[13]
VOLKSKRANT
NIET ALLEEN IN OOSTENRIJK, MAAR IN HEEL EUROPA BROKKELT
DE ”BRANDMUUR” TEGEN RADICAAL.RECHTS AF
11 JANUARI 2025
In Oostenrijk wankelen de dranghekken die radicaal-rechts weg moeten houden bij de macht, net als in de rest van Europa. Dat komt niet alleen door de radicale politici zelf. Rechtse middenpartijen, die tegen uiterst rechts aanschurken, spelen een doorslaggevende rol.
Voordat de radicaal-rechtse politicus Herbert Kickl vrijdag begon aan de formatiegesprekken met de christendemocratische ÖVP, maakte hij in een persconferentie duidelijk hoe momenteel de machtsverhoudingen liggen in Oostenrijk: wie de kok is en wie de kelner, zoals het Duitstalige gezegde luidt.
‘Dus geen spelletjes, trucjes of sabotage’, waarschuwde Kickl, die binnenkort hoopt te worden geïnaugureerd als eerste bondskanselier namens de FPÖ. In West-Europa is Kickl na Giorgia Meloni de tweede regeringsleider van een uiterst rechtse partij.
De grootste verrassing voor de Oostenrijkers was niet het feit dat Kickl mocht formeren – de grondwet gaf bondspresident Alexander Van der Bellen geen andere keuze – maar het mislukken van de al drie maanden durende onderhandelingen tussen de ÖVP, de sociaaldemocratische SPÖ en de liberale Neos.
Schermutselingen
Vooral die laatste twee partijen riepen van de daken dat ze alles zouden doen wat nodig was om te voorkomen dat de FPÖ aan de macht zou komen. De christendemocraten maakten geen bezwaar tegen de FPÖ an sich. Daarmee regeren ze momenteel al in vijf van de negen Oostenrijkse deelstaten. Maar met Herbert Kickl wilden ze niet in zee. Voormalig ÖVP-voorman Karl Nehammer noemde Kickl tijdens de campagne een ‘extremist’ en ‘een gevaar voor de liberale democratie’.
De coalitieonderhandelingen die de FPÖ moesten buitensluiten, liepen vorig weekend vast op schermutselingen over belastingen voor ondernemers en vermogenden en over pensioenen. Geen thema’s met het existentiële gewicht dat past bij de belofte om gezamenlijk een front te vormen tegen een radicale partij en een politicus van wie ze uit recente ervaring weten dat hij het niet zo nauw neemt met democratische en rechtsstatelijke beginselen.
De FPÖ is in de jaren vijftig opgericht door een aantal Oostenrijkse SS’ers. Maar in het land dat het doodzwijgen en weglachen van zwarte bladzijden uit de geschiedenis van tot kunstvorm heeft verheven, konden de zogenoemde Freiheitlichen zich relatief snel tot de rafelrand van het politieke establishment rekenen, zeker onder Jörg Haider in de jaren negentig.
Luchtje van mottige nazi-uniformen
Onder Herbert Kickl transformeerde de FPÖ van een populistische, door schandalen achtervolgde club met een luchtje van mottige nazi-uniformen tot een radicale partij van 21e-eeuwse snit: anti-moslim, anti-immigratie en anti-woke, uitgesproken pro-Russisch en flirtend met illiberaal, autoritair gedachtegoed. Kickl maakt er geen geheim van dat hij Oostenrijk ideologisch het liefst hand in hand ziet met Hongarije, de verloren tweelingbroer uit de tijd van de dubbelmonarchie.
Toen Kickl tussen 2017 en 2019 binnenlandminister was in het kabinet onder leiding van christendemocraat Sebastian Kurz, liet hij een inval uitvoeren bij de binnenlandse veiligheidsdienst. Daarbij zijn gevoelige dossiers over extreemrechts van de aardbodem verdwenen.
Volledig genormaliseerd
Het gemak waarmee andere partijen Kickl nu ruim baan geven, ondanks dit trackrecord, laat volgens politicoloog Laurenz Ennser-Jedenastik van de Universiteit Wenen zien dat de aanwezigheid van een radicaal-rechtse partij in het centrum van de macht volledig genormaliseerd is in Oostenrijk. Hij ziet die ontwikkeling als deel van een brede Europese trend, die heeft geleid tot uiterst rechtse regeringsdeelname in Nederland, Italië en Finland en een door radicaal-rechts gesteunde minderheidsregering in Zweden.
De motor achter de voortschrijdende normalisering van uiterst rechts gedachtegoed zijn niet alleen partijen als de FPÖ en diens evenknieën in andere landen. Een doorslaggevende rol is weggelegd voor partijen die traditioneel de rechter hartkamer van het politieke midden vormden, zoals de ÖVP, de Duitse CDU en de VVD en het CDA in Nederland. Op de culturele as, bij thema’s als immigratie, islam en nationale identiteit, schurken deze partijen in de meeste Europese landen tegen uiterst rechts aan.
In Duitsland noemde CDU-voorman Friedrich Merz migrantenkinderen ‘kleine pasja’s’. De demissionaire Oostenrijkse kanselier Nehammer stuurde alle Syrische vluchtelingen vorige maand, na de val van Assad, een brief met de boodschap dat ze binnenkort terug zouden moeten naar Syrië, wat grote paniek veroorzaakte in de Syrische gemeenschap.
