vrijdag 18 september 2015
De lawaaidemonstratie bij bouwbedrijf De Vries en Verburg, waar ik gisteren aan deelnam, is een stuk beter verlopen dan ik had verwacht. De locatie, het weer, de verwachte opkomst, het werkte allemaal niet mee. Maar het werd een enthousiaste en luidruchtige bedoening, waarmee we ons punt maakten op de stoep van degenen waartegen we ons punt wilden maken: een bedrijf dat een gevangenis voor vluchtelingengezinnen gaat helpen bouwen, is heel verkeerd bezig.
Wat was en wat is de zaak waarom het ging en gaat? Kamp Zeist is een centrum waarin Justitie mensen vasthoudt die geen geldige verblijfsdocumenten hebben en volgens de staat daarom het land uitgezet moeten worden. De staat wil dat ook met kinderen en gezinnen kunnen doen, en wilde daartoe speciale faciliteiten laten bouwen als onderdeel van Kamp Zeist. Bouwbedrijf De Vries en Verburg kreeg de opdracht, en intussen is ook de vergunning voor de bouw verleend. De Vries en Verburg “verdienen”dus geld met de bouw van een gezinsgevangenis, aan het meewerken van het deportatiebeleid waarmee Justitie mensen uit bijvoorbeeld Afghanistan terug wil kunnen sturen naar dat land, naar onveiligheid, angst en een mogelijke dood.
Tegen kamp Zeist voert de Anarchistische Anti-deportatiegroep actie. Vanuit die groep kwam dan ook een oproep om het bedrijf zelf met een bezoek te vereren. De uitkomst daarvan was de lawaaidemonstratie die we gisteren hebben gehouden, en waarvan h AAGU intussen zelf ook al geïllustreerd en tweetalig verslag deed.
Ik nam deel, omdat ik het doel van de actie steun. Dat bedrijf maakt zich medeplichtig aan misdadig beleid. Ik was echter ook wel sceptisch, ik moest het allemaal nog zien. Maar dat was extra reden om mee te doen: het is voor mij een nieuw soort actie, ervaring ermee op doen is dan bepaald niet verkeerd. De belangrijkste reden voor mijn niet al te hoge verwachting is dat het toch geen heel laagdrempelige actie was. Het halve land door reizen, op een doordeweekse dag overdag, voor een thema waar maar weinig mensen zich mee bezig houden – ik moest het allemaal nog zien. Ja, vluchtelingen leven momenteel als onderwerp van publieke aandacht – maar dan vooral de vluchtelingen die nu onderweg zijn en grens na grens door trekken, soms prikkeldraad en traangas trotserend zoals aan de Hongaarse grens. In die publiciteit sneeuwt de situatie van mensen die eerder gevlucht zijn en nu met detentie en deportatie te maken hebben, nogal onder. Dat repressieve beleid staat helaas nauwelijks ter discussie.
Erg breed resoneerde de oproep ongetwijfeld niet,. Hoe hard mensen ook hun best deden. Het promoten van de actie is met grote vasthoudendheid gedaan, maar kort voor de dag zelf stond de teller bij het Facebook-event iets onder de dertig. Gangbare Facebook-wiskunde zegt dan: opkomst is één derde van het aantal mensen dat zégt te komen. Ik was dan ook niet verbaasd geweest als er maar tien mensen waren komen opdagen. En dan was het ook nog eens een dag vol aangekondigde stromende regen, een regen die maar bleef vallen. En hoe zou de politie zich opstellen?
Alles viel echter nu eens gewoon mee. Een groep kwammet een bus vanuit Amsterdam en bleke ruimte te hebben om mensen die naar Gouda waren gereisd ook nog mee te nemen. Op naat r Stolwijk, de bus uit en inderdaad: vrij veel politie om ons goed in de gaten te houden. Ik kon het niet laten om een agent even te vragen hoe het toch zat met die staking van ze. Dat was gísteren, kreeg ik als antwoord. Ja, zo win je dus niet, reageerde ik nog. Niet dat ik wil dat de politie haar CAO-strijd wint. Elke euro belastinggeld uitgegeven aan gewapende staatsknokploegen is een euro te veel. Ontslag van het complete korps, gevolgd door omscholing tot zorgwerker of docent van degenen die nog enigszins te redden zijn, lijkt me wel een goeie deal. Al snap ik ouders als ze zeggend at ze hun kinderen liever niet in handen laten van mensen wiens methodiek van ordehandhaving bestaat uit het aanbrengen van nekklemmen. Maar goed, ik dwaal een beetje af.
We vormden een optocht met spandoeken, en liepen al roepend en lawaaimakend naar het bedrijf. Daar hielden we halt, in de gaten gehouden door meerdere agenten. En daar hebben we dus een uur lang een boel kabaal gemaakt, met megafoons met loeifunctie, met een soort sirene-apparaat, met een steelpan, pannendeksels en zo meer. En met onze leuzen. “No Borders, No Nations, Stop Deportations!”, “Say It Loud, Say it Clear, Refugees Are Welcome Here!”, en “O lala, O lee lee, Solidarité Avec les Sans Papiers!” Bij die laatste leus zetten sommige van de actievoerders een dans in, waarmee de boel een extra levenslustige sfeer kreeg. Dat was een prachtig contrast met de lompe levenloosheid die van het gebouw uitstraalde. Rolluiken waren veelal omlaag, je zag af en toe iemand door een gang langs snellen binnen, en je zag iemand aan het werk achter een computer. Echt rustig kan dat niet geweest zijn. Eén van ons had zelf oorbescherming aangebracht om zich tegen het mede door hemzelf geproduceerde kabaal te beschermen.
