Nederland is een van de dichtst bevolkte landen in Europa met een fors toegenomen en aanhoudend
stijgende (asiel-, arbeids-, kennis- en studie en gezins-) migratie, die hard drukt op wonen, zorg,
onderwijs en financiële middelen, en op de sociale samenhang in ons land. Beperking van de omvang
van en grip op alle soorten migratie naar Nederland, zo snel als mogelijk, is noodzakelijk, voor nu en
voor de langere termijn. Er worden concrete stappen gezet naar het strengste toelatingsregime voor
asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit.
Het hele asiel- en migratiestelsel wordt hervormd, de instroom gericht en maximaal teruggedrongen
met een breed pakket maatregelen zodat een oplossing wordt geboden voor de huidige acute
situatie, met plek voor wie hier echt mag blijven en draagvlak te behouden.
Ten eerste wordt de uitzonderingsbepaling van de Vreemdelingenwet 2000 (op grond van de
artikelen 110 en 111) zo spoedig mogelijk geactiveerd. In de daartoe benodigde algemene maatregel
van bestuur, dragend gemotiveerd, worden die bepalingen van de Vreemdelingenwet 2000 buiten
werking gesteld die in de weg staan om de acute noodsituatie, voor de asielinstroom in het algemeen
en de asielopvang in Ter Apel en de overige asielcentra in het bijzonder, direct aan te pakken, dan wel
die bepalingen te vervangen met het oog op het bereiken van dit doel.
Ten tweede komt er direct een tijdelijke Asielcrisiswet met crisismaatregelen om de acute
asielinstroom en -opvangcrisis voor de komende tijd te bestrijden, onder meer door intrekking van de
Spreidingswet. Op grond van deze Asielcrisiswet zullen de daarin opgenomen bevoegdheden ingezet
worden om voor de duur van maximaal twee jaar:
[pag. 4] – Registratie af te dwingen en de behandeling van asielaanvragen op te schorten (‘asielbeslisstop’), het recht op opvang zal gedurende de opschorting gedifferentieerd worden beperkt en sterk worden versoberd. – Mensen zonder een geldige verblijfstitel zo veel mogelijk, ook gedwongen, uitzetten. – Van de Huisvestingswet af te wijken door een verbod in te stellen op het geven van voorrang bij de toewijzing van sociale huurwoningen aan statushouders op grond van het feit dat zij statushouders zijn. In deze Asielcrisiswet worden waar mogelijk eerste stappen voor structurele maatregelen al getroffen, zoals versterking van grenscontroles en -bewaking, waaronder aanscherping van mobiel toezicht veiligheid (mtv), mede in relatie tot grenstoezicht op basis van de Schengengrenscode. De nationale asielketen wordt versterkt door deze onder eenduidige regie van de eerstverantwoordelijke bewindspersoon te brengen. Ten derde zal een opt-out clausule voor het Europees asiel- en migratiebeleid zo snel mogelijk bij de Europese Commissie worden ingediend. Met gelijkgezinde en met omringende landen wordt intensief samengewerkt om in tijden van een gezamenlijke crisis door instroom adequaat op te kunnen treden (‘mini-Schengen’), in aanvulling op het structureel intensiveren van mobiel toezicht veiligheid. Ten vierde moet Nederland, om de asielinstroom te beperken, structureel tot de categorie lidstaten met de strengste toelatingsregels van Europa behoren. Daarom: – Verscherping toelatingsprocedure (aanpassing bewijslastverdeling, geen beloning voor opzettelijk identiteit niet aantonen, aanpassing en handhaving criteria veilig land en handhaving Dublin-verordening, uitlezen mobiele telefoons, beperking rechtsbijstand). – Structureel intensiveren in mobiel toezicht veiligheid, grenscontroles en grensbewaking. Irreguliere migranten aangetroffen bij deze controles aan de landsgrenzen direct terugsturen naar Duitsland en België, onder meer bij het ontbreken van een geldig identiteitsbewijs. – Het landenbeleid wordt fors aangepast. Nederland is op dit moment te aantrekkelijk voor asielzoekers; de inwilligingspercentages moeten van boven naar onder het Europees gemiddelde, onder meer door bewijslastomkering, zodat het niet aan de IND is om te bewijzen dat iemand geen recht heeft om hier te verblijven. – Invoering tweestatusstelsel met inbegrip van de instroom-reducerende beperkingen, waaronder: o geen automatische gezinshereniging van subsidiair beschermden, en o forse beperking na-reizigers, inclusief beperking tot het zogenaamde kerngezin met kinderen tot 18 jaar en langere termijnen voordat zulks überhaupt mogelijk is. – Er komt voor asiel beroep bij één rechterlijke instantie zonder hoger beroep. – Asielvergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft, die voor tijdelijk verblijf aangepast. – Opvang kansarme asielzoekers op aparte locaties met een zo veel mogelijk versoberd en deels gesloten regime; de rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingenvoorziening wordt beëindigd. – De rechtsbijstand bij asielaanvragen wordt zo veel mogelijk beperkt en bij herhaalde
asielaanvragen maximaal versoberd.
[pag. 5]
Pagina | 5 – Procedures worden verkort en versoberd, bijvoorbeeld door het verkorten van de beroepstermijn en beperking van de mogelijkheid tot herhaalde aanvragen. Dwangsommen wegens termijnoverschrijding worden afgeschaft of beperkt. – Harder optreden tegen overlastgevers. – Criminaliteit onder en van asielzoekers hard aanpakken, onder andere door: het direct aanpakken van daders, onder meer door uitplaatsing uit de opvanglocatie, het eerder stopzetten van de asielprocedure en het eerder vervallen verklaren van verblijfstitel, door het uitbreiden van de ongewenstverklaring en door verdere aanscherping van de ‘glijdende schaal’ zodat criminele vreemdelingen sneller kunnen worden uitgezet. In aanmeld- en opvanglocaties wordt strikt en streng opgetreden tegen geweld en overlast door asielzoekers, met name jegens vrouwelijke asielzoekers en asielzoekers met een LHBTIQ+ en/of christelijke achtergrond. – Het na definitieve afwijzing of verlies van een verblijfstitel niet-meewerken aan uitzetting wordt strafbaar. – De inzet op terugkeer wordt aangescherpt door onder andere uitzetting van asielzoekers die eerder in een andere EU-lidstaat zijn afgewezen, uitbreiding van vreemdelingenbewaring en – detentie en van de ongewenstverklaring en beperking gemeentelijke opvang (financiering) tot het meest basale. Het begrip veilig land wordt verruimd tot veilige delen van landen op basis van ambtsberichten; ambtsberichten worden in beginsel niet openbaar gemaakt. – Het EU-migratiepact met aangescherpte asielregels en toelatingsprocedures wordt, na vaststelling, zo snel mogelijk uitgevoerd, onder meer door bij herverdeling van asielzoekers te kiezen voor afkopen in plaats van opvangen. – Tegelijkertijd zet Nederland in op verdergaande aanscherpingen in de EU-regelgeving, onder andere op screening van kansarme asielzoekers en toewerken naar strikte procedures aan de buitengrenzen van de EU en akkoorden over terugkeer met derde landen. Nederland werkt met andere EU-lidstaten aan het opvangen in niet-EU-landen van migranten die de EU proberen te bereiken. – Mensenhandel, mensensmokkel en alle illegale immigratieroutes worden aangepakt, nationaal en Europees. – De eigen bijdrage aan opvang door ontheemden uit Oekraïne wordt verhoogd. – Maximale inzet op opvang in de regio en op migratiedeals daartoe. – Er zal een modernisering van het VN-Vluchtelingenverdrag bepleit worden tegen de achtergrond van het voorgaande en samenwerking met hierin gelijkgestemde lidstaten wordt gezocht om dit te bereiken bij de VN. Er wordt ingezet op aanpassing van de EU-regelgeving en -verdragen waar nodig.”
BRON
HOOP, LEF EN TROTS
HOOFDLIJNENAKKOORD 2024-2028 VAN PVV,VVD,NSC EN BBB
Nederland kan de grote instroom van asielzoekers niet aan. Aanvragen kunnen niet tijdig worden verwerkt en de asielopvang zit overvol. De mensen die recht hebben op bescherming kunnen niet doorstromen en van de asielzoekers die niet mogen blijven, vertrekt een deel niet uit Nederland. Een deel van de asielzoekers veroorzaakt grote overlast. De kosten voor de asielopvang stijgen exponentieel door allerlei vormen van noodopvang. Kortom: het Nederlandse asielsysteem is in de huidige vorm onhoudbaar. Daarom zet dit kabinet in op een breed pakket aan maatregelen om het asielstelsel ingrijpend te hervormen, de instroom te beperken en de asielketen per direct te ontlasten. Waar nodig zet het kabinet in op het hervormen van (Europese) regels en internationale verdragen.
1. Activeren van de uitzonderingsbepaling van de Vreemdelingenwet 2000
Op basis van artikel 110 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) wordt op voordracht van de minister-president zo spoedig mogelijk een koninklijk besluit vastgesteld, waarmee artikel 111 Vw in werking wordt gesteld. Dit biedt de regering de mogelijkheid voor het geval van buitengewone omstandigheden regels te stellen die afwijken van bepalingen uit de hoofdstukken 1 tot en met 7 Vw. Na de inwerkingstelling moet volgens artikel 110, tweede lid, een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend over het voortduren van de werking van art. 111 Vw. Dit voortduringswetsvoorstel wordt zo snel mogelijk voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Het kabinet vult vervolgens Algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) met afwijkende regels. Het koninklijk besluit, het bijbehorende voortduringswetsvoorstel en de eerste amvb’s worden in 1 pakket voorgelegd aan de ministerraad, dragend gemotiveerd.
Voorbeelden van maatregelen die zich lenen om tijdelijk te worden geregeld in een amvb op basis van artikel 111 Vw zijn onder meer:
Het afschaffen van de asielvergunning voor onbepaalde tijd, vooruitlopend op structurele wijziging via het asielhervormingspakket;
Verruiming van de ongewenstverklaring om dit bij strafbare feiten vaker mogelijk te maken;
Schrappen van de voornemenprocedure;
Schrappen van de mogelijkheid tot nareis met meerderjarige kinderen;
Strengere toets nieuwe feiten en omstandigheden;
Verwijtbaarheidstoets bij opvolgende aanvragen;
Wettelijke mogelijkheid om aanvragen als kennelijk ongegrond af te wijzen als vreemdelingen niet op gehoor verschijnen.
2. Asielcrisiswet
Om geen tijd te verliezen start het kabinet tevens een traject voor een tijdelijke asielcrisiswet om de acute asielinstroom en opvangcrisis te bestrijden voor de duur van maximaal twee jaar, waarbij het kabinet eveneens maatregelen treft die buiten de bepalingen van de Vreemdelingenwet 2000 vallen, waaronder:
de intrekking van de spreidingswet;
het afdwingen van registratie;
het opschorten van de behandeling van asielaanvragen (asielbeslisstop);
het verder gedifferentieerd beperken en versoberen van opvang;
mensen zonder verblijfstitel zoveel mogelijk, ook gedwongen, uitzetten.
Waar mogelijk neemt het kabinet ook additionele maatregelen aan de grens. De nationale asielketen wordt versterkt door deze onder eenduidige regie van de eerstverantwoordelijke bewindspersoon te brengen.
3. Opt-outclausule voor het Europees asiel- en migratiebeleid
Het kabinet maakt zo snel mogelijk in Brussel kenbaar dat Nederland een opt-out van Europese asiel- en migratieregelgeving wil. Zo lang Nederland geen opt-out heeft is de implementatie van het Europees Asiel- en Migratiepact essentieel voor het beperken van de instroom in Nederland. Bovendien zal met gelijkgezinde en met omringende landen intensief worden samengewerkt om in tijden van een gezamenlijke crisis door instroom adequaat op te kunnen treden, in aanvulling op het structureel intensiveren van mobiel toezicht veiligheid (‘mini-Schengen’).
4. Asielhervormingspakket
A. Structurele hervormingen
Het kabinet start tevens meteen met een asielhervormingspakket. Zo werkt het kabinet aan tijdelijke én structurele hervorming van de wet- en regelgeving en het stelsel. Het doel is extra bevoegdheden en maatregelen in te zetten om de asielinstroom te beperken en de asiel- opvangcrisis te bestrijden. Het kabinet start wetstrajecten om tot een structurele hervorming van het asielstelsel te komen:
Dit kabinet voert een tweestatusstelsel in met strikte voorwaarden op het gebied van gezinshereniging en een zo smal mogelijke invulling van het kerngezin. De hoofdregel voor subsidiair beschermden wordt dat gezinshereniging alleen mogelijk is wanneer de referent woonruimte, een stabiel en toereikend inkomen heeft en wanneer hij minimaal 2 jaar een verblijfstatus heeft. Dit betekent een beperking van het aantal mensen dat recht heeft om in te reizen. Een wetsvoorstel hiertoe zal in het najaar aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden aangeboden.
Daarnaast schaft het kabinet de asielvergunning voor onbepaalde tijd af, zodat bij gewijzigde omstandigheden kan worden getoetst of bescherming nog noodzakelijk is of dat iemand weer terug kan naar het land van herkomst. Ook dit wetsvoorstel zal in het najaar aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden aangeboden. Ook de tijdsduur van de asielvergunning voor bepaalde tijd wordt aangepast.
Het asielhervormingspakket bestaat verder ook uit wijzigingen van amvb’s (met name het Vreemdelingenbesluit), beleidswijzigingen en wijzigingen van werkinstructies, waaronder het afschaffen van de gunstigere voorwaarden tot gezinshereniging voor jongvolwassenen, en het afschaffen van het verplichte aanmeldgehoor en de standaard rust- en voorbereidingstermijn in de asielprocedure. Zo wordt de IND in staat gesteld om maatwerk te bieden: rust- en voorbereidingstijd voor wie dat nodig heeft, en een supersnelle procedure voor wie naar alle waarschijnlijkheid geen recht heeft op asiel. Startpunt voor de uitvoering voor het asielhervormingspakket is dat asielverzoeken van asielzoekers met kansarme aanvragen en overlastgevers die al in Nederland zijn zo snel mogelijk worden afgewezen. Deze groepen zullen daartoe met voorrang worden behandeld door de IND waarbij op aparte locaties met een zo veel mogelijk versoberd en deels gesloten regime wordt opgevangen en bij afwijzing van de aanvraag aansluitend wordt ingezet op vertrek, waar nodig gedwongen. Omdat asielzoekers met een kansarme aanvraag sterk zijn oververtegenwoordigd in de overlastcijfers, zal met deze inzet de overlast naar verwachting sterk kunnen afnemen.
Vooruitlopend op de invoering van het EU Asiel- en Migratiepact neemt dit kabinet maatregelen om striktere voorwaarden te stellen aan komst, verblijf en nareis. Opvang en bescherming die Europeesrechtelijk verplicht is moet worden geboden, maar Nederland zal structureel behoren tot de categorie lidstaten met de strengste toelatingsregels in de EU. De bewijslast om aan te tonen dat recht op asiel bestaat wordt maximaal bij de asielzoeker gelegd, zodat het niet aan de IND is om aan te tonen dat iemand geen recht heeft om hier te blijven. De mogelijkheden voor de IND om dit te weerleggen worden verruimd, onder meer door het mogelijk maken om telefoons en andere gegevensdragers uit te lezen. Het gaat hier ook om locatiegegevens. De rechtsbijstand bij asielaanvragen wordt zo veel mogelijk beperkt. Zo wordt aan de groep waarvan de aanvraag evident geen reële kans van slagen heeft, waarbij inbegrepen de groep mensen die een volgaanvraag indient, niet langer kosteloze bijstand geboden, dan wel worden de vergoedingen, in overeenstemming met het hoeveelheid werk dat met de zaak gemoeid is tot een minimum beperkt. Daarnaast wordt gekeken hoe de rechtspraak vereenvoudigd kan worden en hoe voor asiel het beroep bij 1 instantie kan plaatsvinden waarmee hoger beroep kan komen te vervallen. De asielprocedures worden verkort en versoberd tot het Europese minimum, bijvoorbeeld door het verkorten van de beroepstermijn. Dwangsommen wegens termijnoverschrijding worden afgeschaft of beperkt. De toelatingsprocedure wordt verscherpt door geen beloning voor opzettelijk identiteit niet aantonen, aanpassing en handhaving criteria veilig land en verruiming op basis van ambtsberichten, en handhaving van de Dublin-verordening. Het kabinet beziet of ambtsberichten en werkinstructies van de IND, in beginsel, niet openbaar gemaakt kunnen worden.
