Noot 1/Bizar

[1]

PROTOTYPICAL FASCISM IN CONTEMPORARY DUTCH POLITICSTHESISHENK BOVEKERK 
Prototypical Fascism in Contemporary Dutch Politics Henk Bovekerk (s475630) Tilburg University the Netherlands BA Liberal Arts & Sciences (Humanities major) Under the supervision of dr. A.C.J. de Ruiter Read by prof. dr. J.M.E. Blommaert Fall Semester 2011 

https://www.henkbovekerk.nl/wp-content/uploads/2020/01/BA-Thesis-Henk-Bovekerk.pdf

UNIVERSSTUDENT KRIJGT 10 VOOR THESIS OVER ”FASCISTISCHE” PVV

2 JANUARY 2012

Henk Bovekerk, UvT-student (Liberal Arts & Sciences) werd voor zijn thesis ‘Prototypical Fascism in Contemporary Dutch Politics: An Analysis‘, beloond met het hoogst haalbare: een tien.

Naar aanleiding van het boekje De Eeuwige Terugkeer van het Fascisme van Rob Riemen (2010) maakte Bovekerk een analyse van de PVV van Geert Wilders. Rob Riemen stelt dat Geert Wilders en zijn beweging het prototype zijn van hedendaags fascisme. Wat is eigenlijk fascisme? Is er inderdaad een terugkeer van het fascisme? En zijn Geert Wilders en zijn beweging het prototype van hedendaags fascisme? Op basis van het werk van historicus Robert O. Paxton over hoe het fascisme werkt, en na bestudering van de werken van onder andere Geert Wilders en Martin Bosma, concludeert Bovekerk dat we in Nederland inderdaad te maken hebben met een fascistische partij in een gevorderd stadium: de PVV.

Overigens is de scriptie van Bovekerk nog niet gepubliceerd in de Theses-database van de UvT. Volgens de universiteit zal dat nog een week duren. Update: Bovekerk publiceerde de scriptie inmiddels wel op zijn eigen site. Lees de scriptie hier.

Bovekerk werd bij het schrijven van de scriptie begeleid door arabist Jan Jaap de Ruiter.  Tweede lezer is Jan Blommaert.  Beiden staan bekend als tegenstander van de PVV.  Op internet ontstond daarom direct na bekendmaking van het nieuws een discussie over de onafhankelijkheid van de begeleiders en het linkse imago van de universiteit.

Is het niet opvallend dat een student, die de PVV fascistisch noemt, zo’n hoog cijfer krijgt van een academicus die bekend staat als PVV-criticus?  Op Twitter laat de arabist weten de thesis academisch briljant te vinden: “De thesis van Bovekerk is door mij, als begeleider en prof Jan Blommaert als tweede lezer met een 10 beoordeeld op grond van de kwaliteit. De PVV aanhangers moeten niet zo bang zijn voor een beetje kritiek en een scherpe academische analyse.”

Tegen Univers zegt de arabist: “Het cijfer voor deze thesis heeft enkel te maken met de academische kwaliteit ervan; daar waren zowel ik als de tweede lezer het over eens.”

Via Twitter laat Geert Wilders weten: “Op de KU in T zijn ze allemaal Stapel.” De wetenschappers van de UvT reageren daar vervolgens weer op via Twitter. “Tilburg University nodigt de heer Wilders van harte uit voor een inhoudelijk debat op onze schone campus .”

BN DE STEM

ONDERZOEKERS: PVV IS EXTREEM-RECHTS

10 DECEMBER 2008

https://www.bndestem.nl/overig/onderzoekers-pvv-is-extreemrechts~a00f1816

AMSTERDAM (ANP) – De PVV van Geert Wilders kan als extreemrechts worden bestempeld. Onderzoekers van de Anne Frank Stichting en de Universiteit Leiden stellen dat in de woensdag verschenen achtste Monitor Racisme en Extremisme.

Wilders reageerde direct woedend. ,,Ze zijn helemaal van de pot gerukt. Het is een belediging van de PVV en onze kiezers”, stelde de PVV-leider.

Volgens de onderzoekers is het probleem van ‘islamofobie’ in Nederland het afgelopen jaar aanzienlijk groter geworden. Ze spreken van een ‘negatief opinieklimaat’ over moslims en signaleren meer geweld tegen deze gemeenschap.

ANNE FRANKSTICHTING

MONITOR RACISME & EXTREMISMEACHTSTE REPORTAGE2008

ONDER REDACTIE VAN JAAP VAN DONSELAAR EN PETER R.RODRIGUES
”HET EXTREEM-RECHTSE EN DISCRIMINATOIRE GEHALTE VAN DE PVV”

BLADZIJDEN 167-199

https://www.annefrank.org/media/imagevault/njL6vrHDGLFyqPhDIXBx.pdf

ORIGINELE BRON
ANNE FRANK STICHTING

https://www.annefrank.org/nl

TEKST RAPPORT OVER WILDERS/PVV

HET EXTREEM-RECHTSE EN DISCRIMINATOIRE GEHALTE VAN DE PVV
BLADZIJDE 170
  In hoeverre is de pvv in verband te brengen met rechtsextremisme? En in hoeverre hebben uitingen van de pvv een discriminatoir karakter? Deze vragen worden niet zelden opgeworpen2 en zijn onlosmakelijk verbonden met de positie van de pvv in de Nederlandse samenleving. Ondanks het feit dat de pvv niet direct uit een extreemrechtse traditie is ontstaan, vormen deze vragen voor ons een goede reden om de pvv onder de loep te nemen.3 Onze aanpak is gebaseerd op die van twee al langer bestaande, longitudinale deelprojecten van de monitor, namelijk (a) onderzoek naar extreemrechtse formaties, dat overwegend sociaal-wetenschappelijk is en (b) onderzoek naar opsporing en vervolging van discriminatie, dat primair juridisch is. Ons onderzoek naar de pvv is dus multidisciplinair en bestaat uit twee delen. In het eerste staat de vraag centraal in hoeverre de pvv te beschouwen is als een extreemrechtse formatie. Het tweede deel gaat over de relatie tussen pvv en discriminatieverboden. 8.2 De pvv als extreemrechtse formatie De vijfde monitorrapportage (2002) bevat een deelonderzoek, getiteld Het extreem-rechtse en racistische gehalte van de lpf/Leefbaar-stroming. 4 Getracht werd genoemd ‘gehalte’ te bepalen aan de hand van drie indicatoren, ideologie, sociale genealogie en magneetfunctie. Ons onderzoek naar het extreemrechtse gehalte van de pvv heeft grotendeels langs dezelfde lijnen plaatsgevonden. Allereerst aan de hand van de vraag in hoeverre gesproken kan worden van een extreemrechtse ideologie. De tweede indicator, sociale genealogie, berust op de bevinding dat extreemrechtse

BLADZIJDE 171
  groepen niet zomaar ontstaan, maar meestal uit andere extreemrechtse formaties voortkomen.5 Onder de oprichters van extreemrechtse organisaties bevinden zich heel vaak personen die voordien bij andere verwante, extreemrechtse organisaties aangesloten zijn geweest. Deze personele continuïteit geldt niet alleen voor de oprichters, maar evenzeer voor een aantal personen die zich gaandeweg bij een organisatie aansluiten. De derde indicator is de magneetfunctie: de aantrekkingskracht die de partij uitoefent op ‘radicalen’, personen die blijk hebben gegeven van uitgesproken extreemrechtse sympathieën. De indicatoren ideologie en magneetfunctie komen in de volgende paragrafen aan de orde. Over sociale genealogie kan hier worden volstaan met enkele opmerkingen. Noch onder de oprichters van de pvv noch onder de huidige Tweede Kamerfractie bevinden zich personen met een extreemrechtse ‘carrière’, althans voor zover wij hebben kunnen nagaan. De tweede vraag – het gaandeweg bij de organisatie aansluiten van ‘bekende’ rechtsextremisten – kan niet beantwoord worden, omdat de pvv tot dusverre geen leden heeft toegelaten. Omdat de pvv als formele organisatie vrijwel geen bemensing heeft, is van bovengenoemde sociale genealogie dus ook geen sprake. 8.2.1 Extreemrechtse ideologie in vogelvlucht De ideologie van extreemrechts in Nederland is oppervlakkig beschouwd in enkele zinnen te vangen. Men is in positieve zin georiënteerd op ‘het eigene’, heeft een afkeer van ‘het vreemde’, van politieke tegenstanders, van de gevestigde politiek in het algemeen, en men heeft een hang naar het autoritaire. Echter, binnen extreemrechtse groeperingen bestaan aanzienlijke verschillen van mening en scherpe tegenstellingen. Zo kan afkeer van het ‘vreemde’ gericht zijn tegen niet-westerse allochtonen in het algemeen, terwijl het in andere gevallen een primair antisemitische lading heeft. Dit geldt mutatis mutandis voor de oriëntatie op ‘het eigene’: dit kan betrekking hebben op het staatkundige Nederland, op een ‘Heelnederland’ (met Vlaanderen) of ook op de idee van verenigde ‘Germaanse’ volken in Europa, zoals Hitler voor ogen stond. Daarnaast kan het ideologische gehalte van diverse organisaties en van individuele rechtsextremisten nogal verschillen, variërend van een sterk ontwikkelde ideologische oriëntatie tot een die veeleer gebaseerd lijkt op enkele
BLADZIJDE 172

