[1]
SURINAAMS VOLKSLIED
Surinaams volkslied- Het officiële volkslied met Nederlands en Surinaams couplet
God zij met ons Suriname
Hij verhef ons heerlijk land
Hoe wij hier ook samen kwamen
Aan zijn grond zijn wij verpand
Werkend houden w’in gedachten
Recht en waarheid maken vrij
Al wat goed is te betrachten
Dat geeft aan ons land waardij.
Opo kondreman oen opo!
Sranan gron e kari oen
Wans ope tata komopo
Wi moe seti kondre boen
Stre de f’stre wi no sa frede
Gado de wi fesi man
Eri libi te na dede
Wi sa feti gi Sranan.
Surinaams volksliedSamenvatting
Het officiële volkslied met Nederlands en Surinaams couplet.
Toelichting
In 1893 werd door de lutherse predikant C.A. Hoekstra een tekst gemaakt voor een Surinaams volkslied. Hiervoor koos men als melodie een compositie die in 1876 met een geheel ander doel was geschreven door de Friese onderwijzer J.C. de Puy.
Oude tekst tot 1959:
Suriname ’s trotse stromen,
Suriname ’s heerlijk land,
Suriname ’s fiere bomen,
Trouw zijn wij aan U verpand
Mochten weer de vloten varen,
Dat de handel welig bloei’
Dat fabrieken welvaart baren
Dat hier alles welig groei’
In 1959 besloot de Surinaamse regering ‘vlag, wapen en volkslied’ officieel vast te stellen. Voorgesteld werd de melodie van het traditionele volkslied te handhaven en het tweede couplet van de door Hoekstra geschreven Nederlandse tekst tot officiële tekst te verheffen.
De Raad van Ministers achtte het wenselijk een couplet in het Surinaams toe te voegen. Minister Essed benaderde de dichter Trefossa met het verzoek een Surinaams couplet te dichten dat de eenheid van het Surinaamse volk en de verbondenheid met het grondgebied zou benadrukken.
Op 7 december 1959 werd de tekst met algemene stemmen aangenomen. Trefossa heeft echter bovendien de tekst van het eerste couplet in dezelfde richting bewerkt. Bij landsverordening trad het volkslied op 15 december 1959 in werking en is bij het onafhankelijk worden in 1975 in dezelfde vorm gehandhaafd.
Trefwoorden
Thema
Feest / viering
Verhaalsoort
Bron
[2]
NOS
KRIJGSTRAAD SURINAME BEVESTIGT VEROORDELING
BOUTERSE: 20 JAAR CEL VOOR DECEMBERMOORDEN
30 AUGUSTUS 2021
De Surinaamse krijgsraad heeft voormalig president Desi Bouterse opnieuw veroordeeld tot 20 jaar cel voor zijn rol in de Decembermoorden. Bouterse was in verzet gegaan tegen de uitspraak van de krijgsraad uit 2019, maar die komt nu tot dezelfde conclusie als destijds. Volgens de krijgsraad zijn er geen nieuwe feiten boven tafel gekomen.
De veroordeling van Bouterse is niet definitief. Er is nog beroep mogelijk tegen de uitspraak. Bouterses advocaat Irvin Kanhai heeft al aangekondigd dat hoger beroep te zullen aantekenen.
De verzetszaak werd behandeld door dezelfde rechters die Bouterse ook in eerste aanleg veroordeelden, maar de beroepszaak zal worden behandeld door het Hof van Justitie.
Net als bij de vorige uitspraak, toen hij nog president was, was Bouterse niet aanwezig. Hij had zich ditmaal ziek gemeld. De krijgsraad heeft geen gevangenneming van Bouterse bevolen, meldt de Surinaamse website Starnieuws.
