[5]
WIKIPEDIA
KETIKOTI
[6]
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft een uitnodiging gestuurd aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer om op 1 juli de herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname bij te wonen. Deze uitnodiging, die een voortzetting is van een 21-jarige traditie, is aanvaard. De uitnodiging aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer als hoogste besluitvorming organen benadrukt de institutionele rol van de Kamervoorzitters bij deze belangrijke ceremonie.”
NINSEE
REACTIE OP COMMOTIE ROND AANWEZIGHEID KAMERVOORZITTER OP
NATIONALE HERDENKING NEDERLANDS SLAVERNIJVERLEDEN
12 JUNI 2024
Amsterdam, 12 juni 2024
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft een uitnodiging gestuurd aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer om op 1 juli de herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname bij te wonen.
Deze uitnodiging, die een voortzetting is van een 21-jarige traditie, is aanvaard. De uitnodiging aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer als hoogste besluitvorming organen benadrukt de institutionele rol van de Kamervoorzitters bij deze belangrijke ceremonie.
Tijdens de Nationale Herdenking op 1 juli zullen de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer samen, namens de Staten-Generaal, een krans leggen als eerbetoon aan de slachtoffers van de Nederlands transAtlantische slavernij.
Voor de Tweede Kamer zal de heer Martin Bosma, die op 14 december 2023 gekozen is als voorzitter, de krans leggen. Voor de Eerste Kamer is dat de heer Jan Anthonie Bruijn.
Over de mogelijke aanwezigheid van de heer Bosma op 1 juli is er in de samenleving commotie ontstaan.
Deze commotie heeft te maken met uitspraken die de heer Bosma heeft gedaan over het slavernijverleden en de inspanningen van nazaten om de stilte rond dit verleden te doorbreken en het tot volwaardig onderdeel van de Nederlandse geschiedenis te maken.
Deze uitspraken hebben terecht afkeer opgewekt.
Ook de opvattingen van de heer Bosma over de excuses voor het aandeel van Nederland in de transAtlantische slavernij, aangeboden door premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander respectievelijk op 19 december 2022 en 1 juli 2023, worden als zeer omstreden beschouwd.
Linda Nooitmeer, voorzitter bestuur NiNsee: “Wij hebben als bestuur alle begrip voor de ontstane commotie, echter zoals gebruikelijk sinds de invoering van de Herdenking in 2002, worden zowel de vertegenwoordigers van de Eerste als de Tweede Kamer uitgenodigd om deel te nemen aan de herdenking van de slachtoffers van het Nederlands trans-Atlantische slavernijverleden
NiNsee hecht eraan om in lijn met haar al 21 jaar gerespecteerde protocol te handelen en democratisch gekozen bestuurders eenduidig te faciliteren bij de herdenking.
Dat geldt dus ook voor de heer Bosma.
Daarnaast is de herdenking op 1 juli is niet alleen een ceremonie, maar ook een moment van bezinning en bewustwording.
Voor de excuses van premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was de herdenking op 1 juli een pamflet: hét moment om Nederland – ondanks de stilte rond het slavernijverleden – bewust te maken van die geschiedenis en respect voor de voorouders op te eisen
Sinds 19 december 2022 is het respect voor de voorouders op 1 juli een vanzelfsprekendheid.
In die zin is de aanwezigheid van juist de heer Bosma bij de herdenking op 1 juli dé gelegenheid om onderdeel te zijn van dat bezinnings- en bewustwordingsmoment
De recente geschiedenis heeft inmiddels aangetoond waar een nieuw verkregen bewustzijn toe kan leiden.”
“Daarnaast zijn wij als instelling van mening dat de herdenking van het slavernijverleden een moment van nationale eenheid en respect dient te zijn.
Het is een gelegenheid om gezamenlijk stil te staan bij de gruwelen van het verleden en onze gezamenlijke inspanningen voor een rechtvaardige en inclusieve toekomst te versterken.