B. Lik op stuk voor overlastgevers
Daarnaast voert dit kabinet een lik op stuk aanpak op overlast, intimidatie en geweld. Wie misbruik maakt van onze gastvrijheid door bijvoorbeeld winkeldiefstallen te plegen, overlast te veroorzaken, of door vrouwen of meisjes lastig te vallen, zal dat merken ook. Voor hen is er geen plaats in Nederland. Daarom zal de glijdende schaal verder worden aangepast, de ongewenstverklaring worden uitgebreid en de lat voor verblijfsrechtelijke consequenties verlaagd, waardoor de vergunningen van criminele vreemdelingen kunnen worden ingetrokken en zij kunnen worden uitgezet.
Overlastgevers worden zo veel als mogelijk uit reguliere opvanglocaties gehouden en in ieder geval direct overgeplaatst naar een vrijheidsbeperkende locatie; afhankelijk van de zwaarte van de overlast in een handhavings- en toezicht of procesbeschikbaarheidslocatie. Daarnaast wordt speciale aandacht gegeven aan de veiligheid van kinderen, vrouwen en asielzoekers met een lhbtiq+ en/of christelijke achtergrond in aanmeld- en opvanglocaties.
C. Versterkte binnengrenscontroles
De inzet aan de grens wordt onder de eenduidige regie van de minister van Asiel en Migratie versterkt om illegale migratie en mensensmokkel tegen te gaan, zowel aan de Nederlandse binnengrenzen, de buitengrenzen als in Caribisch Nederland. Aan de Nederlandse grenzen zal de controle geïntensiveerd worden binnen de kaders van de Schengen-grenscode. Het investeren in grenstoezicht is noodzakelijk om Nederland en het Schengengebied veilig, open en welvarend te houden. Irreguliere migranten, waaronder migranten die zich niet kunnen identificeren, worden vervolgens waar mogelijk direct teruggestuurd.
Tegelijkertijd investeert het kabinet in datagedreven en informatiegestuurde grenscontroles, en zet in op innovaties zoals de invoering van nieuwe Europese systemen als het Europees Entry Exit System (EES) en het Europees reisinformatie en autorisatiesysteem (ETIAS). Controles aan de binnengrens worden geïntensiveerd door een aanscherping van het mobiel toezicht veiligheid en een verdere samenwerking met de buurlanden. Met het gebruik van sensoren (bijv. slimmere camera‘s, telefoongegevens, warmtebeelden) kan een beter situationeel beeld van de binnengrenzen worden opgemaakt, waardoor er gerichter kan worden geselecteerd.
Informatiegestuurd optreden bij intra-Schengen vervoersbewegingen wordt, conform Europese en nationale regelgeving, ingezet om tot een effectievere selectie te komen, waardoor met de schaarse capaciteit gerichter controles worden uitgevoerd. Met deze aanpak worden de rechtmatige reiziger en de transportsector ontzien en worden illegale migratiestromen en grensoverschrijdende criminaliteit aangepakt. Irreguliere migranten worden teruggestuurd naar het land waar zij Europa zijn binnengekomen. Het kabinet bestrijdt mensensmokkel daarbij stevig, en versterkt de nationale en internationale aanpak.
D. Opvang
Uitgangspunt is dat de instroom wordt beperkt en dat er tegelijkertijd voldoende sobere opvang voorhanden is. Het kabinet neemt verder meteen maatregelen om de opvanggemeenten en woningmarkt te ontlasten. Zonder af te doen aan de ruimte die gemeenten hebben voor kleinschalige opvanglocaties, kan de huidige opvangbehoefte niet ingevuld worden zonder een aantal grote locaties, waardoor de (kosten)efficiëntie toeneemt. Het kabinet zet daarom in op een aantal grote sobere opvanglocaties zodat andere gemeenten worden ontlast. Hiertoe wordt zo snel als mogelijk met alle verantwoordelijken gesproken. Dure noodopvanglocaties worden zo snel als mogelijk afgestoten. De gemeentelijke opvang (financiering) wordt beperkt tot het meest basale.
Statushouders houden op dit moment circa 25% van alle asielopvangplekken bezet. Om de druk op de woningvoorraad en de asielopvang te ontlasten, zetten we voor deze doelgroep onder meer in op onzelfstandige huisvesting, de verdere ontwikkeling van doorstroomlocaties en andere vormen van flexibele huisvesting. Om de druk op de woningmarkt te ontlasten, wordt de Huisvestingswet gewijzigd en stellen we een verbod op voorrang in voor statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen op grond van het feit zij statushouder zijn. Statushouders moeten zo snel mogelijk productief worden op de arbeidsmarkt, bij voorkeur met een gerichte match van vraag en aanbod. Veel gemeenten kiezen ervoor om doorstroomlocaties ook voor eigen woningenzoekenden te kunnen inzetten, en soms om een verbinding te maken tussen tekorten op de arbeidsmarkt en het arbeidspotentieel van statushouders.
E. Sneller vertrek
Om te zorgen dat personen die niet mogen blijven echt vertrekken, wordt de terugkeerinzet over de hele linie versterkt, met prioriteit voor overlastgevers. Het kabinet maakt het niet meewerken aan terugkeer strafbaar en beperkt zoveel mogelijk de mogelijkheid tot herhaalde aanvragen. De rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingenvoorziening wordt beëindigd. Er wordt in overleg met gemeenten ingezet op aanpak van overlast en terugkeer van mensen zonder geldige verblijfstitel. Om (gedwongen) terugkeer fors te bevorderen wordt de beschikbare capaciteit voor vreemdelingenbewaring zo snel als mogelijk opgehoogd, waarbij rekening wordt gehouden met de algemene druk op de detentiecapaciteit. Verder trekt Nederland in Europa de kar om steun te krijgen voor het wijzigen van de Terugkeerrichtlijn, gericht op een efficiëntere terugkeerprocedure en het wegnemen van administratieve belemmeringen. Het frustreren van terugkeer door het stapelen van procedures zal met een pakket aan maatregelen, waaronder het tot een minimum beperken van de rechtsmiddelen, worden aangepakt. Via de Wet Terugkeer en vreemdelingenbewaring worden vreemdelingen verplicht medewerking te verlenen aan de voor terugkeer noodzakelijke presentatie bij de autoriteiten van het herkomstland.
F. Implementatie Asiel- en Migratiepact
De implementatie van het Europees Asiel- en Migratiepact is essentieel voor het beperken van de instroom in Nederland. De implementatie moet in de zomer van 2026 gereed zijn. Dit pact bevat cruciale elementen gericht op beperking van en grip op asielmigratie. Bij de implementatie van het pact wordt de nationale asielprocedure sterk vereenvoudigd en worden onverplichte procedurestappen geschrapt. Dit zal ook leiden tot minder momenten waarop (gefinancierde) rechtsbijstand hoeft te worden geboden. Bij de uitvoering van het pact kiest het kabinet voor afkopen in plaats van opvangen bij de herverdeling van asielzoekers. Ook worden de Europese buitengrenzen fors verstevigd door het invoeren van een screening van alle migranten en strikte asielgrensprocedures. Spoedige implementatie door alle lidstaten is essentieel. Het kabinet biedt buitengrensstaten daarbij desgewenst ondersteuning, bijvoorbeeld bij grensversterking. Naleving van de bestaande wetten zoals de Dublinverordening en de nieuwe regels van het pact geven de beste garantie op het terugdringen van irreguliere migratie naar Nederland. Uiteraard gaat het kabinet nu al aan de slag om wijzigingen die nu al gerealiseerd kunnen worden uit te voeren.
G. Partnerschappen: instroom en vertrek
Om de irreguliere migratie tegen te gaan en terugkeer en opvang in de regio te bevorderen zet het kabinet, ook in Europees verband, in op brede, strategische partnerschappen met relevante migratielanden, inclusief de aanpak van mensenhandel, mensensmokkel en irreguliere migratieroutes. Ook innovatieve vormen van migratiesamenwerking zijn hier onderdeel van. In dit verband loopt het kabinet voorop in het met gelijkgezinde lidstaten en de Europese Commissie verkennen van out-of-the-box oplossingen, binnen de kaders van het internationaal en Europees recht, zoals de afspraken die Italië met Albanië maakt of terugkeerhubs. Het kabinet benut het volledige instrumentarium en schuwt strategische maatregelen in Europees verband om samenwerking te bespoedigen niet. Nederland zet zich bovendien, waar mogelijk samen met gelijkgestemde EU-lidstaten, in voor aanpassingen van het VN-vluchtelingenverdrag.
Het kabinet richt, onder sturing van de (onder)Raad Asiel en Migratie, een interdepartementale taskforce Internationale Migratie op om de inzet van mensen en middelen samen te brengen, te coördineren en gericht in te zetten. Ook gaat het kabinet in dit kader op zoek naar gestructureerd overleg met maatschappelijke partners en de private sector.
5. Zelfredzaamheid en participatie Oekraïense ontheemden
Het kabinet blijft inzetten op zelfredzaamheid en participatie van Oekraïense ontheemden in Nederland. Daarom vindt het kabinet het van belang dat sinds deze zomer het leefgeld moet worden stopgezet bij voldoende inkomsten uit werk en dat ontheemden een financiële bijdrage leveren aan de kosten van de opvang. Het kabinet streeft naar een hogere bijdrage. Er wordt strikt toegezien op het voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) en daaruit volgend recht op opvang en voorzieningen. Indien de ontheemden zich niet tijdig melden bij de IND (voor een check op de voorwaarden RTB), beëindigt de betreffende gemeente de opvang en voorzieningen. De betreffende gemeente moet dan opvang en voorzieningen beëindigen. Daarnaast optimaliseert het kabinet de regeling met betrekking tot asielzoekers en inkomen en worden de voorzieningen voor ontheemden hieraan gelijkgesteld.
6. Eisen naturalisatie aangescherpt
Wie in Nederland mag blijven, moet maximaal meedoen en bijdragen aan de maatschappij. Werk is de basis van integratie en het deelnemen van statushouders aan de arbeidsmarkt draagt bij aan de krapte op de Nederlandse banenmarkt. Het kabinet scherpt verder de voorwaarden voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit aan door de taaleis voor naturalisatie in beginsel voor iedereen te verhogen naar niveau B1.
Ook wordt de naturalisatietermijn verhoogd van 5 naar 10 jaar en is de inzet dat afstand wordt gedaan van de oorspronkelijke nationaliteit na verkrijging van het Nederlanderschap. Het Nederlanderschap wordt ingetrokken bij personen met meervoudige nationaliteit die onherroepelijk zijn veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Het kabinet onderzoekt daarbij de mogelijkheden tot uitbreiding van het intrekken van het Nederlanderschap naar andere ernstige misdrijven waarvoor het Europees Verdrag inzake Nationaliteit (EVN) dit toelaat. Waar nodig wordt ook bezien of wijziging van het EVN nodig is.
Reacties uitgeschakeld voor Noot 17/Pittige Tijden
De afgelopen tien jaar vormden asielzoekers gemiddeld 11 procent van de migranten die naar Nederland kwamen. Dat staat in de Staat van de Migratie 2023, een jaarlijks overzicht van de migratiecijfers van het ministerie van Justitie dat vandaag is verschenen.
In 2022 steeg het aantal immigranten met 61 procent ten opzichte van 2021. De ongebruikelijk hoge stijging komt met name door de komst van vluchtelingen uit Oekraïne (108.000 mensen). Ook het aantal kennismigranten en internationale studenten steeg, net als het aantal asielzoekers (die laatste groep met 33 procent, naar 49.000).
Het ging in 2022 in totaal om 403.000 immigranten. Daar stonden 179.000 mensen tegenover die Nederland verlieten, zodat er een zogenoemd positief migratiesaldo was van 224.000. Het ministerie spreekt van een “bewogen migratiejaar”.
29.000 woningen voor statushouders
De meeste mensen vertrekken op enig moment weer zelfstandig uit Nederland. Maar zeker niet allemaal: in 2022 kregen bijvoorbeeld 29.000 vluchtelingen met een asielstatus een corporatiewoning toegewezen.
Vandaag riep demissionair staatssecretaris Van der Burg provincies en gemeenten opnieuw op om extra opvangplaatsen voor asielzoekers te organiseren. Want weliswaar ligt het aantal asielaanvragen in Nederland dit jaar lager dan aanvankelijk werd verwacht, toch heeft opvangorganisatie COA niet genoeg plekken.
Meeste immigranten uit EU-landen
In de hele wereld is het aantal vluchtelingen de voorbije tien jaar opgelopen. Wereldwijd zijn er nu zo’n 108 miljoen mensen op de vlucht, van wie ruim de helft buiten het eigen land verblijft. De landen met de meeste ‘nieuwe’ vluchtelingen waren in 2022 Syrië, Oekraïne en Afghanistan.
Meer dan de helft van de nieuwe migranten in Nederland bestond in 2022 uit mensen uit andere EU-landen: 129.000. Zij kunnen zich binnen de Unie onder voorwaarden vrij bewegen om te werken of studeren. De grootste EU-groep in Nederland komt uit Polen.
Ongeveer een derde van de migranten die afgelopen jaar naar Nederland kwamen bestaat uit reguliere migranten van buiten de Europese Unie. Hoofdzakelijk gaat het om migranten die voor werk of studie naar Nederland komen of die zich hier bij hun gezin voegen.
EINDE
[19]
”Gemiddeld de grootste groep immigranten (53 procent) kwam de afgelopen tien jaar uit de Europese Unie. Om hier te werken, te studeren of voor gezinsvorming. De tweede groep (31 procent) bestaat uit migranten van buiten de EU. De derde groep (11 procent) bestaat uit asielmigranten.”
TROUW
FEIT VERSUS FICTIE: ZES BELANGRIJKE CIJFERS OVER MIGRATIE
24 OCTOBER 2023
Nu de verkiezingscampagne losbreekt vliegen in debatten en discussies over migratie allerlei cijfers voorbij. Feit en fictie zijn niet altijd van elkaar te onderscheiden, context en perspectief vervagen. Zes belangrijke migratiecijfers ontleed.
Grootste groep immigranten komt voor werk
“Er kwamen vorig jaar 400.000 mensen als immigrant naar Nederland. Dat zijn meer mensen dan er in Utrecht wonen. Dat kan zo niet. We moeten immigratie onder controle krijgen.”
Dit waren de woorden van oud-minister Henk Kamp (VVD), uitgesproken vlak na de kabinetsval in juli in Nieuwsuur. Kamp verdedigde de keuzes van premier Mark Rutte. “Dat probleem van die onbeheerste immigratie en het uit de hand gelopen asielbeleid, dat moet anders.”
Dat in de afgelopen decennia nooit eerder 400.000 immigranten naar Nederland kwamen, zei Kamp er niet bij. Het cijfer is een uitschieter, voor een aanzienlijk deel toe te wijzen aan de Russische invasie van Oekraïne. Ruim 108.000 Oekraïners vroegen vorig jaar om tijdelijke bescherming in Nederland.
Vorig jaar emigreerden er ook meer mensen dan in de afgelopen twintig jaar uit Nederland: bijna 180.000 Immigratie minus emigratie leidt tot het migratiesaldo, het aantal mensen dat er in Nederland in een jaar bij is gekomen. De tijd dat dit saldo rond de 0 schommelde ligt al even achter ons. Sinds 2012 neemt het migratiesaldo vrijwel onafgebroken toe, afgezien van de coronaperiode. Vorig jaar was het migratiesaldo ongeveer 224.000 mensen.
Gemiddeld de grootste groep immigranten (53 procent) kwam de afgelopen tien jaar uit de Europese Unie. Om hier te werken, te studeren of voor gezinsvorming. De tweede groep (31 procent) bestaat uit migranten van buiten de EU. De derde groep (11 procent) bestaat uit asielmigranten.
Welke nationaliteiten kwamen er vorig jaar naar Nederland? De grootste groep immigranten bestond uit Oekraïners. Op de tweede plaats, met 11 procent, kwamen immigranten uit… Nederland. Zij keerden na een eerder vertrek terug. De derde groep (7 procent) was Pools.
