 1. Vakbonden, ga het doen!
We kunnen vast beginnen naar de demo te gaan op 15 juni, om 14 uur op de Dam in Amsterdam. Om te demonstreren en contacten te leggen. Om te beginnen te bouwen aan de structuren die nodig zijn.
Want: TOEN NIET, NU NIET, NOOIT MEER FASCISME! Laat dat meer dan een leus worden. Laat het een dagelijkse praktijk zijn. VRIJHEID VAN BEWEGING, NU!
Joke Kaviaar, 24 mei 2024
Reacties uitgeschakeld voor [Artikel Joke Kaviaar]/Solidaritijd! Underground railroad en openlijk verzet
AGAINST: Vice-President Sebutinde; Judge ad hoc Barak;
(2) Indicates the following provisional measures:
The State of Israel shall, in conformity with its obligations under the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide, and in view of the
worsening conditions of life faced by civilians in the Rafah Governorate:
(a) By thirteen votes to two
Immediately halt its military offensive, and any other action in the Rafah
Governorate, which may inflict on the Palestinian group in Gaza conditions of life that
could bring about its physical destruction in whole or in part;
IN FAVOUR: President Salam; Judges Abraham, Yusuf, Xue, Bhandari, Iwasawa,
Reacties uitgeschakeld voor International Court of Justice/Application of the Convention and Punishment of the Crime of Genocide in the Gaza Strip (South Africa v Israel)/24 May 2024
Na een Formatie van 176 dagen [1], waarbij de reuring en het geruzie
niet van de Lucht was [2] en er uiteindelijk een Hoofdlijnenaccoord
is gesloten tussen de fascistische PVV [3] en haar Fellow Travellers
BBB, NSC en VVD [4]
een Eerste Impressie
van dat aankomende Fascistenkabinet, waarbij toch al opgemerkt
mag worden, dat er weinig Liefde verspild is tussen
deze Vier Partners van het Kwaad [5]
Maar ja, dat hele circus was the Geert Wilders Show from the Beginning!
Want het Blote Feit alleen al, dat moest worden onderhandeld over
de naleving van Grondwet en rechtsstaat [6] is al lachwekkend genoeg,
ware het niet zo ernstig en een Voorbode van volgens schrijfster heel
wat fascistische Narigheid of in ieder geval ruimte om het fascisme
verder te laten nestelen in Bestuurlijk Nederland, voor zover dat al niet zo was.
Maar dat ligt achter ons
Weinigen, die dit lezen [tenminste, dat hoop ik] zullen in twijfel
trekken, dat met een Partij als de PVV in een daadwerkelijke Regering,
een Grens is overschreden en er ”geschiedenis is geschreven”,
zoals Wilders heeft opgemerkt [7]
Daar heeft hij gelijk in:
Het is voor het eerst na de Tweede Wereldoorlog, dat een fascistische
Partij regeringsverantwoordelijkheid draagt in een kabinet!
Ik voorspel, dat dat nog voor veel Narigheid zal zorgen, niet alleen
vanwege beleidsmaatregelen, maar omdat het fascisme hierdoor
ook in de hoogste regionen is genormaliseerd.
Ooit is er geschreven:
”Maak de PVV niet alledaags” [8]
Welnu, dat Proces is nu voltooid, helaas.
HOOFLIJNENAKKOORD
WAT STAAT ERIN?
Nu genoeg gepraat, geschreven, beschouwd
Belangrijker is:
Wat STAAT er nu in dat Hoofdlijnenakkoord?
Uiteraard ga ik niet het hele akkoord stap voor stap met u doornemen Lezer.
Lees het zelf maar [9]
WEL wil ik enkele punten eruit lichten, die aantonen, hoe ENG
dit akkoord wel niet is.
Toelichting behoeft het niet.
Jullie begrijpen het zelf wel, al sluit ik zo nu
en dan commentaar van mij, de schrijfster, niet uit
HOOFDLIJNENAKKOORD
ASIEL EN MIGRATIE
We beginnen met ”Asiel en Migratie”
Vluchtelingen dus
Ik dreun op:
”pag. 3:
2. Grip op asiel en migratie
Nederland is een van de dichtst bevolkte landen in Europa met een fors toegenomen en aanhoudend
stijgende (asiel-, arbeids-, kennis- en studie en gezins-) migratie, die hard drukt op wonen, zorg,
onderwijs en financiële middelen, en op de sociale samenhang in ons land. Beperking van de omvang
van en grip op alle soorten migratie naar Nederland, zo snel als mogelijk, is noodzakelijk, voor nu en
voor de langere termijn. Er worden concrete stappen gezet naar het strengste toelatingsregime voor
asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit.
Het hele asiel- en migratiestelsel wordt hervormd, de instroom gericht en maximaal teruggedrongen
met een breed pakket maatregelen zodat een oplossing wordt geboden voor de huidige acute
situatie, met plek voor wie hier echt mag blijven en draagvlak te behouden.
Ten eerste wordt de uitzonderingsbepaling van de Vreemdelingenwet 2000 (op grond van de
artikelen 110 en 111) zo spoedig mogelijk geactiveerd. In de daartoe benodigde algemene maatregel
van bestuur, dragend gemotiveerd, worden die bepalingen van de Vreemdelingenwet 2000 buiten
werking gesteld die in de weg staan om de acute noodsituatie, voor de asielinstroom in het algemeen
en de asielopvang in Ter Apel en de overige asielcentra in het bijzonder, direct aan te pakken, dan wel
die bepalingen te vervangen met het oog op het bereiken van dit doel.
