vrijdag 3 juli 2015
Schokkende beelden uit de Schilderswijk. Een hele groep mensen ingesloten door een politiemacht, allemaal klaarblijkelijk aangehouden en op het punt in bussen afgevoerd te worden. Er omheen een plein vol ME-busjes. Dat was vannacht, toen berichten al spraken van het oppakken van rond de honderd mensen. In de vroege ochtend bleek het om maar liefst tweehonderd aanhoudingen te gaan. Met massa-arrestaties probeert het gezag het losgebroken protest te smoren. De greep op de straten en pleinen van de Schildersweek krijgt Van Aartsen daar misschien op korte termijn mee terug, en dat is erg genoeg. Maar de politiestaatmethoden zullen de woede eerder aanwakkeren dan temperen. Wie een wijk als bezet gebied bejegent, moet niet raar staan te kijken als bewoners zich nog harder en ongrijpbaarder tegen de politie gaan keren.
De politie verrichtte deze arrestaties op basis van een samenscholingsverbod. Wie in groepen bijeenkomt, kan zonder verdere reden worden opgepakt en afgevoerd. “Onder de aangehouden mensen waren ook omstanders die toekeken”, schrijft de NRC die het nodig vond om haar stuk de titel “Tweehonderd relschoppers opgepakt in Schilderswijk”. Mensen die vuurwerk afsteken en wat rumoerig in groepjes bijeen zijn, mensen die keken wat er intussen gebeurde, zijn dus allemaal “relschoppers”. Zo worden boze, en zelfs alleen maar nieuwsgierige mensen, weggezet. Zo wordt de gemene repressie gerechtvaardigd in de ogen van keurige burgers die hoofdschuddend de berichte volgen. De landelijke politiek stookt mee, met premier Rutte voorop die de ‘relschoppers’ uitmaakt voor “achterlijke gladiolen”. Over de aanleiding van de woede op straat hoor je hem intussen niet. Het slopen van een piano is voor hem erger dan het doden van een Arubaanse man. Dingen gaan bij hem boven mensen. Dat is het moderne liberalisme ten voeten uit.
De woede zindert intussen onderhuids ongetwijfeld verder. Er is ook zo veel reden voor! De daad van Mitch Henriquez, de Arubaanse man die met veel geweld op 27 juni gearresteerd werd met zoveel geweld dat hij de dag erop aan de mishandeling bezweek, is de aanleiding. Het gedraai van het Openbaar Ministerie maakte mensen extra kwaad: eerst zij dat OM dat Mitch pas in het politievoertuig onwel werd, een dag later herzag ze dat bericht, en nog enkele dagen later gaf het toe dat Mitch zeer waarschijnlijk vanwege het politiegeweld was overleden. Vrij vertaald: de politie had hem door gemaakt. En waar overtreders van een uitgaansverbod dus bij tientallen tegelijk worden opgepakt, daar worden vijf verdachten van moord, doodslag of toch tenminste dood door schuld slechts geschort Ze zijn niet eens gearresteerd. Hoe lang zouden vijf andere mensen vrij rond blijven open als ze een agent besprongen, van de adem beroofden en hem de dood in joegen?
Het is niet enkel de gewelddadige dood van Mitch die de woede zo voedt. Het is het overduidelijk racistische bejegening door de Haagse politie die mensen extra razend maakt. Mitch was Arubaan. Heel veel andere mensen met een migrant-achtergrond en een donkerder huidskleur maken grofheden mee van politiezijde. Een cafe-eigenaar in de buurt vertelt aan de Volkskrant waar het om draait. “Alle allochtonen zijn verenigd – samen tegen de politie. Het verbaast mij niet. Mensen zijn de intimidatie zat. Ik zie het hier elke dag: een Hollander die over de stoep fietst, krijgt een waarschuwing, een allochtoon wordt direct gegrepen”.
De politie in Den Haag bedrijft hanteert duidelijk etnische profilering : het aanhouden van mensen mede op basis van uiterlijke kenmerken die naar etnische herkomst verwijzen. Plat gezegd: de politie houd mensen van bijvoorbeeld Antilliaanse of Marokkaanse afkomst eerder aan bij controles en opsporingsactiviteit. Amnesty bevestigt dat dit structureel voorkomt. Een onderzoek van de Leidse universiteit waarbij onderzoekers agenten vergezelden tijdens hun werk, concludeerde daarentegen:“Mensen met een migrantenachtergrond worden weliswaar vaker door de politie benaderd, maar daar heeft de politie volgens de onderzoekers goede reden voor.” Maar antropoloog Sinan Cankaya gaat dar tegenin: “Ik ontkom niet aan de indruk dat de onderzoekers de door agenten als verdacht getypeerde vrijwel automatisch categoriseren als redelijk en objectief.”Anders gezegd: de onderzoekers kijken door politieogen en nemen ongemerkt de bijbehorende stereotypen over. Antropoloog Paul Mutsaert deed ook onderzoek en “concludeert dat bij controles vaak vooraf op etniciteit een doelgroep wordt geselecteerd, bijvoorbeeld Turks, Marokkaans of Surinaams.” Dat is etnisch profileren ten voeten uit. En ook Mutsaert – nota bene “in dienst van de Politieacademie” – liep zelf mee met agenten in het kader van zijn onderzoek, dat trouwens niet speciaal het Haagse korps betereft maar de politie als zodanig. Zijn verklaring voor het etnisch profileren is problematisch maar minder interessant dat het feit dat ook hij – iemand met een kijk van binnenuit het apparaat – die etnische profilering constateert.
