[9]
PVV/WILDERS OVER VLUCHTELINGEN
YOUTUBE.COMGEERT WILDERS: MANNELIJKE ASIELZOEKERS OPSLUITENIN AZC’S
Geert Wilders [PVV]:”
Duizenden Arabische mannen hebben de afgelopen tijd honderden vrouwen sexueel aangevallen, vernederd, verkracht.
Alle vrouwen zijn loslopend wild.
Testosteronbommen heb ik de daders genoemd.
We hebben gezien, waar ze toe in staat zijn.
Het is sexueel terrorisme, een sexuele Jihad.En het gebeurt overal in Europa.
In Nederland, Duitsland, Zweden, Oostenrijk.Overal.Waar honderdduizenden vooral alleenstaande mannen uit een cultuur van vrouwenonderdrukking werden binnengelaten.
Overal waar de onverantwoorde Open Deur politie zoals premier Rutte en kanselier Merkel de rode loper wordt uitgerold voor deze testosteronbommen.
Overal krijgen we nu te maken met een verkrachtingsepidemie.
Het is een ramp, die vermeden had kunnen worden en vermeden had moeten worden, maar niet vermeden werd.Op vele plaatsen probeerden de autoriteiten en de media het verschrikkelijke nieuws onder de pet te houden, onder het tapijt te schuiven, maar dat lukt ze niet meer.De geest is uit de Fles.
En er heerst, terecht, woede, angst, in Nederland en in de rest van Europa.
Mensen zijn, terecht, heel erg boos, duizenden Nederlandse vrouwen stellen zich grote vragen bij hun eigen veiligheid.”Wie zal mij beschermen
”Duizenden Nederlandse mannen maken zich grote zorgen over de veiligheid van hun vrouwen.
”Wie zal hen helpen”En duizenden Nederlandse ouders zijn bang voor wat hun dochters kan overkomen.
”Wie waakt er over hen”Vreselijke massa aanrandingen zoals in Keulen kunnen ook hier in Nederland gebeuren.
En het is tijd, die waarheid onder ogen te zien.Deze daders komen uit een cultuur waarin vrouwen minderwaardige wezens zijn, een cultuur van eerwraak en vernedering.
Een cultuur, gesticht door een Profeet, die seksslavinnen had en een negenjarig meisje verkrachtte.
Het is tijd, ook die waarheid onder ogen te zien.
Want wie wegkijkt, wie wegkijkt, is medeschuldig.En het wordt steeds duidelijker:
Premier Rutte, mevrouw Merkel en al die andere politici in Europa, die hun grenzen weigerden te sluiten, ze laten onze vrouwen en dochters keihard in de steek en zijn dus medeverantwoordelijk.
Wat de PVV betreft is het duidelijk:Onze grenzen moeten dicht
.Dicht voor alle asielzoekers en alle immigranten uit islamitische landen.
Maar zolang dat niet gebeurt, zolang de islamitische testosteronbommen als een Zwaard van Damocles boven de Nederlandse vrouwen hangen, stel ik voor, dat we mannelijke asielzoekers opsluiten in de AZC’s.
Voor hen moeten de AZC’s gesloten instellingen worden.
Zodat geen enkele mannelijke asielzoeker nog de straat op kan en zodat onze vrouwen eindelijk worden beschermd.”
EINDE YOUTUBE FILMPJE
HETZE PVV LEIDER WILDERS TEGEN VLUCHTELINGEN/”TESTOSTERONBOMMEN”ASTRID ESSED4 OCTOBER 2020
https://www.astridessed.nl/hetze-pvv-leider-wilders-tegen-vluchtelingen-testosteronbommen/
”WildersVorige maand kwam PVV-leider Geert Wilders met een oproep om in verzet te komen tegen de opvang van vluchtelingen. Hij benadrukte wel dat het protest geweldloos moest zijn. ,,Nederland wordt één groot asielzoekerscentrum. Pleeg verzet. Democratisch, geweldloos verzet, maar pik het niet.”
”ADPROTESTEN TEGEN VLUCHTELINGEN STEEDS STERKER7 OCTOBER 2015
De protesten tegen de vluchtelingenopvang in Nederland worden steeds sterker en de effecten concreter. In Wezep ziet de gemeente door de weerstand al af van de opvang van zeshonderd asielzoekers. Een overzicht van de meest opvallende conflicten.
Gelderland
Woensdag werd besloten om op Camping Heidehoek in het Gelderse Wezep toch maar geen asielzoekers onder te brengen. Van de komst van zeshonderd vluchtelingen zal worden afgezien na ophef en rumoer in het dorp. Al eerder was op informatieavonden zoveel verzet dat er meermalen ingegrepen moest worden. Een voorstander van het azc werd uitgescholden en bedreigd. Op een kerk in Wezep kladden onbekenden leuzen tegen de komst van asielzoekers
Oranje
Boze bewoners van het kleine Drentse dorpje Oranje probeerden dinsdagavond bussen met asielzoekers te verhinderen door te rijden. Eerder op de avond belaagden ze al de auto van staatssecretaris Klaas Dijkhoff. Die had net bekendgemaakt dat het 140 zielen tellende dorp nog eens zevenhonderd asielzoekers extra op moet vangen.
Brabant
Diezelfde avond was het ook onrustig rond het asielzoekerscentrum in de Brabantse plaats Oisterwijk. Minderjarige asielzoekers en een autochtone jongeren zoeken elkaar op. De problemen kwamen tot een kookpunt. De groep van het azc probeerde de andere groep te lijf te gaan met stokken. Door snel ingrijpen wist de politie het geweld in de kiem te smoren. Twee jongeren werden gearresteerd. De politie zal het toezicht rond het centrum nu intensiveren.
Enschede
Het debat rond de komst van vluchtelingen begint duidelijk heftiger te worden. Onlangs werd duidelijk dat drie wethouders in Enschede worden bedreigd vanwege het geplande asielzoekerscentrum in de gemeente. De bedreigingen zijn afkomstig van tegenstanders van het asielzoekerscentrum. Burgemeester Onno van Veldhuizen erkent de bedreigingen maar over de aard en de vorm ervan worden geen mededelingen gedaan.
Ook in Purmerend en Almere was het eerder al mis. Burgemeester Don Bijl van Purmerend moest vorige week een vergadering op het gemeentehuis over de komst van een azc afblazen. Door de massale opkomst van boze bewoners kon de veiligheid niet meer gegarandeerd worden.
Daarnaast duiken op verschillende plaatsen in het land bekladdingen op. Op muren en ramen staan leuzen als ‘Eigen Volk Eerst!’ en zijn hakenkruizen te zien.
Wilders
Vorige maand kwam PVV-leider Geert Wilders met een oproep om in verzet te komen tegen de opvang van vluchtelingen. Hij benadrukte wel dat het protest geweldloos moest zijn. ,,Nederland wordt één groot asielzoekerscentrum. Pleeg verzet. Democratisch, geweldloos verzet, maar pik het niet.”
EINDE ARTIKEL AD
FORUM VOOR DEMOCRATIE/THIERRY BAUDET OVER VLUCHTELINGEN
FVD/AANPAKKEN IMMIGRATIE
https://www.fvd.nl/aanpakken-immigratie
Nederland kende de afgelopen decennia een stelselmatig veel te hoge instroom van kansarme immigranten en asielzoekers uit niet-Westerse landen. Dat heeft enorme impact op onze samenleving. Het zet onze welvaart onder druk, holt onze verzorgingsstaat uit, leidt tot verloedering van ons onderwijs, tot onveiligheid op straat en het ondermijnt onze culturele identiteit. Voortzetting van dit beleid zou ertoe leiden dat in 2050 tot 40% procent van de Nederlandse bevolking allochtoon is. De kosten van dit beleid zijn astronomisch: over 1995-2019 gemiddeld ca. € 19 miljard per jaar. Totaal € 469 miljard. Immigratie uit niet-westerse regio’s (Afrika, Midden-Oosten) kost Nederland gemiddeld € 400.000 tot € 600.000 per immigrant. Dit is niet houdbaar en moet stoppen.
