WIJ, ISRAEL-KRITISCHE JODEN, WORDEN COMPLEET GENEGEERD
15 MAART 2024
Politici die de demonstratie tegen de komst van de Israëlische president Herzog tijdens de opening van het Holocaustmuseum ‘antisemitisch’ noemden, werken zelf antisemitisme in de hand. Dat schrijft Phineas Shapiro van Erev Rav, het antizionistische, Joodse collectief dat de demonstratie organiseerde. ‘Door ons te beperken in wat we mogen vinden, ontneemt men mij en andere Joden het recht om volwaardig deel te nemen aan de politiek en de maatschappij.’
De Nederlandse politiek moet zich kapot schamen. Politici van links tot rechts en van grote tot kleine partijen bevorderen antisemitisch gedachtegoed onder het mom van ‘herdenkingscultuur’. Ik heb het natuurlijk over de demonstratie van afgelopen zondag op het Waterlooplein tegen het bijwonen van de opening van het Nationale Holocaust Museum door president van Israël, Yitzhak Herzog.
Mensen vragen zich vaak af waarom de politiek zo gepolariseerd is. Voor het antwoord hoeven we maar te kijken naar hoe Den Haag reageerde op de demonstratie afgelopen zondag, geïnitieerd door Joden in solidariteit met Palestijnen. De demonstratie ging over de walgelijke keuze om het staatshoofd te verwelkomen van een land dat actief mensenrechten schendt en mogelijk genocide pleegt. Maar voor veel politici is het kennelijk te ingewikkeld om te begrijpen dat je van mening kan zijn dat het Nationale Holocaust Museum dringend nodig is, maar óók dat dit staatshoofd niet welkom zou moeten zijn in Nederland, en al helemaal niet bij de opening van dit museum.
Tijdens een debat in de Tweede Kamer over deze demonstratie vroeg Jimmy Dijk (SP) zich af wat er in onze samenleving is gebeurd dat groepen mensen zó tegenover elkaar zijn komen te staan? “Een groot deel van de mensen die demonstreren heeft echt het beste voor met de Palestijnen die in het nauw zitten. Aan de andere kant zijn er heel veel mensen die graag een fatsoenlijke opening willen van het Holocaustmuseum.” Deze tegenstelling is zozeer feitelijk onjuist dat het gevaarlijk is. De demonstranten waren er ook liever niet geweest, maar ze voelden zich gedwongen er te zijn om op te komen voor universele mensenrechten.
Het zou niet moeten uitmaken dat deze demonstratie door joodse organisaties was georganiseerd. Maar gelet op het huidige politieke tijdperk waarin identiteit het belangrijkste van al is, is het goed om te noemen. Belangrijker is dat woede en verdriet over de Shoah1 niet losstaat van het Joodse perspectief op de genocide in Gaza. Onze herdenkingscultuur is geen dood ‘iets’, het is niet alleen een herinnering aan het verleden. Onze herdenkingscultuur lééft en heeft grote invloed op ons dagelijkse perspectief op de wereld, de politiek en ons leven. Het is onze drijfveer om te strijden tegen alle vormen van onderdrukking, en te reageren als onze pijn geïnstrumentaliseerd wordt om de onderdrukking van anderen te rechtvaardigen.
Oneigenlijke tegenstelling tussen Joden en Palestijnen
Laten we heel duidelijk zijn, Joden en het Jodendom zijn niet homogeen. Wie dat beweert, voedt vooroordelen en werkt antisemitisme in de hand. Joden en Palestijnen zijn allebei diverse en kleurrijke gemeenschappen. Er zijn krachten die Joden willen reduceren tot Israël, en Palestijnen tot Hamas. Zij willen zo een oneigenlijke tegenstelling of zelfs vijandschap creëren tussen Joden en Palestijnen. Het zionisme2 is een van deze krachten. Het soort solidariteit dat afgelopen zondag zichtbaar werd, zal de grondslag vormen van de bevrijding van zowel Palestijnen als Joden uit de ketenen van het zionisme
Het zionisme is een politieke overtuiging die voortkomt uit het etno-nationalistische idee dat je mensen moet scheiden op grond van etniciteit, ras of religie. Net als alle andere vormen van etno-nationalisme staat dat haaks op universele solidariteit en humanisme, die hun wortels hebben in onder andere het jodendom en de islam. Deze waardes bevorderen multi-etnische en multireligieuze democratie. Een echte solidaire democratie biedt veel meer veiligheid aan alle mensen en identiteiten dan het etno-nationalisme. Ik ben daarom optimistisch als ik denk aan de solidariteit tussen Joden en Palestijnen van afgelopen zondag.
Maar het belang van die solidariteit wordt in politiek Den Haag niet gezien, of zelfs met opzet genegeerd. Over de demonstratie werd gesproken alsof die puur en alleen antisemitisch was. Ulysse Ellian (VVD) stelde dat ‘tachtig jaar na de Shoah dezelfde soort haat weer gebezigd wordt in Nederland’. Het is verdrietig dat Ellian solidariteit en haat met elkaar verwart. Antisemitisme is zeker een groeiend probleem in Nederland, maar speelde geen rol bij deze demonstratie, voor zover ik en andere joodse deelnemers dat konden zien en horen. Ook achteraf in de media zagen we daar geen bewijs van.
Veel gevaarlijker en antisemitisme-bevorderend is het om geen onderscheid te maken tussen antisemitisme en het antizionisme. Door ons te beperken in wat we wel en niet mogen vinden, ontneemt men mij en andere Joden het recht om volwaardig deel te nemen aan de politiek en de maatschappij – en dat vind ik antisemitisch.
Dat geldt ook voor de leus ‘from the river to the sea, Palestine will be free’ die ook Erev Rav gebruikt als oproep tot de bevrijding van Palestina. Die leus roept op tot politieke bevrijding en bevrijding van het zionisme, niet ‘tot het uitroeien van alle Joden wereldwijd’ zoals de Tweede Kamer vindt volgens de motie die op 6 februari werd aangenomen. Dat perspectief maakt mij woedend en bang, want daarmee bestendigt de Kamer de koppeling tussen het antisemitisme en antizionisme. Daarmee beperken ze wat een acceptabele politieke mening is voor Joden, ze verzwakken zo het veelzijdige Joodse leven in Nederland, en behandelen het jodendom als homogeen. Op die manier dragen ze bij aan onverschilligheid en intolerantie, en spelen ze het antisemitisme in de kaart.
En het kan niet zijn dat die politici niet weten hoe we erin staan: media rapporteerden zorgvuldig over de feiten tijdens de demonstratie en de aanleiding die Erev Rav had. Pas toen ze politici ruim baan gaven, ontstond de mythe van de ‘antisemitische demonstratie’. Op1 belde Erev Rav zelfs af en nodigde in plaats daarvan Mirjam Bikker (CU) uit die ten onrechte nog eens mocht beweren dat de demonstranten zich misdroegen. Israël-kritische Joden werden bij de beschouwingen achteraf door de media compleet genegeerd en ook dat wekt de schijn van antisemitisme.
Wie verdient bescherming?
Ingrid Michon-Derkzen (VVD) stelde dat de plechtigheid tijdens de opening een ‘absoluut dieptepunt’ werd door de demonstratie. Ze vroeg zich af in wat voor land we leven als we ‘onder het mom van een demonstratie’ toestaan dat de opening van zo’n belangrijk museum verpest wordt. Weet zij dat we met duizenden op het Waterlooplein de Kaddisj voor de rouwenden3 zeiden? In wat voor een land leven we als die solidariteit als dieptepunt wordt gezien, en niet de komst van een mogelijke oorlogsmisdader?
Als leden van de Tweede Kamer een tegenstelling nodig hebben om over de demonstratie te debatteren dan is de interpretatie van de leus ‘nooit meer is nu’ een goede. Wie verdient bescherming? Iedereen? Mirjam Bikker (CU) wil dat we ‘durven te herdenken’ maar zelf durft ze kennelijk niet voor ‘nooit weer’ op te komen. Ze wijst erop dat er momenten zijn om te zwijgen en momenten om te herdenken. Op deze en veel andere momenten denk ik aan mijn betovergrootvader, wiens naam ik draag, die in een trein is geladen en vermoord werd. Ik denk dan aan mijn overgrootmoeder die met haar 1-jarige zoon nog net kon vluchten. Hun nagedachtenis is een zegen en stimuleert mij om te werken aan het intergenerationeel project om ervoor te zorgen dat ‘nooit weer’ echt ‘nooit weer’ betekent. Op het moment dat onze herinnering aan het lijden van toen ons nú in actie laat komen, dan pas hebben we een gezonde herdenkingscultuur.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noot 69/KLEUR BEKENNEN!
Een vrij Palestina, ‘from the river to the sea’: daar roepen pro-Palestijnse activisten toe op. Een vrijheidskreet, vinden zij, maar de Tweede Kamer hoort er een oproep tot geweld in en wil het gebruik van de kreet strafbaar maken”
ONE WORLD
”FROM THE RIVER TO THE SEA” IS GEEN
OPROEP TOT GENOCIDE
23 MEI 2024
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 66
Reacties uitgeschakeld voor Noot 70/KLEUR BEKENNEN!
Affirms the legitimacy of the struggle of peoples under colonial and alien domination recognized as being entitled to the right of self-determination to restore to themselves that right by any means at their disposal;”
VN AV RESOLUTIE 2649
General Assembly
Distr. GENERAL
A/RES/2649 30 November 1970
Original: ENGLISH
2649 (XXV).
The importance of the universal realization of the right of peoples to self-determination and of the speedy granting of independence to colonial countries and peoples for the effective guarantee and observance of human rights
The General Assembly,
Emphasizing the importance of the universal realization of the right of peoples to self-determination and of the speedy granting of independence to colonial countries and peoples for the effective guarantee and observance of human rights,
Concerned that many peoples are still denied the right to self-determination and are still subject to colonial and alien domination,
Regretting that the obligations undertaken by States under the Charter of the United Nations and the decisions adopted by United Nations bodies have not proved sufficient to attain respect for the right of peoples to self-determination in all cases,
Recalling its resolution 2588 B (XXIV) of 15 December 1969 and resolution VIII adopted by the International Conference on Human Rights held at Teheran in 1968,
1/
Considering that it is necessary to continue the study of ways and means of ensuring international respect for the right of peoples to self-determination,
Noting the Declaration on Principles of International Law concerning Friendly Relations and Co-operation among States in accordance with the Charter of the United Nations,
2/ which elaborated the principle of self-determination of peoples,
Recalling its resolution 1514 (XV) of 14 December 1960 containing the Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples,
Recalling its resolution 2621 (XXV) of 12 October 1970 on the programme of action for the full implementation of the Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples,1.
Affirms the legitimacy of the struggle of peoples under colonial and alien domination recognized as being entitled to the right of self-determination to restore to themselves that right by any means at their disposal;2.
Recognizes the right of peoples under colonial and alien domination in the legitimate exercise of their right to self-determination to seek and receive all kinds of moral and material assistance, in accordance with the resolutions of the United Nations and the spirit of the Charter of the United Nations;3.
Calls upon all Governments that deny the right to self-determination of peoples under colonial and alien domination to recognize and observe that right in accordance with the relevant international instruments and the principles and spirit of the Charter;4.
Considers that the acquisition and retention of territory in contravention of the right of the people of that territory to self-determination is inadmissible and a gross violation of the Charter;5.
Condemns those Governments that deny the right to self-determination of peoples recognized as being entitled to it, especially of the peoples of southern Africa and Palestine;6.
Requests the Commission on Human Rights to study, at its twenty-seventh session, the implementation of the United Nations resolutions relating to the right of peoples under colonial and alien domination to self-determination, and to submit its conclusions and recommendations to the General Assembly, through the Economic and Social Council, as soon as possible.
1915th plenary meeting 30 November 1970.
_________________1/ Final Act, (E.68.XIV.2), p.9.2/ Resolution 2625 (XXV).
Reacties uitgeschakeld voor Noten 71 t/m 73/KLEUR BEKENNEN!
In de Limburgse hoofdstad vertrokken de demonstranten rond 16.00 uur vanaf het Stationsplein en lopen zij door de winkelstraten naar het Vrijthof, waar de deelnemers worden toegesproken. De demonstranten voeren Palestijnse vlaggen mee en borden met opschriften als ‘Free Palestine, don’t be silent’ en ‘From the River to the sea, Palestine will be free’. De deelnemers scanderen die leuzen ook”
HART VAN NEDERLAND
GROTE DEMONSTRATIES VOOR PALESTINA IN
VERSCHILLENDE DELEN IN HEEL HET LAND
21 OCTOBER 2023
Honderden mensen demonstreren zaterdag in verschillende steden in Nederland voor Palestina. Onder meer in Leeuwarden, Groningen en Maastricht waren veel demonstranten op de been.