Asielzoeker draagt aanzienlijk bij aan groei bevolking
Er zijn meer perspectieven om naar migratie te kijken dan alleen de kale cijfers over immigratie en emigratie. Een belangrijke factor is de groei van de bevolking, en welke migrantengroepen hier het meest aan bijdragen. Juist mensen die zich in Nederland vestigen leggen voor langere tijd beslag op schaarse voorzieningen zoals woningen of energie, is de gedachte.
Er zijn vier primaire redenen waarvoor immigranten naar Nederland reizen: arbeid, gezin, studie en asiel. Uit een berekening van het Centraal Planbureau blijkt dat gezins- en asielmigranten relatief gezien het meeste bijdragen aan de groei van de Nederlandse bevolking.
Dat zit zo. Van alle arbeidsmigranten is na tien jaar bijna 75 procent weer weg uit Nederland. Meer dan acht op de tien studenten uit het buitenland zijn na tien jaar weer vertrokken. Maar van alle asielmigranten verblijft na tien jaar juist nog bijna driekwart in Nederland.
De conclusie dat asielmigratie de afgelopen tien jaar ‘slechts’ 11 procent van de totale immigratie besloeg, is dus maar een halve waarheid. Van de immigranten die na tien jaar nog steeds in Nederland aanwezig zijn, klopte ten minste een kwart als asielzoeker aan in Nederland.
Daar komen nareizigers nog bovenop. Dat zijn gezinsleden die erkende vluchtelingen naar Nederland mogen halen. Zij vallen in landelijke statistieken niet onder ‘asielmigranten’ maar onder ‘gezinsmigranten’.
Nareis van gezinsleden van asielzoekers nam de afgelopen jaren in aantallen toe en de verwachting is dat die stijging doorzet. Dat heeft deels te maken met de forse groei van het aantal alleenreizende minderjarige vluchtelingen dat in Nederland aanklopt voor asiel. Die groep, die in twee jaar tijd meer dan verdubbeld is, doet relatief vaak een nareisverzoek.
Nederlandse asielcijfers springen Europees niet uit de toon
Wie de debatten over migratie in de Tweede Kamer volgt, zou het gevoel kunnen bekruipen dat het gros van de mensen dat naar Europa vlucht, rechtstreeks naar het aanmeldcentrum in Ter Apel reist om in Nederland asiel aan te vragen.
Maar niets is minder waar. Het aantal asielaanvragen is hier juist bijzonder gemiddeld. Vorig jaar ontving Nederland twee asielaanvragen per duizend inwoners. Het EU-gemiddelde was ook precies twee asielaanvragen per duizend inwoners, blijkt uit cijfers van het Europese statistiekbureau. In de EU-rangschikking stond Nederland op de elfde plaats, achter bijvoorbeeld België, Duitsland, Oostenrijk en Luxemburg.
Het hoofdelijk gemiddelde is een belangrijke graadmeter in Europa, omdat het aantal inwoners in een land doorwerkt in de mate van voorzieningen die er aanwezig zijn. De statistiek wordt echter ook bekritiseerd omdat die geen rekening houdt met de bevolkingsdichtheid. Na Malta heeft Nederland de hoogste bevolkingsdichtheid van de EU. Nederland is vol, zeggen sommige politici.
Je kan daarom ook naar de absolute aantallen asielmigranten kijken. Dan ontstaat er een ander beeld: Nederland ontving vorig jaar 35.535 eerste asielaanvragen (exclusief herhaalde aanvragen en nareizigers) en nam daarmee een zesde plek in op de EU-rangschikking. De achterstand op Duitsland (217.780 aanvragen), Frankrijk (137.605) en Spanje (116.150) was wel groot.
Per vierkante kilometer landoppervlak ontving Nederland vorig jaar 1,05 asielaanvragen. Dat is vergelijkbaar met België (1,06), veel meer dan Duitsland (0,62) maar minder dan Oostenrijk (1,36).
Voorspelde explosieve groei van asielaanvragen blijft uit
Eind april werd Lelystad ongewild even lijdend voorwerp in het migratiedebat. ‘Dit jaar mogelijk 77.000 asielzoekers naar Nederland’ kopten verschillende media nadat staatssecretaris Eric van der Burg jaarlijkse prognoses van zijn ministerie naar buiten bracht. Vakkundig vergeleek weblog GeenStijl: ‘Een stad als Lelystad erbij.’
De ramingen van Van der Burg zorgden voor een schokgolf in politiek Den Haag. Tienduizenden asielaanvragen meer dan in 2022, het jaar waarin asielzoekers in Ter Apel op straat sliepen, dat was een brug te ver. Zelfs in 2015, toen Europa kampte met een vluchtelingencrisis, kwamen bij lange na niet zoveel asielzoekers naar Nederland.
De spanningen in het kabinet stegen tot een hoogtepunt. Met name de VVD-fractie eiste een afname van het aantal asielzoekers, en dreigde de stekker uit het kabinet te trekken als de coalitie er niet uit zou komen. De rest is geschiedenis.
Het is bijna een half jaar geleden dat staatssecretaris Van der Burg de explosieve voorspelling naar buiten bracht. Toen al fronsten deskundigen de wenkbrauwen: waar komen deze torenhoge cijfers vandaan? Tot dan toe hield het aantal asielaanvragen gelijke tred met een jaar eerder, toen (inclusief herhaalde aanvragen en nareizigers) de teller op 31 december stokte op ruim 49.000 aanvragen.
Met nog twee maanden voor de boeg komen er nog steeds niet meer asielzoekers naar Nederland dan vorig jaar. Het aantal aanvragen loopt nu ongeveer duizend achter bij de stand van eind oktober 2022. De kans dat de voorgestelde prognose uitkomt is nihil.
Dat wil niet zeggen dat het rustig is in de asielopvang. Ook als het aantal aanvragen gelijke tred houdt met vorig jaar is dat aantal vergeleken met het 10-jaars gemiddelde bijzonder hoog. Dat is goed te zien in het aanmeldcentrum in Ter Apel, dat weer bijna bezwijkt onder de asielaanmeldingen. Afgelopen weekend sliepen vreemdelingen weer op stoelen in de wachtruimte van de Immigratiedienst.
Gezin volgt vaker arbeidsmigrant
Gezinshereniging bleek het struikelblok voor het kabinet. Partijen konden het niet eens worden over de inperking van het recht op nareis van gezinsleden van erkende vluchtelingen, ook wel statushouders in jargon.
Het is de vraag hoeveel grip op migratie het kabinet had verkregen met het verhinderen van de nareis van vluchtelingen. Vorig jaar kwamen ongeveer 11.000 nareizigers naar Nederland en het beoogde maatregelenpakket had ongeveer de helft van die mensen direct geraakt: 5500. Dat is net iets meer dan 1 procent van de totale immigratie in 2022.
In de nasleep van de kabinetsval viel ook de term ‘nareis op nareis.’ Het stapelen van asielaanvragen waarbij overgekomen gezinsleden van vluchtelingen op hun beurt weer familieleden naar Nederland halen. Bewijs voor het bestaan van deze ‘asielstapeling’ is er nog niet. De Immigratiedienst (IND) zoekt sinds juli uit hoe vaak nareis op nareis voorkomt, maar heeft nog altijd geen antwoord.
Waar het minder vaak over gaat is dat gezinsmigratie vooral volgt op arbeidsmigratie. Vorig jaar kwamen er bijna 40.000 gezinsmigranten van buiten de EU naar Nederland, waarvan een kwart in het kader van gezinshereniging van vluchtelingen.
Voor elke kennismigrant komt gemiddeld één gezinslid mee, bleek afgelopen zomer uit stukken die werden vrijgegeven na de kabinetsval. Voor iedere tien (lager opgeleide) arbeidsmigranten komen 6 gezinsleden mee. Een groot gedeelte (76 procent) van deze gezinsleden werkt niet.
‘Het feit dat er veel gezinsmigranten meekomen met arbeidsmigranten is van belang voor het inschatten van de kosten en baten van arbeidsmigratie. Het aantrekken van arbeidsmigranten leidt door de meegekomen gezinsmigranten bijvoorbeeld tot een groter beslag op de schaarse woon-, zorg- en onderwijsvoorzieningen’, analyseerde Pieter van Winden recent in het economische vakblad ESB. Hij is hoge ambtenaar op het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid.
Uitzetten asielzoekers vaker wens dan realiteit
Op één migratie-onderwerp zijn politici van rechts tot links al jaren eensgezind: het uitzetten van afgewezen asielzoekers. ‘We trekken de haperende terugkeer van afgewezen asielzoekers vlot’, belooft bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA in zijn huidige programma. ‘Illegalen moeten worden vastgezet of uitgezet’, vindt de PVV. Coalitiepartijen VVD, D66, CDA en CU spraken in hun coalitieakkoord af dat ‘mensen die niet rechtmatig in Nederland mogen blijven, moeten terugkeren naar het land van herkomst’.
Dan de realiteit. Het terugsturen van vreemdelingen wordt juist steeds lastiger. Die boodschap bracht de verantwoordelijke Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) afgelopen juli nog naar buiten. Jaarlijks stuurt de dienst met succes enkele duizenden vreemdelingen terug, waarvan vaak niet meer dan tweeduizend gedwongen. Afgezet tegen de komst van honderdduizenden immigranten is dat slechts een fractie van het totaal.
Bij de grootste groep ‘uitstroom’ is het twijfelachtig of die mensen Nederland echt hebben verlaten. Zij zijn ‘zelfstandig zonder toezicht’ vertrokken. Dat wil zeggen: de vreemdeling is niet meer op het laatst bekende adres. Waar die naartoe is gegaan, is niet bekend.
Een gemakkelijke oplossing bestaat er niet omdat Nederland bij de terugkeer van migranten afhankelijk is van het land van herkomst. Exemplarisch is het voorbeeld van Marokko. Een deal met het land uit 2021 werd in politiek Den Haag verkocht als een ‘doorbraak’ voor het Nederlandse migratiebeleid. Eindelijk zouden Marokkanen gedwongen worden uitgezet. Maar na ruim anderhalf jaar stond de teller op 125 teruggekeerde Marokkanen. Het gros van die mensen keerde vrijwillig terug naar Marokko. Dat kon voor de ‘Marokko-deal’ werd gesloten, ook al.
Ook de terugkeer van migranten binnen Europa verloopt moeizaam. Volgens de zogeheten Dublinverordening moeten vreemdelingen vaak terugkeren naar het land waar ze de EU als eerste binnenkwamen. In de praktijk gebeurt dit amper. Vorig jaar werden 860 personen aantoonbaar overgedragen aan in totaal 23 EU-lidstaten. Politici beloven al jaren om de Dublinregeling te repareren. Daarin is nog niemand geslaagd.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noten 18 en 19/Pittige Tijden
ALS ”HYENA’S EN ”ACHTERLIJKE ISLAMITISCHE ZANDBAKLANDEN”
ASTRID ESSED
HETZE WILDERS TEGEN VLUCHTELINGEN/”TESTOSTERONBOMMEN”
ASTRID ESSED
FASCISME IN UITVOERING/OVER DE UITSPRAKEN VAN PVV’ER
MARKUSZOWER EN EEN PASSIEVE TWEEDE KAMERVOORZITTER
ASTRID ESSED
FLEUR AGEMA/VLUCHTELINGENMEPPER EN GIFKIKKER
ASTRID ESSED
15 OCTOBER 2022
[21]
”OVERLAST
Om deze groep gaat het dus, 3 tot 5 procent van de asielzoekers,
die relatief vaker betrokken is bij een ”incident” [56],
waarmee overlast bedoeld wordt [57]
Overlast op straat en in de AZC’s vaak in de vorm van winkeldiefstal,
steekincidenten [vaak in de AZC’s], berovingen[58]
Ook zouden er vaak psychische problemen bij die groep zijn
en kwamen ze in hun thuisland ook al uit gezinnen
waar sprake was van geweld, drugsgebruik, zoals ook genoemd
in het Overheidsrapport ”I have nothing to lose” [59]
Vele ”Veiligelanders” zijn afkomstig uit Noord-Afrika, vooral Marokko en Tunesie [60]
SAMENGEVAT DUS:
Een relatief kleine groep, zo’n drie procent, ”Veiligelanders”, jongemannen
of minderjarigen, die vaak [niet altijd!] voor overlast zorgt, de meeste
afkomstig uit Marokko en Tunesie, vaak zelf afkomstig uit extreme
armoede en/of huiselijk geweld situaties en niet zelden kampt
met psychische problemen.
Gecompliceerder dus dan alleen ”vervelende jongeren” en daarbij nog
weinig kans makend op een verblijfsvergunning, wat ”vervelend gedrag”
in de hand kan werken, zonder het te verexcuseren.
Niet voor niets heet dat Overheidsrapport dan ook
”I have nothing to lose….” [61]”
KAFKA IN DE POLDER/OVER YESILGOZ, DIE DE WET VERZET/
OVER NIET-RECHT EN WILLEKEUR TEGEN VLUCHTELINGEN
ASTRID ESSED
14 MEI 2024
[22]
WIKIPEDIA
QUOD NON
”Het is wel zo dat de kleine groep asielzoekers uit veilige landen in de asielopvang (circa 3%) relatief vaker betrokken is bij een incident dan de asielzoekers uit onveilige landen
COA
WAT IS WAAR OVER ASIELOPVANG?
HOEVEEL OVERLAST WORDT VEROORZAAKT DOOR ASIELZOEKERS UIT VEILIGE LANDEN?
De meeste overlast wordt veroorzaakt door vluchtelingen die niet uit een veilig land komen. Simpelweg omdat circa 97% van de azc-bewoners niet uit een veilig land komt. Klik hier om te zien welke landen als veilig worden beschouwd. Het is wel zo dat de kleine groep asielzoekers uit veilige landen in de asielopvang (circa 3%) relatief vaker betrokken is bij een incident dan de asielzoekers uit onveilige landen. Van de in totaal 8.730 incidenten die er in 2022 zijn geregistreerd, zijn er ruim 1.200 gepleegd door een bewoner uit een veilig land. Dat is ongeveer 14% van de incidenten. Overlastgevers zijn vaker betrokken bij meerdere incidenten. Je kunt dus zeggen: niet alle veiligelanders geven overlast en niet alle overlastgevers zijn veiligelanders.
[23]
TROUW
ZE BESTAAN NIET, DE DUIZENDEN VLUCHTELINGEN, DIE
VOLGENS VVD LEIDER YESILGOZ NAREIS OP NAREIS STAPELEN
17 FEBRUARI 2024
Nieuwe cijfers ontkrachten claims over de massale stapeling van nareis op nareis door vluchtelingen. In werkelijkheid is deze groep erg beperkt.
Ze bestaan niet. De duizenden vluchtelingen die naar Nederland zouden komen op basis van nareis op nareis – zoals de gescheiden vader en diens nieuwe gezin – komen hier helemaal niet. Deze claim van VVD-leider Dilan Yesilgöz die een eigen leven ging leiden na de val van het kabinet, is ontkracht door cijfers.
De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) had zeven maanden nodig om uit te vinden hoe vaak zogeheten gestapelde gezinshereniging voorkomt. Gebeurt het inderdaad ‘heel veel’, zoals Yesilgöz een dag na de val van het kabinet claimde aan tafel bij Op1? “Het gaat om nareis-op-nareis-op-nareis” zei ze. Daarom hechtte de VVD zoveel aan de beperking van gezinshereniging. Uiteindelijk brak hierop de coalitie in stukken.
‘Duizenden mensen’
Eindeloze gezinshereniging is fictie, counterde Vluchtelingenwerk Nederland een dag later nog. Maar cijfers waren er toen niet. Het verschijnsel kwam vervolgens in allerlei vormen voorbij in de verkiezingscampagne. Vier dagen voor de verkiezingen in november drukte Yesilgöz, minister op het departement dat gaat over asiel, alsnog een getal op het fenomeen: het zou gaan om duizenden mensen die via nareis-op-nareis naar Nederland komen, zei ze in een interview.
Feitelijk gaat het maar om tientallen mensen die op basis van gestapelde gezinshereniging naar Nederland mochten komen. Het ene jaar iets meer, het andere iets minder, blijkt uit de cijfers die de IND nu heeft gepubliceerd. Zo ging het (via de reguliere weg) om 130 mensen in 2021 en om 40 mensen in 2022. Over de afgelopen vijf jaar kwamen gemiddeld 70 vluchtelingen via nareis-op-nareis naar Nederland.