Ten tweede komt er direct een tijdelijke Asielcrisiswet met crisismaatregelen om de acute
asielinstroom en -opvangcrisis voor de komende tijd te bestrijden, onder meer door intrekking van de
Spreidingswet. Op grond van deze Asielcrisiswet zullen de daarin opgenomen bevoegdheden ingezet
worden om voor de duur van maximaal twee jaar:
[pag. 4] – Registratie af te dwingen en de behandeling van asielaanvragen op te schorten (‘asielbeslisstop’), het recht op opvang zal gedurende de opschorting gedifferentieerd worden beperkt en sterk worden versoberd. – Mensen zonder een geldige verblijfstitel zo veel mogelijk, ook gedwongen, uitzetten. – Van de Huisvestingswet af te wijken door een verbod in te stellen op het geven van voorrang bij de toewijzing van sociale huurwoningen aan statushouders op grond van het feit dat zij statushouders zijn. In deze Asielcrisiswet worden waar mogelijk eerste stappen voor structurele maatregelen al getroffen, zoals versterking van grenscontroles en -bewaking, waaronder aanscherping van mobiel toezicht veiligheid (mtv), mede in relatie tot grenstoezicht op basis van de Schengengrenscode. De nationale asielketen wordt versterkt door deze onder eenduidige regie van de eerstverantwoordelijke bewindspersoon te brengen. Ten derde zal een opt-out clausule voor het Europees asiel- en migratiebeleid zo snel mogelijk bij de Europese Commissie worden ingediend. Met gelijkgezinde en met omringende landen wordt intensief samengewerkt om in tijden van een gezamenlijke crisis door instroom adequaat op te kunnen treden (‘mini-Schengen’), in aanvulling op het structureel intensiveren van mobiel toezicht veiligheid. Ten vierde moet Nederland, om de asielinstroom te beperken, structureel tot de categorie lidstaten met de strengste toelatingsregels van Europa behoren. Daarom: – Verscherping toelatingsprocedure (aanpassing bewijslastverdeling, geen beloning voor opzettelijk identiteit niet aantonen, aanpassing en handhaving criteria veilig land en handhaving Dublin-verordening, uitlezen mobiele telefoons, beperking rechtsbijstand). – Structureel intensiveren in mobiel toezicht veiligheid, grenscontroles en grensbewaking. Irreguliere migranten aangetroffen bij deze controles aan de landsgrenzen direct terugsturen naar Duitsland en België, onder meer bij het ontbreken van een geldig identiteitsbewijs. – Het landenbeleid wordt fors aangepast. Nederland is op dit moment te aantrekkelijk voor asielzoekers; de inwilligingspercentages moeten van boven naar onder het Europees gemiddelde, onder meer door bewijslastomkering, zodat het niet aan de IND is om te bewijzen dat iemand geen recht heeft om hier te verblijven. – Invoering tweestatusstelsel met inbegrip van de instroom-reducerende beperkingen, waaronder: o geen automatische gezinshereniging van subsidiair beschermden, en o forse beperking na-reizigers, inclusief beperking tot het zogenaamde kerngezin met kinderen tot 18 jaar en langere termijnen voordat zulks überhaupt mogelijk is. – Er komt voor asiel beroep bij één rechterlijke instantie zonder hoger beroep. – Asielvergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft, die voor tijdelijk verblijf aangepast. – Opvang kansarme asielzoekers op aparte locaties met een zo veel mogelijk versoberd en deels gesloten regime; de rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingenvoorziening wordt beëindigd. – De rechtsbijstand bij asielaanvragen wordt zo veel mogelijk beperkt en bij herhaalde
asielaanvragen maximaal versoberd.
[pag. 5]
Pagina | 5 – Procedures worden verkort en versoberd, bijvoorbeeld door het verkorten van de beroepstermijn en beperking van de mogelijkheid tot herhaalde aanvragen. Dwangsommen wegens termijnoverschrijding worden afgeschaft of beperkt. – Harder optreden tegen overlastgevers. – Criminaliteit onder en van asielzoekers hard aanpakken, onder andere door: het direct aanpakken van daders, onder meer door uitplaatsing uit de opvanglocatie, het eerder stopzetten van de asielprocedure en het eerder vervallen verklaren van verblijfstitel, door het uitbreiden van de ongewenstverklaring en door verdere aanscherping van de ‘glijdende schaal’ zodat criminele vreemdelingen sneller kunnen worden uitgezet. In aanmeld- en opvanglocaties wordt strikt en streng opgetreden tegen geweld en overlast door asielzoekers, met name jegens vrouwelijke asielzoekers en asielzoekers met een LHBTIQ+ en/of christelijke achtergrond. – Het na definitieve afwijzing of verlies van een verblijfstitel niet-meewerken aan uitzetting wordt strafbaar. – De inzet op terugkeer wordt aangescherpt door onder andere uitzetting van asielzoekers die eerder in een andere EU-lidstaat zijn afgewezen, uitbreiding van vreemdelingenbewaring en – detentie en van de ongewenstverklaring en beperking gemeentelijke opvang (financiering) tot het meest basale. Het begrip veilig land wordt verruimd tot veilige delen van landen op basis van ambtsberichten; ambtsberichten worden in beginsel niet openbaar gemaakt. – Het EU-migratiepact met aangescherpte asielregels en toelatingsprocedures wordt, na vaststelling, zo snel mogelijk uitgevoerd, onder meer door bij herverdeling van asielzoekers te kiezen voor afkopen in plaats van opvangen. – Tegelijkertijd zet Nederland in op verdergaande aanscherpingen in de EU-regelgeving, onder andere op screening van kansarme asielzoekers en toewerken naar strikte procedures aan de buitengrenzen van de EU en akkoorden over terugkeer met derde landen. Nederland werkt met andere EU-lidstaten aan het opvangen in niet-EU-landen van migranten die de EU proberen te bereiken. – Mensenhandel, mensensmokkel en alle illegale immigratieroutes worden aangepakt, nationaal en Europees. – De eigen bijdrage aan opvang door ontheemden uit Oekraïne wordt verhoogd. – Maximale inzet op opvang in de regio en op migratiedeals daartoe. – Er zal een modernisering van het VN-Vluchtelingenverdrag bepleit worden tegen de achtergrond van het voorgaande en samenwerking met hierin gelijkgestemde lidstaten wordt gezocht om dit te bereiken bij de VN. Er wordt ingezet op aanpassing van de EU-regelgeving en -verdragen waar nodig. Ten vijfde worden maatregelen getroffen om omvang en samenstelling van de overige migratie te beheersen. Het is hard nodig grip te krijgen op arbeidsmigratie. Arbeidsmigratie is nodig voor onze economie en ondernemers, maar het is nodig kritisch te blijven op wie wij nodig hebben en wie ons nodig heeft. Er komt een afwegingskader voor de vestiging van nieuwe bedrijven, in relatie tot de benodigde arbeidsmigranten, ruimte en energie. Om arbeidsmigratie tegen lage lonen en onder slechte arbeidsomstandigheden te beperken worden
