Noten 9 en 10/WALRUS IN ACTIE!

[9]

NOS

RACISTISCHE KLOPJACHTEN IN TUNESIE,

ZWARTE MIGRANTEN VLUCHTEN MASSAAL NAAR EUROPA

30 MAART 2023

https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2469409-racistische-klopjachten-in-tunesie-zwarte-migranten-vluchten-massaal-naar-europa

Vanaf de lange Tunesische kust vertrok deze maand een recordaantal boten met migranten richting het Italiaanse eiland Lampedusa. Het zijn voornamelijk zwarte migranten die in Tunesië leven, maar het land uitvluchten na een opruiende toespraak van president Kais Saied.

Daarin noemde hij migranten een paar weken geleden “een enorm gevaar voor het land” en “onderdeel van een crimineel plan om de bevolkingssamenstelling te veranderen”. Zijn verhaal lijkt daarmee op de omvolkingstheorie, die in sommige extreemrechtse kringen aangehangen wordt.

“Enorm schokkend”, vindt de Tunesische politicoloog Tarek Kahlaoui het. “Hij zei ook nog dat het door Afrikaanse migranten komt, dat het aantal misdaden in ons land zo gestegen is. Dat is gewoon criminaliteit ophangen aan iemands afkomst.”

‘Tunesiërs spugen op ons’

Sinds de toespraak van president Saied zijn er in heel Tunesië racistische klopjachten. Zwarte migranten mogen niet meer werken en meer dan duizend van hen zijn uit hun huizen gejaagd, soms met geweld. Honderden zijn inmiddels naar hun thuisland gerepatrieerd. Maar lang niet iedereen kán terug. Sommigen leven daarom nu in tentjes voor de kantoren van vluchtelingenorganisaties, in de hoofdstad Tunis.

Maar zelfs daar moeten ze op hun hoede zijn, vertelt een man die met zijn jonge zoontje in het kamp woont. “Tunesiërs spugen op ons, gooien met stenen of slaan ons met stokken. Is het een misdaad om een zwarte huidskleur te hebben?”

‘Straks zijn we zo donker als koffie met melk’

President Saied wordt in alles gesteund door een vaste groep aanhangers, die ook zijn complottheorieën over zwarte migranten geloven. “Ze zijn met te veel en het lijkt georganiseerd”, zegt één van hen erover. En ook een ander vindt het beleid van de president logisch: “Anders zijn we binnen vijftien jaar zo donker als koffie met melk.”

Veel Tunesiërs hopen daarnaast dat de economie van hun land weer beter wordt, als de zwarte migranten vertrekken. Politicoloog Kahlaoui denkt dat dat er niet in zit. “Het is heel zorgelijk dat de president het land bestuurt op basis van complottheorieën. Want die gaan onze sociale en economische problemen echt niet oplossen.”

Toch is er ook solidariteit met de migranten. Eind februari, slechts een paar dagen na de speech van president Saied, was er een demonstratie in Tunis tegen zijn uitlatingen. Honderden mensen deden mee.

Ook Tunesische mensenrechtenorganisaties houden zich bezig met de zaak. Ze beschuldigen de president van haatzaaien en het zoeken van een zondebok voor de groeiende economische en politieke crises. Ze vrezen dat het er toe leidt dat veel meer migranten gaan proberen met bootjes de gevaarlijke oversteek naar Europa te maken.

Dat lijken berichten op social media te bevestigen. Daar verschijnen meerdere oproepjes van mensen die een boot aanbieden, of nog lijken te zoeken naar extra passagiers om de overtocht mee te maken. Een aanbieder schrijft dat het omgerekend zo’n 740 euro per persoon kost, maar dat zwangere vrouwen en kinderen gratis mee mogen.

Nieuwsuur heeft het Tunesische ministerie van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken om commentaar gevraagd. Daar is geen reactie op gekomen.

EINDE BERICHT

AMNESTY INTERNATIONAL 

RACISTISCHE TOESPRAAK PRESIDENT TUNESIE

ZET AAN TOT GOLF VAN GEWELD TEGEN ZWARTE

AFRIKANEN

10 MAART 2023

https://www.amnesty.nl/actueel/racistische-toespraak-president-tunesie-zet-aan-tot-golf-van-geweld-tegen-zwarte-afrikanen

De Tunesische autoriteiten moeten ervoor zorgen dat er onmiddellijk een einde komt aan de aanvallen op zwarte Afrikaanse migranten. Die begonnen in februari, en de aanvallen namen toe na de racistische en xenofobe opmerkingen van president Kais Saied op 21 februari 2023.

