Maandelijks archief: juli 2021

Redactie Volkskrant, u bent moreel medeplichtig aan de bagatellisering van de Westerse slavernij door historicus Piet Emmer

De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images) Beeld Getty ImagesDe aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images

Foto

De indeling op het schip, iedereen zat ontzettend dicht op elkaarhttps://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-bij-piet-emmer-hadden-de-slaven-een-prima-gelijkwaardig-bestaan-in-de-kolonies~b1338777/

De indeling op het schip, iedereen zat ontzettend dicht op elkaar
https://slavernijnederland.weebly.com/de-reis.html

REDACTIE VOLKSKRANT, U BENT MOREEL MEDEPLICHTIG AANDE BAGATELLISERING VAN DE WESTERSE SLAVERNIJ DOOR HISTORICUS PIET EMMER


ZIE VOORAF
https://www.astridessed.nl/excuses-aan-het-dagblad-trouw-in-verband-met-het-misverstand-over-het-artikel-van-historicus-piet-emmer/

EN LEES NU MAAR DOOR. LEZERS!

[[Deze mailbrief is tevens cc gestuurd aan de heer Piet Emmer, emeritus hoogleraar, Universiteit Leiden, het Rijksmuseum en de kranten AD en ElsevierMagazine, omdat ook zij historicus Piet Emmer een podium gegeven hebben voor zijn bagatellisering van de Westerse slavernijZie in onderstaande brief, noot 7]
AANREDACTIE DAGBLAD DE VOLKSKRANTOnderwerp: Uw facilitering van slavernij apologeet Professor EmeritusP. C. Emmer, Universiteit Leiden
”””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]”
http://www.shakespeare-online.com/plays/macbeth_5_1.html

Geachte Redactie,
Zoals u hebt kunnen lezen, begin ik mijn aanklacht tegen u [want dit is niet meerof minder dan een aanklacht] met een citaat uit William Shakespeare’s onvergetelijke toneelsruk/tragedie MacBeth [1]:””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen” [2],want dat is het Leitmotiv van mijn brief/aanklacht tegen uw publicatie vaneen artikel van genoemde Professor [vanaf nu voor het gemak ”de heer Emmer” of ”Emmer” genoemd], dd 22 juni jongstleden: ”Wie een beperkte blik op de slavernij wil, spoede zich naar het Rijksmuseum” [3]
Want de heer Emmer heeft zich kennelijk van meet af aan [ooit heeft ondergetekende in de jaren zeventig een van de eerste hoor/gastcolleges bij hem gevolgd, aande Universiteit van Amsterdam, hetgeen tot veel commotie leidde] als Levensdoel gesteld, de Westerse slavernij, oftewel de transatlantische slavenhandel [4] en de daaruit voortvloeiende slavernij in de Amerika’s, opalle mogelijke manieren en drogeredenaties, op zijn vriendelijkst gezegd,te bagatelliseren.Over het inhoudelijke, waarvoor uw krant, door hem een podium te geven, moreel medeverantwoordelijk bent, kom ik zo te spreken.
HOOR/GASTCOLLEGE IN DE JAREN 70]Eerst over dat gewraakte hoor/gastcollege uit het verleden, waarbij ondergetekende aanwezig was:De heer Emmer betoogde, dat de slavenhandel voor de toenmalige Republiek der Verenigde Nederlanden lang niet zo profijtelijk was, als was aangenomen [5],waarop een storm van kritiek losbarstte.Uit later onderzoek bleek, dat de winstmarge [nu ruimer berekend] groter was dan de heer Emmer had beweerd. [6]Maar de toenmalige kritiek op Emmer was niet zozeer zijn lage inschattingvan de profijtelijkheid, maar de nadruk, die hij daarop legde, waarbij de bagatellisering van deze misdaad tegen de menselijkheid om de hoek kwam kijken.Die neiging tot bagatellisering ben ik in een aantal andere publicaties/interviews ook tegengekomen, want niet alleen uw krant [eerlijkheid gebiedt dat te zeggen], maar ook andere media hebben Emmer in de loop der tijden ruim baan gegeven. [7]
ARTIKEL EMMER ”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM’
En dan nu het in uw Dagblad geplaatste artikel van Emmer, tevens dereden van deze Brief:”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM'[8]
Op dit artikel heeft ondergetekende een stevige kritiek geschreven, die uonder noot 9 kunt [moet zelfs, wil u mijn als hierop volgende korte samenvatting kunnen begrijpen en controleren op bronnen/feiten] lezen:
SAMENGEVAT:
In een AD artikel [10][dat echter naadloos aansluit bij zijn opvattingen inhet door u gepubliceerde artikel], bagatelliseert Emmer de slavernij/slavenhandel, doorde misdadige omstandigheden van de slavenhandel te vergelijken [qua ruimte]met de vrije overtocht, per vliegtuig/economy class, van vrije migranten, doorhet slavenhandel transport te vergelijken met de overtocht van landverhuizers naar de VS, die, hoe slecht de omstandigheden vaak ook, een overtocht van vrije mensen was, die niet geketend waren, wier vrouwen niet werden verkrachtdoor de bemanning.Die niet gekocht en verkocht werden bij aankomst in de VS.
Emmer heeft in uw Volkskrant artikel de guts, de slechte omstandigheden van een Drents landarbeiderskind [dat hoezeer verpauperd ook, niet kon worden gekochten verkocht te vergelijken met die van een slavenkind in de Amerika’s. [12]
Verder verwijst hij  bij de Westers-Europese rooftochten van Afrikanen naarde rol van de Afrikaanse slavenhalers in opdracht van de blanken, de Arabischeslavenhandelaars, de Afrikaanse slavernij.Op zich juist, maar hij gebruikt deze eveneens huiveringwekkende zaken, omde rol van de Europese handelaars [in wier opdracht de slaven immers geroofd waren] te bagatelliseren. [13]
BEWIJS?Emmer schrijft in zijn artikel o.a.”Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?” [14]Ja, Redactie, de zin staat er ECHT:”Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?” [15]
En een dergelijke apologeet van slavenhandel en slavernij, die de ruimte op stinkende slavenschepen [16]met droge ogen vergelijkt met de volgens hem zo krappe ruimte in de Economy class, die onzin opmerkingenmaakt over ”loon” dat slaven zou worden uitgekeerd in de vorm van eten en kleding [17], die vindt, dat op deze misdaden tegen de menselijkheid geen ”hedendaagse morele oordelen” moeten worden toegepast [18], terwijl hij dondersgoed weet van het 17 eeuwse verzet tegenslavernij [hij noemt het zelf in een ander artikel] [19]
Welnu, een dergelijke apologeet hoort niet thuis in uw krant, of welke andere krant ook, als u zichzelf tenminste ”kwaliteitskrant” wilt blijven noemen.
Door Emmer’s artikel te hebben gefaciliteerd, hebt u zich, evenals andere media zoals Elsevier Magazine en AD [die deze mail cc ontvangen]moreel schuldig gemaakt aan het verspreiden van de bagatellisering van misdaden tegen de menselijkheid.  [20]
Dit is een schande.Een grotere schande is het, dat ik u daarop moet aanspreken.
Stop hier dus direct mee en verleen geen publicitaire medewerking meer aan schrijfsels zoals van Emmer, die impliciet ofexpliciet, een van de Donkerste Bladzijden van de Westerse Geschiedenis, een Make Over geven.
Ik verwacht, dat u mijn dringend verzoek, nee Eis, inwilligt.
En excuses aan de nazaten van de tot slaafgemaakten zijn hier zeker op zijn plaats, want u weet waaraan u hebt meegewerkt.
En denk er goed aan:””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”[21]

Dat geldt ook voor uw medeplichtigheid aan Emmer’s bagatellisering!Vriendelijke groeten
Astrid EssedAmsterdam 
ZIE VOOR NOTEN 1 t/m 21 [Voor uw gemak in eenlink ondergebracht]
https://www.astridessed.nl/noten-1-t-m-21-bij-brief-aan-trouw-over-artikel-historicus-piet-emmer/

OF

https://www.dewereldmorgen.be/community/noten-1-t-m-21-bij-brief-aan-trouw-over-artikel-historicus-piet-emmer/

ZIE VOOR DE FYSIEKE NOTEN

[1]

LADY MACBETHHere’s the smell of the blood still: all the
perfumes of Arabia will not sweeten this little
hand. Oh, oh, oh!”

MACBETHACT V, SCENE 1
http://www.shakespeare-online.com/plays/macbeth_5_1.html

SHAKESPEAREMACBETH
http://www.shakespeare-online.com/plays/macbethscenes.html

[2]

‘”Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”

”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]”

ZIE NOOT 1

[3]

VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren. De bezoeker krijgt de indruk dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn.

De met veel tamtam aangekondigde en inmiddels geopende tentoonstelling ‘Slavernij’ in het Rijksmuseum typeert de slaven vrijwel zonder uitzondering als zielige underdogs, terwijl veel wetenschappelijke studies van de laatste vijftig jaar keer op keer laten zien dat die gedweeë, sullige ‘Sambo’ zonder initiatief, die alles accepteert en zich naar believen laat straffen, vernederen en uitbuiten, nooit heeft bestaan.

De tentoonstelling documenteert slechts een aantal levensgeschiedenissen van slaven en die beperking verhindert dat er een aantal fundamentele problemen aan de orde komen, zoals de vraag waarom de Europeanen voor hun koloniën slaven uit Afrika en Azië haalden en niet uit hun eigen continent en waarom Afrika en Azië in staat bleken in de loop der eeuwen steeds meer slaven te leveren.

Morele oordelen

Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?

Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren, waardoor de bezoeker de indruk krijgt dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn: ‘In Afrika leefden mensen in de koloniale tijd met de realiteit van mensenhandelaren, nomaden op paarden, die nachtelijke rooftochten organiseerden om mensen te ontvoeren.’

Niet gekoloniseerd

Het Rijksmuseum verzwijgt echter dat Afrika ten tijde van de Atlantische slavenhandel helemaal nog niet gekoloniseerd was en dat de ‘rooftochten’ en ‘ontvoeringen’ dus onmogelijk de Europeanen in de schoenen kunnen worden geschoven.

Tegen alle logica beweert de directeur van het Rijks, Taco Dibbits in het voorwoord van het magazine voor scholieren Slavernij en nu? dat ‘de arbeiders op de plantages niet betaald’ kregen. Zou hij werkelijk geloven dat de plantagebezitters hun voor veel geld gekochte slaven lieten verhongeren?

Beloning

Niets is minder waar. Zo kregen de slaven van de Surinaamse plantage ‘Catharina Sophia’ in de 19de eeuw weliswaar geen geld, maar gemiddeld 94,57 gulden per jaar aan voedsel en 13,58 gulden aan kleding en huishoudelijke artikelen alsmede huisvesting, het gebruik van een moestuin en medische zorg.

In dezelfde tijd verdienden de landarbeiders in Drenthe ongeveer 150 gulden per jaar zonder huisvesting, moestuin en doktershulp. Bovendien wijst de directeur op de Nachtwacht van Rembrandt met daarop een jong kind met een donkere huidskleur en vraagt: ‘En waarom moest hij als kind al werken?’. Is hij niet op de hoogte van het feit dat in Rembrandts tijd en nog velen eeuwen daarna kinderarbeid heel normaal was?

Bezit

Zonder enig bewijs meldt de tentoonstellingsbundel dat slaven geen bezit mochten hebben. Hoe was het dan mogelijk dat sommige slaven zichzelf vrijkochten en waar kwam in het eerste jaar na de vrijverklaring die koopgolf onder de ex-slaven vandaan? Ook beweert de bundel dat slaven niet mochten lezen en schrijven, maar hoe kon de zwarte abolitionist (voorstander afschaffing slavernij, red.) Equiano dan zijn memoires schrijven als hij dat als slaaf niet had geleerd? De slaven waren het eigendom van een ander en ‘daarom kon er juridisch gezien geen sprake van mishandeling of verkrachting zijn’ door de eigenaar.

Waarom zijn er dan processen gevoerd tegen planters, die een slaaf hadden gemarteld of gedood? Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat alleen Afrikaanse handelaren bepaalden hoeveel man-, vrouw- en kindslaven te koop werden aangeboden. Zelfs de plantageklok, die ’s morgens het begin van de werkdag aankondigde, is volgens het Rijksmuseum een symbool van uitbuiting en geweld. Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?

Wie hoopt dat de tentoonstelling hem of haar op de hoogte brengt van de laatste wetenschappelijke inzichten hoeft het Rijksmuseum niet te bezoeken, maar wie zijn stereotiepe opvatting over de slavenhandel en slavernij bevestigd wil zien, komt in het Rijksmuseum ruimschoots aan zijn trekken.

Piet Emmer is auteur van De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop (2021).

EINDE ARTIKEL VOLKSKRANT

[4]

WIKIPEDIA

TRANS ATLANTISCHE SLAVENHANDEL

https://nl.wikipedia.org/wiki/Trans-Atlantische_slavenhandel

[5][5]
BEVESTIGD IN ONDERSTAAND ARTIKEL:

”De indruk kan ontstaan zijn dat de slavenhandel een essentieel onderdeel van de Nederlandse economie vormde en dat afschaffing van de slavernij de economisch totaal ontwricht zou worden. Volgens P.C. Emmer is die gedachte beslist niet waar. Hij stelt dat de Nederlandse slavenhalers op hun hoogtepunt jaarlijks dertig slavenschepen lieten uitvaren, maar dat deze schepen samen nog geen één procent vormde van de totale koopvaardijvloot, die toen geschat werd op ongeveer vierduizend schepen. Ook voor de werkgelegenheid vormde de slavenvaart geen absolute noodzakelijkheid. Emmer stelt het aantal zeevarenden op slavenschepen op duizend tot twaalfhonderd, en dat in de hoogtijdagen. Als er in ogenschouw wordt genomen dat de werkgelegenheid in de scheepvaart vele malen groter was (volgens Emmer ongeveer 44.700 in 1770) dan vormen de ruim duizend slavenhalers slechts een zeer kleine, haast onbetekende groep.”……….”Maar was de slavenhandel van essentieel belang voor de gehele Nederlandse economie? Met andere woorden: hadden de Nederlanden zonder slavenhandel gekund, bijvoorbeeld als zij als enigen ter wereld een verbod op slavenhandel naleefden? Emmer meent dat de Nederlanden zonder veel moeite van slavernij hadden kunnen afzien. Nederlandse plantages hebben nooit meer dan de helft van de geïmporteerde suiker en koffie geleverd, en dit zou gemakkelijk door het buitenland kunnen worden opgevangen. Daar een groot deel van de Atlantische handel en scheepvaart mogelijk werd gemaakt door de inzet van buitenlandse gastarbeiders, zou het hoogstens betekenen dat er minder gastarbeiders naar de Nederlanden waren gekomen op zoek naar werk”
HISTORIENDE NEDERLANDSE SLAVENHANDEL IN DE 17E EN 18 E EEUW
http://www.historien.nl/geschiedenis-van-de-nederlandse-slavenhandel/

De Nederlandse slavenhandel in de 17e en 18e eeuw

Gepubliceerd  | Door Erik Sweers

De Nederlandse slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw wordt over het algemeen als zeer winstgevend omschreven. Maar klopt die stelling ook? Een onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel.

Het Nederlandse handelsverleden wordt dikwijls geassocieerd met de successen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Vuistdikke handboeken zijn verschenen over dit onderwerp en de publicatiestroom over deze roemruchte handelsonderneming is nog lang niet ten einde. De herinnering aan de VOC is in de hedendaagse literatuur nog springlevend, maar de geschiedenis van haar wellicht even roemruchte, op “de West” varende tegenhanger wordt enigszins tekort gedaan. Misschien heeft dit tekort aan aandacht ook te maken met het feit dat deze West-Indische Compagnie (WIC), in tegenstelling tot de VOC, voornamelijk periodes van economische tegenspoed en onzekerheid kende en dat het voornaamste deel van haar handelswaar uit slaven bestond.

Slavenhandel: een winstgevend bedrijf?

De handelssuccessen van de WIC lijken paradoxaal: de slavenhandel was kennelijk niet succesvol genoeg en het lijkt dan voor de hand te liggen om over te gaan op andere “handelswaar”. De WIC deed dit echter niet; de Nederlandse slavenhandel bleef bijna twee eeuwen standhouden, tot uiteindelijk in 1818 ook in de Nederlanden de handel in slaven werd afgeschaft. Er moet dus een goede reden zijn geweest om deze verlieslijdende handel te continueren. Maritiem historicus Willem Flinkenflögel laat in zijn werk “Nederlandse slavenhandel” (1621-1803) de zeventiende eeuwse Zeeuwse arts en slavenkeurder D.H. Gallandat aan het woord. Gallandat stelt “dat er vele bedrijven plaatshebben, die ongeoorloofd zouden schijnen, indien er geen bijzonder voordeel in te vinden was. Getuige hiervan is de slavenhandel, die men alleen door het voordeel dat hij aan de kooplieden toebrengt, van onwettigheden kan vrijspreken”. Maar over welk voordeel voor de kooplieden heeft Gallandat het hier? Ook Flinkenflögel stelt immers dat de koopmanslogica van Gallandat geen stand lijkt te houden tegen de hedendaagse opvatting dat de Nederlandse slavenhandel weliswaar een hardnekkig bestaan leidde, maar in termen van winst niet bijster interessant was. Om de “waarom-vraag” te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk om eerst een uiteenzetting te geven over de vroegste geschiedenis van de WIC.

Oprichting van de WIC

De Brit Jonathan Israel stelt in zijn werk “Nederland als centrum van de wereldhandel, 1585-1740” heel duidelijk dat de Nederlandse zeelieden zich in de beginfase van deze kaperoorlog afzijdig hielden. De Lage Landen waren volgens Israel tegen het einde van de vijftiende eeuw gespecialiseerd in het vervoer van bulkgoederen, zoals de graanhandel op het Oostzeegebied. Graanoverschotten werden naar het Middellandse Zeegebied getransporteerd, waar de Nederlandse zeelieden zout haalden. Dit zout was nodig voor een ander belangrijk Nederlands handelsproduct: haring. De Europese handel verliep voor deze Nederlandse handelaren dermate voortvarend dat er geen behoefte was aan de perikelen met Spanje in bijvoorbeeld het Caribisch gebied.

Rond 1590 ziet Israel een keerpunt. Vanaf die tijd spreekt hij van de hegemonie in de wereldhandel van de Nederlandse stapelmarkt. Dit zou het gevolg zijn van een belangrijke verandering in de oorlog tegen Spanje. De Spanjaarden hadden het embargo tegen de Nederlanders beëindigd omdat zij dringend door de Nederlanders moesten worden voorzien van Baltisch graan en scheepsbenodigdheden, terwijl ze het embargo tegen Engeland in stand hielden. Naast de handel met de Spanjaarden voerden de Zeven Provinciën ook een groot en succesvol offensief uit (1591). De ontstane situatie zorgde voor het aantrekken van een handelselite, waardoor de economie een enorme impuls kreeg.

In 1598 kondigde de Spaanse koning echter strenge maatregelen aan om de zoutafname van de Nederlanders een halt toe te roepen. Vanaf dit moment waren de Nederlandse handelaren genoodzaakt het zout uit het Caribisch gebied te halen. Dit werd door de Spanjaarden zoveel mogelijk bestreden, maar voordat het tot een echt conflict kon komen, zorgde het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) ervoor dat het zout weer in Spanje gehaald kon worden.

Dat de Nederlandse zouthalers na de beëindiging van het Twaalfjarig Bestand kennelijk geen vertrouwen hadden in de Spaanse gastvrijheid blijkt uit het feit dat onmiddellijk na afloop van het Bestand werd overgegaan tot de oprichting van de “Geoctroyeerde Westindische Compagnie”. Omdat de Nederlanden inmiddels weer volop in oorlog waren met Spanje en de kosten voor de vloot zoveel mogelijk gedekt moesten worden, was de WIC genoodzaakt haar inkomsten voornamelijk op oorlogsbuit en kaapvaart te baseren.

De eerste dertig jaar van haar bestaan werd de WIC vooral gekenmerkt door een zeer agressief en expansief beleid om met name het katholiek Spanje en Portugal zo hard mogelijk te treffen. Kaapvaart, in tegenstelling tot zeeroverij door de overheid toegestaan, en gebiedsverovering waren hiervoor de meest effectieve middelen. Volgens Johannes de Laet, die in zijn “Iaerlijck Verhael” de verrichtingen van de WIC beschrijft, werden de Spanjaarden en Portugezen tussen 1623 en 1636 van niet minder dan 547 schepen beroofd.

Van kaapvaart naar slavenhandel

De overstap van kaapvaart naar slavenhandel lag in eerste instantie niet echt voor de hand. Het werd zelfs in de beginjaren der compagnie op calvinistische gronden verworpen. In zijn werk “The Dutch in the Atlantic Slave Trade 1600-1815” haalt Johannes Menne Postma een citaat aan uit het toneelstuk “Moortje”, van de Nederlandse dichter Brederode: “Inhumane custom! Godless rascality! That people are being sold, like horselike slavery. In this city there are also those, who engage in that trade. In Farnabock, but God will know”.

Na de verovering van Recife in Brazilië vond er een ommekeer plaats en werd de slavenhandel al snel begonnen. Deze verandering was mogelijk doordat de commerciële voordelen van de slavenhandel inmiddels volledig duidelijk waren. Volgens de Leidse hoogleraar P.C. Emmer behaalden de Engelsen met hun slavenhandel gemiddelde winstpercentages van zes tot zeven procent. In deze tijd niet bijster veel, in die tijd volgens Emmer volstrekt normaal. Een tweede factor die de slavenhandel niet alleen mogelijk maakte maar zelfs legitimeerde was het feit dat belangrijke theologen de slavenvaart niet langer in strijd achtten met het calvinistische gedachtegoed. Indien er werd gehandeld in niet-christenen, werd de slavenhandel toegestaan.

Nu in principe niets de Nederlandse slavenhandel nog in de weg stond, wilden de slavenhalers zich verzekeren van een regelmatige aanvoer van slaven ten behoeve van de plantages. Om dit te bewerkstelligen werden er plaatsen aan de West-Afrikaanse kust veroverd om als “slaven-inzamelingspunt” te dienen. In 1637 werd Elmina, het grote Portugese slavenhandelbolwerk, door Nederlanders aangevallen en ingenomen. Elmina zou vanaf dit moment tot aan de opheffing van de WIC het hoofdkwartier van de compagnie in West-Afrika zijn. In 1641 volgde een andere Portugese nederzetting, Luanda. De WIC breidde haar macht aan de Afrikaanse westkust gestaag uit, waardoor de slavenhandel pas echt goed op gang kon komen. Dit was ook hard nodig, daar de Nederlanders in Brazilië de op de Portugezen veroverde suikermolens weer in gebruik wilden nemen. De meeste slaven waren echter gevlucht en de toenmalige bestuurder van Nederlands-Brazilië, Johan Maurits van Nassau (1636-1644) werd bedolven onder verzoeken om voor voldoende aanvoer van “levend ebbenhout” te zorgen. Afrikaanse slavenhandelaren haalden slaven uit Dahomey, Angola en andere West-Afrikaanse landen en ruilden ze aan de kust tegen goederen uit de Republiek. De slaven werden vervolgens naar Amerika getransporteerd alwaar ze weer geruild werden tegen tropische producten, die dan weer naar de Republiek vervoerd werden. Deze handel is beter bekend onder de naam “driehoeksvaart”.

Een belangrijke rol was voor Curaçao weggelegd. Dit eiland werd langzamerhand het Nederlandse verzamelcentrum voor slaven. Vanaf Curaçao werden slaven vervoerd naar Spaans Zuid-Amerika en de Franse en Engelse eilanden in de regio. De meeste slaven gingen naar Suriname, dat vanaf 1668 definitief in Nederlandse handen was.

Problemen voor de WIC

Hoewel de slavenhandel onverminderd doorging, kwam de WIC in grote problemen. De compagnie ontketende in de eerste helft van de jaren veertig van de zeventiende eeuw een nieuwe reeks roofovervallen op Spaanse bezittingen in het Caribisch gebied, maar onttrok daarvoor manschappen aan Nederlands-Brazilië. De WIC weigerde ook in te stemmen met een voorgesteld bestand van de nieuwe Portugese koning, nadat Portugal in december 1640 tegen de Spanjaarden in opstand was gekomen en zich had losgemaakt. Een bestand zou immers de gebiedsuitbreiding in Nederlands Brazilië tot stilstand brengen en een einde maken aan de roofovervallen op Portugese schepen. Het bestand werd echter toch gesloten, met als gevolg dat de Portugese suikereconomie in Brazilië weer sterk kon opleven. De concurrentie met de Nederlandse suikerplanters nam sterk toe, waardoor ook de polarisatie tussen de Nederlandse en Portugese planters toenam. Een opstand der Portugezen was het gevolg. Nederlands-Brazilië was verloren. Nadat de rust tussen de Nederlanders en de Portugezen was teruggekeerd werden er verdragen en handelsovereenkomsten gesloten, waardoor de rust tussen deze twee groepen bestendigd werd.Heel anders was de relatie met de Engelsen. De Engelse marine slaagde er keer op keer in om de Nederlandse slavenvaart grote schade te berokkenen.

Op de Afrikaanse kust zaten Nederlanders en Engelsen elkaar enorm in de weg, maar geen van beide partijen wist het tij in het eigen voordeel te keren, wegens gebrek aan manschappen.Afgezien van de buitenlandse concurrentie lag de grootste factor die het monopolie van de WIC aantastte volgens P.C. Emmer in eigen land. Na het faillissement van de WIC in 1674 ten gevolg van het echec in Brazilië, werd in hetzelfde jaar een nieuw octrooi aan de compagnie verleend (ook wel de tweede WIC genoemd). Groot verschil was dat het handelsmonopolie van de WIC niet werd voortgezet. Iedereen die handel wilde drijven in het Atlantisch gebied, kon zijn gang gaan, op voorwaarde dat er een belasting werd betaald aan de WIC. Alleen de slavenhandel bleef een WIC-aangelegenheid. Ondanks dit slavenhandelsmonopolie slaagde de WIC er niet in om winst te maken, zelfs niet met enorme overheidssubsidies. Volgens Emmer had dit te maken met factoren die niets met slavenhandel te maken hadden. Zo werd de tweede WIC opgezadeld met schulden van de eerste WIC en werd een dure, gedecentraliseerde districtsstructuur zonder wijzigingen overgenomen. Bovendien was de tweede WIC ook geen zuivere slavenhandelsrederij. Zij verdedigde ook en aantal forten en koloniën in het Caribisch gebied en Afrika, waarmee enorme kosten gemoeid waren.

De periode van vrije slavenhandel

Ook aan het WIC-monopolie op de slavenvaart kwam een einde. Volgens Flinkenflögel was het WIC-monopolie op de slavenhandel vele planters en reders een doorn in het oog, daar zij het in strijd met de “mare liberum” gedachte achtten. Daarnaast was het in de achttiende eeuw zo dat de vraag naar slaven het aanbod overtrof. Tussen 1730 en 1738 verviel het monopolie van de WIC en werd de vrije slavenhandel een feit. Wat overbleef was dat de vrije slavenhandelaren nu “recognitiegelden” dienden te betalen aan de WIC. Het was het einde van de WIC als transatlantisch slavenexporteur.Met de geleidelijke opheffing van het WIC monopolie op de slavenhandel namen de Zeeuwen met hun “Middelburgse Commercie Compagnie” (MCC) een vooraanstaande rol in wat betreft de Nederlandse slavenhandel. In 1754 had de MCC zo”n belangrijke plaats veroverd op het gebied van de slavenhandel, dat zij niet langer verplicht was de recognitiegelden aan de WIC af te dragen.

Relatie tussen verlies en sterfte

Vanaf 1730, het aanbreken van de periode van vrije slavenhandel, kan met enige zekerheid iets worden gezegd over de rentabiliteit van de Nederlandse slavenhandel. Volgens P.C. Emmer komt dit doordat er vanaf dat moment geen vermenging meer was van overheidstaken en commerciële activiteiten. Emmer stelt echter ook dat een er slechts een beeld te geven is van winst en verlies, aangezien alleen de boekhouding van slechts één slavenhandelsrederij, de MCC, bewaard is gebleven. Zelfs van de WIC is geen enkele complete boekhouding terug gevonden. Postma voegt daaraan toe dat vergelijking moeilijk is doordat elke slavenhandelende natie zijn eigen munteenheid, gewichtseenheden en maten kende. In de Nederlanden waren zelfs twee monetaire systemen: de Zeeuwen gebruikten het Vlaamse pond, de rest van de Republiek hield vast aan de gulden. Daarnaast hanteerden de slavenhandelaren een variëteit aan maateenheden. Op basis van gegevens over de waarde van schepen, gebouwen en andere bezittingen komt Emmer tot een jaarlijks winstpercentage van twee tot drie procent, wat hij normaal acht voor die tijd. Hij stelt echter ook de vraag waarom de directeuren van de MCC hier genoegen mee namen. Immers, het geld had net zo goed simpelweg op de bank gezet kunnen worden. Emmer vermoedt dat de investeerders in de compagnie hoopten op snelle en hoge winsten. Zonder tegenslagen was dat ook vast mogelijk geweest, maar de werkelijkheid was anders. Een aantal slavenreizen van de MCC leverden inderdaad vijftig tot tachtig procent winst op, maar minstens evenveel ondernemingen eindigden met een negatief resultaat. Dit had met name te maken met de hoge sterfte onder de slaven (voor oorzaken, zie tabel 1), waardoor verliespercentages van twintig tot dertig procent vrij normaal waren.

Tabel 1: doodsoorzaken van slaven op slavenschepen in de achttiende eeuw

Slaves in sample aggregates 20653Deaths 3563% 17.3Frequency 42
Diseases Dutch equivalentes
Dysentery (Loop, dysentery, (persing’)120033.741
Smallpox (kinderpokken, pokken)54015.119
Scurvy (scheurbuyk)52414.719
Tuberculosis (teering)2707.620
Long illness (landurige ziekte)391.111
Sudden death (schielijck, subiete dood)2446.822
Heart attack (hartvangh)441.27
Illness (ziekte, natuurlijke ziekte)2607.315
Fevers (koorts, hevige coors etc.)1163.323
Dropsy (hydrope, waterzucht, ’t water)671.922
Epilepsy (stuypen, vallen, syncope etc.)361.013
suicide (overboord, hangen, niet eten)280.818
accident (verwonding, in water gevallen)190.511
Mental/emotional (gek, dol, kwaad, mal)200.67
Respiratory (hosten, benauwdheid etc.)130.46
Pleurisy (pleuris)140.45
Reproductive/veneral (craam, venus)210.67
Parasitic worms100.33
Blindness60.21
Sleeping sickness20.11
Miscellaneous (koudvuur, abcess, klapoor, colyck, litergus, verlamming etc.)902.525
Total3563100


Het is enigszins vreemd dat de Engelsen, gelet op de winstpercentages, aanzienlijk succesvoller waren in de slavenhandel. Engelse slavenhalers boekten een gemiddeld winstpercentage van zes tot zeven procent, ruim het dubbele van de Nederlanders. Hoe was dit nu mogelijk? Emmer wijst opnieuw op de sterfte onder de slaven. De Engelsen kochten over het algemeen gezondere en conditioneel beter slaven in op de welvarende delen van de Afrikaanse kusten. Ook verzorgden de Engelsen hun slaven beter. Zo hadden de Engelsen een ingenieus luchtverversingssysteem ontwikkeld, tot jaloezie van de Nederlanders.

Vrijman citeert uit een niet nader genoemde bron om de situatie op de Nederlandse slavenschepen te omschrijven:“Vochtig weer en sterken wind belet hebbende de luchtgaten te openen begonnen koortzen en roode loop de negers te plaagen: hun vertrek was zoo ondraaglijk heet, dat ik er maar een oogenblik in konde verblyven. De hitte alleen maakte dit niet onmogelyk; de planken waren zoo met bloed bevlekt dat deze arme menschen als het ware daarin zwommen. Als zy door de ziekte door hun vel en hun vleesch komen, kwynen zy nog enige tyd in die toestand; door het liggen op de planken, waardoor de uitstekende knoken, vooral by de zieken, dikwijls ontveld worden, treed dikwijls koud vuur in, totdat de barmhartige God hen den dood toezend, om dit leven van ellende te eindigen”.

De Engelse schepen beschikten ook over meer scheepsartsen met ervaring in de slavenhandel en deze artsen wisten de sterfte eveneens te beperken. In tegenstelling tot Emmer heeft Vrijman echter juist kritiek op de Engelsen en Fransen en roemt hij de Nederlanders: “Door schade en schande wijs geworden, behandelde de Loffelijke Westindische Compagnie” haar transporten buitengewoon goed, althans in vergelijking met hetgeen de zwarten op de Engelsche en Fransche schepen te verduren hadden..De Edele Compagnie huldigde een gezond koopmansprincipe; een goede behandeling van de koopwaar is de beste waarborg, dat de lading goed geconditioneerd overkomt, met de minste verliezen door sterven, ziekten en anderszins. Vooral op Engelsche schepen kon het bar toegaan. In laatere tijden voeren eenige wel een dokter, maar die was er dan ook naar!”. De beschrijvingen van Vrijman lijken de feitelijke waarheid echter geweld aan te doen.

Neergang van de slavenhandel in de achttiende eeuw

Tegen het einde van de achttiende eeuw kreeg de Nederlandse slavenhandel een enorme klap te verwerken. De planters in Suriname hadden zoveel geld in Nederland geleend, dat zij op een gegeven moment niet langer in staat waren om de rente te betalen, laat staan dat zij bij machte waren om de hoofdsom terug te betalen en velen van hen gingen failliet. De financiële crisis die in 1773 volgde zorgde voor een scherpe terugval in de afname van slaven in Suriname. De reders probeerden de Staten-Generaal te bewegen tot het afschaffen van de belasting op het “uittreden”schepen. De Staten-Generaal stemden in 1789 in, omdat de handel op de West van levensbelang was voor de Nederlandse planters in dat gebied. De Staten-Generaal meende dat de slavenhandel aangemerkt diende te worden als onafscheidelijk van de bloei en voorspoed van de koloniën in de West.

Het aantal uittredingen na 1780 was inmiddels gedaald tot slechts drie tot vier per jaar. Het lijkt dan voor de hand te liggen dat de campagne om een einde te maken aan de slavenhandel juist in Nederland succes zou hebben. Niets was echter minder waar. Juist in Nederland waren in deze tijd nauwelijks protesten te horen tegen de slavenhandel, terwijl er in Engeland vreemd genoeg een effectieve lobby voor de afschaffing van de slavenhandel ontstond. De Nederlanders wilden echter van geen wijken weten en meenden dat de winsten in de slavenhandel weliswaar laag waren, maar dat deze tak van commercie voor de Nederlandse economie van groot belang was.

Het economisch belang van de Nederlandse slavenhandel

De indruk kan ontstaan zijn dat de slavenhandel een essentieel onderdeel van de Nederlandse economie vormde en dat afschaffing van de slavernij de economisch totaal ontwricht zou worden. Volgens P.C. Emmer is die gedachte beslist niet waar. Hij stelt dat de Nederlandse slavenhalers op hun hoogtepunt jaarlijks dertig slavenschepen lieten uitvaren, maar dat deze schepen samen nog geen één procent vormde van de totale koopvaardijvloot, die toen geschat werd op ongeveer vierduizend schepen. Ook voor de werkgelegenheid vormde de slavenvaart geen absolute noodzakelijkheid. Emmer stelt het aantal zeevarenden op slavenschepen op duizend tot twaalfhonderd, en dat in de hoogtijdagen. Als er in ogenschouw wordt genomen dat de werkgelegenheid in de scheepvaart vele malen groter was (volgens Emmer ongeveer 44.700 in 1770) dan vormen de ruim duizend slavenhalers slechts een zeer kleine, haast onbetekende groep.

Vervolgens meent Emmer dat deze marginale aantallen het belang van goederen en slaven die naar West-Afrika en West-Indië werden geïmporteerd en geëxporteerd, kunnen verhullen. Op één of andere manier was dit alles van vitaal belang voor de Nederlandse economie. Hij baseert zijn stelling op een aantal interessante cijfers. Rond 1770 voerden de Nederlanden voor 60 miljoen gulden in uit de buitengebieden. Slechts 20 miljoen kwam echter voor rekening van de VOC. De overige veertig miljoen werd door Afrika en de West geleverd, waarvan de helft direct uit de Nederlandse koloniën kwam. De slavenhandel heeft indirect zo”n vijftien procent van de invoer voor haar rekening genomen. De slavenhandel was derhalve een belangrijke motor van de Nederlandse import en export.

Maar was de slavenhandel van essentieel belang voor de gehele Nederlandse economie? Met andere woorden: hadden de Nederlanden zonder slavenhandel gekund, bijvoorbeeld als zij als enigen ter wereld een verbod op slavenhandel naleefden? Emmer meent dat de Nederlanden zonder veel moeite van slavernij hadden kunnen afzien. Nederlandse plantages hebben nooit meer dan de helft van de geïmporteerde suiker en koffie geleverd, en dit zou gemakkelijk door het buitenland kunnen worden opgevangen. Daar een groot deel van de Atlantische handel en scheepvaart mogelijk werd gemaakt door de inzet van buitenlandse gastarbeiders, zou het hoogstens betekenen dat er minder gastarbeiders naar de Nederlanden waren gekomen op zoek naar werk. Maar dan nogmaals: waarom de invoering en vooral voortzetting van de slavernij, terwijl investeerders hun geld wellicht ook in andere, winstgevende projecten konden steken? Emmer verwerpt deze gedachte met de stelling dat het kapitaal dat in de slavenhandel geïnvesteerd was, niet zo simpel ergens anders onder te brengen was. Ook acht hij het niet als vanzelfsprekend dat de schepen die actief waren in de slavenhandel, dan zomaar op andere routes konden worden ingezet. “In de moderne economie gaan de experts steeds uit van de veronderstelling dat er voor elke economische activiteit wel een alternatief bestaat en dat er steeds sprake is van economische groei. Beide verschijnselen waren in het Nederland van de zeventiende en achttiende eeuw helemaal niet vanzelfsprekend”, aldus Emmer. Bovendien maakten Amsterdamse handelshuizen goede winsten bij het transport en de verkoop van plantageproducten.

Bijzondere belangen van de slavenhandelaars 

Hoewel Emmer een plausibele verklaring geeft voor de voortzetting van de slavernij, kunnen er toch kanttekeningen worden geplaatst. Slavenhandel mag dan wel een belangrijke motor voor de in- en export geweest zijn, het was volgens Emmer ook geen absolute noodzaak voor het gezond houden van de Nederlandse economie. De slavenhandelaren leden een financieel onzeker bestaan, waarbij verlies en winst elkaar snel en met grote marges afwisselden. Dat lijkt in ieder geval een weinig aantrekkelijk toekomstbeeld voor deze handelaren. Is het dan werkelijk de goede hoop die velen van hen hadden, dat de slavenhandel op en dag wel die vaste winst opleverde waar velen van hen ongetwijfeld naar verlangden? Of waren er juist andere motieven, om toch zo lang en zo hardnekkig aan de slavenhandel vast te houden. Om deze vragen te kunnen beantwoorden, dienen de werken van Postma en Flinkenflögel ter hand genomen te worden.

Postma geeft in navolging van Emmer eveneens aan dat de slavenhandelaren deels werden gedreven door goede hoop. “Even if an assessment of profitability of individual slaving ventures shows erratic and low financial gains, there was always the gambling mentality to keep slave traders going; the next venture could always be better”. Aangezien zowel Postma als Emmer dit argument naar voren brengen, kan worden aangenomen dat deze ogenschijnlijke naïviteit van de slavenhandelaren een bepaalde rol speelde. Ook zegt Postma dat de slavenhandel niet op zichzelf stond. Het was een onderdeel van een veel groter systeem waartoe ook de plantages, nederzettingen en nationale economie behoorden. Maar dan slaat Postma een andere weg in. Hij stelt namelijk dat “many of the merchants involved in the slave trade also owned plantations in Surinam, and they knew that unless fresh slaves were brought from Africa, their other investment would suffer. This is illustrated by the slaving firm, Coopstad en Rochussen of Rotterdam, and also by repeated requests written by West-Indian planters”. Dit is een zeer belangrijk gegeven. Daar veel planters dus zelf eigenaar van één of meerdere plantages waren en zij dus niet als slavenhandelaren maar als planters afhankelijk waren van de slavenhandel, kan er worden gesproken van eigen belang als belangrijke reden voor het voortzetten van de slavenhandel.

Flinkenflögel voegt daaraan toe dat het niet enkel ging om slavenhandelaren die eigenaars van de plantages waren. De meeste rederijen hadden ook reusachtige kredieten aan plantage-eigenaren verstrekt, en het aanleveren van slaven was zodoende noodzaak, om te voortkomen dat hun onderpand failliet ging. Het lot van de Nederlandse West-Indische plantagekoloniën lag daardoor in handen van Nederlandse geldschieters van wie een aantal tevens slavenhandelaar was. Slavenhandel en plantagebezit waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. De handel in dienstbaren, zoals de slaven ook wel genoemd werden, stond niet op zichzelf, maar was slechts een component van de complexe handel tussen de Republiek, West-Afrika en West-Indië.

Het einde van de slavenhandel

Het begin van het einde van de slavenhandel begon in de jaren zeventig van de achttiende eeuw. Hoewel de slavenhandel eerste jaren nog een hoogtepunt bereikte, bracht de economische recessie van 1773 de activiteiten rond de slavenhandel een zware klap toe. In 1780 tenslotte koos de Republiek openlijk de kant van de Amerikaanse opstandelingen tijdens de Amerikaanse Revolutie. Hierdoor raakte de Republiek in de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) verzeild. Helaas voor de Nederlanders was de Engelse Marine heer en meester op de wereldzeeën en de oorlog had dan ook rampzalige gevolgen voor de Nederlandse slaafvaart. Veel Nederlandse schepen werden door de Engelsen buitgemaakt, het aantal vervoerde slaven daalde drastisch en in 1783 kwam er zelfs geen enkele slaaf aan in West-Indië. De slavenhandel werd echter niet beëindigd. Met het einde van de oorlog met Engeland in 1784 kwam de slavenhandel weer op gang en in 1793 werd zelfs een kleine piek bereikt (tabel 2).

Tabel 2: slavenvervoer 1780 – 1803

YearsFrom AfricaTo SurinamTo DemeraraOther DestinationsUnknown Dest.Totals imports
1780-17845905185684013349755005
1785-17897399242327938656081
1790-1795924036051177156621958543
1802-1803120610871087
Total23750897148102900403520716

Bron: Postma, 285.

Het was slechts een tijdelijke opleving. In 1795 kwam de Republiek, nu de Bataafse Republiek geheten, als bondgenoot van Frankrijk opnieuw in oorlog met Engeland. Vrijwel direct kwam de volledige Nederlandse Atlantische slavenhandel stil te liggen. Na het Verdrag van Amiens (1802) volgde nog een laatste opleving, maar de hervatting van de oorlog in 1803 betekende de doodssteek voor de Nederlandse slavenhandel. Net zoals in de periode 1799-1802 kwamen de Nederlandse plantages onder Brits protectoraat en werden daardoor ook bevoorraad door Engelse slavenhandelaren in plaats van de Nederlanders.

Na de beëindiging van de oorlog in 1815 keerde de rust terug, maar niet de slavenhandel. Net als de Amerikanen hadden de Britten de handel in slaven wettelijk verboden. In principe kon dit de Nederlanders er niet van weerhouden de slavenhandel weer op te pakken. De in 1813 uit ballingschap in Engeland teruggekeerde koning Willem I stemde de Britten gunstig door geen toestemming te geven voor een voortzetting van de slavenhandel. Of dit een humanitaire overweging was, valt moeilijk na te gaan. Tactisch was het in ieder geval wel. In ruil voor het afwijzen van slavenhandel wist Willem I zich te verzekeren van Engelse steun bij de uitbreiding van het Nederlandse koninkrijk en was er grote kans dat de Nederlandse gebieden die tijdens de oorlogen onder Brits protectoraat gekomen waren, weer overgingen in Nederlandse handen.

De Nederlandse slavenhandel werd uiteindelijk in juni 1814, per koninklijk decreet, voorgoed afgeschaft.

Conclusie

De periode van de Nederlandse slavenhandel wordt gekenmerkt door complexiteit. Belangrijk is in ieder geval dat slavenhandel in eerste instantie geen doelstelling van de WIC was, terwijl de WIC vaak onlosmakelijk wordt verbonden met deze handelspraktijken. Slavenhandel ontstond pas toen de economische voordelen (met Engelse en Franse slavenhandel als voorbeeld) en economische noodzaak (arbeid voor de plantages in de West) duidelijk werden.

Duidelijk is ook dat slavenhandel geen zuiver Europese (en later ook Amerikaanse) aangelegenheid was. De Afrikaanse slaven werden immers gekocht van Afrikaanse, inheemse slavenhandelaars. De blanken waagden zich slechts in de kuststreken.

Was de slavenhandel nodig? Achteraf bekeken niet, maar tot in de hoogste regionen van de regering heerste de overtuiging dat het een absolute noodzaak was, om de plantages te voorzien van arbeidskrachten. Emmer heeft uiteengezet dat dit niet nodig was: zonder suiker en koffie van de Nederlandse plantages zou het via de Engelsen geïmporteerd kunnen worden. Ook hoefden de plantages in principe niet afhankelijk te zijn van de Nederlandse slavenhalers: immers, tijdens de perioden van Brits protectoraat werden dezelfde plantages door Britse slavenhalers bevoorraad. Postma heeft echter aangetoond dat de Nederlandse slavenhandel noodzakelijk was omdat slavenhandel en plantage-economie onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Vele slavenhandelaren bezaten plantages en derhalve bevoorraadden ze hun eigen projecten. Hetzelfde geldt voor de rederijen en de kredietverstrekkers. De plantage-eigenaren hebben diep in de schulden gezeten en om de investeringen veilig te stellen, dienden slaven te worden geleverd.