maatregelen getroffen:
[pag. 6]
Pagina | 6 – De aanbevelingen van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten (‘rapport Roemer’) worden uitgevoerd. – Malafide uitzendconstructies worden hard aangepakt. De uitzendbranche en wervingsbureaus worden gereguleerd door een toelatingsstelsel (WTTA). – Arbeidsmigranten van buiten de EU, met uitzondering van kennismigranten, worden tewerkstellingsvergunningplichtig. De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) gaat, ook op deze groep, extra handhaven. – Werkgevers van arbeidsmigranten (niet Nederlandse ingezetenen) worden verantwoordelijk voor overlast en kosten van arbeidsmigranten zonder reguliere huisvesting (shortstay en midstay). Zij moeten daarvoor afspraken maken met gemeenten waarin hun werknemers short- en midstay worden gehuisvest. Bevorderd wordt dat medeoverheden meer ruimte laten voor huisvesting op het eigen terrein van de werkgever. – Bij langdurig verblijf krijgen werkgevers ook een verantwoordelijkheid voor het leren van de Nederlandse taal door deze werknemers. – Bezien wordt of en zo ja, welke fiscale voordelen onder de extraterritoriale kostenregeling (ETK-regeling) worden versoberd. – Nederland zet met betrekking tot arbeidsmigratie in op inperking van het vrije verkeer van personen binnen de EU indien en voor zover uitbreiding van de EU aan de orde wordt gesteld. Kennis- en studiemigratie is van belang voor de Nederlandse economie, maar de omvang moet in verhouding staan tot wat gemeenten, onderwijs, zorg en wonen kunnen dragen. Daarom: – De kwalificatie-eisen van de kennismigrantenregeling worden aangescherpt en verhoogd. – Beperking van studiemigratie in het hoger onderwijs in de bachelorfase, met uitzondering van studies waar arbeidsmarkttekorten zijn, rekening houdend met lokale omstandigheden (hoe groter de problemen, hoe meer beperkingen). – Studiemigratie wordt selectiever door meer opleidingen in het Nederlands, een numerus fixus voor buitenlandse studenten, beperking tot het verkrijgen van een basisbeurs en verhoging van het collegegeld voor niet-EU-studenten. – Nederland mag niet naïef zijn over statelijke actoren die mensen hier naartoe sturen of hier aansturen voor spionage. Er worden maatregelen genomen om onze kennis te beschermen. Een extra en verplichtende inzet op inburgering en integratie. Uitgangspunt is dat je één van ons bent als je meedoet en de Nederlandse waarden onderschrijft. – Inburgering omvat kennis over de Holocaust en de slachtoffers daarvan. – De standaardtermijn voor naturalisatie wordt verlengd naar 10 jaar, ongeacht verblijf bepaalde of onbepaalde tijd. – Buitenlanders die onze nationaliteit willen aannemen doen, waar dat mogelijk is, afstand van hun andere nationaliteit. – De taaleis voor naturalisatie wordt in beginsel voor iedereen verhoogd naar B1. – Aanpakken van buitenlandse ongewenste beïnvloeding, zoals bijvoorbeeld via weekendscholen.
– Er komt regulering van versterkte gebedsoproepen.
[pag. 7]
Pagina | 7
– Schadelijke praktijken zoals huwelijksdwang en vrouwelijke genitale verminking worden
aangepakt.” [10]
LAAT HET INZINKEN, LEZERS!
Ik pik eruit:
Een Tijdelijke AsielcrisisWet
Een streep door de Spreidingswet
Opt-Out clausule voor het Europees asiel- en migratiebeleid
Afschaffing asielvergunning voor onbepaalde Tijd [geen permanente
Verblijfsvergunning dus meer]
[Nog meer] versobering en verkorting asielprocedures,
waarop al zoveel is ingeleverd
Zie noot 11
Maar het Engste vind ik nog, naast die intrekking
van een permanente verblijfsvergunning, die
asielcrisisnoodwet
Dat zou de mogelijkheid moeten bieden om met vergaande maatregelen, zoals een tijdelijke aanvraagstop, ”het asielprobleem beheersbaar te krijgen.” [12]
Niet alleen gevaarlijk, die noodwetgeving, maar
volgens deskundigen juridisch niet eens haalbaar [13]
Maar de dreiging, de verregaandheid, is al gevaarlijk
genoeg.
Zie voor de Asielgriezelmaatregelen ook noot 14
HOOFDLIJNENAKKOORD
”DE HARDWERKENDE NEDERLANDER”
De ”hardwerkende Nederlander”, een stopkpaardje
van PVV leider Wilders [15], gaat bepaald niet vooruit
volgens het kopje ”Bestaanszekerheid en koopkracht”
in het Hoofdlijnenakkoord
Ik ga niet alle punten opsommen:
Lees zelf maar [16]
ALTHANS:
NIET als de ”hardwerkende Nederlander” tot de
middeninkomens behoort, want dan ga je er WEL
op vooruit [17]
Ook wil Wilders nog wel wat doen voor ”werkende armen” [18]
Maar als je een ”arme” bent, die de pech heeft, GEEN
werk te hebben, dan kan je dus de kl…re
krijgen!
Zeker, het eigen risico wordt gehalveerd en dat zou een
mooie verlichting zijn, maar pas in 2027! [19]
Wat hebben mensen, die in de knel zitten, daar NU
aan!Zie ook Hoofdlijnenakkoord in ”gewonere mensentaal”onder noot 20 STEUN AAN BEZETTINGS EN APARTHEIDSSTAAT ISRAEL Behalve de Vijanden van Vluchtelingen en ”niet werkende” armen is dit Fascistenkabinet, bestaandeuit uitgesproken pro Israel Partijen [21] ook nogeen Groot Vriend van Bezettings en ApartheidsstaatIsrael [22]En dat uit zich dan ook in het ”Hoofdlijnenakkoord! Ik citeer: ”
Nederland steunt het bestaansrecht en de veiligheid van de staat Israël. Met inachtneming van de oplossingen voor het Israëlisch-Palestijnse conflict en de diplomatieke belangen, wordt onderzocht wanneer verplaatsing van de ambassade naar Jeruzalem op een daartoe geschikt moment kan plaatsvinden.” [23]
ZIE OOK NOS bericht, Noot 24
En voor wat er allemaal mis is met die beoogde verplaatsing van
de Nederlandse ambassade naar Jeruzalem, zie noot 25!
EPILOOG EERSTE IMPRESSIE FASCISTENKABINET
Vijanden van de Vrije Pers [26], Vijanden van vluchtelingen, het scheppen
van een Kloof tussen ”werkende armen” en ”niet werkende armen”,
het bevoordelen van de middeninkomens, steun aan de fascistenregering
in Israel [27], die Dood en Verderf zaait in Gaza [28]. DAT zijn de Ingredienten van dit aanstaande
Fascistenkabinet
En het wordt erger, wat ik je brom
Dit zijn de Eerste Tekenen
Wie het nu nog niet ziet, zich niet in woord en/of Daad verzet of
met hen meeheult, zal vroeg of laat een prijs betalen
Dan dooft het Licht…….