EINDE NOS BERICHT
STARNIEUWS
BREAKING: BOUTERSE VEROORDEELD TOT 20 JAAR GEVANGENISSTRAF
Desi Bouterse is zojuist in verzet veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor medeplegen van moord op 15 personen op 8 december 1982. De Krijgsraad onder leiding van president Cynthia Valstein-Montnor kwam tot het wettige en overtuigend bewijs voor moord. Hiermee is het verstekvonnis door de Krijgsraad bevestigd. Er is geen gevangenneming gelast door de Krijgsraad. Bouterse was niet aanwezig op de zitting. Hij heeft zich ziek gemeld. De zitting heeft heel kort geduurd. Er zijn geen nieuwe feiten naar voren gekomen, concludeerde de Krijgsraad.
Bouterse was in verzet gegaan tegen het verstekvonnis. Auditeur-militair Manro Danning heeft in de verzetszaak, net als in de verstekzaak 20 jaar gevangenisstraf geëist. Nadat hij zijn requisitoir op de vorige zitting had gehouden, hield raadsman Irvin Kanhai zijn pleidooi. Er volgde daarna repliek en dupliek en vervolgens het laatste woord van Bouterse. De Krijgsraad stelde toen de zaak uit tot vandaag voor uitspraak. Hij is door dezelfde samenstelling van rechters – Valstein-Montnor, Suzanne Chu en Rewita Chaterpal – op 29 november 2019 veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf.
In zijn laatste woord zei Bouterse dat de voormalige kolonisator, Nederland, niets onbenut heeft gelaten om de ingezette ontwikkeling te keren, en dat met een toenemende mate van meedogenloze gemeenheid en escalerend geweld. De eerste acties waren nog gericht op de liquidatie van de revolutionaire leiding en van hem in het bijzonder.
Hij voerde aan dat er een buitenlandse militaire invasie moest zorgen voor een volledige ‘regime change’, waarbij de dood van ettelijke honderden burgers als een aanvaardbare onvermijdelijkheid werd gezien. Hij is er volgens hem sprake van Nederlandse beïnvloeding in de rechtspraak tegen hem. Tijdens het proces heeft Bouterse gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht.
Raadsman Irvin Kanhai heeft eerder aangegeven dat hij beroep zal aantekenen tegen het vonnis. Hij had verwacht dat het eerdere vonnis zou worden bevestigd vandaag. Hoger beroep zaken worden door het Hof van Justitie behandeld. Kanhai was niet persoonlijk aanwezig op de zitting. In 14 dagen kan er hoger beroep worden aangetekend.
EINDE BERICHT STARNIEUWS
AD
DESI BOUTERSE IN BEROEP TEGEN VONNIS DECEMBERMOORDEN
10 SEPTEMBER 2021
De Surinaamse oud-president Desi Bouterse is zoals aangekondigd in beroep gegaan tegen zijn veroordeling tot twintig jaar celstraf in het zogenoemde 8-decemberproces. Zijn advocaat Irwin Kanhai heeft op 3 september beroep aangetekend, bevestigde hij vandaag tegenover het ANP.
De Surinaamse krijgsraad legde de 75-jarige Bouterse op 30 augustus opnieuw twintig jaar celstraf op voor zijn betrokkenheid bij de moord op vijftien politieke tegenstanders in 1982. Dit vonnis is gelijk aan dat van eind 2019. Omdat Bouterse tijdens dat proces nooit aanwezig was, werd hij bij verstek veroordeeld. Daarna tekende hij verzet aan, waardoor de krijgsraad zijn zaak dit jaar opnieuw in behandeling moest nemen. Hij kreeg daardoor ook de mogelijkheid in beroep te gaan.
EINDE BERICHT AD
39 JAAR DECEMBERMOORDEN/VERGEET ZE NOOIT!
ASTRID ESSED
9 DECEMBER 2021
[3]
NOS
SURINAME OPENT EEN AMBASSADE IN JERUZALEM, ONDUIDELIJK
IS NOG WANNEER’
30 MEI 2022
Suriname opent op termijn een ambassade in Jeruzalem. Het land heeft nu een consulaat in Tel Aviv. De datum van de opening is nog onbekend. De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Lapid maakte het nieuws in een tweet bekend na een ontmoeting met zijn Surinaamse collega Ramdin. “Dank u wel Suriname!”, zette hij er in het Nederlands bij.