Het einde van de slavenhandel werd voor een groot deel bepaald door externe gebeurtenissen. De oorlogen met Engeland gaven echter de doodssteek. Daar de slavenhandel al lang had stilgelegen en de afschaffing gepaard ging met Britse steun voor de uitbreiding van het Nederlandse koninkrijk alsmede de teruggave van de tijdens de oorlogen verloren gebieden, was de Nederlandse slavenhandel vanaf 1814 voorgoed verleden tijd.

EINDE ARTIKEL

[6]

”Uiteraard was hun doel winst, maar door moeilijkheden aan de Afrikaanse kust, hoge sterfte aan boord (gemiddeld zo’n 20 procent van de menselijke ‘lading’) en verzet van de tot slaaf gemaakten zelf lukte dit lang niet altijd. Piet Emmer komt zelfs tot de conclusie dat de winstmarges verwaarloosbaar waren. Maar onlangs hebben de historici Karwan Fatah-Black en Matthias van Rossum betoogd dat dit oordeel vooral gebaseerd is op een extreem beperkte definitie wat gerekend moet worden tot de ‘winst’ van de slavenhandel. Zij berekenden de ‘bruto-marge’ van de slavenhandel – de verschillen tussen de inkoopprijs en verkoopprijs voor de honderdduizenden verhandelde mensen. Een deel van die marge kwam als winst in de boeken van handelsmaatschappijen als de WIC en de MCC, maar de rest van die marge verdween niet in de lucht. Ze vulde de zakken van de toeleveranciers en scheepsbouwers, van geldschieters en andere tussenpersonen.”

SOCIALISME.NU

SLAVERNIJ, EEN BLINDE VLEK IN DE GESCHIEDSCHRIJVING

Op 1 juli 1863 schafte Nederland als een van de laatste Europese landen bij wet de slavernij af in Suriname en de Antillen. Dit jaar wordt de afschaffing herdacht door middel van tentoonstellingen, herdenkingen en een groot aantal nieuwe publicaties. Maar de overheersende trend in de Nederlandse geschiedschrijving is nog altijd om het belang van slavenhandel en slavernij te bagatelliseren. Historicus Pepijn Brandon legt deze trend kritisch onder de loep.

De aandacht in de Nederlandse historische kringen en in de media voor het slavernijverleden is het resultaat van een lange strijd tegen misschien wel de grootste witwasoperatie in de Nederlandse geschiedenis. De nauwe band tussen Nederlandse rijkdom en de trans-Atlantische slavernij werd lange tijd verhuld achter een scherm van stilzwijgen. De ‘koopmansgeest’ van blanke handelaren – of zelfs hun ‘VOC-mentaliteit’ – werd gepresenteerd als de bron van de Nederlandse welvaart. Dat een deel van hun handel was gebouwd op het werk van zwarte Afrikanen in ketenen was weliswaar bekend, maar had in de oude canon van de Nederlandse geschiedenis nauwelijks een plek.

De nogal verlate ‘ontdekking’ van de slavernij door Nederlandse historici heeft er echter tot nu toe niet toe geleid dat er aan het slavernijverleden ook recht wordt gedaan. In plaats van een scherm van zwijgen is in de afgelopen vijftien jaar zorgvuldig gebouwd aan een scherm van bagatellisering. De belangrijkste gangmaker achter deze visie is de Leidse historicus Piet Emmer, die met zijn De Nederlandse slavenhandel in 2000 een veel verkocht publieksboek schreef dat helaas nog altijd de toon zet in het Nederlandse debat over de slavernij. Dit boek stelt in feite dat de slavenhandel nauwelijks van betekenis is geweest voor de economie, en cijfert de Nederlandse verantwoordelijkheid voor de gruwelen van de slavernij op belangrijke punten weg.

Het type argumenten dat Emmer hiervoor hanteert, klonk sterk door in de veelbekeken NTR-reeks De Slavernij die eind 2011 werd uitgezonden. Misschien wel het meest opmerkelijke voorbeeld was de aflevering waarin hoogleraar Henk den Heijer, staande in slavenfort Elmina aan de West-Afrikaanse kust, betoogde dat verkrachting van slavinnen naar alle waarschijnlijkheid niet vaak voorkwam. Piet Emmer zelf deed daar nog een schepje bovenop: ook bemanningsleden op slavenschepen zouden zich niet vaak schuldig hebben gemaakt aan verkrachting, want zij zouden hier volgens Emmer ‘te moe’ en ‘te ziek’ voor zijn geweest.


Belang van de slavernij

De bagatelliserende visie drijft op een aantal mythes: de mythe dat slavernij slechts van marginale betekenis was voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie en maatschappij, de mythe dat de tot slaaf gemaakten berustten in hun lot, en de mythe dat de afschaffing van de slavernij een triomf was voor de (blanke) Nederlandse beschaving.

Allereerst het belang van de slavernij. In de grofweg tweeënhalve eeuw dat Nederland deelnam aan de slavenhandel, vervoerden Nederlandse schepen volgens de meest recente schatting meer dan 600.000 mensen als slaaf van de Afrikaanse naar de Amerikaanse kust.

Daarmee had Nederland een aandeel van ongeveer 5 procent in de totale trans-Atlantische slavenhandel. Lange tijd viel de slavenhandel onder het monopolie van de West-Indische Compagnie, maar vanaf 1730 werd de handel vrijgegeven. De belangrijkste nieuwe speler was de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), die in totaal meer dan honderd slavenreizen uitrustte.

Uiteraard was hun doel winst, maar door moeilijkheden aan de Afrikaanse kust, hoge sterfte aan boord (gemiddeld zo’n 20 procent van de menselijke ‘lading’) en verzet van de tot slaaf gemaakten zelf lukte dit lang niet altijd. Piet Emmer komt zelfs tot de conclusie dat de winstmarges verwaarloosbaar waren. Maar onlangs hebben de historici Karwan Fatah-Black en Matthias van Rossum betoogd dat dit oordeel vooral gebaseerd is op een extreem beperkte definitie wat gerekend moet worden tot de ‘winst’ van de slavenhandel. Zij berekenden de ‘bruto-marge’ van de slavenhandel – de verschillen tussen de inkoopprijs en verkoopprijs voor de honderdduizenden verhandelde mensen. Een deel van die marge kwam als winst in de boeken van handelsmaatschappijen als de WIC en de MCC, maar de rest van die marge verdween niet in de lucht. Ze vulde de zakken van de toeleveranciers en scheepsbouwers, van geldschieters en andere tussenpersonen.

Misschien nog wel belangrijker is dat Emmer slechts keek naar de slavenhandel. Maar slavenhandel was de ondersteunende tak voor de op slavenarbeid gebaseerde productie. Terwijl een groot deel van de Nederlandse economie in de loop van de achttiende eeuw stagneerde, was de handel in plantageproducten zoals suiker, koffie en tabak die hele periode booming business. De West-Indische koloniën groeiden uit van een relatief onbelangrijk deel van het Nederlandse commerciële wereldrijk tot een van zijn steunpilaren.

Verzet en afschaffing

Een ander belangrijk onderdeel van het betoog van de historici die de betekenis van slavernij bagatelliseren, is de bewering dat de omstandigheden waaronder slaven werden vervoerd en tewerkgesteld relatief gezien helemaal niet zo slecht waren. Zo wijst Piet Emmer herhaaldelijk op het hoge sterftecijfer van matrozen aan boord van slavenschepen om de grote sterfte onder slaven te ‘nuanceren’, en plaatste Trouw op 29 april van dit jaar een interview met onderzoekster Els Langenfeld met de schrijnend ongevoelige titel ‘Curaçao was best goed voor zijn slaven’. Merkwaardig genoeg zien beiden over het hoofd dat dit wellicht meer zegt over het brute en gewelddadige karakter van ‘vrije arbeid’ dan over de aard van de slavernij – een andere hardnekkige blinde vlek in de Nederlandse geschiedschrijving. Daarnaast weigeren zij de permanente onvrijheid en het racisme die inherent waren aan de slavernij te zien als verzwarende factoren.

Een sterk bewijs voor het tegendeel van hun betoog is de grote mate van verzet vanuit de Afrikaanse tot slaaf gemaakten. Op maar liefst 20 procent van de reizen van de MCC was sprake van opstandigheid. Hoewel de tot slaaf gemaakten grote delen van de reis geketend in het ruim moesten doorbrengen, wisten zij hongerstakingen te organiseren, van boord te springen, soms in groepen te ontsnappen, en in een enkel geval zelfs de bemanning te overmeesteren en het schip over te nemen. Dit verzet stopte niet na de verkoop. De plantages in Suriname waren broeinesten van rebellie, en duizenden mensen liepen weg om zich te voegen bij zogenaamde Marron-gemeenschappen aan de randen van de Surinaamse maatschappij. Ontsnapping en verzet waren een onontkoombaar onderdeel van de slaveneconomie. Het hoogtepunt daarvan was de slavenrevolutie die in 1795 onder leiding van Tula plaatsvond op Curaçao. Slechts met moeite werd de opstand neergeslagen. De drie leiders van de opstand werden geradbraakt, gemarteld en onthoofd. Nog eens 29 andere opstandelingen werden opgehangen.

Ook de wijze van beëindigen van de slavernij toonde niet een toenemende beschaving onder de blanke eigenaren, maar eerder de complete onmenselijkheid van dit systeem. Toen Nederland onder druk van economische omstandigheden, slavenverzet en de buitenlandse concurrenten uiteindelijk besloot de slavernij af te schaffen, was het belangrijkste thema voor debat de vraag welke vergoeding er zou moeten worden uitgekeerd. Niet aan de slaven, maar aan de slavenhouders die bij vrijlating ‘verlies’ zouden leiden. De hoogte van dit bedrag werd vastgesteld op 300 gulden per slaaf, en daarnaast werden de voormalige slaven nog tien jaar lang verplicht te blijven werken voor hun oude meesters.

In de hoop zo veel mogelijk te profiteren van deze regeling ontstond onder slavenhouders in 1862 een ware wedren om op het laatste moment nog een zo groot mogelijk aantal slaven in hun bezit te krijgen.

Een jaar voor de ‘emancipatie’ rustte het koloniaal bestuur nog een laatste expeditie uit onder kapitein Steenberghe om zoveel mogelijk Marrons terug te slepen naar hun voormalige meesters. De expeditie werd door de Marrons verslagen, maar zoals de Surinaamse anti-koloniale denker Anton de Kom later stelde zorgde zij ervoor dat ‘ook het laatste hoofdstuk der wettelijke slavernij met bloed werd geschreven’.

De slavenhouders kregen genoegdoening, de voormalige slaven kregen dat niet. En mede dankzij historici als Piet Emmer moeten hun nazaten zelfs honderdvijftig jaar later nog vechten voor erkenning voor de misdaad die hun dankzij de ‘Nederlandse handelsgeest’ werd aangedaan.

Pepijn Brandon werkt als historicus aan de Universiteit van Amsterdam, en doceert daar een vak over de Nederlandse Republiek en de slavenhandel.

EINDE ARTIKEL

EINDE ARTIKEL

[7]

[7]
TWEE VOORBEELDEN VAN MEDIA, DIE EMMER, NAAST HET DAGBLAD DE VOLKSKRANT, DE RUIMTE GEVEN VOOR ZIJN BAGATELLISERINGSROLVAN SLAVENHANDEL EN SLAVERNIJ

ARTIKEL ELSEVIER MAGAZINE

ELSEVIERS WEEKLBLAD MAZAGINEPIET EMMER: TEGENSTANDERS GEBRUIKEN ”KWAADAARDIGE VERZINSELS”28 OCTOBER 2020
https://www.ewmagazine.nl/nederland/achtergrond/2020/10/piet-emmer-mijn-critici-gebruiken-kwaadaardige-verzinselen-785012/

Prof. dr. Piet Emmer (76), emeritus hoogleraar geschiedenis en pionier van het Nederlandse slavernijonderzoek, gaat deze week in Elsevier Weekblad tien pagina’s lang in debat met zichzelf over de kwestie waarin hij zelf onder vuur ligt: het Nederlandse slavernijverleden. Hij doet dat op uitnodiging van de redactie van Elsevier Weekblad.

Emmer gaat in op tal van historische aspecten van de discussie, zoals de rol van de Afrikanen zelf in de trans-Atlantische slavenhandel.

‘In de slavenhandel bepaalden de Afrikanen alles: op welke plek er werd gehandeld, hoeveel slaven ze wilden verkopen, wie ze wilden verkopen, van welke leeftijden en van welk geslacht. Het woord “deportatie” (zoals gebruikt in een tentoonstelling over Johan Maurits, de vroegere eigenaar van het Mauritshuis red.) is een activistische poging dat toe te dekken, het Europese schuldgevoel aan te wakkeren. (…) De bemanningen van de Europese slavenschepen waren helemaal niet bij machte Afrikaanse slaven te “deporteren” om de simpele reden dat de Afrikanen dat niet toestonden. (…) Ik ben dan ook zeer benieuwd hoe het Rijksmuseum, dat volgend jaar een slavernijtentoonstelling wil organiseren, de Afrikaanse rol in de slavenhandel ter sprake zal brengen.’

Ook de vraag waarom Nederland destijds eerst tegen en toen voor slavenhandel was, komt in het gesprek aan bod. Net als de – voor het hedendaagse debat belangrijke – vraag of de slavernij nu om economische of om humanitaire redenen  is afgeschaft.

‘Dat de slavernij niet rendabel zou zijn, kwam weer eens voorbij in de door de EO uitgezonden tv-serie Terug naar de plantage. Daarin werd de mythe herhaald dat de slavernij werd afgeschaft, omdat de slavenarbeid niets meer opbracht. Als dat klopt, dan zouden de prijzen voor de slaven toch niet zijn blijven stijgen, bijna tot het jaar dat de slaven vrij werden verklaard?

En waarom verkochten Afrikanen elkaar dan? Dat deden ze niet, betoogt Emmer, want ze voelden zich net zomin Afrikanen als de Duitsers, Engelsen en Fransen zich Europeanen voelen.

In Afrika werd je tot slaaf gemaakt als je anderen schade had toegebracht, door het maken van schulden of het voeren van oorlog. Dat lijkt logisch en het is dan ook geen wonder dat in de meeste landen ter wereld slavernij een normaal instituut was, ook al omdat er nauwelijks mensen waren die geheel vrijwillig voor een ander wilden werken.

In de meeste landen ter wereld werd het arbeidsaanbod geheel gedomineerd door slaven. De schulden kon je aflossen door als slaaf te werken. En als je oorlogsschade had veroorzaakt, kon je als krijgsgevangen gemaakte slaaf de schade van de overwinnaar herstellen.

Tijdens en na afloop van de Tweede Wereldoorlog is dit principe in Europa ook op grote schaal toegepast. Zo werden na mei 1945 in Nederland de soldaten van het verslagen Duitse leger gedwongen om de ingegraven landmijnen onschadelijk te maken. Ook de Sovjet-Unie liet Duitse krijgsgevangenen soms meer dan tien jaar dwangarbeid verrichten voordat ze – als ze tenminste nog in leven waren – weer naar huis mochten.

Verder gaat Emmer in op de aanhoudende beschuldigingen – gedaan door onder anderen NOS-verslaggever Gerri Eickhof en NRC-columnist Zihni Özdil – dat hij dan wel zijn werk ‘racistisch’ zou zijn. ‘Ik weet dat het niet waar is, dus persoonlijk trek ik me er niets van aan,’ zegt Emmer daarover. Maar de beschuldigingen ondermijnen wel zijn autoriteit, zegt hij. Als je voor racist wordt uitgemaakt, kun je niet meer met gezag over het slavernijverleden schrijven.

Emmer verwijt zijn tegenstanders dat ze hem ‘verzonnen citaten’ en ‘kwaadaardige verzinsels’ voor de voeten werpen. NRC-Ombudsman Sjoerd de Jong nam inmiddels, in de krant van zaterdag 24 oktober, in scherpe bewoordingen afstand van de column van Özdil: ‘Lieve hemel! Waarom publiceert de krant zoiets?’

Het kan overigens nog erger, want een vergelijkende studie over de Atlantische, de inter-Afrikaanse en de Arabische slavenhandel heeft een Franse collega-onderzoeker zelfs een strafklacht opgeleverd. Een activistisch collectief diende die klacht in, omdat deze studie het unieke kwaad van de Atlantische slavenhandel zou bagatelliseren.

‘Die strafklacht was gebaseerd op een kort tevoren aangenomen wet, waarin alleen de Atlantische slavenhandel als misdaad tegen de menselijkheid werd aangemerkt en de ontkenning daarvan werd bedreigd met boetes en gevangenisstraf. En denk maar niet dat academisch Frankrijk als één man tegen deze klacht heeft geprotesteerd.

‘Gelukkig heeft een aantal Engelse en Amerikaanse collega-onderzoekers de rechtbank in Parijs laten weten dat in de geschiedwetenschap vergelijkingen zoals van de verschillende slavenstromen in en uit Afrika volstrekt wetenschappelijk legitiem zijn. Daarop is de strafklacht ingetrokken.

EINDE ARTIKEL

ARTIKEL AD

ADHISTORICUS PIET EMMER: ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS22 AUGUSTUS 2020
https://www.ad.nl/binnenland/historicus-emmer-er-wordt-gedaan-alsof-elke-plantage-een-hel-op-aarde-was~ab02e9bd/

SLAVERNIJPiet Emmer is de kop van Jut bij nog al wat Black Lives Matter-sympathisanten. De historicus vindt dat ten onrechte wordt gedaan alsof het slavernijverleden de oorzaak is van alle racismeproblemen. ,,We moeten niet de Verenigde Staten kopiëren.’’
,,Geschiedenis is als wetenschap – meer dan bijvoorbeeld wiskunde – gevoelig voor modegrillen. Zo waren er veel historici die het communisme ophemelden, terwijl toch duidelijk is dat dat tot vreselijke dingen heeft geleid. Dat zie je nu ook in het debat over slavernij en racisme: er wordt selectief met feiten omgegaan.’’

Aan het woord is historicus Piet Emmer (75). Hij schreef twintig jaar geleden het standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel. Collega-historici verwijten hem de ernst van de slavenhandel en de rol van Nederland te bagatelliseren. Zelf verwijt hij zijn tegenstanders juist ‘activistisch’ om te gaan met geschiedenis. ,,Daardoor is er geen ruimte meer voor nuance in het huidige racismedebat’’, zegt hij.

U wordt zelf verweten de geschiedenis te verdraaien om de rol van Nederland in de slavenhandel te verfraaien. Vorige week nog op deze site door uw collega Fatah-Black. Begrijpt u dat?,,Ik begrijp dat het erop lijkt dat ik dingen bagatelliseer. Maar dat is niet zo. Alleen ben je al snel fout als je niet in elke zin benadrukt dat de slavernij verschrikkelijk was. Natuurlijk was het dat, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Als historicus ben je er niet om morele oordelen te vellen, maar om dingen in perspectief te zetten zodat je de geschiedenis beter begrijpt. En om te snappen waarom Europeanen zich met slavenhandel inlieten, is het dus belangrijk te kijken hoe er in Europa in die tijd tegen onvrije arbeid werd aangekeken. Veel Engelse mijnwerkers waren bijvoorbeeld min of meer eigendom van de eigenaar van de mijn. Wie geen werk had, kon als landloper gedwongen worden elders te werken, net als weeskinderen en strafgevangenen, desnoods in een verre kolonie. En de omstandigheden waaronder veel volwassenen en kinderen hier tot in de 19de eeuw moesten leven, waren echt niet altijd beter dan die van slaven in Suriname en op de Antillen.’’

Slavernij is toch niet hetzelfde als armoede?,,Ik stel het een niet gelijk aan het ander, ik probeer alleen dingen inzichtelijk te maken. Hoe kon het dat een continent dat slavernij had afgezworen, het wel accepteerde dat slaven in andere landen werden gehouden? Daarbij moet je vergelijken. Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten. Toch verweten mijn critici dat ik slavernij gelijk stelde aan een vakantiereis. Onzin. Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.

Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij. Maar door anderen werd de slavernij goedgepraat met een verwijzing naar het Bijbelboek Genesis, waarin Noachs zoon Cham werd gestraft en voortaan zijn broers moest dienen. Cham zou donkerder zijn geweest dan zijn broers.’’

Waarom is vergelijken zo belangrijk?,,Om een beter beeld te kunnen krijgen van wat er écht gebeurd is vroeger. Bijvoorbeeld: na de oorlog had iedereen het gevoel dat we ons fel hadden verzet tegen de Duitse Jodenvervolging. Totdat iemand eens ging vergelijken hoeveel joden er na de oorlog eigenlijk nog in leven waren en dat vergeleek met andere bezette landen. Toen bleek dat er nergens zo’n groot percentage joden is vermoord als hier. Dat zegt iets over ons. Iedereen snapt zo’n vergelijking. Maar toen mijn Franse collega Olivier Grenouilleau onderzocht hoe groot de trans-Atlantische slavenhandel door Europeanen was ten opzichte van de slavenhandel door Arabieren en de slavenhandel in Afrika zelf, werd hij voor de rechter gesleept omdat hij westerse slavenhandel zou bagatelliseren. Gelukkig is die aanklacht ingetrokken.’’

Hoe verklaart u die woede over dergelijke vergelijkingen?,,Zeker slavernij is in de geschiedenis vaak anders voorgesteld dan het was. Slavenhouders deden alsof het allemaal wel meeviel om hun verdienmodel te rechtvaardigen. Voorstanders van afschaffing overdreven de gruweldaden op plantages om hun pleidooi kracht bij te zetten. Een historicus moet proberen het in perspectief te zetten. In de jaren zeventig ontstond in de Verenigde Staten het idee dat de economische achterstelling van de zwarte Amerikanen een gevolg was van de slavernij. Sindsdien is het hele onderwerp speelbal geworden van een politieke agenda.’’

Speelt slavernij dan niet door in het heden?,,Racisme en discriminatie zijn vreselijk en moeten worden bestreden. Maar het komt overal voor, in alle tijden. Ook in landen die nooit koloniën hadden. Als je kijkt wie in Nederland onderaan de sociaaleconomische ladder staan, dan zijn dat veelal Marokkanen. Die stammen niet af van slaven, in sommige gevallen eerder van slavenhouders, want de Berbers hielden slaven. Het is te simpel om net te doen alsof iedereen die zwart is slachtoffer is en iedereen die wit is daar schuldig aan is. Na 1800 waren de meeste Surinaamse slaveneigenaren niet blank. Door zwart-wit te denken ga je bijvoorbeeld voorbij aan de ergste vorm van racisme die we kennen: antisemitisme. Jodenhaat heeft niets met slavernij, huidskleur of koloniën te maken.’’

Wat klopt er volgens u niet aan het beeld van slavernij?,,Er wordt gedaan alsof elke plantage een hel op aarde was. Dat behoeft nuance. Er is een groot verschil tussen de plantages in het zuiden van de Verenigde Staten en die in bijvoorbeeld Suriname, waar soms meer dan honderd slaven samenleefden met soms maar twee of drie Europeanen. De slaven daar hadden een veel grotere mate van zelfstandigheid dan wel eens wordt gedacht. Zonder dat ik probeer goed te praten wat er aan vreselijks is gebeurd! De slavernij in Afrika zelf was al heel lang gemeengoed voordat Europese handelaren bij lokale koningen slaven kwamen kopen. Zij werden niet allemaal gedwongen slaven te verkopen. De Europeanen moesten de Afrikaanse koningen en makelaars stroop om de mond smeren om handel te kunnen drijven. En ook het beeld alsof de succesvolle slavenopstand op Haïti het einde van de slavernij inluidde, klopt niet. Die had nauwelijks invloed. Daarna ging de slavenhandel nog lang door en stegen de prijzen alleen maar. De beweging om slavernij overal ter wereld duit te bannen ontstond in Engeland. Maar dat past niet in het populaire beeld dat de zwarte slaaf het juk van de witte slavenhouder heeft afgeworpen.’’

Waarom maakt u zich zo druk over dit onderwerp?,,Doordat de slavernij nu als een soort van stormram wordt gebruikt om allerlei misstanden aan de kaart te stellen en om politieke doelen te bereiken zoals excuses en herstelbetalingen, doe je niet alleen de geschiedenis onrecht aan. Je polariseert ook de samenleving, omdat het leidt tot allerlei tegenreacties. En die zijn soms onfris. Ik word ook tegen mijn zin in een rechts kamp geduwd omdat ik op basis van onderzoek zeg dat sommige beweringen over de slavernij niet kloppen. Ik heb in de Verenigde Staten gewerkt en gezien hoe het debat daar is ontspoord. Dat moeten we echt niet hier kopiëren. We leven in een van de rijkste, gelukkigste en meest egalitaire landen ter wereld. Dat verliezen we nu uit het oog.’’

Hoe groot was de rol van Nederland in de slavenhandel?,,Om en nabij de 5 procent van de slaven die vanuit Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika zijn gebracht, zijn door Nederlanders vervoerd. Dat staat overigens los van de slavenhandel in Indonesië, waar veel mensen uit India en Madagaskar het slachtoffer van waren. Maar daar is nooit goed onderzoek naar gedaan. Verder droeg de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in het topjaar 1770 maar zo’n 5 procent bij aan onze welvaart. Natuurlijk was het bizar dat onze voorvaderen dit onmenselijke systeem optuigden om hier goedkoop suiker, tabak en koffie te kunnen gebruiken. Maar door sommige historici wordt net gedaan alsof het de kurk was waar onze economie op dreef. Dat is aantoonbaar niet waar. De meeste grachtenpanden in Amsterdam stonden er al vóórdat Nederland Suriname veroverde en waren gebouwd door kooplieden, die hun geld verdienden in ons land zoals met bankieren en de graan- wijn en houthandel met de Oostzee, Spanje en Scandinavië.’’

EINDE ARTIKEL

[8]

VOLKSKRANT

WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM

22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3

[9]

HISTORICUS PIET EMMER, WEGPOETSER VAN HET BLOED, DAT KLEEFT AAN DE WESTERSE SLAVERNIJ

ASTRID ESSED

30 JUNI 2021

OF

https://www.dewereldmorgen.be/community/historicus-piet-emmer-wegpoetser-van-het-bloed-dat-aan-de-westerse-slavernij-kleeft/

[10]

”Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten”

AD

HISTORICUS PIET EMMER: ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS

22 AUGUSTUS 2020

https://www.ad.nl/binnenland/historicus-emmer-er-wordt-gedaan-alsof-elke-plantage-een-hel-op-aarde-was~ab02e9bd/

SLAVERNIJ

Piet Emmer is de kop van Jut bij nog al wat Black Lives Matter-sympathisanten. De historicus vindt dat ten onrechte wordt gedaan alsof het slavernijverleden de oorzaak is van alle racismeproblemen. ,,We moeten niet de Verenigde Staten kopiëren.’’
,,Geschiedenis is als wetenschap – meer dan bijvoorbeeld wiskunde – gevoelig voor modegrillen. Zo waren er veel historici die het communisme ophemelden, terwijl toch duidelijk is dat dat tot vreselijke dingen heeft geleid. Dat zie je nu ook in het debat over slavernij en racisme: er wordt selectief met feiten omgegaan.’’

Aan het woord is historicus Piet Emmer (75). Hij schreef twintig jaar geleden het standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel. Collega-historici verwijten hem de ernst van de slavenhandel en de rol van Nederland te bagatelliseren. Zelf verwijt hij zijn tegenstanders juist ‘activistisch’ om te gaan met geschiedenis. ,,Daardoor is er geen ruimte meer voor nuance in het huidige racismedebat’’, zegt hij.

U wordt zelf verweten de geschiedenis te verdraaien om de rol van Nederland in de slavenhandel te verfraaien. Vorige week nog op deze site door uw collega Fatah-Black. Begrijpt u dat?,,Ik begrijp dat het erop lijkt dat ik dingen bagatelliseer. Maar dat is niet zo. Alleen ben je al snel fout als je niet in elke zin benadrukt dat de slavernij verschrikkelijk was. Natuurlijk was het dat, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Als historicus ben je er niet om morele oordelen te vellen, maar om dingen in perspectief te zetten zodat je de geschiedenis beter begrijpt. En om te snappen waarom Europeanen zich met slavenhandel inlieten, is het dus belangrijk te kijken hoe er in Europa in die tijd tegen onvrije arbeid werd aangekeken. Veel Engelse mijnwerkers waren bijvoorbeeld min of meer eigendom van de eigenaar van de mijn. Wie geen werk had, kon als landloper gedwongen worden elders te werken, net als weeskinderen en strafgevangenen, desnoods in een verre kolonie. En de omstandigheden waaronder veel volwassenen en kinderen hier tot in de 19de eeuw moesten leven, waren echt niet altijd beter dan die van slaven in Suriname en op de Antillen.’’

Slavernij is toch niet hetzelfde als armoede?,,Ik stel het een niet gelijk aan het ander, ik probeer alleen dingen inzichtelijk te maken. Hoe kon het dat een continent dat slavernij had afgezworen, het wel accepteerde dat slaven in andere landen werden gehouden? Daarbij moet je vergelijken. Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten. Toch verweten mijn critici dat ik slavernij gelijk stelde aan een vakantiereis. Onzin. Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.

Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij. Maar door anderen werd de slavernij goedgepraat met een verwijzing naar het Bijbelboek Genesis, waarin Noachs zoon Cham werd gestraft en voortaan zijn broers moest dienen. Cham zou donkerder zijn geweest dan zijn broers.’’

Waarom is vergelijken zo belangrijk?,,Om een beter beeld te kunnen krijgen van wat er écht gebeurd is vroeger. Bijvoorbeeld: na de oorlog had iedereen het gevoel dat we ons fel hadden verzet tegen de Duitse Jodenvervolging. Totdat iemand eens ging vergelijken hoeveel joden er na de oorlog eigenlijk nog in leven waren en dat vergeleek met andere bezette landen. Toen bleek dat er nergens zo’n groot percentage joden is vermoord als hier. Dat zegt iets over ons. Iedereen snapt zo’n vergelijking. Maar toen mijn Franse collega Olivier Grenouilleau onderzocht hoe groot de trans-Atlantische slavenhandel door Europeanen was ten opzichte van de slavenhandel door Arabieren en de slavenhandel in Afrika zelf, werd hij voor de rechter gesleept omdat hij westerse slavenhandel zou bagatelliseren. Gelukkig is die aanklacht ingetrokken.’’

Hoe verklaart u die woede over dergelijke vergelijkingen?,,Zeker slavernij is in de geschiedenis vaak anders voorgesteld dan het was. Slavenhouders deden alsof het allemaal wel meeviel om hun verdienmodel te rechtvaardigen. Voorstanders van afschaffing overdreven de gruweldaden op plantages om hun pleidooi kracht bij te zetten. Een historicus moet proberen het in perspectief te zetten. In de jaren zeventig ontstond in de Verenigde Staten het idee dat de economische achterstelling van de zwarte Amerikanen een gevolg was van de slavernij. Sindsdien is het hele onderwerp speelbal geworden van een politieke agenda.’’

Speelt slavernij dan niet door in het heden?,,Racisme en discriminatie zijn vreselijk en moeten worden bestreden. Maar het komt overal voor, in alle tijden. Ook in landen die nooit koloniën hadden. Als je kijkt wie in Nederland onderaan de sociaaleconomische ladder staan, dan zijn dat veelal Marokkanen. Die stammen niet af van slaven, in sommige gevallen eerder van slavenhouders, want de Berbers hielden slaven. Het is te simpel om net te doen alsof iedereen die zwart is slachtoffer is en iedereen die wit is daar schuldig aan is. Na 1800 waren de meeste Surinaamse slaveneigenaren niet blank. Door zwart-wit te denken ga je bijvoorbeeld voorbij aan de ergste vorm van racisme die we kennen: antisemitisme. Jodenhaat heeft niets met slavernij, huidskleur of koloniën te maken.’’

Wat klopt er volgens u niet aan het beeld van slavernij?,,Er wordt gedaan alsof elke plantage een hel op aarde was. Dat behoeft nuance. Er is een groot verschil tussen de plantages in het zuiden van de Verenigde Staten en die in bijvoorbeeld Suriname, waar soms meer dan honderd slaven samenleefden met soms maar twee of drie Europeanen. De slaven daar hadden een veel grotere mate van zelfstandigheid dan wel eens wordt gedacht. Zonder dat ik probeer goed te praten wat er aan vreselijks is gebeurd! De slavernij in Afrika zelf was al heel lang gemeengoed voordat Europese handelaren bij lokale koningen slaven kwamen kopen. Zij werden niet allemaal gedwongen slaven te verkopen. De Europeanen moesten de Afrikaanse koningen en makelaars stroop om de mond smeren om handel te kunnen drijven. En ook het beeld alsof de succesvolle slavenopstand op Haïti het einde van de slavernij inluidde, klopt niet. Die had nauwelijks invloed. Daarna ging de slavenhandel nog lang door en stegen de prijzen alleen maar. De beweging om slavernij overal ter wereld duit te bannen ontstond in Engeland. Maar dat past niet in het populaire beeld dat de zwarte slaaf het juk van de witte slavenhouder heeft afgeworpen.’’

Waarom maakt u zich zo druk over dit onderwerp?,,Doordat de slavernij nu als een soort van stormram wordt gebruikt om allerlei misstanden aan de kaart te stellen en om politieke doelen te bereiken zoals excuses en herstelbetalingen, doe je niet alleen de geschiedenis onrecht aan. Je polariseert ook de samenleving, omdat het leidt tot allerlei tegenreacties. En die zijn soms onfris. Ik word ook tegen mijn zin in een rechts kamp geduwd omdat ik op basis van onderzoek zeg dat sommige beweringen over de slavernij niet kloppen. Ik heb in de Verenigde Staten gewerkt en gezien hoe het debat daar is ontspoord. Dat moeten we echt niet hier kopiëren. We leven in een van de rijkste, gelukkigste en meest egalitaire landen ter wereld. Dat verliezen we nu uit het oog.’’

Hoe groot was de rol van Nederland in de slavenhandel?,,Om en nabij de 5 procent van de slaven die vanuit Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika zijn gebracht, zijn door Nederlanders vervoerd. Dat staat overigens los van de slavenhandel in Indonesië, waar veel mensen uit India en Madagaskar het slachtoffer van waren. Maar daar is nooit goed onderzoek naar gedaan. Verder droeg de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in het topjaar 1770 maar zo’n 5 procent bij aan onze welvaart. Natuurlijk was het bizar dat onze voorvaderen dit onmenselijke systeem optuigden om hier goedkoop suiker, tabak en koffie te kunnen gebruiken. Maar door sommige historici wordt net gedaan alsof het de kurk was waar onze economie op dreef. Dat is aantoonbaar niet waar. De meeste grachtenpanden in Amsterdam stonden er al vóórdat Nederland Suriname veroverde en waren gebouwd door kooplieden, die hun geld verdienden in ons land zoals met bankieren en de graan- wijn en houthandel met de Oostzee, Spanje en Scandinavië.’’

EINDE ARTIKEL

[11]VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3
[12]
VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3

[13]
ZIE NOOT 12

[14]

ZIE NOOT 12

[15]
ZIE NOOT 12

[16]

HART.AMSTERDAM.NLDE GEUR VAN EEN SLAVENSCHIP
https://hart.amsterdam/nl/page/28207/de-geur-van-een-slavenschip

De beurs van Amsterdam is het centrale punt van handel. Aandelen van de VOC en WIC worden gekocht en verkocht. De scheepvaart is de motor van de Nederlandse handel: wat is de andere kant van het verhaal?

Het schip vervult in de 17de eeuw de rol van tanker, trein en vliegtuig. In de Republiek zijn scheepswerven de grootste en meest geavanceerde fabrieken van hun tijd. Duizenden schepen gaan ter haringvangst. De graan-, hout- en ijzerhandel op de Oostzee is lang de kurk waar de Nederlandse economie op drijft. Honderden schepen, efficiënte ‘vrachtwagens’ met weinig personeel, varen jaarlijks heen en weer. Ook in Nederland zelf gaat veel per schip: turf en groenten naar de stad of mensen die, met de reisplanner in de hand, per trekschuit en beurtschip naar stad en dorp varen. De scheepvaart, eerst beperkt tot Noordwest-Europa, breidt zich omstreeks 1600 razendsnel uit over de hele wereld. Iedereen pikt een graantje mee in handel en scheepvaart.

De andere kant van het verhaal

Zo’n 1600 Nederlandse schepen transporteren in de 17de en 18de eeuw ruim 550.000 mannen, vrouwen en kinderen naar Amerika. In benauwde kelders in de forten aan de West Afrikaanse kust wachten de tot slaaf gemaakten tot ze aan boord gaan. Voor vertrek worden ze gekeurd en gebrandmerkt. De reis duurt enkele maanden. Ze liggen opeengepakt en aan elkaar geketend. Zieke slaven worden overboord gegooid. Vrouwen zijn weerloos als bemanningsleden hen verkrachten. Er is onderlinge strijd tussen gevangenen van verschillende stammen, die elkaars taal niet spreken. Het sterftecijfer aan boord bedraagt zo’n 15%. Onder de bemanning is het sterftecijfer net zo hoog vanwege de slechte hygiëne en voedsel. Inwoners van Paramaribo en Willemstad ruiken een slavenschip dat de haven binnenvaart: honderden opeengepakte mensen, soms lijdend aan besmettelijke ziektes.

EINDE ARTIKEL

[17]

”Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?”

VOLKSKRANT

WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM

22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3

[18]

”Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?”

VOLKSKRANT

WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM

22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3

[19]

”Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij”

ARTIKEL AD

AD

HISTORICUS PIET EMMER: ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS

22 AUGUSTUS 2020
https://www.ad.nl/binnenland/historicus-emmer-er-wordt-gedaan-alsof-elke-plantage-een-hel-op-aarde-was~ab02e9bd/

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 7

[20]

CRIMES AGAINST HUMANITY

BACKGROUND

It is not clear in which context the term “crimes against humanity” was first developed. Some scholars[1] point to the use of this term (or very similar terms) as early as late eighteenth and early nineteenth century, particularly in the context of slavery and the slave trade, and to describe atrocities associated with European colonialism in Africa and elsewhere such as, for example, the atrocities committed by Leopold II of Belgium in the Congo Free State. Other scholars[2] point to the declaration issued in 1915 by the Allied governments (France, Great Britain and Russia) condemning the mass killing of Armenians in the Ottoman Empire, to be the origin of the use of the term as the label for a category of international crimes.

Since then, the notion of crimes against humanity has evolved under international customary law and through the jurisdictions of international courts such as the International Criminal Court, the International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia and the International Criminal Tribunal for Rwanda. Many States have also criminalized crimes against humanity in their domestic law; others have yet to do so.

Crimes against humanity have not yet been codified in a dedicated treaty of international law, unlike genocide and war crimes, although there are efforts to do so. Despite this, the prohibition of crimes against humanity, similar to the prohibition of genocide, has been considered a peremptory norm of international law, from which no derogation is permitted and which is applicable to all States.

UNITED NATIONS

OFFICE ON GENOCIDE PREVENTION AND THE RESPONSIBILITY

TO PROTECT

https://www.un.org/en/genocideprevention/crimes-against-humanity.shtml

[21]

””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]

Macbeth Act 5 Scene 1 – Lady Macbeth’s sleepwalking scene

Macbeth Act 5 Scene 1 – Lady Macbeth’s sleepwalking sceneAn act full of misery and hopelessness, beginning with Lady Macbeth’s most famous scene – out damned spot. With …

EINDE NOTEN

Reacties uitgeschakeld voor Redactie Volkskrant, u bent moreel medeplichtig aan de bagatellisering van de Westerse slavernij door historicus Piet Emmer

Opgeslagen onder Divers

Peter R de Vries, misdaadjournalist/Tegen de Stroom in/Wat niet iedereen van hem weet

PETER R. DE VRIES/TEGEN DE STROOM IN/WAT NIET IEDEREEN VAN HEM WEET!

File:Peter R de Vries (2017).jpg
Groep staatlozen krijgt paspoort: 'Is de verdienste van Peter R. de Vries'
https://www.nu.nl/politiek/6144196/groep-staatlozen-krijgt-paspoort-is-de-verdienste-van-peter-r-de-vries.html
Image result for ouderwetse vulpen/Foto's
Image result for middeleeuws zwaard

BESTRIJD FASCISME,  ISLAMOFOBIE, VLUCHTELINGENHAAT EN RACISME  MET DE PEN EN HET ZWAARD

BESTRIJD FASCISME,  ISLAMOFOBIE, VLUCHTELINGENHAAT EN RACISME  MET DE PEN EN HET ZWAARD

https://nl.politiek.narkive.com/rp4r4QsV/bij-politicus-geert-w-kun-je-niet-onderduiken-voor-hem-moet-je-onderduiken

‘Hy is met vollen roem in ’t harrenas gestorven”


GIJSBRECHT VAN AEMSTEL, VIJFDE BEDRIJF


https://www.dbnl.org/tekst/vond001gysb01_01/vond001gysb01_01_0023.php




https://www.dbnl.org/tekst/vond001gysb01_01/vond001gysb01_01_0019.php




Toen onderstaand artikel werd geschreven, leefde Peter R de Vries nog


Helaas is hij op 15 juli 2021 overleden


https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5240390/misdaadverslaggever-peter-r-de-vries-dood-na-geschoten-amsterdam



Een Strijder is naar Huis.
Zijn strijd om gerechtigheid, tegen racisme en vooroordelen en
voor vluchtelingen, zal node gemist worden.

Misdaadjournalist Peter R. De Vries [1], is op dinsdag 6 juli 2021 neergeschotenin de Lange Leidsedwarsstraat, in de buurt van het Leidseplein. Daar zit de studio van RTL Boulevard, waar De Vries vanavond aanwezig was. [2]
Ik denk, dat [bijna] iedereen hier wel van is geschrokken,met name op wat tot nu toe althans, lijkt op een aanvalop de journalistiek. [3]Maar we weten nog niets zeker.Wat we WEL weten is dat er drie arrestaties verricht zijn,waarvan een verdachte weer is vrijgelaten en twee zijn vastgehouden. [4]
Nu zijn er al veel lovende reacties geweest over Peter R. De Vries [5], wat er ook wel verband mee zal houden,dat hij zo laf is neergeschoten [6]
TEGEN DE STROOM IN
Hij is [ik wil nog geen ”was” zeggen] geen man,die mensen naar de mond spreekt.Zo was er nogal wat commotie rond hem, omdat hijin een Jinek interview wel begrip toonde voorde avondklokrelschoppers [7]Nu kun je daarover denken, hoe je wil [ik had weinig sympathie voor hen opbrengen, vooral vanwege de vaak extreem-rechtse/neo nazistische orientatie] [8], maar moed kon je hem niet ontzeggen, ook niet om de manier waarop hijbeukte op de Muren van Justitie om de onderste Steenbovenop te krijgen, als hij van mening was, dart er sprakewas van een gerechtelijke Dwaling. [9] 
WILDERS!
Reden voor mijn respect voor Peter R de Vries is nietin de eerste plaats zijn inzet als misdaadjournalist, hoe moedig ook, maar het feit, dat hij ook op andere terreinen vocht voor wat hij onrechtvaardig vond:De racistische volksophitserij van PVV leider Geert Wilders [10], over wie Peter R de Vries terechtheeft opgemerkt:”Ik vind Geert W. zelf een gevaarlijk man, een demagoog met de potentievan een volksmenner. W. is ronduit kwaadaardig. Iemand die een begrip
als de ‘kopvodden-tax’ lanceert, deugt niet. Ik probeer me wel eens
voor te stellen hoe zoiets gaat. Eerst bedenkt hij de term
‘Hoofddoeken-belasting’, wat op zich al verwerpelijk is en een normaal
mens het schaamrood op de kaken bezorgt, maar dat was W. niet
boosaardig genoeg.En dus piekerde hij over een meer grievende, meer beledigende
aanduiding: Mmm… als ik nou van het woord hoofd nu eens kop maak…
alsof het om dieren gaat… kop-doekjes-belasting…ja, dat klinkt al
beter… Maar doekjes klinkt nog te deugdelijk… wat kan ik daar van
maken? O, wacht, als ik van doekjes nou eens vodden maak, want dat
zijn het natuurlijk… aha, ja,eureka! Dat is het: kopvodden-belasting,
geweldig!