KOM DUS IN VERZET
Voordat je je niet meer KUNT verzetten
ASTRID ESSED, BLOODY, BUT UNBOWED
NOTEN
NOOT 1A
NOOT 1
NOOT 2
NOTEN 3 T/M 5
NOOT 6
NOTEN 7 EN 8
NOTEN 9 EN 10
NOTEN 11 T/M 13
NOOT 14
NOTEN 15 T/M 19
NOOT 20
NOOT 21
NOOT 22
NOTEN 2E T/M 25
NOOT 26
NOOT 27
NOOT 28
Reacties uitgeschakeld voor Fascistenkabinet/Eerste Impressie
Governments Should Suspend Arms to Israel, Support ICC Probe
Israeli forces unlawfully attacked a residential building in Gaza on October 31, 2023, absent any apparent military target, killing at least 106 civilians, including 54 children.
Scores of Israeli airstrikes in Gaza since October 7 have caused thousands of civilian casualties, underscoring the greater risk of unlawful attacks from explosive weapons in populated areas.
Governments should suspend arms transfers to Israel, support the International Criminal Court investigation in Palestine, and impose targeted sanctions on officials responsible for laws-of-war violations.
(Jerusalem, April 4, 2024) – An Israeli airstrike on a six-story apartment building sheltering hundreds of people in central Gaza on October 31, 2023, is an apparent war crime, Human Rights Watch said today. The attack, which killed at least 106 civilians, including 54 children, is among the deadliest single incidents for civilians since the Israeli government’s bombardment and ground incursion into Gaza following the Hamas-led attacks on Israel on October 7.
Human Rights Watch found no evidence of a military target in the vicinity of the building at the time of the Israeli attack, making the strike unlawfully indiscriminate under the laws of war. Israeli authorities have provided no justification for the attack. The Israeli military’s long track record of failing to credibly investigate alleged war crimes underscores the importance of the International Criminal Court (ICC)’s inquiry into serious crimes committed by all parties to the conflict.
“Israel’s unlawful airstrike on an apartment building on October 31 killed at least 106 people, including children playing football, residents charging phones in the ground-floor grocery store, and displaced families seeking safety,” said Gerry Simpson, associate crisis and conflict director at Human Rights Watch. “This strike inflicted massive civilian casualties without an apparent military target – one of scores of attacks causing overwhelming carnage, and highlighting the urgency of the ICC probe.”
Between January and March 2024, Human Rights Watch spoke by phone with 16 people about the October 31 attack on the residential Engineers’ Building, and the death of their relatives and others. Human Rights Watch analyzed satellite imagery, 35 photographs, and 45 videos of the attack’s aftermath, as well as other relevant photographs and videos on social media. Human Rights Watch was unable to visit the site because Israeli authorities have blocked virtually all entry into Gaza at its crossings since October 7. Israel has repeatedly denied Human Rights Watch requests to enter Gaza over the last 16 years.
Witnesses said that on October 31, 350 or more people were staying at the Engineers’ Building, just south of the Nuseirat refugee camp. At least 150 were seeking shelter after fleeing their homes elsewhere in Gaza.
Without warning, at about 2:30 p.m., four aerial munitions struck the building within about 10 seconds. The building was completely demolished.
Two brothers said that they rushed out of their nearby homes to look for their two children and their nephew, whom they knew were outside playing football. One of the men said he found his 11-year-old son lying under concrete bars in the rubble: “The back of his head was cracked open, one of his legs seemed barely connected to his body and part of his face was burned, but he seemed to be alive. We freed him in seconds, but he died in the ambulance. We buried him the same day.” All three boys died in the attack.
None of the witnesses interviewed said they had received or heard about any warning from Israeli authorities to evacuate the building before the strike.
Human Rights Watch confirmed the identities of 106 people killed through interviews with relatives of some of the victims, including 34 women, 18 men, and 54 children. The total number of dead is most likely higher. Airwars, a nongovernmental organization that investigates civilian harm in conflict zones, identified in open-source materials 112 names of people killed, including 96 identified by both organizations, as well as 19 other people not by name but through their relationship to other victims in their family.
Human Rights Watch interviewed two people involved in the recovery of bodies from the rubble of the building, who said that on the afternoon of the attack they worked together with others and helped recover about 60 bodies, and that over the next four days, they together recovered about 80 more bodies. A third person said that he helped recover bodies from the rubble for 12 days after the attack. It is possible that other bodies remain under the rubble.
The Israeli authorities have not publicly provided any information about the attack, including the intended target and any precautions to minimize harm to civilians. They have also not responded to a March 13 Human Rights Watch letter summarizing the findings and requesting specific information.
The laws of war prohibit attacks that target civilians and civilian objects, that do not discriminate between civilians and combatants, or that are expected to cause harm to civilians or civilian objects that is disproportionate to any anticipated military advantage. Indiscriminate attacks include attacks that are not directed at a specific military target or use a method or means of combat whose effects cannot be limited as required. Warring parties must take all feasible precautions to minimize harm to civilians, including by providing effective advance warnings of attacks unless circumstances do not permit, and by sparing civilians under their control from the effects of attacks. Serious violations of the laws of war committed by individuals with criminal intent – that is, deliberately or recklessly – are war crimes.
The absence of a military objective would render the attack on the Engineers’ Building unlawfully deliberate or indiscriminate, Human Rights Watch said. The fact that the building was hit four times strongly suggests that the munitions were intended to hit the building and that the strike was not the result of a malfunction or misdirection. Even the presence of a valid military target would raise issues about the attack being disproportionate, given the visible and expected presence of large numbers of civilians in and around the building.
The strike is one of hundreds of attacks that the Israeli military has carried out in Gaza that have killed or injured Palestinian civilians since the Hamas-led attacks on southern Israel on October 7 that resulted in the killing of more than 1,100 people and resulted in about 240 others taken hostage. Airwars has credibly reported that 195 likely attacks by the Israeli military killed from 1 to 9 civilians, 107 attacks killed between 10 and 59, and 4 killed between 60 and 139. As of April 1, Airwars had also collected preliminary information about civilian casualties in another 3,358 attacks most likely involving Israeli airstrikes.
These attacks underscore the devastating harm to civilians and the increased likelihood of unlawful attacks when explosive weapons with wide-area effects are used in densely populated areas. All governments should support the November 2022 Political Declaration that seeks to curb the use of such weapons in populated cities and towns.
The Gaza Health Ministry has reported that from October 7 to March 31, more than 32,000 people have been killed in Gaza, including more than 13,000 children and 9,000 women, and 75,000 injured. This includes the killing of at least 2,400 people in March alone. The statistics do not distinguish between combatants and civilians.
Haaretz newspaper reported in February that the Israeli military was investigating “dozens of cases” in which its forces may have violated the laws of war. It is not clear whether the attack on the Engineers’ Building on October 31 is one of those cases.
Israel’s allies should suspend military assistance and arms sales to Israel so long as its forces commit systematic and widespread laws-of-war violations against Palestinian civilians with impunity. Governments that continue to provide arms to the Israeli government risk complicity in war crimes. They should also use their leverage, including through targeted sanctions, to press Israeli authorities to cease committing grave abuses.