Een dergelijke verplaatsing ligt internationaal gevoelig omdat de status van Jeruzalem omstreden is. Tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 veroverde Israël het oostelijke stadsdeel. Tegenwoordig beschouwt Israël heel Jeruzalem als Israëlisch grondgebied en als de eeuwige en ondeelbare hoofdstad van het land. De Palestijnen zien Oost-Jeruzalem als de hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat.
Lees hier meer over deze kwestie in ons artikel Een stad, twee realiteiten: vijf vragen over Jeruzalem.
“Jeruzalem is het bestuurlijk centrum en daarom willen we daar een ambassade. We willen de functionele, technische en commerciële samenwerking met Israël versterken. Er moet niet emotioneel op gereageerd worden, we moeten nuchter blijven”, zegt de Surinaamse minister Ramdin tegen de NOS.
Directeur-generaal Peled van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat het bezoek van de Surinaamse minister aan zijn land een mijlpaal is in de onderlinge betrekkingen. “Israël zal betere toegang krijgen tot het Caraïbisch gebied en Suriname krijgt toegang tot onze technologie en investeerders”, zegt hij in de Israëlische krant The Jerusalem Post.
Vier landen
Tot nu toe hebben alleen Amerika, Guatemala, Honduras en Kosovo een ambassade in Jeruzalem. De aankondiging van de verhuizing van de Amerikaanse ambassade in Israël leidde in 2017 tot woedende reacties in het Midden-Oosten. De Nederlandse ambassade is sinds 1980 gevestigd in een buitenwijk van Tel Aviv. Er zijn geen plannen voor een verhuizing.
Latijns-Amerikacorrespondent Nina Jurna:
Suriname was tot nu toe vrij neutraal in hun buitenlandbeleid. Daarom is deze stap opmerkelijk te noemen. De relatief nieuwe regering van president Chan Santokhi voert op dit dossier duidelijk een ander beleid. Economische belangen zullen voor Suriname ook een belangrijke rol spelen. Suriname is praktisch failliet en heeft belang bij samenwerking met financieel sterkere landen, ondanks de politieke gevoeligheid.
Correspondent Ties Brock in Tel Aviv:
Het overgrote deel van de landen ziet Oost-Jeruzalem als bezet Palestijns gebied. Voor Israël is het dan ook een diplomatieke opsteker als landen deze stap zetten omdat dit de status van Jeruzalem als de hoofdstad van Israël bevestigt. Ook als relatief kleine landen -die geopolitiek weinig gewicht in de schaal leggen- dit doen ziet Israël dat als een kleine diplomatieke overwinning.
THE JERUSALEM POST
SURINAME TO OPEN JERUSALEM EMBASSY,
PUSHES TO IMPROVE TIES WITH ISRAEL
30 MAY 2022
Surinamese Foreign Minister Albert Ramdin is making the first visit to Israel of any top official from his country since it established diplomatic relations with the Jewish state in 1976.
Suriname plans to open an embassy in Jerusalem, making it one of a small number of countries that are willing to push back against international objections to such a stand.
“Today, during our meeting in Jerusalem, Surinamese Foreign Minister Albert Ramdin informed me that his country plans to soon open an embassy in Jerusalem,” Foreign Minister Yair Lapid tweeted on Monday after the two men met.
Ramdin is making the first visit to Israel of any top official from his country since it established diplomatic relations with the Jewish state in 1976.
The bulk of the international community has refused to recognize that any part of Jerusalem falls within Israel’s border.
A smaller number of countries agree that western Jerusalem is part of Israel while they hold that the eastern part of the city should be part of the future borders of a Palestinian state.
