DAGELIJKSE TERREUR
Robin de Ruiter
“De Ruiter suggereert verder dat Hitler bij de Rothschilds zou hebben behoord, waardoor de joden dus uiteindelijk zelf medeverantwoordelijk zouden zijn aan de Tweede Wereldoorlog en de shoah” Tip voor Robin Misschien moet hij ook eens bij joop.nlgaan solliciteren. Beweert dus het zelfde als Joop auteur Peter Edel.
Antisemitisme versus anti semitisme/Reactie op ”NN”
complottheorie aanbevolen en ontkend”, om Peter Edel, schrijver van het
ANTIZIONISTISCHE [NIET antisemitische!] boek ”De Schaduw van de Ster”,
een trap na te geven.
U bent niet de eerste, maar staat, helaas, in een traditie.
op Joke, maar feitelijk om Edel te ”pakken”] luidt:
Robin de Ruiter
“De Ruiter suggereert verder dat Hitler bij de Rothschilds zou hebben behoord, waardoor de joden dus uiteindelijk zelf medeverantwoordelijk zouden zijn aan de Tweede Wereldoorlog en de shoah” Tip voor Robin Misschien moet hij ook eens bij joop.nlgaan solliciteren. Beweert dus het zelfde als Joop auteur Peter Edel.
Ja, Israël blijft volgens het internationaal humanitair recht ook na de terugtrekking een bezettende macht . Volgens artikel 42 van de bepalingen van Den Haag van 1907, blijft een gebied bezet wanneer de bezettende macht effectieve controle over het gebied blijft uitoefenen.´
BRIGITTE HERREMANS
ISRAEL´S TERUGTREKKINGSPLAN UIT DE GAZASTROOK
51 DOCUMENTS
LENNI BRENNER
In onze tijd zijn zionisme en antizionisme geen onderwerpen die een rustige en afstandelijke oordeelsvorming mogelijk maken. Ze hebben een zodanige impact dat wie ermee geconfronteerd wordt, er al gauw toe neigt zijn standpunt te verinnerlijken, zodat het een emotionele lading krijgt en vervolgens tot dogma versteent. Ik wil niet beweren dat mijn oordeel over deze materie vrij is van partijdigheid. Daarom meen ik dat de lezer van onderhavige recensie er recht op heeft bij voorbaat te weten wat mijn uitgangspunten in deze problematiek zijn.
Ik ben geen zionist, maar ook geen principiële antizionist. Kritiek op de grondslagen van het zionisme kan ik, ondanks mijn joodse afkomst, heel goed verdragen. Anderzijds beschouw ik de joodse staat Israël als een gegeven feit; hij is de resultante van een dramatisch en complex historisch proces.
Zijn ontstaan en bestaan komt voor mijn gevoel niet voor een schoonheidsprijs in aanmerking, maar in dit opzicht is Israël geen uitzondering. Hoeveel staten zijn er niet ontstaan via oorlog, geweld, onderdrukking, religieuze en andere ideologische aberraties? Om maar een sterk voorbeeld te noemen: de Verenigde Staten, gesticht door nieuwkomers uit Europa die de autochtone Indianen hebben verdreven en uitgemoord. Mijn morele beoordeling van zulke feiten is vers twee en komt nog wel aan de orde.
Critici
Om te beginnen wil ik vaststellen dat het boek van Peter Edel enorm veel interessante wetenswaardigheden bevat die ik helemaal niet of slechts oppervlakkig kende. Het beeld dat hij van de geschiedenis van het zionisme schetst, is er niet bepaald een van bewondering. Dat mag en dat kan. Geschiedschrijving is immers een ordenen van historische gegevens naar bepaalde gezichtspunten.
De wetenschapsfilosoof Karl Popper had het erover dat er verschillende geschiedenissen van de mensheid kunnen worden geschreven: van heldendom en van lafheid, van opofferingsgezindheid en van criminaliteit, van humane acculturatie en van barbarij, etc. Zo hebben tal van historici de geschiedenis van het bolsjewisme behandeld. Sommigen zakten door de knieën van verering, anderen kwamen bijvoeglijke naamwoorden tekort om hun walging uit te drukken. En van ieder van hen viel wel wat te leren.
