Sandew Hira en president Desi Bouterse op een boomstronk in Brokobaka. |
watch it without doing anything”.
ADHESIE MET DE REACTIE VAN HENRI BEHR
anti racist en anti kolonialist [Decolonizing the Mind, Anti Zwarte Piet
strijd, als directeur van International Institute of Scientific Research],
heeft, helaas ook een andere kant, namelijk het promoten van
straffeloosheid voor de huidige president D. Bouterse, ex dictator
en legerbevelhebber en consorten.
[Starnieuws.com/”De waarheid maakt ons vrij”/20 juli 2015]
met zijn traject ”Getuigenis van president Bouterse, de wereld
continu lastig met ellenlange persconferenties en intimidatie en
persoonlijke aanvallen op mensen, die in tegenstelling tot hij, WEL
voorstander zijn van vervolging en berechting van [oorlogs] misdaden
en misdaden tegen de menselijkheid, waaronder wij de Decembermoorden
en Moiwana mogen rekenen.
D. Bouterse [de president dus] en consorten wil laten wegkomen met de Decembermoorden
en andere misdaden en nog gezellig met hem op een boomstronk
een biertje zit te drinken ook [Starnieuws.com/”Brokobaka”/30 november 2015]
terwijl zijn eigen broer een van de Decembermoorden-
slachtoffers is, maar dat is verder zijn zaak/keuze.
STRAFFELOOSHEID ALS GEGEVEN IN SURINAAMSE SAMENLEVING
CORRUMPERING VAN TOEKOMSTIGE GENERATIES
straffeloosheidsproject aan de hele Surinaamse natie wil opdringen,
met zijn ”Getuigenisproject”, geholpen door zijn opgerichte
”Comite Slachtoffers en Nabestaanden Politiek Geweld”
van dit Comite de heer Jeroe daarover op:
We willen in gesprek treden met het ministerie van onderwijs om te bekijken of er lesbrieven kunnen worden gemaakt over dit hele proces zodat het een plek krijgt in ons geschiedenisonderwijs.”
voor de 8 December herdenking, ten koste van de slachtoffers in de
Binnenlandse Oorlog, zaait Hira bewust verdeel en heers tussen groepen nabestaanden.
March 11 at 4:48pm ·
Handlangers van mensenrechtenschenders proberen
het initiatief in handen te nemen door de nabestaanden
van de slachtoffers van de 8 december slachtoffers in het verdomhoekje
te drukken.
——————————————————————————
De Stichting 8 december 1982 en de nabestaanden van de 8 december slachtoffers merken op dat
handlangers van de mensenrechtenschenders uit de periode van de jaren 80 een indruk proberen te wekken alsof de Stichting 8 december 1982 en de nabestaanden van de slachtoffers van de decembermoorden 1982 geen compassie hebben voor het leed dat is aangedaan door het bloedig
militair bewind in de jaren 80 aan nabestaanden van andere slachtoffers.
De Stichting 8 december 1982 wenst te benadrukken dat ze vanaf het begin actief haar solidariteit heeft getoond aan alle nabestaanden van slachtoffers van mensenrechtenschendingen in en buiten ons land.Naast de stichting hebben andere Surinamers en organisaties ook hun ondersteuning betuigt en strijd geleverd aan beëindiging van de beestachtige schendingen die gepleegd
zijn o.l.v. D.Bouterse tijdens het militair bewind.
We brengen in herinnering de grove schendingen onder andere te Moiwana,Tjonga langa pasi, de gebroeders Sabajo te Apoera, Wilfred Hawker, de held Inspecteur Herman Gooding en zo nog vele andere pijnlijke schendingen van de rechten van onze broeders en zusters.
Wij Surinamers, wij nabestaanden, hebben het recht om gerechtigheid te zoeken en te krijgen voor ALLE slachtoffers die gevallen zijn. Het is niet alleen ons recht, het is meer nog onze plicht de stem te zijn voor al degenen die hun leven verloren hebben in de strijd voor democratie en recht.