In de Limburgse hoofdstad vertrokken de demonstranten rond 16.00 uur vanaf het Stationsplein en lopen zij door de winkelstraten naar het Vrijthof, waar de deelnemers worden toegesproken. De demonstranten voeren Palestijnse vlaggen mee en borden met opschriften als ‘Free Palestine, don’t be silent’ en ‘From the River to the sea, Palestine will be free’. De deelnemers scanderen die leuzen ook.
Ook in Leeuwarden zijn zo’n tweehonderd mensen afgekomen op de demonstratie, die begon op het Wilhelminaplein met verschillende toespraken en twee minuten stilte. In Groningen zouden er volgens een verslaggever ter plaatse zo’n 300 mensen bijeen zijn op de Grote Markt. In Den Haag, Den Bosch, Amsterdam, Deventer en Enschede zijn mensen vandaag ook de straat op gegaan om voor Palestina te demonstreren.
EINDE
[75]
HET PAROOL
HALSEMA BLIJFT ERBIJ: ”FROM THE RIVER TO THE SEA, PALESTINE
WILL BE FREE” IS ONAANVAARDBAAR
2 NOVEMBER 2023
Burgemeester Femke Halsema blijft erbij dat ze de leus From the river to the sea, Palestine will be free onaanvaardbaar vindt, al is deze niet verboden. ‘Waarom zou je mensen diep willen kwetsen?’
De burgemeester reageerde daarmee op vragen van Denkraadslid Sheher Khan en voormalig Bij1’er Jazie Veldhuyzen. Zij vroegen Halsema haar oordeel over de leus te nuanceren, die volgens hen ‘multi-interpretabel’ is. “De leus moet in de juiste context worden gezien,” zei Khan, die stelde dat de leus in overgrote mate niet wordt gebruikt als oproep tot geweld tegen Israëli’s, maar om te pleiten voor gelijkwaardigheid en vrijheid van Palestijnen.
Halsema draaide er in haar reactie niet omheen: “Wat u negeert, is dat de leus in 2017 is opgenomen in het handvest van Hamas. De leus wordt gebruikt door Hamas en Hezbollah. Daarmee is hij alle onschuld kwijt en dat maakt ’m voor mij onaanvaardbaar. Waarom zou je een slogan willen gebruiken waarvoor zoveel alternatieven zijn, terwijl je weet dat er zoveel Joodse mensen zijn die je hier diep mee kwetst?”
Ze noemde het ‘buitengewoon naïef’ dat wordt gedacht dat de leus nog ‘contextloos’ kan worden gezien na de terreuractie van Hamas begint oktober. Khan zei dat de leus al veel ouder was en dat de leus is gekaapt door Hamas en Hezbollah. “Ik heb er moeite mee dat ik in het kamp van Hamas wordt geplaatst: 99 procent scandeert dit helemaal niet als leus voor Hamas. Straks wordt Free Palestine nog te erg.”
Halsema kon zich ook daar niet in vinden en draaide de vraag om: als mensen de leus als kwetsend ervaren, waarom kunnen Khan en Veldhuyzen niet Free Palestine gebruiken? Halsema: “Waarom moet je gebruikmaken van een leus, terwijl een deel van de inwoners zich extreem bedreigd voelt? Mensen durven hun huis niet meer uit.”
Mauritshuis
Tijdens een eerder debat vroeg Halsema zich nog af of de leus strafbaar is. Ze kwam daarop terug en zei niet te weten dat er een uitspraak half augustus was gedaan door de rechter dat deze niet strafbaar was. Tegen de twee raadsleden zei ze dan ook dat ze het gewoon straffeloos mogen gebruiken zonder dat ze worden opgepakt, maar dat ze daar wel ‘grote bezwaren’ tegen heeft. “De vrijheid van meningsuiting is niet in het geding,” aldus Halsema.
De burgemeester wees ook naar de demonstraties in de coronaperiode. Verschillende actiegroepen gebruikten toen Davidsterren en hakenkruizen als vorm van protest. Bij wet is dat ook niet verboden, maar zowel Denk als Bij1 keurde het toen wel af. Halsema: “Toen was u het erg met mij eens.”
Tegen Veldhuyzen zei ze ook specifiek dat, ondanks zijn vertrek bij Bij1, ze niet begrijpt dat zijn oude partij op het Mauritshuis in Den Haag deze leus heeft geprojecteerd. “Bij1 komt altijd op voor de positie van gemarginaliseerde groepen. En dan komen ze met zo’n kwetsende leus. Waarom zou je dat doen?”
Stilte in de raad
Opvallend was ook de stilte van andere partijen tijdens de rondvraag. VVD, JA21 en Volt waren om uiteenlopende redenen afwezig, terwijl veel andere partijen ervoor kozen zich niet in het debat te mengen.
Het was alleen Rob Hofland van D66 die zei zich uit te spreken namens meerdere partijen. Hofland: “Een groot deel van de raad is erg tevreden over de manier waarop de burgemeester het juridisch en moreel verwoordt.” In de Tweede Kamer is recent een motie aangenomen die oordeelt dat de leus een oproep is tot geweld.
EINDE
[76]”
Halsema draaide er in haar reactie niet omheen: “Wat u negeert, is dat de leus in 2017 is opgenomen in het handvest van Hamas. De leus wordt gebruikt door Hamas en Hezbollah. Daarmee is hij alle onschuld kwijt en dat maakt ’m voor mij onaanvaardbaar. Waarom zou je een slogan willen gebruiken waarvoor zoveel alternatieven zijn, terwijl je weet dat er zoveel Joodse mensen zijn die je hier diep mee kwetst?””
HET PAROOL
HALSEMA BLIJFT ERBIJ: ”FROM THE RIVER TO THE SEA, PALESTINE
WILL BE FREE” IS ONAANVAARDBAAR
2 NOVEMBER 2023
ZIE VOOR HEHELE TEKST, NOOT 75
Reacties uitgeschakeld voor Noten 74 t/m 76/KLEUR BEKENNEN!
Het Nederlandse Openbaar Ministerie oordeelde in 2022 dat een demonstrant die de leus riep tijdens een demonstratie niet kon worden vervolgd omdat er geen strafbare feiten zouden zijn gepleegd. Dit werd in 2023 bekrachtigd door het gerechtshof van Amsterdam.[28][34]”
Beklag ex artikel 12 Wetboek van Strafvordering. Klacht over niet vervolgen ter zake van opruiing, bedreiging en aanzetten tot haat tijdens demonstratie afgewezen; naar het oordeel van het hof leveren de door beklaagde tijdens zijn speech uitgedragen boodschappen en uitingen geen strafbare feiten op. Het beklag is ongegrond.Vindplaatsen
Het hof heeft op 14 maart 2023 het klaagschrift ontvangen. Het beklag richt zich tegen de beslissing van de officier van justitie bij het arrondissementsparket Amsterdam om geen strafvervolging in te stellen tegen [beklaagde] (hierna: beklaagde) tegen wie klager aangifte heeft gedaan ter zake van opruiing, bedreiging en aanzetten tot haat.
2Het verslag van de advocaat-generaal
Bij verslag van 16 juni 2022 heeft de advocaat-generaal het hof in overweging gegeven het beklag af te wijzen.
3De voorhanden stukken
Het hof heeft kennisgenomen van:
– het klaagschrift;
– het verslag van de advocaat-generaal;
– de aangifte tegen [beklaagde] van 21 juni 2021;
– de aangifte tegen de organisatoren van de manifestatie voor Palestina van 21 juni 2021;
– de sepotbrief van 16 januari 2022;
– een proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 augustus 2021.
4De behandeling in raadkamer
Het hof heeft klager in de gelegenheid gesteld op 23 juni 2022 het beklag toe te lichten. Klager is, bijgestaan door zijn gemachtigden dhr. [gemachtigde 1] en mevr. [gemachtigde 2], die optraden namens mr. B. Araujo Cardoso, in raadkamer verschenen.
Voorts heeft het hof beklaagde in de gelegenheid gesteld op 15 juni 2023 te worden gehoord. Beklaagde is, bijgestaan door mr. W.H. Jebbink, in raadkamer verschenen en heeft het hof verzocht de klacht af te wijzen.
De advocaat-generaal is bij de behandeling in raadkamer aanwezig geweest. In hetgeen in raadkamer naar voren is gekomen heeft deze geen aanleiding gevonden de conclusie in het verslag te herzien. In aanvulling op het verslag heeft zij over het tonen van de Shahada-vlag door demonstranten opgemerkt, dat dit niet strafbaar is.
5De beoordeling van het beklag
Klager heeft op 21 juni 2021 aangifte gedaan tegen beklaagde en de organisatie van de manifestatie voor Palestina. Beklaagde was op 22 mei 2021 aan het demonstreren op de Dam in Amsterdam. Tijdens zijn speech als coördinator van de organisatie [organisatie] zou hij boodschappen hebben uitgedragen die bedreigend en opruiend zijn jegens de staat Israël en het Joodse volk. Ook zou hij met deze uitingen hebben aangezet tot haat en hebben opgeroepen tot geweld.
Voor de weergave van de feitelijke uitgangspunten die van belang zijn voor de beoordeling verwijst het hof naar de inhoud van de sepotbrieven en het verslag.
Het beoordelingskader
Het hof heeft te beoordelen of de strafrechter die over deze zaak zou moeten oordelen – al dan niet na nader onderzoek – zou kunnen komen tot een veroordeling voor enig strafbaar feit. Daarnaast moet het hof beoordelen of er, gelet op alle omstandigheden, voldoende belang is bij het alsnog instellen van strafrechtelijke vervolging. Indien het antwoord op beide vragen bevestigend luidt, zal een bevel tot vervolging worden gegeven.
De overwegingen van het hof
Het hof komt – met het openbaar ministerie – tot het oordeel dat de uitingen van beklaagde, zoals weergegeven in het politiedossier, geen strafbare feiten opleveren. Er is geen sprake van bedreiging, opruiing of strafbaar aanzetten tot haat. Het hof sluit zich dienaangaande aan bij de juridische beoordeling van de uitingen in de sepotbrieven en het verslag van het openbaar ministerie.
Het hof is dan ook van oordeel dat er goede redenen zijn om in deze zaak geen vervolging te gelasten. Het beklag is ongegrond.
Het hof zal daarom als volgt beslissen.
6De beslissing
Het hof wijst het beklag af.
Deze beschikking, waartegen voor betrokkenen geen rechtsmiddel openstaat, is gegeven op
15 augustus 2023 door mrs. E. van Die, voorzitter, E. de Greeve en P.C. Verloop, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. S.S.I. Jackson, griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier
EINDE
ZIE OOK
‘FROM THE RIVER TO THE SEA, PALESTINE WILL BE FREE” NIET
STRAFBAAR/UITSPRAAK GERECHTSHOF AMSTERDAM DD 15 AUGUSTUS 2023
ACHTERGRONDINFORMATIE:
THE RIGHTS FORUM
NIKS MIS MET SLOGAN ”FROM THE RIVER TO THE SEA, PALESTINE WILL
BE FREE” OORDEELT RECHTER
1 SEPTEMBER 2023
Na het Openbaar Ministerie oordeelt ook het Gerechtshof Amsterdam dat de slogan niet antisemitisch of strafbaar is. Daarmee wordt paal en perk gesteld aan de intimiderende praktijken waarmee pro-Israël-activisten proberen de slogan uit het publieke domein te verbannen.
In mei 2021 werd in Nederland fel geprotesteerd tegen de escalatie van het Israëlische geweld tegen de Palestijnen in de bezette Palestijnse gebieden en Israël zelf. Een van de slogans waarmee dat gebeurde was From the river to the sea, Palestine will be free.
Slogan met historie
Die slogan heeft een lange geschiedenis. Het is een Palestijnse roep om vrijheid in alle delen van historisch Palestina, het gebied tussen de rivier de Jordaan en de Middellandse Zee. Na de stichting van de staat Israël in 1948 viel dat in delen uiteen en verloren de Palestijnen iedere zeggenschap over hun thuisland.
In Israël kwamen zij tot eind 1966 – de facto tot begin 1968 – onder een wurgend militair regime en in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever onder respectievelijk Egyptisch en Jordaans bewind, terwijl de driekwart miljoen Palestijnen die tijdens de Nakba (1947-1949) door Joodse milities van huis en haard verdreven waren verspreid over de regio in vluchtelingenkampen leefden. Onder deze omstandigheden won de slogan met name sinds begin jaren zestig aan populariteit.
