NINSEE STELT ”EXCUSES EN REFLECTIE” ALS VOORWAARDE
VOOR BEZOEK BOSMA AAN KETI KOTI
17 JUNI 2024
Het Nederlands Instituut voor Slavernijverleden (Ninsee) wil dat Martin Bosma eerst excuses aanbiedt en reflecteert op eerder gemaakte uitspraken, voordat hij als Tweede Kamervoorzitter een krans komt leggen tijdens de Keti Koti-herdenking. Het Ninsee is organisator van de herdenking.
Het Ninsee reageert daarmee op een open brief van verschillende personen en organisaties uit de Surinaamse en Caribische gemeenschap. Daarin wordt het Ninsee, samen met de Tweede Kamer en de Amsterdamse Gemeenteraad, opgeroepen om te voorkomen dat Kamervoorzitter Bosma bij de herdenking aanwezig is. De voorzitter van de Tweede Kamer legt normaal gesproken elk jaar een krans bij de herdenking.
Sinds afgelopen december is die voorzitter dus Bosma. Linda Nooitmeer, de voorzitter van het Ninsee, wijst Bosma op zijn belofte om ‘een Kamervoorzitter voor iedereen te zijn’: “Vanaf het moment dat bekend is dat Bosma aanwezig is bij de herdenking, is er veel onrust ontstaan. Daar moet hij iets mee, maar het blijft nu stil van zijn kant.”
“Omdat er niets gebeurd is hebben wij een brief geschreven waarin hij gevraagd wordt om te reflecteren op de periode waarin hij die uitspraken gedaan heeft”, aldus Nooitmeer. “Excuses aanbieden, begrip tonen en laten zien dat hij begrijpt waar de pijn zit. Als hij daar niet toe in staat is, zien we graag een vervanger.”
“Ik kom gewoon”
Martin Bosma zegt ‘gewoon te komen’. Hij laat, nadat Kamerlid Dogukan Ergin (DENK) het bericht van Ninsee het nieuws over de voorwaarden tijdens een lopend debat aan hem voorlas, weten dat hij uitgenodigd is en dat het bezoek ‘gewoon nog in zijn agenda staat’. “Ik heb nog nooit meegemaakt dat een voorzitter die uitgenodigd is moet reflecteren. Of excuses maken, dat ook nog.”
EINDE
VOLKSKRANT
ORGANISATOR HERDENKING SLAVERNIJVERLEDEN: KAMER-
VOORZITTER BOSMA ALLEEN WELKOM ALS HIJ ”REFLECTEERT” OP
UITSPRAKEN., BOSMA WEIGERT
17 JUNI 2024
Kamervoorzitter Martin Bosma moet ‘reflecteren’ op zijn eerdere uitspraken over het slavernijverleden van Nederland, anders is hij niet welkom bij de jaarlijkse Nationale Herdenking op 1 juli. Dat stelt organisator Ninsee. Bosma peinst er niet over.
Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (Ninsee) wil dat Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma nadenkt over zijn uitspraken over het slavernijverleden die hij als PVV-Kamerlid deed. Voorzitter Linda Nooitmeer vraagt Bosma ‘te reflecteren’ en ‘een gebaar’ te maken. Als hij dat weigert te doen, moet hij een vervanger sturen naar de kranslegging tijdens de nationale herdenking van het slavernijverleden op 1 juli.
Tegen de Amsterdamse stadszender AT5 had Nooitmeer het ook over ‘excuses’ die Bosma zou moeten maken, maar tegenover persbureau ANP wilde ze dit niet zo zeggen.
In een Kamerdebat zei Bosma maandag desgevraagd dat hij nog steeds van plan is naar de kranslegging te gaan. ‘Ik ben uitgenodigd, dus ik ga ernaar toe’, aldus Bosma. ‘Dat is nog steeds mijn uitgangspunt. Ik heb nog nooit meegemaakt dat een Kamervoorzitter die is uitgenodigd eerst moet reflecteren.’ Bosma benadrukte dat hij tijdens de bijeenkomst niet zal spreken.
Hoe het nu verder gaat met de uitnodiging aan de Kamervoorzitter is onbekend; Ninsee was na de uitspraken nog niet bereikbaar voor een reactie.
‘Stuur iemand die het meent’
Verscheidene organisaties en personen hebben de Tweede Kamer, de gemeente Amsterdam en het Ninsee in een brief opgeroepen om niet Kamervoorzitter Martin Bosma maar een vervanger te sturen naar de herdenking. Volgens de organisaties ‘onteert’ Bosma de plechtigheid, gezien zijn uitspraken uit het verleden.
‘Stuur een vervanger. Stuur iemand die het meent’, aldus de briefschrijvers, die zich de Coalitie voor een Waardige 1 juli Herdenking noemen. De brief is ondertekend door onder anderen oud-politica Sylvana Simons, directeur Jolanda Spoel van het Bijlmer Parktheater, presentatrice Milouska Meulens, creatief directeur van Omroep Zwart Akwasi Ansah, mede-oprichter van The Black Archives Mitchell Esajas en Jerry Afriyie van Kick Out Zwarte Piet. Ook organisaties als de Vereniging Ons Suriname en de Stichting Anton de Kom steunen volgens de briefschrijvers de oproep.
Psychiater Glenn Helberg, ook ondertekenaar van de brief, laat weten dat er niet om een specifieke vervanger van Bosma wordt gevraagd. ‘Wij gaan niet over de Tweede Kamer. Wel over dat wij onze herdenking niet racistisch willen laten zijn. Stuur iemand van wie je weet dat die deze zaak een goed hart toedraagt, een hart van gelijkwaardigheid, een hart dat wil leren van de geschiedenis.’
Excuses namens de Nederlandse staat
In december 2022 bood premier Mark Rutte namens de Nederlandse staat excuses aan voor het slavernijverleden. PVV-leider Wilders noemde die gang van zaken ‘te gênant voor woorden’. De partij vindt dat de excuses moeten worden ingetrokken. Tijdens de herdenking van 160 jaar afschaffing van de slavernij vorig jaar op 1 juli bood ook de koning excuses aan. De aanwezigheid van Bosma bij het einde van dit herdenkingsjaar noemen de ondertekenaars van de brief maandag ‘des te pijnlijker’.
[19]
Nooitmeer schreef Bosma een brief waarin ze hem vroeg zich terug te trekken. Bosma is dat niet van plan. “Ik ben gewoon uitgenodigd en dus ga ik. Dat is mijn uitgangspunt”, zei hij vandaag in de Tweede Kamer. “Ik heb nooit meegemaakt dat een Kamervoorzitter die is uitgenodigd eerst moet reflecteren en excuses moet maken. Volgens mij staat de uitnodiging nog. En het staat nog steeds in mijn agenda.”
NOS
VERZET TEGEN DEELNAME KAMERVOORZITTER BOSMA AAN
SLAVERNIJHERDENKING
Meer dan 150 Nederlanders van kleur en 35 organisaties willen niet dat Tweede Kamervoorzitter Bosma (PVV) op 1 juli een krans legt bij de jaarlijkse Nationale Herdenking Slavernijverleden in Amsterdam. Het is traditie dat de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer dat doen. Ook voorzitter Linda Nooitmeer van het instituut dat de herdenking organiseert heeft liever dat Bosma wegblijft, maar Bosma is dit niet van plan.
In een brief aan onder meer de Tweede Kamer stellen rapper en acteur Akwasi, presentator Andrew Makkinga, voormalig Tweede Kamerlid Sylvana Simons en anderen dat Bosma al twintig jaar een “expliciete racistische ideologie” verspreidt “met witte suprematie als uitgangspunt”. Ze zeggen dat hij racistische omvolkingstheorieën heeft verkondigd en zich herhaaldelijk negatief heeft uitgelaten over het herdenken van het slavernijverleden. Ook keerden Bosma en zijn partij zich vorig jaar tegen de excuses van het kabinet voor het slavernijverleden.
“De aanwezigheid van Martin Bosma op 1 juli is een klap in het gezicht van allen voor wie deze dag een intense betekenis heeft”, schrijven de ondertekenaars. “Een kranslegging door deze Kamervoorzitter onteert de intrinsieke betekenis van dit moment voor veel Nederlanders. Het ontneemt iedere waarachtigheid aan het eerbewijs dat die daad symboliseert.” Ze vragen de Kamer daarom met klem om dit jaar een plaatsvervanger te sturen.
Uitnodiging
De organisatie van de jaarlijkse herdenking is in handen van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). Die heeft de in december aangetreden Bosma uitgenodigd, maar heeft daar inmiddels spijt van. Bosma is uitgenodigd omdat hij Kamervoorzitter is. NiNsee-voorziter Nooitmeer begrijpt dat er onrust is ontstaan over de uitspraken die Bosma deed toen hij nog geen Kamervoorzitter was.
Nooitmeer schreef Bosma een brief waarin ze hem vroeg zich terug te trekken. Bosma is dat niet van plan. “Ik ben gewoon uitgenodigd en dus ga ik. Dat is mijn uitgangspunt”, zei hij vandaag in de Tweede Kamer. “Ik heb nooit meegemaakt dat een Kamervoorzitter die is uitgenodigd eerst moet reflecteren en excuses moet maken. Volgens mij staat de uitnodiging nog. En het staat nog steeds in mijn agenda.”
Nooitmeer zei in Nieuws en Co dat ze deze reactie betreurt en hoopt dat hij alsnog een vervanger stuurt. “Wij gaan ervoor zorgen dat de rust die we nodig hebben op 1 juli er gewoon is. Uiteindelijkgaat het niet over de Kamervoorzitter, het gaat over de voorouders en het respect dat zij verdienen op 1 juli.”
Halsema
Burgemeester Halsema zei vorige maand in de Amsterdamse gemeenteraad dat de uitnodiging moet blijven staan. Ze reageerde op een motie van Denk waarin stond dat Bosma ongewenst verklaard moet worden, zo schreef Het Parool.
Halsema zei de emotie te begrijpen, maar was het daar niet mee eens. “Ik vind het van groot belang dat het hoogste orgaan van het land, de Tweede Kamer, vertegenwoordigd is. Dat moet je niet politiek maken. Deze keer is het deze voorzitter, de volgende keer een andere voorzitter.”
EINDE
[20]
NINSEE
REACTIE OP COMMOTIE ROND AANWEZIGHEID KAMERVOORZITTER OP
NATIONALE HERDENKING NEDERLANDS SLAVERNIJVERLEDEN
12 JUNI 2024
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 16
Reacties uitgeschakeld voor Noten 18 t/m 20/SHAME!
REACTIE OP COMMOTIE ROND AANWEZIGHEID KAMERVOORZITTER OP
NATIONALE HERDENKING NEDERLANDS SLAVERNIJVERLEDEN
12 JUNI 2024
Amsterdam, 12 juni 2024
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft een uitnodiging gestuurd aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer om op 1 juli de herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname bij te wonen.