De autoriteiten moeten de daders ter verantwoording roepen, met name wanneer politieagenten bij de aanvallen betrokken waren. Ze moeten alle migranten vrijlaten die willekeurig worden vastgehouden en ze moeten ervoor zorgen dat ze niet onvrijwillig worden teruggestuurd.

Discriminerend en haatdragend

De discriminerende en haatdragende opmerkingen van president Saied tijdens een vergadering van de Nationale Veiligheidsraad op 21 februari zorgden voor een toename van racistisch geweld tegen mensen van kleur. Bendes gingen de straat op waar ze migranten, studenten en asielzoekers aanvielen. Politieagenten arresteerden en deporteerden tientallen mensen.

President Saied zei dat ‘hordes illegale migranten uit Sub-Sahara Afrika’ naar Tunesië waren gekomen, ‘met alle geweld, misdaad en onaanvaardbare praktijken van dien’. Hij zei dat dit een ‘onnatuurlijke’ situatie was en dat het een onderdeel vormde van een crimineel plan dat was ontworpen om ‘de demografische samenstelling te veranderen’ en Tunesië te veranderen in ‘het zoveelste Afrikaanse land dat niet meer tot de Arabische en islamitische naties behoort’.

‘Tolereer racistisch geweld niet’

‘President Saied moet zijn opmerkingen intrekken en onderzoek instellen om duidelijk aan te geven dat anti-zwart racistisch geweld niet wordt getolereerd’, zegt Heba Morayef van Amnesty International. ‘De president moet ophouden met het zoeken naar zondebokken voor de economische en politieke ellende van Tunesië. De gemeenschap van zwarte Afrikaanse migranten in Tunesië wordt nu gegrepen door angst voor mishandeling of willekeurige arrestatie en gedwongen terugkeer.’

‘Tot nu toe hebben de Tunesische autoriteiten geprobeerd deze gewelddadige aanvallen te bagatelliseren en zelfs geheel te ontkennen. Autoriteiten moeten prioriteit geven aan het onderzoek naar politiegeweld tegen zwarte migranten. Ook moeten ze onmiddellijk een einde maken aan de gedwongen terugkeer van migranten en ze moeten racistisch gemotiveerde aanvallen door bendes of agenten voorkomen.’

Geweld ontkend

Al twee weken lang ontkennen de autoriteiten racistisch geweld tegen zwarte Afrikanen. Na de internationale verontwaardiging die de opmerkingen van de president opriepen, kondigden de autoriteiten op 5 maart ‘nieuwe maatregelen’ aan om het legale verblijf van migranten te vergemakkelijken en om de terugkeer van degenen die ‘het land vrijwillig willen verlaten’ te faciliteren. Desondanks duren de aanslagen en het geweld voort.

Amnesty International sprak met twintig mensen in Tunis, vijf asielzoekers en vijftien mensen zonder papieren uit Kameroen, Sierra Leone, Ghana, Nigeria, Guinee en Ivoorkust. Allen werden aangevallen door bendes en in ten minste drie gevallen was daarbij de politie aanwezig. Die greep niet in om de aanvallen te stoppen of de daders te arresteren.

Advocaten zonder Grenzen, een organisatie die rechtsbijstand verleent aan asielzoekers en migranten, bevestigt dat sinds begin februari in verschillende steden in Tunesië zeker 840 zwarte Afrikaanse migranten, studenten en asielzoekers zijn opgepakt. Veel van de geïnterviewden zeiden dat geweld en vijandigheid tegen zwarte mensen voortdurend plaatsvindt in Tunesië. Ze vertelden dat de aanvallen toenamen na de toespraak van de president.

Racistische aanvallen door bendes na opruiing door president

Getuigen beschreven hoe Tunesische mannen, soms gewapend met knuppels en messen, na de toespraak van de president de straat opgingen om hen aan te vallen of hun huizen binnen te vallen.