Most countries believe that the status of Jerusalem, in general, should be determined through a two-state resolution of the Israeli-Palestinian conflict, and as a result, most of the embassies in Israel are located in Tel Aviv.
Suriname does not currently have an embassy in Israel and so opening such an office would be a first for the Latin American country that was once a Dutch colony.
Israel does not have an embassy in Suriname but services it out of its embassy in Panama.
The small Dutch-speaking country has a population of some 600,000 people, a majority of whom are Christians and a minority who are Muslims, and as such is a member of the Organization of Islamic Cooperation.
Suriname’s interests in Israel
Foreign Ministry Deputy Director-General Yoni Peled, who heads the Latin American and Caribbean desk, said that Suriname”is interested in improving relations with Israel.” They are particularly interested in its technology with respect to agriculture and water.
Israel plans to send Suriname humanitarian assistance to help victims of the recent flooding in its country.
Suriname has newly discovered oil and natural gas reserves, which offer new investment opportunities for Israelis.
This visit marks “a milestone in our relationship with Suriname which will benefit both countries. Israel will have better access to the Caribbean states and Suriname will have the opportunity to access Israeli technology, know-how and investment,” Peled said.
[4]
GAZA IS NOG STEEDS BEZET GEBIED!
LEES:
HUMAN RIGHTS WATCHISRAEL: ”DISENGAGEMENT” WILL NOT END GAZA OCCUPATION
Israeli Government Still Holds Responsibility for Welfare of Civilians
28 OCTOBER 2004
The Israeli government’s plan to remove troops and Jewish settlements from the Gaza Strip would not end Israel’s occupation of the territory. As an occupying power, Israel will retain responsibility for the welfare of Gaza’s civilian population.
Under the “disengagement” plan endorsed Tuesday by the Knesset, Israeli forces will keep control over Gaza’s borders, coastline and airspace, and will reserve the right to launch incursions at will. Israel will continue to wield overwhelming power over the territory’s economy and its access to trade.
“The removal of settlers and most military forces will not end Israel’s control over Gaza,” said Sarah Leah Whitson, Executive Director of Human Rights Watch’s Middle East and North Africa Division. “Israel plans to reconfigure its occupation of the territory, but it will remain an occupying power with responsibility for the welfare of the civilian population.”
Under the plan, Israel is scheduled to remove settlers and military bases protecting the settlers from the Gaza Strip and four isolated West Bank Jewish settlements by the end of 2005. The Israeli military will remain deployed on Gaza’s southern border, and will reposition its forces to other areas just outside the territory.
In addition to controlling the borders, coastline and airspace, Israel will continue to control Gaza’s telecommunications, water, electricity and sewage networks, as well as the flow of people and goods into and out of the territory. Gaza will also continue to use Israeli currency.
A World Bank study on the economic effects of the plan determined that “disengagement” would ease restrictions on mobility inside Gaza. But the study also warned that the removal of troops and settlers would have little positive effect unless accompanied by an opening of Gaza’s borders. If the borders are sealed to labor and trade, the plan “would create worse hardship than is seen today.”
The plan also explicitly envisions continued home demolitions by the Israeli military to expand the “buffer zone” along the Gaza-Egypt border. According to a report released last week by Human Rights Watch, the Israeli military has illegally razed nearly 1,600 homes since 2000 to create this buffer zone, displacing some 16,000 Palestinians. Israeli officials have called for the buffer zone to be doubled, which would result in the destruction of one-third of the Rafah refugee camp.
In addition, the plan states that disengagement “will serve to dispel the claims regarding Israel’s responsibility for the Palestinians in the Gaza Strip.” A report by legal experts from the Israeli Justice Ministry, Foreign Ministry and the military made public on Sunday, however, reportedly acknowledges that disengagement “does not necessarily exempt Israel from responsibility in the evacuated territories.”