Deze uitnodiging, die een voortzetting is van een 21-jarige traditie, is aanvaard. De uitnodiging aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer als hoogste besluitvorming organen benadrukt de institutionele rol van de Kamervoorzitters bij deze belangrijke ceremonie.
Tijdens de Nationale Herdenking op 1 juli zullen de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer samen, namens de Staten-Generaal, een krans leggen als eerbetoon aan de slachtoffers van de Nederlands transAtlantische slavernij.
Voor de Tweede Kamer zal de heer Martin Bosma, die op 14 december 2023 gekozen is als voorzitter, de krans leggen. Voor de Eerste Kamer is dat de heer Jan Anthonie Bruijn.
Over de mogelijke aanwezigheid van de heer Bosma op 1 juli is er in de samenleving commotie ontstaan.
Deze commotie heeft te maken met uitspraken die de heer Bosma heeft gedaan over het slavernijverleden en de inspanningen van nazaten om de stilte rond dit verleden te doorbreken en het tot volwaardig onderdeel van de Nederlandse geschiedenis te maken.
Deze uitspraken hebben terecht afkeer opgewekt.
Ook de opvattingen van de heer Bosma over de excuses voor het aandeel van Nederland in de transAtlantische slavernij, aangeboden door premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander respectievelijk op 19 december 2022 en 1 juli 2023, worden als zeer omstreden beschouwd.
Linda Nooitmeer, voorzitter bestuur NiNsee: “Wij hebben als bestuur alle begrip voor de ontstane commotie, echter zoals gebruikelijk sinds de invoering van de Herdenking in 2002, worden zowel de vertegenwoordigers van de Eerste als de Tweede Kamer uitgenodigd om deel te nemen aan de herdenking van de slachtoffers van het Nederlands trans-Atlantische slavernijverleden
NiNsee hecht eraan om in lijn met haar al 21 jaar gerespecteerde protocol te handelen en democratisch gekozen bestuurders eenduidig te faciliteren bij de herdenking.
Dat geldt dus ook voor de heer Bosma.
Daarnaast is de herdenking op 1 juli is niet alleen een ceremonie, maar ook een moment van bezinning en bewustwording.
Voor de excuses van premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was de herdenking op 1 juli een pamflet: hét moment om Nederland – ondanks de stilte rond het slavernijverleden – bewust te maken van die geschiedenis en respect voor de voorouders op te eisen
Sinds 19 december 2022 is het respect voor de voorouders op 1 juli een vanzelfsprekendheid.
In die zin is de aanwezigheid van juist de heer Bosma bij de herdenking op 1 juli dé gelegenheid om onderdeel te zijn van dat bezinnings- en bewustwordingsmoment
De recente geschiedenis heeft inmiddels aangetoond waar een nieuw verkregen bewustzijn toe kan leiden.”
“Daarnaast zijn wij als instelling van mening dat de herdenking van het slavernijverleden een moment van nationale eenheid en respect dient te zijn.
Het is een gelegenheid om gezamenlijk stil te staan bij de gruwelen van het verleden en onze gezamenlijke inspanningen voor een rechtvaardige en inclusieve toekomst te versterken.
Wij nodigen alle betrokkenen uit om dit belang voorop te stellen en de plechtigheden te respecteren als een teken van onze gezamenlijke inzet voor een goed moment van reflectie”, aldus Linda Nooitmeer.
EINDE STATEMENT NINSEE
[17]
”Linda Nooitmeer, voorzitter bestuur NiNsee: “Wij hebben als bestuur alle begrip voor de ontstane commotie, echter zoals gebruikelijk sinds de invoering van de Herdenking in 2002, worden zowel de vertegenwoordigers van de Eerste als de Tweede Kamer uitgenodigd om deel te nemen aan de herdenking van de slachtoffers van het Nederlands trans-Atlantische slavernijverleden”
NINSEE
REACTIE OP COMMOTIE ROND AANWEZIGHEID KAMERVOORZITTER OP
” Bosma verspreidde onder andere racistische omvolkingstheorieën, sprak in het kader van het herdenkingsjaar over ‘slavernijgedram’, ‘anti-blank racisme’, en over ‘propaganda en indoctrinatie’ ten aanzien van het slavernijverleden”
PETITIE
DE GOEDE ZAAK
”MARTIN BOSMA (PVV} NIET WELKOM TIJDENS HERDENKING
SLAVERNIJVERLEDEN OP 1 JULI
Van: Coalitie voor een Waardige 1 juli Herdenking
Geachte leden van de Tweede Kamer,
Geachte Leden van de Gemeenteraad van Amsterdam,
Geachte Bestuursleden van het NiNsee,
Geschokt en verontwaardigd hebben wij kennisgenomen van het voornemen om de huidige voorzitter van de Tweede Kamer een krans te laten leggen op 1 juli 2024. De functie en de persoon kunnen hier niet los van elkaar worden gezien. Martin Bosma is bekend om zijn racistische ideologie en zijn beledigende uitlatingen jegens Afro-Caribische Nederlanders. Wij veroordelen deze schending van 1 juli 2024: de afsluiting van het herdenkingsjaar van de afschaffing van de slavernij. Met klem vragen wij uw Kamer om zich hier te laten vertegenwoordigen door uw vice-voorzitter.
1 juli is voor Afro-Caribische en Inheems-Caribische Nederlanders een betekenisvolle, bijkans heilige, dag. Wij staan stil bij de geschiedenis van wie wij zijn. Van het onrecht dat onze voorouders is aangedaan, tot het onrecht dat in deze samenleving van vandaag nog steeds bestaat in de vorm van discriminatie en uitsluiting.
Het is belangrijk dat hoogwaardigheidsbekleders eer bewijzen aan dit plechtige moment. Als erkenning van het aandeel dat de Nederlandse Staat in dit onrecht heeft gehad en de welstand die het dit land heeft opgeleverd. Als impuls om te werken aan een samenleving die vrij zal zijn van discriminatie. De verschillende voorzitters van de Tweede Kamer hebben altijd het respect voor de betekenis van deze dag in woord en in persoon uitgedragen. Dit heeft bijgedragen aan erkenning, en aan verbinding in een gedeeld verleden en een gedeelde toekomst. Het heeft bijgedragen aan het land dat wij met elkaar willen zijn.
In onze samenleving winnen daarentegen onverdraagzame geluiden steeds meer terrein. De op witte superioriteit gebaseerde en tot verdeeldheid aanzettende uitspraken hebben geleid tot een aanzienlijke winst voor radicaal-rechts. Deze wending in het politieke klimaat is zorgelijk. Terwijl – juist in dit herdenkingsjaar – er meer inzicht begint te ontstaan in de systemische doorwerking van de slavernij in discriminatie en uitsluiting, wordt xenofobie genormaliseerd in het landsbestuur en in het dagelijkse discours.
Martin Bosma draagt al twintig jaar een expliciete racistische ideologie uit met witte suprematie als uitgangspunt. Hij laat zich denigrerend en racistisch uit over Afro-Caribische Nederlanders. Hij ontkent de doorwerking van het slavernijverleden in de hedendaagse maatschappij, in de vorm van discriminatie en uitsluiting.
Bosma verspreidde onder andere racistische omvolkingstheorieën, sprak in het kader van het herdenkingsjaar over ‘slavernijgedram’, ‘anti-blank racisme’, en over ‘propaganda en indoctrinatie’ ten aanzien van het slavernijverleden. Hij pleitte tegen de rehabilitatie van de verzetsheld Tula en noemde Tula een ‘racistische moordenaar’. Ook pleit Bosma’s PVV ervoor om de excuses voor het slavernijverleden in te trekken die namens de Nederlandse Staat op 19 december 2022 door premier Rutte zijn uitgesproken. Ten slotte is onlangs duidelijk geworden dat Bosma nauw betrokken is bij een nieuwe apartheidsbeweging in Zuid-Afrika. Dat is in strijd met de trots van dit land op zijn steun aan de vrijheidsstrijder Nelson Mandela.
Deze zaak is daarbij een kwestie van respect. Respect voor de Afro-Caribische en Inheems-Caribische gemeenschap in Nederland, in het Koninkrijk en in Suriname, en voor de 1 juli-herdenking van 250 jaar trans-Atlantische slavernij. Respect voor de democratische waarden van onze rechtsstaat. Respect voor artikel 1 van de Grondwet, en voor de gelijkheid en veiligheid van alle burgers van dit land.
Wij roepen met klem de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Gemeenteraad van Amsterdam en het NiNsee op om te voorkomen dat de herdenking op 1 juli 2024 wordt onteerd. Sta niet toe dat het proces van heling van de geschiedenis, dat met dit herdenkingsjaar wordt gesymboliseerd, wordt geschonden. Stuur een vervanger. Stuur iemand die het meent.
Waarom is het belangrijk?
Beste bondgenoot,
We hebben je nodig. Als we niet in actie komen zal de racistische Martin Bosma, in zijn rol als kamervoorzitter, een krans leggen tijdens de jaarlijkse slavernijherdenking op 1 juli. In onze brief lees je onze redenen waarom Bosma’s aanwezigheid een schande zou zijn voor de slachtoffers, nazaten van tot slaafgemaakten en voor de Nederlandse maatschappij als geheel. Laten we met zoveel mogelijk mensen duidelijk maken dat dit echt niet kan. Teken de petitie en deel die met je familie, vrienden en volgers met het verzoek de petitie ook te tekenen.
”Op 20 mei 2014 maakte NRC Handelsblad melding van een ongepubliceerd, in het najaar van 2013 door uitgeverij Prometheus/Bert Bakker afgewezen manuscript van Bosma over het ANC en de apartheid dat binnen de PVV-fractie circuleert, met als titel “Handlangers van de ANC-apartheid. Hoe Paul Witteman, Maartje van Weegen, Freek de Jonge, Wim Kok en Adriaan van Dis racisten, communisten, plunderaars en kampbeulen helpen”. Hierin spreekt hij onder meer de vrees uit dat Nederland uitgroeit tot een nieuw Zuid-Afrika, een land waarin de blanke Afrikaners zouden “fungeren als proefkonijn in het multicultureel laboratorium”. Hij bekritiseert hoe onder anderen Nederlandse politici – zoals Joop den Uyl, Ed van Thijn, Wim Kok en Pia Dijkstra – volgens hem eraan zouden hebben bijgedragen dat het land onder het ANC zou zijn uitgegroeid tot een totale ramp”
NEDERLAND REHABILITEERT CURACAOSE VERZETSHELD TULA
5 OCTOBER 2023
Nieuwsbericht | 05-10-2023 | 01:00
“De Nederlandse regering onderkent volmondig de rechtvaardigheid van Tula’s strijd, en die van anderen die zich tegen slavernij verzetten, en kijkt met spijt en schaamte naar de manier waarop zij door historische, bestuurlijke voorgangers zijn behandeld. 228 jaar na de dag van zijn dood krijgt Tula eerherstel van de Nederlandse regering.” Met deze woorden, uitgesproken door staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitalisering en Koninkrijksrelaties), is de Curaçaose verzetsheld Tula formeel postuum door de Nederlandse regering gerehabiliteerd.