  racistische oneliners. Voorts kunnen zowel individuen als ook groepen verschillen qua radicalisme. De ideologische bewegingsruimte is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door wettelijke bepalingen. Sinds de Tweede Wereldoorlog is het verbieden van organisaties voor extreemrechts een reële dreiging geweest, terwijl sedert de jaren zeventig daarnaast strafrechtelijke discriminatieverboden van betekenis werden. Trends van radicalisering dan wel matiging bij extreemrechts komen zowel opeenvolgend als gelijktijdig voor, waarbij matiging niet zelden het gevolg is van (dreigend) repressief overheidsoptreden. In extreemrechtse kringen bestaat van oudsher veel onderling verschil van mening. Vaak monden deze uit in onderlinge geschillen en conflicten, soms zozeer dat men in de eerste plaats elkaar lijkt te bestrijden. Deze conflicten kunnen uiteenlopende achtergronden hebben, waaronder niet in de laatste plaats ideologische. Voor een beter begrip van de extreemrechtse ideologische kaart in Nederland kan gebruik gemaakt worden van onderscheid dat in de wetenschappelijke literatuur wordt gemaakt tussen enkele basisstromingen in de (West-Europese) extreemrechtse ideeënwereld; met name bruikbaar is Bjørgo’s onderscheid tussen en analyse van de zogeheten ‘nationaaldemocraten’ en de ‘raciale revolutionairen’.6 Bjørgo’s onderscheid tussen ‘nationaaldemocraten’ en de ‘raciale revolutionairen’ valt grotendeels samen met dat tussen ‘anti-immigratie activisten’ en ‘neonazi’s’. De overeenkomsten tussen beide extreemrechtse denkrichtingen zijn hierboven al genoemd: positieve oriëntatie op het ‘eigene’, afkeer van het ‘vreemde’, afkeer van politieke tegenstanders en van de gevestigde politieke orde, een autoritaire houding. Ook de politieke stijl vertoont overeenkomsten: rigoureus, autoritair, afwijzen van bestaande politieke codes en gedragsregels. Maar er zijn ook dimensies waarop geen – zelfs geen oppervlakkige – overeenkomst valt waar te nemen, zoals de houding ten aanzien van de Tweede Wereldoorlog en het Duitse nationaal-socialisme ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. De ‘raciale revolutionairen’, ofwel neonazi’s omarmen het nationaal-socialisme en identificeren zich met nazi-Duitsland. De ‘nationaaldemocraten’ daarentegen distantiëren zich van nazi-Duitsland en zijn geneigd zich juist te identificeren met het verzet tegen de nazibezetting; zij zien
BLADZIJDE 173
zich als erfgenamen van verzet tegen vreemde overheersing. Een andere dimensie waarop een belangrijk verschil valt waar te nemen, is de houding ten opzichte van de parlementaire democratie. Terwijl de ‘nationaaldemocraten’ binnen de parlementaire democratie opereren en deze willen corrigeren in de door hen gewenste richting, nemen de ‘raciale revolutionairen’ het standpunt in dat de parlementaire democratie moet worden afgeschaft. In neonazi-jargon: ‘het systeem heeft geen fouten, maar het systeem is de fout’. Een derde dimensie waarop een in het oog springend verschil valt te benoemen betreft opvattingen over het gebruik van geweld om het uiteindelijke politieke doel te bereiken. Terwijl ‘raciale revolutionairen’ het gebruik van geweld gerechtvaardigd achten, wijzen ‘nationaaldemocraten’ dit middel af. Dit laatste althans in beginsel, want soms worden ook door ‘nationaaldemocraten’ bepaalde vormen van geweld als zelfverdediging beschouwd en derhalve gezien als een noodzakelijk kwaad. Hoewel de positieve oriëntatie op het ‘eigene’ en de afkeer van het ‘vreemde’ karakteristiek zijn voor beide extreemrechtse stromingen, worden verschillende definities, afgrenzingen en accenten gelegd. Zo zijn er verschillen wie tot het ‘vreemde’ en wie tot het ‘eigene’ worden gerekend. Bij de ‘raciaal revolutionairen’ is ‘ras’ van doorslaggevend belang, maar zijn er wel twee verschillende benaderingen te onderscheiden. In de eerste draait het bij ‘ras’ primair om joden en vervolgens volkeren die niet tot het ‘arische ras’ behoren (niet-westerse allochtonen). Joden zijn de ultieme vijand, trachten de wereld te overheersen en het arische ras te vernietigen, zo redeneert men. Maar even ‘volksvreemd’ zijn niet-westerse allochtonen en daarbij vormt huidskleur in de praktijk een belangrijk criterium. Bij deze benadering behoort de bevolking van omringende landen (Duitsers, Engelsen, Fransen) niet tot het vreemde. Het ‘eigene’, dat zijn ‘de Germaanse volkeren van Europa’. Bij de tweede, meer op Nederland gerichte benadering ligt het iets anders, omdat ‘ras’ primair betrekking heeft op Nederlanders en Vlamingen (die in feite als Nederlanders worden beschouwd). In deze Heelnederlandse benadering wordt vaak ook uitgegaan van een ‘stamverwantschap’ met blanke Zuid-Afrikanen. Gezien de geschiedenis van Zuid-Afrika worden vanuit deze zienswijze Engelsen als vreemden en zelfs als vreemde overheersers gezien. Ook Fransen worden als vreemd beschouwd en 
BLADZIJDE 174
  gezien ‘hun’ onderdrukking van de Zuidelijke Nederlanden als vreemde overheersers. Maar niet-westerse allochtonen worden nóg meer als ‘vreemd’ beschouwd dan de blanke buurlanden en niet zelden gaat deze Heelnederlandse benadering gepaard met antisemitisme. Bij de ‘nationaaldemocraten’ zijn niet-westerse allochtonen het ‘vreemde’ en is het ‘eigene’ in veel mindere mate of zelfs in het geheel niet op ‘ras’ gebaseerd. Het gaat veeleer om de eigen natie, het eigen volk, het vaderland of eenvoudigweg ‘Nederland’. Men is gekant tegen de aanwezigheid van ‘niet-blanken’, vandaag de dag primair tegen moslims, die, zo redeneert men, het land overspoelen en zich steeds meer gaan gedragen als vreemde overheersers. Bij de ‘nationaaldemocraten’ staat antisemitisme niet op de voorgrond en soms is het zelfs vrijwel of geheel afwezig. Het onderscheid tussen ‘nationaaldemocraten’ en ‘raciale revolutionairen’ is een schematisch onderscheid. De sociale werkelijkheid is gecompliceerder. Er zijn allerlei gradaties, grijstinten en accenten.7 Een belangrijke interveniërende variabele is wat door Van Donselaar het aanpassingsdilemma is genoemd.8 In het kort: krachtige taboeïsering van ‘fout’ in de Tweede Wereldoorlog, nationaal-socialisme, betrokkenheid bij (politiek) geweld en vervolgens de (wettelijke) sancties die aan deze taboeïsering zijn verbonden, leiden op de voorgrond tot een verhulling of maskering. Achter de schermen daarentegen laat men zich in mindere mate leiden door de taboes. Anders gezegd: door het aanpassingsdilemma ontstaan verschillen tussen frontstage en backstage performances. 9 De afstand tussen voorgrond- en achtergrondkenmerken wordt vooral beïnvloed door de mate van overheidsrepressie waaraan een groepering blootstaat. Hoe groter de repressie – kans op vervolging, risico van verbod – des te groter de afstand tussen voor- en achtergrondkenmerken. Om zich een goed beeld te kunnen vormen van de ideologie van een bepaalde groepering dient men rekening te houden met de mogelijkheid dat bepaalde elementen op het eerste gezicht minder goed waarneembaar zijn. 8.2.2 Het ‘eigene’ en het ‘vreemde’ in de ideologie van de pvv Hameren op het ‘gevaar van islamisering’ is een hoeksteen van de ideologie van Wilders en van de pvv, nadat die begin 2006 was opgericht.10 In
BLADZIJDE 175
  de begintijd, voorjaar 2006, bracht de pvv ook andere punten naar voren: belastingverlaging, halvering aantal ambtenaren, hardere aanpak van immigratie en integratie, strengere straffen, invoering van bindende referenda, een nauwere band tussen kiezers en Kamerleden, directe verkiezing van burgemeesters, de minister-president én politiechefs en rechters. Verder stelde de pvv voor om in artikel 1 van de Grondwet vast te leggen dat de joods-christelijke en humanistische cultuur in Nederland dominant moeten zijn. Op weg naar de Kamerverkiezingen van november 2006 werd het thema ‘gevaar van islamisering’ verder uitgebreid: de komende vijf jaar zouden geen immigranten uit Marokko en Turkije mogen worden toegelaten, en zouden er geen nieuwe moskeeën en islamitische scholen bij mogen komen. Maar de meeste aandacht werd getrokken door Wilders’ inmiddels welbekende tsunami-metafoor.11 ‘Nederland staat aan de vooravond van een “tsunami van islamisering”. Moslims zullen de Nederlandse samenleving overspoelen en zorgen voor criminaliteit en overlast, ook op het platteland. Hun intolerante en gewelddadige cultuur zal de Nederlandse samenleving raken “in het hart, in onze identiteit”.’ Nadat in 2007 een nieuw kabinet (Balkenende iv) was aangetreden, bekritiseerde Wilders het feit dat twee staatssecretarissen (Albayrak en Aboutaleb) een dubbele nationaliteit hadden. De pvv diende een motie van wantrouwen in die weliswaar amper politieke steun kreeg, maar die wel leidde tot wekenlange discussies over dubbele nationaliteit. En tot een compliment van Vlaams Belang-voorman Dewinter, die opperde dat Wilders’ verzet tegen de dubbele nationaliteit navolging in België verdiende. In augustus 2007 werd het politieke programma van de pvv uitgebreid met een pleidooi voor verbod van de Koran. In een opiniestuk van Wilders in de Volkskrant viel onder andere het volgende te lezen.12
BLADZIJDE 176