Wie meent dat men historische beschouwingen uit een gezichtspunt van waarheid en onwaarheid dient te benaderen, maakt in zoverre een vergissing dat die in Reinkultur niet bestaan. Vooroordelen brengen met zich mee dat de waarheid van de schrijver de leugen van de lezer kan zijn en dat de laatste daardoor in hevige opwinding kan raken.
Ten opzichte van het boek van Edel is een aantal critici zo hoog in de gordijnen geklommen dat het bijna nodig leek een paar ziekenbroeders te laten komen om hen eruit te halen. Tot hen behoorden de recensenten Gie van den Berghe en Yoram Stein, die wel aangeschoten wild leken. Als de schrijver een onderscheid maakt tussen joden en zionisten en het zionisme als een droeve teistering van een stuk Midden-Oosten beschouwt, dan mag hij erop rekenen woede op te wekken bij allen die hun ‘identiteit’ met dat zionisme hebben vervlochten.
Frits Barend van RTL4 hoefde zelfs geen letter in ‘De schaduw van de ster’ te hebben gelezen om, gealarmeerd door een recensie van Stein in Trouw, als door een slang gebeten heel Nederland in rep en roer te brengen.
Messias
Edels boek bevat een analyse van de geschiedenis der joden als consequentie van de joodse religie, waarbij hij zich vooral richt op de idee van de uitverkorenheid der joden door God, zoals die uit de bijbel naar voren komt. Het overleven van de joden in de diaspora heeft ongetwijfeld met de specifieke joodse religie te maken. De verwachting van de komst van de Messias en de terugkeer naar het ‘beloofde land’ waren de belangrijke elementen die de hoop levend hielden en daarmee de geslotenheid en de isolatie hielpen bevorderen.
De schrijver probeert aan te tonen dat de joden altijd de gelijkwaardigheid van volkeren hebben betwijfeld en van de superioriteit van het joodse volk zijn uitgegaan. Hij vindt voor die mening steun in tal van historische bronnen. Maar hij had aan het judaïsme ook tegenovergestelde opinies kunnen ontlenen. Bijvoorbeeld dat de hele mensheid uit de schepping van die ene Adam voortkomt en dat uitgaande van deze enige stamvader, alle verschillen tussen mensen hun principiële gelijkwaardigheid onaangetast laten. Edel had joodse wijzen kunnen aanhalen die aan deze overtuiging een humanitaire boodschap aan het joodse volk verbinden. Hij heeft het niet gedaan en daardoor is zijn keuze van bronnen discutabel.
Racisme
Edels betoog is duidelijk: het zionisme wortelt in de denkbeelden van bijbelse uitverkorenheid en kon daarom gemakkelijk aansluiting vinden bij de rassentheorieën die in de 19e eeuw waren opgekomen. Het zionisme is volgens hem een joodse variabel van het racisme. Hij heeft in zoverre gelijk dat het zionisme een loot is aan de boom van de 19e eeuwse romantiek, waarin volkeren ineens een ziel werd toegedicht en de ene ziel al imposanter was dan de nadere. Zo sprak een Duitser de hoop uit dat de wereld aan het Duitse wezen zou genezen. Anderen verkondigden dat de Europese volkeren bedreigd werden door het ‘rationalistische, destructieve joodse ras’.
Het is waar dat er joden waren die in beginsel affiniteit hadden met bepaalde aspecten van de rassentheorie. Die gaf hun immers de mogelijkheid de eigen bijzonderheid en voortreffelijkheid in het licht te stellen, en eigenlijk vanuit het defensief de gedachte te ontwikkelen dat het niet nodig was op de Messias te wachten teneinde terug te keren naar het land van herkomst.
Daar waar Edel aandacht besteedt aan de speculatieve ideeën uit de romantiek en haar mystieke en zwakzinnige wanen, is hij voor mij het interessantst. Zijn waarnemingen zijn ongetwijfeld juist, maar hij maakt het zichzelf moeilijk door vervolgens wat halsstarrig aan de term racisme vast te houden en die wat al te gemakkelijk op het politieke beleid van Israël te projecteren. Ras, rassentheorie en racisme zijn begrippen die een eeuw lang door warhoofden en demagogen zodanig zijn misbruikt dat wie ze nu nog zonder nauwkeurige explicatie bezigt, de verdenking op zich laadt met die woorden te knoeien.
