WAT MANDELA’S DOOD ZOAL LOSMAAKT
zaterdag 7 december 2013
De golf van reacties op de dood van Nelson Mandela vergt op drie punten tegengas. Allereerst moet Mandela natuurlijk verdedigd worden tegen degenen die hem posthuum nog twee racistische trappen na geven. In de tweede plaats is het nodig om heel veel steunbetuigingen aan de heiligverklaarde held onderuit te halen als wat ze zijn: huichelarij vermengd met ‘vergeetachtigheid’ en een opmerkelijk klassenbewustzijn van hogerhand.. Maar in de derde plaats moet ook oprechte heldenverering kritisch worden bezien. De strijd tegen racisme en onderdrukking heeft geen behoefte aan ontzag voor wie dan ook. Heiligverklaring van helden ondermijnt precies de kritische zin die we in de strijd zo hard nodig hebben, na Mandela ‘s dood niet minder dan tijdens zijn lange en wel degelijk indrukwekkende leven.
De reacties van (uiterst) rechts – en van een GroenLinkser, jawel – zijn vunzig. Identitair Verzet, een curieus fascistenclubje, hing twee spandoeken op met de tekst “Moordenaarsbrug”. Die waren opgehangen op bruggen die de naam Mandela dragen. De boodschap was duidelijk In een toelichting keerde het clubje zich tegen de “eindeloze lofzangen” op Mandela, en tegen de “gruweldaden die door Mandela en de zijnen zijn begaan”. Dit is geen aanval op onterechte heldenverering. Dit is geen aanval op fouten van de man en tekortkomingen van zijn politiek. Dit is een aanval precies op datgene wat Mandela goed deed, waar hij voor stond: onverzettelijke strijd tegen racisme, onweerlegbare inzet voor menselijke gelijkwaardigheid. Dingen waar ze niet van houden bij Identitair Verzet, zoals we al eerder konden merken toen ze solidariteit van en met vluchtelingen probeerden aan te vallen.
Dan was er John de Laet, Groen Linkser, die twitterde over wat hij “de dood van de hoofdpiet” noemde. Natuurlijk maakte hij snel excuses, net als De Telegraaf. Die had ook een duit in het zakje gedaan, door erop te wijzen dat Mandela “met Zwarte Piet” op 5 december was overleden. Ook daar volgde een overhaast sorry. Nico Dijkshoorn gooide er een twee uit met: “Nu maar wachten op de 300.000 mensen die precies dezelfde grap gaan maken: hoofdpiet is dood”. Felle reacties brachten hem ertoe zijn account op te doeken. Hij legt uit:“Thuis las ik op Twitter dat Nelson Mandela was overleden en ik zocht op zijn naam. Ik zag minimaal dertig keer de voorde hand liggende grap ‘Hoofdpiet is dood’ voorbijkomen. Zouteloos. Ik zei daar iets van en daarna dachten 250.000 gekken dat ik de grap zelf maakte.” Tja. De grap was méér dan zouteloos, het was racisme. En dat zo’n tweet voor misverstand zou zorgen dat Dijkshoorn de grap zelf maakte, is niet helemaal verbazingwekkend. Belangrijker dan de lotgevallen van arme Nico is hier de zogenaamde grap zelf. Wie kan nu nog ontkennen dat Zwarte Piet en racisme iets met elkaar te maken hebben? Na twee maanden van heftige ontkenning door ZP-verdedigers, is dat toch een, wat onaangenaam verworven, stap vooruit in de discussie…
We laten de racisten over aan elkaars rioolgezelschap en gaan verder met reacties in de mainstream. Wereldleiders verslikten zich bijna in de loftuitingen. Een paar voorbeelden. Angela Merkel prees Mandela’s “erfenis van geweldloosheid” en was blijkbaar even vergeten dat Mandela opgepakt en veroordeeld was omdat hij een gewapende tak van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) hielp opzetten en de guerrilla-oorlog begon voor te bereiden. Die stap zette hij nadat het apartheidsregime vreedzaam protest, demonstraties en burgerlijke ongehoorzaamheid beantwoordde met kogelregens. Keerpunt: Sharpeville in 1960, waar politie het vuur opende op een demonstratie tegen de pasjeswetten waarmee de staat in toenemende mate rassenscheiding en repressie doorvoerde. Demonstranten, aanvankelijk vreedzaam, in een later stadium werden er stenen gegooid. Politie schoot met scherp, en ging ermee door toen mensen vluchtten. Dodental: 69, waarvan sommigen dus in de rug geschoten. Merkels reactie is slechts één voorbeeld van de manier waarop het establishment de op sommige punten wel degelijk radicale keuzes van Mandela onder de mat veegt. Dne hebben we, geloof het of niet, de Israëlische premier Netanyahu. Hij noemt Mandela “een vrijheidsstrijder die geweld verwierp”. Hij vergeet voor het gemak dat de vrijheidsstrijd waar Mandela voor stond, ook Netanyahu’s staat niet oversloeg. “Wij weten maar al te goed datonze vrijheid niet compleet is zonder de vrijheid van de Palestijnen; zonder de oplossing van de conflicten in Oost-Timor, in de Soedan en andere delen van de wereld”, zei Mandela in 1997 op een Dag voor de Solidariteit met het Palestijnse Volk. (gevonden via het blog van World War IV) Vergeten, mijnheer Netanyahu? Langs u heen gegaan? Of komt het niet zo goed uit?