  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 175 ‘Verbied dat ellendige boek zoals ook Mein Kampf verboden is! Geef zo een signaal (…) dat de Koran in ons land nooit en te nimmer als inspiratie of excuus voor geweld mag worden gebruikt.(…) Ik heb genoeg van de islam in Nederland: geen moslimimmigrant er meer bij. Ik heb genoeg van de aanbidding van Allah en Mohammed in Nederland: geen moskee er meer bij. Ik heb genoeg van de Koran in Nederland: verbied dat fascistische boek.’ Aan de bestrijding van de islam werd eind 2007 een krachtig vervolg gegeven door het bekend worden van het voornemen van Wilders om een film te maken over de Koran, of beter: tegen de Koran. Het gerucht ging dat er beelden zouden worden vertoond van een brandende Koran. Toen Fitna eind maart 2008 werd uitgezonden bleek de inhoud in ideologisch opzicht niet veel nieuws te bevatten. Geen brandende Koran, wel opnieuw een krachtige waarschuwing tegen islamisering, dit keer voor een veel omvangrijker gehoor dan in voorgaande jaren. Een door Wilders frequent gebruikte slagzin luidt: ‘Stop de islamisering van Nederland’. Het ‘vreemde’ waar de pvv zich tegen afzet is primair, maar niet uitsluitend ‘islamisering’. In partij-jargon wordt tevens veelvuldig gerept van ‘niet-westerse allochtonen’. In oktober 2007 verscheen het pvv-immigratieplan: achttien maatregelen om de stroom echt in te dammen.13 Wilders lichtte bij de presentatie het plan als volgt toe.14 ‘De vreemdelingen blijven toestromen. De grootste groep wordt gevormd door gezinsvorming en gezinshereniging. Tot en met september van dit jaar zijn dat er al 17.297. Over heel 2006 worden dat er dan 23.000. Stel je eens voor wat dat betekent over tien jaar gezien. Daar komen asielzoekers en andere toestroom nog bij. Plus de illegalen, die letterlijk ontelbaar zijn. Ons opendeurbeleid zorgt ervoor dat we steeds een nieuwe “eerste generatie allochtonen” binnen krijgen – met alle problemen van dien.’ Enkele weken later in een interview met De Pers borduurde Wilders hierop verder.15
BLADZIJDE 177
1 7 6 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r ‘Autochtonen planten zich minder snel voort dan allochtonen. Nu zitten allochtonen, overwegend moslims, voornamelijk in de grote steden. Over twintig jaar zitten ze overal, van Apeldoorn tot Emmen en van Weert tot Middelburg.’ Wilders stelde voorts in april 2008 dat hij strijd voert ‘tegen de islamisering van Nederland en de massa-immigratie’.16 ‘Ik sta hierin niet alleen. Inmiddels blijkt dat zes op de tien Nederlanders de islam als bedreiging ziet en vindt dat de massa-immigratie de grootste fout uit onze geschiedenis is. Dat geeft hoop voor de toekomst.’ Dat de pvv gaandeweg radicaler is geworden kwam ook duidelijk naar voren tijdens de algemene beschouwingen in september 2008. Wilders kwalificeerde ‘Marokkanen, die hier de boel verzieken’ als ‘moslimkolonisten. Want ze zijn niet gekomen om te integreren, maar om de boel hier over te nemen, om ons te onderwerpen.’ De metafoor van moslims als kolonisten, vreemde overheersers is al jarenlang in zwang in extreemrechtse kringen, zoals het webforum Stormfront.org. ‘Islamisering’, ‘massa-immigratie’ en ‘niet-westerse allochtonen’ vormen de voornaamste bestanddelen van de door de pvv gepercipieerde dreigende beïnvloeding door en overheersing van het ‘vreemde’. Bij vrijwel alle extreemrechtse politieke partijen en bewegingen die Überfremdung hoog op hun politieke agenda hebben staan, valt ook enigerlei vorm van antisemitisme waar te nemen. Immers, in bepaalde extreemrechtse denkrichtingen worden joden gerekend tot ‘het vreemde’ waartegen men zich dient te verzetten (of radicaler: waarvan men zich dient te ontdoen). Soms is antisemitisme bij extreemrechts prominent en duidelijk aanwezig, maar veel vaker is antisemitisme gehuld in vage contouren en slechts op de achtergrond of binnenskamers waarneembaar. Dit laatste – antisemitisme op de achtergrond – hangt veelal samen met het controversiële karakter van antisemitisme sinds de Tweede Wereldoorlog, waardoor een partij met een openlijk antisemitisch profiel sterke weerstanden kan oproepen en repressieve reacties van overheidszijde kan uitlokken. 
BLADZIJDE 178   

  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 17 7 Bij de pvv valt van antisemitisme geen spoor te bekennen. Integendeel, er is sprake van een sterke affiniteit met Israël en het jodendom. ‘Joods’ wordt geenszins gekwalificeerd als het ‘vreemde’, maar juist als een bestanddeel van het ‘eigene’. Dit wordt onder andere tot uitdrukking gebracht in het pvv-pleidooi om in artikel 1 van de Grondwet de dominantie te verankeren van de ‘joods-christelijke en humanistische cultuur in Nederland’. De affiniteit van de pvv met Israël en jodendom valt samen met die van Wilders zelf, of is er wellicht een voortvloeisel van. In zijn jeugd heeft Wilders een paar jaar in Israël gewoond, komt er nog geregeld en beschikt er over een aanzienlijk netwerk van vrienden en bekenden. Van het ‘speciale gevoel van verbondenheid’ wordt door Wilders geen geheim gemaakt en dit is bij herhaling via de nieuwsmedia bevestigd. Met zowel de expliciete affiniteit met Israël als ook met de daarin besloten distantie van antisemitisme wijkt de pvv af van de meeste politieke partijen die zich keren tegen massale immigratie, niet-westerse allochtonen en ‘islamisering’, zoals het Front National in Frankrijk, Vlaams Belang in België en de Oostenrijkse fpö. Wat beslist wel tot het ‘vreemde’ wordt gerekend zijn Aruba en de Nederlandse Antillen. In maart 2005 – dus voordat de pvv werd opgericht – presenteerde Wilders zijn zogeheten Onafhankelijkheidsverklaring. 18 Daarin valt het volgende te lezen. ‘Gelet op het gevaar en de instroom van (drugs)criminaliteit, en gezien de grote corruptie en het bestuurlijk onvermogen van de Antillen, zal de regering met kracht moeten bevorderen dat de Antillen geen onderdeel meer zullen uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden.’ Afstoting van de Antillen wordt later door de pvv bij herhaling bepleit, waarbij krachttermen niet werden geschuwd. Wilders in de Tweede Kamer, mei 2008.19 ‘Voorzitter, de pvv is het zat, net als de burgers van Nederland. Het grotendeels corrupte boevennest dat al decennialang teert op de zakken van hardwerkende Nederlanders omdat zij inmiddels geheel failliet zijn, krijgt over een totaal van vier jaar 2,2 miljard keiharde euro’s uitgekeerd. In 2007 werd er al 410 miljoen euro voor de schuldsanering van de Antil
BLADZIJDE 179

  1 7 8 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r len gereserveerd. Sinterklaas weet de schurkeneilanden dus nog steeds te vinden. De pvv is helder: investeer dat geld in Nederland, bijvoorbeeld in de zorg om te voorkomen dat we hier in Nederland derde-wereldpraktijken krijgen.’ Zoals gezegd is ‘het eigene’ in het perspectief van de pvv de ‘joods-christelijke en humanistische cultuur in Nederland’. Ook ‘de Nederlandse identiteit’ en ‘onze westerse waarden’ zijn vaak genoemde elementen. Recent heeft de pvv zich uitgesproken voor eenwording van Nederland en Vlaanderen.20 Dit standpunt is gebaseerd op enerzijds de politieke crisis in België en de mogelijkheid dat België daardoor uiteindelijk zou kunnen scheuren; anderzijds op vermeende verbondenheid van Nederland en Vlaanderen. Er is, zo wordt betoogd, een gezamenlijke geschiedenis en een sterke lotsverbondenheid; de ‘afscheiding van het gedrocht België was een historische blunder’ en de grens tussen Nederland en België is ‘een kunstmatige’. Bovendien zou eenwording aantrekkelijk zijn, omdat de ‘herenigde Zeventien Provinciën’ een ‘economische en politieke grootmacht’ zou zijn, ‘een serieuze speler op het wereldtoneel’. Het pvv-betoog is in meer dan één opzicht opmerkelijk. Allereerst wordt duidelijk dat het nationalisme van de pvv niet samenvalt met de huidige staatkundige eenheid van Nederland. Laatstgenoemde wordt ter discussie gesteld ten faveure van een ‘Heelnederlands’ streven: een nieuwe ordening op basis van gezamenlijke taal, cultuur en geschiedenis. Voorts is er ook sprake van een ‘Grootnederlands’ streven (‘grootmacht’, ‘serieuze speler op wereldtoneel’). De Heelnederlandse en Grootnederlandse gedachte waren sterk verankerd in extreemrechtse bewegingen tijdens het interbellum, zoals de nsb en Zwart Front. Met het einde van de Tweede Wereldoorlog en de ondergang van deze bewegingen werd de eenwording van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden als politiek streven in Nederland sterk gemarginaliseerd. Sedert 1945 is het blijven voortleven in Nederlandse extreemrechtse kringen.21 In Nederland behoort de hereniging van Nederland en Vlaanderen al zo’n zeventig jaar grotendeels tot het extreemrechtse politieke domein, daarover zal niet veel discussie mogelijk zijn.22 Wel over de vraag of dit streven daardoor of exclusief als rechtsextremistisch kan worden bestempeld. In België is het streven naar onafhankelijkheid van Vlaanderen overigens in
BLADZIJDE 180