Waar is dat vele zionisten het Israëlische volk superieur achten ten opzichte van Palestijnen en andere Arabische volkeren. Dat soort zelfverheerlijking is echter zo verbreid dat ze hoogstens spot verdient. Bush spreekt herhaaldelijk over ‘dit geweldige Amerikaanse volk’. Duitsers voor Hitler beschouwden hun landgenoten als ‘het volk van dichters en denkers.’ Joden pronken graag met het intellect van Marx, Freud, Einstein en Kafka.
Als het erom gaat de bronnen van heerszucht aan de kaak te stellen dan zijn er toepasselijker beschuldigingen dan ‘racisme’. Geslaagder acht ik de opmerking van Benno Bernard (in diens Huizinga-lezing), dat “het staatkundige jodendom een verregaande vorm van assimilatie tentoonspreidt aan het cynisme van de wereldpolitiek”.
Kritiek
Edel doet zijn uiterste best te overtuigen en gebruikt een overdaad aan voorbeelden om aan te tonen hoe demagogisch, arrogant, inhumaan en onderling verdeeld de zionisten gedurende hun geschiedenis zijn geweest. Hij maakt er vooral veel werk van de relaties bloot te leggen die zionisten hebben gezocht en onderhouden met nazi-Duitsland, in hun streven naar allerlei profijt, zoals joden vrij te kopen, de positie van de joden in Israël te versterken, maar ook zich individueel te verrijken. Er is daarover te vaak gefluisterd dan dat ik aan de feitelijkheid van die geschiedenissen zou kunnen twijfelen.
De verwijten die Edel worden gemaakt dat zijn bronnen niet betrouwbaar zouden zijn, neem ik op dat punt niet al te serieus. Daarvoor zijn ze te talrijk en te verscheiden. Best mogelijk dat niet elke informatie goed door hem is gecheckt en dat hij hier en daar een fout maakt. Soms is een tweede druk nodig om een dergelijk boek van onjuistheden te zuiveren.
Als ik dan toch kritiek op Edel heb dan is het in de eerste plaats dat hij te weinig aandacht heeft besteed aan het idealisme en de opofferingsgezindheid van zovele kolonisten die zich ten doel hebben gesteld een veilig tehuis voor vervolgde joden te bouwen. Dat er onder hen ook nationalistisch-fascistoïde krachten waren die het streven hebben gecorrumpeerd, ontsloeg hem mijns inziens niet van de taak ook uitgebreid op de humane, positieve elementen te wijzen die ook nu nog indrukwekkende voorbeelden van karakter demonstreren. Doordat hij dat niet in voldoende mate heeft gedaan is er onevenwichtigheid ontstaan in zijn verhaal. Dat neemt niet weg dat ik zijn bijdrage tot de discussie over het Israëlisch-Palestijns conflict van belang acht.
Anachronisme
Blijft over de visie op de toekomst als schier onoverbrugbaar probleem. Edel houdt zich uitvoerig bezig met de onaanvaardbaarheid van het zionistische beginsel, dat is uitgemond in een joodse staat. Hij acht een staat van joden voor joden een anachronisme en hij is in die opvatting moeilijk te bestrijden. Hoogstens kan men aanvoeren dat er nog een aantal overleefde islamitische fosielen is die staatsrechtelijk bestaan rekken. Wat men echter ook wil of doet, spanningen tussen rationaliteit en irrationaliteit zijn dikwijls onoplosbaar en leerstellige recepten dragen eerder tot toespitsing dan tot opheffing van conflicten bij.
