Hij is fel tegen de Europese Unie en de “ongebreidelde” toestroom van migranten” [7]
Wat is vrijheid? Die vraag stelde het Nationaal Comité 4 en 5 mei aan veertien inspirerende Nederlanders, onder wie hiphopartiest Glenn de Randamie (Typhoon), Auschwitz-overlevende Lotty Huffener-Veffer, publicist Thierry Baudet, schrijfster Marion Bloem, historicus Chris van der Heijden, oud-minister Jan Pronk en politica Samira Bouchibti.
De geïnterviewden hebben een sterk ontwikkelde visie op vrijheid, gevormd vanuit heel verschillende achtergronden en ervaringen. Hun ideeën bieden stof tot nadenken en voer voor gesprek. Met een voorwoord van Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Het vrijheidsboek is als publieksuitgave onderdeel van het onderzoeksprogramma Vrijheid en onvrijheid door de generaties heen. Klik hier voor de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek dat is uitgevoerd door de Universiteit Utrecht.
Over de auteurs
Conservatief democraat Thierry Baudet is niet meer weg te denken uit het publieke debat in Nederland. Hij is fel tegen de Europese Unie en de “ongebreidelde” toestroom van migranten. De auteur vreest “dat vele westerse verworvenheden zullen verdwijnen als we op deze toer voortgaan.”
Baudet was mede-initiator van GeenPeil, de campagne voor een raadgevend referendum over het associatieverdrag tussen Oekraïne en de Europese Unie. Er werden ruim 472.000 handtekeningen opgehaald; veel meer dan de minimaal vereiste 300.000. Het referendum werd gehouden en het nee-kamp won.
“Ik maak mij grote zorgen”, zegt Baudet. “Het gaat niet goed. De wereld zal de komende twintig of dertig jaar heel erg onveilig en dreigend blijven. Of je nu kinderen moet willen, met al die onzekerheid… Ik ben bang dat dit thuis, ons Nederland, geleidelijk uit onze vingers glipt. Aanslagen, doorgedraaide politieke managers in Den Haag en Brussel die ieder contact met de realiteit zijn verloren… De strijd daartegen, en dus vóór onze beschaving, dat is waar mijn leven voor een groot deel om draait.”
Onder vuur
De aanslagen van 11 september 2001 en de moord op LPF-voorman Pim Fortuyn in 2002: die periode was voor Baudet een omslagpunt. “Ik wilde schrijver worden; ik was pianist, schreef poëzie, wilde mooie dingen maken, kunst. En toen realiseerde ik me dat al het mooie om ons heen onder vuur ligt”, zei Baudet in februari 2013 in HP/De Tijd (dat hem “conservatief wonderkind” noemde). Hij had het gevoel iets te moeten doen.
Daarover zegt hij nu: “Ik werd me ervan bewust dat ik voor een groot deel in een glazen Madurodam-wereldje was opgegroeid. In Haarlem, in een mooie buurt, eliteschooltje, waar je gewoon heel weinig meekrijgt van wat er allemaal aan de hand is. Dat de immigratieproblemen heel reëel zijn, dat we eigenlijk helemaal niet meer vanuit Den Haag bestuurd worden, dat er sprake is van culturele ontheemding.”
Losbandig
Lachend: “Mijn ouders weten dat ik ze een beetje slappe, linkse hippies vind. En ik weet dat zij mij wat overspannen nationalistisch vinden. Overdrachtelijk dan natuurlijk, hè.” Werd bij Baudet thuis, in Haarlem, over vrijheid gesproken? Hij moet direct denken aan een voorval toen hij een jaar of acht was. “Mijn vader was helemaal overstuur. Hij was langs Bevrijdingspop gefietst en kwam woedend thuis. Hij zei: ‘Al die losbandige jonge mensen… Ze moeten eens een dagje Oost-Europa spelen. Dan begrijpen ze pas wat vrijheid is!’”
“Ik denk dat hij bedoelde: als dit is wat je met je vrijheid doet, namelijk blowen, drinken en troep maken, wat is het dan waard om voor te vechten? Als niets er meer toe doet, dan is er ook niets om voor te strijden. Bij 5 mei heb ik vaak het gevoel dat het alleen maar een beetje hangen is. Die situatie met mijn vader is denk ik wel typerend voor hoe in ons gezin met vrijheid werd en wordt omgegaan: het moet niet omslaan in losbandigheid en lamlendigheid.”
FILMPJE
TEKST
Je hoeft de metafysische stellingnames van het Christendom niet te onderschrijven om de wederopstandingsgedachte als toonaangevend motief van onze beschaving te kunnen waarderen. Het idee dat iets dat ‘dood’ was, iets dat achter ons ligt, iets dat voorgoed voorbij was, opnieuw tot bloei kan komen, heeft heel veel voor ons betekend. Zo inspireerde het ons bijvoorbeeld aan het eind van de Middeleeuwen om de klassieke oudheid weer in onze cultuur te incorporeren – in de periode die we aanduiden als de renaissance.
Waar Mao Zedong het verleden van China heeft willen uitwissen; waar de Communistische revolutie alles wat er daarvoor bestond vernietigde; waar de Islamitische staat vandaag de dag musea met de grond gelijkmaakt – daar kozen wij in het Westen ervoor om alles te onderzoeken en het goede te behouden; om juist voorbij ons eigen begripsveld te kijken naar wat ons kon verrijken.
Inderdaad, we zijn in Europa eigenlijk nooit teruggeschrokken voor idealen die voorbij onze horizon lagen. Integendeel: we kozen ze juist als leidraad: eerst het verre Jerusalem, daarna het oude Athene – weer later waren het de uitgestrekte zeeën en niet-ontdekte landen daarginds, waarheen we zeilden en waarvan we terugkwamen met nieuwe specerijen, nieuwe uitvindingen, nieuwe technieken.
Hoe verder weg, hoe uitdagender. Xenofobie is ons wezensvreemd – geen enkele andere cultuur op aarde is ooit zo open en pluriform geweest als de onze altijd geweest is, en mede daardoor hebben wij ons, onder deze sterrenhemel, op het schiereiland van Azië, in de delta van continentale riviermondingen, altijd kunnen vernieuwen en ontwikkelen – heeft ons boreaal Europa steeds de bouwstenen gevonden voor kruisbestuiving, nieuwe vonken: wedergeboortes.