Abject en infaam

Zo moet dat ongeveer zijn gegaan. En dat is abject en infaam, om die
woorden ook maar eens te gebruiken. Afschuwelijk, dat we zulke mensen
in ons parlement hebben.” [11]
Goed zo Peter R de Vries!Hierin was hij even het Geweten van Nederland!
BEDREIGINGENMaar dat kon IK nu wel vinden, een heleboelmensen, natuurlijk PVV aanhangers, dachten daar heel anders over! [12]
Allerlei Tuig van de Richel [zo noem IK dergelijke bedreigers]liet zich niet onbetuigd:Ik citeer uit Joop.nl”Vervolgens citeert hij [Peter R de Vries, toevoeging Astrid Essed] enkele mails, inclusief de mailadressen van de ‘anonieme lafbekjes’. Zo schrijft ene Theo Heese: “Val dood, mafkees!” Of wat te denken van deze weldenkende reactie van Rob Vrolijk: “Vieze landverrader, nooit aan onze Geert komen. Islamhond.” Andere schelders noemen het jood, dhimmi of wensen hem kanker toe. Ook dat is blijkbaar achterban van de PVV.  ” [13]Fraai he?Want wie zich tegen Wilders keert, kan op scheldkannonades rekenen….[14]Maar dachten deze gemankeerde PVV aanhangers nu echt, dat een man als Peter R de Vries, die het opneemt tegen de georganiseerde misdaad [15] onder de indruk zou zijn van hun vuilnisbakkentaal?Zijn reactie was lakoniek[Ik citeer uit Joop.nl]”Nou, mijn dagboek van gisteren over politicus Geert W., waarin ik zeg dat hij een boosaardige, gevaarlijke volksmenner in de dop is, heeft wel wat teweeg gebracht. Gisteravond zat ik zelf bij Pauw & Witteman, advocaat Bram Moszkowicz spuugde zijn gal bij Boulevard en vanmorgen zaten er enkele honderden reacties in de mailbox van PVV-aanhangers die op de bres staan voor de vrijheid van meningsuiting van Geert W., maar vinden dat ik mijn mond (lees: bek) moet houden. Dat geeft precies mijn bezwaar tegen deze partij aan.” [16]EN“Goed, nu weer over naar de orde van de dag. De inzamelingsactie voor Haïti is iets waar het vandaag werkelijk om gaat in deze wereld. Doe mee, help mee! U heeft nooit een alibi om de andere kant op te kijken als mensen zo in nood zitten!” [17]

ADHESIEBETUIGING ASTRID ESSED
Waar de PVV rechts gaat, gaat Astrid Essed links!Mede toen ik hoorde, dat Peter R. De Vries zoveel hatemail ontving, besloot ik hem een adhesiebetuiging te sturen [18], Ik citeer daaruit:”Beangstigend is dan ook de wijze, waarop hij met ”succes” lijkt in te spelen op bestaande onlustgevoelens, HET handelsmerk van een populist en demagoog Dat u daartegen uw stem hebt verheven, is dan ook van grote betekenis, zeker vanwege uw grote bekendheid en maatschappelijke invloed. Nogmaals mijn grote waardering voor uw moedige en humanitaire opstelling”[19]De rest mag de lezer zelf lezen onder noot 20
Dit wilde ik dus graag doen en ben blij, DAT ik het heb gedaanIk hoop dat dat hem, naast al die hatemails [21] goed heeft gedaan.
Niet dat de Vries overigens MIJN adhesiebetuiging nodig had!Zelf zegt hij over die bedreigingen:[ik citeer AD]:”,Ik hoef op televisie maar een opmerking over hem te maken en mijn mailbox stroomt weer vol. Dan ben ik een landverrader, een NSB’er, moet ik opsodemieteren, zelf lekker naar Afrika gaan, dan verdien ik de kogel, de strop, willen ze me vierendelen en kielhalen, ga zo maar door.”
U bent vaker bedreigd, ook face to face. Doen zulke mails dan nog iets met u?
,,Nee, dat maakt me echt geen flikker uit. Ik doe er ook geen aangifte van, ga er echt geen tijd aan besteden” [22]Dat is de Kracht van de man.Misschien ook zijn zwakte, omdat je bedreigingen ofdreiging maar beter niet kunt onderschatten.
VLUCHTELINGEN
Maar daarbij bleef zijn betrokkenheid niet:Ook schaarde hij zich aan de kant van de [in 2015/2016 naar Nederland gekomen] vluchtelingen in hetindrukwekkende stuk: ”Respect en bewondering voorde vluchteling” [23]Daaruit citeer ik:”Ik ben vaak genoeg in verre oorden geweest om te weten hoe onaangenaam het voelt als je niet welkom bent, als de bevolking je met argusogen bekijkt, als je wordt uitgesloten of gediscrimineerd.

En dan was ik er nog met geld in mijn achterzak, geldige papieren, perfecte communicatiemiddelen en het geruststellende vooruitzicht dat ik weer snel comfortabel naar huis zou vliegen.

En daarom hecht ik er aan nog eens te beklemtonen dat ik voor mensen die huis en haard hebben verlaten, die in verre landen in arren moede voor noodlot en onheil op de vlucht zijn geslagen omdat hun bestaan, hun toekomst, hun leven bedreigd werd, en die met veel moeite, tegen de stroom in, in een vreemd land toch weer iets proberen op te bouwen, heel veel respect en bewondering heb.

Ik herhaal: heel veel respect en bewondering.

Wat mij betreft hoeven zij nooit te schuilen, zich te verbergen of te schamen. Nee, zij kunnen fier, met opgeheven hoofd over straat. Want wat zij hebben gepresteerd, wat zij hebben getrotseerd, wat zij hebben opgeofferd is meer dan de meesten van ons zouden kunnen of zouden durven.

En dat mogen we ons wel eens wat meer realiseren.” [24]

Indrukwekkende woorden

Een indrukwekkende stellingname.

Zie voor het gehele artikel, noot 25

Dat leverde Peter de Vries-opnieuw’- een Adhesiebetuiging

van ondergetekende op [26]

STAATLOZEN/ACTIE!

Maar daar bleef het niet bij!

Peter R de Vries zette zich daadwerkelijk in voor

Staatloze Vluchtelingen, tienduizend Generaal Pardonners,

die niet aan de vereiste documenten konden komen om

een Nederlands paspoort te kunnen krijgen. [27]

En nu is het dan zover:

Deze groep Staatlozen krijgt hun paspoort alsnog [28]

en de waardering voor Peter R de Vries is groot:

Zo zegt Yosef Tekeste Yemani, die tot de groep Staatlozen behoorde en

zich met de problematiek tot Peter R de Vries had gewend [29]

over Peter R de Vries:

“Ik zal hem altijd dankbaar blijven voor wat hij heeft gedaan.”

EN

“Peter is een held. Hij is de enige BN’er die zich hard heeft gemaakt voor onze zaak”

“Ik hoop dat hij nog mee gaat krijgen wat hij voor elkaar heeft gekregen.”

[30]

Want het goede nieuws kwam door [31] toen Peter R de Vries

al was neergeschoten……[32]

Okay, Peter R de Vries heeft die strijd niet in zijn eentje

gevoerd, genoeg mensen en groepen hebben zich hier ook

voor ingezet [33], maar een BN’er als hij kan toch behoorlijke invloed

laten gelden.

Zoals is gebleken [34]

ZWARTE PIET, ZWARTE PIET

En tenslotte Zwarte Piet, dat aloude racistische karikatuur [35],

dat nu wel op zijn retour is [36]

Ook daarover sprak Peter R de Vries zich uit en omdat hij 

zich tegen Zwarte Piet betoonde [37], kon hij een aantal

bedreigingen naar zijn hoofd krijgen, zoals:

”’Jij bent een vuile landverrader Peter! Hoe haal jij het in je vuile kankerkop om tegen zwarte piet te zijn? Als ik jou ergens tegenkom en dat is voor jou niet te hopen, dan krijg je een kogel door je kop! Jouw bloed zal vloeien landverrader! Ik weet je te vinden,’

[38]

Waarop Peter R de Vries reageerde met:

”’Dit soort mailtjes krijg je dus als je het waagt om iets over #zwartepiet te zeggen … Sneue jongens [39]

Jammer was wel [en dat was ik nadrukkelijk niet met hem

 eens], dat hij de rechtszaak tegen de Blokkeerfriezen [40]

”Zonde van het Geld” [41] noemde en kennelijk de noodzaak 

tot het berechten van deze levensgevaarlijke pro Piet

Snelwegpiraten onderschatte.

Maar mensen kunnen het nu eenmaal niet over alles

eens zijn….

EPILOOG

Voor zover nu bekend, vecht Peter R de Vries nog

steeds voor zijn leven [42]

Ik hoop, dat hij het haalt

Ten eerste mag niemand worden neergeschoten

Ten tweede is De Vries een byzonder en moedig

man, stond in de vuurlinie bij het bestrijden van

de misdaad.

Maar op MIJ heeft hij indruk gemaakt door

zijn verzet tegen Wilders, zijn inzet voor vluchtelingen en 

zijn verzet tegen Zwarte Piet.

En daarom zal ik hem niet vergeten.

HULDE voor zijn inzet

ASTRID ESSED

NOTEN 1 T/M 26

NOTEN 27 T/M 42

Reacties uitgeschakeld voor Peter R de Vries, misdaadjournalist/Tegen de Stroom in/Wat niet iedereen van hem weet

Opgeslagen onder Divers

Noten 27 t/m 42 bij ”Peter R de Vries, misdaadjournalist”

[27]

NOSGENERAAL PARDON, MAAR GEEN PASPOORT”VOEL ME TWEEDERANGSBURGER”
https://nos.nl/artikel/2371447-generaal-pardon-maar-geen-paspoort-voel-me-derderangsburger

Ruim 10.000 asielzoekers die in 2008 een verblijfsvergunning kregen, kunnen geen Nederlander worden. Het gaat om mensen die in aanmerking kwamen voor een generaal pardon. Het lukt hen door aangepaste regelgeving niet om aan vereiste documenten te komen die nodig zijn om een Nederlands paspoort te kunnen krijgen. Tot grote ergernis van een meerderheid in de Tweede Kamer. Die vindt de eisen te streng.

Kamerleden en de Nationale ombudsman vragen al jaren dit op te lossen. Vorige maand gebeurde dat opnieuw, maar staatssecretaris Broekers-Knol van Vreemdelingenzaken legt de oproep naast zich neer. Ze wil eerst meer onderzoek. Kamerleden Van Dijk (SP) en Van Toorenburg (CDA) reageerden verbolgen. Zij vinden weer een nieuw onderzoek niet nodig.

Pardonregeling

De Kamerleden vallen over de aangepaste regeling sinds het pardon. In februari 2007 kondigde het kabinet Balkenende-IV een eenmalige pardonregeling af voor een specifieke groep asielzoekers. Die gold voor mensen die voor 1 april 2001 hun eerste asielverzoek hadden ingediend. Voorwaarde was verder dat ze nog in Nederland verbleven, geen oorlogsmisdaden hadden begaan en geen strafblad hadden.

Zo’n 27.500 mensen deden een beroep op de regeling. Zij kregen zo alsnog een verblijfsvergunning. Maar toen zij na vijf jaar het Nederlanderschap aan mochten vragen, bleek dat voor de meerderheid onmogelijk.

De regels waren in die vijf jaar aangescherpt. Ze moesten een paspoort en nu ook een geboorteakte overleveren. Het bemachtigen van zo’n geboorteakte uit het land van herkomst blijkt in veel gevallen onmogelijk. De Ombudsman trok daarover in 2017 al aan de bel.

Ongelijke rechten

“Het hebben van de Nederlandse nationaliteit is nodig om hen dezelfde rechten te kunnen geven als andere Nederlanders”, zegt advocaat Vera Kidjan. Ze staat met het Amsterdamse advocatenkantoor Everaert 500 gedupeerden bij. Ze wil de groep zonder de vereiste papieren laten naturaliseren. Kidjan vindt het kwalijk dat ook de kinderen van deze mensen nooit Nederlander kunnen worden. “Dat belemmert hen in hun toekomst, bij het vinden van werk en het reizen buiten Nederland.”

Opeenvolgende bewindspersonen hebben de eisen voor naturalisatie niet aan willen passen. De belangrijkste reden is dat ze willen voorkomen dat naturalisatie tot Nederlander plaatsvindt op basis van onjuiste persoonsgegevens of nationaliteit. Nu is dat moeilijk, want er kan niet getoetst worden of de aanvrager echt de persoon is die hij zegt te zijn.

Nationaliteit onbekend

Een van de cliënten van Kidjan is Christy Bedika. Hij is geboren in 1998 in Baarn. Zijn ouders zijn naar Nederland gevlucht vanuit Angola en kregen een verblijfsvergunning dankzij de pardonregeling. Bedika staat bij de gemeente geregistreerd met “nationaliteit onbekend”. Bedika is feitelijk sinds zijn geboorte staatloos. En dat lijkt onmogelijk om te veranderen.

Zijn ouders zeggen te zijn gevlucht uit Angola. Van de Nederlandse autoriteiten heeft hij daarom een geboorteakte uit dat land nodig, maar zegt Bedika: “De autoriteiten in Angola kennen mij niet. Ik kan daar geen paspoort aanvragen.”

Hij vraagt zich af waarom Nederland aan de huidige eisen blijft vasthouden. “Mijn identiteit staat vast. Die is ontstaan bij mijn geboorte in Nederland. Bij de Belastingdienst en andere overheidsinstanties is er geen twijfel over mijn identiteit. Maar als ik een Nederlands paspoort wil krijgen wordt er opeens moeilijk gedaan”. Bedika voelt zich een “derderangsburger”. “Moet ik de rest van mijn leven rondlopen zonder nationaliteit?”, vraagt hij zich vertwijfeld af.

Staatssecretaris Broekers-Knol heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum gevraagd alle bestaande onderzoeken nog eens op een rij te zetten. De IND moet inventariseren bij welke mensen er om welke reden nog problemen zijn. Ze wil die inventarisatie voor de zomer klaar hebben.
EINDE ARTIKEL
NPO RADIO1WEL EEN GENERAAL PARDON, MAAR GEEN RECHT OPNEDERLANDERSCHAP: TIENDUIZEND MENSEN VALLEN TUSSEN WALEN SCHIP
https://www.nporadio1.nl/nieuws/binnenland/3763276e-e2aa-4f61-a087-b3f880a7c9bc/wel-een-generaal-pardon-maar-geen-recht-op-nederlanderschap-tienduizend-mensen-vallen-tussen-wal-en-schip

Deze groep kan niet voldoen aan de eisen voor het papierwerk. Ze hebben wel een verblijfsvergunning, maar krijgen niet alle rechten die Nederlanders krijgen, zegt Vera Kidjan van Everaert advocaten in het NOS Radio 1 Journaal.

Dertien jaar na een generaal pardon voor tienduizenden mensen, is het veel van hen nog steeds niet gelukt om officieel Nederlander te worden. Ruim tienduizend mensen die wel onder het pardon vielen en een verblijfsvergunning kregen, lopen vast op het papierwerk dat vereist is voor het Nederlanderschap. Vera Kidjan van Everaert advocaten vertegenwoordigt zo’n vijfhonderd mensen uit deze groep. Ze legt in het NOS Radio 1 Journaal uit wat het probleem is: ”Ze moeten om Nederlander te worden onder meer een buitenlands paspoort en een geboorteakte laten zien en dat is lastig tot onmogelijk om te krijgen.”

Volgens Kidjan is het aanvragen van die documenten niet zonder risico’s. ”Ze zijn vaak zonder papieren het land binnengekomen en zouden hiervoor contact op moeten nemen met de ambassade. Veel mensen durven dat niet uit angst om te worden opgepakt. En als het wel mogelijk is om contact op te nemen met het ambassadepersoneel, dan wordt vaak gezegd dat die papieren niet geleverd kunnen worden en dat de aanvrager hiervoor terug moet naar het land van herkomst, terwijl dat onveilig voor ze is.”

Derderangs burger

De mensen die tussen wal en schip vallen, hebben wel een verblijfsvergunning, maar hebben ongelijke rechten volgens Kidjan. ”Ze mogen niet stemmen en kunnen dus geen politieke invloed uitoefenen. Het is moeilijk om te reizen naar het buitenland, want daarvoor is een visum nodig. Zij mogen dus ook niet, zoals andere Nederlanders, vrij werken en studeren binnen de EU. Ook mogen ze bepaalde beroepen niet uitvoeren en het afsluiten van een lening of hypotheek is moeilijk.”

Een van de cliënten van Kidjan is Christy Bedika, geboren in 1998 in Baarn. Zijn ouders zijn naar Nederland gevlucht vanuit Angola en kregen een verblijfsvergunning dankzij de pardonregeling. Bij de gemeente staat hij geregistreerd met ‘nationaliteit onbekend’. En dat zorgt voor de nodige problemen, legt hij uit in het NOS Radio 1 Journaal: ”Ik heb al mijn diploma’s behaald en mijn grootste doel is om ooit defensie in te gaan, maar dat lukt niet want daar heb je Nederlandse papieren voor nodig.” Ook kan hij niet zomaar reizen en hij krijgt geen hypotheek omdat hij geen Nederlands paspoort heeft. ”Om eerlijk te zijn voel ik me heel erg buitengesloten en derderangs Nederlander hierdoor.”

Een meerderheid in de Tweede Kamer vindt de eisen voor deze groep om in aanmerking te komen voor het Nederlanderschap te streng en ook de ombudsman dringt er al jaren op aan om dit probleem op te lossen. Staatssecretaris Broekers Knol wacht eerst een onderzoek af. Ze heeft het WODC gevraagd om alle informatie in kaart te brengen en de IND moet inventariseren bij welke mensen er nog problemen zijn. Die inventarisatie moet voor de zomer klaar zijn.

EINDE ARTIKEL
[28]

NU.NL

GROEP STAATLOZEN KRIJGT PASPOORT:

”IS DE VERDIENSTE VAN PETER R DE VRIES

7 JULI 2021

https://www.nu.nl/politiek/6144196/groep-staatlozen-krijgt-paspoort-is-de-verdienste-van-peter-r-de-vries.html

ZIE VOOR GEHELE TEKST. NOOT 27

[29]

De Vries beet zich vast in het onderwerp’

Uit wanhoop richtte Tekeste-Yemane zich vorig jaar tot Peter R. De Vries. “Hij zag het onrecht en beet zich er in vast, hij was vastbesloten om ons te helpen en hoopte dat de media hiervoor warm zouden gaan lopen.”

NU.NL

GROEP STAATLOZEN KRIJGT PASPOORT:

”IS DE VERDIENSTE VAN PETER R DE VRIES

7 JULI 2021

https://www.nu.nl/politiek/6144196/groep-staatlozen-krijgt-paspoort-is-de-verdienste-van-peter-r-de-vries.html

[30]

“Ik zal hem altijd dankbaar blijven voor wat hij heeft gedaan.”

EN

“Peter is een held. Hij is de enige BN’er die zich hard heeft gemaakt voor onze zaak”

“Ik hoop dat hij nog mee gaat krijgen wat hij voor elkaar heeft gekregen.”

NU.NL

GROEP STAATLOZEN KRIJGT PASPOORT:

”IS DE VERDIENSTE VAN PETER R DE VRIES

7 JULI 2021

https://www.nu.nl/politiek/6144196/groep-staatlozen-krijgt-paspoort-is-de-verdienste-van-peter-r-de-vries.html

[31]

NU.NL

GROEP STAATLOZEN KRIJGT PASPOORT:

”IS DE VERDIENSTE VAN PETER R DE VRIES

7 JULI 2021

https://www.nu.nl/politiek/6144196/groep-staatlozen-krijgt-paspoort-is-de-verdienste-van-peter-r-de-vries.html

[32]ADPETER R DE VRIES NEERGESCHOTEN IN AMSTERDAM:DRIE VERDACHTEN AANGEHOUDEN6 JULI 2021
https://www.ad.nl/binnenland/peter-r-de-vries-neergeschoten-in-amsterdam-drie-verdachten-aangehouden~aa3567f5/
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 2
[33]

UNHCR NEDERLANDTEKEN PETITIE TEGEN STAATLOOSHEID IN NEDERLAND
https://www.unhcr.org/nl/petitie-staatloosheid/

‘Nationaliteit onbekend’

In Nederland zijn er dus vele duizenden mensen die wel een verblijfsvergunning hebben, maar niet als staatloos zijn erkend. Zij staan bij de gemeente geregistreerd als ‘nationaliteit onbekend’. Zij kunnen hun situatie niet oplossen omdat zij moeite hebben om te bewijzen dat ze staatloos zijn: hoe laat je zien dat je iets niet hebt? Dit kan tot gevolg hebben dat ze geen nationaliteit kunnen verkrijgen – ook als ze hier zijn geboren en er recht op hebben. Zij voelen zich kwetsbaar in Nederland en hebben het gevoel er niet echt bij te horen.”
PETITIETEKSTHELP ONS EEN EINDE TE MAKEN AAN STAATLOOSHEID INNEDERLAND

JE LEEFT, MAAR JE KUNT NIET BEWIJZEN DAT JE BESTAAT

Het hebben van een nationaliteit wordt door veel mensen als vanzelfsprekend gezien. Maar dit geldt niet voor iedereen. Er zijn mensen die leven zonder nationaliteit: zij zijn staatloos. Ook in Nederland zijn er mensen die staatloos zijn, waaronder zelfs in Nederland geboren. Als je staatloos bent, heb je geen paspoort en loop je tegen veel problemen aan.

Oorzaken staatloosheid

Staatloosheid heeft vele oorzaken. Van het uiteenvallen van een land in meerdere kleine staten, tot discriminatie in het land van herkomst of gebrekkige wetgeving. De gevolgen voor mensen en hun families is enorm. Niemand weet hoeveel staatlozen er precies in Nederland zijn. Wat we wel weten, is dat er 13.000 mensen als staatloos en ongeveer 43.000 mensen als ‘nationaliteit onbekend’ zijn geregistreerd. Daarbovenop leeft er nog een onbekend aantal staatlozen zonder verblijfsvergunning in Nederland.

‘Nationaliteit onbekend’

In Nederland zijn er dus vele duizenden mensen die wel een verblijfsvergunning hebben, maar niet als staatloos zijn erkend. Zij staan bij de gemeente geregistreerd als ‘nationaliteit onbekend’. Zij kunnen hun situatie niet oplossen omdat zij moeite hebben om te bewijzen dat ze staatloos zijn: hoe laat je zien dat je iets niet hebt? Dit kan tot gevolg hebben dat ze geen nationaliteit kunnen verkrijgen – ook als ze hier zijn geboren en er recht op hebben. Zij voelen zich kwetsbaar in Nederland en hebben het gevoel er niet echt bij te horen.

Zonder verblijfsvergunning

Ook zijn er staatlozen die zonder verblijfsvergunning in Nederland leven. Het leven van een staatloze zonder verblijfsvergunning staat vrijwel gelijk aan uitzichtloosheid. Je staat op alle fronten buitenspel: je mag niet werken, je kunt geen opleiding volgen en je kunt geen zorgverzekering afsluiten. Een leven zonder de mogelijkheid een huis te huren en vrij te reizen. Een leven op straat zonder hoop, zonder toekomst. “Ik kan niet terug en ik kan niet blijven. Waar moet ik heen?”, aldus Mounir, een staatloze uit Myanmar.

Niemand staatloos!

Ieder mens heeft recht op een nationaliteit! Dat is wereldwijd door alle landen erkend. ASKV Steunpunt VluchtelingenInstitute on Statelessness and Inclusion (ISI) en UNHCR Nederland, willen dat er een einde komt aan staatloosheid in Nederland en dat ieder mens een nationaliteit krijgt. Wij kunnen dit niet alleen. Er is een politieke oplossing nodig. Daarom zijn wij een petitie gestart. Wij roepen de overheid op om een einde te maken aan staatloosheid in Nederland. Vind jij ook dat ieder mens in Nederland een nationaliteit verdient? Teken dan de petitie en geef staatlozen een kans op een nieuw leven!

Wat is de oplossing?

Het vaststellen van staatloosheid is het begin van de oplossing. Luke Korlaar, Hoofd Bescherming van UNHCR Nederland: “In Nederland is er nu een wet in de maak waardoor mensen als staatloos erkend kunnen worden. Maar staatlozen zonder verblijf krijgen dan nog altijd geen verblijfsvergunning. Dit is geen goede oplossing want als je als staatloos wordt erkend, staat vast dat geen land je erkent als hun staatsburger. Wij willen dat dit verandert. Als er een procedure komt in Nederland voor staatlozen, dat deze status dan ook recht geeft op verblijf in Nederland.”

Ook roepen wij andere bevoegde instanties (zoals gemeenten en rechtbanken) op om meer te doen om staatloosheid te erkennen en mee te werken aan een oplossing. Als je erkend bent als staatloos, én je krijgt een verblijfsvergunning, dan kun je na drie jaar Nederlander worden

Nu Nederland nog!

Staatloosheid treft miljoenen mensen over de hele wereld. Daarom is UNHCR 5 jaar geleden een campagne, #iBelong, gestart om een einde te maken aan staatloosheid. ASKV Steunpunt VluchtelingenISI en UNHCR Nederland geloven dat staatloosheid voorkomen kan worden, en dat het met voldoende politieke wil zelfs volledig is uit te bannen. Ook in Europa zijn er steeds meer landen die met een oplossing komen om een einde te maken aan staatloosheid. Nu Nederland nog!

Help ons om een einde te maken aan staatloosheid in Nederland. Teken de petitie.

EINDE TEKST

[34]

NU.NL

GROEP STAATLOZEN KRIJGT PASPOORT:

”IS DE VERDIENSTE VAN PETER R DE VRIES

7 JULI 2021

https://www.nu.nl/politiek/6144196/groep-staatlozen-krijgt-paspoort-is-de-verdienste-van-peter-r-de-vries.html

[35]

AFSCHAFFING ZWARTE PIET EEN MUST/ZWARTE PIET ALS

RACISTISCHE KARIKATUUR

ASTRID ESSED

19 OCTOBER 2013

[36]

”CHANGES But since we are not longer living in the 19th century with fervent colonialism, slavery and white supremacy ideas, changesin the Figure of Blackface Zwarte Piet are inevitable, despite alldeath threats, hatespeeches and a road blockade.You see it already in the steets:A growing number of children go to the Grand Entrance ofSinterklaas as soot faced Petes or sometimes as they are.See the foto’s at this article.But also the colour of Pete is changing.You see a growing number of soot faced Petes, accompanyingSinterklaas. A growing  number of schools have said ”Goodbye” to Black Pete and allow only soot faced Petes. [31]High profile store ”De Bijenkorf” has Golden Petes from 2015[32]The big supermarkets react in varying way.The ”zak”  of Sinterklaas[”zak” in English: bag, where the candies or presentsare hidden en is believed, that ”Black Pete” is puttingnaughty children in to bring them to Spain, whereSinterklaas and Pete live] is mostly not imaged withBlack Pete anymore, but with Sinterklaas himself.Some supermarkets change the colour of Black Pete,but most of them offer a variety of colours, including black. The grocery chain Lidl is the only one reported to have completely eliminated images deemed racial caricatures. They will have coloring pictures that children may color as they choose.  [33]However, like most developments, changes are going faster andearlier in the big cities than in smaller towns and villages.Thus the areas of North and South Holland and Utrecht have seen the most change, while Drenthe, Friesland, and Zeeland, the least.”

BLACK PETE

GOODBYE TO A RACIST CARICATURE

ASTRID ESSED

5 DECEMBER 2020

OF

https://www.dewereldmorgen.be/community/black-pete-goodbye-to-a-racist-caricature/

[37]

AD

PETER R. DE VRIES MET DOOD BEDREIGD OM ZWARTE PIET

14 OCTOBER 2014

https://www.ad.nl/show/peter-r-de-vries-met-dood-bedreigd-om-zwarte-piet~ad6650b7/

Peter R. de Vries heeft vanmiddag een doodsbedreiging ontvangen vanwege zijn standpunt over Zwarte Piet. Die mag van de misdaadverslaggever een ‘make over’ krijgen, iets waarin hij zich gesteund weet door een reeks BN’ers.

‘Jij bent een vuile landverrader Peter! Hoe haal jij het in je vuile kankerkop om tegen zwarte piet te zijn? Als ik jou ergens tegenkom en dat is voor jou niet te hopen, dan krijg je een kogel door je kop! Jouw bloed zal vloeien landverrader! Ik weet je te vinden,’ luidt de tekst van de dreigmail die Peter R. de Vries ontving (zie onderaan).

De misdaadverslaggever, die de doodsbedreiging op Twitter plaatste, reageert laconiek. ‘Dit soort mailtjes krijg je dus als je het waagt om iets over #zwartepiet te zeggen … Sneue jongens,’ schrijft hij bij het bericht.

‘NSB-er’
De afzender van de dreigmail is iemand die als mailadres de volgende naam gebruikt: anton.m@nationaalsocialisme.nl. Een duidelijke verwijzing naar ‘landverrader’ Anton Mussert. Hij richtte in 1931 de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) op in Nederland en collaboreerde tijdens de Tweede Wereldoorlog met de Nazi’s. Daarvoor kreeg hij in 1946, een jaar na het einde van de oorlog, de doodstraf. Op 7 mei dat jaar werd Mussert op de Waalsdorper Vlakte bij Den Haag geëxecuteerd.

De Vries ontving meer reacties van mensen die zijn standpunt over Zwarte Piet niet delen. ‘Weer een ander noemde me ‘riooldelver’ omdat ik iets over #zwartepiet zeg, haha, ipv ‘grafdelver’. Zegt dat iets over hun intellect???,’ reageert hij op Twitter.

De misdaadverslaggever maakt deel uit van een groep BN’ers die met de actiegroep Piet Makeover pleit voor aanpassing van het traditionele zwarte uiterlijk van de knecht van Sinterklaas.Naast Peter R. steunen ook Paul de Leeuw, Patrick Kluivert, Freek Bartels, Evgeniy Levchenko, Glennis Grace, Addy van den Krommenacker de campagne.

EINDE BERICHT

[38]

””Jij bent een vuile landverrader Peter! Hoe haal jij het in je vuile kankerkop om tegen zwarte piet te zijn? Als ik jou ergens tegenkom en dat is voor jou niet te hopen, dan krijg je een kogel door je kop! Jouw bloed zal vloeien landverrader! Ik weet je te vinden,’

AD

PETER R. DE VRIES MET DOOD BEDREIGD OM ZWARTE PIET

14 OCTOBER 2014

https://www.ad.nl/show/peter-r-de-vries-met-dood-bedreigd-om-zwarte-piet~ad6650b7/

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 37

[39]

””Dit soort mailtjes krijg je dus als je het waagt om iets over #zwartepiet te zeggen … Sneue jongens”

AD

PETER R. DE VRIES MET DOOD BEDREIGD OM ZWARTE PIET

14 OCTOBER 2014

https://www.ad.nl/show/peter-r-de-vries-met-dood-bedreigd-om-zwarte-piet~ad6650b7/

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 37

[40]WEGBLOKKADE OP A7 TEGEN PIETENDEMONSTRANTEN/RACISME BELOOND/WEG MET ZWARTE PIETASTRID ESSED1 DECEMBER 2017
https://www.astridessed.nl/wegblokkade-op-a7-tegen-pietendemonstranten-racisme-beloond-weg-met-zwarte-piet/
GRUTJESLIEGEN MAG NIET VAN SINTERKLAAS21 NOVEMBER 2017
https://www.grutjes.nl/2017/11/liegen-mag-niet-van-sinterklaas/

NOSVEROORDELING BLOKKEERFRIEZEN DEFINITIEF
https://nos.nl/artikel/2360773-veroordelingen-blokkeerfriezen-definitief

De veroordelingen van de zes zogeheten ‘blokkeerfriezen’ blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad bepaald. De Friese actievoerders blokkeerden op 18 november 2017 de snelweg A7, zodat bussen met demonstranten tegen Zwarte Piet niet naar Dokkum konden om te protesteren bij de nationale sinterklaasintocht.

Vijftien van hen werden op 31 oktober vorig jaar in hoger beroep veroordeeld tot een taakstraf van 90 uur. Onder hen was Jenny Douwes, het boegbeeld van de actie tegen de demonstranten tegen Zwarte Piet.

Het gerechtshof in Leeuwarden stelde dat alle verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het versperren van de snelweg, het verhinderen van een geoorloofde betoging en het uitoefenen van dwang. Bij Douwes bestaat de veroordeling ook uit opruiing en uitlokking tot het plegen van strafbare feiten.

Gevaarlijke verkeerssituatie

Na het hoger beroep stapten zes verdachten naar de Hoge Raad om hun veroordeling in cassatie aan te vechten. Maar deze heeft nu dus in hun nadeel beslist.

De Hoge Raad is het onder meer eens met het hof dat er wel degelijk sprake was van opruiing en dat de demonstranten hadden kunnen voorzien dat de blokkade een gevaarlijke verkeerssituatie zou veroorzaken.
EINDE BERICHT

[41]

MEDIACOURANTPETER R DE VRIES: ”ZAAK BLOKKEERFRIEZENZONDE VAN HET GELD”9 OCTOBER 2018
https://www.mediacourant.nl/2018/10/peter-r-de-vries-zaak-blokkeerfriezen-zonde-van-geld/

Peter R. de Vries vindt de rechtszaak rondom de blokkeerfriezen zonde van het geld. Hij vindt de pro-zwartepiet-activisten een stelletje onvolwassen mensen. Dat heeft de anti-zwartepiet-activist gezegd in RTL Boulevard. Tientallen Friezen moesten maandag voor de rechtbank in Leeuwarden verschijnen voor hun blokkeeractie op de A7 vorig jaar tijdens de intocht van Sinterklaas. Daar hielden ze antipieters tegen, die herrie wilden gaan maken bij de intocht. “Het heeft wel iets weg van een klucht.” De Vries vindt het een ‘flutzaak’. “Ik snap natuurlijk ook wel dat je niet zomaar de snelweg kunt blokkeren – dat kan Justitie niet tolereren – maar als je nagaat dat de rechtbank hier vier volle dagen voor uittrekt: dat kost enorm veel geld. Dan denk ik wel: Jezus, waar zijn we allemaal mee bezig?

En dat allemaal om het Sinterklaasfeest, aldus De Vries. “Volwassen mensen die om een traditie van Sinterklaas, een verzonnen verhaal, helemaal over de rooie gaan en een snelweg blokkeren.”

Maar De Vries heeft zelf toch ook een sterke mening in deze kwestie? “Voor alle duidelijkheid: ik vind zelf ook dat die Zwarte Piet aangepast moet worden. Ik heb ooit eens gepleit voor een bonte piet en het is zo erg in dit land dat als je zegt dat een bonte piet goed zou zijn, je met de dood bedreigd wordt. Dat geeft wel aan hoe bezopen het allemaal is.”

De misdaadjournalist hoopt snel dat de rechtbank zich weer bezig kan gaan houden met relevante zaken. “Ik weet uit ervaring dat politie en Justitie overbelast en onderbemand zijn en dan denk ik wel: vier volle dagen zo’n rechtszaak, het gaat nergens over. Al die mensen die hierbij betrokken zijn en zingend in de bus zitten, moeten zich misschien eens afvragen: wat zijn we nou eigenlijk aan het doen?

EINDE BERICHT

[42]

,,Peter vecht nog steeds voor zijn leven”, zei RTL-programmadirecteur Peter van der Vorst eerder vanavond in RTL Boulevard. ,,Om dat hardop uit te spreken, dat is nog steeds ongelofelijk. We bidden met zijn allen voor een wonder.”
ADRTL BAAS: PETER VECHT NOG STEEDS VOOR ZIJNLEVEN, AANGEHOUDEN POOL WORDT IN THUISLAND GEZOCHT7 JULI 2021
https://www.ad.nl/binnenland/live-rtl-baas-peter-vecht-nog-steeds-voor-zijn-leven-aangehouden-pool-wordt-in-thuisland-gezocht~aa8dc819/

De verdachten die gisteravond zijn gearresteerd voor de moordaanslag op Peter R. de Vries zijn een Pool(35) uit het Gelderse Maurik en een Nederlander (21) die in Rotterdam woont, maar ook een adres heeft in Tiel. De twee werden al kort na de schietpartij klemgereden en aangehouden op de A4. Op de plek in de Lange Leidsedwarsstraat waar de De Vries werd neergeschoten blijft het bijna 24 uur na de aanslag een komen en gaan van mensen die met een bos bloemen hun medeleven willen uiten en hun gedachten willen delen. Volg hier alle ontwikkelingen rondom de aanslag op Peter R. de Vries.
23:19Gisteren,,Zijn zoon is net zo stoer als zijn vader”, zegt advocaat en vriend Lex de Jager in Humberto over Peter R. de Vries’ zoon Royce die hij vandaag nog sprak. Samen met Peter R. de Vries bedacht De Jager het plan om een miljoen euro tipgeld binnen te halen voor het oplossen van de verdwijningszaak van Tanja Groen. ,,Wat zou er mooier zijn als eerbetoon aan Peter als dat miljoen er morgen is.”Eerder vandaag verstuurde Royce de Vries onderstaande tweet namens de familie. 
22:05Gisteren,,Peter vecht nog steeds voor zijn leven”, zei RTL-programmadirecteur Peter van der Vorst eerder vanavond in RTL Boulevard. ,,Om dat hardop uit te spreken, dat is nog steeds ongelofelijk. We bidden met zijn allen voor een wonder.”Sven Sauvé, ceo van RTL Nederland, herhaalde die boodschap over de fysieke toestand vanavond in de uitzending van het programma Humberto. ,,Diverse collega’s van RTL Boulevard hebben contact met de familie en het verhaal is nog steeds dat hij echt vecht voor zijn leven. Heel veel nieuws is er op dat vlak op dit moment niet te vertellen”, zei hij over de misdaadjournalist die gisteravond op straat werd neergeschoten.Het stond voor RTL direct vast dat er vandaag gewoon een uitzending van RTL Boulevard gemaakt zou worden. Die stond volledig in het teken van de aanslag op Peter R. de Vries. ,,We zeiden: we gaan een programma neerzetten dat recht doet aan Peter en ik denk dat dat bijzonder goed gelukt is”, zei Sauvé daarover. ,,Het was heel emotioneel, met een lach en een traan.”
In het RTL 4-programma Humberto is de hele uitzending vanavond aan Peter R. de Vries gewijd. 

22:04GisterenDemissionair minister van Justitie Ferd Grapperhaus en de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema hebben vanavond een bezoek gebracht aan de studio van RTL Boulevard. In de studio aan het Leidseplein kregen ze te horen dat het team na de aanslag op Peter R. de Vries ‘leeft tussen hoop en vrees’, zei programmadirecteur Peter van der Vorst van RTL Nederland na afloop. Van der Vorst vindt dat de steunbetuiging van de minister en burgemeester ‘enorm veel kracht geeft’.Grapperhaus en Halsema bleven ruim een uur in de studio om met de programmamakers te praten. ,,De gebeurtenissen hebben een enorme impact op de redactie”, zei Grapperhaus na afloop. De minister benadrukte na zijn bezoek dat het politieonderzoek nog loopt en hij waarschuwde buitenlandse media niet te snel conclusies te trekken. Ook complimenteerde hij de politie, die dinsdagavond al arrestaties kon verrichten.Halsema vatte de stemming in de studio samen met de woorden verdriet en angstig, omdat de collega’s van Peter R. de Vries ‘niet zeker weten hoe het met hem gaat’. Over het politie-onderzoek deed de burgemeester geen uitspraken. Wel prees ze ‘het ongelooflijk goede recherchewerk’. Halsema merkt in deze zaak dat de politie ‘een ongelooflijk sterke relatie heeft met Peter R. de Vries’.
21:44Gisteren’Er is al veel gezegd en geschreven over het trieste lot van Peter R. de Vries, maar dat is geen reden om op deze plek geen aandacht aan de moordaanslag te besteden.Het succes van ’s lands bekendste misdaadverslaggever bestaat namelijk uit herhaling en volharding; hij weet als geen ander dat hij alleen iets voor elkaar krijgt met volledige toewijding en engelengeduld.Een lofuiting aan hem kan dan ook nooit te lang duren’, schrijft Özcan Akyol in zijn nieuwe column voor deze site (premium). 21:23GisterenInez Weski, de advocaat van Ridouan Taghi, heeft kritiek geuit op de berichtgeving over de aanslag op Peter R. de Vries. In een persverklaring schrijft zij dat ‘zonder enige objectieve onderbouwing’ wordt gewezen naar Taghi als verantwoordelijke voor de gebeurtenis, meldt de NOS.Ze verwijst in de verklaring onder meer naar uitspraken van De Vries uit 2019, waarin hij zei op een dodenlijst van Taghi te staan. ,,Daarover werd destijds ook zonder enige onderbouwing naar cliënt gewezen als schuldige”, stelt Weski. ,,Cliënt heeft toen laten weten niets van doen te hebben met zo’n dodenlijst.”Weski hoopt dat de aanslag op De Vries grondig wordt onderzocht, waarbij alle mogelijke scenario’s worden bekeken. Ze zegt dat het op dit moment vooral belangrijk is ‘de rust en onafhankelijkheid in het onderzoek’ te bewaren, en dat zij en haar kantoorgenoten geschokt zijn door de aanslag.21:04GisterenDe tweede verdachte van de aanslag op Peter R. de Vries is de 21-jarige Rotterdamse rapper Delano G.. Zwaarbewapende agenten vielen dinsdagnacht zijn tweede woning in Tiel binnen. Op basis van het signalement wordt G. beschouwd als de vermoedelijke schutterVolgens bronnen was de jonge rapper al eerder het criminele pad op gegaan.  20:58GisterenKamil E. (35), de Pool die dinsdagnacht is opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij de aanslag op Peter R. de Vries, werd in Polen gezocht vanwege diefstallen en berovingen. Dat melden lokale politiebronnen aan de Poolse tv-zender TVN24. De Poolse politie zou een arrestatiebevel hebben uitgevaardigd tegen E. Eerder vandaag werd bekend dat de man vorige week in Nederland ook al werd opgepakt, toen vanwege een bedreiging. Hij kwam afgelopen weekend vrij.20:28GisterenAlbert Verlinde is trots hoe het team van RTL Boulevard omgaat met de situatie rond Peter R. de Vries. De voormalig presentator van het programma bewondert de kracht van het team na de aanslag op een van de collega’s, zei hij in de uitzending van vanavond.,,Ik ben vandaag heel erg emotioneel, constant. Om Peter, maar ook om jullie. Om dit programma en het team. Ik heb gehoord dat er mensen van dit team zijn die gezegd hebben: hij mag daar niet alleen liggen. Zij zijn daarnaartoe gegaan”, zei een geëmotioneerde Verlinde over de plek waar De Vries gisteravond werd neergeschoten op straat. ,,Zo zit jullie team in elkaar. Dat heeft mij zo ongelofelijk geraakt. Die liefde die het team uitstraalt, dat je dat opzoekt. Dat is liefde en respect.”
20:01GisterenDemissionair minister van Justitie Ferd Grapperhaus en de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema zijn rond 20.00 uur bij de studio van RTL Boulevard aangekomen voor een bezoek aan de redactie in de hoofdstad.De bewindsman liet eerder op de avond al weten de redactie van het programma te bezoeken om steun te betuigen vanwege de aanslag op misdaadverslaggever Peter R. de Vries. De twee kwamen met twee aparte auto’s aan bij de studio aan het Leidseplein.
19:10GisterenVlak nadat Peter R. de Vries werd neergeschoten brak ‘enorme paniek’ uit in de studio van RTL Boulevard, waar de misdaadjournalist vlak voor de schietpartij te gast was. ,,Mensen begonnen te rennen, we wisten niet wat we moesten doen”, blikte Luuk Ikink, die RTL Boulevard vanavond presenteerde, zojuist terug in het programma.,,Het was een hele heftige avond. We hebben alles meegekregen.” Terwijl de misdaadverslaggever al snel na afloop van de uitzending naar huis vertrok, kletsten Ikink en zijn medepresentator Marieke Elsinga met een aantal collega’s na in de studio. ,,Achter hem aan liep een aantal collega’s, zij hebben het zien gebeuren. Eén van hen kwam terug de studio ingestormd en schreeuwde: Peter is neergeschoten.”Ikink vertelde dat een aantal collega’s naar De Vries is gerend. ”Om te kijken of we iets konden doen. Weten wij veel. Het ging zo snel. De politie was er al, er hing ook al afzetlint. De ambulance was er in mijn herinnering nog niet, maar die kwam ook heel snel.”
18:31GisterenOok het tv-programma Humberto staat vanavond geheel in het teken van misdaadverslaggever Peter R. de Vries. Dat laat een woordvoerder van RTL weten. Eerder werd al bekend dat ook RTL Boulevard vanavond helemaal gaat over de aanslag op de misdaadjournalist. Tijdens beide programma’s is geen reclame te zien.Aan tafel bij Humberto Tan zitten onder anderen de voorzitter van de Nederlandse Politie Bond Jan Struijs en Job Cohen, die burgemeester was van Amsterdam ten tijde van de moord op Theo van Gogh. Ook Thomas Bruning, secretaris van journalistenvakbond NVJ, en advocaten Geert-Jan en Carry Knoops schuiven aan. Die laatste twee werkten samen met Peter R. de Vries aan de Puttense moordzaak.In de speciale uitzending van Humberto zal ook Lex de Jager, advocaat en vertrouwenspersoon van de familie De Vries aanwezig zijn. Traumachirurg Mike Hogervorst deelt de laatste medische informatie.18:29GisterenDemissionair justitieminister Ferd Grapperhaus heeft naar aanleiding van de aanslag op misdaadverslaggever Peter R. de Vries extra beveiligingsmaatregelen getroffen. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft hij dat ‘beveiligingsmaatregelen zijn geïntensiveerd’. Wat dat betekent en waar en hoe dit gebeurt, wil het departement niet kwijt.De verscherpte of extra maatregelen zijn genomen in afwachting van het onderzoek naar de ‘omstandigheden van deze uitermate schokkende gebeurtenis’, schrijft de minister. ,,Ik kan niet vooruitlopen op de uitkomsten van het onderzoek, maar deze verschrikkelijke daad raakt aan het fundament van onze rechtsstaat en onze vrije samenleving. Dit is een enorme klap, en raakt de beroepsgroep van journalisten in het bijzonder”, aldus Grapperhaus.Naar aanleiding van de complexere en extremere zaken en vanwege het toegenomen geweld tegen ambtsdragers, advocaten en journalisten is al eerder besloten dat de organisatie rond bewaken en beveiligen wordt uitgebreid. De eerste fase van de uitbreiding, zowel in materiaal als personeel, wordt volgens de minister op dit moment uitgevoerd. Daarnaast komt een commissie uiterlijk op 1 oktober met een advies over de toekomstige inrichting van het ‘bewakings- en beveiligingsstelsel’.18:19GisterenNederland moet na de moordaanslag op misdaadjournalist Peter R. de Vries een toontje lager zingen, vindt een Hongaarse Europarlementariër en partijgenoot van premier Viktor Orbán. De aanval bewijst volgens Hidvéghi Balázs dat Nederland, dat vaak het voortouw neemt om Hongarije aan te spreken op zijn omgang met de vrijheid van rechters en journalisten om hun werk te doen, daarmee zélf een probleem heeft.De aanslag is ‘een duidelijke aanval op de persvrijheid’, twittert Balázs. ‘Nederland heeft duidelijk een rechtsstaatprobleem’, concludeert hij. ‘Premier Mark Rutte zou zich moeten bemoeien met zijn eigen land in plaats van Hongarije op de knieën te dwingen.’Rutte viel Hongarije twee weken geleden hard aan over nieuwe wetgeving die homo’s en andere seksuele minderheden in de knel dreigt te brengen. Hongarije moet op dat punt op de knieën en de wet moet van tafel, zei hij toen. Dat heeft bij Orbáns Fidesz-partij en haar medestanders kwaad bloed gezet.Balázs’ tweet, waarin hij ook oproept te ‘bidden voor Peter’ is geretweet door de Fidesz-delegatie in het Europees Parlement.18:16GisterenEen razendsnelle analyse van camerabeelden en tientallen tips van ooggetuigen brachten de politie op het spoor van de vermoedelijke daders achter de aanslag op Peter R. de Vries. Lees hier: Een reconstructie van een geslaagde arrestatie na een uur (Premium).18:14GisterenDe gemeente Amsterdam heeft dranghekken geplaatst in de Lange Leidsedwarsstraat, waar steeds meer bloemen liggen op de plek waar Peter R. de Vries gisteraavond is neergeschoten.Het blijft bijna 24 uur na de aanslag een komen en gaan van mensen die met een bos bloemen of een tekst hun medeleven willen uiten en hun gedachten willen delen. Tussen de bloemenzee zijn teksten te lezen als ‘Peter, blijf knokken’, Jij bent nog niet klaar’ en ‘Kom terug, onze held’.Rond de bloemenzee is veel pers verzameld, ook buitenlandse media. Onder anderen de Duitse krant Bild, de Duitse omroepen RTL en Deutsche Welle, de Vlaamse omroepen VRT en VTM en de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws zijn vertegenwoordigd met een cameraploeg.
18:04GisterenDemissionair justitieminister Ferd Grapperhaus en de burgemeester van Amsterdam Femke Halsema brengen vanavond een bezoek aan de redactie van RTL Boulevard. Daar zullen ze hun steun betuigen vanwege het neerschieten van misdaadverslaggever Peter R. de Vries, schrijft Grapperhaus in een brief aan de Tweede Kamer.De minister spreekt wederom van een ‘laffe aanslag’ op De Vries, die ook voor zijn collega’s als ‘zeer schokkend’ is ervaren.RTL Boulevard staat woensdagavond volledig in het teken van De Vries. Een woordvoerder kon niets zeggen over de invulling van de uitzending. De 64-jarige verslaggever werd gisteravond in Amsterdam neergeschoten na een uitzending van het programma waarbij hij aanwezig was. Hij werd zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht.
18:03GisterenOnacceptabel en laaghartig. Zo noemt het Openbaar Ministerie Limburg het neerschieten van Peter R. de Vries. Het OM in Limburg werkt nauw samen met de misdaadverslaggever in het onderzoek naar de vermiste Tanja Groen en in de zaak Nicky Verstappen. ,,Prettig en professioneel. Nu hij vecht voor zijn leven hopen wij dat hij hier doorheen komt”, laat het OM Limburg weten op Twitter.,,Het OM Limburg en de politie Limburg zijn geschokt over de aanslag op vertrouwenspersoon en misdaadjournalist Peter R. de Vries. Iemand met een luide stem monddood maken is een aanslag op onze rechtsstaat. Het is onacceptabel en laaghartig.”
17:23GisterenDe 35-jarige Poolse man uit Maurik die dinsdag is opgepakt voor de moordaanslag op Peter R. de Vries is vorige week ook door de politie aangehoudenDe man werd toen in zijn woonplaats aangehouden voor een bedreiging.Bij die bedreiging werd mogelijk een vuurwapen gebruikt. Afgelopen weekeinde kwam de man  weer vrij.17:10GisterenDe aanslag op Peter R. de Vries is de zoveelste bevestiging van een alarmerende trend: in heel de wereld liggen misdaad- en onderzoeksjournalisten onder vuur en het aantal slachtoffers onder hen stijgt elk decennia met sprongen. In reactie op de dood van een Griekse journalist, op 9 april dit jaar, zei collega Kostas Vaxevanis dat ‘als een journalist wordt vermoord, de parallelle staat de boel overneemt, of erger’. De Griek was al de 14de journalist die sinds 2017 ‘in maffiastijl’ werd omgebracht.16:49GisterenHet koningspaar voelde zich ‘boos’ en ‘hulpeloos’ over de aanslag op Peter R de Vries. Dat zei koningin Máxima in het gesprek met de pers aan het einde van het staatsbezoek aan Berlijn. ,,We dachten vanmorgen: we zijn boos! Hoe kan dit?”, zei de koningin. ,,We leven echt enorm mee met zijn familie. Ik kan me voorstellen dat mensen zijn geschokt.”Het koninklijk paar hoorde dinsdag na een concert van het Concertgebouworkest in Berlijn voor het eerst over het incident in Amsterdam. ,,Je bent hulpeloos op zo’n moment”, zei koning Willem-Alexander. ,,Je zou wat willen doen, maar dat kan eigenlijk niet. Dat gevoel overkwam me gisteravond ook.”
EINDE BERICHT

Reacties uitgeschakeld voor Noten 27 t/m 42 bij ”Peter R de Vries, misdaadjournalist”

Opgeslagen onder Divers

Noten 1 t/m 26 bij ”Peter R de Vries, misdaadjournalist”

[1]
WIKIPEDIAPETER R. DE VRIES
https://en.wikipedia.org/wiki/Peter_R._de_Vries

[2]

ADPETER R DE VRIES NEERGESCHOTEN IN AMSTERDAM:DRIE VERDACHTEN AANGEHOUDEN6 JULI 2021
https://www.ad.nl/binnenland/peter-r-de-vries-neergeschoten-in-amsterdam-drie-verdachten-aangehouden~aa3567f5/

Misdaadjournalist Peter R. de Vries is vanavond neergeschoten in Amsterdam en is zwaargewond afgevoerd naar het ziekenhuis. Na de beschieting is een mogelijke vluchtauto op de A2 bij Breukelen aangehouden door de politie. Daarbij zijn twee aanhoudingen verricht, waarvan er een mogelijk de schutter is aldus de politie. Een derde verdachte werd elders in Amsterdam aangehouden. 