Het historisch verloop heeft zich ontegenzeglijk hoogst onrechtvaardig getoond tegenover de Palestijnen, maar de tragiek is nu eenmaal niet weg te filteren uit het bestaan van individuen en volkeren. Zij bezit een oncontroleerbare macht over de werkelijkheid en er is geen politieke oplossing voor dit deel van de wereld denkbaar die een definitief eind kan maken aan de pijn van grote groepen van mensen die door welke ‘oplossing’ dan ook worden getroffen. Onder die omstandigheden is het realistisch de minst kwade en meest uitvoerbare constructie na te streven.
Edel pleit voor een seculiere democratie in het hele Palestijnse gebied, met volledige rechten voor alle inwoners, joden en Palestijnen. De verwerkelijking van die heilvolle droom lijkt mij voorlopig ergens in de wolken te liggen. In onze weerbarstige realiteit zou zo een staat en zo een bestel alleen tot stand kunnen komen door massieve interventie van de wereldmachten, zowel politiek als militair. Wie daarvoor ergens de voorwaarden aanwezig acht lijkt mij een fantast. Er blijft dan toch niets anders over dan met diplomatieke en economische middelen de tweestaten-oplossing af te dwingen.
Milo Anstadt
[20]
Robin de Ruiter
“De Ruiter suggereert verder dat Hitler bij de Rothschilds zou hebben behoord, waardoor de joden dus uiteindelijk zelf medeverantwoordelijk zouden zijn aan de Tweede Wereldoorlog en de shoah” Tip voor Robin Misschien moet hij ook eens bij joop.nlgaan solliciteren. Beweert dus het zelfde als Joop auteur Peter Edel.
Interview met auteur Peter Edel – Wil van der Klift
Dit interview verscheen in Manifest – december 2002Onlangs ontstond commotie rond het twee maanden geleden verschenen boek De schaduw van de ster van Peter Edel, dat de visie van een aantal antizionisten aan de Nederlandstalige lezer voor stelt. Aanleiding was een bespreking in Trouw van 29-11-’02, waarin Yoram Stein het boek antisemitisch noemde. Daarnaast wees Stein op het voorwoord, geschreven door de schrijver Karel Glastra van Loon. Dit was voor hem voldoende reden om het boek in verband te brengen met de Socialistische Partij (SP). Op basis van Stein’s artikel kwam De schaduw van de ster dezelfde dag nog ter sprake in het TV-programma ‘Barend en Van Dorp (BVD)’. Frits Barend citeerde uit het artikel van Stein, waarna de Amsterdamse journalist Theodor Holman Edel uitmaakte voor een schurk en een edelgermaan. De daarop volgende maandag ging BVD verder op het boek, met als gast SP-leider Jan Marijnissen. Hij distantieerde zich niet alleen van Edel, maar opende ook nog eens fel de aanval op hem. Edel zelf was niet voor de uitzending uitgenodigd. Zowel uitgeverij EPO als Karel Glastra van Loon hebben aan de pers verklaard vierkant achter de auteur en het boek te blijven staan. Zij pleiten tegen de vooringenomenheid van bepaalde media en voor een open en democratisch debat over de door Edel aangebrachte standpunten. Hoogste tijd dus om te zien wat zijn visie is op de gebeurtenissen.
Verre van. Er is veel kritiek op mijn boek, maar niemand heeft aan de hand van citaten hard kunnen maken dat ik mij schuldig heb gemaakt aan antisemitisme. Dat heeft ook Trouw erkend in een redactioneel schrijven van 6-12-’02. Bovendien ligt het voor de hand dat joodse organisaties via een juridische procedure zouden pogen het boek uit de handel te nemen als er antisemitisme aangetoond zou kunnen worden.
De schaduw van de ster is zonder meer een antizionistisch boek, maar met antisemitisme heeft het niets te maken. Eén van mijn drijfveren om het boek te schrijven was juist aan te tonen dat antizionisme absoluut niet met antisemitisme verward mag worden. Hoe zou dat kunnen als veel zionisten niet eens joods zijn. Neem de christelijke zionisten in de VS, die zijn niet gering in aantal. Antizionisme heeft ook betrekking op hen.