Wij willen als uitgangspunt van immigratie: de toegevoegde waarde voor Nederland. Naar Australisch model. We bepalen zelf hoeveel mensen we toelaten en wie dat zijn. Daarbij speelt culturele compatibiliteit met de Nederlandse samenleving een doorslaggevende rol.
Waar integratie niet lukt, is remigratie de oplossing. De bestaande remigratieregeling moet worden uitgebreid en aantrekkelijker gemaakt. Het uitgangspunt van asielbeleid wordt opvang in de regio. De mogelijkheid om eerst naar Nederland te komen en hier vervolgens asiel aan te vragen, vervalt. Men kan buiten Nederland asiel aanvragen en daar een besluit afwachten. Statushouders die zich momenteel in Nederland bevinden, krijgen hooguit tijdelijke opvang gericht op terugkeer naar het land van herkomst. En dus geen (semi) automatische verblijfsvergunning. Asielzoekers krijgen geen voorrang meer op sociale huurwoningen. De toegang tot sociale voorzieningen, zoals een uitkering, stopt.
De asielindustrie rondom instroom, opvang en verblijf van asielzoekers moet worden ontmanteld. Asieladvocaten stapelen procedures om verblijf te rekken, rekening houdend met een generaal pardon. In 2019 keerde de IND hen € 70 miljoen aan dwangsommen uit. De beslistermijn in asielzaken moet daarom worden ingeperkt. Dwangsommen worden onmogelijk en de beroepsmogelijkheid wordt teruggebracht naar maximaal één instantie, waarbij feiten en omstandigheden in beroep niet meer gewijzigd kunnen worden. Gesubsidieerde asielrechtshulp moet stoppen.
Illegaliteit wordt strafbaar. In Nederland verblijven naar schatting circa 150.000 illegalen, onder wie uitgeprocedeerde asielzoekers die weigeren ons land te verlaten. In gemeenten als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht wordt illegaal verblijf zelfs aangemoedigd door middel van bed-bad-brood regelingen. Ook dit moet stoppen. Illegalen dienen te worden opgespoord, vervolgd en uitgezet.
Wij willen:
- Immigratiebeleid naar Australisch model: zelf beslissen wie hierheen komt en blijft. Culturele compatibiliteit met de Nederlandse samenleving staat voorop.
- Invoering GreenCard-systeem naar Amerikaans model voor tijdelijke arbeidsmigranten.
- Asielbeleid met als uitgangspunt opvang in de regio en terugkeer naar het land van herkomst. De mogelijkheid om op Nederlands grondgebied asiel aan te vragen vervalt.
- Een succesvolle asielaanvraag leidt niet meer (semi-)automatisch tot permanente verblijfsvergunning. Een permanente verblijfsvergunning leidt niet meer (semi-)automatisch tot aanspraak op Nederlandse nationaliteit.
- Bevorderen van remigratie.
- Ontmantelen asielindustrie: stop gratis rechtshulp kansloze asielprocedures en dwangsommen.
- Illegaliteit wordt strafbaar. Gevolgd door actief opsporings- en uitzetbeleid.
- Ontnemen Nederlandse paspoort aan dubbele paspoorthouders bij (ernstige) misdrijven.
- Opzeggen internationale verdragen die eigen immigratie- en asielbeleid beperken.
- Opzeggen Verdrag van Schengen, herinvoering grenscontroles.
- We voeren naar Israëlisch model een ‘Recht op Terugkeer’ in. Nederlandse emigranten naar de Verenigde Staten, Australië, Nieuw-Zeeland enz. en hun nazaten komen in aanmerking voor een Nederlandse verblijfsvergunning. Ook Afrikaners die zich in Zuid-Afrika onveilig weten, zijn welkom om van deze regeling gebruik te maken.
EINDE RANT FVD
[10]
” Als mensen van buiten komen-en niemand in Nederland is e r misschien op die meneer met dat gekke programma na-is er op tegen, dat je vluchtelingen opvangt, mits die aantallen beheersbaar zijn-…..””3.55-4.04
[Zie hieronder de context waarin Rutte deze opmerking gemaakt heeft]
ZOMERGASTEN IN VIJF MINUTEN-MARK RUTTE [Premier Rutte]
””Primaire eerste gevoel is:
Lazer op.
Ga zelf terug naar Turkije.
Pleur op, zou ik in plat Haags zeggen.We hebben in Nederland het recht om te demonstreren, daar maken zij gebruik van.
We hebben ook persvrijheid.
Deze mensen treden die persvrijheid, tredenze met voeten en laat ik het dan misschien meerals minister president zeggen:
Echt klip en klaar
Onze verworvenheden, met onze normen en waarden,is het alles of niets het is geen cafetaria model.
Onze manier van leven, we hadden het net over homosexualiteit,we hebben het in Nederland over man en vrouw.
We hebben het over onze verworvenheden, die voortkomen uithumanisme, uit Verlichting, die we in honderden jaren hebben opgebouwd
Als mensen van buiten komen-en niemand in Nederland is er, misschien op die meneer met dat gekke programma na, is er op tegen, dat je vluchtelingen opvangt, mits die aantallen beheersbaar zijn-…..”
EINDE FRAGMENT
[11]
[Uiteraard neemt Astrid Essed afstand van het xenofobe geraas en getiervan dit Harskampse stel, maar met de qualificatie ”landverraders” tenaanzien van Afghanen, die de Nederlandse bezetter geholpen hebben, zittenze niet ver van de waarheid]
FILMFRAGMENT DEMONSTRATIE TEGEN DEKOMST VAN 800 AFGHAANSE GEEVACUEERDE VLUCHTELINGENIN HARSKAMP
HARSKAMPS STEL
[Vrouw]:” Ik ben aan het demonstreren”[Verslaggeefster]:”Okay….Tegen wat?[Vrouw]:”Dat hier achthonderd Afghanen komen”[Verslaggeefster]:
”Afghaanse vluchtelingen”[Vrouw]:
”Dat zijn geen vluchtelingen, dat zijn landverraders zijn dat”[Man]:”NSB’ers!”[Vrouw]:
NSB’ers zijn dat.Ja!”[Verslaggeefster]:
”Okay, vertel?”[Vrouw]:
”Want toen hier in 40-45 de oorlog was, werden dat soort mensen,vrouwen werden kaalgeschoren he, mannen, die kregen geen uitkeringmeer, de kregen geen huizen meer, niks meer…”[Man, ertussen door’]:”Statenloos”[Vrouw hervat]:”Statenloos werden ze…”[Verslaggeefster]:
”Maar wat heeft dat te maken met dit?”[Vrouw]”
”Alles”[Man, begint een wat onsamenhangende rant]:”Wat moeten die mensen toch hier, laten ze in hun eigen rotlandblijven, die lui die vreten de centen….een hele vuile bende is het…”[Vrouw, tussendoor]:”Ja….”[Man, hervat]:”Die benne niet zindelijk, die lui”
EINDE FRAGMENT
BRON
FRONTAAL NAAKT ON TWITTER
Al mijn jeugdtrauma’s spelen op nu. Je kunt zeggen: dat is één stel, dat staat te raaskallen, maar als kind (in Apeldoorn) hoorde ik dit gelul constant. Er is blijkbaar in 40 jaar tijd geen vooruitgang geboekt. We moeten die gewesten gaan beschaven.
FILMPJE ONDER
Bart van Rijswijk@BartvanRijswijk · Aug 25De schaamte voorbij.
OORSPRONKELIJKE BRON:ARTIKEL PETER BREEDVELD
”In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag kennen de racisten de mensen op wie ze schelden. Ze eten hun roti’s en döners. In de Achterhoek denken ze bij “zwart’n” aan kannibalen met een bot door de neus, want ze hebben er nooit één ontmoet. Ik luisterde naar dit Harskampse stel dat Afghaanse vluchtelingen gelijkstelt aan NSB’ers en Moffenhoeren. “Benn’n nie sindeluk, die lui.”