Wij van de Stichting, samen met de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede, staan elk jaar op de
Internationale dag van de Mensenrechten bij het Monument aan de Dr.Sophie Redmondstraat om openlijk te eisen dat alle schendingen onderzocht worden en dat de schuldigen vervolgd en berecht worden. Wij hebben als leden van de Stichting aan den lijve Ondervonden wat het betekent in een land te wonen waar je rechten ter zijde worden geschoven en in sommige gevallen vogelvrij te worden verklaart of als volksvijand te worden uitgemaakt. Wij zijn niet op vakantie in ons land, wij zullen blijven strijden voor gerechtigheid en dat de moordenaars van de slachtoffers van de 15 helden die op 8 december 1982 lafhartig zijn vermoord hun straf niet ontlopen.
Stichting 8 december 1982
VAN ”PROCESSEN VAN POLITIEK GEWELD”
Bewust [want bij een wetenschapper van zijn niveau kan dat geen
toeval zijn] houdt Hira de terminologie zo vaag mogelijk, waardoor
het onschuldiger lijkt en ook, alsof het allemaal hetzelfde is.
Waarom niet gewoon genoemd, De Decembermoorden [standrechtelijke
executies op politieke tegenstanders, na foltering], Moiwana [massaslachtng
burgerbevolking uit marron dorp Moiwana], standrechtelijjke executie
tegencouper Hawker [maart 1982] en ga zo maar door.
executie van weerloze, ongewapende politieke [burger] tegenstanders,
de massaslachting van ongewapende burgers, de buitengerechtelijke
executies/foltering van krijgsgevangen militairen [of strijders
van het Jungle Commando].
EN het sneuvelen van militairen/strijders van het Jungle Commando.
oorlogsmisdaden, in het vierde geval [het sneuvelen van militairen]
niet, omdat zij ”combatanten” zijn [zie Internationaal Humanitair
Oorlogsrecht]
een Comite plempen en dat moet tot ”verzoening”
leiden?
Laat me niet lachen!
potentiele oorlogsmisdadigers.
Laat me niet lachen!
in zijn reactie op Sandew Hira’s voorstel, hem te laten deelnemen
aan Hira’s gefabriceerde ”Dag van Nationale Rouw”
Commando van Brunswijk een ”bevrijdingsbeweging” zou zijn.
Brunswijk was lijfwacht van Bouterse, die in 1985, dus drie jaar na
de Decembermoorden, ontslag nam als lijfwacht van Bouterse en
kennelijk eigen politieke aspiraties had.
Wat de Surinaamse samenleving nodig heeft is de vervolging
en berechting van ALLE verantwoordelijken voor oorlogsmisdaden
en misdaden tegen de menselijkheid, van alle strijdende partijen.
- Het bestuur van het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van politiek Geweld
Het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek Geweld, kortweg het Comité, bestaat uitsluitend uit slachtoffers en nabestaanden van politiek geweld sinds de onafhankelijkheid van Suriname. Wie geen nabestaande of slachtoffer is kan niet in het Comité zitting nemen of praten namens het Comité.”
- John Baboeram (31), advocaat
De letterlijke tekst van het ontvangen emailbericht:
vraag
Sandew Hira
zaterdag 19 maart 2016 14:32
Aan: Henri Behr
CC: Humphry W Jeroe
Dag Henri
Zoals je in de media heb kunnen volgen is er nu een Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek Geweld opgericht dat op 30 juni een Dag van Nationale Rouw gaat organiseren, waarbij ook de slachtoffers van 8 december zullen worden herdacht. Tijdens de herdenking zullen alleen slachtoffers spreken.
Het is een sobere rouwplechtigheid dat ongeveer een uur zal duren van 17.00-18.00 uur. De plechtigheid bestaat o.a. uit gezang, het voorlezen van namen van alle slachtoffers van politiek geweld, bloem- en kranslegging, en korte verhalen van slachtoffers die in 2 minuten hun familie gedenken.
Ik weet dat we van mening verschillen over een aantal zaken m.b.t. het traject dat ik vorig jaar ben gestart, maar ken je als een moreel persoon die boven politieke strijd kan uitstijgen.
Ik verzoek je hierbij of je in overweging wilt nemen om in twee minuten iets te vertellen over Bram. Mocht je dat willen, dan kan ik je verder in detail op de hoogte brengen van wat er gaat gebeuren en jouw verhaal in verband brengen met de verhalen van anderen.
Ik hoor graag van je, Ik hem Humphry Jeroe, voorzitter van het Comité in de CC gezet ter informatie.