Maar onze openheid staat onder druk. Onze vrije, tolerante, vrijzinnige, nieuwsgierige, humoristische, vrolijke en democratische samenleving verkeert in levensgevaar – is zelfs dodelijk gewond.
We moeten haar echter niet achterlaten; we moeten niet denken dat wat voorbij is, voor altijd voorbij is: we moeten haar juist in de beste traditie van het Westen, opnieuw tot leven wekken. We moeten een Europese renaissance teweeg brengen.
Deze grote taak wil Forum voor Democratie samen met anderen op zich nemen. Ik ben vereerd en blij dat we vandaag met zovelen bij elkaar zijn om daar samen een begin mee te maken.
Misschien stonden we nooit voor een grotere, meer existentiële uitdaging dan nu. Misschien waren de tijden nooit moeilijker dan nu. We zijn in het verleden natuurlijk weleens aangevallen, zelfs veroverd. Het water heeft ons in dit mooie land ook letterlijk weleens aan de lippen gestaan. We hebben glorierijke momenten gekend, maar we hebben ook diepe crises met elkaar meegemaakt in de vele eeuwen van onze gedeelde geschiedenis. En we hebben ons er steeds doorheen geslagen.
Nu worden we aangevallen door een vijand die we nog niet eerder tegenover ons hebben gehad. Een atypische vijand. Een vijand die ons eigen uniform draagt.
We worden aangevallen door degenen die ons zouden moeten beschermen.
Zij die zouden moeten waken over onze integriteit, onze cultuur en onze tradities: zij die een verantwoordelijkheid dragen voor het voortbestaan van de gemeenschap; juist zij, juist deze mensen hebben zich – van binnenuit – tegen ons gekeerd.
Het Westen lijdt aan een auto-immuunziekte. Een deel van ons organisme – een belangrijk deel: ons afweersysteem, datgene wat ons zou moeten beschermen – heeft zich tegen ons gekeerd. Op elk vlak worden we verzwakt, ondermijnd, overgeleverd.
Kwaadwillende, agressieve elementen worden ons maatschappelijk lichaam in ongehoorde aantallen binnengeloodst, en de werkelijke toedracht en gevolgen worden verdoezeld. Politierapporten over geweld in AZC’s worden niet in de openbaarheid gebracht. Het openbaar ministerie knijpt een oogje toe wanneer het shariarechtbanken tegenkomt.
Op universiteiten wordt het vrije woord ingeperkt, het open debat mag niet meer plaatsvinden. Kritiek op Islam, maar ook onderzoek naar de kosten van de massa-immigratie en überhaupt het debat over de botsing van culturen wordt gefrustreerd.
Al decennia domineert in de internationale betrekkingen een al even zelfdestructieve politiek, waarin Westers gezinde leiders, of in elk geval mensen waarmee we afspraken konden maken – van de Sjah in Perzië tot Assad in Syrië – worden ondermijnd of zelfs ten val gebracht, ten gunste van wat de NPO ‘gematigde rebellen’ noemt: islamisten die vrouwen en homo’s onderdrukken en alle Westerse waarden verachten. Ook sturen onze elites aan op oorlog met Rusland, zonder enige reden, zonder enig belang – terwijl we zoete broodjes bakken met Turkije.
De controle over ons bestaan wordt ons ondertussen op sluipende wijze steeds verder ontnomen door doortrapte soevereiniteitsoverdrachten naar onpersoonlijke politieke megaprojecten waarin burgers elke democratische controle zijn verloren. Zo werden het afgelopen jaar zelfs de pensioenen in een achternamiddag onder EU-toezicht gesteld. Tegelijkertijd werd elke maand 80 miljard euro geld bijgedrukt door Draghi. Multinationals profiteren van continentale regelgeving maar het MKB zucht onder verstikkende bureaucratie.
De reden dat al deze zaken kunnen voortduren is dat wij als bevolking vrijwel niets te zeggen hebben. We leven in een schijndemocratie, waarin verschillende politieke spelers tezamen een kartel vormen, en een publieke omroep hebben gecoöpteerd die dagelijks hun schijndebatten uitzendt. Minder dan 10.000 mensen draaien rond in een baantjescarrousel, waarin ze van topfunctie bij de zorgverzekeraars, naar burgemeesterspost, naar bestuursfunctie in de onderwijsraden en bouwend Nederland gaan. De enige kwaliteit van deze kartelleden is hun loyaliteit aan de partijtop, en hun enige activiteit is vergaderen. Vandaar dat overal regels voor zijn en de kosten van de bureaucratie de spuigaten uitlopen. Nog fundamenteler: de dynamiek is uit de samenleving verdwenen. Het partijkartel ligt als een dikke deken over de samenleving en houdt de gelederen gesloten. Als bevolking kunnen we geen kant op. Waar moet je op stemmen als je verandering wil?
Jarenlang was er geen serieuze optie. Even leek er een lichtpuntje te verschijnen in de donkere nacht van onze ten grave gedragen democratie toen we een campagne voerden voor een referendum. Maar dames en heren, gister zat ik in de rechtszaal voor de meervoudige kamer van de rechtbank Den Haag. Op 6 april gingen 4.2 miljoen Nederlanders naar de stembus. Ruim 61 procent stemde TEGEN.
En ik zat in de rechtszaal om een uitspraak van de rechter te krijgen over het getreuzel en gepruttel van onze minister-president. Zo ver is het gekomen in ons land: we moeten een rechtszaak voeren om te zorgen dat onze regering zich aan de wet houdt. Alles om de burger buiten spel te houden.
De nasleep van dat tweede genegeerde referendum, na het eerste genegeerde referendum van 1 juni 2005, heeft ons vanuit Forum voor Democratie doen besluiten dat het noodzakelijk is om een politieke partij te vormen en Den Haag van binnenuit open te breken.
Als wij met miljoenen naar de stembus gaan om onze stem te laten horen, en zelfs dan wordt er helemaal niets mee gedaan: dan moeten we onze stem zelf gaan terugpakken.
Dames en heren, het is nooit urgenter geweest dan nu; het is nooit noodzakelijker geweest dan nu, dat mensen van goede wil de handen ineen slaan om de banden met onze tradities te herstellen, om onze kracht te hervinden en nieuwe kruisbestuivingen tot stand te laten komen: om al het goede dat we in de wereld kunnen vinden te verbinden met onze oude wortels en zo het land weer te laten bloeien.