Ter gelegenheid van de rehabilitatie las de Gouverneur een brief voor van de Koning gericht aan de bevolking van Curaçao. Verder kondigde staatssecretaris Van Huffelen de instelling van een Tula studiebeurs en een leerstoel slavernijverleden aan.
Eerherstel en bewustwording
De rehabilitatie vond plaats in navolging van de excuses van minister-president Mark Rutte namens de regering op 19 december 2022. Als onderdeel hiervan stelt het kabinet € 200 miljoen beschikbaar voor maatregelen op het terrein van bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van het slavernijverleden. De bestemming hiervan vindt plaats in gezamenlijkheid met onder andere nazaten en betrokkenen.
Een van de toezeggingen na de excuses, was de officiële rehabilitatie van de op 3 oktober 1795 op gruwelijke wijze gemartelde en vermoorde Curaçaose verzetsheld Tula. Rehabilitatie van Tula door Nederland is een langgekoesterde wens op Curaçao en was een expliciete aanbeveling uit het rapport ‘Ketenen van het verleden’. Met de rehabilitatie heeft de verzetsstrijder nu ook van Nederland de eer toegekend gekregen die hem toekomt.
Nederland: gedenkwaardig moment
Om ook in Europees Nederland erkenning en bewustwording over dit deel van de geschiedenis te creëren, is op 3 oktober in het Haagse Korzo theater een gedenkwaardige avond georganiseerd in aanwezigheid van de minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Bij die gelegenheid werd een plaquette overhandigd aan de gevolmachtigde minister van Curaçao met de formele tekst van de rehabilitatie. Het is de bedoeling dat die plaquette door Nederland langs verschillende gemeenten rondreist, waar het aanleiding zal vormen voor participatie en dialoog over het slavernijverleden.
Tula studiebeurs en leerstoel
Om te stimuleren dat de geschiedenis meer vanuit Curaçaos perspectief wordt onderzocht, biedt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Curaçao de komende vier jaar een Tula studiebeurs aan. Via deze beurs krijgt een student per jaar de kans om in Nederland een volledige voltijd bacheloropleiding docent geschiedenis op een hogeschool naar keuze te volgen, waarbij de student een tegemoetkoming in de studiekosten krijgt. Ook krijgen Aruba, Curaçao en Sint Maarten voor de komende twee jaar een leerstoel slavernijverleden aangeboden. Deze wordt verdeeld over de onderwijsinstellingen in de Landen.
Tula symbool tegen slavernij
Tula was de leider van de grootste slavenopstand op Curaçao. Op 17 augustus 1795 legden de tot slaaf gemaakten van plantage Knip onder leiding van Tula het werk neer. Samen met zijn medestrijders Bazjan Karpata, Pedro Wacao en Louis Mercier kreeg Tula bijna 2000 mensen op de been, nadat tot slaaf gemaakten van verschillende plantages zich bij hen aansloten. Tula kende de uitgangspunten van de Franse revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap en streefde op basis van deze principes naar vrijheid voor iedereen. Tula wist dat Frankrijk de slavernij had afgeschaft en beredeneerde dat Nederland, dat op dat moment bezet was door de Fransen, ook de slavernij moest afschaffen. Naast Tula werden ook andere opstandelingen na gevangen te zijn genomen, geëxecuteerd. Tula werd als afschrikwekkend voorbeeld voor anderen als eerste gemarteld en terechtgesteld en daarna letterlijk tentoongesteld. Na zijn dood werd Tula eeuwenlang omschreven als een misdadiger en kwam hij lange tijd niet voor in het geschiedenisonderwijs op school.
Strijd voor rehabilitatie
In 2010 werden Tula en andere leiders van de slavenopstand door de Curaçaose regering officieel gerehabiliteerd als ‘mannen en vrouwen van eer en goede naam’. Op initiatief van de Fundashon Rehabilitashon Tula (Papiaments voor Stichting Rehabilitatie van Tula) is Tula in dat jaar door de Curaçaose regering officieel uitgeroepen tot nationale held van Curaçao.
Ook in Nederland is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor deze verzetsheld in de vorm van films, muziektheater en straatnamen.
We zijn hier vandaag om stil te staan bij het leven en de woorden van een zeer bijzondere man. Een man die de moed had om op te komen voor zijn vrijheid – én die van vele anderen hier op Curaçao.
Net als velen van u heb ik me afgevraagd of Tula ons gisteren, de dag van zijn dood, iets had willen vertellen. Het ongekende noodweer van gisteravond, heeft een ruw einde gemaakt aan wat begon als een waardige ceremonie.
Maar dat de veerkracht van Tula diepgeworteld is in de Curaçaose samenleving, blijkt elke keer weer. Ik wil dan ook mijn grote bewondering en waardering uitspreken, voor de manier waarop u zich heeft herpakt. Zodat we vandaag, alsnog, samen kunnen gedenken wat hij voor ons heeft betekend.
Ik begin graag met enkele zinnen uit een gedicht over Tula, van de hand van Frida Winklaar Domacassé , waarvan ik geloof dat ze raken aan de essentie van deze dag.
Maan, zeg me hoe standvastig hij stond Zodat ik me zijn voorbeeld kan herinneren Zodat ik kan staan zonder om te vallen Zonder te vallen in een perspectief zonder toekomst
Van Tula’s leven van vóór de 17e augustus 1795 weten we weinig. Waar werd hij geboren, wie waren zijn naasten? Wat zou hij hebben beleefd, gedacht, gevoeld? Hoe motiveerde hij zijn medestrijders, en hoe dacht hij over de toekomst van Curaçao? Uitgebreid onderzoek in het Nationaal Archief heeft deze vragen maar beperkt kunnen beantwoorden. Het onderstreept dat de Nederlandse Staat, doelbewust en efficiënt, getracht heeft de geschiedenis van uw voorouders te wissen.
Ik zeg dat met schaamte en spijt.
En ook van Tula’s woorden is weinig bewaard gebleven. Maar wat we kennen, is ongekend krachtig. U zult zijn woorden kennen, maar ik herhaal ze hier graag, omdat het prachtige woorden zijn. Tegen de pater Jacobus Schinck, sprak hij:
“Wij zoeken niemand kwaad te doen, maar zoeken onze vrijheid. Is niet iedereen op aarde een afstammeling van Adam en Eva? Deed ik er fout aan om tweeëntwintig broeders uit de gevangenis te bevrijden, waar ze ten onrechte in zaten? Vader, zelfs een dier wordt beter behandeld dan wij, als het gewond raakt, wordt het verzorgd.”
Het zijn aangrijpende woorden, maar ook prachtige, poëtische woorden.
Woorden die vrijheid en gelijkheid een universeel karakter verlenen en doen denken aan de werken van de grote zwarte schrijvers en dichters van de jaren ’60 en ‘70. Stemmen die pijn en strijd vertaalden naar schoonheid en inspiratie.
De revolutionaire stemmen van Gil-Scott Heron, Amiri Baraka, James Baldwin. Die laatste schreef: “Not everything that is faced can be changed, but nothing can be changed until it is faced.”
Niet alles wat onder ogen wordt gezien, kan veranderd worden, maar niets kan veranderd worden, totdat het onder ogen wordt gezien. Tula zag onrecht en vocht voor verandering. En ik sta hier om, namens de Nederlandse regering, de geschiedenis onder ogen te zien.
Vrijheid, gelijkheid en broederschap.
De idealen van de Franse revolutie, die via Frankrijk ook de tot slaaf gemaakte mensen op Haïti bereikten – daarvan vond Tula dat die ook moesten gelden voor hem en de zijnen. Het uitroepen van de Bataafse republiek betekende dat de Franse wetgeving ook voor Curaçao zou gelden, zo redeneerde hij. Hier begon de strijd van tot slaaf gemaakten, hun nazaten en hun medestanders om de definitie van ‘mens’ uit te breiden tot de hele mensheid.
Tula vocht voor zichzelf en voor de zijnen, maar ook voor iets dat tijdloos is, en universeel. Tula probeerde het eerst met woorden, maar die woorden werden beantwoord met geweerschoten.
De Nederlandse staat gaf geen gehoor aan het verlangen naar een menswaardig bestaan en koos ervoor te reageren met bruut geweld. Het was niet alleen een plantage-eigenaar, of zelfs het eilandsbestuur, waar Tula het tegen op nam. Tula nam het op tegen een Staat, een koloniale macht. Een monsterlijke structuur van legers en handelsvloten. Een misdadig systeem, waarin de ene mens de ander tot handelswaar maakte.
Opgericht om rijkdom te vergaren en bereid om alle beschikbare middelen aan te wenden om die rijkdom te verdedigen. Rijkdom die nog steeds te zien is in de Nederlandse musea en binnensteden. Tula wist waar hij het tegen opnam. En hij wist ook dat als hij van dat systeem zou verliezen, hem een gruwelijk lot te wachten stond.
En toch.
Toch vocht Tula.
I tòg. Tòg Tula a lucha.
Met zijn woorden en daden verenigde hij 2000 medestanders. Allemaal mensen die hij inspireerde om voor de vrijheid hun leven in de waagschaal te leggen. Mensen ook die hun moed vaak met de dood moesten bekopen. Met eerbied noem ik vandaag dan ook hun namen.
De moedige Bazjan Carpata, Pedro Wacao, en Louis Mercier.
En naast hen waren er vele anderen, van wie ik de namen niet kán noemen, omdat zij niet bewaard zijn gebleven. Door toedoen van de Nederlandse Staat.
Hun daden zijn niet minder groots, hun levens niet minder belangrijk.
Nan merito no ta menos grandi, nan bida no ta menos importante.
Tula en de zijnen vochten als leeuwen, bevrijdden het halve eiland, in een rechtvaardige strijd met geoorloofde middelen. En met een overweldigende tegenstand.
Te lang, honderden jaren lang, was de Nederlandse omgang met deze geschiedenis er één van wegkijken, goedpraten, maskeren – en, zoals eerder benoemd: uitwissen. En daarom is het minste wat ik kan doen, hier, op deze plek, open en eerlijk zijn over de feiten. Open, eerlijk en ook: volledig.
Want minder dan dat zou een voortzetting zijn van het wegkijken dat de Nederlandse omgang met deze geschiedenis zo lang gekenmerkt heeft.
Ik wil de gruwelijkheden die gepleegd zijn tegen Tula en de zijnen, hier, vandaag, op de plek waar wij nu staan, expliciet benoemen. Tula werd als eerste terechtgesteld. Met een ijzeren staaf werden alle botten in zijn lichaam gebroken. Zijn gezicht werd verbrand en uiteindelijk werd hij onthoofd. Bazjan Carpata moest bij dit alles toekijken en onderging vervolgens hetzelfde lot. Van Pedro Wacao werden de handen afgehakt. Zijn hoofd werd ingeslagen met een hamer. De lichamen van de drie werden in zee gedumpt. De hoofden van Tula en Karpata op staken geplaatst. 29 anderen werden opgehangen.
