[34]
”In de afgelopen tien jaar was gemiddeld 11 procent van alle immigranten een asielzoeker.
RTL NIEUWS
VAN ASIELSTOP TOT SPREIDING: DIT WILLEN
PARTIJEN MET MIGRATIE
28 OCTOBER 2023
Moet er een maximum voor het aantal migranten komen? En hoe worden ze verspreid over het land? Een van de belangrijkste thema’s deze verkiezingen is migratie, het vorige kabinet viel er zelfs over. We zetten de standpunten van de grootste partijen in de peilingen op een rij.
“Migratie is een thema waar de politiek het lastig over eens kan worden”, zegt Floor Bremer, verslaggever op de politieke redactie van RTL Nieuws. Dat bleek in de zomer wel, het kabinet viel vlak voor het reces omdat er geen deal bereikt kon worden over migratie.
“Omdat veel partijen zeggen dat het een principieel punt is, vinden ze het lastig water bij de wijn te doen”, legt Bremer uit. “Maar uiteindelijk zullen deze compromissen ook door een nieuw kabinet gesloten moeten worden.”
Immigratie in cijfers
Vorig jaar kwamen er 403.108 immigranten naar Nederland, tegelijkertijd vertrokken er 179.310 mensen. De meeste immigranten van buiten de EU waren 108.440 Oekraïners op de vlucht voor de oorlog in hun land.
In de afgelopen tien jaar was gemiddeld 11 procent van alle immigranten een asielzoeker. De meeste immigranten kwamen uit de EU (of landen uit de Europese vrijhandelszone). De belangrijkste reden voor immigratie was vanwege het gezin of werk. Voor immigranten van binnen de EU was werk de belangrijkste reden, staat in de Staat van Migratie 2023.
Goed, dat is de huidige stand van zaken. Wat willen de partijen, als ze het voor het zeggen krijgen na de verkiezingen? We lopen de belangrijkste vraagstukken langs, met de opvallendste standpunten van de belangrijkste partijen.
Komt er een maximum aan de instroom van immigranten?
Als het aan de VVD en de NSC ligt wel. De laatste partij verbindt er zelfs een concreet aantal aan. Als het aan de partij van Pieter Omtzigt ligt, moet het migratiesaldo jaarlijks netto op 50.000 personen liggen.
De BBB wil een maximum van 15.000 asielzoekers per jaar opnemen. De PVV en JA21 willen nog een stap verder gaan. Als het aan Geert Wilders en Joost Eerdmans ligt, komt er een asielstop.
EINDE
[35]
”Gemiddeld de grootste groep immigranten (53 procent) kwam de afgelopen tien jaar uit de Europese Unie. Om hier te werken, te studeren of voor gezinsvorming. De tweede groep (31 procent) bestaat uit migranten van buiten de EU. De derde groep (11 procent) bestaat uit asielmigranten.”
TROUW
FEIT VERSUS FICTIE: ZES BELANGRIJKE CIJFERS OVER MIGRATIE
24 OCTOBER 2023
Nu de verkiezingscampagne losbreekt vliegen in debatten en discussies over migratie allerlei cijfers voorbij. Feit en fictie zijn niet altijd van elkaar te onderscheiden, context en perspectief vervagen. Zes belangrijke migratiecijfers ontleed.
Grootste groep immigranten komt voor werk
“Er kwamen vorig jaar 400.000 mensen als immigrant naar Nederland. Dat zijn meer mensen dan er in Utrecht wonen. Dat kan zo niet. We moeten immigratie onder controle krijgen.”
Dit waren de woorden van oud-minister Henk Kamp (VVD), uitgesproken vlak na de kabinetsval in juli in Nieuwsuur. Kamp verdedigde de keuzes van premier Mark Rutte. “Dat probleem van die onbeheerste immigratie en het uit de hand gelopen asielbeleid, dat moet anders.”
Dat in de afgelopen decennia nooit eerder 400.000 immigranten naar Nederland kwamen, zei Kamp er niet bij. Het cijfer is een uitschieter, voor een aanzienlijk deel toe te wijzen aan de Russische invasie van Oekraïne. Ruim 108.000 Oekraïners vroegen vorig jaar om tijdelijke bescherming in Nederland.
Vorig jaar emigreerden er ook meer mensen dan in de afgelopen twintig jaar uit Nederland: bijna 180.000 Immigratie minus emigratie leidt tot het migratiesaldo, het aantal mensen dat er in Nederland in een jaar bij is gekomen. De tijd dat dit saldo rond de 0 schommelde ligt al even achter ons. Sinds 2012 neemt het migratiesaldo vrijwel onafgebroken toe, afgezien van de coronaperiode. Vorig jaar was het migratiesaldo ongeveer 224.000 mensen.