Op 24 februari werd de 22-jarige Manuela D, een asielzoeker uit Kameroen, in de borst gestoken, waarbij ze zware verwondingen opliep. Ze werd aangevallen door een groep van zes mannen die racistische beledigingen naar haar schreeuwden. Ze vertelde dat ze in de wijk Ariana in de hoofdstad Tunis was toen ze een klap in haar nek voelde. Ze viel op de grond en kreeg in het Frans toegeschreeuwd ‘ga terug naar huis, jij bende van zwarten, we willen je hier niet’. Toe ze in het ziekenhuis wakker werd, zag ze dat ze bloedde en dat haar kleren waren gescheurd. Ze had een open wond in haar rechterborst en andere verwondingen aan haar buik en lippen.

De 21-jarige Aziz uit Sierra Leone vertelde dat hij in juni 2021 naar Tunesië kwam om als bouwvakker aan de slag te gaan. Een paar dagen na de toespraak van de president kwamen tien Tunesiërs naar zijn huis in Ariana. Ze braken zijn deur open, namen zijn spullen mee en dwongen hem en zijn gezin het huis uit te gaan. Hij zei dat de mensen die hem en zijn vrouw aanvielen, zeiden dat ‘alle zwarte mensen moeten vertrekken, ze willen ons niet zien, ze willen ons hier niet… ze namen ons geld, zelfs ons eten, ze zeiden ga terug naar Afrika’.

In acht gevallen zeiden arbeidsmigranten en asielzoekers dat ze door bendes uit hun huizen waren verdreven en dat hun bezittingen waren gestolen of vernield. Tien mensen vertelden dat hun huisbazen hen uit huis zetten nadat de autoriteiten hadden gedreigd om iedereen te straffen die ‘illegale migranten’ onderdak bood of in dienst had.

Sommigen van de geïnterviewden verbleven onder onhygiënische omstandigheden in een geïmproviseerd kamp van de Internationale Organisatie voor Migratie in Tunis, zonder toegang tot voedsel, behalve eten dat was uitgedeeld door vrijwilligers. Ook was er geen toilet en hadden ze geen warme kleren, omdat ze al hun bezittingen hadden verloren.

Mishandeling door de politie

Drie getuigen zeggen dat ze zijn mishandeld of gearresteerd door de politie. Milena, een student uit Burkina Faso, meldde dat ze fysiek en verbaal werd aangevallen door de politie. Ze vertelde dat drie Tunesische mannen haar beledigden en haar zeiden dat ze het land moest verlaten toen ze een supermarkt uitkwam. Een passerende politieauto stopte, maar in plaats van de mannen aan te spreken, vroeg de agent haar om haar verblijfsvergunning te tonen. Ze antwoordde dat ze een student was en liet haar schooldocumenten zien. Ze werd onmiddellijk geboeid, gedwongen om de politieauto in te gaan en naar het politiebureau van Ariana gebracht. Ze zei: ‘Toen ik op het politiebureau aankwam, schreeuwde een politieagent tegen me “jullie zwarten creëren problemen” en schopte een andere me met zijn knie in mijn maag.’ Na 4 uur detentie lieten ze haar vrij, nadat een Tunesische vrouw bevestigde dat zij een student is.

Arrestatie en gedwongen terugkeer

De 30-jarige Djomo, een bouwvakker uit Ivoorkust, vertelde dat hij op 5 maart rond 20.00 uur wakker werd in een huis in Sfax door een harde knal op de deur, waarna ongeveer tien mensen inbraken. ‘Ze waren gewapend met knuppels, sommigen dwongen twee van mijn huisgenoten naar buiten te gaan en sloegen ze totdat ze op de grond vielen. Anderen begonnen alles in huis te vernielen, ze namen het geld en de telefoons van sommigen van ons af. De politie kwam 30 minuten later, maar ze arresteerden de aanvallers niet. In plaats daarvan kregen wij handboeien om en brachten ze ons naar hun hoofdkwartier.’

Hij zei dat hij die nacht samen met 25 anderen was gearresteerd, onder wie een 8 maanden zwangere vrouw. De volgende dag werden ze voor de rechter gedaagd, maar ze werden ‘s middags zonder proces weer vrijgelaten. Djomo zei dat de huisbaas hen had verteld dat ze niet naar huis terug konden. Op het moment dat Amnesty met hem sprak, leefde hij op straat.