ARTIKEL
FRONTAAL NAAKT [PETER BREEDVELD]AUSCHWITZ OPEN VOOR DE ZWARTEN28 AUGUSTUS 2021
https://www.frontaalnaakt.nl/archives/auschwitz-open-voor-de-zwarten.html
ZIE OOK
YOUTUBE.COMPROTEST HARSKAMP TEGEN DE AFGHANEN ESCALEERT: ”HET ZIJNNSB’ERS!”
https://www.youtube.com/watch?v=pqmXmhOHDFA
[Eerste stuk bestaat uit xenofoob geraas van een stel jongerenen dan komt de ”NSB opmerking][2.29-3.23] onderbreking, gaat door bij 4.07-4.26]
[2.29-3.23]HARSKAMPS STEL
[Verslageefster, vraagt aan een vrouw, waarschijnlijkvergezeld door haar man]”Want bent u hier precies aan het doen?”‘[Vrouw]:
” Ik ben aan het demonstreren”[Verslaggeefster]:”Okay….Tegen wat?[Vrouw]:”Dat hier achthonderd Afghanen komen”[Verslaggeefster]:
”Afghaanse vluchtelingen”[Vrouw]:
”Dat zijn geen vluchtelingen, dat zijn landverraders zijn dat”[Man]:”NSB’ers!”[Vrouw]:
NSB’ers zijn dat.Ja!”[Verslaggeefster]:
”Okay, vertel?”[Vrouw]:
”Want toen hier in 40-45 de oorlog was, werden dat soort mensen,vrouwen werden kaalgeschoren he, mannen, die kregen geen uitkeringmeer, de kregen geen huizen meer, niks meer…”[Man, ertussen door’]:”Statenloos”[Vrouw hervat]:”Statenloos werden ze…”[Verslaggeefster]:
”Maar wat heeft dat te maken met dit?”[Vrouw]”
”Alles”[Man, begint een wat onsamenhangende rant]:”Wat moeten die mensen toch hier, laten ze in hun eigen rotlandblijven, die lui die vreten de centen….een hele vuile bende is het…”[Vrouw, tussendoor]:”Ja….”[Man, hervat]:”Die benne niet zindelijk, die lui”[Verslaggeefster]:”Zijn niet zindelijk?”[Man]:”Nee”[Vrouw komt tussendoor]””Neen, het zijn viezerikken.Nu zitten ze veertien dagen zitten ze opgesloten, en zometeenlopen ze er allemaal met die gewaden lopen ze er er allemaalover straat daar en onze cultuur zullen ze nooit aanvaarden, nooit en tenever, dat kun je nou in Afghanistan zien na twintig jaar.”
[Na wat xenofobisch geraas en getier van waarschijnlijk half beschonken jongeren komt de verslaggeefster terug bij het Harskampse stel]
[4.07-4-26][Verslaggeefster]:”Maar het probleem is natuurlijk, dat de mensen, die nu naar Nederland komen, die hebben vaak voor Nederland gewerkt in Afghanistan”[Man]:”Ja”[Verslaggeefster]:
”Dat is dan toch een beetje lastig….”[Man]:
”Nee, dat zijn NSB’ers”[Verslaggeefster]:
”Nee nee”[Man]:”Dat zijn wel NSB’ers”[Verslaggeefster]:
”Okay, ze hebben voor Nederland gewerkt….”[Man]:
”Die Hollanders, die voor de Duitsers werkten he, die vrouwenwerden kaalgeschoren na de oorlog en die lui werden allemaal….”[Verslaggeefster]:”Statenloos…..”[Man gaat verder}:”Statenloos gemaakt, want ze hadden voor de Duitsers gewerktIs er een verschil dan”[Verslaggeefster]:”Dus eigenlijk hadden die Afghaanse mensen helemaalniet voor ons moeten werken in eerste instantie.”[Man]:”Ze moeten niks…..zelf gedaan”
[Nog wat geraas en getier, tot 4.50]
EINDE YOUTUBE FRAGMENT ”NSB’ERS”
[12]
De eerste Nederlandse journalist die, los van de militairen, het gebombardeerde gebied bezoekt, is oorlogsverslaggever Arnold Karskens. Anders dan veel andere journalisten gaat Karskens niet embedded met de militairen mee, waardoor hij volledig zijn eigen gang kan gaan. Hij trekt in oktober 2007, vier maanden na de gevechten, naar het dorpje Qal-e-Ragh, waar de meeste burgerslachtoffers lijken te zijn gevallen, en windt er geen doekjes om. Onder de kop ‘Nederlandse oorlogsmisdaden in Uruzgan’ schrijft hij in de Nieuwe Revu over een ‘lukrake’ beschieting met de houwitser en een ‘massaslachting’. De namen en andere gegevens van slachtoffers speelt hij door aan mensenrechtenadvocate Liesbeth Zegveld.
“De missie in Uruzgan werd ons voorgespiegeld als een succesverhaal”, zegt Karskens. “Maar dat was een farce, een kartonnen decor. Als je daar rondreisde, merkte je dat de invloed van de Taliban groot was. Er waren wel Afghanen die profiteerden van de Nederlanders, bijvoorbeeld omdat ze transporten deden of spullen leverden, maar de meesten waren geen fans van de Nederlanders. Ze noemden de troepen bezetters.”
TROUWHOE GEVECHTEN IN UZURGAN UITDRAAIEN OP EEN RECHTSZAAKIN NEDERLAND
16 MAART 2021
https://www.trouw.nl/buitenland/hoe-gevechten-in-uruzgan-uitdraaien-op-een-rechtszaak-in-nederland~b87fdde9/
Eind deze maand dient in Den Haag een rechtszaak over omstreden gevechten in 2007 tussen Nederlandse militairen en de Taliban. Tientallen Afghaanse burgers kwamen daarbij om. Een reconstructie. “We hadden onze inlichtingenvergaring nog niet op orde.”
Het wordt in juni 2007 steeds duidelijker dat er gevaar op komst is in de Afghaanse provincie Uruzgan, waar in die tijd meer dan duizend Nederlandse militairen gelegerd zijn. Zo druppelen inlichtingen binnen over een dreigend offensief van de Taliban in de Chora-vallei, waar de Nederlanders een post hebben. Er worden ook pick-uptrucks met stuurs kijkende mannen gesignaleerd en eenheden raken af en toe verwikkeld in schotenwisselingen.
Op vrijdag 15 juni slaat het onheil toe in de vorm van een zelfmoordaanval op een Nederlands konvooi in de provinciehoofdstad Tarin Kowt. “Ik stond bovenluiks nadat ik bezig was geweest met de antennes van onze pantserwagen”, vertelt oud-militair Oscar van der Ven. “Door de klap werd ik naar binnen geslagen. Toen ik mijn hoofd weer boven het luik uitstak, was het een en al stof en rook. Het duurde een tijd voordat ik doorhad wat er aan de hand was. Maar op een gegeven moment zag ik vlammen en ging de achterklep van het voorste voertuig open. Toen zag ik een collega gewond op zijn rug liggen, die even later werd gereanimeerd. Ook hoorde ik het radioverkeer. Langzaam drong het tot me door.”
Van der Ven, chauffeur-boordschutter van een Bushmaster-pantserwagen, ervaart de zelfmoordactie als een omslag. “Daarna was ik eigenlijk alleen nog maar bang. Ik reed met veel meer agressie door het gebied en ik was ook agressiever tegenover de mensen.”
Voor de Task Force Uruzgan, zoals de Nederlandse troepenmacht heet, zal het de aanloop blijken naar een van de heftigste periodes tijdens de vier jaar durende missie, waarin de koelbloedigheid van de militairen behoorlijk op de proef wordt gesteld. Want de volgende ochtend vroeg vallen enkele honderden Talibanstrijders inderdaad, zoals gevreesd, politieposten in de Chora-vallei aan. De Nederlanders hebben in die vallei twee infanteriepelotons van de Luchtmobiele Brigade gestationeerd in een wit, ommuurd districtskantoor, dat de White Compound wordt genoemd. Op het dak van het gebouw zijn met zandzakken verstevigde mitrailleurposities gemaakt.
