Noot 2/Onschuldig tot schuld bewezen

[2]

HET GERUCHTMAKENDE VOLKSKRANT ARTIKEL

OVER ANGSTCULTUUR DWDD

ZIE EERST LINK ASTRID ESSED

HET ORIGINELE ARTIKEL

VOLKSKRANT

IN DE SUCCESVOLLE TV MACHINE VAN DWDD WERD MENIG

REDACTEUR VERMALEN

18 NOVEMBER 2022

https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2022/in-de-succesvolle-tv-machine-van-dwdd-werd-menig-redacteur-vermalen~v605784/

Vijftien jaar lang geniet een miljoenenpubliek van De Wereld Draait Door. Maar wat de kijker niet ziet, is dat achter de schermen een angstcultuur heerst. Tientallen medewerkers werden ziek. Omroep BNNVara greep niet in. ‘Het was alsof de duivel in hem kroop.

Vragend kijkt presentator ­Matthijs van Nieuwkerk om zich heen. Het is 21 november 2019, iets voor achten, als ­tijdens de uitzending van De Wereld Draait Door onverwachts zijn eigen stem uit de luidsprekers galmt. Aan tafel zitten journalist Ruben Terlou, tafeldame Femke van der Laan, presentator Menno Bentveld en twee vogelexperts. Ze praten over de verkiezing van de vogel van het jaar.

Door een technische fout was een flard van de repetitie te horen. ‘Ik heb geen enkel idee wat hier gebeurde’, zegt Van Nieuwkerk snel. ‘Was ik de enige die het hoorde?’

De vogelexpert maakt er een grap over. ‘Geheime opnamen!’, roept ze. Alle gasten lachen. (Het incident wordt later uit de online-versie van de uitzending geknipt.)

Even lijkt er niets aan de hand.

Maar direct na de uitzending beent Van Nieuwkerk met grote passen de trap op naar de ruimte boven de studio. Daar wachten redacteuren, gastvrouwen, de regisseur, de eindredacteur. Zeven getuigen verklaren tegenover de Volkskrant wat er dan gebeurt.

‘Wíé is hier verantwoordelijk voor?’, schreeuwt Van Nieuwkerk.

Even later staat hij tegenover een geluidsman. Hun hoofden zijn dicht bij elkaar. ‘Wat stá je daar nou man?’, schreeuwt Van Nieuwkerk.

Dan begint hij te razen. Zijn woede is zo extreem dat velen het zich drie jaar na dato nog herinneren. ‘Het was’, zegt een redacteur, ‘alsof de duivel in hem kroop.’ Medewerkers gooien snel de deuren dicht: niemand mag dit zien of horen.

De geluidsman probeert wat terug te zeggen, maar hij komt niet boven de presentator uit. ‘Het is meneer Van Nieuwkerk voor jou’, horen aanwezigen hem schreeuwen.

‘Jij!’, schreeuwt de presentator volgens meerdere getuigen. ‘Jij had hier op je knieën moeten zitten, en moeten zeggen: sorry.’

Onthutst kijken mensen naar wat hier gebeurt.

‘Zeg sórry meneer Van Nieuwkerk’, roept de presentator. Om hen heen is het doodstil.

En dan doet de man wat hij zegt. ‘Sorry meneer Van Nieuwkerk’, brengt hij uit.

Zijn woorden gaan bij sommigen door merg en been. ‘Als ik hier aan terugdenk, krijg ik nog steeds kippevel’, zegt een redacteur. ‘Ik schaamde me kapot.’ ‘We waren allemaal in shock. Dit ging over alle grenzen heen’, zegt een ander, ‘het ging zó ver dat ik heb besloten dat ik nooit meer met Matthijs wil werken.’

Sommige getuigen voelen zich schuldig. ‘Ik heb hier naderhand lang over nagedacht’, zegt een van hen. ‘Niemand deed iets. Waarom deed ik niets?’

Vijftien jaar lang staat De Wereld Draait Door (DWDD) op eenzame hoogte op de Nederlandse tv. Het is het paradepaardje van de Vara en later BNNVara: het heeft jarenlang meer dan een miljoen kijkers per dag en wint alle belangrijke televisieprijzen. Vrijwel alles wat het programma aanraakt, verandert in goud. Veel bekende Nederlanders danken hun carrière aan de talkshow. Iedereen wil dáár zijn. Bij Matthijs aan tafel.

Het programma bezorgt de omroep miljoenen euro’s aan reclamegelden. Directieleden komen regelmatig naar de studio en proosten met leidinggevenden op de kijkcijfers.

Maar dit programma had een schaduwzijde.

De afgelopen maanden deed de Volkskrant onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag achter de schermen van De ­Wereld Draait Door en naar de rol van de omroep hierin. De laatste uitzending van DWDD was weliswaar twee jaar geleden, ook werd er ruim tien jaar geleden al in de media geschreven over de harde werksfeer bij het programma, toch besloot de redactie tot een onderzoek, omdat uit verhalen van oud-medewerkers bleek dat de angstcultuur en de gevolgen ervan langduriger, veelomvattender en ernstiger waren dan tot nu toe bekend. Daarnaast publiceerde de Raad voor Cultuur in juni een rapport waarin geconstateerd werd dat dergelijk gedrag in de mediasector een ‘hardnekkig en urgent’ probleem vormt, waarvan nu alleen ‘het topje van de ijsberg’ zichtbaar is.

In totaal sprak de Volkskrant met meer dan zeventig oud-­medewerkers uit de vijftien jaar dat het programma liep. Ruim vijftig van hen stellen dat achter de schermen bij DWDD sprake was van structureel grensoverschrijdend ­gedrag.

Uit de verhalen blijkt dat Van Nieuwkerk extreme woede-­uitbarstingen had. Vele medewerkers werden door de presentator ten overstaan van anderen op centimeters afstand toegeschreeuwd, vernederd en geïntimideerd. Medewerkers beschreven aan de Volkskrant tientallen van zulke incidenten, slechts enkele daarvan zijn opgenomen in dit verhaal. Meerdere eindredacteuren – de eindverantwoordelijken voor de redactie – werkten hier volgens bronnen aan mee. Het veroorzaakte bij velen stress en een permanent gevoel van onveiligheid. De top van BNNVara werd herhaaldelijk gewaarschuwd voor de situatie op de werkvloer, maar greep niet in.

Tientallen medewerkers kregen als gevolg hiervan burn-outs, ernstige psychische klachten zoals angst- en paniek­aanvallen, of raakten anderszins beschadigd. De krant sprak met mensen die zeggen hier tot op de dag van vandaag last van te hebben. Sommigen zijn nog steeds verminderd inzetbaar of kampen nog altijd met angstgevoelens, nachtmerries of andere klachten die hen belemmeren in hun werk. Tientallen mensen hebben de televisiewereld hierdoor definitief verlaten. De krant beschikt over vertrouwelijke mails, berichten uit appgroepen, medische dossiers, contracten, vaststellingsovereenkomsten en communicatie met advocaten, die de verklaringen ondersteunen.

Omdat de meeste leidinggevenden uit die tijd ook nu nog invloedrijke ­posities bekleden in Hilversum of ­elders in de media, willen de meeste oud-medewerkers alleen op anonieme basis praten. Een deel is zelf nog actief in de mediawereld, vaak met korte contracten, en vreest voor hun carrière. Niettemin deelden tientallen mensen hun verhaal. Sommige vragen houden hen nog altijd bezig. Waarom deed BNNVara, de omroep die staat voor een ‘gelijkwaardige en rechtvaardige samenleving’ en die dit jaar het veelbesproken programma Boos! uitzond over grensoverschrijdend gedrag bij The Voice, niets? Waarom werd de presentator nooit gecorrigeerd?

Ging het succes boven alles?