Kind regards
Sandew Hira
Director International Institute for Scientific Research
BRON
WERKGROEP CARAIBISCHE LETTEREN
WAAROM NIET ALLE SLACHTOFFERS OP EEN POLITIEKE
HOOP PASSEN
HENRI BEHR
http://
TEKST MAIL SANDEW HIRA EN REACTIE HENRI BEHR
WERKGROEP CARAIBISCHE LETTEREN
door Henri Behr
Op zaterdag 19 maart heb ik het volgende bericht per email ontvangen van de heer Dew Baboeram. Hij is broer van John Baboeram, een van de 15 gemartelde en omgebrachte slachtoffers van de 8 december 1982 moorden, en is regelmatig in het nieuws met zijn pseudoniem Sandew Hira. Aangezien zijn vraag aan mij in directe zin de Surinaamse samenleving aangaat, heb ik besloten zowel dit email-bericht als mijn reactie daarop via dit medium publiek te maken. Dit ter wille van de transparantie en om misverstanden te voorkomen.
De letterlijke tekst van het ontvangen emailbericht:
vraag
Sandew Hira
zaterdag 19 maart 2016 14:32
Aan: Henri Behr
CC: Humphry W Jeroe
Dag Henri
Zoals je in de media heb kunnen volgen is er nu een Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek Geweld opgericht dat op 30 juni een Dag van Nationale Rouw gaat organiseren, waarbij ook de slachtoffers van 8 december zullen worden herdacht. Tijdens de herdenking zullen alleen slachtoffers spreken.
Het is een sobere rouwplechtigheid dat ongeveer een uur zal duren van 17.00-18.00 uur. De plechtigheid bestaat o.a. uit gezang, het voorlezen van namen van alle slachtoffers van politiek geweld, bloem- en kranslegging, en korte verhalen van slachtoffers die in 2 minuten hun familie gedenken.
Ik weet dat we van mening verschillen over een aantal zaken m.b.t. het traject dat ik vorig jaar ben gestart, maar ken je als een moreel persoon die boven politieke strijd kan uitstijgen.
Ik verzoek je hierbij of je in overweging wilt nemen om in twee minuten iets te vertellen over Bram. Mocht je dat willen, dan kan ik je verder in detail op de hoogte brengen van wat er gaat gebeuren en jouw verhaal in verband brengen met de verhalen van anderen.
Ik hoor graag van je, Ik hem Humphry Jeroe, voorzitter van het Comité in de CC gezet ter informatie.
Kind regards
Sandew Hira
Director International Institute for Scientific Research
Mijn reactie op dit bericht:
Beste Dew,
Ik wil beginnen het kennelijke misverstand zoals je dat in de tweede alinea aangeeft, “dat we van mening verschillen over een aantal zaken m.b.t. het traject…”, direct te corrigeren.
Bij ons gesprek in de aanloop naar jouw ‘traject’, medio 2015, vroeg je mij om jou te ondersteunen. Ik heb toen op duidelijke wijze mijn verbazing uitgesproken over jouw plannen. In de hoop je op andere gedachten te kunnen brengen.
Centraal in mijn argumentatie was mijn ‘1e Open Brief aan President Bouterse’ van 4 april 2012, waarin ik suggesties doe om dit zwartboek in onze samenleving, op een waardige en vooral eigentijdse wijze aan te pakken. Belangrijk in dit document zijn het respecteren van de in onze Grondwet verankerde wetgeving en het garanderen van de voortgang van de normale rechtsgang.
Je hebt mijn suggesties op niet mis te verstane wijze afgewezen, om vervolgens enkele uitspraken te doen, waardoor je mij geen andere keuze liet, je als onbetrouwbaar te kwalificeren. Hier is geen verandering in gekomen.
Jouw ‘traject’ heeft zich sindsdien ontwikkeld in een richting die onze natie uitsluitend schaadt. Ik noem daarbij het dieptepunt van de video-opnames, waarin de internationale gemeenschap kennis maakt met een trieste vertoning.
Wat jij had aangekondigd als een objectief onderzoek welke de wetenschappelijke toets zou kunnen doorstaan, werd een aaneenschakeling van beelden waarin op denigrerende en soms zelfs laaghartige wijze over het leven van mensen werd gebabbeld… en geborreld…
Doorspekt van leugens, waarbij zelfs niet werd nagelaten om overledenen te beschuldigen van ernstige misdaden.
Een vertoning, een Staatshoofd en Wetenschappelijk onderzoeker, niet waardig.