Gelijkenis met Srebrenica
De commandant op de White Compound, kapitein Larry Hamers, diende eerder in Dutchbat 3, dat in 1995 de Bosnische enclave Srebrenica vrijwel zonder slag of stoot overgaf aan de Servische vijand – met gruwelijke gevolgen voor de bevolking. Hamers ziet in de Chora-vallei met zijn bergen en ongeregelde strijders gelijkenissen met de benarde Bosnische enclave destijds. De kapitein krijgt vanuit Kamp Holland, het Nederlandse hoofdkwartier bij Tarin Kowt, versterking van een extra peloton, dat de route voor een eventuele terugtrekking veiligstelt, en hij dirigeert troepen de vallei in om de belaagde Afghaanse politiemensen bij te staan.
De militairen voeren die zaterdag onoverzichtelijke vuurgevechten, waarbij de Taliban zich verstoppen in en rond zogenoemde qala’s, typische Afghaanse ommuurde huizen. Een Nederlands Patria-pantservoertuig wordt getroffen door een mortiergranaat van de vijand. Maar de infanteristen kunnen de val van de politieposten niet voorkomen en trekken zich in de loop van de dag terug in het centrale dorpje Ali Shirzai, waar zich de White Compound bevindt.
Het is dan al duidelijk dat ook onschuldige bewoners worden getroffen. “Burger in Chora heeft een vlag op zijn qala geplaatst in de hoop dat wij niet meer op zijn qala zullen vuren”, noteert een militair om 18.38 uur in het operatielogboek. “Hij heeft gewonde familieleden en is er nu mee naar het medical centre.”
Rond die tijd nemen de gevechten af, maar de Taliban zijn inmiddels al wel behoorlijk dicht bij de compound. Kapitein Hamers vreest dat de strijders na het vallen van de nacht onder dekking van de duisternis verder zullen optrekken naar zijn post. Hij neemt rond 19.25 uur radiocontact op met kolonel Hans van Griensven, de commandant van de Task Force Uruzgan op Kamp Holland, met de vraag wat Chora hem waard is.
Van Griensven komt daarmee voor een lastig besluit te staan. Want de Nederlandse missie is in Den Haag ‘verkocht’ als een soort ontwikkelingsproject met zware militaire beveiliging, maar het is feite een counterinsurgency- of anti-guerrillamissie, waarbij de ongeüniformeerde vijand vaak onzichtbaar is en de sympathie geniet van een deel van de bevolking. Het is veelal belangrijker om de hearts and minds van de burgers te winnen dan om grondgebied vast te houden. Mede daarom heeft de internationale troepenmacht ISAF, waarvan de Nederlanders deel uit maken, tamelijk strikte Rules of Engagement (de geweldsinstructie), om burgerslachtoffers te voorkomen.
Versterken en verdedigen
Maar als Van Griensven de Chora-vallei opgeeft, krijgen de Taliban nog meer greep op het oosten van Uruzgan en ligt de weg naar de provinciehoofdstad Tarin Kowt voor hen open. Ook bereiken hem op dat moment al gruwelijke berichten over represailles van de Taliban tegen Afghanen die samenwerken met de Nederlanders. De commandant vreest bovendien dat een aftocht een propagandazege voor de Taliban zou opleveren.
Hij laat kapitein Hamers rond 19.50 uur weten dat hij moet standhouden. “Ik besloot te blijven in Chora”, schrijft Van Griensven later in zijn zogenoemde After Action Report. “We gingen versterken en fel verdedigen met alle beschikbare middelen.”
De kolonel meldt zijn besluit aan de Britse generaal Jacko Page, die vanuit de stad Kandahar het bevel voert over alle ISAF-troepen in Zuid-Afghanistan, en aan de Nederlandse commandant der strijdkrachten, generaal Dick Berlijn, in Den Haag. Die belt op zijn beurt met defensieminister Eimert van Middelkoop. “Ik weet nog dat ik op een zaterdagavond zat te eten toen Berlijn belde”, vertelt Van Middelkoop. “Ik heb me niet bemoeid met het besluit, want het is niet de taak van de minister om te interveniëren in concrete militaire operaties.”
Een controversieel kanon
Hoe de strijd verloopt, valt in grote lijnen te reconstrueren aan de hand van onder meer foto’s, filmpjes, gesprekken met veteranen, en allerlei defensiestukken, waaronder After Action Reports en communicatielogboeken. Van Griensven besluit die avond om grootscheepse luchtaanvallen te laten uitvoeren.
Ook besluit hij tot inzet van een pantserhouwitser, het zwaarste kanon van het Nederlandse leger – iets waarover later veel discussie zal ontstaan. Want de pantserhouwitser staat in Kamp Holland, zo’n dertig kilometer van de vallei. Het kanon is met zijn ‘domme’ ongeleide granaten tamelijk onnauwkeurig. Bovendien is er die avond en nacht geen gekwalificeerde waarnemer beschikbaar die de artilleristen via de radio kan helpen om hun granaten op doel te krijgen.
Weliswaar zit er op het dak van de White Compound een zogenoemde Joint Terminal Attack Controller (JTAC), die contact onderhoudt met de gevechtspiloten, die hij naar hun doel leidt. Maar deze JTAC zit op te grote afstand en heeft te weinig zicht op het doelgebied om als waarnemer voor het kanon te fungeren. Terwijl de Rules of Engagement juist nadrukkelijk bepalen dat de troepen alleen geweld mogen gebruiken tegen mensen die ze duidelijk als vijand hebben geïdentificeerd. Die inzet zonder behoorlijke waarneming maakt de inzet van het kanon controversieel.
Australische militairen in Uruzgan, waarmee de Nederlanders samenwerken, zijn betrokken bij de planning van de operatie. Maar zij besluiten zelf niet mee te doen, omdat ze kennelijk striktere instructies hebben omtrent de inzet van geweld en de bescherming van burgers. En het commandocentrum voor Zuid-Afghanistan, waar de Britse generaal Page de scepter zwaait, zal er dat weekend bij de Nederlanders op aandringen om zich aan de Rules of Engagement te houden, zo blijkt uit een communicatielogboek: “Voor het uitbrengen van vuur gelden de normale regels. U moet positieve identificatie hebben voor u een doel aangrijpt.”
Intussen zet kolonel Van Griensven zijn plannen door. De Nederlander benadrukt dat hij het kanon alleen laat vuren op coördinaten waarop eerder Taliban zijn vastgesteld en op vermoede aanvalsroutes van de strijders. Hij spreekt van ‘storend vuur’, bedoeld om de Taliban in verwarring te brengen en een mogelijke verdere opmars van de strijders te bemoeilijken.
Om te voorkomen dat de Nederlandse F-16’s en andere vliegtuigen die nacht worden geraakt door de eigen artilleriegranaten, laat Van Griensven op de kaart ook twee grote aan elkaar grenzende vlakken aanwijzen: eentje waarop het kanon vuurt, en eentje waarop de vliegtuigen hun bommen gooien. De militairen gebruiken voor het te beschieten gebied naast de eufemistische term ‘engagement area’ ook de kreten ‘killbox’ en ‘free fire zone’ – onheilspellende woorden waarvan later in de After Action Review, een evaluatierapport, zal worden gesteld dat ze bij vergissing werden gebruikt, zonder dat dit gevolgen zou hebben gehad.
Slag om Chora
Volgens de After Action Review laat Van Griensven die avond vanaf ongeveer 20.00 uur via onder andere een lokale politiecommandant en een tribale leider de bewoners van het te beschieten gebied waarschuwen dat ze moeten vluchten. Vijf kwartier later beginnen de Nederlanders met de houwitser te vuren. ‘Shot out’ meldt het logboek van de Operations Room om 21.14 uur. Van Griensven rapporteert later dat de Nederlanders dan nog bezig zijn om via de lokale machthebbers de burgers te alarmeren.
De gevechten zullen uiteindelijk vier dagen duren en zullen de annalen in gaan als de ‘Slag om Chora’, een roemrucht moment in de Nederlandse krijgsgeschiedenis. Een beetje als revanche ook voor de blamage dertien jaar eerder in Srebrenica. “Nu hadden we wél de middelen om keihard terug te slaan en die lui van de mat te vegen”, zegt Hamers, de kapitein op de White Compound, later tegenover een verslaggever van De Groene Amsterdammer.