Wij gaan bouwen. We gaan een partij bouwen met een opleidingsinstituut, lokale afdelingen, een sociaal netwerk. We gaan een nieuwe elite opleiden; we gaan de huidige leiders vervangen en verslaan. Jullie hebben vandaag ons team gezien – fantastische mensen met verschillende discplines, maar allemaal een grote drive om de noodzakelijke veranderingen te realiseren.
Wij hebben de mensen om de Europese Unie te verslaan; wij hebben concrete oplossingen om de massa-immigratie te stoppen; wij hebben de mensen die de controle over onze grenzen kunnen herstellen en de euromunt te ontvlechten: zodat we weer baas worden over ons eigen land.
We zullen niet rusten totdat onze democratie is hersteld en het partijkartel is gebroken. We gaan bindende referenda en volksinitiatieven introduceren, open solicitaties voor publieke functies, gekozen burgemeesters en sanering van de partijdige en vooringenomen NPO.
We gaan opnieuw voorbij onze horizon reiken: we gaan een renaissance teweeg brengen, waarin ons zelfvertrouwen is hersteld, waarin we weer veilig kunnen leven in een vertrouwde omgeving: waarin de democratische rechtsstaat is hersteld en de economische en culturele dynamiek kan terugkeren.
Dat doen we graag samen met alle andere partijen en bewegingen die ons willen versterken. Forum voor Democratie is het vlaggeschip van de renaissancevloot, en andere schepen kunnen zich bij ons voegen. We willen met iedereen samenwerken. We gaan niet onderling ruziemaken. Maar we gaan ook geen lijstverbindingen aan: we vertrouwen op eigen kracht – eigenlijk zoals Nederland ook weer op eigen kracht zou moeten vertrouwen.
Dames en Heren, we gaan deze partij van de grond krijgen, we gaan op deze rots onze zuil bouwen, we gaan ons land terugveroveren en onze democratie herstellen – WE PAKKEN ONZE STEM TERUG op 15 maart!
Conservatief democraat Thierry Baudet is niet meer weg te denken uit het publieke debat in Nederland. Hij is fel tegen de Europese Unie en de “ongebreidelde” toestroom van migranten”
De auteur vreest “dat vele westerse verworvenheden zullen verdwijnen als we op deze toer voortgaan.”
[10]
Het geld dat we hieraan besteden zou veel effectiever en zinvoller kunnen worden besteed door opvang in de regio. Mocht asiel in ons land toch (om wat voor reden dan ook) noodzakelijk zijn, dan moet dat niet meer leiden tot een permanente verblijfsvergunning – maar slechts tot tijdelijke opvang voor zolang het nodig is. Het doel is terugkeer naar het land van herkomst zodra de situatie dat weer toelaat.
Ons immigratiebeleid moet gericht zijn op wie wij hier nodig hebben en wie wij (ook op basis van culturele achtergrond) kunnen opnemen.
In Nederland zijn naar schatting circa 150.000 illegalen, waaronder uitgeprocedeerde asielzoekers die weigeren het land te verlaten. In gemeenten als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht wordt illegaal verblijf zelfs aangemoedigd middels de bed-bad-brood regelingen. Illegalen dienen zo spoedig mogelijk te worden opgespoord, vervolgd en uitgezet. Gemeenten die weigeren mee te werken aan Rijksbeleid worden gekort op hun algemene uitkering uit het Gemeentefonds.
Waar integratie niet lukt, is remigratie de beste oplossing. Toch werd in 2015 door slechts 504 immigranten gebruik gemaakt van de reeds bestaande remigratieregeling. Deze regeling moet dus worden uitgebreid en aantrekkelijker worden gemaakt. Tevens moet remigratie als alternatieve straf kunnen worden opgelegd.”
Wij willen:
- Asielbeleid naar Australisch model: Nederland beslist zélf wie hier wordt opgevangen. Immigranten met extreme politieke ideeën die niet in lijn zijn met onze westerse beschaving dienen terstond te worden uitgezet naar het land van herkomst.
- Overheidsgeld kan veel beter en effectiever worden besteed aan opvang in de regio.
- Asielaanvraag leidt niet meer (semi-)automatisch tot permanente verblijfsvergunning maar (hooguit) tot tijdelijke opvang. Doel moet zijn terugkeer naar het land van herkomst;
- Invoering GreenCard-systeem naar Amerikaans model voor tijdelijke arbeidsmigranten.
- Actief uitzetbeleid illegalen; strafbaar stellen illegaliteit.
- Dubbele paspoorthouders verliezen Nederlands paspoort bij (ernstige) misdrijven.
- Bevorderen remigratie waar integratie (assimilatie) mislukt.
- Hoger beroep tegen beslissingen in asielzaken beperken tot 1 instantie; feitenrelaas en- omstandigheden kunnen niet meer gewijzigd worden.
Door de komst van grote groepen (islamitische) immigranten zijn een aantal verworvenheden en kernwaarden van onze samenleving onder druk komen te staan. Het partijkartel heeft dit probleem de afgelopen dertig jaar genegeerd – waardoor het nu compleet uit de hand is gelopen en hele bevolkingsgroepen tegenover elkaar zijn komen te staan.
Er is een nieuw startpunt nodig waarin we duidelijk definiëren wat we van mensen en (religieuze) instellingen in Nederland verwachten en duidelijk aangeven waar onze grenzen liggen.
Voorop staat dat iedereen mag geloven wat men maar wil. Boeken moeten uiteraard niet worden verboden. Maar iedereen heeft ook het recht om de overtuigingen en godsdiensten van mensen in al hun aspecten te bekritiseren, te ridiculiseren of te bespotten. Belijders van godsdiensten dienen de pluriformiteit van alle levensbeschouwingen te respecteren, dus ook van concurrerende godsdiensten, van humanisme en atheïsme, van critici, wetenschappers en cartoonisten. De vrijheid van meningsuiting dient altijd te prevaleren boven de vrijheid van godsdienst.
- Invoering van de Wet Bescherming Nederlandse Waarden (Wet BNW). Alle instanties (scholen, religieuze instellingen, etc.) dienen vijf fundamentele waarden te onderschrijven:
- Wanneer religieuze leefregels conflicteren met de Nederlandse wet, gaat de Nederlandse wet altijd voor.