Gemiddeld de grootste groep immigranten (53 procent) kwam de afgelopen tien jaar uit de Europese Unie. Om hier te werken, te studeren of voor gezinsvorming. De tweede groep (31 procent) bestaat uit migranten van buiten de EU. De derde groep (11 procent) bestaat uit asielmigranten.
Welke nationaliteiten kwamen er vorig jaar naar Nederland? De grootste groep immigranten bestond uit Oekraïners. Op de tweede plaats, met 11 procent, kwamen immigranten uit… Nederland. Zij keerden na een eerder vertrek terug. De derde groep (7 procent) was Pools.
Asielzoeker draagt aanzienlijk bij aan groei bevolking
Er zijn meer perspectieven om naar migratie te kijken dan alleen de kale cijfers over immigratie en emigratie. Een belangrijke factor is de groei van de bevolking, en welke migrantengroepen hier het meest aan bijdragen. Juist mensen die zich in Nederland vestigen leggen voor langere tijd beslag op schaarse voorzieningen zoals woningen of energie, is de gedachte.
Er zijn vier primaire redenen waarvoor immigranten naar Nederland reizen: arbeid, gezin, studie en asiel. Uit een berekening van het Centraal Planbureau blijkt dat gezins- en asielmigranten relatief gezien het meeste bijdragen aan de groei van de Nederlandse bevolking.
Dat zit zo. Van alle arbeidsmigranten is na tien jaar bijna 75 procent weer weg uit Nederland. Meer dan acht op de tien studenten uit het buitenland zijn na tien jaar weer vertrokken. Maar van alle asielmigranten verblijft na tien jaar juist nog bijna driekwart in Nederland.
De conclusie dat asielmigratie de afgelopen tien jaar ‘slechts’ 11 procent van de totale immigratie besloeg, is dus maar een halve waarheid. Van de immigranten die na tien jaar nog steeds in Nederland aanwezig zijn, klopte ten minste een kwart als asielzoeker aan in Nederland.
Daar komen nareizigers nog bovenop. Dat zijn gezinsleden die erkende vluchtelingen naar Nederland mogen halen. Zij vallen in landelijke statistieken niet onder ‘asielmigranten’ maar onder ‘gezinsmigranten’.
Nareis van gezinsleden van asielzoekers nam de afgelopen jaren in aantallen toe en de verwachting is dat die stijging doorzet. Dat heeft deels te maken met de forse groei van het aantal alleenreizende minderjarige vluchtelingen dat in Nederland aanklopt voor asiel. Die groep, die in twee jaar tijd meer dan verdubbeld is, doet relatief vaak een nareisverzoek.
Nederlandse asielcijfers springen Europees niet uit de toon
Wie de debatten over migratie in de Tweede Kamer volgt, zou het gevoel kunnen bekruipen dat het gros van de mensen dat naar Europa vlucht, rechtstreeks naar het aanmeldcentrum in Ter Apel reist om in Nederland asiel aan te vragen.
Maar niets is minder waar. Het aantal asielaanvragen is hier juist bijzonder gemiddeld. Vorig jaar ontving Nederland twee asielaanvragen per duizend inwoners. Het EU-gemiddelde was ook precies twee asielaanvragen per duizend inwoners, blijkt uit cijfers van het Europese statistiekbureau. In de EU-rangschikking stond Nederland op de elfde plaats, achter bijvoorbeeld België, Duitsland, Oostenrijk en Luxemburg.
Het hoofdelijk gemiddelde is een belangrijke graadmeter in Europa, omdat het aantal inwoners in een land doorwerkt in de mate van voorzieningen die er aanwezig zijn. De statistiek wordt echter ook bekritiseerd omdat die geen rekening houdt met de bevolkingsdichtheid. Na Malta heeft Nederland de hoogste bevolkingsdichtheid van de EU. Nederland is vol, zeggen sommige politici.
Je kan daarom ook naar de absolute aantallen asielmigranten kijken. Dan ontstaat er een ander beeld: Nederland ontving vorig jaar 35.535 eerste asielaanvragen (exclusief herhaalde aanvragen en nareizigers) en nam daarmee een zesde plek in op de EU-rangschikking. De achterstand op Duitsland (217.780 aanvragen), Frankrijk (137.605) en Spanje (116.150) was wel groot.
