[16]
INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE
APPLICATION OF THE CONVENTION ON THE PREVENTION AND
PUNISHMENT OF THE CRIME OF GENOCIDE IN THE GAZA STRIP
(SOUTH AFRICA V. ISRAEL)
INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE
Peace Palace, Carnegieplein 2, 2517 KJ The Hague, Netherlands
Tel.: +31 (0)70 302 2323 Fax: +31 (0)70 364 9928
Press Release
Unofficial
No. 2024/6
26 January 2024
Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime
of Genocide in the Gaza Strip (South Africa v. Israel)
The Court indicates provisional measures
THE HAGUE, 26 January 2024. The International Court of Justice today delivered its Order
on the Request for the indication of provisional measures submitted by South Africa in the case
concerning Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of
Genocide in the Gaza Strip (South Africa v. Israel)
It is recalled that, on 29 December 2023, South Africa filed an Application instituting proceedings against Israel concerning alleged violations by Israel of its obligations under the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide (the “Genocide Convention”) in relation to Palestinians in the Gaza Strip.
In its Application, South Africa also requested the Court to indicate provisional measures in order to “protect against further, severe and irreparable harm to the rights of the Palestinian people under the Genocide Convention” and “to ensure Israel’s compliance with its obligations under the Genocide Convention not to engage in genocide, and to prevent and to punish genocide” (see press release No. 2023/77).
Public hearings on South Africa’s request for provisional measures were held on Thursday 11 and Friday 12 January 2024.
In its Order, which has binding effect, the Court indicates the following provisional measures:
“(1) By fifteen votes to two,
The State of Israel shall, in accordance with its obligations under the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide, in relation to Palestinians in Gaza, take all measures within its power to prevent the commission of all acts within the scope of Article II of this Convention, in particular:
(a) killing members of the group;
(b) causing serious bodily or mental harm to members of the group;
(c) deliberately inflicting on the group conditions of life calculated to bring about its physical destruction in whole or in part; and
PAGE 2
– 2 –
(d) imposing measures intended to prevent births within the group;
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte,
Charlesworth, Brant; Judge ad hoc Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde; Judge ad hoc Barak;
(2) By fifteen votes to two,
The State of Israel shall ensure with immediate effect that its military does not commit any acts described in point 1 above;
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judge ad hoc Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde; Judge ad hoc Barak;
(3) By sixteen votes to one
The State of Israel shall take all measures within its power to prevent and punish the direct and public incitement to commit genocide in relation to members of the Palestinian group in the Gaza Strip;
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judges ad hoc Barak, Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde;
(4) By sixteen votes to one,
The State of Israel shall take immediate and effective measures to enable the provision of urgently needed basic services and humanitarian assistance to address the adverse conditions of life faced by Palestinians in the Gaza Strip;
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judges ad hoc Barak, Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde;
(5) By fifteen votes to two,
The State of Israel shall take effective measures to prevent the destruction and ensure the preservation of evidence related to allegations of acts within the scope of Article II and Article III of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide against members of the Palestinian group in the Gaza Strip;
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judge ad hoc Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde; Judge ad hoc Barak;
PAGE 3
3
(6) By fifteen votes to two,
The State of Israel shall submit a report to the Court on all measures taken to give effect to this Order within one month as from the date of this Order.
IN FAVOUR:
President Donoghue; Vice-President Gevorgian; Judges Tomka, Abraham, Bennouna, Yusuf, Xue, Bhandari, Robinson, Salam, Iwasawa, Nolte, Charlesworth, Brant; Judge ad hoc Moseneke;
AGAINST:
Judge Sebutinde; Judge ad hoc Barak.”
*
Judge XUE appends a declaration to the Order of the Court;
Judge SEBUTINDE appends a dissenting opinion to the Order of the Court; Judges BHANDARI and NOLTE append declarations to the Order of the Court; Judge ad hoc BARAK appends a separate opinion to the Order of the Court
___________
A summary of the Order appears in the document entitled “Summary 2024/1”, to which summaries of the declarations and opinions are annexed.
This summary and the full text of the Order are available on the case page on the Court’s website.
___________
Earlier press releases relating to this case are available on the Court’s website.
Note: The Court’s press releases are prepared by its Registry for information purposes only and do not constitute official documents.
___________
The International Court of Justice (ICJ) is the principal judicial organ of the United Nations.
It was established by the United Nations Charter in June 1945 and began its activities in April 1946
The Court is composed of 15 judges elected for a nine-year term by the General Assembly and the Security Council of the United Nations.
The seat of the Court is at the Peace Palace in The Hague (Netherlands).
The Court has a twofold role: first, to settle, in accordance with international law, legal disputes submitted to it by States;
and, second, to give advisory opinions on legal questions referred to it by duly authorized United Nations organs and agencies of the system
___________
PAGE 4
4
Information Department:
Ms Monique Legerman, First Secretary of the Court, Head of Department: +31 (0)70 302 2336
Ms Joanne Moore, Information Officer: +31 (0)70 302 2337
Mr Avo Sevag Garabet, Associate Information Officer: +31 (0)70 302 2394
Email: info@icj-cij.org
ZIE OOK
[17]
NOS
KAMER: ”STA OP TEGEN JODENHAAT”
Dertien van de vijftien partijen in de Tweede Kamer vragen in een gezamenlijke verklaring “op te staan” tegen Jodenhaat. De partijen zeggen “met afschuw” te zien dat Jodenhaat terugkeert op plekken “waar iedereen veilig en vrij moet kunnen samenkomen”.
