[25]
BBB
STRENG MET MENSELIJKE MAAT:
BBB OVER MIGRATIE
13 FEBRUARI 2023
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 20
[26]
ZIE NOOT 25
[27]
BNN VARA JOOP.NL
WELKOM IN DE WERELD VAN HET NIEUWE WESTERSE
KOLONIALISME
OLAF MESMAN
29 MEI 2015
Dobberneger.” “700 doden, ach… het scheelt weer geld.” “Laat ze maar verdrinken, die gelukszoekers, potentiële uitkeringstrekkers zijn het.” “Ze moeten het daar zelf oplossen, kunnen wij niks aan doen.” “Afrika is als eerste aan zet om mensensmokkelaars aan te pakken.” De laatste uitspraak was van premier Rutte en net zo walgelijk als de rest, omdat Rutte lijkt te vergeten dat vandaag de dag de Europese economie groeit door Sub-Sahara Afrika, de regio waar de ‘potentiële uitkeringstrekkers’ vandaan komen. We zijn een maand verder sinds het bootvluchtelingendrama en is er geen drol veranderd, de onzichtbare racistische apartheidsmuren zijn nog steeds om fort Europa heen gebouwd. Een klein lichtpuntje: de Europese Commissie heeft onlangs besloten 40.000 vluchtelingen in Italië evenredig te verdelen over Europa, maar toch blijft het eeuwenoude antwoord: “We kunnen natuurlijk niet iedereen opvangen.” Wat we wel kunnen, is rijkdommen stelen. Welkom in de wereld van het nieuwe westerse kolonialisme.
Er zijn vier manieren van uitbuiting die laten zien dat Rutte en de rest van de Europese elite een hypocriet en hebzuchtig zooitje zijn. En maar zeuren dat vluchtelingen ons geld kosten en de grenzen niet open kunnen. Dat grenzen wagenwijd open staan voor goedkope goederen, grondstoffen en diensten kan natuurlijk wel.
Toenemende landroof De eerste manier betreft de toenemende landroof in de grondstofrijke Sub-Sahara regio als gevolg van onzekere mondiale voedsel- en olievoorraden. Uit een uitgebreid onderzoek van Fred Pearce wordt duidelijk dat een gebied groter dan West-Europa in het afgelopen decennium door diverse multinationals in beslag is genomen als gevolg van onzekere voorraden. Dat hierdoor volledige gemeenschappen van hun landerijen worden weggedreven lijkt onbelangrijk, zoals blijkt in Mali waar volgens Oxfam “tenminste 23 dorpen met een inwoneraantal van 1644 mensen in een gebied waar 94000 mensen wonen worden verdreven zonder enige vorm van compensatie”.
Illegale kapitaalvlucht Desondanks moeten we een schouderklopje geven aan de westerse regeringen die uit liefdadigheid jaarlijks gemiddeld $ 26 miljard bijdragen aan ontwikkelingshulp in Sub-Sahara Afrika. Dat weegt dan wel weer op tegen het verdrijven van gemeenschappen toch? Nou nee. De tweede uitbuitingsmethode is illegale kapitaalvlucht wat betekent dat de noodzakelijke benodigdheden voor economische ontwikkeling van geld als investeringsmiddel voor infrastructuur – gebouwen, machines, internet enzovoorts – via illegale financiële constructies als belastingparadijzen en belastingontwijking wordt weggesluisd. Zodoende heeft de gerenommeerde Universiteit van Massachusetts berekend dat Sub-Sahara Afrika tussen 2005-2010 $ 310 miljard is kwijtgeraakt aan illegale kapitaalvlucht van voornamelijk westerse multinationals en enkele zeer rijke Afrikaanse partners die de winsten alleen maar zien stijgen. De ontwikkelingshulp is in vergelijking dus niets meer dan een kleine pleister op een veel te grote wond.