Amnesty International bekeek recente video’s en foto’s die genomen waren in Ouardia, een detentiecentrum in Tunis. Daarop is te zien hoe veiligheidsagenten migranten slaan. In één video sleepten agenten met geweld een zwarte man een trap af.

De afgelopen dagen zijn honderden zwarte Afrikanen geïntimideerd om terug te keren naar hun eigen land. Ten minste 300 Malinezen en Ivorianen werden op 4 maart naar hun land teruggestuurd als onderdeel van wat wordt beschreven als een ‘vrijwillige evacuatie’. Op 1 maart werd een groep Guinese migranten gerepatrieerd.

Achtergrond

In 2018 was Tunesië het eerste land in het Midden-Oosten en Noord-Afrika dat een wet uitvaardigde die rassendiscriminatie bestraft en slachtoffers van racisme in staat stelt verhaal te halen voor verbaal of fysiek racistisch geweld. De afgelopen maanden werden social media overspoeld met racistische, anti-zwarte berichten. De Tunesische Nationalistische Partij is van mening dat de aanwezigheid van zwarte Afrikanen in Tunesië deel uitmaakt van een ‘complot om de samenstelling van de samenleving te veranderen’.

EINDE STATEMENT AMNESTY INTERNATIONAL

[10]

AMNESTY INTERNATIONAL

TUNISIA: PRESIDENT’S RACIST SPEECH INCITES A WAVE

OF VIOLENCE AGAINST BLACK AFRICANS

10 MARCH 2023

Tunisian authorities should ensure an immediate end to the wave of attacks against Black African migrants across Tunisia which started in early February and accelerated following racist and xenophobic comments made by President Kais Saied on 21 February, Amnesty International said today.

The authorities must investigate and hold perpetrators to account, including, in particular, where police officers were involved in the assault. They should release all arbitrarily detained migrants and ensure that they are not involuntarily returned.  

President Saied’s discriminatory and hateful remarks during a National Security Council meeting on 21 February triggered an upsurge in anti-Black racist violence, with mobs taking to the streets and attacking Black migrants, students and asylum seekers, and police officers detaining and deporting scores. 

President Saied said that “hordes of irregular migrants from Sub-Saharan Africa” had come to Tunisia, “with all the violence, crime, and unacceptable practices that entails”. He said this was an “unnatural” situation and part of a criminal plan designed to “change the demographic make-up” and turn Tunisia into “just another African country that doesn’t belong to the Arab and Islamic nations any  more”.

“President Saied must retract his comments and order investigations to clearly signal that anti-Black racist violence will not be tolerated. The president must stop finding scapegoats for Tunisia’s economic and political woes. The community of Black African migrants in Tunisia is now gripped by fear of assault or being arbitrarily arrested and summarily deported,” said Heba Morayef, Amnesty International’s Director for the Middle East and North Africa.

“So far, the Tunisian authorities have sought to downplay these violent attacks and even deny them altogether. Authorities should prioritize the investigation of incidents of police violence against Black migrants, put an immediate end to forcible returns currently underway and prevent any further racially motivated attacks by gangs or state agents.” 

For two weeks, the authorities denied racist violence against Black Africans had occurred.  After the international outcry provoked by the President’s comments, the authorities announced, “new measures” on 5 March to facilitate the legal residency of migrants, as well as a process of repatriation for those “wishing to voluntarily leave the country,” but the attacks and violence have continued.

Amnesty International interviewed 20 people in Tunis, among them five asylum seekers and 15 undocumented migrants from Cameroon, Sierra Leone, Ghana, Nigeria, Guinea and Ivory Coast. They were all attacked by mobs, and in at least three cases, the police were present but failed to intervene to stop the attacks or arrest the perpetrators.

Since the beginning of February, Avocats sans Frontières (ASF), an organization providing legal aid to asylum seekers and migrants, has confirmed at least 840 Black African migrants, students and asylum seekers rounded up in several cities in Tunisia.  

Many of those interviewed said that violence and hostility against Black people were a regular feature of their life in Tunisia. However, 20 witnesses said the attacks escalated after the President’s speech.