Wij nodigen alle betrokkenen uit om dit belang voorop te stellen en de plechtigheden te respecteren als een teken van onze gezamenlijke inzet voor een goed moment van reflectie”, aldus Linda Nooitmeer.
EINDE STATEMENT NINSEE
ZIE OOK
[7]
HETZE WILDERS TEGEN SURINAAMSE ALLOCHTONEN/”DRIE BEESTEN
VAN SURINAAMSE AFKOMST/WILDERS RACISME EN POLITIESTAAT/”STRAFKAMPEN”
ASTRID ESSED
‘Vorige week werd in Almere taxichauffeur Henk Schuurman door drie beesten van Surinaamse afkomst doodgestoken.”……..””De Partij voor de Vrijheid heeft de ambitie om in Nederland minstens dezelfde duizelingwekkende criminaliteitsvermindering te realiseren. De misdaad in ons land kan zeer fors teruggedrongen worden met meer politieagenten op straat, met minimumstraffen en met strafkampen.’
COLUMN WILDERS [IN GEEN STIJL]
CRIMINELE ALLOCHTONEN
Geschreven: 27 juli 2007
Vorige week werd in Almere taxichauffeur Henk Schuurman door drie beesten van Surinaamse afkomst doodgestoken. Dat het geen toeval is dat het om niet-Westers allochtone daders gaat, blijkt uit het recent verschenen onderzoeksrapport ‘Allochtone en autochtone verdachten van verschillende delicttypen nader bekeken’ van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
Het rapport beantwoordt onder andere de vraag in welke mate autochtonen en niet-Westers allochtonen zich schuldig maken aan misdaad, en vergelijkt daarbij beide groepen.
De uitkomsten zijn huiveringwekkend.
Uit het onderzoek blijkt dat van circa een derde van alle gepleegde delicten de vermeende dader een niet-Westers allochtoon is, terwijl deze groep ‘slechts’ ongeveer elf procent van onze bevolking omvat.
Marokkanen, Turken, Antillianen en Surinamers zijn fors oververtegenwoordigd binnen alle onderzochte misdaadgebieden. Zowel diefstal met geweld, vernieling en verstoring van de openbare orde als gewelds-, vermogens-, verkeers-, drugs- en wapendelicten worden relatief veel vaker door leden van deze vier grote allochtone groepen gepleegd dan door autochtone Nederlanders.
Deze gegevens zijn op zichzelf al schrikbarend, maar enkele specifieke cijfers betreffende Antillianen en Marokkanen zijn nog veel schokkender.
Vergeleken met autochtone Nederlanders is de kans dat volwassen Marokkanen van de tweede generatie van wie beide ouders in het buitenland geboren zijn, verdacht worden van vernieling en verstoring van de openbare orde acht keer zo groot. Voor bedreiging is dat elf keer, voor een vermogensdelict vijftien keer en voor diefstal met geweld maar liefst vierendertig keer.
De kans dat volwassen Antillianen van de eerste generatie verdacht worden van een zedendelict is zeven keer zo groot dan dat een autochtoon hiervan wordt verdacht, voor een wapendelict is dat veertien keer en voor diefstal met geweld is dat zelfs tweeëntwintig keer.Met Marokkaanse en Antilliaanse jongeren is het minstens zo erg gesteld De kans dat 12 tot 17 jarige Marokkanen en Antillianen van de tweede generatie van wie beide ouders niet in Nederland geboren zijn, verdacht worden van diefstal met geweld is vergeleken met autochtone leeftijdsgenoten zesentwintig respectievelijk drieëntwintig keer zo groot, en de kans dat eerste generatie Marokkaanse en Antilliaanse jongeren verdacht worden van dat misdrijf is zelfs eenendertig dan wel tweeëndertig keer zo groot.