het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 179 mindere mate het domein van extreemrechts, al behoren groeperingen als Vlaams Belang wel tot de meest gedreven politieke voorvechters. In reactie op het opiniestuk van Wilders en Bosma liet Vlaams Belang een persbericht uitgaan met als kop ‘Vlaams Belang verwelkomt uitgestoken hand Wilders’.23 Met haar standpunten over het ‘eigene’ en het ‘vreemde’ schaart de pvv zich in wat door Mudde is aangeduid als de extreemrechtse partijfamilie. 24 Het gaat om een reeks partijen die, ondanks individuele verschillen, een overeenkomstige ideologie hebben waarin een nationalistische oriëntatie, xenofobie (afkeer van het vreemde) en law and order-denken een belangrijke plaats innemen. Maar ook al zouden er familiebanden zijn, van familiecontacten wil de pvv niets weten. Ondanks de ‘uitgestoken hand’ wordt krachtig afstand gehouden van het Vlaams Belang en eenzelfde distantie wordt betracht jegens het Franse Front National van Le Pen en jegens andere als extreemrechts bekend staande groeperingen. De vraag rijst of er verschillen bestaan tussen de ideologie van pvv frontstage en backstage, een onderscheid dat eerder in dit hoofdstuk is aangestipt. Over het interne reilen en zeilen van de pvv is echter zeer weinig bekend. De pvv is een kleine, gesloten formatie, die voor zover wij weten onderzoeksjournalisten en wetenschappelijk onderzoekers buiten de deur heeft weten te houden. Ook zijn er tot nu toe geen ‘dissidenten’ geweest die na een breuk met de partij een boekje hebben opengedaan. Op de vraag of er bij tijd en wijle binnenskamers extremere uitingen zijn gedaan dan in het openbaar moeten wij het antwoord schuldig blijven. 8.2.3 Magneetfunctie Bij de bepaling van het extreemrechtse gehalte van de pvv is naast ideologie de magneetfunctie van belang: de aantrekkingskracht die de partij uitoefent op ‘radicalen’, personen die blijk hebben gegeven van uitgesproken extreemrechtse sympathieën. Zo waren er uitgesproken sympathiebetuigingen vanuit kringen van oud-ss’ers en -nsb’ers voor de rechtsradicale Boerenpartij in de jaren zestig en de Nederlandse VolksUnie in de jaren zeventig.25 Op soortgelijke wijze mocht de Centrumpartij van Janmaat zich verheugen in sympathie van de zijde van de weduwe van nsb-leider Rost van Tonningen en haar nazistische ‘Consortium de 
BLADZIJDE 181
  18 0 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r Levensboom’.26 Een recenter voorbeeld: de gelukwensen van het Vlaams Blok voor Fortuyn na het behaalde resultaat bij de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart 2002.27 De magneetfunctie heeft verschillende kanten: (a) het zich aangetrokken voelen tot een formatie, ofwel positieve identificatie; (b) als gevolg daarvan personele overlapping met extreemrechtse formaties. Met het laatste bedoelen wij dat bijvoorbeeld persoon X, die eerder een politieke loopbaan had bij de Centrumdemocraten, de Nederlandse Volks-Unie of een andere extreemrechtse formatie, opduikt bij de pvv. Positieve identificatie kan leiden tot een personele overlapping, maar dat hoeft niet per se het geval te zijn, zoals bovengenoemde voorbeeld van het Vlaams Blok laat zien. En om maar bij dit voorbeeld te blijven: uitingen van positieve identificatie van het Vlaams Belang (opvolger van het verboden Vlaams Blok) met de pvv zijn er bij herhaling geweest: bij de door Wilders aangezwengelde discussie over dubbele nationaliteiten en bij diens pleidooi voor hereniging van Nederland en Vlaanderen.28 Om in het gehele land aan parlementsverkiezingen te kunnen deelnemen dient aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Een daarvan is het verzamelen van minimaal dertig ondersteuningsverklaringen bij kandidatenlijsten in elk van de negentien kieskringen.29 Een ondertekenaar moet in de desbetreffende kieskring wonen en kiesgerechtigd zijn. Bij de door de pvv verzamelde steunverklaringen voor verkiezingsdeelname in 2006 bleken er enkele tientallen te zijn die afkomstig waren van personen met een (bekende) extreemrechtse achtergrond30; ook werd bekend dat er door een medewerker van de pvv getracht was ondertekenaars te werven via een extreemrechts en uitgesproken antisemitisch webforum.31 Volgens een pvv-medewerker is getracht om bekende rechtsextremisten te weren.32 Het aantal ondertekenaars met een bekend extreemrechts profiel had dus hoger kunnen uitvallen. Op extreemrechtse webfora zijn uitingen van positieve identificatie geen zeldzaamheid, maar dat geldt ook voor het tegenovergestelde, namelijk
BLADZIJDE 182   

  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 181 afkeer van de pvv. Zo is op Stormfront.org een ‘discussiedraadje’ Ben jij voor of tegen Wilders? met de mogelijkheid tot stemmen. Terwijl het aantal voor- en tegenstemmers ongeveer gelijk is, zijn in de ‘draad’ de tegengeluiden dominant.33 Een uitgesproken afkeer valt vaak te bespeuren bij neonazi’s die de sympathieën van Wilders voor Israël en jodendom onverteerbaar vinden. Maar anderen loven de pvv, of zijn vooral gecharmeerd van de maatschappelijke onrust die de pvv zou kweken en die een voedingsbodem zou kunnen vormen voor een nationaal-socialistische beweging. Op het webforum van Holland Hardcore zijn de geluiden eveneens gemengd, maar daarbij springt positieve identificatie meer in het oog, onder andere door de pro-Wilders-opstelling van enkele moderatoren.34 Ook het forum van de Vereniging van Nederlandse Nationalisten (vnn) zijn uiteenlopende opvattingen waar te nemen, zowel pro als contra. Al dan niet positieve identificatie valt voor een belangrijk deel samen met het ideologische profiel van de pvv, namelijk een ‘nationaaldemocratische’ oriëntatie en zeker geen ‘raciaal revolutionaire’. Bij formaties die tot de laatstgenoemde categorie behoren, zoals de Nederlandse Volks-Unie en Nationaal-Socialistische Aktie (nsa), valt geen enkel spoor van positieve identificatie te bespeuren, integendeel, zij keren zich uitgesproken fel tegen de pvv en met name tegen Wilders persoonlijk.35 Op de avond dat de film Fitna voor het eerst uitgezonden werd, hield een tiental aanhangers van nsa een spontane anti-Wilders-demonstratie in Den Haag (‘Wilders is een vieze zionist’). Dan het tweede element van de magneetfunctie personele overlapping. Hierboven is reeds gewezen op de aanwezigheid van (bekende) rechtsextremisten bij de ‘ondersteuners’ van verkiezingsdeelname. ‘Bedrijfsongevalletje’ of niet, het is een indicatie van belangstelling vanuit extreemrechtse kringen voor de pvv en deze wordt bevestigd door andere uitingen van positieve identificatie, zoals hierboven weergegeven. Maar de vraag in hoeverre zich onder de leden van de pvv personen met een extreemrechtse achtergrond bevinden kan niet worden beantwoord. De partij is weliswaar een vereniging, maar tot dusverre worden er geen leden toegelaten. Wilders heeft nagenoeg volledige controle over de pvv.
BLADZIJDE 183
18 2 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r Over de precieze achtergrond hiervan heeft Wilders zich altijd op de vlakte gehouden,36 zodat we het moeten doen met enkele beredeneerde veronderstellingen: vrees voor ‘lpf-toestanden’, voor concurrenten die de partij willen overnemen en na de handtekeningenaffaire wellicht ook voor rechtsextremisten die de partij in opspraak brengen. Hierdoor blijft – net als bij ideologie – een mogelijk contrast tussen een frontstage-profiel van de pvv en een radicaler ‘personeel’ backstage-profiel buiten ons blikveld. Een niet onbelangrijk gevolg van de huidige organisatiestructuur van de pvv is dat de partij er geen interne democratie op nahoudt en de leiding dus neerkomt op een eigentijdse vorm van autoritair leidersbeginsel. De huidige partijorganisatie van de pvv is strikt genomen niet in strijd met de wet, maar scheert wel langs de grens. Met de verenigingsvorm als vereiste bij verkiezingsdeelname door een politieke partij heeft de wetgever wel een democratische grondslag voor ogen gehad. In nrc Handelsblad kwamen de hoogleraren Elzinga (staatsrecht) en Andeweg (politicologie) hierover aan het woord.37 Elzinga: ‘De kwalificaties autoritair en nietdemocratisch kun je van toepassing verklaren, maar juridisch gezien is er geen probleem. Een vereniging moet twee oprichters hebben en minimaal één lid. Daar voldoet hij aan.’ Andeweg ziet ‘een autocratisch geleide partij onder het mom van een vereniging’. Wilders moet zich volgens Andeweg in bochten wringen om aan de verenigingseis te voldoen. 8.3 De pvv en discriminatieverboden In dit deel wordt allereerst nagegaan in hoeverre de uitlatingen gedaan door Wilders namens de pvv in strijd zijn met het verbod van discriminerende belediging (art. 137c Sr) en het verbod van het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld (art. 137d Sr). Het Openbaar Ministerie (om) heeft in juni 2008 besloten op een aantal aangiften tegen deze uitlatingen niet tot vervolging over te gaan (seponeren). Bezien wordt hoe de rechtspraak op grond van art. 137c en 137d Sr zich verhoudt tot het besluit van niet-vervolgen (sepot) dat door het om is genomen.38 
BLADZIJDE 184    