“The staggering number of Palestinian deaths, mostly women and children, shows deadly disregard for civilian life and points to many more possible war crimes that need to be investigated,” Simpson said. “Other governments should press the Israeli government to end unlawful attacks, and immediately halt arms transfers to Israel to save civilian lives and avoid complicity in war crimes.”
For more details on the attack on the Engineers’ Building and other Israeli airstrikes, please see below.
Hostilities between Israel and Palestinian Armed Groups
The attackers took about 240 people hostage, including children, people with disabilities, and older people. Hamas and other Palestinian armed groups in Gaza have also since October 7 launched thousands of rockets at Israeli towns, violating the prohibition against indiscriminate attacks on civilians and civilian objects. The deliberate killing of civilians and captured combatants, taking of hostages, and indiscriminate rocket attacks are serious violations of the laws of war that are war crimes.
The hostilities that began on October 7, like the fighting in 2008, 2012, 2014, 2018, 2019, and 2021, took place amid Israel’s sweeping, unlawful closure of the Gaza Strip, which began in 2007. Human Rights Watch determined in 2021 that the Israeli government’s repressive rule over Palestinians amounts to the crimes against humanity of apartheid and persecution.
During previous hostilities, Israeli forces repeatedly carried out indiscriminate airstrikes that killed and injured numerous civilians – wiping out entire families – with no evident military targets in the vicinity. Strikes have targeted and destroyed high-rise towers in Gaza full of residences and businesses.
Since October 7, the Israeli authorities have cut off essential services, including water and electricity, to Gaza, which constitutes collective punishment, and blocked the entry and distribution of life-saving assistance, including food, water, and medicine, which are war crimes. The World Health Organization (WHO) warned on January 31 that the population of Gaza is “starving to death.” Human Rights Watch has documented that the Israeli government is using starvation as a weapon of war, a war crime.
The primary United Nations aid agency for Palestinian refugees, the UN Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), estimated that as of mid-March, about 1.7 million people in Gaza had been displaced from their homes: about 75 percent of Gaza’s population of 2.3 million. Israeli military authorities have ordered the majority of Gaza’s population to evacuate their homes, risking the war crime of forced displacement.
On October 10, the UN Independent International Commission of Inquiry stated that there was “clear evidence” of war crimes in Israel and Gaza and that it would share information with relevant judicial authorities, including the International Criminal Court.
Israeli Airstrike on the Engineers’ Building
At about 2:30 p.m. on October 31, an Israeli airstrike involving four munitions struck and destroyed the six-story Mohandiseen (Engineers’) Building, also known as the Engineers’ Tower, according to witnesses. The building was in a residential area, about 400 meters from the southern limits of the Nuseirat refugee camp in central Gaza. The Human Rights Watch investigation found no indication of a military objective in or near the building on October 31.
Human Rights Watch spoke by phone with 16 people who had knowledge of the attack. Seven described what they saw during and immediately afterward, including one survivor who was in the building, three who were in their homes nearby at the time of the attack and who lost relatives, two who lost relatives and who lived in the building but had left just before the attack, and one who lived nearby who didn’t lose any relatives in the attack. Human Rights Watch also spoke with five relatives of people killed who live outside Gaza. Four other people who lived near the building but who did not see the aftermath, including one who lost relatives in the attack, also gave researchers the names of people whom they learned had been killed.
Human Rights Watch confirmed the identities of 106 people killed in the attack, and 2 of those injured, through interviews with their relatives. The dead include 34 women, 18 men and 54 children. The injured include a 17-year-old girl and a woman.
103 of the dead were from 14 families that were staying in the building. The other three, from two other families, were the boys who lived about 60 meters away and had been playing football in the street.
Airwars reviewed social media and other open sources for information about the attack, and found mentions of the names of 112 people killed, as well as mentions of 19 other people identified only through their relationship to other victims in their family. These include 42 women, 22 men, 62 children, and 5 people whose ages are unknown. Airwars also found in open sources the names of 6 people who were injured. The dead are from 22 families.
Both organizations identified 96 of those killed by name, while Airwars alone identified an additional 15 by name, and Human Rights Watch alone identified an additional 9 by name.
The two organizations between them identified 136 people killed in the attack: 44 women, 22 men, 65 children, and 5 people whose age is unknown. They were from 24 families: Abu Daqqa, Abdeljawad, Abdelrahman, Abdo, Abu Jazar, Abu Jiyab, Abu Saeed, Agha, Ali, Dabaki, Farkh, Hanafi, Ijla, Jweifel, Kuhail, Mabhouh, Mubasher, Quqa, Sadoudi, Saleha, Shaheen, Sharif, Thawabta and Younis.
Human Rights Watch was unable to establish how many of the bodies were recovered and how many remain under the rubble. It is possible, though unlikely, that people whose bodies were not recovered survived and relocated elsewhere in Gaza without their families’ knowledge.
The Engineers’ Building: Sheltering, Serving Hundreds
Verified photographs of the Engineers’ Building posted online prior to the attack show a six-story building, 25 by 25 meters, and about 20 meters high.
Residents and others familiar with the building said it had 20 apartments of about 150 square meters on five floors, which were full of people during the hostilities. In the early afternoon, the small ground-floor grocery store was usually thronged with people wanting to charge their phones there amid Israel’s electricity cuts. The store could offer this service because the building was partially powered by 16 solar panels on its roof. The ground floor also had a gym, a poultry shop, and a video games arcade.
While the origin of the building’s name is unclear, no accounts suggested that the building was being used for engineering purposes. One resident said that the building got its name from the engineers’ union that built it for its members. Another said the building was owned by an engineering consultancy office. A third person said that many of the engineers and their families who had originally lived in the building had since moved out, leaving three known engineering families, and that over time other people had moved in.
Based on interviews and other sources, Human Rights Watch estimates that as of October 31, at least 350 people were staying in the building, including about 125 people known to have been crammed into just 5 apartments. The total includes at least 200 residents and at least 150 displaced Gaza residents, including dozens sheltering in the gym. Some of the displaced people sheltering in the building had followed the Israeli military’s October 13 directive to residents of northern Gaza to move south of Wadi Gaza, a coastal wetland that cuts across Gaza from west to east. They included at least 23 members of an extended family who fled Gaza City and who were all killed in the attack: Eman Khaled Abu Said, her husband, their two children, and her parents, as well as five of her siblings and 11 other relatives. Human Rights Watch obtained from Eman Abu Said’s sister, Israa Abu Said, the names of 23 members of the extended family who were killed in the attack.
It is unclear how many people were in the building, including at the grocery store, at the time of the attack.