In de Zesdaagse Oorlog van juni 1967 bezette Israël ook de rest van historisch Palestina – een operatie die het verkocht als ‘bevrijding’ – en kwam het hele gebied onder Israëlische controle. Sindsdien leven de Palestijnen er onder uiteenlopende vormen van rechteloosheid en onderdrukking: in Israël zijn zij tweederangsburgers en op de Westoever, in Oost-Jeruzalem en in de Gazastrook leven zij onder een militaire bezetting die verschillende gezichten heeft, maar als centraal aspect dat de Palestijnen geen enkele invloed hebben op het regime dat hun levens bepaalt. De vluchtelingen worden door Israël nog altijd weerhouden van hun recht van terugkeer naar hun oorspronkelijke woonplaatsen; zij leven nog altijd in de diaspora, merendeels onder uitzichtloze omstandigheden en aangewezen op steun van de VN.
Tegen deze achtergrond is de slogan onverminderd populair en relevant. Hij moet begrepen worden als verzet tegen wat from the river to the sea de facto één staat (Israël) is, waarin Palestijnen in uiteenlopende gradaties worden gediscrimineerd dan wel onderdrukt. De slogan geeft uiting aan de Palestijnse oppositie tegen dit op etnische leest geschoeide en inherent racistische onrecht.
Niet antisemitisch, niet bedreigend
Pro-Israël-activisten bevechten de roep om vrijheid en gerechtigheid sinds jaar en dag met alle mogelijke middelen. Zo ook tijdens de protesten tegen het Israëlische geweld in mei 2021. Tegen een lid van de pro-Palestijnse organisatie Samidoun die de slogan tijdens een toespraak gebruikte werd aangifte gedaan. De slogan zou antisemitisch zijn, luidde de aanklacht.
In alle sindsdien doorlopen juridische procedures kreeg de klager echter geen poot aan de grond. Uiteindelijk belandde de aanklacht op het bord van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 15 augustus oordeelde dat de slogan niet antisemitisch, haatzaaiend, opruiend of bedreigend is en binnen de vrijheid van meningsuiting valt. De klacht is definitief ongegrond verklaard.
De slogan is niet antisemitisch, haatzaaiend, opruiend of bedreigend en valt binnen de vrijheid van meningsuiting.
De uitspraak van het hof is van grote betekenis. Niet alleen wordt de slogan erkend als een legitieme vorm van protest, ook wordt paal en perk gesteld aan de intimiderende praktijken waarmee pro-Israël-activisten proberen de slogan uit het publieke domein te verbannen.
‘Oproep tot uitroeiing Joden’
Een voorbeeld daarvan is de campagne die, eveneens in mei 2021, werd gevoerd tegen de kunstenaarswerkplaats De Ateliers en de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, nadat studenten er spandoeken met de slogan aan de gevel hadden gehangen. Een bonte stoet pro-Israël-activisten beschuldigde de akademie van steun aan ‘de vernietiging van Israël’ of, erger nog, ‘de vernietiging van de Joden’. Journalist Frits Barend zei het zo: ‘Tachtig jaar na de Holocaust roept een koninklijke instelling impliciet alsnog op tot uitroeiing van de Joden.’
Ook Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) Eddo Verdoner liet zich gelden. In een opiniestuk in Het Parool schreef hij dat de slogan ‘in de context van dit [Israëlisch/Palestijnse] conflict immers betekent dat Israël moet verdwijnen. Het impliceert daarmee ook dat de Joodse bevolking weg zal trekken, of erger: wordt verjaagd’.
Volgens Verdoner zouden Amsterdamse Joden ‘zich bedreigd voelen door het spandoek’. Verwijzend naar de Holocaust en het feit dat in de Tweede Wereldoorlog Duitse militairen in het huidige akademiegebouw gelegerd waren stelde hij: ‘Het delegitimeren van de Joodse staat raakt in essentie precies dezelfde snaar. “Ga daar maar weg”, stond eigenlijk op het spandoek.’ Daarmee zou Nederlandse Joden in het hypothetische geval van een tweede Holocaust een veilige haven worden ontnomen, aldus Verdoner: ‘Zoals Abel Herzberg zei: zonder Israël is elke Jood een ongedekte cheque.’
De intimidatiecampagne had succes. De leiding van de akademie boog voor de beschuldigingen, de directeur bood excuses aan en liet de spandoeken verwijderen. Aan het Piet Zwart Instituut, onderdeel van de Willem de Kooning Academie en de Hogeschool Rotterdam, deed zich een vergelijkbare campagne voor. Daar moest zelfs een afbeelding van een meloen het veld ruimen.
Hypocriet en destructief
De campagnes staan bol van de hypocrisie. De Palestijnen worden from the river to the sea gediscrimineerd dan wel onderdrukt, zij krijgen dag in dag uit te verstaan dat het hele gebied door Israël is ‘bevrijd’ en dat ‘het Joodse volk een exclusief en onvervreemdbaar recht heeft op alle delen van het land’, maar zelf mogen zij hun vrijheid en rechten niet from the river to the sea bepleiten.
Doen zij dat wel, dan krijgen ze tot in Nederland toe te horen dat juist zij het zijn die geweld prediken en uit zijn op onderdrukking en verdrijving. Zij ‘willen Israël vernietigen’ en ‘de Joodse Israëli’s verdrijven’, zo niet alle Joden ‘uitroeien’. Wat de Palestijnen zelf willen en bedoelen doet er niet toe, dat bepalen de pro-Israël-activisten wel; Palestijnen moeten hun mond houden, hun slogan moet verboden worden en debat daarover de kop ingedrukt.
Het debat over gelijke rechten in Israël/Palestina is juist noodzakelijk, althans voor wie naar vrede streeft.
De campagnes zijn niet alleen hypocriet, maar ook destructief. Het debat over gelijke rechten in Israël/Palestina is namelijk juist noodzakelijk, althans voor wie naar vrede streeft. De slogan From the river to the sea, Palestine will be free mag, nee moet gehoord worden. De tijd dat het thema kon worden geparkeerd in het vooruitzicht dat de tweestatenoplossing het ‘conflict’ zou beslechten ligt achter ons. Israël maakt er geen geheim van de Westelijke Jordaanoever niet alleen de facto, maar ook de jure te willen annexeren, daarmee zijn from the river to the sea-project voltooiend. De Palestijnen wacht uitzichtloze voortzetting van het onrecht dat hun levens al generaties domineert.
De geweldsexplosie in mei 2021, voor het eerst sinds lange tijd ook in Israël zelf, heeft de wereld ten overvloede doordrongen van het feit dat de situatie een kruitvat is dat ieder moment kan ontploffen. Geweld op enorme schaal is een reëel risico, a clear and present danger, en dat zal geen winnaar, maar alleen verliezers opleveren. Je zou verwachten dat ook de pro-Israël-activisten dat begrepen hebben. In de racistische ongelijkheid en onderdrukking die volgens hen fundamenteel zijn voor het voortbestaan van Israël ligt juist het werkelijke gevaar voor het land en zijn Joodse (en niet-Joodse) bewoners.
Debat essentieel
Dat de activisten hun verzet tegen de slogan zullen opgeven valt niet te verwachten, maar de uitspraak van de rechter ontneemt hen in ieder geval hun intimidatiewapen. De Rijksakademie van Beeldende Kunsten en het Piet Zwart Instituut zullen zich voortaan wel driemaal bedenken voor zij een spandoek verbieden.
Dat er kennelijk Joden zijn die de slogan als bedreigend ervaren is vanzelfsprekend betreurenswaardig. Dat maakt open debat ook voor hen belangrijk. Dan kunnen zij van de Palestijnen en hun medestanders zelf horen wat zij bedoelen. En zullen zij merken dat veel Joden hun angst niet delen, maar de noodzaak van debat en van beëindiging van de Israëlische overheersing onderschrijven.
Wat niet helpt is gevoelens van bedreiging te versterken door spookbeelden over de ondergang van Israël te verspreiden en te appelleren aan Holocaust-trauma’s. Er is geen tweede Jodenvervolging op komst en debat over gelijke rechten betekent niet dat ‘de joodse Israëli’s worden verjaagd’. Integendeel, dat debat is essentieel om zulk geweld te helpen voorkomen en tot een vreedzame oplossing te komen waarin de vrijheid en rechten van alle bewoners van Israël/Palestina gegarandeerd zijn, from the river to the sea.
PALESTIJNSE OVERWINNING IN NEDERLANDSE RECHTBANK: FROM THE RIVER TO THE SEA,
PALESTINE WILL BE FREE!
17 AUGUSTUS 2023
Op dinsdag 15 augustus heeft het gerechtshof in Nederland bevestigt dat de slogan “from the river to the sea, Palestine will be free” valt onder de vrijheid van meningsuiting en niet strafbaar is. De uitspraak van de rechtbank betekent een overwinning voor de Palestijnse beweging in het algemeen, en in Nederland specifiek. Uitingen voor Palestijnse bevrijding kunnen niet zomaar bestempeld worden als antisemitisme.
De aanklacht werd in juni 2021 ingediend door een zionistische activist tegen Samidoun Nederland-lid Thomas Hofland. Zijn gebruik van de slogan “from the river to the sea, Palestine will be free,” in een speech die hij gaf tijdens de jaarlijkse Nakba-demonstratie een maand eerder, zou zogenaamd antisemitisch zijn. Het is een valse beschuldiging die met regelmaat door zionistische organisaties, media en politici wordt gebruikt tegen Palestina activisten internationaal.
Zowel de officier van justitie als de advocaat-generaal hadden de aanklacht binnen een jaar ongegrond verklaard. “Feit niet strafbaar,” concludeerden zij. Echter, de behandeling van de zaak duurde in totaal ruim twee jaar, omdat de klager telkens in beroep ging. Met deze laatste uitspraak van het hof is bevestigd dat het rechtvaardig is om op te roepen voor de bevrijding van Palestina van de rivier tot aan de zee.
Willem Jebbink, Hofland’s advocaat, zei het volgende over de uitspraak:
“Het gerechtshof is erg kort van stof geweest. Maar de uitspraak is glashelder: de frase ‘from the river to the sea, Palestine shall be free’ is niet antisemitisch. Ook niet haatzaaiend, opruiend of bedreigend. Daarmee heeft het hof de vrijheid van meningsuiting erkend. Dat is juist in het Palestina-Israëldebat van belang. Misschien wel meer dan ooit. Personen die zich tegen de aanhoudende mensenrechtenschendingen door Israël uitspreken worden vaak op lichtzinnige gronden antisemitisch genoemd. Een doorzichtige redeneertruc die slechts de functie heeft om de aandacht van de inhoud van het debat af te leiden, van wat in de bezette gebieden gebeurt.
Het is elementair dat wij in onze samenleving zonder gevaar voor criminalisering scherpe kritiek op het beleid van Israël kunnen hebben. Dat de Palestijnen als vrije en gelijkwaardige burgers in hun thuisland moeten kunnen wonen. In de geografische en historische eenheid tussen – inderdaad – de zee en de Jordaan, vrij van onderdrukking door Israël of enig Arabisch regiem of wie dan ook.”
Als Samidoun Palestijnse Gevangenen Solidariteitsnetwerk zijn we blij met het ongegrond verklaren van de aanklacht tegen ons lid. Het is een overwinning voor alle Palestijnen en Palestina activiste. En et is het resultaat van decennialang actievoeren voor de onvervreemdbare rechten van het Palestijnse volk, om Palestina te bevrijden en ernaar terug te keren.
Tegelijkertijd moeten we doorgaan met het verdedigen van activisten voor Palestina internationaal. In het Verenigd Koninkrijk zitten activisten van Palestine Action gevangen. In Frankrijk loopt nog steeds een zaak om Collectif Palestine Vaincra, een lidorganisatie van Samidoun, te verbieden. In Duitsland roepen zionistische politici en media op om Samidoun te verbieden. En in Nederland werden onlangs twee activisten gearresteerd vanwege hun financiële steun aan Palestijnen in vluchtelingenkampen.
Vrijheid voor alle Palestijnse gevangenen!
Vrijheid voor Palestina van de rivier tot aan de zee!
EINDE ARTIKEL
FORWARD
”FROM THE RIVER TO THE SEA” DOESN’T MEAN WHAT YOU THINK IT MEANS
3 DECEMBER 2018
This opinion piece was originally published in 2018. For an explanation of the phrase ‘from the river to the sea’ that includes both Palestinian and Jewish perspectives, please see this explainer published after Rep. Rashida Tlaib’s comments on the 2023 Israel-Hamas war.
Over the weekend, scholar and social justice activist Marc Lamont Hill apologized for ending his recent remarks at United Nations by calling for “a free Palestine from the river to the sea.” His apology came after three days of furious online attacks and criticism from many people who felt deeply hurt by his remarks.