  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 183 8.3.1 Vervolgbaar voor discriminatie? Het is van belang aan de hand van uitspraken van de Hoge Raad eerst het toetsingskader van art. 137c en 137d Sr te schetsen.39 Veroordelingen vonden vooral plaats bij vier typen uitingen die soms ook enige overlap kunnen vertonen: 1. discriminatoire scheldpartijen;40 2. het leggen van een causaal verband tussen een etnische minderheid en criminaliteit of profiteurschap;41 3. het stellen dat deze minderheden een gevaar zijn voor het ‘echte’ Nederland; met de term ‘intrinsiek conflictueuze tweedeling’ is deze tweespalt treffend door het Amsterdamse Hof verwoord;42 4. het aan minderheden onthouden van rechten of het bepleiten van hun verwijdering uit de maatschappij.43 De jurisprudentie van art. 137c Sr – verbod van discriminerende belediging – kent drie stappen in de beoordeling van een uiting. Als eerste wordt de vraag gesteld of er wel discriminatie is.44 Er moet sprake zijn van een belediging (krenking van de eer) die verband houdt met de beschermde gronden,45 op een manier die ‘de morele integriteit van de (leden van de) groep’ aantast. De beoordeling van de context waarin de discriminerende uiting is gedaan, is in de praktijk de tweede stap. De context, zoals het ‘maatschappelijk debat’, kan er namelijk voor zorgen dat deze uiting niet meer strafbaar is. Indien de context inderdaad een vrijwaring voor veroordeling biedt, kan er worden overgegaan tot de derde stap. Indien de bewoording onnodig grievend is, vervalt de mogelijke vrijwaring die de context had kunnen bieden. Bij art. 137d Sr – verbod van het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld – is alleen de eerste stap anders. Het gaat bij dit artikel om in het openbaar aanzetten tot haat of discriminatie.46 Haat wordt niet nader gedefinieerd, maar in de literatuur wordt aansluiting gevonden bij ‘vijandschap’ of ‘minachting’. Het lijkt vooral aan de orde wanneer een minderheidsgroep in verband wordt gebracht met een dreiging of criminaliteit. Aanzetten tot discriminatie omvat volgens de jurisprudentie onder andere het onthouden van rechten aan bepaalde bevolkingsgroepen.47
BLADZIJDE 185
  18 4 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r Via uitspraken van Wilders wordt de rechtsopvatting bij de Nederlandse strafrechter over discriminatie besproken. Hierbij worden voor de betreffende uitingen van Wilders de bovenstaande stappen zoveel mogelijk aangehouden. 8.3.2 Reële parallellen voor een mogelijke veroordeling Op 30 juni 2008 besloot het om enkele aangiften over uitingen in De Pers en de Volkskrant te seponeren (waarover meer in de volgende paragraaf). Bij deze sepots heeft het om zich gebaseerd op de redenering dat Wilders kritiek uit op de godsdienst zonder daarbij de gelovigen te betrekken. Maar hoe stevig is deze redenering eigenlijk? Waar Wilders stelt: ‘Ik heb genoeg van de islam in Nederland: geen moslimimmigrant er meer bij.’48 blijkt dat zowel de islam als zijn volgelingen bedoeld worden. Alle moslims zijn bij voorbaat verdacht als ‘moslimextremist’ en er dienen maatregelen te worden getroffen,49 omdat er niet zoiets zou bestaan als de gematigde islam.50 Dit extremisme houdt kennelijk ook geweld in: ‘De islam is in mijn ogen een gewelddadige religie en de Koran is een gewelddadig boek.’51 Die gewelddadigheid haalt hij weer aan wanneer gevraagd wordt naar een verband tussen de islam en criminaliteit. ‘Eén op de vijf Marokkaanse jongeren staat als verdachte bij de politie geregistreerd. Hun gedrag vloeit voort uit hun religie en cultuur. Je kunt dat niet los van elkaar zien. De paus had laatst volkomen gelijk: de islam is een gewelddadige religie. […] Het zit in die gemeenschap zelf.’ (cursivering toegevoegd)52 In 2006 vond het Hof Den Bosch in navolging van de Hoge Raad uit 2002,53 dat met politieke uitingen die het geloof (in casu ook de islam) betroffen betrokkene zich daarmee uitlaat over alle mensen die tot die geloofsgemeenschap behoren.54 De vraag naar het beledigende element van het leggen van een verband tussen islam(ieten) en criminaliteit komt in meer recente jurisprudentie niet aan de orde. De Hoge Raad achtte in 2003 nog wel het ongenuanceerde verband tussen allochtonen en criminaliteit strafbaar op grond van art. 137c Sr.55
BLADZIJDE 186  

  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 185 Er wordt wel beweerd dat politici, gezien hun functie in de democratie, meer ruimte hebben in het maatschappelijke debat dan anderen. Een vergelijkbare uitspraak als de bovengenoemde komt van het Hof Den Haag, alwaar de voorzitter van de extreemrechtse Nieuwe Nationale Partij werd veroordeeld, maar dan voor het aanzetten tot haat (137d) op grond van zowel ras als religie.56 Het is blijkbaar goed mogelijk dat ook in geval van de uitingen van de parlementariër Wilders de context niet hun strafwaardigheid ontneemt. Hier komt, ook in geval van art. 137c, bij dat passages noodzakelijk dienen te zijn voor het (kunnen) voeren van het door verdachte bedoelde debat volgens het Hof Amsterdam.57 Als kern van het probleem wijst Wilders ‘de fascistische islam, de zieke ideologie van Allah en Mohammed zoals neergelegd in de islamitische Mein Kampf: de Koran’ aan.58 De maatstaf die het Amsterdamse Hof aanlegt, houdt de mogelijkheid open deze uiting onnodig grievend te achten, waardoor ze alsnog strafbaar zou zijn. Behalve voor de band tussen moslims en criminaliteit waarschuwt Wilders ook voor ‘die tsunami van een ons wezensvreemde cultuur die hier steeds dominanter wordt. Daar moet een halt aan worden toegeroepen’.59 Uit het verband met het door Wilders aangehaald bedreigend tempo van voortplanting,60 voorbehouden aan mensen en niet aan religies, blijkt wederom dat de dreiging van de islam niet anders gezien kan worden dan dat die uitgaat van de gelovigen zelf. Door verdere vergelijkingen met (wereld)oorlogen,61 wordt ook een beeld van een acute, gewelddadige bedreiging door de islam en daarmee moslims gecreëerd,62 te meer nu de islam er op uit zou zijn anderen te elimineren.63 Een vergelijking met de natuurramp die in 2004 bijna 300.000 doden veroorzaakte kan in het kader van art. 137c Sr ook worden geacht niet noodzakelijk te zijn binnen een maatschappelijk debat dat problemen op bepaalde terreinen aan de kaak stelt waarin allochtonen een aandeel hebben. Het Hof Den Bosch stelde in 2006 dat een enkele poster met de tekst ‘Stop het gezwel dat islam heet’ suggereert dat er sprake is van een schadelijk ziekteproces dat vraagt om ingrijpen. Het hof vond dit een overschrijding van de maatschappelijk geaccepteerde grenzen van een inhoudelijke discussie.64 Opvallend is dat het hier om een poster van de extreemrechtse Nationale Alliantie ging: een politieke partij die toentertijd in de deelraad van Rotterdam-Rijnmond verte-
BLADZIJDE 187  

  18 6 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r genwoordigd was. Bij de oproep van Wilders om de tsunami te stoppen komt het element van ingrijpen verder binnen het bereik van art. 137c Sr. Wat art. 137d Sr aangaat, brengt het onthouden van rechten aan bepaalde bevolkingsgroepen dit artikel in beeld. ‘Maar over vier jaar moet u toch kunnen laten zien dat u iets tegen de islam heeft gedaan? “We willen genoeg. De grenzen dicht, geen islamieten meer Nederland in, veel moslims Nederland uit, denaturalisatie van islamitische criminelen…”’65 Twee citaten illustreren ook in het licht van verwijdering het verband tussen enerzijds de gelovigen ‘Ik vind wel dat er minder moslims moeten zijn in Nederland’66 en anderzijds de godsdienst: ‘Gestreefd dient te worden naar minder islam in Nederland’.67 Het onthouden van rechten aan deze groep mensen aan de hand van hun godsdienst kan ook voldoen aan de delictsomschrijving van art. 137d Sr doordat het aanzet tot discriminatie.68 Artikel 90quater Sr geeft de definitie van discriminatie, waarbij een van de criteria is de uitsluiting of beperking van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Zo tast het voorgestelde moratorium van vijf jaar op de bouw van nieuwe moskeeën en islamitische scholen69 de vrijheid van godsdienst en onderwijs aan. Niet-westerse allochtonen, ook die met een Nederlandse nationaliteit zouden hun straf ‘moeten uitzitten in het land van afkomst’, waarbij Marokko en Turkije als land van herkomst worden aangewezen.70 Verder moeten, naast criminelen en hun families,71 ook Nederlanders met een andere etniciteit die ‘de Nederlandse taal niet alsnog leren’, worden uitgezet.72 Dit laatste lijkt vergelijkbaar met ongenuanceerde voorstellen om rechten aan allochtonen te onthouden die al eerder zijn gesanctioneerd door de Hoge Raad in 2001.73 Meer recent kwam het achterstellen van minderheden aan de orde in 2007.74 De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van aanzetten tot discriminatie. De Hoge Raad beperkt zich tot een juridisch-technische beoordeling en laat inhoudelijk de bevindingen van het Hof onaangetast. Advocaat-generaal Vellinga onderstreept in zijn conclusie het standpunt van het Hof. ‘Medeburgers dienen gevrijwaard te blijven van uitlatingen van anderen die opwekken tot rassenhaat en rassendiscriminatie’, en naar het