Gisteren waren wij de geschokte getuigen, van de wreedheid van hun lot. Tula moest een afschrikwekkend voorbeeld worden, zo vond Nederland. Maar nu, 228 jaar later, is Tula een symbool van moed.
Van moed, van verzet, van de mogelijkheid om echte verandering te bewerkstelligen, hoe onoverkomelijk de tegenstand ook lijkt te zijn.
Tula is een held, een historische held.
De wens van Tula was terecht. Zijn strijd rechtvaardig. En de gebruikte middelen geoorloofd. En dat maakt de executie van Tula een misdaad.
E deseo di Tula tabata ku su rason. Su lucha hustu. I su metodo hustifiká.
Een gruwelijke, wrede misdaad, gepleegd door vertegenwoordigers van de Nederlandse staat. En dat geldt ook voor de beslissing om geen gehoor te geven aan Tula’s wens. De beslissing om de strijd aan te gaan, om geweld te gebruiken tegen mensen die niets anders wensen dan een menswaardig bestaan.
Op 19 december 2022 heeft minister-president Mark Rutte, namens de Nederlandse regering, excuses gemaakt voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden. Postuum aan alle tot slaaf gemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu.
Tegelijkertijd kondigde ik op die dag, hier op Curaçao, aan dat de Nederlandse regering Tula formeel eerherstel zou geven. En op 1 juli bood ook onze Koning zijn excuses aan voor het slavernijverleden en vroeg om vergiffenis. Hij sprak met eerbied over Tula.
Doshenti binti ocho aña después di fecha di su morto, gobièrnu di Hulanda ta rehabilitá Tula formalmente! Ku esaki, ta rekonosé plenamente, ku e lucha di Tula i di e otronan ku a oponé kontra sklabitut tabata unu hustu. Tambe, ta mira bèk ku duele i bèrgwensa, na e manera ku predesesor di gobernantenan den pasado a trata nan. Na nòmber di gobièrnu hulandes awe mi ta rehabilitá Tula i mí ta rekonos’é komo héroe di Kòrsou i di nos tur. I na nomber di gobierno Hulandes mi ta pidi despensa pa su kondena i morto kruel. I mi ta pidi pordón pa e hecho ku boso mester a warda asina tantu riba su rehabilisashon.
228 jaar na de dag van zijn dood krijgt Tula formeel eerherstel van de Nederlandse regering.
Zij onderkent hiermee volmondig de rechtvaardigheid van Tula’s strijd, en die van anderen die zich tegen slavernij verzetten, en kijkt met spijt en schaamte naar de manier waarop zij door historische, bestuurlijke voorgangers zijn behandeld.
Namens de regering, spreek ik, staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering, vandaag de rehabilitatie van Tula uit en erken hem als held van Curaçao en ons allen.
En ik bied vandaag, namens de Nederlandse regering, excuses aan voor de veroordeling van Tula en zijn gruwelijke dood.
En ik vraag u vandaag, namens de Nederlandse regering, om vergiffenis voor het feit dat u zo lang heeft moeten wachten op zijn rehabilitatie.
Tula’s strijd had zin. In het verleden, en in het heden. Na de opstand kregen de tot slaaf gemaakten het beter – iets beter. De reden daarvoor was cynisch: de machthebbers omarmden niet opeens de waarden die Tula uitdroeg. Nee, ze kregen het iets beter uit angst voor nieuwe opstanden. En de erfenis van het misdadige systeem waartegen Tula in opstand kwam, is nog altijd voelbaar, in patronen van uitsluiting en ongelijkheid.
Te lang leerden jongeren op Curaçao wel over het leven aan de andere kant van de oceaan, maar niet over de heldendaden van hun eigen voorouders. Dat willen we doorbreken.
We moeten en willen een einde maken aan het doorgeven van trauma aan volgende generaties. Daar hoort bij: het mogelijk maken van onderzoek, het blijven vertellen van verhalen. Schoolboeken van eigen bodem. Zuinig zijn op cultuur en traditie.
Op de Tambú bijvoorbeeld, die bijzondere combinatie van muziek en dans, communicatie en spiritualiteit, met wortels in West-Afrika, die de Nederlandse Staat niet wist uit te roeien.
Vandaag zetten we een nieuwe stap op het lange en moeilijke pad van emancipatie. En de harde waarheid is: deze rehabilitatie komt laat, te laat, en kwam ook niet vanzelf. Die is het resultaat van de tomeloze inzet van een grote groep Curaçaoënaars. Het resultaat van talloze brieven en petities, gedichten en boeken, zang en dans. Daarom spreek ik vandaag ook voor hen mijn waardering uit.
Ik wil graag compleet zijn, maar zal daar vermoedelijk niet in slagen:
Humphrey ‘Pim’ Senior, Andechie Albert, Angel Salsbach, Rene Rosalía, Sygmund Montesant, Moises Boeis Augusta, Ruben Severina, Charles do Rego, Gladys do Rego Kuster, Deonisio Martina, Frank Quirindongo, Stanley Quirindongo, Jeanne Henriquez, Max Elstak, Magaly La Croes, John Djaoen, Druusje Jansen, Lionel Janga, Gibi Basilio, Henri Vijber, Suzy Camelia Römer, Jaime de Sola, Dimitri Cloose, Rose Mary Allen, Richenel Ansano, Philipson Rafaela, Marlon Regales.
Zij en vele anderen hebben keihard gevochten voor eerherstel en voor emancipatie, soms tientallen jaren lang. Dankzij hen zal de stem van Tula de komende eeuwen resoneren.
En de Nederlandse regering wil die stem versterken. In de anderhalf jaar dat ik nu staatssecretaris ben, heb ik talloze mensen gesproken die het belang van Tula’s erfenis benadrukten, zoals Gibi Basilio, die al in de jaren ’80 de geschiedenis van Tula tot leven bracht met zijn straattoneel, en Lionel Janga en Rose-Mary Allen.
Maar ook jongeren op de Juan Pablo Duarte school, die me vertelden zich tweederangsburgers te voelen. Hartverscheurend. Deze gesprekken hebben diepe indruk op mij gemaakt. De erkenning groeit, de kennis neemt toe. Sinds enkele jaren zijn de slavenregisters voor iedereen digitaal toegankelijk. Kinderen schrijven verhalen en gedichten over Tula. Op een basisschool op Curaçao, maar ook in Amsterdam. En de jongste generatie nazaten zal straks naar een standbeeld kunnen wijzen, en vragen: “Mama, wie is die meneer?”
Ze wonen dan aan het Tulaplein, of gaan naar school in de Tulastraat. Tula en zijn strijd verdienen voor eeuwig een plaats in ons collectief bewustzijn. Het is het verhaal van Curaçao, én het verhaal van het Koninkrijk. Het is uw geschiedenis, en ook mijn geschiedenis, ook al vervulden onze voorouders andere rollen. Die geschiedenis heeft onze volle aandacht – van de regering, en van het Koningshuis. Daarom zou ik, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de komende 4 jaar een Tula-beurs willen aanbieden aan Curaçao.
Via deze beurs krijg één student per jaar de kans om in Nederland een volledige voltijd bacheloropleiding docent geschiedenis in Nederland te volgen, waarbij de student een tegemoetkoming in de studiekosten krijgt. Daarnaast willen wij de komende twee jaar een leerstoel slavernijverleden aanbieden aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Deze zal worden verdeeld over de onderwijsinstellingen in de landen.
Ik hoop dat de pijn en de moed van uw voorouders een blijvende bron van inspiratie en trots zijn.
228 jaar is een bijzonder lange tijd. Maar ik ben ervan overtuigd dat de stem van Tula nog veel langer zal worden gehoord. Zoals Martin Luther King het verwoordde:
“The arc of the moral universe is long, but it bends toward justice.”
De morele boog van het universum is lang, maar hij buigt naar rechtvaardigheid.
De geest van Tula leeft voort in iedereen die vecht voor gelijkheid en emancipatie binnen het Koninkrijk. Voor al diegenen die onrecht blootleggen, misstanden aankaarten en hun rechten opeisen. Het is nu aan ons, in het hier en nu, om samen die boog te volgen en recht te doen aan de erfenis van Tula.
Masha danki.
[12]
DE KAMER
Gehoord de Beraadslaging
Constaterende dat de Nederlandse schoolmeester Gerrit Sabel
tijdens de Curacaose slavenopstand door slaven onder leiding
van Tula op wrede wijze werd vernederd, gemarteld en vermoord
overwegebnde, dat Tula verantwoordelijk was voor deze moord
verzoekt de regering Tula geen onderdeel te laten zijn
van het herdenkingsjaar
En gaat over tot de orde van de dag
[13]
DE FASCISTEN VAN JA21/VIJANDEN VAN DE VRIJHEID
ASTRID ESSED
20 MAART 2023
WIKIPEDIA
GROEP VAN HAGA
NATIONAAL COMITE 4 EN 5 MEI INTERVIEWT THIERRY BAUDET
VOOR VRIJHEIDSBOEK EN NOEMT HEM ”INSPIREREND”/NORMALISERING FASCISME UIT ONVERWACHTE
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft een uitnodiging gestuurd aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer om op 1 juli de herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname bij te wonen. Deze uitnodiging, die een voortzetting is van een 21-jarige traditie, is aanvaard. De uitnodiging aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer als hoogste besluitvorming organen benadrukt de institutionele rol van de Kamervoorzitters bij deze belangrijke ceremonie.”
NINSEE
REACTIE OP COMMOTIE ROND AANWEZIGHEID KAMERVOORZITTER OP
NATIONALE HERDENKING NEDERLANDS SLAVERNIJVERLEDEN
12 JUNI 2024
Amsterdam, 12 juni 2024
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft een uitnodiging gestuurd aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer om op 1 juli de herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname bij te wonen.
Deze uitnodiging, die een voortzetting is van een 21-jarige traditie, is aanvaard. De uitnodiging aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer als hoogste besluitvorming organen benadrukt de institutionele rol van de Kamervoorzitters bij deze belangrijke ceremonie.
Tijdens de Nationale Herdenking op 1 juli zullen de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer samen, namens de Staten-Generaal, een krans leggen als eerbetoon aan de slachtoffers van de Nederlands transAtlantische slavernij.
Voor de Tweede Kamer zal de heer Martin Bosma, die op 14 december 2023 gekozen is als voorzitter, de krans leggen. Voor de Eerste Kamer is dat de heer Jan Anthonie Bruijn.
Over de mogelijke aanwezigheid van de heer Bosma op 1 juli is er in de samenleving commotie ontstaan.
Deze commotie heeft te maken met uitspraken die de heer Bosma heeft gedaan over het slavernijverleden en de inspanningen van nazaten om de stilte rond dit verleden te doorbreken en het tot volwaardig onderdeel van de Nederlandse geschiedenis te maken.
Deze uitspraken hebben terecht afkeer opgewekt.
