Al dagenlang broed ik erop. Iets te schrijven over vrijheid. Maar daar is zoveel over te zeggen dat ik niet goed wist waar te beginnen. Wel… daar gaat-ie dan. Men moet ergens beginnen
Twee weken geleden zat ik vijf en halve dag vast op de verdenking de knipschaar in het hek van grensgevangenis Kamp Zeist te hebben gezet. Hekken zijn meer waard dan mensenlevens namelijk, vandaar (alleen dat al is om pislink van te worden). De wet beschermt de misdadige apartheidspolitiek al jaren zo en bestempelt al wie het bestrijd als crimineel en extremist. Het waren vijf dagen waarin de buitenwereld slechts tot mij kon doordringen in korte nieuwsberichten en reclameslogans als: “Vrijheid geef je door”… Dan wil je nog meer één ding: dwars door die deur heen.
In nieuwsbulletins kwam in die periode zo ongeveer om de dag een bericht dat honderden vluchtelingen verdronken waren in de Middellandse Zee. VVD en PvdA discussieerden intussen over het ‘bed, bad en brood’ akkoord dat toen nog niet rond was.
“Vrijheid geef je door”. Het was vandaag 4 mei. De dag van de dodenherdenking. In de cel had ik een boek bemachtigd met de titel “De Schuilplaats”, geschreven door Corrie ten Boom. Het ging over het verschaffen van veilig onderdak aan Joodse onderduikers in Haarlem, over daadwerkelijk verzet, en over de arrestatie van de schrijfster, die achtereenvolgens de gevangenis van Scheveningen beschrijft, Kamp Vught en Kamp Ravensbrück. Dan zit je er in staatshotel Houten nog redelijk bij, als je dat leest. Het maakt je eigen situatie draaglijker, want ‘het kan erger’. Ja.., dat is waar.
Het kán erger. Ja, dat geldt voor míj, de Nederlandse activiste met een paspoort die ook nog eens het geluk heeft wit te zijn en die dus geen last heeft van racisme. Voor mij niet de vrees om in langdurige vreemdelingendetentie te komen, die gevolgd dreigt te worden door deportatie naar een land waar ik mijn leven niet zeker ben. Neederland deporteert immers zonder schroom vluchtelingen de dood in, zoals het ook deed vooraf aan de Duitse bezetting met de Joodse vluchtelingen die hier in dit land kwamen. Hitler was tenslotte een bevriend staatshoofd zoals heden ten dage allerlei dictators bevriende staatshoofden zijn om wapens aan te leveren en winst op te maken, en die stoot je maar beter niet voor het hoofd door vluchtelingen op te nemen. Daar sluit je juist overeenkomsten mee af.
De mentaliteit van Neederland toen, lijkt sprekend op de mentaliteit van Neederland nu, in elk geval als het gaat om de omgang met vluchtelingen. En niet alleen de mentaliteit, maar ook de praktijk, zij het dat de uitvoering er minder grof uitziet. Maar in die schijnbare menselijkheid van de uitvoering van het deportatiebeleid – dat gerust die naam mag dragen omdat de essentie van deportaties is en blijft: onvrijwillig afvoeren – zit nu juist het verraderlijke. Was het in ’40 – ’45 al een minderheid die tot daadwerkelijk verzet kwam, in het Neederland anno 2015 lijken we met nog minder te zijn. Het gebeurt toch allemaal netjes? We worden toch niet door een buitenlandse macht bezet? Onze eigen regering is toch democratisch? We zien toch geen goederenwagons volgepropt met mensen? We zien toch geen smerige kampen waar mensen in hun vuil moeten liggen?
Nou ja, we zien eigenlijk helemaal niks, het is allemaal goed verborgen in isoleercellen, in Frontex chartervluchten waar mensen gekneveld en gedrogeerd in worden getild onder het toeziend oog van allerlei medici die ervoor moeten waken dat tijdens dit proces niemand sterft (wat er gebeurt na aankomst in het beoogde land ‘van herkomst’ is niet onze verantwoordelijkheid).
Dus: niet zeuren! Wij deporteren niet, we zetten uit en dat doen we humaan.
“Vrijheid geef je door”. De strijd voor vrijheid anno 2015 lijkt een zaak te zijn geworden van allerlei extreem rechtse elementen, PVV fascisten en riooljournalistieke populisten. Aan hun zijde vinden we trouw meeheulend ‘onze’ regeringsleiders, ‘ons’ koningshuis, en ‘onze’ linkse elite van grappen- en opiniemakers. Ja, de strijd voor vrijheid is in handen van het soort lieden dat vindt dat je vluchtelingen op straat moet laten creperen. De strijd voor vrijheid is in handen van het soort lieden dat vindt dat Fort Europa net zo met de vluchtelingen op de Middellandse Zee moet omgaan als Australië dat doet en dat is: lekker laten verzuipen. Dat zijn de mensen die voorop lopen in de strijd om ‘vrijheid’. Wiens vrijheid eigenlijk?
Wilders en co. wentelen zich in de slachtofferrol die zij hebben gezocht als in een warm bad en krijgen van staatswege alle steun ter bescherming van hun haatzaaierij. Ze zijn immers vrijheidsstrijders, verzethelden, staan op de bres voor de vrijheid van meningsuiting. Intussen hoeft deze schrijfster maar één woord verkeerd op te schrijven om weer te worden opgepakt en te worden vastgezet (met dank aan een rechter-commissaris in Utrecht), en moeten Moslims al helemaal uitkijken wat ze zeggen want je zit als Moslim eenvoudig vanwege je mening minimaal een jaar in de terroristen afdeling van gevangenis De Schie of Vught, op verdenking van het vormen van een terroristische organisatie.