EINDE DEEL ARTIKEL

2005 – 2008De onervaren presentator spat van het scherm

Het succes van DWDD begint in 2005, als ‘architect’ en eindredacteur Ewart van der Horst het format in een paar weken tijd uit de grond stampt. Niemand geeft er vooraf een stuiver voor, maar al snel valt één ding op: presentator Matthijs van Nieuwkerk, dan 45 jaar, spat van het scherm. Hij is eloquent, creatief, slim, charmant, scherp, razendsnel. En nooit saai.

Op de redactie houdt Van Nieuwkerk zich dan nog afzijdig. Hij leunt sterk op eindredacteur Van der Horst. ‘Matthijs luisterde naar hem’, zegt een redacteur. ‘Als Matthijs om 4 uur zei dat hij toch geen zin had in een onderwerp, dan zei Ewart: om 1 uur hebben we besloten dit te gaan doen, dus dan doen we dat ook.’

Van der Horst fungeert als de buffer tussen hem en de redactie. Hij schermt de presentator af, houdt hem uit de wind. Van Nieuwkerk houdt zich in die tijd meestal gedeisd, zegt een redacteur. ‘Als ik een onderwerp met hem doornam, vroeg hij: vind je het goed als ik het iets anders formuleer?’

‘Mensen waren in die tijd vooral bang voor Ewart’, vertelt een redacteur. ‘Die stoof razend en tierend over de redactie. ‘Kutonderwerp’, riep hij dan, terwijl hij een prullenbak omver schopte. Collega’s krompen ineen als hij langskwam.’

Van der Horst, die nu verantwoordelijk is voor de talkshows JinekBeauHumberto en Renze, is een keiharde televisiemaker, zeggen bronnen. Maar hij heeft wel twee kanten. ‘Hij kon net zo goed schreeuwen: ‘Welke idioot heeft dit filmpje gemaakt?’, als ‘Jezus, dit is het beste filmpje dat ik ooit heb gezien’’, vertelt een geluidstechnicus.

Van der Horst zegt nooit enige wanklank te hebben vernomen, ook niet van de Vara. Misschien, zo zegt hij in een reactie, dat hij ‘imponerend was vanwege mijn staat van dienst, maar zeker niet intimiderend’.

De redacteuren zijn jong, veelal in de 20, ze werken non-stop, onder hoge druk. Maar ze voelen dat ze deel uitmaken van iets bijzonders. De kijkcijfers schieten de lucht in. ‘DWDD straalde op je af’, zegt een redacteur. ‘Het opende deuren. Bij concerten, festivals, boekpresentaties – overal stonden we op de gastenlijst. We konden met vijftien man naar het Boekenbal.’ Er ontstaan vriendschappen voor het leven. ‘Ons hele bestaan was DWDD’, zegt een redacteur. ‘Ook als we vrij waren. We stonden dag en nacht aan.’

EINDE DEEL ARTIKEL

2008 – 2016De maestro voert de druk op, falen is geen optie

‘We spelen Champions League’, zegt Van Nieuwkerk vaak. Nadat eindredacteur Van der Horst in 2008 is vertrokken, laat hij zich steeds vaker gelden. ‘De maestro’, zoals Van Nieuwkerk wordt genoemd, is extreem perfectionistisch. En dat verwacht hij ook van anderen. Voor middelmaat is geen plaats. Iedere uitzending voelt hij opnieuw dat hij kan falen.

‘Mijn kop ligt op het hakblok’, schreeuwt hij geregeld. Hij is bang voor verslapping. De druk moet maximaal zijn. Altijd. Tot het einde toe.

Deadlines, gasten afbellen, uitzendingen omgooien, fouten, teleurstellingen, ruzies, gesnauw, geschreeuw – het hoort bij een talkshow. Maar wat hier gebeurt, is anders, ­zeggen medewerkers.

De presentator is onberekenbaar, onvoorspelbaar en kan zomaar in woede ontvlammen. ‘Kun je dan niks?’, roept hij. Of: ‘Wie uit 2 mavo heeft dit gemaakt?’ Of: ‘Jij bent níéts waard.’

‘Elke dag kwam Matthijs rond een uur of 1 de redactie op’, zegt een redacteur. ‘Dan gluurden we van achter onze computer gespannen naar zijn gezicht. Keek hij boos? Hoe liep hij? Maakt hij een praatje? Uit alles probeerde ik af te lezen wat voor een dag het zou worden. Iedereen was voortdurend aan het aftasten. Het was zenuw­slopend.’

Er ontstaat een werksfeer waarin verbale agressie, dreigen en intimideren wordt ingezet in een poging om prestaties te verbeteren. En waarin iedereen probeert zijn eigen hachje te redden, de woede te ontlopen.

Het zwaarste moment van de dag is de repetitie. Elke middag om vijf uur gaat de redactie naar de studio. Aan tafel ‘spelen’ redacteuren dan de gast die ze hebben voorbereid, terwijl Van Nieuwkerk hen interviewt. Collega’s kijken met klamme handen mee.

‘Tijdens de repetitie waagde ik het om hem tegen te spreken’, vertelt een redacteur. ‘Ik had een verhaal dat niet zo in elkaar zat als hij hoopte. Daarop explodeerde Matthijs. Hij was zo boos dat hij met zijn hand op tafel sloeg en begon te schreeuwen: ‘Luister jij óóit naar wat ik zeg?’ Ik keek naar de samensteller (een leidinggevende die verantwoordelijk is voor de uitzenddag, red.), die ook aan tafel zat. Die wist precies hoe het verhaal in elkaar zat. Maar die zei ijskoud tegen me: ‘Hoe kun je dat nou doen?’ Die liet me keihard vallen, terwijl ze zelf met dit slechte onderwerp was gekomen. Later gaf de samensteller me op mijn kop dat ik Matthijs had tegengesproken. Ze zei: wat denk je nou?’

Als er iets misgaat, vraagt Van Nieuwkerk zich volgens vele bronnen meestal maar een ding af: wie heeft dit gedaan?

‘Het was jóúw fout, jóúw schuld’, zegt een andere redacteur. ‘Daardoor ging je enorm aan jezelf twijfelen. Na een uitzending kwam hij naar me toe in de redactieruimte en ging vlak voor me staan. Ten overstaan van de redactie werd ik ­minutenlang met de grond gelijk gemaakt. ‘Je bent waardeloos!’, schreeuwde hij. Het was enorm intimiderend. Toen ik iets terug zei, ging Matthijs nog eens over me heen. En nog eens. Na die tirade liep hij naar de bar. Hij dronk een glas wijn en toen leek het van hem af te vallen. Ik heb me in mijn hele leven nog nooit zo klein gevoeld. Ik ken niemand die verbaal sterker is dan hij. Voor mezelf heb ik daarna besloten: als iemand ooit nog zo tegen me tekeergaat, dan laat ik me dat niet meer gebeuren. Het werken met Matthijs heeft me beschadigd; ik heb constant het gevoel dat ik op mijn hoede moet zijn. Matthijs leek zich totaal niet bewust van de ravage die hij aanrichtte.’

Vanaf 2008 is Dieuwke Wynia de eindredacteur van DWDD – ze zal acht jaar lang de redactie leiden (deze functie wordt later afwisselend eind- en hoofdredacteur genoemd, red.). Voor die tijd werkt ze er al als samensteller en wordt ze omschreven als bevlogen, aardig, betrokken en gevoelig. Maar als eindredacteur ondergaat ze een ‘bizarre transformatie’, stellen oud-medewerkers: ze ontwikkelt zich tot het verlengstuk van Van Nieuwkerk. ‘Als Matthijs iets niet goed vond, kwam zij schreeuwend de redactie op’, zegt een samensteller.

Wynia jaagt mensen op, stellen medewerkers. Ze noemt redacteuren ‘ambtenaren’ en ‘zombies’ en beticht hen van luiheid, terwijl ze 70 tot 80 uur per week werken. Redacteuren geven inzage in berichten, die aangeven dat ze waarde­loze prestaties leveren. Een redacteur vertelt hoe Wynia eerst dreigt met ontslag en pas veel later zegt: ‘Waarom moet ik jou eerst helemaal afbranden voordat je je best gaat doen?’

