zondag 7 februari 2016
Flinke groepen boze en vaak ook zer opgewekte antifasscisten hebben er vor gezorgd dat Pegida, dat samenraapsel van loslopende fascisten en aanpalende types, zich niet ongestoord heeft kunnen manifesteren in Amsterdam. Ik was één van die opgewekte boze antifascisten, en kijk graag terug op een hectische maar geslaagd dagje actievoeren.
Dat Pegida sowieso de straat op kon in Amsterdam, en van gemeentewege nota bene een plek kreeg toegewezen in de door de nazi-genocide vrijwel leeggemoorde en dus inmiddels voormalige jodenbuurt, is al een schandaal. Dat de gemeente ook nog bedacht om de reguliere tegendemonstratie een pl;ek dara vlakbij toe te wijzen, en het eind daarvan vrijwel te laten samenvallen met het begin van het fascistenfeestje, droeg aan dat schandaal ook nog elementen van provocatie bij. Wilde de burgemeester dat fascisten en antifascisten slaags raakten? Wilde hij een excuus om de stad zo vol te plempen met ME datelke actie lamgeslagen zou worden? In dat tweede geval is zijn opzet net zo mislukt als die van het Pegidistische geteisem. Pegida kwam van meerdere kanten ingeklemd te zitten tussen politie die zeker drie groepen antifascisten tegenover zich zag, jouwend, scanderend om hun afkeer van het fascisme te laten horen en voelen.
Maar voor het zover was, gebeurde er het één en ander. Ik was met medestanders uit het Brabantse eerst naar het informatiepunt van Laat Ze Niet Lopen – dat tegenacties tegen Pegida op gang hielp brengen – gegaan, en vandaar naar de reguliere tegendemonstratie. Die was een project van linkse en minder linkse politieke partijen en dergelijke, samen met andere organisaties. De actie stond stil, maar dat lag aan de gemeente die geen ruimte gaf voor een strijdbare optocht.
Wat overbleef was dus feitelijk geen demonstratie, maar een manifestatie. Ik werd er tamelijk treurig van. Toespraken, soms gelukkig kort – complimenten voor de SP-er, die had aan anderhalve minuut genoeg – maar vaak een stuk langer. Soms sterk , zoals de stevige toespraak van een laatste overlevende van de Februaristaking van 1941, die op hoge leeftijd ons vol strijdbaarheid kwam uitleggen waar het toen om ging, en nu feitelijk weer. Soms minder. Politieke partijen met hun woordvoerders, en dat betekende: SP, GroenLinks, de PvdA en het partijtje-in-de-dop de Internationale Socialisten. Gelukkig ook andere sprekers, waaronder een uit Somalië gevluchte vrouw. Ook wel muziek, hiphop bijvoorbeeld.
Maar sterk of zwakker, het hele concept van samenkomen om te luisteren naar een programma degradeert actievoerders tot luisteraars en kijkers naar een optreden. Weliswaar was er participatie van hetn publiek ingebouwd: we mochten op aangegeven signaal applaus ru oepen, het woord “Pegida” door “fuck” vooraf laten gaan, of “Vluchtelingen Welkom” scanderen. Maar fascisme gaat niet teruggeslagen worden door tegenstanders van dat fascisme voornamelijk de rol van figuranten en achtergrondkoor te geven in een voorstelling waarvan ze noch het script, noch de regie in handen hebben. Ik realiseer me dat het iets bemoedigends kan hebben als je dag na dag als antiracist tussen halve en hele racisten leeft en ook wel eens wilt voelen met hoe veel we zijn. Ik snap dat het dan goed voelt om sprekers die dingen te horen bevestigen die je zelf ook denkt en voelt. Mij maakt het hele actieconcept dat om dit type manifestaties draait echter in toenemende mate kregel. Het dempt de strijdbaarheid, het kanaliseert de boosheid weg in door de staat uitstekend te beheersen vormen.
Als je een voorstelling wilt, huur een zaal, regel sprekers en artiesten, verkoop kaartjes en gebruik het aldus vergaarde geld om daar serieuze acties mee te helpen financieren, plus antifascistiasche propaganda. Maar wat mij betreft mag ermet de aanpak om publieke voorstellingen te vermommen als serieuze actie meteen gekapt worden, tenzij tussen die voorstellingen en de actie een brug wordt gebouwd, zodat mensen van de voorstelling – de keurige manifestatie – naar de actie tegen Pegida door kunnen gaan en daartoe ook worden aangemoedigd. Dat was nu nadrukkelijk niet het geval. De politie-instructies aan de demonstranten om na afloop volgens voorgeschreven route te vertrekken, en niet richting Pegida op te trekken om die het leven zuur te maken – werd niet alleen doorgegeven, maar vanuit de organisatie ook als legitiem gepresenteerd: wie zich er niet aan hield, moest niet verbaasd zijn als de politie dan ingreep, zo kregen potentiële deelnemers doodleuk te lezen op Facebook. Dat heet dan solidariteit?