If Israel removes its troops from Gaza, the Palestinian National Authority will maintain responsibility for security within the territory—to the extent that Israel allows Palestinian police the authority and capacity. Palestinian security forces will still have a duty to protect civilians within Gaza and to prevent indiscriminate attacks on Israeli civilians.
“Under international law, the test for determining whether an occupation exists is effective control by a hostile army, not the positioning of troops,” Whitson said. “Whether the Israeli army is inside Gaza or redeployed around its periphery and restricting entrance and exit, it remains in control.”
Under international law, the duties of an occupying power are detailed in the Fourth Geneva Convention and The Hague Regulations. According to The Hague Regulations, a “territory is considered occupied when it is actually placed under the authority of the hostile army. The occupation extends only to the territory where such authority has been established and can be exercised.”
The “disengagement plan,” as adopted by the Israeli Cabinet on June 6, 2004, and endorsed by the Knesset on October 26, is available at:
http://www.pmo.gov.il/nr/exeres/C5E1ACE3-9834-414E-9512-8E5F509E9A4D.htm.
EINDE VERKLARING HUMAN RIGHTS WATCH
[5]
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age. These are some of the figures published today by Israeli human rights organization B’Tselem to mark two years since the operation, which took place in July-August 2014.
50 DAYS: MORE THAN 500 CHILDREN: FACTS AND FIGURES ON FATALITIES IN GAZA,
SUMMER 2014
”We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people”
INTERNATIONAL RED CROSS
NO WONDER GAZANS ARE ANGRY.THE RED CROSS CAN’T PROTECT THEM
25 JULI 2014
ZWEEDSE FOTOGRAAF WINT WORLD PRESS PHOTO 2012.
MISDADEN ISRAELISCHE POLITIEK IN BEELD GEBRACHT
ASTRID ESSED
THE RIGHTS FORUM
[6]
OVER DE ILLEGALITEIT VAN DE ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN,VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
HET INTERNATIONALE RODE KRUIS:
”It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory”
ICRC.ORG [INTERNATIONALE RODE KRUIS]
WHAT DOES THE LAW SAY ABOUT THE ESTABLISHMENT OF SETTLEMENTS
05-10-2010 FAQ
When a territory is placed under the authority of a hostile army, the rules of international humanitarian law dealing with occupation apply. Occupation confers certain rights and obligations on the occupying power.
- International Review of the Red Cross, No 885, special issue on Occupation
- Fourth Geneva Convention, Article 49.
Prohibited actions include forcibly transferring protected persons from the occupied territories to the territory of the occupying power.
It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory. Any measure designed to expand or consolidate settlements is also illegal. Confiscation of land to build or expand settlements is similarly prohibited.
EINDE VERKLARING INTERNATIONALE RODE KRUIS
”The establishment of the settlements contravenes international humanitarian law (IHL), which states that an occupying power may not relocate its own citizens to the occupied territory or make permanent changes to that territory, unless these are needed for imperative military needs, in the narrow sense of the term, or undertaken for the benefit of the local population.”
SETTLEMENTS
[7]
Part III. – City of Jerusalem(5)
A. SPECIAL REGIME
The City of Jerusalem shall be established as a corpus separatum under a special international regime and shall be administered by the United Nations. The Trusteeship Council shall be designated to discharge the responsibilities of the Administering Authority on behalf of the United Nations.”
UNITED NATIONS GENERAL ASSEMBLY RESOLUTION 181
WIKIPEDIA
CORPUS SEPARATUM (JERUSALEM)
[8]
THE 1948 ETHNIC CLEANSING OF PALESTINE
ILAN PAPPE
THE ETHNIC CLEANSING OF PALESTINE
ILAN PAPPE
WIKIPEDIA
THE ETHNIC CLEANSING OF PALESTINE
[9]
WETTEN NOPENS DE WETTEN EN GEBRUIKEN VAN DE
OORLOG TE LAND, ‘S GRAVENHAGE 18-10-1907
CONVENTION (IV) RESPECTING THE LAWS AND CUSTOMS
OF WAR ON LAND AND ITS ANNEX: REGULATIONS
CONCERNING THE LAWS AND CUSTOMS OF WAR ON
LAND, THE HAGUE, 18 OCTOBER 1907
[10]
WIKIPEDIA
JERUZALEMWET
De Jeruzalemwet (Hebreeuws: חוק יסוד: ירושלים בירת ישראל) is een Israëlische basiswet die op 30 juli 1980 door de Knesset werd aangenomen. In deze wet stelde men dat “Jeruzalem de eeuwige en ondeelbare hoofdstad van Israël is”.