- Iedereen heeft het recht te geloven wat hij of zij wil; dus ook het recht om van zijn of haar geloof af te vallen.
- Iedereen heeft het recht godsdienstige ideeën te bekritiseren, te ridiculiseren, te analyseren en in twijfel te trekken.
- Alle mensen zijn fundamenteel gelijkwaardig, ongeacht geslacht, ras of seksuele gerichtheid.
- De partnerkeuze is vrij; uithuwelijking en kindhuwelijken zijn onaanvaardbaar.Bij schending van deze waarden volgt een waarschuwing en een boete; na een tweede waarschuwing volgt sluiting, beëindiging van de activiteiten en strafrechtelijke vervolging van de verantwoordelijke functionarissen.
- Religieuze scholen moeten hun leerlingen in aanraking brengen met andere levensovertuigingen en hun leerlingen de ruimte bieden een ander geloof of géén geloof te omarmen. Het curriculum geeft ruimte aan kennis in de breedste zin en de holocaust wordt op alle scholen onderwezen.
- Er komt een verbod op buitenlandse financiering van religieuze scholen en instellingen.
- Er komt een verbod op het dragen van niqaabs, bivakmutsen en andere gezichtsbedekkende kleding in het openbaar.
Dit is de tekst zoals Thierry Baudet die woensdagavond uitsprak in Hotel Theater Figi in Zeist.
De Uil van Minerva spreidt zijn vleugels bij het vallen van de avond. En dat geldt niet alleen voor deze avond, beste vrienden, beste campagnegenoten, beste partijgenoten, beste kompanen. Nu pas in deze laatste uren van de dag namelijk komen de polls binnen, komen de nieuwtjes binnen, weten we hoe we er voorstaan, hebben we kennis over wat er vandaag gebeurd is.
Maar die Uil van Minerva die slaat niet alleen op deze avond pas zijn vleugels op. Het is breder, vaak duurt het tot het moment dat het bijna voorbij is, voordat we ons realiseren wat we hebben, en wat we hadden moeten koesteren.
Als het bijna te laat is. En zo staan we hier. Vanavond, te elfder ure, letterlijk. Te midden van de brokstukken van wat ooit de mooiste, grootste beschaving was die de wereld ooit heeft gekend. Een beschaving die alle uithoeken van de wereld bestreek, die vol zelfvertrouwen was. En die de mooiste architectuur, de mooiste muziek en de mooiste schilderkunst heeft voortgebracht die ooit onder de sterrenhemel heeft bestaan. Ons land maakt onder deel uit van die beschavingsfamilie. Maar net als die andere landen van die boreale wereld, worden we kapotgemaakt door mensen die ons juist zouden moeten beschermen. We worden ondermijnd door onze universiteiten, onze journalisten, door de mensen die onze kunstsubsidies ontvangen, en die onze gebouwen ontwerpen. En bovenal worden we ondermijnd door onze bestuurders. Een kliekje, een kliekje omhooggevallen netwerkers, beroepsvergaderaars, mensen die nog nooit een boek hebben gelezen in hun leven, en geen idee hebben wat op de langere termijn de belangrijke issues zijn. Zij beheersen helaas de besluitvormingsorganen van ons land en maken in een merkwaardige mengeling van onkunde en cynisch eigenbelang keer op keer de verkeerde keuzes. Niet lang meer!
Economische onbenul Mark Rutte verhoogt de belastingen op het dieptepunt van de crisis, waardoor de koopkracht ernstig afneemt, de pensioenen niet kunnen worden geïndexeerd en nu, vandaag, in totaal 2,5 miljoen mensen langs de kant staan in onze samenleving. Onder de armoedegrens, werkloos of quasi-werkloos. Vervolgens lieten achtereenvolgende kabinetten Rutte de grenzen wagenwijd open staan en braken die kabinetten immigratierecord na immigratierecord. Met alle immigratie- en integratieproblemen die we al hebben, werden opnieuw honderdduizenden mensen uit totaal andere culturen dan de onze binnengelaten en stemde de coalitie ook nog eens tegen onze motie om de Syriërs die terugkunnen ook te helpen terug te keren. Vervolgens tekenden zij het Marrakech immigratiepact met alle gevolgen die dat de komende jaren ook weer zal hebben.
Een absolute crisis bij de politie dreigt, waardoor onze veiligheid op straat, die al nauwelijks meer kan worden gewaarborgd nog verder onder druk zal komen te staan en we natuurlijk ook afgelopen maandag in Utrecht zagen dat verkrachters, roofovervallers, levensgevaarlijke mensen gewoon vrij rondlopen. Het is een schande.
En er is een kaalslag gaande in ons onderwijs. Er is een bureaucratische woeker in de gezondheidszorg. En beide moeten worden aangepakt. Maar dat zijn niet alle fouten van Rutte. Hij liet bijvoorbeeld ook alle plannen van die verschrikkelijke Europese Unie om de baas over ons te spelen gewoon doorgang vinden. Hij offerde de pulsvissers op. Liet de boeren met hun fosfaatrechten stikken en accepteerde dat ook onze pensioenen nu geleidelijk onder EU-toezicht worden gebracht.
Wat is hier aan de hand? Waarom gebeurde dit allemaal? Men gelooft niet meer in Nederland, dat is zeker. Niet meer in de Westerse beschaving ook. Niet meer in onze taal, die inmiddels is afgeschaft op onze universiteiten. Men gelooft niet meer in onze kunsten, in ons verleden. Men gelooft niet meer in onze feestdagen. Onze helden, onze traditionele stedenbouw. Maar in al dat ongeloof, dat immense vacuüm, dat culturele en spirituele vacuum is tegelijkertijd haast ongemerkt een grandioze ketterij binnengedrongen, een nieuwe immanente religie. Een politieke theologie. De leden van het kartel. Ze geloven in niets, maar vereren tegelijk één afgod, genaamd transitie. Honderden miljarden, wij denken zelfs duizend miljard, als je alle kosten bij elkaar optelt, willen zij offeren op het altaar van deze afgod, in de vorm van windmolens, warmtepompen, zonnepanelen en andere volkomen onrendabele projecten die ons niets brengen, die de planeet niets verder helpen, maar die ons wel heel veel geld kosten en dus heel erg straffen. Het is een masochistische ketterij, dit geseculariseerde zondvloedgeloof dat zich in onze tijd heeft meester gemaakt van de harten en geesten van onze bestuurders. Een manie vergelijkbaar met de doodscultus die ooit Paaseiland teisterde.