Racist attacks by mobs after the president’s incitement

Witnesses described to Amnesty International how, after the president’s speech, Tunisian men, sometimes armed with batons and knives, had taken to the streets of the capital and attacked them or raided their houses.

On 24 February, Manuela D, 22, a Cameroonian asylum seeker, was stabbed in the chest, causing horrific injuries. She was attacked by a group of six men who shouted racist insults at her.

She told Amnesty International that she was in Ariana neighbourhood in Tunis, outside a café, when she felt a violent blow on the neck. She fell on the ground and heard voices shouting, in French “go back home, you gang of Blacks, we don’t want you here.”

When she woke up, she was in the hospital, covered in blood, her clothes torn. She had a long open wound on her right breast, and other injuries to her abdomen and her lips. She shared with Amnesty International a photo taken that night, showing the injury sustained to her breast.

Aziz, 21, from Sierra Leone, told Amnesty International that he came to Tunisia in June 2021 to work as a construction worker. He said that a few days after the president’s speech, 10 Tunisians came to his house in Ariana, broke the door, stole his things and forced him and his family out. He said the people who attacked and shoved him and his wife said: “all Black people must leave, they don’t want to see us, they don’t want us here… they took our money, even our food, they said we don’t want any Black people, go back to Africa.”

In eight cases, migrant workers and asylum seekers said that they had been forced out of their homes by mobs, and that their belongings had been either stolen or destroyed. Ten told Amnesty International that they had been expelled by their landlords after authorities threatened to punish anyone hosting or employing “illegal migrants”.

Some of those interviewed were staying in unhygienic conditions in a makeshift camp in front of the International Organisation for Migration, in Tunis, with no access to food except some distributed by volunteer citizens’ groups, or a toilet, or warm clothes, having lost all their belongings.

Assault by the police

Three witnesses said they were assaulted or arrested by the police.

Milena, a student from Burkina Faso, reported that she was subjected to physical and verbal attack by the police.

She told Amnesty International that she was coming out of the supermarket on the morning of 3 March when three Tunisian men standing nearby began to insult her, telling her to leave the country.

A passing police car then stopped, but instead of addressing the men, asked her to produce her residency permit. She replied that she was a student and produced her school documents.

However, she was immediately handcuffed, forced into the police car and taken to Ariana police station. She said: “When I got to the police station one policeman shouted at me saying “you Blacks create problems” … and another one kneed me in the stomach.”

After four hours of detention, they released her after a Tunisian woman whom she knew, came to vouch for her. 

Arrest and forcible return

Djomo, 30, a construction worker from Cote d’Ivoire, told Amnesty International that on 5 March, at about 8 pm, he was sleeping in a house in Sfax that he shares with five others, when he heard a loud bang on the door and a group of around 10 men broke in.

“They were armed with batons, some forced two of my flatmates out and beat them until they fell on the floor. Others started destroying everything in the house, they took the money and phones of some of us. The National Guard came 30 minutes later, they didn’t arrest the assailants, but instead handcuffed us and took us to their headquarters.”

He said that he had been arrested along with 25 others that night, including an eight-months pregnant woman. The following day, all 25 were taken to court but they were freed in the afternoon without trial. Djomo said that the landlord told them they cannot come back to the house. At the time of the interview, he was living rough on the street.

Amnesty International reviewed recent videos and photos taken from inside Ouardia, a detention centre in Tunis, showing security agents beating migrants. In one video, officers forcefully dragged a Black man down a flight of stairs.

In recent days hundreds of Black Africans have been intimidated into returning to their own countries. At least 300 Malians and Ivorians were returned to their countries on 4 March as part of what has been described as a “voluntary evacuation”. A group of Guinean migrants were repatriated on 1 March.

Background

In 2018, Tunisia was the first country in the MENA region to enact a law that penalizes racial discrimination and allows victims of racism to seek redress for verbal abuse or physical acts of racism. In recent months, a campaign of anti-Black hatred has swept social media and the media. A party called the Tunisian Nationalist party, which espouses “great replacement” ideology, and considers that the presence of Black Africans in Tunisia is part of a “plot to change the composition of society,” is regularly invited in the media and its members are vocal in expressing these views online, with no reaction from the authorities.