De wet is in Resolutie 478 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties veroordeeld als een schending van het volkenrecht, omdat de wet een eenzijdige annexatie van Oost-Jeruzalem inhoudt.
BASIC LAW: JERUSALEM THE CAPITAL CITY OF ISRAEL
BLADZIJDE 1
Jerusalem – the capital of Israel
1. The complete and united Jerusalem is the capital of Israel. The seat of the President, the Knesset, the Government and the Supreme Court
2. Jerusalem is the seat of the President of the State, the Knesset, the Government, and the Supreme Court. Protection of the Holy Places
3. The Holy Places shall be protected against desecration, and any other violation, and against anything that is liable to violate the freedom of access of members of the various religions to the places sacred to them, or to their feelings towards those places. The development of Jerusalem
4.
(a) The Government shall pursue the development and prosperity of Jerusalem, and the welfare of its inhabitants, by allocating special resources, including a special annual grant to the Municipality of Jerusalem (Capital City Grant), with the approval of the Knesset Finance Committee.
(b) Jerusalem shall be granted special priorities in the activities of the State authorities for the development of Jerusalem in market and economic issues, and in other issues.
(c) The Government shall set up a special body or bodies to implement this article.
BLADZIJDE 2
The confines of the territory of Jerusalem (Amendment No.
1) 5. The limits of Jerusalem include, for the purpose of this BasicLaw, inter alia, the whole area described in the addendum to the declaration of the expansion of the limits of the Jerusalem municipality of 20 Sivan 5727 (June 28, 1967), that was issued under the Municipalities Ordinance. Prohibition to delegate powers (Amendment No. 1 & 2) 6. No powers concerning the limits of the Jerusalem Municipality area, including the area described in the addendum on the expansion of the area of the municipality of Jerusalem on 20 Sivan 5767 (June 28, 1967) that was issued under the Municipalities Ordinance, and all as was in force on the day of the beginning of Basic-Law: Jerusalem the Capital of Israel (Amendment No. 2), shall be transferred to a foreign political or governing power, or to another similar foreign authority, whether permanently or for a given period. Rigidity (Amendments No. 1) 7. The provisions of article 6 are not to be changed, save by a basic law adopted by a majority of eighty Knesset Members. The provisions of this article are not to be changed except by means of a majority of Knesset Members. BASIC-LAW: JERUSALEM THE CAPITAL OF ISRAEL (Amendment) (Adopted on December 7, 2000)
Intention
1. This Basic-Law is designed to lay down in Basic-Law: Jerusalem the Capital of Israel, a limitation on a change of the confines of the territory of Jerusalem, and the application of the law, jurisdiction and administration of the State of Israel in this territory, and is also designed to prohibit the transfer of any sort of governmental or municipal authority, relating to the territory of Jerusalem, to anybody, which does not act by force of a law of the State of Israel.
2. [The amendment was integrated into articles 6 and 7 of the main law.]
BLADZIJDE 3
Retention of laws
3. Nothing in the provisions of this Basic-Law shall detract from the provisions of the Law for the Implementation of the Interim Agreement Regarding the West Bank and the Gaza Strip (limitation of activity) 5755-1994, or any previous legal provision.