‘Dieuwke liet twee redacteuren met elkaar strijden om een plek in het volgende seizoen’, zegt een redacteur. ‘Soms leek het een soort Expeditie Robinson.’ Sommige redacteuren zeggen door Wynia meer te zijn beschadigd dan door Van Nieuwkerk.

De cultuur van angst en wantrouwen infecteert ook de rest van de redactie. Op de werkvloer zijn de banden onderling hecht en proberen mensen elkaar te helpen, maar er is een probleem: zodra een collega uit de gratie valt bij Van Nieuwkerk of Wynia, raakt hij ‘besmet’ en gaan onderwerpen steeds vaker niet door. ‘Dan hoorde je: Matthijs vertrouwt hem of haar niet meer’, zegt een medewerker. Op de redactie, waar iedereen van elkaar afhankelijk is, zorgt dat ervoor dat anderen zich min of meer gedwongen voelen om om de besmette persoon heen te werken, vertellen bronnen. Waardoor die steeds verder geïsoleerd raakt, en steeds meer het gevoel krijgt niets goed te kunnen doen.

In die tijd vertrekken of knakken tientallen mensen. Sommigen stappen naar personeelszaken of de bedrijfsarts. ‘We voelden een continue dreiging’, zegt een medewerker. ‘We hadden geen idee meer wat normaal was. Een van mijn collega’s – een ­superintelligente, leuke, boomlange vent – was in een paar maanden tijd veranderd in een trillend rietje. De angst stond in zijn ogen. Hij stapte midden in zijn werkdag op. Eigenlijk hadden we hem applaus moeten geven. Maar in plaats daarvan zeiden we collectief: wat doet híj nou? Dat is het erge. Je gaat je allemaal zo gedragen. Dat doet een angstcultuur met ­mensen.’

De betrokken medewerker wil niet reageren. Drie getuigen bevestigen de gang van zaken.

Wynia verzet zich ten overstaan van de redactie niet tegen de presentator. Integendeel. Een redacteur vertelt hoe Wynia haar filmpje goedkeurt, maar hoe Van Nieuwkerk daarna uitvalt. ‘Hij zei: ‘Dit is zó slecht gemaakt. Hoe kán dit?’ Vervolgens deed Dieuwke alsof ze het voor het eerst zag, sloeg haar hand voor haar mond en zei: ‘Oh, nee, néééé.’’

‘Dat mechanisme maakte mensen gek’, vertelt de redacteur. ‘Het betekende dat je haar oordeel als leidinggevende nooit kon vertrouwen.’

‘Onze vrienden dachten dat wij de leukste baan van de wereld hadden’, zegt een redacteur. ‘Maar ik maakte geregeld mee dat ik na een werkdag naar buiten liep en dat er iemand bij zijn fiets stond te huilen.’

EINDE DEEL ARTIKEL

Signalen van grensoverschrijdend gedrag stapelen zich op

In de jaren 2010 en 2011 komt er een reeks alarmsignalen binnen bij de top van de omroep over de angstcultuur en over grensoverschrijdend gedrag van Van Nieuwkerk. Deze belanden veelal bij de toenmalige ­Vara-mediadirecteur Frans Klein, nu een van de machtigste mannen binnen Hilversum: als NPO-­directeur is hij verantwoordelijk voor de televisieprogrammering van alle publieke zenders.

De eerste die bij hem aan de bel trekt is Wim van Klaveren. Hij werkte jarenlang als eindredacteur voor talkshows als Sonja en Vara Laat en is niet bang. In 2010 slaat hij alarm over DWDD, waar hij dan net is gestopt. ‘Ik heb Frans Klein gezegd dat hij moest ingrijpen’, zegt Van Klaveren. ‘Dat het zo niet langer kon. Dat redacteuren het slachtoffer werden van de grillen van Van Nieuwkerk en Wynia.’

Maar hij wordt naar eigen zeggen afgescheept. ‘Frans zei: ‘Als we ingrijpen, dan moet het programma misschien stoppen. Weet je om ­hoeveel arbeidsplaatsen dat gaat?’

‘Dan sta je met je bek vol tanden’, zegt Van Klaveren.

In datzelfde jaar volgt nog een andere waarschuwing, wanneer medewerkers lekken naar Nieuwe Revu. Het blad schrijft over een ‘dictatorschap van angst’ bij DWDD. Maar media­directeur Klein bagatelliseert de situatie. ‘Ik ben juist trots op die mentaliteit’, reageert hij in het artikel. ‘Dit programma is topsport op het scherpst van de snede.’ De omroep komt niet in actie. Klein onderzoekt niet wat er waar is van de aantijgingen. Er verandert niets.

Het is maart 2011 als een derde waarschuwing volgt. Ditmaal van Janine Abbring, die het niet meer pikt. De afge­lopen jaren maakte Abbring naam als interviewer bij Zomergasten en als eindredacteur van de shows met Arjen Lubach.

In die tijd is ze een van de Jakhalzen, de verslaggevers die dagelijks brutale of grappige reportages maken. Midden op de redactievloer vindt een harde aanvaring plaats tussen haar en eindredacteur Wynia over een al dan niet spontane polonaise die PvdA-lijsttrekker Job Cohen tijdens verkiezingstijd in een tv-programma inzette en waarover Abbring niet tijdig zou hebben verteld, al stelt Abbring zelf dat Wynia niet wilde luisteren. ‘Dieuwke was ziedend’, zegt een collega. ‘Ze zei dat ze ervoor zou zorgen dat Janine nooit meer aan de bak zou komen in Hilversum.’

Wynia doet wat ze wel vaker doet: ze stuurt een mail naar vrijwel de hele redactie waarin ze genadeloos uithaalt naar Abbring. In de mail, in bezit van deze krant, spreekt ze over ‘een ernstig ongeluk’, en een ‘enorme blunder’ waarvoor geen verzachtende omstandigheden zijn. ‘ALS JE OP NIEUWS STUIT, MELD HET!’, staat er.

De volgende dag belandt er om 12.02 uur een reply van Abbring in ieders mailbox. Het onderwerp: ‘Jakhals wordt weer een visje’. Beste Dieuwke, staat er. ‘Het is nogal wat, om iemand in een mail volkomen neer te sabelen (…) Om dit te bestempelen als de grootste (gemiste) primeur sinds Watergate vind ik schromelijk overdreven.’ Ze bekritiseert de manier waarop ze is ‘behandeld, toegemaild en toegeschreeuwd/gild’ vanuit verschillende ruimtes in het gebouw. ‘Ik vond en vind dat absurd, respectloos en onbeschoft. Iemand zei gisteren tegen me: ‘If you want to swim with the sharks, you have to become one.’ Maar ik ben eigenlijk liever gewoon een aardige vis in plaats van een haai(baai). Vandaar dat ik heb besloten te stoppen als Jakhals.’ Ze bedankt de rest van de redactie. ‘Ik vind jullie de bom’, schrijft ze.

Op de redactie kijken mensen verbijsterd naar hun scherm. Voor het eerst komt een van hen openlijk in opstand.

‘Ik dacht: dit is groots verzet’, zegt een redacteur.

Toch veroorzaakt de brief slechts een rimpeling in de vijver: het haalt niets uit. Desgevraagd reageert Abbring schriftelijk: ‘Het klopt dat ik ooit ontslag heb genomen bij DWDD vanwege de mijns inziens onacceptabele manier waarop er door de eindredacteur van dat programma met mensen werd omgegaan. In mijn ontslagmail, die buiten mijn weten om door iemand naar de Volkskrant is gestuurd, gaf ik aan dat ik de managementstijl van deze eindredacteur ervoer als grensoverschrijdend (ook al heb ik toen andere woorden gebruikt, want die term kende ik nog niet). Ik voel me, elf jaar na dato, niet genoodzaakt in te gaan op gebeurtenissen en details, omdat de mail voor zich spreekt. We zijn inmiddels meer dan een decennium verder, situaties veranderen, mensen veranderen.’