END OF AMNESTY INTERNATIONAL STATEMENT

HUMAN RIGHTS WATCH

Black African foreigners in Tunisia have been the subject of sporadic racist assaults by Tunisians for years. But following the president’s speech, they have suffered a surge in attacks, reportedly often accompanied by robbery, along with evictions and job loss. According to ASF, instead of assisting victims, police arrested some undocumented migrants when they tried to report assaults.”

HUMAN RIGHTS WATCH

TUNISIA: RACIST VIOLENCE TARGETS BLACK MIGRANTS,

REFUGEES

Authorities Should Provide Protection; Prosecute Attackers

10 MARCH 2023

https://www.hrw.org/news/2023/03/10/tunisia-racist-violence-targets-black-migrants-refugees

(Tunis) – President Kais Saied’s recent attempt to mitigate the serious harm that a speech he made on February 21, 2023, caused Black African migrants, asylum seekers, and refugees in Tunisia does not go far enough, Human Rights Watch said today. Measures announced on March 5 fall far short of the steps needed to end a surge in violent assaults, robberies, and vandalism by Tunisian citizens, arbitrary evictions by landlords, and job terminations by employers, that followed Saied’s speech.

Meanwhile, scores of Black African foreigners, asylum seekers, and refugees, many of them suddenly homeless, remain camped out in front of international organizations’ headquarters, saying they feel safer there from assaults and arbitrary arrests than elsewhere in Tunisia. Others are keeping low profiles elsewhere, telling Human Rights Watch that they avoid venturing outside as much as possible.

“After fanning the flames of anti-immigrant violence, President Saied now offers only a spoonful of water to contain them,” said Salsabil Chellali, Tunisia director at Human Rights Watch. “The Tunisian government should immediately stop arbitrarily arresting Black African foreigners, review individual cases to ensure due process for everyone arrested, release those arbitrarily detained, and swiftly investigate and hold to account those responsible for racist attacks and abuses.”

Between February 24 and March 3, Human Rights Watch interviewed 16 nationals of West and Central African countries who live in Tunisia, documenting their accounts of being beaten, robbed, or otherwise abused since the president’s speech. They include seven migrant workers, six of whom are undocumented and one who is a legal resident; five students; and four asylum seekers registered with the United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR).

Thirteen of those interviewed said that Tunisians had assaulted, robbed, or discriminated against them or used racist slurs between February 21 and March 1. Since the president’s statements, 11 had been arbitrarily evicted, and 2 fled their homes fearing for their safety. Eight of the nine who had worked before the speech have not been allowed to work since and have lost all sources of income. Nearly all said that the president’s statements and the increase in racist attacks have left them worried for their safety and afraid to walk the streets.

2021 estimate put the number of foreigners from non-Maghreb African countries in Tunisia at over 21,000, in a country with a population of 12 million. About 7,200 are students in Tunisian schools, according to the Higher Education Ministry. UNHCR reported that 9,000 refugees and asylum seekers were registered in the country as of January, with the majority from the Ivory Coast, Syria, Cameroon, and Sudan, and smaller numbers of Guineans, Libyans, and other nationalities.
Beginning in early February, Tunisian police carried out arrests, seemingly targeting Black African foreigners based on their appearance or the neighborhoods in which they live. At least 850 were reportedly indiscriminately arrested, apparently based on racial profiling, according to the Tunisian chapter of Lawyers Without Borders (ASF).

Those arrested included both undocumented people and others with credentials, including some registered refugees and asylum seekers. On March 9, the African Students and Interns’ Association in Tunisia (AESAT) told Human Rights Watch that at least 44 students had been  arrested since February 21, and some are still detained. More than 40 students reported violent attacks.

On February 21, Saied claimed that a “criminal plan” was aiming through “successive waves of irregular migration” to “alter Tunisia’s demographic make-up … to consider it solely African with no affiliation to the Arab or Islamic nations.” Referring to crime and undocumented migrants from Sub-Saharan Africa in the same breath, he ordered the authorities to strictly enforce the law regulating the presence of foreigners in Tunisia. 

Black African foreigners in Tunisia have been the subject of sporadic racist assaults by Tunisians for years. But following the president’s speech, they have suffered a surge in attacks, reportedly often accompanied by robbery, along with evictions and job loss. According to ASF, instead of assisting victims, police arrested some undocumented migrants when they tried to report assaults.