De schietpartij gebeurde rond 19.30 uur in de Lange Leidsedwarsstraat, in de buurt van het Leidseplein. Daar zit de studio van RTL Boulevard, waar De Vries vanavond aanwezig was.  Volgens een politiewoordvoerder hebben veel mensen de schietpartij zien gebeuren. ,,We hebben meerdere meldingen van ooggetuigen binnengekregen.”

Er kwam veel politie op de been en ook waren er veel omstanders en pers. In de loop van de avond werden ook de eerste bloemen neergelegd op de plaats waar De Vries werd neergeschoten. Op een filmpje dat rondgaat op sociale media, is De Vries duidelijk herkenbaar te zien met een bebloed gezicht. Hij ligt op zijn rug op straat. Omstanders helpen hem en roepen of er al gebeld is naar 112. 

Meerdere schoten

Er zouden van dichtbij meerdere schoten op De Vries zijn gelost. Getuigen spreken van vijf schoten. Over mogelijke motieven van de dader of aanleidingen voor het schietincident kon de politie nog niets zeggen. ,,Nu zijn we bezig met de zoekactie, sporenonderzoek en natuurlijk hulpverlening. Motieven en achtergronden komen pas in een veel later stadium aan de beurt.”

Een politiehelikopter cirkelde boven de omgeving. De forensische opsporing is ter plaatse om sporenonderzoek te doen. De directe omgeving rond de Lange Leidsedwarsstraat werd afgesloten. De politie ging met meerdere eenheden op zoek naar de mogelijke schutter, aldus de woordvoerder.

Grote zoekactie

De politie bevestigde later op de avond dat het slachtoffer de 64-jarige Peter R. de Vries is. Eerder kon de politie dat nog niet zeggen. Wel lieten bronnen al weten wie het slachtoffer was. ,,Het is gebruikelijk dat we eerst familie benaderen voordat we met een identiteit naar buiten treden”, lichtte een woordvoerder toe.

Niet zelf benaderen

Rond 19.40 uur werd via Burgernet een signalement van de vermoedelijke schutter verspreid. Het zou gaan om een man met een klein, tenger postuur. Hij droeg een donkergroene jas met camouflagevlekken en een zwarte pet. Wie deze man ziet, kan hem beter niet zelf benaderen maar 112 bellen, aldus het Burgernetbericht.

Door getuigen ter plaatse kreeg de politie snel zicht op een mogelijke vluchtauto. Deze auto is op de snelweg A4 staande gehouden, aldus de Amsterdamse korpschef Frank Paauw. Daarbij zijn twee verdachten zijn gearresteerd. De mogelijke schutter zit daarbij, zei Paauw.

Een derde verdachte is aangehouden op ‘een locatie in Amsterdam’, aldus de korpschef. Dat zou in Amsterdam-Oost zijn geweest. Volgens Paauw heeft de op de A4 tot staan gebrachte auto de focus bij de politie. Of er een wapen in dat voertuig is gevonden, wilde Paauw niet zeggen.

Reactie NVJ

,,Dit is wat je al die tijd hoopt dat niet gebeurt”, zegt Thomas Bruning, algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, hoorbaar aangeslagen. ,,Natuurlijk is het nog afwachten met welke werkzaamheden van De Vries dit verband houdt, maar de aanslag vond plaats voor de deur van RTL Boulevard. Dit raakt de journalistiek sowieso recht in het gezicht. Laten we hopen en bidden voor zijn gezondheid.”

De Vries was vanavond bij RTL Boulevard te gast om te praten over de zaak Seif Ahmed, een kapper die in 2019 in zijn auto werd doodgeschoten. Ahmeds 14 maanden oude dochtertje zat op de achterbank. ,,Hopelijk heeft ze zich niet gerealiseerd wat er is gebeurd”, sprak De Vries vanavond.

Bedreigingen

Het huis van Peter R. de Vries is in het verleden wel eens bewaakt door de politie, vertelde hij in 2017 tegen deze site. ,,Ze hadden serieuze informatie dat er iets te gebeuren stond. En toen stond er dus ‘s nachts een auto voor de deur, mensen met kogelwerende vesten erin, noem maar, op. Dat hebben we dus geaccepteerd. Vervolgens merkten we dat wij daar wel mee om kunnen gaan, maar dat het op de buren een enorme impact had. Zij lieten hun kinderen niet meer buitenspelen, waren bang dat de kogels elk moment in het rond konden vliegen.’’

Bedreigingen maakten hem ‘geen flikker uit’, vertelde De Vries. ,,Ik doe er ook geen aangifte van, ga er echt geen tijd aan besteden.“ Vorige maand werd De Vries geïnterviewd door Vrij Nederland. Daarin vertelde hij onder meer dat hij niet bang is aangelegd, maar dat ‘de broer van Nabil en zijn vroegere advocaat zijn vermoord, dus je hoeft niet hysterisch te zijn om te denken dat er best iets zou kunnen gebeuren. Dat is part of the job. Een misdaadverslaggever die op echt spannende momenten aan komt zetten met ‘nu wordt het mij iets té intens’ kan beter bij Libelle gaan werken.’

Paspoort Peter Rudolf de Vries

Geboren
14 november 1956 in Aalsmeer.

Loopbaan
Gaat na zijn dienstplicht aan de slag op de Haagse redactie van De Telegraaf. Begint na een jaar verslag te doen over misdaad. Schrijft negen true-crimeboeken, waaronder De ontvoering van Alfred Heineken, in 1987.

Is van 1987 tot 1991 hoofdredacteur van het weekblad Aktueel. Schrijft ook over misdaad in Panorama en AD. Maakt van 1995 tot 2012 het tv- programma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever.

Sindsdien veel te zien in praatprogramma’s. Presenteert bij RTL 5 Internetpesters Aangepakt.

Ontvangt voor zijn werk diverse prijzen.

Is sinds 2014 ook voetbalmakelaar.

Privé
Zoon en dochter.

EINDE BERICHT

[3]

”Koning Willem-Alexander heeft in een korte verklaring stilgestaan bij de aanslag op Peter R. de Vries. Hij noemde het aan aanslag op de journalistiek en noemde de journalistiek een “hoeksteen van de rechtsstaat”. Daarmee is volgens hem ook een aanslag op onze rechtsstaat gepleegd.”
NPO1 RADIOAANVAL OP PETER R DE VRIES IS ”AANVAL OPDEMOCRATIE” EN ”MOET DOORDRINGEN IN PARLEMENT”
https://www.nporadio1.nl/nieuws/binnenland/2f74e51f-4031-46fa-9732-83e56c7f5300/aanslag-op-peter-r-de-vries-is-aanval-op-democratie-moet-doordringen-in-parlement

Koning Willem-Alexander heeft in een korte verklaring stilgestaan bij de aanslag op Peter R. de Vries. Hij noemde het aan aanslag op de journalistiek en noemde de journalistiek een “hoeksteen van de rechtsstaat”. Daarmee is volgens hem ook een aanslag op onze rechtsstaat gepleegd.

De koning sprak direct tot journalisten. “Ik begrijp dat er onder u collega’s zijn die aangedaan zijn. Als een collega dit gebeurt, dat moet verschrikkelijk zijn.” Hij zei verder geen details te hebben.

Ook Jan Struijs, de voorzitter van de Nederlandse Politiebond, noemt de aanslag een aanval op de rechtsstaat en op de democratie. Hij vindt dat het moet doordringen in het parlement, zodat er stappen tegen de georganiseerde misdaad gezet worden. “Het vraagt om een doordacht, slim offensief”, zegt hij in het NOS Radio 1 Journaal.

“De ironie van het lot is dat ik deze zomer nog een afspraak had met Peter over waar we nu staan met de aanpak van de georganiseerde misdaad”, zegt Struijs. “Dat vraagt echt om nieuwe strategieën. Laten we for the time being alle energie zetten op het oplossen van deze aanslag. Maar dit gaat wel heel fundamentele vragen oproepen.”

Volgens de NPB-voorzitter gaan we langzaam maar zeker naar een andere discussie toe: “Wat kunnen we mensen die voor de rechtsstaat werken, inclusief journalisten, bieden om ze zoveel mogelijk bescherming te geven? Het gaat heel ver nu, mensen worden aan de lopende band bedreigd. We moeten nadenken over hoe we dit gaan aanpakken de komende tien jaar, want dit raakt ons allen.”

Peter R. de Vries is de afgelopen decennia als journalist betrokken geweest bij veel grote misdaadzaken. Tegenwoordig is hij ook aanjager van cold cases, zoals de zaak-Tanja Groen, en vertrouwenspersoon van kroongetuige Nabil B. in het Marengo-proces.

Er is vanochtend nog geen update over de gezondheidssituatie van De Vries. Gisteravond na 23.00 uur meldde de Amsterdamse burgemeester Halsema dat hij vecht voor zijn leven.

Verslaggever Remco Andringa zet het nieuws van vanochtend nog op een rijtje:

Alle grote ochtendbladen besteden vanochtend op de voorpagina aandacht aan de aanslag op De Vries. ‘Schok na aanslag’, schrijft De Telegraaf. Volgens de krant vond De Vries beveiliging geen optie. Hij fietste elke week op zijn racefiets een rondje langs het Gooimeer en plaatste daar ook foto’s van op Twitter.

De Vries is na misdaadblogger Martin Kok de tweede misdaadjournalist die is neergeschoten. De Telegraaf noemt de kans klein dat het bij De Vries om een eenmansactie ging. “De wijze waarop de aanslag is gepleegd, vertoont alle kenmerken van een goed voorbereide liquidatie”, schrijft de krant.

NRC schrijft over de verbijstering na het neerschieten van De Vries. Hij werd tijdens zijn carrière meerdere keren bedreigd. Volgens NRC bleef hij daar op het oog stoïcijns onder.

Bij Trouw zien we een foto van de Lange Leidsedwarsstraat, waar de aanslag was, met in die straat de calamiteitencontainer van de politie. ‘Moordaanslag op Peter R. De Vries’, kopt het AD. De krant schrijft dat de journalist in 2019 bekendmaakte dat hij op een dodenlijst van Ridouan Taghi stond.

Taghi schreef hem daarna dat hij niks te vrezen had, maar volgens het AD was De Vries toen hij die brief kreeg, nog geen vertrouwenspersoon van Nabil B. Hij is de kroongetuige in het Marengo-proces waarin Taghi de hoofdverdachte is.

In de Volkskrant schrijft columnist Bert Wagendorp over De Vries: hij noemt hem een lefgozer met lef, en niet vrijblijvend, maar met inzet van zijn hele hebben en houden.

EINDE BERICHT

[4]

RTL NIEUWS

POOL (35) EN ROTTERDAMMER (21) VAST VOOR

AANSLAG PETER R. DE VRIES, DERDE VERDACHTE

VRIJGELATEN

7 JULI 2021

https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5240519/twee-verdachten-vast-peter-r-de-vries-aangehouden

Er zitten momenteel twee verdachten vast voor de aanslag op misdaadjournalist Peter R. de Vries. Dat meldt de politie. Het gaat om een 35-jarige Poolse man uit Maurik, en een 21-jarige man uit Rotterdam. Een derde man die gisteren werd aangehouden, is weer vrijgelaten.

De twee verdachten die nog vastzitten, worden verdacht van directe betrokkenheid bij het schietincident, zegt de politie. 

Huiszoekingen

De verdachten zitten in beperkingen, wat inhoudt dat ze alleen contact mogen hebben met hun advocaat. Ze worden vrijdag voorgeleid aan de rechter-commissaris.

De twee werden gisteren aangehouden op de A4 bij Leidschendam. Dat zie je in deze video:

De politie heeft afgelopen avond en nacht huiszoekingen gedaan in Tiel, Maurik en Amsterdam. Daar zijn gegevensdragers en munitie in beslag genomen. 

De vrijgelaten man is een 18-jarige Amsterdammer, die gisteren werd aangehouden in Amsterdam. Hij is geen verdachte meer in dit onderzoek, meldt de politie.

EINDE BERICHT

[5]

RTL NIEUWS

HALSEMA: PETER R. DE VRIES IS BARMHARTIGE STEUNPILAAR VOOR MENSEN IN NOOD

https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5240453/aanslag-peter-r-de-vries-verdachten-aangehouden-diep-geschokt

Halsema: Peter R. de Vries is barmhartige steunpilaar voor mensen in nood

Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam, heeft vanmiddag voorafgaand aan de vergadering van de gemeenteraad een verklaring voorgelezen over de aanslag op misdaadverslaggever Peter R. de Vries. Zij noemde de aanslag ‘laf’ en ‘bruut’. 

“Peter R. De Vries heeft bewonderaars in alle kringen, en is geliefd in alle delen van ons land. Hij is een heldhaftige bestrijder van onrecht en een barmhartige steunpilaar voor mensen in nood. Deze aanslag heeft onze stad geschokt, wij zijn woedend en vastberaden. De politie heeft snel en professioneel opgetreden. Samen met het OM zetten ze alles op alles om alle verantwoordelijken op te sporen en te berechten.”

“In onze stad en in ons land werken mensen die licht werpen op een duistere wereld. Ook gisteravond en vandaag zijn zij aan het werk. Iedereen die onze rechtsstaat koestert, staat pal voor journalisten. De driehoek steunt hen en ik heb zelf contact gehad met enkelen van hen.”

“Ook de buurt is geschrokken. Er staat een calamiteitenbus van de politie klaar voor bewoners. Het stadsbestuur is in gedachten bij zijn gezin, zijn familie en zijn vrienden.”

EINDE BERICHT

[6]

TELEGRAAF

GESCHOKTE REACTIES OP NEERGESCHOTEN 

PETER R DE VRIES

https://www.telegraaf.nl/entertainment/1744680703/geschokte-reacties-op-neergeschoten-peter-r-de-vries

Op sociale media reageren veel bekende Nederlanders geschokt op het nieuws dat misdaadverslaggever en mediapersoonlijkheid Peter R. de Vries is neergeschoten in Amsterdam. Velen hopen dat zijn verwondingen meevallen en dat hij erbovenop komt.

Presentator Tim Hofman schrijft: „Echt vreselijk man. Hoop dat hij er snel bovenop is.”

Actrice Anna Drijver, die haar volgers oproept om geen beelden te verspreiden, vindt dat niemand aan Peter zou mogen komen. „Nee, dat doe je niet.”

„Zoooo!!! Heftig!”, schrijft radiomaker Erik de Zwart.

Presentator Henny Huisman raakte geëmotioneerd door het bericht. „@PeterRdeV neergeschoten, waar moet het naar toe in Nederland? Ik huil dikke tranen om deze tragedie.”

Ook Ronnie Flex, Miryanna van Reeden, Georgina Verbaan, Leonie ter Braak, Claudia de Breij en Victor Reinier spreken zich uit.’

EINDE BERICHT

NOS

VERBIJSTERDE REACTIES UIT POLITIEK EN

ADVOCATUUR OP AANSLAG PETER R DE VRIES

https://nos.nl/artikel/2388234-verbijsterde-reacties-uit-politiek-en-advocatuur-op-aanslag-peter-r-de-vries

In de politiek en de advocatuur wordt geschokt gereageerd op de aanslag op Peter R. de Vries. Meerdere Kamerleden, ministers en staatssecretarissen spraken hun afschuw uit. Strafrechtadvocaat Geert-Jan Knoops zei in Nieuwsuur “zeer gechoqueerd en eigenlijk ook verbijsterd” te zijn door het nieuws.

Het nieuws van de aanslag kwam tijdens een debat in de Tweede Kamer. “We kennen de toedracht niet, maar wat de toedracht ook is, dit is onvoorstelbaar verschrikkelijk nieuws”, zei demissionair minister Hoekstra. “In gedachten zijn we bij allen die dit aangaat en die hier heel erg veel verdriet van hebben.”

Staatssecretaris van Economische Zaken Yesilgöz zei op Twitter: “Wat is dit verschrikkelijk. Zit hier een potje te janken, echt geen woorden voor.”

Ook verschillende partijleiders hebben ook op Twitter gereageerd. PVV-leider Wilders sprak kort na de eerste berichten zijn afschuw uit. “Vreselijk.” GroenLinks-leider Klaver roept op om het filmpje van de situatie niet meer te verspreiden.

“Echt een afschuwelijk bericht en de vreselijkste flashback naar andere aanslagen op onze vrije samenleving. Hoop en bid dat hij het overleeft”, zegt ChristenUnie-leider Segers.

PvdA-leider Ploumen: “Wat een onvoorstelbaar en verschrikkelijk nieuws. Een aanslag op Peter R. de Vries, op de journalistiek en onze vrije samenleving. Mijn gedachten zijn bij Peter R. de Vries en zijn familie.”

Denk-leider Azarkan spreekt van een laffe en afschuwelijke aanslag. “Ik bid en hoop dat Peter het redt.” Ook partijleider Ouwehand van de Partij voor de Dieren spreekt van een aanslag “Geen woorden voor. Heel veel sterkte voor allen die hem lief zijn.”

Ook SGP-leider Van der Staaij reageert op Twitter:Kees van der Staaij @keesvdstaaijWat een schokkend nieuws dat misdaadverslaggever Peter R. de Vries is neergeschoten. Altijd weer moet de rechtsstaat bevochten worden!19 uur geleden

Geert-Jan Knoops zei in Nieuwsuur dat hij De Vries onlangs nog was tegengekomen. “Daar was verder geen enkele indicatie dat hij gevaar zou lopen. Ik hoop dat de artsen zorgen dat hij in leven blijft, het is een belangrijke persoonlijkheid in ons vak.”

Bij Op1 zei Gerard Spong dat ook hij geschokt is. “Maar ik moet wel zeggen dat ik niet helemaal verbaasd ben dat dit gebeurd is.” Volgens de advocaat is De Vries actief “in de vuurlinie van het strafrecht” en “daar lopen doorgaans geen lieverdjes rond”.

Bij het kantoor van advocaat Peter Schouten, die kroongetuige Nabil B. bijstaat in het Marengo-proces rondom Ridouan Taghi, waren gisteravond zwaarbewapende agenten. De omgeving van het Bredase kantoor werd afgezet en voorbijgangers werden op afstand gehouden, meldt Omroep Brabant.

Peter R. de Vries is bij Schouten in dienst als adviseur en is vertrouwenspersoon van B. “Het enige wat ik nu doe, is hopen dat Peter nog leeft. Verder heb ik niets te zeggen”, liet Schouten aan de NOS weten.

EINDE BERICHT

[7]

[Deze mening is natuurlijk voor de rekening

van de betreffende journaliste/Artikel hier alleen

gebruikt voor bronmateriaal]

AD

BEN JE NET BEKOMEN VAN DE RELLEN, KRIJG JE

ALS BURGEMEESTER DE ALWETENDE PETER R DE VRIES

OVER JE HEEN

26 JANUARI 2021

https://www.ad.nl/show/ben-je-net-bekomen-van-de-rellen-krijg-je-als-burgemeester-de-alwetende-peter-r-de-vries-over-je-heen~a58a2245/

Journaliste Angela de Jong schrijft vijf keer per week een column over wat haar opvalt op tv.

Je zal maar burgemeester John Jorritsma van Eindhoven zijn. Heb je zondag eerst je politiemensen, de stad en burgers moeten verdedigen tegen een stelletje raddraaiers en andere galbakken. Ben je maandag druk met de nasleep en bereid je je voor op nieuwe rellen. En als beloning krijg je ‘s avonds bij Jinek eenmansinquisitie Peter R. de Vries over je heen.

Peter had het natuurlijk allemaal al zien aankomen, had er juist van opgekeken dat de politiek zo verbaasd is en wist ook haarfijn uit te leggen wat de daders bezielde. De jongeren voelen zich beknot, gefrustreerd, niet gehoord. Er is onbegrip voor de coronamaatregelen, die Peter persoonlijk ook erg inconsequent vindt. En dat het vaccineren niet opschiet helpt natuurlijk ook niet mee. Hij keurt het geweld af, maar…

Hij wist zelfs beter dan de burgemeester wie er precies huis hadden gehouden in Eindhoven. Had Jorritsma het nou over ‘tuig’? Die durfde, zeg. ,,Heeft u wel eens eentje van die jongens gesproken, meneer de burgemeester?’’ Nee? Kijk, daar had je het al. De bekende triomfantelijke blik. Laat Peter nou toevallig veertig jaar geleden met zijn poten in het bluswater hebben gestaan bij de Krakersrellen in Amsterdam. Nou jij weer, meneer de burgemeester.

Het was een herhaling van het betoog dat hij een paar uur eerder afstak aan de desk van RTL Boulevard. Ze kunnen dat programma beter omdopen tot de werkgroep psychologie en openbare ordebestrijding van de Universiteit van Amsterdam Oud-Zuid. Met als boegbeelden de eerder genoemde prof. dr. De Vries die al zijn overige collega’s met welke specialisatie dan ook overbodig maakt, al was het maar omdat hij altijd en overal iedereen overschreeuwt. En zijn lieftallige assistente Nikkie Plessen die ook nooit te beroerd is deze coronaperiode een duit in het zakje te doen vanuit het perspectief van de verwende, steenrijke maar o zo lijdende onderneemster.

Deze maandag was ze zelfs ervaringsdeskundige. Want de rellen in Amsterdam trokken door haar wijk. Newsflash: het was ‘niet normaal’ geweest. Kabaal, paarden. Ze liep toevallig net met man en kind in het Vondelpark, maar ze waren snel naar huis gegaan. Onderweg zagen ze ingeslagen auto’s, omgegooide Dixi’s. In het chique Oud-Zuid mag je als bouwvakker namelijk niet een plasje doen op de design-wc van je opdrachtgever, maar moet je je eigen chemische poepdoos voor de deur zetten. ,,Ik ben oprecht geschrokken. En ik schrik nooit.’’ Aldus Nikkie.

Waarna ze moeiteloos overschakelde naar een diepte-analyse van de gekwelde geest van die relschoppers. Ze was het volledig met Peter eens. ,,Jongeren worden op dit moment niet gehoord. Denk ik.’’ Ze veroordeelt het geweld, maar…

Nou, geef mij Jorritsma maar, die onomwonden spreekt van ‘tuig’. Zonder gemaar.

EINDE BERICHT

MEDIACOURANT

PETER R. DE VRIES EN JOHN JORRITSMA

BOTSEN BIJ JINEK: ”JIJ STAAT

AAN DE ZIJLIJN”

Peter R. de Vries botste maandagavond in de talkshow van Eva Jinek met de Eindhovense burgemeester John Jorritsma. De VVD-bestuurder verweet de RTL-journalist te roepen vanaf de zijlijn.

John Jorritsma zat in de talkshow van Eva Jinek om te praten over zijn door avondklokrellen geteisterde Eindhoven. Hij trof in de studio onder meer de immer rebelse Peter R. de Vries aan. De misdaadjournalist blijkt begrip te hebben voor de relschoppers, terwijl Jorritsma het tuig in zijn stad juist helemaal niet begrijpt.

Peter begrijpt reltuig

Peter R. sprong bij Jinek in de bres voor de relschoppers, net zoals hij dat eerder op de avond al deed in RTL Boulevard. “Wat we zien is zeg maar een radicaal topje van een grotere ijsberg van mensen bij wie er geen draagvlak meer is voor wat er op dit moment in Nederland gebeurt.”

Daarmee doelt Peter op de vergaande vrijheidsbeperkingen vanwege corona. “Die grotere ijsberg zit vol met ongenoegen, frustratie en onbegrip voor de inconsequente maatregelen en een vaccinatieprogramma dat maar niet op gang komt. Dat is iets wat je niet kunt uitleggen.”

“Ik betrap mezelf er ook wel eens op dat ik denk: potverdomme, hoe kan het nou dat we na drie weken nog maar 100.000 mensen hebben gevaccineerd?”

Roepen vanaf zijlijn’

Gastvrouw Eva Jinek: “Ik vraag het even aan de burgemeester. Heeft Peter een punt?”

Burgemeester John Jorritsma: “Ja, het is altijd makkelijk om vanaf de zijlijn dit soort commentaren daarop te hebben.”

Peter getergd: “Nou, ik sta niet aan de zijlijn, hoor, meneer de burgemeester. Ik sta met mijn voeten altijd in het bluswater.”

Jorritsma: “Ik mocht denk ik wat zeggen. Ik was denk ik aan de beurt om wat te zeggen.”

Peter: “Het is hier een talkshow. We mogen allemaal wat zeggen.”

‘Heeft u er één gesproken?’

John Jorritsma begrijpt ‘de onvrede in de samenleving’. “Maar dat geeft geen argument om je op deze manier te verzetten tegen de politie, winkels te plunderen en mensen naar het leven te staan. Ze kwamen met één doel: niet om hun frustraties te uiten, maar om te matten. Dat waren mensen die vanuit verschillende groepen kwamen. Ook vanuit de harde kern supporters van voetbalclubs.”

Peter: “Heeft u er wel eens één gesproken, meneer de burgemeester? U weet het allemaal zo goed, maar heeft u er wel eens één gesproken?”

John: “Nee, ik heb niet deze mensen in mijn kennissenkring kan ik u zeggen.”

Peter: “Kijk, dat is misschien nou juist het probleem. U oordeelt, maar wat weet u ervan?”

Studenten

Volgens Peter is het namelijk onzin dat de relschoppers allemaal crimineel zijn. Het zijn volgens hem in veel gevallen juist keurige studenten.

“Ik denk dat als je die jongens allemaal zou oppakken en zou kijken wie het zijn, dan zijn het vaak heel normale jongens die goed zijn opgevoed, die studeren, een baantje hebben, etcetera. Dat is niet allemaal lowlife”, zei hij eerder op de avond in RTL Boulevard.

Relbeelden

Fragment

Het fragment van de ruziënde Peter R. en John Jorritsma:

EINDE BERICHT

[8]

AD

REACTIES OP PETER R DE VRIES: ”HOE

DURF JE AL DIE PLUNDERAARS TE VERDEDIGEN..”

https://www.ad.nl/opinie/reacties-op-peter-r-de-vries-hoe-durf-je-al-die-plunderaars-te-verdedigen~a622fea2/

Lezers van onze krant en site kunnen zelf een ingezonden brief sturen via brieven@ad.nl. Hieronder een selectie van de lezersbrieven die donderdag 28 januari in de krant verschenen over onder meer de avondklokrellen en de column van Angela de Jong over Peter R. de Vries.

Brief van de dag | Avondklokrellen hebben wél iets met coronaprotesten te makenPolitici beweren dat de avondklokrellen niets met coronaprotesten te maken hebben. Dat hebben zij wél. De doelwitkeuze van de relschoppers spreekt boekdelen. Een teststraat brandde af en een tweede ziekenhuis stond genomineerd voor een aanval. Van beweringen dat de ic’s leeg zijn tot de koorzangen die een dictatuur veronderstellen, het is de taal van Willem Engel die mainstream geworden is.

Engel toonde begrip voor zijn aanhangers die in augustus verzorgend personeel in Goirle bedreigden. De terughoudendheid van het OM destijds blijkt nu de vrijbrief voor de ziekenhuisbelagers die online van hem leerden dat verplegend personeel de vijand is. Exponentiële groei en krimp kenmerkt pandemieën. Ook sociale media kennen dit verschijnsel. Sinds Trump er geen meer heeft, werd een krimp van 72 procent van de bulk misinformatie over de Amerikaanse verkiezingen zichtbaar. Als virusontkennende provocateurs hun platformen verliezen, dan slinkt ook hier de misinformatie over Covid. Eindhovense samenscholingen van neonazi’s, jeugdig straattuig en aanhangers van viruswaarheid zullen dan gelegenheidscoalities blijven. Het verlaten van een politieke sekte gaat gepaard met emotionele pijn. QAnon- aanhangers ondergingen woede en verdriet, toen hun revolutie uitbleef. Dat bracht inkeer. Gun verdwaalde complotdenkers hun proces van inkeer. Ontneem Engel zijn socialemediaplatformen en laat zijn delinquente aanhangers elk een jaar herstellende Covid- patiënten verzorgen. Een zorgzame samenleving die de moedwillige ontwrichting van paranoïde complotdenkers wil weerstaan, zal intelligent moeten durven ingrijpen.

Gerhard Rekvelt, Amsterdam, oud-mediadocent.

EINDE BERICHT

”Avondklokrellen braken uit, waaraan vogels van verschillende pluimage deelnamen [17]Een rare combinatie van Qanon neo nazi’s [18], Viruswaanzin gekkies vancult voorman Willem Engel [die gek van de ”groepsknuffel” op het Malieveld”in Coronatijd, weet u nog?] [19] en ”balende” jongeren. [20]”

HET AVONDKLOKDRAMA/RUTTE EN VIRUSWAARHEID/RUTTE

ALS ”GEVAARLIJKE GEK”/OVER RUTTE, DIE DE WET VERZET

ASTRID ESSED

23 FEBRUARI 2021

[9]

ZIE NOOT 1

[10]

WEBSITE ASTRID ESSED OVER WILDERS

https://www.astridessed.nl/tag/wilders/[11]

BIJ POLITICUS GEERT W. KUN JE NIET ONDERDUIKEN….VOOR HEMMOET JE ONDERDUIKENPETER R. DE VRIES
https://nl.politiek.narkive.com/rp4r4QsV/bij-politicus-geert-w-kun-je-niet-onderduiken-voor-hem-moet-je-onderduiken

Bij politicus Geert W. kun je niet onderduiken… voor hem moet je
onderduiken!
Als er één principe is wat ik als misdaadverslaggever onderschrijf, is
het wel dat ook de grootste schurk, de meest gewetenloze crimineel,
recht heeft op een goede verdediging, zo niet de beste. Dat is iets
wat de strafrechtspleging en de waarheidsvinding alleen maar ten goede
komt. En als zo’n boef, ondanks zijn topadvocaat, toch veroordeeld
wordt, kun je over het algemeen veilig aannemen dat hij ook werkelijk
schuldig is.

Uitgerekend Abraham Moszkowicz

Dit uitgangspunt geldt dus ook voor Geert W., de politicus die vandaag
in Amsterdam terecht staat. De man heeft recht op een uitstekende
advocaat, die het de officier van justitie en de rechtbank
buitengewoon moeilijk maakt. Maar dat gezegd hebbende voeg ik er
direct aan toe dat het mij zeer bevreemdt dat de PVV-er wordt
verdedigd door mr. Bram Moszkowicz. Uitgerekend Abraham Moszkowicz,
zeg ik dan. Dat Geert W. zijn toevlucht heeft genomen tot Moszkowicz
snap ik wel, maar dat Moszkowicz hem als cliënt heeft aangenomen vind
ik eerlijk gezegd onbegrijpelijk. Iedere andere topadvocaat had hem
van mij mogen verdedigen, desnoods drie tegelijk, maar dat Moszkowicz
de uitvinder van de ‘kopvodden-tax’ bijstaat, is vloeken in de kerk.

De motivatie van Moszkowicz
Abraham Moszkowicz zal ongetwijfeld een heel legitiem verhaal hebben
waarom hij dit doet. In diverse kranten heb ik interviews met hem
gelezen, maar in geen van die verhalen kan hij mij overigens
overtuigen waarom uitgerekend hij dit doet.

Demagoog en volksmenner

Ik vind Geert W. zelf een gevaarlijk man, een demagoog met de potentie
van een volksmenner. W. is ronduit kwaadaardig. Iemand die een begrip
als de ‘kopvodden-tax’ lanceert, deugt niet. Ik probeer me wel eens
voor te stellen hoe zoiets gaat. Eerst bedenkt hij de term
‘Hoofddoeken-belasting’, wat op zich al verwerpelijk is en een normaal
mens het schaamrood op de kaken bezorgt, maar dat was W. niet
boosaardig genoeg.

En dus piekerde hij over een meer grievende, meer beledigende
aanduiding: Mmm… als ik nou van het woord hoofd nu eens kop maak…
alsof het om dieren gaat… kop-doekjes-belasting…ja, dat klinkt al
beter… Maar doekjes klinkt nog te deugdelijk… wat kan ik daar van
maken? O, wacht, als ik van doekjes nou eens vodden maak, want dat
zijn het natuurlijk… aha, ja,eureka! Dat is het: kopvodden-belasting,
geweldig!

Abject en infaam

Zo moet dat ongeveer zijn gegaan. En dat is abject en infaam, om die
woorden ook maar eens te gebruiken. Afschuwelijk, dat we zulke mensen
in ons parlement hebben.

Aanvankelijk kon ik dan ook niet geloven dat uitgerekend Abraham
Moszkowicz deze man, met deze denkbeelden, wilde verdedigen. Ik heb
Bram hierover een aantal weken geleden een sms’je gestuurd, maar hij
heeft daar nooit op gereageerd.

Goed en fout

Het verbaast mij temeer omdat ik Bram Moszkowicz goed ken. Zijn vader
Max, de eminente peetvader van de strafpleiterij in Nederland,
beschouw ik zelfs als de belangrijkste leermeester van mijn juridisch
gedachtegoed, in die zin heb ik iets belangrijks gemeen met Bram. Toen
ik als jong journalist bij de Telegraaf werkte, zag mr. Max wel wat in
mij en jarenlang hebben we zeker één keer in de week geluncht of
gedineerd samen. Ik bewaar daar dierbare herinneringen aan. Het waren
bijeenkomsten waarin mr. Max mij op bijzondere wijze de nuance tussen
goed en fout bijbracht en mij spelenderwijs voorzag van vele
levenslessen waar ik ook nu nog vaak gebruik van maak.

Onderduiken?
Later kwam de toen nog rechten studerende Bram ook vaak mee met deze
college-lunches. We voerden boeiende gesprekken met elkaar en ik kan
me nog goed herinneren dat we bij de beoordeling van personen ons vaak
afvroegen of je bij hem of haar ‘zou kunnen onderduiken’, als dat
nodig was. Want dat zei eigenlijk alles over iemand.

En juist als ik aan die tijd, die gesprekken en die opvattingen
terugdenk verbaast het mij dat uitgerekend Abraham Moszkowicz deze
Geert W. verdedigt. Want Geert W. is fout. Goed fout. En bij Geert W.
kun je niet onderduiken. Nee, het is veel erger, nog even en voor
Geert W. moet je onderduiken…

Peter R. de Vries

http://www.peterrdevries.nl/cover/bij-politicus-geert-w.-kun-je-niet-onderduiken…-voor-hem-moet-je-onderduiken/
[12]
JOOP.NLHATEMAILS VOOR PETER R. DE VRIES NA KRITIEK OP”VOLKSMENNER” WILDERS21 JANUARI 2010
https://joop.bnnvara.nl/nieuws/hatemails-voor-peter-r-de-vries-na-kritiek-op-volksmenner-wilders

Misdaadverslaggever Peter R. de Vries heeft honderden hatemails ontvangen van scheldende PVV-aanhangers nadat hij hun idool Geert Wilders had uitgemaakt voor een ‘boosaardige, gevaarlijke volksmenner’. De Vries deed zijn uitspraken op zijn weblog en in tv-programma Pauw & Witteman.

De Vries schrijft vandaag op zijn weblog:

“Nou, mijn dagboek van gisteren over politicus Geert W., waarin ik zeg dat hij een boosaardige, gevaarlijke volksmenner in de dop is, heeft wel wat teweeg gebracht. Gisteravond zat ik zelf bij Pauw & Witteman, advocaat Bram Moszkowicz spuugde zijn gal bij Boulevard en vanmorgen zaten er enkele honderden reacties in de mailbox van PVV-aanhangers die op de bres staan voor de vrijheid van meningsuiting van Geert W., maar vinden dat ik mijn mond (lees: bek) moet houden. Dat geeft precies mijn bezwaar tegen deze partij aan.

Vervolgens citeert hij enkele mails, inclusief de mailadressen van de ‘anonieme lafbekjes’. Zo schrijft ene Theo Heese: “Val dood, mafkees!” Of wat te denken van deze weldenkende reactie van Rob Vrolijk: “Vieze landverrader, nooit aan onze Geert komen. Islamhond.” Andere schelders noemen het jood, dhimmi of wensen hem kanker toe. Ook dat is blijkbaar achterban van de PVV.  