Hoe stereotype het politiedenken kan zijn, blijkt uit een workshop die aan agenten wordt voorgeschoteld. Onderwerp: hoe als agent met Antillianen om te gaan. Zin uit de reclametekst van de club die de workshop aanbiedt: “Als een Antilliaan het gevoel heeft niet gerespecteerd te worden, kan dat genoeg aanleiding zijn om de opponent neer te steken of te schieten.” Dát is dus het beeld dat zich in politiekoppen van Antillianen nestelt: gewelddadige types, bereid tot moord en doodslag bij de geringste aanleiding.
We lezen intussen ook over hoe ex-agenten de omgang van het Haagse politiekorps met migranten zagen. “Zodra je aan het geijkte profiel voldoet ( ‘Marokkaans uiterlijk’, zoals men pleegt te verwoorden in mutaties), word je gepest, getreiterd, gecontroleerd, bekeurd, te pas en te onpas staande gehouden of aangehouden, puur en alleen om je dwars te zitten”, zo schrijft een ex-agent van het Haagse politiekorps.
Den Haag FM kwam met dit bericht, enkele dagen voordat de dood van Mitch Hernandez het lont in een kruitvat bleek. Dat kruitvat heet politiegeweld. Het kruitvat heet politieracisme. Dat kruitvat is afgelopen dagen gedeeltelijk tot ontploffing gekomen Maar als Van Aartsen en zijn agenten denken dat ze met massa-arrestatie het smeulende vuur van opstand blijvend kunnen bedwingen, dan vergissen zij zich verschrikkelijk. Het verzet zal wellicht andere vormen zoeken en op andere plaatsen opduiken. De vraag voor anti-autoritaire revolutionairen, voor wie zowel de strijd tegen racisme als de strijd tegen politiegeweld kernpunten zijn of horen te zijn, is volgens mij: hoe kunnen we helpen? Hoe kunnen we ondersteuning bieden?
Ik zie meerdere punten. Het eerste punt is tamelijk praktisch. De arrestanten hebben steun nodig. Het zijn er na vier dagen al 361, en veel ervan zijn minderjarig. Maken ze het goed? Hebben ze een behoorlijke advocaat? Staan er mensen buiten om ze te begroeten als ze vrijkomen? Zijn er acties bij de plekken waar ze vastzitten gepland, lawaaidemonstraties, wakes, wat dan ook? Daar sluit de noodzaak tot protest tegen deze massa-detentie op aan. Het kan toch niet zo zijn dat Van Aartsen de halcve jeugd van de Schilderswijk opsluit zonder dat we zelfs maar enig luid en duidelijk protest tegen deze politiestaatspraktijken laten horen?
Belangrijk is vervolgens om de opstand zelf te verdediging: de rechtmatigheid ervan te onderstrepen, en ons niet van de wijs laten brengen door gejammer over ingegooide ruiten en een kapotte piano. Dit is verzet tegen racistisch gericht politiegeweld, en het verzet komt van mensen die de terging van politiekant zelf ondervinden of er getuige van zijn. Mensen hebben in hun woede gelijk, en nee, een kapotte ruit is niet belangrijker dan een dode Arubaan. Nee, het beschadigen van een willekeurig winkeltje is niet zinnig. Maar het is een randverschijnsel. Aandacht voor de kern van de zaak, alstublieft. Die kern is: een man is door vijf agenten gewelddadig de verstikkingsdood ingejaagd, en mensen zijn nu erg boos.
En de opstand is niet alleen terecht, ook harde actievormen zijn legitiem. Slechts de angst voor felle tegendruk zal de politie doen inbinden. Slechts de wetenschap dat de greep van de politie op staat niet meer te garanderen valt, zal Van Aartsen tot nadenken stemmen. Onrust op de straten is niet prettig, maar het is bijzonder functioneel als wapen van ogenschijnlijk machteloze menigten egenover een ogenschijnlijk oppermachtig repressieapparaat. Al die oververhitte verontwaardiging van de kant van politici, al het gekerm over achterlijke gladiolen en wat dies meer zij, is woede en demagogie. Maar achter die woede is de panische angst van een zich bedreigd voelend gezag bijna tastbaar. Voor die angst hebben de opstandige jongeren het gezag aanleiding gegeven. Ik mag hopen dat die aanleiding slechts een voorproefje was van wat er aan revolte nog gaat komen. De ‘relschoppers’ hebben in de kern gelijk.
Peter Storm