Omgekeerd zijn lang niet alle joden overtuigd van het zionisme. Ik meen zelfs dat de meest krachtig beargumenteerde kritiek op het zionisme uit joodse hoek komt. Het is dan ook geen toeval dat zo’n 90% van de bronnen in mijn boek een joodse achtergrond heeft. Zware kritiek op het zionisme is er niet alleen onder niet-religieuze joden, maar ook onder religieuze joden. Het is misschien moeilijk voorstelbaar, maar er zijn orthodoxe joden die het eigendomsrecht over het ‘heilige land’ het liefst zo snel mogelijk aan de autochtone bevolking terug zouden willen geven. Zij hebben mij geleerd dat het joodse geloof ook heel goed langs humanistische wegen geïnterpreteerd kan worden. Zo weet ik dat de wetten van het judaïsme een vreedzame samenleving met niet-joden niet uitsluit. Daar ben ik twee maal in mijn boek op ingegaan en dat lijkt me nogal a-typisch voor een antisemiet. Ik spreek zionisten erop aan dat zij de humanistische kant van het joodse geloof niet eerbiedigen. Dat is iets totaal anders dan antisemitisme; het is antizionisme.
Zeker niet. Karel Glastra van Loon voorspelde het ook al in zijn voorwoord. Antisemitisme is het argument bij uitstek van zionisten om kritiek op Israël en het zionisme te verketteren. Het gebeurde eerder dit jaar met Gretta Duisenberg en nu gebeurt het met mij. Maar het begrip antisemitisme is langzamerhand zo vaag dat het nauwelijks nog betekenis heeft. Voor mij maakt iemand zich schuldig aan antisemitisme als hij moedwillig onwaarheden verspreid over joden om de joodse gemeenschap als geheel in een kwaad daglicht te plaatsen. Maar in een zionistische context heeft dit begrip een totaal andere lading gekregen. Ik bedoel maar, als zelfs kritiek op de machtspolitiek van de VS door zionisten antisemitisme wordt genoemd, wat blijft er dan van over. Ook in Israël is antisemitisme een relatief begrip. Voor de religieuze kolonisten is Likoed antisemitisch omdat deze partij naar hun zin niet hard genoeg optreedt tegen de Palestijnen. Binnen Likoed is het Netanyahu die Sharon om soortgelijke redenen van antisemitisme beschuldigt. Maar samen vatten ze de ‘land voor vrede’ politiek van de Arbeiderpartij onder deze noemer. Alle zionisten in Israël tezamen richten tenslotte het verwijt van antisemitisme aan Europa, als daar protest de kop opsteekt over de misdaden tegen de Palestijnen.
Shamir is een geval apart. Zijn artikelen zijn van een extreem literair gehalte voor publicaties over het Israëlisch/Palestijnse conflict. Maar hij stelt zich vaak erg provocatief op, door zo nu en dan keihard uit te halen. Zo maakt hij geen onderscheid tussen joden en zionisten en dat is een gevaarlijke redenatie. Maar begrijp wel dat Shamir vanuit Israëlische perspectief schrijft. En daar denkt men hoofdzakelijk in termen van joden versus Arabieren, of joden versus gojim. Shamir heeft ondertussen schoon genoeg van de wijze waarop het judaïsme door het zionisme wordt geïnterpreteerd Daarom heeft hij zich recentelijk tot het christendom bekeerd. Zionisten kunnen zich naar zijn mening niet meer op uitverkorenheid beroepen en moeten daarom christenen en moslims als hun broeders en zusters accepteren. In tegenstelling tot Shamir ben ik niet religieus, maar ik kan me veel voorstellen bij zijn idee dat gelijkheid de enige basis is voor een oplossing. Shamir brengt zijn solidariteit met Palestijnen overigens in de praktijk door als levend schild tegen kogels van kolonisten te fungeren, wanneer Palestijnse boeren hun olijven oogsten.