On March 5, the presidency issued a statement rejecting “alleged racism” and listing planned measures “to facilitate the procedures for foreign residents and to protect various communities,” including streamlining registration for foreign students, facilitating voluntary repatriations, and a new hotline to report abuses.

However, the statement did not condemn the criminal assaults on Black migrants, or instruct the security forces to protect those at risk or prosecutors to hold accountable anyone suspected of carrying out criminal acts against foreigners. The authorities have announced only one arrest in the wave of assaults, creating an atmosphere of impunity that can embolden potential attackers.

The following are the accounts of three Black African foreign nationals in Tunisia Human Rights Watch interviewed.

A 20-year-old Malian studying international trade, has been in Tunisia since September 2020. On March 1, while on his way home from his first day of an internship in the center of Tunis, a man pulled out a razor blade and tried to slash him, yelling racist slurs and telling him to go back to “his” country. The student tried to defend himself but still ended up with cuts on his neck and chest.

He went to a police station with the dean of his school – who acted as an interpreter – to report the attack. The officers asked him what happened, handed him a transcript in Arabic with no relevant information on it and told him to go to the hospital, he said. Between February 21 and March 1, he had only left his dorm once to buy groceries because he felt he was in danger.

On February 27, a 17-year-old Cameroonian who is a UNHCR-registered asylum seeker, was evicted from his apartment in Ariana, north of the capital, even though he had paid his rent the day before. The same night, a group of men, apparently Tunisians, assaulted him and his roommates in the street with a knife and sticks, threw rocks at them, and robbed him. They were chanting, “Kill the Blacks” in French, which he understood, he said. He said the assailants stole his phone and cash.

He displayed an open wound on his Achilles tendon, bruises on his thigh, and slashes on the right sleeve and the back of his jacket, which he said were made by an assailant’s knife. Police watched the assault and did not intervene, he said. When he spoke to Human Rights Watch, he had been sleeping on a piece of cardboard in front of the Tunis office of the International Organization for Migration (IOM) since his eviction. He said that he fled the war in his country after all the members of his family were killed.

A woman from Ivory Coast who has 5-month-old twins has been in Tunisia since 2017 and holds a valid residency card. Early in February, she opened a beauty salon in the Sidi Amor neighborhood, north of the capital. She said that the proprietor, who had leased her the salon, later reneged on their agreement, claiming the police had said “Blacks cannot own a business.” The next morning, on February 24, she found the proprietor with six other men on the site destroying equipment and furniture with an axe.

On February 25, her landlord evicted her from her apartment in Raoued, telling her to “go back home.” She and her children have since been relying on friends for shelter, remaining indoors as much as possible due to fear. She also described discrimination in grocery stores, where she said merchants have arbitrarily raised the prices of basic commodities, such as rice, when she arrived at the checkout.

Experts and journalists have documented many other attacks and abuses in recent weeks. The attacks have been fueled by the significant rise in anti-Black rhetoric and hate speech on online platforms in recent months, partly driven by the Tunisian National Party (PNT), which has been calling for the deportation of all undocumented Sub-Saharan migrants. Online hate peaked between February 20 and 26, according to a report released on February 28 by the fact-checking platform Falso.

In 2018, Tunisia passed law 50 on the “elimination of all forms of racial discrimination,” pioneering legislation in the Middle East and North Africa region that criminalizes racial discrimination and provides prison sentences from a month to a year for racist comments or acts, and from one year to three for incitement to hatred or the dissemination of ideas based on racial discrimination or racial superiority by any means.

The International Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination, to which Tunisia is a state party, obligates countries to “condemn racial discrimination” and undertake measures aimed at “eliminating racial discrimination in all its forms and promoting understanding among all races.” It says that countries need to “prohibit and bring to an end, by all appropriate means … racial discrimination by any persons, group, or organization” and “discourage anything which tends to strengthen racial division.”

EINDE STATEMENT HUMAN RIGHTS WATCH

Reacties uitgeschakeld voor Noten 9 en 10/WALRUS IN ACTIE!

Opgeslagen onder Divers

Reacties zijn gesloten.