[11]
Artikel 55
De Staat, die een gebied bezet heeft, mag zich slechts beschouwen als beheerder en vruchtgebruiker der openbare gebouwen, onroerende eigendommen, bosschen en landbouwondernemingen, welke aan den vijandelijken Staat behooren en zich in de bezette landstreek bevinden. Hij moet het grondkapitaal dier eigendommen in zijn geheel laten en die overeenkomstig de regelen van het vruchtgebruik beheeren.
WETTEN NOPENS DE WETTEN EN GEBRUIKEN VAN DE
OORLOG TE LAND, ‘S GRAVENHAGE 18-10-1907
ANNEX TO THE CONVENTION: REGULATIONS RESPECTING THE LAWS AND CUSTOMS OF WAR ON LAND – SECTION III : MILITARY AUTHORITY OVER THE TERRITORY OF THE HOSTILE STATE – REGULATIONS: ART. 55.Art. 55. The occupying State shall be regarded only as administrator and usufructuary of public buildings, real estate, forests, and agricultural estates belonging to the hostile State, and situated in the occupied country. It must safeguard the capital of these properties, and administer them in accordance with the rules of usufruct.
CONVENTION (IV) RESPECTING THE LAWS AND CUSTOMS
OF WAR ON LAND AND ITS ANNEX: REGULATIONS
CONCERNING THE LAWS AND CUSTOMS OF WAR ON
LAND, THE HAGUE, 18 OCTOBER 1907
[12]
WIKIPEDIA
RESOLUTIE 478 VEILIGHEIDSRAAD VERENIGDE NATIES
UNITED NATIONS SECURITY COUNCIL RESOLUTION 478
Adopted by the Security Council at its 2245th meeting, on 20 August 1980 (14-0, US abstention)
The Security Council,
Recalling its resolution 476 (1980),
Reaffirming again that the acquisition of territory by force is inadmissible,
Deeply concerned over the enactment of a “basic law” in the Israeli Knesset proclaiming a change in the character and status of the Holy City of Jerusalem, with its implications for peace and security,
Noting that Israel has not complied with resolution 476 (1980),
Reaffirming its determination to examine practical ways and means, in accordance with the relevant provisions of the Charter of the United Nations, to secure the full implementation of its resolution 476 (1980), in the event of non-compliance by Israel,
1. Censures in the strongest terms the enactment by Israel of the “basic law” on Jerusalem and the refusal to comply with relevant Security Council resolutions;
2. Affirms that the enactment of the “basic law” by Israel constitutes a violation of international law and does not affect the continued application of the Geneva Convention relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War, of 12 August 1949, in the Palestinian and other Arab territories occupied since June 1967, including Jerusalem;
3. Determines that all legislative and administrative measures and actions taken by Israel, the occupying Power, which have altered or purport to alter the character and status of the Holy City of Jerusalem, and in particular the recent “basic law” on Jerusalem, are null and void and must be rescinded forthwith;
4. Affirms also that this action constitutes a serious obstruction to achieving a comprehensive, just and lasting peace in the Middle East;
5. Decides not to recognize the “basic law” and such other actions by Israel that, as a result of this law, seek to alter the character and status of Jerusalem and calls upon:(a) All Member States to accept this decision;(b) Those States that have established diplomatic missions at Jerusalem to withdraw such missions from the Holy City;
6. Requests the Secretary-General to report to the Security Council on the implementation of the present resolution before 15 November 1980;
7. Decides to remain seized of this serious situation.
”Resolutie 476 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 30 juni 1980 uitgevaardigd. Deze resolutie werd goedgekeurd door 14 voor-stemmen en één onthouding, van de Verenigde Staten, en verklaarde weer dat de bestuurlijke wijzigingen die Israël had doorgevoerd in Oost-Jeruzalem nietig waren en riep op deze terug te draaien.”