Ook de opvattingen van de heer Bosma over de excuses voor het aandeel van Nederland in de transAtlantische slavernij, aangeboden door premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander respectievelijk op 19 december 2022 en 1 juli 2023, worden als zeer omstreden beschouwd.
Linda Nooitmeer, voorzitter bestuur NiNsee: “Wij hebben als bestuur alle begrip voor de ontstane commotie, echter zoals gebruikelijk sinds de invoering van de Herdenking in 2002, worden zowel de vertegenwoordigers van de Eerste als de Tweede Kamer uitgenodigd om deel te nemen aan de herdenking van de slachtoffers van het Nederlands trans-Atlantische slavernijverleden
NiNsee hecht eraan om in lijn met haar al 21 jaar gerespecteerde protocol te handelen en democratisch gekozen bestuurders eenduidig te faciliteren bij de herdenking.
Dat geldt dus ook voor de heer Bosma.
Daarnaast is de herdenking op 1 juli is niet alleen een ceremonie, maar ook een moment van bezinning en bewustwording.
Voor de excuses van premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was de herdenking op 1 juli een pamflet: hét moment om Nederland – ondanks de stilte rond het slavernijverleden – bewust te maken van die geschiedenis en respect voor de voorouders op te eisen
Sinds 19 december 2022 is het respect voor de voorouders op 1 juli een vanzelfsprekendheid.
In die zin is de aanwezigheid van juist de heer Bosma bij de herdenking op 1 juli dé gelegenheid om onderdeel te zijn van dat bezinnings- en bewustwordingsmoment
De recente geschiedenis heeft inmiddels aangetoond waar een nieuw verkregen bewustzijn toe kan leiden.”
“Daarnaast zijn wij als instelling van mening dat de herdenking van het slavernijverleden een moment van nationale eenheid en respect dient te zijn.
Het is een gelegenheid om gezamenlijk stil te staan bij de gruwelen van het verleden en onze gezamenlijke inspanningen voor een rechtvaardige en inclusieve toekomst te versterken.
Wij nodigen alle betrokkenen uit om dit belang voorop te stellen en de plechtigheden te respecteren als een teken van onze gezamenlijke inzet voor een goed moment van reflectie”, aldus Linda Nooitmeer.
EINDE STATEMENT NINSEE
ZIE OOK
[7]
HETZE WILDERS TEGEN SURINAAMSE ALLOCHTONEN/”DRIE BEESTEN
VAN SURINAAMSE AFKOMST/WILDERS RACISME EN POLITIESTAAT/”STRAFKAMPEN”
ASTRID ESSED
‘Vorige week werd in Almere taxichauffeur Henk Schuurman door drie beesten van Surinaamse afkomst doodgestoken.”……..””De Partij voor de Vrijheid heeft de ambitie om in Nederland minstens dezelfde duizelingwekkende criminaliteitsvermindering te realiseren. De misdaad in ons land kan zeer fors teruggedrongen worden met meer politieagenten op straat, met minimumstraffen en met strafkampen.’
COLUMN WILDERS [IN GEEN STIJL] CRIMINELE ALLOCHTONEN
Geschreven: 27 juli 2007
Vorige week werd in Almere taxichauffeur Henk Schuurman door drie beesten van Surinaamse afkomst doodgestoken. Dat het geen toeval is dat het om niet-Westers allochtone daders gaat, blijkt uit het recent verschenen onderzoeksrapport ‘Allochtone en autochtone verdachten van verschillende delicttypen nader bekeken’ van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
Het rapport beantwoordt onder andere de vraag in welke mate autochtonen en niet-Westers allochtonen zich schuldig maken aan misdaad, en vergelijkt daarbij beide groepen.
De uitkomsten zijn huiveringwekkend.
Uit het onderzoek blijkt dat van circa een derde van alle gepleegde delicten de vermeende dader een niet-Westers allochtoon is, terwijl deze groep ‘slechts’ ongeveer elf procent van onze bevolking omvat.
Marokkanen, Turken, Antillianen en Surinamers zijn fors oververtegenwoordigd binnen alle onderzochte misdaadgebieden. Zowel diefstal met geweld, vernieling en verstoring van de openbare orde als gewelds-, vermogens-, verkeers-, drugs- en wapendelicten worden relatief veel vaker door leden van deze vier grote allochtone groepen gepleegd dan door autochtone Nederlanders.
Deze gegevens zijn op zichzelf al schrikbarend, maar enkele specifieke cijfers betreffende Antillianen en Marokkanen zijn nog veel schokkender.
Vergeleken met autochtone Nederlanders is de kans dat volwassen Marokkanen van de tweede generatie van wie beide ouders in het buitenland geboren zijn, verdacht worden van vernieling en verstoring van de openbare orde acht keer zo groot. Voor bedreiging is dat elf keer, voor een vermogensdelict vijftien keer en voor diefstal met geweld maar liefst vierendertig keer.
De kans dat volwassen Antillianen van de eerste generatie verdacht worden van een zedendelict is zeven keer zo groot dan dat een autochtoon hiervan wordt verdacht, voor een wapendelict is dat veertien keer en voor diefstal met geweld is dat zelfs tweeëntwintig keer.Met Marokkaanse en Antilliaanse jongeren is het minstens zo erg gesteld De kans dat 12 tot 17 jarige Marokkanen en Antillianen van de tweede generatie van wie beide ouders niet in Nederland geboren zijn, verdacht worden van diefstal met geweld is vergeleken met autochtone leeftijdsgenoten zesentwintig respectievelijk drieëntwintig keer zo groot, en de kans dat eerste generatie Marokkaanse en Antilliaanse jongeren verdacht worden van dat misdrijf is zelfs eenendertig dan wel tweeëndertig keer zo groot.
Met deze horrorcijfers in de hand zou je denken dat het kabinet de misdaad onder met name Antillianen en Marokkanen nu eens eindelijk echt gaat aanpakken. Maar niets is minder waar. Zowat het eerste besluit van dit kabinet was het intrekken van het wetsontwerp ‘Terugzending criminele Antillianen’, waarmee Antilliaanse misdadigers naar hun boeveneilanden teruggestuurd zouden kunnen gaan worden.
Wel strooit dit socialistenkabinet met extra miljoenen voor met name softe preventieprojectjes én er zal aangaande de misdaad onder allochtonen zelfs een heuse werkconferentie met een paar wetenschappers belegd worden… Grotere lamlendigheid is nauwelijks voorstelbaar.Anders dan dit kabinet weet men in de Verenigde Staten wél hoe misdaad aangepakt moet worden. Tussen 1990 en 2000 daalde in New York het aantal autodiefstallen, inbraken, berovingen en moorden stuk voor stuk met maar liefst minstens zeventig procent. Tussen 2000 en 2005 daalde de criminaliteit nog eens met bijna een derde.
Deze spectaculaire daling van de misdaad werd niet met welzijnswerkers, maar met meer politie en met langere celstraffen tot stand gebracht.De Partij voor de Vrijheid heeft de ambitie om in Nederland minstens dezelfde duizelingwekkende criminaliteitsvermindering te realiseren. De misdaad in ons land kan zeer fors teruggedrongen worden met meer politieagenten op straat, met minimumstraffen en met strafkampen.
Verder moeten niet-Westers allochtone criminelen met een dubbel paspoort gedenaturaliseerd en uitgezet worden, en gezien de enorme oververtegenwoordiging van deze groep in de misdaadstatistieken zal Nederland dan in een mum van tijd voorgoed verlost zijn van enkele tienduizenden misdadigers.
Daarnaast moet het ingetrokken ‘Antillianenwetsvoorstel’ nieuw leven ingeblazen worden. Tot slot stel ik een nieuwe maatregel voor: laat niet-Westers allochtonen, ongeacht of zij wel of geen dubbele nationaliteit bezitten, hun straf uitzitten in het land van afkomst. De cellen in Rabat en Ankara zijn vast niet zo comfortabel als de hotelkamers van de Bijlmerbajes.
Nederland zou hiertoe verdragen moeten afsluiten, om te beginnen met Marokko, Turkije en Suriname.De Nederlandse burgers snakken naar veel minder misdaad en aan de andere kant van de oceaan is aangetoond dat het kan. Maar voordat de zon in ons land weer kan gaan schijnen moet dit kabinet verdwijnen, nog liever vandaag dan morgen.
EINDE COLUMN WILDERS
[8]
AT5
INSTITUUT SLAVERNIJVERLEDEN: ”PLEITEN VAN PVV VOOR INTREKKING EXCUSES ROEPT
ZORGEN OP”
24 NOVEMBER 2023
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) maakt zich zorgen nu de PVV de grootste partij in de Tweede Kamer is geworden. “Laten we niet weer 13 jaar terug in de tijd stappen”, schrijft de organisatie op Instagram.
In het verkiezingsprogramma van de PVV is te lezen dat de partij de door de koning aangeboden excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties worden ingetrokken. Daarnaast wil de partij af van cultuursubsidies. “Deze standpunten roepen zorgen op bij ons”, schrijft het NiNsee vandaag.
“Er zijn hoopvolle en goede stappen gezet in het emancipatie- en acceptatie proces van de verschillende gemeenschappen in Nederland”, zegt bestuursvoorziter Linda Nooitmeer. “Laten we daarom niet weer dertien jaar terug in de tijd stappen, maar juist schouder aan schouder invulling geven aan de toekomst van dit mooie land.”
Ondanks de zorgen hoopt het Ninsee alsnog dat er de komende jaren samengewerkt kan worden met het nieuwe kabinet. “Het instituut benadrukt in lijn met de eigen standpunten over het slavernijverleden juist het belang van een constructieve dialoog en een samenwerking met het te vormen nieuwe kabinet.
PROTEST TEGEN BEZOEK ”RACISTISCHE” KAMERVOORZITTER
BOSMA AAN KETI KOTI HERDENKING
17 JUNI 2024
Een groep van ongeveer 150 personen en 35 organisaties heeft de Tweede Kamer-voorzitter Martin Bosma opgeroepen om niet naar de aanstaande Keto Koti-herdenking te komen. Dat schrijven ze in een brief aan de Tweede Kamer, de Amsterdamse gemeenteraad en het Nederlands Instituut voor Slavernijverleden (NiNsee). De aanwezigheid van Bosma zou de herdenking ‘onteren’, stellen de ondertekenaars: “Vanwege zijn racistische uitlatingen over Afro- en Inheems-Caribische Nederlanders.”
De brief is onder meer ondertekend door verschillende Keti Koti-organisaties, maar ook door kledingmerk Patta, actiegroep Kick Out Zwarte Piet en het Bijlmerparktheater. Samen noemen ze zich de ‘Coalitie voor een Waardige 1 juli Herdenking’.
Met Keti Koti wordt jaarlijks op 1 juli in het Oosterpark de afschaffing van de slavernij herdacht. Jaarlijks zijn daar meerdere hoogwaardigheidsbekleders bij aanwezig. Bijvoorbeeld koning Willem-Alexander die vorig jaar excuses aanbood voor de rol van de Staat in het slavernijverleden van Nederland. Premier Mark Rutte maakte die excuses in december 2022 ook al.