Rentes en afbetalingen koloniale leningen Bovendien zitten de leningen die verstrekt worden aan de regio inbegrepen bij de $ 26 miljard aan ontwikkelingshulp. Dat deze leningen erfenissen zijn van het koloniaal verleden en vaak door toedoen van dictators ontstaan zijn, lijken we te vergeten. Ondanks dat er af en toe een deel van de lening wordt kwijtgescholden, moeten volgens data van de Wereldbank landen in Sub-Sahara Afrika alleen al aan rentes en afbetalingen jaarlijks $ 250 miljard ophoesten. De kleine hoeveelheden die staten aan belasting binnenkrijgen als gevolg van illegale kapitaalvlucht worden dus vrijwel allemaal besteed aan de afbetaling van leningen. Zo kan je dus nooit een samenleving ontwikkelen.
De hierop aansluitende derde manier van uitbuiting komt van westerse organisaties (IMF, Wereldbank, WTO) die eisen dat vrije markten worden ingesteld vóórdat nieuwe leningen verstrekt worden, waar vervolgens oudere leningen mee worden afbetaald. Met andere woorden: schulden blijven toenemen terwijl multinationals gemakkelijker toegang kunnen krijgen tot de natuurlijke rijkdommen van de Sub-Sahara regio. De gevolgen van dit vrijemarktbeleid hebben volgens wederom een studie van de Universiteit van Massachusetts geleid tot een verlies van $ 490 miljard. Eigenlijk best logisch. Vergelijk de internationale vrije markt maar met een basisschool, in groep 1 konden we ook nog lang niet het niveau aan van de grote jongens en meisjes in groep 8. In Sub-Sahara Afrika kunnen de lokale bedrijven ook niet de internationale concurrentiestrijd aan met Shell, Monsanto of Unilever.
Personeel van westerse multinationals Maar laten we eerlijk zijn, het BBP (bruto binnenlands product) van de regio is de afgelopen 10 jaar gemiddeld met 4,9 procent gegroeid. De multinationals lijken met hun investeringen dan toch wel wat goeds te doen. Nou niet dus. Het moet niet gekker worden, want wat blijkt nu uit een studie van Professor Ndongo Samba Sylla: gemiddeld betaalt de Sub-Sahara regio $ 40 miljard per jaar uit aan inkomens van westerse landen en andersom krijgt het niks binnen. De economische groei is dus niet voor de armsten in de regio maar voor het personeel van westerse multinationals en een rijke Afrikaanse elite.
“Wegkijken kan niet meer!!!” Ik ben het helemaal eens met minister Koenders – die dat wel doet, maar oké – dat wegkijken niet meer kan. Of moeten we eerst de mensensmokkelaars aanpakken in plaats van het economische systeem dat Sub-Sahara Afrika uitbuit? Toch Rutte? Het wordt tijd dat ook vandaag de dag westerse overheden erkennen dat de Europese en Nederlandse economische ontwikkeling mede te danken is aan Sub-Sahara Afrika. Al de miljarden die vanuit de regio richting het westen zijn uitgestroomd hadden Sub-Sahara Afrika namelijk al tien keer kunnen ontwikkelen.
Net als in het koloniale verleden waar goud, diamanten en slaven werden geroofd, wordt Sub-Sahara Afrika nu bestolen van het grote potentieel om zich te ontwikkelen tot één van de meest welvarende regio’s ter wereld. Maar tot de dag van vandaag blijven de grenzen voor MENSEN dicht en voor grondstoffen en goederen open.
EINDE ARTIKEL
UITBUITING IN HET ZUIDEN: WAT KUNNEN WE ERAAN DOEN?
17 NOVEMBER 2021
We leven in een zeer ongelijke wereld. In Afrika en Azië leven miljoenen mensen van enkele dollars per dag, elke dag strijdend tegen de honger. Ze zijn daardoor extra kwetsbaar voor uitbuiting. Dit is een schrijnend en moeilijk oplosbaar probleem, omdat deze mensen vaak in de steek gelaten worden door hun eigen overheid. Toch wil ik in dit stuk op zoek gaan enkele oplossingen.
De grondstoffenrace
Als gevolg van de groene energietransitie is er sinds een tiental jaren een wereldwijde jacht naar nieuwe grondstoffen losgebarsten. Om voldoende windmolens, zonnepanelen en autobatterijen te bouwen zijn er massa’s zeldzame aardemetalen (rare earth elements), koper, kobalt en lithium nodig.