Streets Filled with Children Playing at Time of Attack
Neighbors said that streets near the Engineers’ Building were bustling with local residents just before the attack.
Rami Abdo, who lived about 60 meters away, said that about half an hour before the attack, one of his sons, Mohammed Rami Abdo, 11, and two of his nephews, Mohammed Hatem Abdo, 13, and Mohammed Nidal al-Mabhouh, 8, had gone outside to play football with dozens of other children just outside one of the entrances to the building. All three boys died in the attack.
A local resident said that just before the attack, the building was the only place in the area that had electricity and that she saw many people charging their phones in the grocery store.
The Attack and Its Immediate Aftermath
Ameera Shaheen, her husband, daughter and parents had fled their home in al-Moghraqa village in central Gaza the day before the attack after the Israeli military told residents to evacuate the area. They moved into a third-floor apartment in the Engineers’ Building where her aunt, Wafa’ Shaheen, her family of four and about 15 other relatives were staying. She said:
There was nothing worrying at all before the attack. Almost all of us were sitting in two rooms, one for men and one for women. Some of us were laughing. We had just baked bread. There were no signs or warning or any feeling of danger. We felt safe because it was an apartment building full of civilians.
Suddenly, there was an explosion and we started screaming. I remember thinking it hadn’t destroyed the building. And then I was falling, and then I lost consciousness. I woke up later that day in the al-Aqsa Martyr’s Hospital. I only had bruises. I don’t remember anything about waking up, but my relatives told me that I started screaming and calling for my daughter, asking them to go and rescue her although she was sitting there next to me, on my hospital bed.
Shaheen said that the attack killed 20 of her relatives, including 6 women, 7 men, and 7 children.
Hatem Abdo, who lived about 60 meters from the building, said the last time he saw his 13-year-old son, Mohammed, was an hour or so before the attack when he left the house:
Mohammed always used to play football in the street close by with his cousins and other children. At about 2:30 p.m. I was napping at home. Suddenly there were four explosions, with about two or three seconds between each blast. After the first explosion, I woke up and looked out of the window.
I saw about 50 children and some young men in the street, near the southern side of the Engineers’ building. I saw that the northern side of the building had been hit. Immediately, the second bomb hit the southern side, which I could see clearly from my home. I saw debris from the building falling and trapping about 20 of the children, as well as some of the adults.
Then the third bomb hit the top of the building, right in the middle, and the entire building came down, causing a huge black cloud of smoke and dust. It smelled like gunpowder. Then, the fourth one hit, which I didn’t see because of all the dust and smoke.
His brother, Rami Abdo, who lived with his family in the apartment below, was also at home at the time of the attack and said his son was playing football with his cousins and other children outside. He said he heard four explosions “which happened almost at the same time” and that the glass and debris from their building injured two of his daughters in the living room.
Another woman who lived about 30 meters away said she heard “three or four loud bombs explode.”
Both Rami and Hatem Abdo ran out of their building moments after the attack to find the young boys from their families. When they reached the street in front of the destroyed building, Rami said he saw “about 20 burned bodies” in the street, including the bodies of 3 children he recognized from the Abu Rahma family, who he said lived in the building. Hatem said he saw “dozens of bodies in the street,” some near and partially under the rubble of the building next to where it had stood, while others were dozens of meters away.
Both men then found their sister’s son, Mohammed Nidal al-Mabhouh, 8, who was still alive but badly burned, and they took him to an ambulance, which transported him to al-Aqsa Martyrs Hospital in Deir al-Balah. He died about eight weeks later. They then found Rami’s son, Mohammed Rami Abdo, 11, under concrete bars in the rubble of the building. Although the men said they quickly freed Mohammed, he died in an ambulance shortly afterward.
Both men then searched for Hatem’s son, Mohammed Hatem Abdo, 13, but could not find him. While looking for him, they helped carry the dead to waiting ambulances. Hatem estimated he helped carry about 60 bodies, mostly children and women, most found on the southern side of the building, including some recovered from rubble on the street. Medics later informed Hatem that his son had been found dead in the street, about 100 meters from the building.
Naheed Mahmoud lived close to the Engineers’ Building after fleeing her home. She lost six of her nieces, a nephew, and her sister’s mother-in-law in the attack. Her sister, Ola Mahmoud Jweifel, 39, and Ola’s only surviving daughter, Nada Hisham Jweifel, 17, who had moved into an apartment on the fourth floor of the Engineers’ Building in July 2023, were injured, with Nada requiring over 10 surgeries to one of her legs. As soon as the third or fourth explosion had happened and it was clear that the attack was over, Naheed ran to the building to find her sister and her sister’s children:
I was screaming and yelling and so was everyone else. The area was immediately filled with people, journalists, and civil defense [body providing emergency services and rescue], so we couldn’t reach the building. The situation was terrible. People were trying to free those trapped under the rubble using anything they could.
After some time, someone told me they found my sister Ola under the rubble. It took until about four hours after the attack to free her. She had a broken pelvis, a broken spine, a broken clavicle bone, and her whole body was black and blue from [being bruised by] the rubble. Then they said they had found her daughter, my niece, Nada. Her upper body was visible, but her lower body was crushed under the rubble. One of her legs was split open from top to bottom. Her blood was everywhere. She was in severe pain, yelling and screaming, and the other leg started to get bigger and bigger. It took until about 11 p.m. that night to free her.
Human Rights Watch spoke with Karam al-Sharif, an UNRWA employee, who lost five of his children and five other relatives in the attack. Three photographs taken by an Associated Press photographer on October 31 at the destroyed Engineers’ Building show al-Sharif standing in the rubble on October 31, holding one of his 18-month-old twin boys who were killed. The Associated Press also reported on the deaths of four of the five children who were killed.
Thirty-five photographs and 45 videos posted on social media and by media outlets and verified by Human Rights Watch show many victims and survivors and the Engineers’ Building reduced to rubble, with significant debris on the northeast, southeast and southwest sides of the building. Human Rights Watch matched the nearby buildings, trees, and roads visible in the footage with satellite imagery to confirm they showed the attacked building. Human Rights Watch also verified an aerial video that showed the building completely flattened. A photograph posted to Facebook on October 31, taken from the Salah al-Din Road approximately 225 meters southeast of the building, shows two large, dark columns of smoke rising from the location of the Engineers’ Building.
Satellite imagery taken at 10:23 a.m. local time on October 31 shows no signs of damage. Imagery taken at 10:18 a.m. local time on November 1 shows that the building is destroyed.