Critics have pointed to Hamas’s use of this phrase to claim that Hill was either deliberately parroting a Hamas line that calls for Israel’s elimination, or at the very least ignorantly repeating a deeply offensive and triggering phrase.
Yet lost in all these discussions is any acknowledgement of what this phrase actually means — and has meant — to Palestinians of all political stripes and convictions. As a Palestinian American and a scholar of Palestinian history, I’m concerned by the lack of interest in how this phrase is understood by the people who invoke it.
It helps to remember the context in which Hill delivered his original remarks. He made them last Wednesday as part of the Special Meeting of the Committee on the Exercise of the Inalienable Rights of the Palestinian People, in observance of the United Nations International Day of Solidarity With the Palestinian People, which is held during the final days of November each year.
The date is important. On November 29th, 1947, the United Nations General Assembly voted to partition Palestine into a Jewish state and an Arab state. While Jews in Palestine rejoiced, the country’s Arabs bitterly opposed the partition plan.
The reason was that they saw all of Palestine — from the river to the sea — as one indivisible homeland. They invoked the story of Solomon and the baby to explain their stance. Like the real mother in the parable, who begged Solomon to refrain from splitting her baby in half, Palestinian Arabs couldn’t stand to see their beloved country split in two. And they saw the Zionists’ eager reception of the plan as an ominous sign that they intended to conquer the whole of Palestine.
Moreover, the proposed borders of the two states meant that the Jewish state would have roughly 500,000 Palestinians living in it as a minority. And while the Israeli narrative holds that those Palestinians would have been welcomed as equals in the new Jewish state, the clashes between Jews and Arabs in Palestine that followed the UN vote, particularly the attacks by Zionist militants and the subsequent forcible removal of Palestinians from their homes and lands in areas allotted to the Jewish state, led Palestinians to conclude otherwise.
As for those Palestinians who managed to remain on their lands in the new Israeli state, they were eventually granted citizenship, but it was clearly subordinate to the status of Jewish Israelis. They were subject to military rule rather than civilian law, which meant they needed permits from the military governor to travel to work and school. They also encountered widespread prejudice from Israelis who saw them as a benighted, traditional underclass in need of the state’s benevolent modernization.
END OF THE ARTICLE
Reacties uitgeschakeld voor Noten 77 t/m 80/KLEUR BEKENNEN!
”Het was onze bedoeling om ons standpunt ten opzichte van zionistische praktijken kenbaar te maken, die hebben geleid tot de huidige onderdrukking van het Palestijnse volk. Het is een standpunt dat we vanaf het begin innemen, omdat onze visie een wereld is zonder strijd, onderdrukking en uitsluiting vanwege wie je bent, van wie je houdt of hoe je je identificeert
”QUEER AMSTERDAMSTATEMENT OVER POST 12 JULI 2024
Beste gemeenschap,
We verduidelijken graag ons vorige bericht, dat inmiddels is gearchiveerd. Daarin stond onder andere dat ‘Israëlische vlaggen niet zijn toegestaan’ op de Pride Walk. Dit heeft voor begrijpelijke opschudding gezorgd.
Het was onze bedoeling om ons standpunt ten opzichte van zionistische praktijken kenbaar te maken, die hebben geleid tot de huidige onderdrukking van het Palestijnse volk. Het is een standpunt dat we vanaf het begin innemen, omdat onze visie een wereld is zonder strijd, onderdrukking en uitsluiting vanwege wie je bent, van wie je houdt of hoe je je identificeert. Wij willen een wereld waarin iedereen zichzelf kan zijn en vrij kan liefhebben en leven. Dit betreft alle plaatsen in de wereld, aangezien er overal LHBTQIAP+ mensen bestaan en wij aan elkaar verbonden zijn.
We begrijpen dat onze formulering wellicht verwarrend is, omdat er geen context werd geboden. Dat hebben we gemist en is een menselijke fout.
We willen ons oprecht verontschuldigen voor de verwarring, vooral als er leden binnen onze gemeenschap zijn die het gevoel hebben dat ze niet welkom zijn.
We verwelkomen iedereen die aanwezig is op de Pride Walk om steun en solidariteit te tonen aan LHBTQIAP+ mensen over de hele wereld die niet volledig zichzelf kunnen zijn, ook in Nederland. En we verwelkomen iedereen die onze boodschap tegen onderdrukkende praktijken en voor inclusie en vrijheid van alle mensen onderschrijft. En iedereen die op zoek is naar verbinding en gemeenschap.
In de aankomende periode richten we ons nu op het organiseren van een succesvolle Pride Walk, waarbij we naast elkaar kunnen protesteren, huilen en lachen. We hebben geweldige sprekers van diverse achtergronden en lagen van de bevolking die onze volledige aandacht verdienen, zoals activisten uit de organisaties Erev Nav, Homomonument en Amsterdam City Rights.
We hopen alle misverstanden te hebben opgehelderd en op jullie coulance, nu we dit drukke seizoen ingaan, om het beste van deze Queer Amsterdam-maand te maken.
Met oprechtheid, liefde en solidariteit.
EINDE
”Stichting Queer Amsterdam meldde donderdag op Instagram dat Israëlische vlaggen niet zijn toegestaan bij de Pride Walk door het Amsterdamse centrum.”
HET PAROOL
QUEER AMSTERDAM BIEDT EXCUSES AAN VOOR POST OVER
WEREN ISRAELISCHE VLAG
13 JULI 2024
De organisatie achter de Pride Walk, Queer Amsterdam, heeft zaterdag haar excuses aangeboden na een bericht donderdag dat tot enige ophef heeft geleid. Daarin stond dat bij die Pride Walk Israëlische vlaggen niet zijn toegestaan.
Burgemeester Femke Halsema liet daarop weten dat er geen sprake is van een verbod op die vlag. Dat eerste bericht ‘heeft voor begrijpelijke opschudding gezorgd’, stelt Queer Amsterdam nu.
Stichting Queer Amsterdam meldde donderdag op Instagram dat Israëlische vlaggen niet zijn toegestaan bij de Pride Walk door het Amsterdamse centrum. Ook vanuit de Amsterdamse politiek werd daar verbaasd op gereageerd. Halsema benadrukte dat een organisatie mensen die willen meelopen niet mag verbieden om zich te uiten. “Het is onacceptabel dat mensen die een vlag willen meedragen, dat niet zouden mogen”, aldus de burgemeester.
In een bericht laat de organisatie weten: “We begrijpen dat onze formulering wellicht verwarrend is, omdat er geen context werd geboden. Dat hebben we gemist en is een menselijke fout. We willen ons oprecht verontschuldigen voor de verwarring, vooral als er leden binnen onze gemeenschap zijn die het gevoel hebben dat ze niet welkom zijn.”
Uit de excuses wordt niet duidelijk of vlaggen wat betreft de organisatie nu wel of niet welkom zijn. Queer Amsterdam is niet bereikbaar voor een toelichting. In het bericht zegt de organisatie dat het de bedoeling was om ‘ons standpunt ten opzichte van zionistische praktijken kenbaar te maken, die hebben geleid tot de huidige onderdrukking van het Palestijnse volk’.
De Pride Walk, een optocht door de stad, is op zaterdag 20 juli.
EINDE BERICHT
[82]
AMNESTY INTERNATIONAL EN HUMAN RIGHTS WATCH OVER
HET ISRAELISCHE APARTHEIDSREGIME
INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE
APPLICATION OF THE CONVENTION AND PUNISHMENT OF THE
CRIME OF GENOCIDE IN THE GAZA STRIP (SOUTH AFRICA VS ISRAEL)
24 MAY 2024
INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE
Peace Palace, Carnegieplein 2, 2517 KJ The Hague, Netherlands
Tel.: +31 (0)70 302 2323 Fax: +31 (0)70 364 9928
Press Release Unofficial
No. 2024/47
24 May 2024
Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide in
the Gaza Strip (South Africa v. Israel)
Request for the modification of the Order of 28 March 2024
The Court reaffirms its previous provisional measures and indicates new measures
THE HAGUE, 24 May 2024. The International Court of Justice today delivered its Order on
the request for the modification and the indication of provisional measures submitted by South Africa
on 10 May 2024 in the case concerning Application of the Convention on the Prevention and
Punishment of the Crime of Genocide in the Gaza Strip (South Africa v. Israel).
In its Order, the Court:
“(1) By thirteen votes to two
Reaffirms the provisional measures indicated in its Orders of 26 January 2024
and 28 March 2024, which should be immediately and effectively implemented;
IN FAVOUR: President Salam; Judges Abraham, Yusuf, Xue, Bhandari, Iwasawa,
AGAINST: Vice-President Sebutinde; Judge ad hoc Barak;
(2) Indicates the following provisional measures:
The State of Israel shall, in conformity with its obligations under the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide, and in view of the
worsening conditions of life faced by civilians in the Rafah Governorate:
(a) By thirteen votes to two
Immediately halt its military offensive, and any other action in the Rafah
Governorate, which may inflict on the Palestinian group in Gaza conditions of life that
could bring about its physical destruction in whole or in part;
IN FAVOUR: President Salam; Judges Abraham, Yusuf, Xue, Bhandari, Iwasawa,
EN ZOALS WE WETEN, IS ISRAEL GEWOON DOORGEGAAN MET
HET RAFAH OFFENSIEF………………
AMNESTY INTERNATIONAL
WORLD LEADERS FAIL TO ACT AS ISRAELI INVASION OF
RAFAH WORSENS HUMANITARIAN CATASTROPHE
15 MAY 2024
Despite repeated calls on Israel from heads of state, UN officials and humanitarian NGOs to refrain from expanding its ground offensive to Rafah, Israeli troops entered the governorate on May 7. Over 1.5 million people, including 600,000 children, are at serious risk; more than 450,000 Palestinians have fled Rafah since Israel first issued unlawful “evacuation orders” there on May 6. While the Israeli army has already taken control of urban areas inside Rafah, the issuance of new “evacuation orders” on May 11 is setting the stage for further advancement of the military invasion, which will lead to the total collapse of lifesaving services. The Israeli military offensive has interrupted the access of aid to Gaza through Rafah and Kerem Shalom / Karm Abu Salem crossings.
“The Israeli military invasion of Rafah took us back to last October, when we had to stop almost all our operations. Our team had to flee Rafah, they do not know where to go. We had to close the two clinics we had opened there, where we were treating about 500 people a day. We are now setting up a new medical camp where people have fled to, but it will take a few days,” said Florence RIGAL, President of Médecins du Monde France.
“In the meantime, people are left without access to healthcare. We have been warning for months that Israel must be stopped from entering Rafah or Gaza would face an even greater humanitarian catastrophe. The inaction of third countries is seen as a lack of concern for the consequences for the exhausted civilian population. It is unacceptable and immediate action must be taken to prevent further suffering.”
Third States have the responsibility to urgently act in bringing to an end, and pursue accountability for, the Grave Breaches of IHL taking place in Gaza. The first step for Third States in upholding their own legal obligations to ensure IHL is respected is to stop the Rafah invasion, open all land crossings and lift internal barriers for humanitarian access. As the main weapon provider for Israel’s military effort, the United States bears a significant responsibility for Israel’s IHL violations. In addition to halting the transfer of high payload bombs, the US should also use all its leverage to halt the ongoing military operation in Rafah. In fact, All suppliers of arms have to respect the Human Rights Council resolution voted on April 5 calling on them to cease the sale, transfer and diversion of arms, munitions and other military equipment to Israel. All states must act now to ensure an immediate and sustained ceasefire.
The Israeli military’s “evacuation orders” are unlawful and amount to forcible transfer, a grave violation of international humanitarian law (IHL). Israel has ordered hundreds of thousands of Palestinians to flee, without providing civilians and humanitarian actors clear information nor timeframe. IHL sets clear conditions for an evacuation to be lawful: the occupying power must ensure that these displacements are temporary and that displaced persons are provided with satisfactory conditions of hygiene, health, safety and nutrition, and members of the same family must not be separated. Israeli authorities have failed to meet any of these requirements. Already burdened by multiple displacements, people in Rafah are yet again being ordered to flee amidst destroyed infrastructure and streets contaminated by unexploded ordinances. Displaced individuals are seeking refuge in the Middle Area, Khan Younis and Al Mawasi despite high levels of destruction and lack all necessities to sustain life. The concept of “humanitarian safe zones” is void as areas previously designated as such have been targeted by bombing and ground operations. While the relentless bombardment persists in Rafah, airstrikes and ground assaults are escalating in the North, leading to additional forcible displacement in the enclave.
