NINSEE
REACTIE OP COMMOTIE ROND AANWEZIGHEID KAMERVOORZITTER OP
NATIONALE HERDENKING NEDERLANDS SLAVERNIJVERLEDEN
12 JUNI 2024
Amsterdam, 12 juni 2024
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft een uitnodiging gestuurd aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer om op 1 juli de herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname bij te wonen.
Deze uitnodiging, die een voortzetting is van een 21-jarige traditie, is aanvaard. De uitnodiging aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer als hoogste besluitvorming organen benadrukt de institutionele rol van de Kamervoorzitters bij deze belangrijke ceremonie.
Tijdens de Nationale Herdenking op 1 juli zullen de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer samen, namens de Staten-Generaal, een krans leggen als eerbetoon aan de slachtoffers van de Nederlands transAtlantische slavernij.
Voor de Tweede Kamer zal de heer Martin Bosma, die op 14 december 2023 gekozen is als voorzitter, de krans leggen. Voor de Eerste Kamer is dat de heer Jan Anthonie Bruijn.
Over de mogelijke aanwezigheid van de heer Bosma op 1 juli is er in de samenleving commotie ontstaan.
Deze commotie heeft te maken met uitspraken die de heer Bosma heeft gedaan over het slavernijverleden en de inspanningen van nazaten om de stilte rond dit verleden te doorbreken en het tot volwaardig onderdeel van de Nederlandse geschiedenis te maken.
Deze uitspraken hebben terecht afkeer opgewekt.
Ook de opvattingen van de heer Bosma over de excuses voor het aandeel van Nederland in de transAtlantische slavernij, aangeboden door premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander respectievelijk op 19 december 2022 en 1 juli 2023, worden als zeer omstreden beschouwd.
Linda Nooitmeer, voorzitter bestuur NiNsee: “Wij hebben als bestuur alle begrip voor de ontstane commotie, echter zoals gebruikelijk sinds de invoering van de Herdenking in 2002, worden zowel de vertegenwoordigers van de Eerste als de Tweede Kamer uitgenodigd om deel te nemen aan de herdenking van de slachtoffers van het Nederlands trans-Atlantische slavernijverleden
NiNsee hecht eraan om in lijn met haar al 21 jaar gerespecteerde protocol te handelen en democratisch gekozen bestuurders eenduidig te faciliteren bij de herdenking.
Dat geldt dus ook voor de heer Bosma.
Daarnaast is de herdenking op 1 juli is niet alleen een ceremonie, maar ook een moment van bezinning en bewustwording.
Voor de excuses van premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was de herdenking op 1 juli een pamflet: hét moment om Nederland – ondanks de stilte rond het slavernijverleden – bewust te maken van die geschiedenis en respect voor de voorouders op te eisen
Sinds 19 december 2022 is het respect voor de voorouders op 1 juli een vanzelfsprekendheid.
In die zin is de aanwezigheid van juist de heer Bosma bij de herdenking op 1 juli dé gelegenheid om onderdeel te zijn van dat bezinnings- en bewustwordingsmoment
De recente geschiedenis heeft inmiddels aangetoond waar een nieuw verkregen bewustzijn toe kan leiden.”
“Daarnaast zijn wij als instelling van mening dat de herdenking van het slavernijverleden een moment van nationale eenheid en respect dient te zijn.
Het is een gelegenheid om gezamenlijk stil te staan bij de gruwelen van het verleden en onze gezamenlijke inspanningen voor een rechtvaardige en inclusieve toekomst te versterken.
Wij nodigen alle betrokkenen uit om dit belang voorop te stellen en de plechtigheden te respecteren als een teken van onze gezamenlijke inzet voor een goed moment van reflectie”, aldus Linda Nooitmeer.
EINDE STATEMENT NINSEE