Human Rights Watch determined that the building most likely sustained direct hits from four air-launched munitions. Human Rights Watch found no evidence of remnants at the scene that might have helped identify the weapon. However, the blast damage and the resulting demolition of the building is consistent with the explosive payload of large air-delivered munitions. Witnesses described four munitions striking the building in quick succession, demolishing it. This is consistent with the Israeli military’s past targeting and destruction of buildings through the use of large, air-dropped munitions.
No Known Military Target
Everyone Human Rights Watch interviewed who knew the building well said they were not aware of Palestinian fighters or military equipment in or near the building at the time of the attack. The Human Rights Watch analysis of 80 photographs and videos, as well as satellite imagery of the building and surrounding area, also provided no indication of any Palestinian armed groups’ presence or of military equipment in or near the building at the time of the attack.
All those interviewed said they were unaware of any victims or survivors of the attack who were associated with any armed group. Human Rights Watch found no evidence that any of the victims were combatants. Human Rights Watch reviewed the Telegram channels and associated social media channels of both Hamas’ armed wing, Izz a-Din al-Qassam Brigades, and Islamic Jihad’s armed wing, al-Quds Brigade, two of the main groups involved in the October 7 attacks in Israel. Neither of them mentioned the October 31 strike.
The Israeli military has presented no information that would demonstrate the existence of a military target or other military objective within or near the building. The military has also not said why circumstances did not permit providing an effective advance warning to the residents of the building, and nearby buildings, to evacuate before the attack.
On February 6, Haaretz reported that the Israeli military had begun investigating “dozens of cases” in which its forces may have violated the laws of war. They include an airstrike at around 3:30 p.m. on October 31, about an hour after the Engineers’ Building attack, which the Israeli military said targeted Ibrahim Biari, commander of Hamas’ Jabalia Brigade. The attack in the Jabalia refugee camp, about 14 kilometers northeast of the Engineers’ Building, killed Biari and at least 126 civilians, including 69 children, and injured 280, according to Airwars.
Recovery and Burial of Bodies
Human Rights Watch interviewed three people involved in recovering bodies from the rubble of the Engineers’ building.
Hatem Abdo and Rami Abdo said that they helped recover between 60 and 70 bodies on the afternoon of October 31, and that they recovered about 80 more bodies over the next 4 days. Hatem Abdo said that many were laid out in the street in front of his home until they were taken away. He said relatives of the missing and others collected money to buy diesel fuel so that an excavator, which arrived on November 1, could work for between three and four hours each day to remove rubble.
Hatem said that when the excavator stopped its work, he heard from other people that 56 people were still missing. “They just vanished,” he said.
Majdi Salha fled his nearby home in mid-October, after an attack almost hit his building, and he moved with his family into his brother-in-law’s apartment in the Engineers’ Building. He left the building a few minutes before the attack, which killed 16 of his relatives: his wife and 5 of their daughters; his wife’s brother, his wife’s brother’s wife, and 5 of their children; and his wife’s sister and 2 of her children. He said:
Before I left the apartment to buy bread, I gave my youngest daughter, Lana, who was 10 years old, some money to go after lunch to buy some things in the grocery store on the ground floor of the building. Someone later told me she had gone to the store just before the attack happened.
For 12 days, I helped recover bodies from the rubble. I contributed my own money for fuel to power the excavator. We found almost all the bodies of my family members on days five, six, and seven after the attack happened. But we only found Lana’s body under the rubble on day 10. I think other bodies remained under the rubble after the excavator stopped doing its work.
Another person said he had heard that the people recovering bodies could not retrieve the bodies of the people who had been on the lower levels of the building, so the building “became a graveyard.”
Satellite imagery shows that the removal of rubble stopped between November 7 and 11. The same amount of rubble visible in imagery from November 11 appears in imagery taken on March 12, 2024.
Some people interviewed said they took bodies to or found relatives’ bodies in al-Aqsa Martyrs Hospital in Deir al-Balah, about four kilometers southwest of the building. One of the men who recovered bodies said that all the bodies recovered from or near the Engineers’ Building were taken to the al-Aqsa Martyrs Hospital for identification and registration before burial. Human Rights Watch was unable to obtain a list of people killed in the attack who were registered at that hospital.
Television news reported from al-Aqsa Martyrs hospital on October 31 that “ambulances are still recovering the injured and moving them to [the] hospital” and that the initial group of ambulances had brought 45 victims to the hospital.
A man said he had been told that very badly injured victims were taken to the European Hospital in Khan Younis. Five people said their relatives were buried variously in al-Nuseirat refugee camp, al-Buriej refugee camp, the town of Zawaydeh, and in al-Maghazi cemetery. Majdi Salha said that between November 1 and 13, he went to the burials of 100 people who were killed during the attack on the Engineers’ Building in al-Maghazi cemetery.
Human Rights Watch verified 12 videos and a photograph posted on social media platforms that show the removal of six bodies, including two children and an older woman, from the rubble of the Engineers’ Building; five bodies on stretchers being removed from the building; and two bodies of children taken to the hospital after the attack. They also show an older woman who is either dead or unconscious being carried on a stretcher.
Another video, filmed by the journalist Motaz Azaiza and posted to Instagram on October 31, shows what appears to be a small, burned body wrapped in a sheet. Azaiza narrates that the body of a child was being removed from the second floor of a building next to the Engineers’ Building. The camera pans to a bedroom in that building and shows a child’s race-car-shaped bed partially covered by rubble.
Human Rights Watch verified three videos and a photograph that show the result of a caesarean section performed at al-Aqsa Martyrs hospital on one of the deceased victims in an unsuccessful attempt to save her baby. Human Rights Watch also verified eight videos that show seven injured people, including four children and one woman, being rescued from the Engineers’ Building.
Accountability Initiatives
On May 27, 2021, the UN Human Rights Council established a Commission of Inquiry to address violations and abuses in the Occupied Palestinian Territory and Israel. On October 10, 2023, the commission announced that it was “investigating possible international crimes and violations of international human rights law committed in Israel and the Occupied Palestinian Territory since 7 October 2023” and that it would “continue sharing information collected with the relevant judicial authorities, especially with the International Criminal Court.”
The ICC prosecutor, Karim Khan, confirmed that his office has, since March 2021, been conducting an investigation into alleged atrocity crimes committed in Gaza and the West Bank since 2014, and that his office has jurisdiction over crimes in the current hostilities between Israel and Palestinian armed groups that covers unlawful conduct by all parties. He visited Israel and Palestine in December.
Governments should publicly express their support for the ICC in delivering impartial justice, including in its investigation of the situation of Palestine, and commit to ensuring that the ICC has the political, diplomatic and financial support it needs to carry out its global mandate.
