Het begon met het bericht dat een Syrische jongen van 14 jaar zich in het asielzoekerscentrum van Gilze van het leven had beroofd, en binnen één minuut – dit was maandagmiddag – volgden in mijn tijdlijn nog twee berichten over vluchtelingen. Van die berichten waar je maag van omdraait, terwijl je hoofd verwoede pogingen doet om reëel dan wel realistisch te blijven. Trek niet te snel conclusies, pas op met historische vergelijkingen, erken de politieke dilemma’s, laat je niet meeslepen. Maar wie zegt dat het hoofd gelijk heeft?
Ali wilde cardioloog worden
Eerste bericht. Ali Ghezawi was al negen jaar onderweg, nadat zijn ouders besloten met hun vijf kinderen te vluchten uit Syrië. Twee keer was het gezin in Spanje, waar ze een verblijfsstatus kregen, maar uiteindelijk zochten ze hun heil in Nederland. Ali wilde cardioloog worden, vertelde zijn jongere broertje aan het AD. Hij voelde zich veilig in Nederland, sprak vijf talen en was op pagina 623 van het medisch handboek ‘Anatomy’. Maar toen het gezin onlangs te horen kreeg definitief niet in Nederland te mogen blijven, knapte er iets in hem. Hij wilde niet meer praten en eten, en vorige week maakte hij een einde aan zijn leven.
Per ommegaande teruggestuurd door de Britse rechter
Tweede bericht. Afkomstig uit een Britse krant van 3 augustus 1939, en op 3 augustus 2020 opnieuw verspreid via een tweet van Working Class History. De kop luidt: ‘Joodse vluchtelingen uit Duitsland in tranen na deportatievonnis’. Het gaat om twee jonge Joden, Walter Altmann en Gunther Mann, die per roeiboot vanuit Oostende het Kanaal waren overgestoken, en nu per ommegaande werden teruggestuurd op last van de Britse rechter. “Beiden zeiden dat ze liever waren verdronken of anderszins omgekomen, dan terug te moeten naar Duitsland.” De tweet voegt eraan toe dat de twee mannen later de dood vonden in een concentratiekamp. Working Class History@wrkclasshistory#OtD 3 Aug 1939 Walter Altmann and Gunther Mann, two Jewish refugees from Nazi Germany, were deported from the UK back to Belgium where they had tried to cross the Channel in a 3-metre dinghy which capsized. Both were killed in the concentration camps.
Een kwart van de kinderen heeft geen begeleider, 20 procent is gehandicapt
Derde bericht. Het International Rescue Committee, in 1933 opgericht door Albert Einstein om vluchtelingen uit nazi-Duitsland bij te staan, meldt dat bijna alle 200 kinderen die dit jaar werden gered op de Middellandse Zee, nu vast zitten in gevangenkampen in Libië. De meeste van deze kinderen – ik citeer hier Carolien Roelants in NRC – zijn Somalisch, Eritrees of Soedanees. Een kwart van hen heeft geen begeleider, 20 procent is gehandicapt. Deze kinderen delen het lot van alle migranten in Libië, vorige maand door de VN als volgt beschreven: “We blijven berichten krijgen over moorden, foltering, seksueel geweld, arbitraire opsluiting, ontvoeringen, handel in en verkoop van migranten.”
Wat kan het hoofd nu nog aanvoeren? De Libische kustwacht opereert met financiële steun van de EU, en dus van Nederland, want wij vinden alles beter dan dat mensen onze grenzen bereiken en een beroep doen op het Vluchtelingenverdrag waar wij bij aangesloten zijn. Wie Europa toch weet te bereiken, moet asiel aanvragen in het land van aankomst, wat de last onevenredig bij de zuidelijke lidstaten legt; de familie Ghezawi ondervond daarvan de gevolgen. Ali is dood, je maag draait ervan om.
EINDE ARTIKEL
Reacties uitgeschakeld voor [Artikel Trouw, door Stevo Akkerman]/[Dood door Asielbeleid]/”De Syrische Ali is dood, je maag draait ervan om”
De roep om vrijheid die wordt overstemd – Refugee lives matter!
Opinie, gepost door: Joke Kaviaar op 11/08/2020 08:02:06
Terwijl Willem Engel des Doods in Rotterdam al knuffelend predikt dat ‘we in bezet gebied leven’ pleegde de 14-jarige uit Syrië gevluchte Ali Ghezawi zelfmoord in een AZC omdat hij het land uitgezet dreigde te worden. Zijn toekomst werd van staatswege vernietigd. De jongen wilde cardioloog worden.
De viruswaanzinnige Engel des Doods zal het niet interesseren, net zo min als het Rutte wat kan schelen, of Dijkhoff en onze huidige deportatieterrorist Ankie Broekers-Knol. Die kijken in het geheel niet om naar vluchtelingen, behalve als het over deportaties gaat. Engel heeft meer met de overheid gemeen dan hij denkt. Als Engel het heeft over ‘bezet gebied’ gaat het dus niet over vluchtelingen, over oorlog en vervolging. Nee, hij komt op voor het dieptrieste lot van anti-vaxxers, aluhoedjes, en allerhande andere esotherische witte wanna-be hippies die geen zin hebben om wat afstand te houden. Ja, onze dappere vrijheidsstrijder komt op voor de egoïstische Neederlanders die het vertikken om uit solidariteit met zwakkeren in de samenleving een mondkapje te dragen. Wat een held! Samen optrekkend met allerlei extreem-rechts tuig zoals Ben van der Kooi eist hij de vrijheid om anderen in gevaar te brengen op. En niet alleen die vrijheid zelf, maar ook de vrijheid van meningsuiting om het verspreiden van dat gevaarlijke virus te promoten. Het gaat hand in hand met al die mensen die vinden dat zwakkeren in de samenleving ‘dor hout’ zijn dat wel dood mag. Het is zo fascistoïde als de pest.. eh.. of corona? Als het je niet bevalt, dan blijf je toch lekker thuis?
Ja, dat is pas vrijheid! Geen mondkapje hoeven dragen! Tijdens dezelfde demonstratie in Rotterdam afgelopen week presteerde Engel des Doods het ook om te stellen dat “de vergelijking met de Jodenster al gemaakt is en we daar niet ver vanaf zitten”. Wat een leed toch allemaal. Wat een ellende voor al die klagende zielenpoten die geen dag zonder feestje kunnen en graag in de slachtofferrol gaan zitten en alle aandacht naar zich toe trekken. Intussen worden afgewezen vluchtelingen in dit land opgejaagd omdat ze geen verblijfspapieren mogen hebben en daarom op straat moeten leven. Voor hen is dit hele land een groot bezet gebied waarin ze zich schuil moeten houden. Maar dan echt. Uiteindelijk belanden velen van hen in de grensgevangenis op Rotterdam Airport.
Wil je vrijheid eisen, ga dan daar staan waar vluchtelingen voor onbepaalde tijd worden opgesloten en eis met je privilege de vrijheid van hen op. Wil je de held uithangen? Zet dan daar een grote bek op en ga in de weg staan van deportaties. Durf het te zeggen: Daar staat een concentratiekamp: een plek waar mensen worden verzameld om hen te kunnen deporteren. Daar zitten mensen die dubbel worden getroffen door corona omdat de staat hen als paria’s behandelt, als derderangsburgers. Niet eens als burgers feitelijk, maar als afval.
Het meldpunt vreemdelingendetentie meldt regelmatig wat daar allemaal gebeurt. Zo zit daar momenteel een man al 11 maanden in een isoleercel. Laat dit even tot je doordringen: 11 maanden in een kale cel met niets meer dan een scheurhemd aan op een matrasje, zonder afleiding. 11 maanden alleen even een uurtje daaruit om in een kooi te luchten. 11 maanden! In de grensgevangenis is namelijk het zitten in een tweepersoonscel de norm. Nog altijd, ook in coronatijd. Het is een potentiële besmettingshaard. Je kunt erop wachten. De man in de isoleercel wil niet in zo’n krappe tweepersoonscel en dus wordt hij aansluitend telkens opnieuw gestraft met twee weken ‘iso’. Een klaagschrift en daaropvolgende beroep zijn ongegrond verklaard. De Neederlandse staat mag dus 11 maanden en meer iemand psychisch ernstig blijven martelen en geen haan die er naar kraait. Zijn vrijheid telt niet. Ook de vrijheid van al die andere opgesloten vluchtelingen daar, laat staan hun gezondheid, telt niet.
Afgelopen week is gebleken dat daar eerst een bewaker en nu een gevangene het virus heeft opgelopen. Die man in de iso heeft dus groot gelijk die tweepersoonscel te weigeren. In die tweepersoonscellen zitten ze nu met deze hitte 23 uur per dag opgesloten. Dat is lockdown. Echt lockdown. Al die verwende nesten die klagen over de niet-zo intelligente lockdown tijdens het hoogtepunt van de coronacrisis hebben werkelijk geen idee. En waarom zitten die vluchtelingen daar in lockdown? Om hen te kunnen deporteren, ook al kunnen er op dit moment door de pandemie helemaal geen deportaties plaatsvinden.
Vrijheid, degenen die er het hardste om schreeuwen, hebben er het meeste van. Opgesloten vluchtelingen kun je niet horen door de muren en hekken en tralies heen. Ze zijn onzichtbaar en onhoorbaar gemaakt. En wie je al helemaal niet hoort, zijn degenen die dagelijks door de Europese en Neederlandse schrijftafelmoordenaars, van grensterreurdienst Frontex aan de buitengrenzen van Fort Europa tot Ankie Broekers-Knol en haar ambtenaren van de IND en de Dienst Terreur en Verrek, van het leven worden beroofd omdat ze een beter heenkomen zoeken. Ali Ghezawi is er daar een van. Tot wanhoop gedreven maakte hij er een einde aan. Zijn ouders worden straks zonder hem het land uitgegooid. Heeft zijn leven er ooit wat toe gedaan?
We moeten de strijd voor vrijheid opeisen en hoorbaar helpen maken voor mensen die het daadwerkelijk nodig hebben: slachtoffers van vervolging, oorlog, wapenhandel, staatsterreur, racisme, kolonialisme en kapitalisme. Mensen die gevangen zitten, letterlijk en figuurlijk, in dat web van grenzen, hekken, staten en systematische schending van mensenrechten en vluchtelingenverdragen. Als we het over vrijheid hebben, hebben we het over de vrijheid van een ieder. Niet alleen die van enkele doorgeslagen complotten- en virusverspreiders die de vrijheidsstrijd claimen voor hun eigen individuele gemakzucht en gewin. De strijd voor vrijheid is er juist een tegen het egoïstische ikke-ikke-en-de-rest-kan-letterlijk-stikken. Vrijheidsstrijd is een kwestie van solidariteit.
Vergeet Ali Ghezawi niet. Noem zijn naam. Refugee lives matter.
ALLIED BOMBINGS OF GERMAN CITIES DURING WORLD WAR II ARE WARCRIMES/LETTER TO THE EDITOR
Dear Readers, Despite of the heathwave it is important to mention the wrongs in history!I already did it in Dutch [article and Letter to the Editor], but now I wrote this Letter to the Editor about the allied bombings of German cities during WO II,Especially because it strikes me, that even after 75 years liberation of the nazi terror, there are still people, and many of them, who deny the fact that those allied bombings on cities, civilian goals, were forbidden, even in those times! [1]This Letter to the Editor I’ve sent to a number of British, American and German newspapers.Of course I have no idea, whether they publish it or not, so I want to share my Letter with you.See the Letter to the Editor under note 1 Hoping you all stay healthy in those dangerous Corona days. Astrid Essed
[1] The attack or bombardment, by whatever means, of towns, villages, dwellings, or buildings which are undefended is prohibited.
ALLIED BOMBINGS OF GERMAN CITIES DURING WORLD WAR II ARE WARCRIMES
Letter to the Editor Dear Editor,
Again and again it strikes me, that even after 75 year liberation of the Nazi terror, many people still deny the fact, that the British-American bombings of German cities were warcrimes.Of course there is a story behind this:After the killing of 40 000 British civilians by German bombings during the Blitz [warcrimes of course, but nobody denies that], it was payback time, not only out of revenge, but also to destroy the German economy and war industry.Another motive for lage scale bombing was to break the morale of the German people and the hope they would rise up against the nazi regime.Rather ridiculous, since the deadly air attacks were caused by the Allied forces and the caused destruction was ther sole responsibility.Therefore it was no surprise, that the German people became more and more hostile to the Allied forces, being the killers of the people they loved.Not only bombings on civilians and civilian goals are morally wrong, even in that time they were forbidden according article 25 of the Hague Convention [1907]Attacks on military goals of course were permitted.Yet bombings on civilian goals took place, as well by the Allied as the Central Powers.Firestorms on German cities and villages, since firebombs were used, with as a consequence, that people burned alive.In 1942, the German city Cologne was attacked with 1000 firebombs and at an attack on the German city Pforzheim in february 1945, 30 percent of the population had been killed.Was the Nazi top hunted and killed?Not at all, ordinary people.Dozens of cities were attacked, Cologne,Hamburg,,Berlin,Dusseldorf,Osnabruck,Kalsruhe,Dessau,,Potsdam and on and on.Deeply morally inferior was the fact, that even in may 1945, when Germany was about to surrender,bombing took place.Not only the bombing of Dresden [february 1945] was a warcrime, all those other bombings, too.More than half million German civilians were killed by those merciless carpet bombings and miliions of people were left homeless.High time to acknowledge that ”the good side of history” committed warcrimes too and not only Hiroshima and Nagasaki.
Astrid Essed
‘Amsterdam
The Netherlands
Reacties uitgeschakeld voor Allied bombings of German cities during World War II are warcrimes/Letter to the Editor
INGEZONDEN STUK OVER DE GEALLIEERDE BOMBARDEMENTEN OP DUITSE STEDEN
Vooraf: De oplettende lezer heeft gezien/gelezen, dat ik een stuk heb geschreven over de Geallieerde bombardementen op Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog.Oorlogsmisdaden dus.Zie onder noot 1Ook is het stuk door Uitpers gepubliceerd [2] Maar ik vond dat nog niet genoeg, dus heb het in de vorm van een Ingezonden Stuk naar een aantal Nederlandse en Belgische kranten toegestuurd.Of het gepubliceerd wordt, weet ik natuurlijk niet, maar zie mijn Ingezonden Stuk onder de noten.Misschien komt hier nog meer over.Hou dus mijn website in de gaten! Astrid Essed NOTEN
UITPERS.BEVERGEET GEALLIEERDE OORLOGSMISDADEN TEGEN DUITSERS NIETASTRID ESSED
INGEZONDEN STUK
Ingezonden Stuk
Geachte Redactie,
Het frappeert mij , dat nu, 75 jaar na de bevrijding van de nazi terreur, nog steeds wordt ontkend of gebagatelliseerd, dat de Brits-Amerikaanse bombardementen op Duitse steden oorlogsmisdaden waren.Natuurlijk was er een achtergrond:Nadat tijdens de Blitz bij Duitse bombardementen op Britse steden meer dan 40 000 Britse burgers om het leven waren gekomen, volgde de vergelding, niet alleen uit wraak, maar als middel om de Duitse oorlogsindustrie en economie te treffen.Een ander belangrijk doel van die Britse bombardementen was de hoop, dat de Duitse bevolking tegen het nazi regime in opstand zou komen.Nogal ongerijmd, lijkt mij, omdat de dood uit de lucht door de Geallieerden werd veroorzaakt, die hiervoor dus volledige verantwoordelijkheid droegen.Het was dan ook vanzelfsprekend. dat de Duitse bevolking steeds vijandiger werd tegen de Geallieerden, die immers verantwoordelijk waren voor de dood van hun naasten.Niet alleen zijn bombardementen op burgerdoelen moreel verwerpelijk, ook in die tijd wees artikel 25 van het Landoorlogsreglement [Haags Verdrag, 1907] er al op, dat het viseren van burgers en burgerdoelen verboden was, in tegenstelling tot militaire doelen.Toch werd er gebombardeerd, met brandbommen, die -letterlijk- hele vuurstormen veroorzaakten op Duitse steden, zelfs dorpen, waarbij mensen stikten in schuilkelders of levend verbrandden.Zo werd Keulen in 1942 aangevallen met 1000 Britse bommenwerpers en werd in februari 1945 het stadje Pforzheim zodanig te grazen genomen, dat 30 procent van de bevolking om het leven kwam.Werd de nazi top getroffen?Welnee, gewone burgers.Tientallen steden werden aangevallen, Keulen, Hamburg, Berlijn, Dusseldorf, Osnabruck, Kalsruhe, Dessau, Potsdam en ga zo maar door.Het meest genadeloze was, dat er nog in mei 1945, toen Duitsland zich al bijna overgaf, werd gebombardeerd.Niet alleen het bombardement op Dresden [februari 1945] was een oorlogsmisdaad, al die andere bombardementen ook.In totaal zouden meer dan een half miljoen Duitse burgers het leven laten, miljoenen daklozen.Hoog tijd om te erkennen, dat de ”goede kant van de geschiedenis” ook misdaden op zijn geweten heeft en niet alleen Hiroshima en Nagasaki.
Astrid Essed
Amsterdam
Reacties uitgeschakeld voor Ingezonden stuk over de Geallieerde bombardementen op Duitse steden
Dit wordt een Verhaal over hoe de ”goede kant van de Geschiedenis” [1] [niet te verwarren met ”goede mensen of leiders” ] slechte dingen deed. Dit Verhaal pretendeert niet een volledig overzicht te geven van alle ”slechte dingen” van de ”goede kant van de geschiedenis”, wel een aantal van de belangrijkste gebeurtenissen te noemen.
Want het is een vaker geuite misvatting van mensen, dat wie ”aan de goede kant” staat, geen misdadiger kan zijn.Om een voorbeeld te geven: In het Midden-Oostenconflict zie ik dat ook vaak met vrienden, die – terecht – gekant zijn tegen de Israëlische bezetting en kolonisatie van Palestina, dat het ze moeilijk valt, kritiek te verdragen op Palestijnen of hun organisaties, wanneer ze het oorlogsrecht schenden. [2] Dat is menselijk, niet iets slechts te willen horen van mensen of groepen, die je sympathiek vindt of die de juiste strijd hebben gestreden.Toch is het, in het belang van Recht in de Geschiedenis, ieder onrecht te blijven benoemen, van welke kant het ook komt.En daarom ook schrijf ik dit stuk.
Om, 75 jaar na de Bevrijding van de wereld van het Nazi-Beest [3], recht te doen aan de Duitse burgerslachtoffers van Geallieerd Onrecht. Waarom sta ik speciaal stil bij Duitse slachtoffers?
Omdat, voor zover ik gelezen heb en kan constateren, ieder zinnig mens er het echt wel over eens is, dat de Amerikaans-Geallieerde atoombombardementen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki, waarbij meer dan een kwart miljoen mensen om het leven kwamen [4] oorlogsmisdaden, ja, misdaden tegen de menselijkheid waren. [5] En wie dat niet vindt, is onverbeterlijk en toch niet meer te bereiken en staat aan het ongelijk van de Geschiedenis. En dan wil ik direct een wijdverbreid misverstand rechtzetten: Topnatuurkundige en genie Albert Einstein heeft NIET meegewerkt aan het Manhatten Project, dat de atoombom ontwikkeld heeft. Zijn enige ”participatie” bestond uit een brief aan president Roosevelt uit 1939, waarbij hij ervoor waarschuwde, dat Nazi Duitsland waarschijnlijk een buitengewoon krachtige bom aan het ontwikkelen was en wilde Roosevelt ertoe aanzetten, dit eveneens te doen, uit angst dat de nazi’s de wereld voor zouden zijn. Later – na de Hiroshima en Nagasaki ramp – merkte Einstein in 1947 tijdens een interview in Newsweek op: “Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb, I never would have lifted a finger” [6]
Bombardementen op burgerdoelen
Ik citeer het Haags Verdrag [Landoorlogsreglement] uit 1907:
”Het is verboden steden, dorpen, woningen of gebouwen, die niet verdedigd worden, met welke middelen ook aan te vallen of te bombarderen.”
De tekst is voor een goed lezer/verstaander- duidelijk: Het is verboden steden, dorpen, woningen of gebouwen, die niet verdedigd worden, met welke middelen ook aan te vallen of te bombardeeren. [7] En verboden is verboden, dat lijkt mij duidelijk. Doe je het toch, aan welke kant van de geschiedenis ook, dan bega je een oorlogsmisdaad. Duidelijke taal toch, voor u en voor mij?
Toch sta je ervan te kijken welke redenen politieke gangsters aanvoeren om in hun geval toch trachten aan te tonen, dat het gelegitimeerd was, dat het niet anders kon, dat zelfs de slachtoffers wellicht misdadigers waren, wie het eerst begonnen was, wie… En ga zo maar door. Dergelijke zieke en gemankeerde redenaties zijn van alle eeuwen en alle tijden, maar er zijn tijden geweest, dat er nog geen Verdragen waren en dat het – behalve dan voor het religieuze, morele of filosofische Geweten – gerechtvaardigd leek, alles te doen om jouw kant van de Macht, Overwinning, Ego’s etc, veilig te stellen, zonder zichtbare consequenties.
Maar du moment, dat je zelf Verdragen gaat sluiten om dergelijk gedrag aan banden te leggen en vervolgens ingaat tegen de Verdragen, die je zelf met een Handtekening plechtig hebt ondertekend [8], wordt het een ander Verhaal.
Voordat we daaraan toekomen, eerst een Tijdlijn, zo volledig als mij bekend.Ik begin bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en zal mij concentreren op de Bommenoorlog in Europa, met als uitzondering op de prelude daarvan, dat eerste Fatale luchtbombardement op burgers in Europa. [9]In het Midden-Oosten hadden de Britten in 1920 als Luchtschurken al het voortouw genomen door bij een opstand in 1920 Iraakse steden en dorpen te bombarderen [10], Dit valt weliswaar buiten het bestek van dit artikel, maar is de moeite van het benoemen waard, omdat het volgens mij bij weinig mensen bekend is.
Voorspelbombardement op Guernica
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog, uitgevochten tussen de linkse Republikeinse regering en de fascisten van commandant en latere dictator Francisco Franco, werd de binnenstad van de Baskische stad Guernica in 1937 door de Duitse Luftwaffe [Nazi Duitsland stond, hoe kan het ook anders, aan de kant van Franco] platgebombardeerd. [11] Het eerste luchtbombardement in Europa, waarbij dan ook direct burgers Kop van Jut waren. Er vielen tussen de 300 tot 800 doden en was de inspiratie voor de Spaanse schilder Picasso, om ”Guernica” te schilderen, als een aanklacht tegen deze misdadig laffe aanval op burgers. [12] Wat Luchtschurken betreft wil ik trouwens nog vermelden, dat behalve de Britten tijdens de Grote Iraakse Opstand van 1920-1922 [13], de Italianen er ook wat van konden. Niet alleen voerden ze bij hun militaire aanvallen op Ethiopie in 1935-1936 [toen ook wel Abbessinie genoemd] bombardementen uit op burgerdoelen [14], zij waren ook niet vies van het gebruik van chemische wapens, zoals mosterdgas.[15]Allemaal preludes tot een nog vuilere oorlog, de Tweede Wereldoorlog!
Tweede Wereldoorlogse oorlogsverklaring
[Om de bombardementen op burgerdoelen in het juiste licht te plaatsen ontkom je niet aan een stuk chronoligische militaire en politieke achtergrondgeschiedenis. Zie hieronder]
Het begon met een oorlogsverklaring, vreemd genoeg NIET van Nazi Duitsland, maar van de Geallieerden, Groot-Brfitannie en Frankrijk. Dit naar aanleiding van het oorlogsgestook in de jaren 1930 van Hitler en co, uitmondend in een waanzinnige veroveringsdrang van grote delen van Europa [16] en nu dus de inval in Polen op 1 september 1939. [17]
En toen brak de Hel los, tenminste voor de Europese landen. Voor de Joden, een van de belangrijkste zondebokken van de Nazi rassenwaan [18] was de Hel natuurlijk al sinds de vestiging van het Nazi Rijk uitgebroken, met steeds toenemende terreur, ontmenselijking en misdadige vervolgingen. [19] En laten we eerlijk zijn, ook de Westerse mogendheden speelden hierin een vuile rol. In de loop van de Dertiger Jaren wilden steeds minder landen Joodse vluchtelingen opnemen, totdat de grenzen helemaal dichtgingen, juist op het moment, dat de Joden vluchtroutes het hardste nodig hadden. [20] Over ”de goede kant van de geschiedenis” gesproken…..
Interessant is trouwens, dat dictaturen Spanje en Portugal, bondgenoten [vooral Spanje] van Nazi Duitsland, naast Turkije, veel coulanter waren bij de toelating van Joodse vluchtelingen. [21], zoals ook een aantal Zuid-Amerikaanse landen, hoewel deze laatsten in de loop van de dertiger jaren stenger werden. [22]
Bezetting – het begin
Na het jarenlange oorlogsgestook van Hitler en co met hun “proefbombardement” op Guernica [23] en in hun kielzog de daden van agressie en misdaden van bondgenoten, het Italië van Mussolini en het Keizerrijk Japan, met zijn drieën de AS-Mogendheden genoemd [24], brak dan de Tweede Wereldoorlog uit.Nazi Duitsland viel op 1 september 1939 Polen binnen, Groot-Brittannië antwoordde met een ultimatum aan Nazi Duitsland, de troepen terug te trekken, gebeurde niet, en overeenkomstig met een eerder gedane belofte, verklaarde dit land Nazi Duitsland op 3 september de oorlog, evenals Frankrijk. [25] In snel tempo werd hierop Polen bezet [Oost-Polen door Sovjet Rusland, dat in augustus 1939 met Nazi Duitsland het non agressiepact, het Molotov Ribbentrop-pact gesloten had] [26], in 1940 volgden de Duitse bezettingen van Denemarken, Noorwegen, Frankrijk, Belgie, Nederland en Luxemburg. [27]
De slag om Engeland
Toen de Nazi’s hun Westerse bezettingsronde hadden gedaan, kwam het Vervolg: Het doel van Nazi Duitsland was, uiteraard, verovering en onderwerping en aangezien Groot-Brittannië na de snelle bezettingen van de West- en Noord-Europese landen de enige tegenstrever was, richtte Hitler zijn pijlen nu op dat land. Verovering of overgave, dat werd het doel.Daarom had Hitler het voornemen tot een invasie van Groot-Brittannië, Unternehmen Seelöwe (Operatie Zeeleeuw) [28], maar wilde die effectief zijn, was het zaak, eerst de Britse Luchtmacht [RAF] uit te schakelen. Dus daarom The Battle of Britain [29] ofte wel de luchtstrijd tussen Groot-Brittannië [met als luchtmacht de RAF] en Nazi Duitsland [met als luchtmacht de Luftwaffe], die uitmondde in the Blitz [30], was voor beide partijen erop of eronder. Want wie die luchtstrijd won, bepaalde – zo weten we achteraf – het begin van het einde van de oorlog. Had Nazi Duitsland gewonnen, was de ramp lastiger te overzien: Want de Sovjet Unie, door het niet aanvalsverdrag met Nazi Duitsland, het Molotov Ribbentrop-pact [31] nog ”neutraal” tegenover de Geallieerden, zou door Operatie Barbarossa [de Nazi aanval op Rusland] in juni 1941 in het kamp van de Geallieerden komen [32], en de VS in december 1941 [33], maar de VS was vooral in Azië met Japan in gevecht, al steunde het Engeland militair en zou het een van de leading Forces zijn bij de inval in Normandië op 6 juni 1944 [D Day]. [34] En even tussendoor: Niet alleen in hindsight [35], ook op het moment zelf, het was oliedom van Hitler en co om de Sovjet Unie in juni 1941 binnen te vallen, een maand nadat zij de Battle of Britain hadden verloren! [vertaald: het was de Luftwaffe niet gelukt, de Britse Luchtmacht RAF te vernietigen]. [36]Zo brachten de Nazi Powers niet alleen de machtige Sovjet-Unie in het kamp van de Geallieerden, maar creëerden zo een Tweede Front! [37] En dan heb ik het nog niet eens over de strijd tussen de Geallieerde [deels koloniale] Mogendheden en Nazi Duitsland in Noord Afrika gehad! [38]
Goed, deze Battle of Britain, waarin de Britse Luchtmacht RAF Groot-Brittannië verdedigde tegen de Duitse militaire aanvallen door de Luftwaffe, duurde van 10 juli 1940 tot 31 october 1940 [39]
En natuurlijk staat die Battle of Britain niet los van The Blitz, de reeks Luftwaffe bombardementen, eerst op Britse militaire doelen en later op Britse burgerdoelen – Britse steden [van september 1940 tot mei 1941] – [40] en was de Battle of Britain [Slag om Engeland] pas beëindigd toen The Blitz, die reeks bombardementen op Britse steden, definitief was verloren door Nazi-Duitsland. [41]
The Blitz
Het mag niet, het bombarderen van burgerdoelen en/of burgers, ook niet in de duistere Dagen van de Tweede Wereldoorlog. Daar is het Landoorlogsreglement, reeds daterend uit het begin van de twintigste eeuw duidelijk over [42] al trachtte men dat in de Tweede Wereldoorlog te omzeilen met gevaarlijke drog en onzinredeneringen [daarover straks].
Goed, of liever gezegd slecht
Het begon niet met bombardementen op steden en andere burgerdoelen. In het begin richtte de Luftwaffe zich, na een land en zeeblokkade op Groot-Brittannië te hebben ingesteld, op [daglicht] bombardementen op militaire doelen zoals RAF vliegtuigen en – en dat is weer een grensgeval, want daar werkten ook burgers – RAF fabrieken.Ook kwamen scheepskonvooien aan de beurt, maar ook op de havensteden. Plymouth en Southampton en ja, dat waren burgerdoelen. [43]Toch waren de Luftwaffe- aanvallen nog voornamelijk gericht op Britse strategische doelen, maar toen hun acties niet het door de nazi’s gewenste effect hadden [ze konden het niet winnen], ja toen werd het kwaadaardiger.
Terreurbombardementen onder dekking van de nacht
November 1940-februari 1941. Onder dekking van de nacht begon de Luftwaffe nu een grootscheepse bombardeercampagne op Britse steden, waarbij Londen, in Unternehmen Loge, de codename voor Londen, de aftrap had. Om een indruk te krijgen: in de periode van The Blitz werd Londen niet minder dan 57 nachten op rij gebombardeerd. [44] Ook andere steden waren Kop van Jut, zoals havensteden Liverpool en Hull en Cardiff, Portsmouth, Southampton en Swansea. Alsook industriesteden Birmingham, Belfast [Noord-Ierland, dus het door Groot-Britannië gekoloniseerd gehouden deel van Ierland], Coventry, Glasgow, Manchester en Sheffield. [45] In totaal kwamen bij die bombardementen meer dan 40 000 burgers om, van wie de helft in hoofdstad Londen en raakten er nog eens 139.000 gewond. Ook werden er meer dan een miljoen huizen vernietigd of zwaar beschadigd. [46] Menselijke ellende in minder dan veertig woorden …
Terreurbombardementen [47], ik schreef het al: ware woorden want was de bedoeling niet, naast de vernietiging van leger en economie, het moreel zodanig te breken, dat de vrijheids- en verzetsgeest zou verdwijnen. [48] Lekker niet gelukt! [49] Ik ben bepaald geen fan van aartskolonialist,luchtschurk en misdadiger Sir Winston Churchill [50], maar toch onder de indruk van zijn op 4 juni 1940 gehouden speech, bekend geworden als ”We shall fight on the beaches”. [51] Ik citeer hieruit het voor mij mooiste:”We shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender. [52]
Van Churchill mag je zeggen wat je wil, en ik heb wel het een en ander over hem te zeggen – maar zulke redevoeringen doen het goed voor het moreel en hebben zeker geholpen, het ”erop of eronder” gevoel kracht bij te zetten.
Na de Blitz, de tweede hel: de bombardementen op Duitsland
Burgerslachtoffers – waar dit artikel om is begonnen – zeggen meer dan alle militaire strategieën, afwegingen, rechtvaardigingen, zelfs meer dan mensenrechtenverdragen, die de Mensheid moeten beschermen. Daarom:ruim 410.000 Duitse burgers werden in WO II gedood door Geallieerde luchtbombardementen.Mannen, vrouwen, kinderen. [53]Tegenover 40 000 Engelse burgers. [54]
Alle strijdpartijen in de Tweede Wereldoorlog hebben zich schuldig gemaakt aan bombardementen op burgerdoelen: Nazi-Duitsland, Japan, de Britse RAF, de VS, niet alleen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki, maar daarvoor al, op andere Japanse en Duitse steden. [55] En zoals al geschreven: opmerkelijk, omdat militaire aanvallen op burgers en burgerdoelen dus waren verboden volgens het Landoorlogsreglement [56] Eigenlijk werd dat verbod op zich ook niet betwist, wel kon worden aangevoerd, dat toen het Landoorlogsreglement tot stand kwam [begin twintigste eeuw] er nog geen luchtmacht was, waardoor er niet werd gerept over LUCHTAANVALLEN. [57] Wat overigens niet betekende,, dat luchtaanvallen op burgerdoelen dan maar waren toegestaan. Wikipedia schrijft hierover: “The absence of specific international humanitarian law did not mean aerial warfare was not covered under the laws of war, but rather that there was no general agreement of how to interpret those laws.” [58] Er kon dus hooguit worden aangevoerd, dat er geen overeenstemming was tussen diverse Mogendheden over luchtaanvallen tegen de achtergrond van het Landoorlogsreglement. Wel waren er pogingen ondernomen, het Landoorlogsreglement in zoverre ”up te daten” dat luchtaanvallen daar in zouden worden opgenomen. [59]
Maar juist het feit, dat dat niet is gebeurd, daarvan zouden die oorlogvoerende Mogendheden lustig misbruik maken, want volgens het positief recht [zoek maar op, noot 60] waren luchtaanvallen dus in stricte juridische zin niet verboden. [61] Hoe dan ook: tel uit je winst, voor de tol aan menselijke ellende, verpakt in juridische drogredenaties. Maar dat was nog wetgeving. Enger vind ik de rechtvaardigingen, die werden aangedragen voor massabombardementen op burgerdoelen
Wie wind zaait zal storm oogsten
“The Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind. ” [62]
Uitspraak gedaan door een van de architecten van de massabombardementen op Duitsland, Sir Arthur Harris [ook wel ”Bomber” Harris genoemd], een van de hoogste Britse militairen, die voor zijn bombardeer-rol in WO II ik weet niet hoeveel onderscheidingen heeft ontvangen. [over hem later meer]. [63]
Deze ”wie wind zaait zal storm oogsten” en ”zij zijn begonnen” argumentatie hoorde je algemeen, zowel bij politici als het gewone publiek. Begrijpelijk misschien, zeker van mensen, die persoonlijke verliezen hadden geleden, maar de redenatie “hij heeft gedood, dus nu mag ik ook”, leidt niet alleen tot een eindeloze geweldsspiraal, maar heeft zelden geleid tot een positieve voortgang in de menselijke geschiedenis, nog los van het feit, dat zeker in het politieke, niet zozeer de verantwoordelijken [hier de nazi-top] worden getroffen, maar doorgaans mensen, die er part noch deel aan hebben: onschuldige burgers.
Het moreel breken
We moeten niet uit het oog verliezen, dat het niet zogenaamde ”vergissingen” zijn [waarmee vooral de VS graag schermt, als ze in een of ander deel van de wereld weer eens met bombardementen burgerslachtoffers hebben gemaakt] [64], maar bewust geplande bombardementen op burgerdoelen. Dat maakt het, volgens het Landoorlogsreglement van toen [ondanks al het juridisch geneuzel hierover, zie hierboven] en het Internationaal Recht van nu, tot oorlogsmisdaden. [65] En dat het bewust gepland was, bleek niet alleen uit uitspraken zoals boven genoemd van Sir Arthur Harris [66], maar ook uit het feit, dat een van de doelen was: het breken van het moreel van de bevolking. [67] Dat was niet alleen een kwaadaardige redenering “de goeden moeten onder de kwaden leiden” tot duivelse hoogten verheven, het werkte niet, noch in het geval van de Britse burgerbevolking [die in the Blitz door nazi terreurbombardementen was geteisterd], noch bij de Duitse burgerbevolking. De Britse burgerbevolking werd steeds vastberadener, de Duitse burgerbevolking [tenslotte waren zij aan het verliezen] steeds vijandiger tegen de Geallieerden [68] en goed begrijpelijk ook, als je je naasten en vrienden verliest. En de hoop van de Geallieerden-een Duitse opstand tegen het nazi-regime, bleef uit. [69] Een nogal aparte redenering.Te denken, dat je, door zelf dood en verderf te zaaien – en daarmee de grenzen van de beschaving overschrijdt- verwacht, dat de door jou geterroriseerde bevolking in opstand komt tegen zijn eigen regime, hoe slecht dat ook is.Want wie bombardeerde ook alweer?