The Israeli military ground invasion of Rafah is disrupting the humanitarian response, in breach of the UN Security Council resolutions 2720 and2728 as well as the International Court of Justice’s provisional measures ordering Israel to enable the provision of basic services and humanitarian assistance. As a result of Israel’s military activity in the northern governorates in previous months, humanitarian actors have been forced to relocate a significant portion of aid capacities in Rafah, including premises and warehouses. The Israeli offensive is now already forcing part of humanitarian staff and operations to close or to relocate again to other areas under extremely dangerous circumstances. Warehouses containing direly needed lifesaving aid in eastern Rafah remain inaccessible due to the presence of Israeli forces. Medical facilities in Rafah are shutting down one after another[1].
Every hour during which Israeli forces occupy the crossings of Rafah and Kerem Shalom / Karm Abu Salem condemns more Palestinians to starvation and denial of medical care. Israeli forces are completely preventing humanitarian aid and staff from using the Rafah crossing. The heavy militarization around the Kerem Shalom / Karm Abu Salem crossing resulting from the Israeli ground invasion does not provide the conditions for sustained movement of humanitarian convoys. These two crossings constitute the main critical lifeline for entry of aid into the enclave: their closures are plunging Gaza into an even larger humanitarian disaster. While the state of famine has been confirmed by the World Food Program in northern Gaza and the health system sinks deeper into collapse, stocks of critical aid provisions, including food, water, fuel and medical supplies are rapidly depleting. This already resulted in the closure of services essential to civilians’ survival[2]. The extremely limited reopening of the northern crossings or the prospect of a maritime route cannot be used as a rationale to justify diminishing access through southern land crossings.
The depletion of fuel poses a grave risk of halting humanitarian operations and basic services. The functioning of the whole humanitarian response depends on fuel, including to address priority needs of more than 1.7 million displaced persons. Urgently prioritizing the immediate entry of fuel is crucial to sustain what of Gaza’s devastated health system and humanitarian response[3].
Jamil Sawalmeh, ActionAid Palestine Country Director | occupied Palestinian territory, said:
“The only result of the ongoing ground invasion in Rafah is that more human suffering is caused. People are being forcibly pushed into the already overcrowded so-called ‘humanitarian zones,’ where many people cannot even find shelter. It is time to put maximum pressure on Israel and the international community to end the repeated forcible displacement of the people of Gaza. It is equally important to ensure the reopening of the Rafah crossing, which is the only lifeline for more than 2 million vulnerable people.”
Signatories:
ActionAid
Action Against Hunger
American Friends Service Committee (AFSC)
Amnesty International
A.M. Qattan Foundation
Anera
Churches for Middle East Peace (CMEP)
DanChurch Aid (DCA)
Humanity & Inclusion/ Handicap International (HI)
IM Swedish Development Partner
INTERSOS
Médecins du Monde International Network
Mennonite Central Committee
Mercy Corps
Norwegian Church Aid (NCA)
Norwegian People’s Aid
Oxfam
Plan International
Relief International
War Child Alliance
[1] Al Najjar hospital, the largest health facility in the governorate, ceased operations as it is located in the area seized by Israeli forces, and Al Kuwaiti hospital is likely to follow as it is now included in the zone threatened by Israeli “evacuation orders”.
[2] Eight out of the twelve bakeries of Southern Gaza, while more throughout the enclave are at risk of shutting operations down due to the lack of supplies and fuel. Medical evacuations have abruptly halted, directly condemning critical patients, including children, to death.
[3] Of particular concern, at least 10 hospitals, 8 bakeries, 28 ambulances, 23 medical points and 17 primary health care centres could stop operating if fuel is not urgently allowed in the enclave. The lives of babies in intensive care, women with complicated pregnancies and births and trauma patients are hanging in the balance. The dire lack of fuel also endangers telecommunication, which is already negatively impacting humanitarian operations in Gaza.
Reacties uitgeschakeld voor Noten 81 en 82/KLEUR BEKENNEN!
Dat Israëlische vlaggen niet welkom zijn tijdens de Pride Walk op 20 juli is volgens burgemeester Femke Halsema ‘onacceptabel’. Volgens de burgemeester mag een organisatie van een manifestatie deelnemers niet verbieden om zich te uiten.
Queer Amsterdam, de organisator van de manifestatie, deelde op social media een bericht dat Israëlische vlaggen niet welkom zijn. Op hun website staat ‘dat geen enkele vorm van zionisme getolereerd wordt’. Met die reden wordt de vlag niet toegestaan tijdens de loop.
Maar daar is de burgemeester het niet mee eens. “De Pride Walk is een manifestatie die onder het demonstratierecht valt. Die heeft de burgemeester te faciliteren en te beschermen ongeacht de inhoud. Vrijheid van demonstreren geeft echter geen recht op het opleggen van censuur aan demonstranten. Een organisatie mag mensen die willen meelopen dus niet verbieden om zich te uiten. Het is onacceptabel dat mensen die een vlag willen meedragen, dat niet zouden mogen.”
Raadsvragen
VVD-fractievoorzitter Daan Wijnants liet eerder vandaag weten dat hij raadsvragen gaat stellen naar aanleiding van oproep vanuit de organisatie. “Ongelofelijk hoe openlijk antisemitisme kan zijn.” Wijnants noemde het besluit ‘schandalig en onacceptabel.’ De woordvoerder van Queer Amsterdam benadrukt dat zij ook niet achter antisemitisme staan.
EINDE BERICHT
HET PAROOL
QUEER AMSTERDAM WIL ISRAELISCHE VLAGGEN TIJDENS PROTESTMARS
Zionisten en Israëlische vlaggen zijn niet welkom bij de Pride Walk op 20 juli. Dit heeft de organisatie Queer Amsterdam laten weten via Instagram en op haar site. Halsema noemt het onacceptabel: ‘Vrijheid van demonstreren geeft geen recht op het opleggen van censuur.’
Queer Amsterdam – een van de twee organisaties van het jaarlijkse Pride Amsterdam – schrijft online dat er tijdens de protestmars en andere events van de organisatie ‘veiligheidsregels en gedragscodes’ worden gehanteerd waaraan iedereen zich heeft te houden. In de veiligheidsrichtlijnen wordt gesproken van een zerotolerancebeleid tegen elke vorm van discriminatie, waaronder zionisme.
Op Instagram kondigt de organisatie onderaan de aankondiging van de Pride Walk aan: ‘No Israeli flags allowed.’ Amsterdamse politici reageren daar verontwaardigd op. Zo noemt Daan Wijnants (VVD) het beleid schandalig. Itay Garmy (Volt) schrijft op X: ‘Het demonstreren tegen discriminatie en het steunen van de gemeenschap strookt niet met het verbieden van Israëlische vlaggen. Dit is op zichzelf een vorm van discriminatie. Het is kwetsend en niet inclusief.’ De politicus hoopt dat de organisatie het statement intrekt.
Onacceptabel
Burgmeester Halsema laat bij monde van haar woordvoerder weten: “De Pride Walk is een manifestatie die onder het demonstratierecht valt. Vrijheid van demonstreren geeft echter geen recht op het opleggen van censuur aan demonstranten. Een organisatie mag mensen die willen meelopen dus niet verbieden om zich te uiten. Het is onacceptabel dat mensen die een vlag willen meedragen, dat niet zouden mogen. Dit geldt voor alle vlaggen, ook de Israëlische vlag.”
Een betrokkene van Queer Amsterdam wil telefonisch geen vragen beantwoorden, en verwijst door naar de website.
EINDE BERICHT
[84]
HET PAROOL
QUEER AMSTERDAM BIEDT EXCUSES AAN VOOR POST OVER
WEREN ISRAELISCHE VLAG
13 JULI 2024
De organisatie achter de Pride Walk, Queer Amsterdam, heeft zaterdag haar excuses aangeboden na een bericht donderdag dat tot enige ophef heeft geleid. Daarin stond dat bij die Pride Walk Israëlische vlaggen niet zijn toegestaan.
Burgemeester Femke Halsema liet daarop weten dat er geen sprake is van een verbod op die vlag. Dat eerste bericht ‘heeft voor begrijpelijke opschudding gezorgd’, stelt Queer Amsterdam nu.
Stichting Queer Amsterdam meldde donderdag op Instagram dat Israëlische vlaggen niet zijn toegestaan bij de Pride Walk door het Amsterdamse centrum. Ook vanuit de Amsterdamse politiek werd daar verbaasd op gereageerd. Halsema benadrukte dat een organisatie mensen die willen meelopen niet mag verbieden om zich te uiten. “Het is onacceptabel dat mensen die een vlag willen meedragen, dat niet zouden mogen”, aldus de burgemeester.
In een bericht laat de organisatie weten: “We begrijpen dat onze formulering wellicht verwarrend is, omdat er geen context werd geboden. Dat hebben we gemist en is een menselijke fout. We willen ons oprecht verontschuldigen voor de verwarring, vooral als er leden binnen onze gemeenschap zijn die het gevoel hebben dat ze niet welkom zijn.”
Uit de excuses wordt niet duidelijk of vlaggen wat betreft de organisatie nu wel of niet welkom zijn. Queer Amsterdam is niet bereikbaar voor een toelichting. In het bericht zegt de organisatie dat het de bedoeling was om ‘ons standpunt ten opzichte van zionistische praktijken kenbaar te maken, die hebben geleid tot de huidige onderdrukking van het Palestijnse volk’.
De Pride Walk, een optocht door de stad, is op zaterdag 20 juli.
EINDE BERICHT
Dear Community
We would like to clarify our previous post, which has now been archived.
In the post we stated, among other things, that there are ”no Isrfaeli flags allowed”
at the Pride Walk.
That has caused understandable upheaval.
Our intention was to state our position against zionism and the practices that have
led to the current oppresion of Palestinian people.
It is a stance we have from the very beginning, because our vision is a world without
struggle, oppression and exc;lusion because of who you are, love or how you identify.
We strive for a world where everyone can be themselves and love and live freely.
This includes all places of the world, as LGBTQIAP+ people exist everywhere and our
fates are tied.
We understand that the wording in our previous post may have been confusing,
as there was no context provided.
That was an oversight due to human error.
We would like to sincerely apologise, especially if any members within our
community feel like they were not welcomed.
We welcome anyone and everyone that is at the Pride Walk to show support and solidarity
for LGBTQIAP+ people around the world that can’t fully be themselves, including in the
Netherlands. We welcome any and everyone that adheres to our message against
oppressive practices and for inclusion and liberation of all people.
And any and everyone that is looking for connection and community.
Moving forward we would like to focus on organising another succesful Pride
Walk where we can protest, cry and laugh alongside each other.
We have amazing speakers from varying backgrounds and walks pof lives that
we think deserve more of your attention, like activists from organisations like
Erev Rav, Homomonument and City Rights, who we look forward to welcoming.
We hope to have clarified any misunderstandings and that you are willing to offer us some grace as we move into this busy season to bring out the bestof this Queer Amsterdam month for you. With sincerity,love and solidarity.
QUEER AMSTERDAM
STATEMENT OVER POST
12 JULI 2024
Beste gemeenschap,
We verduidelijken graag ons vorige bericht, dat inmiddels is gearchiveerd. Daarin stond onder andere dat ‘Israëlische vlaggen niet zijn toegestaan’ op de Pride Walk. Dit heeft voor begrijpelijke opschudding gezorgd.
Het was onze bedoeling om ons standpunt ten opzichte van zionistische praktijken kenbaar te maken, die hebben geleid tot de huidige onderdrukking van het Palestijnse volk. Het is een standpunt dat we vanaf het begin innemen, omdat onze visie een wereld is zonder strijd, onderdrukking en uitsluiting vanwege wie je bent, van wie je houdt of hoe je je identificeert. Wij willen een wereld waarin iedereen zichzelf kan zijn en vrij kan liefhebben en leven. Dit betreft alle plaatsen in de wereld, aangezien er overal LHBTQIAP+ mensen bestaan en wij aan elkaar verbonden zijn.
We begrijpen dat onze formulering wellicht verwarrend is, omdat er geen context werd geboden. Dat hebben we gemist en is een menselijke fout.
We willen ons oprecht verontschuldigen voor de verwarring, vooral als er leden binnen onze gemeenschap zijn die het gevoel hebben dat ze niet welkom zijn.
We verwelkomen iedereen die aanwezig is op de Pride Walk om steun en solidariteit te tonen aan LHBTQIAP+ mensen over de hele wereld die niet volledig zichzelf kunnen zijn, ook in Nederland. En we verwelkomen iedereen die onze boodschap tegen onderdrukkende praktijken en voor inclusie en vrijheid van alle mensen onderschrijft. En iedereen die op zoek is naar verbinding en gemeenschap.