De Vries sluit af met waar het vandaag werkelijk om zou moeten draaien:

“Goed, nu weer over naar de orde van de dag. De inzamelingsactie voor Haïti is iets waar het vandaag werkelijk om gaat in deze wereld. Doe mee, help mee! U heeft nooit een alibi om de andere kant op te kijken als mensen zo in nood zitten!
EINDE BERICHT

[13]
””Vervolgens citeert hij [Peter R de Vries, toevoeging Astrid Essed] enkele mails, inclusief de mailadressen van de ‘anonieme lafbekjes’. Zo schrijft ene Theo Heese: “Val dood, mafkees!” Of wat te denken van deze weldenkende reactie van Rob Vrolijk: “Vieze landverrader, nooit aan onze Geert komen. Islamhond.” Andere schelders noemen het jood, dhimmi of wensen hem kanker toe. Ook dat is blijkbaar achterban van de PVV.  ”
JOOP.NLHATEMAILS VOOR PETER R. DE VRIES NA KRITIEK OP”VOLKSMENNER” WILDERS21 JANUARI 2010
https://joop.bnnvara.nl/nieuws/hatemails-voor-peter-r-de-vries-na-kritiek-op-volksmenner-wilders

[14]

JOOP.NLHATEMAILS VOOR PETER R. DE VRIES NA KRITIEK OP”VOLKSMENNER” WILDERS21 JANUARI 2010
https://joop.bnnvara.nl/nieuws/hatemails-voor-peter-r-de-vries-na-kritiek-op-volksmenner-wilders

[15]

VRT.BEMISDAADJOURNALIST VERSUS ONDERWERELD: MOEST PETER R DE VRIES BOETEN VOOR ZIJN ROL IN ”GROOTSTE DRUGSPROCES OOIT?”
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/07/07/de-vries/

[16]
JOOP.NLHATEMAILS VOOR PETER R. DE VRIES NA KRITIEK OP”VOLKSMENNER” WILDERS21 JANUARI 2010
https://joop.bnnvara.nl/nieuws/hatemails-voor-peter-r-de-vries-na-kritiek-op-volksmenner-wilders

[17]
JOOP.NLHATEMAILS VOOR PETER R. DE VRIES NA KRITIEK OP”VOLKSMENNER” WILDERS21 JANUARI 2010
https://joop.bnnvara.nl/nieuws/hatemails-voor-peter-r-de-vries-na-kritiek-op-volksmenner-wilders

[18]

UIT 2010!/ADHESIEBETUIGING ASTRID ESSED AAN PETER R DE VRIESOM ZIJN TERECHTE AANVAL OP PVV LEIDER WILDERSASTRID ESSED
https://www.astridessed.nl/uit-2010-adhesiebetuiging-astrid-essed-aan-peter-r-de-vries-om-zijn-terechte-aanval-op-pvv-leider-wilders/

OF

https://www.dewereldmorgen.be/community/uit-2010-adhesiebetuiging-astrid-essed-aan-peter-r-de-vries-om-zijn-felle-kritiek-op-pvv-leider-wilders-hulde/

[19]

”Beangstigend is dan ook de wijze, waarop hij met ”succes” lijkt in te spelen op bestaande onlustgevoelens, HET handelsmerk van een populist en demagoog Dat u daartegen uw stem hebt verheven, is dan ook van grote betekenis, zeker vanwege uw grote bekendheid en maatschappelijke invloed. Nogmaals mijn grote waardering voor uw moedige en humanitaire opstelling”

UIT 2010!/ADHESIEBETUIGING ASTRID ESSED AAN PETER R DE VRIESOM ZIJN TERECHTE AANVAL OP PVV LEIDER WILDERSASTRID ESSED
https://www.astridessed.nl/uit-2010-adhesiebetuiging-astrid-essed-aan-peter-r-de-vries-om-zijn-terechte-aanval-op-pvv-leider-wilders/

OF

https://www.dewereldmorgen.be/community/uit-2010-adhesiebetuiging-astrid-essed-aan-peter-r-de-vries-om-zijn-felle-kritiek-op-pvv-leider-wilders-hulde/

[20]
ADHESIEBETUIGING ALS MAIL VERSTUURD21 JANUARI 2010:
”From: Astrid EssedSubject: Adhesiebetuiging nav uw uitspraken over de heer Wilders
To: peter.r.de.vries@endemol.nl
Date: Thursday, January 21, 2010, 11:02 PM

ADHESIEBETUIGING MET UW UITSPRAKEN TAV PVV VOORMAN, DE HEER WILDERS Geachte heer de Vries, Bij dezen wil ik u van harte mijn grote waardering doen toekomen voor de in uw dagboek dd 20-1 gedane uitspraken tav PVV voorman, de heer G Wilders. Zie http://www.peterrdevries.nl/peter-r.-de-vries/peters-dagboek/bij-politicus-geert-w.-kun-je-niet-onderduiken…-voor-hem-moet-je-onderduiken/  Met u deel ik van harte het principe, dat ieder mens, ongeacht het misdrijf, waarvan hij/zij wordt verdacht, recht heeft op een eerlijk proces, conform het u bekende EVRM en de internationale Verdragen, waaronder het BuPo VerdragHieronder ressorteert als een van de voornaamste principes een hecht doortimmerde bewijslast en het principe ”onschuldig tot schuld bewezen” Uiteraard geldt dit ook de heer Wilders. Anderszijds deel ik volledig uw mening, dat de heer Wilders een demagoog van een gevaarlijk karakter is In de eerste plaats  laat Wilders zich systematisch en structureel in discriminerende zin  uit over de Islam in het byzonder en moslims in het algemeen, waarmee hij het recht op godsdienstvrijheid schendtTen tweede is zijn gedachtegoed racistisch, aangezien hij zich bij voortduring in negatieve en discriminerende zin uitlaat over Marokkanen en andere  ”niet westerse”  allochtonen Hiermee zaait hij haat en verdeeldheid tussen ”autochtonen” en ”allochtonen”, zeker in het sinds 11-9-2001 in Nederland [en Europa] verharde klimaat jegens allochtonen in het algemeen en moslims in het byzonder. Als politicus heeft hij een zeer gevaarlijk effect, juist vanwege zijn grote landelijke, politieke en media-bereik Meneer de Vries, Juist in de sinds 11-9-2001 steeds meer toenemend racisme en verharding in Nederland en Europa, getuigt uw opstelling van grote moed. Dat dit niet zonder effect is gebleven, is gebleken uit de ronduit minderwaardige reacties van een aantal PVV aanhangers, waarvan u enkele in uw vervolg column ”De aanhangers van Geert Wilders zij boos”,bekend hebt gemaakt Zonder enige vergelijkingen met het verleden te willen maken, hou ik staande, dat het gedachtegoed van Wilders elementen in zich draagt van het begin van een politiestaat [zijn voorkeur voor administratieve detentie voor terreurverdachten, landelijk preventief fouilleren, zijn hetze tegen moslims, allochtonen en asielzoekers, zijn voorstel tot afschaffing van artikel 1, Grondwet, etc]  Beangstigend is dan ook de wijze, waarop hij met ”succes” lijkt in te spelen op bestaande onlustgevoelens, HET handelsmerk van een populist en demagoog Dat u daartegen uw stem hebt verheven, is dan ook van grote betekenis, zeker vanwege uw grote bekendheid en maatschappelijke invloed. Nogmaals mijn grote waardering voor uw moedige en humanitaire opstelling Onder P/S een link naar een destijds door mij geschreven artikel over Wilders Vriendelijke groeten Astrid Essed Amsterdam Artikel tav gedachtegoed Wilders http://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=1636

ZIE OOK

UIT 2010!/ADHESIEBETUIGING ASTRID ESSED AAN PETER R DE VRIESOM ZIJN TERECHTE AANVAL OP PVV LEIDER WILDERSASTRID ESSED
https://www.astridessed.nl/uit-2010-adhesiebetuiging-astrid-essed-aan-peter-r-de-vries-om-zijn-terechte-aanval-op-pvv-leider-wilders/


OF

https://www.dewereldmorgen.be/community/uit-2010-adhesiebetuiging-astrid-essed-aan-peter-r-de-vries-om-zijn-felle-kritiek-op-pvv-leider-wilders-hulde/



[21]


JOOP.NL
HATEMAILS VOOR PETER R. DE VRIES NA KRITIEK OP”VOLKSMENNER” WILDERS21 JANUARI 2010
https://joop.bnnvara.nl/nieuws/hatemails-voor-peter-r-de-vries-na-kritiek-op-volksmenner-wilders

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 12
[22]

”,Ik hoef op televisie maar een opmerking over hem te maken en mijn mailbox stroomt weer vol. Dan ben ik een landverrader, een NSB’er, moet ik opsodemieteren, zelf lekker naar Afrika gaan, dan verdien ik de kogel, de strop, willen ze me vierendelen en kielhalen, ga zo maar door.”
U bent vaker bedreigd, ook face to face. Doen zulke mails dan nog iets met u?
,,Nee, dat maakt me echt geen flikker uit. Ik doe er ook geen aangifte van, ga er echt geen tijd aan besteden”


GELDERLANDERAL DIE BEDREIGINGEN MAKEN ME ECHT GEEN FLIKKER UIT6 JULI 2021
https://www.gelderlander.nl/show/al-die-bedreigingen-maken-me-echt-geen-flikker-uit~a9c741de/

Voortdurend bedreigd, maar voor de duvel niet bang. ‘Het hoort bij mijn leven’, zegt Nederlands bekendste misdaadjournalist.

De Spannende Boeken Wéken? Je hebt een paar járen nodig om alle misdaadlectuur die Peter R. de Vries (60) tot zich nam, zelf te lezen. Rond de vijftienhonderd boeken over moord, doodslag, oplichting en bedreiging las de misdaadverslaggever naar eigen zeggen. Vrijwel alles true crime.

Met een theelepeltje overdrijving kun je stellen dat misdaadboeken De Vries’ beroepskeuze hebben bepaald. ,,Toen ik een jaar of 19 was, verslond ik de boeken van Caryl Chessman, een Amerikaanse gevangene die in afwachting van de doodstraf was, voor een reeks overvallen. In de gevangenis ontpopte hij zich tot een heel ander figuur dan de harde boef. Hij beschreef ook hoe hij tot zijn daden was gekomen. Hij heeft zijn executie jarenlang weten uit te stellen, maar is uiteindelijk toch terechtgesteld. Zijn boeken heb ik nog altijd thuis.

,,Ze hebben me destijds heel veel gedaan. De fascinatie voor misdaad, schuld en boete is erdoor aangewakkerd. Totdat ik Chessman ging lezen, had ik een tamelijk zwart-witoordeel over misdaad en misdadigers. Criminelen kende ik niet, dat waren voor mij initialen in de krant. Die lui moest je zo lang en hard mogelijk straffen. De boeken van Chessman zetten dat beeld op z’n kop. Ik leerde dat de zaken vaak veel genuanceerder liggen dan je in eerste instantie denkt. Alles weten is alles vergeven.”Gelooft u na al die jaren nog in het goede van de mens?,,Nee, eigenlijk niet. Ik geloof nooit iemand op z’n blauwe ogen. Ik heb al zo vaak meegemaakt dat criminelen met een trillende lip, vochtige ogen en twee vingers in de lucht beweerden dat ze iets niet hadden gedaan, terwijl dan drie weken later in de tuin het lijk van hun vrouw die ze daar met ingeslagen schedel hadden neergelegd werd opgegraven.

,,Mensen vinden mij weleens achterdochtig, argwanend. En ja, als iemand iets vertelt, denk ik altijd direct: kan dat, klopt dat? Het gebeurt wel dat iemand op een verjaardag een smakelijk verhaal opdist dat in de loop der jaren enorm is aangedikt. Als iedereen is uitgelachen zeg ik dan: ‘Dat kan helemaal niet, en wel hierom.’ Mijn vrouw Jacqueline zegt naderhand weleens: ‘Moest je dat nou echt weer zeggen?’ Maar ik kan het niet laten als iemand echt onzin verkondigt.”

U spreekt zich vaak en hard uit over politici, met name over Geert Wilders. Uw hoogtijdagen als televisiemaker beleefde u bij SBS6. Onder die kijkers heeft Wilders een groter electoraat dan onder pakweg VPRO- en VARA-kijkers. Vervreemdt u zich met die uitbarstingen tegen Wilders niet heel erg van uw publiek?
,,Dat interesseert me niets, als dat zo zou zijn. Ik vind dat ik daarin een rechte rug moet tonen, ongeacht welke consequenties dat heeft. Goedbeschouwd was het inderdaad zo dat mijn programma bij SBS heel populair was, terwijl ik door de bank genomen vaak een mening vertegenwoordig die strijdig is met waar de SBS-kijker voor staat. Ik ben tegen de doodstraf, voor legalisatie van drugs, geen voorstander van superlange gevangenisstraffen. Ik was ook niet tegen de vrijlating van Volkert van der Graaf toen zijn straf erop zat. Dat mensen oordeelden dat juist hij niet vrij mocht komen, vond ik principieel onjuist.”
Welke reacties krijgt u door uw kritiek op Wilders?,,Ik hoef op televisie maar een opmerking over hem te maken en mijn mailbox stroomt weer vol. Dan ben ik een landverrader, een NSB’er, moet ik opsodemieteren, zelf lekker naar Afrika gaan, dan verdien ik de kogel, de strop, willen ze me vierendelen en kielhalen, ga zo maar door.”

U bent vaker bedreigd, ook face to face. Doen zulke mails dan nog iets met u?
,,Nee, dat maakt me echt geen flikker uit. Ik doe er ook geen aangifte van, ga er echt geen tijd aan besteden. Tegen Holleeder heb ik wel aangifte gedaan. Er zijn ook veel dingen die het grote publiek niet kent. Naast Holleeder zijn er nog drie of vier mensen van wie ik langdurig last heb. Daarover sta ik frequent in contact met de politie, tot op de dag van vandaag. Dat is een rode draad in mijn leven. Dus nee, dan doet zo’n mailtje niet veel met me. Iemand die het zo aankondigt zal de bedreiging niet waarmaken. Dat neemt niet weg dat het soms stuitend is. En dat ik nog weleens schrik van de verbitterde agressie die uit zo’n mailtje spreekt. Dat zijn mensen die ik niet ken, die ik nog nooit heb ontmoet. Die ik ook niet persoonlijk heb aangesproken. Maar die dan met een geladenheid reageren, dat is niet normaal. Dat je je zo kunt laten gaan tegen iemand die op tv iets zegt over Zwarte Piet, Geert Wilders, of wat dan ook.”Krijgt u op straat ook veel reacties?,,Vooral aanmoedigingen en complimenten. Er is een enorme stroming die het met me eens is. Door die schreeuwlelijkerds lijkt het soms alsof het andersom is. Maar al die stiekemerds die op hun zolderkamers die dreigmails naar me schrijven, durven me op straat niet aan te spreken. Dat zijn natuurlijk lafbekken eerste klas.”

Hoe gaan uw naasten om met die ernstige bedreigingen?
,,Mijn kinderen zijn volwassen, het huis uit. Ze zijn ermee opgegroeid en ik ben blij dat ze eenzelfde soort onverschrokkenheid hebben als ikzelf. Ik zou het heel erg vinden als ze er paniekerig over doen, dat is gelukkig niet zo. Maar het is soms wel vervelend, als ik moet vertellen: de politie belde, ze hebben signalen gekregen dat er wat kan gebeuren, dat ze het op me gemunt hebben en dat het de bedoeling is dat ik het niet na kan vertellen. Dat is echt wel met enige regelmaat gebeurd. Ook Holleeder heeft volgens justitie nog vanuit de gevangenis geprobeerd mij te laten vermoorden. Dat krijgen zij natuurlijk ook mee.

,,Het vervelendste is het eigenlijk nog voor de schil eromheen. Toen justitie bekend had gemaakt dat Holleeder vanuit de gevangenis opdracht had gegeven mij om zeep te helpen, kreeg ik ineens in mijn sportschool van iemand te horen: ‘Gisteren werd aan de bar over je gesproken. Er zeiden mensen dat ze zich oncomfortabel voelen. Zij hebben het idee dat er elk moment wat zou kunnen gebeuren, bijvoorbeeld hier voor de deur’.

,,Mijn huis is ook weleens bewaakt door politiemensen. Ze hadden serieuze informatie dat er iets te gebeuren stond. En toen stond er dus ’s nachts een auto voor de deur, mensen met kogelvrije vesten erin, noem maar op. Dat hebben we dus geaccepteerd. Vervolgens merkten we dat wij daar wel mee om kunnen gaan, maar dat het op de buren een enorme impact had. Zij lieten hun kinderen niet meer buitenspelen, waren bang dat de kogels elk moment in het rond konden vliegen.”
Geen heel gekke gedachten, toch?,,Nee, helemaal niet. En sinds ik dat bemerkte, heb ik altijd geweigerd om mensen in auto’s voor de deur te hebben. Het is echt nog wel voorgekomen dat de politie zei dat we dat echt moesten accepteren, maar ik wilde dat niet meer hebben.”

Hoe stapt u zelf over die bedreigingen heen?
,,Ik ben misdaadverslaggever. Als ik daar niet tegen kan, moet ik bij de Libelle gaan werken. Op het moment dat ik zou zeggen: ik trek het niet, geldt: if you can’t stand the heat, get out of the kitchen.”

Is dat moment weleens dichtbij geweest?
,,Nee, dat denk ik niet. Want dat zit niet in me, om daar voor te zwichten.”
  
Ook niet toen Willem Holleeder in 2013 plots bij u voor de deur stond en u met de dood bedreigde?
,,Laat me even de situatie schetsen: het was om een uur of 10 ’s avonds, ik had net gesport. Ik stond op mijn blote voeten, had alleen een trainingsbroek en een T-shirt aan, dat was alles. En hij was op de motor gekomen, droeg een helm, een leren jas, zware handschoenen, dikke grote schoenen. En hij is ook wel echt een figuur. Toen hij zo tekeerging, dacht ik wel: over dertig seconden lig ik hier voor mijn leven te vechten met hem. Zo dreigend was het. Maar op zo’n moment blijf ik ook kalm, hou ik m’n kop erbij. Paniek helpt nooit iemand, dat heb ik al zo vaak gemerkt. Zorg dat je rustig blijft, controle houdt, weet wat je zegt.”Ondernam uw vrouw eigenlijk actie, terwijl jullie daar aan de voordeur stonden? Belde ze de politie, zocht ze een honkbalknuppel?,,Nee, dat kon niet, daarvoor ging het te snel. Punt was ook: toen de bel ging, zag ik dat hij het was. 10 uur ’s avonds, Willem Holleeder aan de deur, dat zit niet goed. Toen zei ik al: ‘Jacq, Holleeder staat voor de deur, luister even mee.’ Dat deed ze, zij stond om het hoekje. Aan de grond genageld.”
Wat zeiden jullie tegen elkaar toen hij, uit eigen beweging, vertrokken was?
,,Zoiets van: what the fuck. We hebben even met elkaar gesproken en toen concludeerde ik al snel: dit laat ik niet op me zitten, ik ga aangifte doen.”

Heeft uw vrouw u ooit gevraagd iets anders te gaan doen?
,,Mijn vrouw is er altijd fantastisch mee omgegaan. Er zijn wel momenten geweest dat ze zei: ‘Ik vind het allemaal wat heftig.’ Na die bedreiging van Holleeder ook. Toen zei ze: ‘Dit wordt me allemaal veel en misschien wel te veel.’ Dat is niet dé reden dat we apart zijn gaan wonen, want dat is een optelsom van factoren, maar het heeft wel een rol gespeeld. Weer die dreiging, die publiciteit. Daarvan zei ze wel: ‘Peet, kan dat een keer ophouden?”’

En?
,,Nee, dat kan dus niet. This is the story of my life.”Jullie zijn nog wel officieel getrouwd?,,Ja, al ruim dertig jaar. We hebben nooit ruzie met elkaar gehad, nu ook niet en we helpen elkaar waar we kunnen. Er is wat dat betreft niets aan de hand, we hebben geen gedoe met advocaten of zoiets. Maar we hebben er wel voor gekozen ieder onze eigen weg te gaan. Dat gebeurt soms. Zij had een ander beeld van hoe ze de komende vijftien jaar verder zou willen dan ik. Dan moet je voorkomen dat je elkaar in de weg gaat zitten en kun je elkaar beter loslaten en nog van de goede momenten profiteren. Dat doen we ook. Het gezinsleven met onze zoon en dochter is nog intact, we doen met z’n vieren leuke dingen.”

Wat is uw beeld over de komende vijftien jaar?
,,Zij had gehoopt en verwacht dat ik het de komende jaren eens wat rustiger aan zou gaan doen. Terwijl ik het misschien wel drukker dan ooit heb. Ik ben met mijn zoon ook nog een sportmanagementbureau begonnen, waarvoor ik in het weekend heel veel op pad ben.”

Jullie hebben lange tijd een open relatie gehad. Speelt dat nog een rol bij dit besluit?
,,Nee hoor, daar stonden we allebei achter. Dat heeft ons leven verrijkt. We werden niet star, gunden elkaar wat. Ik ken zoveel mensen die in hun huwelijk helemaal vastzitten en elkaar bedreigen. Zo van: als ik erachter kom dat jij zus en zo, dan staan je koffers klaar. Dan denk ik: mensen, gun elkaar iets. Wij hebben elkaar nooit hoeven te bedriegen, smoezen hoeven te verzinnen met overwerk en zo. Dat zie ik vaak om me heen: mensen die zeggen dat ze het raar vonden dat wij een open relatie hadden, maar vervolgens wel aan mij vroegen: ‘Kan je me even dekken dat ik moet overwerken.’ Mijn vrouw wist en weet alles. Nog steeds ja.”Hoe maak je zoiets bespreekbaar, zo’n open relatie? Maakte uw vrouw duidelijk dat ze daar behoefte aan had, of u?,,Dat is privé, gaat niemand wat aan. Ik zeg alleen dit: het is een proces. Als je bij elkaar bent, praat je over wat je in het leven wilt, welke kant je op wilt. Het gaat echt niet zo dat je opeens zegt: ‘Ik wil dit en dit, ja of nee?’ Het is een heel geleidelijk proces geweest.”

Ergens moet één van de twee toch voor het eerst uitspreken: ik heb behoefte aan intiem contact met anderen.
,,Dat is iets tussen ons.”

Is het nu jullie streven om getrouwd te blijven?
,,Goh, dat weten we nu niet, dat moeten we bekijken. Er is in elk geval geen noodzaak om nu te scheiden, om alle banden af te kappen en door te snijden. Mijn vrouw woont nog in ons huis, daar is ze heel blij mee. Prima, dan vind ik dat ook goed. Zolang er geen noodzaak is, laten we het gewoon zo.”

Voelt u verdriet over deze situatie?
,,Dat gaat niemand iets aan. Het is een fact of life. Juist doordat we elkaar nog dagelijks spreken, vaak zien, met de kinderen gaan eten of juist met z’n tweeën, zien we het vooral als winst dat we nog zo goed met elkaar omgaan. We draaien het een beetje om. We zien om ons heen huwelijken verzuren, mensen die het echt ondraaglijk slecht met elkaar hebben, maar om wat voor een reden dan ook toch bij elkaar blijven. Wij zeggen dan: ‘We hebben het goed gedaan.”’U bent 60. Uw vrouw hoopte dat u het rustiger aan zou doen, maar dat gaat niet gebeuren. Welke zaak moet u van uzelf nog ontrafelen?,,Bovenaan staat de moord op Nicky Verstappen uit Heibloem, een 11-jarig jongetje dat tijdens een tentenkamp in Brunssum in 1998 werd vermoord. Ik heb sindsdien contact met de ouders, die zaak zit me hoog. Ik werk er achter de schermen nog steeds aan. Dat geldt ook voor de moord op de 19-jarige Milica van Doorn uit Zaandam en de verdwijning van Germa van den Boom uit Werkendam, in 1984. Voor de oplossing van die zaken mag je me ’s nachts wakker maken.”

EINDE BERICHT

[23]
PETER R DE VRIESRESPECT EN  BEWONDERING VOOR DE VLUCHTELING

https://www.peterrdevries.nl/nl/respect-bewondering-voor-vluchteling.html



RESPECT EN BEWONDERING VOOR DE VLUCHTELING!Genoeg is genoeg… De grens is voor mij letterlijk en figuurlijk bereikt.Ik schrijf dit niet alleen om vluchtelingen, asielzoekers en andere ontheemden een hart onder de riem te steken, maar ook omdat ik me kapot schaam voor de manier waarop er in ons land door een gedeelte van de bevolking over hen wordt gedacht en gesproken. Steenbergen is geen incident.– GEEN MENSEN MAAR DOSSIERS –Het lijkt soms wel alsof het in de publieke discussie niet meer over mensen gaat, maar alleen over aantallen, percentages, quota en dossiers.

Er wordt vaak op een afstandelijke manier en op een onverdraagzame toon over het vluchtelingenvraagstuk gesproken.Alsof asielzoekers en vluchtelingen profiteurs zijn, gelukszoekers en welzijnsavonturiers.Soms denk ik wel eens dat het ons na de tweede wereldoorlog zó goed is gegaan dat we uit het oog zijn verloren wat begrippen als ‘nood’ en ‘hulp’ echt betekenen.Wij zijn in de bevoorrechte positie dat we geen oorlog hebben, niet geteisterd worden door natuurrampen of dagelijks blootstaan aan terrorisme, rebellie of guerrilla’s.We weten niet meer uit eigen ervaring hoe fijn het is als je in nood door anderen wordt geholpen, letterlijk een toevluchtsoord hebt.– WAAR STOND JE WIEG? –En het gevolg lijkt wel dat juist de mensen die het zo goed hebben, die bevoorrecht zijn, het moeilijk vinden anderen die
Alsof het je eigen verdienste is dat je wieg in het veilige, beschermde Holland stond – en dat het, omgekeerd, dus ook de eigen schuld van de vluchteling is dat zijn wieg zich in Somalië, Afghanistan of een andere brandhaard bevond.Opvallend is dat Engelandvaarders – Nederlanders die in oorlogstijd naar Groot-Brittannië wisten over te steken – in ons land nog altijd worden geprezen en meestal ook hoog gedecoreerd zijn.Maar als je onder hachelijke omstandigheden en met veel ontberingen – vaak met achterlating van familie, geliefden en bezittingen – duizenden kilometers vanuit Somalië, Congo, Iran, Irak of Afghanistan naar Europa, naar Nederland, naar Ter Apel of Amsterdam hebt weten te vluchten, wachten je geen medailles, maar vooral uitputtende gerechtelijke procedures, lange verhoren en veel cynisme en argwaan.– UITDAGING OF NOODZAAK? –Het heeft me altijd verbaasd hoe lichtvaardig er door veel mensen over wordt geoordeeld dat vluchtelingen hun vaderland hebben achtergelaten.Alsof het een aanlokkelijke uitdaging is om in een ander land, met een onverstaanbare taal, vele andere gewoonten en een bar klimaat een nieuw bestaan op te bouwen. Alsof zo’n beetje iedereen dat voor zijn lol doet.Ik heb veel gereisd.Ben veel in arme landen geweest. En eerlijk gezegd ben ik die houding daar eigenlijk nooit tegengekomen.Als mensen de keus hebben, kiezen ze vrijwel allemaal voor een menswaardig, gelukkig bestaan in hun eigen land, met hun eigen familie en vrienden, met hun eigen taal en cultuur.Maar ze hebben vaak geen keus. Als je tenminste wilt overleven. Vrij wilt zijn. Te eten wilt hebben. Medische verzorging nodig hebt.– HAGELSLAG, PINDAKAAS EN DROP…. –En het gekke is ook dat juist de Nederlanders die over de motieven van veel vluchtelingen nogal makkelijk oordelen, zelf nauwelijks de grens over durven.Als ze twee weken op vakantie naar de Costa Brava gaan – ja op vakantie, niet ‘op de vlucht’ – worden ze op Schiphol door familie uitgezwaaid alsof ze een enkele reis hebben geboekt.In de koffer zitten hagelslag, pindakaas en drop. Op de bestemming bestellen ze louter Heinekenbier, want dat kennen ze tenminste.En ze verzamelen zich ’s avonds allemaal bij het restaurant van een Nederlandse expat dat vertrouwde Hollandse kost serveert, in plaats van zich eens te wagen aan de lokale gerechten.En op de terugreis zeggen ze in het vliegtuig dat ze thuis eerst een bruine boterham met kaas gaan klaarmaken, een glas melk willen drinken en dat ze snakken naar een haring met uitjes.Maar de meeste asielzoekers en vluchtelingen die weigeren zich aan te passen. De ontwikkelingshulp moet omlaag, want die kan veel beter worden besteed. En de grenzen moeten dicht want de ‘quota’ zijn bereikt…Het zijn dat soort dingen die me mateloos irriteren.– RESPECT EN BEWONDERING –Ik ben vaak genoeg in verre oorden geweest om te weten hoe onaangenaam het voelt als je niet welkom bent, als de bevolking je met argusogen bekijkt, als je wordt uitgesloten of gediscrimineerd.
En dan was ik er nog met geld in mijn achterzak, geldige papieren, perfecte communicatiemiddelen en het geruststellende vooruitzicht dat ik weer snel comfortabel naar huis zou vliegen.En daarom hecht ik er aan nog eens te beklemtonen dat ik voor mensen die huis en haard hebben verlaten, die in verre landen in arren moede voor noodlot en onheil op de vlucht zijn geslagen omdat hun bestaan, hun toekomst, hun leven bedreigd werd, en die met veel moeite, tegen de stroom in, in een vreemd land toch weer iets proberen op te bouwen, heel veel respect en bewondering heb.Ik herhaal: heel veel respect en bewondering.Wat mij betreft hoeven zij nooit te schuilen, zich te verbergen of te schamen. Nee, zij kunnen fier, met opgeheven hoofd over straat. Want wat zij hebben gepresteerd, wat zij hebben getrotseerd, wat zij hebben opgeofferd is meer dan de meesten van ons zouden kunnen of zouden durven.En dat mogen we ons wel eens wat meer realiseren.Dat wilde ik zeggen.Peter R. de Vries
EINDE STUK


[24]

”’Ik ben vaak genoeg in verre oorden geweest om te weten hoe onaangenaam het voelt als je niet welkom bent, als de bevolking je met argusogen bekijkt, als je wordt uitgesloten of gediscrimineerd.
En dan was ik er nog met geld in mijn achterzak, geldige papieren, perfecte communicatiemiddelen en het geruststellende vooruitzicht dat ik weer snel comfortabel naar huis zou vliegen.En daarom hecht ik er aan nog eens te beklemtonen dat ik voor mensen die huis en haard hebben verlaten, die in verre landen in arren moede voor noodlot en onheil op de vlucht zijn geslagen omdat hun bestaan, hun toekomst, hun leven bedreigd werd, en die met veel moeite, tegen de stroom in, in een vreemd land toch weer iets proberen op te bouwen, heel veel respect en bewondering heb.Ik herhaal: heel veel respect en bewondering.Wat mij betreft hoeven zij nooit te schuilen, zich te verbergen of te schamen. Nee, zij kunnen fier, met opgeheven hoofd over straat. Want wat zij hebben gepresteerd, wat zij hebben getrotseerd, wat zij hebben opgeofferd is meer dan de meesten van ons zouden kunnen of zouden durven.En dat mogen we ons wel eens wat meer realiseren.” 

PETER R DE VRIESRESPECT EN  BEWONDERING VOOR DE VLUCHTELING

https://www.peterrdevries.nl/nl/respect-bewondering-voor-vluchteling.html



ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 23



[25]

PETER R DE VRIESRESPECT EN  BEWONDERING VOOR DE VLUCHTELING

https://www.peterrdevries.nl/nl/respect-bewondering-voor-vluchteling.html



RESPECT EN BEWONDERING VOOR DE VLUCHTELING!Genoeg is genoeg… De grens is voor mij letterlijk en figuurlijk bereikt.Ik schrijf dit niet alleen om vluchtelingen, asielzoekers en andere ontheemden een hart onder de riem te steken, maar ook omdat ik me kapot schaam voor de manier waarop er in ons land door een gedeelte van de bevolking over hen wordt gedacht en gesproken. Steenbergen is geen incident.– GEEN MENSEN MAAR DOSSIERS –Het lijkt soms wel alsof het in de publieke discussie niet meer over mensen gaat, maar alleen over aantallen, percentages, quota en dossiers.

Er wordt vaak op een afstandelijke manier en op een onverdraagzame toon over het vluchtelingenvraagstuk gesproken.Alsof asielzoekers en vluchtelingen profiteurs zijn, gelukszoekers en welzijnsavonturiers.Soms denk ik wel eens dat het ons na de tweede wereldoorlog zó goed is gegaan dat we uit het oog zijn verloren wat begrippen als ‘nood’ en ‘hulp’ echt betekenen.Wij zijn in de bevoorrechte positie dat we geen oorlog hebben, niet geteisterd worden door natuurrampen of dagelijks blootstaan aan terrorisme, rebellie of guerrilla’s.We weten niet meer uit eigen ervaring hoe fijn het is als je in nood door anderen wordt geholpen, letterlijk een toevluchtsoord hebt.– WAAR STOND JE WIEG? –En het gevolg lijkt wel dat juist de mensen die het zo goed hebben, die bevoorrecht zijn, het moeilijk vinden anderen die
Alsof het je eigen verdienste is dat je wieg in het veilige, beschermde Holland stond – en dat het, omgekeerd, dus ook de eigen schuld van de vluchteling is dat zijn wieg zich in Somalië, Afghanistan of een andere brandhaard bevond.Opvallend is dat Engelandvaarders – Nederlanders die in oorlogstijd naar Groot-Brittannië wisten over te steken – in ons land nog altijd worden geprezen en meestal ook hoog gedecoreerd zijn.Maar als je onder hachelijke omstandigheden en met veel ontberingen – vaak met achterlating van familie, geliefden en bezittingen – duizenden kilometers vanuit Somalië, Congo, Iran, Irak of Afghanistan naar Europa, naar Nederland, naar Ter Apel of Amsterdam hebt weten te vluchten, wachten je geen medailles, maar vooral uitputtende gerechtelijke procedures, lange verhoren en veel cynisme en argwaan.– UITDAGING OF NOODZAAK? –Het heeft me altijd verbaasd hoe lichtvaardig er door veel mensen over wordt geoordeeld dat vluchtelingen hun vaderland hebben achtergelaten.Alsof het een aanlokkelijke uitdaging is om in een ander land, met een onverstaanbare taal, vele andere gewoonten en een bar klimaat een nieuw bestaan op te bouwen. Alsof zo’n beetje iedereen dat voor zijn lol doet.Ik heb veel gereisd.Ben veel in arme landen geweest. En eerlijk gezegd ben ik die houding daar eigenlijk nooit tegengekomen.Als mensen de keus hebben, kiezen ze vrijwel allemaal voor een menswaardig, gelukkig bestaan in hun eigen land, met hun eigen familie en vrienden, met hun eigen taal en cultuur.Maar ze hebben vaak geen keus. Als je tenminste wilt overleven. Vrij wilt zijn. Te eten wilt hebben. Medische verzorging nodig hebt.– HAGELSLAG, PINDAKAAS EN DROP…. –En het gekke is ook dat juist de Nederlanders die over de motieven van veel vluchtelingen nogal makkelijk oordelen, zelf nauwelijks de grens over durven.Als ze twee weken op vakantie naar de Costa Brava gaan – ja op vakantie, niet ‘op de vlucht’ – worden ze op Schiphol door familie uitgezwaaid alsof ze een enkele reis hebben geboekt.In de koffer zitten hagelslag, pindakaas en drop. Op de bestemming bestellen ze louter Heinekenbier, want dat kennen ze tenminste.En ze verzamelen zich ’s avonds allemaal bij het restaurant van een Nederlandse expat dat vertrouwde Hollandse kost serveert, in plaats van zich eens te wagen aan de lokale gerechten.En op de terugreis zeggen ze in het vliegtuig dat ze thuis eerst een bruine boterham met kaas gaan klaarmaken, een glas melk willen drinken en dat ze snakken naar een haring met uitjes.Maar de meeste asielzoekers en vluchtelingen die weigeren zich aan te passen. De ontwikkelingshulp moet omlaag, want die kan veel beter worden besteed. En de grenzen moeten dicht want de ‘quota’ zijn bereikt…Het zijn dat soort dingen die me mateloos irriteren.– RESPECT EN BEWONDERING –Ik ben vaak genoeg in verre oorden geweest om te weten hoe onaangenaam het voelt als je niet welkom bent, als de bevolking je met argusogen bekijkt, als je wordt uitgesloten of gediscrimineerd.
En dan was ik er nog met geld in mijn achterzak, geldige papieren, perfecte communicatiemiddelen en het geruststellende vooruitzicht dat ik weer snel comfortabel naar huis zou vliegen.En daarom hecht ik er aan nog eens te beklemtonen dat ik voor mensen die huis en haard hebben verlaten, die in verre landen in arren moede voor noodlot en onheil op de vlucht zijn geslagen omdat hun bestaan, hun toekomst, hun leven bedreigd werd, en die met veel moeite, tegen de stroom in, in een vreemd land toch weer iets proberen op te bouwen, heel veel respect en bewondering heb.Ik herhaal: heel veel respect en bewondering.Wat mij betreft hoeven zij nooit te schuilen, zich te verbergen of te schamen. Nee, zij kunnen fier, met opgeheven hoofd over straat. Want wat zij hebben gepresteerd, wat zij hebben getrotseerd, wat zij hebben opgeofferd is meer dan de meesten van ons zouden kunnen of zouden durven.En dat mogen we ons wel eens wat meer realiseren.Dat wilde ik zeggen.Peter R. de Vries

[26]
”LINKhttp://www.peterrdevries.nl/respect-en-bewondering-voor-vluchteling/ADHESIEBETUIGING AAN PETER R DE VRIESToegezonden op 31 october 2015ADHESIEBETUIGING MET UW HOUDING TEGENOVERVLUCHTELINGENGeachte heer Peter de Vries,Na de aanvankelijke solidariteitsinitiatieven metde vluchtelingen- die trouwens nog in volle gang zijn, gelukkig\maar, een verontrustende tegenreactie van xenofobie, Islamofobieetc.Het begon bij de tirade van PVV leider G Wilders over een ”asiweltsunami”en ”testosteronbommen” en zijn giftige ”oproep tot verzet”, die hijal gauw in daden omzette door het land door te  reizen om de bevolkingtegen de vluchtelingen op te hitsen.Gevolgd door lieden, die in allerlei Gemeenten, Purmerend, Oranje, Enschede,Rotterdam  tegen de komst van vluchtelingen protesteerden, met als dieptepunt de bestorming van een noodopvang inWoerden.En dan was er ook nog Steenbergen, met een nare anti vluchtelingendemonstratieen een dreigende houding op de vergadering over vluchtelingen.Bij al dat ”verzet” zit een flinke portie neo nazi’s, die het land doorreist, ofop straat demonstreeert, zoals anti Islambeweging Pegida in Utrecht [11 october en weer 8 november]Maar ook zanger Gerard Joling liet zich in een Metro artikelhetzerig en negatief uit over vluchtelingen.http://www.astridessed.nl/ingezonden-stuk-aan-mediagerard-joling-over-vluchtelingenxenofobie/Daarom vind ik het zo hartverwarmend en verademend om uwpositieve reactie over de vluchtelingen te lezen.Juist van u, als een van de ”BN’ers” is het belangrijk, omdatu in het nieuws komt en zo toch mensen aan het denken kan zetten.Ook heb ik respect voor u, dat u tegen de hetze durft in te gaan, net zo alsDasja Abresch, de vrouw, die het tijdens de bijeenkomst in Steenbergenvoor de vluchtelingen opnam en werd uitgejouwd.http://www.astridessed.nl/vluchtelingenhaat-in-werkingover-xenofobie-steenbergen-en-moedig-tegengeluid-dasja-abresch/Nogmaals, meneer de Vries, bedankt.Geluiden als de uwe zijn in deze tijd niet alleen welkom.Maar broodnodig!SAY IT LOUD, SAY IT CLEAR, REFUGEES ARE WELCOMEHERE!Astrid  EssedAmsterdam
ZIE OOK
RESPECT EN BEWONDERING VOOR DE VLUCHTELING/ADHESIEBETUIGING AANPETER R DE VRIESASTRID ESSED1 NOVEMBER 2015
https://www.astridessed.nl/respect-en-bewondering-voor-de-vluchtelingadhesiebetuiging-aan-peter-r-de-vries/

Reacties uitgeschakeld voor Noten 1 t/m 26 bij ”Peter R de Vries, misdaadjournalist”

Opgeslagen onder Divers

Uit 2010/Adhesiebetuiging Astrid Essed aan Peter R de Vries om zijn terechte aanval op PVV leider Wilders

ADHESIEBETUIGING AAN PETER R DE VRIES UIT 2010 OM ZIJNFELLE EN JUISTE KRITIEK OP WILDERS

Image result for ouderwetse vulpen/Foto's
Image result for middeleeuws zwaard

BESTRIJD FASCISME,  ISLAMOFOBIE, VLUCHTELINGENHAAT EN RACISME  MET DE PEN EN HET ZWAARD

https://nl.politiek.narkive.com/rp4r4QsV/bij-politicus-geert-w-kun-je-niet-onderduiken-voor-hem-moet-je-onderduiken


Lezers:
Ooit, in 2010, is de helaas nu neergeschoten misdaadjournalist Peter de Vries [1]op onverbloemde wijze van leer getrokken tegen PVV leider Wilders.Het is mij een Eer, dit stuk hier te posten, met daaronder de adhesiebetuiging,die ondergetekende toen aan Peter R de Vries heeft toegestuurdLees eerst het commentaar van Peter R de Vries [A]Daarna mijn adhesiebetuiging [B]Daarna noot 1
Astrid Essed
A
PETER R DE VRIES’ TERECHTE AANVAL OP WILDERS
BIJ POLITICUS GEERT W. KUN JE NIET ONDERDUIKEN….VOOR HEMMOET JE ONDERDUIKENPETER R. DE VRIES
https://nl.politiek.narkive.com/rp4r4QsV/bij-politicus-geert-w-kun-je-niet-onderduiken-voor-hem-moet-je-onderduiken

Bij politicus Geert W. kun je niet onderduiken… voor hem moet je
onderduiken!
Als er één principe is wat ik als misdaadverslaggever onderschrijf, is
het wel dat ook de grootste schurk, de meest gewetenloze crimineel,
recht heeft op een goede verdediging, zo niet de beste. Dat is iets
wat de strafrechtspleging en de waarheidsvinding alleen maar ten goede
komt. En als zo’n boef, ondanks zijn topadvocaat, toch veroordeeld
wordt, kun je over het algemeen veilig aannemen dat hij ook werkelijk
schuldig is.

Uitgerekend Abraham Moszkowicz

Dit uitgangspunt geldt dus ook voor Geert W., de politicus die vandaag
in Amsterdam terecht staat. De man heeft recht op een uitstekende
advocaat, die het de officier van justitie en de rechtbank
buitengewoon moeilijk maakt. Maar dat gezegd hebbende voeg ik er
direct aan toe dat het mij zeer bevreemdt dat de PVV-er wordt
verdedigd door mr. Bram Moszkowicz. Uitgerekend Abraham Moszkowicz,
zeg ik dan. Dat Geert W. zijn toevlucht heeft genomen tot Moszkowicz
snap ik wel, maar dat Moszkowicz hem als cliënt heeft aangenomen vind
ik eerlijk gezegd onbegrijpelijk. Iedere andere topadvocaat had hem
van mij mogen verdedigen, desnoods drie tegelijk, maar dat Moszkowicz
de uitvinder van de ‘kopvodden-tax’ bijstaat, is vloeken in de kerk.

De motivatie van Moszkowicz
Abraham Moszkowicz zal ongetwijfeld een heel legitiem verhaal hebben
waarom hij dit doet. In diverse kranten heb ik interviews met hem
gelezen, maar in geen van die verhalen kan hij mij overigens
overtuigen waarom uitgerekend hij dit doet.

Demagoog en volksmenner

Ik vind Geert W. zelf een gevaarlijk man, een demagoog met de potentie
van een volksmenner. W. is ronduit kwaadaardig. Iemand die een begrip
als de ‘kopvodden-tax’ lanceert, deugt niet. Ik probeer me wel eens
voor te stellen hoe zoiets gaat. Eerst bedenkt hij de term
‘Hoofddoeken-belasting’, wat op zich al verwerpelijk is en een normaal
mens het schaamrood op de kaken bezorgt, maar dat was W. niet
boosaardig genoeg.

En dus piekerde hij over een meer grievende, meer beledigende
aanduiding: Mmm… als ik nou van het woord hoofd nu eens kop maak…
alsof het om dieren gaat… kop-doekjes-belasting…ja, dat klinkt al
beter… Maar doekjes klinkt nog te deugdelijk… wat kan ik daar van
maken? O, wacht, als ik van doekjes nou eens vodden maak, want dat
zijn het natuurlijk… aha, ja,eureka! Dat is het: kopvodden-belasting,
geweldig!

Abject en infaam

Zo moet dat ongeveer zijn gegaan. En dat is abject en infaam, om die
woorden ook maar eens te gebruiken. Afschuwelijk, dat we zulke mensen
in ons parlement hebben.

Aanvankelijk kon ik dan ook niet geloven dat uitgerekend Abraham
Moszkowicz deze man, met deze denkbeelden, wilde verdedigen. Ik heb
Bram hierover een aantal weken geleden een sms’je gestuurd, maar hij
heeft daar nooit op gereageerd.

Goed en fout

Het verbaast mij temeer omdat ik Bram Moszkowicz goed ken. Zijn vader
Max, de eminente peetvader van de strafpleiterij in Nederland,
beschouw ik zelfs als de belangrijkste leermeester van mijn juridisch
gedachtegoed, in die zin heb ik iets belangrijks gemeen met Bram. Toen
ik als jong journalist bij de Telegraaf werkte, zag mr. Max wel wat in
mij en jarenlang hebben we zeker één keer in de week geluncht of
gedineerd samen. Ik bewaar daar dierbare herinneringen aan. Het waren
bijeenkomsten waarin mr. Max mij op bijzondere wijze de nuance tussen
goed en fout bijbracht en mij spelenderwijs voorzag van vele
levenslessen waar ik ook nu nog vaak gebruik van maak.

Onderduiken?
Later kwam de toen nog rechten studerende Bram ook vaak mee met deze
college-lunches. We voerden boeiende gesprekken met elkaar en ik kan
me nog goed herinneren dat we bij de beoordeling van personen ons vaak
afvroegen of je bij hem of haar ‘zou kunnen onderduiken’, als dat
nodig was. Want dat zei eigenlijk alles over iemand.