‘Ik heb bij DWDD geleerd’, aldus Abbring, ‘hoe ik vind dat een redactie niet moet worden geleid.’

Wynia, die nu als freelance programmamaker in de tv-­wereld werkt, erkent achteraf dat ze dit anders had moeten aanpakken. Ze zegt dat ze Abbring eerder probeerde te beschermen, toen Van Nieuwkerk haar niet zag zitten. ‘Ik had eerder met haar in gesprek moeten gaan en het er niet zo op aan moeten laten komen’, zegt Wynia. Ze stuurde de mail van Abbring naar eigen zeggen door naar de Vara-directie. ‘Voor hulp.’ Daar werd niet op gereageerd, stelt ze.

Aan de reeks waarschuwingen voegt de afdeling personeelszaken van de Vara eind 2011 een vierde alarmsignaal toe. Daar groeien de zorgen over de ongezonde werkomstandigheden bij DWDD. Personeels­adviseur Mirjam de Klerk, die de talkshow onder haar hoede heeft, hoort steeds meer verhalen van medewerkers die last hebben van mentale klachten. De Klerk voelt zich genoodzaakt een waarschuwing te sturen aan mediadirecteur Frans Klein. Ze laat hem weten dat de situatie ‘uit de hand dreigt te lopen’, zegt ze achteraf tegen de Volkskrant.

In december 2011 komt daar nóg een signaal overheen, ditmaal in Privé. Vier pagina’s lang publiceert het blad over de ‘studioterreur’ bij DWDD. Van Nieuwkerk zou medewerkers ‘op ongelooflijke wijze’ schofferen en al negentien medewerkers hebben ontslagen. Twaalf van hen worden met naam en toenaam genoemd. ‘Draait Matthijs nu zelf doorrr?’, staat er op de cover. Meestal haalt het roddelblad het bureau van mediadirecteur Frans Klein niet, maar nu wel. Het blijft zelfs een aantal dagen liggen, aldus een insider.

In 2011 vindt er intern beraad plaats bij de Vara over de toestand bij DWDD. Mediadirecteur Klein en hoofd personeelszaken Anjes van der Linden besluiten de taken te verdelen. Klein spreekt samen met personeelsadviseur De Klerk met Wynia, Van der Linden gaat met Van Nieuwkerk praten. Ze kiezen voor een zalvende toon.

Het verandert weinig.

Op dat moment kraakt niet alleen de redactie. Ook presentator Van Nieuwkerk wankelt. Op 5 december 2011, vlak voor de Privé-publicatie, begint hij op tv ineens te hakkelen en te haperen. Hij voelt zich niet goed. Af en toe hapt hij naar adem. Een aantal keer grijpt hij naar zijn borst. Hij denkt dat hij een hartaanval heeft. Nadien gaat hij naar het ziekenhuis, maar het blijkt niet ernstig. Hij zou te hard hebben gewerkt.

Van Nieuwkerk verkeert dan al jaren aan de top. Medewerkers vragen zich geregeld af in hoeverre het verantwoord is dat iemand zo lang onder zo’n zware druk verkeert. De presentator schermt zichzelf in de loop der tijd steeds meer af van de buitenwereld. Interviews doet hij uiteindelijk alleen nog maar schriftelijk. Er zijn maar weinig mensen die hij in zijn privéleven toelaat. Van Nieuwkerk, die zichzelf ‘een mozaïek van angsten en fobieën’ noemt, kan niet meer over straat zonder herkend te worden. Iedereen houdt hem in de gaten, iedereen wil iets van hem.

Het artikel in de Privé schaadt zijn positie niet. Maar het kost wel iemand anders de kop.

Jelleke van Rijsoort is al negen jaar een van de vaste visagisten van Van Nieuwkerk. Zelfs in haar vakantie wordt ze gebeld door zijn assistent voor fotoshoots. ‘Ik liep al jaren op mijn tenen door de angstcultuur achter de schermen – net als iedereen daar’, zegt ze. ‘Maar als zzp’er was ik zo afhankelijk dat ik er niets van durfde te zeggen.’

Haar einde begint maanden voor de publicatie in Privé, als ze uit het niets bericht krijgt. ‘Matthijs wilde mijn föhn zien’, zegt Van Rijsoort. ‘Hij dacht dat mijn föhn niet goed was, omdat hij vond dat zijn haar niet goed zat.’ De visagiste besluit te doen wat hij zegt. ‘Zijn haar zat net als anders, maar ik ging erin mee omdat ik mijn baan wilde houden.’ Het wordt een vreemd gesprek. ‘Hij wilde weten wat de kracht van mijn föhn was. Onzin natuurlijk. Ik voelde dat ik richting de uitgang zou gaan, zonder dat ik wist waarom.’

Kort daarop hoort ze dat hij ‘haar niet meer wil zien’. Ze mag alleen de gasten blijven doen, maar Van Nieuwkerk kijkt haar niet meer aan.

Vlak na de publicatie in Privé werkt ze op een dag in de­cember bij Van Nieuwkerks tv-programma over de Top 2000. ‘De producer zei: er is heel veel spanning, loop even naar ­Matthijs.’ Op de vloer kreeg ik de volle laag. En plein public schreeuwde hij dat ik verantwoordelijk was voor dat Privé-­stuk, terwijl ik er niets mee te maken had. Ik moest weg.’

Huilend verlaat ze de studio. Ze staat per direct op straat. Het betekent dat ze haar hoofdinkomen kwijt is.

Later biedt de Vara onder druk van haar advocaat een ‘schamele vergoeding’, stelt ze. De Vara-jurist sommeert haar ‘intern en extern’ te ‘zwijgen’ over de kwestie.

‘Ik heb hier tot op de dag van vandaag last van’, zegt Van Rijsoort. ‘Het heeft me beschadigd. Ik kreeg zelfs paniekaanvallen. Ik had daar zo lang gewerkt, en ineens werd ik zó aan de kant gezet. Niemand bij BNNVara, met uitzondering van één persoon, heeft ooit nog contact met me opgenomen. Ik bestond gewoon niet meer.’

EINDE DEEL ARTIKEL

Iedereen weet het. Waarom doet niemand iets?

Op de redactie maken medewerkers zich na alle door de omroep genegeerde signalen dan geen illusies meer. Redacteuren realiseren zich dat BNNVara er kennelijk voor heeft gekozen om de giftige werkcultuur te accepteren. ‘John de Mol had het na de onthullingen over The Voice over loketten. Maar wij hadden geen loketten. Frans Klein was heel dik met Matthijs en Dieuwke. Dus je liet het wel uit je hoofd om naar hem toe te gaan.’

‘Iedereen wist dit’, zegt een collega, ‘maar er werd gewoon weggekeken. BNNVara deed alles voor het succes. Zo lang het zo goed ging, konden ze doen wat ze wilden. Ik verwijt mezelf en mijn collega’s dat we hebben gezwegen in angst.’

Eindredacteur Dieuwke Wynia verdedigde de harde cultuur bij DWDD in 2015 in de Volkskrant nog zonder een spoor van twijfel. Ze vergeleek het programma met een sportwedstrijd. ‘Wie niet presteert, krijgt dat meteen te horen of wordt gewisseld’, zei ze destijds.