Het doet mij verdriet, dat Nazi-kopstuk minister van propaganda Goebbels een van de eersten was, die de strategische bombardementen [op Duitsland natuurlijk] “terreurbombardementen” noemde [waar de nazi’s zich dus zelf als eerste aan schuldig gemaakt hadden] [70], maar wat waar is is nu eenmaal waar: het waren terreurbombardementen, want de burgerbevolking werd meer dan geterroriseerd, fysiek en geestelijk, de Britse, de Duitse, de Japanse Italiaanse en anderen [71].
Het breken van de Duitse [oorlogs]industrie en economie
Het breken van het moreel was een ding, belangrijker was het vernietigen van de Duitse economie en vooral de [oorlogs]industrie. Ook dat verliep moeizamer dan door de Geallieerden gehoopt. Onderzoeken vertellen ons, dat pas in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog de dood en verderf-“strategische” bombardementen werkelijk schade gingen toebrengen aan de Duitse economie. [72] Maar waarom, als je de oorlog wil winnen, massaal viseren van burgerdoelen, soms ook dorpen? [73] Achterliggende gedachte was, dat wie de industrie wil vernietigen, fabrieken zal moeten bombarderen, en die liggen vaak in steden. Daarmee vernietig je niet alleen de economie [tenminste, dat was de gedachte], maar doodt en/of vermink je ook de arbeiders, die die economie dragen. Vooral arbeiders, die werkten in de militaire bewapeningsindustrie, werden gezien als ”militair actief”. [74] Arbeiders werden zo de vijand, burgers werden zo combattanten. [75]
En zo werd de grens van het Landoorlogsreglement verlegd, want door de arbeiders verantwoordelijk te stellen voor militaire handelingen, werden ze feitelijk “gestraft” voor Duitse oorlogshandelingen, wat in strijd is met het Landoorlogsreglement uit 1907. [76] Dus lang afgesloten voor de Tweede Wereldoorlog. Dit waren dus een aantal rechtvaardigingen voor de bombardementen, inferno’s, die over de Duitse steden en ook dorpen werden gelanceerd [77] tot vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen het aspect ”we willen de oorlog winnen”, geen enkele rol meer speelde. [78]
Bewust terroriseren van de Duitse bevolking
Ik had al het ondergraven van het moreel van de Duitse bevolking besproken. Een extra naar aspect van die strategische bombardementen was het bewust terroriseren van de Duitse bevolking en het verstoren van hun leven. [79] Pure terreur dus en ja, terreurbombardementen. [80]
To be fair: het is niet begonnen met een grootscheepse bommenregen op Duitse steden. Zoals we weten, startte de Luftwaffe de bombardementen op Britse burgerdoelen met hun Blitz, die ze uiteindelijk niet wonnen. [81] Aanvankelijk bombardeerde de RAF, de Britse Luchtmacht, voornamelijk militair strategische doelen [maar soms niet helemaal, zoals het Britse bombardement op fabrieken in Berlijn, september 1940] [82], maar veranderde dat gaandeweg, hoewel er voor 1942 geen Inferno-bombardementen op grote schaal waren, al waren al wel steden [maar dan vaak fabrieken en andere meer strategische locaties] Kop van Jut. [83] Maar dat zou radicaal veranderen. Dat had er onder andere mee te maken, dat die Britse bombardementen verre van precies waren, hoewel RAF piloten terugkwamen met verhalen, dat ze [al] hun doelen geraakt hadden. [84] Echter, na verificatie door het rapport Butt, dat in augustus 1941 naar buiten kwam, bleek, dat die verhalen van de piloten op zijn zachtst gezegd nogal overdreven waren en dat die bombardementen [toen nog voornamelijk op fabrieken etc, maar wel in steden] helemaal niet zo precies waren. [85]Slechts in een derde van de gevallen [misschien zelfs nog minder]werden de beoogde doelen ook daadwerkelijk werden geraakt. [86] En toen werd het tijd voor grover geschut.
In september 1941 kwam de Britse militaire staf met de volgende verklaring, die het begin van ”strategische bombardementen” inluidde. ”The ultimate aim of an attack on a town area is to break the morale of the population which occupies it. To ensure this, we must achieve two things: first, we must make the town physically uninhabitable and, secondly, we must make the people conscious of constant personal danger. The immediate aim, is therefore, twofold, namely, to produce (i) destruction and (ii) fear of death” [87] Bevolkingsterreur dus en wel heel ver afgedwaald van de principes van het toenmalige oorlogsrecht, dat Landoorlogsreglement. [88] Ook nogal sadistisch, dat “The immediate aim, is therefore, twofold, namely, to produce (i) destruction and (ii) fear of death”. [89]
De Britse as van het kwaad
De architecten achter de massale bombardementen op Duitse steden, vanaf 1942 tot aan het eind van de oorlog, toen de Geallieerde overwinning allang vaststond waren de Britse politicus en oorlogspremier Sir Winston Churchill, diens wetenschappelijke adviseur Frederick Lindemann en hoge Luchtmacht officier, Sir Arthur Harris, ook wel ”Bomber” Harris genoemd. [90]
Nou vind ik het altijd interessant om rond te kijken in de geesten en gedachtewereld van politici en militairen, die de meest vreselijke beslissingen nemen en verantwoordelijk zijn voor gruwelijkheden. Nu is dat bij de nazi’s niet zo moeilijk: hun duivelse wereldbeeld [91] getuigt daarvan. Maar ook bij twee van deze Geallieerde voormannen, ten onrechte gelauwerd, is de kwaadaardigheid terug te vinden, weliswaar niet in een officiële ideologie van rassenwaan, maar in opvattingen, die er naast gelegen hebben.
Winston Churchill
Zo zou Churchill zich in een geheim [maar uitgekomen] memo voorstander getoond hebben van het gebruik van chemische wapens op ”uncivilised tribes”. Ik citeer: “I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes. The moral effect should be so good that the loss of life should be reduced to a minimum. It is not necessary to use only the most deadly gasses: gasses can be used which cause great inconvenience and would spread a lively terror and yet would leave no serious permanent effects on most of those affected.”[92]
Het zou volgens onderzoek door The Guardian gegaan zijn om het gebruik van chemische wapens bij een opstand in India. [93] Ook zou hij wel wat gezien hebben in het gebruik van chemische wapens tegen de nieuwe Russische bolsjewistische regering [Churchill was toen staatssecretaris van oorlog/Defensie, het was 1919]. [94]Sterker nog: Het is gebeurd: een serie lucht gasaanvallen, eerst in augustus 1919 op het Russische dorp Emtsa, in september gevolgd door aanvallen op de dorpen Chunova, Vikhtova, Pocha, Chorga, Tavoigor and Zapolki. Maar – en dat is maar goed ook – de aanvallen waren niet zo effectief als door Churchill gehoopt, dus werd er in september mee gestopt. [95]
Daar stopte zijn ziekelijke fascinatie met chemische wapens niet mee.Later [tijdens WOII] zou Churchill hebben opgemerkt:
”1. I want you to think very seriously over this question of poison gas. I would not use it unless it could be shown either that (a) it was life or death for us, or (b) that it would shorten the war by a year.
2. It is absurd to consider morality on this topic when everybody used it in the last war without a word of complaint from the moralists or the Church. On the other hand, in the last war bombing of open cities was regarded as forbidden. Now everybody does it as a matter of course. It is simply a question of fashion changing as she does between long and short skirts for women.
….
” 7. I quite agree that it may be several weeks or even months before I shall ask you to drench Germany with poison gas, and if we do it, let us do it one hundred per cent. In the meanwhile, I want the matter studied in cold blood by sensible people and not by that particular set of psalm-singing uniformed defeatists which one runs across now here now there. Pray address yourself to this. It is a big thing and can only be discarded for a big reason. I shall of course have to square Uncle Joe and the President; but you need not bring this into your calculations at the present time. Just try to find out what it is like on its merits.” [96]
Tsja, een Vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken! [97]
Frederick Alexander Lindemann
Interessant is ook een inkijkje in de geest en het wereldbeeld van Frederick Lindemann, wetenschappelijk adviseur van Winston Churchill en bedenker van het huiveringwekkende ”dehousing paper”, wat grofweg neerkomt op het dakloos maken van mensen om zo het moreel te breken. [98] Dit opmerkelijke bedenksel is niet uit de lucht gegrepen, maar hangt natuurlijk samen met de manier waarop de man dacht. Op Wikipedia lezen we over hem, dat hij een voorstander was van eugenetica, wat neerkomt op het verbeteren van de genetische eigenschappen van de menselijke bevolking, wordt ook wel ”rasverbetering” genoemd. [99] ”Selectie” speelt daarbij een rol, vaak het laten trouwen [of zich vermengen” van de ”intelligentste mensen, die dan een soort elite gaan vormen, die de rest bestuurt, wat tenminste de gedachte van deze Frederick Lindemann was, waarbij die intelligentsia ook nog werd aangeduid met [citeer weer Wikipedia] ”supermen” en de ”onderdanen” met ”heloten” [Opmerking Astrid Essed, slaven bij de Spartanen in de klassieke Oudheid]. [100] Dat onder dat ”intelligent zijn”, blanken wordt verstaan, ligt voor de ondersteuners van een dergelijk wereldbeeld wel vast.Verder lees ik over deze Lindemann op Wikipedia” Lindemann supported eugenics and held the working class, homosexuals, and blacks in contempt and supported sterilisation of the mentally incompetent” [101] Een portie engheid bij elkaar. En komt dat niet heel dichtbij het nazi ideaal? [102] Geen wonder, zo lijkt mij, dat zo’n man geen moeite had met het platbombarderen van een land. Een apart feit is nog, dat Lindemann de zoon was van een geboren Duitse vader, en dat hij er toch geen been in zag, bombardementen op Duitsland uit te voeren…[103]
Sir Arthur [Bomber] Harris
Toen Arthur Harris op een dag in de oorlog door de politie werd aangehouden, omdat hij veel te hard reed, zei de agent tegen hem: ”Meneer, u had wel iemand dood kunnen rijden.” Harris volstond met het antwoord.”Jonge man, ik breng iedere nacht duizenden mensen om het leven” ‘[104]
Naast Sir Winston Churchill, met zijn obsessie met het gebruik van [gas] chemische wapens en Frederick Lindemann met zijn racistische eugenetica ”wereldbeeld” en zijn ”Ubermensch”-”Untermensch” fascinaties [105] was Arthur ”Bomber” Harris vooral de militaire houwdegen met een koloniale achtergrond [106], die – met volledige eigen instemming – deed wat hem gezegd werd en het bombardeerdoel met enthousiasme uitvoerde.
Hij was de ”They began it”-advocaat, die van mening was dat [ik citeer de man opnieuw]:
‘The Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind.”[107]
Met een dergelijk drietal aan het roer was de stap naar massabombardementen zo gezet.
Het inferno sloeg toe
”De Hemel stond in brand”, zo luidt titel van een boek over de bombardementen op Duitsland. [108] Zo ongeveer moeten de inwoners van de getroffen steden het ervaren hebben. ‘s Nachts, de lucht helverlicht. Het Inferno sloeg toe. Hoe kwam het zover? Hoe ging het in zijn werk.
Het Butt-rapport, dat het gebrek aan precisie en effectiviteit van de eerdere bombardementen op Duitsland beschreef, noemde ik al. [109] Naar aanleiding daarvan publiceerde genoemd lid van de “as van kwaad”, Frederick Lindemann, het dehousing paper, dat onverbloemd koos voor strategisch bombarderen en dan vooral het bombarderen en dakloos maken van de burgerbevolking om het moreel te breken. [110]
De vernietigingsronde van de Duitse steden waarbij sprake was van bewust strategisch bombarderen, oftewel ”area bomber directive” [zo heette de nieuwe richtlijn voor bombarderen vanaf 1942] [111] was verschrikkelijk in aantal, bombardementen en effect en heeft geduurd van 1942 tot vlak voor het einde van de oorlog, toen het geen enkel echt of vermeend militair doel meer diende. Zowel door Britten als Amerikanen is “naar hartelust” gebombardeerd en dit zeg ik met opzet, gezien het grote enthousiasme bij lieden als Arthur Harris en Lindemann. [112] Want believe it or not: zelfs superhavik Churchill heeft een moment van gewetensconflict gehad, toen hij de films met gebombardeerde Duitse steden zag [al wist hij, wat hij aanrichtte]. Volgens een aantal bronnen, ik noem hier een, zou hij hebben uitgeroepen “Zijn we soms beesten? Gaan we niet te ver?” [113]Nu,Een van de weinige dingen, die ik van harte met Churchill eens ben.
Vuurstormen boven Duitse steden
De eerste massale strategische bomaanval nieuwe stijl, 1942, ook wel “tapijtbombardement” genoemd [114] vond plaats boven de Duitse stad Lubeck op 29 maart 1942, gevolgd door diverse bombardementen op het Ruhrgebied [industrie, weet u nog?]. [115]Daarna ging het maar door en door: Keulen volgde in mei en deze aanval werd genoemd “Operation Milennium” [116], omdat de stad door 1000 bommenwerpers werd aangevallen. [117] Het aantal doden was, hoewel ieder mensenleven telt, toen nog relatief laag: minder dan 500. [118] Mag ik, cynisch, opmerken, dat de bommengooiers er nog ”in” moesten komen? Want later zou het dodental aanzienlijk hoger liggen. In totaal zou Keulen tijdens de oorlog maar liefst 262 keer worden gebombardeerd, waarbij 20 000 mensen om het leven kwamen. [119] Het Churchill, Lindemann, Harris trio ging grondig te werk.Om er nog een ”betere” voorstelling van te maken, het ging hier om brandbommen [120], vandaar dat ik het had over ”vuurstormen”. Trouwens, die term ”vuurstorm” , is ook de titel van hoofdstuk 3 van de artikelen reeks ”De Hemel stond in brand” over de Geallieerde bombardementen op Nazi Duitsland. [121]
Ook de Amerikanen lieten zich niet onbetuigd. Zij deelden verantwoordelijkheid voor deze bombardementen des doods,want op de conferentie van Casablanca [begin 1943] besloten de Verenigde Staten en Groot-Brittannië tot een gecombineerd bombardementsoffensief tegen Duitsland. [122]
Dat waren trouwens niet de enige Amerikaanse oorlogsmisdaden. Bekend zijn de atoom bombardementen op Hiroshima en Nagasaki [123], maar ook in Azië, in de oorlog tegen Nazi Duitsland’s bondgenoot Japan [124], gingen de Amerikanen behoorlijk tekeer. Zo kwamen bij bombardementen op Tokio, in 1945, 100.000 mensen om het leven. [125] En als we Wikipedia mogen geloven, werden er tegen Japan voor het eerst napalmbommen gebruikt. [126] Houten huizen, extreem brandbaar. [127]Tel uit je winst. Het Gezicht van het Kwaad, met als Masker de ”Goede” Geallieerde bondgenoot… Een andere Geallieerde Macht, die in dit rijtje genoemd moet worden is Sovjet-Rusland, bondgenoot van Groot-Brittannië en de VS geworden vanaf het moment, dat Hitler ”Operatie Barbarossa” in Rusland lanceerde [128] en daarmee het gesloten Niet Aanvalsverdrag verbrak. [129]. Ook die ”Goede” Geallieerde bondgenoot heeft behoorlijk huisgehouden bij de verovering van Duitsland, waarbij ik vooral de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen en meisjes noem. [130] En dit als herinnering: voorafgaande daaraan heeft Nazi Duitsland bij de poging, Sovjet Rusland te veroveren, huiveringwekkende oorlogsmisdaden begaan, met name massale moordpartijen op Russische Joden. [131]
Terug naar de bombardementen op Duitsland.
In dit hele Verhaal mogen we ook vermelden [eerder reeds the Blitz genoemd] [132], de op Groot-Brittannië gerichte Duitse V-bommen, die in 1944 en 1945 werden afgevuurd. [133] Ook al waren ze weinig precies [gelukkig maar], er waren toch 8000 burgerslachtoffers te betreuren. [134]
De menselijke tol
Ik heb het reeds gezegd, maar herhaal het om het goed tot de lezer te laten doordringen:Bij de zogenaamde ”strategische bombardementen” [135] door Groot-Brittannië en de Verenigde Staten zijn er om en nabij 410 000 Duitse burgers om het leven gekomen, onder wie 75 000 kinderen, jonger dan 14 jaar. [136] In de periode tussen juli 1944 tot januari 1945 was dat een maandelijks gemiddelde van 13.536 mensen. In Hamburg alleen al werden er 49.000 burgers gedood, in Berlijn ongeveer 35.000. [137] Bij het omstreden bombardement op Dresden in februari 1945 [138] [het was toen dus al meer dan duidelijk, dat Duitsland de oorlog had verloren], kwamen meer dan 20.000 burgers om het leven. Gestikt in hun schuilplaatsen of levend verbrand, zoals zovele anderen. [139] Het was, zoals zoveel bombardementen in de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog, een gezamenlijke Brits-Amerikaanse militaire operatie. [140] En dit was de “Westerse Beschaving?”.
Wie dacht, dat alleen Duitse steden als Berlijn, Hamburg, Dresden en andere werden getapijtbombardeerd door de Britten en hun Amerikaanse bondgenoten, vergist zich deerlijk. Ook middelgrote steden en dorpen werden bijna-vernietigd. Zo verloor een middelgrote stad als Nordhausen 20 procent [eenvijfde dus] van haar bevolking in EEN luchtaanval in mei 1945. [142] Waarom? Duitsland stond toch al op het punt van capitulatie? Een kleine stad als Pforztheim verloor 22 procent van de bevolking. [143] Ontelbare steden, middelgrote steden en dorpen vielen ten prooi aan de zucht tot destructie van de RAF [Britse Luchtmacht] en de USAAF [Luchtmacht van de Verenigde Staten. Onder hen: Karlsruhe, Stuttgart, Essen, Bremen, Wilhelmshaven, Emden, Duisburg, Hamburg, Saarbrucken, Düsseldorf, Osnabrück, Mainz, Lübeck, Münster, Kassel, Cologne, Schweinfurt, Jena, Darmstadt, Krefeld, Leipzig, Dresden, Brunswick, Munich, Magdeburg, Aschersleben, Halberstadt, Chemnitz, Halle, Plauen, Dessau, Potsdam, Erfurt, but also towns like Cailsheim, Freudenstadt and Hildesheim. [144] Het aantal daklozen, mensen, die huis en haard verloren, waren dan ook talrijk. In de nachtelijke [de Engelen des Doods kwamen in de nacht, als sluipmoordenaars] luchtaanval van 8 op 9 oktober 1943 verloren in Hannover 250.000 mensen huis en haard, in diezelfde periode telde Berlijn 400.000 daklozen, en in maart 1944 anderhalf miljoen. [145]
Die Westerse Beschaving…….
Bisschop George Bell
Barbaars, die luchtaanvallen op onbeschermde burgers, die zelfs tot mei 1945 doorgingen! [146] Maar waren er in Groot-Brittannië dan geen tegenstanders van deze tapijtbombardementen, die zovele ontelbare slachtoffers maakten? Ja, die waren er wel degelijk! Een felle tegenstander was de Anglicaanse bisschop George Bell, tevens lid van het Hogerhuis, die van meet af aan met regelmaat en fel fulmineerde tegen de tapijtbombardementen. [147] Bell kreeg geen steun van de andere Anglicaanse bisschoppen [148], die de Boodschap van het Christendom kennelijk minder goed begrepen hadden. [149] En was dapper genoeg om de zogenaamde ”Westerse Beschaving” aan de orde te stellen.
Zo eiste hij [tevergeefs] in 1944 van de andere leden van het Hogerhuis, geen support meer te geven aan de tapijtbombardementen op Duitse steden, waarbij hij o.a. opmerkte: “How can the War Cabinet fail to see that this progressive devastation of cities is threatening the roots of civilization?” [150] En hij was niet de enige! Ook Richard Stokes en Alfred Salter, Labour leden van het Lagerhuis, lieten zich niet onbetuigd in hun kritiek op die tapijtbombardementen. [151]A few good men…
Getuigen van de hel
We naderen het einde van dit verhaalTenslotte nog aan het woord enkele getuigen van de Hel van de bombardenten boven Duitsland:
BOMBARDEMENT OP HAMBURG, JULI 1943
GETUIGE GRETL BUTTNER”Kinderen doolden rond en riepen om hun verbrande ouders. Moeders zaten als versteend langs de kant van de straat te wachten tot iemand hun zoon of dochter zou brengen. Nog weken na de ergste van alle aanvallen liepen ze rond en zochten, hoopten en zochten – en ze leken versteend.” [152]
BOMBARDEMENT OP HAMBURG, JULI 1943
GETUIGE ILSE SCHLAPPHOF
”Voor me liep iemand, die plotseling voorover viel.Toen ik bij haar kwam, zag ik alleen nog maar vlammen, een vuurmassa. Voorop zag ik twee mensen, die verkrampt van pijn op het trottoir zaten. De volgende ochtend zaten ze er nog. Maar ze waren inmiddels dood en een derde kleiner. Zoiets vergeet je nooit.” [153]
BOMBARDEMENT OP HAMBURG, JULI 1943
GETUIGE KATHE PETERSEN
”Alleen de vlammen laaiden op. Midden in de duisternis zag ik heel even de zon.Het zag eruit als een sinaasappel. Daaruit maakte ik op, dat het dag was geworden.” [154]
Epiloog
Het is gedaan met het horrorverhaal over de Geallieerde bombardementen op Duitse steden, waarbij bijna een half miljoen burgers zijn gestikt in schuilkelders of levend verbrand door vuurbombardementen [155], waarin ik een van de Gezichten van het Kwaad heb laten zien. Hoe de ”Goede Kant” Slechte Dingen deed.Ik zag het als mijn Taak, omdat deze Geallieerde oorlogsmisdaden nog steeds onbespreekbaar zijn of worden gebagatelliseerd. [156]
Juist in dit Jaar, dat 75 Jaar Bevrijding wordt herdacht en gevierd, moet er ook aandacht zijn voor al die gedode Duitse burgerslachtoffers, al die tallozen, die dakloos gemaakt zijn, gewond, ontheemd. Aandacht voor de weinige Britse Helden, die protesteerden tegen deze Bombardementen des Doods. [157] Aandacht ook voor de etnische zuiveringen tegen Duitse burgers na de Tweede Wereldoorlog. [158] Want het moedwillig doden van weerloze burgers is slecht, aan welke kant van de strijd ook en op welke wijze ook vergoelijkt.
Laat dit artikel een Wake Up Call zijn: Ik eindig, niet met mijn woorden, maar met het Slot van een artikel uit Trouw, dat het beste weergeeft, hoe ik erin sta: ”Als de Duitsers, met hun barbaarse oorlogsverleden, verkiezen te zwijgen, dan is dat voor alle anderen reden te meer om de scheefhangende geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog eindelijk eens recht te trekken. Indien geen morele opdracht, dan toch een zaak van wetenschappelijke integriteit. [159] Vanuit die intentie is dit artikel geschreven. WRONG IS WRONGVoor de volledige tekst van dit artikel en voetnoten, zie:
Reacties uitgeschakeld voor Astrid Essed op Uitpers/”Vergeet Geallieerde oorlogsmisdaden tegen Duitsers niet”
DE BRITSE AS VAN HET KWAAD, SIR WINSTON CHURCHILL, FREDERICK LINDEMANN EN ARTHUR HARRIS, DE MANNEN ACHTER DE MASSALE BOMBARDEMENTEN OP DUITSE STEDEN
Zittend: president Roosevelt, eerste minister Churchill. Staand eerste rij, links naar rechts: generaal Arnold, admiraal King, generaal Marshall, admiraal Pound, luchtmaarschalk Portal, generaal Alan Brooke, veldmaarschalk Dill en admiraal Mountbatten.
Zittend: president Roosevelt, eerste minister Churchill. Staand eerste rij, links naar rechts: generaal Arnold, admiraal King, generaal Marshall, admiraal Pound, luchtmaarschalk Portal, generaal Alan Brooke, veldmaarschalk Dill en admiraal Mountbatten.
TWEE VAN DE ”GROTE DRIE” [CHURCHILL, STALIN, ROOSEVELT] AANWEZIG, PREMIER CHURCHILL EN PRESIDENT ROOSEVELT CONFERENTIE VAN CASABLANCA, WAAR WERD BESLOTEN TOT EEN GECOMBINEERD'[MET ALS DEELNEMERS GROOT-BRITANNIE EN DE VERENIGDE STATEN] LUCHTOFFENSIEF TEGEN DUITSLAND [MET INZET: HET VERNIETIGEN VA NDE DUITSE OORLOGSINDUSTRIE] https://nl.wikipedia.org/wiki/Conferentie_van_Casablanca#De_besluiten
Over de vergeten Duitse burgerslachtoffers van Geallieerde bombardementen/Tijd om ze een plek te geven Gedaan door Astrid Essed, Wreker van het Onrecht, die zaken aan de orde stelt waarover anderen zwijgen……
[IN NEDERLANDS] ”Het is verboden steden, dorpen, woningen of gebouwen, die niet verdedigd worden, met welke middelen ook aan te vallen of te bombardeeren.” ARTIKEL 25, LANDOORLOGSREGLEMENT https://wetten.overheid.nl/BWBV0006273/1910-01-26#VertalingNL_VDRTKS1384534 GETUIGE GRETL BUTTNER ”Kinderen doolden rond en riepen om hun verbrande ouders. Moeders zaten als versteend langs de kant van de straat te wachten tot iemand hun zoon of dochter zou brengen. Nog weken na de ergste van alle aanvallen liepen ze rond en zochten, hoopten en zochten-en ze leken versteend.’ Bladzijde 70, boek ”De Hemel stond in brand” /De Geallieerde bombardementen op Nazi-Duitsland
GETUIGE ILSE SCHLAPPHOF ”Voor me liep iemand, die plotseling voorover viel.Toen ik bij haar kwam, zag ik alleen nog maar vlammen, een vuurmassa. Voorop zag ik twee mensen, die verkrampt van pijn op het trottoir zaten. De volgende ochtend zaten ze er nog. Maar ze waren inmiddels dood en een derde kleiner. Zoiets vergeet je nooit.” Bladzijde 71, boek ”De Hemel stond in brand” /De Geallieerde bombardementen op Nazi-Duitsland
HOOFDSTUKKEN INLEIDING I BOMBARDEMENTEN OP BURGERDOELEN/DOOD EN VERDERF II VOORSPEL/BOMBARDEMENT OP GUERNICA III TWEEDE WERELDOORLOG/DE OORLOGSVERKLARING IV BEZETTING/HET BEGIN V DE LUCHTBOMBARDEMENTEN THE BATTLE OF BRITAIN [SLAG OM ENGELAND THE BLITZ VI DE EERSTE HELLONDEN EN DIE ANDERE STEDENONDER DEKKING VAN DE NACHTDE FASE VAN DE TERREURBOMBARDEMENTEN
VII NA DE BLITZ DE TWEEDE HELDE BOMBARDEMENTEN OP DUITSLAND
VIII RECHTVAARDIGINGEN BOMBARDEMENTEN OP DUITSLAND IX
GEALLIEERDE BOMBARDEMENTEN OP DUITSLAND/HOE HET BEGON
X BRITSE AS VAN HET KWAAD/SIR WINSTON CHURCHILL, FREDERICK ALEXANDER LINDEMANN, SIR ARTHUR [BOMBER] HARRIS
XI DOOD UIT DE LUCHTBOMBARDEMENTEN, BOMBARDEMENTEN, BOMBARDEMENTEN
XII GETUIGEN VAN DE HEL
NASPEL/EPILOOG INLEIDING
Dit wordt een Verhaal over hoe de ”goede kant van de Geschiedenis” [1] [niet te verwarren met ”goede mensen of leiders” ] slechte dingen deed.Dit Verhaal pretendeert niet een volledig overzicht te geven van alle ”slechte dingen” van de ”goede kant van de geschiedenis”, wel een aantal van de belangrijkste gebeurtenissen te noemen. Want het is een vaker geuite misvatting van mensen, dat wie ”aan de goede kant” staat, geen misdadiger kan zijn.Om een voorbeeld te geven:In het Midden-Oostenconflict zie ik dat ook vaak met vrienden, die-terecht-gekant zijn tegen de Israelische bezetting en kolonisatie van Palestina, dat het ze moeilijk valt, kritiek te verdragen op Palestijnen of hun organisaties, wanneer ze het Oorlogsrecht schenden. [2]Dat is menselijk, niet iets slechts te willen horen van mensen of groepen, die je sympathiek vindt of die de juiste strijd hebben gestreden.Toch is het, in het belang van Recht in de Geschiedenis, ieder Onrecht te blijven benoemen, van welke kant het ook komt.En daarom ook schrijf ik dit stuk. Om, 75 jaar na de Bevrijding van de wereld van het Nazi-Beest [3], recht te doen aan de Duitse burgerslachtoffers van Geallieerd Onrecht.Waarom sta ik speciaal stil bij Duitse slachtoffers? Omdat, voor zover ik gelezen heb en kan constateren, ieder zinnig mens er het echt wel over eens is, dat de Amerikaans-Geallieerde atoombombardementen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki, waarbij meer dan een kwart miljoen mensen om het leven kwamen [4] oorlogsmisdaden, ja, misdaden tegen de menselijkheid waren. [5]En wie dat niet vindt, is onverbeterlijk en toch niet meer te bereiken en staat aan het ongelijk van de Geschiedenis.En dan wil ik direct een wijdverbreid misverstand rechtzetten:Topnatuurkundige en genie dr Albert Einstein heeft NIET meegewerkt aan het Manhatten Project, dat de atoombom ontwikkeld heeft.Zijn enige ”participatie” bestond uit een brief aan president Roosevelt uit 1939, waarbij hij ervoor waarschuwde, dat Nazi Duitsland waarschijnlijk een buitengewoon krachtige bom aan het ontwikkelen was en wilde Roosevelt ertoe aanzetten, dit eveneens te doen, uit angst dat de nazi’s de wereld voor zouden zijn.Later-na de Hiroshima en Nagasaki ramp, merkte Einsteinin 1947 tijdens een interview in Newsweek op”“Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb, I never would have lifted a finger” [6]
I
BOMBARDEMENTEN OP BURGERDOELEN/DOOD EN VERDERF
Ik citeer het Haags Verdrag [Landoorlogsreglement] uit 1907, waarmee ik dit artikel begonnen ben: ” The attack or bombardlment, by whatever means, of towns, villages, dwellings, or buildings which are undefended is prohibited.” THE HAGUE CONVENTION 1907LAWS AND CUSTOMS OF WAR ON LANDARTICLE 25 https://www.loc.gov/law/help/us-treaties/bevans/m-ust000001-0631.pdf
[IN NEDERLANDS] ”Het is verboden steden, dorpen, woningen of gebouwen, die niet verdedigd worden, met welke middelen ook aan te vallen of te bombardeeren.” ARTIKEL 25, LANDOORLOGSREGLEMENT https://wetten.overheid.nl/BWBV0006273/1910-01-26#VertalingNL_VDRTKS1384534 De tekst is voor een goed lezer/verstaander- duidelijk: Het is verboden steden, dorpen, woningen of gebouwen, die niet verdedigd worden, met welke middelen ook aan te vallen of te bombardeeren [7]En verboden is verboden, dat lijkt mij duidelijk Doe je het toch, aan welke kant van de geschiedenis ook, dan bega je een oorlogsmisdaad.Duidelijke taal toch, voor u en voor mij? Toch sta je ervan te kijken welke redenen politieke gangsters aanvoeren om in hun geval toch trachten aan te tonen, dat het gelegitimeerd was, dat het niet anders kon, dat zelfs de slachtoffers wellicht misdadigers waren, wie het eerst begonnen was, wie……En ga zo maar door.Dergelijke zieke en gemankeerde redenaties zijn van alle eeuwen en alle tijden, maar er zijn tijden geweest, dat er nog geen Verdragen waren en dat het-behalve dan voor het religieuze, morele of filosofische Geweten-gerechtvaardigd leek, alles te doen om jouw kant van de Macht, Overwinning, Ego’s etc, veilig te stellen, zonder zichtbare consequenties. Maar du moment, dat je zelf Verdragen gaat sluiten om dergelijk gedrag aan banden te leggen en vervolgens ingaat tegen de Verdragen, die je zelf met een Handtekening plechtig hebt ondertekend [8], wordt het een ander Verhaal. Voordat we daaraan toekomen, eerst een Tijdlijn, zo volledig als mij bekend.Ik begin bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en zal mij concentreren op de Bommenoorlog in Europa, met als uitzondering op de prelude daarvan, dat eerste Fatale luchtbombardement op burgers in Europa. [9]In het Midden-Oosten hadden de Britten in 1920 als Luchtschurken al het voortouw genomen door bij een opstand in 1920 Iraakse steden en dorpen te bombarderen [10], Dit valt weliswaar buiten het bestek van dit artikel, maar is de moeite van het benoemen waard, omdat het volgens mij bij weinig mensen bekend is. II
VOORSPELBOMBARDEMENT OP GUERNICA Tijdens de Spaanse Burgeroorlog, uitgevochten tussen de linkse Republiekeinse regering en de fascisten van commandant en latere dictator Francisco Franco, werd de binnenstad van de Baskische stad Guernica in 1937 door de Duitse Luftwaffe [Nazi Duitsland stond, hoe kan het ook anders, aan de kant van Franco] platgebombardeerd. [11]Het eerste luchtbombardement in Europa, waarbij dan ook direct burgers Kop van Jut waren, Er vielen tussen de 300 tot 800 doden en was de inspiratie voor de Spaanse schilder Picasso, om het bombardement ”Guernica” te schilderen, als een aanklacht tegen deze misdadig laffe aanval op burgers. [12]Wat Luchtschurken betreft wil ik trouwens nog vermelden, dat behalve de Britten tijdens de Grote Iraakse Opstand [13], de Italianen er ook wat van konden.Niet alleen voerden ze bij hun militaire aanvallen op Ethiopie in 1935-1936 [toen ook wel Abbessinie genoemd] bombardementen uit op burgerdoelen [14], zij waren ook niet vies van het gebruik van chemische wapens, zoals mosterdgas.[15]Allemaal preludes tot een nog vuilere oorlog, de Tweede Wereldoorlog!