“Jodenhaat laait weer op. Dit is niet demonstreren, dit is intimideren”, schrijven de dertien fractievoorzitters. Alleen Denk en Forum voor Democratie hebben de verklaring niet ondertekend.
De politici verwijzen naar afgelopen weekend, toen pro-Palestijnse activisten in Waalwijk een optreden van Lenny Kuhr verstoorden. Ze kwamen het podium op en schreeuwden onder meer dat de Joodse Kuhr een moordenaar en een terrorist is.
Volgens de dertien fractieleiders gaat het niet om een incident. “Hier is een grens overschreden. Een grens waarvan we hoopten dat die nooit meer in ons land zou worden overschreden.” De veiligheid en vrijheid van Joodse Nederlanders staat volgens hen op het spel. “De vrijheid om samen te komen, om te herdenken, te vieren, om je cultureel te uiten – om te leven.”
Stop dit. Antisemitisme keert terug op plekken waar iedereen vrij en veilig moet kunnen samenkomen. Samen met andere partijen willen we pal staan voor de veiligheid van de Joodse gemeenschap. Wij staan op, kunnen we op jou rekenen? #staoptegenantisemitisme https://t.co/354FsPw8E7
Eerder vandaag riep de Tweede Kamer het kabinet al op zich krachtig uit te spreken tegen de toenemende uitingen van antisemitisme in de samenleving, en met name in de culturele sector.
De verstoring van het concert is “exemplarisch voor de opkomende Jodenhaat”, zei Kamerlid Van Zanten van BBB. “Het podium mag Joodse artiesten nooit worden afgepakt.” Net als veel andere Kamerleden wilde ze weten wat het kabinet ertegen gaat doen.
Demissionair staatssecretaris Gräper zegde toe dat ze de kwestie donderdag zal bespreken in de ministerraad. Ze gaat zelf alleen over de culturele sector, maar het gaat hierbij bijvoorbeeld ook over de openbare orde, waar de minister van Justitie over gaat. Ze verwacht dat het kabinet donderdag met een statement komt tegen het antisemitisme.
‘Slappe reactie Gräper’
Veel Kamerleden vonden dat maar een slappe reactie. “U veroordeelt het wel, maar verder komt u niet. Ik hoor bitter weinig actie”, zei Kamerlid Van Vroonhoven van NSC. De staatssecretaris is wel in gesprek met de sector, maar vroeg zich af wat ze verder kan doen dan theaters helpen met betere beveiliging, zoals GroenLinks-PvdA opperde. “Het is niet mogelijk om dit soort incidenten te voorkomen.”
“Moet ik dan theaters gaan sluiten? Dat is ook niet het antwoord”, zei Gräper. Het is volgens haar juist een belangrijke verworvenheid dat we een ‘open’ culturele sector hebben waar de dialoog gevoerd wordt. “Er is geen mogelijkheid voor dialoog met antisemieten, staatssecretaris”, reageerde Kamerlid Ellian van de VVD. Hij vindt dat het kabinet moet garanderen dat alle voorstellingen met Joodse artiesten te allen tijde kunnen doorgaan.
Mars der Beschaving?
“Spreek je snoeihard uit”, zei fractievoorzitter Bikker van de ChristenUnie. Ze richtte zich daarbij niet alleen tot het kabinet, maar ook tot de culturele sector zelf. Het is daar volgens haar “angstaanjagend stil”. Dat waren veel partijen met haar eens.
BBB’er Van Zanten verwees naar de zogeheten Mars der Beschaving die de sector in 2011 organiseerde toen er bezuinigingen dreigden. “Waar is die mars nu?”. Ze vond dat Gräper de sector daarop moet aanspreken. Volgens de staatssecretaris is het krachtiger als zo’n signaal door de sector zelf wordt georganiseerd.
Denk-Kamerlid Ergin wilde weten hoe Gräper bij de conclusie komt dat Kuhr het slachtoffer is geworden van antisemitisme. De mensen die het concert verstoorden, hebben gezegd dat ze dat niet deden vanwege haar Joods-zijn, maar vanwege haar steun voor de Israëlische actie in Gaza.
Maar volgens de staatssecretaris kan het gevolg van de verstoring zijn dat voorstellingen van Joodse artiesten als Lenny Kuhr afgelast worden uit angst voor ongeregeldheden. Nu al is de kaartverkoop voor andere concerten van haar stilgelegd. “Dan wordt ze vanwege haar Joods-zijn beperkt in haar kunstenaarschap en dat is antisemitisme.”
EINDE[18]
Dertien van de vijftien partijen in de Tweede Kamer vragen in een gezamenlijke verklaring “op te staan” tegen Jodenhaat. De partijen zeggen “met afschuw” te zien dat Jodenhaat terugkeert op plekken “waar iedereen veilig en vrij moet kunnen samenkomen”.
NOS
KAMER: ”STA OP TEGEN JODENHAAT”
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 1