Dat het aantal deelnemers drieduizend bedroeg, zoals ons vanaf het podium triomfantelijk werd meegedeeld, kwam op mij als volstrekt ongeloofwaardig over. Mijn schatting was eerder duizend, maar ik zit vaak te laag met de schattingen. Laten het eens 1500 deelnemers zijn geweest. Geen schande in het huidige politieke klimaat. Maar het overdrijven van ons succes strooit vooral ons zelf zand in de ogen en ondermijnt de eigen geloofwaardigheid.
Dieptepunt was deze keer het optreden van een PvdA-politicus als spreekster op de demonstratie. Wie heeft dat idee bedacht?! Wat doet een partij van collaborateurs met racisme bij een antiracistische demonstratie? De PvdA regeert samen met de VVD en is daarmee mee verantwoordelijk voor criminalisering, opsluiting en deportatie van mensen zonder papieren. De PvdA is de partij van Samsom, die nog maar kort geleden kwam met het plan om vluchtelingen uit Griekenland meteen op de veerboot terug te zetten. Wat doent een afgevaardigde van deze partij op een demonstratie die plaatsvond onder het motto “vluchtelingen welkom, racisme niet”? De officiële PvdA heet racisme welkom, maar vluchtelingen dus niet.
Dat een brede coalitie gebouwd wordt door er de SP en GroenLinks en de vakbeweging bij proberen te betrekken snap ik vanuit de logica van een organisatie als de Internationale Socialisten – samen met anderen een drijvende kracht achter de actie – nog wel. Maar kom op, de PvdA… Gaat het om een financiële bijdrage uit die hoek, en is die dan zo belangrijk? Of denkt men echt dat die partij in een hedendaags ‘eenheidsfront’ een plek zou kunnen hebben? Zouden er drie mensen meer gekomen zijn omdat de PvdA mee deed, of heel misschien wel vier? En was dat het waard? Misschien zegt de deelname van de PvdA wel iets over die hele achterliggende eenheidsfrontsaanpak zelf trouwens, maar dat is voor een andere keer.
Gelukkig hadden actievoerders het initiatief genomen om de rug aan de PvdA-spreekster toe te keren, en ik hoorde later dat dit ook is gebeurd. Op dat moment stonden wij met een groepje al aan de rand van de manifestatie. Om eens actie te gaan voeren tegen Pegida, want daarvoor waren we tenslotte gekomen. We konden in de verte nog wel iets van een welverdiend boegeroep horen, nadat degene die de demonstratie aan elkaar praatte al gewaarschuwd had tegen ‘provocatie’ en het voor de PvdA-spreekster had opgenomen. Het werd echt tijd om de genante vertoning te verlaten.
Na een tussenstop op het infopunt gingen we richting Waterlooplein. Daar zagen we aan de andere kant van de weg erheen juist een groep met Nederlandse vlaggen aan komen: Pegida op weg naar haar samenkomst. Ons groepje ging leuzen roepen:“Amsterdammers wees paraat, geen fascisten oop de straat!” en dergelijke. We zagen dat er al een flinke groep veel dichter bij de Pegida-plek hun antifascistische woede tot uite ing brachten. Erheen! Dat lukter dus niet, politie dreef ons terug. Dan maar weer leuzen roepen, maar uiteindelijk dreef een ploegje ME ons een zijstraat in. Terug naar de rand van het terrein van de reguliere manifestatie. Maar we hadden binnen gehoorsafstand van de fascisten ons geluid al laten horen, en vooral de grootschalige politieaanwezigheid voorkwam dat we dichterbij konden komen en de al aanwezige antifascisten konden versterken. Overigens is het best aannemelijk dat dat laatste wel zouden gelukt als we dat meteen hadden gedaan, in plaats van eerst zelf leuzen schreeuwen, de aandacht op onszelf vestigen d en de politie extra tijd geven. Maar zoiets is achteraf makkelijjker vast te stellen dan op het moment zelf.
Een nieuwe poging om verderop in diezelfsde straat dichterbij te komen,l liep stuk toen agenten ons weer terugdreven. Daarbij kregen een paar van ons een duw. Een derde poging bracht ons via een flinjke omweg naar de andere kant van de Blauwbrug. Op die Blauwbrug stond d intussen d pegida. Ik zag een groep van naar mijn idee pakweg vijftig mensen, maar dat was vanaf de zijkant. Hoe breed de groep was, zag ik niet, het kunnen er dus best aanzienlijk meer zijn geweest. De groep waar wij ons op dat moment bij aansloten, was tientallen mensen, maar mensen kwamen en gingen. Het was overigens een gemengde groep: vrouwen en mannen, migranten en witten, zij aan zij. Opvallend was een groep zwarte activisten met baretten, duidelijk geïnspireerd op de Black Panthers uit de VS in de jaren zestig. Gaaf om te zien. We zagen ze al op de manifestatie, maar bij de brug dus weer.