III
TWEEDE WERELDOORLOGDE OORLOGSVERKLARING[Om de bombardementen op burgerdoelen in het juiste licht te plaatsen ontkom je niet aan een stuk chronoligische militaire en politieke achtergrondgeschiedenisZie hieronder]
Het begon met een oorlogsverklaring, vreemd genoeg NIET van Nazi Duitsland, maar van de Geallieerden, Groot-Brfitannie en Frankrijk.Dit naar aanleiding van het 30er jaren oorlogsgestook van Hitler en co, uitmondend in een waanzinnige veroveringsdrang van grote delen van Europa [16] en nu dus de inval in Polen op 1 september 1939. [17] En toen brak de Hel los, tenminste voor de Europese landen.Voor de Joden, een van de belangrijkste zondebokken van de Nazi rassenwaan [18] was de Hel natuurlijk al sinds de vestiging van het Nazi Rijk uitgebroken, met steeds toenemende terreur, ontmenselijking en misdadige vervolgingen. [19]En laten we eerlijk zijn, ook de Westerse mogendheden speelden hierin een vuile rol.In de loop van de Dertiger Jaren wilden steeds minder landen Joodse vluchtelingen opnemen, totdat de grenzen helemaal dichtgingen, juist op het moment, dat de Joden vluchtroutes het hardste nodig hadden. [20]Over ”de goede kant van de geschiedenis” gesproken….. Interessant is trouwens, dat dictaturen Spanje en Portugal, bondgenoten [vooral Spanje] van Nazi Duitsland, naast Turkije, veel coulanter waren bij de toelating van Joodse vluchtelingen. [21], zoals ook een aantal Zuid Amerikaanse landen, hoewel deze laatsten in de loop van de dertiger jaren stenger werden. [22]
IV
BEZETTING/HET BEGIN
Na het jarenlange oorlogsgestook van Hitler en co met hun ”proefbombardement” op Guernica [23] en in hun kielzog de daden van agressie en misdaden van bondgenoten Italie van Mussolini en Keizerrijk Japan, met zijn drieen de AS Mogendheden genoemd [24], brak dan de Tweede Wereldoorlog uit.Nazi Duitsland viel op 1 september 1939 Polen binnen, Groot Britannie antwoordde met een ultimatum aan Nazi Duitsland, de troepen terug te trekken, gebeurde niet, en overeenkomstig met een eerder gedane belofte, verklaarde dit land Nazi Duitsland op 3 september de oorlog, evenals Frankrijk. [25] In snel tempo werd hierop Polen bezet [Oost-Polen door Sovjet Rusland, dat in augustus 1939 met Nazi Duitsland het non agressiepact, het Molotov Ribbentrop pact gesloten had] [26], in 1940 volgden de Duitse bezettingen van Denemarken, Noorwegen, Frankrijk, Belgie, Nederland en Luxemburg [27] VDE LUCHTBOMBARDEMENTEN
THE BATTLE OF BRITAIN [SLAG OM ENGELAND]
Toen de Nazi’s hun Westerse bezettingsronde hadden gedaan, kwam het Vervolg:Het doel van Nazi Duitsland was, uiteraard, verovering en onderwerping en aangezien Groot-Britannie na de snelle bezettingen van de West en Noord Europese landen de enige tegenstrever was, richtte Hitler zijn pijlen nu op dat land.Verovering of overgave, dat werd het doel.Daarom had Hitler het voornemen tot een invasie van Groot-Britannie, Unternehmen Seelöwe (Operatie Zeeleeuw) [28], maar wilde die effectief zijn, was het zaak, eerst de Britse Luchtmacht [RAF] uit te schakelen.Dus daarom:The Battle of BritainThe Battle of Britain [29] of te wel de luchtstrijd tussen Groot-Britannie[met als luchtmacht de RAF] en Nazi Duitsland [met als luchtmacht de Luftwaffe], die uitmondde in the Blitz [30], was voor beide partijen erop of eronder.Want wie die luchtstrijd won, bepaalde-zo weten we achteraf- het begin van het einde van de oorlog.Had Nazi Duitsland gewonnen, was de ramp lastiger te overzien:Want de Sovjet Unie, door het niet aanvalsverdrag met Nazi Duitsland, het Molotov Ribbentrop pact [31] nog ”neutraal” tegenover de Geallieerden, zou door Operatie Barbarossa [de Nazi aanval op Rusland] in juni 1941 in het kamp van de Geallieerden komen [32], en de VS in december 1941 [33], maar de VS was vooral in Azie met Japan in gevecht, al steunde het Engeland militair en zou het een van de leading Forces zijn bij de inval in Normandie op 6 juni 1944 [D Day] [34]En even tussendoor:Niet alleen in hindsight [35], ook op het moment zelf:Het was oliedom van Hitler en co-gelukkig maar!-om de Sovjet Unie in juni 1941 binnen te vallen, een maand nadat zij de Battle of Britain hadden verloren! [vertaald: het was de Luftwaffe niet gelukt, de Britse Luchtmacht RAF te vernietigen] [36]Zo brachten de Nazi Powers niet alleen de machtige Sovjet-Unie in het kamp van de Geallieerden, maar creeerdne zo een Tweede Front! [37]En dan heb ik het nog niet eens over de strijd tussen de Gealleerde deels [koloniale] Mogendheden en Nazi Duitsland in Noord Afrika gehad! [38]
Goed, deze Battle of Britain, waarin de Britse Luchtmacht RAF Groot-Britannie verdedigde tegen de Duitse militaire aanvallen door de Luftwaffe, duurde van 10 juli 1940 tot 31 october 1940 [39] En natuurlijk staat die Battle of Britain niet los van The Blitz, de reeks Luftwaffe bombardementen, eerst op Britse militaire doelen en later op Britse burgerdoelen-Britse steden [van september 1940 tot mei 1941] [40] en was de Battle of Britain [Slag om Engeland] pas beeindigd toen The Blitz, die reeks bombardementen op Britse steden, definitief was verloren door Nazi-Duitsland. [41]
THE BLITZ
Het mag niet:Het bombarderen van burgerdoelen en/of burgers, ook niet in de duistere Dagen van de Tweede Wereldoorlog:Daarover is het Landoorlogsreglement, reeds daterend uit het begin van de twintigste eeuw duidelijk over [42] al trachtte men dat in de Tweede Wereldoorlog te omzeilen met gevaarlijke drog en onzinredeneringen [daarover straks] GOED, OF LIEVER GEZEGD, SLECHT: Het begon niet met bombardementen op steden en andere burgerdoelenIn het begin richtte de Luftwaffe zich, na een land en zeeblokkade op Groot-Britannie te hebben ingesteld, zich op [daglicht] bombardementen op militaire doelen:zoals RAF vliegtuigen en -en dat is weer een grensgeval, want daar werkten ook burgers- RAF fabrieken.Ook kwamen scheepsconvooien aan de beurt, maar ook op de havensteden . Plymouth en Southampton en ja, dat waren burgerdoelen[43]Toch waren de Luftwaffe aanvallen nog voornamelijk gericht op Britse strategische doelen, maar toen hun acties niet het door de nazi’s gewenste effect hadden [ze konden het niet winnen], ja toen werd het kwaadaardiger.
VI DE EERSTE HELLONDEN EN DIE ANDERE STEDENONDER DEKKING VAN DE NACHTDE FASE VAN DE TERREURBOMBARDEMENTEN November 1940-februari 1941Onder dekking van de nacht begon de Luftwaffe nu een grootscheepse bombardeercampagne op Britse steden, waarbij Londen, in Unternehmen Loge), de codename voor Londen, de aftrap had.Om een indruk te krijgen:In de periode van The Blitz werd Londen niet minder dan 57 nachten op rij gebombardeerd [44]Ook andere steden waren Kop van Jut, zoals havensteden Liverpool en Hull en Cardiff, Portsmouth, Southampton en Swansea.Alsook industriesteden Birmingham, Belfast [Noord-Ierland, dus het door Groot Britannie gekoloniseerd gehouden deel van Ierland], Coventry, Glasgow, Manchester en Sheffield. [45]In totaal kwamen bij die bombardementen meer dan 40 000 burgers om, van wie de helft in hoofdstad Londen en raakten er nog eens 139.000 gewond.Ook werden er meer dan een miljoen huizen vernietigd of zwaar beschadigd. [46]Menselijke ellende in minder dan veertig woorden ……. Terreurbombardementen [47], ik schreef het al: ware woordenWant was de bedoeling niet, naast de vernietiging van leger en economie, , het moraal zodanig te breken, dat de vrijheids en verzetsgeest zou verdwijnen. [48]Lekker niet gelukt! [49]Ik ben bepaald geen fan van aartskolonialist, Luchtschurk en misdadiger Sir Winston Churchill [50], maar toch onder de indruk van zijn op 4 juni 1940 gehouden speech, bekend geworden als ”We shall fight on the beaches” [51]Ik citeer hieruit het voor mij mooiste:”We shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender [52] Van Churchill mag je zeggen wat je wil: en ik heb wel het een en ander over hem te zeggen- maar zulke redevoeringen doen het goed voor het moreel en hebben zeker geholpen, het ”erop of eronder” gevoel kracht bij te zetten VII
NA DE BLITZDE TWEEDE HELDE BOMBARDEMENTEN OP DUITSLAND
”Het is verboden steden, dorpen, woningen of gebouwen, die niet verdedigd worden, met welke middelen ook aan te vallen of te bombardeeren.” ARTIKEL 25, LANDOORLOGSREGLEMENT https://wetten.overheid.nl/BWBV0006273/1910-01-26#VertalingNL_VDRTKS1384534 Burgerslachtoffers-waar dit artikel omis begonnen-zeggen meer dan alle militaire strategieeen, afwegingen, rechtvaardigingen, zelfs meer dan mensenrechtenverdragen, die de Mensheid moeten beschermenDaarom:Ruim 410 000 Duitse burgers werden in WO II gedood door Geallieerde luchtbombardementen.Mannen, vrouwen, kinderen. [53]Tegenover 40 000 Engelse burgers [54] BURGERBOMBARDEMENTENJURIDISCH KADER Alle strijdpartijen in de Tweede Wereldoorlog hebben zich schuldig gemaakt aan bombardementen op burgerdoelen:Nazi Duitsland, Japan, de Britse RAF, de VS, niet alleen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki, maar daarvoor al, op andere Japanse en Duitse steden. [55]En zoals al geschreven:Opmerkelijk, omdat militaire aanvallen op burgers en burgerdoelen dus waren verboden volgens het Landoorlogsreglement [56]Eigenlijk werd dat verbod op zich ook niet betwist, wel kon worden aangevoerd, dat toen het Landoorlogsreglement tot stand kwam [begin twintigste eeuw] er nog geen luchtmacht was, waardoor er niet werd gerept over LUCHTAANVALLEN. [57], wat overigens niet betekende,, dat luchtaanvallen op burgerdoelen dan maar waren toegestaan.Wikipedia schrijft hierover”. The absence of specific international humanitarian law did not mean aerial warfare was not covered under the laws of war, but rather that there was no general agreement of how to interpret those laws.” [58]Er kon dus hooguit worden aangevoerd, dat er geen overeenstemming was tussen diverse Mogendheden over luchtaanvallen tegen de achtergrond van het Landoorlogsreglement. Wel waren er pogingen ondernomen, het Landoorlogsreglement in zoverre ”up te daten” dat luchtaanvallen daar in zouden worden opgenomen.[59] Maar juist het feit, dat dat niet is gebeurd, daarvan zouden die oorlogvoerende Mogendheden lustig misbruik maken, want volgens het positief recht [zoek maar op, noot 60] waren luchtaanvallen dus in stricte juridische zin niet verboden. [61]Hoe dan ook: Tel uit je winst, voor de Tol aan menselijke ellende, verpakt in juridische drogredenaties.Maar dat was nog wetgeving: Enger vind ik de rechtvaardigingen, die werden aangedragen voor massabombardementen op burgerdoelen
VIII RECHTVAARDIGINGEN BOMBARDEMENTEN
STRATEGIC BOMBARDMENT [STRATEGISCHE BOMBARDEMENTEN] RECHTVAARDIGING EENTHEY BEGAN ITThe Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind. ”
[62]
Uitspraak gedaan door een van de architecten van de massabombardementen op Duitsland, Sir Arthur Harris [ook wel ”Bomber” Harris genoemd], een van de hoogste Britse militairen, die voor zijn bombardeer rol in WO II ik weet niet hoeveel onderscheidingen heeft ontvangen. [over hem later meer] [63] Deze ”wie zaait zal storm oogsten” en ”zij zijn begonnen” argumentatie hoorde je algemeen, zowel bij politici als het gewone publiek.Begrijpelijk misschien, zeker van mensen, die persoonlijke verliezen hadden geleden, maar de redenatie ”’hij heeft gedood, dus nu mag ik ook”, leidt niet alleen tot een eindeloze geweldsspiraal, maar heeft zelden geleid tot een positieve voortgang in de menselijke geschiedenis, nog los van het feit, dat zeker in het politieke, niet zozeer de verantwoordelijken [hier de Nazi Top] worden getroffen, maar doorgaans mensen, die er part noch deel aan hebben.Hier: onschuldige burgers.
STRATEGIC BOMBARDMENT [STRATEGISCHE BOMBARDEMENTEN]RECHTVAARDIGING TWEEHET BREKEN VAN HET MOREEL We moeten niet uit het oog verliezen, dat het niet zogenaamde ”vergissingen” zijn [waarmee vooral de VS graag schermt, als ze in een of ander deel van de wereld weer eens met bombardementen burgerslachtoffers hebben gemaakt] [64],maar bewust geplande bombardementen op burgerdoelen.Dat maakt het, volgens het Landoorlogsreglement van toen [ondanks al het juridisch geneuzel hierover, zie hierboven] en het Internationaal Recht van nu, tot oorlogsmisdaden. [65]En dat het bewust gepland was, bleek niet alleen uit uitspraken zoals boven genoemd van Sir Arthur Harris [66], maar ook uit het feit, dat een van de doelen was:Het breken van het moreel van de bevolking. [67]Dat was niet alleen een kwaadaardige redenering ”de goeden moeten onder de kwaden leiden” tot duivelse hoogten verheven, het werkte niet, noch in het geval van de Britse burgerbevolking [die in the Blitz door nazi terreurbombardementen was geteisterd], noch bij de Duitse burgerbevolking.De Britse burgerbevolking werd steeds vastberadener, de Duitse burgerbevolking[tenslotte waren zij aan het verliezen], steeds vijandiger tegen de Geallieerden [68] en goed begrijpelijk ook, als je je naasten en vrienden verliest.En de hoop van de Geallieerden-een Duitse opstand tegen het nazi-regime, bleef uit. [69]Een nogal aparte redenering:Te denken, dat je, door zelf dood en verderf te zaaien – en daarmee de grenzen van de beschaving overschrijdt- verwacht, dat de door jou geterroriseerde bevolking in opstand komt tegen zijn eigen regime, hoe slecht dat ook is.Want wie bombardeerde ook alweer? Het doet mij verdriet, dat Nazi kopstuk minister van propaganda Goebbelseen van de eersten was, die de strategische bombardementen [op Duitsland natuurlijk] ”terreurbombardementen” noemde [waar de nazi’s zich dus zelf als eerste aan schuldig gemaakt hadden] [70], maar wat waar is is nu eenmaal waar: Het waren terreurbombardementen, want de burgerbevolking werd meer dan geterroriseerd, fysiek en geestelijk,De Britse, de Duitse, de Japanse Italiaanse en anderen [71]. STRATEGIC BOMBARDMENT [STRATEGISCHE BOMBARDEMENTEN] RECHTVAARDIGING DRIE.ARBEIDERS ALS COMBATANTENHET BREKEN VAN DE DUITSE [OORLOGS] INDUSTRIE EN ECONOMIE Het breken van het moreel was een ding, belangrijker was het vernietigen van de Duitse economie en vooral de [oorlogs]industrie.Ook dat verliep moeizamer dan door de Geallieerden gehoopt.Onderzoeken vertellen ons, dat pas in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog de dood en verderf-”strategische” bombardementen werkelijk schade gingen toebrengen aan de Duitse economie. [72]Maar waarom, als je de oorlog wil winnen, massaal viseren van burgerdoelen, soms ook dorpen? [73]Achterliggende gedachte was, dat wie de industrie wil vernietigen, fabrieken zal moeten bombarderen,en die liggen vaak in steden.Daarmee vernietig je niet alleen de economie [tenminste, dat was de gedachte], maar doodt en/of vermink je ook de arbeiders, die die economie dragen. Vooral arbeiders, die werkten in de militaire bewapeningsindustrie, werden gezien als ”militair actief” [74] Arbeiders werden zo de vijand, burgers werden zo combatanten. [75] En zo werd de grens van het Landoorlogsreglement verlegd, want door de arbeiders verantwoordelijk te stellen voor militaire handelingen, werden ze feitelijk ”gestraft” voor Duitse oorlogshandelingen, wat in strijd is met het Landoorlogsreglement uit 1907. [76]Dus lang afgesloten voor de Tweede Wereldoorlog. Dit waren dus een aantal rechtvaardigingen voor de bombardementen Inferno’s, die over de Duitse steden en ook dorpen werden gelanceerd [77] tot vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen het aspect ”we willen de oorlog winnen”, geen enkele rol meer speelde. [78]
STRATEGIC BOMBARDMENT [STRATEGISCHE BOMBARDEMENTEN] RECHTVAARDIGING VIERAls je dat tenminste een rechtvaardiging wilt noemen.Ik had al het ondergraven van het moreel van de Duitse bevolking besproken.Een extra naar aspect van die strategische bombardementen was het bewust terroriseren van de Duitse bevolking en het verstoren van hun leven. [79]Pure terreur dus en ja, terreurbombardementen. [80]
IX
GEALLIEERDE BOMBARDEMENTEN OP DUITSLAND/HOE HET BEGON To be fair:Het is niet begonnen met een grootscheepse bommenregen op Duitse steden:Zoals we weten, startte de Luftwaffe de bombardementen op Britse burgerdoelen met hun Blitz, die ze uiteindelijk niet wonnen. [81]Aanvankelijk bombardeerde de RAF, de Britse Luchtmacht, voornamelijk militair strategische doelen [maar soms niet helemaal, zoals het Britse bombardement op fabrieken in Berlijn, september 1940] [82], maar veranderde dat gaandeweg, hoewel er voor 1942 geen Inferno bombardementen op grote schaal waren, al waren al wel steden [maar dan vaak fabrieken en andere meer strategische locaties] Kop van Jut. [83]Maar dat zou radicaal veranderen:Dat had er onder andere mee te maken, dat die Britse bombardementen verre van precies waren, hoewel RAF piloten terugkwamen met verhalen, dat ze [al] hun doelen geraakt hadden. [84]Echter, na verificatie door het rapport Butt, dat in augustus 1941 naar buiten kwam, bleek, dat die verhalen van de piloten op zijn zachtst gezegd nogal overdreven waren en dat die bombardementen [toen nog voornamelijk op fabrieken etc, maar wel in steden] helemaal niet zo precies waren. [85]Slechts in een derde van de gevallen [misschien zelfs nog minder]werden de beoogde doelen ook daadwerkelijk werden geraakt. [86]En toen werd het tijd voor grover geschut: In september 1941 kwam de Britse militaire staf met de volgende verklaring, die het begin van ”strategische bombardementen” inluidde ”The ultimate aim of an attack on a town area is to break the morale of the population which occupies it. To ensure this, we must achieve two things: first, we must make the town physically uninhabitable and, secondly, we must make the people conscious of constant personal danger. The immediate aim, is therefore, twofold, namely, to produce (i) destruction and (ii) fear of death” [87]Bevolkingsterreur dus en wel heel ver afgedwaald van de principes van het toenmalige oorlogsrecht, dat Landoorlogsreglement [88]Ook nogal sadistisch, dat ”The immediate aim, is therefore, twofold, namely, to produce (i) destruction and (ii) fear of death”” [89]
EN ZO GESCHIEDDE…….. X BRITSE AS VAN HET KWAAD/SIR WINSTON CHURCHILL, FREDERICK ALEXANDER LINDEMANN, SIR ARTHUR [BOMBER] HARRIS De architecten achter de massale bombardementen op Duitse steden, vanaf 1942 tot aan het eind van de oorlog, toen de Geallieerde overwinning allang vaststond waren de Britse politicus en oorlogspremier Sir Winston Churchill, diens wetenschappelijke adviseur Frederick Lindemann en hoge Luchtmacht officier, Sir Arthur Harris, ook wel ”Bomber” Harris genoemd. [90] Nou vind ik het altijd interessant om rond te kijken in de geesten en gedachtenwereld van politici en militairen, die de meest vreselijke beslissingen nemen en verantwoordelijk zijn voor gruwelijkheden.Nu is dat bij de nazi’s niet zo moeilijk:Hun duivelse wereldbeeld [91] getuigt daarvan. Maar ook bij twee van deze Geallieerde voormannen, ten onrechte gelauwerd, is de kwaadaardigheid terug te vinden, weliswaar niet in een officiele ideologie van rassenwaan, maar in opvattingen, die er naast gelegen hebben. WINSTON CHURCHILL:
Zo zou Churchill zich in een geheim [maar uitgekomen] memo voorstander getoond hebben van het gebruik van chemische wapens op ”uncivilised tribes”Ik citeer:”’I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes. The moral effect should be so good that the loss of life should be reduced to a minimum. It is not necessary to use only the most deadly gasses: gasses can be used which cause great inconvenience and would spread a lively terror and yet would leave no serious permanent effects on most of those affected.”[92] Het zou volgens onderzoek door The Guardian gegaan zijn om het gebruik van chemische wapens bij een opstand in India. [93]Ook zou hij wel wat gezien hebben in het gebruik van chemische wapens tegen de nieuwe Russische bolsjewistische regering [Mr Churchill was toen staatssecretaris van oorlog/Defensie, het was 1919] [94]Sterker nog:Het is gebeurd:Een serie lucht gasaanvallen, eerst in augustus 1919 op het Russische dorp Emtsa, in september gevolgd door aanvallen op de dorpen Chunova, Vikhtova, Pocha, Chorga, Tavoigor and Zapolki.Maar-en dat is maar goed ook- de aanvallen waren niet zo effectief als door Churchill gehoopt, dus werd er in september mee gestopt. [95]
Daar stopte zijn ziekelijke fascinatie met chemische wapens niet mee.Later [tijdens WOII] zou Churchill hebben opgemerkt ”1. I want you to think very seriously over this question of poison gas. I would not use it unless it could be shown either that (a) it was life or death for us, or (b) that it would shorten the war by a year.
2. It is absurd to consider morality on this topic when everybody used it in the last war without a word of complaint from the moralists or the Church. On the other hand, in the last war bombing of open cities was regarded as forbidden. Now everybody does it as a matter of course. It is simply a question of fashion changing as she does between long and short skirts for women.
….
….
” 7. I quite agree that it may be several weeks or even months before I shall ask you to drench Germany with poison gas, and if we do it, let us do it one hundred per cent. In the meanwhile, I want the matter studied in cold blood by sensible people and not by that particular set of psalm-singing uniformed defeatists which one runs across now here now there. Pray address yourself to this. It is a big thing and can only be discarded for a big reason. I shall of course have to square Uncle Joe and the President; but you need not bring this into your calculations at the present time. Just try to find out what it is like on its merits.” [96]
Tsja, een Vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken! [97] FREDERICK ALEXANDER LINDEMANN Interessant is ook een inkijkje in de geest en het wereldbeeld van Frederick Lindemann, wetenschappelijk adviseur van Winston Churchill en bedenker van het huiveringwekkende ”dehousing paper”, wat grofweg neerkomt op het dakloos maken van mensen om zo het moreel te breken. [98] Dit opmerkelijke bedenksel is niet uit de lucht gegrepen, maar hangt natuurlijk samen met de manier waarop de man dacht:Op Wikipedia lezen we over hem, dat hij een voorstander was van eugenetica, wat neerkomt op het verbeteren van de genetische eigenschappen van de menselijke bevolking, wordt ook wel ”rasverbetering” genoemd. [99]”Selectie” speelt daarbij een rol, vaak het laten trouwen [of zich vermengen” van de ”intelligentste mensen, die dan een soort elite gaan vormen, die de rest bestuurt, wat tenminste de gedachte van deze Frederick Lindemann was, waarbij die intelligentsia ook nog werd aangeduid met [citeer weer Wikipedia] ”supermen” en de ”onderdanen” met ”heloten” [Opmerking Astrid Essed, slaven bij de Spartanen in de klassieke Oudheid] [100]Dat onder dat ”intelligent zijn”, blanken wordt verstaan, ligt voor de ondersteuners van een dergelijk wereldbeeld wel vast.Verder lees ik over deze Lindemann op Wikipedia” Lindemann supported eugenics and held the working class, homosexuals, and blacks in contempt and supported sterilisation of the mentally incompetent [101]Een portie engheid bij elkaarEn komt dat niet heel dichtbij het nazi ideaal? [102]Geen wonder, zo lijkt mij, dat zo’n man geen moeite had met het platbombarderen van een land.Een apart feit is nog, dat Lindemann de zoon was van een geboren Duitse vader, en dat hij er toch geen been in zag, bombardementen op Duitsland uit te voeren…….[103]
SIR ARTHUR [BOMBER] HARRIS ”Toen Arthur Harris op een dag in de oorlog door de politie werd aangehouden, omdat hij veel te hard reed, zei de agent tegen hem:”Meneer, u had wel iemand dood kunnen rijden.”Harris volstond met het antwoord.”Jonge man, ik breng iedere nacht duizenden mensen om het leven” ‘[104] Naast Sir Winston Churchill, met zijn obsessie met het gebruik van [gas] chemische wapens en Frederick Lindemann met zijn racistische eugenetica ”wereldbeeld” en zijn ”Ubermensch”-”Untermensch” fascinaties [105] was Arthur ”Bomber” Harris vooral de militaire houwdegen met een koloniale achtergrond [106], die -met volledige eigen instemming-deed wat hem gezegd werd en het bombardeer doel met enthousiasme uitvoerde. Hij was de ”They began it” advocaat, die van mening was dat ”ik citeer de man opnieuw] ‘The Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind.”[107]
Met een dergelijk drietaal aan het roer was de stap naar massabombardementen zo gezet.
XI DOOD UIT DE LUCHTBOMBARDEMENTEN, BOMBARDEMENTEN, BOMBARDEMENTEN
”De Hemel stond in brand”, titel van een boek over de bombardenten op Duitsland. [108]Zo ongeveer moeten de inwoners van de getroffen steden het ervaren hebben.”s Nachts, de lucht helverlicht.Het Inferno sloeg toe. Hoe kwam het zover?Hoe ging het in zijn werk. Het Butt rapport, dat het gebrek aan precisie en effectiviteit van de eerdere bombardementen op Duitsland beschreef, noemde ik al. [109]Naar aanleiding daarvan publiceerde genoemd lid van de AS van Kwaad, Frederick Lindemann, het dehousing paper, dat onverbloemd koos voor strategisch bombarderen en dan vooral het bombarderen en dakloos maken van de burgerbevolking om het moreel te breken. [110] De vernietigingsronde van de Duitste steden waarbij sprake was van bewust strategisch bombarderen, oftewel ”area bomber directive” [zo heette de nieuwe richtlijn voor bombarderen vanaf 1942] [111] was verschrikkelijk in aantal, bombardementen en effect en heeft geduurd van 1942 tot vlak voor het einde van de oorlog, toen het geen enkel echt of vermeend militair doel meer diende.Zowel door Britten als Amerikanen is ”naar hartelust” gebombardeerd en dit zeg ik met opzet, gezien het grote enthousiamse bij lieden als Arthur Harris en Lindemann. [112]Want believe it or not:Zelfs superhavik Churchill heeft een moment van gewetensconflict gehad, toen hij de films met gebombardeerde Duitse steden zag [al wist hij, wat hij aanrichtte]Volgens een aantal bronnen, ik noem hier een, zou hij hebben uitgeroepen”Zijn we soms beesten? Gaan we niet te ver? [113]:Nu:Een van de weinige dingen, die ik van harte met Churchill eens ben. VUURSTORMEN BOVEN DUITSE STEDEN De eerste massale strategische bomaanval nieuwe stijl, 1942, ook wel ”tapijtbombardement” genoemd [114] vond plaats boven de Duitse stad Lubeckop 29 maart 1942, gevolgd door diverse bombardementen op het Ruhrgebied [industrie, weet u nog?] [115]Daarna ging het maar door en door:Keulen volgde in mei en deze aanval werd genoemd ”Operation Milennium” [116],omdat de stad door 1000 bommenwerpers werd aangevallen. [117],.Het aantal doden was, hoewel ieder mensenleven telt, was toen nog relatief laag:Minder dan 500. [118]Mag ik, cynisch, opmerken, dat de bommengooiers er nog ”in” moesten komen?Want later zou het dodental aanzienlijk hoger liggen. In totaal zou Keulen tijdens de oorlog maar liefst 262 keer worden gebombardeerd. waarbij 20 000 mensen om het leven kwamen. [119]Het Churchill, Lindemann, Harris trio ging grondig te werk.Om er nog een ”betere” voorstelling van te maken, het ging hier om brandbommen [120], vandaar dat ik het had over ”vuurstormen”Trouwens, die term ”vuurstorm” , is ook de titel van hoofdstuk 3 van de artikelen reeks ”De Hemel stond in brand” over de Geallieerde bombardementen op Nazi Duitsland. [121]
Ook de Amerikanen lieten zich niet onbetuigd:Zij deelden verantwoordelijkheid voor deze bombardementen des doods,Want op de conferentie van Casablanca [begin 1943] besloten de Verenigde Staten en Groot-Britannie tot een gecombineerd bombardementsoffensief tegen Duitsland. [122] Dat waren trouwens niet de enige Amerikaanse oorlogsmisdaden:Bekend zijn de atoom bombardementen op Hiroshima en Nagasaki [123], maar ook in Azie, in de oorlog tegen Nazi Duitsland’s bondgenoot Japan [124], gingen de Amerikanen behoorlijk tekeer.Zo kwamen bij bombardementen op Tokio, in 1945, 100 000 mensen om het leven. [125]En als we Wikipedia mogen geloven, werden er tegen Japan voor het eerst napalmbommen gebruikt.[126]Houten huizen, extreem brandbaar. [127]Tel uit je winst.Het Gezicht van het Kwaad, met als Masker de ”Goede” Geallieerde bondgenoot…….Een andere Geallieerde Macht, die in dit rijtje genoemd moet worden is Sovjet-Rusland, bondgenoot van Groot Britannie en de VS geworden vanaf het moment, dat Hitler ”Operatie Barbarossa” in Rusland lanceerde [128] en daarmee het gesloten Niet Aanvalsverdrag verbrak. [129].Ook die ”Goede” Geallieerde bondgenoot heeft behoorlijk huisgehouden bij de verovering van Duitsland, waarbij ik vooral de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen en meisjes noem. [130]En dit als herinnering:Voorafgaande daaraan heeft Nazi Duitsland bij de poging, Sovjet Rusland te veroveren, huiveringwekkende oorlogsmisdaden begaan, met name massale moordpartijen op Russische Joden. [131] Terug naar de bombardementen op Duitsland.
V BOMMEN In dit hele Verhaal mogen we ook vermelden [eerder reeds the Blitz genoemd] [132], de op Groot Britannie gerichte Duitse V bommen, die in 1944 en 1945 werden afgevuurd. [133]Ook al waren ze weinig precies [gelukkig maar], er waren toch 8000 burgerslachtoffers te betreuren. [134]
ENGELEN DES DOODS/STEDEN/DE MENSELIJKE TOL Ik heb het reeds gezegd, maar herhaal het om het goed tot de lezer te laten doordringen:Bij de zogenaamde ”strategische bombardementen” [135] door Groot-Britannie en de Verenigde Staten zijn er om en nabij 410 000 Duitse burgers om het leven gekomen, onder wie 75 000 kinderen, jonger dan 14 jaar. [136]In de periode tussen juli 1944 tot januari 1945 was dat een maandelijks gemiddelde van 13 536 mensen.In Hamburg alleen al werden er 49 000 burgers gedood, in Berlijn ongeveer 35 000. [137]Bij het omstreden bombardement op Dresden in februari 1945 [138] [het was toen dus al meer dan duidelijk, dat Duitsland de oorlog had verloren], kwamen meer dan 20 000 burgers om het leven.Gestikt in hun schuilplaatsen of levend verbrand, zoals zovele anderen. [139]Het was, zoals zoveel bombardementen ijn de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog, een gezamenlijke Brits-Amerikaanse militaire operatie. [140] En dit was de ”Westerse Beschaving?”Was het niet Mahatma Gandhi, die de uitspraak deed, dat de Westerse Beschaving een goed idee zou zijn? [141]Hoe waar was dat………………… ENGELEN DES DOODS/MIDDELGROTE STEDEN EN DORPEN TE GRAZEN Wie dacht, dat alleen Duitse steden als Berlijn, Hamburg, Dresden en andere werden getapijtbombardeerd door de Britten en hun Amerikaanse bondgenoten, vergist zich deerlijk.Ook middelgrote steden en dorpen werden bijna-vernietigd:Zo verloor een middelgrote stad als Nordhausen 20 procent [eenvujfde dus] van haar bevolking in EEN luchtaanval in mei 1945. [142]Waarom?Duitsland stond toch al op het punt van capitulatie?Een kleine stad als Pforztheim verloor 22 procent van de bevolking. [143]Ontelbare steden, middelgrote steden en dorpen vielen ten prooi aan de zucht tot destructie van de RAF [Britse Luchtmacht] en de USAAF [Luchtmacht van de Verenigde Staten.Onder hen:Karlsruhe, Stuttgart, Essen, Bremen, Wilhelmshaven, Emden, Duisburg, Hamburg, Saarbrucken, Düsseldorf, Osnabrück, Mainz, Lübeck, Münster, Kassel, Cologne, Schweinfurt, Jena, Darmstadt, Krefeld, Leipzig, Dresden, Brunswick, Munich, Magdeburg, Aschersleben, Halberstadt, Chemnitz, Halle, Plauen, Dessau, Potsdam, Erfurt, but also towns like Cailsheim, Freudenstadt and Hildesheim [144]Het aantal daklozen, mensen, die huis en haard verloren, waren dan ook talrijk:In de nachtelijke [de Engelen des Doods kwamen in de nacht, als sluipmoordenaars] luchtaanval van 8 op 9 october 1943 verloren in Hannover 250 000 mensen huis en haard, in diezelfde periode telde Berlijn 400 000 daklozen, en in maart 1944 anderhalf miljoen. [145] Die Westerse Beschaving…….
TEGENSTANDERS Barbaars, die luchtaanvallen op onbeschermde burgers, die zelfs tot mei 1945 doorgingen! [146]Maar waren er in Groot-Britannie dan geen tegenstanders van deze tapijtbombardementen, die zovele ontelbare slachtoffers maakten?Ja, die waren er wel degelijk!Een felle tegenstander was de Anglicaanse bisschop George Bell, tevens lid van het Hogerhuis, die van meet af aan met regelmaat en fel fulmineerde tegen de tapijtbombardementen. [147]Bell kreeg geen steun van de andere Anglicaanse bisschoppen [148], die de Boodschap van het Christendom kennelijk minder goed begrepen hadden [149] en was dapper genoeg om de zogenaamde ”Westerse Beschaving” aan de orde te stellen: Zol eiste hij [tevergeefs] in 1944 van de andere leden van het Hogerhuis, geen support meer te geven aan de tapijtbombardementen op Duitse steden, waarbij hij o.a. opmerkte:”How can the War Cabinet fail to see that this progressive devastation of cities is threatening the roots of civilization?” [150] En hij was niet de enige!Ook Richard Stokes en Alfred Salter, Labour leden van het Lagerhuis, lieten zich niet onbetuigd in hun kritiek op die tapijtbombardementen. [151]A few good men……..
XII GETUIGEN VAN DE HEL We naderen het Einde van dit VerhaalTenslotte nog aan het woord enkele getuigen van de Hel van de bombardenten boven Duitsland: BOMBARDEMENT OP HAMBURG, JULI 1943 GETUIGE GRETL BUTTNER”Kinderen doolden rond en riepen om hun verbrande ouders. Moeders zaten als versteend langs de kant van de straat te wachten tot iemand hun zoon of dochter zou brengen. Nog weken na de ergste van alle aanvallen liepen ze rond en zochten, hoopten en zochten-en ze leken versteend.” [152]
BOMBARDEMENT OP HAMBURG, JULI 1943 GETUIGE ILSE SCHLAPPHOF ”Voor me liep iemand, die plotseling voorover viel.Toen ik bij haar kwam, zag ik alleen nog maar vlammen, een vuurmassa. Voorop zag ik twee mensen, die verkrampt van pijn op het trottoir zaten. De volgende ochtend zaten ze er nog. Maar ze waren inmiddels dood en een derde kleiner. Zoiets vergeet je nooit.” [153]
BOMBARDEMENT OP HAMBURG, JULI 1943 GETUIGE KATHE PETERSEN ”Alleen de vlammen laaiden op. Midden in de duisternis zag ik heel even de zon.Het zag eruit als een sinaasappel. Daaruit maakte ik op, dat het dag was geworden” [154]
NASPEL/EPILOOG Het is gedaanMet het Horror Verhaal over de Geallieerde bombardementen op Duitse steden, waarbij bijna een half miljoen burgers zijn gestikt in schuilkelders of levend verbrand door vuurbombardementen [155] heb ik een van de Gezichten van het Kwaad laten zien.Hoe de ”Goede Kant” Slechte Dingen deed.Ik zag het als mijn Taak, omdat deze Geallieerde oorlogsmisdaden nog steeds on bespreekbaar zijn of worden gebagetallisseerd. [156] Juist in dit Jaar, dat 75 Jaar Bevrijding wordt herdacht en gevierd, moet er ook aandacht zijn voor al die gedode Duitse burgerslachtoffers, al die tallozen, die dakloos gemaakt zijn, gewond, ontheemd.Aandacht voor de weinige Britse Helden, die protesteerden tegen deze Bombardementen des Doods. [157]Aandacht ook voor de etnische zuiveringen tegen Duitse burgers na de Tweede Wereldoorlog. [158] Want het moedwillig doden van weerloze burgers is slecht, aan welke kant van de strijd ook en op welke wijze ook vergoeilijkt. Laat dit artikel een Wake Up Call zijn: Ik eindig, niet met mijn woorden, maar met het Slot van een artikel uit Trouw, dat het beste weergeeft, hoe ik erin sta ”Als de Duitsers, met hun barbaarse oorlogsverleden, verkiezen te zwijgen, dan is dat voor alle anderen reden te meer om de scheefhangende geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog eindelijk eens recht te trekken. Indien geen morele opdracht, dan toch een zaak van wetenschappelijke integriteit. [159] Vanuit die intentie is dit artikel geschreven WRONG IS WRONG
”During the Second World War, Bell repeatedly condemned the Allied practice of area bombing. As a member of the House of Lords, he was a consistent parliamentary critic of area bombing along with Richard Stokes and Alfred Salter, Labour PartyMembers of Parliament in the House of Commons.”……….”In 1941 in a letter to The Times, he called the bombing of unarmed women and children “barbarian” which would destroy the just cause for the war, thus openly criticising the Prime Minister’s advocacy of such a bombing strategy. On 14 February 1943 – two years ahead of the Dresden raids – he urged the House of Lords to resist the War Cabinet’s decision for area bombing, stating that it called into question all the humane and democratic values for which Britain had gone to war. In 1944, during debate, he again demanded the House of Lords to stop British area bombing of German cities such as Hamburg and Berlin as a disproportionate and illegal “policy of annihilation” and a crime against humanity, asking:
How can the War Cabinet fail to see that this progressive devastation of cities is threatening the roots of civilization?[7]”
”He did not have the support of senior bishops. The Archbishop of York replied to him in Parliament “it is a lesser evil to bomb the war-loving Germans than to sacrifice the lives of our fellow countrymen…, or to delay the delivery of many now held in slavery”.[8] WIKIPEDIAGEORGE BELL (BISHOP)/OPPONENT OF AREA BOMBING https://en.wikipedia.org/wiki/George_Bell_(bishop)#Opponent_of_area_bombing
”De meest eloquente kritiek op de luchtoorlog kwam van de bisschop van Chichester,George Bell.”De ingezette middelen [dienen] evenredig te zijn met het doel, dat moet worden bereikt”verklaarde hij in februari 1944 in het Hogerhuis.Zijn credo was, dat de Geallieerden voor iets belangrijkers stonden dan macht.”Het hoogst in ons vaandel moet het recht staan.”De protesten kostten Bell de benoeming tot aartsbisschop van Canterbury, het hoogste ambt inde Anglicaanse Staatskerk.Bladzijde 114, boek ”De Hemel stond in brand” /De Geallieerde bombardementen op Nazi-Duitsland
[149]
”
Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven?