Maar op het moment zelf beleven niet alle militairen die heroïek. Zo bevindt pantsergenist Servie Hölzken zich tijdens de beschietingen met infanteristen op een hoger gelegen gebied aan de overkant van de vallei, tegenover de White Compound. “Een echte slag, zoals je je dat misschien voorstelt, was het niet”, vertelt Hölzken. “Ik merkte zelf op die plek weinig van vijandelijk vuur. Het geweld kwam vooral van onze kant.”
“Sommige jongens stonden de luchtaanvallen ook te filmen. Waarnemers wezen met laserapparaten doelen aan, dus we wisten vaak wanneer er een bom aan zat te komen. Op een gegeven moment kregen twee jongens zelfs op hun donder omdat ze hun kistjes hadden uitgetrokken en blootvoets op het dak van hun pantserwagen waren gaan zitten. Als we echt in gevecht waren geweest, was zoiets niet gebeurd.”
Een militair zal ’s ochtends om 6.46 uur in het operatielogboek noteren dat de Taliban vanaf 0.00 uur niks meer tegen de Nederlanders hebben ondernomen. Maar de Nederlandse beschietingen gaan na middernacht nog urenlang door. En met grote gevolgen.
Want niet alleen worden de Taliban die nacht in het defensief gedrongen. Als het ’s morgens licht wordt, blijken er veel meer burgers in het gebied te zijn geweest dan de Nederlanders ’s avonds aannamen. De After Action Review constateert dat de oproep om te vluchten veel bewoners waarschijnlijk niet heeft bereikt, of dat burgers besloten om toch te blijven.
Veegactie
Op Kamp Holland komen die ochtend dan ook meerdere meldingen binnen over vluchtelingen. En soldaten zien in de buurt van de White Compound een stoet mensen voorbij trekken. “Deze burgers vervoerden overleden mensen op kruiwagens en aanhangwagens van een trekker”, meldt de After Action Review. “Het waren lijken van mannen, vrouwen en kinderen. De stoet verplaatste zich naar een begraafplaats aan de rand van een berg. Daar werden de doden begraven. Volgens getuigen betrof het ongeveer 20 overleden mensen.”
Ook pantsergenist Hölzken, aan de overkant van de vallei, ziet vluchtelingen uit het gebied komen. “Ik herinner me dat er een tractor aankwam met allemaal vluchtelingen op een grote aanhangwagen. Wij moesten die mensen fouilleren en de wagens doorzoeken, omdat er een gevaar was dat Talibanstrijders stiekem zouden vluchten. Die mensen waren heel erg bang. Dat zag je aan hun ogen en er waren ook huilende kinderen bij.”
Ondertussen werkt kolonel Van Griensven met zijn staf een plan uit voor een tegenoffensief, Operatie Troy. Hij stuurt verse versterkingen naar de vallei en laat de taakgroep Viper, een speciale eenheid van commando’s en mariniers, een afleidingsmanoeuvre uitvoeren bij de nabijgelegen Baluchi-vallei, een notoir Taliban-bolwerk, om strijders uit de Chora-vallei weg te lokken. Tegelijk plant hij een actie om de Chora-vallei schoon te vegen.
Die veegactie, de grootste aanvallende operatie van Nederlanders sinds de Korea-oorlog, begint in de ochtend van dinsdag 19 juni 2007. Deze keer worden de burgers wel eerst door de troepen gewaarschuwd met een geluidswagen.
Een lokale militie herovert vervolgens het oosten van de Chora-vallei. En Afghaanse troepen vegen samen met Nederlandse militairen het westen van de vallei schoon. De Afghanen gaan daarbij midden door het bewoonde gebied, de Nederlandsers trekken vooral op langs de randen van de vallei en geven vuursteun. Volgens een After Action Report van deze actie, die Operatie Fliegenfanger wordt genoemd, zien de troepen in huizen aanwijzingen dat Talibanstrijders kort ervoor ‘in paniek’ zijn vertrokken. Zo vinden ze grote hoeveelheden brood en nog lauwe thee. Ook slingeren her en der halflege dozen walkietalkiebatterijen en worden er raketgranaten, munitie en wat marihuana gevonden.
Tegen het vallen van de avond wordt als laatste de politiepost Kala Kala, strategisch gelegen op een heuvel, heroverd. Wanneer de Afghaanse troepen daar op weerstand stuiten, roepen de Nederlanders hulp in van een straaljager. Terwijl de islamitische oproep tot gebed door de vallei schalt, valt de Nederlandse bom, die een grijze paddestoelvormige wolk veroorzaakt. “Voltreffer”, bevestigt een militair over de radio. “Dankjewel voor je assistentie.”
Vergoeding voor nabestaanden
De volgende dag keert de rust terug in de vallei. De bazaar gaat weer open, kinderen gaan naar school en boeren wagen zich weer op hun land. Vrijwel direct na de herovering gaat een zogenoemd Provinciaal Reconstructie Team (PRT) de vallei in om de schade op te nemen. Het PRT is verantwoordelijk voor hulpprojecten, zoals de bouw van een brug, een moskee en de aanleg van een weg. Na de gevechten keren de PRT’ers vergoedingen uit aan nabestaanden, gewonden en mensen met schade door Nederlandse beschietingen. Een klus die nog niet meevalt.
“Het was heel moeilijk om onderscheid te maken tussen de Taliban en burgers”, vertelt oud-militair Van der Ven, die als PRT’er kort na de strijd door het gebied rijdt. “Ze liepen daar allemaal met wapens. En het was zo corrupt. Zelfs vrouwen en kinderen kon je niet vertrouwen. De Taliban gebruikten kinderen om door te geven dat wij er aan kwamen.”
Al snel start ook een discussie over het Nederlandse optreden. Want hoe groot was het gevaar die zaterdagavond geweest in de Chora-vallei? Gaf Van Griensven terecht opdracht tot de zware beschietingen? Was er wel genoeg gedaan om onschuldige slachtoffers te voorkomen?
Aan Nederlandse zijde is na vier dagen geweld één dode te betreuren: een sergeant-majoor is omgekomen op de White Compound toen bij het vuren met een mortier een granaat voortijdig ontplofte. Maar er zijn naar schatting 250 Afghanen omgekomen.
Hoeveel burgers daaronder precies zijn, is onbekend. Defensie houdt het op 50 tot 80 dode burgers, maar hoeveel van hen zijn getroffen door Nederlands vuur blijft onduidelijk. Volgens Defensie heeft de pantserhouwitser in de eerste nacht gevuurd op coördinaten bij veertien woonhuizen, en hebben de vliegtuigen en helikopters tijdens de hele vier dagen durende operatie luchtaanvallen uitgevoerd op negentien huizen.
Conform de regels
Commandant der strijdkrachten Dick Berlijn geeft kort na de strijd een briefing aan Tweede Kamerleden, van wie vooral SP’ers en GroenLinksers kritische vragen stellen over de burgerslachtoffers. En de generaal brengt een bliksembezoek aan Uruzgan. “Ik ben trots op jullie”, zegt Berlijn tegen de troepen. Tegen meegereisde journalisten: “De jongens die in Chora hebben gevochten, willen dat Nederland begrijpt wat ze hebben meegemaakt.”
Defensie benadrukt dat de militairen conform de regels hebben geopereerd en krijgt bijval van onder meer het Navo-commandocentrum in Europa.
Ook leden van de Afghaanse Onafhankelijke Mensenrechtencommissie, die het gebied na de geweldsuitbarsting kort bezoeken, concluderen dat de meeste burgerslachtoffers waarschijnlijk wel zijn gevallen door de Nederlandse beschietingen, maar dat de Nederlanders weinig te verwijten valt omdat de Taliban tussen burgers opereerden.
Het jaar erop zal het Nederlandse Openbaar Ministerie eveneens concluderen dat de militairen rechtmatig optraden.
Maar de toenmalige Afghaanse president Hamid Karzai laat zich direct na de gevechten kritisch uit over de manier waarop het zware kanon is ingezet in bewoond gebied. “Je opent niet het vuur op dertig kilometer afstand van het doel”, foetert Karzai. “Daarmee maak je vrijwel zeker slachtoffers onder de burgerbevolking.”