Ach, moeten we Putin erbij slepen, die Mandela prijst voor diens betrokkenheid bij “de idealen van humanisme en gerechtigheid”, terwijl Pussy Riot ervaart hoe Putins bewind gerechtigheid opvat? China’s baas Xi Jinping die lovende worden spreekt over de “vooruitgang van de mensheid” waar Mandela aan bijdroeg, maar waar mensen in Tibet, en in de sweatshop fabrieken in Chinese steden vrij weinig van merken? De Franse president Hollande die spreekt over “de verdediging van rechtvaardige zaken en universele rechtvaardigheid” waartoe Mandela ‘s voorbeeld zou aanzetten – terwijl zijn Franse politie van de ene deportatie naar de volgende ontruimingsactie van Roma-vestigingen snelt? Van Merkel tot Hollande, ik pluk ze uit een BBC-overzichtje, waar je ook nog de al even inspirerende reacties kunt vinden van de Britse koningin en van de Syrische president.
En dan Obama, de drone-en-afluisterpresident van de gehele wereld. Hij zei onder meer het volgende over Mandela. “Zijn reis van gevangene tot president belichaamt de belofte dat menselijke wezens- en landen – kunnen veranderen en beter kunnen worden.” De reis van gevangene tot president wordt aangestipt, de eerdere reis van actievoerder tot gevangene echter niet. Hoe kwam Mandela eigenlijk in de cel terecht? Hij werd opgepakt als organisator van Umkhonto we Siswe, de gewapende tak van het ANC waaraan hij leiding probeerde te geven. De Zuid-Afrikaanse politie hield hem aan in augustus 1962. Meerdere bronnen zeggen dat de Amerikaanse spionagedienst CIA de Zuid-Afrikaanse staat hielp bij deze arrestatie. Dat gebeurde dan onder verantwoordelijkheid van de president van het land waar Obama nu leiding aan geeft. Het was nog een partijgenoot van Obama ook. Zijn naam was John F. Kennedy. De wist vast van niets. Presidenten weten meestal van niets als hun ondergeschikten misdaden plegen. Dat hoort bij het vak. Tussen Kennedy en Obama in zat de tijd dat het ANC volgens de VS een “terroristische organisatie” was. Tot aan 2008 stond Mandela zelfs officieel op de “terrorist watch list”, een lijst van mensen die het land niet in mochten.
Obama prees ook nog Mandela ‘s “inzet om de macht te transformeren en zich te verzoenen met degenen die hem gevangenzetten”. Dat is een “voorbeeld dat we allemaal zouden moet nastreven”, persoonlijk of als land, volgens de Amerikaanse president. Volgens mij raken we daar een kernmotief van dit soort lofprijzingen: Mandela als Grote Verzoener. Anders gezegd: Mandela die de strijd tegen apartheid niet tot het uiterste voerde, maar vrede sloot met zijn vijanden zonder dat die waren verslagen. Mandela nam hiermee afstand, niet van geweld als tactisch middel, maar van revolutie als strategisch doel. Natuurlijk zijn de Obama’s, de Putins en de Merkels van de wereld hem daarvoor dankbaar.
Feitelijk zei het ANC onder Mandela ‘s leiding, tegen de witte machthebbers in politiek en vooral economie. ‘Jullie, zakenlieden, mogen je rijkdommen – behaald door waren extreem lage lonen te betalen, ons af te laten ranselen, op te laten sluiten, dood te laten schieten als we protesteren – houden. Jullie, politici, generaals, politiechefs, hoeven niet bang te zijn voor arrestatie wegens misdaden tegen de menselijkheid, wegens jullie verantwoordelijkheid voor moord, marteling en mishandeling. Jullie mogen mee blijven doen aan politiek en staatsbestuur. In ruil daarvoor erkennen jullie dat iedereen, witte minderheid en zwarte meerderheid, bewegingsvrijheid krijgen, en gelijke politieke rechten. Jullie erkennen dat iedereen gelijkelijk kiesrecht krijgt, parlement en dergelijke mag kiezen en aldus mee mag bepalen hoe de regering is samengesteld.’ Zo bleef de economische macht in handen van het witte zakenleven, nu aangevuld door zwarten die geen apartheidsbarrière meer hadden die hen weerhield om carrière te maken. De zwarte meerderheid bleef onderworpen, alleen was de elite die haar onderwierp nu niet meer louter wit, maar multiraciaal. Daar kwam Mandela’s transformatie van de macht in de praktijk op neer. Voor mijnwerkers van Marikana die in augustus 2012 tijdens een staking in een goudmijn door politie met kogelregens werden neergemaaid om hun verzet te breken, was het verschil met de repressie in apartheidstijd niet opvallend groot. Zo zag die ‘verzoening’ er van onderop bekeken uit.