BLADZIJDE 188   

  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 187 oordeel van het Hof ‘is het algemeen bekend dat de teksten “Blank” en “White Power” (met daarbij een op een voorrangsbord afgebeeld teken van White Power) het gedachtegoed “macht aan de blanken” vertegenwoordigen.’ Als deze teksten volgens het arrest ‘al onmiskenbaar de strekking [hebben] mensen die niet tot het blanke ras behoren achter te stellen’, dan zal het niet bevreemden dat het politieke streven dat dit expliciet beoogt nog steeds voor strafbaarheid in aanmerking komt. Het is voor de vraag van strafbaarheid wegens ‘aanzetten tot’ niet van belang of de pvv de sentimenten in de maatschappij heeft losgemaakt of slechts aanhaakt bij wat reeds leeft. Evenmin doet daaraan af dat het een politiek streven naar een electorale meerderheid betreft voor de gewraakte plannen (achterstelling van moslims). De Hoge Raad bepaalde al in 1996 dat een dergelijk streven niet in de weg staat aan strafbaarheid op grond van art. 137d Sr.75 Het is dus mogelijk dat ook hier de context niet de strafwaardigheid van de uitspraken ontneemt. Om in juridische zin van ‘ras’ te kunnen spreken is het geen noodzakelijke voorwaarde dat daarbij het taalkundige woord ‘ras’ wordt gebruikt. Het juridische begrip ras is namelijk breder dan het begrip in dagelijks spraakgebruik. Het kan ook slaan op godsdienstige minderheden. In dat kader betreffen de uitingen van Wilders vaak een combinatie van religie en ras. De termen migranten, islam, moslims en meer specifiek Turken en Marokkanen zijn in veel uitingen inwisselbaar. Sommigen verbinden problemen aan een ras en anderen aan een godsdienst. Zo schrijft Wilders maatschappelijke problemen zoals infrastructuur, files, huisvestingsproblemen en de verzorgingsstaat rechtstreeks toe aan migranten,76 waar hij eerder stelde dat ‘we […] een gigantisch probleem met moslims’ hebben: ‘het loopt aan alle kanten de spuigaten uit’.77 Het betreft kennelijk dezelfde problemen die worden geweten aan iemands etniciteit of religie, waarbij al eerder is aangetekend dat bij moslims ras en religie naadloos in elkaar kunnen overlopen.78 Wilders geeft zelf ook aan dat men een en ander ‘niet los van elkaar [kan] zien’.79 Artikel 4 van het Internationale Verdrag ter Uitbanning van alle Vormen van Rassendiscriminatie bepaalt dat het bij ras ook gaat om organisaties die uitgaan van de superioriteit van een ras. Wilders vindt herhaaldelijk dat ‘[o]nze cultuur een betere is dan die van veel immigranten’,80 die zelfs ‘achterlijk’ wordt genoemd.81 Als er sprake is van ongelijkwaardige
BLADZIJDE 189
  18 8 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r cultuur,82 is er een connotatie met etniciteit, die zich onderscheidt van kritiek op een religie sec. Het resultaat is een opruiende sfeer van superioriteit van de Nederlandse cultuur, die als wezenskenmerk de ‘echte’ Nederlander’ heeft ‘die deze orde en spelregels hebben gevormd en dragen’.83 Als de uitspraken van Wilders naast elkaar worden gezet, ontstaat niet alleen een beeld waarbij de religie en de gelovigen voor dezelfde problemen verantwoordelijk worden gesteld. Een van de eerste dingen die de pvv doet als het de macht heeft, is de grenzen sluiten voor alle niet-westerse allochtonen,84 daarmee doelend op islamieten, vooral ‘uit landen als Marokko of Turkije’.85 Als daarbij wordt betrokken de uitlating over de gewelddadige Marokkaanse jongeren,86 is het duidelijk dat het beledigen alsmede het aanzetten tot haat in juridische zin op grond van zowel ras als religie bij de uitspraken van Wilders aan de orde kan zijn.87 8.3.3 Vervolgingsbeleid om Sinds 2006 zijn talrijke aangiften tegen Wilders gedaan. Schattingen liggen rond de vijfenveertig. Zo heeft al op 6 februari 2006 de El Tahweed-moskee in Den Haag aangifte tegen Wilders gedaan vanwege de (Deense) spotprenten die hij op zijn website had geplaatst.88 Aangiften volgden met name na interviews uit 2007 in De Pers, waarin Wilders stelde dat de grenzen dicht moesten voor islamieten en veel moslims het land uit moesten,89 en in de Volkskrant over onder meer het verbieden van de Koran. Na een jaar heeft het om de aangevers laten weten dat de aangiften zouden worden samengevoegd en dat extra tijd nodig zou zijn vanwege de te volgen voorschriften in een dergelijke zaak. Uiteindelijk werd op 30 juni 2008 de beslissing tot seponeren via een persconferentie bekendgemaakt.90 Van enkele aangevers is bekend dat zij hiertegen beklag aantekenen bij het Hof (Amsterdam).91 Eind september maakte een van de aangevers bekend dat het Hof zich voor het einde van 2008 over het beklag zal buigen.92 Over de sepots vallen procedureel drie punten op te merken.93 Wat als eerste opvalt is de relatief lange periode tussen aangifte(s) en het kenbaar maken van de beslissing of het om al dan niet tot vervolging overgaat. Deze doorlooptijden zijn ook volgens de minister in het algemeen te lang.94 Er valt in dit verband te pleiten voor kenbare termijnen voor de
BLADZIJDE 190   

  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 189 vervolgingsbeslissing en voor het uitbrengen van de dagvaarding. In het geval van Wilders is echter sprake van een zogenoemde gevoelige zaak,95 namelijk de vervolging van een Kamerlid.96 Een Kamerlid geniet weliswaar immuniteit voor wat hij in de Kamer zegt, maar dat geldt niet buiten de Kamer.97 Gevoelige zaken worden altijd ter advisering aan het Landelijk Expertise Centrum Discriminatie (lecd) van het om voorgelegd. Conform de Aanwijzing Discriminatie dient de discriminatieofficier de voorgenomen vervolgingsbeslissing ter besluitvorming aan het College van procureurs-generaal aan te bieden, vergezeld van het advies van het lecd. Een dergelijke zaak vergt meer omzichtigheid en daardoor ook meer tijd. Naast de termijnen dient als tweede punt ook aandacht besteed te worden aan de communicatie van het om met de aangever(s). De ervaring leert dat een aangever veel geduld moet betrachten. De meeste aangevers tegen Wilders hadden na de ontvangstbevestiging veelal meer dan een jaar niets van het om vernomen, terwijl juist in gevoelige zaken deze communicatie belangrijk is. Het derde punt betreft de hoofdregel ten aanzien van vervolging uit de Aanwijzing Discriminatie. Bij overtreding van de discriminatiebepalingen dient altijd een strafrechtelijke reactie te volgen (dagvaarding of transactie) indien de zaak bewijsbaar en de verdachte strafbaar is. De ruimte om over te gaan tot een sepot is volgens de Aanwijzing beperkt, waarbij wordt opgemerkt dat in discriminatiezaken op voorhand wordt aangenomen dat opportuniteit aanwezig is. De beslissing tot een beleidssepot dient dan ook met grote terughoudendheid te worden genomen.’ Het om heeft desalniettemin gemeend de zaak zelf op deze wijze af te moeten doen. Uiteraard dient het om geen zaken voor de rechter te brengen waarvan zij weet dat deze kansloos zijn. In de zaak-Wilders was dat echter niet zo evident. Dat blijkt niet alleen uit de hiervoor geschetste analyse van de jurisprudentie, maar ook uit de lange duur van de besluitvorming over de aangiftes. Binnen juridisch Nederland zijn de visies op het vervolgingstraject ook verdeeld, zoals onder meer blijkt uit de stemming hierover in een van de vraagpunten op de jaarvergadering (2008) van de Nederlandse Juristen Vereniging.98 Andere argumenten om de zaak toch aan de rechter voor leggen, zijn de maatschappelijke commotie omtrent de uitspraken van Wilders en de grote hoeveelheid aangiften ertegen.

BLADZIJDE 191   
  19 0 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r In de sepots wordt onder meer gesteld dat er vanwege het belang van het maatschappelijke debat geen sprake van strafbaarheid zou zijn. Tevens zou strafbaarheid niet aan de orde zijn, omdat de uitlatingen gericht waren tegen het geloof en niet tegen de gelovigen. Bovendien werden volgens het om geen onnodig grievende bewoordingen gebruikt. Hier valt zoals gezien in de vorige paragraaf het nodige tegenin te brengen. Heeft een politicus niet ook een verantwoordelijkheid om tweespalt in de samenleving te voorkomen? Met dat doel zijn gedragscodes in het leven geroepen99 en internationale aanbevelingen gedaan.100 Het Europese Hof voor Rechten van de Mens (ehrm) heeft beslist dat beledigingen aan de Profeet strafbaar kunnen zijn vanwege de beledigingen die daar vanuit gaan voor moslims.101 Bovendien moet worden opgemerkt dat de moslims meer zijn dan louter een groep gelovigen. Het begrip heeft ook een etnische connotatie en raakt bijvoorbeeld ook de Nederlands-Marokkaanse gemeenschap. Wilders doet dat ook en betrekt bijvoorbeeld de cultuur bij crimineel gedrag van jonge Marokkanen.102 8.4 Slot In hoeverre is de pvv in verband te brengen met rechtsextremisme? En in hoeverre hebben uitingen van de pvv een discriminatoir karakter? Deze vragen zijn in dit hoofdstuk in twee delen aan de orde geweest en de voornaamste uitkomsten volgen hieronder. Wilders en de pvv beschouwen zichzelf niet als extreemrechts en wensen zich van extreemrechts te distantiëren. Men kan de ideologie van extreemrechts – in Nederland – op hoofdlijnen als volgt samenvatten: een positieve oriëntatie op ‘het eigene’, een afkeer van ‘het vreemde’, van politieke tegenstanders, van de gevestigde politiek in het algemeen, en een hang naar het autoritaire. Deze punten kan men – ondanks de verbale distantie van de pvv van rechtsextremisme – evenzeer aantreffen bij de pvv. De positieve oriëntatie van de pvv betreft Nederland, maar niet het huidige Koninkrijk der Nederlanden. Het ideale Nederland is ontdaan van de Antillen, terwijl Vlaanderen eraan is toegevoegd. Bij de pvv weegt etnische homogeniteit kennelijk zwaarder dan de huidige staatsgrenzen.

