WAAROM WE NOG NIET VERDER ZIJN GEKOMEN DAN DE VICTORIAANSE TIJD
GEPUBLICEERD OP WEBSITE DOORBRAAK
https://www.doorbraak.eu/waarom-we-nog-niet-verder-zijn-gekomen-dan-de-victoriaanse-tijd/
Ik was met de jaarwisseling in het Engelse stadje York, waar ik heb gestudeerd en dat ik sindsdien nog vaak bezoek. Het historische hart is voor toeristen en dagjesmensen. Het enige echte, rauwe leven dat je in de oude binnenstad tegenkomt zijn de vele daklozen. Waren dat vroeger vooral alcoholisten en drugsverslaafden, tegenwoordig tref je onder hen ook doorsnee-Britten aan, die eenvoudigweg hun huur niet meer kunnen betalen of gingen scheiden en toen op straat stonden. Mensen van rond de 30 zitten in de vrieskou alleen of met zijn tweeën op karton, dikke winterjas aan, een slaapzak over de benen. De een speelt nog fluit, de ander staart met ingevallen wangen en holle ogen wezenloos langs je heen.
Denk je dat de rijke voorbijgangers zich iets van hen aantrekken? Nee. Hun gedachte is waarschijnlijk dat deze burgers in de participatie-samenleving “harder hun best” hadden moeten doen. Word je ziek, ga je scheiden, ben je bejaard: eigen schuld. Onverschillig lopen de rijken aan hun onfortuinlijke soortgenoten voorbij en ik waan me in het sprookje van het meisje met de zwavelstokjes, dat zich afspeelt in de victoriaanse tijd.
Omdat haar ouders stokarm zijn moet het kind er in de vrieskou op uit om lucifers te verkopen. En ze mag pas thuiskomen als alles is verkocht. Maar het meisje heeft het zo koud dat ze van tijd tot tijd een lucifer afsteekt voor een beetje warmte. Elke vlam brengt een visioen, onder andere van een kamer vol rijke mensen aan een overdadig diner. Het kind staat hongerig buiten. Bij het afstrijken van de laatste lucifer verschijnt haar overleden oma, die het meisje in haar armen meeneemt naar de hemel, waar het zoveel beter is dan op de aarde. Het kind overlijdt ‘s nachts door de koud en wordt de volgende ochtend gevonden. Had ze maar harder haar best moeten doen, toch?
Ik weet dat er een hiernamaals is, maar ik geloof nog sterker in een hemel op aarde, zoals John Lennon bezong in “Imagine”, zijn wereldberoemde nummer uit 1971: “Imagine all the people/Living life in peace..No need for greed or hunger/A brotherhood of man.” Ikke ikke en de rest kan stikken is niet de natuurlijke staat van de mens. De ander voorbij lopen en in zijn of haar ellende laten zitten zonder maar een vinger uit te steken is niet normaal. Als iedere bewoner van deze planeet slechts neemt wat die nodig heeft is er voldoende voor iedereen. Het eten groeit gratis op het land en wonen is een recht.
Kirsten Zeemeermin