Voor kapitalisten en bevriende politici – in het land en internationaal – was de uitkomst van de anti-apartheidsrevolte in Zuid-Afrika eigenlijk heel bevredigend. Het had immers ook op een regelrechte revolutie kunnen uitdraaien, waarbij het kapitaal zou zijn onteigend, en nogal wat politiechefs, generaals en staatsbureaucraten hun baan, hum macht en misschien wel meer zouden zijn kwijtgeraakt. Stakingen in de auto-indurstrie in 1973, de scholierenopstand in Soweto, de opstanden in de ‘townships’ in 1983, in 1984-1986, de grote stakingen in 1986 en 1987 wezen in die richting, en brachten slimme ondernemers het inzicht bij dat een compromis voor het te laat was misschien slim was. Zo ontstond binnen het witte establishment bereidheid om met Mandela te praten.
Een revolutie zou voor Zuid-Afrika ‘s heersers een ramp zijn geweest, maar voor multinationale ondernemingen die Zuid-Afrika als lage-lonenland benutten eveneens. Staten waar die ondernemingen hun hoofdkwartier hadden – waaronder de VS – waren erg blij dat het die kant niet op ging, en prezen Mandela. Ze waardeerden he, niet omdat hij onverzoenlijk en effectief tegen apartheid vocht, maar omdat hij die strijd beperkt wist te houden en het kapitalisme hielp redden. Daarop is op een verkapte manier ook de lof voor Mandela ‘s ‘geweldloosheid’ gebaseerd. Niet dat hij geweld als actiemiddel dus afwees, maar wel dat hij tijdens en na zijn gevangenschap de strijd – gewelddadig of niet – ondergeschikt maakte aan onderhandelingen en compromis. Ziedaar de kern van die befaamde en bedrieglijke ‘verzoening’ waarover Obama orakelde.
Onderhandelingen begonnen in het geheim al tijdens zijn gevangenschap Na zijn vrijlating in 1990 ging dat verder. In die periode liet het ANC ook haar eerdere keus voor nationalisering en een stevig sociaaldemocratische economische politiek los. Het schijnt dat Nederland daar zelfs een aandeel in heeft gehad, als we Bram Vermeulen in de NRC mogen geloven. “Toen hij uit de gevangenis kwam, bepleitte hij nog de nationalisatie van alle bedrijven. Volgens Sampson werd Mandela in 1993 bekeerd door nota bene de Nederlandse staatssecretaris van Buitenlandse handel, Yvonne van Rooy, die hem uitlegde dat globalisering onomkeerbaar was, dat een enkel land zich kan ontwikkelen zonder particulier ondernemerschap. Mandela schrapte kort daarna het nationalisatieprincipe uit het Vrijheidshandvest van de partij.” Sampson schreef een biografie over Mandela, en merkte ook op dat “Mandela ook na zijn vrijlating opmerkelijk meer op zijn gemak (was) onder grootindustriëlen dan onder vakbondsleiders.” Mandela voegde zich in de mainstream en onderschreef de steeds sterker wordende neoliberale consensus van die periode. Dat hij zich soms heftig tegen specifieke beleidskeuzes uitsprak – de aanval op Irak in 2003 bijvoorbeeld – is waar. Maar hij deed dat als ‘één van ons’, als kritische stem binnen het wereldwijde establishment waar hij inmiddels deel uitmaakte. Een deel van datzelfde establishment nam hem niet helemaal serieus, maar zag hem eerder als hofnar en knuffelsymbool dan als gelijkwaardig partner. Maar een tegenstander van de machten zoals ze zijn was hij allang niet meer, en de posthume lofzangen in regeringskringen zijn daarvan een teken
Wereldleiders zijn dus – hoe hypocriet ook in hun lippendienst aan de strijd tegen onrecht – tegelijk ergens oprecht in hun lof. Ze begroeten Mandela posthuum als één van hun, als iemand die de internationale kapitaalsmacht heeft helpen redden. Economische voorrechten houden in ruil voor toekenning van politieke rechten is immers geen onvoordelige ruil voor kapitalisten. Voor mensen onderop, mensen die geen grote voorrechten te verdedigen hebben en die racisme en onderdrukking van de aardbodem willen zien verdwijnen, is er voor de ongebreidelde lof die Mandela krijgt toegezwaaid echter heel wat minder reden. Laten we Mandela gedenken en prijzen om wat hij goed deed: strijden voor gelijke rechten van zwart en wit, tegen een hoge persoonlijke prijs. Maar laten we kritisch onder ogen zien wat hij naliet en zelfs actief hielp blokkeren: de strijd tegen het kapitalistische fundament dat het apartheidsstelsel had, en tegen de kapitalistenklasse die zo enorm van het wrede stelsel heeft kunnen profiteren. Een dapper man die zich inzette voor rechtvaardigheid? Zeker wel. Een heilige die ongebreidelde bewondering en navolging verdient? Geenszins.
Peter Storm