Per vierkante kilometer landoppervlak ontving Nederland vorig jaar 1,05 asielaanvragen. Dat is vergelijkbaar met België (1,06), veel meer dan Duitsland (0,62) maar minder dan Oostenrijk (1,36).
Voorspelde explosieve groei van asielaanvragen blijft uit
Eind april werd Lelystad ongewild even lijdend voorwerp in het migratiedebat. ‘Dit jaar mogelijk 77.000 asielzoekers naar Nederland’ kopten verschillende media nadat staatssecretaris Eric van der Burg jaarlijkse prognoses van zijn ministerie naar buiten bracht. Vakkundig vergeleek weblog GeenStijl: ‘Een stad als Lelystad erbij.’
De ramingen van Van der Burg zorgden voor een schokgolf in politiek Den Haag. Tienduizenden asielaanvragen meer dan in 2022, het jaar waarin asielzoekers in Ter Apel op straat sliepen, dat was een brug te ver. Zelfs in 2015, toen Europa kampte met een vluchtelingencrisis, kwamen bij lange na niet zoveel asielzoekers naar Nederland.
De spanningen in het kabinet stegen tot een hoogtepunt. Met name de VVD-fractie eiste een afname van het aantal asielzoekers, en dreigde de stekker uit het kabinet te trekken als de coalitie er niet uit zou komen. De rest is geschiedenis.
Het is bijna een half jaar geleden dat staatssecretaris Van der Burg de explosieve voorspelling naar buiten bracht. Toen al fronsten deskundigen de wenkbrauwen: waar komen deze torenhoge cijfers vandaan? Tot dan toe hield het aantal asielaanvragen gelijke tred met een jaar eerder, toen (inclusief herhaalde aanvragen en nareizigers) de teller op 31 december stokte op ruim 49.000 aanvragen.
Met nog twee maanden voor de boeg komen er nog steeds niet meer asielzoekers naar Nederland dan vorig jaar. Het aantal aanvragen loopt nu ongeveer duizend achter bij de stand van eind oktober 2022. De kans dat de voorgestelde prognose uitkomt is nihil.
Dat wil niet zeggen dat het rustig is in de asielopvang. Ook als het aantal aanvragen gelijke tred houdt met vorig jaar is dat aantal vergeleken met het 10-jaars gemiddelde bijzonder hoog. Dat is goed te zien in het aanmeldcentrum in Ter Apel, dat weer bijna bezwijkt onder de asielaanmeldingen. Afgelopen weekend sliepen vreemdelingen weer op stoelen in de wachtruimte van de Immigratiedienst.
Gezin volgt vaker arbeidsmigrant
Gezinshereniging bleek het struikelblok voor het kabinet. Partijen konden het niet eens worden over de inperking van het recht op nareis van gezinsleden van erkende vluchtelingen, ook wel statushouders in jargon.
Het is de vraag hoeveel grip op migratie het kabinet had verkregen met het verhinderen van de nareis van vluchtelingen. Vorig jaar kwamen ongeveer 11.000 nareizigers naar Nederland en het beoogde maatregelenpakket had ongeveer de helft van die mensen direct geraakt: 5500. Dat is net iets meer dan 1 procent van de totale immigratie in 2022.
In de nasleep van de kabinetsval viel ook de term ‘nareis op nareis.’ Het stapelen van asielaanvragen waarbij overgekomen gezinsleden van vluchtelingen op hun beurt weer familieleden naar Nederland halen. Bewijs voor het bestaan van deze ‘asielstapeling’ is er nog niet. De Immigratiedienst (IND) zoekt sinds juli uit hoe vaak nareis op nareis voorkomt, maar heeft nog altijd geen antwoord.
Waar het minder vaak over gaat is dat gezinsmigratie vooral volgt op arbeidsmigratie. Vorig jaar kwamen er bijna 40.000 gezinsmigranten van buiten de EU naar Nederland, waarvan een kwart in het kader van gezinshereniging van vluchtelingen.
Voor elke kennismigrant komt gemiddeld één gezinslid mee, bleek afgelopen zomer uit stukken die werden vrijgegeven na de kabinetsval. Voor iedere tien (lager opgeleide) arbeidsmigranten komen 6 gezinsleden mee. Een groot gedeelte (76 procent) van deze gezinsleden werkt niet.