Een volgend dieptepunt werd de discutabele wijze waarop jij een hele samenleving zand in de ogen strooit. Door alle slachtoffers van martelingen, mishandelingen, moord en executies vanaf 1980 op een ‘politieke hoop’ te vegen.
Het is nuttig, vooral voor die grote groep jongere Surinamers die de werkelijke gebeurtenissen niet hebben meegemaakt en die kennelijk een belangrijke doelgroep vormen om te manipuleren en de geschiedvervalsing aan op te dringen, nog eens enkele feiten te vermelden.
Na de gewelddadige staatsgreep op 25 februari 1980 was er in Suriname tot en met 1983 geen sprake van een oorlogssituatie.
In deze periode 1980-1983 werd een repressief bewind gevoerd onder leiding van de toenmalige militaire commandant D.D. Bouterse. Ondersteund door een vaste groep militairen, in wisselende samenstellingen, en enkele burgers die zich bij de militaire machthebbers verdrongen om hun politieke doelen te kunnen realiseren. Daartoe hoorden politieke bewegingen als de Volkspartij, de Revolutionaire Volkspartij en de PALU.
De dictatoriale en repressieve machtsuitoefening heeft enkele malen lokale tegencoups uitgelokt die als doel hadden het land terug te brengen naar een democratisch bestuur.
Dit heeft vele slachtoffers en leed veroorzaakt.
Om deze cyclus van gewelddadigheid te doorbreken is omstreeks medio 1982 een breed gedragen proces gestart, waarbij vanuit nagenoeg alle lagen, instituten en organisaties binnen onze samenleving, aan de militaire machthebbers initiatieven werden aangeboden met het verzoek tot een proces van democratisering over te gaan.
Deze democratiseringsbeweging beleefde in de maanden september en oktober 1982 haar hoogtepunt met het aanbieden van een gezamenlijk document aan de militaire machthebbers, waarin op heldere wijze argumenten werden gepresenteerd om het land op vreedzame wijze en in onderling dialoog, terug te brengen naar een democratisch bestuur.
Het antwoord van de militaire machthebbers werd op 7 december 1982 op niet mis te verstane wijze gegeven door het met bruut geweld vernietigen van diverse radiostations en dagbladbedrijven. Vervolgens werd in de nachtelijke uren van 7 op 8 december een razzia gehouden, waarbij 16 mannen werden aangehouden en opgesloten in Fort Zeelandia.
In diezelfde nacht en op woensdag 8 december 1982 werden 15 van hen gemarteld en geëxecuteerd.
Belangrijk is te constateren dat voor het vernietigen van de mediabedrijven en de selectie van de 16 mannen, slechts 1 belangrijk criterium zichtbaar werd:
Allen waren actief in de democratiseringsbeweging die vanaf medio 1982 op gang gekomen was. Deze groep objecten en mensen zijn geselecteerd om te worden vernietigd en geëxecuteerd omdat zij pogingen hadden ondernomen om op vreedzame wijze en in dialoog met de machthebbers, Suriname terug te brengen naar een democratisch bestuur.
De 8 decembermoorden en de nu ruim 33 jaar actieve beweging zijn niet slechts een herdenking van de vijftien omgekomen mannen. Het is vooral een aanklacht tegen de wetteloosheid en een schreeuw naar werkelijk herstel van Grondwettelijke en democratische waarden in ons land. Naar het erkennen van fundamentele Menswaarden.
De 8 december gebeurtenissen kunnen dan ook gekwalificeerd worden als een door D.D. Bouterse en zijn militaire en politieke medestanders bewust geplande staatsgreep met als enig doel: het vernietigen van alle weerstand en het vestigen van een totalitaire staat.
Met het liquideren van diverse personen, die in de ogen van de machthebbers een gevaar vormden voor hun schrikbewind, begon voor Suriname een nieuwe fase. Vanuit diverse groepen werden initiatieven ontplooid om Suriname, na het absolute dieptepunt van december 1982, te gaan bevrijden van de dictatuur.
De Binnenlandse Oorlog nam een aanvang, waarbij er sprake was van twee strijdende partijen: De machthebbers onder leiding van D.D. Bouterse, die zich regelmatig tactisch bediende van het organiseren en inzetten van diverse splintergroeperingen enerzijds en anderzijds het Jungle Commando onder de militaire leiding van R. Brunswijk.
Deze Binnenlandse Oorlog heeft vele slachtoffers geëist, waarbij de meest gruwelijke misdrijven zijn gepleegd.