Eigenlijk zijn deze zeldzame aarden niet zo zeldzaam, ze komen vaak voor in de aardkorst. Maar om ze te ontginnen heb je ertsen nodig voldoende rijk zijn aan zeldzame aarden, anders is het niet rendabel. Het probleem met zeldzame aarden is vooral geopolitiek: de mijnen liggen in landen met instabiel of autoritair regime. Zo komt het meeste kobalt uit Congo, het meeste lithium uit Chili en worden andere zeldzame aardmetalen, zoals neodymium en praseodymium, vooral gedolven in China.
Koloniale voorgeschiedenis
Om de huidige grondstoffenhandel tussen ontwikkelingslanden en rijke landen te begrijpen, moeten we terugspoelen naar de tijd van het kolonialisme. De geschiedenis van Belgisch-Congo is het meest bekende en schokkende voorbeeld. Na de Conferentie van Berlijn in 1878 werd Congo het persoonlijke bezit van koning Leopold II. Hij zag in de rubberbomen in Congo een ware goudmijn. De rubberontginning ging gepaard met massale dwangarbeid, verminkingen en zelfs genocide. Dorpen die niet genoeg rubber leverden werden in brand gestoken. Door het wanbeheer van Leopold II nam de Belgische regering de kolonie over in het begin van de 20ste eeuw. Maar de roof van grondstoffen ging gewoon door zoals voorheen. Belgisch-Congo was natuurlijk maar één voorbeeld. Ook landen als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Portugal en Spanje maakten zich schuldig aan het koloniale uitbuiting.
De erfenis van het kolonialisme
Bij het koloniseren van Afrikaanse en Aziatische landen installeerden Europese kolonialisten ‘extractieve instituties’. Dit zijn instituties die gehanteerd worden door de besturende elite om zichzelf te verrijken, zoals dwangarbeid. De rest van de bevolking wordt gedwongen om de vruchten van hun arbeid af te staan aan de elite. Dit systeem wordt beschreven in het boek Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm van Daron Acemoglu en James Robinson.
Het koloniaal systeem was erop gericht om zoveel mogelijk bodemschatten, suiker, tabak en katoen uit de kolonie te halen. Al het werk werd verzet door inheemse dwangarbeiders in mijnen en plantages. De grondstoffen en producten werden vervolgens verscheept naar Europa om daar verkocht te worden. De diefstal van grondstoffen, land en arbeid was al erg genoeg, maar het ergste gevolg van het kolonialisme was het verder bestaan van de extractieve instituties na de kolonisatie. In de periode tussen de Tweede Wereldoorlog en 1970 ontstond de dekolonisatiebeweging, waardoor er een heleboel nieuwe, onafhankelijke staten ontstonden. Tragisch genoeg werd het leven van de bevolking er nauwelijks beter op. De bevolking van de oud-kolonies werden nog steeds onderdrukt, dit keer door hun eigen leiders. Die gingen op hetzelfde élan verder als de Europese kolonisten.
Eén van de meest flagrante voorbeelden was Mobutu Sese Seko, die Congo leegplunderde voor eigen gewin. Met zijn rijkdommen bouwde hij paleizen in de jungle en stak hij politici en ondernemers smeergeld. Doordat Mobutu niet zorgde voor degelijke scholen, wegen of elektriciteitsvoorziening bleef de economie achteruitboeren. Het gevolg was dat de gewone Congolezen straatarm bleven.
De voorbije decennia woedden er in Congo ook etnische conflicten. Die zorgen voor nog meer economische onderontwikkeling. De rebellenmilities die betrokken zijn in deze conflicten hebben een groot deel van de mijnbouw van kritische metalen in handen. In de kobaltmijnen zetten ze zetten kinderen in als goedkope arbeidskrachten. Dit kobalt en andere metalen worden gebruikt in batterijen van elektrische wagens en in smartphones die op de westerse markten verkocht worden.
Wat kunnen we doen?
Het is wrang om vast te stellen dat veel metalen die in onze smartphones, computers en elektrische wagens zitten, afkomstig zijn van mijnen waar kinderen in gevaarlijke en mensonwaardige omstandigheden moeten werken. Er zijn verschillende acties mogelijk door individuen, bedrijven en overheden. Als individu kunnen we een Fairphone kopen. Dit bedrijf dat deze smartphones maakt, gebruikt enkel metalen die op een ethische manier gewonnen zijn, met respect voor mensenrechten en milieu. Dit is al een goed begin.