En deze duurzaamheidsafgoderij stort niet alleen onze economie in de totale ondergang. Hij is ook bedoeld om onze geest, ons zelfbewustzijn, nog verder te krenken. Inderdaad: schuldgevoel is hetgeen waarmee deze klimaathekserij zich mee voedt. Wij moeten boeten, zo papegaaien de machtszoekende bestuurders van dit land de ecologische hogepriesters na. Het is pure oikofobie, pure zelfhaat. Het is een schuldcomplex, dat blijkbaar een uitweg nodig heeft. En als u er iets van wil zeggen. Als de bevolking zich keert tegen de algehele capitulatie van dit land, als de mensen protesteren. Weet u wat ze dan doen? Dan schaffen ze het referendum af. Dat is de toestand van ons land vandaag.
Die arrogantie, dames en heren, vrienden, die stupiditeit, die is vandaag afgestraft.
Want op deze dag, nu we in deze crisis verkeren, deze schemer, deze zonsondergang. Op deze dag is de Uil van Minerva dan toch opgestegen. Vandaag is Forum van Democratie ofwel de grootste, ofwel de gedeeld grootste, ofwel de een-na-grootste partij van Nederland geworden. De kiezers in Nederland hebben net als de Uil van Minerva hun vleugels uitgespreid, hebben hun ware macht getoond, de uil der wijzen is gaan vliegen en heeft de hele aardkring in beweging gebracht. Want deze vleugels zijn niet alleen vleugels om mee te vliegen. Het zijn ook wieken om lucht mee te slaan. Om een veranderingswind in gang te zetten. Om ons land weer van ons te maken en een einde te maken aan het tijdperk van culturele, economische en politieke capitulatie.
Vrienden, vrienden. Wij hebben niet stilgestaan de afgelopen tijd. We hebben meer dan 2000 cv’s doorgespit, we hebben meer dan 1300 mensen gesproken, we hebben meer dan 600 diepteinterviews afgenomen, we hebben honderden mensen getraind. We hebben fantastische lijsten samengesteld en met die mensen een hoopvolle, optimistische en serieuze campagne gevoerd. Heel Nederland hebben we bezocht in zalen, op straten, in winkelcentra, bij bedrijven zijn we geweest. Scholen, ziekenhuizen, overal. We hebben het land in beweging gekregen.
En het resultaat, dames en heren, het resultaat, vanavond, het resultaat. De zon was mij nooit opgevallen zegt Menno Wigman als hij niet steeds was ondergegaan. De schoonheid van Nederland was mij niet zo duidelijk op het netvlies gekomen als ons mooie land niet zo was verkwanseld door de bestuurders van het kartel. Sterker, als dit alles niet was gebeurd, deze ongecontroleerde immigratie die ons straatbeeld zo vertekent, al die linkse indoctrinatie in het onderwijs, al die lelijke architectuur. En die machtsuitbreiding van de EU, al die klimaatketterij. Als al die gekte niet was gebeurd dan was ik nooit de politiek ingegaan. Maar… maar wij zijn naar het front geroepen. Omdat het moet. Omdat ons land ons nodig heeft. En wij, beste vrienden, wij zijn het product van 300.000 jaar evolutie. Wij hebben meerdere ijstijden overleefd, wij hebben mammoeten gevloerd. Wij zijn dragers, wij zijn erfgenamen van de grootste beschaving die ooit heeft bestaan. Wij dragen een unieke kracht. En, enkele tientallen jaren van indoctrinatie door de media en het onderwijs kunnen dat nooit begraven. Iets wat in ons zit, wat nooit kan worden afgepakt. En vandaag, en dat voel je ook in de zaal, vandaag hebben we gekozen om weer te strijden. Weer te dromen, weer te hopen, weer te vechten. En als ik nu terugkijk op de afgelopen drie jaar, dan is dat het sterkste gevoel dat ik heb. Wat wij samen hebben bereikt. Die zin om weer te bouwen. Die zin om er samen voor te gaan. Dat geloof in de toekomst, en daar wil ik jullie voor bedanken.
Toen wij begonnen, toen wij begonnen aan deze reis om samen met alle mensen die hier nu zijn en nog veel meer mensen handtekeningen te verzamelen voor het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne, toen zei iedereen. Iedereen zei: lukt je nooit. Daarna moesten we de 30 procent opkomstdrempel halen. 6 april 2016. Iedereen zei: lukt je nooit. Wij zijn het hele land doorgegaan. Overal geweest, overal gedebatteerd. Iedereen dacht dat het ons niet ging lukken, maar het lukte ons wel. We haalden het, het werd een overweldigend nee. Rutte lachte, iedereen lachte, want er was een inlegvelletje tevoorschijn getoverd weet u nog, waarmee de stem van de bevolking terzijde werd geschoven. Wij namen het niet. Wij accepteerden het niet en wij startten onze eigen partij. En iedereen had het over versplintering en had het over Peppi en Kokki en dit en dat en iedereen zei: lukt je nooit. Maar het lukte ons wel en we kwamen met twee zetels in de Tweede Kamer op 15 maart 2017. En ook toen, ook toen hadden ze hun woorden klaar. Ook toen lachte Mark Rutte en zei: met twee zetels in de Tweede Kamer effectief oppositie voeren lukt je nooit. En hier staan we vanavond. In alle provincies zijn we vertegenwoordigd. In de Eerste Kamer zijn we vertegenwoordigd. Jullie hebben Annabel gehoord.. In Amsterdam zijn we er. Vanavond is hier ook Derk Jan Eppink, die de lijst aanvoert in het Europees Parlement. Ook daar staan we er. En vandaag is dus het moment om een boodschap te sturen aan Mark Rutte en de gevestigde machten. Forum voor Democratie nog langer negeren dat lukt je nooit!
