HOE APARTHEID IS VERDWENEN (1)
dinsdag 10 december 2013
Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.
Die dichtregels doken op in mijn hoofd na de dood van Mandela, en alle daaropvolgende publiciteit over ‘hoe Apartheid is verdwenen’. Zoals de oorlog is verdwenen, en toch voortduurt in de wonden die geslagen zijn, zo leeft apartheid voort in een kapotte maatschappij. En zoals de verdwenen oorlog gevolgd werd door oorlog na voortdurende oorlog, zo duurt ook de realiteit achter apartheid ook voort. Is apartheid wel verdwenen? En hoe is dat dan in zijn werk gegaan?
Afgaand op wat we de laatste dagen zien langskomen in media, is het systeem van wettelijke en politieke discriminatie en uitsluiting van de zwarte meerderheid dat als ‘apartheid’ bekend werd, niet zomaar verdwenen. Het is afgeschaft door de strijd en inzet van één man, Nelson Mandela, wiens heiligverklaring deze week nieuwe hoogtepunten bereikt. Een enkele keer zie je de claim vrijwel letterlijk, zoals bij de BBC. “Nelson Mandela Death: the man who destroyed apartheid”, luidde de titel van één van de herdenkingsstukken daar (in de hyperlink ernaar toe is er gelukkig “helped destroy” van gemaakt).
De beeldvorming is bijna dat Mandela zo’n beetje alles deed: het ANC tot leven brengen in de jaren vijftig (zonder kameraden?), demonstraties houden (zonder verdere deelnemers?), onder gronds ging (in zijn eentje?), een gewapende tak van het ANC op zetten (zonder medestrijders/), opgepakt, gearresteerd, en veroordeeld werd en langdurig in de gevangenis moest zitten ( als enige?). Toen werd hij vrijgelaten (niemand anders?) en bracht hij onderhandelingen met het apartheidsbewind tot resultaat (alweer: helemaal op eigen houtje?) Nee, zo staat het er niet letterlijk. Maar het hele beeld is wel dat van één enkele held die, met de Speer van de Natie in zijn hand, de draak van de apartheid verslagen heeft.
De Volkskrant noemt het ANC doodleuk “de partij die Mandela oprichtte”. Niet echt. Het ANC werd in 1912 opgericht, Mandela werd in 1918 pas geboren en sloot zich in 1943-44 bij die toen al tientallen jaren oude organisatie aan. Niks oprichter dus. Maar de vergissing is illustratief voor de mate waarin Mandela ‘s rol wordt uitvergroot ten koste van context, en met veronachtzaming van al die anderen die streden tegen apartheid. De vraag die Bertolt Brecht al stelde over Alexander de grote en diens veroveringen, dringt zich – zoals eenherdenkingsstuk geplaatst op International Viewpoint ook aanstipt – ook bij Mandela en zijn strijd op: “Was hij alleen?”
Mandela zelf wist natuurlijk beter, en we moeten de mythische Mandela-figuur die momenteel wordt bewierookt ook onderscheiden van de tot voor kort reëel bestaande Mandela: een mens en strijder met goede en minder goede kanten, met een dappere inzet voor gelijkwaardigheid en vrijheid, maar ook met een politieke aanpak die deze inzet tegelijk ondermijnde en de mogelijke uitkomst van die vrijheidsstrijd inperkte. Maar ook Mandela zag wel dit: “Geen enkel persoon kan in zijn eentje een land bevrijden. Je kunt slechts een land bevrijden als je handelt als een collectief” – een waarheid die juist nu wel even in herinnering geroepen mag worden. Al Giordiano, in een verder wel overdadig lovend stuk, stelt het zo:“Het officiële plaatje in de media is alsof een man naar de gevangenis ging en alleen door de kracht van het voorbeeld en diepgeworteld systeem van verplichte rassenscheiding omverwierp. Zo is het helemaal niet gegaan. Het organiseren – en in het bijzonder de ontwikkeling daarvan – door zo vele anderen blijft een van de epische collectieve heldenverhalen van de twintigste eeuw.” Dat is wel een treffende omschrijving van de strijd tegen apartheid: een episch collectief heldenverhaal, waarbinnen Mandela een flinke, maar uiteindelijk ook beperkte, rol speelde. Die rol is pas goed in te schatten als we het bredere verhaal vertellen, niet als persoonlijke biografie van één man, maar als vertelling van een belangrijke historische episode. Die episode mondde uit in een overwinning en een nederlaag tegelijk – en in beide aspecten speelde Mandela een flinke rol.
Wat was die apartheid eigenlijk? Het is méér dan louter het racisme dat de Zuid-Afrikaanse maatschappij vergiftigde, een racisme dat in zoveel andere landen bestaat en ook in Zuid-Afrika helemaal niet is verdwenen. Apartheid is het beste op te vatten als een stelsel van formele, juridisch, wettelijke en politieke uitsluiting en discriminatie van de zwarte ondergeschikte meerderheid vanuit een witte, dominante minderheid. Het is een stelsel van via wetten gereguleerde en door repressie afgedwongen rassenscheiding. Het systeem had koloniale, negentiende eeuwse wortels. Het heeft een erfenis nagelaten die de meeste zwarten nog steeds met armoede en sociale uitsluiting confronteert. Maar in zijn gesystematiseerde vorm werd het vanaf 1948 uitgebouwd, en in de periode 1990-1994 afgebouwd. Formele rassenscheiding, apartheid in de juridische en politieke zin van het woord, is opgedoekt, en dat was wel degelijk een grote overwinning. Het was een overwinning waar het Afrikaans Nationaal Congres ANC en haar aanvoerder Nelson Mandela voor vocht, naast al die andere groeperingen, andere kopstukken als Steve Biko en vooral de talloze demonstranten, stakers en andere actievoerders in het land die er aan hebben bijgedragen.
Aan de ellende van de meerderheid heeft die afschaffing echter geen einde gemaakt. Sterker: met de overgang naar een liberaal democratisch stelsel met formele gelijke rechten voor de gehele bevolking is tegelijk ook een overgang naar een neoliberaal economisch beleid en bestel ingezet – een neoliberalisme dat een voortdurende sociale catastrofe voor de zwarte meerderheid behelst. De ANC-regering onder president Mandela heeft de deuren voor dat neoliberalisme, al in de nadagen van apartheid op een kier gegaan, wagenwijd opengezet. Hoe dat ongeveer ging legt Patrick Bond uit in “The Mandela Years in Power”, een onthutsend stuk voor wie nog dacht dat die regering tenminste nog flink tegenstribbelde tegen dat neoliberalisme. Gevolg van het neoliberale beleid: hele industrietakken die door internationale concurrentie weggeduwd zijn, commercialisering van allerlei openbare diensten, een werkloosheid die steeg van 16 procent in 1995 tot 30 procent in 2002, en een nog altijd stuitende armoede. Bond spreekt treffend van “de vervanging van raciale door wat we ‘klasse-apartheid’ zouden kunnen noemen” in de periode dat Mandela regeerde. Het punt is niet eens dat het te traag beter werd allemaal, punt is dat het voor veel mensen die slachtoffer waren van apartheidsterreur en uitbuiting, in sommige opzichten nog slechter geworden is dan het al was. Daarvoor draagt Mandela net zo goed mee verantwoordelijkheid als voor het helpen ontmantelen van apartheid in formele zin.
Peter Storm