In de aankomende periode richten we ons nu op het organiseren van een succesvolle Pride Walk, waarbij we naast elkaar kunnen protesteren, huilen en lachen. We hebben geweldige sprekers van diverse achtergronden en lagen van de bevolking die onze volledige aandacht verdienen, zoals activisten uit de organisaties Erev Nav, Homomonument en Amsterdam City Rights.
We hopen alle misverstanden te hebben opgehelderd en op jullie coulance, nu we dit drukke seizoen ingaan, om het beste van deze Queer Amsterdam-maand te maken.
Met oprechtheid, liefde en solidariteit.
EINDE
[85]
”We willen ons oprecht verontschuldigen voor de verwarring, vooral als er leden binnen onze gemeenschap zijn die het gevoel hebben dat ze niet welkom zijn. ”
”QUEER AMSTERDAM
STATEMENT OVER POST
12 JULI 2024
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 84
[86]
”Het was onze bedoeling om ons standpunt ten opzichte van zionistische praktijken kenbaar te maken, die hebben geleid tot de huidige onderdrukking van het Palestijnse volk. Het is een standpunt dat we vanaf het begin innemen, omdat onze visie een wereld is zonder strijd, onderdrukking en uitsluiting vanwege wie je bent, van wie je houdt of hoe je je identificeert
”QUEER AMSTERDAMSTATEMENT OVER POST 12 JULI 2024
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 81
[87]
QUEER AMSTERDAM LAAT ISRAELISCHE VLAGGEN TOE OP
PRIDE WALK/STEUN AAN ISTRAELISCH APARTHEIDSREGIME,
BEDOELD OF NIET
ASTRID ESSED
2 AUGUSTUS 2024
Reacties uitgeschakeld voor Noten 83 t/m 87/KLEUR BEKENNEN!
”We willen ons oprecht verontschuldigen voor de verwarring, vooral als er leden binnen onze gemeenschap zijn die het gevoel hebben dat ze niet welkom zijn.
We verwelkomen iedereen die aanwezig is op de Pride Walk om steun en solidariteit te tonen aan LHBTQIAP+ mensen over de hele wereld die niet volledig zichzelf kunnen zijn, ook in Nederland. En we verwelkomen iedereen die onze boodschap tegen onderdrukkende praktijken en voor inclusie en vrijheid van alle mensen onderschrijft. En iedereen die op zoek is naar verbinding en gemeenschap. ”
QUEER AMSTERDAM
STATEMENT OVER POST
12 JULI 2024
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 84
[89]
ZIE NOOT 88
[90]
CIDI
MISSIE EN VISIE
CIDI komt op voor het recht van Joden om in vrede en veiligheid te wonen en te leven. In Nederland, Israël en de rest van de wereld. Met ons werk richten we ons op het bestrijden van antisemitisme en het overbrengen van een reëel en eerlijk beeld van en over Israël. We doen dat door de kennis over gebeurtenissen in Israël, en de geopolitieke context waarin Israël zich bevindt, te vergroten en te duiden.
CIDI richt zich op verschillende doelgroepen: politici, media (als toegangspooort tot het algemene publiek), beleidsmakers, jongeren, studenten, de eigen achterban en het geïnteresseerde publiek.
We streven naar een veilig leven voor Joden in Nederland en Europa. Antisemitisme is een groeiend maatschappelijk probleem. Onze ambitie is een afname van het aantal antisemitische uitingen en incidenten te bewerkstelligen. In de preventieve sfeer door voorlichting en educatie. In de repressieve sfeer pleiten wij voor betere handhaving van de wet.
Ten aanzien van Israël willen we bewerkstelligen dat bij politici en maatschappij begrip voor de beweegredenen en een reëel beeld over Israël is, en de geopolitieke context waarin het land zich bevindt. Dit verklaart de aandacht die we vragen voor de politiek voor Iran en de aan haar gelieerde terreurorganisaties, die allemaal Israël dreigen te vernietigen.
Voor Israel CIDI verdedigt het recht van Israel om in vrede en veiligheid te leven. Sinds Israel in 1948 werd opgericht, heeft het meer dan eens oorlogen moeten voeren tegen landen en organisaties die de totale vernietiging van Israel prediken. Nog steeds wordt het bestaansrecht van Israel ontkend door veel landen en organisaties in de regio. CIDI is geen verlengstuk van de Israelische regering en ontvangt geen overheidssubsidies – ook niet uit Israel. Geen enkel land, ook Israel niet, is boven kritiek verheven. CIDI is voorstander van een tweestatenoplossing die het zelfbeschikkingsrecht van zowel Joden als Palestijnen respecteert. Maar wanneer Israel in zijn bestaansrecht wordt bedreigd, zal CIDI schouder aan schouder staan met de Israelische bevolking.
Tegen antisemitisme Joden in Nederland hebben, net als ieder ander, het recht op een veilig bestaan. CIDI bestrijdt antisemitisme in woord en daad. Het belangrijkste middel tegen antisemitisme en andere vormen van haat en discriminatie, is onderwijs. CIDI zet zich daarom actief in voor educatie en voorlichting. Maar wanneer individuen of organisaties haat of geweld prediken tegen Joden, zal CIDI niet aarzelen om gerechtelijke stappen te ondernemen.
[91]
Israëlische vlaggen
De Israëlische vlaggen worden tijdens de Pride Walk meegedragen in een groep van Joodse, zowel Nederlandse als Israëlische deelnemers. Esther Voet, hoofdredacteur van het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) en oud-directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), heeft zich gehuld in een aan elkaar genaaide vlag van Israël en een regenboogvlag.
HET PAROOL
PALESTIJNSE EN ISRAELISCHE VLAGGEN BIJ BLOEDHETE PRIDE WALK
2024
20 JULI 2024
Het was bloedheet, maar de opkomst bij de Pride Walk 2024 was groot. Er werden veel Palestijnse vlaggen meegedragen, en ook enkele Israëlische. Tot ongeregeldheden leidde dat niet, wel werd er gescholden.
Het lijkt een doodgewone zaterdagochtend op de Dam. Het is uitzonderlijk warm, maar verder is het er business as usual. Dus staat de hotdogverkoper er en zijn er levende standbeelden. Er wordt gedemonstreerd door aanhangers van de in China verboden beweging Falun Gong, iets verderop proberen christelijke evangelisten zieltjes te winnen.
Waar is iedereen?
Aan de Peek & Cloppenburgzijde van het plein staat een podium van Pride Walk. Vlak voor aanvang van de manifestatie heeft zich voor het podium maar een handjevol demonstranten verzameld. Waar is iedereen? Ook Jenny, een 25-jarige trans vrouw die liever niet met haar achternaam in de krant wil, vraagt het zich ietwat benauwd af. “Ik had echt véél meer mensen verwacht.”
Dan, opgewekt: “Maar of je nou met twintig of met tweeduizend mensen bent, het gaat om het statement dat je maakt.”
Een minuut of tien later meldt Jenny zich weer: “Ik weet waar iedereen is: ze staan allemaal in de schaduw!” En inderdaad, op de Nieuwendijk en in de Damstraat en bij de Bijenkorf staan in de koelte heel veel demonstranten klaar. Bij de eerste spreker stroomt de Dam ineens vol. En als de stoet zich in beweging zet voor een rondje door de binnenstad dat weer eindigt op de Dam, is duidelijk dat dit een grote demonstratie is.
Vanaf het podium worden de deelnemers gewaarschuwd voor de hitte. “Neem genoeg te drinken mee. Voor wie zijn flesje wil bijvullen: er staat een watertank bij het paleis.” De Engelse vertaling daarvan luidt: “There’s a watertank near the house of Alexander.”
Spandoeken
De deelnemers aan de Pride Walk mogen divers worden genoemd. Er lopen dragqueens en mannen in rubber en met hondenmasker mee, en ook een geheel in het zwart gehulde vrouw met nikab en Palestijnse sjaal. Ze draagt een spandoek met de tekst ‘Zwijgen is medeplichtigheid, kom in verzet’. Ook gesluierd en eveneens in het zwart gekleed zijn enkele deelnemers met Antifa-vlaggen.
Het is vooral de politieke tak van de lhbtq-gemeenschap die meeloopt in de Pride Walk. Behalve veel Palestijnse vlaggen zijn er ook rode vlaggen met hamer en sikkel. Vanzelfsprekend is de regenboogvlag aanwezig, over een andere veelkleurige vlag krijgen we uitgelegd dat die van de trans-anarchisten is. Israëlische vlaggen zijn er ook. Veel zijn het er niet, maar ze vallen wel op.
Juist om die Israëlische vlaggen was de afgelopen week veel te doen. Dat Queer Amsterdam, de organisator van de Pride Walk, had laten weten dat in de demonstratie geen plaats zou zijn voor zionisme en er ook geen Israëlische vlaggen mochten worden meegedragen, leidde tot veel ophef. Ook burgemeester Halsema liet van zich horen. “Demonstratievrijheid geeft geen recht op censuur,” zei ze. Uiteindelijk trok Queer Amsterdam zich terug uit de organisatie.
Israëlische vlaggen
De Israëlische vlaggen worden tijdens de Pride Walk meegedragen in een groep van Joodse, zowel Nederlandse als Israëlische deelnemers. Esther Voet, hoofdredacteur van het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) en oud-directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), heeft zich gehuld in een aan elkaar genaaide vlag van Israël en een regenboogvlag.
Anderen in het groepje dragen alleen een bordje met de tekst There is no pride in exclusion. Onder hen Sam (24, ook liever geen achternaam), die best iets wil zeggen, maar daarbij benadrukt dat hij – Joods en gay – alleen namens zichzelf en niet namens een groep spreekt: “Het woord zionisme is gekaapt, er iets lelijks en negatiefs van gemaakt. Ik vind dat Joden recht op een eigen staat hebben, maar dat bekent niet dat ik automatisch achter Netanyahu sta. Ik ben ook Nederlander, dat betekent toch ook niet dat ik geen problemen heb met het toeslagenschandaal?”
Omstreden leuzen
De Israëlische vlaggen vallen bij sommige deelnemers verkeerd. Er wordt soms gescholden, waarbij ook het woord nazi valt, maar tot echte ongeregeldheden komt het niet. Toch trekt de Joodse groep zich soms even terug uit de demonstratie. Een leidende rol daarbij heeft Guy Spigelman, die initiatiefnemer was van een open brief van Joodse en Israëlische Amsterdammers aan Queer Amsterdam waarin werd opgeroepen tot een dialoog.
Spigelman, een in Amsterdam wonende Israëli, zegt: “Van tevoren hebben we gezegd: neem mee wat je wilt naar de Pride Walk, als je een Israëlische vlag wilt meenemen, dan kan dat. Maar we merken dat zich tijdens de demonstratie mensen met Israëlische vlaggen bij ons aansluiten die volgens mij niet eens queer zijn. Die geven een verkeerde boodschap af. Het gaat hier niet om Israël.”
Verderop in de demonstratie lijkt het wel degelijk vooral om Israël te gaan. Te midden van een groep met Palestijnse vlaggen houdt iemand een bord omhoog met de tekst ‘Fuck Israël’. Een vrouw met een megafoon gaat voor in anti-Israëlische en pro-Palestijnse spreekkoren. Ook het omstreden ‘From the river to the sea’ galmt door de straten.
Luchtig
En nog weer iets verderop gaat het aanzienlijk luchtiger toe. De dagprijs voor de beste grap gaat naar de vrouw die in de hitte een bord meezeult met de tekst ‘I’m queer and I’m here and I’m craving a lot of beer’ (Ik ben queer en ik ben hier en ik heb zin in veel bier).
EINDE BERICHT
Reacties uitgeschakeld voor Noten 88 t/m 91/KLEUR BEKENNEN!
HALSEMA BLIJFT ERBIJ: ”FROM THE RIVER TO THE SEA, PALESTINE
WILL BE FREE” IS ONAANVAARDBAAR
2 NOVEMBER 2023
Burgemeester Femke Halsema blijft erbij dat ze de leus From the river to the sea, Palestine will be free onaanvaardbaar vindt, al is deze niet verboden. ‘Waarom zou je mensen diep willen kwetsen?’
De burgemeester reageerde daarmee op vragen van Denkraadslid Sheher Khan en voormalig Bij1’er Jazie Veldhuyzen. Zij vroegen Halsema haar oordeel over de leus te nuanceren, die volgens hen ‘multi-interpretabel’ is. “De leus moet in de juiste context worden gezien,” zei Khan, die stelde dat de leus in overgrote mate niet wordt gebruikt als oproep tot geweld tegen Israëli’s, maar om te pleiten voor gelijkwaardigheid en vrijheid van Palestijnen.