En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed?
En wanneer hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen?
En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan.
NIEUWE TESTAMENTMATTHEUS 25: 37 T/M 40
[150]
On 14 February 1943 – two years ahead of the Dresden raids – he urged the House of Lords to resist the War Cabinet’s decision for area bombing, stating that it called into question all the humane and democratic values for which Britain had gone to war. In 1944, during debate, he again demanded the House of Lords to stop British area bombing of German cities such as Hamburg and Berlin as a disproportionate and illegal “policy of annihilation” and a crime against humanity, asking:
How can the War Cabinet fail to see that this progressive devastation of cities is threatening the roots of civilization?
”Een dissident als Richard Stokes, Labour parlementarier uit Ipswich, viel het kabinet telkens weer lastig met kritische vragen.”Ik kan u verzekeren”, was dan het antwoord van een lid van het kabinet, ”dat wij niet moedwillig Duitse vrouwen en kinderen bombarderen.”Stokes werd in feite steevast afgescheept met nietszeggende antwoorden of leugens” Bladzijde 114, boek ”De Hemel stond in brand” /De Geallieerde bombardementen op Nazi-Duitsland
[152]
GETUIGE GRETL BUTTNER”Kinderen doolden rond en riepen om hun verbrande ouders. Moeders zaten als versteend langs de kant van de straat te wachten tot iemand hun zoon of dochter zou brengen. Nog weken na de ergste van alle aanvallen liepen ze rond en zochten, hoopten en zochten-en ze leken versteend.” Bladzijde 70, boek ”De Hemel stond in brand” /De Geallieerde bombardementen op Nazi-Duitsland
[153]
GETUIGE ILSE SCHLAPPHOF
”Voor me liep iemand, die plotseling voorover viel.Toen ik bij haar kwam, zag ik alleen nog maar vlammen, een vuurmassa. Voorop zag ik twee mensen, die verkrampt van pijn op het trottoir zaten. De volgende ochtend zaten ze er nog. Maar ze waren inmiddels dood en een derde kleiner. Zoiets vergeet je nooit.”
Bladzijde 71, boek ”De Hemel stond in brand” /De Geallieerde bombardementen op Nazi-Duitsland
[154]
GETUIGE KATHE PETERSEN ”Alleen de vlammen laaiden op. Midden in de duisternis zag ik heel even de zon.Het zag eruit als een sinaasappel. Daaruit maakte ik op, dat het dag was geworden’ Bladzijde 71, boek ”De Hemel stond in brand” /De Geallieerde bombardementen op Nazi-Duitsland
[155] DEEL 3VUURSTORMEN DOOR DUITSE STEDENBladzijde 63 t/m 108 ”De Hemel stond in brand” /De Geallieerde bombardementen op Nazi-Duitsland Stephan Burgdorff/Christian Habbe [red]2003
Het is deze week precies zestig jaar geleden dat Hamburg vanuit de lucht werd verwoest. Met een serie massale bombardementen slaagden een Britse en een Amerikaanse luchtvloot erin de duizenden brandhaarden tot een vuurstorm aan te wakkeren, een vuurzee met de doorsnee van meerdere kilometers en de kracht van een orkaan. Van de stad van 1,8 miljoen inwoners werd de helft van de gebouwen totaal verwoest en dertig procent beschadigd. 40000 burgers, voor een aanzienlijk deel vrouwen en kinderen, kwamen om het leven. Velen stikten in hun schuilplaatsen of verbrandden levend.
In de editie van vorige week besprak Gerbert van Loenen deze catastrofe uit 1943 aan de hand van de herdenkingen die momenteel in Hamburg worden gehouden. Zijn artikel bracht mij ertoe te doen wat ik al langer van plan was: het vorig jaar verschenen boek van Jörg Friedrich, Der Brand, eindelijk eens te lezen. De ondertitel geeft het thema weer: Deutschland im Bombenkrieg 1940-1945.
Friedrich is een gerenommeerd historicus die zich onder meer uitvoerig heeft beziggehouden met de geschiedenis van de nazi-misdaden. Met zijn recente boek heeft hij echter deze platgetreden paden verlaten en een onderwerp ter hand genomen waarover de afgelopen halve eeuw vrijwel niets is gepubliceerd: de systematische verwoesting van de Duitse steden in de Tweede Wereldoorlog.
Het is een voortreffelijk boek geworden, uitstekend gedocumenteerd en geschreven in een robuuste stijl die hier en daar een onderdrukte woede verraadt. Het kon niet uitblijven. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de uitwerking van de letterlijk duizenden bombardementen op de Duitse burgerbevolking, kreeg Friedrich telkens weer scènes onder ogen die in Dante’s Hel niet hadden misstaan.
Anderzijds verwierf hij inzicht in de motieven en plannen van de ontdekkingsreis die de mening bevestigde, al in 1958 door de historicus Golo Mann geformuleerd: met hun verwoesting van de Duitse steden hebben de geallieerden Hitlers meedogenloosheid geïmiteerd: ,,Deze nachtelijke massamoorden op burgers lieten zien hoe diep de publieke moraal was gezonken”.
Met name de Britse oorlogsleiders komen er bij Friedrich slecht af. Winston Churchill, de meest gevierde staatsman van de 20ste eeuw, verschijnt bij hem als een bloeddorstig heerschap, dat al in juni 1940 aankondigt Duitsland in ‘een woestijn’ te zullen veranderen; die bij gebrek aan militaire mogelijkheden te land, alle kaarten zet op de luchtoorlog en droomt van een ‘absoluut verwoestende uitroeiingsaanval (exterminating attack) door zeer zware bommenwerpers’; die in maart 1944 zelfs gecharmeerd raakt van een nóg ‘absoluter’, een bacteriologisch wapen en meteen in Amerika een order plaatst voor een half miljoen miltvuurbommen. De invasie in Normandië, een paar maanden later, verhinderde het gebruik van dit ultieme vernietigingsmiddel.
Even naargeestig is het beeld dat Friedrich ontwerpt van de chef van het Bomber Command, luchtmaarschalk Arthur Harris. Na betrekkelijk korte tijd verliest deze alle interesse voor het bombarderen van militaire en industriële installaties om zich geheel te concentreren op zijn enige doel: het veranderen van alle Duitse steden en vooral de kwetsbare oude binnensteden in puinhopen.
Even fascinerend als onthutsend is Friedrichs beschrijving van het consequent speuren naar methoden om zoveel mogelijk schade aan te richten. Het meest effectief blijkt het eerst afwerpen van brisantbommen waardoor de gebouwen worden beschadigd, het vervolgens strooien met honderdduizenden brandbommen, om te eindigen met vertraagd exploderende bommen die het blus- en reddingswerk belemmeren.
Slechts één ding stond vast: alles moest kapot. Aanvankelijk gold als doel het breken van het Duitse moreel, maar in de laatste oorlogsperiode was dat zelfbedrog gebleken. Toch vond in die negen maanden dat de geallieerden al op het continent stonden, de helft van alle bombardementen plaats, een orgie van verwoesting zonder enig militair doel, een orgie van moordlust ook want gegeven de inmiddels zeer verzwakte en soms afwezige Duitse afweer, konden de geallieerde vliegers vrij opereren. Ze voerden in feite massa-executies uit. Zo in Pforzheim, dat op 24 februari 1945 werd ausradiert: van de 65000 inwoners stierven er die nacht 20277.
De bekendgeworden verwoesting van Dresden in diezelfde maand, die ongeveer 40000 mensen het leven kostte, was geen ongelukkige uitzondering. Seriemoordenaar Arthur Harris werkte eenvoudig zijn programma af. Eindscore: circa een half miljoen gedode burgers waaronder begrepen 75000 kinderen jonger dan veertien jaar.
Als dit geen oorlogsmisdadigheid is, wat dan wel? Maar zo wordt het niet gezien. Bomber Harris kreeg nog in 1992 zijn standbeeld in Londen, geplaatst nabij de kerk van St. Clemens Danes. God is met hem. En Jörg Friedrich, die de misdaden nauwgezet in kaart bracht, weigerde desgevraagd de term te gebruiken.
Als de Duitsers, met hun barbaarse oorlogsverleden, verkiezen te zwijgen, dan is dat voor alle anderen reden te meer om de scheefhangende geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog eindelijk eens recht te trekken. Indien geen morele opdracht, dan toch een zaak van wetenschappelijke integriteit.
EINDE ARTIKEL
[157]
ZIE NOTEN 147, 150 EN 151
[158]
THE EXPULSION OF THE GERMAN COMMUNITIES FROM EASTERN EUROPE AT THE END OF THE SECOND WORLD WARSTEPHAN PRAUSER AND ARFON REES
”Als de Duitsers, met hun barbaarse oorlogsverleden, verkiezen te zwijgen, dan is dat voor alle anderen reden te meer om de scheefhangende geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog eindelijk eens recht te trekken. Indien geen morele opdracht, dan toch een zaak van wetenschappelijke integriteit ”
Reacties uitgeschakeld voor Noten 146 t/m 159/”Geallieerde oorlogsmisdaden in de Tweede Wereldoorlog/Hoe de ”goede kant van de geschiedenis” slechte dingen deed
‘I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes. The moral effect should be so good that the loss of life should be reduced to a minimum. It is not necessary to use only the most deadly gasses: gasses can be used which cause great inconvenience and would spread a lively terror and yet would leave no serious permanent effects on most of those affected.” CENTRE FOR RESEARCH ON GLOBALISATIONWINSTON CHURCHILL’S SECRET POISON GAS MEMO
Winston S. Churchill: departmental minute (Churchill papers: 16/16) 12 May 1919 War Office
I do not understand this squeamishness about the use of gas. We have definitely adopted the position at the Peace Conference of arguing in favour of the retention of gas as a permanent method of warfare. It is sheer affectation to lacerate a man with the poisonous fragment of a bursting shell and to boggle at making his eyes water by means of lachrymatory gas.
I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes. The moral effect should be so good that the loss of life should be reduced to a minimum. It is not necessary to use only the most deadly gasses: gasses can be used which cause great inconvenience and would spread a lively terror and yet would leave no serious permanent effects on most of those affected.
from Companion Volume 4, Part 1 of the official biography, WINSTON S. CHURCHILL, by Martin Gilbert (London: Heinemann, 1976)
[93]
”He also wanted to use M Devices against the rebellious tribes of northern India. “I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes,” he declared in one secret memorandum. He criticised his colleagues for their “squeamishness”, declaring that “the objections of the India Office to the use of gas against natives are unreasonable. Gas is a more merciful weapon than [the] high explosive shell, and compels an enemy to accept a decision with less loss of life than any other agency of war.”
THE GUARDIAN WINSTON CHURCHILL’S SHOCKING USE OF CHEMICAL WEAPONS
The use of chemical weapons in Syria has outraged the world. But it is easy to forget that Britain has used them – and that Winston Churchill was a powerful advocate for them
Secrecy was paramount. Britain’s imperial general staff knew there would be outrage if it became known that the government was intending to use its secret stockpile of chemical weapons. But Winston Churchill, then secretary of state for war, brushed aside their concerns. As a long-term advocate of chemical warfare, he was determined to use them against the Russian Bolsheviks. In the summer of 1919, 94 years before the devastating strike in Syria, Churchill planned and executed a sustained chemical attack on northern Russia.The British were no strangers to the use of chemical weapons. During the third battle of Gaza in 1917, General Edmund Allenby had fired 10,000 cans of asphyxiating gas at enemy positions, to limited effect. But in the final months of the first world war, scientists at the governmental laboratories at Porton in Wiltshire developed a far more devastating weapon: the top secret “M Device”, an exploding shell containing a highly toxic gas called diphenylaminechloroarsine. The man in charge of developing it, Major General Charles Foulkes, called it “the most effective chemical weapon ever devised”.
Trials at Porton suggested that it was indeed a terrible new weapon. Uncontrollable vomiting, coughing up blood and instant, crippling fatigue were the most common reactions. The overall head of chemical warfare production, Sir Keith Price, was convinced its use would lead to the rapid collapse of the Bolshevik regime. “If you got home only once with the gas you would find no more Bolshies this side of Vologda.”The cabinet was hostile to the use of such weapons, much to Churchill’s irritation. He also wanted to use M Devices against the rebellious tribes of northern India. “I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes,” he declared in one secret memorandum. He criticised his colleagues for their “squeamishness”, declaring that “the objections of the India Office to the use of gas against natives are unreasonable. Gas is a more merciful weapon than [the] high explosive shell, and compels an enemy to accept a decision with less loss of life than any other agency of war.”
He ended his memo on a note of ill-placed black humour: “Why is it not fair for a British artilleryman to fire a shell which makes the said native sneeze?” he asked. “It is really too silly.”
A staggering 50,000 M Devices were shipped to Russia: British aerial attacks using them began on 27 August 1919, targeting the village of Emtsa, 120 miles south of Archangel. Bolshevik soldiers were seen fleeing in panic as the green chemical gas drifted towards them. Those caught in the cloud vomited blood, then collapsed unconscious.The attacks continued throughout September on many Bolshevik-held villages: Chunova, Vikhtova, Pocha, Chorga, Tavoigor and Zapolki. But the weapons proved less effective than Churchill had hoped, partly because of the damp autumn weather. By September, the attacks were halted then stopped. Two weeks later the remaining weapons were dumped in the White Sea. They remain on the seabed to this day in 40 fathoms of water.
[94]
” But Winston Churchill, then secretary of state for war, brushed aside their concerns. As a long-term advocate of chemical warfare, he was determined to use them against the Russian Bolsheviks. In the summer of 1919, 94 years before the devastating strike in Syria, Churchill planned and executed a sustained chemical attack on northern Russia. ”
THE GUARDIAN WINSTON CHURCHILL’S SHOCKING USE OF CHEMICAL WEAPONS
ecrecy was paramount. Britain’s imperial general staff knew there would be outrage if it became known that the government was intending to use its secret stockpile of chemical weapons. But Winston Churchill, then secretary of state for war, brushed aside their concerns. As a long-term advocate of chemical warfare, he was determined to use them against the Russian Bolsheviks. In the summer of 1919, 94 years before the devastating strike in Syria, Churchill planned and executed a sustained chemical attack on northern Russia.”
THE GUARDIAN WINSTON CHURCHILL’S SHOCKING USE OF CHEMICAL WEAPONS
[95]
”A staggering 50,000 M Devices were shipped to Russia: British aerial attacks using them began on 27 August 1919, targeting the village of Emtsa, 120 miles south of Archangel. Bolshevik soldiers were seen fleeing in panic as the green chemical gas drifted towards them. Those caught in the cloud vomited blood, then collapsed unconscious.
The attacks continued throughout September on many Bolshevik-held villages: Chunova, Vikhtova, Pocha, Chorga, Tavoigor and Zapolki. But the weapons proved less effective than Churchill had hoped, partly because of the damp autumn weather. By September, the attacks were halted then stopped. Two weeks later the remaining weapons were dumped in the White Sea. They remain on the seabed to this day in 40 fathoms of water.”
THE GUARDIAN WINSTON CHURCHILL’S SHOCKING USE OF CHEMICAL WEAPONS
1. I want you to think very seriously over this question of poison gas. I would not use it unless it could be shown either that (a) it was life or death for us, or (b) that it would shorten the war by a year.
2. It is absurd to consider morality on this topic when everybody used it in the last war without a word of complaint from the moralists or the Church. On the other hand, in the last war bombing of open cities was regarded as forbidden. Now everybody does it as a matter of course. It is simply a question of fashion changing as she does between long and short skirts for women.
….
….
” 7. I quite agree that it may be several weeks or even months before I shall ask you to drench Germany with poison gas, and if we do it, let us do it one hundred per cent. In the meanwhile, I want the matter studied in cold blood by sensible people and not by that particular set of psalm-singing uniformed defeatists which one runs across now here now there. Pray address yourself to this. It is a big thing and can only be discarded for a big reason. I shall of course have to square Uncle Joe and the President; but you need not bring this into your calculations at the present time. Just try to find out what it is like on its merits.’CENTRE FOR RESEARCH ON GLOBALISATIONWINSTON CHURCHILL’S SECRET POISON GAS MEMO
Winston Churchill’s Secret Poison Gas Memo
[stamp] PRIME MINISTER’S PERSONAL MINUTE
[stamp, pen] Serial No. D. 217/4
[Seal of Prime Minister]
10 Downing Street, Whitehall [gothic script]
GENERAL ISMAY FOR C.O.S. COMMITTEE [underlined]
1. I want you to think very seriously over this question of poison gas. I would not use it unless it could be shown either that (a) it was life or death for us, or (b) that it would shorten the war by a year.
2. It is absurd to consider morality on this topic when everybody used it in the last war without a word of complaint from the moralists or the Church. On the other hand, in the last war bombing of open cities was regarded as forbidden. Now everybody does it as a matter of course. It is simply a question of fashion changing as she does between long and short skirts for women.
3. I want a cold-blooded calculation made as to how it would pay us to use poison gas, by which I mean principally mustard. We will want to gain more ground in Normandy so as not to be cooped up in a small area. We could probably deliver 20 tons to their 1 and for the sake of the 1 they would bring their bomber aircraft into the area against our superiority, thus paying a heavy toll.
4. Why have the Germans not used it? Not certainly out of moral scruples or affection for us. They have not used it because it does not pay them. The greatest temptation ever offered to them was the beaches of Normandy. This they could have drenched with gas greatly to the hindrance of the troops. That they thought about it is certain and that they prepared against our use of gas is also certain. But they only reason they have not used it against us is that they fear the retaliation. What is to their detriment is to our advantage.
5. Although one sees how unpleasant it is to receive poison gas attacks, from which nearly everyone recovers, it is useless to protest that an equal amount of H. E. will not inflict greater casualties and sufferings on troops and civilians. One really must not be bound within silly conventions of the mind whether they be those that ruled in the last war or those in reverse which rule in this.
6. If the bombardment of London became a serious nuisance and great rockets with far-reaching and devastating effect fell on many centres of Government and labour, I should be prepared to do [underline] anything [stop underline] that would hit the enemy in a murderous place. I may certainly have to ask you to support me in using poison gas. We could drench the cities of the Ruhr and many other cities in Germany in such a way that most of the population would be requiring constant medical attention. We could stop all work at the flying bomb starting points. I do not see why we should have the disadvantages of being the gentleman while they have all the advantages of being the cad. There are times when this may be so but not now.
7. I quite agree that it may be several weeks or even months before I shall ask you to drench Germany with poison gas, and if we do it, let us do it one hundred per cent. In the meanwhile, I want the matter studied in cold blood by sensible people and not by that particular set of psalm-singing uniformed defeatists which one runs across now here now there. Pray address yourself to this. It is a big thing and can only be discarded for a big reason. I shall of course have to square Uncle Joe and the President; but you need not bring this into your calculations at the present time. Just try to find out what it is like on its merits.
[signed] Winston Churchill [initials]
[97] ENSIE.NLEEN VOS VERLIEST WEL ZIJN HAREN, MAAR NIET ZIJN STREKEN Het karakter van een mens verandert meestal niet bij het ouder worden.
[98]”The paper argued that from the analysis of the reaction of the British population to the Blitz, the demolition of people’s houses was the most effective way to affect their morale, even more effective than killing relatives.”
”De Heloten (Oudgrieks: Εἵλωτες, Heilotes) waren de oorspronkelijke bewoners van het gebied rond Sparta; door de Spartanen werd deze pre-Dorische bevolking verslagen en tot slaaf gemaakt.” WIKIPEDIAHELOTEN
”Toen Arthur Harris op een dag in de oorlog door de politie werd aangehouden, omdat hij veel te hard reed, zei de agent tegen hem:”Meneer, u had wel iemand dood kunnen rijden.”Harris volstond met het antwoord.”Jonge man, ik breng iedere nacht duizenden mensen om het leven’BLADZIJDE 116 BOEK DE HEMEL STOND IN BRANDStephan Burgdorff/Christian Habbe [redactie][Serie artikelen]De Geallieerde bombardementen op Nazi DuitslandStephan Burgdorff/Christian Habbe [redacteurs] Aantal pagina’s:220Uitgever:Het SpectrumPlaats van uitgifte:UtrechtJaar van uitgifte:2004 DEEL 4 OORLOGSRECHT EN MORAAL https://www.tracesofwar.com/books/1368/De-hemel-stond-in-brand.htm ”Vanaf 1942 vernietigden de geallieerden systematisch Duitse steden met brandbommen. Doel: met meer dan duizend bombardementen de moraal van de Duitse bevolking breken, in de hoop dat het in opstand komt tegen het nazi-regime. Steden als Hamburg en Dresden werden nagenoeg van de kaart geveegd. 600.000 burgers, 50.000 Duitse soldaten en 160.000 geallieerde piloten en bemanningsleden kwamen hierbij om het leven. Ondanks dit immense aantal slachtoffers, werd er na de oorlog meer gezwegen dan geschreven over deze zwarte bladzijde uit de oorlogsgeschiedenis. Zestig jaar later doorbreekt de redactie van het gezaghebbende Der Spiegel het taboe rond de Bombenkrieg. Aan de hand van nieuwe feiten, ontelbare getuigenissen en deskundige analyses wordt deze luchtoorlog eindelijk volledig en objectief onderzocht, zowel de hel op de grond als de angst bij de piloten. Waarom waren woongebieden het doelwit maar bleef de Duitse industrie gespaard? Was, en is, het moreel verantwoord om burgers te viseren ten tijde van oorlog? Werd het einde van de Tweede Wereldoorlog bespoedigd met deze genadeloze strategie? Der Spiegel publiceerde een artikelenreeks over de Bombenkrieg waarmee de discussie over dit gevoelige onderwerp hevig oplaaide. De redactie van het boek werd gecoördineerd door Stephan Burgdorff (1944) en Christian Habbe (1940), respectievelijk chef Special Topics en redacteur bij Der Spiegel.”
[105]
Lindemann believed that a small circle of the intelligent and the aristocratic should run the world, resulting in a peaceable and stable society, “led by supermen and served by helots.
ORIGINELE BRON WIKIPEDIASIR ARTHUR HARRIS, 1ST BARONET
[107]
The Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind WIKIPEDIASIR ARTHUR HARRIS, 1ST BARONET/SECOND WORLD WAR https://en.wikipedia.org/wiki/Sir_Arthur_Harris,_1st_Baronet#Second_World_War
VARIANT, MAAR DEZELFDE STREKKING: The Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw, and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind.
”Op 30 maart 1942 had Lindemann in een rapport voorgesteld de arbeiderswijken van alle 58 Duitse steden met meer dan 100 000 inwoners te bombarderen. Het Duitse moreel kon het beste worden ondergraven door burgers dakloos te maken en door de arbeidersklasse te treffen kon de ruggegraat van de Duitse oorlogsindustrie worden gebroken” TROUWGEALLIEERDE OORLOGSMISDADEN EN DE LOGICA VAN DE OORLOG17 MAART 1995
”The truth about the failure of Bomber Command shook everyone. Senior RAF commanders argued that the Butt report’s statistics were faulty and commissioned another report, which was delivered by the Directorate of Bombing Operations on 22 September 1941; extrapolating from an analysis of the bomb damage inflicted on British cities, it calculated that the RAF could destroy the forty-three German towns with a population of more than 100,000 using a force of 4,000 bombers.” WIKIPEDIABUTT REPORT/CONTEMPORARY DEBATE, DEHOUSING AND SINGLETON REPORT https://en.wikipedia.org/wiki/Butt_Report#Contemporary_debate,_dehousing_and_Singleton_Report
The paper was delivered during a debate within the British government about the most effective use of the nation’s resources in waging war on Germany—whether the Royal Air Force (RAF) should be reduced to allow more resources to go to the British Army and Royal Navy, or whether the strategic bombing option should be followed and expanded. The paper argued that from the analysis of the reaction of the British population to the Blitz, the demolition of people’s houses was the most effective way to affect their morale, even more effective than killing relatives”
WIKIPEDIA
DEHOUSING
[111]
WIKIPEDIA
AREA BOMBER DIRECTIVE
”Op basis van dat inzicht werd in februari 1942 een nieuwe richtlijn ten aanzien van bombardementsvluchten uitgevaardigd: de area bombing directive. Bomber Command, het onderdeel van de RAF dat verantwoordelijk was voor de bommenwerpers, kreeg de instructie om zich voortaan te richten op het moreel van de vijandelijke burgerbevolking. In dit nieuwe beleid speelde de zogenaamde “gebiedsbombardementen” een grote rol.”
BRABANTS HISTORISCH INFORMATIECENTRUM
STRATEGISCHE BOMBARDEMENTEN EN ”AREA BOMBING”
De RAF voerde zijn eerste strategische bombardement op Duitsland al uit op 15 mei 1940, onmiddellijk na het Duitse bombardement op Rotterdam. In september 1940 begon de Luftwaffe Britse steden aan te vallen. De Britten lieten dat niet onbeantwoord.
Churchill had het over de noodzaak van een absolutely devastating, exterminating attack by very heavy bombers from this country upon the Nazi homeland. Na de grote terugtrekking van de Britten vanuit Duinkerken, waren (zware) bommenwerpers namelijk nog het enige wapen waarmee Groot-Brittannië de Nazi’s op het continent kon bevechten.
Het was echter niet zo’n heel precies wapen: de Britse bommenwerpers waren met de toenmalige navigatiemiddelen niet goed in staat om specifieke oorlogsdoelen, zoals vliegvelden of wapenfabrieken, te vinden en te raken. Slechts een op de vijf vliegtuigen slaagde erin zijn bommen te laten vallen binnen een straal van 8 kilometer van het doel. Onder zulke omstandigheden was een bomaanval eigenlijk alleen effectief als die was gericht op doelen zo groot als hele steden.
Op basis van dat inzicht werd in februari 1942 een nieuwe richtlijn ten aanzien van bombardementsvluchten uitgevaardigd: de area bombing directive. Bomber Command, het onderdeel van de RAF dat verantwoordelijk was voor de bommenwerpers, kreeg de instructie om zich voortaan te richten op het moreel van de vijandelijke burgerbevolking. In dit nieuwe beleid speelde de zogenaamde “gebiedsbombardementen” een grote rol.
Vanaf dit moment waren de richtpunten voor bomaanvallen niet langer meer militaire of industriële installaties, maar een kerk of een andere opvallende plek in het centrum van industriesteden. Het hele stadsgebied was voortaan “doel”. En aangezien de meest effectieve manier om steden te vernietigen het in brand steken daarvan was, wierpen de bommenwerpers vanaf dat moment vooral brandbommen uit.
De nieuwe richtlijn bevatte een lijst met primaire doelen, zoals Essen, Duisburg, Düsseldorf en Keulen, en secundaire doelen als Braunschweig, Lübeck, Rostock, Bremen, Kiel, Hannover, Frankfurt, Mannheim, Stuttgart en Schweinfurt. Deze en andere Duitse steden zouden het in de jaren daarna zwaar te verduren krijgen.
[112]
WIKIPEDIA
SIR ARTHUR HARRIS, 1ST BARONET
WIKIPEDIA
FREDERICK LINDEMANN, 1ST VISCOUNT CHERWELL
[113]
”Zo wenste de charismatische premier eerst ”vernietigende” aanvallen op Duitse steden. Maar toen hij later films van brandende stadswijken zag, vroeg hij: ”Zijn we soms beesten? Gaan we niet te ver?”
BLADZIJDE 112
DEEL 4
OORLOGSRECHT EN MORAAL
110-115
DE HEMEL STOND IN BRAND
Ge Geallieerde bombardementen op Nazi Duitsland
Stephan Burgdorff/Christian Halbe [redactie]
artikelenreeks
[114]
”Een tapijtbombardement is een bombardement waarbij een groot aantal bommen wordt afgeworpen boven een doel, waarbij niet-individuele doelen worden aangevallen, maar hele doelgebieden. Tapijtbombardementen worden overwegend uitgevoerd met strategische bommenwerpers en het doel is vaak een grootstedelijk gebied. De dood van burgers wordt bij een dergelijke aanval op de koop toe genomen, of is uitdrukkelijk het doel van het bombardement. De techniek van tapijtbombardementen wordt ingezet om oorlogsindustrie uit te schakelen, om massieve verdedigingsstellingen uit te schakelen of om het moreel van de bevolking te breken.”
WIKIPEDIA
TAPIJTBOMBARDEMENT
”Op 14 februari 1942 werd het Area Bombing Directive vastgelegd, dat was ontwikkeld door de stafchef van de Britse luchtmacht, Charles Portal. Op dat moment had de RAF nog geen luchtoverwicht boven Duitsland. Bij de nachtelijke bombardementen waren precisieaanvallen nog onmogelijk, zodat gezocht werd naar andere methoden om de Duitse industrie maximale schade toe te brengen. Door de inzet van luchtmijnen en brandbommen boven dichtbevolkte gebieden werd getracht een vuurstorm te ontketenen. De directe aanvalsdoelen verschoven daarmee van industriële complexen naar woongebieden, waarbij de slachtoffers onder de burgerbevolking niet meer een bijzaak waren, maar het doel van het bombardement. De uitvoering van deze strategie werd opgedragen aan luchtmaarschalk Arthur Harris.”
WIKIPEDIA
TAPIJTBOMBARDEMENT/TWEEDE WERELDOORLOG
[115]
”De eerste aanval die volgens de strategie van het Area Bombing Directive werd uitgevoerd was het bombardement van Lübeck van 29 maart 1942. Deze werd gevolgd door diverse bombardementen op het Ruhrgebied.”
WIKIPEDIA
TAPIJTBOMBARDEMENT
[116]
The first ever 1,000 bomber raid by the RAF was conducted on Cologne on the night of 30/31 May 1942. Codenamed Operation Millennium, the massive raid was launched for two primary reasons…….
WIKIPEDIA
BOMBING OF COLOGNE IN WORLD WAR II/FIRST THOUSAND BOMBER RAID
”Het eerste bombardement op Keulen vond onder de codenaam Operation Millennium in mei 1942 plaats en veroorzaakte relatief weinig doden (minder dan vijfhonderd)” DUITSLAND INSTITUUTBOMBARDEMENTEN OP STEDENTWEEDE WERELDOORLOG: 1939-1945 https://duitslandinstituut.nl/naslagwerk/76/bombardementen-op-steden# De Duitsers zelf waren ermee begonnen: het Spaanse Guernica (1937), het Poolse Wielún (1939) en Rotterdam (1940) werden getroffen door een bommenregen en de Battle of Britain (1940-1941) kostte meer dan 25.000 burgerslachtoffers. Voornamelijk in Londen, maar ook in andere steden als Bristol, Liverpool, Birmingham en Coventry.
In 1944 en 1945 werden Duitse raketten V1’s en V2 ‘s vanaf het Europese vasteland vooral op Londen gericht. Ze waren weinig precies, met meer dan achtduizend burgerslachtoffers tot gevolg.
Al dan niet in reactie op de Duitse oorlogstactiek gingen de geallieerden over tot grootscheepse bombardementen op Duitse steden. In 1940 was Berlijn al gebombardeerd met relatief weinig doden tot gevolg. Van een geheel andere orde waren de planmatig uitgevoerde bombardementen die vanaf 1942 werden uitgevoerd onder de Britse commandant Arthur “Bomber” Harris.Het eerste bombardement op Keulen vond onder de codenaam Operation Millennium in mei 1942 plaats en veroorzaakte relatief weinig doden (minder dan vijfhonderd). Om die reden werden ingenieurs ingezet, die brandbommen moesten ontwikkelen, die zoveel mogelijk slachtoffers zouden veroorzaken. Dat de ingenieurs succes boekten bleek in 1943 bij de grote vuurstorm in Hamburg, waarbij circa 40.000 mensen om het leven kwamen.
Het bekendste bombardement was dat op Dresden, mede omdat het in februari 1945 plaatsvond, toen weinig mensen het meer verwachtten en er veel vluchtelingen in de stad waren. Er werden getallen genoemd van 300 duizend dodelijke slachtoffer, maar recent onderzoek heeft uitgewezen dat het er circa 25 duizend waren.
Na de oorlog lagen veel Duitse steden in puin. Niet alle steden werden op dezelfde manier weer opgebouwd. In Frankfurt am Main, Dortmund en Kassel werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om dwars door de stad uitvalswegen voor het autoverkeer te maken. In het centrum van Münster echter werd ervoor gekozen om het middeleeuwse stratenplan te behouden, inclusief de beeldbepalende arcaden. In Hamburg koos men ervoor om veel nieuwe gebouwen in de voor de stad kenmerkende rode baksteen op te trekken. En Dresden begon pas in 1994, na de val van de Muur, met de restauratie en reconstructie van de Frauenkriche.
EINDE STUK DUITSLAND INSTITUUT
”The first ever 1,000 bomber raid by the RAF was conducted on Cologne on the night of 30/31 May 1942. Codenamed Operation Millennium, the massive raid was launched for two primary reasons:
It was expected that the devastation from such raids might be enough to knock Germany out of the war or at least severely damage German morale.[4]
The raids were useful propaganda for the Allies and particularly for RAF Bomber Command head Arthur Harris’s concept of a Strategic Bombing Offensive. Bomber Command’s poor performance in bombing accuracy during 1941 had led to calls for the force to be split up and diverted to other urgent theatres e.g. the Battle of the Atlantic. A headline-grabbing heavy raid on Germany was a way for Harris to demonstrate to the War Cabinet that given the investment in numbers and technology Bomber Command could make a vital contribution to victory.”
”Vanaf 1942 vernietigden de geallieerden systematisch Duitse steden met brandbommen. Doel: met meer dan duizend bombardementen de moraal van de Duitse bevolking breken, in de hoop dat het in opstand komt tegen het nazi-regime. Steden als Hamburg en Dresden werden nagenoeg van de kaart geveegd. 600.000 burgers, 50.000 Duitse soldaten en 160.000 geallieerde piloten en bemanningsleden kwamen hierbij om het leven. Ondanks dit immense aantal slachtoffers, werd er na de oorlog meer gezwegen dan geschreven over deze zwarte bladzijde uit de oorlogsgeschiedenis. Zestig jaar later doorbreekt de redactie van het gezaghebbende Der Spiegel het taboe rond de Bombenkrieg. Aan de hand van nieuwe feiten, ontelbare getuigenissen en deskundige analyses wordt deze luchtoorlog eindelijk volledig en objectief onderzocht, zowel de hel op de grond als de angst bij de piloten. Waarom waren woongebieden het doelwit maar bleef de Duitse industrie gespaard? Was, en is, het moreel verantwoord om burgers te viseren ten tijde van oorlog? Werd het einde van de Tweede Wereldoorlog bespoedigd met deze genadeloze strategie? Der Spiegel publiceerde een artikelenreeks over de Bombenkrieg waarmee de discussie over dit gevoelige onderwerp hevig oplaaide. De redactie van het boek werd gecoördineerd door Stephan Burgdorff (1944) en Christian Habbe (1940), respectievelijk chef Special Topics en redacteur bij Der Spiegel.”
BOEK DE HEMEL STOND IN BRANDStephan Burgdorff/Christian Habbe [redactie][Serie artikelen]De Geallieerde bombardementen op Nazi DuitslandStephan Burgdorff/Christian Habbe [redacteurs] Aantal pagina’s:220Uitgever:Het SpectrumPlaats van uitgifte:UtrechtJaar van uitgifte:2004
BRANDBOMMEN OP DUITSE STEDEN
””Vanaf dit moment waren de richtpunten voor bomaanvallen niet langer meer militaire of industriële installaties, maar een kerk of een andere opvallende plek in het centrum van industriesteden. Het hele stadsgebied was voortaan “doel”. En aangezien de meest effectieve manier om steden te vernietigen het in brand steken daarvan was, wierpen de bommenwerpers vanaf dat moment vooral brandbommen uit.” STRATEGISCHE BOMBARDEMENTEN EN ”AREA BOMBING”
De RAF voerde zijn eerste strategische bombardement op Duitsland al uit op 15 mei 1940, onmiddellijk na het Duitse bombardement op Rotterdam. In september 1940 begon de Luftwaffe Britse steden aan te vallen. De Britten lieten dat niet onbeantwoord.