Een nog belangrijkere stap is om de grote smartphone- en batterijproducenten mee in het bad te krijgen. Apple en Google werden in de V.S. aangeklaagd door Congolese families wiens kind verminkt was geraakt of gestorven in een kobaltmijn. Door de publieke verontwaardiging hierover worden deze bedrijven onder druk gezet om beter toezicht te houden op hun toeleveringsketens. Dit kan de situatie verbeteren. Als grote bedrijven enkel zaken willen doen met uitbaters van mijnen die de mensenrechten respecteren, zullen de andere mijnen hopelijk voldoende gestimuleerd worden om geen kinderen meer in dienst te nemen en hun arbeiders beter te behandelen.
Tot slot zou ook de Congolese overheid meer controle kunnen uitoefenen. Westerse landen die handel drijven met Congo zouden in handelsakkoorden kunnen zetten dat de Congolese overheid haar bevolking beter moet beschermen tegen mensenrechtenschendingen. Maar dit is geen gemakkelijke opdracht. De Congolese overheid is nog steeds zwak én corrupt, en het ziet er niet naar uit dat dit op korte termijn zal verbeteren. Het zullen dus vooral Westerse bedrijven, de VN en ngo’s zijn die moeten proberen om de situatie ter plekke te verbeteren.
Europese mijnen
Er is nog een andere mogelijkheid om deze uitbuiting tegen te gaan. Europa zou zelf mijnen kunnen bouwen voor zeldzame aarde-metalen. Op dit moment schuiven we de milieulast van zulke mijnen af op landen als China, Congo en Chili. Het voordeel van Europese mijnen is dat er geen kinderarbeid en geen uitbuiting (of alleszins veel minder) zou plaatsvinden omdat hier de arbeidsnormen veel hoger liggen. We zouden het ook op een milieuvriendelijkere manier kunnen dan in arme landen omdat we hier over betere technologie beschikken. De vraag naar zeldzame aarde-metalen zal sowieso blijven stijgen, jaar na jaar. Dus Europese mijnbouw is zeker geen overbodige luxe.
Een andere manier om zeldzame aarden te winnen is door ze te hergebruiken via zogenaamde ‘urban mining’. Hierbij worden kapotte of versleten smartphones, lithiumbatterijen en elektrische motoren ingezameld, waarna de metalen worden gerecupereerd. Het probleem is dat de huidige smartphones niet circulair ontworpen zijn. Het kost te veel moeite om producten uit elkaar te halen en de waardevolle materialen te recupereren. In de toekomst zullen producten dus beter ontworpen moeten worden. Onderzoeker Peter Tom Jones (KUL) werkt met het Demeter-project aan een elektrische motor waarbij de metalen er makkelijk uit te halen zijn. Nadien moet de productie van deze motoren nog opgeschaald worden. Door meer zelfvoorzienend te worden kunnen Europese landen meer druk zetten op regimes waar de mensenrechten geschonden worden. We zullen dan minder afhankelijk zijn van mijnen in Congo, China en Chili. Als deze landen handel willen drijven in grondstoffen, kan Europa eisen dat de overheden beter toezien op de mensenrechten en het milieu.
Herstelbetalingen of donaties?
Wat dan met de verantwoordelijkheid voor de vroegere kolonisatie? Moeten Europese landen herstelbetalingen doen aan oud-kolonies? In principe zijn we die betalingen zeker aan hen verplicht. Zoals ik al zei heeft het koloniale bestuur veel landen in het Zuiden op het pad gedreven van onvrijheid en armoede. Het probleem is echter dat de herstelbetalingen in handen zouden komen van de autoritaire en corrupte leiders die nu aan de macht zijn. De kans is groot dat die leiders het geld voor henzelf houden en de bevolking laten stikken. We zouden kunnen proberen om het geld tot bij de gewone man of vrouw te krijgen maar dat is niet zo evident.