Actievoerders hadden ook spandoeken. “De Vries en Verburg bouwt voor kinderdeportatie” was er één. “Sloop Kamp Zeist” was een ander. “No Borders, No Nations” ( met “white” boven “nations”), “Stop deportations” stond op een spandoek waarop ook een rood vlakje stond – het symbool van mede onder het etiket De Nieuwe Universiteit actievoerende studenten van de UvA. Belangrijke verbinding: studentenstrijd en solidariteit met vluchtelingen, goed om te zien. We hadeden ook borden met de tekst: “Bouwbedrijf de Vries en V erburg – Uw duurzame partner in deportaties – bouwt vol trots de gezinsgevangenis voor vluchtelingen op Kamp Zeist!” met eronder de website:kampzeist.nl. Het ding is ook als sticker te verkrijgen, ik heb een flinke lading meegenomen om het samen met anderen te helpen verspreiden in Brabants Autonoom verband.
Enkelen van ons hielden door de megafoon een praatje, gericht aan het bedrijf, om duidelijk te maken hoe kwalijk het meehelpen met die gezinsgevangenis is, om ze op hun verantwoordelijkheid, hun medeplichtigheid te wijzen die in schril contrast staat met de pretenties van sociaal verantwoordelijk en christelijk ondernemen die het bedrijf uitdraagt. Een van de sprekers, zelf gelovig, zei dat mensen van et bedrijf kennelijk hun bijbeltje niet had gelezen. Een ander wees op de griezelige parallellen met de nazi-tijd. De teneur: de Vries en Verburg, kap met dit kwalijke project! Na zo ’n praatje riepen we dan weer:“Shame! Shame!”, “Schande, schande, bloed aan je handen!”
Dit alles deden we met pakweg twintig mensen, toch aan zienlijk meer dan waar ik op had durven rekenen. Mij viel het enthousiasme van deelnemers erg op. We waren fel maar tegelijk ook erg opgewekt in onze manier van doen. Boos, maar niet gedeprimeerd. Het hééft gewoon ook iets: ons protest letterlijk naar de poorten van de vijand brengen, zodat die er moeilijk onderuit kan. Verzoek vanuit de actie om met de directie te spreken via een kleine delegatie legde de directie naast zich neer. Overigens zie ik zelf zo ’n gesprek van enkele mensen ergens binnen met zo ’n directielid ook helemaal niet zitten: laat de directie maar iemand naar buiten sturen om actievoerders in volle openbaarheid te woord te staan. Maar daarvan was al helemaal geen sprake.
Dat de houding van die directie betekende dat we “enigszins teleurgesteld” weer vertrokken, zoals een artikel in het plaatselijke nieuwsmedium Het Contact stelt, strookt bepaald niet met mijn indrukken. We hadden aan het eind een goed gevoel: we hadden luid en duidelijk gedaan waarvoor we waren gekomen. Zelfs het weer had meegewerkt: er verscheen een waterig zonnetje, en de stromende regen maakte plaats voor wat gedruppel dat prima te harden was. Later ging het weer harder regenen, maar toen was de actie alweer zo ongeveer voorbij.
Alles bij elkaar vond ik dit een fijne actie, zonder corvee-gevoel maar echt enthousiast beleefd en gedaan. Ik denk dat het nut had. Voor onszelf: als deel van een continu leerproces, eeen gevoel van solidariteit en verbondenheid vinden. Maar oom strategisch: mensen in het bedrijf confronteren met ons bezwaar, het kan niet anders dan dat er mensen zijn die toch even bij zichzelf nadenken, en misschien ook wel met elkaar praten, over de actie en de reden. Groepjes buurtbewoners en of andere omstanders – tieners met iets van lichte spot of argwaan in hun ogen, maar ook een flinke handvol personeelsleden van een ander bedrijf die in de poort van de bedrijfshal onze optocht op de terugweg naar de bus bekeken – hebben ook hun ogen uitgekeken. De scepsis en de lacherigheid straalde soms van de gezichten. En ja, een demonstratie in het dorp is ongetwijfeld een nogal uitzonderlijk tafereel.
Maar ook bij deze mensen, hoe vijandig ze misschien tegenover de actie stonden, kan iets zijn binnengekomen, kan een vraag zijn opgekomen: waarom? Misschien dat we bij een soortgelijke actie een volgende keer een kort uitdeelpamflet zouden kunnen hebben? Ik denk dat de leuzen – deels ook nog in het Engels en het Frans _ voor onszelf uitstekend zijn, maar voor omstanders vrij ontoegankelijk. En naast directe druk op het bedrijf is verbreiding van ons verhaal onder mensen ver buiten de radicale actiewereld ook van belang als we op deze manier de straat op gaan.
De actie was ook als PR een succesje. Plaatselijke media berichtten er over, en noemden duidelijk ons doel. Grappig is dan weer dat het genoemde verslag van Het Contact de deelnemers omschreef als “allen lid van de Anarchistische Anti-deportatiegroep Utrecht”. Ik herinner me niet dat me over dat lidmaatschap door een journalist iets is gevraagd, dus waar ze dit op baseren…?. Maar het is ook moeilijk voor media om te snappen dat een groep die iets organiseert ook anderen uit weet te nodigen. Ik wacht op een verslag van een vakbondsactie waarin staat: “De demonstranten, allen lid van de FNV…” Ach ja, gevestigde media, nietwaar? Maar door alles heen is het doel van de actie wel degelijk doorgedrongen. Het draagt aan het goede gevoel, ook na afloop, nog wat bij. Ongeacht wie er wel of niet precies ‘lid’ van zijn: de Anarchistische Anti-deportatiegroep Utrecht heeft goede reden om trots te zijn op deze actie van gisteren. De inzet blijft: Sloop Kamp Zeist.
Peter Storm