Churchill had het over de noodzaak van een absolutely devastating, exterminating attack by very heavy bombers from this country upon the Nazi homeland. Na de grote terugtrekking van de Britten vanuit Duinkerken, waren (zware) bommenwerpers namelijk nog het enige wapen waarmee Groot-Brittannië de Nazi’s op het continent kon bevechten.Het was echter niet zo’n heel precies wapen: de Britse bommenwerpers waren met de toenmalige navigatiemiddelen niet goed in staat om specifieke oorlogsdoelen, zoals vliegvelden of wapenfabrieken, te vinden en te raken. Slechts een op de vijf vliegtuigen slaagde erin zijn bommen te laten vallen binnen een straal van 8 kilometer van het doel. Onder zulke omstandigheden was een bomaanval eigenlijk alleen effectief als die was gericht op doelen zo groot als hele steden.
Op basis van dat inzicht werd in februari 1942 een nieuwe richtlijn ten aanzien van bombardementsvluchten uitgevaardigd: de area bombing directive. Bomber Command, het onderdeel van de RAF dat verantwoordelijk was voor de bommenwerpers, kreeg de instructie om zich voortaan te richten op het moreel van de vijandelijke burgerbevolking. In dit nieuwe beleid speelde de zogenaamde “gebiedsbombardementen” een grote rol.
Vanaf dit moment waren de richtpunten voor bomaanvallen niet langer meer militaire of industriële installaties, maar een kerk of een andere opvallende plek in het centrum van industriesteden. Het hele stadsgebied was voortaan “doel”. En aangezien de meest effectieve manier om steden te vernietigen het in brand steken daarvan was, wierpen de bommenwerpers vanaf dat moment vooral brandbommen uit.De nieuwe richtlijn bevatte een lijst met primaire doelen, zoals Essen, Duisburg, Düsseldorf en Keulen, en secundaire doelen als Braunschweig, Lübeck, Rostock, Bremen, Kiel, Hannover, Frankfurt, Mannheim, Stuttgart en Schweinfurt. Deze en andere Duitse steden zouden het in de jaren daarna zwaar te verduren krijgen. [121]
BOEK DE HEMEL STOND IN BRANDStephan Burgdorff/Christian Habbe [redactie][Serie artikelen]De Geallieerde bombardementen op Nazi DuitslandStephan Burgdorff/Christian Habbe [redacteurs] Aantal pagina’s:220Uitgever:Het SpectrumPlaats van uitgifte:UtrechtJaar van uitgifte:2004 DEEL 3 VUURSTORMEN DOOR DUITSE STEDENBladzijde 63 t/m 108 https://www.tracesofwar.com/books/1368/De-hemel-stond-in-brand.htm
[122]
‘Op 23 januari 1943 werd het eindrapport van de Verenigde chefs van Staven overhandigd aan Churchill en Roosevelt. Het rapport had als titel De oorlogvoering in 1943. Het veiligstellen van de verbindingen over zee moet de hoogste prioriteit behouden. Een overzicht van de belangrijkste besluiten:
Het belangrijkste doel voor de geallieerden was het verslaan van Karl Dönitz duikboten om zo de overwinning tegen de asmogendheden te verzekeren. Zonder de controle over de Atlantische Oceaan waren de geallieerden niet in de mogelijkheid om hun plannen tot grootschalige landingsoperaties uit te voeren en kon men Groot-Brittannië niet voorzien van voedsel en de strategische grondstoffen, materieel en manschappen.
De Russische strijdkrachten zou worden gesteund door zo veel mogelijk materiaal en voorraden naar Rusland te vervoeren.
Voor het Middellandse Zeegebied was de hoofdlijn de bezetting van Sicilië met als doel de verbindingslijn via de Middellandse Zee veiliger te maken en de Duitse druk op het Russisch front te verminderen.
Het ontketenen van een zwaar luchtoffensief tegen de Duitse oorlogsindustrie vanuit Groot-Brittannië.
Het uitvoeren van aanvalsoperaties op het Europees vasteland indien er manschappen en amfibiematerieel beschikbaar is.
Het plannen en verzamelen van een zo sterk mogelijke strijdmacht die gereed moet staan om een invasie op het Europees continent uit te voeren zodra de Duitsers voldoende verzwakt zijn.”’
”De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk besluiten in 1944 om de Duitse steden op uitgebreide schaal en systematisch te bombarderen om het Duitse volk te demoraliseren en de oorlog te beëindigen. De bombardementen leiden tot honderdduizenden burgerdoden en verwoeste steden” VPRO PROBGRAMMA’SIN EUROPA, AFL 201945-DUITSLAND 7 RUSLAND https://www.vpro.nl/programmas/in-europa/kijk/afleveringen/2007-2009/1945-duitsland-rusland.html
TEKST
Het nazi-monster is overwonnen, maar wat te doen met de Duitsers? Bestaat er zoiets als een recht op wraak? Het Duitse volk krijgt er hoe dan ook ongenadig van langs tegen het einde van en in de eerste jaren na de oorlog. Kun je hierover spreken zonder de slachtoffers van de Holocaust tekort te doen?
Sasza Malko, de pools-joodse researcher van In Europa, komt in opstand: De Duitsers hebben volgens hem tot in de achtste generatie nog drie keer zoveel pijn verdiend. Toch gaat hij mee naar een oud-officier van het Russische leger die het jarenlange stilzwijgen verbreekt en vertelt over de massale verkrachtingen door zijn soldaten van Duitse vrouwen. Waren het “incidenten” of een bewuste vernedering van de vijand?
En wat te denken van “moral bombing”, de geallieerde tactiek om Duitse steden – zoals Dresden – net zolang te bombarderen tot de bevolking op zijn knieën om genade zou smeken? Over smerige methoden in de strijd tegen een smerige vijand.
De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk besluiten in 1944 om de Duitse steden op uitgebreide schaal en systematisch te bombarderen om het Duitse volk te demoraliseren en de oorlog te beëindigen. De bombardementen leiden tot honderdduizenden burgerdoden en verwoeste steden. De soldaten van het leger van de Sovjet-Unie verkrachten, martelen en doden op massale schaal Duitse burgers bij hun opmars door Duitsland in 1944 en 1945 met toestemming van de Russische officieren.
Met een e-mail van de Pools-Joodse researcher van ‘In Europa’, Sasza Malko, door hemzelf voorgelezen, waarin hij zegt dat de Duitsers bombardementen en lijden verdienen.
”Ook in Azië werden tapijtbombardementen uitgevoerd, in het bijzonder door de Amerikaanse luchtmacht tegen Japan. Bij het bombardement op Tokio op 9 en 10 maart 1945 kwamen ongeveer 100.000 mensen om het leven” WIKIPEDIATAPIJTBOMBARDEMENT/TWEEDE WERELDOORLOG
[126]
”Tegen Japan werden voor het eerst napalmbommen gebruikt, die grootschalige branden en vuurstormen veroorzaakten in de voornamelijk met hout gebouwde woonwijken.
[127] ”Tegen Japan werden voor het eerst napalmbommen gebruikt, die grootschalige branden en vuurstormen veroorzaakten in de voornamelijk met hout gebouwde woonwijken.”
”Daarop gaat hij in, evenals op geallieerde schendingen van de Conventie van Genève, zoals de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen bij de Sovjet-opmars in het oosten van Duitsland…….” TROUW17 MAART 1995
TEKST
Wim Berkelaar: De schaduw van de bevrijders. Walburg Pers, Zutphen; 176 blz. – ¿ 39,50.HUIB GOUDRIAAN17 maart 1995, 0:00
Lagerhuis en publiek kregen een andere, dubbelzinnige uitleg. De minister van luchtvaart antwoordde parlementariërs die wilden weten of de bombardementen op woonwijken moreel verantwoord waren, dat het ging om de uitschakeling van ‘militaire doelen’. Suggesties dat de regering de Duitse arbeidersklasse dakloos wilde maken, noemde hij ‘absurd’. De historicus Wim Berkelaar maakt nu duidelijk, in ‘De schaduw van de bevrijders – geallieerde oorlogsmisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog’, dat professor F. A. Lindemann, wetenschappelijk adviseur van de Britse oorlogsleider Churchill, de theoretische basis legde voor de inferno’s aangericht in de Duitse steden.
Op 30 maart 1942 had Lindemann in een rapport voorgesteld de arbeiderswijken van alle 58 Duitse steden met meer dan 100 000 inwoners te bombarderen. Het Duitse moreel kon het beste worden ondergraven door burgers dakloos te maken en door de arbeidersklasse te treffen kon de ruggegraat van de Duitse oorlogsindustrie worden gebroken. Sommige deskundigen wezen het rapport als onverantwoord en ondeskundig af, maar Bombercommand van de RAF vatte het op als een steuntje in de rug. Luchtmachtbevelhebber Arthur (‘Bomber’) Harris was dus niet de geestelijk vader van de bombardementen, maar gaf er wèl overtuigd, en militair-technisch doeltreffend, uitvoering aan.
Waren de Britten, met Churchill voorop, zich er niet van bewust dat alsmaar krachtiger bombarderen van ‘open’ steden (zonder militair karakter) moreel verwerpelijk was en in strijd met het Landoorlogreglement? Berkelaar beantwoordt deze en andere vragen met het blootleggen van de zich ontwikkelende ‘logica van de oorlog’, waarin wie wind zaait (zoals de Luftwaffe in 1940 boven Engeland deed) storm oogst. Churchill besloot dat terugslaan met massale luchtbombardementen de enige kans bood Hitler ‘af te stoppen’. Tenslotte kwamen de Britten, met de zienswijze dat ook arbeiders in de bewapeningsindustrie militair actief zijn, op het hellend vlak naar oorlogsmisdaden. Na de oorlog daagde het inzicht dat het bombarderen van burgerdoelen niet alleen ethisch onverantwoord was. Ook bleek dat het Duitse moreel allerminst was ondermijnd en dat de bevolking juist vijandiger was geworden jegens de geallieerden.
In 1992 oordeelde de Times – die in 1943 verontschuldigend schreef dat bij het raken van militaire doelen ‘burgerslachtoffers onvermijdelijk zijn’ – dat de bombardementsstrategie ‘een zwarte bladzij was in de Britse oorlogsgeschiedenis’. De voortgaande bewustwording van wat mensen elkaar in oorlogen aandoen, ook in een ‘rechtvaardige oorlog’, biedt enige hoop.
Wim Berkelaar vond in de 55e herdenking van de Tweede Wereldoorlog voldoende aanleiding om het hete hangijzer van de geallieerde oorlogsmisdaden in die oorlog op te pakken. In zijn Woord vooraf legt hij uit de bevrijders niet te willen aanklagen. Het is nog minder zijn bedoeling op slinkse wijze de Duitse oorlogsmisdaden goed te praten. Hij wilde het geallieerde optreden toetsen aan het geldende oorlogsrecht. Daarop gaat hij in, evenals op geallieerde schendingen van de Conventie van Genève, zoals de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen bij de Sovjet-opmars in het oosten van Duitsland, de Poolse misdaden tegen Duitsers in 1939, de Sovjetrussische moord op 20 000 Poolse officieren in Katyn, de slechte behandeling van krijgsgevangenen door de geallieerden in 1945, en de tragedie van de Britse uitlevering van 25 000 anti-communistische kozakken aan de Sovjet-Unie in 1945 en 1946.
Minder bekend is dat geallieerde soldaten zich in 1944 in het bevrijde zuiden van Nederland schuldig maakten aan plunderingen en vernielingen. Het Militair Gezag, het overgangsregime ingesteld door de regering in Londen, registreerde tientallen klachten van burgers over plunderingen en diefstallen door Amerikaanse, Canadese en Britse militairen. Burgemeester Gerards van Ubbergen stuurde het Militair Gezag eind december 1944 negentien rapporten over geallieerde plunderingen. Hij schreef: “De aangetroffen toestanden tarten iedere beschrijving. Hier is geen sprake meer van plundering of diefstal, maar van op de meest brute en grove wijze aangerichte verwoestingen en vernielingen.” Berkelaar brengt een noodzakelijke nuancering aan: “Er kwam niet of nauwelijks geweld aan te pas en de plunderingen kunnen beter ‘schendingen van het oorlogsrecht’ dan ‘oorlogsmisdaden’ worden genoemd.” Niettemin, de misdragingen beroofden bij de betrokken Nederlanders de bevrijders van hun aureool, ook al hadden betrekkelijk weinigen zich eraan schuldig gemaakt.
[131]
”Babi Jar (Oekraïens: Бабин Яр, Babyn Jar; Russisch: Бабий Яр, Babi Jar) is een ravijn in Kiev. In 1941 werden er door de nazi’s meer dan 100.000 mensen (meest Joden) vermoord (sommige bronnen vermelden 250.000 slachtoffers)”
”The Blitz was a German bombing campaign against the United Kingdom in 1940 and 1941, during the Second World War. The term was first used by the British press and is the German word for ‘lightning”
De Duitsers zelf waren ermee begonnen: het Spaanse Guernica (1937), het Poolse Wielún (1939) en Rotterdam (1940) werden getroffen door een bommenregen en de Battle of Britain (1940-1941) kostte meer dan 25.000 burgerslachtoffers. Voornamelijk in Londen, maar ook in andere steden als Bristol, Liverpool, Birmingham en Coventry.
In 1944 en 1945 werden Duitse raketten V1’s en V2 ‘s vanaf het Europese vasteland vooral op Londen gericht. Ze waren weinig precies, met meer dan achtduizend burgerslachtoffers tot gevolg.
Al dan niet in reactie op de Duitse oorlogstactiek gingen de geallieerden over tot grootscheepse bombardementen op Duitse steden. In 1940 was Berlijn al gebombardeerd met relatief weinig doden tot gevolg. Van een geheel andere orde waren de planmatig uitgevoerde bombardementen die vanaf 1942 werden uitgevoerd onder de Britse commandant Arthur “Bomber” Harris.
Het eerste bombardement op Keulen vond onder de codenaam Operation Millennium in mei 1942 plaats en veroorzaakte relatief weinig doden (minder dan vijfhonderd). Om die reden werden ingenieurs ingezet, die brandbommen moesten ontwikkelen, die zoveel mogelijk slachtoffers zouden veroorzaken. Dat de ingenieurs succes boekten bleek in 1943 bij de grote vuurstorm in Hamburg, waarbij circa 40.000 mensen om het leven kwamen.
Het bekendste bombardement was dat op Dresden, mede omdat het in februari 1945 plaatsvond, toen weinig mensen het meer verwachtten en er veel vluchtelingen in de stad waren. Er werden getallen genoemd van 300 duizend dodelijke slachtoffer, maar recent onderzoek heeft uitgewezen dat het er circa 25 duizend waren.
Na de oorlog lagen veel Duitse steden in puin. Niet alle steden werden op dezelfde manier weer opgebouwd. In Frankfurt am Main, Dortmund en Kassel werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om dwars door de stad uitvalswegen voor het autoverkeer te maken. In het centrum van Münster echter werd ervoor gekozen om het middeleeuwse stratenplan te behouden, inclusief de beeldbepalende arcaden. In Hamburg koos men ervoor om veel nieuwe gebouwen in de voor de stad kenmerkende rode baksteen op te trekken. En Dresden begon pas in 1994, na de val van de Muur, met de restauratie en reconstructie van de Frauenkriche.
EINDE ARTIKEL
[134]
”In 1944 en 1945 werden Duitse raketten V1’s en V2 ‘s vanaf het Europese vasteland vooral op Londen gericht. Ze waren weinig precies, met meer dan achtduizend burgerslachtoffers tot gevolg.”
”Eindscore: circa een half miljoen gedode burgers waaronder begrepen 75000 kinderen jonger dan veertien jaar.” TROUWDE GEALLIEERDE OORLOGSMISDADEN ZIJN NOG STEEDS ONBESPREEKBAAR2 AUGUSTUS 2003 https://www.trouw.nl/nieuws/de-geallieerde-oorlogsmisdaden-zijn-nog-steeds-onbespreekbaar~bb74ca08/ TEKST Het is deze week precies zestig jaar geleden dat Hamburg vanuit de lucht werd verwoest. Met een serie massale bombardementen slaagden een Britse en een Amerikaanse luchtvloot erin de duizenden brandhaarden tot een vuurstorm aan te wakkeren, een vuurzee met de doorsnee van meerdere kilometers en de kracht van een orkaan. Van de stad van 1,8 miljoen inwoners werd de helft van de gebouwen totaal verwoest en dertig procent beschadigd. 40000 burgers, voor een aanzienlijk deel vrouwen en kinderen, kwamen om het leven. Velen stikten in hun schuilplaatsen of verbrandden levend.
In de editie van vorige week besprak Gerbert van Loenen deze catastrofe uit 1943 aan de hand van de herdenkingen die momenteel in Hamburg worden gehouden. Zijn artikel bracht mij ertoe te doen wat ik al langer van plan was: het vorig jaar verschenen boek van Jörg Friedrich, Der Brand, eindelijk eens te lezen. De ondertitel geeft het thema weer: Deutschland im Bombenkrieg 1940-1945.Friedrich is een gerenommeerd historicus die zich onder meer uitvoerig heeft beziggehouden met de geschiedenis van de nazi-misdaden. Met zijn recente boek heeft hij echter deze platgetreden paden verlaten en een onderwerp ter hand genomen waarover de afgelopen halve eeuw vrijwel niets is gepubliceerd: de systematische verwoesting van de Duitse steden in de Tweede Wereldoorlog.
Het is een voortreffelijk boek geworden, uitstekend gedocumenteerd en geschreven in een robuuste stijl die hier en daar een onderdrukte woede verraadt. Het kon niet uitblijven. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de uitwerking van de letterlijk duizenden bombardementen op de Duitse burgerbevolking, kreeg Friedrich telkens weer scènes onder ogen die in Dante’s Hel niet hadden misstaan.
Anderzijds verwierf hij inzicht in de motieven en plannen van de ontdekkingsreis die de mening bevestigde, al in 1958 door de historicus Golo Mann geformuleerd: met hun verwoesting van de Duitse steden hebben de geallieerden Hitlers meedogenloosheid geïmiteerd: ,,Deze nachtelijke massamoorden op burgers lieten zien hoe diep de publieke moraal was gezonken”.
Met name de Britse oorlogsleiders komen er bij Friedrich slecht af. Winston Churchill, de meest gevierde staatsman van de 20ste eeuw, verschijnt bij hem als een bloeddorstig heerschap, dat al in juni 1940 aankondigt Duitsland in ‘een woestijn’ te zullen veranderen; die bij gebrek aan militaire mogelijkheden te land, alle kaarten zet op de luchtoorlog en droomt van een ‘absoluut verwoestende uitroeiingsaanval (exterminating attack) door zeer zware bommenwerpers’; die in maart 1944 zelfs gecharmeerd raakt van een nóg ‘absoluter’, een bacteriologisch wapen en meteen in Amerika een order plaatst voor een half miljoen miltvuurbommen. De invasie in Normandië, een paar maanden later, verhinderde het gebruik van dit ultieme vernietigingsmiddel.
Even naargeestig is het beeld dat Friedrich ontwerpt van de chef van het Bomber Command, luchtmaarschalk Arthur Harris. Na betrekkelijk korte tijd verliest deze alle interesse voor het bombarderen van militaire en industriële installaties om zich geheel te concentreren op zijn enige doel: het veranderen van alle Duitse steden en vooral de kwetsbare oude binnensteden in puinhopen.
Even fascinerend als onthutsend is Friedrichs beschrijving van het consequent speuren naar methoden om zoveel mogelijk schade aan te richten. Het meest effectief blijkt het eerst afwerpen van brisantbommen waardoor de gebouwen worden beschadigd, het vervolgens strooien met honderdduizenden brandbommen, om te eindigen met vertraagd exploderende bommen die het blus- en reddingswerk belemmeren.
Slechts één ding stond vast: alles moest kapot. Aanvankelijk gold als doel het breken van het Duitse moreel, maar in de laatste oorlogsperiode was dat zelfbedrog gebleken. Toch vond in die negen maanden dat de geallieerden al op het continent stonden, de helft van alle bombardementen plaats, een orgie van verwoesting zonder enig militair doel, een orgie van moordlust ook want gegeven de inmiddels zeer verzwakte en soms afwezige Duitse afweer, konden de geallieerde vliegers vrij opereren. Ze voerden in feite massa-executies uit. Zo in Pforzheim, dat op 24 februari 1945 werd ausradiert: van de 65000 inwoners stierven er die nacht 20277.
De bekendgeworden verwoesting van Dresden in diezelfde maand, die ongeveer 40000 mensen het leven kostte, was geen ongelukkige uitzondering. Seriemoordenaar Arthur Harris werkte eenvoudig zijn programma af. Eindscore: circa een half miljoen gedode burgers waaronder begrepen 75000 kinderen jonger dan veertien jaar.
Als dit geen oorlogsmisdadigheid is, wat dan wel? Maar zo wordt het niet gezien. Bomber Harris kreeg nog in 1992 zijn standbeeld in Londen, geplaatst nabij de kerk van St. Clemens Danes. God is met hem. En Jörg Friedrich, die de misdaden nauwgezet in kaart bracht, weigerde desgevraagd de term te gebruiken.
Als de Duitsers, met hun barbaarse oorlogsverleden, verkiezen te zwijgen, dan is dat voor alle anderen reden te meer om de scheefhangende geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog eindelijk eens recht te trekken. Indien geen morele opdracht, dan toch een zaak van wetenschappelijke integriteit. EINDE ARTIKEL
In World War II approximately 410,000 German civilians were killed by Allied air raids. From July 1944 to January 1945, an average of 13,536 people were killed every month. In Hamburg alone about 49,000 civilians were killed by Allied bombing, and in Berlin about 35,000. During a single attack carried out at night from February 1st to 14th 1945, more than 20,000 civilians were killed in Dresden . But not only cities had fallen victim to the Allies’ strategic bombing.
The medium-sized town of Nordhausen lost about 20% of its population in one night attack in May 1945, Pfortzheim lost 22%. Numerous cities, medium-sized towns and small towns had been the target of the Royal Air Force (RAF) and the US-Air Force (USAAF), amongst them Karlsruhe, Stuttgart, Essen, Bremen, Wilhelmshaven, Emden, Duisburg, Hamburg, Saarbrucken, Düsseldorf, Osnabrück, Mainz, Lübeck, Münster, Kassel, Cologne, Schweinfurt, Jena, Darmstadt, Krefeld, Leipzig, Dresden, Brunswick, Munich, Magdeburg, Aschersleben, Halberstadt, Chemnitz, Halle, Plauen, Dessau, Potsdam, Erfurt, but also towns like Cailsheim, Freudenstadt and Hildesheim.
Even small villages had no reason to feel safe. They were attacked too, either by accident, as substitutes for another target, or because of local industry, as in the case of the “Deutsche Gasolin AG”, an oil refinery in the village of Dollbergen , situated about 30 kilometers east of Hanover , with only about 1,400 inhabitants.
In Hanover nearly 250,000 people lost their apartment in the night-attack from October 8th to 9th 1943. During that time Berlin counted approximately 400,000 homeless, and only a few months later, in March 1944, they counted almost 1.5 million. Furthermore a large number of people had been indirectly affected by Allied air-assaults. Allied bomber squadrons crossed a number of cities and towns on their way to the target, causing air-alarms and people getting up in the middle of the night, heading to the bunker or cellar. In some cases people could watch the attack of another city or town nearby. Other towns and villages served as lodging for the evacuees. At the end of war, in West Germany alone, about 4 to 5 million people were still living in evacuation lodgings.
One is inclined to think that such a comprehensive bombing campaign was likely to have a most devastating effect on the enemy’s civil population. Eventually a significant effect on industrial production could be achieved, either by destruction of the production plants or by a negative physical and psychological effect on its labour. Civil devastation would result in civil unrest and public uprise against the Nazi regime. At least that was what the Allies were hoping for. And yet Allied assaults had no significant effect on German production until the last year of the war. German industry unexpectedly counterbalanced the destruction of a number of their plants by a further increase in productivity. All the same, German workers suffered under the bombing, but were attracted by special food and luxury rations.
Nevertheless it is inconceivable that Allied air raids did not have an effect on the population’s attitude to war and the Nazi regime. In practice, aside from the diminution of industrial production, the declared goal of the Allied raids was to weaken the population’s morale and to shake the very foundations of the regime. Even though the German leaders were likewise expecting public unrest and rebellion caused by air-war, it never occurred.
Jörg Friedrich claims that the emergency situation tied Volk and regime to each other. There are, however, some cogent reasons against this thesis. Although no general rejection of National Socialism occurred, latest research suggest a decrease in positive public statements in favour of the regime. But the absence of greater effects on social and public order asks for explanation.
Cultural history perceives war as a social process, stretching over the boundaries of a pure military context. Therefore a change of research perspective is necessary, from considering the pure course of historical event, process and structure, to a concrete form of experienced, perceived reality. This section of the project “Bombing, States and Peoples in Western Europe (1940-1945)” will investigate how the course of war, especially the air-war, influenced the attitude and political outlook of the German civil population. For this purpose, the specific conditions of general social life and the protagonists’ individual circumstances which structure war experience and that are themselves modified by war will be reconstructed. The experience of war by the civil population, the question of perception and interpretation, the patterns of reference and given options to act are important correctives to history from above.
As part of this, the individual feelings and perceptions, collective mentalities, social consciousness and “Lebenswelten” (lived-in worlds) will be investigated. Although the reports of the Sicherheitsdienst (SD) on the mood of the population are of incalculable importance for the examination of attitude in the Third Reich, one has to assume that delicate matters, such as private political opinions, were likely to be kept out of the public domain. Living under a totalitarian regime one had to be aware of the constant presence of the secret service, the Gestapo or their potential informants, who were only too ready to denounce their fellow citizens. This is confirmed by the assessments of the SD and the observers of the Wehrmacht employed at the home-front during the last year of the war.
It may be assumed then that criticism often did not leave the immediate family, or in a process of internalization has been entrusted to a diary only. The analysis of ego-documents such as letters, diaries and private reports should therefore fill the gaps in secret service-reports. These sources give an insight into the everyday wartime experience. The close-up perspective of non-combatants directly or indirectly involved in war events can be examined. Just as the understanding of contemporary experience has been determined by existing patterns of interpretation, those patterns themselves have been shaped by established figures of personal experience. Every new experience, however, offers the possibility of checking pre-existing patterns of interpretation. The sources indicate that observations on the home front, experiences under the bombs and information on strategic bombing from all parts of Germany , influenced people’s evaluation of the regime. The fact that Allied bomber squadrons succeeded in bomb ing German cities indicated military incompetence on behalf of the Wehrmacht. A shortage or delay in supply, caused by a destroyed infrastructure or the special additional needs of those who had lost their homes and property as a result of bombing caused doubts concerning the ability of the regime to take care of its people. The situation of crisis on the home front seemed to have put the Nazi regime to the test. So Niklas Luhmann’s meaning when he expressed experience as the “ongoing reconstruction of sense-like constituted reality that is worked off by disappointments” becomes clear. The process of collecting experiences simultaneously reflects remembered past, the interpretation of the contemporary and concepts and expectations for the future.
Even though there are numerous existing reports on single Allied air assaults in Germany , the Allies’ objectives concerning public morale, their effect or the reasons for their possible failure have never been closely examined. The project aims to fill this gap in World War historiography.
[138] ‘Bombardementen als die op Rotterdam, Coventry, Hamburg en Dresden zijn tot op de dag van vandaag zeer omstreden: was het oorlogsvoering volgens de conventies van Genève, of waren het oorlogsmisdaden?”
”Van de stad van 1,8 miljoen inwoners werd de helft van de gebouwen totaal verwoest en dertig procent beschadigd. 40000 burgers, voor een aanzienlijk deel vrouwen en kinderen, kwamen om het leven. Velen stikten in hun schuilplaatsen of verbrandden levend.” TROUWDE GEALLIEERDE OORLOGSMISDADEN ZIJN NOG STEEDS ONBESPREEKBAAR2 AUGUSTUS 2003 https://www.trouw.nl/nieuws/de-geallieerde-oorlogsmisdaden-zijn-nog-steeds-onbespreekbaar~bb74ca08/
” Numerous cities, medium-sized towns and small towns had been the target of the Royal Air Force (RAF) and the US-Air Force (USAAF), amongst them Karlsruhe, Stuttgart, Essen, Bremen, Wilhelmshaven, Emden, Duisburg, Hamburg, Saarbrucken, Düsseldorf, Osnabrück, Mainz, Lübeck, Münster, Kassel, Cologne, Schweinfurt, Jena, Darmstadt, Krefeld, Leipzig, Dresden, Brunswick, Munich, Magdeburg, Aschersleben, Halberstadt, Chemnitz, Halle, Plauen, Dessau, Potsdam, Erfurt, but also towns like Cailsheim, Freudenstadt and Hildesheim ”
”In Hanover nearly 250,000 people lost their apartment in the night-attack from October 8th to 9th 1943. During that time Berlin counted approximately 400,000 homeless, and only a few months later, in March 1944, they counted almost 1.5 million” UNIVERSITY OF EXETERCENTRE FOR THE STUDY OF WAR, STATE AND SOCIETYBOMBING, STATES AND PEOPLES IN WESTERN EUROPE 1940-1945THE BOMBING OF GERMANY 1940-1945 https://humanities.exeter.ac.uk/history/research/centres/warstateandsociety/projects/bombing/germany/
Reacties uitgeschakeld voor Noten 91 t/m 145/”Geallieerde oorlogsmisdaden in de Tweede Wereldoorlog/Hoe de ”goede kant van de geschiedenis” slechte dingen deed
CRIMES AGAINST HUMANITY”1. For the purpose of this Statute, “crime against humanity” means any of the following acts when committed as part of a widespread or systematic attack directed against any civilian population, with knowledge of the attack:”………..(a) Murder; ……….”(a) “Attack directed against any civilian population” means a course of conduct involving the multiple commission of acts referred to in paragraph 1 against any civilian population, pursuant to or in furtherance of a State or organizational policy to commit such attack; http://hrlibrary.umn.edu/instree/Rome_Statute_ICC/Rome_ICC_part2.html
ORIGINELE BRON ROME STATUTE OF THE INTERNATIONAL CRIMINAL COURT
Strong evidence exists that Japan prepared to surrender before the bomb was dropped
Fewer Americans than at any time since 1945 believe that the atomic bombing of Hiroshima 70 years ago today and Nagasaki three days later was a good idea.
In a YouGov poll just published, 45 per cent of respondents between the ages of 18 and 29 said that president Truman had made the wrong decision, against 41 per cent who approved. The margin was slightly narrower among 30 to 44-year- olds – 36 per cent to 33.
The picture is dramatically different in older age brackets.
Respondents between 45 and 65 supported the bombing, 55 per cent to 21 per cent. Over-65s backed Truman 65 to 15 per cent. Among the population as a whole, 45 per cent were in favour of the bombing, 29 per cent against. The figures can tellingly be compared with Gallup results in August 1945 suggesting that 85 per cent of Americans were content with the bombing, only 10 per cent opposed. (In the same poll, a remarkable 23 per cent said that they wished that more atomic bombs had been dropped before the Japanese had had a chance to surrender.)
The bombs reduced Hiroshima, population 350,000, and Nagasaki, 210,000, to smears of ash and vaporised at least 200,000 civilians. Upwards of another 250,000 were to die from radiation poisoning in later years.
In a radio broadcast within hours of Hiroshima, Truman told the nation: “We are now prepared to obliterate more rapidly and completely every productive enterprise the Japanese have standing above ground in any city. We shall destroy their docks, their factories and their communications. Let there be no doubt.” (Docks, factories, communications. . . People didn’t rate a mention.)
Days later, of course, Truman made good on his threat. One of the first doctors to arrive in Hiroshima after the blast told: “Tremendous numbers of unidentified corpses were piled up and cremated on the spot. The injured and irradiated continued to die. Day and night in every corner of the city, corpses are piled upon the corpses and burned.”
“Irradiated” wasn’t a popular word back in Washington. The allies maintained that radiation sickness was a myth, insisting that all the dead had perished in the initial blasts.
A front page report in the New York Times carried the headline: “No radioactivity in Hiroshima ruin.” The atomic episode was all over and the war had ended a result.
It wasn’t until the Australian Wilfred Burchett arrived as the first journalist to make it to Hiroshima that the aftermath of the explosion was described to a western audience: “I write this as warning to the world,” was his intro on page one of the Daily Express. He described in detail how he had walked through a hospital ward packed with people with their skin hanging in flaps from their bodies, eyes opaque, dying, but with no visible marks. There being no word for it yet, he wrote of “an atomic plague.”
In retaliation for telling it as he had seen it, his press accreditation was famously withdrawn. He was vilified for years. In some circles he still is.
The justification for the bombing offered then and since continues to be that it brought the war to a speedy end and so actually saved lives. The moral basis for this proposition is, at best, shaky – as is the calculation on which it is based. True, the Japanese surrendered within a week of Nagasaki.
But there is strong evidence that they had been ready for surrender before the Enola Gay emerged from the clouds above Hiroshima and unloaded “Little Boy” – a cuddly, anthropomorphic name for a device designed to kill on a scale unknown in all prior history. The Nagasaki bomb was nicknamed “Fat Man”.
The US strategic bombing survey, commissioned by Truman, compiled by a civilian team including John K Galbraith and based on interviews with more than 400 US officers and on access to the complete Japanese military logs, reported in July 1946: “Based on a detailed investigation of all the facts and supported by the testimony of the surviving Japanese leaders involved, it is the survey’s opinion that . . . Japan would have surrendered even if the atomic bombs had not been dropped, even if Russia had not entered the war and even if no invasion had been planned or contemplated.”
The Soviet Union joined the war in Asia two days after Hiroshima, a day before Nagasaki, delivering in the nick of time on a promise made by Stalin in Yalta – and also with a view to qualifying as a combatant entitled to a share of the spoils.
The US will meanwhile have wanted to impress on the world and especially on Stalin that it possessed weapons capable of reducing any rival to rubble.
Thus, there were geopolitical reasons for killing everybody in the two Japanese cities that may have been more persuasive with US leaders than urgency to end the war.
Six years later, on two fateful days in August 1945, the bombs known as Little Man and Fat Boy were dropped on Hiroshima and Nagasaki, Japan – on soldiers, sailors, women and children alike. These detonations accelerated the end of the Second World War, but presaged the Cold War that dominated the latter half of the 20th century. Einstein regretted the letter. In a 1947 Newsweek article headlined “The Man Who Started It All,” he was quoted as saying, “Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb, I would never have lifted a finger.” TIME.COMEINSTEIN FEARED A NAZI ATOM BOMB-BUT IMMIGRANTS MADE SURE THE US GOT THERE FIRST
https://time.com/5641891/einstein-szilard-letter/ Chaos reigns at the border as the United States confronts a massive influx of immigrants. Some, in fear for their lives, seek asylum from brutal regimes. Others seek the ever-elusive American dream. But first, they are held, sometimes in appalling conditions, until processed by immigration authorities.
This is not the U.S.-Mexican border in 2019, but Ellis Island in the 1930s. As the Nazis seize power and stamp down their jackboots on Jewish communities and left-leaning intellectuals throughout Europe, many flee to the United States. One of the new arrivals is Albert Einstein, who arrived in 1933 and several years later became a naturalized citizen, taking the oath of allegiance in Trenton, N.J.
Einstein’s entry to the United States was smoothed by his having already received a Nobel Prize in physics, even if his work was dismissed as mere “Jewish physics” by another Nobel Laureate, Philipp Lenard, who served as Chief of Aryan Physics for the Third Reich. Einstein, whose special theory of relativity had been published in 1905, had achieved international fame, even if — as he quipped — no one really understood why. He was not the only refugee scientist to land on American shores, but his influence dwarfed the others.
As war approached, Einstein, a lifelong pacifist, did something out of character and out of necessity. On Aug. 2, 1939, he signed a letter addressed to President Franklin Delano Roosevelt, warning that the Nazis might be developing nuclear weapons. Einstein urged the United States to stockpile uranium ore and begin work on its own atomic weapons.
Einstein did not write the letter — that was the work of Hungarian émigré Leó Szilárd, with whom Einstein shared a patent for a novel refrigerator. Szilárd composed it with help from two other Hungarian physicists, Edward Teller and Eugene Wigner who (with Hans Bethe) would be jokingly referred to as the Four Hungarians of the Apocalypse. With the letter freshly typed, Teller drove Szilárd out to Peconic, Long Island, where Einstein was staying, to get his signature.
No one else signed it. No one else had to. Thus the Manhattan Project was born. Six years later, on two fateful days in August 1945, the bombs known as Little Man and Fat Boy were dropped on Hiroshima and Nagasaki, Japan – on soldiers, sailors, women and children alike. These detonations accelerated the end of the Second World War, but presaged the Cold War that dominated the latter half of the 20th century.