‘Het feit dat er veel gezinsmigranten meekomen met arbeidsmigranten is van belang voor het inschatten van de kosten en baten van arbeidsmigratie. Het aantrekken van arbeidsmigranten leidt door de meegekomen gezinsmigranten bijvoorbeeld tot een groter beslag op de schaarse woon-, zorg- en onderwijsvoorzieningen’, analyseerde Pieter van Winden recent in het economische vakblad ESB. Hij is hoge ambtenaar op het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid.
Uitzetten asielzoekers vaker wens dan realiteit
Op één migratie-onderwerp zijn politici van rechts tot links al jaren eensgezind: het uitzetten van afgewezen asielzoekers. ‘We trekken de haperende terugkeer van afgewezen asielzoekers vlot’, belooft bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA in zijn huidige programma. ‘Illegalen moeten worden vastgezet of uitgezet’, vindt de PVV. Coalitiepartijen VVD, D66, CDA en CU spraken in hun coalitieakkoord af dat ‘mensen die niet rechtmatig in Nederland mogen blijven, moeten terugkeren naar het land van herkomst’.
Dan de realiteit. Het terugsturen van vreemdelingen wordt juist steeds lastiger. Die boodschap bracht de verantwoordelijke Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) afgelopen juli nog naar buiten. Jaarlijks stuurt de dienst met succes enkele duizenden vreemdelingen terug, waarvan vaak niet meer dan tweeduizend gedwongen. Afgezet tegen de komst van honderdduizenden immigranten is dat slechts een fractie van het totaal.
Bij de grootste groep ‘uitstroom’ is het twijfelachtig of die mensen Nederland echt hebben verlaten. Zij zijn ‘zelfstandig zonder toezicht’ vertrokken. Dat wil zeggen: de vreemdeling is niet meer op het laatst bekende adres. Waar die naartoe is gegaan, is niet bekend.
Een gemakkelijke oplossing bestaat er niet omdat Nederland bij de terugkeer van migranten afhankelijk is van het land van herkomst. Exemplarisch is het voorbeeld van Marokko. Een deal met het land uit 2021 werd in politiek Den Haag verkocht als een ‘doorbraak’ voor het Nederlandse migratiebeleid. Eindelijk zouden Marokkanen gedwongen worden uitgezet. Maar na ruim anderhalf jaar stond de teller op 125 teruggekeerde Marokkanen. Het gros van die mensen keerde vrijwillig terug naar Marokko. Dat kon voor de ‘Marokko-deal’ werd gesloten, ook al.
Ook de terugkeer van migranten binnen Europa verloopt moeizaam. Volgens de zogeheten Dublinverordening moeten vreemdelingen vaak terugkeren naar het land waar ze de EU als eerste binnenkwamen. In de praktijk gebeurt dit amper. Vorig jaar werden 860 personen aantoonbaar overgedragen aan in totaal 23 EU-lidstaten. Politici beloven al jaren om de Dublinregeling te repareren. Daarin is nog niemand geslaagd.
[36]
BNN VARA
UITBUITING ARBEIDSMIGRANTEN AFGELOPEN JAREN TOEGENOMEN
20 JULI 2023
De Arbeidsinspectie heeft de afgelopen 3 jaar bij 67 procent van de 1.304 uitzendbureaus die werden gecontroleerd, overtredingen geconstateerd. In totaal is voor 1,5 miljoen euro aan boetes opgelegd. Arbeidsmigranten worden onderbetaald, uitgebuit en werken zonder vergunning.
Er zijn ruim 800.000 arbeidsmigranten in Nederland. Ze komen vooral uit landen als Polen, Bulgarije en Roemenië. Ten opzichte van andere vergelijkbare landen maakt Nederland veel meer gebruik van arbeidsmigranten voor werkzaamheden.
‘Weinig Nederlanders willen dit werk doen’
De inspecties vonden vooral plaats in die sectoren waarbij snel mensen nodig zijn en waar sprake is van laagbetaald werk, zoals in de detailhandel, horeca, land- en tuinbouw, metaal en industrie, de bouw en in toenemende mate distributiecentra, transport en logistiek. Daar zijn de risico’s op oneerlijk en onveilig werk volgens de Arbeidsinspectie het grootst. Voor dit soort werkzaamheden zijn weinig tot geen Nederlandse arbeidskrachten te vinden voor de arbeidsvoorwaarden die Nederlandse werkgevers willen bieden. “Arbeidsmigranten zijn daartoe wel bereid en dat doen zij in de helft van de gevallen op uitzendbasis”, schrijft de inspectie.