En ook binnen ISAF wordt schande gesproken van de Nederlandse handelwijze. De Britse generaal Page, verantwoordelijk voor Zuid-Afghanistan, en de Amerikaanse generaal Dan McNeill, de hoogste ISAF-commandant, vrezen dat de Nederlanders met de pantserhouwitser het oorlogsrecht hebben geschonden. ISAF kondigt korte tijd later enkele extra maatregelen aan, waaronder het gebruik van lichtere vliegtuigbommen, om burgerslachtoffers te voorkomen.
Hoe ontstemd generaal Page is, merkt minister Van Middelkoop als hij enige tijd later een bezoek brengt aan Afghanistan. Tijdens een visite aan het commandocentrum in Kandahar krijgt hij de wind van voren. “Page was heel kritisch”, herinnert Van Middelkoop zich. “Toen hij een tijdje bezig was, dacht ik: als je nog even zo doorgaat, loop ik weg. Maar gelukkig hield hij op een gegeven moment op. Daarna hebben we het over andere dingen gehad.”
Rechtszaak
Van Middelkoop zegt dat hij er destijds van overtuigd was dat kolonel Van Griensven de juiste beslissing nam en dat hij er nog altijd achter staat. “Had het anders gekund? Misschien. Maar Van Griensven moest op dat moment op grond van gebrekkige informatie snel een beslissing nemen. Ga er maar aan staan. En je moet niet vergeten dat we in die tijd nog niet zo lang in Uruzgan zaten. We hadden onze inlichtingenvergaring nog niet op orde.”
De eerste Nederlandse journalist die, los van de militairen, het gebombardeerde gebied bezoekt, is oorlogsverslaggever Arnold Karskens. Anders dan veel andere journalisten gaat Karskens niet embedded met de militairen mee, waardoor hij volledig zijn eigen gang kan gaan. Hij trekt in oktober 2007, vier maanden na de gevechten, naar het dorpje Qal-e-Ragh, waar de meeste burgerslachtoffers lijken te zijn gevallen, en windt er geen doekjes om. Onder de kop ‘Nederlandse oorlogsmisdaden in Uruzgan’ schrijft hij in de Nieuwe Revu over een ‘lukrake’ beschieting met de houwitser en een ‘massaslachting’. De namen en andere gegevens van slachtoffers speelt hij door aan mensenrechtenadvocate Liesbeth Zegveld.
“De missie in Uruzgan werd ons voorgespiegeld als een succesverhaal”, zegt Karskens. “Maar dat was een farce, een kartonnen decor. Als je daar rondreisde, merkte je dat de invloed van de Taliban groot was. Er waren wel Afghanen die profiteerden van de Nederlanders, bijvoorbeeld omdat ze transporten deden of spullen leverden, maar de meesten waren geen fans van de Nederlanders. Ze noemden de troepen bezetters.” Het zal dan nog een decennium duren voordat de Slag om Chora uitmondt in een juridisch gevecht.
Namens vier Afghanen uit het dorpje Qal-e-Ragh stelt advocate Zegveld in 2018 de staat aansprakelijk. In de zaak, die op 29 maart in Den Haag voor het eerst voor de rechter komt, stelt Zegveld dat de militairen ‘niet proportioneel’ geweld hebben gebruikt en dat ze te weinig onderscheid hebben gemaakt tussen strijders en burgers.
Om haar betoog kracht bij te zetten, stuurt de advocate de rechtbank een getuigenis van boer Akhtar Mohmad. Die vertelt daarin hoe hij in de nacht van 16 op 17 juni in het dorp Qal-e-Ragh lag te slapen toen zijn huis werd bestookt.
Volgens Mohmad waren er geen Taliban in de buurt en was hij ook niet gewaarschuwd. Zijn woning werd aan puin geschoten en meerdere familieleden raakten bedolven onder de brokstukken, zegt hij. Zijn moeder en een zus kwamen om en een broer liep blijvende psychische schade op. “Waarom hebben jullie dit gedaan?”, vraagt de Afghaan. “Jullie kwamen om ons te helpen. In plaats daarvan hebben jullie ons verwoest.”
Open zenuw
De rechtszaak leidt tot ergernis onder Uruzgan-veteranen. Daarbij speelt een rol dat ‘Chora’ in de krijgsmacht is uitgegroeid tot een soort repliek op ‘Srebrenica’: het bewijs dat Nederlandse troepen wel degelijk lef hebben en kunnen vechten. Kritische vragen raken bij heel wat militairen en veteranen nog steeds een open zenuw.
Het ministerie van Defensie voert in zijn verweer in de eerste plaats aan dat de schadeclaims van de Afghanen zijn verjaard. Volgens het ministerie handelden de troepen bovendien uit gerechtvaardigde zelfverdediging tegen de acute dreiging van een grote Talibanmacht van 800 tot 1000 strijders. De militairen gebruikten volgens Defensie uitsluitend gepast geweld en deden onder moeilijke omstandigheden hun best om burgers te waarschuwen. Woonhuizen moesten daarbij helaas worden bestookt omdat de Taliban zich er schuilhielden en burgers als schild gebruikten.
Verder wijst het ministerie erop dat de vier cliënten van Zegveld niet hebben bewezen dat hun huizen zijn beschoten door de Nederlanders. De schade zou ook kunnen zijn aangericht door bijvoorbeeld mortiergranaten van de Taliban.
In reactie daarop heeft Zegveld de rechtbank afgelopen maand gevraagd om Defensie te verplichten om meer informatie te verstrekken over de Nederlandse beschietingen. Zo wil de advocate de logboeken inzien van de F-16’s, Apache-gevechtshelikopters en pantserhouwitser die werden ingezet.
“Het gaat in deze zaak al lang niet meer om winnen of verliezen”, zegt Zegveld. “Ik wil vooral dat duidelijk wordt wat er nou precies die nacht is gebeurd. Waarom zijn de huizen van mijn cliënten gebombardeerd? Te veel is nog in nevelen gehuld.”
Defensie
Defensie stelt niet te weten hoeveel burgerdoden er in totaal zijn gevallen door Nederlandse geweldsinzet tijdens de Uruzgan-missie, die liep van 2006 tot 2010.
Bij de evaluatie in de Tweede Kamer in 2012 verklaarden de toenmalige ministers Hans Hillen (Defensie) en Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) dat het tellen van burgerslachtoffers geen prioriteit had, vooral omdat militairen gevaar liepen als ze eraan begonnen. De ministers verzekerden dat de troepen hun best hadden gedaan om onschuldige slachtoffers te voorkomen. Alle gevechtshandelingen werden gemeld aan het Openbaar Ministerie, dat nooit aanleiding zag voor vervolging.
Volgens Rosenthal zat “bescherming van de burgerbevolking in de genen van de Nederlandse militairen”.
EINDE ARTIKEL TROUW
[13]
WEBSITE JOKE KAVIAAR
http://www.jokekaviaar.nl/
WEBSITE ASTRID ESSED/TAG VLUCHTELINGEN
WEBSITE PETER STORM/TAG MIGRATIE/MIGRANTEN/VLUCHTELINGEN
https://www.peterstormt.nl/category/themas/migratie-migranten-vluchtelingen/
WEBSITE GRUTJES/TAG ASIELBELEID
https://www.grutjes.nl/tag/asielbeleid/
WEBSITE GRUTJES/TAG ASIELZOEKERS
[14]
ZIE NOOT 9
[15]
GROENE AMSTERDAMERALLE GRENZEN GINGEN DICHT29 APRIL 2009
https://www.groene.nl/artikel/alle-grenzen-gingen-dicht
Net voor de Tweede Wereldoorlog waren joodse vluchtelingen een vogel voor de kat. Toen wás het nog mogelijk om Duitsland te ontvluchten, de nazi’s deden er zelfs alles aan om joden het land uit te jagen. Maar overal werden ze teruggestuurd naar Duitsland, waar hen een catastrofe te wachten stond.