Halsema draaide er in haar reactie niet omheen: “Wat u negeert, is dat de leus in 2017 is opgenomen in het handvest van Hamas. De leus wordt gebruikt door Hamas en Hezbollah. Daarmee is hij alle onschuld kwijt en dat maakt ’m voor mij onaanvaardbaar. Waarom zou je een slogan willen gebruiken waarvoor zoveel alternatieven zijn, terwijl je weet dat er zoveel Joodse mensen zijn die je hier diep mee kwetst?”
Ze noemde het ‘buitengewoon naïef’ dat wordt gedacht dat de leus nog ‘contextloos’ kan worden gezien na de terreuractie van Hamas begint oktober. Khan zei dat de leus al veel ouder was en dat de leus is gekaapt door Hamas en Hezbollah. “Ik heb er moeite mee dat ik in het kamp van Hamas wordt geplaatst: 99 procent scandeert dit helemaal niet als leus voor Hamas. Straks wordt Free Palestine nog te erg.”
Halsema kon zich ook daar niet in vinden en draaide de vraag om: als mensen de leus als kwetsend ervaren, waarom kunnen Khan en Veldhuyzen niet Free Palestine gebruiken? Halsema: “Waarom moet je gebruikmaken van een leus, terwijl een deel van de inwoners zich extreem bedreigd voelt? Mensen durven hun huis niet meer uit.”
Mauritshuis
Tijdens een eerder debat vroeg Halsema zich nog af of de leus strafbaar is. Ze kwam daarop terug en zei niet te weten dat er een uitspraak half augustus was gedaan door de rechter dat deze niet strafbaar was. Tegen de twee raadsleden zei ze dan ook dat ze het gewoon straffeloos mogen gebruiken zonder dat ze worden opgepakt, maar dat ze daar wel ‘grote bezwaren’ tegen heeft. “De vrijheid van meningsuiting is niet in het geding,” aldus Halsema.
De burgemeester wees ook naar de demonstraties in de coronaperiode. Verschillende actiegroepen gebruikten toen Davidsterren en hakenkruizen als vorm van protest. Bij wet is dat ook niet verboden, maar zowel Denk als Bij1 keurde het toen wel af. Halsema: “Toen was u het erg met mij eens.”
Tegen Veldhuyzen zei ze ook specifiek dat, ondanks zijn vertrek bij Bij1, ze niet begrijpt dat zijn oude partij op het Mauritshuis in Den Haag deze leus heeft geprojecteerd. “Bij1 komt altijd op voor de positie van gemarginaliseerde groepen. En dan komen ze met zo’n kwetsende leus. Waarom zou je dat doen?”
Stilte in de raad
Opvallend was ook de stilte van andere partijen tijdens de rondvraag. VVD, JA21 en Volt waren om uiteenlopende redenen afwezig, terwijl veel andere partijen ervoor kozen zich niet in het debat te mengen.
Het was alleen Rob Hofland van D66 die zei zich uit te spreken namens meerdere partijen. Hofland: “Een groot deel van de raad is erg tevreden over de manier waarop de burgemeester het juridisch en moreel verwoordt.” In de Tweede Kamer is recent een motie aangenomen die oordeelt dat de leus een oproep is tot geweld.
EINDE
[93]
INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE
APPLICATION OF THE CONVENTION AND PUNISHMENT OF THE
CRIME OF GENOCIDE IN THE GAZA STRIP (SOUTH AFRICA VS ISRAEL)
24 MAY 2024
INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE
Peace Palace, Carnegieplein 2, 2517 KJ The Hague, Netherlands
Tel.: +31 (0)70 302 2323 Fax: +31 (0)70 364 9928
Press Release Unofficial
No. 2024/47
24 May 2024
Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide in
the Gaza Strip (South Africa v. Israel)
Request for the modification of the Order of 28 March 2024
The Court reaffirms its previous provisional measures and indicates new measures
THE HAGUE, 24 May 2024. The International Court of Justice today delivered its Order on
the request for the modification and the indication of provisional measures submitted by South Africa
on 10 May 2024 in the case concerning Application of the Convention on the Prevention and
Punishment of the Crime of Genocide in the Gaza Strip (South Africa v. Israel).
In its Order, the Court:
“(1) By thirteen votes to two
Reaffirms the provisional measures indicated in its Orders of 26 January 2024
and 28 March 2024, which should be immediately and effectively implemented;
IN FAVOUR: President Salam; Judges Abraham, Yusuf, Xue, Bhandari, Iwasawa,
AGAINST: Vice-President Sebutinde; Judge ad hoc Barak;
(2) Indicates the following provisional measures:
The State of Israel shall, in conformity with its obligations under the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide, and in view of the
worsening conditions of life faced by civilians in the Rafah Governorate:
(a) By thirteen votes to two
Immediately halt its military offensive, and any other action in the Rafah
Governorate, which may inflict on the Palestinian group in Gaza conditions of life that
could bring about its physical destruction in whole or in part;
IN FAVOUR: President Salam; Judges Abraham, Yusuf, Xue, Bhandari, Iwasawa,
ZOALS WE WETEN HEEFT ISRAEL DE AANVAL OP RAFAH GEWOON
DOORGEZET, MET ALLE DESASTREUZE GEVOLGEN VAN DIEN
AMNESTY INTERNATIONAL
WORLD LEADERS FAIL TO ACT AS ISRAELI INVASION OF
RAFAH WORSENS HUMANITARIAN CATASTROPHE
15 MAY 2024
Despite repeated calls on Israel from heads of state, UN officials and humanitarian NGOs to refrain from expanding its ground offensive to Rafah, Israeli troops entered the governorate on May 7. Over 1.5 million people, including 600,000 children, are at serious risk; more than 450,000 Palestinians have fled Rafah since Israel first issued unlawful “evacuation orders” there on May 6. While the Israeli army has already taken control of urban areas inside Rafah, the issuance of new “evacuation orders” on May 11 is setting the stage for further advancement of the military invasion, which will lead to the total collapse of lifesaving services. The Israeli military offensive has interrupted the access of aid to Gaza through Rafah and Kerem Shalom / Karm Abu Salem crossings.
“The Israeli military invasion of Rafah took us back to last October, when we had to stop almost all our operations. Our team had to flee Rafah, they do not know where to go. We had to close the two clinics we had opened there, where we were treating about 500 people a day. We are now setting up a new medical camp where people have fled to, but it will take a few days,” said Florence RIGAL, President of Médecins du Monde France.
“In the meantime, people are left without access to healthcare. We have been warning for months that Israel must be stopped from entering Rafah or Gaza would face an even greater humanitarian catastrophe. The inaction of third countries is seen as a lack of concern for the consequences for the exhausted civilian population. It is unacceptable and immediate action must be taken to prevent further suffering.”
Third States have the responsibility to urgently act in bringing to an end, and pursue accountability for, the Grave Breaches of IHL taking place in Gaza. The first step for Third States in upholding their own legal obligations to ensure IHL is respected is to stop the Rafah invasion, open all land crossings and lift internal barriers for humanitarian access. As the main weapon provider for Israel’s military effort, the United States bears a significant responsibility for Israel’s IHL violations. In addition to halting the transfer of high payload bombs, the US should also use all its leverage to halt the ongoing military operation in Rafah. In fact, All suppliers of arms have to respect the Human Rights Council resolution voted on April 5 calling on them to cease the sale, transfer and diversion of arms, munitions and other military equipment to Israel. All states must act now to ensure an immediate and sustained ceasefire.
The Israeli military’s “evacuation orders” are unlawful and amount to forcible transfer, a grave violation of international humanitarian law (IHL). Israel has ordered hundreds of thousands of Palestinians to flee, without providing civilians and humanitarian actors clear information nor timeframe. IHL sets clear conditions for an evacuation to be lawful: the occupying power must ensure that these displacements are temporary and that displaced persons are provided with satisfactory conditions of hygiene, health, safety and nutrition, and members of the same family must not be separated. Israeli authorities have failed to meet any of these requirements. Already burdened by multiple displacements, people in Rafah are yet again being ordered to flee amidst destroyed infrastructure and streets contaminated by unexploded ordinances. Displaced individuals are seeking refuge in the Middle Area, Khan Younis and Al Mawasi despite high levels of destruction and lack all necessities to sustain life. The concept of “humanitarian safe zones” is void as areas previously designated as such have been targeted by bombing and ground operations. While the relentless bombardment persists in Rafah, airstrikes and ground assaults are escalating in the North, leading to additional forcible displacement in the enclave.
The Israeli military ground invasion of Rafah is disrupting the humanitarian response, in breach of the UN Security Council resolutions 2720 and2728 as well as the International Court of Justice’s provisional measures ordering Israel to enable the provision of basic services and humanitarian assistance. As a result of Israel’s military activity in the northern governorates in previous months, humanitarian actors have been forced to relocate a significant portion of aid capacities in Rafah, including premises and warehouses. The Israeli offensive is now already forcing part of humanitarian staff and operations to close or to relocate again to other areas under extremely dangerous circumstances. Warehouses containing direly needed lifesaving aid in eastern Rafah remain inaccessible due to the presence of Israeli forces. Medical facilities in Rafah are shutting down one after another[1].
Every hour during which Israeli forces occupy the crossings of Rafah and Kerem Shalom / Karm Abu Salem condemns more Palestinians to starvation and denial of medical care. Israeli forces are completely preventing humanitarian aid and staff from using the Rafah crossing. The heavy militarization around the Kerem Shalom / Karm Abu Salem crossing resulting from the Israeli ground invasion does not provide the conditions for sustained movement of humanitarian convoys. These two crossings constitute the main critical lifeline for entry of aid into the enclave: their closures are plunging Gaza into an even larger humanitarian disaster. While the state of famine has been confirmed by the World Food Program in northern Gaza and the health system sinks deeper into collapse, stocks of critical aid provisions, including food, water, fuel and medical supplies are rapidly depleting. This already resulted in the closure of services essential to civilians’ survival[2]. The extremely limited reopening of the northern crossings or the prospect of a maritime route cannot be used as a rationale to justify diminishing access through southern land crossings.
The depletion of fuel poses a grave risk of halting humanitarian operations and basic services. The functioning of the whole humanitarian response depends on fuel, including to address priority needs of more than 1.7 million displaced persons. Urgently prioritizing the immediate entry of fuel is crucial to sustain what of Gaza’s devastated health system and humanitarian response[3].
Jamil Sawalmeh, ActionAid Palestine Country Director | occupied Palestinian territory, said:
“The only result of the ongoing ground invasion in Rafah is that more human suffering is caused. People are being forcibly pushed into the already overcrowded so-called ‘humanitarian zones,’ where many people cannot even find shelter. It is time to put maximum pressure on Israel and the international community to end the repeated forcible displacement of the people of Gaza. It is equally important to ensure the reopening of the Rafah crossing, which is the only lifeline for more than 2 million vulnerable people.”
Signatories:
ActionAid
Action Against Hunger
American Friends Service Committee (AFSC)
Amnesty International
A.M. Qattan Foundation
Anera
Churches for Middle East Peace (CMEP)
DanChurch Aid (DCA)
Humanity & Inclusion/ Handicap International (HI)
IM Swedish Development Partner
INTERSOS
Médecins du Monde International Network
Mennonite Central Committee
Mercy Corps
Norwegian Church Aid (NCA)
Norwegian People’s Aid
Oxfam
Plan International
Relief International
War Child Alliance
[1] Al Najjar hospital, the largest health facility in the governorate, ceased operations as it is located in the area seized by Israeli forces, and Al Kuwaiti hospital is likely to follow as it is now included in the zone threatened by Israeli “evacuation orders”.
[2] Eight out of the twelve bakeries of Southern Gaza, while more throughout the enclave are at risk of shutting operations down due to the lack of supplies and fuel. Medical evacuations have abruptly halted, directly condemning critical patients, including children, to death.
[3] Of particular concern, at least 10 hospitals, 8 bakeries, 28 ambulances, 23 medical points and 17 primary health care centres could stop operating if fuel is not urgently allowed in the enclave. The lives of babies in intensive care, women with complicated pregnancies and births and trauma patients are hanging in the balance. The dire lack of fuel also endangers telecommunication, which is already negatively impacting humanitarian operations in Gaza.
Reacties uitgeschakeld voor Noten 92 en 93/KLEUR BEKENNEN!
Geschreven voor Konfrontatie, waar het inmiddels ook al te lezen staat.
Min of meer een longread
Enigszins verbazend is het: de geringe aandacht die er is voor de de revolutie in Bangladesh is, juist in linkse en radicale kringen. De gebeurtenissen verdienen beter. Mede daarom dit, uiteraard verregaand ontoereikende, artikeltje over wat er de afgelopen maanden in dit Zuid-Aziatische land heeft plaatsgevonden.