Maar de afgelopen jaren heeft ze nagedacht. Ze erkent nu dat ze ‘bot’ en ‘te weinig invoelend’ is geweest. ‘Daar heb ik spijt van.’ In een schriftelijke reactie vertelt ze dat ze jarenlang klem heeft gezeten tussen Van Nieuwkerk en de redactie. ‘Ik worstelde met Matthijs’, zegt ze. ‘Zijn woede-aanvallen waren heftig, hij leek op zulke momenten een ander persoon.’ Ze stelt dat de presentator haar op cruciale momenten in de steek liet en het haar alleen liet opknappen. Zo ‘stopte ze de samenwerking’ met meerdere mensen nadat Van Nieuwkerk had aangegeven ‘klaar’ te zijn met hen. ‘Ik besef nu dat ik het niet zo ver had moeten laten komen.’

Dat ze tijdens repetities soms van standpunt veranderde en daarmee redacteuren afviel, had te maken met Van Nieuwkerk, zegt ze. ‘Matthijs had een scherp oog en kon zeer overrompelend zijn. Niet alleen voor redacteuren, maar ook voor mij.’

‘Als we het hebben over daders en slachtoffers, dan zit ik in een grijs gebied’, zegt Wynia. ‘Ik heb Matthijs zo vaak proberen aan te spreken op zijn gedrag, hem zo vaak gevraagd zich anders op te stellen tegenover mensen. Als hij was uitgevallen, dan belde ik hem ’s avonds. Soms ging hij dan gewoon nóg een keer los tegenover mij. Hij was niet te bereiken, niet te sturen. Mijn positie was eenzaam. En mijn rol was zo complex. De redactie had vaak geen idee dat ik dit deed. Ik kon ook niet alles doorbrieven, want ik kon mijn vertrouwensband met Matthijs ook niet zomaar schenden. Ik moest hem als presentator ook veiligheid bieden.’

‘Aan het eind van mijn hoofdredacteurschap ging ik steeds vaker verdrietig naar huis. Ik ben vooral vanwege Matthijs weggegaan bij DWDD.’

Wynia zegt regelmatig met Frans Klein gesprekken te hebben gevoerd over het gedrag van Van Nieuwkerk. ‘Matthijs was het probleem. Frans wist van het ingewikkelde karakter van Matthijs. Dat werd als een vervelende bijwerking beschouwd. Maar uiteindelijk werd niet ingegrepen. Nooit is er actieve bekommernis geweest over de veiligheid of de mentale staat van de redactie. De directie koesterde het succes.’

Achteraf voelt ze zich in de steek gelaten door de omroeptop, zegt ze. ‘Frans Klein zei een keer: ‘Er is er maar één die de grenzen kan aangeven, dat ben jij. Doe dat dus ook, want anders creëer je een monster.’ Klein had moeten ingrijpen. Iedereen wist het. Ook alle directeuren die na hem kwamen. Zij hadden mij moeten beschermen. Je kunt wel luisteren, maar je moet ook iets doen. Niemand van hen vroeg aan mij: wat heb jij nodig?’

‘Ik hoop dat we hier lessen uit trekken’, zegt ze. ‘We moeten ons realiseren dat presentatoren die dag in dag uit op tv komen, vervormd raken. We moeten ervoor zorgen dat zij niet onaantastbaar worden.’

Volgens Klein heeft hij wel degelijk ingegrepen toen ‘na vier of vijf seizoenen’ bleek dat de verloopcijfers hoger waren dan bij andere programma’s. ‘In de loop van de tijd hebben we bewust de redactie vergroot. En iemand van personeelszaken dichter op het programma gezet.’

Klein erkent dat hij ‘zag dat het heftig was’. ‘Natuurlijk liepen we het risico dat sommige mensen iets te veel vermalen raakten in deze situatie. Daar hebben we op onze manier aandacht aan proberen te besteden.’ In retrospectief was dat volgens hem ‘misschien onvoldoende’.

Zijn opvolger in 2014, Robert Kievit, zegt van Klein geen overdrachtsdossier te hebben gekregen. Ook hij voorkomt niet dat in zijn periode redacteuren zich onveilig blijven voelen. ‘Achteraf gezien hadden we daar als bestuur, en ik als ­mediadirecteur, alerter op moeten zijn’, laat hij schriftelijk weten.

EINDE DEEL ARTIKEL

2016 – 2019Het patroon van wegkijken verzekert het voortbestaan

Bij DWDD ontstaat in de loop der jaren een patroon van wegkijken waardoor het programma kan voortbestaan, ondanks de angstcultuur: BNNVara bagatelliseert het probleem om het paradepaard in de lucht te houden, de eindredacteur voert de opdrachten van Van Nieuwkerk rücksichtslos uit en schaadt daarmee medewerkers. De redacteuren durven er bijna nooit iets van te zeggen. De kortlopende arbeidscontracten die gebruikelijk zijn in de talkshowwereld, maken hun positie kwetsbaar.

Er is ook een kleine groep medewerkers die stelt dat de ‘harde sfeer’ juist nodig was om zo’n goed programma te ­maken. Ze zeggen dat sommige mensen daar minder goed mee om konden gaan en daarmee ‘ongeschikt’ waren om voor een dagelijkse talkshow te werken. Dat dit er veel meer waren dan bij andere programma’s, komt volgens hen doordat niets kon tippen aan DWDD.

Medewerkers die zich ziek of overspannen bij BNNVara-bedrijfsarts Hein Hendriks, in dienst bij de Arbo Unie, of p&o-adviseur Mirjam de Klerk melden, krijgen daar te horen dat ze niet de enigen zijn. ‘Toen ik bij de bedrijfsarts kwam’, vertelt een redacteur, ‘pakte hij mijn hand en zei: je bent nummer zoveel al, we gaan je helpen.’ Ook De Klerk reageert vaak begripvol, zeggen mensen. ‘Ik heb Mirjam alles verteld en ze gaf het ook toe’, zegt een redacteur. ‘Ze zei: we weten wat daar gebeurt, maar het is wél DWDD.’ In gesprekken met de Volkskrant steekt De Klerk de hand in eigen boezem. ‘Ik moest mensen soms echt oplappen’, zegt ze. ‘Achteraf denk ik dat ik te veel een fixer ben geweest, te veel gericht op het oplossen van individuele problemen en te weinig op het aanpakken van de oorzaken.’

Personeelszaken probeert mensen door te sluizen binnen de omroep naar radioprogramma’s zoals De Nieuws BV of naar tv-quizzen, waar ze kunnen bijkomen. Anderen vertrekken met een vaststellingsovereenkomst, een afspraak om het dienstverband te beëindigen. ‘Mirjam zei: ‘We zaten aan dit bedrag te denken.’ Ik zei: okay’, vertelt een redacteur.

Het lukt personeelszaken niet om structureel iets aan de ongezonde ­situatie op de werkvloer te veranderen, wel stuurt zij medewerkers die in de knel komen naar een coach. Op die manier moeten ze weerbaarder gemaakt worden tegen de situatie op de werkvloer en hoopt p&o dat het ze duidelijk wordt dat het niet aan hen ligt. Sommigen krijgen zelfs coaching nadat ze al zijn vertrokken. ‘Ik heb daar echt wat aan gehad’, zegt een medewerker. ‘Maar het idee was: jíj moet veranderen, jíj moet je aanpassen. Dat werd volstrekt normaal gevonden.’

De Arbo Unie laat in een reactie weten dat het de taak is van een bedrijfsarts om toe te zien op de veiligheid op de werkvloer en signalen hierover te melden bij de directie. Of Hendriks dat heeft gedaan, wil de Arbo Unie niet zeggen. Ook op andere vragen wil de organisatie geen antwoord geven.

Het seizoen 2016/2017 is een van de ergste uit de laatste periode van DWDD. In dat seizoen vallen volgens insiders zo’n tien mensen uit – doordat ze eruit worden gewerkt, door burn-out, door overplaatsing. In oktober vertrekt Wynia en wordt ze opgevolgd door een nieuwe eindredacteur:

Marco Versluis, tegenwoordig directeur tv bij productiebedrijf Medialane, waar Van Nieuwkerk ook aan verbonden is.