‘Excuses terugdraaien’
Ook de voorzitter van de Tweede Kamer legt traditioneel een krans bij de herdenking. Sinds de afgelopen verkiezingen is dat PVV-politicus Martin Bosma. Er is veel kritiek op zijn komst, onder meer omdat Bosma als Kamerlid heeft geopperd om de excuses van de Nederlandse Staat terug te draaien. Ook noemde hij het Slavernijmuseum, dat rond 2030 in Amsterdam moet komen, ‘een leugenpaleis’ en diende hij in 2011 een motie in om het Tropenmuseum om te dopen tot het Koloniaal Museum.
“De functie en de persoon kunnen hier niet los van elkaar worden gezien”, stelt de coalitie. “Martin Bosma draagt al twintig jaar een expliciete racistische ideologie uit met witte suprematie als uitgangspunt. Hij laat zich denigrerend en racistisch uit over Afro-Caribische Nederlanders. Hij ontkent de doorwerking van het slavernijverleden in de hedendaagse maatschappij, in de vorm van discriminatie en uitsluiting.”
‘Belediging’
“De reputatie van racisme door deze Kamervoorzitter maakt dat zijn aanwezigheid door de Afro- en Inheems-Caribische gemeenschap als een intense belediging wordt ervaren”, is in de brief te lezen. “Stuur een vervanger, stuur iemand die het meent.”
KOM OOK IN VERZET TEGEN DE AANWEZIGHEID VAN DE FASCIST
EN KAMERVOORZITTER BOSMA BIJ DE NATIONALE SLAVERNIJHERDENKING
EN TEKEN DE PETITIE!
18 JUNI 2024
Vanuit de Surinaamse en Caribische gemeenschap in Nederland is een breed protest opgekomen tegen de dreigende kranslegging door de fascist en voorzitter van de Tweede Kamer Martin Bosma bij de nationale slavernijherdenking op 1 juli in het Amsterdamse Oosterpark. Een groep van 150 personen en 35 organisaties roept per brief met klem de Tweede Kamer, de Amsterdamse gemeenteraad en het NINSEE op om te voorkomen dat de slavernijverdenking wordt “onteerd” door de aanwezigheid van de PVV-ideoloog Bosma. Inmiddels is er ook een petitie gelanceerd uit protest tegen de uitgesproken racist die de Tweede Kamervoorzitter nu eenmaal is. Teken die petitie en laten we nu eindelijk eens wat massaler in opstand komen tegen de aanstaande extreem-rechtse regering. Hieronder de tekst van de brief vanuit de Surinaamse en Caribische gemeenschap. Inmiddels heeft NINSEE, dat de slavernijherdenking organiseert, Bosma verzocht om “te reflecteren” op zijn opvattingen. Dat weigert hij te doen, maar NINSEE lijkt de uitnodiging aan Bosma om een krans te komen leggen, formeel nog niet te hebben ingetrokken.
Geschokt en verontwaardigd hebben wij kennisgenomen van het voornemen om de huidige voorzitter van de Tweede Kamer een krans te laten leggen op 1 juli 2024. De functie en de persoon kunnen hier niet los van elkaar worden gezien. Martin Bosma is bekend om zijn racistische ideologie en zijn beledigende uitlatingen jegens Afro-Caribische Nederlanders. Wij veroordelen deze schending van 1 juli 2024: de afsluiting van het herdenkingsjaar van de afschaffing van de slavernij. Met klem vragen wij uw Kamer om zich hier te laten vertegenwoordigen door uw vice-voorzitter.
1 juli is voor Afro-Caribische en Inheems-Caribische Nederlanders een betekenisvolle, bijkans heilige, dag. Wij staan stil bij de geschiedenis van wie wij zijn. Van het onrecht dat onze voorouders is aangedaan, tot het onrecht dat in deze samenleving van vandaag nog steeds bestaat in de vorm van discriminatie en uitsluiting.
Het is belangrijk dat hoogwaardigheidsbekleders eer bewijzen aan dit plechtige moment. Als erkenning van het aandeel dat de Nederlandse Staat in dit onrecht heeft gehad en de welstand die het dit land heeft opgeleverd. Als impuls om te werken aan een samenleving die vrij zal zijn van discriminatie. De verschillende voorzitters van de Tweede Kamer hebben altijd het respect voor de betekenis van deze dag in woord en in persoon uitgedragen. Dit heeft bijgedragen aan erkenning, en aan verbinding in een gedeeld verleden en een gedeelde toekomst. Het heeft bijgedragen aan het land dat wij met elkaar willen zijn.
In onze samenleving winnen daarentegen onverdraagzame geluiden steeds meer terrein. De op witte superioriteit gebaseerde en tot verdeeldheid aanzettende uitspraken hebben geleid tot een aanzienlijke winst voor radicaal-rechts. Deze wending in het politieke klimaat is zorgelijk. Terwijl – juist in dit herdenkingsjaar – er meer inzicht begint te ontstaan in de systemische doorwerking van de slavernij in discriminatie en uitsluiting, wordt xenofobie genormaliseerd in het landsbestuur en in het dagelijkse discours.
Martin Bosma draagt al twintig jaar een expliciete racistische ideologie uit met witte suprematie als uitgangspunt. Hij laat zich denigrerend en racistisch uit over Afro-Caribische Nederlanders. Hij ontkent de doorwerking van het slavernijverleden in de hedendaagse maatschappij, in de vorm van discriminatie en uitsluiting.
Bosma verspreidde onder andere racistische omvolkingstheorieën, sprak in het kader van het herdenkingsjaar over “slavernijgedram”, “anti-blank racisme”, en over “propaganda en indoctrinatie” ten aanzien van het slavernijverleden. Hij pleitte tegen de rehabilitatie van de verzetsheld Tula en noemde Tula een “racistische moordenaar”. Ook pleit Bosma’s PVV ervoor om de excuses voor het slavernijverleden in te trekken die namens de Nederlandse Staat op 19 december 2022 door premier Rutte zijn uitgesproken. Ten slotte is onlangs duidelijk geworden dat Bosma nauw betrokken is bij een nieuwe apartheidsbeweging in Zuid-Afrika. Dat is in strijd met de trots van dit land op zijn steun aan de vrijheidsstrijder Nelson Mandela.
Het is niet mogelijk om de functie te scheiden van de persoon Martin Bosma, met zijn racistische denkbeelden. Met de vraag aan onze gemeenschap om de aanwezigheid van deze Kamervoorzitter te dulden wordt een grens overschreden. De aanwezigheid van Martin Bosma op 1 juli is een klap in het gezicht van allen voor wie deze dag een intense betekenis heeft. Een kranslegging door deze Kamervoorzitter onteert de intrinsieke betekenis van dit moment voor veel Nederlanders. Het ontneemt iedere waarachtigheid aan het eerbewijs dat die daad symboliseert. Met een kranslegging door Martin Bosma worden dit eerbewijs en de betekenis van 1 juli geweld aangedaan.
Ons wordt gevraagd om deze zaak niet politiek te maken. Wij nemen met kracht afstand van deze benadering. Deze zaak is politiek. Slavernij was een politiek systeem van wetten en beleid. De gevolgen hiervan zijn vandaag nog voelbaar. De kranslegging door Kamervoorzitter Bosma met zijn reputatie van racisme, op de dag dat het leed wordt herdacht dat dit politieke systeem heeft teweeggebracht, betekent een verdere normalisering van racistische opvattingen en uitingen in de maatschappij. Deze daad wordt hiermee een politiek statement dat het in onze Grondwet verankerde mensenrecht van non-discriminatie ridiculiseert.
Deze zaak is ook een kwestie van respect. Respect voor de Afro-Caribische en Inheems-Caribische gemeenschap in Nederland, in het Koninkrijk en in Suriname, en voor de 1 juli-herdenking van 250 jaar transatlantische slavernij. Respect voor de democratische waarden van onze rechtsstaat. Respect voor artikel 1 van onze Grondwet en voor de gelijkheid en veiligheid van alle burgers in Nederland.
Wij roepen met klem de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de gemeenteraad van Amsterdam en het NINSEE op om te voorkomen dat de herdenking op 1 juli 2024 wordt onteerd. Sta niet toe dat het proces van heling van de geschiedenis, dat met dit herdenkingsjaar wordt gesymboliseerd, wordt geschonden. Stuur een vervanger. Stuur iemand die het meent.
Een groep van ruim 150 prominente Nederlanders en organisaties wil dat Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma wegblijft bij de herdenking van het slavernijverleden. Het organiserend Nationaal slavernijinstituut NiNsee vraagt de PVV’er in een andere brief een “groot gebaar” te maken.
Bosma zei als Kamerlid “knettergek” te worden van de aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden. De PVV’er heeft ook voorgesteld om de excuses die de Staat hiervoor eind 2022 aanbood, en die koning Willem-Alexander tijdens de vorige slavernijherdenking herhaalde, terug te draaien.
Sinds december is Bosma voorzitter van de Tweede Kamer. Vanuit die neutrale rol zal hij op uitnodiging van het NiNsee tijdens de Nationale Herdenking op 1 juli namens het parlement een krans leggen bij het Nationaal monument slavernijverleden in het Amsterdamse Oosterpark.
De opstellers van de brief, onder wie Dichter des Vaderlands Babs Gons, activist Jerry Afriyie en presentatrice Dolores Leeuwin, vinden dat daarmee een grens wordt overschreden. Daarom vragen ze samen met onder meer het slavernijcomité Flevoland en Zwart Manifest aan de leden van de Tweede Kamer, de Amsterdamse gemeenteraad en organisator van de nationale herdenking NiNsee ervoor te zorgen dat een vervanger de rol van Bosma overneemt.
“Het is niet mogelijk om de functie te scheiden van de persoon Martin Bosma”, staat in de brief die is ingezien door NU.nl. “Deze zaak is politiek. Slavernij was een politiek systeem van wetten en beleid.”
Slavernijinstituut wil ook dat Bosma bewustzijn toont
Opvallend is dat organisator NiNsee, vlak voordat het de brief van de zogenoemde Coalitie voor een Waardige 1 juli Herdenking ontving, zelf ook een brief van dezelfde strekking naar Bosma heeft gestuurd. Eerder zei het slavernijinstituut nog de komst van de Kamervoorzitter niet in de weg te zullen staan.
Maar ook het NiNsee vindt het te makkelijk om de eerdere uitspraken van Bosma buiten beschouwing te laten, staat in zijn brief aan de Kamervoorzitter. NU.nl heeft de brief ingezien. Het slavernijinstituut oppert in de brief aan Bosma dat de Kamervoorzitter eventueel een vervanger kan sturen.
Bosma blijft welkom, maar moet wel ‘gebaar’ maken
Het NiNsee zal de uitnodiging aan Bosma ook nu niet intrekken, zegt voorzitter Linda Nooitmeer tegen NU.nl. Maar de Kamervoorzitter moet wel zelfreflectie tonen.