BLADZIJDE 192 
  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 191 De afkeer van ‘het vreemde’ betreft vermeende ‘islamisering’, ‘niet-westerse allochtonen’ en komt tot uitdrukking in een reeks van krachtige aanduidingen, waarvan in het voorgaande veel voorbeelden zijn gegeven – ‘tsunami’, ‘schurkeneilanden’, ‘moslimkolonisten’ – die hier niet uitputtend zullen worden herhaald. Als men extreemrechtse denkrichtingen verdeelt in ‘nationaaldemocraten’ en ‘raciale revolutionair’ zou men de pvv kunnen rekenen tot de eerste categorie en niet tot de tweede. Karakteristieken van de ‘raciale revolutionairen’, of zo men wil: neonazisme, treft men bij de pvv niet aan. Wij vonden bij de pvv geen sporen van antisemitisme of van een positieve identificatie met nazi-Duitsland, integendeel. De pvv heeft ten dele een magneetfunctie: er zijn aanwijzingen dat rechtsextremisten door de pvv worden aangetrokken, maar dat geldt, voor zover wij kunnen overzien, niet voor rechtsextremisten met een neonazistische oriëntatie. Vanuit deze kring zet men zich tegen Wilders en de pvv af of neemt men zelfs een ronduit vijandige houding aan. Wilders heeft geen extreemrechtse achtergrond en dat geldt ook voor de andere leden van de pvv-fractie. De pvv is niet voortgekomen uit een extreemrechtse traditie, zoals in het verleden bij veel extreemrechtse groepen wel het geval was. Zo beschouwd is de pvv een vreemde eend in de bijt. De pvv is buitengewoon hiërarchisch georganiseerd. Tussen de kiezers en de minuscuul kleine partijtop bevinden zich – tot dusverre – geen leden. Vrijwel alle macht berust bij Wilders. De partijorganisatie van de pvv is niet democratisch en de kwalificatie ‘autoritair’ vinden wij niet vergezocht. Omdat de pvv geen leden toelaat, kunnen zich onder de pvv’ers ook geen personen met een eerdere extreemrechtse achtergrond bevinden. De vraag rijst wat er kan gebeuren als de pvv de deuren opent. Wij achten de kans bijzonder groot dat tientallen rechtsextremisten, die radicaler zijn dan de pvv, zullen proberen zich als lid aan te sluiten, niet alleen omdat de pvv aantrekkingskracht uitoefent, maar ook omdat er een aanzienlijk potentieel is van extreemrechtse activisten dat na de neergang van een aantal extreemrechtse partijen in de afgelopen jaren politiek dakloos is geworden.
BLADZIJDE 193  
  19 2 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r In dit hoofdstuk is ook uitvoerig ingegaan op de vraag in hoeverre uitingen van de pvv in de context van de wettelijke discriminatieverboden een discriminatoir karakter hebben en op het vervolgingsbeleid van het om. Noch de juridische literatuur, noch de jurisprudentie is eenduidig. Veel hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval en die vragen om een oordeel van een rechter. Wij hebben getracht de uitlatingen van Wilders in een bredere context te plaatsen en te vergelijken met recente arresten. Daaruit blijkt dat ook politici niet gevrijwaard zijn van veroordelingen als zij hun politieke idealen verwoorden. Deze lijn is ook terug te vinden bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.103 Daarnaast maakt Wilders gebruik van uitingen waarbij respectievelijk het criminaliseren, het aanbrengen van een maatschappelijke tweedeling of het uitsluiten van rechten belangrijke thema’s zijn. Wij hebben laten zien dat juist deze thema’s tot strafrechtelijke veroordelingen hebben geleid. In de afweging van het Openbaar Ministerie tot het al dan niet vervolgen is het aspect dat er ook sprake kan zijn van discriminatie op grond van ras geheel buiten beschouwing gelaten. Naar onze mening trekt Wilders de lijn van religie naar cultuur moeiteloos door. In recente uitspraken van de Hoge Raad is deze meervoudigheid bij achterstelling van moslims juist in de overwegingen betrokken. Reden te meer dat een rechter zich ten volle over de mogelijke strafwaardigheid van de uitlatingen uitspreekt. Anders gezegd: niet justitie dient te oordelen, maar de onafhankelijke rechter. De pvv is een relatief jonge partij met een navenant beperkte geschiedenis. Daardoor zijn de marges voor een afgewogen beoordeling smaller dan wij ons zouden wensen. Wetenschappers zouden de pvv liever op een wat langere termijn volgen. Hoe zou het de pvv bij een reeks van verkiezingen vergaan? Hoe zouden ledencongressen verlopen? En de verdere rechtsgang? Dergelijke vragen zijn nog niet te beantwoorden. Onze onderzoeksbevindingen zijn gebaseerd op een korte actualiteit en daardoor te beschouwen als een tussenbalans. Immers, het is waarschijnlijk dat in de nabije toekomst meer en specifieker wetenschappelijk onderzoek naar de pvv zal worden verricht. Wij hopen dat onze bevindingen daarbij van nut zullen zijn.

BLADZIJDE 194 
  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 193 Noten 1 Frans van Deijl, ‘Ik lust ze rauw’, hp/De Tijd 6 februari 2004. 2 Zie bijvoorbeeld Y. Buruma, ‘Wilders, Mussolini en de burgerlijke samenleving’, Nederlands Juristenblad (njb) 2007, p. 1949. 3 Geert Wilders heeft aan ons onderzoek geen medewerking verleend, ondanks herhaalde verzoeken. 4 Zie J. van Donselaar & P. R. Rodrigues, Monitor racisme en extreem-rechts; vijfde rapportage. Amsterdam: Anne Frank Stichting / Universiteit Leiden 2002, p. 59-88. 5 Jaap van Donselaar, Fout na de oorlog: facistische en racistische organisaties in Nederland 1950-1990. Amsterdam: Bert Bakker 1991. 6 T. Bjørgo, Racist and right-wing violence in Scandinavia: patterns, perpetrators, and responses. Oslo: Tano Aschehoug 1997. Zie vooral dimensions of organisation and ideology (p. 53 e.v.), ideological dimension, p. 63-64. 7 Zoals de Britse facisme-onderzoeker Billig zich eens liet ontvallen: ‘One cannot expect that the fringes of the extreme right should conform to the logical and ordered categories of the social scientist.’ M. Billig, Fascists: a social psychological view of the National Front. London: Academic Press 1978. p. 103. 8 Jaap van Donselaar, Fout na de oorlog, p 16 e.v.; Jaap van Donselaar, De staat paraat? De bestrijding van extreem-rechts in West-Europa. Amsterdam: Babylon-de Geus 1995, p. 9-14; 192. e.v. 9 De dramaturgische metafoor is ontleend aan Goffman’s klassiek geworden analyse van alledaagse interactieprocessen. E. Goffman, The presentation of self in everyday life. New York: Doubleday Anchor Book 1959. 10 Zie voor onstaan en ontwikkeling van de pvv ook A.P.M. Lucardie, Twee in, dertien uit: electoraal succes en falen van nieuwe partijen in 2006. Groningen: Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen 2008. (29 augustus 2008); Huib Pellikaan & Sebastiaan van der Lubben, Ruimte op rechts? 2006. (29 augustus 2008). 11 Sanne ten Hoove en Raoul du Pré, ‘Wilders vreest “tsunami” moslims’, de Volkskrant 6 oktober 2006. (23 augustus 2008). 12 Geert Wilders, ‘Genoeg is genoeg: verbied de Koran’, de Volkskrant 8 augustus 2007. (23 augustus 2008). 13 Website pvv (22 augustus 2008). 14 Website pvv
BLADZIJDE 195

19 4 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r 716&Itemid=120> (22 augustus 2008). 15 ‘Nederland wordt verkocht aan de duivel Mohammed’, De Pers 27 november 2007. 16 Weblog Geert Wilders 11 april 2008. (23 augustus 2008). 17 Zie Jaap van Donselaar, De staat paraat? 18 (30 augustus 2008). 19 (30 augustus 2008). 20 Geert Wilders en Martin Bosma, ‘Nederland en Vlaanderen horen bij elkaar’, nrc Handelsblad 7 juli 2008. 21 Vanaf medio jaren zeventig, toen extreemrechtse groepen als de Nederlandse VolksUnie, zich naar buiten toe primair als antivreemdelingenpartijen gingen manifesteren, kreeg de eenwording van Nederland en Vlaanderen minder prioriteit. Maar op de achtergrond en zeker intern heeft het thema bij extreemrechts altijd volop aandacht gehad en dat is tot op de dag van vandaag het geval. Zie C. Bouw, J. van Donselaar, C. Nelissen, De Nederlandse Volks-Unie: portret van een racistische splinterpartij. Bussum: Wereldvenster 1981, p. 88. 22 Een van de uitzonderlijke gevallen waarin politici zonder extreemrechtse signatuur voor hereniging van Nederland en Vlaanderen pleitten was in 2001. De senatoren Jurgens (pvda), Terlouw (d66) en Postma (cda) deden in het tv-programma Netwerk van 7 augustus een oproep tot eenwording van Vlamingen en Nederlanders. De Telegraaf en Trouw 8 augustus 2001. 23 Persbericht Vlaams Belang 8 juli 2008. (24 augustus 2008). 24 Cas Mudde, The ideology of the extreme right. Manchester: Manchester University Press 2000. 25 Jaap van Donselaar, Fout na de oorlog, p. 121 e.v. 26 Ibidem, p. 202 e.v. 27 Zie J. van Donselaar & P. R. Rodrigues, Monitor racisme en extreem-rechts; vijfde rapportage, p. 72. 28 Overigens is de pvv door het vb ook wel eens als te radicaal bestempeld, bijvoorbeeld inzake het Koran-verbod. 29 De handtekeningeis geldt alleen voor partijen die niet in het parlement zijn vertegenwoordigd en is bedoeld om niet serieuze kandidaatstellingen te weren. 30 Deze achtergronden betroffen de Centrumpartij, Centrumdemocraten, Voorpost,
BLADZIJDE 196 

  het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 195 Centrumpartij ’86, Nederlands Blok en Nieuw Rechts. 31 Joep Dohmen, ‘pvv riep steun van extreem-rechts in’, nrc Handelsblad 13 januari 2007. Dit artikel is mede gebaseerd op Verkiezingsonderzoek van Kafka. Zie http://kafka.antifa.net/, artikelen, Verkiezingsonderzoek 11 november 2006. 32 De pvv-medewerker hierover in nrc Handelsblad van 13 januari 2007: ‘We hadden zes medewerkers. Dat was te weinig om iedereen als een soort detectivebureau te checken. Dus hebben we geprobeerd mensen, die een gevaar zouden kunnen zijn, eruit te filteren. (…) Er zijn gesprekken geweest en sommige namen hebben we gegoogled. Zo zijn er mensen uitgehaald. Hoeveel weet ik niet. Ik ken voorbeelden van mensen die achteraf van de Centrum Democraten bleken te zijn geweest.’ 33 (28 augustus 2008). 34 Zie (26 augustus 2008); (26 augustus 2008). 35 Zie op de website van de nvu bijvoorbeeld Wilders en zijn zionistische wortels. (25 augustus 2008). 36 Zo weigerde hij, ondanks herhaald verzoek, zijn medewerking aan een artikel van nrc Handelsblad over de partijorganisatie van de pv v. Zie Joep Dohmen, ‘Alleen Wilders lid pv v ’, nrc Handelsblad 21 april 2007. (28 augustus 2008). 37 Joep Dohmen, ‘Alleen Wilders lid pv v ’, nrc Handelsblad 21 april 2007. 38 Zie hoofdstuk 9, Opsporing en vervolging in 2007, voor het wettelijk kader en toelichting op het sepot(beleid). 39 Art. 147 Sr is gericht op het beschermen van een religie, en niet van personen zoals neergelegd in de discriminatieartikelen en valt buiten het bestek van dit onderzoek. 40 Hiervan is in dit onderzoek nauwelijks sprake, een uitzondering lijkt de verwijzing naar de verdachten van een steekpartij in Almere welke ‘drie beesten van Surinaamse komaf’ werden genoemd. Geert Wilders, Column op GeenStijl.nl 28 juli 2007. 41 hr 15 april 2003, nj 2003, 334, r.o .3.4 en 3.5. 42 Te kennen uit hr 2 april 2002, ljn AD8693. 43 hr 18 mei 1999, nj 1999, 634, bevestigd in herzieningsverzoek in hr 6 mei 2003, ljn AF7895. 44 A.L.J. Janssens, A.J. Nieuwenhuis, Uitingsdelicten. Kluwer: Deventer 2008, p. 155 e.v. en W. Wedzinga, in: C.P.M. Cleiren, J.F. Nijboer (red.), Strafrecht : tekst & commentaar, art. 137c e.v., Deventer: Kluwer 2008 (7e dr.), p. 765.