WIKIPEDIA
RESOLUTIE 476 VEILIGHEIDSRAAD VERENIGDE NATIES
UNHCR
SECURITY COUNCIL RESOLUTION 476 (1980) [TERRITORIES
OCCUPIED BY ISRAEL]
Resolution 476 (1980) of 30 June 1980
The Security Council,
Having considered the letter of 28 May 1980 from the representative of Pakistan, the current Chairman of the Organization of the Islamic Conference, as contained in document S/13966 of 28 May 1980,
Reaffirming that acquisition of territory by force is inadmissable,
Bearing in mind the specific status of Jerusalem and, in particular, the need for protection and preservation of the unique spiritual and religious dimension of the Holy Places in the city,
Reaffirming its resolutions relevant to the character and status of the Holy City of Jerusalem, in particular resolutions 252 (1968) of 21 May 1968, 267 (1969) of 3 July 1969, 271 (1969) of 15 September 1969, 298 (1971) of 25 September 1971 and 465 (1980) of 1 March 1980,
Recalling the Fourth Geneva Convention of 12 August 1949 relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War,
Deploring the persistence of Israel, in changing the physical character, demographic composition, institutional structure and the status of the Holy City of Jerusalem,
Gravely concerned over the legislative steps initiated in the Israeli Knesset with the aim of changing the character and status of the Holy City of Jerusalem,
1. Reaffirms the overriding necessity to end the prolonged occupation of Arab territories occupied by Israel since 1967, including Jerusalem;
2. Strongly deplores the continued refusal of Israel, the occupying Power, to comply with the relevant resolutions of the Security Council and the General Assembly;
3. Reconfirms that all legislative and administrative measures and actions taken by Israel, the occupying Power, which purport to alter the character and status of the Holy City of Jerusalem have no legal validity and constitute a flagrant violation of the Fourth Geneva Convention relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War and also constitute a serious obstruction to achieving a comprehensive, just and lasting peace in the Middle East;
4. Reiterates that all such measures which have altered the geographic, demographic and historical character and status of the Holy City of Jerusalem are null and void and must be rescinded in compliance with the relevant resolutions of the Security Council;
5. Urgently calls on Israel, the occupying Power, to abide by this and previous Security Council resolutions and to desist forthwith from persisting in the policy and measures affecting the character and status of the Holy City of Jerusalem;
6. Reaffirms its determination in the event of non-compliance by Israel with this resolution, to examine practical ways and means in accordance with relevant provisions of the Charter of the United Nations to secure the full implementation of this resolution.
Adopted at the 2242nd meeting by 14 votes to none, with 1 abstention (United States of America).
[13]”
5. Decides not to recognize the “basic law” and such other actions by Israel that, as a result of this law, seek to alter the character and status of Jerusalem and calls upon:(a) All Member States to accept this decision;(b) Those States that have established diplomatic missions at Jerusalem to withdraw such missions from the Holy City;”
UNITED NATIONS SECURITY COUNCIL RESOLUTION 478
[14]
NEDERLAND BETUIGT SPIJT OVER SLAVERNIJVERLEDEN/
GEEN SPIJT, MAAR EXCUSES
ASTRID ESSED
10 JULI 2013
[15]
DISASTER OVER PALESTINE/THE REFUGEE PROBLEM AND
THE IDEOLOGY OF TRANSFER
ASTRID ESSED
OORSPRONKELIJK:
LOS ANGELES INDYMEDIA
28 JUNI 2007
[16]
AMNESTY INTERNATIONAL
ISRAEL’S APARTHEID AGAINST PALESTINIANS”A CRUEL
SYSTEM OF DOMINATION AND A CRIME AGAINST HUMANITY
1 FEBRUARI 2022
RAPPORT AMNESTY INTERNATIONAL:
ISRAEL’S APARTHEID AGAINST PALESTINIANS”A CRUEL
SYSTEM OF DOMINATION AND A CRIME AGAINST HUMANITY
RAPPORT HUMAN RIGHTS WATCH
ISRAELI APARTHEID: ”A THRESHOLD CROSSED”
EINDE NOTEN