De zaak speelt al jaren. Op 13 september deed de Nationale Recherche een inval, voerden haar af, hielden haar enkele dagen geïsoleerd van de buitenwereld, en namen haar computer en alles erop en eraan in beslag. De ‘reden’? Vier artikelen op haar website, die volgens Justitie een opruiend karakter droegen. De achtergrond: het had er veel van weg dat de staat van de gelegenheid gebruik maakte om inlichtingen te verzamelen over activisme ten gunste van bewegingsvrijheid voor iedereen en tegen de onderdrukking van vluchtelingen.
Er kwam al snel een Steungroep tot stand, om solidariteit te organiseren tegen de evidente poging van Justitie om Joke de mond te snoeren en daarmee kritiek op repressief en racistisch staatsbeleid nog wat moeilijker te maken dan die al was. Mensen namen haar teksten over, haar website – die even offline gehaald was onder justitiële dwang maar een dag later alweer inclusief de teksten terug kwam – verscheen via mirrorsites. Toen het strafproces op 8 januari 2013 daadwerkelijk begon, waren er enkele tientallen mensen rond de rechtszaal om steun te betuigen en de zaak via een picketline en pamfletten ruchtbaarheid te geven. Ook twee weken later, bij de uitspraak, waren er weer mensen op de been.
Die uitspraak was stevig: een veroordeling wegens alle vier de teksten. De straf: vier maanden cel, onvoorwaardelijk. Een gevoelige klap in het gezicht van vrijheid en solidariteit. Noch de Steungroep, noch Joke zelf lieten het er bij zitten. Hoger beroep kwam in zicht, en pogingen om aandacht voor de zaak op te wekken, gingen door. In december 2013 was er bijvoorbeeld een benefiet in ACU met dichters en muzikanten dat flink wat mensen trok en aardig wat opbracht ook.
Op 15 mei 2014 volgde het hoger beroep. Rond de zitting zelf voerden mensen wederom actie: de als verboden aangemerkte teksten werden in de binnenstad van Amsterdam openlijk aan omstanders uitgedeeld tijdens een samenkomst en optocht naar het gerechtsgebouw. Dennis Bos, historicus van de vroege arbeidersbeweging die dag in dag uit door rerpressie werd getroffen, droeg een tekst daadwerkelijk voor. Als de teksten ‘opruiiend’waren, dan waren er in ieder geval mensen bereid zij aan zij met haar het verbod op die teksten daadwerkelijk te trotseren. Een hoogtepunt in de solidariteitscampagne. Justitie vond het minder leuk, politie ging tot arrestaties over. Zaken tegen twee op deze dag wegens opruiing opgepakte solidariteitsactivisten zijn uiteindelijk gelukkig op vrijspraak uitgedraaid, omdat de rechtbank oordeelde dat het uitdelen en tonen van de posters met de ‘opruiende’ teksten onderdeel was van een demonstratie tegen vervolging wegens die teksten, en geen opruiing tot doel had maar laten zien waartegen er gedemonstreerd werd.
Het hoger beroep zelf kende een voor velen onverwachte uitkomst. Twee van de vier teksten waren volgens het Amsterdamse gerechtshof toch niet opruiend in strafrechtelijke zin. Voor de andere twee teksten legde het gerechtshof een straf op van twee maanden voorwaardelijk en een proeftijd van een jaar. De Hoge Raad maakte op 9 juni 2015 het vonnis definitief, door cassatie af te wijzen. Dat is formeel een lichtere straf, maar met een groot nadeel.
De al dan niet tenuitvoerlegging van de straf – de omzetting van twee maanden cel voorwaardelijk in onvoorwaardelijk- hangt sindsdien als een zwaard van Damocles boven het hoofd van Joke. Bij elke aanhouding in haar proeftijd kan een officier van justitie die tenuitvoeringlegging vorderen, en kan een rechter die toewijzen ook. Zoiets kan zeer verlammend werken.
Feit is dat Joke Kaviaar de verlamming intussen heeft weerstaan, en gewoon is doorgegaan met zowel schrijven als actievoeren. Bij een actie – in de gemeenteraadszaal van Zeist, tegen de bouw van een gezinsgevangenis op Kamp Zeist, op 6 oktober 2015 – was het raak en werd Joke gearresteerd. Bij de veroordeling op 16 december in het proces dat daarop volgde tegen de vijf aangehouden mensen waaronder Joke, legde de rechter ook ten uitvoerlegging van het eerdere opruiingsvonnis op. Joke Kaviaar dreigt dus daadwerkelijk twee maanden lang te worden opgesloten, wegens het schrijven van twee teksten.
Maar het is nog niet zover! Wederom heeft ze hoger beroep aangetekend. En intussen blijven zij en wij strijden tegen de aanval op het vrije, solidaire, strijdbare en kritische woord die de reeks van rechtszaken tegen Joke Kaviaar en soms ook medestanders inhoudt. Die strijd is echter onderdeel van iets groters: het gevecht tegen de onderdrukking van vluchtelingen, tegen Fort Europa en voor een wereld waar vrijheid van beweging een vrijheid is die iedereen vanzelfsprekend heeft.