Onder leiding van Versluis blijft Van Nieuwkerk tekeergaan, de eindredacteur weet diens emoties niet te dempen. Zo ontslaat hij op Goede Vrijdag 2017 een samensteller op staande voet na een woede-uitbarsting van Van Nieuwkerk. ‘We hebben haar nooit meer teruggezien’, zegt een redacteur die het ontslag van een afstand zag gebeuren. ‘Dat zou ik nu anders hebben gedaan’, zegt Versluis in een reactie.

Versluis voorkomt ook niet dat Van Nieuwkerk een van zijn meest ervaren redacteuren vernedert. Het gebeurt in het ‘hok’, zijn kantoor midden op de redactie. ‘Iedereen wist dat die redacteur op omvallen stond’, zegt een medewerker. ‘Hij kreeg een onderwerp opgedragen dat hij zelf twijfelachtig vond, maar daarna werd het hém verweten. In het hok begon Matthijs te schreeuwen. ‘Deze tekst stelt geen reet voor’, riep hij, ‘iedereen zapt weg als ik dit uitspreek.’ Toen de redacteur wat terugzei, ontplofte Matthijs. Hij schreeuwde: ‘O ja, vind jij dít een goede opzet?’ Hij hield de tekst omhoog en riep: ‘Dan doen we het toch op jouw manier? Kóm dan, pak hem dan, kom hem dan halen?’ Die redacteur stond aan de grond genageld. Uiteindelijk liep hij er op af. Maar net toen hij zijn blaadje wilde pakken, gooide Matthijs het voor zijn ogen in de prullenbak. Daarna is die redacteur het hok uitgelopen. Huilend ging hij naar huis. Matthijs schreeuwde: ‘Haal hem terug!’ Daarop heeft Marco hem meegedeeld dat hij terug moest komen. De volgende dag werd er koeltjes over gesproken door Marco. O ja, werd er gezegd, die komt niet meer.’

De betreffende redacteur bevestigt het incident maar zegt dat het te gevoelig ligt om hierop te reageren. Ook andere redacteuren bevestigen de gang van zaken.

Achteraf zegt eindredacteur Versluis dat hij grenzen heeft overschreden. ‘Ik erken dat in mijn eerste jaar als hoofdredacteur het maken van het programma ook bij mij vóór alles ging. Ik wilde primair het allerbeste programma maken en daarin ben ik soms over mijn eigen grenzen heen gegaan. Dat zag ik ook bij anderen gebeuren. Pas gaandeweg besefte ik dat het ook anders kon, en dat ik het anders wilde. We zijn, door onze drang naar continuïteit van het succes, tekortgeschoten.’

De woede van de presentator zorgt ervoor dat medewerkers geen enkel risico meer nemen. Als een gast ‘niet levert’ worden zij afgebrand, weten ze. Bij twijfel richten ze zich daarom op zijn lievelingsgasten: Sywert van Lienden, Hugo Borst, Jort Kelder, Alexander Klöpping. ‘Bel Sywert maar, vraag maar wat Sywert ervan vindt’, zei Matthijs dan. Daarom hadden we zo vaak dezelfde gasten.’

EINDE DEEL ARTIKEL

Als je ziek wordt van de stress heb je niet ‘het juiste dna’


In documenten van psychologen, psychiaters en de bedrijfsarts die in bezit zijn van de Volkskrant, staat dat medewerkers last hebben van psychische klachten, burn-outs, angst- en ­paniekaanvallen, slaapproblemen, hyperventilatie, duize­lingen, buikpijn en emotionele uitputting. Sommige medewerkers zeggen ptss-achtige klachten te hebben. Meerdere mensen zeggen nog altijd met klachten te kampen, zoals overmatige gevoeligheid voor stress en overbelasting, angst voor conflicten of fouten, en het gevoel dat ze altijd tekortschieten. Een psychiater concludeert expliciet dat de onveilige en onberekenbare manier waarop de leidinggevenden bij DWDD omgingen met werknemers de oorzaak is van het ontstaan van een burn-out bij zijn cliënt.

‘Ik heb meerdere vrienden – vier, inclusief mezelf – over wie hun therapeut zegt dat ze kenmerken vertonen van ptss’, vertelt een andere redacteur. ‘Ze staan altijd aan, zijn constant alert. Ze zijn continu aan het scannen hoe de sfeer ergens is. Want ze weten dat de situatie in één klap om kan slaan.’

Verschillende medewerkers zeggen hun eindredacteur om hulp te hebben gevraagd, omdat ze voelden dat ze ziek werden van de werksfeer. Volgens de medewerkers werden hun noodsignalen genegeerd.

Over redacteuren die weg moeten wordt door leiding­gevenden gezegd dat ze niet het ‘juiste dna’ hebben of ‘van een andere bloedgroep’ zijn. Ze worden buiten de groep ­geplaatst. Voor begeleiding van mensen zou geen tijd zijn ­geweest.

Een jonge redacteur vertelt hoe ze plotseling een kantoor in wordt gevraagd en wordt ontslagen. ‘Mirjam de Klerk van p&o zei: ‘Nou, je voelt het al aankomen.’ De eindredacteur zei: ‘We gaan niet met je verder.’ Ik mocht kiezen: mijn dag afmaken of meteen vertrekken. Ik was in tranen. Mirjam vroeg: ‘Ben je opgelucht?’ Alsof ze mij een gunst bewees. Ik heb nadien maandenlang op bed gelegen met de gordijnen dicht. Ik deed niets meer, kon niets meer. Ik had nachtmerries. Achteraf denk ik dat je dit een depressie kunt noemen. De eindredacteur (Versluis, red.) beweerde dat ik niet geschikt was voor dit soort werk. Ik weet nu dat dit niet waar was, maar de woorden zijn altijd blijven hangen in mijn hoofd. De impact was enorm. Ik raakte al mijn ambitie kwijt, wilde niets meer, dacht dat het aan mij lag. Ik heb nooit meer iets van iemand gehoord. Daarna heb ik jarenlang onder mijn niveau gewerkt. Ik neem het BNNVara en Marco Versluis nog steeds kwalijk dat ik zo lang onnodig heb stilgestaan.’

Sindsdien is ze op haar hoede. ‘Op mijn werk kijk ik altijd: hoe zijn de verhoudingen, wie is bevriend met wie? Als iemand ‘even met me wil praten’, dan schrik ik nog steeds.’

‘Ik heb zoveel mensen van de ene op de andere dag zien verdwijnen’, zegt een medewerker. ‘Over hen werd vaak met dedain gepraat. Het verhaal was altijd dat ze niet functioneerden. Dat ze gewoon niet goed genoeg waren. Ik heb hier nachten van wakker gelegen, trillend in mijn bed. Zelf ben ik er bijna aan onderdoor gegaan. Ik zat vaak huilend op de wc. Ik merkte dat ik er zelf ook snauwerig van werd. Dat is het erge: je gaat eraan meedoen. Ik begon anderen af te blaffen. Uiteindelijk ben ik zelf opgestapt.’

Toch blijft een deel van de redacteuren er jarenlang werken, ondanks de cultuur van angst. Waarom?

‘Ik zat er zó in verstrikt’, zegt een redacteur. ‘Alle mensen die onder onze ogen verbrokkelden – daar wilde ik gewoon niet bij horen. Ik wilde niet falen. Ik zat op de rand van een burn-out, maar het kwam niet in me op om te stoppen of grenzen te stellen. Ik stoomde gewoon door. Terwijl ik voelde dat het misging.’

Wat het voor medewerkers met een jaarcontract ook lastig maakt, is dat ze vaak een fors bedrag moeten betalen om tijdens een lopend seizoen weg te ­mogen bij DWDD. Doordat medewerkers (tot 2018) in de zomer drie maanden vrijaf hebben maar wel doorbetaald worden, bouwen sommigen van hen een ‘schuld’ op aan vrije dagen. Een schuld die tijdens een seizoen makkelijk te compenseren is met alle gemaakte overuren, maar die zij bij een tussentijds vertrek moeten terugbetalen – soms tot een bedrag van wel twee maandsalarissen. ‘Veel twintigers zonder vast contract konden zich dat niet veroorloven’, zegt een medewerker.

