BERICHT KNMI
WAT ALS DE AARDE MEER DAN 2 GRADEN OPWARMT?
28 JUNI 2022
Er zijn klimaatwetenschappers die niet meer geloven dat we de wereldwijde opwarming nog tot 2 graden weten te beperken. Dat blijkt uit een kleine enquĂȘte van Nieuwsuur onder 24 vooraanstaande Nederlandse klimaatwetenschappers. Mijn dochter las dit en vroeg me wat dat betekende. Wat gebeurt er als het nog warmer wordt?
Nederlandse klimaat verandert geleidelijk mee met de wereldwijde opwarming
Als het warmer wordt, gaat het niet meteen helemaal mis. Maar de veranderingen die we nu al zien – zeespiegelstijging, extremere buien, grotere kans op hitte en droogte in de zomer- treden dan sterker op. In het algemeen gaat dat geleidelijk. Bijvoorbeeld voor elke graad temperatuurstijging neemt de sterkte van buien met ergens tussen de 2 tot 14 procent toe, zeg 10 procent. Dus bij 2 graden 20 procent toename, bij 3 graden 30 procent.
De aarde is nu gemiddeld 1,2 graden warmer dan in de periode 1850-1900. Per graad wereldwijde opwarming is de gemiddelde temperatuur in De Bilt met 1,9 graden toegenomen en de warmste dag van het jaar met 3,3 graden. Zo verandert het klimaat in Nederland mee met de wereldwijde opwarming. Het KNMI houdt er in zijn klimaatscenario’s voor Nederland al rekening mee dat het niet lukt om de opwarming tot 2 graden te beperken en laat zien wat dan mogelijk de gevolgen zijn voor ons klimaat (zie figuur).
Selectie van klimaat kerncijfers voor het klimaat in Nederland rond 2085 volgens de KNMI’14 scenario’s. Deze scenario’s gaan ervanuit dat de aarde dan mogelijk tussen de 2,2 graden en 4,2 graden is opgewarmd ten opzichte van 1850-1900.
Hoe groter de opwarming, hoe meer we ons moeten aanpassen
Hoe we leven en ons land inrichten, is van generatie op generatie afgestemd op het klimaat. Als het klimaat verandert, kunnen we niet op dezelfde manier doorgaan en moeten we ons aanpassen. Hoe meer het klimaat verandert, hoe meer we ons moeten aanpassen. Dat geldt voor mensen wereldwijd. Omdat klimaatverandering geleidelijk gaat, komen de aanpassingen vooral op het bordje van de volgende generaties. Voor Nederland geldt dat we ons moeten aanpassen aan de stijgende zeespiegel, extremere buien, vaker hitte en droogte en laag water in de rivieren in de zomer, vaker hoogwater in de rivieren in de winter. Maar ook krijgen we mogelijk te maken met een grotere stroom aan vluchtelingen die op de plek waar ze wonen niet meer in hun onderhoud kunnen voorzien door klimaatverandering.
Hoe groter de opwarming, hoe groter de kans op onomkeerbare, plotselinge veranderingen
Ons klimaatsysteem kent zogeheten kantelpunten. Warmt de aarde te veel op, dan kunnen er plotselinge veranderingen optreden die niet omkeerbaar zijn. Bijvoorbeeld, als de menging van oppervlaktewater met water op grote diepte stopt in de Noord-Atlantische oceaan veranderen wereldwijd oceaanstromingen. De diepe menging komt niet vanzelf terug door de hoeveelheid CO2 weer te laten dalen. Ook als vegetatie verdwijnt door verwoestijning komt deze niet altijd vanzelf weer terug. Hetzelfde geldt voor de grootte van de ijskappen op Groenland en Antarctica. En ook voor ecologische evenwichten in voedselketens in zee en op land. Wanneer precies deze kantelpunten optreden is niet bekend. Daarom ook dringen wetenschappers erop aan de opwarming zoveel mogelijk te beperken.