Krampachtige politici
Dat deze rechtse middenpartijen in campagnetijd wel (tijdelijke) barrières opwerpen tegen radicaal-rechts heeft vaak vooral tactische redenen, zoals het binnenboord houden van gematigde kiezers of voorsorteren op een betere onderhandelingspositie in de formatie.
Volgens politicoloog Werner Krause van de Universiteit van Potsdam zijn politieke partijen over de hele linie minder compromisbereid geworden. Hij wijt dat aan de versplintering van het politieke landschap. Zoals in Nederland ook te zien is, is politiek succes steeds minder bestendig geworden. De partij die verkiezingen wint, kan bij de volgende worden gedecimeerd. Politieke carrières worden daardoor onzekerder, wat leidt tot krampachtige politici.
De formele en informele dranghekken tussen uiterst rechts en het regeringspluche wankelen in heel Europa. Duitsland is het enige land waar de ‘brandmuur tegen rechts’, zoals ze het daar noemen, nog overeind staat, gestut door de schuld van nationaalsocialistische verleden.
Radicaal-rechts went
‘De Duitse Brandmauer zal ook vallen’, voorspelde AfD-voorvrouw Alice Weidel naar aanleiding van de gebeurtenissen in Oostenrijk. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de extreemrechtse AfD na de Duitse verkiezingen eind februari plaats zal nemen aan de onderhandelingstafel. Maar politicoloog Krause durft zijn handen niet in het vuur te steken voor de volgende verkiezingen, in 2029.
Het aanstaande kanselierschap van Kickl houdt West-Europa een spiegel voor, waarin twee dingen zichtbaar worden die eigenlijk al zichtbaar waren: radicaal-rechts went en zal voorlopig niet verdwijnen.
Rechtse middenpartijen zullen daardoor steeds in de situatie komen waarin ze moeten kiezen tussen een ingewikkelde coalitie met meerdere kleine partijen op links, en een bondgenootschap met radicaal-rechts – waarvoor minder politieke offers nodig zijn en dat vaak populairder is bij de kiezer. Hoe langer deze situatie duurt, des te moeilijker wordt het om de open armen van radicale partijen te negeren.
EINDE
[14]
TERMINOLOGIE ”RADICAAL-RECHTS” DOOR O.A. DE VOLKSKRANT
”In Oostenrijk wankelen de dranghekken die radicaal-rechts weg moeten houden bij de macht, net als in de rest van Europa. Dat komt niet alleen door de radicale politici zelf. Rechtse middenpartijen, die tegen uiterst rechts aanschurken, spelen een doorslaggevende rol.
Voordat de radicaal-rechtse politicus Herbert Kickl vrijdag begon aan de formatiegesprekken met de christendemocratische ÖVP, maakte hij in een persconferentie duidelijk hoe momenteel de machtsverhoudingen liggen in Oostenrijk: wie de kok is en wie de kelner, zoals het Duitstalige gezegde luidt.”
VOLKSKRANT
NIET ALLEEN IN OOSTENRIJK, MAAR IN HEEL EUROPA BROKKELT
DE ”BRANDMUUR” TEGEN RADICAAL.RECHTS AF
11 JANUARI 2025
ZIE VOOR GEHELE TEKST ARTIKEL, NOOT 13
[15]
”
Volledig genormaliseerd
Het gemak waarmee andere partijen Kickl nu ruim baan geven, ondanks dit trackrecord, laat volgens politicoloog Laurenz Ennser-Jedenastik van de Universiteit Wenen zien dat de aanwezigheid van een radicaal-rechtse partij in het centrum van de macht volledig genormaliseerd is in Oostenrijk. Hij ziet die ontwikkeling als deel van een brede Europese trend, die heeft geleid tot uiterst rechtse regeringsdeelname in Nederland, Italië en Finland en een door radicaal-rechts gesteunde minderheidsregering in Zweden.
De motor achter de voortschrijdende normalisering van uiterst rechts gedachtegoed zijn niet alleen partijen als de FPÖ en diens evenknieën in andere landen. Een doorslaggevende rol is weggelegd voor partijen die traditioneel de rechter hartkamer van het politieke midden vormden, zoals de ÖVP, de Duitse CDU en de VVD en het CDA in Nederland. Op de culturele as, bij thema’s als immigratie, islam en nationale identiteit, schurken deze partijen in de meeste Europese landen tegen uiterst rechts aan.
In Duitsland noemde CDU-voorman Friedrich Merz migrantenkinderen ‘kleine pasja’s’. De demissionaire Oostenrijkse kanselier Nehammer stuurde alle Syrische vluchtelingen vorige maand, na de val van Assad, een brief met de boodschap dat ze binnenkort terug zouden moeten naar Syrië, wat grote paniek veroorzaakte in de Syrische gemeenschap.”
VOLKSKRANT
NIET ALLEEN IN OOSTENRIJK, MAAR IN HEEL EUROPA BROKKELT
DE ”BRANDMUUR” TEGEN RADICAAL.RECHTS AF
11 JANUARI 2025
ZIE VOOR GEHELE TEKST ARTIKEL, NOOT 13