Noot 136/HOOFDSTUK IV

[136]

UITSPRAKEN RECHTSPRAAK

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:2669

ECLI:NL:RBDHA:2024:2669

Instantie

Rechtbank Den HaagDatum uitspraak

01-03-2024Datum publicatie

01-03-2024Zaaknummer

AWB 24/1067Rechtsgebieden

VreemdelingenrechtBijzondere kenmerken

Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie

Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening om het COa te gelasten onmiddellijk reguliere opvang en verstrekkingen aan te bieden. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe en treft de voorziening dat verzoeker recht heeft op opvang in een regulier asielzoekerscentrum totdat de staatssecretarus van Justitie en Veiligheid opnieuw op de asielaanvraag van verzoeker heeft beslist.Vindplaatsen

Rechtspraak.nlshare

Verrijkte uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 24/1067


uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 maart 2024 in de zaak tussen


[naam], verzoeker,

geboren op [geboortedatum],

van Algerijnse nationaliteit,

V-nummer: [V-nummer],

(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),

en

het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, het COa,

(gemachtigde: mr. F. Sepmeijer).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen om het COa te gelasten onmiddellijk reguliere opvang en verstrekkingen aan te bieden totdat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid na de vernietiging van de afwijzing van de asielaanvraag opnieuw op de asielaanvraag van verzoeker heeft beslist.

1.1.

Het COa heeft verzoeker op 21 december 2023 mondeling meegedeeld dat verzoeker in aanmerking komt voor opvang in de procesbeschikbaarheidslocatie (PBL) in Ter Apel. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld (geregistreerd onder het zaaknummer AWB 24/7). Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

1.2.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met het beroep tegen de mededeling van het COa, op 2 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van het COa.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Verzoeker stelt dat hij rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onder f, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Hij is in afwachting van een beslissing op zijn eerste asielaanvraag. Eiser is op dit moment dakloos. Hij heeft zich op 21 december 2023 bij het COa gemeld voor reguliere opvang, maar dat is door het COa geweigerd.

3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 24/7, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep tegen de mededeling van het COa dat eiser in aanmerking komt voor opvang in de PBL in Ter Apel. De rechtbank heeft – kort gezegd – geoordeeld dat er onvoldoende grondslag is voor het vrijheidsbeperkende karakter van de opvang in een PBL. De rechtbank heeft het beroep tegen de met een beschikking gelijk te stellen handeling (de mededeling van het COa) gegrond verklaard.

4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe en bepaalt dat verzoeker opvang krijgt in een regulier asielzoekerscentrum, totdat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opnieuw op de asielaanvraag van verzoeker heeft beslist.

5. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst krijgt verzoeker een vergoeding van zijn proceskosten. Het COa moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoeker een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft het verzoekschrift ingediend en aan de zitting deelgenomen. Elke proceshandeling heeft een waarde van € 875,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.750,-.

Beslissing

De voorzieningenrechter:

– wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;

– treft de voorlopige voorziening dat verzoeker recht op opvang heeft in een regulier asielzoekerscentrum totdat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opnieuw op de asielaanvraag van verzoeker heeft beslist.

– veroordeelt het COa tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan (de gemachtigde van) verzoeker.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier op 1 maart 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

de griffierde voorzieningenrechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Reacties uitgeschakeld voor Noot 136/HOOFDSTUK IV

Opgeslagen onder Divers

Reacties zijn gesloten.