Een andere manier om de mensen in het Zuiden uit het slop te trekken, is manieren bedenken om de samenleving daar te versterken. Westerse ngo’s kunnen mensen leren hoe ze zich moeten organiseren en hoe ze hun rechten kunnen opeisen. Maar de eerste noodzakelijke stap is het bestrijden van armoede en dodelijke infectieziekten. Als mensen straatarm of ziek zijn, kunnen ze zich niet organiseren. Daarom focussen effectief altruïsten, een nieuwe lichting goeddoeners, eerst op het bestrijden van armoede en infectieziekten in ontwikkelingslanden. Dit doen ze via gerichte donaties aan goede doelen waarvan bewezen is dat ze enorm effectief zijn.
Effectief altruïsme is gegroeid vanuit geëngageerde individuen. De vraag is of westerse overheden ook bereid zijn om aan effectief altruïsme te doen. Een andere vraag is of dat ook zou werken. Overheden hebben hun eigen belangen en dat zou de zaak kunnen schaden. Ik weet niet of effectief altruïsten hierin . Als individu of organisatie kunnen we in ieder geval wel in actie schieten. Effectief altruïst Stijn Bruers wijst erop dat iedere Belg jaarlijks 1000 euro ‘steelt’ van mensen uit het Zuiden door de goedkope grondstoffen die we daar weghalen. We kunnen deze schade compenseren door te doneren aan effectieve goede doelen die extreme armoede en ziekte in het Zuiden bestrijden.
Conclusie
De ontginning van grondstoffen in algemeen en zeldzame aarden in het bijzonder gaat gepaard met dwangarbeid, kinderarbeid en milieuschade in het Zuiden. Die uitbuiting wordt veroorzaakt doordat de overheid in de desbetreffende landen te corrupt en te zwak is om controle uit te oefenen op de mijnen.
Wij in het westen dragen hier mee verantwoordelijkheid voor omdat die grondstoffen in onze producten zitten. We kunnen de menselijke en ecologische schade (deels) verminderen via verschillende maatregelen. Bedrijven zoals Google, Apple en Tesla kunnen enkel metalen afnemen van mijnen waar de mensenrechten en het milieu worden gerespecteerd. Europese landen kunnen hun eigen mijnen voor zeldzame aarden, lithium en kobalt bouwen. En wij kunnen als burgers mensen in het Zuiden helpen door te doneren aan effectieve goede doelen, zodat ze niet gedwongen worden om in ongezonde mijnen te werken.
EINDE ARTIKEL
[28]
””Ontwikkelingslanden die maar weinig schuld hebben aan de klimaatcrisis, worden wel keihard getroffen”, aldus Zagema. “Het is onethisch om hen leningen aan te bieden en rente te laten betalen om klimaatverandering aan te pakken.”
RTL NIEUWS
RIJKE LANDEN BREKEN BELOFTE AAN ARME LANDEN:
VEEL MINDER IN KLIMAATFOMDS
5 JUNI 2023
Jarenlang is er over een ‘klimaatfonds’ voor arme landen gesteggeld. Rijke landen beloofden uiteindelijk om jaarlijks 100 miljard dollar naar arme landen over te maken om klimaatverandering en de gevolgen daarvan tegen te gaan. In 2020 bleef de officiële teller steken op 83 miljard dollar. Maar wat blijkt nu? Slechts 21 tot 24 miljard daarvan zijn daadwerkelijk giften. De rest bestaat uit leningen die moeten worden terugbetaald.
Dat becijferde Oxfam op basis van publieke gegevens. “Het is alsof je een lening aanbiedt aan de eigenaar van de auto die je net zelf total loss hebt gereden”, schrijft de organisatie.
“Dat is extra schrijnend, omdat er een veelvoud van die 100 miljard nodig is”, zegt Bertram Zagema van Oxfam. Het geld is bedoeld voor zowel het terugdringen van de uitstoot (mitigatie), als voor het beter beschermen van de bevolking tegen de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie).
Niet eerlijk
“Ontwikkelingslanden die maar weinig schuld hebben aan de klimaatcrisis, worden wel keihard getroffen”, aldus Zagema. “Het is onethisch om hen leningen aan te bieden en rente te laten betalen om klimaatverandering aan te pakken.”
Frankrijk en Japan maken het wel heer erg bont. Zij rapporteerden respectievelijk bijna 6 en 9 miljard aan klimaatfinanciering over 2020, terwijl slechts zo’n 10 procent daarvan giften waren. Het leeuwendeel ervan bestond dus uit leningen.