Het is bovendien niet altíjd verschrikkelijk bij DWDD, benadrukken vrijwel alle bronnen. ‘Een slechte dag, dat was het ergste dat je mee kon maken’, zegt een redacteur. ‘Maar een goede dag, dat was de beste dag uit je leven.’ Op die momenten is de stemming euforisch, is Van Nieuwkerk uitermate charmant en geeft hij vrouwelijke redacteuren een kus op hun voorhoofd of aait hij mannelijke redacteuren door hun haar. ‘Pico bello’, zegt hij dan. ‘Als hij zoiets tegen je zei, dan kon je daar wekenlang op teren’, zegt een redacteur.

Allerlei redacteuren vertellen dat DWDD van hen gewel­dige televisiemakers heeft gemaakt en hun carrières heeft geholpen. Maar soms verscholen ook zij zich in ruimtes zoals het montagehok om te ontsnappen aan de spanningen. ‘Ik ging twijfelen. Aan mezelf, aan alles’, zegt een van hen. ‘Ik heb er een ongezonde relatie met mijn werk aan over gehouden. Ik krijg snel last van stress en leg de lat altijd heel erg hoog. Het is nooit goed genoeg. Het heeft meer dan twee jaar geduurd en ik heb een tiental bezoeken aan een psycholoog ­afgelegd voordat ik weer normaal aan een live-uitzending kon werken.’

EINDE DEEL ARTIKEL

2019 – 2020Het laatste seizoen, een ‘dream team’ treedt aan


Pas in het laatste seizoen verandert er iets. De nieuwe eind­redacteur Cécile Koekkoek heeft meer oog voor de re­dactie dan haar voorgangers, en verdedigt hen tegenover de presentator.

Koekkoek, voormalig hoofdredacteur van de Varagids en tegenwoordig werkzaam bij katern V van de Volkskrant, is door Van Nieuwkerk zelf gevraagd. Hij spreekt over een ‘dream team’. Aanvankelijk loopt dit goed en grijpt Koekkoek een aantal keer in als situaties dreigen te escaleren. Toch zien medewerkers dat ze uiteindelijk op hetzelfde probleem stuit als haar voorgangers: het is bijna onmogelijk om én de redactie te beschermen én Van Nieuwkerk tevreden te houden.

In dit seizoen vindt in december 2019 het incident met de geluidsman plaats, de gebeurtenis waar dit verhaal mee begon. De geluidsman werd ten overstaan van collega’s door Van Nieuwkerk met de grond gelijkgemaakt. De dag daarna gebeurt er iets opmerkelijks.

Het is rond twee uur in de middag als Van Nieuwkerk met een grote, bordeauxrode wollen muts de redactie van DWDD op loopt. Op de vloer roept hij iedereen bij elkaar.

Hij zegt dat eindredacteur Koekkoek hem heeft aangesproken op zijn gedrag. ‘Gisteren is er iets niet goed gegaan’, aldus Van Nieuwkerk. ‘Ik ben te ver gegaan, en ik zie nu in dat dat niet kon.’ Hij vertelt dat hij zojuist zijn excuses heeft gemaakt aan de geluidsman.

Van Nieuwkerk huilt. Hij zegt dat het hem soms zwart voor zijn ogen wordt en dat dit iets is waar hij niet trots op is. Hij vertelt dat hij ‘gif’ in zijn hoofd heeft. Dat hij in therapie zou moeten.

Hij heeft hulp nodig, zegt hij.

Verbijsterd kijken de medewerkers naar de presentator. Zo zien ze hem nooit.

Het is een van de weinige keren dat de presentator zich tegenover medewerkers verontschuldigt voor een woedeaanval. De geluidsman zelf wilde aanvankelijk tegenover de Volkskrant niet inhoudelijk op het incident ingaan. Wel zegt hij over ‘de woede-uitbarsting’ dat die ‘extreem’ was, al zegt hij zich niet te kunnen herinneren dat Van Nieuwkerk zei dat hij op zijn knieën had moeten zitten. Hij neemt Van Nieuwkerk niks meer kwalijk, omdat die hem ‘heel oprecht’ zijn excuses heeft aangeboden in een lang telefoongesprek ‘van zestigers onder elkaar’. Zo is het ‘uitstekend opgelost’ in zijn ogen. ‘Ik voel me geen slachtoffer.’

Voor zijn werkgever, productiebedrijf NEP, is het incident niettemin zo ernstig dat twee leidinggevenden verhaal halen bij de programmaleiding van DWDD én de directie van BNNVara. De toenmalig directeur van het bedrijf bevestigt dat tegenover de Volkskrant.

Even lijkt het alsof de houding van Van Nieuwkerk na zijn excuses aan de redactie verandert. Meerdere medewerkers bedanken Koekkoek voor haar handelen.

Maar uiteindelijk gaat het alsnog fout. Als Koekkoek het bij nieuwe incidenten opnieuw ­opneemt voor de redactie, zien mensen hoe Van Nieuwkerk zich tegen haar keert. Hij negeert en kleineert haar en houdt tirades. ‘Er waren incidenten waarbij Matthijs in het hok tegen Cécile schreeuwde en met zijn vuisten op tafel sloeg’, vertelt iemand. ‘Mijn collega zei: Moeten we iets doen? Ik ben bang voor haar veiligheid.’’

‘Ik herken me in het hier geschetste beeld’, zegt Koekkoek. ‘De cultuur bij DWDD en de structurele passieve houding van de directie zijn de redenen geweest voor mijn vertrek bij de omroep.’

Op 27 maart 2020 wordt in de studio het scherm achter Van Nieuwkerk zwart en is alleen zijn silhouet nog zichtbaar. ‘Tot zover’, staat er. Het is de laatste aflevering.

EINDE DEEL ARTIKEL

Het laatste sprankje hoop wordt de grond ingeboord  

Uit correspondentie blijkt dat Koekkoek na afloop van het seizoen met de directie van BNNVara heeft besproken wat eigenlijk iedereen al weet, en wat al die tijd is gedoogd. De directie is volgens haar ‘al jaren op de hoogte’ van het feit dat Van Nieuwkerk ‘een cultuur creëert van angst en intimidatie’. ‘De bestuurders hebben dat laten gebeuren zonder daar iets aan te doen’, en zij hebben daarmee ‘de facto hun fiat gegeven voor een onveilige werkplek waar zeer veel werknemers aan zijn en nog zullen worden opgeofferd’.

De reactie van BNNVara past naadloos in de traditie van de vijftien jaar ervoor. ‘Het maken van een dagelijks programma als DWDD is als topsport: de lat ligt hoog en de druk is groot’, aldus de omroep. ‘Dat geldt voor de makers maar nog veel meer voor de presentator. Die vraagt daarom veel van zijn team, gaat tot het uiterste en verwacht een onvoorwaardelijk commitment van zijn eindredacteur.’ De omroeptop denkt dat ‘de DWDD-­redactie zich altijd voldoende gezien, gehoord en gesteund heeft gevoeld door de directie.’

Nu, twee jaar na dato, staat de BNNVara-directie er radicaal anders in. ‘Deze reactie is een verkeerde inschatting geweest’, zegt Suzanne Kunzeler, sinds begin dit jaar directeur content bij die omroep.

De afgelopen maanden voerde de directie gesprekken met een aantal oud-medewerkers van DWDD, en andere hoofdrolspelers rond het programma, om erachter te komen wat er precies is gebeurd. Volgens Kunzeler bevestigen deze mensen het beeld van de Volkskrant. ‘Het raakt mij heel erg’, zegt ze.