Einstein regretted the letter. In a 1947 Newsweek article headlined “The Man Who Started It All,” he was quoted as saying, “Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb, I would never have lifted a finger.”
In fact, the Nazis could not muster the breakthroughs necessary to achieve the nuclear weapons Einstein and his fellow physicists feared. So many scientists had fled Nazi-occupied territory that the Third Reich was short of the brain power they needed to develop the bomb. Yes, they had Lenard and Werner Heisenberg, but the ranks of first-rate nuclear scientists in Germany were deeply depleted due to Hitler’s policies.
And the Nazis’ loss was the United States gain. Emigres brought their expertise to bear on the Manhattan Project. Enrico Fermi fled Italy because of the anti-Jewish laws that pertained to his wife. Emilio Segrè ran afoul of those laws, too. Rudolf Peierls, who settled in Britain, was a German-born Jewish physicist and Felix Bloch, who like Peierls also briefly worked on the bomb, was likewise a Jewish refugee from the Nazis. Together with Szilard and Wigner, these rank among the superstars of 20th century physics.
Did the United States understand what they were getting when they allowed the physicists in? A stream of future Nobel Prize winners, a group of people committed to work to defend the freedom of their new country against the tyranny of their homelands? A group of people whose research not only enabled the development of the bomb, but later allowed the stars and stripes to be planted by Neil Armstrong and Buzz Aldrin at Tranquility Base on July 20, 1969? Did the Nazis comprehend what they had lost, by developing a culture that saw so many of their internationally recognized scientists leave Europe? Probably not.
But we have learned. The Brain Drain caused by the Nazis established the United States as a scientific superpower. The Nobel Prize in Physics might be awarded in Stockholm by the Royal Swedish Academy of Sciences, but it is now as American as apple pie. Many of those who get a Nobel nod live here in the United States, whether born here or attracted here by the vibrant scientific research community.
The challenge, though, is to keep this research coming. To starve a nation of its scientists, or its scientists of funding, is a losing strategy. In the last quarter of 2018, a quarter of all applications for H1-B visas, those that enable businesses to bring highly skilled technical workers to the United States, were declined. That’s up from only 5% in the same period of 2014. And if Silicon Valley and others can’t bring skilled workers in to innovate and remain competitive, those same companies could outsource their operations overseas. Perhaps it is time to look closely at visa numbers for those with significant technical expertise and to increase them substantially.Now that would be a letter to a president that Einstein could sign without regret. EINDE ARTIKEL
‘Newsweek, likewise, did a cover on him, with the headline “The Man Who Started It All.” This was a perception fostered by the U.S. government. It had released an official history of the atom bomb project that assigned great weight to a letter Einstein had written to President Franklin Roosevelt warning of the destructive potential of an atomic chain reaction.
All of this troubled Einstein. “Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb,” he told Newsweek, “I never would have lifted a finger.” He pointed out, correctly, that he had never actually worked on the bomb project. And he claimed to a Japanese publication, “My participation in the production of the atom bomb consisted in a single act: I signed a letter to President Roosevelt.” DISCOVER CHAIN REACTION: FROM EINSTEIN TO THE ATOMIC BOMB18 MARCH 2008 https://www.discovermagazine.com/the-sciences/chain-reaction-from-einstein-to-the-atom
He begat the project but was then shut out for being a perceived security risk.
In the popular imagination, Albert Einstein is intimately associated with the atom bomb. A few months after the weapon was used against Japan in 1945, Time put him on its cover with an explosion mushrooming behind him that had E = mc2emblazoned on it. In a story overseen by an editor named Whittaker Chambers, the magazine noted with its typical prose from the period: “[T]here will be dimly discernible, to those who are interested in cause & effect in history, the features of a shy, almost saintly, childlike little man with the soft brown eyes, the drooping facial lines of a world-weary hound, and hair like an aurora borealis … Albert Einstein did not work directly on the atom bomb. But Einstein was the father of the bomb in two important ways: 1) it was his initiative which started U.S. bomb research; 2) it was his equation (E = mc2) which made the atomic bomb theoretically possible.”
Newsweek, likewise, did a cover on him, with the headline “The Man Who Started It All.” This was a perception fostered by the U.S. government. It had released an official history of the atom bomb project that assigned great weight to a letter Einstein had written to President Franklin Roosevelt warning of the destructive potential of an atomic chain reaction.
All of this troubled Einstein. “Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb,” he told Newsweek, “I never would have lifted a finger.” He pointed out, correctly, that he had never actually worked on the bomb project. And he claimed to a Japanese publication, “My participation in the production of the atom bomb consisted in a single act: I signed a letter to President Roosevelt.”
Neither the public image nor the personal protests capture the true, complex story of Einstein and the bomb. Contrary to common belief, Einstein knew little about the nuclear particle physics underlying the bomb. On the other hand, as the archives show, Einstein did not merely sign the letter to Roosevelt. He was deeply involved in writing it, revising it, and deciding how to get it to the president.
The tale begins with Leó Szilárd, a charming and slightly eccentric Hungarian physicist who was an old friend of Einstein’s. While living in Berlin in the 1920s, they had collaborated on the development of a new type of refrigerator, which they patented but were unable to market successfully. After Szilárd fled the Nazis, he made his way to England and then New York, where he worked at Columbia University on ways to create a nuclear chain reaction, an idea he had conceived while waiting at a stoplight in London a few years earlier. When he heard of the discovery of fission using uranium, Szilárd realized that element might be used to produce this phenomenon.
Szilárd discussed the possibility with his friend Eugene Wigner, another refugee physicist from Budapest, and they began to worry that the Germans might try to buy up the uranium supplies of the Congo, which was then a colony of Belgium. But how, they asked themselves, could two Hungarian refugees in America find a way to warn the Belgians? Then Szilárd recalled that Einstein happened to be friends with that country’s Queen Elizabeth.
“We knew Einstein was somewhere on Long Island, but we didn’t know precisely where,” Szilárd recalled. So he phoned Einstein’s Princeton, New Jersey, office and was told he was renting the house of a Dr. Moore in the village of Peconic. On Sunday, July 16, 1939, they embarked on their mission with Wigner at the wheel (Szilárd, like Einstein, did not drive). But when they arrived, they couldn’t find the house, and nobody seemed to know Dr. Moore. Then Szilárd saw a young boy standing by the curb. “Do you, by any chance, know where Professor Einstein lives?” he asked. Like most people in town, the boy did, and he led them up to a cottage near the end of Old Grove Road, where they found Einstein lost in thought.
Sitting at a wooden table on the porch of the sparsely furnished cottage, Szilárd explained how an explosive chain reaction could be produced in uranium layered with graphite by the neutrons released from nuclear fission: Those neutrons would split more nuclei, and so on. “I never thought of that!” Einstein interjected. He asked a few questions and quickly grasped the implications. Instead of writing the Belgian queen, Einstein suggested, they should contact a Belgian minister he knew.
Wigner, showing some sensible propriety, suggested that three refugees should not be writing a foreign government about secret security matters without consulting the U.S. State Department. Perhaps, they decided, the proper channel was a letter from Einstein (the only one of them famous enough to be heeded) to the Belgian ambassador, with a cover letter to the State Department. With that plan in mind, Einstein dictated a draft in German. Wigner translated it, gave it to his secretary to be typed, and then sent it to Szilárd.
A few days later, a friend arranged for Szilárd to talk to Alexander Sachs, an economist at Lehman Brothers and a friend of President Roosevelt’s. Showing a bit more savvy than the three theoretical physicists, Sachs insisted that the letter go right to the White House, and he offered to hand-deliver it.
It was the first time Szilárd had met Sachs, but he found the bold plan appealing. “It could not do any harm to try this way,” he wrote to Einstein. Einstein wrote back asking Szilárd to come back out to Peconic so they could revise the letter. By that point Wigner had gone to California for a visit. So Szilárd enlisted, as driver and scientific sidekick, another friend from the amazing group of Hungarian refugees who were theoretical physicists, Edward Teller.
Szilárd brought with him the original draft from two weeks earlier, but Einstein realized that they were now planning a letter that was far more momentous than one asking Belgian ministers to be careful about Congolese uranium exports. The world’s most famous scientist was about to tell the president of the United States that he should begin contemplating a weapon of almost unimaginable impact. “Einstein dictated a letter in German,” Szilárd recalled, “which Teller took down, and I used this German text as a guide in preparing two drafts of a letter to the president
According to Teller’s notes, Einstein’s dictated draft not only raised the question of the Congo’s uranium but also explained the possibility of chain reactions, suggested that a new type of bomb could result, and urged the president to set up formal contact with physicists working on this topic. Szilárd then prepared and sent back to Einstein a 45-line letter and a 25-line version — both dated August 2, 1939 — “and left it up to Einstein to choose which he liked best.” Einstein signed them both in a small scrawl.
The scientists still had to figure out who could best get it into the hands of President Roosevelt. Einstein was unsure Sachs could do the job. When Szilárd sent back to Einstein the typed versions of the letter, he suggested that they use as their intermediary Charles Lindbergh, whose solo transatlantic flight 12 years earlier had made him a celebrity. All three refugee Jews were apparently unaware that the aviator had been spending time in Germany, had been decorated the year before by Hermann Göring with that nation’s medal of honor, and was becoming an isolationist and Roosevelt antagonist.
Einstein had briefly met Lindbergh a few years earlier in New York, so he wrote a note of introduction, which he included when he returned the signed letters to Szilárd. “I would like to ask you to do me a favor of receiving my friend Dr. Szilárd and think very carefully about what he will tell you,” Einstein wrote. “To one who is outside of science the matter he will bring up may seem fantastic. However, you will certainly become convinced that a possibility is presented here which has to be very carefully watched in the public interest.”
Lindbergh did not respond, so Szilárd wrote him a reminder letter on September 13. Two days later, he realized how clueless he and his colleagues had been when Lindbergh gave a nationwide radio address. It was a clarion call for isolationism. “The destiny of this country does not call for our involvement in European wars,” Lindbergh began. Interwoven were hints of his pro-German sympathies and even some anti-Semitic implications about Jewish ownership of the media. “We must ask who owns and influences the newspaper, the news picture, and the radio station,” Lindbergh said. “If our people know the truth, our country is not likely to enter the war.”
Szilárd’s next letter to Einstein stated the obvious. “Lindbergh is not our man,” he wrote.
The physicists’ other hope was Sachs, who had been given the formal letter to Roosevelt that Einstein signed. But Sachs was not able to find the opportunity to deliver it for almost two months.
By then, events had turned what had been an important letter into an urgent one. At the end of August 1939, the Nazis and Soviets stunned the world by signing a war-alliance pact and proceeded to carve up Poland. That prompted Britain and France to declare war.
Szilárd went to see Sachs in late September and was horrified to discover that he still had not been able to schedule an appointment with Roosevelt. “There is a distinct possibility Sachs will be of no use to us,” Szilárd wrote to Einstein. “Wigner and I have decided to accord him ten days’ grace.” Sachs barely made the deadline. On the afternoon of Wednesday, October 11, he was ushered into the Oval Office carrying Einstein’s letter, Szilárd’s memo, and an 800-word summary he had written on his own.
The president greeted him jovially: “Alex, what are you up to?”
Sachs worried that if he simply left Einstein’s letter and the other papers with Roosevelt, they might be glanced at and then pushed aside. The only reliable way to deliver them, he decided, was to read them aloud. Standing in front of the president’s desk, he read his summation of Einstein’s letter and parts of Szilárd’s memo.
“Alex, what you are after is to see that the Nazis don’t blow us up,” the president said.
“Precisely,” Sachs replied.
“This requires action,” Roosevelt declared to his assistant.
The following week, Einstein received a polite and formal thank-you letter from the president. “I have convened a board,” Roosevelt wrote, “to thoroughly investigate the possibilities of your suggestion regarding the element of uranium.” Still, the effort’s slow pace and meager funding prompted Szilárd and Einstein to compose a second letter urging the president to consider whether the American work was proceeding quickly enough.
Despite helping to spur Roosevelt into action, Einstein never worked directly on the bomb project. J. Edgar Hoover, the director of the FBI even back then, wrote a letter to General Sherman Miles, who initially organized the efforts, that described Einstein’s pacifist activities and suggested that he was a security risk. In the end, Einstein played only a small role in the Manhattan Project. He was asked by Vannevar Bush, one of the project’s scientific overseers, to help on a specific problem involving the separation of isotopes that shared chemical traits. Einstein was happy to comply. Drawing on his old expertise in osmosis and diffusion, he worked for two days on a process of gaseous diffusion in which uranium was converted into a gas and forced through filters.
The scientists who received Einstein’s report were impressed, and they discussed it with Bush. In order for Einstein to be more useful, they said, he should be given more information about how the isotope separation fit in with other parts of the bomb-making challenge. Bush refused. He knew that Einstein didn’t have and couldn’t get the necessary security clearance. “I wish very much that I could place the whole thing before him and take him fully into confidence,” Bush wrote, “but this is utterly impossible in view of the attitude of people here in Washington who have studied his whole history.”
Thus the scientist who had explained the need for a bomb-making project was considered too risky to be told about it.
Albert Einstein
Old Grove Rd.
Nassau Point
Peconic, Long Island
August 2nd 1939
F.D. Roosevelt
President of the United States
White House
Washington, D.C.
Sir:
Some recent work by E.Fermi and L. Szilard, which has been com-
municated to me in manuscript, leads me to expect that the element uran-
ium may be turned into a new and important source of energy in the im-
mediate future. Certain aspects of the situation which has arisen seem
to call for watchfulness and, if necessary, quick action on the part
of the Administration. I believe therefore that it is my duty to bring
to your attention the following facts and recommendations:
In the course of the last four months it has been made probable -
through the work of Joliot in France as well as Fermi and Szilard in
America - that it may become possible to set up a nuclear chain reaction
in a large mass of uranium,by which vast amounts of power and large quant-
ities of new radium-like elements would be generated. Now it appears
almost certain that this could be achieved in the immediate future.
This new phenomenon would also lead to the construction of bombs,
and it is conceivable - though much less certain - that extremely power-
ful bombs of a new type may thus be constructed. A single bomb of this
type, carried by boat and exploded in a port, might very well destroy
the whole port together with some of the surrounding territory. However,
such bombs might very well prove to be too heavy for transportation by
air.
-2-
The United States has only very poor ores of uranium in moderate
quantities. There is some good ore in Canada and the former Czechoslovakia.
while the most important source of uranium is Belgian Congo.
In view of the situation you may think it desirable to have more
permanent contact maintained between the Administration and the group
of physicists working on chain reactions in America. One possible way
of achieving this might be for you to entrust with this task a person
who has your confidence and who could perhaps serve in an inofficial
capacity. His task might comprise the following:
a) to approach Government Departments, keep them informed of the
further development, and put forward recommendations for Government action,
giving particular attention to the problem of securing a supply of uran-
ium ore for the United States;
b) to speed up the experimental work,which is at present being car-
ried on within the limits of the budgets of University laboratories, by
providing funds, if such funds be required, through his contacts with y
private persons who are willing to make contributions for this cause,
and perhaps also by obtaining the co-operation of industrial laboratories
which have the necessary equipment.
I understand that Germany has actually stopped the sale of uranium
from the Czechoslovakian mines which she has taken over. That she should
have taken such early action might perhaps be understood on the ground
that the son of the German Under-Secretary of State, von Weizsäcker, is
attached to the Kaiser-Wilhelm-Institut in Berlin where some of the
American work on uranium is now being repeated.
Yours very truly,
OPSTAND Een groot deel van de Iraakse bevolking gaf aan de fatwa van Shirazi gehoor. De Britten hadden niet gerekend op een coalitie van Soennieten en Sjiieten en werden in eerste instantie overrompeld. Zij zagen zich genoodzaakt om troepen uit Brits-Indië en Perzië over te laten komen. De bestrijding gebeurde onder andere door de inzet van grootschalige luchtaanvallen op opstandige steden en dorpen ”
”In January 1934, Germany signed a non-aggression pact with Poland.[79] In March 1939, Hitler demanded the return of the Free City of Danzig and the Polish Corridor, a strip of land that separated East Prussia from the rest of Germany. The British announced they would come to the aid of Poland if it was attacked. Hitler, believing the British would not actually take action, ordered an invasion plan should be readied for September 1939 WIKIPEDIAMILITARY BUILD UP/NAZI GERMANY POLAND
The following shows how the Nazis treatment of the Jewish people developed during the 1930s.
1933
Jewish people were removed from public office and professions – civil servants, lawyers and teachers were sacked.
School lessons were to reflect the view that Jewish people were ‘Untermensch’.
April Boycot
On 1 April 1933, a boycott of Jewish shops and other businesses took place.
SA officers actively encouraged Germans to avoid entering Jewish places of work.
Many Jewish shops were vandalised.
1935
The Nuremberg Laws were introduced at the Nuremberg Rally on 15 September and removed many Jewish rights.
Jewish people were denied the right to be German citizens.
Marriage and relationships between Jewish people and Germans became illegal.
1938
Jewish people were banned from becoming doctors.
Jewish people had to carry identity cards which showed a ‘J’ stamp.
Jewish children were denied education and banned from schools.
Jewish men had to add ‘Israel to their name, women had to add ‘Sarah’.
Kristallnacht
On the night of the 9 November 1938 Jewish homes, businesses and synagogues were attacked throughout Germany and Austria.
Around 7,500 Jewish shops were damaged or destroyed. 400 synagogues were burned to the ground.
Almost 100 Jewish people were killed and 30,000 were sent to concentration camps.
1939
Jewish people were banned from owning businesses.
The first ghettos (segregated housing within towns, with a controlled entrance and exit) were opened in Eastern Europe to separate Jewish people from ‘ordinary’ citizens.
Star of David Emblem
On 23 November, 1939, Jewish people were ordered to wear the Star of David emblem on their clothes. This helped identify them more easily.
The Nazis persecution of the Jewish people meant that many other Germans lived in fear of the Nazis turning on them.
This severely reduced the number of people who were willing to openly oppose the Nazis.
WIKIPEDIA
NUREMBERG LAWS
[20]
”Net voor de Tweede Wereldoorlog waren joodse vluchtelingen een vogel voor de kat. Toen wás het nog mogelijk om Duitsland te ontvluchten, de nazi’s deden er zelfs alles aan om joden het land uit te jagen. Maar overal werden ze teruggestuurd naar Duitsland, waar hen een catastrofe te wachten stond.”
…..
…..
”MET EEN ACHTERWAARTSE kijk op de geschiedenis is het verbijsterend. Een half miljoen joden konden net voor de oorlog nog vluchten uit nazi-Duitsland, maar vonden geen land dat hen wilde opvangen. Het nazi-regime ontnam joden al hun waardigheid, beroofde hen en vervolgde hen op alle mogelijke manieren. Toen in 1938 de vluchtelingenstroom voor een dijkbreuk zorgde, sloten alle Europese landen op het vasteland hun grenzen”
….
…..
Het beleid verstrakte daarentegen: Zwitserland en de Scandinavische landen sloten de grenzen, Nederland volgde op 17 december dit voorbeeld. GROENE AMSTERDAMMERALLE GRENZEN GINGEN DICHT”JOODSE VLUCHTELINGEN WAREN ZEER ONGEWENST”29 APRIL 2009 https://www.groene.nl/artikel/alle-grenzen-gingen-dicht Net voor de Tweede Wereldoorlog waren joodse vluchtelingen een vogel voor de kat. Toen wás het nog mogelijk om Duitsland te ontvluchten, de nazi’s deden er zelfs alles aan om joden het land uit te jagen. Maar overal werden ze teruggestuurd naar Duitsland, waar hen een catastrofe te wachten stond.
Kurt Rosenthal uit Düsseldorf heeft een Arische moeder, zijn vader is evangelisch maar van joodse herkomst. De nazi’s aanvaarden niet dat een halfjood met een Arische vrouw een relatie heeft. De man probeert zijn herkomst te ontkennen. Tevergeefs, in 1938 wordt hij wegens ‘Rassenschande’ in voorlopige hechtenis genomen. Zijn zoon Kurt is dan 26 en besluit te vluchten naar de Verenigde Staten, waar zijn zus woont. Op 12 maart steekt hij de grens met Nederland over. Te voet gaat hij naar Doetinchem, via Arnhem reist hij met de trein naar Den Haag. Hij komt terecht bij een joods vluchtelingencomité in Amsterdam. Omdat hij geldige reispapieren nodig heeft, gaat hij naar de vreemdelingenpolitie. Daar wordt hij in hechtenis genomen en terug naar Duitsland gestuurd. De nazi’s brengen hem naar Dachau.
MET EEN ACHTERWAARTSE kijk op de geschiedenis is het verbijsterend. Een half miljoen joden konden net voor de oorlog nog vluchten uit nazi-Duitsland, maar vonden geen land dat hen wilde opvangen. Het nazi-regime ontnam joden al hun waardigheid, beroofde hen en vervolgde hen op alle mogelijke manieren. Toen in 1938 de vluchtelingenstroom voor een dijkbreuk zorgde, sloten alle Europese landen op het vasteland hun grenzen. Hoe komt het dat democratische landen als Nederland, België en Zwitserland zich zo hard opstelden, ook al was ruimschoots bekend hoe zwaar joden het te verduren hadden?
Recent vergelijkend wetenschappelijk onderzoek gaat na wat er voor het uitbreken van de oorlog precies aan de hand was. Tot nu toe was er alleen nationaal onderzoek, voor het eerst werd de internationale puzzel gelegd. De Belgische historicus Frank Caestecker (48), verbonden aan de Universiteit van Gent, organiseerde twee internationale colloquia over deze bittere periode. ‘De internationale samenhang is belangrijk’, zegt hij. ‘Want wat het ene land doet met vluchtelingen, ze toelaten of ze weigeren, heeft een directe weerslag op de andere landen. De onderlinge beïnvloeding werd nog niet onderzocht.’ Het project leidde tot het boek Refugees from Nazi-Germany and the Liberal European States, 1933-1939, dat in september tegelijkertijd zal verschijnen in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
VANAF DE machtsgreep van Hitler in 1933 vluchtten andersdenkenden en joden weg uit Duitsland. Al werden communisten met argwaan bekeken – die zag men liever naar de Sovjet-Unie vertrekken – begin jaren dertig konden de vluchtelingen nog wel in verschillende Europese landen terecht. Velen trokken verder naar de VS en Argentinië. Vluchtelingen moesten toen zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien, de overheid had nog geen opvangnetwerk. Het waren dan ook vooral de meest gegoeden die de mogelijkheid hadden om te vluchten. Ook Nederland liet vluchtelingen toe. De voorwaarde was dat ze over geldige papieren beschikten of in acuut levensgevaar verkeerden, iets wat eng werd geïnterpreteerd. De dreiging van een concentratiekamp gold bijvoorbeeld niet als levensbedreigend.
Het tempo van de uitstroom van joden lag voor de nazi’s te laag. Ze gingen vanaf 1938 steeds driester tekeer bij het vervolgen van joden. De annexatie van Oostenrijk op 12 maart 1938 was een eerste cesuur. De Anschluss ging gepaard met een ongeziene golf van grof geweld tegen de joden in Oostenrijk. Dat geweld en het enthousiasme waarmee de joodse emigratie administratief werd gesteund hadden maar één doel: de etnische zuivering van Oostenrijk. Verschillende landen kantten zich tegen de stroom vluchtelingen, de controles werden scherper. Grenswachters kampten evenwel met een probleem: hoe zie je of iemand al dan niet een jood is? Want Arische Duitsers, zoals toeristen en zakenlui, mochten wél de grens over. Joden deden zich dan ook voor als toerist of zakenman, in de hoop de grens over te komen. Om joden te kunnen onderscheiden en terugsturen, drongen de Zwitserse en de Zweedse regering er bij de nazi’s op aan om in de paspoorten van joden een letter J te stempelen. De nazi’s voelden daar aanvankelijk weinig voor, omdat ze vreesden dat ze met de joden zouden blijven zitten. In september 1938 stemden ze toch toe om het reizen van Arische Duitsers niet te bemoeilijken.
Het Weense experiment van etnische zuivering onder leiding van Adolf Eichmann werd in Berlijn met veel aandacht gevolgd. Het succes van deze operatie leidde ertoe dat de anti-joodse politiek ook in Duitsland radicaliseerde. De pogrom tijdens Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938, was een stuitende exponent van deze verharde nazi-agressie. Die avond werden tientallen joden vermoord en ongeveer dertigduizend joodse mannen in kampen opgesloten. Daarvan overleden er enkele honderden aan de verwondingen die ze bij de aanslag hadden opgelopen. Hoewel de Duitsers het voorstelden als agressie die door joden was uitgelokt, was de ware toedracht in het buitenland wel degelijk bekend.
Kristallnacht zorgde voor een tweede cesuur: er kwam een massale vluchtelingenstroom op gang. Vermoed wordt dat vanaf dat moment tot aan het uitbreken van de oorlog zo’n half miljoen joden de vlucht namen. De nazi’s bleven joden dwingen te vertrekken, maar pas nadat ze hen van alle bezittingen hadden beroofd. Wie de grens over wilde, mocht niet meer dan tien mark meenemen. In landen als Nederland, België, Frankrijk en Zwitserland probeerden de joden een veilig onderkomen te zoeken of een route te vinden om overzee weg te trekken. Omdat ze met zo velen waren, en haveloos, werden overal de grenzen meer en meer gesloten. Ook Nederland verscherpte de maatregelen. Alleen vluchtelingen uit de grenszone die in prangend levensgevaar waren of Duitse joden die verwanten in Nederland hadden, mochten nog het land in. Er restte joodse vluchtelingen geen andere mogelijkheid dan illegaal te proberen een grens over te steken. ‘Je ziet verschuivingen’, zegt Frank Caestecker: ‘Als het niet lukte in Frankrijk kwamen ze weer in Duitsland terecht. De Duitse politie pakte de joodse vluchtelingen op of zette ze elders over de grens, bijvoorbeeld in Nederland of België, waar ze dan op grenscontroles van Belgen of Nederland botsten.’ Er ontstonden netwerken van mensensmokkelaars die joden illegaal hielpen te vluchten. Het risico bleef groot, want wie de grens over kwam en bij een controle werd opgepakt, kon terug naar Duitsland worden gebracht. Om diplomatieke redenen zette men de vluchtelingen niet over de grens van een lukraak gekozen buurland, want dan zou dat land allicht hetzelfde doen. Illegale joden werden vooral ook als afschrikking voor kandidaat-vluchtelingen naar Duitsland gerepatrieerd.
HET GEWELD van Kristallnacht wekte evenwel ook heel even solidariteit. Nederland besloot op 19 november 1938, tien dagen na Kristallnacht, dat joden die illegaal het land hadden bereikt, konden blijven, al was het oogmerk ze snel te laten emigreren naar een ander land. Er werden vijftienhonderd ongenode vluchtelingen getolereerd. Aanvankelijk moesten ze zich elke dag bij de politie melden, later werden ze onder administratief toezicht geplaatst in vluchtelingenkampen in Veenhuizen en Hoek van Holland. De opvangkosten werden op joodse liefdadigheidsorganisaties verhaald. Er kwam een breed ondersteunde oproep tot donaties en via burgemeesters werd 473.000 gulden ingezameld.
Nederland ondernam ook diplomatieke initiatieven om met andere buurlanden een transitzone in te stellen voor joden die overzee wilden vluchten. Het plan wekte weinig of geen enthousiasme in het buitenland en werd snel in de la gestopt. Het beleid verstrakte daarentegen: Zwitserland en de Scandinavische landen sloten de grenzen, Nederland volgde op 17 december dit voorbeeld. Vanaf dat moment werden joden zonder legale papieren toch teruggestuurd. Op Kerstmis 1938 bracht een bus een eerste groep van zeventig joodse vluchtelingen naar Duitsland. Aan alle grenzen waren er strenge controles om de joodse vluchtelingen tegen te houden. Nederland zette duizend extra grenswachters in, er gingen stemmen op om het aantal tot twintigduizend op te rekken, maar dat gebeurde niet. Wel kwamen er ‘vliegende teams’, die op de meest precaire plaatsen werden ingezet.
Helemaal hermetisch waren de grenzen echter nooit gesloten. Joden stonden onder een te grote druk om Duitsland te verlaten, ze werden opgejaagd. Een aantal mensen bleef het voor hen opnemen en stak de nek uit. Marij Leenders, onderzoeker aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, verwijst naar burgemeester Verbeek die toen aan het hoofd stond van de grensgemeente Dinxperlo. Ondanks de regelgeving van Justitie bezorgde hij eigenhandig verblijfsvergunningen aan joden. Er werd een klacht tegen hem ingediend, maar de rechtbank sprak hem vrij. Uit respect voor het ambt vroeg de burgemeester eervol ontslag. Ontslag kreeg hij, maar niet eervol. In 1990 werd hij postuum gerehabiliteerd.
De jood Karl Grünberg zit tot 30 maart 1938 in Dachau opgesloten. Hij kan vluchten en bereikt illegaal Nederland. In de trein naar Utrecht wordt hij gearresteerd omdat hij een paspoort van een Nederlander gebruikt. Manu militari wordt hij aan Duitsland uitgeleverd, daar komt hij in Buchenwald terecht. Opnieuw slaagt hij erin te ontsnappen, deze keer vlucht hij illegaal naar België. Daar kan hij blijven.
‘IN BELGIË leefde de joodse kwestie veel sterker in de publieke opinie dan elders’, vertelt Frank Caestecker. ‘Dat kwam omdat de uitwijzing van joodse vluchtelingen net voor Kristallnacht op de politieke agenda had gestaan, de meningen waren verdeeld. De bevoegde minister stelde toen dat joodse vluchtelingen geen bescherming nodig hadden, iets wat na Kristallnacht voor een wrange nasmaak zorgde en een virulente discussie op gang bracht.’
Omdat geen enkele Belgische politicus publieke blaam wilde oplopen, werd besloten om illegale joodse vluchtelingen niet langer terug te sturen. Toch zijn er flink wat kanttekeningen te plaatsen bij deze gastvrijheid. De consulaten in Duitsland kregen het advies om zeer stringent om te springen met het verlenen van visa. Aan de Belgische grens werden joden nog steeds met man en macht tegengehouden en teruggestuurd. En net als in Nederland deden de Belgen er alles aan om de joodse vluchtelingen zo snel mogelijk te laten doorreizen.
‘Toch ging het bij de joden als een lopend vuurtje rond dat illegalen in België konden blijven’, zegt Caestecker. ‘Hun aantal nam snel toe, de Belgische regering greep in. Ze vroeg de nazi’s te verhinderen dat joden naar België zouden vluchten. De Duitsers stemden ermee in om joden die geen Belgisch visum hadden en die in de Duits-Belgische grenszone werden aangetroffen, te verhinderen naar België te reizen. De nazi’s wierpen dus ook een barricade op aan hun kant van de grens. Joden moesten vanaf dat moment dus niet alleen de Belgische grenswachters verschalken, maar ook de Duitse.’
‘Dat joden nergens welkom waren, heeft verschillende oorzaken’, stelt Caestecker: ‘Het ging om een totaal verpauperde groep vluchtelingen, ze kwamen met duizenden tegelijk. Bovendien vreesde men voor een aanzuigende werking, want ook in landen als Polen en Hongarije was er een enorme druk op joden. Vergeet niet dat er in 1939 ook een half miljoen vluchtelingen uit Spanje kwamen, waar Franco na de burgeroorlog een dictatuur installeerde.’ Heulden de landen die weigerden joodse vluchtelingen op te vangen indirect en misschien ongewild met nazi-Duitsland? Caestecker: ‘Die uitspraak gaat te ver. Het zijn de nazi’s die joden vervolgden, niet de andere landen. Wel waren verschillende regeringen bereid om met de Duitsers verregaand te onderhandelen over het inkrimpen van de vluchtelingenstroom, eerder dan dat ze pogingen deden om de vervolging aan te klagen. Denk aan het invoeren van de J-pas: alle landen waren daar opgetogen over. En het speelde de nazi’s in de kaart dat de joden nergens welkom waren, het werd tegen hen als argument uitgespeeld en zette de nazi-politiek kracht bij.’
Hij wijst ook op de historische context. Tot voor de Eerste Wereldoorlog kon je in de meeste landen vrij rondreizen en je vestigen. De enige voorwaarde was dat je in je eigen levensonderhoud kon voorzien. ‘In landen als Nederland en België werd na de Eerste Wereldoorlog het algemeen kiesrecht ingevoerd, dat gaf een omvangrijke bevolkingsgroep een stem. De communistische omwenteling in de Sovjet-Unie zorgde voor pleinvrees in het Westen. De overheden wilden daarom hun inwoners een zekere mate van economische bescherming bieden. Er kwamen steeds meer restricties voor buitenlanders, die konden zich niet zomaar meer vestigen en een zaak beginnen. In de jaren dertig was er bovendien de economische crisis, wat nog meer tot protectionisme aanzette. Uitgerekend in die periode begon de vervolging van joden, die een massale stroom straatarme vluchtelingen opleverde. Niemand zag ze graag komen, bovendien werd hun situatie als argument gebruikt om het protectionisme nog aan te scherpen.’
Paul Steiner is een Oostenrijkse jurist en journalist die na de Anschluss in 1938 naar Nederland vlucht, met het vliegtuig. Hij doet zich voor als handelsvertegenwoordiger van een uitgever maar wordt door de grenswachten niet geloofd. Hij heeft een Duits paspoort met een J en wordt gedwongen teruggestuurd naar Wenen. Hij slaagt er later alsnog in om naar Brussel te vluchten en dan naar de Verenigde Staten.
DE VERVOLGING van de joden heeft in 1951 tot de Conventie van Genève geleid. Die beschermt mensen die worden vervolgd op basis van hun geloof, hun politieke overtuiging, hun seksuele geaardheid, hun huidskleur of het behoren tot een sociale groep. Deze bescherming geldt voor individuen en voldeed lange tijd. Er kunnen echter altijd nieuwe motieven ontstaan om te vluchten. Op zulke situaties moet men steeds alert kunnen inspelen, vindt Frank Caestecker: ‘Bij het uitbreken van de oorlogen op de Balkan in de jaren negentig was er een groep oorlogsvluchtelingen die vooral aan de Duitse grens aanklopten. Zij vielen niet onder de Conventie, want ze waren collectief slachtoffer van geweld. Toch werden ze in West-Europa beschermd, maar de beschermingskwaliteit varieerde van land tot land. Duitsland, dat op de weke flank van Europa lag, vroeg om een EU-regeling voor oorlogsvluchtelingen, en die kwam er ook.’
Toch zijn er tegenwoordig nog lacunes: ‘Er is te weinig controle op wat buiten de EU gebeurt. Vanuit bijvoorbeeld Noord-Afrikaanse landen proberen vluchtelingen Europa te bereiken. We weten weinig over hoe vluchtelingen daar worden behandeld. Het lijkt me dat we in mechanismen moeten voorzien om ook die vluchtelingen van een veilige opvang te verzekeren.’
MET ALS OPMERKING OVER BOVENSTAAND ARTIKEL UIT DE GROENE AMSTERDAMMER:
De volgende opmerking in de laatste alinea is onjuist:
”DE VERVOLGING van de joden heeft in 1951 tot de Conventie van Genève geleid. Die beschermt mensen die worden vervolgd op basis van hun geloof, hun politieke overtuiging, hun seksuele geaardheid, hun huidskleur of het behoren tot een sociale groep.”
DIT IS ONJUIST!
Vluchtelingen worden beschermd door het zogenaamde ”Vluchtelingenverdrag” uit de Vijftiger jaren van de vorige Eeuw
Zie
Convention relating to the Status of Refugees
De ”Conventies van Geneve” zijn mensenrechtenverdragen over de manier waarop in oorlogen moet worden gehandeld:
Ze zijn afgesloten in de veertiger jaren van de vorige Eeuw
ZIE
EERSTE CONVENTIE VAN GENEVE [1949]
Convention (I) for the Amelioration of the Condition of the Wounded and Sick in Armed Forces in the Field. Geneva, 12 August 1949.
TWEEDE CONVENTIE VAN GENEVE [1949]
Convention (II) for the Amelioration of the Condition of Wounded, Sick and Shipwrecked Members of Armed Forces at Sea. Geneva, 12 August 1949.
DERDE CONVENTIE VAN GENEVE [1949]
Convention (III) relative to the Treatment of Prisoners of War. Geneva, 12 August 1949.