Wij weten als FvD’ers dat je de metafysische grondslagen van het christendom niet hoeft te aanvaarden, om toch de wederopstandingsgedachte als leidend motief van de westerse beschaving te kunnen aanvaarden. Iets dat dood leek, iets dat voorbij leek, iets dat achter ons zou liggen, iets dat definitief achter ons zou liggen, dat kan, zo weten wij, weer tot bloei komen. Het idee dat iets dat dood was, iets dat voorgoed voorbij was, weer tot bloei kan komen, precies dat is onze leidraad, ons leidende motief, ons levensmotto. Want wij zijn de partij van de Wedergeboorte. Van de Renaissance. Dat is wat wij willen bewerkstelligen, en het is nooit urgenter geweest dan nu om dat te bewerkstelligen. Nooit noodzakelijker geweest dan nu, dat mensen van goede wil de handen ineen slaan. Om de banden met onze tradities te herstellen. Om onze kracht te hervinden en nieuwe kruisbestuivingen tot stand te brengen. Om al het goede dat we in de wereld kunnen vinden te verbinden met onze oude wortels en zo ons land weer te laten bloeien.
Wij zijn aan het bouwen. We zijn bezig een partij te bouwen, met een opleidingsinstituut, met lokale afdelingen, met provinciale fracties, met een Eerste Kamerfractie, met een Tweede Kamerfractie, met een Europese Parlementsfractie. We gaan een nieuwe generatie opleiden en we gaan de huidige leiders vervangen en verslaan. Wij hebben de mensen om de EU te verslaan. We hebben concrete oplossingen om de massa-integratie te stoppen. We hebben de mensen die de controle over onze grenzen kunnen herstellen. En om de euromunt te ontvlechten. Zodat wij eindelijk weer de baas worden in ons eigen land. We zullen niet rusten totdat onze democratie is hersteld en het partijkartel is gebroken. We gaan bindende referenda introduceren. Volksinitiatieven. Open sollicitaties voor publieke functies. Gekozen burgemeesters. En wij saneren de NPO. Zo is het. Opnieuw gaan we voorbij onze horizonten reiken. We gaan een renaissance teweegbrengen. Waarin ons zelfvertrouwen is hersteld. Waarin we weer veilig kunnen leven in een vertrouwde omgeving, waarin de democratische rechtsstaat is hersteld. En de economische en culturele dynamiek kan terugkeren. En zoals u weet, doen we dat graag met alle andere partijen en bewegingen die ons willen versterken, want wij zijn het vlaggenschip van de renaissancevloot. En andere schepen kunnen zich bij ons voegen. We willen met iedereen samenwerken. Dat gaan we gestalte geven in de provincies, dat gaan we gestalte geven op nationaal niveau en dat gaan we gestalte geven op Europees niveau.
Want vrienden, wij gaan met deze partij de trots van ons land herstellen. Op deze rots gaan wij onze zuil bouwen. We gaan onze democratie herstellen en vandaag is de eerste grote veldslag gewonnen.
Kurt Rosenthal uit Düsseldorf heeft een Arische moeder, zijn vader is evangelisch maar van joodse herkomst. De nazi’s aanvaarden niet dat een halfjood met een Arische vrouw een relatie heeft. De man probeert zijn herkomst te ontkennen. Tevergeefs, in 1938 wordt hij wegens ‘Rassenschande’ in voorlopige hechtenis genomen. Zijn zoon Kurt is dan 26 en besluit te vluchten naar de Verenigde Staten, waar zijn zus woont. Op 12 maart steekt hij de grens met Nederland over. Te voet gaat hij naar Doetinchem, via Arnhem reist hij met de trein naar Den Haag. Hij komt terecht bij een joods vluchtelingencomité in Amsterdam. Omdat hij geldige reispapieren nodig heeft, gaat hij naar de vreemdelingenpolitie. Daar wordt hij in hechtenis genomen en terug naar Duitsland gestuurd. De nazi’s brengen hem naar Dachau.
MET EEN ACHTERWAARTSE kijk op de geschiedenis is het verbijsterend. Een half miljoen joden konden net voor de oorlog nog vluchten uit nazi-Duitsland, maar vonden geen land dat hen wilde opvangen. Het nazi-regime ontnam joden al hun waardigheid, beroofde hen en vervolgde hen op alle mogelijke manieren. Toen in 1938 de vluchtelingenstroom voor een dijkbreuk zorgde, sloten alle Europese landen op het vasteland hun grenzen. Hoe komt het dat democratische landen als Nederland, België en Zwitserland zich zo hard opstelden, ook al was ruimschoots bekend hoe zwaar joden het te verduren hadden?
Recent vergelijkend wetenschappelijk onderzoek gaat na wat er voor het uitbreken van de oorlog precies aan de hand was. Tot nu toe was er alleen nationaal onderzoek, voor het eerst werd de internationale puzzel gelegd. De Belgische historicus Frank Caestecker (48), verbonden aan de Universiteit van Gent, organiseerde twee internationale colloquia over deze bittere periode. ‘De internationale samenhang is belangrijk’, zegt hij. ‘Want wat het ene land doet met vluchtelingen, ze toelaten of ze weigeren, heeft een directe weerslag op de andere landen. De onderlinge beïnvloeding werd nog niet onderzocht.’ Het project leidde tot het boek Refugees from Nazi-Germany and the Liberal European States, 1933-1939, dat in september tegelijkertijd zal verschijnen in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
VANAF DE machtsgreep van Hitler in 1933 vluchtten andersdenkenden en joden weg uit Duitsland. Al werden communisten met argwaan bekeken – die zag men liever naar de Sovjet-Unie vertrekken – begin jaren dertig konden de vluchtelingen nog wel in verschillende Europese landen terecht. Velen trokken verder naar de VS en Argentinië. Vluchtelingen moesten toen zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien, de overheid had nog geen opvangnetwerk. Het waren dan ook vooral de meest gegoeden die de mogelijkheid hadden om te vluchten. Ook Nederland liet vluchtelingen toe. De voorwaarde was dat ze over geldige papieren beschikten of in acuut levensgevaar verkeerden, iets wat eng werd geïnterpreteerd. De dreiging van een concentratiekamp gold bijvoorbeeld niet als levensbedreigend.