Bosma moet “heel duidelijk” maken dat hij beseft dat zijn eerdere uitspraken negatief hebben bijgedragen aan de Nederlandse omgang met het slavernijverleden, zegt Nooitmeer namens het NiNsee-bestuur. “Hij moet een gebaar maken.”
De opstellers van de brief namens de coalitie rond de slavernijherdenking vinden dat alleen het tonen van zelfreflectie te weinig is. “Bosma moet uitdrukkelijk afstand nemen van zijn eerdere uitspraken”, zegt Marisa Monsanto, woordvoerder en voorzitter van Theater voor Ketikoti, tegen NU.nl. “De Kamervoorzitter zou bijvoorbeeld zijn excuses kunnen aanbieden.”
Bosma lijkt vooralsnog geen gehoor te geven aan de eisen. In reactie op vragen van de Tweede Kamerfractie van DENK zei de PVV’er dat het bezoek aan de herdenking nog “gewoon” in zijn agenda staat.
EINDE
DE KANTTEKENING
KOMST MARTIN BOSMA NAAR KETI KOTI IS PROBLEMATISCH
18 JUNI 2024
Tegen de komst van Kamervoorzitter Martin Bosma op de slavernijherdenking van 1 juli is veel verzet, vanwege uitspraken die hij eerder heeft gedaan als PVV-Kamerlid. ‘Als je het er niet mee eens bent, blijf dan lekker thuis.’
Nederland Wordt Beter is via platform De Goede Zaak een petitie gestart tegen de aanwezigheid van Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) op de nationale herdenking van het slavernijverleden op 1 juli. ‘De functie en de persoon kunnen hier niet los van elkaar worden gezien. Martin Bosma is bekend om zijn racistische ideologie en zijn beledigende uitlatingen jegens Afro-Caribische Nederlanders’, aldus de petitie. In plaats van Bosma moet een vervanger een krans leggen bij het slavernijmonument in het Oosterpark in Amsterdam.
Als PVV-parlementariër had Bosma het over ‘slavernijgedram’ en sprak over ‘anti-blank racisme’, tijdens een debat over het instellen van een bewustwordingsfonds. In het PVV-verkiezingsprogramma staat bovendien dat de excuses voor het slavernijverleden, gemaakt door de koning en de Nederlandse staat, moeten worden ingetrokken.
Reflecteren en een gebaar maken
Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), dat de herdenking organiseert, heeft ook moeite met de komst van Bosma. ‘Uw eerdere uitlatingen over het slavernijdossier zijn in de Nederlandse samenleving als zeer beledigend ervaren en staan haaks op de waarden van respect en gelijkwaardigheid die wij hooghouden’, schreef de organisatie gisteren in een brief aan de Kamervoorzitter. Maar het NiNsee zegt niet dat Bosma sowieso niet welkom is. Hij moet nadenken over zijn gewraakte uitspraken. Voorzitter Linda Nooitmeer vraagt hem om ‘te reflecteren’ en ‘een gebaar’ te maken. Wil hij dat niet, dan moet hij een vervanger sturen voor de bijeenkomst in het Oosterpark op 1 juli.
Maar wat zijn die excuses eigenlijk waard? Linda Nooitmeer vertelt dat ze vandaag als NiNsee hebben besloten een tijdje radiostilte in acht te nemen. ‘We hebben onze brief geschreven en met enkele media gesproken, daarin hebben we duidelijk aangegeven wat we willen.’
De Kanttekening besluit daarom om een rondgang te doen langs enkele leden van de Afro-Nederlandse gemeenschap. De eerste die we spreken is vertaalster Diahann van van de Vijver, een nazaat van de slaafgemaakte Albertus van van de Vijver. Het is volgens haar ‘superschijnheilig’ als Martin Bosma op de Keti Koti-plechtigheid komt, terwijl hij niet achter deze herdenking staat. ‘Want als je het er niet mee eens bent, blijf dan lekker thuis. Je moet oprecht zijn.’ Van van de Vijver denkt niet dat je Bosma de Kamervoorzitter kan isoleren van Bosma de mens, die PVV-politicus is. ‘Je kunt deze rollen niet helemaal van elkaar scheiden. In principe zou Bosma daar mogen staan, maar vanwege zijn politieke overtuigingen komt hij niet oprecht over.’
‘Het verbaast mij niet dat er protest is tegen de komst van Bosma op de Keti Koti-herdenking’
Joop-opiniemaker Chris Dorsman vindt de komst van Martin Bosma op de Keti Koti-bijeenkomst problematisch, ‘omdat Bosma zich in het verleden zich op een bepaalde manier heeft geuit, wat indruist tegen hele idee van Keti Koti.’ Eventuele excuses van Bosma voor deze uitingen helpen niet. ‘Die zullen huichelachtig zijn.’
Van van de Vijver beaamt dit: ‘Ik geloof ook niet dat hij excuses moet aanbieden voor zijn gewraakte uitspraken over het Nederlandse slavernijverleden. Excuses moeten uit iemand zelf komen, die moet je niet maken als iemand anders je hiertoe prest. Eventuele excuses van Bosma zijn ook van een andere orde dan die van de koning. Want die excuses waren wel uit het hart.’
Complottheorieën
Tweede Kamerlid Mpanzu Bamenga (D66) zegt dat hij de oproep aan Bosma om niet te komen en de emotie die zijn persoon met zich meebrengt heel goed begrijpt. ‘Bosma verkondigde verwerpelijke complottheorieën en liet zich herhaaldelijk negatief uit over het herdenken van ons slavernijverleden. Ten eerste moet Bosma bij zichzelf nagaan of hij de aangewezen persoon is om bij deze herdenking te zijn. Als hij op de uitnodiging ingaat, laat hem dan met de mensen in gesprek gaan over de betekenis van deze dag. Dan kan hij er nog wat van opsteken.’
Ten slotte spreken we ook met voormalig PvdA-Kamerlid John Leerdam, thans kwartiermaker voor het Nationaal Slavernijmuseum dat in 2030 de deuren zal openen. ‘Ik zit nu in een andere positie dan twee jaar terug, omdat ik nu ambtenaar ben’, zo verontschuldigt Leerdam zich. ‘Ik ben nu niet meer vrij om overal mijn mening over te geven.’
Maar kun je volgens Leerdam de functie van Kamervoorzitter wel scheiden van Martin Bosma de PVV-politicus? ‘Kijk, je moet bij alle dingen die je zegt jezelf afvragen: is dit wel verstandig? Dat is zeker belangrijk in deze tijd, waarin alles in de etalage staat, helemaal als je politicus bent. Uitspraken in het verleden kunnen je achtervolgen. In die zin verbaast het mij niet dat er protest is tegen de komst van Bosma op de Keti Koti-herdenking.’
Maar meer wil Leerdam er niet over zeggen, vanwege zijn functie nu als kwartiermaker voor het slavernijmuseum. ‘Het enige wat ik nog over deze kwestie, maar heel algemeen, kwijt wil is dit: we moeten gewoon met elkaar hieruit zien te komen. Want iedereen hoort met elkaar, met zijn allen, in het Koninkrijk der Nederlanden, inclusief Caribisch Nederland, met respect om te gaan. Niemand kan daar tegen zijn. Niemand.’
EINDE
BNN VARA JOOP
KAMER MOET MARTIN BOSMA OPDRAGEN EEN
VICEVOORZITTER NAAR KETI KOTI TE STUREN
HAN VAN DEN HORST
Volgens De Telegraaf heeft het NiNsee, het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis, een flater geslagen door de uitnodiging aan Martin Bosma voor Keti Koti in te trekken. Die flater werd echter al eerder geslagen: toen het bestuur de invitatie de deur uit deed.
Bosma heeft zich immers de afgelopen jaren regelmatig op de meest laatdunkende wijze uitgelaten over alles wat met het herdenken en opnieuw onderzoeken van het Nederlandse slavernijverleden te maken heeft. Het Nationaal Museum over dit wezenlijke aspect van de vaderlandse geschiedenis noemt hij geld over de balk smijten en indoctrinatie. Daarnaast heeft hij een aan nepnieuws grenzend boek op zijn naam waarin hij de het verzet tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika verdacht maakt. Titel: Minderheid in eigen Land. Op de omslag van dit werk prijkt Ed van Thijn want het is de bedoeling van de auteur politici aan te vallen die zich destijds met de antiapartheidsbeweging associeerden. Zo´n man is Martin Bosma.
Het feit dat Martin Bosma politiek Den Haag vertegenwoordigt op een plechtigheid als Keti Koti laat zien dat de macht niet langer alle Nederlanders vertegenwoordigt maar slechts een deel daarvan, namelijk degenen die zich wel lekker voelen als namens hen een man optreedt met de levensbeschouwing van Bosma.
Dat zeggen ze niet. Ze zeggen iets anders. Ze zeggen dat je de mens los moet zien van de rol. Bosma speelt nu een andere rol. Hij is niet langer het activistische Kamerlid met duidelijke opvattingen – “Dat mág in een democratie”, zegt zo’n lul er dan in veel gevallen bij – hij is niet langer het uitgesproken Kamerlid maar de voorzitter. Als zodanig hoort hij die krans te leggen. Het NiNsee en de bezoekers van de plechtigheid dienen hem als zodanig te respecteren. Kijk eens, hoe geweldig onpartijdig hij de vergaderingen leidt, trouwens. Goed, hij heeft het gebruik van het woord “extreemrechts” verboden, althans sterk ontmoedigd maar dat bewijst niets.
Je kunt in de politiek de mensen niet los zien van hun rol. Anders klopt het en wordt in Den Haag inderdaad een toneelstuk opgevoerd.
Bosma is tot voorzitter van de Tweede Kamer gekozen juist vanwege die opvattingen. Zonder de ruk naar rechts bij de verkiezingen van november was dat nooit gebeurd. Bovendien brengt een voorzitter nog steeds over alle onderwerpen zijn stem uit.
Als de meerderheid van de Tweede Kamer toelaat dat Bosma op Keti Koti verschijnt en zich daar niet laat vervangen door een van zijn vicevoorzitters, geeft ze daarmee een verklaring af. Die luidt: “We hebben lak aan jullie pijn. Wij zijn de baas. Jullie zullen het slikken”. Iemand in het parlement moet toch de moed hebben een motie in te dienen waarin er bij Bosma op wordt aangedrongen dat hij thuis blijft en de plechtigheid op de televisie volgt. Het is noodzakelijk dat de parlementariërs in deze kwestie gedwongen worden kleur te bekennen. Laat maar zien waar je staat en wie je wenst te negeren.