Kurt Rosenthal uit Düsseldorf heeft een Arische moeder, zijn vader is evangelisch maar van joodse herkomst. De nazi’s aanvaarden niet dat een halfjood met een Arische vrouw een relatie heeft. De man probeert zijn herkomst te ontkennen. Tevergeefs, in 1938 wordt hij wegens ‘Rassenschande’ in voorlopige hechtenis genomen. Zijn zoon Kurt is dan 26 en besluit te vluchten naar de Verenigde Staten, waar zijn zus woont. Op 12 maart steekt hij de grens met Nederland over. Te voet gaat hij naar Doetinchem, via Arnhem reist hij met de trein naar Den Haag. Hij komt terecht bij een joods vluchtelingencomité in Amsterdam. Omdat hij geldige reispapieren nodig heeft, gaat hij naar de vreemdelingenpolitie. Daar wordt hij in hechtenis genomen en terug naar Duitsland gestuurd. De nazi’s brengen hem naar Dachau.
MET EEN ACHTERWAARTSE kijk op de geschiedenis is het verbijsterend. Een half miljoen joden konden net voor de oorlog nog vluchten uit nazi-Duitsland, maar vonden geen land dat hen wilde opvangen. Het nazi-regime ontnam joden al hun waardigheid, beroofde hen en vervolgde hen op alle mogelijke manieren. Toen in 1938 de vluchtelingenstroom voor een dijkbreuk zorgde, sloten alle Europese landen op het vasteland hun grenzen. Hoe komt het dat democratische landen als Nederland, België en Zwitserland zich zo hard opstelden, ook al was ruimschoots bekend hoe zwaar joden het te verduren hadden?
Recent vergelijkend wetenschappelijk onderzoek gaat na wat er voor het uitbreken van de oorlog precies aan de hand was. Tot nu toe was er alleen nationaal onderzoek, voor het eerst werd de internationale puzzel gelegd. De Belgische historicus Frank Caestecker (48), verbonden aan de Universiteit van Gent, organiseerde twee internationale colloquia over deze bittere periode. ‘De internationale samenhang is belangrijk’, zegt hij. ‘Want wat het ene land doet met vluchtelingen, ze toelaten of ze weigeren, heeft een directe weerslag op de andere landen. De onderlinge beïnvloeding werd nog niet onderzocht.’ Het project leidde tot het boek Refugees from Nazi-Germany and the Liberal European States, 1933-1939, dat in september tegelijkertijd zal verschijnen in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
VANAF DE machtsgreep van Hitler in 1933 vluchtten andersdenkenden en joden weg uit Duitsland. Al werden communisten met argwaan bekeken – die zag men liever naar de Sovjet-Unie vertrekken – begin jaren dertig konden de vluchtelingen nog wel in verschillende Europese landen terecht. Velen trokken verder naar de VS en Argentinië. Vluchtelingen moesten toen zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien, de overheid had nog geen opvangnetwerk. Het waren dan ook vooral de meest gegoeden die de mogelijkheid hadden om te vluchten. Ook Nederland liet vluchtelingen toe. De voorwaarde was dat ze over geldige papieren beschikten of in acuut levensgevaar verkeerden, iets wat eng werd geïnterpreteerd. De dreiging van een concentratiekamp gold bijvoorbeeld niet als levensbedreigend.
Het tempo van de uitstroom van joden lag voor de nazi’s te laag. Ze gingen vanaf 1938 steeds driester tekeer bij het vervolgen van joden. De annexatie van Oostenrijk op 12 maart 1938 was een eerste cesuur. De Anschluss ging gepaard met een ongeziene golf van grof geweld tegen de joden in Oostenrijk. Dat geweld en het enthousiasme waarmee de joodse emigratie administratief werd gesteund hadden maar één doel: de etnische zuivering van Oostenrijk. Verschillende landen kantten zich tegen de stroom vluchtelingen, de controles werden scherper. Grenswachters kampten evenwel met een probleem: hoe zie je of iemand al dan niet een jood is? Want Arische Duitsers, zoals toeristen en zakenlui, mochten wél de grens over. Joden deden zich dan ook voor als toerist of zakenman, in de hoop de grens over te komen. Om joden te kunnen onderscheiden en terugsturen, drongen de Zwitserse en de Zweedse regering er bij de nazi’s op aan om in de paspoorten van joden een letter J te stempelen. De nazi’s voelden daar aanvankelijk weinig voor, omdat ze vreesden dat ze met de joden zouden blijven zitten. In september 1938 stemden ze toch toe om het reizen van Arische Duitsers niet te bemoeilijken.
Het Weense experiment van etnische zuivering onder leiding van Adolf Eichmann werd in Berlijn met veel aandacht gevolgd. Het succes van deze operatie leidde ertoe dat de anti-joodse politiek ook in Duitsland radicaliseerde. De pogrom tijdens Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938, was een stuitende exponent van deze verharde nazi-agressie. Die avond werden tientallen joden vermoord en ongeveer dertigduizend joodse mannen in kampen opgesloten. Daarvan overleden er enkele honderden aan de verwondingen die ze bij de aanslag hadden opgelopen. Hoewel de Duitsers het voorstelden als agressie die door joden was uitgelokt, was de ware toedracht in het buitenland wel degelijk bekend.
Kristallnacht zorgde voor een tweede cesuur: er kwam een massale vluchtelingenstroom op gang. Vermoed wordt dat vanaf dat moment tot aan het uitbreken van de oorlog zo’n half miljoen joden de vlucht namen. De nazi’s bleven joden dwingen te vertrekken, maar pas nadat ze hen van alle bezittingen hadden beroofd. Wie de grens over wilde, mocht niet meer dan tien mark meenemen. In landen als Nederland, België, Frankrijk en Zwitserland probeerden de joden een veilig onderkomen te zoeken of een route te vinden om overzee weg te trekken. Omdat ze met zo velen waren, en haveloos, werden overal de grenzen meer en meer gesloten. Ook Nederland verscherpte de maatregelen. Alleen vluchtelingen uit de grenszone die in prangend levensgevaar waren of Duitse joden die verwanten in Nederland hadden, mochten nog het land in. Er restte joodse vluchtelingen geen andere mogelijkheid dan illegaal te proberen een grens over te steken. ‘Je ziet verschuivingen’, zegt Frank Caestecker: ‘Als het niet lukte in Frankrijk kwamen ze weer in Duitsland terecht. De Duitse politie pakte de joodse vluchtelingen op of zette ze elders over de grens, bijvoorbeeld in Nederland of België, waar ze dan op grenscontroles van Belgen of Nederland botsten.’ Er ontstonden netwerken van mensensmokkelaars die joden illegaal hielpen te vluchten. Het risico bleef groot, want wie de grens over kwam en bij een controle werd opgepakt, kon terug naar Duitsland worden gebracht. Om diplomatieke redenen zette men de vluchtelingen niet over de grens van een lukraak gekozen buurland, want dan zou dat land allicht hetzelfde doen. Illegale joden werden vooral ook als afschrikking voor kandidaat-vluchtelingen naar Duitsland gerepatrieerd.
HET GEWELD van Kristallnacht wekte evenwel ook heel even solidariteit. Nederland besloot op 19 november 1938, tien dagen na Kristallnacht, dat joden die illegaal het land hadden bereikt, konden blijven, al was het oogmerk ze snel te laten emigreren naar een ander land. Er werden vijftienhonderd ongenode vluchtelingen getolereerd. Aanvankelijk moesten ze zich elke dag bij de politie melden, later werden ze onder administratief toezicht geplaatst in vluchtelingenkampen in Veenhuizen en Hoek van Holland. De opvangkosten werden op joodse liefdadigheidsorganisaties verhaald. Er kwam een breed ondersteunde oproep tot donaties en via burgemeesters werd 473.000 gulden ingezameld.
Nederland ondernam ook diplomatieke initiatieven om met andere buurlanden een transitzone in te stellen voor joden die overzee wilden vluchten. Het plan wekte weinig of geen enthousiasme in het buitenland en werd snel in de la gestopt. Het beleid verstrakte daarentegen: Zwitserland en de Scandinavische landen sloten de grenzen, Nederland volgde op 17 december dit voorbeeld. Vanaf dat moment werden joden zonder legale papieren toch teruggestuurd. Op Kerstmis 1938 bracht een bus een eerste groep van zeventig joodse vluchtelingen naar Duitsland. Aan alle grenzen waren er strenge controles om de joodse vluchtelingen tegen te houden. Nederland zette duizend extra grenswachters in, er gingen stemmen op om het aantal tot twintigduizend op te rekken, maar dat gebeurde niet. Wel kwamen er ‘vliegende teams’, die op de meest precaire plaatsen werden ingezet.