Het tempo van de uitstroom van joden lag voor de nazi’s te laag. Ze gingen vanaf 1938 steeds driester tekeer bij het vervolgen van joden. De annexatie van Oostenrijk op 12 maart 1938 was een eerste cesuur. De Anschluss ging gepaard met een ongeziene golf van grof geweld tegen de joden in Oostenrijk. Dat geweld en het enthousiasme waarmee de joodse emigratie administratief werd gesteund hadden maar één doel: de etnische zuivering van Oostenrijk. Verschillende landen kantten zich tegen de stroom vluchtelingen, de controles werden scherper. Grenswachters kampten evenwel met een probleem: hoe zie je of iemand al dan niet een jood is? Want Arische Duitsers, zoals toeristen en zakenlui, mochten wél de grens over. Joden deden zich dan ook voor als toerist of zakenman, in de hoop de grens over te komen. Om joden te kunnen onderscheiden en terugsturen, drongen de Zwitserse en de Zweedse regering er bij de nazi’s op aan om in de paspoorten van joden een letter J te stempelen. De nazi’s voelden daar aanvankelijk weinig voor, omdat ze vreesden dat ze met de joden zouden blijven zitten. In september 1938 stemden ze toch toe om het reizen van Arische Duitsers niet te bemoeilijken.
Het Weense experiment van etnische zuivering onder leiding van Adolf Eichmann werd in Berlijn met veel aandacht gevolgd. Het succes van deze operatie leidde ertoe dat de anti-joodse politiek ook in Duitsland radicaliseerde. De pogrom tijdens Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938, was een stuitende exponent van deze verharde nazi-agressie. Die avond werden tientallen joden vermoord en ongeveer dertigduizend joodse mannen in kampen opgesloten. Daarvan overleden er enkele honderden aan de verwondingen die ze bij de aanslag hadden opgelopen. Hoewel de Duitsers het voorstelden als agressie die door joden was uitgelokt, was de ware toedracht in het buitenland wel degelijk bekend.
Kristallnacht zorgde voor een tweede cesuur: er kwam een massale vluchtelingenstroom op gang. Vermoed wordt dat vanaf dat moment tot aan het uitbreken van de oorlog zo’n half miljoen joden de vlucht namen. De nazi’s bleven joden dwingen te vertrekken, maar pas nadat ze hen van alle bezittingen hadden beroofd. Wie de grens over wilde, mocht niet meer dan tien mark meenemen. In landen als Nederland, België, Frankrijk en Zwitserland probeerden de joden een veilig onderkomen te zoeken of een route te vinden om overzee weg te trekken. Omdat ze met zo velen waren, en haveloos, werden overal de grenzen meer en meer gesloten. Ook Nederland verscherpte de maatregelen. Alleen vluchtelingen uit de grenszone die in prangend levensgevaar waren of Duitse joden die verwanten in Nederland hadden, mochten nog het land in. Er restte joodse vluchtelingen geen andere mogelijkheid dan illegaal te proberen een grens over te steken. ‘Je ziet verschuivingen’, zegt Frank Caestecker: ‘Als het niet lukte in Frankrijk kwamen ze weer in Duitsland terecht. De Duitse politie pakte de joodse vluchtelingen op of zette ze elders over de grens, bijvoorbeeld in Nederland of België, waar ze dan op grenscontroles van Belgen of Nederland botsten.’ Er ontstonden netwerken van mensensmokkelaars die joden illegaal hielpen te vluchten. Het risico bleef groot, want wie de grens over kwam en bij een controle werd opgepakt, kon terug naar Duitsland worden gebracht. Om diplomatieke redenen zette men de vluchtelingen niet over de grens van een lukraak gekozen buurland, want dan zou dat land allicht hetzelfde doen. Illegale joden werden vooral ook als afschrikking voor kandidaat-vluchtelingen naar Duitsland gerepatrieerd.
HET GEWELD van Kristallnacht wekte evenwel ook heel even solidariteit. Nederland besloot op 19 november 1938, tien dagen na Kristallnacht, dat joden die illegaal het land hadden bereikt, konden blijven, al was het oogmerk ze snel te laten emigreren naar een ander land. Er werden vijftienhonderd ongenode vluchtelingen getolereerd. Aanvankelijk moesten ze zich elke dag bij de politie melden, later werden ze onder administratief toezicht geplaatst in vluchtelingenkampen in Veenhuizen en Hoek van Holland. De opvangkosten werden op joodse liefdadigheidsorganisaties verhaald. Er kwam een breed ondersteunde oproep tot donaties en via burgemeesters werd 473.000 gulden ingezameld.
Nederland ondernam ook diplomatieke initiatieven om met andere buurlanden een transitzone in te stellen voor joden die overzee wilden vluchten. Het plan wekte weinig of geen enthousiasme in het buitenland en werd snel in de la gestopt. Het beleid verstrakte daarentegen: Zwitserland en de Scandinavische landen sloten de grenzen, Nederland volgde op 17 december dit voorbeeld. Vanaf dat moment werden joden zonder legale papieren toch teruggestuurd. Op Kerstmis 1938 bracht een bus een eerste groep van zeventig joodse vluchtelingen naar Duitsland. Aan alle grenzen waren er strenge controles om de joodse vluchtelingen tegen te houden. Nederland zette duizend extra grenswachters in, er gingen stemmen op om het aantal tot twintigduizend op te rekken, maar dat gebeurde niet. Wel kwamen er ‘vliegende teams’, die op de meest precaire plaatsen werden ingezet.
Helemaal hermetisch waren de grenzen echter nooit gesloten. Joden stonden onder een te grote druk om Duitsland te verlaten, ze werden opgejaagd. Een aantal mensen bleef het voor hen opnemen en stak de nek uit. Marij Leenders, onderzoeker aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, verwijst naar burgemeester Verbeek die toen aan het hoofd stond van de grensgemeente Dinxperlo. Ondanks de regelgeving van Justitie bezorgde hij eigenhandig verblijfsvergunningen aan joden. Er werd een klacht tegen hem ingediend, maar de rechtbank sprak hem vrij. Uit respect voor het ambt vroeg de burgemeester eervol ontslag. Ontslag kreeg hij, maar niet eervol. In 1990 werd hij postuum gerehabiliteerd.
De jood Karl Grünberg zit tot 30 maart 1938 in Dachau opgesloten. Hij kan vluchten en bereikt illegaal Nederland. In de trein naar Utrecht wordt hij gearresteerd omdat hij een paspoort van een Nederlander gebruikt. Manu militari wordt hij aan Duitsland uitgeleverd, daar komt hij in Buchenwald terecht. Opnieuw slaagt hij erin te ontsnappen, deze keer vlucht hij illegaal naar België. Daar kan hij blijven.