‘Nareis-op-nareis is ongewenst’
Dat werkt zo: een nareiziger van iemand die naar Nederland vluchtte heeft het recht om opnieuw het verzoek om nareis in te dienen. Bijvoorbeeld voor een zieke opa en oma of kinderen uit een nieuw gezin. Volgens de IND is dit ongewenst. Nareis is bedoeld voor ontwrichte gezinnen en niet voor mensen hierbuiten. Maar het verzoek is niet verboden.
Mits ingewilligd is er sprake van nareis op nareis. Zo’n verzoek kan via de reguliere weg worden ingediend maar ook op grond van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (8 EVRM). Meestal worden deze aanvragen echter niet ingewilligd door de IND. Zo vroegen er in vijf jaar tijd 1040 mensen via arikel 8 EVRM nareis op nareis aan. Hiervan werden 250 verzoeken ingewilligd, gemiddeld 50 per jaar.
‘Kwalijk en schadelijk’
Het aantal vluchtelingen dat een beroep doet op nareis-op-nareis valt in het niet bij gewone gezinshereniging. Per jaar ontvingen de afgelopen jaren meer dan tienduizend gezinsleden van vluchtelingen het recht op nareis. De afgelopen twee jaar lag het aantal aanvragen zelfs boven de twintigduizend per jaar. Veel aanvragen zijn nog niet behandeld.
Vluchtelingenwerk Nederland noemt het kwalijk en schadelijk voor het draagvlak dat het beeld van een exponentiële toename van nareizigers werd geschetst. ‘Onterecht ontstond het beeld dat nareis-op-nareis een groot probleem is’, aldus de organisatie.
EINDE ARTIKEL
IND
INFORMATIEBLAD ANALYSE GESTAPELDE GEZINSHERENIGING BIJ
ASIEL
ANALYSE GESTAPELDE GEZINSHERENIGING
De IND heeft onderzocht hoe vaak gestapelde gezinshereniging bij asielstatushouders de afgelopen jaren is voorgekomen.
Aanleiding
In de Stand van de Uitvoering beschreef de IND in mei 2023 knelpunten in de uitvoering.
Een van die knelpunten is het onbedoelde effect van wet- en regelgeving. Nareis op nareis werd als voorbeeld van dat knelpunt benoemd:
De nareisprocedure is bedoeld om leden van het kerngezin – vader, moeder en de kinderen – over te laten komen naar Nederland.
We zien dat de nareisprocedure ook wordt gebruikt om andere familieleden hiernaartoe te halen
Dat zijn bijvoorbeeld kinderen die wel bij het kerngezin horen, maar inmiddels op eigen benen staan en een eigen gezin hebben.
Het gebeurt dat deze familieleden stellen dat ze nog steeds afhankelijk zijn van het kerngezin.
Nadat de IND nareis heeft toegestaan en zij in Nederland zijn, vragen ze zelfstandig asiel aan. De nareisprocedure is hier niet voor bedoeld.
Nareis op nareis
Nareis op nareis is een vorm van gestapelde gezinshereniging.
Een asielstatushouder kan nareis aanvragen voor zijn of haar gezinsleden.
Het uitgangspunt is dat iemand tot één gezin behoort. Het komt echter voor dat een nareiziger na inreis in Nederland een zelfstandige asielvergunning aanvraagt. Het staat nareizigers immers vrij een zelfstandige asielaanvraag in te dienen
Vervolgens vraagt deze nareiziger zelf nareis aan voor andere gezinsleden: nareis op nareis.
Een voorbeeld is een jongvolwassen kind dat als nareiziger is overgekomen en in Nederland vervolgens een aanvraag voor een zelfstandige asielvergunning indient en nareis aanvraagt voor een eigen gezin
Tot 2020 behandelde de IND de aanvragen voor echtgenoten en partners in de reguliere gezinsherenigingsprocedure.
Na een uitspraak van de Afdeling in 2019 is besloten deze zaken niet meer door te verwijzen naar de reguliere gezinsherenigingsprocedure, maar in de nareisprocedure te behandelen.1
Onwenselijk, maar niet verboden
Nareis op nareis is onwenselijk, omdat nareis is bedoeld voor de hereniging van een gezin dat ontwricht is door de vlucht en niet voor de hereniging van opeenvolgende gezinnen. In de wet of het beleid is dit echter niet verboden.
Aangezien nareis op nareis meestal inhoudt dat de gezinsleden in de eerste nareisprocedure niet de waarheid hebben verteld, ziet de IND dit vaak als misbruik van deze eerste procedure.
Immers, als deze informatie bij de IND bekend was geweest, was geen nareis verleend
Nareis is bedoeld voor het herstellen van het kerngezin zoals dat bestond voor de vlucht, terwijl bij nareis op nareis één van de gezinsleden niet (meer) tot het kerngezin behoort en er blijkbaar meerdere gezinnen zijn. Ondanks dat de IND actief inzet op het voorkomen van nareis op nareis – bijvoorbeeld door middel van interviews met nareizigers – blijkt dit niet altijd vooraf te ondervangen.
Handhaving
De IND registreert of sprake is van nareis op nareis via handhavingssignalen. Een handhavingssignaal kan leiden tot het starten van een intrekkingsprocedure.
Bij nareis op nareis kan achteraf blijken dat de afgeleide asielvergunning (de eerste nareisvergunning) ten onrechte is afgegeven omdat het gezinslid geen deel (meer) uitmaakte van het eerste gezin.
De afgeleide asielvergunning kan dan worden ingetrokken. Soms heeft het gezinslid al een zelfstandige asielvergunning.
Als dat niet zo is, toetst de IND bij de intrekking alsnog of de vreemdeling hiervoor in aanmerking komt.
Omdat veel nareizigers uit risicovolle landen komen, is de kans op een zelfstandige asielvergunning groot. Het intrekken van de afgeleide vergunning heeft dan geen effect op de vreemdeling.
1 Uitspraak Raad van State van 31 oktober 2019.
BLADZIJDE 2
De aantallen in de tabellen zijn afgerond op tientallen en betreffen individuele aanvragen (dus 1 aanvraag betekent 1 persoon).
Alle cijfers zijn t/m 31 december 2023.
Hoe vaak is nareis op nareis aangevraagd?
2019 2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
180 120 290 110 170 880 Aanvragen nareis op nareis
Hoe vaak is nareis op nareis ingewilligd?
2019 2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
120 50 130 40 10 350* Inwilligingen nareis op nareis
* De IND heeft nog niet alle aanvragen beslist. Er staan nog 240 aanvragen open. In periode 2019 tot en met 2022 was ca. 1% van alle ingewilligde nareisaanvragen een ingewilligde nareis op nareisaanvraag.
Gestapelde gezinshereniging op grond van 8 EVRM
Naast nareis op nareis zijn er andere vormen van gestapelde gezinshereniging, zoals op grond van artikel 8 EVRM (recht op gezinsleven).
Dit gaat bijvoorbeeld om een minderjarige nareiziger die op aanvraag van één van de ouders, of van een broer of zus, naar Nederland is gekomen en daarna een 8 EVRM aanvraag indient voor de andere ouder die geen onderdeel meer uitmaakt van het gezin van de ouder in Nederland.
Dit zijn veelal kinderen uit gebroken gezinnen.
Vervolgens kan het kind ook een aanvraag doen voor de overige leden van het nieuwe gezin van die ouder.
Of de hertrouwde ouder vraagt zelf om overkomst van zijn of haar nieuwe gezin. Zo kunnen meerdere gezinnen via gestapelde gezinshereniging naar Nederland komen.
Voor gezinsherenigingsaanvragen op grond van artikel 8 EVRM is een zelfstandige asielvergunning niet vereist.
Als een gezinslid is ingereisd, kan wel alsnog zelfstandig asiel en vervolgens nareis worden aangevraagd.
Hoe vaak is gezinshereniging aangevraagd door nagereisde broers en zussen van een AMV?
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
<10 <10 20 50 70 Aanvragen nareis door nagereisde broers en zussen van AMV
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
<10 20 20 10 60 Aanvragen 8 EVRM door nagereisde broers en zussen van AMV
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
10 20 40 60 130
Hoe vaak is gezinshereniging van nagereisde broers en zussen van AMV ingewilligd?
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
<10 <10 <10 <10 20 Inwilligingen nareis door nagereisde broers en zussen van AMV
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
<10 <10 – <10 10 Inwilligingen 8 EVRM door nagereisde broers en zussen van AMV
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
<10 <10 <10 <10 30* Eindtotaal
* De IND heeft nog niet op alle aanvragen beslist. Er staan nog 80 aanvragen open.
Hoe vaak is 8 EVRM na nareis aangevraagd?
2019 2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
330 180 230 180 120 1040
2
BLADZIJDE 3
Hoe vaak is 8 EVRM na nareis ingewilligd?
2019 2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
110 50 60 20 <10 250* Inwilligingen gezinshereniging na nareis
* De IND heeft nog niet op alle aanvragen beslist. Er staan nog 190 aanvragen open.
Hoe vaak is nareis na 8 EVRM (die na inreis zelfstandig asiel heeft aangevraagd) ingediend?
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
<10 40 20 40 100 Aanvragen nareis na 8 EVRM
Hoe vaak is nareis na 8 EVRM (die na inreis zelfstandig asiel heeft aangevraagd) ingewilligd?
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
<10 20 – <10 20* Inwilligingen nareis na 8 EVRM
* De IND heeft nog niet op alle aanvragen beslist. Er staan nog 50 aanvragen open.
Hoe vaak is 8 EVRM na 8 EVRM bij een asielstatushouder ingediend?
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
110 70 40 20 240 Aanvragen 8 EVRM na 8 EVRM
Hoe vaak is 8 EVRM na 8 EVRM bij een asielstatushouder ingewilligd?
2020 2021 2022 2023 Eindtotaal
70 60 10 – 130* Inwilligingen 8 EVRM na 8 EVRM
* De IND heeft nog niet op alle aanvragen beslist. Er staan nog 30 aanvragen open.
DE CORRESPONDENT
LAAT YESILGOZ NIET WEGKOMEN MET HAAR SCHAAMTELOZE
LEUGENS OVER NAREIS OP NAREIS
20 FEBRUARI 2024
Op 7 juli 2023 viel het kabinet-Rutte IV. VVD, D66, CDA en ChristenUnie konden het niet eens worden over de gezinshereniging van asielzoekers. Een dag later legde Dilan Yesilgöz, destijds minister van Justitie en onderhandelaar namens de VVD aan de asieltafel, bij praatprogramma Op1 verantwoording af. Althans, dat dacht iedereen.
Eén groot probleem voor de VVD waren de zogeheten gestapelde nareizigers. Yesilgöz gaf uitleg: als een vrouw naar Nederland komt met twee kinderen, kan de vader daarna ook komen. Maar die vader heeft een nieuwe vrouw en kinderen, en die reizen vervolgens ook deze kant op. Maar de ouders van de (nieuwe) vrouw zijn afhankelijk van de vrouw, dus ook zij steken de grens over.
Kortom, waar je denkt slechts één gezin te verwelkomen, blijken het al snel drie families te zijn. En Nederland laat het allemaal maar gebeuren. Geen wonder dat het zo’n bende is in Ter Apel – elke asielzoeker is een matroesjkapop met nog eens tien asielzoekers erin. ‘Het gaat over nareis op nareis op nareis’, concludeerde Yesilgöz op alarmerende toon, echt ‘heel veel’.
Niet dus.
In 2023 werden de asielaanvragen van in totaal tien (!) nareizigers van nareizigers ingewilligd, aldus een rapport dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) afgelopen vrijdag publiceerde. Daar kun je nog niet eens een voetbalteam mee vormen. In totaal hadden zich dat jaar 170 nareizigers van nareizigers aangemeld – waarmee het toelatingspercentage op een schamele 6 procent komt. En 2023 was geen uitzonderlijk jaar. In totaal willigde Nederland in vijf jaar tijd 350 van zulke gestapelde nareisverzoeken in.
Laat het even tot je doordringen: het kabinet is mede gevallen vanwege nareizigers op nareizigers, van wie nu blijkt dat ze… ongeveer net zo zeldzaam zijn als de korenwolf. Het verhaal van Yesilgöz was een overdrijving op overdrijving op overdrijving.
Nareis-op-nareis was een non-issue
De gevolgen reiken verder dan alleen een kabinetsval. In de beeldvorming was het machteloze midden de regie over onze grenzen kwijt, en was het ook nog eens te zwak om er samen uit te komen. De schipbreuk van Rutte IV zette de toon voor een campagne waarin migratie de hoofdrol kreeg.
Vier dagen voor de verkiezingen herhaalde Yesilgöz in de Volkskrant dat nareis-op-nareis gaat over ‘duizenden mensen’ – een overdrijving die experts en de IND zelf destijds al openlijk bekritiseerden. Een ‘non-issue’, stelden deskundigen; waarschijnlijk een heel kleine groep, aldus de IND. Maar de exacte cijfers waren niet bekend, dus een ware ontmaskering bleef uit. Niemand had zo veel baat bij Yesilgöz’ overdrijving als Geert Wilders, die met zijn anti-immigratieretoriek maar liefst 37 zetels won.
En één punt blijft hier nog onderbelicht. Zelfs als het uiteindelijk om de hele groep nareizigers ging – niet dat dat Yesilgöz’ verdraaiing van de waarheid zou rechtvaardigen – over welk deel van het immigratietotaal praten we dan eigenlijk? Nou, minder dan 3 procent van het totaal aantal immigranten in de afgelopen vier jaar. Een draai richting VVD-beleid op dit vlak zou op zijn best 0,1 procentpunt schelen. Het is onvoorstelbaar dat je daar een kabinet op laat vallen.
En nu? Yesilgöz hoeft vast niet af te treden als demissionair minister van Justitie en Veiligheid. Misschien wordt ze zelfs de volgende premier in een kabinet met PVV en BBB. De feiten zijn boven water, maar ze doen er blijkbaar nauwelijks nog toe.
Maar dat kunnen we niet laten gebeuren. ‘Als dit is hoe het werkt, dan kan elke politicus zomaar wat verzinnen en ermee wegkomen’, verzuchtte Martijn van der Linden, de persvoorlichter van VluchtelingenWerk, als reactie op het onderzoek van de IND.
Een geschonden norm is niet makkelijk hersteld
Van der Linden heeft gelijk. Of ze het nu leuk vinden of niet, kiezers zijn in hoge mate overgeleverd aan het fatsoen van politici. Dit gaat niet om regels, maar om normen. Zoals: je liegt niet over migratiecijfers om er electoraal beter van te worden. Eenmaal geschonden laten die normen zich niet eenvoudig herstellen. Yesilgöz heeft de boel besodemieterd, en de gevolgen voor het Nederlandse bestuur zijn nauwelijks te overzien.
Politici, journalisten en kiezers zouden Yesilgöz op z’n minst net zo lang moeten confronteren met haar asielverdraaiingen tot ze er zonder meel in de mond excuses voor aanbiedt. Het is immers al wrang genoeg dat centrumrechtse partijen
tegenwoordig de campagneboodschap van de PVV
uit te dragen zonder in te zien dat ze met hun bombastische paniekzaaierij en onhaalbare beloftes hun eigen graf graven.
Maar dat dit feitenvrij gebeurt is onacceptabel. Elke politicus heeft recht op zijn eigen mening, maar niet op zijn eigen fabels.
EINDE
TROUW
JONGEREN VVD HEKELEN ”FEITENVRIJE POLITIEK”
YESILGOZ OVER ASIEL
25 APRIL 2024
VVD-leider Dilan Yeşilgöz imiteert de “feitenvrije onderbuikpolitiek” van populistische partijen als de PVV, vindt de jongerenvereniging van de liberalen. De JOVD is “geschokt” door de manier waarop Yeşilgöz cijfers over het aantal nareizigers van vluchtelingen die volgen op andere nareizigers “verzonnen” heeft, verwijzend naar berichtgeving van dagblad Trouw.
“Yeşilgöz moet met een eigen liberaal verhaal komen; niet het populistische trucje van Wilders over willen doen”, vinden de jongeren.
Het kabinet-Rutte 4 strandde vorig jaar toen de toenmalige coalitiepartners VVD, D66, CDA en ChristenUnie er niet uit kwamen over migratiebeperkende maatregelen. Een van de heikele punten was een door VVD gewenste beperking van het aantal gezinsleden dat overkomt om te worden herenigd met statushouders. Volgens Yeşilgöz stapelden zij regelmatig nareis op nareis en zou het hierbij gaan om duizenden mensen. Dit jaar meldde de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) dat het om een veel kleinere groep ging van enkele honderden in de periode van 2019 tot en met 2023.