Daarbij vergeleken doet Nederland het toch heel netjes: alle financiering die Nederland rapporteerde ten behoeve van het klimaatfonds – 462 miljoen in 2020 – bestond uit giften.
Veel meer geld nodig
Veel geld, zou je denken. Maar de totale kosten van de benodigde adaptatie alleen al zijn volgens de VN milieuorganisatie UNEP een veelvoud van die 100 miljard. Voor mitigatie, het terugdringen van met name de CO2-uitstoot in arme landen, is zelfs 1,5 tot 3 biljoen (1000 miljard) per jaar nodig.
“Financiering voor adaptatie, zoals het beter beschermen tegen extreem weer en maatregelen voor de waterveiligheid, moet van publieke bronnen komen”, zegt Zagema. “Hoewel de maatschappelijke baten heel hoog zijn, zit er aan dergelijke projecten meestal geen verdienmodel.”
Dat is anders voor mitigatie. “Aan duurzame energie valt geld te verdienen, dus daar kun je meer privaat geld verwachten.”
Kwetsbare landen willen vooral geld voor beschermingsmaatregelen, adaptatie dus. Zij zien zich al geconfronteerd met de steeds erger wordende gevolgen van klimaatverandering, terwijl ze zelf nauwelijks aan het probleem hebben bijgedragen.
Het Oxfam-rapport komt uit op de dag dat de klimaatconferentie in het Duitse Bonn begint. “Hier wordt onder andere besproken in hoeverre de doelen en de beloftes die landen gedaan hebben, gehaald worden”, zegt Maarten de Zeeuw, die namens Greenpeace aanwezig is in Bonn.
“Financiering is daar een onderdeel van. In de plenaire bijeenkomst hadden de kleine eilandstaten het over de ‘gebroken belofte’, doelend op het volgens hun karig gevulde klimaatfonds.”
De EU, verschillende Latijns-Amerikaanse landen en kleine eilandstaten roepen op tot het uit faseren van fossiele brandstoffen. Dit zal de druk opvoeren in aantocht naar de klimaatonderhandelingen later dit jaar.
EINDE
OXFAM NOVIB
RIJKE LANDEN GEVEN ONVOLDOENDE KLIMAATSTEUN TERWIJL ARME LANDEN
JUIST MEER NODIG HEBBEN
5 JUNI 2023
- 5 juni 2023
De door rijke landen geleverde financiële klimaatsteun aan ontwikkelingslanden blijft ver achter bij de toegezegde $ 100 miljard per jaar. Tegelijkertijd is een veelvoud van dit bedrag nodig. De werkelijke waarde van de geleverde klimaatfinanciering aan ontwikkelingslanden is minder dan een derde van het gerapporteerde bedrag. Ondertussen blijft uitvoering van het Parijse Klimaatakkoord achter waardoor de 1,5 graden Celsius doelstelling verder uit zicht verdwijnt en worden steeds meer landen getroffen door klimaatverandering. Dit blijkt uit het nieuwe Oxfam rapport dat vandaag wordt gepubliceerd bij de start van de jaarlijkse VN-klimaatonderhandelingen in Bonn.
Het nieuwe Oxfam-klimaatrapport Climate Finance Shadow Report 2023 analyseert de $ 83,3 miljard aan klimaatfinanciering die donoren over 2020 rapporteerden. De werkelijke waarde van deze klimaatfinanciering wordt door Oxfam ten hoogste geschat op $ 24,5 miljard in 2020 als verschillende vormen van overrapportage worden afgetrokken. Slechts $ 9,5 tot 11,5 miljard hiervan was specifiek bestemd voor klimaatadaptatie – dit is cruciale financiering voor landen om zich te kunnen weren tegen de toenemende schade van de klimaatcrisis.