In de afgelopen drie jaar rondde de inspectie 12 strafrechtelijke onderzoeken af en droeg die over aan het Openbaar Ministerie. Bij strafzaken die daaruit volgden is voor 3,2 miljoen euro aan wederrechtelijke verkregen vermogen geïnd. Dit is het financiële voordeel dat iemand heeft behaald door het plegen van een strafbaar feit. Verder zijn enkele gevangenisstraffen en taakstraffen uitgedeeld door de rechter. Ook heeft een bestuurder een tijdelijk beroepsverbod gekregen.
Onterecht loon inhouden van laag salaris
De inspectie constateerde dat de uitzendbureaus onterecht geld inhouden van het toch al lage salaris dat de mensen krijgen: “Als er sprake is van onderbetaling, vorderen we ook een werkgever om zijn werknemers na te betalen.” In totaal hebben 179 werknemers een nabetaling gekregen voor een totaalbedrag van bijna 300.000 euro.
Woonruimte als verdienmodel
Veel uitzendbureaus bieden de buitenlandse uitzendkrachten naast werk ook woonruimte, een zorgverzekering en vervoer aan. Voor mensen die vaak de taal niet spreken, weinig weten van de Nederlandse wet- en regelgeving en terechtkomen in een land waar amper woningen beschikbaar zijn, lijken het goede afspraken. Maar het maakt ze meteen afhankelijk van hun werkgever en de Arbeidsinspectie constateert dat die daar vaak misbruik van maakt.
Een uitzendbureau mag voor de werkelijk gemaakte kosten een maximum van 25 procent van het minimumloon inhouden. Dan moet het wel om gecertificeerde huisvesting gaan. De Arbeidsinspectie constateert dat de huisvesting door de uitzendbureaus als verdienmodel en pressiemiddel kan worden gebruikt. Inhouden op loon is volgens de wet wel toegestaan onder bepaalde voorwaarden. “We zien dat deze inhouding vaak maximaal wordt toegepast”, zegt de inspectie. In de Zembla-uitzending ‘Niet in mijn achtertuin’ is te zien dat de woonruimte waar arbeidsmigranten voor betalen en leven vaak erg klein en zeer slecht is met weinig privacy, omdat veel mensen in een kleine ruimte wonen. En zelfs een gecertificeerd pand, blijkt in de praktijk soms niet veel beter.
Ook het aantal ernstige ongevallen bij uitzendkrachten nam toe. Van alle ongevallen die de inspectie onderzocht, is het slachtoffer bij 22 procent van de gevallen uitzendkracht. Terwijl het totaal aantal uitzendkrachten ten opzichte van de totale werkzame beroepsbevolking tussen de vijf en zeven procent ligt. De inspectie zegt dat een deel van de verklaring kan zijn dat uitzendkrachten relatief vaak onveilig werk doen in een werkomgeving met gebrekkige veiligheidsvoorzieningen.
“De misstanden binnen de uitzendbranche blijven helaas terugkomen en uitzendkrachten worden aan verschillende arbeidsrisico’s blootgesteld”, concludeert de inspectie.
EINDE[37]
”Gemiddeld de grootste groep immigranten (53 procent) kwam de afgelopen tien jaar uit de Europese Unie. Om hier te werken, te studeren of voor gezinsvorming. De tweede groep (31 procent) bestaat uit migranten van buiten de EU. De derde groep (11 procent) bestaat uit asielmigranten.”
TROUW
FEIT VERSUS FICTIE: ZES BELANGRIJKE CIJFERS OVER MIGRATIE
24 OCTOBER 2023
ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 35
[38]
ZIE NOOT 37
[39]
NOS
MEER ARBEIDSMIGRANTEN VIA BEDRIJF IN
ANDER EU-LAND, LEIDT TOT UITBUITING
Arbeidsmigranten die in Nederland werken maar in dienst zijn van een bedrijf in een ander Europees land kunnen makkelijk worden uitgebuit. Daarvoor waarschuwt de Adviesraad Migratie. Dat geldt des te meer voor arbeiders van buiten de Europese Unie.
De regels zijn ondoorzichtig, arbeidsmigranten hebben vaak geen idee waar ze recht op hebben en hoe ze daarachter kunnen komen. De contracten die ze ondertekenen pakken vaak anders uit dan wat hen werd voorgespiegeld. Op hun salaris worden bijvoorbeeld kosten voor huisvesting, vervoer en zorgverzekering ingehouden.