En juist als ik aan die tijd, die gesprekken en die opvattingen
terugdenk verbaast het mij dat uitgerekend Abraham Moszkowicz deze
Geert W. verdedigt. Want Geert W. is fout. Goed fout. En bij Geert W.
kun je niet onderduiken. Nee, het is veel erger, nog even en voor
Geert W. moet je onderduiken…

Peter R. de Vries

http://www.peterrdevries.nl/cover/bij-politicus-geert-w.-kun-je-niet-onderduiken…-voor-hem-moet-je-onderduiken/

B
ADHESIEBETUIGING ASTRID ESSED AAN PETER R DE VRIES

From: Astrid Essed
Subject: Adhesiebetuiging nav uw uitspraken over de heer Wilders
To: peter.r.de.vries@endemol.nl
Date: Thursday, January 21, 2010, 11:02 PM

ADHESIEBETUIGING MET UW UITSPRAKEN TAV PVV VOORMAN, DE HEER WILDERS Geachte heer de Vries, Bij dezen wil ik u van harte mijn grote waardering doen toekomen voor de in uw dagboek dd 20-1 gedane uitspraken tav PVV voorman, de heer G Wilders. Zie http://www.peterrdevries.nl/peter-r.-de-vries/peters-dagboek/bij-politicus-geert-w.-kun-je-niet-onderduiken…-voor-hem-moet-je-onderduiken/  Met u deel ik van harte het principe, dat ieder mens, ongeacht het misdrijf, waarvan hij/zij wordt verdacht, recht heeft op een eerlijk proces, conform het u bekende EVRM en de internationale Verdragen, waaronder het BuPo VerdragHieronder ressorteert als een van de voornaamste principes een hecht doortimmerde bewijslast en het principe ”onschuldig tot schuld bewezen” Uiteraard geldt dit ook de heer Wilders. Anderszijds deel ik volledig uw mening, dat de heer Wilders een demagoog van een gevaarlijk karakter is In de eerste plaats  laat Wilders zich systematisch en structureel in discriminerende zin  uit over de Islam in het byzonder en moslims in het algemeen, waarmee hij het recht op godsdienstvrijheid schendtTen tweede is zijn gedachtegoed racistisch, aangezien hij zich bij voortduring in negatieve en discriminerende zin uitlaat over Marokkanen en andere  ”niet westerse”  allochtonen Hiermee zaait hij haat en verdeeldheid tussen ”autochtonen” en ”allochtonen”, zeker in het sinds 11-9-2001 in Nederland [en Europa] verharde klimaat jegens allochtonen in het algemeen en moslims in het byzonder. Als politicus heeft hij een zeer gevaarlijk effect, juist vanwege zijn grote landelijke, politieke en media-bereik Meneer de Vries, Juist in de sinds 11-9-2001 steeds meer toenemend racisme en verharding in Nederland en Europa, getuigt uw opstelling van grote moed. Dat dit niet zonder effect is gebleven, is gebleken uit de ronduit minderwaardige reacties van een aantal PVV aanhangers, waarvan u enkele in uw vervolg column ”De aanhangers van Geert Wilders zij boos”,bekend hebt gemaakt Zonder enige vergelijkingen met het verleden te willen maken, hou ik staande, dat het gedachtegoed van Wilders elementen in zich draagt van het begin van een politiestaat [zijn voorkeur voor administratieve detentie voor terreurverdachten, landelijk preventief fouilleren, zijn hetze tegen moslims, allochtonen en asielzoekers, zijn voorstel tot afschaffing van artikel 1, Grondwet, etc]  Beangstigend is dan ook de wijze, waarop hij met ”succes” lijkt in te spelen op bestaande onlustgevoelens, HET handelsmerk van een populist en demagoog Dat u daartegen uw stem hebt verheven, is dan ook van grote betekenis, zeker vanwege uw grote bekendheid en maatschappelijke invloed. Nogmaals mijn grote waardering voor uw moedige en humanitaire opstelling Onder P/S een link naar een destijds door mij geschreven artikel over Wilders Vriendelijke groeten Astrid Essed Amsterdam Artikel tav gedachtegoed Wilders http://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=1636

NOOT 1

WIKIPEDIAPETER R. DE VRIES
https://en.wikipedia.org/wiki/Peter_R._de_Vries





ADPETER R DE VRIES NEERGESCHOTEN IN AMSTERDAM:DRIE VERDACHTEN AANGEHOUDEN6 JULI 2021
https://www.ad.nl/binnenland/peter-r-de-vries-neergeschoten-in-amsterdam-drie-verdachten-aangehouden~aa3567f5/

Misdaadjournalist Peter R. de Vries is vanavond neergeschoten in Amsterdam en is zwaargewond afgevoerd naar het ziekenhuis. Na de beschieting is een mogelijke vluchtauto op de A2 bij Breukelen aangehouden door de politie. Daarbij zijn twee aanhoudingen verricht, waarvan er een mogelijk de schutter is aldus de politie. Een derde verdachte werd elders in Amsterdam aangehouden. 

De schietpartij gebeurde rond 19.30 uur in de Lange Leidsedwarsstraat, in de buurt van het Leidseplein. Daar zit de studio van RTL Boulevard, waar De Vries vanavond aanwezig was.  Volgens een politiewoordvoerder hebben veel mensen de schietpartij zien gebeuren. ,,We hebben meerdere meldingen van ooggetuigen binnengekregen.”

Er kwam veel politie op de been en ook waren er veel omstanders en pers. In de loop van de avond werden ook de eerste bloemen neergelegd op de plaats waar De Vries werd neergeschoten. Op een filmpje dat rondgaat op sociale media, is De Vries duidelijk herkenbaar te zien met een bebloed gezicht. Hij ligt op zijn rug op straat. Omstanders helpen hem en roepen of er al gebeld is naar 112. 

Meerdere schotenEr zouden van dichtbij meerdere schoten op De Vries zijn gelost. Getuigen spreken van vijf schoten. Over mogelijke motieven van de dader of aanleidingen voor het schietincident kon de politie nog niets zeggen. ,,Nu zijn we bezig met de zoekactie, sporenonderzoek en natuurlijk hulpverlening. Motieven en achtergronden komen pas in een veel later stadium aan de beurt.”

Een politiehelikopter cirkelde boven de omgeving. De forensische opsporing is ter plaatse om sporenonderzoek te doen. De directe omgeving rond de Lange Leidsedwarsstraat werd afgesloten. De politie ging met meerdere eenheden op zoek naar de mogelijke schutter, aldus de woordvoerder.
Grote zoekactieDe politie bevestigde later op de avond dat het slachtoffer de 64-jarige Peter R. de Vries is. Eerder kon de politie dat nog niet zeggen. Wel lieten bronnen al weten wie het slachtoffer was. ,,Het is gebruikelijk dat we eerst familie benaderen voordat we met een identiteit naar buiten treden”, lichtte een woordvoerder toe.Niet zelf benaderenRond 19.40 uur werd via Burgernet een signalement van de vermoedelijke schutter verspreid. Het zou gaan om een man met een klein, tenger postuur. Hij droeg een donkergroene jas met camouflagevlekken en een zwarte pet. Wie deze man ziet, kan hem beter niet zelf benaderen maar 112 bellen, aldus het Burgernetbericht.

Door getuigen ter plaatse kreeg de politie snel zicht op een mogelijke vluchtauto. Deze auto is op de snelweg A4 staande gehouden, aldus de Amsterdamse korpschef Frank Paauw. Daarbij zijn twee verdachten zijn gearresteerd. De mogelijke schutter zit daarbij, zei Paauw.

Een derde verdachte is aangehouden op ‘een locatie in Amsterdam’, aldus de korpschef. Dat zou in Amsterdam-Oost zijn geweest. Volgens Paauw heeft de op de A4 tot staan gebrachte auto de focus bij de politie. Of er een wapen in dat voertuig is gevonden, wilde Paauw niet zeggen.
Reactie NVJ,,Dit is wat je al die tijd hoopt dat niet gebeurt”, zegt Thomas Bruning, algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, hoorbaar aangeslagen. ,,Natuurlijk is het nog afwachten met welke werkzaamheden van De Vries dit verband houdt, maar de aanslag vond plaats voor de deur van RTL Boulevard. Dit raakt de journalistiek sowieso recht in het gezicht. Laten we hopen en bidden voor zijn gezondheid.”

De Vries was vanavond bij RTL Boulevard te gast om te praten over de zaak Seif Ahmed, een kapper die in 2019 in zijn auto werd doodgeschoten. Ahmeds 14 maanden oude dochtertje zat op de achterbank. ,,Hopelijk heeft ze zich niet gerealiseerd wat er is gebeurd”, sprak De Vries vanavond.BedreigingenHet huis van Peter R. de Vries is in het verleden wel eens bewaakt door de politie, vertelde hij in 2017 tegen deze site. ,,Ze hadden serieuze informatie dat er iets te gebeuren stond. En toen stond er dus ‘s nachts een auto voor de deur, mensen met kogelwerende vesten erin, noem maar, op. Dat hebben we dus geaccepteerd. Vervolgens merkten we dat wij daar wel mee om kunnen gaan, maar dat het op de buren een enorme impact had. Zij lieten hun kinderen niet meer buitenspelen, waren bang dat de kogels elk moment in het rond konden vliegen.’’

Bedreigingen maakten hem ‘geen flikker uit’, vertelde De Vries. ,,Ik doe er ook geen aangifte van, ga er echt geen tijd aan besteden.“ Vorige maand werd De Vries geïnterviewd door Vrij Nederland. Daarin vertelde hij onder meer dat hij niet bang is aangelegd, maar dat ‘de broer van Nabil en zijn vroegere advocaat zijn vermoord, dus je hoeft niet hysterisch te zijn om te denken dat er best iets zou kunnen gebeuren. Dat is part of the job. Een misdaadverslaggever die op echt spannende momenten aan komt zetten met ‘nu wordt het mij iets té intens’ kan beter bij Libelle gaan werken.’
Paspoort Peter Rudolf de VriesGeboren
14 november 1956 in Aalsmeer.Loopbaan
Gaat na zijn dienstplicht aan de slag op de Haagse redactie van De Telegraaf. Begint na een jaar verslag te doen over misdaad. Schrijft negen true-crimeboeken, waaronder De ontvoering van Alfred Heineken, in 1987.Is van 1987 tot 1991 hoofdredacteur van het weekblad Aktueel. Schrijft ook over misdaad in Panorama en AD. Maakt van 1995 tot 2012 het tv- programma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever.Sindsdien veel te zien in praatprogramma’s. Presenteert bij RTL 5 Internetpesters Aangepakt.Ontvangt voor zijn werk diverse prijzen.Is sinds 2014 ook voetbalmakelaar.Privé
Zoon en dochter.


EINDE BERICHT

Reacties uitgeschakeld voor Uit 2010/Adhesiebetuiging Astrid Essed aan Peter R de Vries om zijn terechte aanval op PVV leider Wilders

Opgeslagen onder Divers

Excuses aan het Dagblad Trouw in verband met het misverstand over het artikel van historicus Piet Emmer

EXCUSES AAN HET DAGBLAD TROUW IN VERBAND MET HETMISVERSTAND OVER HET ARTIKEL VAN HISTORICUS PIET EMMER

De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images) Beeld Getty ImagesDe aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images

Foto

De indeling op het schip, iedereen zat ontzettend dicht op elkaarhttps://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-bij-piet-emmer-hadden-de-slaven-een-prima-gelijkwaardig-bestaan-in-de-kolonies~b1338777/

De indeling op het schip, iedereen zat ontzettend dicht op elkaar
https://slavernijnederland.weebly.com/de-reis.html

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned


INLEIDINGVooraf:
LEZERS!Vergissen is menselijk, zoals wij allemaal weten.Vergissingen maken wij allemaal, soms pijnlijk, soms hilarisch, soms vervelend, soms ernstig.
In dit geval heeft uw Bloggertje een vervelende en lichtelijk pijnlijke [gezienhet onderwerp: ”Slavernijverleden”] vergissing gemaakt.Naar aanleiding van een stuk van apologeet van de Westerse slavernij,Emeritus hoogleraar geschiedenis, Piet Emmer [1],ben ik in de pen geklommen om hem te attaqueren, aan de hand van citaten uit zijn stuk [2]Zijn stuk was in de Volkskrant verschenen [3], maar abusievelijk heb ik hetaangezien voor een publicatie door het Dagblad Trouw en Trouw daarop,ten onrechte, aangeschreven.Toen ik terecht door de Trouw Opinieredactie daarop werd gewezen, heb ikbesloten, Dagblad Trouw een excuusmail te schrijven.Ook heb ik de post waarin de Trouw Redactie door mij werd aangeschreven, vanmijn website verwijderd. [4]Deze zal worden vervangen door mijn inmiddels verstuurde brief aan de Volkskrant over hun facilitering van historicus Piet Emmer, apologeet van de Westerse slavernij.Hou dus mijn website in de gaten!Het deed mij plezier te lezen, dat de Trouw Opinieredactie mijn voornemenheeft gewaardeerd.
Dit wilde ik graag met u delen, vooral ook om een en ander recht te zetten.Uiteraard heb ik inmiddels WEL de Volkskrant aangeschreven, waarvaneen posting op mijn website zal volgen.
Nu eerst mijn excuusmail aan Trouw [waarvan ook de fysieke mail, onder A]Daaronder de waarderende reactie van Trouw Opinie [onder B]En tenslotte de in deze Inleiding genoemde noten
Astrid Essed
A
EXCUUSMAIL AAN TROUWUITGESCHREVEN EN FYSIEKE MAIL:

UITGESCHREVEN TEKST:

AAN REDACTIE TROUWREDACTIE TROUW OPINIE

Geachte Redactie,
Recentelijk stuurde ik u een aanklacht mail toe [1] in verband met een artikelvan Emeritus hoogleraar de heer P Emmer, getiteld: ”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM” [2]Dat mede naar aanleiding van mijn eigen analyse op dit stuk van Emmer.Mijn aanklacht aan u was uw facilitering van een apologeet van de Westerse slavernij, zoals de heer Emmer naar mijn oordeel is.Punt was echter, dat dit artikel niet in uw krant, maar in de Volkskrantis gepubliceerd.
Hiervoor bied ik u mijn welgemeende excuses aan.Ik zal dan ook het op mijn website gepubliceerde artikel, waarinuw naam als facilitator genoemd is, vandaag nog [6 juli 2021] verwijderen en een nieuwe post maken met de naam van de juiste krant in dezen:De Volkskrant.
Zoals u kunt zien [u hebt het cc van mij doorgekregen], heb ik inmiddelsde Volkskrant aangeschreven op hun facilitering van het stukvan Emmer.
Overigens blijft uiteraard de inhoud van mijn analyse van het stuk vanEmmer [3] [behalve de verandering van de naam Trouw in ”Volkskrant”,wat helaas niet in mijn gehele notenapparaat mogelijk is, waarvoor excuses, maar wie de link aanklickt, ziet zelf, dat het Volkskrant zijn moet],ongewijzigd.slavernij apologeet 
Nogmaals mijn excuses voor dit onfortuinlijke misverstand, dieik daarom ook zo uitgebreid aanbied omdat het slavernijverledeneen heel gevoelig onderwerp is en ik mijn beschuldigingen graagop conto van het juiste medium scuif.
Deze brief zal ook op mijn website worden gepubliceerd, want men moetzijn eigen fouten kunnen toegeven.
Vriendelijke groeten
Astrid EssedAmsterdam 
www.astridessed.nl

NOTEN

[1]
LET OP!De onder noot 1 genoemde link zal verdwijnen, worden verwijderd van mijn website. omdat niet Trouw, maar De Volkskrant het gewraakte stuk van Emmer heeft gepubliceerd!

REDACTIE TROUW, U BENT MOREEL MEDEPLICHTIG AAN DE BAGATELLISERING VAN DE WESTERSE SLAVERNIJ DOOR HISTORICUSPIET EMMER!ASTRID ESSED
https://www.astridessed.nl/redactie-trouw-u-bent-moreel-medeplichtig-aan-de-bagatellisering-van-de-westerse-slavernij-door-historicus-piet-emmer/

[2]

VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

[3]

HISTORICUS PIET EMMER. WEGPOETSER VAN HET BLOED, DATAAN DE WESTERSE SLAVERNIJ KLEEFTASTRID ESSED30 JUNI 2021
https://www.astridessed.nl/historicus-piet-emmer-wegpoetser-van-het-bloed-dat-aan-de-westerse-slavernij-kleeft/

EINDE NOTEN

FYSIEKE MAILBRIEF EXCUSES AAN TROUW

Astrid Essed To:redactie@trouw.nl,opinie@trouw.nlCc:redactie@volkskrant.nl,forum@volkskrant.nl,p.c.emmer@hum.leidenuniv.nl,info@ninsee.nlTue, Jul 6 at 10:42 AM
AAN REDACTIE TROUWREDACTIE TROUW OPINIE

Geachte Redactie,
Recentelijk stuurde ik u een aanklacht mail toe [1] in verband met een artikelvan Emeritus hoogleraar de heer P Emmer, getiteld: ”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM” [2]Dat mede naar aanleiding van mijn eigen analyse op dit stuk van Emmer.Mijn aanklacht aan u was uw facilitering van een apologeet van de Westerse slavernij, zoals de heer Emmer naar mijn oordeel is.Punt was echter, dat dit artikel niet in uw krant, maar in de Volkskrantis gepubliceerd.
Hiervoor bied ik u mijn welgemeende excuses aan.Ik zal dan ook het op mijn website gepubliceerde artikel, waarinuw naam als facilitator genoemd is, vandaag nog [6 juli 2021] verwijderen en een nieuwe post maken met de naam van de juiste krant in dezen:De Volkskrant.
Zoals u kunt zien [u hebt het cc van mij doorgekregen], heb ik inmiddelsde Volkskrant aangeschreven op hun facilitering van het stukvan Emmer.
Overigens blijft uiteraard de inhoud van mijn analyse van het stuk vanEmmer [3] [behalve de verandering van de naam Trouw in ”Volkskrant”,wat helaas niet in mijn gehele notenapparaat mogelijk is, waarvoor excuses, maar wie de link aanklickt, ziet zelf, dat het Volkskrant zijn moet],ongewijzigd.slavernij apologeet 
Nogmaals mijn excuses voor dit onfortuinlijke misverstand, dieik daarom ook zo uitgebreid aanbied omdat het slavernijverledeneen heel gevoelig onderwerp is en ik mijn beschuldigingen graagop conto van het juiste medium scuif.
Deze brief zal ook op mijn website worden gepubliceerd, want men moetzijn eigen fouten kunnen toegeven.
Vriendelijke groeten
Astrid Essed

Amsterdam
www.astridessed.nl

NOTEN

[1]
LET OP!De onder noot 1 genoemde link zal verdwijnen, worden verwijderd van mijn website. omdat niet Trouw, maar De Volkskrant het gewraakte stuk van Emmer heeft gepubliceerd!

REDACTIE TROUW, U BENT MOREEL MEDEPLICHTIG AAN DE BAGATELLISERING VAN DE WESTERSE SLAVERNIJ DOOR HISTORICUSPIET EMMER!ASTRID ESSED
https://www.astridessed.nl/redactie-trouw-u-bent-moreel-medeplichtig-aan-de-bagatellisering-van-de-westerse-slavernij-door-historicus-piet-emmer/

[2]

VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

[3]

HISTORICUS PIET EMMER. WEGPOETSER VAN HET BLOED, DATAAN DE WESTERSE SLAVERNIJ KLEEFTASTRID ESSED30 JUNI 2021
https://www.astridessed.nl/historicus-piet-emmer-wegpoetser-van-het-bloed-dat-aan-de-westerse-slavernij-kleeft/

EINDE NOTEN

B

WAARDERENDE REACTIE TROUW OP MIJN EXCUSES
On Tuesday, July 6, 2021, 11:46:31 AM GMT+2, TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net> wrote:

Geachte Astrid Essed,Dat is heel sportief van u, we waarderen dat.vriendelijke groet,Monic SlingerlandChef Opinieredactie Trouw020-5623232www.trouw.nl
C
NOTEN, BEHORENDE BIJ ”INLEIDING VOORAF”

[1]

TEKST

Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren. De bezoeker krijgt de indruk dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn.

De met veel tamtam aangekondigde en inmiddels geopende tentoonstelling ‘Slavernij’ in het Rijksmuseum typeert de slaven vrijwel zonder uitzondering als zielige underdogs, terwijl veel wetenschappelijke studies van de laatste vijftig jaar keer op keer laten zien dat die gedweeë, sullige ‘Sambo’ zonder initiatief, die alles accepteert en zich naar believen laat straffen, vernederen en uitbuiten, nooit heeft bestaan.

De tentoonstelling documenteert slechts een aantal levensgeschiedenissen van slaven en die beperking verhindert dat er een aantal fundamentele problemen aan de orde komen, zoals de vraag waarom de Europeanen voor hun koloniën slaven uit Afrika en Azië haalden en niet uit hun eigen continent en waarom Afrika en Azië in staat bleken in de loop der eeuwen steeds meer slaven te leveren.

Morele oordelen

Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?

Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren, waardoor de bezoeker de indruk krijgt dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn: ‘In Afrika leefden mensen in de koloniale tijd met de realiteit van mensenhandelaren, nomaden op paarden, die nachtelijke rooftochten organiseerden om mensen te ontvoeren.’

Niet gekoloniseerd

Het Rijksmuseum verzwijgt echter dat Afrika ten tijde van de Atlantische slavenhandel helemaal nog niet gekoloniseerd was en dat de ‘rooftochten’ en ‘ontvoeringen’ dus onmogelijk de Europeanen in de schoenen kunnen worden geschoven.

Tegen alle logica beweert de directeur van het Rijks, Taco Dibbits in het voorwoord van het magazine voor scholieren Slavernij en nu? dat ‘de arbeiders op de plantages niet betaald’ kregen. Zou hij werkelijk geloven dat de plantagebezitters hun voor veel geld gekochte slaven lieten verhongeren?

Beloning

Niets is minder waar. Zo kregen de slaven van de Surinaamse plantage ‘Catharina Sophia’ in de 19de eeuw weliswaar geen geld, maar gemiddeld 94,57 gulden per jaar aan voedsel en 13,58 gulden aan kleding en huishoudelijke artikelen alsmede huisvesting, het gebruik van een moestuin en medische zorg.

In dezelfde tijd verdienden de landarbeiders in Drenthe ongeveer 150 gulden per jaar zonder huisvesting, moestuin en doktershulp. Bovendien wijst de directeur op de Nachtwacht van Rembrandt met daarop een jong kind met een donkere huidskleur en vraagt: ‘En waarom moest hij als kind al werken?’. Is hij niet op de hoogte van het feit dat in Rembrandts tijd en nog velen eeuwen daarna kinderarbeid heel normaal was?

Bezit

Zonder enig bewijs meldt de tentoonstellingsbundel dat slaven geen bezit mochten hebben. Hoe was het dan mogelijk dat sommige slaven zichzelf vrijkochten en waar kwam in het eerste jaar na de vrijverklaring die koopgolf onder de ex-slaven vandaan? Ook beweert de bundel dat slaven niet mochten lezen en schrijven, maar hoe kon de zwarte abolitionist (voorstander afschaffing slavernij, red.) Equiano dan zijn memoires schrijven als hij dat als slaaf niet had geleerd? De slaven waren het eigendom van een ander en ‘daarom kon er juridisch gezien geen sprake van mishandeling of verkrachting zijn’ door de eigenaar.

Waarom zijn er dan processen gevoerd tegen planters, die een slaaf hadden gemarteld of gedood? Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat alleen Afrikaanse handelaren bepaalden hoeveel man-, vrouw- en kindslaven te koop werden aangeboden. Zelfs de plantageklok, die ’s morgens het begin van de werkdag aankondigde, is volgens het Rijksmuseum een symbool van uitbuiting en geweld. Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?

Wie hoopt dat de tentoonstelling hem of haar op de hoogte brengt van de laatste wetenschappelijke inzichten hoeft het Rijksmuseum niet te bezoeken, maar wie zijn stereotiepe opvatting over de slavenhandel en slavernij bevestigd wil zien, komt in het Rijksmuseum ruimschoots aan zijn trekken.

Piet Emmer is auteur van De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop (2021).
EINDE VOLKSKRANT ARTIKEL
[2]

HISTORICUS PIET EMMER, WEGPOETSER VAN HET BLOED,DAT AAN DE WESTERSE SLAVERNIJ KLEEFTASTRID ESSED30 JUNI 2021
https://www.astridessed.nl/historicus-piet-emmer-wegpoetser-van-het-bloed-dat-aan-de-westerse-slavernij-kleeft/

[3]

VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

[4]

VAN MIJN WEBSITE VERWIJDERDE MAIL

REDACTIE TROUW, U BENT MOREEL MEDEPLICHTIG AAN DE BAGATELLISERING VAN DE WESTERSE SLAVERNIJ DOOR HISTORICUSPIET EMMER!ASTRID ESSED
https://www.astridessed.nl/redactie-trouw-u-bent-moreel-medeplichtig-aan-de-bagatellisering-van-de-westerse-slavernij-door-historicus-piet-emmer/

EINDE NOTEN

Reacties uitgeschakeld voor Excuses aan het Dagblad Trouw in verband met het misverstand over het artikel van historicus Piet Emmer

Opgeslagen onder Divers

Noten 1 t/m 21 bij ”Brief aan Trouw over artikel historicus Piet Emmer”

[Zoals ik recentelijk heb gerectificeerd, zijn deze noten niet gericht aaneen ”Brief aan Trouw”, maar een ”Brief aan de Volkskrant”Per abuis had ik het door het Dagblad De Volkskrant gepubliceerde stuk van historicus Piet Emmer aangezien voor een door Trouw gepubliceerd artikelMiddels excuses aan het Dagblad Trouw heb ik dit inmiddels rechtgezetLET OPOok in dit notenapparaat zal ”Trouw” abusievelijk voorkomen boven hetgewraakte artikelHet hoort ”Volkskrant” te zijn]
Zie nogmaals het artikel:
VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

[1]

LADY MACBETHHere’s the smell of the blood still: all the
perfumes of Arabia will not sweeten this little
hand. Oh, oh, oh!”

MACBETHACT V, SCENE 1
http://www.shakespeare-online.com/plays/macbeth_5_1.html

SHAKESPEAREMACBETH
http://www.shakespeare-online.com/plays/macbethscenes.html

[2]

‘”Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”

”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]”

ZIE NOOT 1

[3]

TROUWWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren. De bezoeker krijgt de indruk dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn.

De met veel tamtam aangekondigde en inmiddels geopende tentoonstelling ‘Slavernij’ in het Rijksmuseum typeert de slaven vrijwel zonder uitzondering als zielige underdogs, terwijl veel wetenschappelijke studies van de laatste vijftig jaar keer op keer laten zien dat die gedweeë, sullige ‘Sambo’ zonder initiatief, die alles accepteert en zich naar believen laat straffen, vernederen en uitbuiten, nooit heeft bestaan.

De tentoonstelling documenteert slechts een aantal levensgeschiedenissen van slaven en die beperking verhindert dat er een aantal fundamentele problemen aan de orde komen, zoals de vraag waarom de Europeanen voor hun koloniën slaven uit Afrika en Azië haalden en niet uit hun eigen continent en waarom Afrika en Azië in staat bleken in de loop der eeuwen steeds meer slaven te leveren.

Morele oordelen

Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?

Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren, waardoor de bezoeker de indruk krijgt dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn: ‘In Afrika leefden mensen in de koloniale tijd met de realiteit van mensenhandelaren, nomaden op paarden, die nachtelijke rooftochten organiseerden om mensen te ontvoeren.’

Niet gekoloniseerd

Het Rijksmuseum verzwijgt echter dat Afrika ten tijde van de Atlantische slavenhandel helemaal nog niet gekoloniseerd was en dat de ‘rooftochten’ en ‘ontvoeringen’ dus onmogelijk de Europeanen in de schoenen kunnen worden geschoven.

Tegen alle logica beweert de directeur van het Rijks, Taco Dibbits in het voorwoord van het magazine voor scholieren Slavernij en nu? dat ‘de arbeiders op de plantages niet betaald’ kregen. Zou hij werkelijk geloven dat de plantagebezitters hun voor veel geld gekochte slaven lieten verhongeren?

Beloning

Niets is minder waar. Zo kregen de slaven van de Surinaamse plantage ‘Catharina Sophia’ in de 19de eeuw weliswaar geen geld, maar gemiddeld 94,57 gulden per jaar aan voedsel en 13,58 gulden aan kleding en huishoudelijke artikelen alsmede huisvesting, het gebruik van een moestuin en medische zorg.

In dezelfde tijd verdienden de landarbeiders in Drenthe ongeveer 150 gulden per jaar zonder huisvesting, moestuin en doktershulp. Bovendien wijst de directeur op de Nachtwacht van Rembrandt met daarop een jong kind met een donkere huidskleur en vraagt: ‘En waarom moest hij als kind al werken?’. Is hij niet op de hoogte van het feit dat in Rembrandts tijd en nog velen eeuwen daarna kinderarbeid heel normaal was?

Bezit

Zonder enig bewijs meldt de tentoonstellingsbundel dat slaven geen bezit mochten hebben. Hoe was het dan mogelijk dat sommige slaven zichzelf vrijkochten en waar kwam in het eerste jaar na de vrijverklaring die koopgolf onder de ex-slaven vandaan? Ook beweert de bundel dat slaven niet mochten lezen en schrijven, maar hoe kon de zwarte abolitionist (voorstander afschaffing slavernij, red.) Equiano dan zijn memoires schrijven als hij dat als slaaf niet had geleerd? De slaven waren het eigendom van een ander en ‘daarom kon er juridisch gezien geen sprake van mishandeling of verkrachting zijn’ door de eigenaar.

Waarom zijn er dan processen gevoerd tegen planters, die een slaaf hadden gemarteld of gedood? Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat alleen Afrikaanse handelaren bepaalden hoeveel man-, vrouw- en kindslaven te koop werden aangeboden. Zelfs de plantageklok, die ’s morgens het begin van de werkdag aankondigde, is volgens het Rijksmuseum een symbool van uitbuiting en geweld. Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?

Wie hoopt dat de tentoonstelling hem of haar op de hoogte brengt van de laatste wetenschappelijke inzichten hoeft het Rijksmuseum niet te bezoeken, maar wie zijn stereotiepe opvatting over de slavenhandel en slavernij bevestigd wil zien, komt in het Rijksmuseum ruimschoots aan zijn trekken.

Piet Emmer is auteur van De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop (2021).

EINDE ARTIKEL TROUW

[4]

WIKIPEDIA

TRANS ATLANTISCHE SLAVENHANDEL

https://nl.wikipedia.org/wiki/Trans-Atlantische_slavenhandel

[5][5]
BEVESTIGD IN ONDERSTAAND ARTIKEL:

”De indruk kan ontstaan zijn dat de slavenhandel een essentieel onderdeel van de Nederlandse economie vormde en dat afschaffing van de slavernij de economisch totaal ontwricht zou worden. Volgens P.C. Emmer is die gedachte beslist niet waar. Hij stelt dat de Nederlandse slavenhalers op hun hoogtepunt jaarlijks dertig slavenschepen lieten uitvaren, maar dat deze schepen samen nog geen één procent vormde van de totale koopvaardijvloot, die toen geschat werd op ongeveer vierduizend schepen. Ook voor de werkgelegenheid vormde de slavenvaart geen absolute noodzakelijkheid. Emmer stelt het aantal zeevarenden op slavenschepen op duizend tot twaalfhonderd, en dat in de hoogtijdagen. Als er in ogenschouw wordt genomen dat de werkgelegenheid in de scheepvaart vele malen groter was (volgens Emmer ongeveer 44.700 in 1770) dan vormen de ruim duizend slavenhalers slechts een zeer kleine, haast onbetekende groep.”……….”Maar was de slavenhandel van essentieel belang voor de gehele Nederlandse economie? Met andere woorden: hadden de Nederlanden zonder slavenhandel gekund, bijvoorbeeld als zij als enigen ter wereld een verbod op slavenhandel naleefden? Emmer meent dat de Nederlanden zonder veel moeite van slavernij hadden kunnen afzien. Nederlandse plantages hebben nooit meer dan de helft van de geïmporteerde suiker en koffie geleverd, en dit zou gemakkelijk door het buitenland kunnen worden opgevangen. Daar een groot deel van de Atlantische handel en scheepvaart mogelijk werd gemaakt door de inzet van buitenlandse gastarbeiders, zou het hoogstens betekenen dat er minder gastarbeiders naar de Nederlanden waren gekomen op zoek naar werk”
HISTORIENDE NEDERLANDSE SLAVENHANDEL IN DE 17E EN 18 E EEUW
http://www.historien.nl/geschiedenis-van-de-nederlandse-slavenhandel/

De Nederlandse slavenhandel in de 17e en 18e eeuw

Gepubliceerd  | Door Erik Sweers

De Nederlandse slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw wordt over het algemeen als zeer winstgevend omschreven. Maar klopt die stelling ook? Een onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel.

Het Nederlandse handelsverleden wordt dikwijls geassocieerd met de successen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Vuistdikke handboeken zijn verschenen over dit onderwerp en de publicatiestroom over deze roemruchte handelsonderneming is nog lang niet ten einde. De herinnering aan de VOC is in de hedendaagse literatuur nog springlevend, maar de geschiedenis van haar wellicht even roemruchte, op “de West” varende tegenhanger wordt enigszins tekort gedaan. Misschien heeft dit tekort aan aandacht ook te maken met het feit dat deze West-Indische Compagnie (WIC), in tegenstelling tot de VOC, voornamelijk periodes van economische tegenspoed en onzekerheid kende en dat het voornaamste deel van haar handelswaar uit slaven bestond.

Slavenhandel: een winstgevend bedrijf?

De handelssuccessen van de WIC lijken paradoxaal: de slavenhandel was kennelijk niet succesvol genoeg en het lijkt dan voor de hand te liggen om over te gaan op andere “handelswaar”. De WIC deed dit echter niet; de Nederlandse slavenhandel bleef bijna twee eeuwen standhouden, tot uiteindelijk in 1818 ook in de Nederlanden de handel in slaven werd afgeschaft. Er moet dus een goede reden zijn geweest om deze verlieslijdende handel te continueren. Maritiem historicus Willem Flinkenflögel laat in zijn werk “Nederlandse slavenhandel” (1621-1803) de zeventiende eeuwse Zeeuwse arts en slavenkeurder D.H. Gallandat aan het woord. Gallandat stelt “dat er vele bedrijven plaatshebben, die ongeoorloofd zouden schijnen, indien er geen bijzonder voordeel in te vinden was. Getuige hiervan is de slavenhandel, die men alleen door het voordeel dat hij aan de kooplieden toebrengt, van onwettigheden kan vrijspreken”. Maar over welk voordeel voor de kooplieden heeft Gallandat het hier? Ook Flinkenflögel stelt immers dat de koopmanslogica van Gallandat geen stand lijkt te houden tegen de hedendaagse opvatting dat de Nederlandse slavenhandel weliswaar een hardnekkig bestaan leidde, maar in termen van winst niet bijster interessant was. Om de “waarom-vraag” te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk om eerst een uiteenzetting te geven over de vroegste geschiedenis van de WIC.

Oprichting van de WIC

De Brit Jonathan Israel stelt in zijn werk “Nederland als centrum van de wereldhandel, 1585-1740” heel duidelijk dat de Nederlandse zeelieden zich in de beginfase van deze kaperoorlog afzijdig hielden. De Lage Landen waren volgens Israel tegen het einde van de vijftiende eeuw gespecialiseerd in het vervoer van bulkgoederen, zoals de graanhandel op het Oostzeegebied. Graanoverschotten werden naar het Middellandse Zeegebied getransporteerd, waar de Nederlandse zeelieden zout haalden. Dit zout was nodig voor een ander belangrijk Nederlands handelsproduct: haring. De Europese handel verliep voor deze Nederlandse handelaren dermate voortvarend dat er geen behoefte was aan de perikelen met Spanje in bijvoorbeeld het Caribisch gebied.

Rond 1590 ziet Israel een keerpunt. Vanaf die tijd spreekt hij van de hegemonie in de wereldhandel van de Nederlandse stapelmarkt. Dit zou het gevolg zijn van een belangrijke verandering in de oorlog tegen Spanje. De Spanjaarden hadden het embargo tegen de Nederlanders beëindigd omdat zij dringend door de Nederlanders moesten worden voorzien van Baltisch graan en scheepsbenodigdheden, terwijl ze het embargo tegen Engeland in stand hielden. Naast de handel met de Spanjaarden voerden de Zeven Provinciën ook een groot en succesvol offensief uit (1591). De ontstane situatie zorgde voor het aantrekken van een handelselite, waardoor de economie een enorme impuls kreeg.

In 1598 kondigde de Spaanse koning echter strenge maatregelen aan om de zoutafname van de Nederlanders een halt toe te roepen. Vanaf dit moment waren de Nederlandse handelaren genoodzaakt het zout uit het Caribisch gebied te halen. Dit werd door de Spanjaarden zoveel mogelijk bestreden, maar voordat het tot een echt conflict kon komen, zorgde het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) ervoor dat het zout weer in Spanje gehaald kon worden.

Dat de Nederlandse zouthalers na de beëindiging van het Twaalfjarig Bestand kennelijk geen vertrouwen hadden in de Spaanse gastvrijheid blijkt uit het feit dat onmiddellijk na afloop van het Bestand werd overgegaan tot de oprichting van de “Geoctroyeerde Westindische Compagnie”. Omdat de Nederlanden inmiddels weer volop in oorlog waren met Spanje en de kosten voor de vloot zoveel mogelijk gedekt moesten worden, was de WIC genoodzaakt haar inkomsten voornamelijk op oorlogsbuit en kaapvaart te baseren.

De eerste dertig jaar van haar bestaan werd de WIC vooral gekenmerkt door een zeer agressief en expansief beleid om met name het katholiek Spanje en Portugal zo hard mogelijk te treffen. Kaapvaart, in tegenstelling tot zeeroverij door de overheid toegestaan, en gebiedsverovering waren hiervoor de meest effectieve middelen. Volgens Johannes de Laet, die in zijn “Iaerlijck Verhael” de verrichtingen van de WIC beschrijft, werden de Spanjaarden en Portugezen tussen 1623 en 1636 van niet minder dan 547 schepen beroofd.

Van kaapvaart naar slavenhandel

De overstap van kaapvaart naar slavenhandel lag in eerste instantie niet echt voor de hand. Het werd zelfs in de beginjaren der compagnie op calvinistische gronden verworpen. In zijn werk “The Dutch in the Atlantic Slave Trade 1600-1815” haalt Johannes Menne Postma een citaat aan uit het toneelstuk “Moortje”, van de Nederlandse dichter Brederode: “Inhumane custom! Godless rascality! That people are being sold, like horselike slavery. In this city there are also those, who engage in that trade. In Farnabock, but God will know”.

Na de verovering van Recife in Brazilië vond er een ommekeer plaats en werd de slavenhandel al snel begonnen. Deze verandering was mogelijk doordat de commerciële voordelen van de slavenhandel inmiddels volledig duidelijk waren. Volgens de Leidse hoogleraar P.C. Emmer behaalden de Engelsen met hun slavenhandel gemiddelde winstpercentages van zes tot zeven procent. In deze tijd niet bijster veel, in die tijd volgens Emmer volstrekt normaal. Een tweede factor die de slavenhandel niet alleen mogelijk maakte maar zelfs legitimeerde was het feit dat belangrijke theologen de slavenvaart niet langer in strijd achtten met het calvinistische gedachtegoed. Indien er werd gehandeld in niet-christenen, werd de slavenhandel toegestaan.

Nu in principe niets de Nederlandse slavenhandel nog in de weg stond, wilden de slavenhalers zich verzekeren van een regelmatige aanvoer van slaven ten behoeve van de plantages. Om dit te bewerkstelligen werden er plaatsen aan de West-Afrikaanse kust veroverd om als “slaven-inzamelingspunt” te dienen. In 1637 werd Elmina, het grote Portugese slavenhandelbolwerk, door Nederlanders aangevallen en ingenomen. Elmina zou vanaf dit moment tot aan de opheffing van de WIC het hoofdkwartier van de compagnie in West-Afrika zijn. In 1641 volgde een andere Portugese nederzetting, Luanda. De WIC breidde haar macht aan de Afrikaanse westkust gestaag uit, waardoor de slavenhandel pas echt goed op gang kon komen. Dit was ook hard nodig, daar de Nederlanders in Brazilië de op de Portugezen veroverde suikermolens weer in gebruik wilden nemen. De meeste slaven waren echter gevlucht en de toenmalige bestuurder van Nederlands-Brazilië, Johan Maurits van Nassau (1636-1644) werd bedolven onder verzoeken om voor voldoende aanvoer van “levend ebbenhout” te zorgen. Afrikaanse slavenhandelaren haalden slaven uit Dahomey, Angola en andere West-Afrikaanse landen en ruilden ze aan de kust tegen goederen uit de Republiek. De slaven werden vervolgens naar Amerika getransporteerd alwaar ze weer geruild werden tegen tropische producten, die dan weer naar de Republiek vervoerd werden. Deze handel is beter bekend onder de naam “driehoeksvaart”.

Een belangrijke rol was voor Curaçao weggelegd. Dit eiland werd langzamerhand het Nederlandse verzamelcentrum voor slaven. Vanaf Curaçao werden slaven vervoerd naar Spaans Zuid-Amerika en de Franse en Engelse eilanden in de regio. De meeste slaven gingen naar Suriname, dat vanaf 1668 definitief in Nederlandse handen was.

Problemen voor de WIC

Hoewel de slavenhandel onverminderd doorging, kwam de WIC in grote problemen. De compagnie ontketende in de eerste helft van de jaren veertig van de zeventiende eeuw een nieuwe reeks roofovervallen op Spaanse bezittingen in het Caribisch gebied, maar onttrok daarvoor manschappen aan Nederlands-Brazilië. De WIC weigerde ook in te stemmen met een voorgesteld bestand van de nieuwe Portugese koning, nadat Portugal in december 1640 tegen de Spanjaarden in opstand was gekomen en zich had losgemaakt. Een bestand zou immers de gebiedsuitbreiding in Nederlands Brazilië tot stilstand brengen en een einde maken aan de roofovervallen op Portugese schepen. Het bestand werd echter toch gesloten, met als gevolg dat de Portugese suikereconomie in Brazilië weer sterk kon opleven. De concurrentie met de Nederlandse suikerplanters nam sterk toe, waardoor ook de polarisatie tussen de Nederlandse en Portugese planters toenam. Een opstand der Portugezen was het gevolg. Nederlands-Brazilië was verloren. Nadat de rust tussen de Nederlanders en de Portugezen was teruggekeerd werden er verdragen en handelsovereenkomsten gesloten, waardoor de rust tussen deze twee groepen bestendigd werd.Heel anders was de relatie met de Engelsen. De Engelse marine slaagde er keer op keer in om de Nederlandse slavenvaart grote schade te berokkenen.

Op de Afrikaanse kust zaten Nederlanders en Engelsen elkaar enorm in de weg, maar geen van beide partijen wist het tij in het eigen voordeel te keren, wegens gebrek aan manschappen.Afgezien van de buitenlandse concurrentie lag de grootste factor die het monopolie van de WIC aantastte volgens P.C. Emmer in eigen land. Na het faillissement van de WIC in 1674 ten gevolg van het echec in Brazilië, werd in hetzelfde jaar een nieuw octrooi aan de compagnie verleend (ook wel de tweede WIC genoemd). Groot verschil was dat het handelsmonopolie van de WIC niet werd voortgezet. Iedereen die handel wilde drijven in het Atlantisch gebied, kon zijn gang gaan, op voorwaarde dat er een belasting werd betaald aan de WIC. Alleen de slavenhandel bleef een WIC-aangelegenheid. Ondanks dit slavenhandelsmonopolie slaagde de WIC er niet in om winst te maken, zelfs niet met enorme overheidssubsidies. Volgens Emmer had dit te maken met factoren die niets met slavenhandel te maken hadden. Zo werd de tweede WIC opgezadeld met schulden van de eerste WIC en werd een dure, gedecentraliseerde districtsstructuur zonder wijzigingen overgenomen. Bovendien was de tweede WIC ook geen zuivere slavenhandelsrederij. Zij verdedigde ook en aantal forten en koloniën in het Caribisch gebied en Afrika, waarmee enorme kosten gemoeid waren.

De periode van vrije slavenhandel

Ook aan het WIC-monopolie op de slavenvaart kwam een einde. Volgens Flinkenflögel was het WIC-monopolie op de slavenhandel vele planters en reders een doorn in het oog, daar zij het in strijd met de “mare liberum” gedachte achtten. Daarnaast was het in de achttiende eeuw zo dat de vraag naar slaven het aanbod overtrof. Tussen 1730 en 1738 verviel het monopolie van de WIC en werd de vrije slavenhandel een feit. Wat overbleef was dat de vrije slavenhandelaren nu “recognitiegelden” dienden te betalen aan de WIC. Het was het einde van de WIC als transatlantisch slavenexporteur.Met de geleidelijke opheffing van het WIC monopolie op de slavenhandel namen de Zeeuwen met hun “Middelburgse Commercie Compagnie” (MCC) een vooraanstaande rol in wat betreft de Nederlandse slavenhandel. In 1754 had de MCC zo”n belangrijke plaats veroverd op het gebied van de slavenhandel, dat zij niet langer verplicht was de recognitiegelden aan de WIC af te dragen.

Relatie tussen verlies en sterfte

Vanaf 1730, het aanbreken van de periode van vrije slavenhandel, kan met enige zekerheid iets worden gezegd over de rentabiliteit van de Nederlandse slavenhandel. Volgens P.C. Emmer komt dit doordat er vanaf dat moment geen vermenging meer was van overheidstaken en commerciële activiteiten. Emmer stelt echter ook dat een er slechts een beeld te geven is van winst en verlies, aangezien alleen de boekhouding van slechts één slavenhandelsrederij, de MCC, bewaard is gebleven. Zelfs van de WIC is geen enkele complete boekhouding terug gevonden. Postma voegt daaraan toe dat vergelijking moeilijk is doordat elke slavenhandelende natie zijn eigen munteenheid, gewichtseenheden en maten kende. In de Nederlanden waren zelfs twee monetaire systemen: de Zeeuwen gebruikten het Vlaamse pond, de rest van de Republiek hield vast aan de gulden. Daarnaast hanteerden de slavenhandelaren een variëteit aan maateenheden. Op basis van gegevens over de waarde van schepen, gebouwen en andere bezittingen komt Emmer tot een jaarlijks winstpercentage van twee tot drie procent, wat hij normaal acht voor die tijd. Hij stelt echter ook de vraag waarom de directeuren van de MCC hier genoegen mee namen. Immers, het geld had net zo goed simpelweg op de bank gezet kunnen worden. Emmer vermoedt dat de investeerders in de compagnie hoopten op snelle en hoge winsten. Zonder tegenslagen was dat ook vast mogelijk geweest, maar de werkelijkheid was anders. Een aantal slavenreizen van de MCC leverden inderdaad vijftig tot tachtig procent winst op, maar minstens evenveel ondernemingen eindigden met een negatief resultaat. Dit had met name te maken met de hoge sterfte onder de slaven (voor oorzaken, zie tabel 1), waardoor verliespercentages van twintig tot dertig procent vrij normaal waren.