Omdat hij zijn zware kritiek op de Israëlische apartheid niet verhuld en daar ook nog eens religieuze thema’s bij betrekt, stelt Shamir zich kwetsbaar op. Het ligt daarom voor de hand dat hem de beschuldiging van antisemitisme ten deel valt. Maar of hij een kwade intentie heeft, meen ik serieus te moeten betwijfelen. Daarvoor is zijn onvoorwaardelijke geloof in een verbroedering tussen joden, moslims en christenen, te intens. De opvattingen van Shamir zijn zeker geen gemeengoed onder antizionisten, maar tegelijk moet hij wel tot hen worden gerekend. Overigens heb ik maar een beperkt aantal keer naar hem verwezen. En waar hij naar mijn mening over de schreef gaat door aanleiding te geven tot antisemitisme, heb ik daar afstand van genomen. Tamara Benima zag dat over het hoofd.
Ik ben bekend met de kritiek op Shamir van Ali Abunimah en Hussein Ibish. Maar wat Benima vergat te vertellen was dat beide zich niet gebaseerd hebben op de woorden van Shamir zelf, maar op wat de rechtse Jerusalem Post van de ultrazionist Conrad Black aan hem heeft toegeschreven. Daar komt Shamir inderdaad naar voren als een antisemiet die geschreven heeft dat joden hun matzes in het bloed van Palestijnse kinderen dopen; een oud antisemitisch vooroordeel. Shamir ontkent dit ten stelligste geschreven te hebben. Zelf ben ik woorden van deze strekking nooit tegengekomen in zijn artikelen.
Begrijp goed dat de tegenstanders van Shamir alles gebruiken om hem onderuit te halen. Ik zal een voorbeeld noemen. Laatst vond ik op een discussiesite een opmerking met de naam van Shamir eronder. Hoewel Shamir normaal gesproken geen gelegenheid voorbij laat gaan om zijn respect voor Palestijnen uit te spreken, distantieerde hij zich hier scherp van hen. Plotseling kwam hij over als een ultrazionist en ik moet zeggen dat de verwarring toen bij mij toesloeg. Een paar weken later ontving ik een bericht waarin hij schreef dat er in zijn computer was ingebroken en dat er links en rechts tegenstrijdige uitspraken van hem op internet waren verschenen. Sindsdien ga ik er alleen nog vanuit dat teksten van Shamir afkomstig als ze op zijn website staan.
Zeker, want wat Yoram Stein in Trouw aan mijn boek toeschreef, is daar niet in terug te vinden. Nergens heb ik geschreven dat zionisten (mede)verantwoordelijk voor de holocaust zijn, of dat het judaïsme een racistische religie is. Deze laster gaat zwaar aan de inhoud van mijn boek voorbij en is duidelijk politiek geladen. Het ergste is dat zoiets snel een eigen bestaan gaat leiden. Andere media namen het citaat van Stein klakkeloos over en schreven het direct aan mijn boek toe. Zo citeerde Henk van Dorp tijdens BVD zogenaamd uit mijn boek, terwijl het in werkelijkheid om de woorden van Stein ging.
Het is van belang hier op te merken dat de pro-Palestijnse beweging uit tal van geledingen bestaat. Samen met o.a. de Vlaamse publicist Lucas Catherine vorm ik daarbij zo’n beetje de meest extreme vleugel in het Nederlandse taalgebied. Anderen willen aanmerkelijk minder ver gaan. Er bestaat een groot verschil tussen pro-Palestijns en antizionistisch activisme. Iedere antizionist is uit de aard van de zaak pro-Palestijns, maar het omgekeerde is zeker niet altijd het geval. Integendeel, want binnen de pro-Palestijnse beweging gaan velen uit van een oplossing van het Israëlisch/Palestijnse conflict binnen het kader van het zionisme.
De Israëlische vredesactivist Uri Avneri stelt zich aldus op. In Nederland heeft hij veel invloed, zoals op het ‘Steuncomité Israëlische Vredesgroepen en Mensenrechtenorganisaties (SIVMO)’. Het SIVMO publiceert De Brug. Ooit heeft de redactie van dit tijdschrift overwogen één van mijn artikelen te publiceren, maar dat ging niet door omdat ik (officieel althans) niet van joodse komaf ben. Later trof ik in De Brug een advertentie aan waarin een medewerker werd gevraagd. Daarbij was een joodse achtergrond gewenst. Zie je wat ik bedoel? Kun je je voorstellen wat er gebeurt als het Nederlands Palestina Komité (NPK) een advertentie plaats waarin een medewerker wordt gevraagd, waarbij een joodse achtergrond niet gewenst is? In het NPK streven niet-joden overigens samen met joden naar een rechtvaardige vrede in Israël/Palestina.