Dat jij nu aandacht vraagt voor het erkennen van de slachtoffers van dit oorlogsgeweld en hun nabestaanden is absoluut van groot belang.
Zij mogen nooit vergeten worden en verdienen het om ook hun Menswaarden te gedenken.
De logische opsplitsing van deze twee geweldperiodes is enerzijds voor de verwerking, maar ook voor de geschiedschrijving en daarmee voor het geweten van ons land van uitermate groot belang.
Door deze analyse te ontkennen bega jij een grote fout:
De verantwoordelijke hoofddader in beide periodes, 1980-1983 en na-1983, is de persoon en ex-militair D.D. Bouterse, ondersteund door een groep metgezellen.
In de eerste periode gaat het om het neerslaan en liquideren van een vreedzame democratiseringsbeweging als ultieme maatregel om een totalitaire machtsstaat in Suriname te vestigen.
De daders gaan in deze periode voorbij aan de in de grondwet en in internationale verdragen verankerde rechten van de mens op vrije meningsuiting en hun recht op leven.
In de tweede periode gaat het de daders om het verdedigen van hun militaire machtsstaat tegen een bevrijdingsbeweging, waarbij er vooral zwaar gezondigd wordt tegen de Geneefse Conventies waarin de rechten van oorlogsslachtoffers zijn verankerd.
Een trieste constatering is dat als gevolg van jouw ‘traject’ thans niet langer de hoofddader c.s. ter discussie staat, maar slachtoffers en nabestaanden.
Dit is een ongekend dieptepunt.
Je bent in staat gebleken om animositeit te doen ontstaan tussen beide groepen van slachtoffers, terwijl de persoon die de totale verantwoordelijkheid draagt, volledig wordt afgeschermd en zich kan koesteren in een mede door jou gecreëerd monster van de ‘Decolonizing The Mind’ aanpak.
Wanneer ik stilsta bij de dagelijkse vertwijfeling en pijn van mijn moeder, en mij probeer te verplaatsen in de pijn die de ouders van slachtoffers waaronder jouw ouders hebben moeten dragen tot aan hun overlijden, raak ik in totale verbijstering over de wijze waarop jij hun nagedachtenis met je handelen op zo’n grove wijze beschadigt.
Om meerdere redenen zal ik niet ingaan op je verzoek…
– Jouw onbetrouwbaarheid maakt het niet mogelijk om een juist beeld te ontwikkelen van de werkelijke bedoeling en eindresultaat van 30 juni. Ik wens niet verrast te worden met situaties die mijn waarden en normen zouden kunnen schaden.
– Er is nog geen ruimte voor een gezamenlijke Nationale Rouwherdenking, zolang de volledige waarheid van met name de 8 decembermoorden niet aan de samenleving is gepresenteerd, en de hoofddader zich verschuilt achter leugens.
– De 8 december herdenking zoals die reeds 33 jaar wordt gehouden heeft een eigen dimensie, voorziet in een belangrijke behoefte binnen onze samenleving en dient daarom beschermd te worden.
– Ik wens niet mee te werken aan het marchanderen met gevoelens van slachtoffers en nabestaanden.
– De integriteit, het norm- en democratisch besef van mijn broer Bram lenen zich er niet voor hem te gedenken in jouw plan onder deze omstandigheden.
– Rouwprocessen van deze omvang vragen om een zeer professionele benadering. Ik betwijfel of dit op een professionele wijze zal plaatsvinden. Rouwverwerking verloopt verschillend voor iedereen. Er zijn meerdere fasen in een rouwverwerking, terwijl eenieder zijn eigen tempo heeft:
– Weten wat er gebeurd is en waarom… Accepteren en erkennen van het verlies – Na het afsluiten van deze eerste fase kan de rouw beginnen… Als we echter niet weten waarom en wat er is gebeurd zal de acceptatie en erkenning niet plaatsvinden en kan de rouwfase niet beginnen…
– In de rouwfase moet de pijn worden toegelaten en ontstaat het bewuste verdriet om het verlies…
– De verwerking van het verlies… In deze fase is professionele hulp vaak gewenst…
– Het loslaten van de pijn en het verdriet… Prettige herinneringen oproepen en aanvangen met de heling binnen het rouwproces.
[van Starnieuws, 22 maart 2016]
[Een reactie van Sandew Hira hier]