Tabel 1: doodsoorzaken van slaven op slavenschepen in de achttiende eeuw

Slaves in sample aggregates 20653Deaths 3563% 17.3Frequency 42
Diseases Dutch equivalentes
Dysentery (Loop, dysentery, (persing’)120033.741
Smallpox (kinderpokken, pokken)54015.119
Scurvy (scheurbuyk)52414.719
Tuberculosis (teering)2707.620
Long illness (landurige ziekte)391.111
Sudden death (schielijck, subiete dood)2446.822
Heart attack (hartvangh)441.27
Illness (ziekte, natuurlijke ziekte)2607.315
Fevers (koorts, hevige coors etc.)1163.323
Dropsy (hydrope, waterzucht, ’t water)671.922
Epilepsy (stuypen, vallen, syncope etc.)361.013
suicide (overboord, hangen, niet eten)280.818
accident (verwonding, in water gevallen)190.511
Mental/emotional (gek, dol, kwaad, mal)200.67
Respiratory (hosten, benauwdheid etc.)130.46
Pleurisy (pleuris)140.45
Reproductive/veneral (craam, venus)210.67
Parasitic worms100.33
Blindness60.21
Sleeping sickness20.11
Miscellaneous (koudvuur, abcess, klapoor, colyck, litergus, verlamming etc.)902.525
Total3563100


Het is enigszins vreemd dat de Engelsen, gelet op de winstpercentages, aanzienlijk succesvoller waren in de slavenhandel. Engelse slavenhalers boekten een gemiddeld winstpercentage van zes tot zeven procent, ruim het dubbele van de Nederlanders. Hoe was dit nu mogelijk? Emmer wijst opnieuw op de sterfte onder de slaven. De Engelsen kochten over het algemeen gezondere en conditioneel beter slaven in op de welvarende delen van de Afrikaanse kusten. Ook verzorgden de Engelsen hun slaven beter. Zo hadden de Engelsen een ingenieus luchtverversingssysteem ontwikkeld, tot jaloezie van de Nederlanders.

Vrijman citeert uit een niet nader genoemde bron om de situatie op de Nederlandse slavenschepen te omschrijven:“Vochtig weer en sterken wind belet hebbende de luchtgaten te openen begonnen koortzen en roode loop de negers te plaagen: hun vertrek was zoo ondraaglijk heet, dat ik er maar een oogenblik in konde verblyven. De hitte alleen maakte dit niet onmogelyk; de planken waren zoo met bloed bevlekt dat deze arme menschen als het ware daarin zwommen. Als zy door de ziekte door hun vel en hun vleesch komen, kwynen zy nog enige tyd in die toestand; door het liggen op de planken, waardoor de uitstekende knoken, vooral by de zieken, dikwijls ontveld worden, treed dikwijls koud vuur in, totdat de barmhartige God hen den dood toezend, om dit leven van ellende te eindigen”.

De Engelse schepen beschikten ook over meer scheepsartsen met ervaring in de slavenhandel en deze artsen wisten de sterfte eveneens te beperken. In tegenstelling tot Emmer heeft Vrijman echter juist kritiek op de Engelsen en Fransen en roemt hij de Nederlanders: “Door schade en schande wijs geworden, behandelde de Loffelijke Westindische Compagnie” haar transporten buitengewoon goed, althans in vergelijking met hetgeen de zwarten op de Engelsche en Fransche schepen te verduren hadden..De Edele Compagnie huldigde een gezond koopmansprincipe; een goede behandeling van de koopwaar is de beste waarborg, dat de lading goed geconditioneerd overkomt, met de minste verliezen door sterven, ziekten en anderszins. Vooral op Engelsche schepen kon het bar toegaan. In laatere tijden voeren eenige wel een dokter, maar die was er dan ook naar!”. De beschrijvingen van Vrijman lijken de feitelijke waarheid echter geweld aan te doen.

Neergang van de slavenhandel in de achttiende eeuw

Tegen het einde van de achttiende eeuw kreeg de Nederlandse slavenhandel een enorme klap te verwerken. De planters in Suriname hadden zoveel geld in Nederland geleend, dat zij op een gegeven moment niet langer in staat waren om de rente te betalen, laat staan dat zij bij machte waren om de hoofdsom terug te betalen en velen van hen gingen failliet. De financiële crisis die in 1773 volgde zorgde voor een scherpe terugval in de afname van slaven in Suriname. De reders probeerden de Staten-Generaal te bewegen tot het afschaffen van de belasting op het “uittreden”schepen. De Staten-Generaal stemden in 1789 in, omdat de handel op de West van levensbelang was voor de Nederlandse planters in dat gebied. De Staten-Generaal meende dat de slavenhandel aangemerkt diende te worden als onafscheidelijk van de bloei en voorspoed van de koloniën in de West.

Het aantal uittredingen na 1780 was inmiddels gedaald tot slechts drie tot vier per jaar. Het lijkt dan voor de hand te liggen dat de campagne om een einde te maken aan de slavenhandel juist in Nederland succes zou hebben. Niets was echter minder waar. Juist in Nederland waren in deze tijd nauwelijks protesten te horen tegen de slavenhandel, terwijl er in Engeland vreemd genoeg een effectieve lobby voor de afschaffing van de slavenhandel ontstond. De Nederlanders wilden echter van geen wijken weten en meenden dat de winsten in de slavenhandel weliswaar laag waren, maar dat deze tak van commercie voor de Nederlandse economie van groot belang was.

Het economisch belang van de Nederlandse slavenhandel

De indruk kan ontstaan zijn dat de slavenhandel een essentieel onderdeel van de Nederlandse economie vormde en dat afschaffing van de slavernij de economisch totaal ontwricht zou worden. Volgens P.C. Emmer is die gedachte beslist niet waar. Hij stelt dat de Nederlandse slavenhalers op hun hoogtepunt jaarlijks dertig slavenschepen lieten uitvaren, maar dat deze schepen samen nog geen één procent vormde van de totale koopvaardijvloot, die toen geschat werd op ongeveer vierduizend schepen. Ook voor de werkgelegenheid vormde de slavenvaart geen absolute noodzakelijkheid. Emmer stelt het aantal zeevarenden op slavenschepen op duizend tot twaalfhonderd, en dat in de hoogtijdagen. Als er in ogenschouw wordt genomen dat de werkgelegenheid in de scheepvaart vele malen groter was (volgens Emmer ongeveer 44.700 in 1770) dan vormen de ruim duizend slavenhalers slechts een zeer kleine, haast onbetekende groep.

Vervolgens meent Emmer dat deze marginale aantallen het belang van goederen en slaven die naar West-Afrika en West-Indië werden geïmporteerd en geëxporteerd, kunnen verhullen. Op één of andere manier was dit alles van vitaal belang voor de Nederlandse economie. Hij baseert zijn stelling op een aantal interessante cijfers. Rond 1770 voerden de Nederlanden voor 60 miljoen gulden in uit de buitengebieden. Slechts 20 miljoen kwam echter voor rekening van de VOC. De overige veertig miljoen werd door Afrika en de West geleverd, waarvan de helft direct uit de Nederlandse koloniën kwam. De slavenhandel heeft indirect zo”n vijftien procent van de invoer voor haar rekening genomen. De slavenhandel was derhalve een belangrijke motor van de Nederlandse import en export.

Maar was de slavenhandel van essentieel belang voor de gehele Nederlandse economie? Met andere woorden: hadden de Nederlanden zonder slavenhandel gekund, bijvoorbeeld als zij als enigen ter wereld een verbod op slavenhandel naleefden? Emmer meent dat de Nederlanden zonder veel moeite van slavernij hadden kunnen afzien. Nederlandse plantages hebben nooit meer dan de helft van de geïmporteerde suiker en koffie geleverd, en dit zou gemakkelijk door het buitenland kunnen worden opgevangen. Daar een groot deel van de Atlantische handel en scheepvaart mogelijk werd gemaakt door de inzet van buitenlandse gastarbeiders, zou het hoogstens betekenen dat er minder gastarbeiders naar de Nederlanden waren gekomen op zoek naar werk. Maar dan nogmaals: waarom de invoering en vooral voortzetting van de slavernij, terwijl investeerders hun geld wellicht ook in andere, winstgevende projecten konden steken? Emmer verwerpt deze gedachte met de stelling dat het kapitaal dat in de slavenhandel geïnvesteerd was, niet zo simpel ergens anders onder te brengen was. Ook acht hij het niet als vanzelfsprekend dat de schepen die actief waren in de slavenhandel, dan zomaar op andere routes konden worden ingezet. “In de moderne economie gaan de experts steeds uit van de veronderstelling dat er voor elke economische activiteit wel een alternatief bestaat en dat er steeds sprake is van economische groei. Beide verschijnselen waren in het Nederland van de zeventiende en achttiende eeuw helemaal niet vanzelfsprekend”, aldus Emmer. Bovendien maakten Amsterdamse handelshuizen goede winsten bij het transport en de verkoop van plantageproducten.

Bijzondere belangen van de slavenhandelaars 

Hoewel Emmer een plausibele verklaring geeft voor de voortzetting van de slavernij, kunnen er toch kanttekeningen worden geplaatst. Slavenhandel mag dan wel een belangrijke motor voor de in- en export geweest zijn, het was volgens Emmer ook geen absolute noodzaak voor het gezond houden van de Nederlandse economie. De slavenhandelaren leden een financieel onzeker bestaan, waarbij verlies en winst elkaar snel en met grote marges afwisselden. Dat lijkt in ieder geval een weinig aantrekkelijk toekomstbeeld voor deze handelaren. Is het dan werkelijk de goede hoop die velen van hen hadden, dat de slavenhandel op en dag wel die vaste winst opleverde waar velen van hen ongetwijfeld naar verlangden? Of waren er juist andere motieven, om toch zo lang en zo hardnekkig aan de slavenhandel vast te houden. Om deze vragen te kunnen beantwoorden, dienen de werken van Postma en Flinkenflögel ter hand genomen te worden.

Postma geeft in navolging van Emmer eveneens aan dat de slavenhandelaren deels werden gedreven door goede hoop. “Even if an assessment of profitability of individual slaving ventures shows erratic and low financial gains, there was always the gambling mentality to keep slave traders going; the next venture could always be better”. Aangezien zowel Postma als Emmer dit argument naar voren brengen, kan worden aangenomen dat deze ogenschijnlijke naïviteit van de slavenhandelaren een bepaalde rol speelde. Ook zegt Postma dat de slavenhandel niet op zichzelf stond. Het was een onderdeel van een veel groter systeem waartoe ook de plantages, nederzettingen en nationale economie behoorden. Maar dan slaat Postma een andere weg in. Hij stelt namelijk dat “many of the merchants involved in the slave trade also owned plantations in Surinam, and they knew that unless fresh slaves were brought from Africa, their other investment would suffer. This is illustrated by the slaving firm, Coopstad en Rochussen of Rotterdam, and also by repeated requests written by West-Indian planters”. Dit is een zeer belangrijk gegeven. Daar veel planters dus zelf eigenaar van één of meerdere plantages waren en zij dus niet als slavenhandelaren maar als planters afhankelijk waren van de slavenhandel, kan er worden gesproken van eigen belang als belangrijke reden voor het voortzetten van de slavenhandel.

Flinkenflögel voegt daaraan toe dat het niet enkel ging om slavenhandelaren die eigenaars van de plantages waren. De meeste rederijen hadden ook reusachtige kredieten aan plantage-eigenaren verstrekt, en het aanleveren van slaven was zodoende noodzaak, om te voortkomen dat hun onderpand failliet ging. Het lot van de Nederlandse West-Indische plantagekoloniën lag daardoor in handen van Nederlandse geldschieters van wie een aantal tevens slavenhandelaar was. Slavenhandel en plantagebezit waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. De handel in dienstbaren, zoals de slaven ook wel genoemd werden, stond niet op zichzelf, maar was slechts een component van de complexe handel tussen de Republiek, West-Afrika en West-Indië.

Het einde van de slavenhandel

Het begin van het einde van de slavenhandel begon in de jaren zeventig van de achttiende eeuw. Hoewel de slavenhandel eerste jaren nog een hoogtepunt bereikte, bracht de economische recessie van 1773 de activiteiten rond de slavenhandel een zware klap toe. In 1780 tenslotte koos de Republiek openlijk de kant van de Amerikaanse opstandelingen tijdens de Amerikaanse Revolutie. Hierdoor raakte de Republiek in de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) verzeild. Helaas voor de Nederlanders was de Engelse Marine heer en meester op de wereldzeeën en de oorlog had dan ook rampzalige gevolgen voor de Nederlandse slaafvaart. Veel Nederlandse schepen werden door de Engelsen buitgemaakt, het aantal vervoerde slaven daalde drastisch en in 1783 kwam er zelfs geen enkele slaaf aan in West-Indië. De slavenhandel werd echter niet beëindigd. Met het einde van de oorlog met Engeland in 1784 kwam de slavenhandel weer op gang en in 1793 werd zelfs een kleine piek bereikt (tabel 2).

Tabel 2: slavenvervoer 1780 – 1803

YearsFrom AfricaTo SurinamTo DemeraraOther DestinationsUnknown Dest.Totals imports
1780-17845905185684013349755005
1785-17897399242327938656081
1790-1795924036051177156621958543
1802-1803120610871087
Total23750897148102900403520716

Bron: Postma, 285.

Het was slechts een tijdelijke opleving. In 1795 kwam de Republiek, nu de Bataafse Republiek geheten, als bondgenoot van Frankrijk opnieuw in oorlog met Engeland. Vrijwel direct kwam de volledige Nederlandse Atlantische slavenhandel stil te liggen. Na het Verdrag van Amiens (1802) volgde nog een laatste opleving, maar de hervatting van de oorlog in 1803 betekende de doodssteek voor de Nederlandse slavenhandel. Net zoals in de periode 1799-1802 kwamen de Nederlandse plantages onder Brits protectoraat en werden daardoor ook bevoorraad door Engelse slavenhandelaren in plaats van de Nederlanders.

Na de beëindiging van de oorlog in 1815 keerde de rust terug, maar niet de slavenhandel. Net als de Amerikanen hadden de Britten de handel in slaven wettelijk verboden. In principe kon dit de Nederlanders er niet van weerhouden de slavenhandel weer op te pakken. De in 1813 uit ballingschap in Engeland teruggekeerde koning Willem I stemde de Britten gunstig door geen toestemming te geven voor een voortzetting van de slavenhandel. Of dit een humanitaire overweging was, valt moeilijk na te gaan. Tactisch was het in ieder geval wel. In ruil voor het afwijzen van slavenhandel wist Willem I zich te verzekeren van Engelse steun bij de uitbreiding van het Nederlandse koninkrijk en was er grote kans dat de Nederlandse gebieden die tijdens de oorlogen onder Brits protectoraat gekomen waren, weer overgingen in Nederlandse handen.

De Nederlandse slavenhandel werd uiteindelijk in juni 1814, per koninklijk decreet, voorgoed afgeschaft.

Conclusie

De periode van de Nederlandse slavenhandel wordt gekenmerkt door complexiteit. Belangrijk is in ieder geval dat slavenhandel in eerste instantie geen doelstelling van de WIC was, terwijl de WIC vaak onlosmakelijk wordt verbonden met deze handelspraktijken. Slavenhandel ontstond pas toen de economische voordelen (met Engelse en Franse slavenhandel als voorbeeld) en economische noodzaak (arbeid voor de plantages in de West) duidelijk werden.

Duidelijk is ook dat slavenhandel geen zuiver Europese (en later ook Amerikaanse) aangelegenheid was. De Afrikaanse slaven werden immers gekocht van Afrikaanse, inheemse slavenhandelaars. De blanken waagden zich slechts in de kuststreken.

Was de slavenhandel nodig? Achteraf bekeken niet, maar tot in de hoogste regionen van de regering heerste de overtuiging dat het een absolute noodzaak was, om de plantages te voorzien van arbeidskrachten. Emmer heeft uiteengezet dat dit niet nodig was: zonder suiker en koffie van de Nederlandse plantages zou het via de Engelsen geïmporteerd kunnen worden. Ook hoefden de plantages in principe niet afhankelijk te zijn van de Nederlandse slavenhalers: immers, tijdens de perioden van Brits protectoraat werden dezelfde plantages door Britse slavenhalers bevoorraad. Postma heeft echter aangetoond dat de Nederlandse slavenhandel noodzakelijk was omdat slavenhandel en plantage-economie onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Vele slavenhandelaren bezaten plantages en derhalve bevoorraadden ze hun eigen projecten. Hetzelfde geldt voor de rederijen en de kredietverstrekkers. De plantage-eigenaren hebben diep in de schulden gezeten en om de investeringen veilig te stellen, dienden slaven te worden geleverd.

Het einde van de slavenhandel werd voor een groot deel bepaald door externe gebeurtenissen. De oorlogen met Engeland gaven echter de doodssteek. Daar de slavenhandel al lang had stilgelegen en de afschaffing gepaard ging met Britse steun voor de uitbreiding van het Nederlandse koninkrijk alsmede de teruggave van de tijdens de oorlogen verloren gebieden, was de Nederlandse slavenhandel vanaf 1814 voorgoed verleden tijd.

EINDE ARTIKEL

[6]

”Uiteraard was hun doel winst, maar door moeilijkheden aan de Afrikaanse kust, hoge sterfte aan boord (gemiddeld zo’n 20 procent van de menselijke ‘lading’) en verzet van de tot slaaf gemaakten zelf lukte dit lang niet altijd. Piet Emmer komt zelfs tot de conclusie dat de winstmarges verwaarloosbaar waren. Maar onlangs hebben de historici Karwan Fatah-Black en Matthias van Rossum betoogd dat dit oordeel vooral gebaseerd is op een extreem beperkte definitie wat gerekend moet worden tot de ‘winst’ van de slavenhandel. Zij berekenden de ‘bruto-marge’ van de slavenhandel – de verschillen tussen de inkoopprijs en verkoopprijs voor de honderdduizenden verhandelde mensen. Een deel van die marge kwam als winst in de boeken van handelsmaatschappijen als de WIC en de MCC, maar de rest van die marge verdween niet in de lucht. Ze vulde de zakken van de toeleveranciers en scheepsbouwers, van geldschieters en andere tussenpersonen.”

SOCIALISME.NU

SLAVERNIJ, EEN BLINDE VLEK IN DE GESCHIEDSCHRIJVING

Op 1 juli 1863 schafte Nederland als een van de laatste Europese landen bij wet de slavernij af in Suriname en de Antillen. Dit jaar wordt de afschaffing herdacht door middel van tentoonstellingen, herdenkingen en een groot aantal nieuwe publicaties. Maar de overheersende trend in de Nederlandse geschiedschrijving is nog altijd om het belang van slavenhandel en slavernij te bagatelliseren. Historicus Pepijn Brandon legt deze trend kritisch onder de loep.

De aandacht in de Nederlandse historische kringen en in de media voor het slavernijverleden is het resultaat van een lange strijd tegen misschien wel de grootste witwasoperatie in de Nederlandse geschiedenis. De nauwe band tussen Nederlandse rijkdom en de trans-Atlantische slavernij werd lange tijd verhuld achter een scherm van stilzwijgen. De ‘koopmansgeest’ van blanke handelaren – of zelfs hun ‘VOC-mentaliteit’ – werd gepresenteerd als de bron van de Nederlandse welvaart. Dat een deel van hun handel was gebouwd op het werk van zwarte Afrikanen in ketenen was weliswaar bekend, maar had in de oude canon van de Nederlandse geschiedenis nauwelijks een plek.

De nogal verlate ‘ontdekking’ van de slavernij door Nederlandse historici heeft er echter tot nu toe niet toe geleid dat er aan het slavernijverleden ook recht wordt gedaan. In plaats van een scherm van zwijgen is in de afgelopen vijftien jaar zorgvuldig gebouwd aan een scherm van bagatellisering. De belangrijkste gangmaker achter deze visie is de Leidse historicus Piet Emmer, die met zijn De Nederlandse slavenhandel in 2000 een veel verkocht publieksboek schreef dat helaas nog altijd de toon zet in het Nederlandse debat over de slavernij. Dit boek stelt in feite dat de slavenhandel nauwelijks van betekenis is geweest voor de economie, en cijfert de Nederlandse verantwoordelijkheid voor de gruwelen van de slavernij op belangrijke punten weg.

Het type argumenten dat Emmer hiervoor hanteert, klonk sterk door in de veelbekeken NTR-reeks De Slavernij die eind 2011 werd uitgezonden. Misschien wel het meest opmerkelijke voorbeeld was de aflevering waarin hoogleraar Henk den Heijer, staande in slavenfort Elmina aan de West-Afrikaanse kust, betoogde dat verkrachting van slavinnen naar alle waarschijnlijkheid niet vaak voorkwam. Piet Emmer zelf deed daar nog een schepje bovenop: ook bemanningsleden op slavenschepen zouden zich niet vaak schuldig hebben gemaakt aan verkrachting, want zij zouden hier volgens Emmer ‘te moe’ en ‘te ziek’ voor zijn geweest.


Belang van de slavernij

De bagatelliserende visie drijft op een aantal mythes: de mythe dat slavernij slechts van marginale betekenis was voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie en maatschappij, de mythe dat de tot slaaf gemaakten berustten in hun lot, en de mythe dat de afschaffing van de slavernij een triomf was voor de (blanke) Nederlandse beschaving.

Allereerst het belang van de slavernij. In de grofweg tweeënhalve eeuw dat Nederland deelnam aan de slavenhandel, vervoerden Nederlandse schepen volgens de meest recente schatting meer dan 600.000 mensen als slaaf van de Afrikaanse naar de Amerikaanse kust.

Daarmee had Nederland een aandeel van ongeveer 5 procent in de totale trans-Atlantische slavenhandel. Lange tijd viel de slavenhandel onder het monopolie van de West-Indische Compagnie, maar vanaf 1730 werd de handel vrijgegeven. De belangrijkste nieuwe speler was de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), die in totaal meer dan honderd slavenreizen uitrustte.

Uiteraard was hun doel winst, maar door moeilijkheden aan de Afrikaanse kust, hoge sterfte aan boord (gemiddeld zo’n 20 procent van de menselijke ‘lading’) en verzet van de tot slaaf gemaakten zelf lukte dit lang niet altijd. Piet Emmer komt zelfs tot de conclusie dat de winstmarges verwaarloosbaar waren. Maar onlangs hebben de historici Karwan Fatah-Black en Matthias van Rossum betoogd dat dit oordeel vooral gebaseerd is op een extreem beperkte definitie wat gerekend moet worden tot de ‘winst’ van de slavenhandel. Zij berekenden de ‘bruto-marge’ van de slavenhandel – de verschillen tussen de inkoopprijs en verkoopprijs voor de honderdduizenden verhandelde mensen. Een deel van die marge kwam als winst in de boeken van handelsmaatschappijen als de WIC en de MCC, maar de rest van die marge verdween niet in de lucht. Ze vulde de zakken van de toeleveranciers en scheepsbouwers, van geldschieters en andere tussenpersonen.

Misschien nog wel belangrijker is dat Emmer slechts keek naar de slavenhandel. Maar slavenhandel was de ondersteunende tak voor de op slavenarbeid gebaseerde productie. Terwijl een groot deel van de Nederlandse economie in de loop van de achttiende eeuw stagneerde, was de handel in plantageproducten zoals suiker, koffie en tabak die hele periode booming business. De West-Indische koloniën groeiden uit van een relatief onbelangrijk deel van het Nederlandse commerciële wereldrijk tot een van zijn steunpilaren.

Verzet en afschaffing

Een ander belangrijk onderdeel van het betoog van de historici die de betekenis van slavernij bagatelliseren, is de bewering dat de omstandigheden waaronder slaven werden vervoerd en tewerkgesteld relatief gezien helemaal niet zo slecht waren. Zo wijst Piet Emmer herhaaldelijk op het hoge sterftecijfer van matrozen aan boord van slavenschepen om de grote sterfte onder slaven te ‘nuanceren’, en plaatste Trouw op 29 april van dit jaar een interview met onderzoekster Els Langenfeld met de schrijnend ongevoelige titel ‘Curaçao was best goed voor zijn slaven’. Merkwaardig genoeg zien beiden over het hoofd dat dit wellicht meer zegt over het brute en gewelddadige karakter van ‘vrije arbeid’ dan over de aard van de slavernij – een andere hardnekkige blinde vlek in de Nederlandse geschiedschrijving. Daarnaast weigeren zij de permanente onvrijheid en het racisme die inherent waren aan de slavernij te zien als verzwarende factoren.

Een sterk bewijs voor het tegendeel van hun betoog is de grote mate van verzet vanuit de Afrikaanse tot slaaf gemaakten. Op maar liefst 20 procent van de reizen van de MCC was sprake van opstandigheid. Hoewel de tot slaaf gemaakten grote delen van de reis geketend in het ruim moesten doorbrengen, wisten zij hongerstakingen te organiseren, van boord te springen, soms in groepen te ontsnappen, en in een enkel geval zelfs de bemanning te overmeesteren en het schip over te nemen. Dit verzet stopte niet na de verkoop. De plantages in Suriname waren broeinesten van rebellie, en duizenden mensen liepen weg om zich te voegen bij zogenaamde Marron-gemeenschappen aan de randen van de Surinaamse maatschappij. Ontsnapping en verzet waren een onontkoombaar onderdeel van de slaveneconomie. Het hoogtepunt daarvan was de slavenrevolutie die in 1795 onder leiding van Tula plaatsvond op Curaçao. Slechts met moeite werd de opstand neergeslagen. De drie leiders van de opstand werden geradbraakt, gemarteld en onthoofd. Nog eens 29 andere opstandelingen werden opgehangen.

Ook de wijze van beëindigen van de slavernij toonde niet een toenemende beschaving onder de blanke eigenaren, maar eerder de complete onmenselijkheid van dit systeem. Toen Nederland onder druk van economische omstandigheden, slavenverzet en de buitenlandse concurrenten uiteindelijk besloot de slavernij af te schaffen, was het belangrijkste thema voor debat de vraag welke vergoeding er zou moeten worden uitgekeerd. Niet aan de slaven, maar aan de slavenhouders die bij vrijlating ‘verlies’ zouden leiden. De hoogte van dit bedrag werd vastgesteld op 300 gulden per slaaf, en daarnaast werden de voormalige slaven nog tien jaar lang verplicht te blijven werken voor hun oude meesters.

In de hoop zo veel mogelijk te profiteren van deze regeling ontstond onder slavenhouders in 1862 een ware wedren om op het laatste moment nog een zo groot mogelijk aantal slaven in hun bezit te krijgen.

Een jaar voor de ‘emancipatie’ rustte het koloniaal bestuur nog een laatste expeditie uit onder kapitein Steenberghe om zoveel mogelijk Marrons terug te slepen naar hun voormalige meesters. De expeditie werd door de Marrons verslagen, maar zoals de Surinaamse anti-koloniale denker Anton de Kom later stelde zorgde zij ervoor dat ‘ook het laatste hoofdstuk der wettelijke slavernij met bloed werd geschreven’.

De slavenhouders kregen genoegdoening, de voormalige slaven kregen dat niet. En mede dankzij historici als Piet Emmer moeten hun nazaten zelfs honderdvijftig jaar later nog vechten voor erkenning voor de misdaad die hun dankzij de ‘Nederlandse handelsgeest’ werd aangedaan.

Pepijn Brandon werkt als historicus aan de Universiteit van Amsterdam, en doceert daar een vak over de Nederlandse Republiek en de slavenhandel.

EINDE ARTIKEL

EINDE ARTIKEL

[7]

[7]
TWEE VOORBEELDEN VAN MEDIA, DIE EMMER, NAAST HET DAGBLAD TROUW, DE RUIMTE GEVEN VOOR ZIJN BAGATELLISERINGSROLVAN SLAVENHANDEL EN SLAVERNIJ

ARTIKEL ELSEVIER MAGAZINE

ELSEVIERS WEEKLBLAD MAZAGINEPIET EMMER: TEGENSTANDERS GEBRUIKEN ”KWAADAARDIGE VERZINSELS”28 OCTOBER 2020
https://www.ewmagazine.nl/nederland/achtergrond/2020/10/piet-emmer-mijn-critici-gebruiken-kwaadaardige-verzinselen-785012/

Prof. dr. Piet Emmer (76), emeritus hoogleraar geschiedenis en pionier van het Nederlandse slavernijonderzoek, gaat deze week in Elsevier Weekblad tien pagina’s lang in debat met zichzelf over de kwestie waarin hij zelf onder vuur ligt: het Nederlandse slavernijverleden. Hij doet dat op uitnodiging van de redactie van Elsevier Weekblad.

Emmer gaat in op tal van historische aspecten van de discussie, zoals de rol van de Afrikanen zelf in de trans-Atlantische slavenhandel.

‘In de slavenhandel bepaalden de Afrikanen alles: op welke plek er werd gehandeld, hoeveel slaven ze wilden verkopen, wie ze wilden verkopen, van welke leeftijden en van welk geslacht. Het woord “deportatie” (zoals gebruikt in een tentoonstelling over Johan Maurits, de vroegere eigenaar van het Mauritshuis red.) is een activistische poging dat toe te dekken, het Europese schuldgevoel aan te wakkeren. (…) De bemanningen van de Europese slavenschepen waren helemaal niet bij machte Afrikaanse slaven te “deporteren” om de simpele reden dat de Afrikanen dat niet toestonden. (…) Ik ben dan ook zeer benieuwd hoe het Rijksmuseum, dat volgend jaar een slavernijtentoonstelling wil organiseren, de Afrikaanse rol in de slavenhandel ter sprake zal brengen.’

Ook de vraag waarom Nederland destijds eerst tegen en toen voor slavenhandel was, komt in het gesprek aan bod. Net als de – voor het hedendaagse debat belangrijke – vraag of de slavernij nu om economische of om humanitaire redenen  is afgeschaft.

‘Dat de slavernij niet rendabel zou zijn, kwam weer eens voorbij in de door de EO uitgezonden tv-serie Terug naar de plantage. Daarin werd de mythe herhaald dat de slavernij werd afgeschaft, omdat de slavenarbeid niets meer opbracht. Als dat klopt, dan zouden de prijzen voor de slaven toch niet zijn blijven stijgen, bijna tot het jaar dat de slaven vrij werden verklaard?

En waarom verkochten Afrikanen elkaar dan? Dat deden ze niet, betoogt Emmer, want ze voelden zich net zomin Afrikanen als de Duitsers, Engelsen en Fransen zich Europeanen voelen.

In Afrika werd je tot slaaf gemaakt als je anderen schade had toegebracht, door het maken van schulden of het voeren van oorlog. Dat lijkt logisch en het is dan ook geen wonder dat in de meeste landen ter wereld slavernij een normaal instituut was, ook al omdat er nauwelijks mensen waren die geheel vrijwillig voor een ander wilden werken.

In de meeste landen ter wereld werd het arbeidsaanbod geheel gedomineerd door slaven. De schulden kon je aflossen door als slaaf te werken. En als je oorlogsschade had veroorzaakt, kon je als krijgsgevangen gemaakte slaaf de schade van de overwinnaar herstellen.

Tijdens en na afloop van de Tweede Wereldoorlog is dit principe in Europa ook op grote schaal toegepast. Zo werden na mei 1945 in Nederland de soldaten van het verslagen Duitse leger gedwongen om de ingegraven landmijnen onschadelijk te maken. Ook de Sovjet-Unie liet Duitse krijgsgevangenen soms meer dan tien jaar dwangarbeid verrichten voordat ze – als ze tenminste nog in leven waren – weer naar huis mochten.

Verder gaat Emmer in op de aanhoudende beschuldigingen – gedaan door onder anderen NOS-verslaggever Gerri Eickhof en NRC-columnist Zihni Özdil – dat hij dan wel zijn werk ‘racistisch’ zou zijn. ‘Ik weet dat het niet waar is, dus persoonlijk trek ik me er niets van aan,’ zegt Emmer daarover. Maar de beschuldigingen ondermijnen wel zijn autoriteit, zegt hij. Als je voor racist wordt uitgemaakt, kun je niet meer met gezag over het slavernijverleden schrijven.

Emmer verwijt zijn tegenstanders dat ze hem ‘verzonnen citaten’ en ‘kwaadaardige verzinsels’ voor de voeten werpen. NRC-Ombudsman Sjoerd de Jong nam inmiddels, in de krant van zaterdag 24 oktober, in scherpe bewoordingen afstand van de column van Özdil: ‘Lieve hemel! Waarom publiceert de krant zoiets?’

Het kan overigens nog erger, want een vergelijkende studie over de Atlantische, de inter-Afrikaanse en de Arabische slavenhandel heeft een Franse collega-onderzoeker zelfs een strafklacht opgeleverd. Een activistisch collectief diende die klacht in, omdat deze studie het unieke kwaad van de Atlantische slavenhandel zou bagatelliseren.

‘Die strafklacht was gebaseerd op een kort tevoren aangenomen wet, waarin alleen de Atlantische slavenhandel als misdaad tegen de menselijkheid werd aangemerkt en de ontkenning daarvan werd bedreigd met boetes en gevangenisstraf. En denk maar niet dat academisch Frankrijk als één man tegen deze klacht heeft geprotesteerd.

‘Gelukkig heeft een aantal Engelse en Amerikaanse collega-onderzoekers de rechtbank in Parijs laten weten dat in de geschiedwetenschap vergelijkingen zoals van de verschillende slavenstromen in en uit Afrika volstrekt wetenschappelijk legitiem zijn. Daarop is de strafklacht ingetrokken.

EINDE ARTIKEL

ARTIKEL AD

ADHISTORICUS PIET EMMER: ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS22 AUGUSTUS 2020
https://www.ad.nl/binnenland/historicus-emmer-er-wordt-gedaan-alsof-elke-plantage-een-hel-op-aarde-was~ab02e9bd/

SLAVERNIJPiet Emmer is de kop van Jut bij nog al wat Black Lives Matter-sympathisanten. De historicus vindt dat ten onrechte wordt gedaan alsof het slavernijverleden de oorzaak is van alle racismeproblemen. ,,We moeten niet de Verenigde Staten kopiëren.’’
,,Geschiedenis is als wetenschap – meer dan bijvoorbeeld wiskunde – gevoelig voor modegrillen. Zo waren er veel historici die het communisme ophemelden, terwijl toch duidelijk is dat dat tot vreselijke dingen heeft geleid. Dat zie je nu ook in het debat over slavernij en racisme: er wordt selectief met feiten omgegaan.’’

Aan het woord is historicus Piet Emmer (75). Hij schreef twintig jaar geleden het standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel. Collega-historici verwijten hem de ernst van de slavenhandel en de rol van Nederland te bagatelliseren. Zelf verwijt hij zijn tegenstanders juist ‘activistisch’ om te gaan met geschiedenis. ,,Daardoor is er geen ruimte meer voor nuance in het huidige racismedebat’’, zegt hij.

U wordt zelf verweten de geschiedenis te verdraaien om de rol van Nederland in de slavenhandel te verfraaien. Vorige week nog op deze site door uw collega Fatah-Black. Begrijpt u dat?,,Ik begrijp dat het erop lijkt dat ik dingen bagatelliseer. Maar dat is niet zo. Alleen ben je al snel fout als je niet in elke zin benadrukt dat de slavernij verschrikkelijk was. Natuurlijk was het dat, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Als historicus ben je er niet om morele oordelen te vellen, maar om dingen in perspectief te zetten zodat je de geschiedenis beter begrijpt. En om te snappen waarom Europeanen zich met slavenhandel inlieten, is het dus belangrijk te kijken hoe er in Europa in die tijd tegen onvrije arbeid werd aangekeken. Veel Engelse mijnwerkers waren bijvoorbeeld min of meer eigendom van de eigenaar van de mijn. Wie geen werk had, kon als landloper gedwongen worden elders te werken, net als weeskinderen en strafgevangenen, desnoods in een verre kolonie. En de omstandigheden waaronder veel volwassenen en kinderen hier tot in de 19de eeuw moesten leven, waren echt niet altijd beter dan die van slaven in Suriname en op de Antillen.’’

Slavernij is toch niet hetzelfde als armoede?,,Ik stel het een niet gelijk aan het ander, ik probeer alleen dingen inzichtelijk te maken. Hoe kon het dat een continent dat slavernij had afgezworen, het wel accepteerde dat slaven in andere landen werden gehouden? Daarbij moet je vergelijken. Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten. Toch verweten mijn critici dat ik slavernij gelijk stelde aan een vakantiereis. Onzin. Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.

Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij. Maar door anderen werd de slavernij goedgepraat met een verwijzing naar het Bijbelboek Genesis, waarin Noachs zoon Cham werd gestraft en voortaan zijn broers moest dienen. Cham zou donkerder zijn geweest dan zijn broers.’’

Waarom is vergelijken zo belangrijk?,,Om een beter beeld te kunnen krijgen van wat er écht gebeurd is vroeger. Bijvoorbeeld: na de oorlog had iedereen het gevoel dat we ons fel hadden verzet tegen de Duitse Jodenvervolging. Totdat iemand eens ging vergelijken hoeveel joden er na de oorlog eigenlijk nog in leven waren en dat vergeleek met andere bezette landen. Toen bleek dat er nergens zo’n groot percentage joden is vermoord als hier. Dat zegt iets over ons. Iedereen snapt zo’n vergelijking. Maar toen mijn Franse collega Olivier Grenouilleau onderzocht hoe groot de trans-Atlantische slavenhandel door Europeanen was ten opzichte van de slavenhandel door Arabieren en de slavenhandel in Afrika zelf, werd hij voor de rechter gesleept omdat hij westerse slavenhandel zou bagatelliseren. Gelukkig is die aanklacht ingetrokken.’’

Hoe verklaart u die woede over dergelijke vergelijkingen?,,Zeker slavernij is in de geschiedenis vaak anders voorgesteld dan het was. Slavenhouders deden alsof het allemaal wel meeviel om hun verdienmodel te rechtvaardigen. Voorstanders van afschaffing overdreven de gruweldaden op plantages om hun pleidooi kracht bij te zetten. Een historicus moet proberen het in perspectief te zetten. In de jaren zeventig ontstond in de Verenigde Staten het idee dat de economische achterstelling van de zwarte Amerikanen een gevolg was van de slavernij. Sindsdien is het hele onderwerp speelbal geworden van een politieke agenda.’’

Speelt slavernij dan niet door in het heden?,,Racisme en discriminatie zijn vreselijk en moeten worden bestreden. Maar het komt overal voor, in alle tijden. Ook in landen die nooit koloniën hadden. Als je kijkt wie in Nederland onderaan de sociaaleconomische ladder staan, dan zijn dat veelal Marokkanen. Die stammen niet af van slaven, in sommige gevallen eerder van slavenhouders, want de Berbers hielden slaven. Het is te simpel om net te doen alsof iedereen die zwart is slachtoffer is en iedereen die wit is daar schuldig aan is. Na 1800 waren de meeste Surinaamse slaveneigenaren niet blank. Door zwart-wit te denken ga je bijvoorbeeld voorbij aan de ergste vorm van racisme die we kennen: antisemitisme. Jodenhaat heeft niets met slavernij, huidskleur of koloniën te maken.’’

Wat klopt er volgens u niet aan het beeld van slavernij?,,Er wordt gedaan alsof elke plantage een hel op aarde was. Dat behoeft nuance. Er is een groot verschil tussen de plantages in het zuiden van de Verenigde Staten en die in bijvoorbeeld Suriname, waar soms meer dan honderd slaven samenleefden met soms maar twee of drie Europeanen. De slaven daar hadden een veel grotere mate van zelfstandigheid dan wel eens wordt gedacht. Zonder dat ik probeer goed te praten wat er aan vreselijks is gebeurd! De slavernij in Afrika zelf was al heel lang gemeengoed voordat Europese handelaren bij lokale koningen slaven kwamen kopen. Zij werden niet allemaal gedwongen slaven te verkopen. De Europeanen moesten de Afrikaanse koningen en makelaars stroop om de mond smeren om handel te kunnen drijven. En ook het beeld alsof de succesvolle slavenopstand op Haïti het einde van de slavernij inluidde, klopt niet. Die had nauwelijks invloed. Daarna ging de slavenhandel nog lang door en stegen de prijzen alleen maar. De beweging om slavernij overal ter wereld duit te bannen ontstond in Engeland. Maar dat past niet in het populaire beeld dat de zwarte slaaf het juk van de witte slavenhouder heeft afgeworpen.’’

Waarom maakt u zich zo druk over dit onderwerp?,,Doordat de slavernij nu als een soort van stormram wordt gebruikt om allerlei misstanden aan de kaart te stellen en om politieke doelen te bereiken zoals excuses en herstelbetalingen, doe je niet alleen de geschiedenis onrecht aan. Je polariseert ook de samenleving, omdat het leidt tot allerlei tegenreacties. En die zijn soms onfris. Ik word ook tegen mijn zin in een rechts kamp geduwd omdat ik op basis van onderzoek zeg dat sommige beweringen over de slavernij niet kloppen. Ik heb in de Verenigde Staten gewerkt en gezien hoe het debat daar is ontspoord. Dat moeten we echt niet hier kopiëren. We leven in een van de rijkste, gelukkigste en meest egalitaire landen ter wereld. Dat verliezen we nu uit het oog.’’

Hoe groot was de rol van Nederland in de slavenhandel?,,Om en nabij de 5 procent van de slaven die vanuit Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika zijn gebracht, zijn door Nederlanders vervoerd. Dat staat overigens los van de slavenhandel in Indonesië, waar veel mensen uit India en Madagaskar het slachtoffer van waren. Maar daar is nooit goed onderzoek naar gedaan. Verder droeg de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in het topjaar 1770 maar zo’n 5 procent bij aan onze welvaart. Natuurlijk was het bizar dat onze voorvaderen dit onmenselijke systeem optuigden om hier goedkoop suiker, tabak en koffie te kunnen gebruiken. Maar door sommige historici wordt net gedaan alsof het de kurk was waar onze economie op dreef. Dat is aantoonbaar niet waar. De meeste grachtenpanden in Amsterdam stonden er al vóórdat Nederland Suriname veroverde en waren gebouwd door kooplieden, die hun geld verdienden in ons land zoals met bankieren en de graan- wijn en houthandel met de Oostzee, Spanje en Scandinavië.’’

EINDE ARTIKEL

[8]

TROUW

WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM

22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3

[9]

HISTORICUS PIET EMMER, WEGPOETSER VAN HET BLOED, DAT KLEEFT AAN DE WESTERSE SLAVERNIJ

ASTRID ESSED

30 JUNI 2021

OF

https://www.dewereldmorgen.be/community/historicus-piet-emmer-wegpoetser-van-het-bloed-dat-aan-de-westerse-slavernij-kleeft/

[10]

”Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten”

AD

HISTORICUS PIET EMMER: ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS

22 AUGUSTUS 2020

https://www.ad.nl/binnenland/historicus-emmer-er-wordt-gedaan-alsof-elke-plantage-een-hel-op-aarde-was~ab02e9bd/

SLAVERNIJ

Piet Emmer is de kop van Jut bij nog al wat Black Lives Matter-sympathisanten. De historicus vindt dat ten onrechte wordt gedaan alsof het slavernijverleden de oorzaak is van alle racismeproblemen. ,,We moeten niet de Verenigde Staten kopiëren.’’
,,Geschiedenis is als wetenschap – meer dan bijvoorbeeld wiskunde – gevoelig voor modegrillen. Zo waren er veel historici die het communisme ophemelden, terwijl toch duidelijk is dat dat tot vreselijke dingen heeft geleid. Dat zie je nu ook in het debat over slavernij en racisme: er wordt selectief met feiten omgegaan.’’

Aan het woord is historicus Piet Emmer (75). Hij schreef twintig jaar geleden het standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel. Collega-historici verwijten hem de ernst van de slavenhandel en de rol van Nederland te bagatelliseren. Zelf verwijt hij zijn tegenstanders juist ‘activistisch’ om te gaan met geschiedenis. ,,Daardoor is er geen ruimte meer voor nuance in het huidige racismedebat’’, zegt hij.

U wordt zelf verweten de geschiedenis te verdraaien om de rol van Nederland in de slavenhandel te verfraaien. Vorige week nog op deze site door uw collega Fatah-Black. Begrijpt u dat?,,Ik begrijp dat het erop lijkt dat ik dingen bagatelliseer. Maar dat is niet zo. Alleen ben je al snel fout als je niet in elke zin benadrukt dat de slavernij verschrikkelijk was. Natuurlijk was het dat, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Als historicus ben je er niet om morele oordelen te vellen, maar om dingen in perspectief te zetten zodat je de geschiedenis beter begrijpt. En om te snappen waarom Europeanen zich met slavenhandel inlieten, is het dus belangrijk te kijken hoe er in Europa in die tijd tegen onvrije arbeid werd aangekeken. Veel Engelse mijnwerkers waren bijvoorbeeld min of meer eigendom van de eigenaar van de mijn. Wie geen werk had, kon als landloper gedwongen worden elders te werken, net als weeskinderen en strafgevangenen, desnoods in een verre kolonie. En de omstandigheden waaronder veel volwassenen en kinderen hier tot in de 19de eeuw moesten leven, waren echt niet altijd beter dan die van slaven in Suriname en op de Antillen.’’

Slavernij is toch niet hetzelfde als armoede?,,Ik stel het een niet gelijk aan het ander, ik probeer alleen dingen inzichtelijk te maken. Hoe kon het dat een continent dat slavernij had afgezworen, het wel accepteerde dat slaven in andere landen werden gehouden? Daarbij moet je vergelijken. Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten. Toch verweten mijn critici dat ik slavernij gelijk stelde aan een vakantiereis. Onzin. Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.

Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij. Maar door anderen werd de slavernij goedgepraat met een verwijzing naar het Bijbelboek Genesis, waarin Noachs zoon Cham werd gestraft en voortaan zijn broers moest dienen. Cham zou donkerder zijn geweest dan zijn broers.’’

Waarom is vergelijken zo belangrijk?,,Om een beter beeld te kunnen krijgen van wat er écht gebeurd is vroeger. Bijvoorbeeld: na de oorlog had iedereen het gevoel dat we ons fel hadden verzet tegen de Duitse Jodenvervolging. Totdat iemand eens ging vergelijken hoeveel joden er na de oorlog eigenlijk nog in leven waren en dat vergeleek met andere bezette landen. Toen bleek dat er nergens zo’n groot percentage joden is vermoord als hier. Dat zegt iets over ons. Iedereen snapt zo’n vergelijking. Maar toen mijn Franse collega Olivier Grenouilleau onderzocht hoe groot de trans-Atlantische slavenhandel door Europeanen was ten opzichte van de slavenhandel door Arabieren en de slavenhandel in Afrika zelf, werd hij voor de rechter gesleept omdat hij westerse slavenhandel zou bagatelliseren. Gelukkig is die aanklacht ingetrokken.’’