Verbolgen reacties
Kamerleden van GroenLinks-PvdA, NSC, SP en Volt waren hier verbolgen over en stelden hierover Kamervragen aan Yeşilgöz, die behalve VVD-leider ook demissionair justitieminister is. Ze wilden weten hoe ze tot de uitspraak is gekomen dat duizenden mensen nareis op nareis hebben gestapeld. De minister verwijst in haar antwoord naar verschillende cijfers van de IND en door ambtenaren ingebrachte stukken en cijfers, zonder precies uit te leggen hoe ze tot het door haar genoemde cijfer is gekomen.
De JOVD herhaalt de conclusie uit het Trouw-artikel dat de cijfers verzonnen zijn. “Het imiteren van de populistische partijen met feitenvrije onderbuikpolitiek heeft er enkel toe geleid dat kiezers voor het origineel gaan, namelijk de PVV”, klaagt de voorzitter Mauk Bresser.
EINDE ARTIKEL
Reacties uitgeschakeld voor Noten 20 t/m 23/Pittige Tijden
MINISTER FABER: NEDERLAND KRIJGT STRENGSTE ASIELREGIME
OOIT
13 SEPTEMBER 2024
Nederland kan de hoge aantallen migranten niet aan. De asielopvang zit overvol, procedures duren te lang en de kosten rijzen de pan uit. Bovendien leidt de aanhoudende asielinstroom tot problemen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
Om weer grip op de situatie te krijgen, komt dit kabinet met het strengste asielregime ooit, zo blijkt uit het vandaag gepubliceerde regeerprogramma. Via het beperken van de instroom, snelle procedures, lik op stuk richting overlastgevers, strenger grenstoezicht, beperken van nareis-mogelijkheden en stevig inzetten op terugkeer moet Nederland in Europa een koploper worden als het gaat om toelatingsregels.
Minister Faber (Asiel en Migratie): “De kiezer heeft een duidelijke opdracht gegeven. Het roer moet om en de instroom moet direct omlaag. We nemen maatregelen om Nederland zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor asielzoekers. En voor wie misbruik maakt van onze gastvrijheid, is hier geen plaats. Ik ga voor een veiliger Nederland.”
Asielcrisis
De minister van Asiel en Migratie en de minister-president activeren zo snel mogelijk het noodrecht. Zo kan het kabinet afwijken van de Vreemdelingenwet. Meerderjarige kinderen kunnen niet meer nareizen. Nieuwe feiten en omstandigheden bij herhaalde asielaanvragen worden strenger getoetst. Ook komt er een mogelijkheid om asielzoekers die niet op een zitting of afspraak verschijnen, af te wijzen.
Met een asielcrisiswet trekt het kabinet vervolgens de Spreidingswet in, komt er een beslisstop op asielaanvragen, wordt de opvang versoberd en worden mensen zonder verblijfstitel desnoods gedwongen uitgezet. Daardoor kan de situatie in de asielketen door de hoge instroom gelijk aangepakt worden.
Asielbeleid
De situatie in de asielketen moet ook structureel worden aangepakt. Er komen strenge voorwaarden op het gebied van gezinshereniging en een zo smal mogelijke invulling van het kerngezin. Gezinshereniging wordt voor het overgrote deel van de asielzoekers alleen mogelijk wanneer iemand een vaste woonruimte, een passend inkomen en minimaal 2 jaar een verblijfstatus heeft. De 1e wetswijzigingen gaan dit najaar naar de Raad van State.
Ook krijgen asielzoekers niet langer na 5 jaar automatisch een asielvergunning voor onbepaalde tijd. Dat betekent dat zij terug moeten naar het land van herkomst zodra het daar veilig is. De ongewenstverklaring wordt verruimd. Hiermee kunnen asielzoekers die misdrijven begaan sneller worden uitgezet.
Ook maakt dit kabinet zo snel mogelijk bij de Europese Commissie duidelijk dat Nederland een opt-out wil van het Europese asiel- en migratiebeleid. In de tussentijd trekt minister Faber in Europa op met gelijkgezinde landen en wordt het grenstoezicht versterkt.
Nederland kan de grote instroom van asielzoekers niet aan. Aanvragen kunnen niet tijdig worden verwerkt en de asielopvang zit overvol. De mensen die recht hebben op bescherming kunnen niet doorstromen en van de asielzoekers die niet mogen blijven, vertrekt een deel niet uit Nederland. Een deel van de asielzoekers veroorzaakt grote overlast. De kosten voor de asielopvang stijgen exponentieel door allerlei vormen van noodopvang. Kortom: het Nederlandse asielsysteem is in de huidige vorm onhoudbaar. Daarom zet dit kabinet in op een breed pakket aan maatregelen om het asielstelsel ingrijpend te hervormen, de instroom te beperken en de asielketen per direct te ontlasten. Waar nodig zet het kabinet in op het hervormen van (Europese) regels en internationale verdragen.
1. Activeren van de uitzonderingsbepaling van de Vreemdelingenwet 2000
Op basis van artikel 110 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) wordt op voordracht van de minister-president zo spoedig mogelijk een koninklijk besluit vastgesteld, waarmee artikel 111 Vw in werking wordt gesteld. Dit biedt de regering de mogelijkheid voor het geval van buitengewone omstandigheden regels te stellen die afwijken van bepalingen uit de hoofdstukken 1 tot en met 7 Vw. Na de inwerkingstelling moet volgens artikel 110, tweede lid, een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend over het voortduren van de werking van art. 111 Vw. Dit voortduringswetsvoorstel wordt zo snel mogelijk voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Het kabinet vult vervolgens Algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) met afwijkende regels. Het koninklijk besluit, het bijbehorende voortduringswetsvoorstel en de eerste amvb’s worden in 1 pakket voorgelegd aan de ministerraad, dragend gemotiveerd.
Voorbeelden van maatregelen die zich lenen om tijdelijk te worden geregeld in een amvb op basis van artikel 111 Vw zijn onder meer:
Het afschaffen van de asielvergunning voor onbepaalde tijd, vooruitlopend op structurele wijziging via het asielhervormingspakket;
Verruiming van de ongewenstverklaring om dit bij strafbare feiten vaker mogelijk te maken;
Schrappen van de voornemenprocedure;
Schrappen van de mogelijkheid tot nareis met meerderjarige kinderen;
Strengere toets nieuwe feiten en omstandigheden;
Verwijtbaarheidstoets bij opvolgende aanvragen;
Wettelijke mogelijkheid om aanvragen als kennelijk ongegrond af te wijzen als vreemdelingen niet op gehoor verschijnen.
2. Asielcrisiswet
Om geen tijd te verliezen start het kabinet tevens een traject voor een tijdelijke asielcrisiswet om de acute asielinstroom en opvangcrisis te bestrijden voor de duur van maximaal twee jaar, waarbij het kabinet eveneens maatregelen treft die buiten de bepalingen van de Vreemdelingenwet 2000 vallen, waaronder:
de intrekking van de spreidingswet;
het afdwingen van registratie;
het opschorten van de behandeling van asielaanvragen (asielbeslisstop);
het verder gedifferentieerd beperken en versoberen van opvang;
mensen zonder verblijfstitel zoveel mogelijk, ook gedwongen, uitzetten.
Waar mogelijk neemt het kabinet ook additionele maatregelen aan de grens. De nationale asielketen wordt versterkt door deze onder eenduidige regie van de eerstverantwoordelijke bewindspersoon te brengen.
3. Opt-outclausule voor het Europees asiel- en migratiebeleid
Het kabinet maakt zo snel mogelijk in Brussel kenbaar dat Nederland een opt-out van Europese asiel- en migratieregelgeving wil. Zo lang Nederland geen opt-out heeft is de implementatie van het Europees Asiel- en Migratiepact essentieel voor het beperken van de instroom in Nederland. Bovendien zal met gelijkgezinde en met omringende landen intensief worden samengewerkt om in tijden van een gezamenlijke crisis door instroom adequaat op te kunnen treden, in aanvulling op het structureel intensiveren van mobiel toezicht veiligheid (‘mini-Schengen’).
4. Asielhervormingspakket
A. Structurele hervormingen
Het kabinet start tevens meteen met een asielhervormingspakket. Zo werkt het kabinet aan tijdelijke én structurele hervorming van de wet- en regelgeving en het stelsel. Het doel is extra bevoegdheden en maatregelen in te zetten om de asielinstroom te beperken en de asiel- opvangcrisis te bestrijden. Het kabinet start wetstrajecten om tot een structurele hervorming van het asielstelsel te komen:
Dit kabinet voert een tweestatusstelsel in met strikte voorwaarden op het gebied van gezinshereniging en een zo smal mogelijke invulling van het kerngezin. De hoofdregel voor subsidiair beschermden wordt dat gezinshereniging alleen mogelijk is wanneer de referent woonruimte, een stabiel en toereikend inkomen heeft en wanneer hij minimaal 2 jaar een verblijfstatus heeft. Dit betekent een beperking van het aantal mensen dat recht heeft om in te reizen. Een wetsvoorstel hiertoe zal in het najaar aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden aangeboden.
Daarnaast schaft het kabinet de asielvergunning voor onbepaalde tijd af, zodat bij gewijzigde omstandigheden kan worden getoetst of bescherming nog noodzakelijk is of dat iemand weer terug kan naar het land van herkomst. Ook dit wetsvoorstel zal in het najaar aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden aangeboden. Ook de tijdsduur van de asielvergunning voor bepaalde tijd wordt aangepast.
Het asielhervormingspakket bestaat verder ook uit wijzigingen van amvb’s (met name het Vreemdelingenbesluit), beleidswijzigingen en wijzigingen van werkinstructies, waaronder het afschaffen van de gunstigere voorwaarden tot gezinshereniging voor jongvolwassenen, en het afschaffen van het verplichte aanmeldgehoor en de standaard rust- en voorbereidingstermijn in de asielprocedure. Zo wordt de IND in staat gesteld om maatwerk te bieden: rust- en voorbereidingstijd voor wie dat nodig heeft, en een supersnelle procedure voor wie naar alle waarschijnlijkheid geen recht heeft op asiel. Startpunt voor de uitvoering voor het asielhervormingspakket is dat asielverzoeken van asielzoekers met kansarme aanvragen en overlastgevers die al in Nederland zijn zo snel mogelijk worden afgewezen. Deze groepen zullen daartoe met voorrang worden behandeld door de IND waarbij op aparte locaties met een zo veel mogelijk versoberd en deels gesloten regime wordt opgevangen en bij afwijzing van de aanvraag aansluitend wordt ingezet op vertrek, waar nodig gedwongen. Omdat asielzoekers met een kansarme aanvraag sterk zijn oververtegenwoordigd in de overlastcijfers, zal met deze inzet de overlast naar verwachting sterk kunnen afnemen.
Vooruitlopend op de invoering van het EU Asiel- en Migratiepact neemt dit kabinet maatregelen om striktere voorwaarden te stellen aan komst, verblijf en nareis. Opvang en bescherming die Europeesrechtelijk verplicht is moet worden geboden, maar Nederland zal structureel behoren tot de categorie lidstaten met de strengste toelatingsregels in de EU. De bewijslast om aan te tonen dat recht op asiel bestaat wordt maximaal bij de asielzoeker gelegd, zodat het niet aan de IND is om aan te tonen dat iemand geen recht heeft om hier te blijven. De mogelijkheden voor de IND om dit te weerleggen worden verruimd, onder meer door het mogelijk maken om telefoons en andere gegevensdragers uit te lezen. Het gaat hier ook om locatiegegevens. De rechtsbijstand bij asielaanvragen wordt zo veel mogelijk beperkt. Zo wordt aan de groep waarvan de aanvraag evident geen reële kans van slagen heeft, waarbij inbegrepen de groep mensen die een volgaanvraag indient, niet langer kosteloze bijstand geboden, dan wel worden de vergoedingen, in overeenstemming met het hoeveelheid werk dat met de zaak gemoeid is tot een minimum beperkt. Daarnaast wordt gekeken hoe de rechtspraak vereenvoudigd kan worden en hoe voor asiel het beroep bij 1 instantie kan plaatsvinden waarmee hoger beroep kan komen te vervallen. De asielprocedures worden verkort en versoberd tot het Europese minimum, bijvoorbeeld door het verkorten van de beroepstermijn. Dwangsommen wegens termijnoverschrijding worden afgeschaft of beperkt. De toelatingsprocedure wordt verscherpt door geen beloning voor opzettelijk identiteit niet aantonen, aanpassing en handhaving criteria veilig land en verruiming op basis van ambtsberichten, en handhaving van de Dublin-verordening. Het kabinet beziet of ambtsberichten en werkinstructies van de IND, in beginsel, niet openbaar gemaakt kunnen worden.
B. Lik op stuk voor overlastgevers
Daarnaast voert dit kabinet een lik op stuk aanpak op overlast, intimidatie en geweld. Wie misbruik maakt van onze gastvrijheid door bijvoorbeeld winkeldiefstallen te plegen, overlast te veroorzaken, of door vrouwen of meisjes lastig te vallen, zal dat merken ook. Voor hen is er geen plaats in Nederland. Daarom zal de glijdende schaal verder worden aangepast, de ongewenstverklaring worden uitgebreid en de lat voor verblijfsrechtelijke consequenties verlaagd, waardoor de vergunningen van criminele vreemdelingen kunnen worden ingetrokken en zij kunnen worden uitgezet.
Overlastgevers worden zo veel als mogelijk uit reguliere opvanglocaties gehouden en in ieder geval direct overgeplaatst naar een vrijheidsbeperkende locatie; afhankelijk van de zwaarte van de overlast in een handhavings- en toezicht of procesbeschikbaarheidslocatie. Daarnaast wordt speciale aandacht gegeven aan de veiligheid van kinderen, vrouwen en asielzoekers met een lhbtiq+ en/of christelijke achtergrond in aanmeld- en opvanglocaties.
C. Versterkte binnengrenscontroles
De inzet aan de grens wordt onder de eenduidige regie van de minister van Asiel en Migratie versterkt om illegale migratie en mensensmokkel tegen te gaan, zowel aan de Nederlandse binnengrenzen, de buitengrenzen als in Caribisch Nederland. Aan de Nederlandse grenzen zal de controle geïntensiveerd worden binnen de kaders van de Schengen-grenscode. Het investeren in grenstoezicht is noodzakelijk om Nederland en het Schengengebied veilig, open en welvarend te houden. Irreguliere migranten, waaronder migranten die zich niet kunnen identificeren, worden vervolgens waar mogelijk direct teruggestuurd.
Tegelijkertijd investeert het kabinet in datagedreven en informatiegestuurde grenscontroles, en zet in op innovaties zoals de invoering van nieuwe Europese systemen als het Europees Entry Exit System (EES) en het Europees reisinformatie en autorisatiesysteem (ETIAS). Controles aan de binnengrens worden geïntensiveerd door een aanscherping van het mobiel toezicht veiligheid en een verdere samenwerking met de buurlanden. Met het gebruik van sensoren (bijv. slimmere camera‘s, telefoongegevens, warmtebeelden) kan een beter situationeel beeld van de binnengrenzen worden opgemaakt, waardoor er gerichter kan worden geselecteerd.
Informatiegestuurd optreden bij intra-Schengen vervoersbewegingen wordt, conform Europese en nationale regelgeving, ingezet om tot een effectievere selectie te komen, waardoor met de schaarse capaciteit gerichter controles worden uitgevoerd. Met deze aanpak worden de rechtmatige reiziger en de transportsector ontzien en worden illegale migratiestromen en grensoverschrijdende criminaliteit aangepakt. Irreguliere migranten worden teruggestuurd naar het land waar zij Europa zijn binnengekomen. Het kabinet bestrijdt mensensmokkel daarbij stevig, en versterkt de nationale en internationale aanpak.
D. Opvang
Uitgangspunt is dat de instroom wordt beperkt en dat er tegelijkertijd voldoende sobere opvang voorhanden is. Het kabinet neemt verder meteen maatregelen om de opvanggemeenten en woningmarkt te ontlasten. Zonder af te doen aan de ruimte die gemeenten hebben voor kleinschalige opvanglocaties, kan de huidige opvangbehoefte niet ingevuld worden zonder een aantal grote locaties, waardoor de (kosten)efficiëntie toeneemt. Het kabinet zet daarom in op een aantal grote sobere opvanglocaties zodat andere gemeenten worden ontlast. Hiertoe wordt zo snel als mogelijk met alle verantwoordelijken gesproken. Dure noodopvanglocaties worden zo snel als mogelijk afgestoten. De gemeentelijke opvang (financiering) wordt beperkt tot het meest basale.