Toch heb ik waardering voor de tak van het pro-Palestijns activisme die in Nederland o.a. door het SIVMO wordt vertegenwoordigd. Want men zet zich in voor de belangen van de Palestijnen en dat is hoe dan ook hard nodig. Neem bijvoorbeeld de Nederlandse schrijfster Anja Meulenbelt, die deel uitmaakt van het comité van aanbeveling van het SIVMO. Zij maakt zich in mijn ogen zeer verdienstelijk door met de stichting Kifaia geld in te zamelen voor medische hulp aan Palestijnse jongeren in de bezette gebieden. Dergelijke initiatieven hebben mijn volledige sympathie en ik werk er dan ook met volle inzet aan mee.
Maar dat wil niet zeggen dat de oplossing die men in de kring rond het SIVMO veronderstelt realistisch is. Voor mij staat deze benadering gelijk aan dweilen met de kraan open. De zionistische ideologie baseert zich op denkbeelden uit de negentiende eeuw. Het toont nog alle kenmerken van een beweging die streeft naar raszuiverheid en dat verdraagt zich niet met een humanistische oplossing van de problematiek. Zionisten ontkennen dit raciale aspect, of zeggen dat het niet meer van toepassing is. Maar zij kunnen niet uitleggen waarom joden in Israël vandaag de dag nog altijd niet met niet-joden mogen trouwen. In het zionisme zijn verder de trekken van het sociaaldarwinisme uit de negentiende eeuw herkenbaar. Deze antieke leer stelt dat zwakkere bevolkingsgroepen moeten wijken voor sterkere. De verdrijving van Palestijnen uit hun leefgebied door zionisten is wat dit betreft illustratief. Zolang er geen verandering in deze vorm van apartheid komt, is een oplossing naar mijn mening uitgesloten.
Vooral binnen het pro-Palestijnse zionisme van Uri Avneri en het SIVMO vindt men dat het beter was geweest als ik voor een meer geleidelijke aanpak had gekozen. Liever had men gezien dat ik via allerlei omtrekkende bewegingen de harde waarheid wat had verzacht. Bijvoorbeeld door gevoelige informatie over drie boeken te verspreiden. Men meent dat het boek in deze vorm te confronterend is. Ook neemt men mij kwalijk dat ik er op voorhand vanuit ben gegaan dat het zionisme niet deugt. Dat ik in mijn conclusie alsnog heb overwogen of er positieve kwalificaties aan het zionisme kunnen worden verbonden, is kennelijk niet voldoende. Gezien de zionistische misdaden die dagelijks via de TV mijn woonkamer binnenkomen, kan ik weinig begrip voor dit argument opbrengen. Laat ik een vergelijking met een overeenkomstige situatie maken. Als ik een boek had geschreven over de racistische misdaden tijdens de apartheid in Zuid-Afrika, had ik er dan ook niet vanuit mogen gaan dat apartheid verderfelijk is? Had ik dan eerste de goede kanten de apartheid moeten noemen? Die zijn er niet en hetzelfde geldt voor het zionisme, dat zich in tal van opzichten met de apartheid in Zuid-Afrika laat vergelijken. Dit is het zoveelste signaal dat er aparte regels in Nederland gelden als het over Israël gaat en dat is nu precies één van de zaken die ik met mijn boek aan wil tonen. Dat is hard nodig, zeker nu blijkt dat het meten met twee maten over het zionisme zich tot de pro-Palestijnse beweging uitstrekt.