‘IN BELGIË leefde de joodse kwestie veel sterker in de publieke opinie dan elders’, vertelt Frank Caestecker. ‘Dat kwam omdat de uitwijzing van joodse vluchtelingen net voor Kristallnacht op de politieke agenda had gestaan, de meningen waren verdeeld. De bevoegde minister stelde toen dat joodse vluchtelingen geen bescherming nodig hadden, iets wat na Kristallnacht voor een wrange nasmaak zorgde en een virulente discussie op gang bracht.’
Omdat geen enkele Belgische politicus publieke blaam wilde oplopen, werd besloten om illegale joodse vluchtelingen niet langer terug te sturen. Toch zijn er flink wat kanttekeningen te plaatsen bij deze gastvrijheid. De consulaten in Duitsland kregen het advies om zeer stringent om te springen met het verlenen van visa. Aan de Belgische grens werden joden nog steeds met man en macht tegengehouden en teruggestuurd. En net als in Nederland deden de Belgen er alles aan om de joodse vluchtelingen zo snel mogelijk te laten doorreizen.
‘Toch ging het bij de joden als een lopend vuurtje rond dat illegalen in België konden blijven’, zegt Caestecker. ‘Hun aantal nam snel toe, de Belgische regering greep in. Ze vroeg de nazi’s te verhinderen dat joden naar België zouden vluchten. De Duitsers stemden ermee in om joden die geen Belgisch visum hadden en die in de Duits-Belgische grenszone werden aangetroffen, te verhinderen naar België te reizen. De nazi’s wierpen dus ook een barricade op aan hun kant van de grens. Joden moesten vanaf dat moment dus niet alleen de Belgische grenswachters verschalken, maar ook de Duitse.’
‘Dat joden nergens welkom waren, heeft verschillende oorzaken’, stelt Caestecker: ‘Het ging om een totaal verpauperde groep vluchtelingen, ze kwamen met duizenden tegelijk. Bovendien vreesde men voor een aanzuigende werking, want ook in landen als Polen en Hongarije was er een enorme druk op joden. Vergeet niet dat er in 1939 ook een half miljoen vluchtelingen uit Spanje kwamen, waar Franco na de burgeroorlog een dictatuur installeerde.’ Heulden de landen die weigerden joodse vluchtelingen op te vangen indirect en misschien ongewild met nazi-Duitsland? Caestecker: ‘Die uitspraak gaat te ver. Het zijn de nazi’s die joden vervolgden, niet de andere landen. Wel waren verschillende regeringen bereid om met de Duitsers verregaand te onderhandelen over het inkrimpen van de vluchtelingenstroom, eerder dan dat ze pogingen deden om de vervolging aan te klagen. Denk aan het invoeren van de J-pas: alle landen waren daar opgetogen over. En het speelde de nazi’s in de kaart dat de joden nergens welkom waren, het werd tegen hen als argument uitgespeeld en zette de nazi-politiek kracht bij.’
Hij wijst ook op de historische context. Tot voor de Eerste Wereldoorlog kon je in de meeste landen vrij rondreizen en je vestigen. De enige voorwaarde was dat je in je eigen levensonderhoud kon voorzien. ‘In landen als Nederland en België werd na de Eerste Wereldoorlog het algemeen kiesrecht ingevoerd, dat gaf een omvangrijke bevolkingsgroep een stem. De communistische omwenteling in de Sovjet-Unie zorgde voor pleinvrees in het Westen. De overheden wilden daarom hun inwoners een zekere mate van economische bescherming bieden. Er kwamen steeds meer restricties voor buitenlanders, die konden zich niet zomaar meer vestigen en een zaak beginnen. In de jaren dertig was er bovendien de economische crisis, wat nog meer tot protectionisme aanzette. Uitgerekend in die periode begon de vervolging van joden, die een massale stroom straatarme vluchtelingen opleverde. Niemand zag ze graag komen, bovendien werd hun situatie als argument gebruikt om het protectionisme nog aan te scherpen.’
Paul Steiner is een Oostenrijkse jurist en journalist die na de Anschluss in 1938 naar Nederland vlucht, met het vliegtuig. Hij doet zich voor als handelsvertegenwoordiger van een uitgever maar wordt door de grenswachten niet geloofd. Hij heeft een Duits paspoort met een J en wordt gedwongen teruggestuurd naar Wenen. Hij slaagt er later alsnog in om naar Brussel te vluchten en dan naar de Verenigde Staten.
DE VERVOLGING van de joden heeft in 1951 tot de Conventie van Genève geleid. Die beschermt mensen die worden vervolgd op basis van hun geloof, hun politieke overtuiging, hun seksuele geaardheid, hun huidskleur of het behoren tot een sociale groep. Deze bescherming geldt voor individuen en voldeed lange tijd. Er kunnen echter altijd nieuwe motieven ontstaan om te vluchten. Op zulke situaties moet men steeds alert kunnen inspelen, vindt Frank Caestecker: ‘Bij het uitbreken van de oorlogen op de Balkan in de jaren negentig was er een groep oorlogsvluchtelingen die vooral aan de Duitse grens aanklopten. Zij vielen niet onder de Conventie, want ze waren collectief slachtoffer van geweld. Toch werden ze in West-Europa beschermd, maar de beschermingskwaliteit varieerde van land tot land. Duitsland, dat op de weke flank van Europa lag, vroeg om een EU-regeling voor oorlogsvluchtelingen, en die kwam er ook.’
Toch zijn er tegenwoordig nog lacunes: ‘Er is te weinig controle op wat buiten de EU gebeurt. Vanuit bijvoorbeeld Noord-Afrikaanse landen proberen vluchtelingen Europa te bereiken. We weten weinig over hoe vluchtelingen daar worden behandeld. Het lijkt me dat we in mechanismen moeten voorzien om ook die vluchtelingen van een veilige opvang te verzekeren.’
[12]
”Als het bijna te laat is. En zo staan we hier. Vanavond, te elfder ure, letterlijk. Te midden van de brokstukken van wat ooit de mooiste, grootste beschaving was die de wereld ooit heeft gekend.
Bert Vuijsje heeft geretweet Bert Vuijsje
Nogmaals: A. Nanninga, lijsttrekster bij de komende Amsterdamse raadsverkiezingen, twitterde letterlijk: “Rot ff op, @FransTraas moraalridders, die was Hitler vergeten in die mooie ovens van m” En geen serieus medium dat er serieus melding van maakt.
Bert Vuijsje heeft toegevoegd,