Separately, the International Court of Justice (ICJ) on January 26 and on March 28 issued provisional measures as part of a case brought by South Africa alleging that Israel is violating the Genocide Convention. The court adoptedmeasures that include requiring Israel to prevent genocide against Palestinians in Gaza, enable the provision of basic services and humanitarian assistance, and prevent and punish incitement to commit genocide. Human Rights Watch has found that Israel is not complying with at least one of the court’s binding orders by continuing to obstruct the provision of basic services and the entry and distribution within Gaza of fuel and lifesaving aid.
National judicial authorities should also investigate and prosecute those implicated in serious crimes in the Occupied Palestinian Territory and Israel under the principle of universal jurisdiction and in accordance with national laws. Governments should impose individual sanctions, including travel bans and asset freezes, against officials and individuals credibly implicated in the commission of grave abuses.
The UN Secretary-General should also include Israel in the list of those responsible for grave violations against children, annexed to his 2024 annual report to the Security Council on children and armed conflict, for violations including killing and maiming.
Arms Transfers
Numerous UN special rapporteurs, independent experts and working groups issued a statement on February 23 that the transfer of weapons or ammunition to Israel that would be used in Gaza would most likely violate international humanitarian law and needed to cease immediately. Providing arms that knowingly and significantly would contribute to unlawful attacks can make those providing them complicit in war crimes.
The Dutch Court of Appeal ordered the Netherlands on February 11 to halt its export of F-35 fighter jet parts to Israel, given the clear risk they might be used in committing serious violations of international humanitarian law in Gaza. The Dutch government is appealing this decision. Canada’s foreign minister said on March 20 that Canada will continue to freeze new arms export permits to Israel, following the passage of a nonbinding House of Commons resolution calling for “ceasing the further authorization and transfer of arms exports to Israel to ensure compliance with Canada’s arms export regime.”
The Biden administration issued a National Security Memo in February that establishes that the United States Departments of State and Defense will receive written assurances from countries that receive US military assistance that they use US-origin “defense articles” in compliance with international law and that they have not arbitrarily impeded or delayed US-funded or supported humanitarian assistance during 2023. Based on their observations and investigations in Gaza, however, Human Rights Watch along with Oxfam have concluded that any assurances made by Israeli officials to use US weapons in compliance with international and US law are not credible.
On February 13, the State Department said it was using established procedures relating to the use of US-supplied weapons to investigate civilian harm caused by several Israeli attacks in Gaza but that it could not comment on specific cases under review.
The US, the United Kingdom, Australia, France, Germany, Italy, Denmark and other countries have continued to provide Israel with unconditional arms transfers and other security assistance. By granting export licenses to Israel, including for weapons identified as most likely to be used by the Israeli military in violation of the laws of war, these governments are ignoring the mounting evidence of serious violations, including the strike on the Engineers’ Building.
END
Reacties uitgeschakeld voor Noot 28/BLOODY, BUT UNBOWED!
MEEST RECHTSE REGERING IN DE GESCHIEDENIS VAN ISRAEL GEINSTALLEERD
29 DECEMBER 2023
De nieuwe regering van Israël is geïnstalleerd, met opnieuw Benjamin Netanyahu als premier. Hij gaat leiding geven aan de meest rechtse en religieus conservatieve regering in de 74-jarige geschiedenis van het land.
De rechtse Likud-partij van Netanyahu wist in november als grote winnaar uit de bus te komen bij de parlementsverkiezingen. Ondanks dat hij vervolgd wordt voor omkoping, kan hij terugkeren als premier. Eerder was Netanyahu regeringsleider van 1996 tot 1999 en tussen 2009 en 2021. Hij gaat regeren samen met ultranationalistische en ultraorthodoxe joodse religieuze partijen.
Nederzettingen
De Israëliërs zijn diep verdeeld over Netanyahu, die aangeklaagd is voor fraude en het aannemen van steekpenningen in drie corruptiezaken. Hij spreekt alle beschuldigingen tegen en zegt dat hij het slachtoffer is van een heksenjacht door vijandige media, politie en aanklagers.
Zijn nieuwe regering wil nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever uitbreiden, subsidies verstrekken aan Netanyahu’s ultraorthodoxe bondgenoten en ingrijpende hervormingen doorvoeren in het rechtsstelsel. Volgens critici brengen die wijzigingen de democratische instellingen in het land in gevaar.
Israël veroverde de Westelijke Jordaanoever in 1967 samen met de Gazastrook en Oost-Jeruzalem, gebieden waar de Palestijnen een toekomstige staat willen stichten. Israël heeft in die gebieden tientallen Joodse nederzettingen gebouwd waar circa 500.000 Israëliërs wonen naast 2,5 miljoen Palestijnen.
De plannen van de nieuwe regering hebben tot kritiek geleid van het leger, lhbti-belangengroeperingen, het bedrijfsleven en anderen. Honderden demonstranten verzamelden zich eerder vandaag bij de Knesset, het Israëlische parlement. “We willen geen fascisten in de Knesset”, scandeerden ze. Massa’s mensen blokkeerden de toegang tot een belangrijk kruispunt en een snelweg in Tel Aviv.
Ook in het buitenland wordt bezorgd naar de nieuwe regering-Netanyahu gekeken, De Amerikaanse president Biden noemde Netanyahu “een vriend sinds tientallen jaren”. Biden zei dat hij ernaar uitkijkt om met de premier samen te werken bij de “vele uitdagingen waar Israël mee wordt geconfronteerd, inclusief de dreiging uit Iran”.
Maar hij voegde daar wel aan toe dat de VS “de tweestatenoplossing (met naast Israël ook een levensvatbare Palestijnse staat, red.) blijft steunen en zich verzet tegen beleid dat de levensvatbaarheid daarvan in gevaar brengt” of in strijd is met onze wederzijdse belangen en waarden”.
Speech
In een parlementszitting voorafgaand aan zijn beëdiging richtte Netanyahu zich in een speech tot zijn critici en beschuldigde hij de oppositie ervan het publiek bang te maken. “Ik hoor voortdurend kreten van de oppositie over het einde van het land en de democratie”, zei hij. “Maar, leden van de oppositie: verkiezingen verliezen is niet het einde van de democratie, het is de essentie van de democratie.” De toespraak van de premier werd herhaaldelijk onderbroken door boegeroep en hoongelach van zijn tegenstanders.
Yair Lapid, de vertrekkend premier die nu oppositieleider is, zei tegen het parlement dat hij “een land in uitstekende conditie” achterlaat voor de nieuwe regering. “Probeer het niet kapot te maken. We komen snel terug”, zei Lapid.
EINDE
CONTINUING STORY/DE NOS EN DE FASCISTISCHE
ISRAELISCHE REGERING
20 JANUARI 2023
Reacties uitgeschakeld voor Noot 27/BLOODY, BUT UNBOWED!