Hoe verklaart u die woede over dergelijke vergelijkingen?,,Zeker slavernij is in de geschiedenis vaak anders voorgesteld dan het was. Slavenhouders deden alsof het allemaal wel meeviel om hun verdienmodel te rechtvaardigen. Voorstanders van afschaffing overdreven de gruweldaden op plantages om hun pleidooi kracht bij te zetten. Een historicus moet proberen het in perspectief te zetten. In de jaren zeventig ontstond in de Verenigde Staten het idee dat de economische achterstelling van de zwarte Amerikanen een gevolg was van de slavernij. Sindsdien is het hele onderwerp speelbal geworden van een politieke agenda.’’

Speelt slavernij dan niet door in het heden?,,Racisme en discriminatie zijn vreselijk en moeten worden bestreden. Maar het komt overal voor, in alle tijden. Ook in landen die nooit koloniën hadden. Als je kijkt wie in Nederland onderaan de sociaaleconomische ladder staan, dan zijn dat veelal Marokkanen. Die stammen niet af van slaven, in sommige gevallen eerder van slavenhouders, want de Berbers hielden slaven. Het is te simpel om net te doen alsof iedereen die zwart is slachtoffer is en iedereen die wit is daar schuldig aan is. Na 1800 waren de meeste Surinaamse slaveneigenaren niet blank. Door zwart-wit te denken ga je bijvoorbeeld voorbij aan de ergste vorm van racisme die we kennen: antisemitisme. Jodenhaat heeft niets met slavernij, huidskleur of koloniën te maken.’’

Wat klopt er volgens u niet aan het beeld van slavernij?,,Er wordt gedaan alsof elke plantage een hel op aarde was. Dat behoeft nuance. Er is een groot verschil tussen de plantages in het zuiden van de Verenigde Staten en die in bijvoorbeeld Suriname, waar soms meer dan honderd slaven samenleefden met soms maar twee of drie Europeanen. De slaven daar hadden een veel grotere mate van zelfstandigheid dan wel eens wordt gedacht. Zonder dat ik probeer goed te praten wat er aan vreselijks is gebeurd! De slavernij in Afrika zelf was al heel lang gemeengoed voordat Europese handelaren bij lokale koningen slaven kwamen kopen. Zij werden niet allemaal gedwongen slaven te verkopen. De Europeanen moesten de Afrikaanse koningen en makelaars stroop om de mond smeren om handel te kunnen drijven. En ook het beeld alsof de succesvolle slavenopstand op Haïti het einde van de slavernij inluidde, klopt niet. Die had nauwelijks invloed. Daarna ging de slavenhandel nog lang door en stegen de prijzen alleen maar. De beweging om slavernij overal ter wereld duit te bannen ontstond in Engeland. Maar dat past niet in het populaire beeld dat de zwarte slaaf het juk van de witte slavenhouder heeft afgeworpen.’’

Waarom maakt u zich zo druk over dit onderwerp?,,Doordat de slavernij nu als een soort van stormram wordt gebruikt om allerlei misstanden aan de kaart te stellen en om politieke doelen te bereiken zoals excuses en herstelbetalingen, doe je niet alleen de geschiedenis onrecht aan. Je polariseert ook de samenleving, omdat het leidt tot allerlei tegenreacties. En die zijn soms onfris. Ik word ook tegen mijn zin in een rechts kamp geduwd omdat ik op basis van onderzoek zeg dat sommige beweringen over de slavernij niet kloppen. Ik heb in de Verenigde Staten gewerkt en gezien hoe het debat daar is ontspoord. Dat moeten we echt niet hier kopiëren. We leven in een van de rijkste, gelukkigste en meest egalitaire landen ter wereld. Dat verliezen we nu uit het oog.’’

Hoe groot was de rol van Nederland in de slavenhandel?,,Om en nabij de 5 procent van de slaven die vanuit Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika zijn gebracht, zijn door Nederlanders vervoerd. Dat staat overigens los van de slavenhandel in Indonesië, waar veel mensen uit India en Madagaskar het slachtoffer van waren. Maar daar is nooit goed onderzoek naar gedaan. Verder droeg de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in het topjaar 1770 maar zo’n 5 procent bij aan onze welvaart. Natuurlijk was het bizar dat onze voorvaderen dit onmenselijke systeem optuigden om hier goedkoop suiker, tabak en koffie te kunnen gebruiken. Maar door sommige historici wordt net gedaan alsof het de kurk was waar onze economie op dreef. Dat is aantoonbaar niet waar. De meeste grachtenpanden in Amsterdam stonden er al vóórdat Nederland Suriname veroverde en waren gebouwd door kooplieden, die hun geld verdienden in ons land zoals met bankieren en de graan- wijn en houthandel met de Oostzee, Spanje en Scandinavië.’’

EINDE ARTIKEL

[11]TROUWWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3
[12]
TROUWWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3

[13]
ZIE NOOT 12

[14]

ZIE NOOT 12

[15]
ZIE NOOT 12

[16]

HART.AMSTERDAM.NLDE GEUR VAN EEN SLAVENSCHIP
https://hart.amsterdam/nl/page/28207/de-geur-van-een-slavenschip

De beurs van Amsterdam is het centrale punt van handel. Aandelen van de VOC en WIC worden gekocht en verkocht. De scheepvaart is de motor van de Nederlandse handel: wat is de andere kant van het verhaal?

Het schip vervult in de 17de eeuw de rol van tanker, trein en vliegtuig. In de Republiek zijn scheepswerven de grootste en meest geavanceerde fabrieken van hun tijd. Duizenden schepen gaan ter haringvangst. De graan-, hout- en ijzerhandel op de Oostzee is lang de kurk waar de Nederlandse economie op drijft. Honderden schepen, efficiënte ‘vrachtwagens’ met weinig personeel, varen jaarlijks heen en weer. Ook in Nederland zelf gaat veel per schip: turf en groenten naar de stad of mensen die, met de reisplanner in de hand, per trekschuit en beurtschip naar stad en dorp varen. De scheepvaart, eerst beperkt tot Noordwest-Europa, breidt zich omstreeks 1600 razendsnel uit over de hele wereld. Iedereen pikt een graantje mee in handel en scheepvaart.

De andere kant van het verhaal

Zo’n 1600 Nederlandse schepen transporteren in de 17de en 18de eeuw ruim 550.000 mannen, vrouwen en kinderen naar Amerika. In benauwde kelders in de forten aan de West Afrikaanse kust wachten de tot slaaf gemaakten tot ze aan boord gaan. Voor vertrek worden ze gekeurd en gebrandmerkt. De reis duurt enkele maanden. Ze liggen opeengepakt en aan elkaar geketend. Zieke slaven worden overboord gegooid. Vrouwen zijn weerloos als bemanningsleden hen verkrachten. Er is onderlinge strijd tussen gevangenen van verschillende stammen, die elkaars taal niet spreken. Het sterftecijfer aan boord bedraagt zo’n 15%. Onder de bemanning is het sterftecijfer net zo hoog vanwege de slechte hygiëne en voedsel. Inwoners van Paramaribo en Willemstad ruiken een slavenschip dat de haven binnenvaart: honderden opeengepakte mensen, soms lijdend aan besmettelijke ziektes.

EINDE ARTIKEL

[17]

”Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?”

TROUW

WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM

22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3

[18]

”Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?”

TROUW

WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM

22 JUNI 2021

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-een-beperkte-blik-op-de-slavernij-wil-spoede-zich-naar-het-rijksmuseum~b5f49fd6/?utm_source=link&utm_medium=social&utm_campaign=shared_earned

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 3

[19]

”Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij”

ARTIKEL AD

AD

HISTORICUS PIET EMMER: ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS

22 AUGUSTUS 2020
https://www.ad.nl/binnenland/historicus-emmer-er-wordt-gedaan-alsof-elke-plantage-een-hel-op-aarde-was~ab02e9bd/

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 7

[20]

CRIMES AGAINST HUMANITY

BACKGROUND

It is not clear in which context the term “crimes against humanity” was first developed. Some scholars[1] point to the use of this term (or very similar terms) as early as late eighteenth and early nineteenth century, particularly in the context of slavery and the slave trade, and to describe atrocities associated with European colonialism in Africa and elsewhere such as, for example, the atrocities committed by Leopold II of Belgium in the Congo Free State. Other scholars[2] point to the declaration issued in 1915 by the Allied governments (France, Great Britain and Russia) condemning the mass killing of Armenians in the Ottoman Empire, to be the origin of the use of the term as the label for a category of international crimes.

Since then, the notion of crimes against humanity has evolved under international customary law and through the jurisdictions of international courts such as the International Criminal Court, the International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia and the International Criminal Tribunal for Rwanda. Many States have also criminalized crimes against humanity in their domestic law; others have yet to do so.

Crimes against humanity have not yet been codified in a dedicated treaty of international law, unlike genocide and war crimes, although there are efforts to do so. Despite this, the prohibition of crimes against humanity, similar to the prohibition of genocide, has been considered a peremptory norm of international law, from which no derogation is permitted and which is applicable to all States.

UNITED NATIONS

OFFICE ON GENOCIDE PREVENTION AND THE RESPONSIBILITY

TO PROTECT

https://www.un.org/en/genocideprevention/crimes-against-humanity.shtml

[21]

””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]

http://www.shakespeare-online.com/plays/macbeth_5_1.html

EINDE NOTEN

Reacties uitgeschakeld voor Noten 1 t/m 21 bij ”Brief aan Trouw over artikel historicus Piet Emmer”

Opgeslagen onder Divers

[Artikel Peter Storm]/Delta: Hugo en Mark worden bedankt

DELTA: HUGO EN MARK WORDEN BEDANKT
WEBSITE PETER STORM
https://www.peterstormt.nl/2021/07/04/delta-hugo-en-mark-worden-bedankt/

Geplaatst op 4 juli 2021 door ravotr

zondag 4 juli 2021

Daar is de volgende corona-besmettingsgolf. Keurig versoepelend voorbereid door Hugo de Jonge en Mark Rutte , keurig ondersteund door het OMT met bijbehorend advies waardoor het kabinet zich geruggesteund voelde, met hooguit wat voorzichtig zorgelijk gemompel. Verbazing alom over de naderende golf? Wie keek, zag het aankomen. De redenen zijn glashelder: versoepelingen plus Delta. Een kort kroniekje van een aangekondigde nieuwe ramp.

Snel omlaag, langzaam omlaag… en nu weer fors omhoog

De cijfers, keurig bij de NOS en NU.nl te vinden (heb je geen zin in deze cijferbrij, dan kun je de volgende drie alinea’s ook skippen). Daar gaan we.

‘Het RIVM meldde vandaag 1146 nieuwe coronabesmettingen. Ter vergelijking: vorige week waren dat er nog 429.’ De trend is onmiskenbaar. ‘Sinds de versoepelingen op 26 juni ingingen is het aantal coronabesmettingen met 14 procent gestegen’.(1) ‘Vandaag’ is dus 3 juli. Hoe was het op 2 juli? ‘Bij het RIVM zijn tot 10.00 uur vanmorgen 962 nieuwe coronabesmettingen geregistreerd. Dat zijn er 128 meer dan gisteren.’ De week op week daling was toen 2 procent.(2) Toen daalde die 7-daagse trend dus nog. Gaan we naar 1 juli. Zelfde formulering, maar nu was het besmettingscijfer 845, het relatieve cijfer ‘13 procent minder dan in de zeven dagen daarvoor.’(3)

We gaan stug door: 30 juni dus. Dit keer citeer in NU.nl maar de herkomst van de cijfers is hetzelfde. ‘Het RIVM meldt woensdag 657 nieuwe positieve tests. Dat zijn meer dan het gemiddelde over de afgelopen zeven dagen (597)’.(4) Nog een dag eerder: 29 juni: 552 positieve tests. Dat was de laatste daling voor de huidige ommezwaai omhoog, en het zat ook net een vleugje onder het 7-daagse gemiddelde dat toen 601 bedroeg.(5) Dan 28 juni: ‘Het RIVM meldt maandag 580 nieuwe positieve tests.’(6) De dag ervoor, 27 juni: 522 gemelde besmettingen.(7) En 26 juni: ‘Het RIVM meldt zaterdag 569 nieuwe tests’.(8) Op 25 juni was dat cijfer echt aanzienlijk hoger: 659.(9) En op 24 juni gaf de teller 716 aan.(10) Dat was een stijging ten opzicht te van de dag ervoor: op 23 juni bedroeg het aantal positieve tests 679.(11)

Het was een klein stijginkje in een toen nog gestaag dalende trend: op 22 juni waren er 724 positieve tests gemeld(12), en op 21 juni weliswaar slechts 585, maar de maandagcijfers zijn vaak laag omdat mensen zich dan sowieso weinig laten testen. Interessant is het percentage: ‘32,7 minder dan het gemiddelde over de laatste zeven dagen(864)’.(13) Een week later, op 28 juni, was het cijfer – 580, zoals ze zagen – nog slechts ‘iets minder dan het gemiddelde over de laatste zeven dagen (626)’.(zie noot 6)

Wat we in deze cijferbrij in omgekeerde volgorde dus zagen is een vrij snelle daling, die vervolgens vertraagt en gaat hobbelen, vrijwel stil valt en intussen in een gestage stijging van de besmettingscijfers is omgezet. De vertraging in het tempo van daling was al een week geleden waarneembaar. Ik ben over de stijging van de laatste dagen dan ook helemaal niet verbaasd. Wel gaat die wat sneller dan zelfs sombere ondergetekende had verwacht.

Tsja, waarom zou dat toch zijn?

De NOS, dat als nieuwszender vermomde verlengstuk van het Staatsministerie van Propaganda van Hugo de Jonge, wijdt aan de stijging een vrijwel hilarisch stukje proza.(14) Allereerst het buitengewoon knullige zinnetje: ‘Hoewel het aantal besmettingen de laatste dagen stijgt, blijft de bezetting in de ziekenhuizen nog steeds dalen’. Langzamerhand zou toch ook bij de NOS bekend moeten zijn dat het enige tijd duurt voordat een besmet persoon ook ziek wordt. Dan duurt het vaak ook nog weer even voor iemand zo ziek is dat het ziekenhuis de volgende bestemming is, eventueel gevolgd door IC en/of overlijden. Dat na drie of vier dagen stijgende besmettingscijfers er in ziekenhuizen nog niets te merken is, ligt dus voor de hand, en dat ‘hoewel’ is dus suggestief misplaatst.

Een beetje koddig is ook dat de NOS doet alsof de toename van het aantal besmettingen enigszins raadselachtig is. ‘Waardoor de stijging komt, is nog lastig te zeggen’. Echt waar? Volgens ‘redacteur Joost Schellevis, die de coronacijfers volgt’ wel. ‘Maar dagelijkse coronacijfers bieden eigenlijk relatief weinig duiding, zoals waarom ze stijgen’. Cijfers zelf bieden nooit duiding. Daar moet je je hersenen voor gebruiken, en niet alleen je leesvermogen. Je zou de cijfers bijvoorbeeld eens op volgorde kunnen leggen, en er dan enkele andere data bij kunnen halen. De data waarop scholen weer open gingen en vakanties voorbij waren. En vooral de datum vooral waarop het grote versoepelen een macabere climax beleefde: 26 juni. Ogenblikkelijk daarna zag je dat de besmettingscijfers steeds trager daalden, om vervolgens aan hun stijging te beginnen. Dat kon je aan zien komen, als je oog hebt voor die andere factor: de Delta-variant, die veel en veel besmettelijker blijkt dan eerdere corona-versies.

Een besmettelijker variant, plus minder beperkingen op besmettingsgevaarlijke ontmoetingen: de uitkomst was niet alleen voorspelbaar, maar ook gewoon voorspeld. Op 16 juni schreef ik: ‘Ja, de aantallen besmettingen, ziekenhuisopnamen, mensen op de IC nemen gestaag af. Ja, het aantal gevaccineerden groeit nu in een stevig tempo. Maar er dreigt groot gevaar. Dat gevaar heet Delta.’ En over die Delta-variant: ‘De mutatie (…) spookt allang in Nederland rond en verspreidt zich vliegensvlug’.(15) Dat stelt het RIVM inmiddels ook, maar toen nog niet.

Als doodgewoon oplettend nieuwsvolger zag toen al ik wat het RIVM natuurlijk zelf ook wel zag, maar niet hardop wenste te zeggen. Vinden ze het experiment ‘laten we eens kijken wat er gebeurt als we weer gaan versoepelen’ dan werkelijk nog belangrijker dan onze gezondheid, ons welzijn en ons leven? Of geloven ze nog steeds dat het een ethisch verantwoorde wijze van pandemiebestrijding is om het virus maar te laten rondwaren zodat we zelfs zonder vaccin wel immuun worden, zij het ten koste van talloze gevallen van Long COVID en een aanzienlijke sterfte? Hoe dan ook: adequaat waarschuwen, en het kabinet vermanen dat het roekeloos bezig was met al die versoepelingen was er niet bij. Net als de nieuwe coronagolf was zowel de roekeloosheid van het kabinet als de halfzachte, niet bepaald alerte houding van OMT en RIVM een naargeestige herhalingsoefening.

En wat nu?

Ons staat intussen dus toch een moeilijke zomer te wachten. Het sein kan helemaal niet op veilig. Hoe ernstig de dreiging is, ontdekten ze in discotheek Aspen Valley in Enschede. Daar gingen ze open met wat ze dachten dat adequate veiligheidsmaatregelen waren, met testen vooraf en dergelijke. Het bleek zo lek als een mandje. Al snel bleek de avond dat de tent open ging het begin van een superspreader-event.

De regels rond dat testen zijn vragen om narigheid, dat ziet de chef van Aspen Valley, Tommy de Groot intussen ook. ‘De Groot doelt op de negatieve testbewijzen die veertig uur geldig zijn. Tussen de coronatest en het feest in de discotheek kan er dus veel gebeuren. “Stel je test vrijdagmiddag en zit ‘s avonds met het voetbalteam aan de bar. Misschien heb je vrijdagnacht nog een feestje en drink je met z’n allen uit dezelfde wodkafles. Als je dan zaterdag bij ons komt ben je mogelijk al besmet. En dat terwijl je met een negatieve test binnenkomt.’’’(16) Inderdaad. Goed gezien, maar wel wat laat.

Of ze er bij de discotheek echt ‘alles aan gedaan’ hebben, zoals De Groot zegt, is trouwens maar de vraag. Iemand van de gemeente heeft het nodige aan geruchten opgevangen. ‘“De QR-codes zouden onderling zijn doorgestuurd. Ook zouden bezoekers naar binnen en naar buiten zijn gegaan. Terwijl als je binnen bent, het de bedoeling is dat je daar blijft”, zegt een woordvoerder.’ Daar valt minstens nog wat grondig onderzoek te verrichten. Intussen staat het aantal besmette mensen op niet minder dan 110!(17)

Natuurlijk kunnen we boos zijn op discogangers en hun frivoliteit, en op de discotheek zelf die een verdienmodel heeft aan feestgedruis. Maar het probleem is niet dat mensen een feestje willen. Het probleem is een beleid dat doet alsof dit weer zonder veel risico kan, en een overheidspropaganda die luchthartig langs de risico’s heen blaast om als het mis gaat met het vingertje te wijzen: Tja, als mensen zich niet aan De Maatregelen houden… Het probleem is een beleid dat het zo snel mogelijk opengooien van zo veel mogelijk commerciële bedrijvigheid met bijbehorende verdienmodellen, belangrijker vindt dan leven, welzijn en gezondheid van jou en van mij. Daarom heeft het kabinet de deur voor Delta open gezet.

Ga er maar van uit ze de boel de boel laten, en pas echt iets gaan doen als ziekenhuizen en ICs weer vollopen. Misschien gebeurt dat vollopen deze keer minder dan bij vorige golven, want veel mensen zijn intussen door vaccinatie redelijk beschermd. Dan kan de boel dus open blijven, denk je? Dan is voorzichtigheid niet meer zo nodig? Alleen als je het verstandig vindt om het virus onder resterende ongevaccineerden te laten rondwaren, net zo lang muterend tot het ook door vaccinbescherming heen weet te breken. Met de huidige wereldwijde aantallen coronabesmettingen is dat laatste een kwestie van tijd, en het versoepelbeleid in Nederland draagt aan die hoge aantallen actief bij.

Ook met vaccinatie geldt nog altijd: versoepelen is ongezond en uiteindelijk dodelijk. Dat geldt ook als we ‘onze’ bestuurders en politici – terecht! – het recht betwisten om over versoepelingen te beslissen, en als we dus zeggen: laat ons in de samenleving zelf de regie in handen nemen over wat open kan en wat niet. Ons rest intussen weinig anders dan zelf waakzaam te blijven, onszelf en elkaar zo goed mogelijk te beschermen. De campagne #VoorWeinigCovid is hiervoor behulpzaam.(18) En dus? Ja, de mondkapjes mogen weer af. Ja, je mag de drukte weer in. Ja, je mag elkaar en jezelf weer in nodeloos gevaar brengen. Maar dat is helemaal geen reden om dat ook werkelijk te doen.

Noten:

1 ‘Weer meer besmettingen gemeld, meerdere oorzaken mogelijk’, NOS, 3 juli 2021, https://nos.nl/artikel/2387814-weer-meer-besmettingen-gemeld-meerdere-oorzaken-mogelijk

2 ‘Hoogste aantal besmettingen in Zuid-Afrika . 36.000 17-jarigen maakten prikafspraak’ (liveblog), NOS, 2 juli 2021, https://nos.nl/liveblog/2387586-hoogste-aantal-besmettingen-in-zuid-afrika-36-000-17-jarigen-maakten-prik-afspraak

3 ‘Webportaal huisartsen na uren vertraging online. GGD doet aangifte tegen complotdenkers’ (NOS liveblog), 1 juli 2021, https://nos.nl/liveblog/2387450-webportaal-huisartsen-na-uren-vertraging-online-ggd-doet-aangifte-tegen-complotdenkers

4 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 30 juni 2021, https://www.nu.nl/uitleg-over-het-coronavirus/6142701/de-coronacijfers-van-vandaag.html

5 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 29 juni 2021, https://www.nu.nl/uitleg-over-het-coronavirus/6142466/de-coronacijfers-van-vandaag.html

6 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 28 juni 2021, https://www.nu.nl/uitleg-over-het-coronavirus/6142237/de-coronacijfers-van-vandaag.html

7 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 27 juni 2021, https://www.nu.nl/coronavirus/6142061/de-coronacijfers-van-vandaag-522-positieve-tests-ruim-onder-weekgemiddelde.html

8 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 26 juni 2021, https://www.nu.nl/coronavirus/6141920/de-coronacijfers-van-vandaag-569-positieve-tests-15-miljoenste-prik-gezet.html

9 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 25 juni 2021, https://www.nu.nl/uitleg-over-het-coronavirus/6141744/de-coronacijfers-van-vandaag.html

10 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 24 juni 2021, https://www.nu.nl/uitleg-over-het-coronavirus/6141501/de-coronacijfers-van-vandaag.html

11 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 23 juni 2021, https://www.nu.nl/uitleg-over-het-coronavirus/6141289/de-coronacijfers-van-vandaag.html

12 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 22 juni 2021, https://www.nu.nl/uitleg-over-het-coronavirus/6141066/de-coronacijfers-van-vandaag.html

13 ‘De coronacijfers van vandaag’, Nu.nl, 21 juni 2021, https://www.nu.nl/uitleg-over-het-coronavirus/6140880/de-coronacijfers-van-vandaag.html

14 ‘Weer meer besmettingen gemeld, meerdere oorzaken mogelijk’, NOS, 3 juli 2021, https://nos.nl/artikel/2387814-weer-meer-besmettingen-gemeld-meerdere-oorzaken-mogelijk

15 Peter Storm, ‘Crimineel coronabeleid, vals gevoel van veiligheid’, Ravotr, 16 juni 2021, https://peterstormt.nl/2021/06/16/crimineel-coronabeleid-vals-gevoel-van-veiligheid/

16 Teun van der Velden, ‘Van feestweek naar rampweek voor Aspen Valley: “We hebben er alles aan gedaan”’, RTV Oost, 2 juli 2021, https://www.rtvoost.nl/nieuws/1983642/Van-feestweekend-naar-rampweek-voor-Aspen-Valley-We-hebben-er-alles-aan-gedaan

17 ‘110 besmettingen na clubavond Enschede: “QR-codes doorgestuurd”’, RTL Nieuws, 3 juli 2021, https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5239865/enschede-nachtclub-besmettingen-110-jongeren-besmet-coronavirus

18 #VoorWeinigCovid: https://voorweinigcovid.nl/

Peter Storm

Reacties uitgeschakeld voor [Artikel Peter Storm]/Delta: Hugo en Mark worden bedankt

Opgeslagen onder Divers

[Human Rights Watch]/Thousands of Foreigners Unlawfully Held in NE Syria

HUMAN RIGHTS WATCHTHOUSANDS OF FOREIGNERS UNLAWFULLY HELD INNE SYRIA

A boy flies a home-made kite in the foreigners’ section of al-Hol camp in northeast Syria on March 15, 2021.

A boy flies a homemade kite in the foreigners’ section of al-Hol camp in northeast Syria on March 15, 2021. © 2021 Sam Tarling

https://www.hrw.org/news/2021/03/23/thousands-foreigners-unlawfully-held-ne-syria


Countries should bring Citizens Home; Ensure Due Process for ISIS Suspects

https://www.hrw.org/news/2021/03/23/thousands-foreigners-unlawfully-held-ne-syria

Nearly 43,000 foreign men, women, and children linked to ISIS remain detained in inhuman or degrading conditions by regional authorities in northeast Syria, two years after they were rounded up during the fall of the Islamic State “caliphate,” often with the explicit or implicit consent of their countries of nationality, Human Rights Watch said today.

The foreign detainees have never been brought before a court, making their detention arbitrary as well as indefinite. They include 27,500 children, most in locked camps and at least 300 in squalid prisons for men, and scores of others in a locked rehabilitation center. The detainees suffer from rising levels of violence and falling levels of vital aid including medical care. In just one case, France has refused to allow a woman with advanced colon cancer to come home for treatment. One detained woman told Human Rights Watch that a guard ran over a young child in a vehicle, cracking his skull.

“Men, women, and children from around the world are entering a third year of unlawful detention in life-threatening conditions in northeast Syria while their governments look the other way,” said Letta Tayler, associate crisis and conflict director at Human Rights Watch. “Governments should be helping to fairly prosecute detainees suspected of serious crimes and free everyone else, not helping to create another Guantanamo.”

Governments that actively contribute to this abusive confinement may be complicit in the unlawful detention and collective punishment of thousands of people, most of them women and young children, Human Rights Watch said.

In February and March 2021, Human Rights Watch communicated via text, email, or phone with eight foreign women detained in camps for family members of male ISIS suspects in northeast Syria as well as relatives of five camp detainees. Human Rights Watch also spoke or emailed with members of six aid organizations and six civil society groups pressing for the detainees’ repatriations, as well as regional authorities, Western government officials, UN officials, journalists, and academics. In addition, Human Rights Watch reviewed dozens of reports, media articles, and videos about the camps and prisons.  

People interviewed described increasingly desperate mothers and children struggling to maintain dignity amid harsh conditions and fears of contracting Covid-19. Three women in one camp, Roj, said that guards confiscated Qurans, threatened women for wearing niqabs, and raided tents at night. Women caught with cellphones or suspected of withholding information about crimes in the camp were sometimes beaten and jailed for days or even weeks, the women and a relative said. The regional authority, called the Autonomous Administration of Northeast Syria, denied any abuse by guards and said that some women had attacked guards with stones and sharp objects. Badran Chia Kurd, Autonomous Administration’s deputy co-chair, told Human Rights Watch that women were in most cases jailed only for “a few days” if they tried to flee.=

One relative of a detainee said that her detained family member was suicidal. A young mother wrote that daily life in the camps made her want to “scream from the top of my lungs”:

It’s mentally exhausting. … never gets better here. Always worse. … majority of the children in the camp are sick. Almost everyday something bad happens. Children trapped in burning tents and dies. … We have water tank that contains worms. The toilets are dirty so people started to build [their] own toilets.

Like all detainees who communicated with Human Rights Watch, the women asked that they not be identified by name or nationality for fear of retaliation by other detainees or camp guards.

Holding the foreigners “is a huge burden” for the cash-strapped Autonomous Administration, Chia Kurd said. “The international community, in particular the countries who have citizens in the camps and prisons, are not assuming their responsibility. This issue, if not solved, will not only affect us, but the entire world.”

Countries with nationals held in northeast Syria should answer repeated appeals by the Autonomous Administration to help them provide detainees with due process, including the right to contest the legality and necessity of their detention before a judge. All detainees held in inhuman or degrading conditions, or who are not promptly charged with a recognizable criminal offense in fair proceedings should be immediately released.

Foreign countries should also comply with the Autonomous Administration’s repeated calls for them to repatriate detainees not charged with a crime, prioritizing the most vulnerable. Repatriated children should be accompanied by their parents in keeping with the child’s right to family unity. Foreigners facing risks at home of death or torture or other ill-treatment should be transferred to a safe third country.

Upon transfer home or abroad, detainees can be provided with rehabilitation and reintegration services and as warranted, investigated and prosecuted, Human Rights Watch said. Children who lived under ISIS and any women trafficked by ISIS should be treated first and foremost as victims, and children should face prosecution and detention only in exceptional circumstances.

In the meantime, foreign governments and donors should immediately increase aid to improve camp and prison conditions in northeast Syria and press the United Nations Security Council to reauthorize vital aid operations across Syria’s northeast and northwest borders to speed the delivery of aid.  

Only 25 countries are known to have repatriated any nationals from northeast Syria and most have brought home or helped return only a token few, primarily orphans or young children, in some cases without their mothers.

The UN and donors, including many home countries of the foreign detainees, are providing humanitarian aid to the detainees and others in northeast Syria. But acute shortages of clean water, food, medicine, and adequate shelter and security persist, say UN experts and others.

The United States military, which leads the US coalition against ISIS, has funded measures to bolster security and ease overcrowding for some of the prisons, according to Chia Kurd, media, and US government reports. However, the measures appear to have done little to bring the prisons in compliance with minimum detention standards. Moreover, neither the US nor other members of the international community, including countries with nationals detained in northeast Syria, have funded any measures to provide the prisoners with due process, Chia Kurd said.

The international coalition against ISIS also reportedly plans to fund construction of additional detention centers for women suspects, as well as a 500-bed “rehabilitation center” for older boys. The United Kingdom, another key coalition member, is reportedly funding a project to double the capacity of one of the prisons, in Hasakah, from 5,000 to 10,000 detainees. UK and US defense officials did not respond to requests for comment in the time provided.   

“Improving horrific prison conditions does not change the fact that indefinite detention without judicial review is unlawful,” Tayler said. “Expanding prisons and locked rehabilitation centers to warehouse hundreds of children who never even chose to live under ISIS is unconscionable.”

The detainees

Backed by a US-led coalition, regional fighters called the Syrian Democratic Forces rounded up tens of thousands of ISIS suspects and family members during the fall of Baghouz, then the last ISIS stand in Syria, during a weeks-long battle that ended March 23, 2019. The Syrian Democratic Forces are still holding nearly 63,400 of the family members, nearly all of them women and children, in two locked, heavily guarded, open-air camps encircled by barbed wire. Roughly 20,000 are from Syria, 31,000 from neighboring Iraq, and nearly 12,000 others – 8,000 children and 4,000 women – are from almost 60 other countries. Conditions for the non-Iraqi foreigners, who are kept in special annexes, are particularly dire.

The Syrian Democratic Forces are also holding about 10,000 men as well as at least 700 boys of all nationalities, most ages 14 to 17 in 14, overcrowded, makeshift prisons for ISIS suspects, Chia Kurd said. Prison conditions “do not meet minimum standards,” he said, blaming scarce international aid for the abusive conditions. Human Rights Watch in 2019 and 2020 documented the inhumane conditions in some of these prisons.

Camp Conditions

In al-Hol and Roj, the locked camps for family members, more than 90 percent of children are under age 12 and more than half under 5, aid groups say. Syrians and Iraqis in the camps have relative freedom, including the ability to leave and return to the camps. During multiple visits to the two camps from 2017 to 2019, Human Rights Watch documented conditions in the foreigners’ annexes that amounted to cruel, degrading, and inhuman treatment. Combined with the indefinite and arbitrary nature of detention, these conditions may also amount to torture when they deliberately inflict serious physical or mental harm on a detainee. Since then, detainees, family members, civil society representatives, and aid workers told Human Rights Watch, conditions have deteriorated further along with detainees’ despair.

“You can feel that people are giving up on the outside world, they are so desperate you meet a wall of hopelessness,” said Natascha Rée Mikkelsen, founder of Repatriate the Children-Denmark, who has visited the camps several times, including in February. “And the young children, some of them have diarrhea all the time and they are so skinny and so small. They just have this look like they are locked up. They have nothing to do and they know nothing about their future.”

Detainees and others interviewed by Human Rights Watch complained of contaminated water, overflowing latrines, shortages of fresh food and diapers, tents leaking or catching fire, rampant disease, insufficient medical care, and almost no schooling for children or counseling for a severely traumatized population.

While conditions are somewhat better in Roj than in the larger camp, al-Hol, detainees and family members described harsh conditions there as well. Three relatives, a civil society member and two detainees said noxious fumes from adjacent oil fields were causing asthma, deep coughs, and lung inflammations. One mother texted of being terrified by the lack of medicine for her child, by guards threatening to cut detainees’ clothes if they were not “short and colorful,” and of the desert winds that flipped over her tent at night:

Honestly I have ptsd [Post-Traumatic Stress Disorder] from the camps more than IS territory (even though I am traumatized from that lifestyle). … I would hold my daughter tight and stay alert all night watching the tent as it was about to collapse onto us at any moment. And it did actually happen many times.

In mid-March, said a Western European man whose grandchildren are in the camps, a small group of children no older than 6 crossed an internal camp fence to pick dandelions just on the other side. “The camp guards saw them, caught them, and beat them severely,” he said. “The children didn’t decide to be there, they don’t deserve to live like this in such terrible conditions.”

Two relatives described detainees waiting hours to access a shared phone that they could only use for seconds. Communication in one section for foreigners in Roj is limited to messages of less than a minute every 8 to 10 days, compounding detainees’ isolation, one relative said.

Life-Threatening Conditions

According to humanitarian groups and the UN Office of Counterterrorism, more than 700 detainees in al-Hol and Roj – at least half of them children – have died in the past two years. Several were killed by detainees in al-Hol who remain loyal to ISIS, while others died in crossfire between guards and detainees or from lack of medical care, unsanitary conditions, and accidents such as tent fires.

At least 29 people were killed in al-Hol camp alone in January and February 2021 including seven children. “The people who work there feel more and more scared of the situation, as if they have no control,” Mikkelsen said. “You have the feeling that any time you could be killed.”

In text messages relayed to Human Rights Watch, one woman in Roj described a fire breaking out in a tent housing two children whom guards left in the camp while jailing their mother for having a cellphone. The woman said it was one of three fires in Roj so far in 2021:

The 5 year old boy put the tent on fire and his 7 year old sister took him out from the burning tent. Two tent burned that day, it was terrible day cuz it took very long time to put the fire [out] since many fire extinguisher didn’t work and we didn’t know if there was more ppl trapped in the fire.

In February, 10 Frenchwomen in the camps went on a hunger strike to publicize their demand to stand trial at home. That same month, Pascale Descamps, a Frenchwoman whose 32-year-old daughter and four young grandchildren are held in Roj, began her own hunger strike to press the government to let her daughter leave to receive medical treatment for advanced colon cancer. Doctors in northeast Syria told her daughter that she needed “urgent” treatment but that the operation would be high-risk if performed locally, Descamps told Human Rights Watch. In December, the UN Committee Against Torture called on France to repatriate Descamps’ daughter for medical care but she remains in Roj. Descamps said that in intermittent audio messages, her daughter sounded desperate:

Every time my daughter talks to me, she starts crying. She tells me that she is getting worse, bleeding a lot, and getting weaker. She is like an animal in her tent, dying in front of her children. … I am not exonerating my daughter, but she has the right to a fair trial and to receive proper medical care given the seriousness of her health condition … I am also fighting for my grandchildren not to have to go through all this any longer. It is a stake in the heart to know that they see their mother so ill and to imagine that she could die there when France could repatriate her and her children. It’s like they have no rights anymore.”

Covid-19 is another threat. As of February 16, the UN had reported 8,537 cases of the virus in northeast Syria, but humanitarians warn that rates are vastly under-counted because of insufficient staff and supplies for extensive testing. At least 13 cases of Covid-19 had been reported in al-Hol and Roj as of December 2020. A greater outbreak could disproportionately harm camp and prison detainees as most are malnourished with severely limited access to medical services.

Detainees began receiving monthly handouts of masks and gloves in mid-2020 but they have to reuse them several times because of shortages, two women in Roj said.

Inhuman Prison Conditions

Despite some improvements, only one of the 14 makeshift prisons for male ISIS suspects is fit for the purpose, said a June 2020 US military report. The 10,000 men, most Syrian and Iraqi and 2,000 from other countries, are jammed into severely overcrowded cells with open latrines and poor ventilation. The prisons lack essential services including adequate medical care for festering wounds and infectious diseases including tuberculosis. Up to several hundred men have died in the prisons including one from Germany and another from the UK.

The 700 or more boys in the prisons are held separately from the men. About 400 are Syrian, 200 are Iraqi, and the rest come from several other countries, Chia Kurd said. The boys have access to outdoor courtyards, but have little access to education, recreation, and other essential services, he said.

Three well-informed sources speaking on condition of anonymity said that many of the boys in the prisons were taken from the camps where they lived with their mothers and siblings when they reached mid-adolescence and that some were as young as 12. Imprisoned Syrian boys can visit with families, but imprisoned foreign boys are not allowed visits with their mothers and siblings in the camps, Chia Kurd said. Between 100 and 110 more boys are living in a locked rehabilitation center. Services there, too, are “insufficient” due to a lack of aid, Chia Kurd said. The Autonomous Administration would like to transfer the boys in prisons to additional rehabilitation centers if foreign governments will build them, he said.

Chia Kurd said some of the boys were taken from the camps for families and elsewhere “for committing acts of violence” or for ISIS ideology, although Human Rights Watch received reports from local family support groups that at least some of the boys were taken simply because they had reached adolescence. UK-based Rights and Security International in 2020 reported that Syrian Democratic Forces forcibly disappeared dozens of boys from the camps.

The Kurdish-led coalition had prosecuted about 8,000 Syrians suspected of membership in ISIS and other armed groups in People’s Defense Courts as of early 2021, with about 4,000 more awaiting local prosecutions. The trials have been piecemeal with due process gaps and the Autonomous Administration has sought assistance from foreign governments to bring them in line with international standards. For two years, the Autonomous Administration has asked foreign governments to help it create a hybrid or international court to prosecute the detainees, Chia Kurd said. At times the regional authorities have proposed internationally supported local courts. But “the international community has not been cooperative with us,” he said.

Humanitarian Access

Medical and other supplies are scarce in the camps and prisons, in part because of difficulties aid workers face in gaining access to the region. Russia has since January 2020 used and threatened its veto power at the UN Security Council to force the closure of three of the four vital border crossings into Syria that UN agencies had used to transport medicine and other aid into the country. Turkey and Turkish-backed forces have also repeatedly cut off water supplies to Autonomous Administration-held areas of northeast Syria, including al-Hol camp.

Representatives of four aid organizations said that these factors combined with mounting insecurity have forced many humanitarian organizations to suspend or scale back operations in northeast Syria.

Scant Repatriations

Despite the deplorable conditions, only 25 of nearly 60 home counties have repatriated any of their nationals from northeast Syria, and repatriation operations fell from 29 in 2019 to 17 in 2020 and 3 in the first 10 weeks of 2021, according to Save the Children and Human Rights Watch tallies. KazakhstanKosovoRussiaand Uzbekistan have together brought home more than 1,200 of their citizens, about 85 percent of all returns. Repatriations by Western countries remain piecemeal. The UKAustralia, and Denmark have stripped citizenship of some nationals detained in northeast Syria, in some cases even when the revocation may leave them stateless.

A few countries, including Germany and Finland, have brought home some mothers with children. But others including Canada, the UK, and France have repatriated one or more children without their mothers and others, such as Sweden and Belgium, plan to do so. Systematic returns of children without their parents flout the Convention on the Rights of the Child, which states that countries should uphold the principle of family unity absent a professional assessment that separation “is necessary for the best interests of the child.” While governments obtain mothers’ written consent to take their children without them, Human Right Watch questions whether consent can be informed and voluntary for women indefinitely detained inside locked camps with no access to redress or counsel.

“If I had to choose again, I don’t know if I would have done it,” a Canadian mother in Roj said of her anguished decision to allow Canada to repatriate her 4-year-old daughter without her in March. “It’s the hardest sacrifice for a mother to make.”

Many governments contend that repatriations pose too much of a security risk. While governments have an obligation to keep people safe, security concerns do not obviate their parallel duty to uphold human rights, Human Rights Watch said. Moreover, as even the US-led coalition against ISIS argues, abandoning these detainees to indefinite confinement in dire conditions may pose a greater risk than bringing them home.

Men imprisoned as ISIS suspects in northeast Syria have repeatedly rioted and more than 100 have escaped to whereabouts unknown. With no way to leave legally, women are regularly paying traffickers to smuggle them and their children out of the locked camps, placing them at risk of being trafficked into forced labor and sexual exploitation, among other abuses, or of rejoining ISIS. Shunned by home countries, children may be vulnerable to recruitment by ISIS hardliners in the prisons and camps.

In contrast, repatriations or third-country transfers allow governments to conduct individual assessments of each returnee, monitor them as appropriate, and hold to account those who have committed serious international human rights crimes, a critical step in redress for thousands of ISIS victims.

Repatriations of the foreigners may also improve conditions for the Syrian ISIS suspects and family members whom the local authorities are also detaining in the camps and prisons. The Autonomous Administration has allowed more than 9,100 Syrians to return to their communities since 2019, including more than 2,600 under an amnesty it announced in October 2020, but thousands of others remain. As with the foreign detainees, the local authorities should release any Syrians held in degrading or inhuman conditions or without due process, and improve conditions for those who may not be able to return home because of risks that their communities may reject them or fears of returning to areas held by the government.

In January, UN Secretary-General António Guterres called repatriations by home countries, particularly of children, “an urgent and strategic counter-terrorism imperative.” The European Parliament and UNICEF have also called on member states to repatriate all children, taking into account the best interests of the child. The UN human rights commissioner, the UN counterterrorism chief, and 22 UN specialized human rights experts have called on home countries to repatriate their nationals as well. The 22 UN human rights experts noted that the “violence, exploitation, abuse and deprivation” suffered by foreign detainees in northeast Syria have resulted in deaths and in and of themselves “may well amount to torture or other cruel, inhuman or degrading treatment or punishment under international law,” with no effective remedy.

International Legal Standards

Countries have a responsibility to take steps to protect their citizens when they face serious human rights violations, including loss of life and torture. This obligation can extend to nationals in foreign countries when reasonable action by their home governments’ actions can protect them from such harm. International human rights law also provides that everyone has the right to a nationality. Governments have an international legal obligation to provide access to nationality for all children born abroad to one of their nationals who would otherwise be stateless, as soon as possible. All individuals have the rights to adequate food, water, clothing, shelter, and mental and physical health, and fair trials. All children have the right to education.

Detaining people in conditions that amount to inhuman or degrading treatment is strictly prohibited under human rights law.

The Autonomous Administration’s indefinite detention of these foreigners without due process, including their right to appear before a judge to review the legality and necessity of their confinement, is arbitrary and unlawful. The detention of ISIS suspects’ family members, particularly the children but also women who are not being investigated for any crimes, also amounts to guilt by association and collective punishment, prohibited under international law.

The arbitrary detention and lack of reintegration support for these children violates international principles for children associated with armed groups, who are to be viewed primarily as victims. UN Security Council Resolution 2396 of 2017, which is binding on all member states, emphasizes the importance of assisting women and children associated with groups such as ISIS who may themselves be victims of terrorism, including through rehabilitation and reintegration.

Resolution 2396 also calls on member states to investigate and prosecute suspects for involvement with foreign terrorist groups if appropriate. Given the absence of any fair trial proceedings for foreigners detained in northeast Syria, investigations by home countries remain the only viable option at this time to provide redress to victims for any serious crimes these detainees may have committed.

Countries with Citizens Detained in Northeast Syria

Citizens of at least 58 countries are reported to be detained in camps and prisons in northeast Syria: Afghanistan, Albania, Algeria, Australia, Austria, Azerbaijan, Belgium, Bangladesh, Bosnia and Herzegovina, Canada, China, Denmark, Egypt, Estonia, Finland, France, Georgia, Germany, Indonesia, India, Iran, Iraq, Kazakhstan, Kyrgyzstan, Lebanon, Libya, Morocco, Maldives, North Macedonia, Malaysia, Netherlands, Norway, Pakistan, Palestine, Philippines, Poland, Portugal, Romania, Russia, Saudi Arabia, Senegal, South Africa, Spain, Sudan, Somalia, Serbia, Sweden, Switzerland, Tajikistan, Trinidad and Tobago, Tunisia, Turkey, Ukraine, United Kingdom, United States, Uzbekistan, Vietnam, and Yemen.

END OF ARTICLE

Reacties uitgeschakeld voor [Human Rights Watch]/Thousands of Foreigners Unlawfully Held in NE Syria

Opgeslagen onder Divers