Vanaf die plek schreeuwden we weer. “Nazi ’s ‘raus!”, “Say it loud, say it clear, refugees are welcome here!”en eentje die ik nog niet eerder had gehoord: “Kill yourself, kill yourself, follow your leader!” Aan de overkant werd het stil, hetgeen beantwoord werd toen wij zongen: “t Is stil aan de overkant…” Tussen de fascisten en ons lag niet alleen water, maar ook een stuk brug die volgepropts stond met ME, in bussen en te paard. Ook dook er nu en dan een groepje stillen – agenten zonder uniform, undercover cops, waarschijnlijk een arrestatieeenheid – op. Eenmaal kwam een groepje mannen met agressieve uitstraling naar ons kijken. Creepy. Vermoedelijk Pegida-aanhhang die door het politieconrdon niet meer bij hun groep kon komen.
W zagen niet goed wat er aan de overkant gebeurde, maar we hoorden wel drie keer een waarschuwing van de politie: als u niet vertrekt, zal geweld worden gebruikt. Dat was kennelijk aan antifascisten gericht die achter Pegida stonden, te dichtbij naar de zin van de politie. Het was in de buurt van de plek waar we zelf eerder hadden gestaan. Daar was ook gele rook te zien nu en dan. Al tijdens de waarschuwingen was beweging te zien, en even later zag ik iets van een politiecharge waarmee antifascisten teruggedreven werden. Grote boosheid bij ons. De politie faciliteert fascisten door ons op afstand te houden, en dat op deze zo historisch beladen plek, vlakbij de Dokwerker. Verantwoordelijk voor deze openbare wanvertoning: burgemeester Van der Laan. Ook PvdA.
Na verloop van tijd werd duidelijk dat Pegida – die haar manifestatie om vier uur moest afbrteken in plaans an vijf uur zoals het plan eerst was – in bussen afgevoerd ging worden, En die bussen zouden wel eens over de Blauwebrug kunnen komen. Vlak langs ons dus. Een aantal mensen ging daarop op de straat richting Rembrandtplein staan. Vrij snel dook politie te paard op, plus een arrestatieteam en we werden nogal intimiderend van die plek verdreven. Hergroeperen, zijstraatje in. Daar volgde het arrestatieteam, en even later ook ME-ers. Het werd een beetje te link. We – één van mijn maten uit het Brabantse – sloten ons bij een groepje medestanders aan, en hebben nog zigzaggend door stukken binnenstad gelopen. Langzaam daalde de spanning. Ons aandeel in de actie tegen Pegida zat er op, we zetten er een punt achter.
Naderhand vernam ik dat de route die door de ME ten koste van onze aanwezigheid werd vrijgemaakt, niet de route was die oorspronkelijk beoogd werd. Het plan was eerst om de bussen met pegidisten langs het plein te leiden waar de reguliere tegenmanifestatie was. Dat ging niet door omdat een aantal tegendemonstranten na afloop van die manifestatie ter plekke bleef, en het verzoek van de politie om te vertrekken naast zich neerlegden. Dat droeg bij aan de moeilijkheden die antifascisten Pegida en de politie hebben weten te bezorgen. Wat zo triest begon op dat plein kreeg zo te horen dus ook daar een mooi strijdbaar slot-na-afloop.
Al met al was de actie van waarde, en niet alleen als leerproces. Pegida is met de tegenacties weer eens in het defensief gedrukt, net als in Utrecht in oktober. Dat is maar goed ook, want de twee keer in Rotterdam was de balans voor antifascisten minder gunstig, en in Apeldoorn hebben de Pegida-fascisten zelfs kunnen marcheren. In Amsterdam was daar geen sprake van, en dat de burgemeester besloot om de Pegida-actie in te korten, had ook vast iets met de acties tegen Pegida te maken. Van te vioren ging ik er min of meer van uit dat de ruimte om daadwerkelijk actie te voeren en dichtbij Pegida te komen, minimaal zou zijn. Hetzelfde dacht ik ook in de aanloop naar de anti-Pegida-actie in Utrecht, oktober vorig jaar. Net als toen had ik het mis: er bleek wel degelijk het één en ander mogelijk. En dat haalde iets uit ook.
Het is zaak om door te bijten. We hebben nu als het ware op punten gewonnen. Maar het is een kostbare, energieslorpende wijze van winnen. Het is nodig dat Pegida, hun aanhangers, hun kopstukken, hun vlaggen en wat mij betreft ook een flink aantal van de gewapende staatsdienaren waarachter Pegida zich mocht verschuilen, door onze actieve inzet eens belanden waar ze tot hun recht komen: in de gracht. Vandaar dat ik afsluit met een bij de Blauwbrug bedacht liedje, een variatie op het welbekende“Aan de Amsterdamse grachten”. Oefenen dus maar, want op 18 maart wil Pegida het in dezelfde stad wederom proberen.
“O die nazi ’s en hun vriendjes
Weet je waar ik die het liefste zou zien?
In de Amsterdamse grachten
Of nog liever onder lijn tien”