Half juli viel uit gevestigde media op te maken dat er iets belangwekkends aan de hand was in Bangladesh. Studenten demonstreerden in flinke aantallen tegen een quotastelsel voor overheidsbanen. Knokploegen van de regeringspartij Awami Liga – met daarin ook studenten – vielen de actievoerende studenten aan. Op 15 juli meldde Aljazeera al 150 gewonden, waarvan 20 ernstig.(1) The Guardian meldde op 16 juli al 2 doden.(2) Dat was nadat politie met traangas in de aanval was gegaan tegen de studenten. Zij aan zij met die politie waren er ook weer pro-regeringsknokploegen acties, met machetes en knuppels. Studenten bleven protesteren, met optochten en blokkades van kruispunten. Ze v vochten hard terug.
Waar draaide de het protest om. In het genoemde quotastelsel waren overheidsbanen gereserveerd voor bepaalde groepen: leden van minderheidsgroepen, mensen met een beperking, maar ook: familieleden van mensen die in 1971 voor de onafhankelijkheid hadden gestreden. Omdat iemands vader of grootvader aan die oorlog had deelgenomen, kreeg kind of kleinkind zo’n overheidsbaan. Maar liefst 30 procent van de vrijkomende banen waren voor zulke mensen gereserveerd. In de vrijheidsstrijd die in 1971 tot onafhankelijkheid – tussen 1948 en 1971 maakte het gebied waar nu Bangladesh zich bevindt, deel uit van Pakistan – leidde speelde de Awami Liga, de huidige regeringspartij, een hoofdrol.
Het reserveren van banen voor (klein-)kinderen van vrijheidsstrijders zag er uit als het reserveren van die banen voor kinderen van leden van de regeringspartij. Het zag er uit als vriendjespolitiek, omdat het dat in essentie ook was. Slechts 44 procent van de banen werd op basis van verdienste, buiten de diverse quota-categorieën, verdeeld.(3) Studenten wilden niet perse van alle quota af, maar wel van dat quotum van 30 procent voor nazaten van onafhankelijkheidsstrijders.
Nu zou dat allemaal wellicht nog niet zoveel woede gewekt hebben als banen voor jonge afgestudeerden voor het oprapen lagen in Bangladesh. Maar zo is het dus niet. De economie groeide de afgelopen jaren weliswaar hard: meer dan 6 procent per jaar,l en zo gaat het al geruime tijd. Niet iedereen profiteert, al is de armoede wel gedaald. Maar liefst 37,7 miljoen mensen hebben het afgelopen jaar te maken gehad met voedseltekorten. De werkloosheid van mensen tussen 15 en 24 jaar ligt rond de 12 procent. Maar het aantal mensen in die leeftijdsgroep dat geen baan had en evenmin op school of stage zat, bedroeg in 2023 zo’n 40 procent. Kennelijk zijn dus nogal wat jonge mensen zonder baan, zonder dat ze statistisch als werkloos zijn aangemerkt.(4) Interessant: universitair afgestudeerden maken minder kans op een aansluitende baan dan hun leeftijdsgenoten. De BBC meldt dat er naar schatting maar liefst 18 miljoen jonge mensen in Bangladesh op zoek zijn naar een baan.(5) Ja, dan is het extra onuitstaanbaar als van de weinige vrijkomende overheidsbanen er nogal wat worden gereserveerd voor regeringsaanhangers.
De boosheid bracht al snel grote aantallen actievoerende studenten de straten op. Grof politiegeweld, aangevuld met de knokploegterreur van regeringsaanhangers, leidden tot gewonden en al snel tot flink wat doden ook. Op 19 juli hadden demonstranten al een gevangenis bestormd en zo honderden mensen helpen ontvluchten.(6) Ook een gebouw van de staatsomroep was in de fik gezet door actievoerders. De regering kwam met een avondklok, en met de opdracht aan soldaten om mensen die zich daar niet aan hielden gericht neer te schieten. Op 20 juli meldde Reuters al 114 doden en was het internet afgesloten.(7)
Voor zover dit alles effect had, voedde het eerder de woede. Veel niet-studenten sympathiseerden met het studentenprotest. De afkeer van de repressieve regering van premier Sheik Hasina was groot. Haar macht was al langer omstreden: ze had eerder in 2024 weliswaar verkiezingen gewonnen, maar de oppositie had daar niet aan meegedaan omdat Hasina en haar partij nu niet bepaald ruimte boden om vrijuit campagne te voeren en dergelijke.(8) Studenten kregen actieve steun, bijvoorbeeld van riksja-rijders waarvan sommigen met gevaar voor eigen leven ambulancediensten gingen doen en gewonde studenten naar het ziekenhuis brachten, soms zonder betaling te vragen. Die riksja-rijders vormen een omvangrijke en belangrijke beroepsgroep van rond een half miljoen mensen. Straatarme, keihard zwoegende mensen. Ook velen van hen keerden zich tegen het bewind van Hasina. “Als ons iets gebeurt, ontsteken we vuren in ieder huis”, zo klonk het vanuit riksja-rijders uitdagend.(9)
Op 21 juli 2024 kwam er een keerpunt: het Hooggerechtshof draaide het quotum van voor nakomelingen van onafhankelijkheidsstrijders gereserveerde overheidsbanen terug van 30 naar 5 procent. Dat impliceerde een overwinning voor de actievoerende studenten.(10) Maar de intussen al 150 mensen die intussen om waren gekomen, slachtoffers van de repressie, kregen ze er niet mee terug. Studenten namen geen genoegen met de aanpassing van het quotumstelsel, het was te laat voor halve maatregelen, er was teveel bloed gevloeid. Ze eisten dat de regering verantwoording aflegde voor het dodelijke staatsgeweld tegen hun kameraden. Ze eisten ontslag van betrokken politiefunctionarissen. Ze eisten heropening van de onderwijsinstellingen. Ze eisten nog wel meer.(11) Hier en daar riepen mensen al op het vertrek van premier Hasina zelf. Die wilde daar niet van weten. Ze had duidelijk een zetje nodig. Dat zetje kreeg ze.
Na een paar dagen gespannen rust kwamen de demonstraties weer op gang. De repressie ging intussen door, met een grote arrestatiegolf. Op 23 juli waren er al 2600 mensen opgepakt.(12) Sommige studenten werden door politieagenten ontvoerd, zwaar mishandeld en weer vrijgelaten.(13) De protesten bleven groeien. Het ging daarbij allang niet meer om studenten. ‘“De beweging wordt alleen maar groter en steeds meer mensen uit verschillende lagen van de samenleving steunen ons”, ziet student Raiyan’.(14) Inderdaad!
Op 3 augustus protesteerden wederom enorme menigten. Een studentenactiegroep, Studenten Tegen Discriminatie genaamd, functioneerde als gangmaker, vanuit studentenkringen was intussen een campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid gelanceerd.(15) Op 4 oktober kwamen vanwege de staatsrepressie nog eens 91 mensen om. Demonstranten waren niet langer de enigen die het leven lieten. ‘Onder de 91 doden zijn 13 agenten die werden doodgesl;agen nadat een bende ene politiebureau in de stad Wirajganj was binnengevallen’, aldus Nu.nl (16). Een ‘bende’, heet het dus als mensen zich georganiseerd en wel tegen de politie keren. Het is maar dat we het weten. Het zieltogende bewind gooide er ook maar weer een internetblackout en een avondklok tegenaan. Welja.
Op 5 augustus kwam de voorlopige climax. ‘Protesterende studenten hebben opgeroepen tot een mars naar de hoofdstad Dhaka in weerwil van de landelijke avondklok om premier Hasina tot aftreden te bewegen’, aldus The Guardian.(17) Niet lang daarna bestormden menigten het presidentieel paleis en vluchtte premier Hasima per helicopter overhaast.(18) Vervolgens werd het feest op straat, een immens bevrijdingsfeest.
Na de val van Hasina was het echter bepaald nog niet voorbij. De politie was van de straten verdwenen, in staking gegaan, de benen genomen voor de immense volkswoede. Studenten regelden vervolgens zelf het verkeer.(18) Bdnews 24, een nieuwssite in Bangladesh, sprak van een ‘politie-loos Dacca’.(19) Mogen we ook eens een politie-loos Den Haag? Graag! Vrijwel meteen doken er echter nare berichten op over aanvallen op leden van de Hindoe-minderheid in het vooral door Moslims bevolkte land.(20) Revolutionaire studenten zagen het gevaar. ‘Studenten waren gezien terwijl ze Hindoe tempels en andere plaatsen van eredienst bewaakten in sociale media verslaggeving en beelden die geverifieerd zijn door Aljazeera’ s fact-checking bureau, onder andere in de stad Chittatong.’ Actievoerders richtten comités op voor dit soort solidaire bescherming.(21).
Al snel bleek trouwens dat er nog iets anders speelde. Soms werden mensen die inderdaad Hindoe waren aangevallen, niet vanwege het lidmaatschap van die religieuze groepering, maar omdat ze verbonden waren aan de inmiddels alom gehate Awami Liga.(22) Dit soort aanvallen zijn geen reactionair geweld tegen ene bevolkingsgroep, maar horen bij de afrekening met een gehaat bewind door een getergde bevolking. Het was evengoed wel heel verstandig van anarchisten in Bangladesh zelf dat ze, terwijl ze de val van Hasina toejuichten, waarschuwden tegen aanvallen op bijvoorbeeld Hindoes en leden van andere minderheidsgroeperingen.(23)
Intussen was duidelijk aan het worden dat Bangladesh niet zomaar wat studentenprotesten had meegemaakt, maar een volksopstand. Feitelijk was in Bangladesh een revolutie op gang gekomen, en die is niet afgelopen. Er is intussen een nieuwe regering, geleid door een keurige neoliberaal, Nobelprijswinnaar Mohammad Yunus. Daar is weinig revolutionairs aan. Maar in die regering waren wel twee studentenactivisten opgenomen.(24) Natuurlijk zitten zulke activisten helemaal verkeerd in wat voor regering dan ook en dreigt langs deze weg het verzet ingekapseld te worden. Maar tegelijk was de opname van deze activisten in de regering een erkenning van de kracht van het volksverzet, van de revolutie. Inkapseling was aan de orde omdat er nogal wat in te kapselen viel. Te hopen valt dat die inkapseling uiteindelijk niet gaat lukken.
Er is over de gebeurtenissen natuurlijk veel meer te zeggen. Hoe dan ook, ik vind het onmogelijk om er niet behoorlijk enthousiast van te worden. Ik zie meerdere redenen voor opgewektheid. Allereerst: de strijd voor vrijheid en solidariteit is een wereldwijde strijd, succes op de ene plek is goed nieuws voor ons allemaal. Dat volksmenigten in Bangladesh erin geslaagd zijn een tiranniek bewind ten val te brengen door aanhoudend en volhardend de straat op te gaan, is reden tot vreugde.
Verder: wat er in Bangladesh gebeurt heeft gewicht. Het betreft een land met 170 miljoen inwoners. Dat zijn er meer dan in bijvoorbeeld Duitsland en Groot-Brittannië en Zuid-Korea en Japan. Het betreft een land met ene snelgroeiende economie, vergelijkbaar met Zuid-Korea in de jaren 1960 en 1970. Het betreft ook nog eens een land dat ligt tussen Myanmar – waar een gewapende revolutie woedt – en India – waar tienduizenden mensen demonstreren en staken tegen de aanhoudende enorme aantallen verkrachtingen die daar plaatsvinden. De geest van de opstand houdt zich niet aan staatsgrenzen, wederzijdse inspiratie is zeer wel denkbaar. Het betreft ook nog eens een land waar nogal wat van onze kleding vandaan komt, gemaakt door de pakweg vier miljoen voornamelijk vrouwelijke textielarbeiders die tegen schandalige lonen lange werkdagen maken.
Het zit er trouwens in dat die lage lonen sterker onder vuur komen te liggen, want ook groepen arbeiders protesteren intussen met stakingen tegen wat in een artikel op een trotskistische website treffend wordt aangeduid als ‘de kleine Hasina’s’, de fabrieksdirecteuren en dergelijke.(25) De revolutie die in Bangladesh door dreunt, is tot nu toe vooral een politieke omwenteling maar heeft wel degelijk diepe sociale dimensies. Hoe diep? Hoe ver zullen arme mensen in Bangladesh gaan in een rechtmatige strijd, niet enkel tegen een gehaat regime maar tegen een kapitalistisch stelsel waarvan dat gehate regime de brute zaakwaarnemer was? Ik weet het niet. Ik weet wel dat nogal wat politiebureaus in Bangladesh door actievoerders zijn belaagd.(26) Zoals dat hoort in een revolutie.