VIERDE CONVENTIE VAN GENEVE [1949]
Convention (IV) relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War. Geneva, 12 August 1949.
https://ihl-databases.icrc.org/applic/ihl/ihl.nsf/INTRO/380 ”Nederland verscherpt in mei 1934 zijn toelatingsbeleid. Het vreest overspoeld te raken door vluchtelingen uit Duitsland, maar wil vooral het voor de handel belangrijke buurland niet voor het hoofd stoten. Volgens het aangescherpte beleid worden Duitse Joden alleen nog tijdelijk in Nederland toegelaten, en anderen helemaal niet meer, tenzij ze kunnen aantonen in acuut levensgevaar te zijn. Vanaf mei 1938 wordt voor Duitse (en dus ook Oostenrijkse) Joden geen uitzondering meer gemaakt. Nederland stuurt vluchtelingen zoveel mogelijk terug, liefst al aan de grens. Nog steeds is acuut levensgevaar de enige uitzonderingsgrond, en die wordt strikt geïnterpreteerd. Zo wordt dreigende opsluiting in een concentratiekamp niet als reden beschouwd om iemand toe te laten.”……..”Frankrijk en België voeren een soortgelijk beleid als Nederland. Denemarken laat welgeteld 3000 Joodse vluchtelingen toe. Zwitserland laat wel politieke vluchtelingen toe, maar probeert Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk te weren. Het vraagt zelfs aan Duitsland om de paspoorten van Duitse en Oostenrijkse Joden van een J te voorzien om het allemaal wat gemakkelijker te maken. Het neutrale Zweden laat tot het begin van de oorlog slechts 3000 Joden toe, maar wordt tijdens de oorlog ruimhartiger, waar vooral Noorse en Deense Joden baat bij hebben. Ierland laat alleen 250 Joodse kinderen toe.”………”Voor het begin van de oorlog proberen meer dan 500.000 Joden toegang te krijgen tot Groot-Brittannië, maar worden er slechts circa 80.000 toegelaten – en dat voornamelijk omdat de Joodse gemeenschap toezegt alle kosten voor hun huisvesting en levensonderhoud op zich te nemen.”……..”Canada laat welgeteld 5000 Joodse vluchtelingen toe, en dat alleen nadat de Joodse gemeenschap heeft toegezegd de kosten van huisvesting en levensonderhoud op zich te zullen nemen.”……..”De Verenigde Staten hanteren strenge immigratiewetten en -quota. De VS weigeren in principe een visum aan alle potentiële immigranten die waarschijnlijk niet zelf in hun onderhoud kunnen voorzien. Dat betekent dat arme Joden het land niet in komen, en velen die niet arm wáren zijn door de nazi’s van nagenoeg al hun bezittingen beroofd.
Tot 1938 maken de VS de quota zelfs niet helemaal vol. Alleen hier heeft de conferentie in Évian enig effect. Van 1938 tot en met 1941 laten de VS 124.000 Joodse vluchtelingen toe, 31.000 per jaar. De jaren daarvoor waren dat er ongeveer 20.000. Maar ook 31.000 is maar een fractie van het totaal aantal aanvragen.”
Al in de eerste decennia van de vorige eeuw gingen vele tienduizenden Joden uit Oost-Europa op de vlucht voor het antisemitisme daar. Ze kwamen vooral terecht in Frankrijk en België en, in iets mindere mate, Nederland.
In het begin van de Eerste Wereldoorlog kreeg Nederland een andere vluchtelingenstroom te verwerken. Vlaanderen lag in de frontlinie en in het najaar van 1914 vluchtten 1 miljoen Belgen – zo’n kwart van de Belgische bevolking – naar hier. Het zal geen verwondering wekken dat het opvangen van een miljoen vluchtelingen grote problemen met zich mee bracht. Huisvesting, voedselvoorziening, allerlei spanningen. In samenwerking met de Duitse bezettingsmacht in België werd al vrij snel een repatriëringsplan ontwikkeld en na ruim een half jaar waren circa 900.000 Belgen weer vertrokken. Ongeveer 100.000 bleven er hier tot het einde van die oorlog.
In de jaren dertig zwol de stroom van Joodse vluchtelingen naar West-Europa steeds sterker aan. Het aan de macht komen van de nazi’s in ’33 gaf een sterke impuls, de inlijving van Oostenrijk bij Duitsland, de Anschluss, in maart ’38, en de Kristallnacht in november van dat jaar eens te meer. Meteen na de Anschluss ontketende Adolf Eichmann een golf van grof geweld tegen de Joden in Oostenrijk.
Weinig landen kunnen met enige trots terugkijken op hun vluchtelingenbeleid van toen, en helaas zijn er, naast duidelijke verschillen, ook allerlei wrange parallellen tussen toen en nu.
Nederland
Nederland verscherpt in mei 1934 zijn toelatingsbeleid. Het vreest overspoeld te raken door vluchtelingen uit Duitsland, maar wil vooral het voor de handel belangrijke buurland niet voor het hoofd stoten. Volgens het aangescherpte beleid worden Duitse Joden alleen nog tijdelijk in Nederland toegelaten, en anderen helemaal niet meer, tenzij ze kunnen aantonen in acuut levensgevaar te zijn. Vanaf mei 1938 wordt voor Duitse (en dus ook Oostenrijkse) Joden geen uitzondering meer gemaakt. Nederland stuurt vluchtelingen zoveel mogelijk terug, liefst al aan de grens. Nog steeds is acuut levensgevaar de enige uitzonderingsgrond, en die wordt strikt geïnterpreteerd. Zo wordt dreigende opsluiting in een concentratiekamp niet als reden beschouwd om iemand toe te laten.
De maatregelen blijken in de praktijk moeilijk te handhaven: ondanks de inzet van extra grensbewakers blijven er vluchtelingen het land binnenkomen en het is nog niet zo eenvoudig ze op te sporen en weer terug te sturen. Nog zo’n 10.000 Joden vinden een heenkomen naar Nederland. Geen veilig heenkomen, zo zou helaas blijken.
West-Europa
Frankrijk en België voeren een soortgelijk beleid als Nederland. Denemarken laat welgeteld 3000 Joodse vluchtelingen toe. Zwitserland laat wel politieke vluchtelingen toe, maar probeert Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk te weren. Het vraagt zelfs aan Duitsland om de paspoorten van Duitse en Oostenrijkse Joden van een J te voorzien om het allemaal wat gemakkelijker te maken. Het neutrale Zweden laat tot het begin van de oorlog slechts 3000 Joden toe, maar wordt tijdens de oorlog ruimhartiger, waar vooral Noorse en Deense Joden baat bij hebben. Ierland laat alleen 250 Joodse kinderen toe. Na de oorlog zijn Joden daar ook niet welkom, zoals een minister verklaarde, “omdat dit antisemitisme met zich mee kan brengen”.
Voor het begin van de oorlog proberen meer dan 500.000 Joden toegang te krijgen tot Groot-Brittannië, maar worden er slechts circa 80.000 toegelaten – en dat voornamelijk omdat de Joodse gemeenschap toezegt alle kosten voor hun huisvesting en levensonderhoud op zich te nemen.
Conferentie
In juli 1938 wordt in het Franse Évian een conferentie gehouden over de vluchtelingenproblematiek. Daar zijn vertegenwoordigers van 30 landen en ruim 30 particuliere hulporganisaties. De conferentie levert nauwelijks iets op. Groot-Brittannië weigert zijn toelatingsbeleid te versoepelen en ook de Verenigde Staten willen niet veel ruimhartiger worden. Waarop de andere landen besluiten dat ook niet te doen.
Het Britse parlement besluit zelfs helemaal geen Joodse vluchtelingen meer toe te laten, op 10.000 Joodse kinderen uit Duitsland en 669 kinderen uit Tsjechoslowakije na. Hun ouders kregen echter geen visa en de meesten van hen werden vermoord.
Coulanter
Slechts enkele Europese landen zijn wat coulanter. Naast Turkije zijn dat opmerkelijk genoeg Spanje en Portugal. Opmerkelijk, want de Spaanse dictator Franco is een maatje van Hitler, en ook Portugal heeft een fascistische dictatuur. Het is weliswaar geen officieel beleid om Joodse vluchtelingen weinig in de weg te leggen, maar dat is wel de praktijk. Enkele Portugese diplomaten spannen zich zelfs (in tegenspraak met het officiële beleid) bijzonder in om Joden van visa te voorzien.
Noord- en Latijns-Amerika
Ook buiten Europa houden veel landen hun grenzen grotendeels dicht. De meeste landen in Latijns-Amerika laten tussen het einde van de Eerste Wereldoorlog en 1933 vele immigranten toe, onder wie ook zo’n 175.000 Joden. Maar als de vluchtelingstroom op gang komt, wordt het toelatingsbeleid strenger. Tussen 1933 en 1945 worden in totaal 84.000 Joden toegelaten.
Canada laat welgeteld 5000 Joodse vluchtelingen toe, en dat alleen nadat de Joodse gemeenschap heeft toegezegd de kosten van huisvesting en levensonderhoud op zich te zullen nemen.
De Verenigde Staten hanteren strenge immigratiewetten en -quota. De VS weigeren in principe een visum aan alle potentiële immigranten die waarschijnlijk niet zelf in hun onderhoud kunnen voorzien. Dat betekent dat arme Joden het land niet in komen, en velen die niet arm wáren zijn door de nazi’s van nagenoeg al hun bezittingen beroofd.
Tot 1938 maken de VS de quota zelfs niet helemaal vol. Alleen hier heeft de conferentie in Évian enig effect. Van 1938 tot en met 1941 laten de VS 124.000 Joodse vluchtelingen toe, 31.000 per jaar. De jaren daarvoor waren dat er ongeveer 20.000. Maar ook 31.000 is maar een fractie van het totaal aantal aanvragen.
Paralellen
Ik sprak van wrange parallellen. Het dichtspijkeren van de grenzen is er daar natuurlijk een van. Landen konden in ’38 in Évian geen verdeelsleutel afspreken, en kunnen ook nu niet met elkaar tot een oplossing komen.
Ook in de argumenten voor het sluiten van de grenzen zijn overeenkomsten. Groot-Brittannië sloot in ’38 zijn grenzen nagenoeg volledig omdat het bang was dat spionnen en saboteurs zich onder de vluchtelingen zouden mengen; nu is er de vrees dat terroristen dat doen. De economische crisis werd toen en wordt ook nu aangevoerd als argument. Gezegd moet worden dat die van de jaren dertig heftiger was en dat de werkloosheid toen hoger en het gemiddelde levenspeil een stuk lager lag dan nu.
En dan de aantallen. Het aantal Joden dat eind jaren dertig een toevluchtsoord zocht lag waarschijnlijk zo rond de 1 miljoen – vele anderen hadden zelfs niet de middelen om te vluchten. Kijken we nu naar Syrië, dan zien we dat er zo’n vijf miljoen naar het buitenland zijn gevlucht (naast nog eens 7 miljoen die binnenlands op de vlucht zijn). De grote meerderheid, zo’n 90%, van die vluchtelingen wordt in de regio opgevangen (en Europa behoort daar alle mogelijke steun voor te geven). Goed, er zijn ook vele vluchtelingen uit andere landen, maar laten we nu eens zeggen dat Europa er in totaal 2 of 3 miljoen zou moeten herbergen. Kunnen we dat niet aan? Zou Nederland geen 200.000 of 300.000 vluchtelingen aankunnen?
Haalbaar
De geschiedenis leert anders. In de Eerste Wereldoorlog konden we 100.000 Belgen opvangen, en enige tijd zelfs een miljoen. Tussen 1945 en 1968 kwamen er ruim 300.000 migranten en repatrianten uit onze voormalige kolonie Nederlands-Indië. In de jaren tachtig en negentig kwamen er eerst tienduizenden uit Somalië, Iran en Afghanistan, en vervolgens nog veel meer uit onder andere voormalig Joegoslavië en Irak. In de periode 1991-2000 kwamen er in totaal 345.000 asielzoekers naar Nederland.
Nee, dat ging niet zonder problemen, vooral niet op het punt van de huisvesting en spanningen die daaruit voortvloeien. Ik wil dat zeker niet bagatelliseren. Het vraagt een grote inspanning om de opvang in goede banen te leiden, maar hoe je het ook wendt of keert, we zijn nog steeds een relatief zeer welvarend land en we moeten die inspanning kunnen leveren.
Dat daar nu zo moeilijk over wordt gedaan, doen is niet om de aantallen vluchtelingen of hun herkomst, denk ik; het is mijns inziens uit angst voor moslims en de islam, die opzettelijk ís en wórdt aangewakkerd.
Afsluitend: ik geloof niet dat Europa haar grenzen volledig kan opengooien. Dat zou tot een complete ontwrichting kunnen leiden. Maar we kunnen mensen die vluchten voor oorlog en ander geweld niet in de kou laten staan. Terugkijkend naar de jaren dertig zou ik zeggen: zo wil je als land niet de geschiedenis ingaan.
[21] ”Slechts enkele Europese landen zijn wat coulanter. Naast Turkije zijn dat opmerkelijk genoeg Spanje en Portugal
HISTORIEK
VLUCHTELINGENBELEID TOEN EN NU
[22]
”Ook buiten Europa houden veel landen hun grenzen grotendeels dicht. De meeste landen in Latijns-Amerika laten tussen het einde van de Eerste Wereldoorlog en 1933 vele immigranten toe, onder wie ook zo’n 175.000 Joden. Maar als de vluchtelingstroom op gang komt, wordt het toelatingsbeleid strenger. Tussen 1933 en 1945 worden in totaal 84.000 Joden toegelaten.
”In January 1934, Germany signed a non-aggression pact with Poland.[79] In March 1939, Hitler demanded the return of the Free City of Danzig and the Polish Corridor, a strip of land that separated East Prussia from the rest of Germany. The British announced they would come to the aid of Poland if it was attacked. Hitler, believing the British would not actually take action, ordered an invasion plan should be readied for September 1939 WIKIPEDIAMILITARY BUILD UP/NAZI GERMANY POLAND
[28] ”Groot-Brittannië was na de overgave van Frankrijk in 1940 de enige grote tegenstrever van Duitsland in West-Europa. Hitler zag de verovering, of in ieder geval overgave, van de Britten dan ook als een grote prioriteit. Hij wilde dit bereiken door een grootschalige invasie van Groot-Brittannië onder de naam Unternehmen Seelöwe (Operatie Zeeleeuw). Voordat deze invasie met grondtroepen plaats kon vinden was het essentieel dat de Duitsers luchtsuperioriteit boven Engeland verkregen en zo niet langer te maken hadden met aanvallen van de Royal Air Force (RAF).” IS GESCHIEDENIS”THE BLITZ” IN LONDEN TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG https://isgeschiedenis.nl/nieuws/the-blitz-in-londen-tijdens-de-tweede-wereldoorlog
”Operatie Seelöwe (Nederlands: Zeeleeuw) was een Duits plan voor een invasie in het Verenigd Koninkrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de snelle Duitse overwinning in het westen in mei en juni 1940 (zie de slag om Frankrijk), werden er plannen gesmeed om ook het Britse vasteland binnen te vallen. Het plan werd nimmer uitgevoerd, mede door de verloren slag om Engeland.”
”The Battle of Britain marked the first major defeat of Germany’s military forces, with air superiority seen as the key to victory WIKIPEDIABATTLE OF BRITAIN/AFTERMATH
BRON WIKIPEDIABATTLE OF BRITAIN
[37]
”Hoewel Hitler de slag om Groot-Brittannië verloren heeft, opent hij toch een tweede front in het oosten. Op 22 juni 1941 valt hij de Sovjet-Unie binnen, het begin van ‘Operatie Barbarossa’” WO2OPERATIE BARBAROSSA
”The British officially recognise the battle’s duration as being from 10 July until 31 October 1940, which overlaps the period of large-scale night attacks known as the Blitz, that lasted from 7 September 1940 to 11 May 1941” WIKIPEDIABATTLE OF BRITAIN https://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Britain
[40]
”The Blitz was a German bombing campaign against the United Kingdom in 1940 and 1941, during the Second World War. The term was first used by the British press and is the German word for ‘lightning” WIKIPEDIATHE BLITZ
Een team van de Universiteit van Portsmouth heeft aan de hand van informatie uit het Britse nationale archief en landkaarten uit het Imperial War Museum een interactieve kaart gemaakt van waar tijdens ‘The Blitz’ in Londen precies de bommen zijn gevallen. De Duitse Luftwaffe voerde tussen september 1940 en mei 1941 een groot aantal bombardementen uit op Londen en enkele andere Britse steden.
Groot-Brittannië was na de overgave van Frankrijk in 1940 de enige grote tegenstrever van Duitsland in West-Europa. Hitler zag de verovering, of in ieder geval overgave, van de Britten dan ook als een grote prioriteit. Hij wilde dit bereiken door een grootschalige invasie van Groot-Brittannië onder de naam Unternehmen Seelöwe (Operatie Zeeleeuw). Voordat deze invasie met grondtroepen plaats kon vinden was het essentieel dat de Duitsers luchtsuperioriteit boven Engeland verkregen en zo niet langer te maken hadden met aanvallen van de Royal Air Force (RAF).
Begin van ‘The Blitz’
De Duitsers concentreerden zich bij deze luchtoorlog in eerste instantie op de vliegtuigen, fabrieken en vliegvelden van de RAF. Toen dit niet veel effect bleek te hebben verlegden zij hun aandacht naar de grote Britse steden, waar zij door middel van grote bombardementen zoveel schade aan de Britse oorlogsindustrie hoopten aan te richten dat de Britten de strijd niet konden volhouden. Het eerste bombardement van ‘The Blitz’ (Duits voor ‘bliksem’) vond plaats op 7 september 1940 op de haven van Londen. Hierbij vielen zo’n 400 slachtoffers onder de bevolking van de Engelse hoofdstad.
Nachtbombardementen
In november 1940 besloten de Duitsers dat zij teveel vliegtuigen en bemanningen verloren bij bombardementen die overdag plaatsvonden. Het leek de Luftwaffe daarom raadzaam om meer nachtbombardementen te houden, waarbij de vliegtuigen door de duisternis minder eenvoudige doelwitten waren. Deze periode van nachtbombardementen duurde van november 1940 tot februari 1941 en was de zwaarste fase van ‘The Blitz’.
Londen en andere grote steden als Manchester, Liverpool en Coventry werden zwaar gebombardeerd. Londen werd in deze periode bijvoorbeeld 57 nachten op rij gebombardeerd, waarbij veel mensen overnachtten in schuilkelders en metrostations. Toch lukte het de Duitsers niet om het Britse moreel te breken, wat één van de doelen was van de bombardementen. Mensen bleven gewoon naar hun werk gaan en de Britse samenleving bleef draaiende. Inwoners van Londen spraken bijvoorbeeld over de bombardementen alsof het over het weer ging en beschreven sommige dagen als ‘very blitzy’.
Duikbootoorlog
Na februari 1941 werd duidelijk dat een Britse overgave niet dichtbij was en besloot Hitler om Operatie Zeeleeuw uit te stellen en de Luftwaffe in te zetten als ondersteuning van de Kriegsmarine in de duikbootoorlog. De bommenwerpers moesten zich vanaf die tijd concentreren op de scheepskonvooien op de Atlantische Oceaan en havensteden als Liverpool en Portsmouth. Hoewel de havensteden het nog steeds zwaar te verduren hadden nam de intensiteit van de bombardementen af en begon het gewone leven in Londen weer een beetje op gang te komen. In mei 1941 werd duidelijk dat de Luftwaffe de Blitz niet kon volhouden en op 21 mei 1941 werd de laatste aanval van ‘The Blitz’ uitgevoerd. Eind 1944 probeerden de Duitsers met de inzet van enkele duizenden V2 raketten opnieuw het moreel van de Britten te breken, maar dit had ook niet het gewenste effect.
Slachtoffers
Tijdens de acht maanden van ‘The Blitz’ kwamen er zo’n 40.000 Britse burgers om het leven en raakten er nog eens 139.000 gewond. De Duitsers verloren ruim 2.000 vliegtuigen in de strijd met de RAF en zo’n 3.300 piloten en bemanningen. Ondanks het grote aantal slachtoffers dat zij maakten lukte het de Duitsers niet om hun doel te bereiken om Groot-Brittannië te verslaan. Het gevolg was dat Hitler besloot zich op de Sovjet-Unie te concentreren en op 22 juni 1941 te beginnen met Operatie Barbarossa.Het team van de Universiteit van Portsmouth heeft nu een interactieve kaart gemaakt waarop precies te zien is waar in Londen de bommen zijn gevallen. De kaart is te bekijken op de site van Bomb Sight.
”Londen en andere grote steden als Manchester, Liverpool en Coventry werden zwaar gebombardeerd. Londen werd in deze periode bijvoorbeeld 57 nachten op rij gebombardeerd, waarbij veel mensen overnachtten in schuilkelders en metrostations”
”The Luftwaffe gradually decreased daylight operations in favour of night attacks to evade attack by the RAF, and the Blitz became a night bombing campaign after October 1940. The Luftwaffe attacked the main Atlantic sea port of Liverpool in the Liverpool Blitz. The North Sea port of Hull, a convenient and easily found target or secondary target for bombers unable to locate their primary targets, suffered the Hull Blitz. Bristol, Cardiff, Portsmouth, Plymouth, Southampton and Swansea were also bombed, as were the industrial cities of Birmingham, Belfast, Coventry, Glasgow, Manchester and Sheffield.” WIKIPEDIATHE BLITZ
On 13 March, the upper Clyde port of Clydebank near Glasgow was bombed (Clydebank Blitz). All but seven of its 12,000 houses were damaged. Many more ports were attacked. Plymouth was attacked five times before the end of the month while Belfast, Hull, and Cardiff were hit. Cardiff was bombed on three nights, Portsmouth centre was devastated by five raids. The rate of civilian housing lost was averaging 40,000 people per week dehoused in September 1940. In March 1941, two raids on Plymouth and London dehoused 148,000 people.[158] Still, while heavily damaged, British ports continued to support war industry and supplies from North America continued to pass through them while the Royal Navy continued to operate in Plymouth, Southampton, and Portsmouth.
NOORD IERLAND ALS OVERBLIJFSEL VAN DE BRITSE OVERHEERSING VAN IERLANDDit is niet de plek om de Britse overheersing [later kolonialisme] van Ierland te bespreken, maar het is natuurlijk van de gekke, dat Noord Ierland, geografisch een met de rest van Ierland en NIET met Groot Britannie, bij de onafhankelijkheid van Ierland een onderdeel van Groot-Britannie bleef Hierin lag het gelijk van de IRA:Noord-Ierland hoorde en hoort bij Ierland!
EINDE DOCUMENTATIE OVER IERLAND EN DE ONAFHANKELIJKHEIDSSTRIJD
[46]
”More than 40,000 civilians were killed by Luftwaffe bombing during the war, almost half of them in the capital, where more than a million houses were destroyed or damaged”
Bladzijde 5 ” With the decision to postpone Sea Lion, taken on 17 September 1940, the air offensive entered a new phase. There were now four strategic objectives: the first was to continue the blockade in the hope that this would demoralize the population and put pressure on the British government to seek an armistice…”
” Although the stress of the war resulted in many anxiety attacks, eating disorders, fatigue, weeping, miscarriages, and other physical and mental ailments, society did not collapse WIKIPEDIATHE BLITZ/BLITZ SPIRIT https://en.wikipedia.org/wiki/The_Blitz#%22Blitz_Spirit%22
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIATHE BLITZ
[50]
”Churchill called for swift action against any Indian independence activists engaged in illegal activity;[344] he called for the Indian National Congress party to be disbanded and its leaders deported.[347] In 1930, he stated that “Gandhi-ism and everything it stands for will have to be grappled with and crushed”.[348] He thought it “alarming and nauseating” that the Viceroy of India agreed to meet with independence activist Mohandas Gandhi, whom Churchill considered “a seditious Middle Temple lawyer, now posing as a fakir“”
””We shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender” WIKIPEDIA’WE SHALL FIGHT ON THE BEACHES/PERORATION https://en.wikipedia.org/wiki/We_shall_fight_on_the_beaches#Peroration
Turning once again, and this time more generally, to the question of invasion, I would observe that there has never been a period in all these long centuries of which we boast when an absolute guarantee against invasion, still less against serious raids, could have been given to our people. In the days of Napoleon, of which I was speaking just now, the same wind which would have carried his transports across the Channel might have driven away the blockading fleet. There was always the chance, and it is that chance which has excited and befooled the imaginations of many Continental tyrants. Many are the tales that are told. We are assured that novel methods will be adopted, and when we see the originality of malice, the ingenuity of aggression, which our enemy displays, we may certainly prepare ourselves for every kind of novel stratagem and every kind of brutal and treacherous manœuvre. I think that no idea is so outlandish that it should not be considered and viewed with a searching, but at the same time, I hope, with a steady eye. We must never forget the solid assurances of sea power and those which belong to air power if it can be locally exercised.
Sir, I have, myself, full confidence that if all do their duty, if nothing is neglected, and if the best arrangements are made, as they are being made, we shall prove ourselves once more able to defend our island home, to ride out the storm of war, and to outlive the menace of tyranny, if necessary for years, if necessary alone. At any rate, that is what we are going to try to do. That is the resolve of His Majesty’s Government – every man of them. That is the will of Parliament and the nation. The British Empire and the French Republic, linked together in their cause and in their need, will defend to the death their native soil, aiding each other like good comrades to the utmost of their strength.
Even though large tracts of Europe and many old and famous States have fallen or may fall into the grip of the Gestapo and all the odious apparatus of Nazi rule, we shall not flag or fail. We shall go on to the end. We shall fight in France, we shall fight on the seas and oceans, we shall fight with growing confidence and growing strength in the air, we shall defend our island, whatever the cost may be. We shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender, and if, which I do not for a moment believe, this island or a large part of it were subjugated and starving, then our Empire beyond the seas, armed and guarded by the British Fleet, would carry on the struggle, until, in God’s good time, the New World, with all its power and might, steps forth to the rescue and the liberation of the old………
From the moment that the French defences at Sedan and on the Meuse were broken at the end of the second week of May, only a rapid retreat to Amiens and the south could have saved the British and French armies who had entered Belgium at the appeal of the Belgian king; but this strategic fact was not immediately realised. The French high command hoped they would be able to close the gap, and the armies of the north were under their orders. Moreover, a retirement of this kind would have involved almost certainly the destruction of the fine Belgian army of over 20 divisions and the abandonment of the whole of Belgium. Therefore, when the force and scope of the German penetration were realised and when a new French generalissimo, General Weygand, assumed command in place of General Gamelin, an effort was made by the French and British armies in Belgium to keep on holding the right hand of the Belgians and to give their own right hand to a newly created French army, which was to have advanced across the Somme in great strength to grasp it.
However, the German eruption swept like a sharp scythe around the right and rear of the armies of the north. Eight or nine armoured divisions, each of about 400 armoured vehicles of different kinds, but carefully assorted to be complementary and divisible into small self-contained units, cut off all communications between us and the main French armies. It severed our own communications for food and ammunition, which ran first to
Amiens and afterwards through Abbeville, and it shore its way up the coast to Boulogne and Calais, and almost to Dunkirk. Behind this armoured and mechanised onslaught came a number of German divisions in lorries, and behind them again there plodded comparatively slowly the dull brute mass of the ordinary German army and German people, always so ready to be led to the trampling down in other lands of liberties and comforts which they have never known in their own.
I have said this armoured scythe-stroke almost reached Dunkirk – almost but not quite. Boulogne and Calais were the scenes of desperate fighting. The Guards defended Boulogne for a while and were then withdrawn by orders from this country. The Rifle Brigade, the 60th Rifles, and the Queen Victoria’s Rifles, with a battalion of British tanks and 1,000 Frenchmen, in all about 4,000 strong, defended Calais to the last. The British brigadier was given an hour to surrender. He spurned the offer, and four days of intense street fighting passed before silence reigned over Calais, which marked the end of a memorable resistance. Only 30 unwounded survivors were brought off by the navy, and we do not know the fate of their comrades. Their sacrifice, however, was not in vain. At least two armoured divisions, which otherwise would have been turned against the British Expeditionary Force, had to be sent to overcome them. They have added another page to the glories of the light divisions, and the time gained enabled the Graveline water lines to be flooded and to be held by the French troops.Advertisement
Thus it was that the port of Dunkirk was kept open. When it was found impossible for the armies of the north to reopen their communications to Amiens with the main French armies, only one choice remained. It seemed, indeed, forlorn. The Belgian, British and French armies were almost surrounded. Their sole line of retreat was to a single port and to its neighbouring beaches. They were pressed on every side by heavy attacks and far outnumbered in the air.
When, a week ago today, I asked the house to fix this afternoon as the occasion for a statement, I feared it would be my hard lot to announce the greatest military disaster in our long history. I thought – and some good judges agreed with me – that perhaps 20,000 or 30,000 men might be re-embarked. But it certainly seemed that the whole of the French first army and the whole of the British Expeditionary Force north of the Amiens-Abbeville gap would be broken up in the open field or else would have to capitulate for lack of food and ammunition. These were the hard and heavy tidings for which I called upon the house and the nation to prepare themselves a week ago. The whole root and core and brain of the British army, on which and around which we were to build, and are to build, the great British armies in the later years of the war, seemed about to perish upon the field or to be led into an ignominious and starving captivity.
That was the prospect a week ago. But another blow, which might well have proved final, was yet to fall upon us. The king of the Belgians had called upon us to come to his aid. Had not this ruler and his government severed themselves from the allies, who rescued their country from extinction in the late war, and had they not sought refuge in what was proved to be a fatal neutrality, the French and British armies might well at the outset have saved not only Belgium but perhaps even Poland. Yet at the last moment, when Belgium was already invaded, King Leopold called upon us to come to his aid, and even at the last moment we came. He and his brave, efficient army, nearly half a million strong, guarded our left flank and thus kept open our only line of retreat to the sea. Suddenly, without prior consultation, with the least possible notice, without the advice of his ministers and upon his own personal act, he sent a plenipotentiary to the German command, surrendered his army, and exposed our whole flank and means of retreat.
I asked the house a week ago to suspend its judgment because the facts were not clear, but I do not feel that any reason now exists why we should not form our own opinions upon this pitiful episode. The surrender of the Belgian army compelled the British at the shortest notice to cover a flank to the sea more than 30 miles in length. Otherwise all would have been cut off, and all would have shared the fate to which King Leopold had condemned the finest army his country had ever formed. So in doing this and in exposing this flank, as anyone who followed the operations on the map will see, contact was lost between the British and two out of the three corps forming the first French army, who were still farther from the coast than we were, and it seemed impossible that any large number of allied troops could reach the coast.Advertisement
The enemy attacked on all sides with great strength and fierceness, and their main power, the power of their far more numerous air force, was thrown into the battle or else concentrated upon Dunkirk and the beaches. Pressing in upon the narrow exit, both from the east and from the west, the enemy began to fire with cannon upon the beaches by which alone the shipping could approach or depart. They sowed magnetic mines in the channels and seas; they sent repeated waves of hostile aircraft, sometimes more than 100 strong in one formation, to cast their bombs upon the single pier that remained, and upon the sand dunes upon which the troops had their eyes for shelter. Their U-boats, one of which was sunk, and their motor launches took their toll of the vast traffic which now began. For four or five days an intense struggle reigned. All their armoured divisions – or what was left of them – together with great masses of infantry and artillery, hurled themselves in vain upon the ever-narrowing, ever-contracting appendix within which the British and French armies fought.
Meanwhile, the Royal Navy, with the willing help of countless merchant seamen, strained every nerve to embark the British and allied troops; 220 light warships and 650 other vessels were engaged. They had to operate upon the difficult coast, often in adverse weather, under an almost ceaseless hail of bombs and an increasing concentration of artillery fire. Nor were the seas, as I have said, themselves free from mines and torpedoes. It was in conditions such as these that our men carried on, with little or no rest, for days and nights on end, making trip after trip across the dangerous waters, bringing with them always men whom they had rescued. The numbers they have brought back are the measure of their devotion and their courage. The hospital ships, which brought off many thousands of British and French wounded, being so plainly marked were a special target for Nazi bombs; but the men and women on board them never faltered in their duty.
Meanwhile, the Royal Air Force, which had already been intervening in the battle, so far as its range would allow, from home bases, now used part of its main metropolitan fighter strength, and struck at the German bombers and at the fighters which in large numbers protected them. This struggle was protracted and fierce. Suddenly the scene has cleared, the crash and thunder has for the moment – but only for the moment – died away. A miracle of deliverance, achieved by valour, by perseverance, by perfect discipline, by faultless service, by resource, by skill, by unconquerable fidelity, is manifest to us all. The enemy was hurled back by the retreating British and French troops. He was so roughly handled that he did not hurry their departure seriously. The Royal Air Force engaged the main strength of the German air force, and inflicted upon them losses of at least four to one; and the navy, using nearly 1,000 ships of all kinds, carried over 335,000 men, French and British, out of the jaws of death and shame, to their native land and to the tasks which lie immediately ahead. We must be very careful not to assign to this deliverance the attributes of a victory. Wars are not won by evacuations. But there was a victory inside this deliverance, which should be noted. It was gained by the air force. Many of our soldiers coming back have not seen the air force at work; they saw only the bombers which escaped its protective attack. They underrate its achievements. I have heard much talk of this; that is why I go out of my way to say this. I will tell you about it.Advertisement
This was a great trial of strength between the British and German air forces. Can you conceive a greater objective for the Germans in the air than to make evacuation from these beaches impossible, and to sink all these ships which were displayed, almost to the extent of thousands? Could there have been an objective of greater military importance and significance for the whole purpose of the war than this? They tried hard, and they were beaten back; they were frustrated in their task. We got the army away; and they have paid fourfold for any losses which they have inflicted. Very large formations of German aeroplanes – and we know that they are a very brave race – have turned on several occasions from the attack of one-quarter of their number of the Royal Air Force, and have dispersed in different directions. Twelve aeroplanes have been hunted by two. One aeroplane was driven into the water and cast away by the mere charge of a British aeroplane, which had no more ammunition. All of our types – the Hurricane, the Spitfire and the new Defiant – and all our pilots have been vindicated as superior to what they have at present to face.
When we consider how much greater would be our advantage in defending the air above this island against an overseas attack, I must say that I find in these facts a sure basis upon which practical and reassuring thoughts may rest. I will pay my tribute to these young airmen. The great French army was very largely, for the time being, cast back and disturbed by the onrush of a few thousands of armoured vehicles. May it not also be that the cause of civilisation itself will be defended by the skill and devotion of a few thousand airmen? There never has been, I suppose, in all the world, in all the history of war, such an opportunity for youth. The Knights of the Round Table, the Crusaders, all fall back into the past – not only distant but prosaic; these young men, going forth every morn to guard their native land and all that we stand for, holding in their hands these instruments of colossal and shattering power, of whom it may be said that
Every morn brought forth a noble chance, And every chance brought forth a noble knight, deserve our gratitude, as do all the brave men who, in so many ways and on so many occasions, are ready, and continue ready to give life and all for their native land.
I return to the army. In the long series of very fierce battles, now on this front, now on that, fighting on three fronts at once, battles fought by two or three divisions against an equal or somewhat larger number of the enemy, and fought fiercely on some of the old grounds that so many of us knew so well – in these battles our losses in men have exceeded 30,000 killed, wounded and missing. I take occasion to express the sympathy of the house to all who have suffered bereavement or who are still anxious. The president of the Board of Trade [Sir Andrew Duncan] is not here today. His son has been killed, and many in the house have felt the pangs of affliction in the sharpest form. But I will say this about the missing: We have had a large number of wounded come home safely to this country, but I would say about the missing that there may be very many reported missing who will come back home, some day, in one way or another. In the confusion of this fight it is inevitable that many have been left in positions where honour required no further resistance from them.Advertisement
Against this loss of over 30,000 men, we can set a far heavier loss certainly inflicted upon the enemy. But our losses in material are enormous. We have perhaps lost one-third of the men we lost in the opening days of the battle of March 21 1918, but we have lost nearly as many guns – nearly 1,000 – and all our transport, all the armoured vehicles that were with the army in the north. This loss will impose a further delay on the expansion of our military strength. That expansion had not been proceeding as far as we had hoped. The best of all we had to give had gone to the British Expeditionary Force, and although they had not the numbers of tanks and some articles of equipment which were desirable, they were a very well and finely equipped army. They had the first fruits of all that our industry had to give, and that is gone. And now here is this further delay. How long it will be, how long it will last, depends upon the exertions which we make in this island. An effort, the like of which has never been seen in our records, is now being made. Work is proceeding everywhere, night and day, Sundays and week days. Capital and labour have cast aside their interests, rights, and customs and put them into the common stock. Already the flow of munitions has leaped forward. There is no reason why we should not in a few months overtake the sudden and serious loss that has come upon us, without retarding the development of our general programme.
Nevertheless, our thankfulness at the escape of our army and so many men, whose loved ones have passed through an agonising week, must not blind us to the fact that what has happened in France and Belgium is a colossal military disaster. The French army has been weakened, the Belgian army has been lost, a large part of those fortified lines upon which so much faith had been reposed is gone, many valuable mining districts and factories have passed into the enemy’s possession, the whole of the Channel ports are in his hands, with all the tragic consequences that follow from that, and we must expect another blow to be struck almost immediately at us or at France. We are told that Herr Hitler has a plan for invading the British Isles. This has often been thought of before. When Napoleon lay at Boulogne for a year with his flat-bottomed boats and his Grand Army, he was told by someone, “There are bitter weeds in England.” There are certainly a great many more of them since the British Expeditionary Force returned.