Ook met Van Nieuwkerk zijn meerdere ‘zeer indringende’ gesprekken gevoerd. Volgens de directie waren dat ‘ook goede’ gesprekken. Maar ingewijden zeggen dat hij zijn rol aanvankelijk ontkende en het grensoverschrijdende gedrag bagatelliseerde.

BNNVara, dat met Matthijs Gaat DoorChansons en The Connection nog steeds de programma’s van Van Nieuwkerk uitzendt, laat weten dat het voor hen ‘van essentieel belang is dat hij onderkent dat hij grenzen over is gegaan’. Dat zou Van Nieuwkerk volgens hen in de interne gesprekken van de afgelopen maanden ook hebben gedaan.

In een eerste reactie die Matthijs van Nieuwkerk gaf op dit artikel was van onderkenning van grensoverschrijdend gedrag geen sprake. Vijf kwartier later stuurde Van Nieuwkerk na druk van BNNVara de reactie die hieronder is te lezen.

De verdediging dat dergelijk gedrag destijds niet als grensoverschrijdend werd bestempeld, omdat de tijdgeest toen anders was, verwerpt Kunzeler. ‘Ik keur dit ­gedrag nu af, en ik had dat in die tijd ook afgekeurd. Wij vinden dat deze cultuur nooit meer mag plaatsvinden. Met ‘nooit’ in kapitalen.’

Wilt u in contact komen met de auteurs of heeft u informatie over grensoverschrijdend gedrag in de mediawereld: onderzoek@volkskrant.nl

EINDE DEEL ARTIKEL

REACTIE MATTHIJS VAN NIEUWKERK

REACTIE MATTHIJS VAN NIEUWKERK

Het raakt me te lezen dat redacteuren van DWDD zich angstig hebben gevoeld. We zijn niet op de wereld om elkaar bang of ongelukkig te maken. Ik ook niet. DWDD was god­betert zo’n beetje opgericht als een medicijn tegen angst en lelijkheid. Dat we kennelijk toch niet ­iedereen een veilig en prettig gevoel hebben kunnen ­geven en dat het zelfs collega’s ziek heeft gemaakt, dat spijt me enorm.
We hebben het succes van DWDD jarenlang uitbundig gevierd, met iedereen, tot bij het afscheid eervolle aandacht in kranten en journaals aan toe.

Maar dat was toen. Nu zitten we met een aantal ongemakkelijke gedane zaken. Die nemen helaas geen keer, maar stemmen wel tot nadenken. Deze spiegel blijft in mijn kamer hangen.
Tegelijkertijd is dit artikel ook een draconische karikatuur van vijftien jaar DWDD. Zeker, ik was fanatiek, ­eigenwijs en streng. En ik kon af en toe lelijk uit mijn slof schieten. Waardeloos. Maar ik ben nu gemakshalve ­teruggevouwen tot een Eeuwige Driftbui. En dat was ik dacht ik niet.

Ik heb eigenlijk een eenvoudige vraag: zou er in deze ­geschetste inktzwarte modderpoel ooit een succesvol dagelijks programma vol levenslust, optimisme en verbeelding hebben kunnen bloeien? Een wieg bovendien van de vele tv-colleges, een museum, festivals, concerten? Ik zeg niks nieuws: televisie is een meedogenloze, competitieve arena. Er waren redacteuren bij wie deze grote uitdaging in goede handen was, en met wie ik heel lang heb gewerkt, en trouwens nog werk. En er waren redacteuren voor wie dat minder gold, of ging gelden. En voor hen had ik helaas weinig tijd. Laat staan voor eventuele nazorg. Maar ik realiseer me nu beter dan toen dat ook bij al die redacteuren verwachtingen, dromen en ambities hoorden over een spannende baan bij de televisie. Daar had ik met een milder oog naar moeten kijken. Zeker op dagen dat de lieve vrede het verloor van de uitzending. Nooit persoonlijk trouwens, alles voor het beste tussen zeven en acht. De vraag die ook uit het stuk opstijgt, is of ik eigenlijk wel goed bij mijn hoofd was. Ik weet het eerlijk gezegd niet. Jarenlang elke dag met deze drift en onder grote verwachtingen een talkshow maken, is misschien gekkenwerk. Het zal niet overal goed voor zijn. Maar er was altijd weer frisse energie door onze nieuwe ideeën, de prijzen, de cijfers en de zoete woorden van kijkers die om ons heen bleven vlinderen.

Tijden zijn nu aan het veranderen. Er worden nu vragen gesteld die in vijftien jaar DWDD niet of nauwelijks zijn gesteld. Dat is goed. Grenzen zijn er om te respecteren. Wat de winst van dit ethisch reveil ongetwijfeld is; ik blijf trots op DWDD, op de ontelbare feestdagen die we met z’n allen hebben meegemaakt, en op iedereen die er heeft gewerkt en die ervoor heeft gezorgd dat het een onvergetelijk programma is geworden.

EINDE REACTIE MATTHIJS VAN

NIEUWKERK

VERANTWOORDING VOLKSKRANT ARTIKEL

ARTIKEL

VOLKSKRANT

IN DE SUCCESVOLLE TV MACHINE VAN DWDD WERD MENIG

REDACTEUR VERMALEN

18 NOVEMBER 2022

https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2022/in-de-succesvolle-tv-machine-van-dwdd-werd-menig-redacteur-vermalen~v605784/

VERANTWOORDING

Sinds 17 oktober heeft de redactie getracht om met presentator ­Matthijs van Nieuwkerk in contact te ­komen over de beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag achter de schermen bij De Wereld Draait Door. De verslaggevers hebben die dag bij Van Nieuwkerk zelf en zijn agent Julia Wolff een verzoek ingediend voor een gesprek over zijn visie op de cultuur bij DWDD. Zijn agent deelde meteen mee dat hij daartoe niet bereid was, en dat Van Nieuwkerk vragen van de Volkskrant schriftelijk wenste te beantwoorden.

Op 3 november, toen het onderzoekswerk was afgerond, heeft de krant een uitgebreide lijst met 27 vragen voor wederhoor per e-mail toe­gestuurd en Van Nieuwkerk een week de tijd te geven om daarop te reageren. Op 10 november mailde Wolff, nadat de deadline voor de beantwoording van de vragen al was verstreken, dat Van Nieuwkerk geen ­vragen wilde beantwoorden. Hij wilde ‘het stuk’ lezen om vervolgens zelf een verklaring te schrijven.

Dat leidde tot een journalistiek dilemma. Voor de totstandkoming van artikelen is het van belang dat mensen open in gesprek gaan met de krant, of tenminste (schriftelijk) vragen beantwoorden. Op die manier kunnen we een evenwichtig verslag doen. Het is vanwege de zuiverheid van de journalistieke procedure ongebruikelijk dat een van de betrokkenen het conceptartikel mag lezen ­alvorens vragen te beantwoorden. Het protocol van de Volkskrant schrijft dat ook niet voor.

Vanwege de aard en omvang van de beschuldigingen was de Volkskrant toch bereid Van Nieuwkerk in zijn verzoek tegemoet te komen. Wel verbond de krant daar voorwaarden aan, om te voorkomen dat het concept of passages daaruit zouden uitlekken, of bronnen na lezing in ver­legenheid te brengen. Van Nieuwkerk stelde als voorwaarde dat zijn reactie integraal zou worden opgenomen op papier. Dat is een eis waaraan de Volkskrant op voorhand nooit kan voldoen: de krant blijft te allen tijde verantwoordelijkheid voor de inhoud van de artikelen.

Pas op donderdag besloot Van Nieuwkerk die eis te laten varen. Op donderdagavond kreeg hij de tekst. Vrijdagmiddag om half 3 volgde een verklaring; om kwart voor 4 werd die verklaring nog gewijzigd door Van Nieuwkerk.

Marije Randewijk,
adjunct-hoofdredacteur
de Volkskrant

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 2/Onschuldig tot schuld bewezen

Opgeslagen onder Divers

Reacties zijn gesloten.