Statushouders houden op dit moment circa 25% van alle asielopvangplekken bezet. Om de druk op de woningvoorraad en de asielopvang te ontlasten, zetten we voor deze doelgroep onder meer in op onzelfstandige huisvesting, de verdere ontwikkeling van doorstroomlocaties en andere vormen van flexibele huisvesting. Om de druk op de woningmarkt te ontlasten, wordt de Huisvestingswet gewijzigd en stellen we een verbod op voorrang in voor statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen op grond van het feit zij statushouder zijn. Statushouders moeten zo snel mogelijk productief worden op de arbeidsmarkt, bij voorkeur met een gerichte match van vraag en aanbod. Veel gemeenten kiezen ervoor om doorstroomlocaties ook voor eigen woningenzoekenden te kunnen inzetten, en soms om een verbinding te maken tussen tekorten op de arbeidsmarkt en het arbeidspotentieel van statushouders.
E. Sneller vertrek
Om te zorgen dat personen die niet mogen blijven echt vertrekken, wordt de terugkeerinzet over de hele linie versterkt, met prioriteit voor overlastgevers. Het kabinet maakt het niet meewerken aan terugkeer strafbaar en beperkt zoveel mogelijk de mogelijkheid tot herhaalde aanvragen. De rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingenvoorziening wordt beëindigd. Er wordt in overleg met gemeenten ingezet op aanpak van overlast en terugkeer van mensen zonder geldige verblijfstitel. Om (gedwongen) terugkeer fors te bevorderen wordt de beschikbare capaciteit voor vreemdelingenbewaring zo snel als mogelijk opgehoogd, waarbij rekening wordt gehouden met de algemene druk op de detentiecapaciteit. Verder trekt Nederland in Europa de kar om steun te krijgen voor het wijzigen van de Terugkeerrichtlijn, gericht op een efficiëntere terugkeerprocedure en het wegnemen van administratieve belemmeringen. Het frustreren van terugkeer door het stapelen van procedures zal met een pakket aan maatregelen, waaronder het tot een minimum beperken van de rechtsmiddelen, worden aangepakt. Via de Wet Terugkeer en vreemdelingenbewaring worden vreemdelingen verplicht medewerking te verlenen aan de voor terugkeer noodzakelijke presentatie bij de autoriteiten van het herkomstland.
F. Implementatie Asiel- en Migratiepact
De implementatie van het Europees Asiel- en Migratiepact is essentieel voor het beperken van de instroom in Nederland. De implementatie moet in de zomer van 2026 gereed zijn. Dit pact bevat cruciale elementen gericht op beperking van en grip op asielmigratie. Bij de implementatie van het pact wordt de nationale asielprocedure sterk vereenvoudigd en worden onverplichte procedurestappen geschrapt. Dit zal ook leiden tot minder momenten waarop (gefinancierde) rechtsbijstand hoeft te worden geboden. Bij de uitvoering van het pact kiest het kabinet voor afkopen in plaats van opvangen bij de herverdeling van asielzoekers. Ook worden de Europese buitengrenzen fors verstevigd door het invoeren van een screening van alle migranten en strikte asielgrensprocedures. Spoedige implementatie door alle lidstaten is essentieel. Het kabinet biedt buitengrensstaten daarbij desgewenst ondersteuning, bijvoorbeeld bij grensversterking. Naleving van de bestaande wetten zoals de Dublinverordening en de nieuwe regels van het pact geven de beste garantie op het terugdringen van irreguliere migratie naar Nederland. Uiteraard gaat het kabinet nu al aan de slag om wijzigingen die nu al gerealiseerd kunnen worden uit te voeren.
G. Partnerschappen: instroom en vertrek
Om de irreguliere migratie tegen te gaan en terugkeer en opvang in de regio te bevorderen zet het kabinet, ook in Europees verband, in op brede, strategische partnerschappen met relevante migratielanden, inclusief de aanpak van mensenhandel, mensensmokkel en irreguliere migratieroutes. Ook innovatieve vormen van migratiesamenwerking zijn hier onderdeel van. In dit verband loopt het kabinet voorop in het met gelijkgezinde lidstaten en de Europese Commissie verkennen van out-of-the-box oplossingen, binnen de kaders van het internationaal en Europees recht, zoals de afspraken die Italië met Albanië maakt of terugkeerhubs. Het kabinet benut het volledige instrumentarium en schuwt strategische maatregelen in Europees verband om samenwerking te bespoedigen niet. Nederland zet zich bovendien, waar mogelijk samen met gelijkgestemde EU-lidstaten, in voor aanpassingen van het VN-vluchtelingenverdrag.
Het kabinet richt, onder sturing van de (onder)Raad Asiel en Migratie, een interdepartementale taskforce Internationale Migratie op om de inzet van mensen en middelen samen te brengen, te coördineren en gericht in te zetten. Ook gaat het kabinet in dit kader op zoek naar gestructureerd overleg met maatschappelijke partners en de private sector.
5. Zelfredzaamheid en participatie Oekraïense ontheemden
Het kabinet blijft inzetten op zelfredzaamheid en participatie van Oekraïense ontheemden in Nederland. Daarom vindt het kabinet het van belang dat sinds deze zomer het leefgeld moet worden stopgezet bij voldoende inkomsten uit werk en dat ontheemden een financiële bijdrage leveren aan de kosten van de opvang. Het kabinet streeft naar een hogere bijdrage. Er wordt strikt toegezien op het voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) en daaruit volgend recht op opvang en voorzieningen. Indien de ontheemden zich niet tijdig melden bij de IND (voor een check op de voorwaarden RTB), beëindigt de betreffende gemeente de opvang en voorzieningen. De betreffende gemeente moet dan opvang en voorzieningen beëindigen. Daarnaast optimaliseert het kabinet de regeling met betrekking tot asielzoekers en inkomen en worden de voorzieningen voor ontheemden hieraan gelijkgesteld.
6. Eisen naturalisatie aangescherpt
Wie in Nederland mag blijven, moet maximaal meedoen en bijdragen aan de maatschappij. Werk is de basis van integratie en het deelnemen van statushouders aan de arbeidsmarkt draagt bij aan de krapte op de Nederlandse banenmarkt. Het kabinet scherpt verder de voorwaarden voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit aan door de taaleis voor naturalisatie in beginsel voor iedereen te verhogen naar niveau B1.
Ook wordt de naturalisatietermijn verhoogd van 5 naar 10 jaar en is de inzet dat afstand wordt gedaan van de oorspronkelijke nationaliteit na verkrijging van het Nederlanderschap. Het Nederlanderschap wordt ingetrokken bij personen met meervoudige nationaliteit die onherroepelijk zijn veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Het kabinet onderzoekt daarbij de mogelijkheden tot uitbreiding van het intrekken van het Nederlanderschap naar andere ernstige misdrijven waarvoor het Europees Verdrag inzake Nationaliteit (EVN) dit toelaat. Waar nodig wordt ook bezien of wijziging van het EVN nodig is.
Reacties uitgeschakeld voor Noot 25/Pittige Tijden
Nederland kan de grote instroom van asielzoekers niet aan. Aanvragen kunnen niet tijdig worden verwerkt en de asielopvang zit overvol. De mensen die recht hebben op bescherming kunnen niet doorstromen en van de asielzoekers die niet mogen blijven, vertrekt een deel niet uit Nederland. Een deel van de asielzoekers veroorzaakt grote overlast. De kosten voor de asielopvang stijgen exponentieel door allerlei vormen van noodopvang. Kortom: het Nederlandse asielsysteem is in de huidige vorm onhoudbaar. Daarom zet dit kabinet in op een breed pakket aan maatregelen om het asielstelsel ingrijpend te hervormen, de instroom te beperken en de asielketen per direct te ontlasten. Waar nodig zet het kabinet in op het hervormen van (Europese) regels en internationale verdragen.
1. Activeren van de uitzonderingsbepaling van de Vreemdelingenwet 2000
Op basis van artikel 110 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) wordt op voordracht van de minister-president zo spoedig mogelijk een koninklijk besluit vastgesteld, waarmee artikel 111 Vw in werking wordt gesteld. Dit biedt de regering de mogelijkheid voor het geval van buitengewone omstandigheden regels te stellen die afwijken van bepalingen uit de hoofdstukken 1 tot en met 7 Vw. Na de inwerkingstelling moet volgens artikel 110, tweede lid, een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend over het voortduren van de werking van art. 111 Vw. Dit voortduringswetsvoorstel wordt zo snel mogelijk voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Het kabinet vult vervolgens Algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) met afwijkende regels. Het koninklijk besluit, het bijbehorende voortduringswetsvoorstel en de eerste amvb’s worden in 1 pakket voorgelegd aan de ministerraad, dragend gemotiveerd.
Voorbeelden van maatregelen die zich lenen om tijdelijk te worden geregeld in een amvb op basis van artikel 111 Vw zijn onder meer:
Het afschaffen van de asielvergunning voor onbepaalde tijd, vooruitlopend op structurele wijziging via het asielhervormingspakket;
Verruiming van de ongewenstverklaring om dit bij strafbare feiten vaker mogelijk te maken;
Schrappen van de voornemenprocedure;
Schrappen van de mogelijkheid tot nareis met meerderjarige kinderen;
Strengere toets nieuwe feiten en omstandigheden;
Verwijtbaarheidstoets bij opvolgende aanvragen;
Wettelijke mogelijkheid om aanvragen als kennelijk ongegrond af te wijzen als vreemdelingen niet op gehoor verschijnen.
2. Asielcrisiswet
Om geen tijd te verliezen start het kabinet tevens een traject voor een tijdelijke asielcrisiswet om de acute asielinstroom en opvangcrisis te bestrijden voor de duur van maximaal twee jaar, waarbij het kabinet eveneens maatregelen treft die buiten de bepalingen van de Vreemdelingenwet 2000 vallen, waaronder:
de intrekking van de spreidingswet;
het afdwingen van registratie;
het opschorten van de behandeling van asielaanvragen (asielbeslisstop);
het verder gedifferentieerd beperken en versoberen van opvang;
mensen zonder verblijfstitel zoveel mogelijk, ook gedwongen, uitzetten.
Waar mogelijk neemt het kabinet ook additionele maatregelen aan de grens. De nationale asielketen wordt versterkt door deze onder eenduidige regie van de eerstverantwoordelijke bewindspersoon te brengen.
3. Opt-outclausule voor het Europees asiel- en migratiebeleid
Het kabinet maakt zo snel mogelijk in Brussel kenbaar dat Nederland een opt-out van Europese asiel- en migratieregelgeving wil. Zo lang Nederland geen opt-out heeft is de implementatie van het Europees Asiel- en Migratiepact essentieel voor het beperken van de instroom in Nederland. Bovendien zal met gelijkgezinde en met omringende landen intensief worden samengewerkt om in tijden van een gezamenlijke crisis door instroom adequaat op te kunnen treden, in aanvulling op het structureel intensiveren van mobiel toezicht veiligheid (‘mini-Schengen’).
4. Asielhervormingspakket
A. Structurele hervormingen
Het kabinet start tevens meteen met een asielhervormingspakket. Zo werkt het kabinet aan tijdelijke én structurele hervorming van de wet- en regelgeving en het stelsel. Het doel is extra bevoegdheden en maatregelen in te zetten om de asielinstroom te beperken en de asiel- opvangcrisis te bestrijden. Het kabinet start wetstrajecten om tot een structurele hervorming van het asielstelsel te komen:
Dit kabinet voert een tweestatusstelsel in met strikte voorwaarden op het gebied van gezinshereniging en een zo smal mogelijke invulling van het kerngezin. De hoofdregel voor subsidiair beschermden wordt dat gezinshereniging alleen mogelijk is wanneer de referent woonruimte, een stabiel en toereikend inkomen heeft en wanneer hij minimaal 2 jaar een verblijfstatus heeft. Dit betekent een beperking van het aantal mensen dat recht heeft om in te reizen. Een wetsvoorstel hiertoe zal in het najaar aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden aangeboden.
Daarnaast schaft het kabinet de asielvergunning voor onbepaalde tijd af, zodat bij gewijzigde omstandigheden kan worden getoetst of bescherming nog noodzakelijk is of dat iemand weer terug kan naar het land van herkomst. Ook dit wetsvoorstel zal in het najaar aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden aangeboden. Ook de tijdsduur van de asielvergunning voor bepaalde tijd wordt aangepast.
Het asielhervormingspakket bestaat verder ook uit wijzigingen van amvb’s (met name het Vreemdelingenbesluit), beleidswijzigingen en wijzigingen van werkinstructies, waaronder het afschaffen van de gunstigere voorwaarden tot gezinshereniging voor jongvolwassenen, en het afschaffen van het verplichte aanmeldgehoor en de standaard rust- en voorbereidingstermijn in de asielprocedure. Zo wordt de IND in staat gesteld om maatwerk te bieden: rust- en voorbereidingstijd voor wie dat nodig heeft, en een supersnelle procedure voor wie naar alle waarschijnlijkheid geen recht heeft op asiel. Startpunt voor de uitvoering voor het asielhervormingspakket is dat asielverzoeken van asielzoekers met kansarme aanvragen en overlastgevers die al in Nederland zijn zo snel mogelijk worden afgewezen. Deze groepen zullen daartoe met voorrang worden behandeld door de IND waarbij op aparte locaties met een zo veel mogelijk versoberd en deels gesloten regime wordt opgevangen en bij afwijzing van de aanvraag aansluitend wordt ingezet op vertrek, waar nodig gedwongen. Omdat asielzoekers met een kansarme aanvraag sterk zijn oververtegenwoordigd in de overlastcijfers, zal met deze inzet de overlast naar verwachting sterk kunnen afnemen.
Vooruitlopend op de invoering van het EU Asiel- en Migratiepact neemt dit kabinet maatregelen om striktere voorwaarden te stellen aan komst, verblijf en nareis. Opvang en bescherming die Europeesrechtelijk verplicht is moet worden geboden, maar Nederland zal structureel behoren tot de categorie lidstaten met de strengste toelatingsregels in de EU. De bewijslast om aan te tonen dat recht op asiel bestaat wordt maximaal bij de asielzoeker gelegd, zodat het niet aan de IND is om aan te tonen dat iemand geen recht heeft om hier te blijven. De mogelijkheden voor de IND om dit te weerleggen worden verruimd, onder meer door het mogelijk maken om telefoons en andere gegevensdragers uit te lezen. Het gaat hier ook om locatiegegevens. De rechtsbijstand bij asielaanvragen wordt zo veel mogelijk beperkt. Zo wordt aan de groep waarvan de aanvraag evident geen reële kans van slagen heeft, waarbij inbegrepen de groep mensen die een volgaanvraag indient, niet langer kosteloze bijstand geboden, dan wel worden de vergoedingen, in overeenstemming met het hoeveelheid werk dat met de zaak gemoeid is tot een minimum beperkt. Daarnaast wordt gekeken hoe de rechtspraak vereenvoudigd kan worden en hoe voor asiel het beroep bij 1 instantie kan plaatsvinden waarmee hoger beroep kan komen te vervallen. De asielprocedures worden verkort en versoberd tot het Europese minimum, bijvoorbeeld door het verkorten van de beroepstermijn. Dwangsommen wegens termijnoverschrijding worden afgeschaft of beperkt. De toelatingsprocedure wordt verscherpt door geen beloning voor opzettelijk identiteit niet aantonen, aanpassing en handhaving criteria veilig land en verruiming op basis van ambtsberichten, en handhaving van de Dublin-verordening. Het kabinet beziet of ambtsberichten en werkinstructies van de IND, in beginsel, niet openbaar gemaakt kunnen worden.
B. Lik op stuk voor overlastgevers
Daarnaast voert dit kabinet een lik op stuk aanpak op overlast, intimidatie en geweld. Wie misbruik maakt van onze gastvrijheid door bijvoorbeeld winkeldiefstallen te plegen, overlast te veroorzaken, of door vrouwen of meisjes lastig te vallen, zal dat merken ook. Voor hen is er geen plaats in Nederland. Daarom zal de glijdende schaal verder worden aangepast, de ongewenstverklaring worden uitgebreid en de lat voor verblijfsrechtelijke consequenties verlaagd, waardoor de vergunningen van criminele vreemdelingen kunnen worden ingetrokken en zij kunnen worden uitgezet.