Helemaal hermetisch waren de grenzen echter nooit gesloten. Joden stonden onder een te grote druk om Duitsland te verlaten, ze werden opgejaagd. Een aantal mensen bleef het voor hen opnemen en stak de nek uit. Marij Leenders, onderzoeker aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, verwijst naar burgemeester Verbeek die toen aan het hoofd stond van de grensgemeente Dinxperlo. Ondanks de regelgeving van Justitie bezorgde hij eigenhandig verblijfsvergunningen aan joden. Er werd een klacht tegen hem ingediend, maar de rechtbank sprak hem vrij. Uit respect voor het ambt vroeg de burgemeester eervol ontslag. Ontslag kreeg hij, maar niet eervol. In 1990 werd hij postuum gerehabiliteerd.
De jood Karl Grünberg zit tot 30 maart 1938 in Dachau opgesloten. Hij kan vluchten en bereikt illegaal Nederland. In de trein naar Utrecht wordt hij gearresteerd omdat hij een paspoort van een Nederlander gebruikt. Manu militari wordt hij aan Duitsland uitgeleverd, daar komt hij in Buchenwald terecht. Opnieuw slaagt hij erin te ontsnappen, deze keer vlucht hij illegaal naar België. Daar kan hij blijven.
‘IN BELGIË leefde de joodse kwestie veel sterker in de publieke opinie dan elders’, vertelt Frank Caestecker. ‘Dat kwam omdat de uitwijzing van joodse vluchtelingen net voor Kristallnacht op de politieke agenda had gestaan, de meningen waren verdeeld. De bevoegde minister stelde toen dat joodse vluchtelingen geen bescherming nodig hadden, iets wat na Kristallnacht voor een wrange nasmaak zorgde en een virulente discussie op gang bracht.’
Omdat geen enkele Belgische politicus publieke blaam wilde oplopen, werd besloten om illegale joodse vluchtelingen niet langer terug te sturen. Toch zijn er flink wat kanttekeningen te plaatsen bij deze gastvrijheid. De consulaten in Duitsland kregen het advies om zeer stringent om te springen met het verlenen van visa. Aan de Belgische grens werden joden nog steeds met man en macht tegengehouden en teruggestuurd. En net als in Nederland deden de Belgen er alles aan om de joodse vluchtelingen zo snel mogelijk te laten doorreizen.
‘Toch ging het bij de joden als een lopend vuurtje rond dat illegalen in België konden blijven’, zegt Caestecker. ‘Hun aantal nam snel toe, de Belgische regering greep in. Ze vroeg de nazi’s te verhinderen dat joden naar België zouden vluchten. De Duitsers stemden ermee in om joden die geen Belgisch visum hadden en die in de Duits-Belgische grenszone werden aangetroffen, te verhinderen naar België te reizen. De nazi’s wierpen dus ook een barricade op aan hun kant van de grens. Joden moesten vanaf dat moment dus niet alleen de Belgische grenswachters verschalken, maar ook de Duitse.’
‘Dat joden nergens welkom waren, heeft verschillende oorzaken’, stelt Caestecker: ‘Het ging om een totaal verpauperde groep vluchtelingen, ze kwamen met duizenden tegelijk. Bovendien vreesde men voor een aanzuigende werking, want ook in landen als Polen en Hongarije was er een enorme druk op joden. Vergeet niet dat er in 1939 ook een half miljoen vluchtelingen uit Spanje kwamen, waar Franco na de burgeroorlog een dictatuur installeerde.’ Heulden de landen die weigerden joodse vluchtelingen op te vangen indirect en misschien ongewild met nazi-Duitsland? Caestecker: ‘Die uitspraak gaat te ver. Het zijn de nazi’s die joden vervolgden, niet de andere landen. Wel waren verschillende regeringen bereid om met de Duitsers verregaand te onderhandelen over het inkrimpen van de vluchtelingenstroom, eerder dan dat ze pogingen deden om de vervolging aan te klagen. Denk aan het invoeren van de J-pas: alle landen waren daar opgetogen over. En het speelde de nazi’s in de kaart dat de joden nergens welkom waren, het werd tegen hen als argument uitgespeeld en zette de nazi-politiek kracht bij.’
Hij wijst ook op de historische context. Tot voor de Eerste Wereldoorlog kon je in de meeste landen vrij rondreizen en je vestigen. De enige voorwaarde was dat je in je eigen levensonderhoud kon voorzien. ‘In landen als Nederland en België werd na de Eerste Wereldoorlog het algemeen kiesrecht ingevoerd, dat gaf een omvangrijke bevolkingsgroep een stem. De communistische omwenteling in de Sovjet-Unie zorgde voor pleinvrees in het Westen. De overheden wilden daarom hun inwoners een zekere mate van economische bescherming bieden. Er kwamen steeds meer restricties voor buitenlanders, die konden zich niet zomaar meer vestigen en een zaak beginnen. In de jaren dertig was er bovendien de economische crisis, wat nog meer tot protectionisme aanzette. Uitgerekend in die periode begon de vervolging van joden, die een massale stroom straatarme vluchtelingen opleverde. Niemand zag ze graag komen, bovendien werd hun situatie als argument gebruikt om het protectionisme nog aan te scherpen.’
Paul Steiner is een Oostenrijkse jurist en journalist die na de Anschluss in 1938 naar Nederland vlucht, met het vliegtuig. Hij doet zich voor als handelsvertegenwoordiger van een uitgever maar wordt door de grenswachten niet geloofd. Hij heeft een Duits paspoort met een J en wordt gedwongen teruggestuurd naar Wenen. Hij slaagt er later alsnog in om naar Brussel te vluchten en dan naar de Verenigde Staten.
DE VERVOLGING van de joden heeft in 1951 tot de Conventie van Genève geleid. Die beschermt mensen die worden vervolgd op basis van hun geloof, hun politieke overtuiging, hun seksuele geaardheid, hun huidskleur of het behoren tot een sociale groep. Deze bescherming geldt voor individuen en voldeed lange tijd. Er kunnen echter altijd nieuwe motieven ontstaan om te vluchten. Op zulke situaties moet men steeds alert kunnen inspelen, vindt Frank Caestecker: ‘Bij het uitbreken van de oorlogen op de Balkan in de jaren negentig was er een groep oorlogsvluchtelingen die vooral aan de Duitse grens aanklopten. Zij vielen niet onder de Conventie, want ze waren collectief slachtoffer van geweld. Toch werden ze in West-Europa beschermd, maar de beschermingskwaliteit varieerde van land tot land. Duitsland, dat op de weke flank van Europa lag, vroeg om een EU-regeling voor oorlogsvluchtelingen, en die kwam er ook.’
Toch zijn er tegenwoordig nog lacunes: ‘Er is te weinig controle op wat buiten de EU gebeurt. Vanuit bijvoorbeeld Noord-Afrikaanse landen proberen vluchtelingen Europa te bereiken. We weten weinig over hoe vluchtelingen daar worden behandeld. Het lijkt me dat we in mechanismen moeten voorzien om ook die vluchtelingen van een veilige opvang te verzekeren.’
Bootvluchtelingen
Joden die het zich konden veroorloven, probeerden overzee te vluchten, maar ook op andere continenten golden steeds meer restricties. Het verhaal van de Saint Louis is bekend. Het schip voer uit naar Cuba en had vooral joodse vluchtelingen aan boord. Noch in Cuba, noch in de Verenigde Staten mochten ze aan wal. Niemand wou hen opvangen, het schip bleef ronddwalen op zee. Na veel onderhandelingen bleken onder andere België en Nederland bereid een klein deel van de vluchtelingen op te vangen, liefst alleen joden die bereid waren verder te emigreren en dus snel weer het land zouden verlaten. De lotgevallen van de Saint Louis zijn achteraf meermaals beschreven, maar representatief zijn ze niet. Er waren verscheidene schepen met joodse vluchtelingen die meestal geen andere keus hadden dan na lange omzwervingen hun passagiers weer in Duitsland aan wal te zetten.
EINDE ARTIKEL GROENE AMSTERDAMMER