Oxfam Novib klimaatexpert en mede-auteur van het rapport Bertram Zagema: “Denk niet dat $11,5 miljard dollar in de buurt komt van wat lage- en middeninkomenslanden nodig hebben om hun mensen te helpen om te gaan met meer en grotere overstromingen, orkanen, hittegolven, droogte en andere schade die veroorzaakt wordt door klimaatverandering. Alleen de jaarwinst van $ 40 miljard van Shell in 2022 was al ruim drie keer hoger dan $ 11,5 miljard aan geleverde adaptatiefinanciering wereldwijd “
Het Oxfam-rapport verwijst naar berekeningen van instellingen zoals het VN-milieuprogramma UNEP en het VN-klimaatpanel IPCC, die laten zien dat een veelvoud van $100 miljard per jaar nodig is om ontwikkelingslanden te helpen de klimaatcrisis onder controle te krijgen. Als dat niet lukt, ontstaat nog meer klimaatschade, waardoor de rekening nog veel hoger uit zal vallen. De komende twee weken in Bonn, en later in het jaar tijdens VN-Klimaattop in Dubai, wordt onderhandeld over een nieuw financieel doel voor de klimaatfinanciering vanaf 2026.
Slechts een kwart van de publieke klimaatfinanciering wordt verstrekt in de vorm van giften terwijl het merendeel bestaat uit leningen, inclusief commerciële leningen. Daardoor vergroot de klimaatfinanciering de al bestaande schuldencrisis in veel ontwikkelingslanden. Recent onderzoek laat zien dat 91 ontwikkelingslanden dit jaar gemiddeld 16,3% van hun overheidsinkomsten kwijt zijn aan rente en aflossingen. Analyse van het IMF laat zien dat 36 van de 73 lage-inkomenslanden al in een schuldencrisis zitten of op de rand daarvan staan.
“Ontwikkelingslanden die maar weinig schuld hebben aan de klimaatcrisis, worden wel keihard getroffen,” aldus Zagema. “Het is onethisch om hen leningen aan te bieden en rente te laten betalen om klimaatverandering aan te pakken. Het is alsof je een lening aanbiedt aan de eigenaar van de auto die je net zelf total loss hebt gereden.”
Komende donderdag debatteert de Kamer over de Voorjaarsnota van het kabinet: “Door de voorgestelde miljardenbezuinigingen van de regering op het budget voor ontwikkelingssamenwerking staat de Nederlandse bijdrage aan klimaatfinanciering op de tocht. Als één van de landen met de grootste uitstoot, zou Nederland zijn klimaatfinanciering juist fors moeten verhogen. We geven miljarden uit aan klimaatbeleid in eigen land, dat is heel goed. Maar we moeten ook verantwoordelijkheid nemen voor de kosten van klimaatmaatregelen in ontwikkelingslanden,” zo stelt Zagema.
Noot voor redactie:
Bertram Zagema, Oxfam Novib klimaatexpert, is beschikbaar voor interviews, contact Jules van Os, Oxfam Novib persvoorlichting, 0651573683. Zagema is tijdens de 2de week van de VN-klimaatonderhandelingen zelf in Bonn aanwezig.
De Oxfam-analyse wordt gepubliceerd op dag dat de VN-klimaatonderhandelingen in Bonn van start gaat. De onderhandelingen duren 2 weken.
De Oxfam analyse is gebaseerd op de recent gepubliceerde Vijfde Biennial Reports van ontwikkelde landen aan de UNFCCC, over 2019-20. https://unfccc.int/BR5
Het rapport laat zien dat instrumenten zoals leningen tegen de nominale waarde worden gerapporteerd, waarbij terugbetalingen en andere factoren worden genegeerd. De klimaatrelevantie van veel gefinancierde projecten zijn minder klimaatrelevant dan gerapporteerd. Al met al is de nettowaarde van op klimaatactie gerichte steun aanzienlijk lager dan de gerapporteerde cijfers.
In Bonn wordt onder andere gesproken over de uitwerking van het Klimaatschadefonds dat vorig jaar tijdens de klimaattop in Egypte is opgericht, maar waar nog geen geld in zit.
Ook wordt gesproken over een nieuw doel voor de klimaatfinanciering, als opvolger voor de $100 miljard belofte voor de jaren vanaf 2026.
EINDE
RAPPORT:
CLIMATE FINANCE SHADOW REPORT 2023
ASSESSING THE DELIVERY OF THE
$100 BILLION COMMITMENT
EMBARGOED UNTIL 5 JUNE 2023