Vers twee is wat er moet gebeuren als Martin Bosma op 1 juli toch verschijnt. Welke houding moeten organisatoren en publiek dan aannemen? De vrees is al uitgesproken dat hij zal worden uitgejouwd wat de plechtigheid zou bederven. Dat hoeft natuurlijk niet. Organisatie en publiek kunnen hem ook volstrekt negeren, hem als lucht behandelen. Bosma wordt niet ontvangen. Hij zoekt zelf zijn plek maar op. Hij wordt niet opgeroepen om zijn krans te leggen. Er wordt geen afscheid van hem genomen. Hij krijgt ijzige blikken. Bosma ontkent de pijn die de geschiedenis van de slavernij mensen nog steeds doet, die mensen ontkennen hem.
Het is trouwens de vraag hoe de voorouders reageren op de aanwezigheid van iemand die zo hij in het kader van die plechtigheid ergens de belichaming van is , dat toch – gezien zijn opvattingen en politieke praktijk – de voormalige slavenhouders zijn.
Er zal in Caribische kring best het een en ander voor Bosma worden gezet, deze takroe-sani uit Den Haag.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin ook al is de laatste put nu dicht.
EINDE
NOS
VERZET TEGEN DEELNAME KAMERVOORZITTER BOSMA AAN
SLAVERNIJHERDENKING
Meer dan 150 Nederlanders van kleur en 35 organisaties willen niet dat Tweede Kamervoorzitter Bosma (PVV) op 1 juli een krans legt bij de jaarlijkse Nationale Herdenking Slavernijverleden in Amsterdam. Het is traditie dat de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer dat doen. Ook voorzitter Linda Nooitmeer van het instituut dat de herdenking organiseert heeft liever dat Bosma wegblijft, maar Bosma is dit niet van plan.
In een brief aan onder meer de Tweede Kamer stellen rapper en acteur Akwasi, presentator Andrew Makkinga, voormalig Tweede Kamerlid Sylvana Simons en anderen dat Bosma al twintig jaar een “expliciete racistische ideologie” verspreidt “met witte suprematie als uitgangspunt”. Ze zeggen dat hij racistische omvolkingstheorieën heeft verkondigd en zich herhaaldelijk negatief heeft uitgelaten over het herdenken van het slavernijverleden. Ook keerden Bosma en zijn partij zich vorig jaar tegen de excuses van het kabinet voor het slavernijverleden.
“De aanwezigheid van Martin Bosma op 1 juli is een klap in het gezicht van allen voor wie deze dag een intense betekenis heeft”, schrijven de ondertekenaars. “Een kranslegging door deze Kamervoorzitter onteert de intrinsieke betekenis van dit moment voor veel Nederlanders. Het ontneemt iedere waarachtigheid aan het eerbewijs dat die daad symboliseert.” Ze vragen de Kamer daarom met klem om dit jaar een plaatsvervanger te sturen.
Uitnodiging
De organisatie van de jaarlijkse herdenking is in handen van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). Die heeft de in december aangetreden Bosma uitgenodigd, maar heeft daar inmiddels spijt van. Bosma is uitgenodigd omdat hij Kamervoorzitter is. NiNsee-voorziter Nooitmeer begrijpt dat er onrust is ontstaan over de uitspraken die Bosma deed toen hij nog geen Kamervoorzitter was.
Nooitmeer schreef Bosma een brief waarin ze hem vroeg zich terug te trekken. Bosma is dat niet van plan. “Ik ben gewoon uitgenodigd en dus ga ik. Dat is mijn uitgangspunt”, zei hij vandaag in de Tweede Kamer. “Ik heb nooit meegemaakt dat een Kamervoorzitter die is uitgenodigd eerst moet reflecteren en excuses moet maken. Volgens mij staat de uitnodiging nog. En het staat nog steeds in mijn agenda.”
Nooitmeer zei in Nieuws en Co dat ze deze reactie betreurt en hoopt dat hij alsnog een vervanger stuurt. “Wij gaan ervoor zorgen dat de rust die we nodig hebben op 1 juli er gewoon is. Uiteindelijkgaat het niet over de Kamervoorzitter, het gaat over de voorouders en het respect dat zij verdienen op 1 juli.”
Halsema
Burgemeester Halsema zei vorige maand in de Amsterdamse gemeenteraad dat de uitnodiging moet blijven staan. Ze reageerde op een motie van Denk waarin stond dat Bosma ongewenst verklaard moet worden, zo schreef Het Parool.
Halsema zei de emotie te begrijpen, maar was het daar niet mee eens. “Ik vind het van groot belang dat het hoogste orgaan van het land, de Tweede Kamer, vertegenwoordigd is. Dat moet je niet politiek maken. Deze keer is het deze voorzitter, de volgende keer een andere voorzitter.”
”The time has come,” the Walrus said, “To talk of many things: Of shoes—and ships—and sealing-wax— Of cabbages—and kings— And why the sea is boiling hot— And whether pigs have wings.”
HERDENKING SLAVERNIJVERLEDEN EN KETI KOTI FESTIVAL
2024
1 juli is de dag van de Nationale Herdenking Slavernijverleden en het Keti Koti Festival. De herdenking is traditiegetrouw in het Oosterpark in Amsterdam; het vieren van het verbreken van de ketenen vindt plaats op het Museumplein. De NOS zendt ’s middags de herdenking rechtstreeks uit op radio en televisie; ’s avonds staat het vieren centraal in een tv-uitzending vanaf het Museumplein. In de uitzendingen wordt uitgebreid stilgestaan bij het Herdenkingsjaar Slavernijverleden, dat een jaar geleden werd afgekondigd.
Vorig jaar was het 160 jaar geleden dat Nederland een wet aannam die de afschaffing regelde van de slavernij. Na een overgangsperiode van tien jaar kwam de slavernij echt ten einde. Deze mijlpalen vormden de aanleiding voor het herdenkingsjaar. Daarin is met evenementen en activiteiten stilgestaan bij het verleden en de doorwerking daarvan in het leven van mensen nu. De herdenking vorig jaar was ook het toneel van een historische toespraak van koning Willem-Alexander, waarin hij excuses aanbood voor het Nederlandse slavernijverleden.
TELEVISIE De middaguitzending komt rechtstreeks vanuit het Oosterpark. Rond de herdenking wordt geschakeld naar het Museumplein, waar het Keti Koti festival dan al is gestart. Presentator Simone Weimans praat met Dagmar Oudshoorn, oud-voorzitter Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden. Evita Mac-nack staat tussen de genodigden in het Oosterpark en Malou Petter doet verslag vanaf het Museumplein.
’s Avonds komt de uitzending vanaf het Museumplein. Simone Weimans praat met gasten en met Malou Petter, die verslag doet van de festiviteiten.
RADIO Presentator Saïda Maggé is bij de Nationale Herdenking in het Oosterpark. Ze praat met aanwezigen en met speciale gast Kunta Rincho (mensenrechtenactivist en deskundige in zwarte geschiedenis). Verslaggevers in het Oosterpark en op het Museumplein delen zowel herdenking als de viering met de luisteraar.
NOS Herdenking Slavernijverleden Donderdag 1 juli 13.30-15.30 uur, NPO 1 (en wereldwijd via BVN)
NOS Keti Koti 2024 19.28-19.55 uur, NPO 2 (en 22.15-22.40 uur wereldwijd via BVN)
NOS Herdenking Slavernijverleden 13.30-15.00 uur, NPO Radio 1
REACTIE OP COMMOTIE ROND AANWEZIGHEID KAMERVOORZITTER OP
NATIONALE HERDENKING NEDERLANDS SLAVERNIJVERLEDEN
12 JUNI 2024
Amsterdam, 12 juni 2024
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft een uitnodiging gestuurd aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer om op 1 juli de herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname bij te wonen.
Deze uitnodiging, die een voortzetting is van een 21-jarige traditie, is aanvaard. De uitnodiging aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer als hoogste besluitvorming organen benadrukt de institutionele rol van de Kamervoorzitters bij deze belangrijke ceremonie.
Tijdens de Nationale Herdenking op 1 juli zullen de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer samen, namens de Staten-Generaal, een krans leggen als eerbetoon aan de slachtoffers van de Nederlands transAtlantische slavernij.
Voor de Tweede Kamer zal de heer Martin Bosma, die op 14 december 2023 gekozen is als voorzitter, de krans leggen. Voor de Eerste Kamer is dat de heer Jan Anthonie Bruijn.
Over de mogelijke aanwezigheid van de heer Bosma op 1 juli is er in de samenleving commotie ontstaan.
Deze commotie heeft te maken met uitspraken die de heer Bosma heeft gedaan over het slavernijverleden en de inspanningen van nazaten om de stilte rond dit verleden te doorbreken en het tot volwaardig onderdeel van de Nederlandse geschiedenis te maken.
Deze uitspraken hebben terecht afkeer opgewekt.
Ook de opvattingen van de heer Bosma over de excuses voor het aandeel van Nederland in de transAtlantische slavernij, aangeboden door premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander respectievelijk op 19 december 2022 en 1 juli 2023, worden als zeer omstreden beschouwd.
Linda Nooitmeer, voorzitter bestuur NiNsee: “Wij hebben als bestuur alle begrip voor de ontstane commotie, echter zoals gebruikelijk sinds de invoering van de Herdenking in 2002, worden zowel de vertegenwoordigers van de Eerste als de Tweede Kamer uitgenodigd om deel te nemen aan de herdenking van de slachtoffers van het Nederlands trans-Atlantische slavernijverleden
NiNsee hecht eraan om in lijn met haar al 21 jaar gerespecteerde protocol te handelen en democratisch gekozen bestuurders eenduidig te faciliteren bij de herdenking.
Dat geldt dus ook voor de heer Bosma.
Daarnaast is de herdenking op 1 juli is niet alleen een ceremonie, maar ook een moment van bezinning en bewustwording.
Voor de excuses van premier Rutte en Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was de herdenking op 1 juli een pamflet: hét moment om Nederland – ondanks de stilte rond het slavernijverleden – bewust te maken van die geschiedenis en respect voor de voorouders op te eisen
Sinds 19 december 2022 is het respect voor de voorouders op 1 juli een vanzelfsprekendheid.
In die zin is de aanwezigheid van juist de heer Bosma bij de herdenking op 1 juli dé gelegenheid om onderdeel te zijn van dat bezinnings- en bewustwordingsmoment
De recente geschiedenis heeft inmiddels aangetoond waar een nieuw verkregen bewustzijn toe kan leiden.”
“Daarnaast zijn wij als instelling van mening dat de herdenking van het slavernijverleden een moment van nationale eenheid en respect dient te zijn.
Het is een gelegenheid om gezamenlijk stil te staan bij de gruwelen van het verleden en onze gezamenlijke inspanningen voor een rechtvaardige en inclusieve toekomst te versterken.
Wij nodigen alle betrokkenen uit om dit belang voorop te stellen en de plechtigheden te respecteren als een teken van onze gezamenlijke inzet voor een goed moment van reflectie”, aldus Linda Nooitmeer.
EINDE STATEMENT NINSEE
Reacties uitgeschakeld voor NINSEE/REACTIE OP COMMOTIE ROND AANWEZIGHEID KAMERVOORZITTER OP NATIONALE HERDENKING NEDERLANDS SLAVERNIJVERLEDEN