Een geleidelijk aanpak is een luxe waar momenteel geen ruimte voor bestaat. Het radicaal openbreken van de huidige consensus over het zionisme is nodig omdat voor alles de tijd dringt. Het koloniseringproces van de bezette gebieden heeft ondertussen zulke vormen aangenomen dat een Palestijnse staat met de dag minder haalbaar wordt. Het zal daardoor niet lang meer duren voordat een tweestaten-oplossing per definitie uitgesloten is. Daarmee dreigen slechts twee opties over te blijven. De eerste is een transfer van Palestijnen uit de bezette gebieden naar andere landen, zoals Jordanië. Het behoeft geen betoog dat dit concept vooral binnen rechts zionistische kringen populair is. Een dergelijk scenario is immers volledig in lijn met de zionistische ideologie, Maar tegelijkertijd zou het voor de Palestijnen een humanitaire ramp van ongekende omvang teweeg brengen.
De andere mogelijkheid is het ideaal waar ik met veel van de in mijn boek genoemde antizionisten naar streef: de vestiging van een seculiere democratie met volledige rechten voor alle inwoners, dus ook voor Palestijnen. Het voornaamste bezwaar voor zionisten is dat Israël aldus zijn joodse karakter kwijt zou raken. Dat is onzin, want een joods karakter valt sowieso niet uit Israël weg te denken. Maar tegelijkertijd kent dit bijzondere land een islamitisch en christelijk karakter. Dat hoeft geen probleem te zijn, want een seculiere democratie kan het karakter van meerdere religies uitstralen. Zo is Nederland van huis uit zowel protestants als katholiek van karakter. Maar tegelijkertijd is het een seculiere democratie waar ook anderen gelijke rechten hebben.
Ik kan me voorstellen dat velen de optie van een seculiere democratie in Israël onder de huidige omstandigheden onrealistisch noemen. Maar wie in plaats daarvan een tweestaten-concept als oplossing beschouwt, loopt achter de feiten aan. Het Palestijnse Gezag gelooft nauwelijks meer dat er een Palestijnse staat zal komen. Uit politieke overwegingen geeft men daar niet veel ruchtbaarheid aan, omdat er vrees bestaat voor een conflict met de vredesactivisten in Europa waar de tweestaten-oplossing door een gebrek aan inzicht nog hoog in het vaandel staat.
Ondertussen kan ik me de angst onder de Palestijnen goed voorstellen, want terwijl Europa zich fixeert op een langzamerhand onmogelijk traject, neemt de dreiging van transfer met de dag toe. Zeker in het licht van de op handen zijnde aanval van de VS op Irak. Want alom bestaat de vrees dat Sharon van de gelegenheid gebruik zal maken om de Palestijnen massaal te verdrijven. Aan de consequenties daarvan wil ik niet denken. Niet wat betreft de Palestijnen, maar ook niet wat betreft de wereldvrede.
Dat was natuurlijk geen verheffende vertoning. Van Barend en Van Dorp verwachtte ik niet anders, ik had mijn werk niet goed gedaan als ik van hen een positieve reactie had gekregen. Maar de manier waarop Marijnissen de belangen van zijn partij beschermde door Karel Glastra van Loon en mij zonder enige gelegenheid tot verdediging te laten vallen, is zonder meer beschamend. Maar laat ik daar niet bij stil staan. Belangrijker is dat een debat ontstaat over de haalbaarheid van een Palestijnse staat, zodat vervolgens overwogen kan worden of er nog alternatieven zijn om aan het schrikbeeld van transfer te ontkomen. Ik hoop dat mijn boek er ondanks alles toe bijdraagt dat dit thema bespreekbaar wordt in de Nederlandse politiek. Met de verkiezingen voor de deur ziet dat er de komende tijd niet naar uit, want de opstelling van Jan Marijnissen laat zien aan dat Israël onder deze omstandigheden taboe is voor de politiek. Misschien kan het na de verkiezingen wel. Hopelijk is het dan niet te laat. Want tijd is, met een Amerikaanse aanval op Irak in het verschiet, momenteel de belangrijkste factor.
Met een voorwoord van Karel Glastra van Loon
‘Waar het om gaat, zo valt het betoog van de antizionisten en van Edel samen te vatten, is het humanistische principe van de gelijkwaardigheid van alle mensen ook van toepassing te verklaren op joden en Palestijnen. In die zin begrepen is dit boek, zoals de auteur zelf in zijn inleiding schrijft, ondanks alles ook een optimistisch boek.’ – Karel Glastra van Loon”