Overlastgevers worden zo veel als mogelijk uit reguliere opvanglocaties gehouden en in ieder geval direct overgeplaatst naar een vrijheidsbeperkende locatie; afhankelijk van de zwaarte van de overlast in een handhavings- en toezicht of procesbeschikbaarheidslocatie. Daarnaast wordt speciale aandacht gegeven aan de veiligheid van kinderen, vrouwen en asielzoekers met een lhbtiq+ en/of christelijke achtergrond in aanmeld- en opvanglocaties.
C. Versterkte binnengrenscontroles
De inzet aan de grens wordt onder de eenduidige regie van de minister van Asiel en Migratie versterkt om illegale migratie en mensensmokkel tegen te gaan, zowel aan de Nederlandse binnengrenzen, de buitengrenzen als in Caribisch Nederland. Aan de Nederlandse grenzen zal de controle geïntensiveerd worden binnen de kaders van de Schengen-grenscode. Het investeren in grenstoezicht is noodzakelijk om Nederland en het Schengengebied veilig, open en welvarend te houden. Irreguliere migranten, waaronder migranten die zich niet kunnen identificeren, worden vervolgens waar mogelijk direct teruggestuurd.
Tegelijkertijd investeert het kabinet in datagedreven en informatiegestuurde grenscontroles, en zet in op innovaties zoals de invoering van nieuwe Europese systemen als het Europees Entry Exit System (EES) en het Europees reisinformatie en autorisatiesysteem (ETIAS). Controles aan de binnengrens worden geïntensiveerd door een aanscherping van het mobiel toezicht veiligheid en een verdere samenwerking met de buurlanden. Met het gebruik van sensoren (bijv. slimmere camera‘s, telefoongegevens, warmtebeelden) kan een beter situationeel beeld van de binnengrenzen worden opgemaakt, waardoor er gerichter kan worden geselecteerd.
Informatiegestuurd optreden bij intra-Schengen vervoersbewegingen wordt, conform Europese en nationale regelgeving, ingezet om tot een effectievere selectie te komen, waardoor met de schaarse capaciteit gerichter controles worden uitgevoerd. Met deze aanpak worden de rechtmatige reiziger en de transportsector ontzien en worden illegale migratiestromen en grensoverschrijdende criminaliteit aangepakt. Irreguliere migranten worden teruggestuurd naar het land waar zij Europa zijn binnengekomen. Het kabinet bestrijdt mensensmokkel daarbij stevig, en versterkt de nationale en internationale aanpak.
D. Opvang
Uitgangspunt is dat de instroom wordt beperkt en dat er tegelijkertijd voldoende sobere opvang voorhanden is. Het kabinet neemt verder meteen maatregelen om de opvanggemeenten en woningmarkt te ontlasten. Zonder af te doen aan de ruimte die gemeenten hebben voor kleinschalige opvanglocaties, kan de huidige opvangbehoefte niet ingevuld worden zonder een aantal grote locaties, waardoor de (kosten)efficiëntie toeneemt. Het kabinet zet daarom in op een aantal grote sobere opvanglocaties zodat andere gemeenten worden ontlast. Hiertoe wordt zo snel als mogelijk met alle verantwoordelijken gesproken. Dure noodopvanglocaties worden zo snel als mogelijk afgestoten. De gemeentelijke opvang (financiering) wordt beperkt tot het meest basale.
Statushouders houden op dit moment circa 25% van alle asielopvangplekken bezet. Om de druk op de woningvoorraad en de asielopvang te ontlasten, zetten we voor deze doelgroep onder meer in op onzelfstandige huisvesting, de verdere ontwikkeling van doorstroomlocaties en andere vormen van flexibele huisvesting. Om de druk op de woningmarkt te ontlasten, wordt de Huisvestingswet gewijzigd en stellen we een verbod op voorrang in voor statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen op grond van het feit zij statushouder zijn. Statushouders moeten zo snel mogelijk productief worden op de arbeidsmarkt, bij voorkeur met een gerichte match van vraag en aanbod. Veel gemeenten kiezen ervoor om doorstroomlocaties ook voor eigen woningenzoekenden te kunnen inzetten, en soms om een verbinding te maken tussen tekorten op de arbeidsmarkt en het arbeidspotentieel van statushouders.
E. Sneller vertrek
Om te zorgen dat personen die niet mogen blijven echt vertrekken, wordt de terugkeerinzet over de hele linie versterkt, met prioriteit voor overlastgevers. Het kabinet maakt het niet meewerken aan terugkeer strafbaar en beperkt zoveel mogelijk de mogelijkheid tot herhaalde aanvragen. De rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingenvoorziening wordt beëindigd. Er wordt in overleg met gemeenten ingezet op aanpak van overlast en terugkeer van mensen zonder geldige verblijfstitel. Om (gedwongen) terugkeer fors te bevorderen wordt de beschikbare capaciteit voor vreemdelingenbewaring zo snel als mogelijk opgehoogd, waarbij rekening wordt gehouden met de algemene druk op de detentiecapaciteit. Verder trekt Nederland in Europa de kar om steun te krijgen voor het wijzigen van de Terugkeerrichtlijn, gericht op een efficiëntere terugkeerprocedure en het wegnemen van administratieve belemmeringen. Het frustreren van terugkeer door het stapelen van procedures zal met een pakket aan maatregelen, waaronder het tot een minimum beperken van de rechtsmiddelen, worden aangepakt. Via de Wet Terugkeer en vreemdelingenbewaring worden vreemdelingen verplicht medewerking te verlenen aan de voor terugkeer noodzakelijke presentatie bij de autoriteiten van het herkomstland.
F. Implementatie Asiel- en Migratiepact
De implementatie van het Europees Asiel- en Migratiepact is essentieel voor het beperken van de instroom in Nederland. De implementatie moet in de zomer van 2026 gereed zijn. Dit pact bevat cruciale elementen gericht op beperking van en grip op asielmigratie. Bij de implementatie van het pact wordt de nationale asielprocedure sterk vereenvoudigd en worden onverplichte procedurestappen geschrapt. Dit zal ook leiden tot minder momenten waarop (gefinancierde) rechtsbijstand hoeft te worden geboden. Bij de uitvoering van het pact kiest het kabinet voor afkopen in plaats van opvangen bij de herverdeling van asielzoekers. Ook worden de Europese buitengrenzen fors verstevigd door het invoeren van een screening van alle migranten en strikte asielgrensprocedures. Spoedige implementatie door alle lidstaten is essentieel. Het kabinet biedt buitengrensstaten daarbij desgewenst ondersteuning, bijvoorbeeld bij grensversterking. Naleving van de bestaande wetten zoals de Dublinverordening en de nieuwe regels van het pact geven de beste garantie op het terugdringen van irreguliere migratie naar Nederland. Uiteraard gaat het kabinet nu al aan de slag om wijzigingen die nu al gerealiseerd kunnen worden uit te voeren.
G. Partnerschappen: instroom en vertrek
Om de irreguliere migratie tegen te gaan en terugkeer en opvang in de regio te bevorderen zet het kabinet, ook in Europees verband, in op brede, strategische partnerschappen met relevante migratielanden, inclusief de aanpak van mensenhandel, mensensmokkel en irreguliere migratieroutes. Ook innovatieve vormen van migratiesamenwerking zijn hier onderdeel van. In dit verband loopt het kabinet voorop in het met gelijkgezinde lidstaten en de Europese Commissie verkennen van out-of-the-box oplossingen, binnen de kaders van het internationaal en Europees recht, zoals de afspraken die Italië met Albanië maakt of terugkeerhubs. Het kabinet benut het volledige instrumentarium en schuwt strategische maatregelen in Europees verband om samenwerking te bespoedigen niet. Nederland zet zich bovendien, waar mogelijk samen met gelijkgestemde EU-lidstaten, in voor aanpassingen van het VN-vluchtelingenverdrag.
Het kabinet richt, onder sturing van de (onder)Raad Asiel en Migratie, een interdepartementale taskforce Internationale Migratie op om de inzet van mensen en middelen samen te brengen, te coördineren en gericht in te zetten. Ook gaat het kabinet in dit kader op zoek naar gestructureerd overleg met maatschappelijke partners en de private sector.
5. Zelfredzaamheid en participatie Oekraïense ontheemden
Het kabinet blijft inzetten op zelfredzaamheid en participatie van Oekraïense ontheemden in Nederland. Daarom vindt het kabinet het van belang dat sinds deze zomer het leefgeld moet worden stopgezet bij voldoende inkomsten uit werk en dat ontheemden een financiële bijdrage leveren aan de kosten van de opvang. Het kabinet streeft naar een hogere bijdrage. Er wordt strikt toegezien op het voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) en daaruit volgend recht op opvang en voorzieningen. Indien de ontheemden zich niet tijdig melden bij de IND (voor een check op de voorwaarden RTB), beëindigt de betreffende gemeente de opvang en voorzieningen. De betreffende gemeente moet dan opvang en voorzieningen beëindigen. Daarnaast optimaliseert het kabinet de regeling met betrekking tot asielzoekers en inkomen en worden de voorzieningen voor ontheemden hieraan gelijkgesteld.
6. Eisen naturalisatie aangescherpt
Wie in Nederland mag blijven, moet maximaal meedoen en bijdragen aan de maatschappij. Werk is de basis van integratie en het deelnemen van statushouders aan de arbeidsmarkt draagt bij aan de krapte op de Nederlandse banenmarkt. Het kabinet scherpt verder de voorwaarden voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit aan door de taaleis voor naturalisatie in beginsel voor iedereen te verhogen naar niveau B1.
Ook wordt de naturalisatietermijn verhoogd van 5 naar 10 jaar en is de inzet dat afstand wordt gedaan van de oorspronkelijke nationaliteit na verkrijging van het Nederlanderschap. Het Nederlanderschap wordt ingetrokken bij personen met meervoudige nationaliteit die onherroepelijk zijn veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Het kabinet onderzoekt daarbij de mogelijkheden tot uitbreiding van het intrekken van het Nederlanderschap naar andere ernstige misdrijven waarvoor het Europees Verdrag inzake Nationaliteit (EVN) dit toelaat. Waar nodig wordt ook bezien of wijziging van het EVN nodig is.
Reacties uitgeschakeld voor Noot 26/Pittige Tijden
”Het piept en kraakt al jaren in de asielopvang. Door bezuinigingen en uitvoeringsproblemen bij de IND liep de wachttijd voor de asielprocedure vanaf 2018 op tot ruim twee jaar. Normaal gesproken is dit een kwestie van weken. Asielzoekerscentra kwamen vol te zitten met asielzoekers die jarenlang wachtten een antwoord op hun asielverzoek. Zo vol, dat er niet genoeg reservebedden waren om een onverwachte stijging in het aantal vluchtelingen op te kunnen vangen. Dit zien we nu in de praktijk gebeuren.”
VLUCHTELINGENWERK
EEN NIEUWE OPVANGCRISIS, HOE KOMT DAT EN
WAT IS DE OPLOSSING?
28 OCTOBER 2021
De opvang voor asielzoekers zit overvol. Asielzoekers worden ondergebracht in tenten en sporthallen. Hoewel dit doet denken aan de vluchtelingencrisis in 2015 is er ditmaal iets heel anders aan de hand. Hoe heeft het zover kunnen komen? Door bezuinigingen, uitvoeringsproblemen en een korte-termijnvisie heeft het kabinet zelf een opvangcrisis veroorzaakt.
Al jaren vol met wachtende asielzoekers
Het piept en kraakt al jaren in de asielopvang. Door bezuinigingen en uitvoeringsproblemen bij de IND liep de wachttijd voor de asielprocedure vanaf 2018 op tot ruim twee jaar. Normaal gesproken is dit een kwestie van weken. Asielzoekerscentra kwamen vol te zitten met asielzoekers die jarenlang wachtten een antwoord op hun asielverzoek. Zo vol, dat er niet genoeg reservebedden waren om een onverwachte stijging in het aantal vluchtelingen op te kunnen vangen. Dit zien we nu in de praktijk gebeuren.
Woningnood
Ook de woningnood speelt een rol bij het tekort aan opvangplekken. Door de lange wachttijden voor de asielprocedure konden duizenden vluchtelingen de afgelopen jaren niet worden gehuisvest in een Nederlandse gemeenten. Dankzij een inhaalslag bij de IND kregen in korte tijd duizenden wachtende vluchtelingen tegelijk een verblijfsvergunning. Het benodigde aantal woningen waar gemeenten naar moeten zoeken verdubbelde dit jaar. Dit is middenin een wooncrisis een enorme opgave voor gemeenten.
Drie oorzaken voor toename vluchtelingen
De stijging van het aantal vluchtelingen die nu in Nederland aankomen heeft drie oorzaken:
Familieleden van vluchtelingen die via gezinshereniging naar Nederland mochten komen, konden tijdens de coronacrisis niet reizen of een visum ophalen. Nu dit weer mogelijk is, arriveren gezinsleden die anders in het afgelopen jaar naar Nederland zouden vliegen.
Door de machtsovername van de Taliban in Afghanistan, moest Nederland ad hoc meer dan 1.000 Afghanen evacueren die door hun werk voor Nederland in gevaar zijn gekomen. Zij werden ondergebracht op een aantal kazerneterreinen en in een tentenkamp in Heumensoord.
Het aantal vluchtelingen dat zelfstandig naar Nederland reist om asiel aan te vragen is ook toegenomen. Ook dit lijkt samen te hangen met de coronacrisis: door de beperkte reismogelijkheden kwamen in 2020 uitzonderlijk weinig vluchtelingen naar Nederland. Inmiddels zijn die mogelijkheden er wel weer. Hoewel het aantal nieuwe vluchtelingen op dit moment erg hoog is, is dit nog niet te vergelijken met de vluchtelingencrisis in 2015. Het totale aantal asielverzoeken is dit jaar vooralsnog vergelijkbaar de jaren voor de coronacrisis.
Wat moet er nu gebeuren?
Het nieuwe kabinet is straks aan zet om nieuwe opvangcrises te voorkomen. Door steeds te laat in te grijpen bij de opstapeling van problemen bij de IND, en structureel te weinig opvangplekken achter de hand te houden, heeft het kabinet zelf een opvangcrisis veroorzaakt. Van de lessen uit de vluchtelingencrisis in 2015 is bar weinig geleerd. Het is hoog tijd voor een ingrijpende verandering van het asielsysteem: er is structureel meer capaciteit nodig bij de IND en het COA om voorbereid te zijn op een toename van het aantal vluchtelingen. Hoeveel vluchtelingen de komende jaren naar Nederland gaan komen is niet te voorspellen. Daar wordt nog altijd onvoldoende rekening mee gehouden.
Er zijn zo snel mogelijk veel meer opvangplekken nodig in alle hoeken van het land. Het huidige kabinet moet gemeenten alle ruimte en middelen geven om die locaties te vinden. En (in het bijzonder kleinschalige) oplossingen waar zij mee komen ruim baan geven. Deze extra capaciteit moet waar mogelijk ook structureel worden. Ook kunnen gemeenten bedden vrijmaken door vluchtelingen die wachten op huisvesting een plek te geven.
Waar mogelijk opvangomstandigheden verbeteren. Mensen op de vlucht voor oorlog of vervolging kunnen in Nederland op bescherming rekenen. In normale tijden is hun eerste opvang in Nederland sober, maar voor korte duur. Nu belanden duizenden vluchtelingen in ronduit onfatsoenlijke noodlocaties en zelfs tentenkampen, terwijl de winter voor de deur staat. We zien dat het COA alles op alles zet om er naar omstandigheden het beste van te maken. Toch maken we ons grote zorgen over het complete gebrek aan privacy, de toegang tot zorg, scholing voor kinderen en het algehele welzijn van vluchtelingen die een beroep doen op onze bescherming.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noot 27/Pittige Tijden
“Het Rijk heeft een huisvestingscrisis gecreëerd rondom statushouders”, zegt Monique Kremer, voorzitter van de Adviesraad Migratie. “De woningnood wordt niet door statushouders veroorzaakt, maar ze hebben er wel last van.”
Al sinds 2018 stagneert de uitstroom van asielzoekers met een verblijfsvergunning uit de azc’s. Vorige week, op 12 oktober, verbleven er zo’n 17.500 statushouders in de opvang en dat aantal groeit.