Er zijn wetten voor gedetacheerde werknemers in de EU, maar die bieden niet genoeg houvast. Niet alleen werknemers weten niet waar ze aan toe zijn, ook voor gemeenten en instanties als de Arbeidsinspectie is het haast ondoenlijk om er wijs uit te worden, schrijft de adviesraad in het rapport Geen derderangs burgers. De risico’s voor gedetacheerde arbeidsmigranten.
Wirwar aan regels
Soms gelden de Nederlandse regels, bijvoorbeeld als het gaat om arbeidsrecht, maar in andere gevallen de regels van het land dat de arbeidsmigrant detacheert, zoals voor sociale voorzieningen.
Voorzitter van de adviesraad Monique Kremer zegt dat deze mensen gevoelig zijn voor uitbuiting. “Ze weten vaak niet dat ze recht hebben op een cao-loon of dat de sociale zekerheid in een ander land is geregeld. Als je uit Centraal-Azië komt en je moet naar Polen om daar je sociale zekerheid te vragen, dan kun je wel nagaan dat dat niet echt gebeurt.”
In de praktijk staan mensen snel op straat als ze langer dan een week ziek zijn. Dan moeten ze hun woning uit, omdat die aan de baan is gekoppeld, evenals hun verblijfsvergunning. Zo belanden er mensen op straat, met alle gevolgen van dien.
Bescherming
“De detacheringsconstructie is eigenlijk bedoeld voor bijvoorbeeld een Franse technicus die in Nederland komt werken en zijn sociale zekerheid kan houden in Frankrijk. Het is opgezet om mensen te beschermen”, zegt Kremer. “Maar er wordt door kwaadwillende werkgevers misbruik van gemaakt. Daar zou Europa een stokje voor moeten steken.”
In arbeidsintensieve sectoren als de schoonmaakbranche of de vleesverwerkende industrie kunnen werkgevers die arbeidsmigranten detacheren de loonkosten drukken. De premies die ze afdragen aan het land dat de arbeider uitzendt liggen vaak lager dan in Nederland.
Dat leidt tot concurrentie met bedrijven die beter betalen, premie afdragen in Nederland en investeren in hun personeel. Lonen en arbeidsomstandigheden kunnen er in een hele sector op achteruit gaan.
Carlos (niet zijn echte naam) uit Venezuela is een voorbeeld waaruit de kwetsbaarheid van buitenlandse gedetacheerden blijkt:
Ook in het rapport staan voorbeelden van de kwetsbaarheid van gedetacheerde migranten, zoals van de 32-jarige Dewi uit Bangladesh die via Polen is gedetacheerd. Zij liet haar gezin achter om in Nederland te gaan werken. Ze verpakt verse ananas in plastic bakjes, voor een veel lager loon dan haar was voorgespiegeld. Dewi is volledig afhankelijk van haar baas Martin, voor huisvesting, vervoer, het ruilen van diensten en ziekmelding. Ze is bang om ziek te worden en haar baan kwijt te raken. Zij heeft inmiddels het telefoonnummer van een organisatie die haar kan helpen, maar ze heeft nog niet genoeg moed verzameld om contact op te nemen.
Steeds meer mensen zijn hier gedetacheerd. De overheid kan de aantallen niet overzien. In 2022 werden slechts 4000 werkvergunningen afgegeven voor arbeidsmigranten van buiten de EU, maar er werkten er minimaal 22.440. Inclusief inwoners van de EU werden er 90.000 gedetacheerde arbeidsmigranten gemeld.
En dat zijn ze niet allemaal. Het is lastig om zicht te krijgen op de werkelijke aantallen, omdat detachering voor werkgevers een manier is om mensen te werven buiten de Wet arbeid vreemdelingen om.
Gemeenten en de Arbeidsinspectie slagen er niet in om goed te handhaven. Dat komt door capaciteitsgebrek, te weinig opsporingsbevoegdheden en het ontbreken van gegevens. Daardoor zijn ook schijnconstructies in de hand gewerkt, ziet de adviesraad.
Aanbevelingen
De raad doet aanbevelingen om de situatie aan te pakken. Het verzamelen van betere informatie moet leiden tot een duidelijk beleid en handhaving. Er is meer onderzoek nodig naar de aard en omvang van de EU-detachering in Nederland. Ook krijgt het kabinet het advies om een aantal thema’s ook Europees op de agenda te zetten.
Kremer: “Wij doen de aanbeveling dat in sectoren waar veel misstanden zijn je een verbod zou moeten overwegen op flexwerk. Of anders gezegd dat in arbeidsintensieve sectoren werkgevers mensen gewoon in dienst moeten nemen.”
EINDE