[42]
ZIE NOOT 38
[43]
EUROPEES PARLEMENT
GEWAARBORGD RECHT OP ASIEL
Alle personen die vervolging of ernstige schade in hun eigen land ontvluchten, hebben het recht om te verzoeken om internationale bescherming. Asiel is een grondrecht en het verlenen ervan aan mensen die voldoen aan de criteria van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 1951, is een internationale verplichting voor de staten die partij zijn, waaronder de EU-lidstaten. De EU heeft de criteria om voor internationale bescherming in aanmerking te komen in haar eigen rechtsorde opgenomen en heeft het concept verruimd door naast vluchtelingen nog een andere categorie van begunstigden van internationale bescherming toe te voegen, namelijk begunstigden van subsidiaire bescherming.
Het recht op asiel wordt gewaarborgd door artikel 18 van het Handvest van de grondrechten van de EU. Overeenkomstig artikel 19 is collectieve uitzetting verboden en mogen personen niet worden verwijderd of uitgezet naar, noch worden uitgeleverd aan een staat waar een ernstig risico bestaat dat zij aan de doodstraf, aan folteringen of aan andere onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen worden onderworpen.
De lidstaten van de EU hebben ingestemd met een gemeenschappelijk Europees asielbeleid, met inbegrip van subsidiaire of tijdelijke bescherming.
De procedures voor de toekenning van het asielrecht moeten zowel eerlijk als effectief zijn in de hele Unie. Dat is de grondslag voor het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS).
Dit stelsel bestaat uit verschillende wetgevingsteksten die alle aspecten van de asielprocedure bestrijken:
- de Dublin-verordening, waarin wordt bepaald welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek;
- een richtlijn inzake asielprocedures, waarin gemeenschappelijke normen voor eerlijke en efficiënte asielprocedures worden vastgesteld;
- een richtlijn inzake opvangvoorzieningen, die gemeenschappelijke minimumnormen inzake levensomstandigheden van asielzoekers bevat en waarborgt dat zij toegang hebben tot huisvesting, voedsel, werkgelegenheid en gezondheidszorg;
- een richtlijn inzake erkenning, waarin is vastgelegd wie voor de vluchtelingenstatus of voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt en een aantal rechten voor begunstigden bevat (verblijfstitels, reisdocumenten, toegang tot werk en onderwijs, sociale voorzieningen en gezondheidszorg).