Met deze horrorcijfers in de hand zou je denken dat het kabinet de misdaad onder met name Antillianen en Marokkanen nu eens eindelijk echt gaat aanpakken. Maar niets is minder waar. Zowat het eerste besluit van dit kabinet was het intrekken van het wetsontwerp ‘Terugzending criminele Antillianen’, waarmee Antilliaanse misdadigers naar hun boeveneilanden teruggestuurd zouden kunnen gaan worden.
Wel strooit dit socialistenkabinet met extra miljoenen voor met name softe preventieprojectjes én er zal aangaande de misdaad onder allochtonen zelfs een heuse werkconferentie met een paar wetenschappers belegd worden… Grotere lamlendigheid is nauwelijks voorstelbaar.Anders dan dit kabinet weet men in de Verenigde Staten wél hoe misdaad aangepakt moet worden. Tussen 1990 en 2000 daalde in New York het aantal autodiefstallen, inbraken, berovingen en moorden stuk voor stuk met maar liefst minstens zeventig procent. Tussen 2000 en 2005 daalde de criminaliteit nog eens met bijna een derde.
Deze spectaculaire daling van de misdaad werd niet met welzijnswerkers, maar met meer politie en met langere celstraffen tot stand gebracht.De Partij voor de Vrijheid heeft de ambitie om in Nederland minstens dezelfde duizelingwekkende criminaliteitsvermindering te realiseren. De misdaad in ons land kan zeer fors teruggedrongen worden met meer politieagenten op straat, met minimumstraffen en met strafkampen.
Verder moeten niet-Westers allochtone criminelen met een dubbel paspoort gedenaturaliseerd en uitgezet worden, en gezien de enorme oververtegenwoordiging van deze groep in de misdaadstatistieken zal Nederland dan in een mum van tijd voorgoed verlost zijn van enkele tienduizenden misdadigers.
Daarnaast moet het ingetrokken ‘Antillianenwetsvoorstel’ nieuw leven ingeblazen worden. Tot slot stel ik een nieuwe maatregel voor: laat niet-Westers allochtonen, ongeacht of zij wel of geen dubbele nationaliteit bezitten, hun straf uitzitten in het land van afkomst. De cellen in Rabat en Ankara zijn vast niet zo comfortabel als de hotelkamers van de Bijlmerbajes.
Nederland zou hiertoe verdragen moeten afsluiten, om te beginnen met Marokko, Turkije en Suriname.De Nederlandse burgers snakken naar veel minder misdaad en aan de andere kant van de oceaan is aangetoond dat het kan. Maar voordat de zon in ons land weer kan gaan schijnen moet dit kabinet verdwijnen, nog liever vandaag dan morgen.
EINDE COLUMN WILDERS
[8]
AT5
INSTITUUT SLAVERNIJVERLEDEN: ”PLEITEN VAN PVV VOOR INTREKKING EXCUSES ROEPT
ZORGEN OP”
24 NOVEMBER 2023
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) maakt zich zorgen nu de PVV de grootste partij in de Tweede Kamer is geworden. “Laten we niet weer 13 jaar terug in de tijd stappen”, schrijft de organisatie op Instagram.
In het verkiezingsprogramma van de PVV is te lezen dat de partij de door de koning aangeboden excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties worden ingetrokken. Daarnaast wil de partij af van cultuursubsidies. “Deze standpunten roepen zorgen op bij ons”, schrijft het NiNsee vandaag.
“Er zijn hoopvolle en goede stappen gezet in het emancipatie- en acceptatie proces van de verschillende gemeenschappen in Nederland”, zegt bestuursvoorziter Linda Nooitmeer. “Laten we daarom niet weer dertien jaar terug in de tijd stappen, maar juist schouder aan schouder invulling geven aan de toekomst van dit mooie land.”
Ondanks de zorgen hoopt het Ninsee alsnog dat er de komende jaren samengewerkt kan worden met het nieuwe kabinet. “Het instituut benadrukt in lijn met de eigen standpunten over het slavernijverleden juist het belang van een constructieve dialoog en een samenwerking met het te vormen nieuwe kabinet.
EINDE