Ik kan het noch met Wilders en co. eens zijn, noch met een Jihadist die bijvoorbeeld vindt dat je homo’s van een flatgebouw moet gooien, maar dat is het punt niet. Ik verrek het om de keus tussen één van beiden kwaden te maken onder het mom van vrijheid, verzet me stellig tegen elke vorm van generalisering en racisme, en weiger ten enenmale mij voor een karretje van smerige zondebokkenpolitiek te laten spannen.
Het punt is dat de mening van de één verdedigt wordt met alle financiële en politionele middelen van de staat en de mening van de ander aangevallen wordt met alle financiële en politionele middelen van de staat. Ik verwacht in tegenstelling tot Wilders geen enkele steun van overheidswege indien extreem rechts gepeupel mij bedreigt en dat is in het verleden al bewezen waar te zijn. Ik ben geen Wilders, ik ben geen cartoonist die het nodig vindt om mensen vanwege hun geloof te beledigen. Ik ben aan anarchist die liever de pijlen op de staat richt dan op een tot zondebok uitverkozen bevolkingsgroep, en die nu eenmaal vind dat wie een geloof wil aanhangen dat helemaal zelf moet weten. God bestaat niet volgens mij, maar soit, dan moeten ze zelf weten. Een gelovige, welke dan ook, is niet per definitie een barbaar met geslepen messen. Zou ik het willen verbieden om in iets onzichtbaars te willen geloven, dan ben ik geen haar beter dan welke repressieve terreurstaat dan ook. En dat brengt me hierop:
“Vrijheid geef je door”, vandaag in het nieuws:
Het twitter bericht van PVV’er Martin Bosma dat luidt: “Op deze vierde mei moet elke Nederlander bepalen aan welke kant hij staat. Vrijheid of Islam”.
Wel, ‘meneer’ Bosma, ik moet helemaal niks. En al zeker niet een keuze maken die jij voor mij bepaalt. Wat valt hierover te zeggen? De tweet is haatzaaierij van het zuiverste rioolwater en ik wil niet door jou worden aangesproken als ‘elke Nederlander’, Martin Bosma. Voor de lezer: herinnert u zich dat boek van Bosma nog, dat zelfs Wilders te ver ging omdat het de PVV een slechte naam zou bezorgen? Het kwam nooit uit. Ik heb het even opgezocht. Een citaat uit dit boek waarin Nelson Mandela een communistische terrorist wordt genoemd, over het einde van de apartheid in Zuid-Afrika: “De Afrikaners, dat zijn wij. De Afrikaners van vandaag zijn de Nederlanders van over vijftig jaar of honderd jaar”. Meer erover hier.
Anyway, gefeliciteerd, ‘meneer’ Bosma en co. De nieuwe zondebok is op 4 mei, de dag dat wij ‘onze’ slachtoffers herdenken, definitief aangewezen om effectief te worden geweerd. Als we op 5 mei ‘onze’ vrijheid vieren, ‘onze’ vrijheid doorgeven, dan is het vooral niet de bedoeling dat we die doorgeven aan vluchtelingen, aan migranten, aan Moslims, aan een ieder die niet voldoet aan de normen die worden opgelegd door de witte mannen van stavast. De haat is gezaaid, de haat is geoogst. De verdeling is aangebracht tussen welkome en onwelkome mensen. De assimilatie is compleet.
“Vrijheid geef je door”. Wiens vrijheid eigenlijk? Aan wie eigenlijk? Gaat het om de vrijheid van de natiestaat Neederland? Gaat het om de vrijheid van ‘de Neederlanders’? Ik hoef die vrijheid niet eens! Mijn vrijheid is niets waard zonder die van een ander. Mijn vrijheid kan en mag niet gebouwd worden op haat en angst, maar op solidariteit. Mijn vrijheid kan en mag niet beschermd worden door Frontex op de Middellandse Zee, door de hekken en muren van (grens)gevangenissen, door racisme en vreemdelingenhaat. Mijn vrijheid wil ik niet genieten ten koste van de jacht op en de dood van een ander. Duidelijk zo?
Ja, er is veel te zeggen over vrijheid. Morgen is het 5 mei, dat is het eigenlijk nu al schrijvende inmiddels geworden. Valt er iets te vieren? Nee. Wat er gevierd wordt is een vrijheid die selectief is. Voor de Neederlanders, door de Neederlanders. Voor wie zich niet aanpast is het de vrijheid om zichzelf te laten ketenen, zichtbaar of onzichtbaar in de gevangenis die de wereld buiten de muren met tralies óók is. Het internet panopticon op de sociale media zorgt ervoor dat we allemaal nauwlettend in de gaten worden gehouden en de bewakers van deze buitenbajes, zoals een goede vriend van mij het noemde, bepalen wie er wel en niet worden gepromoveerd naar de betonnen cellen. Racist? Haatzaaier? Laat maar gaan. Anarchist? Moslim? Aanpakken! Dat is hoe vrijheid wordt doorgegeven. Selectief. En dat is klassejustitie, dat is racisme, dat is ronduit fascistisch.
Laat het duidelijk zijn: zij die nu zeggen voor de vrijheid op te komen, gaat het om de vrijheid van de haat, ruim baan voor racisme. En haat en racisme, dat is geen mening, dát is pas extreem, dát is pas crimineel. Dat is oproepen tot moord.
Joke Kaviaar, 4/5 mei 2015