De Adviesraad ziet hiervoor drie oorzaken: de wooncrisis, de crisis in het asielstelsel en een aantal knelpunten in de uitvoering en uitwerking van het migratiebeleid op gemeentelijk niveau. De combinatie van die omstandigheden maakt het tijdig huisvesten van statushouders in gemeenten een grote uitdaging.”
”In totaal wachten nu nog zo’n 17.500 statushouders op een woning. De meesten wonen in afwachting van een huis nog in een asielzoekerscentrum, waar ze plekken bezet houden van asielzoekers die nog in de aanvraagprocedure zitten.”
NOS
OVERHEID SCHIET TEKORT BIJ HUISVESTING’
STATUSHOUDERS, ZEGT ADVIESRAAD
20 OCTOBER 2022
De overheid schiet tekort bij het huisvesten van asielzoekers met een verblijfsvergunning, staat in een onderzoeksrapport van de Adviesraad Migratie. Tussen gemeenten bestaan daarbij grote verschillen.
“Het Rijk heeft een huisvestingscrisis gecreëerd rondom statushouders”, zegt Monique Kremer, voorzitter van de Adviesraad Migratie. “De woningnood wordt niet door statushouders veroorzaakt, maar ze hebben er wel last van.”
Al sinds 2018 stagneert de uitstroom van asielzoekers met een verblijfsvergunning uit de azc’s. Vorige week, op 12 oktober, verbleven er zo’n 17.500 statushouders in de opvang en dat aantal groeit.
De Adviesraad ziet hiervoor drie oorzaken: de wooncrisis, de crisis in het asielstelsel en een aantal knelpunten in de uitvoering en uitwerking van het migratiebeleid op gemeentelijk niveau. De combinatie van die omstandigheden maakt het tijdig huisvesten van statushouders in gemeenten een grote uitdaging.
Statushouders zouden volgens de adviesraad weer een wettelijke urgentiecategorie moeten zijn, zoals ze waren tot 2017. “Daarmee geeft het Rijk het signaal af aan gemeenten dat het het huisvesten van statushouders belangrijk vindt”, zegt Kremer.
Omdat de huisvesting van statushouders niet goed verloopt, adviseert de raad overheden verder om te investeren in flexibele woonoplossingen. Gemeenten zouden die moeten ontwikkelen en het Rijk zou daar langdurig in moeten investeren.
De gemeentelijke taakstelling wordt deels gebaseerd op voorspellingen over de instroom en die prognose wordt maar twee keer per jaar aangepast. Ook dat is een probleem. Prognoses in opeenvolgende periodes kunnen enorm verschillen; zo was de taakstelling voor de eerste helft van 2021 twee keer zo groot als die voor de zes maanden ervoor.
De voorspellingen voor dit jaar zijn te laag ingeschat en de huidige opvangcrisis zorgt er ook voor dat het huisvesten moeizaam loopt, omdat er enkel focus is op de korte termijn. De Adviesraad Migratie wil dat gemeenten vaker en sneller worden geïnformeerd over afwijkingen tussen de prognoses en het daadwerkelijke aantal statushouders dat ze moeten huisvesten.
Niet slecht
Toch doen gemeenten het dit jaar niet slecht, zegt de raad. In 2021 hebben gemeenten meer dan 10.000 statushouders meer gehuisvest dan in 2020. In de eerste helft van 2022 waren het er in totaal bijna 12.000. Daarmee hebben zij hun taakstelling gehaald en hebben zij een (bescheiden) deel van hun langdurige achterstand ingelopen.
In het verleden hebben niet alle gemeenten namelijk genoeg woningen aan statushouders toegewezen. Kremer: “Na de hoge instroom in 2015 hebben gemeenten in een jaar tijd 40.000 statushouders gehuisvest, maar daarna verslapte de aandacht bij alle overheden.” In de cijfers is te zien dat in 2018 en 2019 relatief weinig statushouders een woning hebben gekregen.
In totaal wachten nu nog zo’n 17.500 statushouders op een woning. De meesten wonen in afwachting van een huis nog in een asielzoekerscentrum, waar ze plekken bezet houden van asielzoekers die nog in de aanvraagprocedure zitten.
Als zij allemaal een woning zouden hebben, dan kan de tijdelijke opvang gesloten worden, daarom blijft de staatssecretaris gemeenten verzoeken om haast te maken met huisvesten. Alle gemeenten moeten bijdragen aan de huisvesting van vergunninghouders, in verhouding met hun inwonertal. Sommige zijn daar al een tijd voortvarend mee bezig, anderen hebben een enorme achterstand.
Belangrijk voor integratie
In principe wijst het Centraal Orgaan opvang asielzoekers de statushouder toe aan de gemeente op het moment dat besloten wordt dat een asielzoeker in Nederland mag blijven. Daarna heeft de gemeente maximaal veertien weken de tijd om een huis te regelen. Dat lukt maar in de helft van de gevallen, stelt de adviesraad vast.
Voorzitter Kremer benadrukt hoe belangrijk het is om statushouders snel te huisvesten. “Pas als je in je definitieve gemeente woont, kan je beginnen met de inburgering. Vanaf dat moment kan je dus uit de pauzestand van een asielprocedure”, zegt ze. “Als het lang duurt voordat er huisvesting is, heeft dat negatieve gevolgen voor de statushouder, maar ook voor de samenleving. Dan heb ik het niet alleen over de problemen in de opvang die nu veel in het nieuws zijn; we laten het potentieel van een flink deel van de bevolking onbenut.”
In een reactie benadrukt staatssecretaris Van der Burg dat eerder met de gemeenten is afgesproken dat die nog voor het eind van het jaar 20.000 statushouders zullen huisvesten. Volgens de staatssecretaris is het zeer grote aantal statushouders een van de oorzaken waardoor de capaciteit van de opvang onder druk staat.
Hij herhaalt dat hij nog deze week met een wetsvoorstel hoopt te komen om de opvang van asielzoekers eerlijker over Nederland te verdelen. Over die wet wordt al tijden overlegd binnen de coalitie, tot nu toe zonder concreet resultaat.
EINDE
”Er is een woningtekort. Asielzoekers die te horen krijgen dat ze mogen blijven, hebben recht op een woning en kunnen dus weg uit het asielzoekerscentrum. Maar, er is een tekort aan huurhuizen. Daarom zitten mensen veel langer in een azc dan eigenlijk de bedoeling is en zij houden dan weer een plekje bezet voor iemand die in Ter Apel zit.”
NOS
WAAROM GAAT HET ZO MIS BIJ TER APEL?
9 JUNI 2022
Wat is er gebeurd?
Het gaat helemaal niet goed bij het asielzoekerscentrum in Ter Apel. Dat is de eerste plek waar asielzoekers zich moeten melden als ze in Nederland aankomen en hier willen komen wonen.
Er is daar plek voor 2000 mensen, maar er zitten op dit moment honderden asielzoekers meer. Er is veel lawaai, de wc’s zijn vies en daar blijft het niet bij.
Er zijn namelijk vaak ook niet genoeg bedden. Deze week sliepen een recordaantal mensen buiten, maar liefst 700. Hoe kan dat?
Hoe komt het dat het zo mis gaat?
Dat het asielzoekerscentrum in Ter Apel nu zo vol zit, heeft meerdere oorzaken. We zetten het even op een rijtje:
Iedere asielzoeker in Nederland moet via Ter Apel. Ter Apel is een aanmeldcentrum. Dat betekent dat als je als asielzoeker in Nederland aankomt, je daarheen móét. En je bent er ook niet zomaar weer weg, want in Ter Apel kom je in een procedure terecht die bepaalt of je mag blijven. Maar bij de diensten die naar die asielaanvragen kijken, is er een groot tekort aan mensen, waardoor het allemaal lang duurt.
Er komen weer meer asielzoekers naar Nederland na de coronacrisis. Waarom je nu ineens zoveel over Ter Apel hoort in het nieuws? Nou, dat komt ook omdat het de afgelopen jaren door de coronacrisis veel rustiger is geweest. Met het verdwijnen van de maatregelen en de overname van Afghanistan door de terreurgroep de Taliban, werd het weer drukker. Toch zijn er niet veel meer asielzoekers dan in de jaren vóór corona.
Veel opvangplekken zijn dicht gegaan. Niet veel meer asielzoekers dan voor corona en toch te weinig plekken. Dat komt dus omdat de overheid het aantal beschikbare plekken en het aantal mensen dat asielzoekers kan helpen bij hun procedure om te mogen blijven, laat afhangen van hoe druk het is. Toen het rustig was door corona zijn dus veel opvangplekken gesloten en medewerkers een andere baan gaan zoeken. En door die politieke keuze zijn er nu grote problemen, want die plekken zijn niet zomaar weer terug.
Andere gemeenten willen niet helpen. Staatssecretaris Eric van der Burg is namens het kabinet degene die dit probleem moet oplossen. Al maandenlang probeert hij gemeenten te vinden die asielzoekers uit Ter Apel willen opvangen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Veel gemeenten zeiden lange tijd dat het niet kon of dat ze niet wilden. En zelfs als gemeenten wel toezeggen te helpen, lukt het niet meteen om een plek te vinden.
Er is een woningtekort. Asielzoekers die te horen krijgen dat ze mogen blijven, hebben recht op een woning en kunnen dus weg uit het asielzoekerscentrum. Maar, er is een tekort aan huurhuizen. Daarom zitten mensen veel langer in een azc dan eigenlijk de bedoeling is en zij houden dan weer een plekje bezet voor iemand die in Ter Apel zit.
Zijn er oplossingen?
Al deze problemen zijn niet zomaar opgelost, zegt het COA, de organisatie die over het opvangen van vluchtelingen gaat. “Het is niet zo dat er met een druk op de knop ineens allemaal extra plekken zijn door heel Nederland, dat kost tijd”, zegt een woordvoerder.
Maar er wordt wel aan oplossingen gewerkt. Zo is de staatssecretaris die hierover gaat gesprekken aan het voeren over een tweede aanmeldcentrum voor vluchtelingen. Mensen die nieuw aankomen in Nederland zouden dan dus niet allemaal per se naar Ter Apel hoeven, waardoor het daar rustiger wordt.
Maar er wordt ook gekeken naar meer plekken voor asielzoekerscentra, waar mensen naartoe kunnen als ze uit Ter Apel weg mogen. Het kabinet vraagt al lange tijd of gemeenten meer gebouwen tot opvang willen maken. Maar te weinig gemeenten doen dat. Daarom besloot de overheid zelf een hotel te kopen in Albergen, om daar asielzoekers op te kunnen vangen.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noot 28/Pittige Tijden
Minister Faber en het nieuwe kabinet willen een asielcrisis uitroepen. Dit is niet alleen onmogelijk, maar ook de omgekeerde wereld. Het tekort aan opvangplekken is een resultaat van politieke onwil. Er is dan ook geen sprake van een asielcrisis maar van een opvangcrisis.
Politieke onwil
Het kabinet wil een crisis uitroepen vanwege ‘overmacht’. Maar er zijn grote juridische twijfels of dit wel kan. Er is namelijk geen sprake van een onverwacht groot aantal asielzoekers in Nederland. Ook niet in vergelijking met landen om ons heen.
Geen overmacht dus, maar wel: politieke onwil. Nederland zit in een zelfgecreëerde crisis. Neem bijvoorbeeld de bezuinigingen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), waardoor de wachttijden oplopen. Of het afbouwen van vaste opvanglocaties van het COA.
Er is een gebrek aan wil om de asielopvang en procedures goed te organiseren. Dat blijkt ook uit het feit dat er al een oplossing is bedacht: de Spreidingswet. Maar die wil dit kabinet juist intrekken.
Asielcrisiswet en asielstop
Na het uitroepen van een asielcrisis wil het kabinet een asielcrisiswet invoeren. Maar zelfs als dat lukt, zijn veel maatregelen in strijd met het Europees recht, en dus onuitvoerbaar.
Ook een tijdelijke asielstop zal de rechter direct tegenhouden. Nederland mag namelijk niet afwijken van Europese regels. Dit zou alleen kunnen als er bijvoorbeeld een oorlog in Nederland is.
Harde woorden over asielzoekers lossen de problemen in de samenleving niet op
Het Nederlandse gerechtshof heeft al eerder bepaald dat er geen sprake is van een noodtoestand. Dit komt simpelweg omdat het aantal asielzoekers niet dramatisch hoog is vergeleken met eerdere jaren. Ook niet vergeleken met andere landen. Als je kijkt naar het aantal asielverzoeken per inwoner, zit Nederland precies op het Europees gemiddelde.
Zorgen om onverantwoorde keuzes
Wij maken ons ernstige zorgen over de gevolgen van deze onverantwoorde keuzes. De chaos in Ter Apel en andere plaatsen wordt hierdoor willens en wetens in stand gehouden.
Het kan wél
Harde woorden over asielzoekers lossen de problemen in de samenleving niet op. Het is nu vooral belangrijk om de capaciteit van organisaties zoals het COA en de IND op orde te brengen. En om asielopvang eerlijk te verdelen over het land, zoals in de Spreidingswet is afgesproken. Alleen zo kan een echte crisis worden voorkomen.
EINDE
VLUCHTELINGENWERK
ALLES OVER DE OPVANG VAN ASIELZOEKERS
[30]
”Minister Faber en het nieuwe kabinet willen een asielcrisis uitroepen. Dit is niet alleen onmogelijk, maar ook de omgekeerde wereld. Het tekort aan opvangplekken is een resultaat van politieke onwil. Er is dan ook geen sprake van een asielcrisis maar van een opvangcrisis.”
VLUCHTELINGENWERK
ASIELCRISIS UITOEPEN?
ONMOGELIJK EN DE OMGEKEERDE WERELD
22 AUGUSTUS 2024
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 29
”Als we naar de instroom van nieuwe asielzoekers kijken, dan wordt duidelijk dat er in Nederland eigenlijk geen asielcrisis, maar eerder een opvangcrisis is. Het aantal asielaanvragen is wel iets groter dan gebruikelijk, maar het probleem zit ‘m vooral in de doorstroom.”
In Nederland vragen tienduizenden mensen per jaar asiel aan. Zij zijn gevlucht vanwege een oorlog, uit angst om vervolgd te worden voor bijvoorbeeld hun geaardheid of politieke voorkeur, of om te worden herenigd met hun familielid. Als iemand inderdaad bescherming nodig heeft of uit het gezin komt van iemand die al eerder asiel heeft gekregen, mag deze persoon in Nederland blijven.
Een klein deel van deze groep bestaat uit zogenoemde veiligelanders. Zij hebben maar een heel kleine kans om te mogen blijven, omdat Nederland hun herkomstland veilig genoeg vindt. De meesten van hen worden teruggestuurd.
Waardoor is er sprake van een opvangcrisis?
De asielopvang in Nederland is opnieuw vastgelopen. In 2022 was de crisis zo nijpend, dat er mensen buiten in het gras voor het aanmeldcentrum in Ter Apel moesten slapen. In 2023 werd het weer veel te druk en moesten asielzoekers de nacht doorbrengen in wachtruimtes. Ook in 2024 is het nog drukker dan zou moeten.
Als we naar de instroom van nieuwe asielzoekers kijken, dan wordt duidelijk dat er in Nederland eigenlijk geen asielcrisis, maar eerder een opvangcrisis is. Het aantal asielaanvragen is wel iets groter dan gebruikelijk, maar het probleem zit ‘m vooral in de doorstroom.
Doordat er in Nederland een enorm woningtekort is, moeten statushouders lang op een huis wachten. Als gevolg daarvan hoopt het aantal mensen in azc’s op en kunnen asielzoekers in de aanmeldcentra in Ter Apel en Budel ook moeilijker doorstromen naar de azc’s.
Doordat het zo druk is in de normale azc’s, zijn er ook veel tijdelijke (crisis)noodopvangplekken opgezet. De omstandigheden daar zijn verre van ideaal. Daarnaast zegt de naam het al: het gaat om tijdelijke plekken. Steeds meer (crisis)noodopvanglocaties sluiten de deuren, terwijl er maar mondjesmaat nieuwe worden geopend.
EINDE
[31]
”Als we naar de instroom van nieuwe asielzoekers kijken, dan wordt duidelijk dat er in Nederland eigenlijk geen asielcrisis, maar eerder een opvangcrisis is. Het aantal asielaanvragen is wel iets groter dan gebruikelijk, maar het probleem zit ‘m vooral in de doorstroom.”