BLADZIJDE 197  
  19 6 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r 45 Art. 137c Sr kent de gronden ras, godsdienst of levensovertuiging, hetero- of homoseksuele gerichtheid en lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap. 46 Hierbij hoort ook aanzetten tot geweld, maar dit is bij ons onderzoek naar de pvv niet aan de orde. 47 hr 18 mei 1999, nj 1999, 634, bevestigd in herzieningsverzoek in hr 6 mei 2003, ljn AF7895. 48 Geert Wilders, ‘ Genoeg is genoeg: verbied de Koran’, de Volkskrant 8 augustus 2007. 49 Raoul du Pré, ‘Ik geef het land weer terug aan de burger’, de Volkskrant 14 maart 2005. 50 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, ‘De lijsttrekkers (3): Geert Wilders: “De paus heeft gelijk”’, de Volkskrant 7 oktober 2006. 51 ‘Nederlandse cultuur duizend keer beter dan islam’, Spits 9 november 2006. 52 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, ‘De lijsttrekkers (3): Geert Wilders: “De paus heeft gelijk”’, de Volkskrant 7 oktober 2006; zie ook het interview in Contrast, maart 2007. 53 hr 2 april 2002, nj 2002, 421. ljn AD8693 54 Hof Den Bosch 10 november 2006, parketnr. 20-010210-05. 55 hr 15 april 2003, nj 2003, 334, r.o .3.4 en 3.5. 56 Hof Den Haag, 25 februari 2003, parketnr. 1101005302. 57 Hof Amsterdam 17 november 2006, ljn AZ3011. 58 Geert Wilders, ‘Genoeg is genoeg: verbied de Koran’, de Volkskrant 8 augustus 2007. 59 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, ‘De lijsttrekkers (3): Geert Wilders: “De paus heeft gelijk”’, de Volkskrant 7 oktober 2006. 60 Ibidem. 61 ‘Wat drijft Geert Wilders’, interview in De Pers 13 februari 2007. 62 Column op GeenStijl.nl 6 februari 2007; zie ook Geert Wilders, ‘Genoeg is genoeg: verbied de Koran’, de Volkskrant 8 augustus 2007. 63 Ibidem, zo ook de aangifte van G. Spong e.a.. 64 Hof Den Bosch 10 november 2006, parketnr. 20-010210-05. Tegen het arrest loopt cassatieberoep. 65 ‘Wat drijft Geert Wilders’, De Pers 13 februari 2007. 66 Interviews Geert Wilders met Het Nieuwsblad (Vlaams) 9 februari 2008. 67 Cursivering toegevoegd. Zendtijd voor politieke partijen pvv, 10 februari 2008. 68 A.L.J. Janssens, A.J. Nieuwenhuis, Uitingsdelicten. Kluwer: Deventer 2008, p. 158 e.v. en W. Wedzinga, in: C.P.M. Cleiren, J.F. Nijboer (red.), Strafrecht : tekst & commentaar, art. 137c e.v., Deventer: Kluwer 2008 (7e dr.), p. 768, 653. 69 Verkiezingspamflet van de Partij voor de Vrijheid (pvv) voor de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006; zie ook Joost Niemöller, ‘Wilders spreekt: Ik capituleer niet’, interview met hp/De Tijd 12 december 2007

BLADZIJDE 198

het extreemrechtse en discriminatoire gehalte van de pv v | 197 70 Column op GeenStijl.nl 24 juli 2007. 71 Joost Niemöller, ‘Wilders spreekt: Ik capituleer niet’, interview met hp/De Tijd 12 december 2007. 72 Eerste reactie Groep Wilders op Miljoenennota op www.geertwilders.nl 21 september 2004. 73 hr 29 mei 2001, nj 2001, 694 en zie met name Hof Den Haag 7 mei 1999, E.R. van Eck et al., (red.), Rechtspraak rassendiscriminatie 1995-2000. Rotterdam: Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie, nr. 514 m.n. Van der Meij. 74 hr 28 augustus 2007, ljn BA5618, zie ook conclusie mr. Vellinga. 75 hr 16 april 1996, nj 1996, 527. 76 Interview met Duits persbureau dpa, 3 januari 2008. 77 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, ‘De lijsttrekkers (3): Geert Wilders: “De paus heeft gelijk”’, de Volkskrant 7 oktober 2006. 78 P.R. Rodrigues, ‘De meervoudigheid van moslimdiscriminatie’, in: Anita Böcker et al. (red.), Migratierecht en rechtssociologie, Liber Amicorum Kees Groenendijk. Wolf Legal Publishers: Nijmegen 2008, p. 479-486 en hoofdstuk 10, Jurisprudentie racisme en extremisme in 2007. 79 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, ‘Wilders vreest “tsunami” moslims’, de Volkskrant 7 oktober 2006; zie ook Patrick Pouw, ‘Onze cultuur is gewoon beter’, Contrast, maart 2007. 80 Joost Niemöller, ‘Wilders spreekt: Ik capituleer niet’, interview met hp/De Tijd 12 december 2007. 81 Frans van Deijl, ‘Ik lust ze rauw’, hp/De Tijd 6 februari 2004; ‘retarded’ in: Dutch Politician Plans to Air Film Criticizing the Koran, Fox News Channel 25 januari 2008, op 00:48 min. (28 augustus 2008) en ap Television News 19 november 2004. 82 Dutch Politician Plans to Air Film Criticizing the Koran, Fox News channel 25 januari 2008. 83 Geert Wilders, Klare Wijn (manifest door Geert Wilders), 31 maart 2006. 84 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, ‘De lijsttrekkers (3): Geert Wilders: “De paus heeft gelijk”’, de Volkskrant 7 oktober 2006. 85 Geert Wilders, ‘Den Haag laf tegen islamitisch extremisme’, nrc Handelsblad 22 juli 2005. 86 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, ‘De lijsttrekkers (3): Geert Wilders: “De paus heeft gelijk”’, de Volkskrant 7 oktober 2006; zie ook het interview in Contrast, maart 2007. 87 Hof Den Haag 25 februari 2003, parketnr. 1101005302. 88 Algemeen Dagblad 7 februari 2006.

BLADZIJDE 199
19 8 | d av i d o v ic´, va n d o ns e l a a r , r odr ig u e s e n wa g e n a a r 89 ‘Wat drijft Geert Wilders’, De Pers 13 februari 2007. 90 Zie het persbericht: (29 augustus 2008). 91 Zie ‘Onbegrip bij klagers over besluit om’, de Volkskrant 1 juli 2008 (onder meer Nederland Bekent Kleur) en ‘Spong wil alsnog vervolging Wilders’, Algemeen Dagblad 30 juni 2008 (Spong e.a.). Het betreft het beklag bij het hof wegens niet of niet verder vervolgen ex art. 12 Sv. 92 anp-bericht 27 september 2008. 93 Opgemerkt moet worden dat op sommige aangiftes door het om nog niet beslist is. 94 Kamerstukken II 2007/08, 31 200 VI, nr. 130, p. 6. 95 Aanwijzing Discriminatie, Staatscourant 2007, 233. 96 Y. Buruma, ‘Strafvervolging van een Kamerlid’, njb 2008, p. 749-750. 97 Art. 71 Grondwet. 98 njv jaarvergadering van 13 juni 2008 en zie ook Ybo Buruma, ‘Zonder grote woorden en zonder dubbele standaard, De Nederlandse Juristen-Vereniging over multiculturaliteit en recht’, njb 2008, p. 1647. De tekst van het vraagpunt 2 is opgenomen in njb 2008, p. 1417. 99 The Charter for political parties for a non-racist society. Zie voor de tekst: (8 augustus 2008). 100 cerd-Comité 2004, General Recommendation no. 30, Discrimination against NonCitizens, par. 12. 101 Dirk Voorhoof, ‘Europees Hof tolereert geen beledigingen aan adres profeet’, De Juristenkrant 2005/115, 1; ehrm 13 september 2005 (I.A. tegen Turkije), 42571/98, en recent ehrm 10 juli 2008 (Soulas tegen Frankrijk), European Human Rights Cases 2008, 112 m.n. Gerards. 102 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, ‘ De lijsttrekkers (3): Geert Wilders: “De paus heeft gelijk”’, de Volkskrant 7 oktober 2006. 103 R. Lawson, ‘Wild, Wilder, Wildst, Over de ruimte die het evrm laat voor de vervolging van kwetsende politici’, njcm-Bulletin 2008, p. 469-484.
EINDE ANNE FRANK STICHTING RAPPORTAGE OVER WILDERS
UIT:

ANNE FRANKSTICHTINGMONITOR RACISME & EXTREMISMEACHTSTE REPORTAGE2008ONDER REDACTIE VAN JAAP VAN DONSELAAR EN PETER R.RODRIGUES
”HET EXTREEM-RECHTSE EN DISCRIMINATOIRE GEHALTE VAN DE PVV”BLADZIJDEN 167-199

https://www.annefrank.org/media/imagevault/njL6vrHDGLFyqPhDIXBx.pdf

ORIGINELE BRON
ANNE FRANK STICHTINGhttps://www.annefrank.org/nl/

ANNE FRANK STICHTING: WILDERS EXTREEM-RECHTS/

TEKST VAN DE GEHELE RAPPORTAGE

ASTRID ESSED

ZIE OOK

Reacties uitgeschakeld voor Noot 1/Bizar

Opgeslagen onder Divers

Reacties zijn gesloten.