The whole question of home defence against invasion is, of course, powerfully affected by the fact that we have for the time being in this island incomparably more powerful military forces than we have ever had at any moment in this war or the last. But this will not continue. We shall not be content with a defensive war. We have our duty to our ally. We have to reconstitute and build up the British Expeditionary Force once again, under its gallant Commander-in-Chief, Lord Gort. All this is in train; but in the interval we must put our defences in this island into such a high state of organisation that the fewest possible numbers will be required to give effective security and that the largest possible potential of offensive effort may be realised. On this we are now engaged. It will be very convenient, if it be the desire of the house, to enter upon this subject in a secret session. Not that the government would necessarily be able to reveal in very great detail military secrets, but we like to have our discussions free, without the restraint imposed by the fact that they will be read the next day by the enemy; and the government would benefit by views freely expressed in all parts of the house by members with their knowledge of so many different parts of the country. I understand that some request is to be made upon this subject, which will be readily acceded to by His Majesty’s government.Advertisement
We have found it necessary to take measures of increasing stringency, not only against enemy aliens and suspicious characters of other nationalities, but also against British subjects who may become a danger or a nuisance should the war be transported to the United Kingdom. I know there are a great many people affected by the orders which we have made who are the passionate enemies of Nazi Germany. I am very sorry for them, but we cannot, at the present time and under the present stress, draw all the distinctions which we should like to do. If parachute landings were attempted and fierce fighting attendant upon them followed, these unfortunate people would be far better out of the way, for their own sakes as well as for ours. There is, however, another class, for which I feel not the slightest sympathy. Parliament has given us the powers to put down fifth column activities with a strong hand, and we shall use those powers subject to the supervision and correction of the house, without the slightest hesitation until we are satisfied, and more than satisfied, that this malignancy in our midst has been effectively stamped out.
Turning once again, and this time more generally, to the question of invasion, I would observe that there has never been a period in all these long centuries of which we boast when an absolute guarantee against invasion, still less against serious raids, could have been given to our people. In the days of Napoleon the same wind which would have carried his transports across the Channel might have driven away the blockading fleet. There was always the chance, and it is that chance which has excited and befooled the imaginations of many continental tyrants. Many are the tales that are told. We are assured that novel methods will be adopted, and when we see the originality of malice, the ingenuity of aggression, which our enemy displays, we may certainly prepare ourselves for every kind of novel stratagem and every kind of brutal and treacherous manoeuvre. I think that no idea is so outlandish that it should not be considered and viewed with a searching, but at the same time, I hope, with a steady eye.
We must never forget the solid assurances of sea power and those which belong to air power if it can be locally exercised. I have, myself, full confidence that if all do their duty, if nothing is neglected, and if the best arrangements are made, as they are being made, we shall prove ourselves once again able to defend our island home, to ride out the storm of war, and to outlive the menace of tyranny, if necessary for years, if necessary alone. At any rate, that is what we are going to try to do. That is the resolve of His Majesty’s government – every man of them. That is the will of parliament and the nation. The British empire and the French republic, linked together in their cause and in their need, will defend to the death their native soil, aiding each other like good comrades to the utmost of their strength. Even though large tracts of Europe and many old and famous states have fallen or may fall into the grip of the Gestapo and all the odious apparatus of Nazi rule, we shall not flag or fail.
We shall go on to the end, we shall fight in France, we shall fight on the seas and oceans, we shall fight with growing confidence and growing strength in the air, we shall defend our island, whatever the cost may be, we shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender, and even if, which I do not for a moment believe, this island or a large part of it were subjugated and starving, then our empire beyond the seas, armed and guarded by the British fleet, would carry on the struggle, until, in God’s good time, the new world, with all its power and might, steps forth to the rescue and the liberation of the old.
”More than 40,000 civilians were killed by Luftwaffe bombing during the war, almost half of them in the capital, where more than a million houses were destroyed or damaged”
TEKST ARTIKEL ASTRID ESSED”Alle strijdpartijen in de Tweede Wereldoorlog hebben zich schuldig gemaakt aan bombardementen op burgerdoelen:Nazi Duitsland, Japan, de Britse RAF, de VS, niet alleen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki, maar daarvoor al, op andere Japanse en Duitse steden” BRON VOOR BEWERING:
”Strategic bombing during World War II began on 1 September 1939 when Germany invaded Poland and the Luftwaffe (German Air Force) began bombing cities and the civilian population in Poland in an indiscriminate aerial bombardment campaign.[21] As the war continued to expand, bombing by both the Axis and the Allies increased significantly. The Royal Air Force began bombing military targets in Germany, such as docks and shipyards, in March 1940.[22] In September 1940, the Luftwaffe began targeting British cities in the Blitz.[23] After the beginning of Operation Barbarossa in June 1941, the Luftwaffe attacked Soviet cities and infrastructure. From February 1942 onward, the British bombing campaign against Germany became less restrictive and increasingly targeted industrial sites and eventually, civilian areas.[24][25] When the United States began flying bombing missions against Germany, it reinforced these efforts and controversial firebombings were carried out against Hamburg (1943), Dresden (1945), and other German cities”
ORIGINELE BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II
”These restraints on aerial warfare are covered by the general laws of war, because unlike war on land and at sea—which are specifically covered by rules such as the 1907 Hague Convention and Protocol I additional to the Geneva Conventions, which contain pertinent restrictions, prohibitions and guidelines—there are no treaties specific to aerial warfare” WIKIPEDIAAERIAL BOMBARDMENT AND INTERNATIONAL LAW
ORIGINELE BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II
ZIE OOK ”These restraints on aerial warfare are covered by the general laws of war, because unlike war on land and at sea—which are specifically covered by rules such as the 1907 Hague Convention and Protocol I additional to the Geneva Conventions, which contain pertinent restrictions, prohibitions and guidelines—there are no treaties specific to aerial warfare” WIKIPEDIAAERIAL BOMBARDMENT AND INTERNATIONAL LAW
ORIGINELE BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II
[60]
WIKIPEDIAPOSITIVE LAW
WIKIPEDIAPOSITIEF RECHT
[61]
”The absence of specific international humanitarian law did not mean aerial warfare was not covered under the laws of war, but rather that there was no general agreement of how to interpret those laws.[35] This means that aerial bombardment of civilian areas in enemy territory by all major belligerents during World War II was not prohibited by positive or specific customary international humanitarian law”
ORIGINELE BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II
[62]
The Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind WIKIPEDIASIR ARTHUR HARRIS, 1ST BARONET/SECOND WORLD WAR https://en.wikipedia.org/wiki/Sir_Arthur_Harris,_1st_Baronet#Second_World_War
VARIANT, MAAR DEZELFDE STREKKING: The Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw, and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind.
”The US maintains that its mistaken attack on the MSF hospital, as a result of having misidentified it to be a military objective, means that its personnel who conducted the attack cannot be individually prosecuted for war crimes because they did not intend for the hospital to be the object of the attack. However, even if the US had mistakenly attacked the hospital despite having been provided with the MSF’s GPS coordinates as a precaution beforehand, the fact that the attack continued for an alleged thirty minutes after the MSF first informed US and Afghan officials that the hospital was being mistakenly targeted raises serious questions as to whether the US had intended to target it” MSF ATTACK, MISTAKE, WARCRIME OR BOTH?17 JUNE 2016 https://www.ruleoflaw.org.au/msf-attack-mistake-war-crime/
In the early hours of Saturday 3 October 2015, the United States military conducted a series of sustained airstrikes on a Medecins Sans Frontieres (MSF) hospital in Kunduz, Afghanistan. 42 civilians, including MSF staff, were killed. Dr Joanne Liu, president of MSF, condemned the attack as “an attack on the Geneva Conventions” and General Director Christopher Stokes stated that MSF is “working on the presumption of a war crime” having been committed by the US.1
US officials initially denied responsibility. Six weeks later, they admitted that the attack had occurred due to repeated human error and mechanical failure, culminating in the wrong target having being hit. The findings of the US investigation into the attack were recently made publicly available, and concluded that certain US military personnel failed to comply with their rules of engagement and the law of armed conflict. However, the report also concluded that such failures did not amount to a war crime because the attack was a mistake and therefore lacked the requisite ‘intention’ requirement.
Under Article 8(b)(ix) of the Rome Statute of the International Criminal Court, ‘intentionally directing attacks against hospitals and places where the sick and wounded are collected, provided they are not military objectives’ amounts to a war crime. The Elements of Crimes Explanatory Note to the Rome Statute clearly sets out intention as the third element required in order for an act to constitute a war crime.
The US maintains that its mistaken attack on the MSF hospital, as a result of having misidentified it to be a military objective, means that its personnel who conducted the attack cannot be individually prosecuted for war crimes because they did not intend for the hospital to be the object of the attack. However, even if the US had mistakenly attacked the hospital despite having been provided with the MSF’s GPS coordinates as a precaution beforehand, the fact that the attack continued for an alleged thirty minutes after the MSF first informed US and Afghan officials that the hospital was being mistakenly targeted raises serious questions as to whether the US had intended to target it.2
Under International Humanitarian Law (IHL), medical personnel and hospitals are afforded special protection from attack (Geneva Convention 1 articles 19, 33 and 34; Additional Protocol 1 articles 12, 14 and 16) and are regarded as civilians and civilian objects, respectively. Even in the unlikely event that a hospital is transformed from a civilian object to a military objective due to a change in its purpose, nature, location or use, parties to the conflict are required to take all feasible precautions to distinguish between military targets and civilians, and ensure proportionality – that is, that there is not excessive loss of, or injury to, civilian life compared to the anticipated military advantage to be gained from the attack.
Furthermore, if a hospital is being used to commit hostile acts outside its humanitarian function, international humanitarian law requires an advance warning to be given before it may be targeted. MSF denies that the Kunduz hospital was ever used for military purposes or to commit hostile acts, and maintains that no warning was received before the hospital was attacked.
The MSF attack raises two important rule of law issues:
the value of having independent institutions to determine questions of law (or fact); and
the importance of a fair trial (a trial that is fair, and is perceived to be fair).
Backlash from MSF and the international community following the release of the Pentagon’s report suggests that the Pentagon is not perceived as sufficiently impartial, and was not an appropriate institution to be gauging US military compliance with International Humanitarian Law.
Instead, MSF has demanded an independent investigation by the International Humanitarian Fact Finding Commission (IHFCC), citing a lack of transparency in the US investigation, coupled with the disciplinary action taken against the US personnel who conducted the attack (according to the Pentagon report, such actions included suspension, letters of reprimand, formal counselling and retraining). However, the likelihood of such an investigation commencing is questionable, given the Commission has never before been used, and both the US and Afghanistan would have to agree to the investigation before it could commence.3
The IHFFC was created by Article 90 of Additional Protocol 1 to the Geneva Conventions, and is a commission created to ascertain controversial facts in situations of mutual allegations and denials of violations under IHL. On its face, it appears to be a more logical institution for gauging US military compliance with International Humanitarian Law. However, the major drawbacks to the Commission include its consent-based safeguards for state sovereignty, which limit the Commission’s ability to commence an inquiry to circumstances where one state that has recognised the Commission’s competence by declaration, unilaterally requests an enquiry against another state that has made the same declaration. While the Commission may seek to conduct an enquiry on an ad hoc basis (meaning that a party to an armed conflict has not made a declaration to accept the Commission’s competence) consent must first be sought. If consent is refused, the Commission is not permitted to commence an enquiry. Currently, only 76 states have recognised the Commission’s competence, none of which include Afghanistan or the United States.4
The question of how to improve compliance with IHL obligations is not a new one. One of the key proposals at the 32nd International Conference of the Red Cross and Red Crescent was to create:
A non-binding voluntary mechanism which would bring states together to:
(1) Exchange information and best practices on key thematic and technical issues; and
(2) Participate in a voluntary self-reporting process on IHL compliance.
The proposal was rejected, with the ICRC President Peter Maurer noting with irritation that:
Despite the rhetorical recognition that this is a problem, there is no real political will to engage substantively to make things better.
In light of the tragedy at the hospital in Kunduz, the necessity of finding appropriate mechanisms and institutions to resolve international legal disputes is more pressing than ever. The failure to determine accountability for indiscriminate attacks by states and individuals alike sets a dangerous precedent.
— Laura Hugh
NSWYL International Law Committee
Notes:
What does the MSF say happened at the MSF hospital at Kunduz? ↩
What does the US say about the accusation its personnel committed a war crimes? ↩
Why has MSF demanded an independent investigation? ↩
What are the limitations of the IHFFC in investigating violations of international law?
[65]
1. The jurisdiction of the Court shall be limited to the most serious crimes of concern to the international community as a whole. The Court has jurisdiction in accordance with this Statute with respect to the following crimes:
(a) The crime of genocide;
(b) Crimes against humanity;
(c) War crimes;
(d) The crime of aggression.
JURISDICTION, ADMISSIBILITY AND APPLICABLE LAW
ARTICLE 8Article 8War crimes
1. The Court shall have jurisdiction in respect of war crimes in particular when committed as a part of a plan or policy or as part of a large-scale commission of such crimes.
2. For the purpose of this Statute, “war crimes” means:
(a) Grave breaches of the Geneva Conventions of 12 August 1949, namely, any of the following acts against persons or property protected under the provisions of the relevant Geneva Convention:
” Although the stress of the war resulted in many anxiety attacks, eating disorders, fatigue, weeping, miscarriages, and other physical and mental ailments, society did not collapse WIKIPEDIATHE BLITZ/BLITZ SPIRIT https://en.wikipedia.org/wiki/The_Blitz#%22Blitz_Spirit%22
Lagerhuis en publiek kregen een andere, dubbelzinnige uitleg. De minister van luchtvaart antwoordde parlementariërs die wilden weten of de bombardementen op woonwijken moreel verantwoord waren, dat het ging om de uitschakeling van ‘militaire doelen’. Suggesties dat de regering de Duitse arbeidersklasse dakloos wilde maken, noemde hij ‘absurd’. De historicus Wim Berkelaar maakt nu duidelijk, in ‘De schaduw van de bevrijders – geallieerde oorlogsmisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog’, dat professor F. A. Lindemann, wetenschappelijk adviseur van de Britse oorlogsleider Churchill, de theoretische basis legde voor de inferno’s aangericht in de Duitse steden.Op 30 maart 1942 had Lindemann in een rapport voorgesteld de arbeiderswijken van alle 58 Duitse steden met meer dan 100 000 inwoners te bombarderen. Het Duitse moreel kon het beste worden ondergraven door burgers dakloos te maken en door de arbeidersklasse te treffen kon de ruggegraat van de Duitse oorlogsindustrie worden gebroken. Sommige deskundigen wezen het rapport als onverantwoord en ondeskundig af, maar Bombercommand van de RAF vatte het op als een steuntje in de rug. Luchtmachtbevelhebber Arthur (‘Bomber’) Harris was dus niet de geestelijk vader van de bombardementen, maar gaf er wèl overtuigd, en militair-technisch doeltreffend, uitvoering aan.
Waren de Britten, met Churchill voorop, zich er niet van bewust dat alsmaar krachtiger bombarderen van ‘open’ steden (zonder militair karakter) moreel verwerpelijk was en in strijd met het Landoorlogreglement? Berkelaar beantwoordt deze en andere vragen met het blootleggen van de zich ontwikkelende ‘logica van de oorlog’, waarin wie wind zaait (zoals de Luftwaffe in 1940 boven Engeland deed) storm oogst. Churchill besloot dat terugslaan met massale luchtbombardementen de enige kans bood Hitler ‘af te stoppen’. Tenslotte kwamen de Britten, met de zienswijze dat ook arbeiders in de bewapeningsindustrie militair actief zijn, op het hellend vlak naar oorlogsmisdaden. Na de oorlog daagde het inzicht dat het bombarderen van burgerdoelen niet alleen ethisch onverantwoord was. Ook bleek dat het Duitse moreel allerminst was ondermijnd en dat de bevolking juist vijandiger was geworden jegens de geallieerden.
In 1992 oordeelde de Times – die in 1943 verontschuldigend schreef dat bij het raken van militaire doelen ‘burgerslachtoffers onvermijdelijk zijn’ – dat de bombardementsstrategie ‘een zwarte bladzij was in de Britse oorlogsgeschiedenis’. De voortgaande bewustwording van wat mensen elkaar in oorlogen aandoen, ook in een ‘rechtvaardige oorlog’, biedt enige hoop.
Wim Berkelaar vond in de 55e herdenking van de Tweede Wereldoorlog voldoende aanleiding om het hete hangijzer van de geallieerde oorlogsmisdaden in die oorlog op te pakken. In zijn Woord vooraf legt hij uit de bevrijders niet te willen aanklagen. Het is nog minder zijn bedoeling op slinkse wijze de Duitse oorlogsmisdaden goed te praten. Hij wilde het geallieerde optreden toetsen aan het geldende oorlogsrecht. Daarop gaat hij in, evenals op geallieerde schendingen van de Conventie van Genève, zoals de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen bij de Sovjet-opmars in het oosten van Duitsland, de Poolse misdaden tegen Duitsers in 1939, de Sovjetrussische moord op 20 000 Poolse officieren in Katyn, de slechte behandeling van krijgsgevangenen door de geallieerden in 1945, en de tragedie van de Britse uitlevering van 25 000 anti-communistische kozakken aan de Sovjet-Unie in 1945 en 1946.Minder bekend is dat geallieerde soldaten zich in 1944 in het bevrijde zuiden van Nederland schuldig maakten aan plunderingen en vernielingen. Het Militair Gezag, het overgangsregime ingesteld door de regering in Londen, registreerde tientallen klachten van burgers over plunderingen en diefstallen door Amerikaanse, Canadese en Britse militairen. Burgemeester Gerards van Ubbergen stuurde het Militair Gezag eind december 1944 negentien rapporten over geallieerde plunderingen. Hij schreef: “De aangetroffen toestanden tarten iedere beschrijving. Hier is geen sprake meer van plundering of diefstal, maar van op de meest brute en grove wijze aangerichte verwoestingen en vernielingen.” Berkelaar brengt een noodzakelijke nuancering aan: “Er kwam niet of nauwelijks geweld aan te pas en de plunderingen kunnen beter ‘schendingen van het oorlogsrecht’ dan ‘oorlogsmisdaden’ worden genoemd.” Niettemin, de misdragingen beroofden bij de betrokken Nederlanders de bevrijders van hun aureool, ook al hadden betrekkelijk weinigen zich eraan schuldig gemaakt.
TAMPA BAY TIMESDEADLY WWII FIREBOMBINGS OF JAPANESE CITIES LARGELY IGNORED9 MARCH 2015
TOKYO — It was not Hiroshima or Nagasaki, but in many ways, including lives lost, it was just as horrific.
On March 10, 1945, U.S. B-29 bombers flew over Tokyo in the dead of night, dumping massive payloads of cluster bombs equipped with a then-recent invention: napalm. A fifth of Tokyo was left a smoldering expanse of charred bodies and rubble.
Today, a modest floral monument in a downtown park honors the spirits of the 105,400 confirmed dead, many interred in common graves.
It was the deadliest conventional air raid ever, worse than Nagasaki and on par with Hiroshima. But the attack, and similar ones that followed in more than 60 other Japanese cities, have received little attention, eclipsed by the atomic bombings and Japan’s postwar rush to rebuild.
Haruyo Nihei, just 8 when the bombs fell, was among many survivors who kept silent. A half-century passed before she even shared her experiences with her own son.
“Our parents would just say, ‘That’s a different era,’ ” Nihei said. “They wouldn’t talk about it. And I figured my own family wouldn’t understand.”
Now, as their numbers dwindle, survivors are determined to tell their stories while they still can.
‘Hellish frenzy’
Where earlier raids targeted aircraft factories and military facilities, the Tokyo firebombing was aimed largely at civilians, in places including Tokyo’s downtown area known as shitamachi, where people lived in traditional wood and paper homes at densities sometimes exceeding 100,000 people per square mile.
“There were plenty of small factories, but this area was chosen specifically because it was easy to burn,” says historian Masahiko Yamabe, who was born just months after the war’s end.
Another departure from earlier raids: the bombers flew low.
“It was as if we could reach out and touch the planes, they looked so big,” said Yoshitaka Kimura, whose family’s toy store in downtown Tokyo’s Asakusa was destroyed. “The bombs were raining down on us. Red, and black, that’s what I remember most.”
Nihei, now 78, was mesmerized as she watched from a railway embankment.
“It was a blazing firestorm. I saw a baby catch fire on its mother’s back, and she couldn’t put out the fire. I saw a horse being led by its owner. The horse balked and the cargo on its back caught fire, then its tail, and it burned alive, as the owner just stood there and burned with it,” she said.
Firefighter Isamu Kase was on duty at a train parts factory. He jumped onto a pump truck when the attack began, knowing the job was impossible.
“It was a hellish frenzy, absolutely horrible. People were just jumping into the canals to escape the inferno,” said Kase, 89. He said he survived because he didn’t jump in the water, but his burns were so severe he was in and out of hospital for 15 years.
Split-second choices like that determined who lived and who died.
Kimura, a 7-year-old, escaped the flames as he was blown into the entrance of a big department store while running toward the Sumida River, where tens of thousands of people died: burned, crushed, drowned or suffocated in the firestorm.
Masaharu Ohtake, then 13, fled his family’s noodle shop with a friend. Turned back by firefighters, they headed toward Tokyo Bay and again were ordered back. The boys crouched in a factory yard, waiting as flames consumed their neighborhood.
“We saw a fire truck heaped with a mountain of bones. It was hard to understand how so many bodies could be piled up like that,” said Ohtake.
After about two hours and 40 minutes, the B-29s left.
Survivors speak of the hush as dawn broke over a wasteland of corpses and debris, studded by chimneys of bathhouses and small factories. Police photographer Koyo Ishikawa captured the carnage of charred bodies piled like blackened mannequins, tiny ones lying beside them.
“It was as if the world had ended,” said Nihei, whose father sheltered her under his body, as others piled on top and were burned and suffocated. All her family survived.
Michiko Kiyo-oka, a 21-year-old government worker living in the Asakusa district, survived by hiding under a bridge.
“When I crawled out I was so cold, so I was warming myself near one of the piles that was still smoldering. I could see an arm. I could see nostrils. But I was numb to that by then,” she said. “The smell is one that will never leave me.”
Fighting to be remembered
From January 1944 to August 1945, the U.S. dropped 157,000 tons of bombs on Japanese cities, according to the U.S. Strategic Bombing Survey. It estimated that 333,000 people were killed, including the 80,000 killed in the Aug. 6 Hiroshima atomic bomb attack and 40,000 at Nagasaki three days later. Other estimates are significantly higher. Fifteen million of the 72 million Japanese were left homeless.
The bombing campaign set a military precedent for targeting civilian areas that persisted into the Korean and Vietnam wars and beyond. But the non-atomic attacks have been largely overlooked.
“Both governments, the press, media, radio, even novelists … decided the crucial story was the atomic bomb,” said Mark Selden, a Cornell University history professor. “This allowed them to avoid addressing some very important questions.”
Survivors of the Tokyo firebombing feel their pain has been forgotten, by history and by the government. After the war, only veterans and victims of the atomic bombings received special support.
“We civilians had no weapons and no strength to fight,” Kiyo-oka said. “We were attacked and got no compensation. I am very dissatisfied with how the government handled this.”
No specific government agency handles civilian survivors of firebombings or keeps their records, because there is no legal basis for that, said Manabu Oki at the Internal Affairs and Communications Ministry.
Yamabe, the historian, said authorities “are reluctant to acknowledge civilian suffering from the wartime leaders’ refusal to end the war earlier.”
“If they don’t disclose such data, it can’t be discussed. If the victims remain anonymous then there’s less pressure for compensation,” said Yamabe, a researcher at the privately funded Tokyo Air Raid and War Damages Resource Center, Japan’s main source of information about the firebombings.
Some survivors now refuse to be anonymous. Nihei often travels from the distant suburbs to the Tokyo Air Raid center to share her story with students and other visitors.
Years ago, Ohtake began walking the city to draw up guide maps of areas destroyed by the bombings — maps the resource center now uses.
The United States went too far with the firebombing, but I don’t quite understand why the Japanese government and the rest of the Japanese don’t talk about this very much,” he said.
“We are not just statistics. I don’t think we’ll still be around for the 80th anniversary,” Ohtake said. “So the 70th anniversary is pretty much the last chance for us to speak up.”
[72]
‘One is inclined to think that such a comprehensive bombing campaign was likely to have a most devastating effect on the enemy’s civil population. Eventually a significant effect on industrial production could be achieved, either by destruction of the production plants or by a negative physical and psychological effect on its labour. Civil devastation would result in civil unrest and public uprise against the Nazi regime. At least that was what the Allies were hoping for.And yet Allied assaults had no significant effect on German production until the last year of the war. German industry unexpectedly counterbalanced the destruction of a number of their plants by a further increase in productivity”
”But not only cities had fallen victim to the Allies’ strategic bombing.
The medium-sized town of Nordhausen lost about 20% of its population in one night attack in May 1945, Pfortzheim lost 22%. Numerous cities, medium-sized towns and small towns had been the target of the Royal Air Force (RAF) and the US-Air Force (USAAF), amongst them Karlsruhe, Stuttgart, Essen, Bremen, Wilhelmshaven, Emden, Duisburg, Hamburg, Saarbrucken, Düsseldorf, Osnabrück, Mainz, Lübeck, Münster, Kassel, Cologne, Schweinfurt, Jena, Darmstadt, Krefeld, Leipzig, Dresden, Brunswick, Munich, Magdeburg, Aschersleben, Halberstadt, Chemnitz, Halle, Plauen, Dessau, Potsdam, Erfurt, but also towns like Cailsheim, Freudenstadt and Hildesheim.
Even small villages had no reason to feel safe. They were attacked too, either by accident, as substitutes for another target, or because of local industry, as in the case of the “Deutsche Gasolin AG”, an oil refinery in the village of Dollbergen , situated about 30 kilometers east of Hanover , with only about 1,400 inhabitants. UNIVERSITY OF EXETERBOMBING, STATES AND PEOPLES IN WESTERN EUROPE 1940-1945THE BOMBING OF GERMANY
[74]
”Tenslotte kwamen de Britten, met de zienswijze dat ook arbeiders in de bewapeningsindustrie militair actief zijn, op het hellend vlak naar oorlogsmisdaden” TROUWGEALLIEERDE OORLOGSMISDADEN EN DE LOGICA VAN DE OORLOG17 MAART 1995
Lagerhuis en publiek kregen een andere, dubbelzinnige uitleg. De minister van luchtvaart antwoordde parlementariërs die wilden weten of de bombardementen op woonwijken moreel verantwoord waren, dat het ging om de uitschakeling van ‘militaire doelen’. Suggesties dat de regering de Duitse arbeidersklasse dakloos wilde maken, noemde hij ‘absurd’. De historicus Wim Berkelaar maakt nu duidelijk, in ‘De schaduw van de bevrijders – geallieerde oorlogsmisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog’, dat professor F. A. Lindemann, wetenschappelijk adviseur van de Britse oorlogsleider Churchill, de theoretische basis legde voor de inferno’s aangericht in de Duitse steden.
Op 30 maart 1942 had Lindemann in een rapport voorgesteld de arbeiderswijken van alle 58 Duitse steden met meer dan 100 000 inwoners te bombarderen. Het Duitse moreel kon het beste worden ondergraven door burgers dakloos te maken en door de arbeidersklasse te treffen kon de ruggegraat van de Duitse oorlogsindustrie worden gebroken. Sommige deskundigen wezen het rapport als onverantwoord en ondeskundig af, maar Bombercommand van de RAF vatte het op als een steuntje in de rug. Luchtmachtbevelhebber Arthur (‘Bomber’) Harris was dus niet de geestelijk vader van de bombardementen, maar gaf er wèl overtuigd, en militair-technisch doeltreffend, uitvoering aan.
Waren de Britten, met Churchill voorop, zich er niet van bewust dat alsmaar krachtiger bombarderen van ‘open’ steden (zonder militair karakter) moreel verwerpelijk was en in strijd met het Landoorlogreglement? Berkelaar beantwoordt deze en andere vragen met het blootleggen van de zich ontwikkelende ‘logica van de oorlog’, waarin wie wind zaait (zoals de Luftwaffe in 1940 boven Engeland deed) storm oogst. Churchill besloot dat terugslaan met massale luchtbombardementen de enige kans bood Hitler ‘af te stoppen’. Tenslotte kwamen de Britten, met de zienswijze dat ook arbeiders in de bewapeningsindustrie militair actief zijn, op het hellend vlak naar oorlogsmisdaden. Na de oorlog daagde het inzicht dat het bombarderen van burgerdoelen niet alleen ethisch onverantwoord was. Ook bleek dat het Duitse moreel allerminst was ondermijnd en dat de bevolking juist vijandiger was geworden jegens de geallieerden.
In 1992 oordeelde de Times – die in 1943 verontschuldigend schreef dat bij het raken van militaire doelen ‘burgerslachtoffers onvermijdelijk zijn’ – dat de bombardementsstrategie ‘een zwarte bladzij was in de Britse oorlogsgeschiedenis’. De voortgaande bewustwording van wat mensen elkaar in oorlogen aandoen, ook in een ‘rechtvaardige oorlog’, biedt enige hoop.
Wim Berkelaar vond in de 55e herdenking van de Tweede Wereldoorlog voldoende aanleiding om het hete hangijzer van de geallieerde oorlogsmisdaden in die oorlog op te pakken. In zijn Woord vooraf legt hij uit de bevrijders niet te willen aanklagen. Het is nog minder zijn bedoeling op slinkse wijze de Duitse oorlogsmisdaden goed te praten. Hij wilde het geallieerde optreden toetsen aan het geldende oorlogsrecht. Daarop gaat hij in, evenals op geallieerde schendingen van de Conventie van Genève, zoals de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen bij de Sovjet-opmars in het oosten van Duitsland, de Poolse misdaden tegen Duitsers in 1939, de Sovjetrussische moord op 20 000 Poolse officieren in Katyn, de slechte behandeling van krijgsgevangenen door de geallieerden in 1945, en de tragedie van de Britse uitlevering van 25 000 anti-communistische kozakken aan de Sovjet-Unie in 1945 en 1946.
Minder bekend is dat geallieerde soldaten zich in 1944 in het bevrijde zuiden van Nederland schuldig maakten aan plunderingen en vernielingen. Het Militair Gezag, het overgangsregime ingesteld door de regering in Londen, registreerde tientallen klachten van burgers over plunderingen en diefstallen door Amerikaanse, Canadese en Britse militairen. Burgemeester Gerards van Ubbergen stuurde het Militair Gezag eind december 1944 negentien rapporten over geallieerde plunderingen. Hij schreef: “De aangetroffen toestanden tarten iedere beschrijving. Hier is geen sprake meer van plundering of diefstal, maar van op de meest brute en grove wijze aangerichte verwoestingen en vernielingen.” Berkelaar brengt een noodzakelijke nuancering aan: “Er kwam niet of nauwelijks geweld aan te pas en de plunderingen kunnen beter ‘schendingen van het oorlogsrecht’ dan ‘oorlogsmisdaden’ worden genoemd.” Niettemin, de misdragingen beroofden bij de betrokken Nederlanders de bevrijders van hun aureool, ook al hadden betrekkelijk weinigen zich eraan schuldig gemaakt.
”Geenerlei gemeenschappelijke straf, in geld of van anderen aard, mag worden uitgevaardigd tegen de bevolkingen op grond van persoonlijke handelingen, waarvoor zij in haar geheel niet als hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden beschouwd.” ARTIKEL 50, LANDOORLOGSREGLEMENTVERDRAG NOPENS DE WETTEN EN GEBRUIKEN VAN DE OORLOG TE LAND, ‘S GRAVENHAGE 18-10-1907 https://wetten.overheid.nl/BWBV0006273/1910-01-26#VertalingNL_VDRTKS1384534
[77]
ZIE NOOT 73
[78]
”Het grote geallieerdebombardement op Dresden vond plaats in de nacht van 13 op 14 februari1945, waarna de volgende ochtend nog een luchtaanval volgde.”
” Strategic bombing often involved bombing areas inhabited by civilians and some campaigns were deliberately designed to target civilian populations in order to terrorize and disrupt their usual activities”
”At the start of the war, Bomber Command had no real means of determining the success of its operations. Crews would return with only their word as to the amount of damage caused or even if they had bombed the target. The Air Ministry demanded that a method of verifying these claims be developed and by 1941 cameras mounted under bombers, triggered by the bomb release, were being fitted.”
”Any examination of night photographs taken during night bombing in June and July points to the following conclusions:
Of those aircraft recorded as attacking their target, only one in three got within 5 mi (8.0 km).
Over the French ports, the proportion was two in three; over Germany as a whole, the proportion was one in four; over the Ruhr it was only one in ten.
In the full moon, the proportion was two in five; in the new moon it was only one in fifteen. …
All these figures relate only to aircraft recorded as attacking the target; the proportion of the total sorties which reached within 5 miles is less than one-third. …
The conclusion seems to follow that only about one-third of aircraft claiming to reach their target actually reached it”
”’The ultimate aim of an attack on a town area is to break the morale of the population which occupies it. To ensure this, we must achieve two things: first, we must make the town physically uninhabitable and, secondly, we must make the people conscious of constant personal danger. The immediate aim, is therefore, twofold, namely, to produce (i) destruction and (ii) fear of death’ WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II/THE BRITISH LATER IN THE WAR https://en.wikipedia.org/wiki/Strategic_bombing_during_World_War_II#The_British_later_in_the_war
BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II/
Reacties uitgeschakeld voor Noten 1 t/m 90/”Geallieerde oorlogsmisdaden in de Tweede Wereldoorlog/Hoe de ”goede kant van de geschiedenis” slechte dingen deed
CRIMES AGAINST HUMANITY”1. For the purpose of this Statute, “crime against humanity” means any of the following acts when committed as part of a widespread or systematic attack directed against any civilian population, with knowledge of the attack:”………..(a) Murder; ……….”(a) “Attack directed against any civilian population” means a course of conduct involving the multiple commission of acts referred to in paragraph 1 against any civilian population, pursuant to or in furtherance of a State or organizational policy to commit such attack; http://hrlibrary.umn.edu/instree/Rome_Statute_ICC/Rome_ICC_part2.html
ORIGINELE BRON ROME STATUTE OF THE INTERNATIONAL CRIMINAL COURT
Strong evidence exists that Japan prepared to surrender before the bomb was dropped
Fewer Americans than at any time since 1945 believe that the atomic bombing of Hiroshima 70 years ago today and Nagasaki three days later was a good idea.
In a YouGov poll just published, 45 per cent of respondents between the ages of 18 and 29 said that president Truman had made the wrong decision, against 41 per cent who approved. The margin was slightly narrower among 30 to 44-year- olds – 36 per cent to 33.
The picture is dramatically different in older age brackets.
Respondents between 45 and 65 supported the bombing, 55 per cent to 21 per cent. Over-65s backed Truman 65 to 15 per cent. Among the population as a whole, 45 per cent were in favour of the bombing, 29 per cent against. The figures can tellingly be compared with Gallup results in August 1945 suggesting that 85 per cent of Americans were content with the bombing, only 10 per cent opposed. (In the same poll, a remarkable 23 per cent said that they wished that more atomic bombs had been dropped before the Japanese had had a chance to surrender.)
The bombs reduced Hiroshima, population 350,000, and Nagasaki, 210,000, to smears of ash and vaporised at least 200,000 civilians. Upwards of another 250,000 were to die from radiation poisoning in later years.
In a radio broadcast within hours of Hiroshima, Truman told the nation: “We are now prepared to obliterate more rapidly and completely every productive enterprise the Japanese have standing above ground in any city. We shall destroy their docks, their factories and their communications. Let there be no doubt.” (Docks, factories, communications. . . People didn’t rate a mention.)
Days later, of course, Truman made good on his threat. One of the first doctors to arrive in Hiroshima after the blast told: “Tremendous numbers of unidentified corpses were piled up and cremated on the spot. The injured and irradiated continued to die. Day and night in every corner of the city, corpses are piled upon the corpses and burned.”
“Irradiated” wasn’t a popular word back in Washington. The allies maintained that radiation sickness was a myth, insisting that all the dead had perished in the initial blasts.
A front page report in the New York Times carried the headline: “No radioactivity in Hiroshima ruin.” The atomic episode was all over and the war had ended a result.
It wasn’t until the Australian Wilfred Burchett arrived as the first journalist to make it to Hiroshima that the aftermath of the explosion was described to a western audience: “I write this as warning to the world,” was his intro on page one of the Daily Express. He described in detail how he had walked through a hospital ward packed with people with their skin hanging in flaps from their bodies, eyes opaque, dying, but with no visible marks. There being no word for it yet, he wrote of “an atomic plague.”
In retaliation for telling it as he had seen it, his press accreditation was famously withdrawn. He was vilified for years. In some circles he still is.
The justification for the bombing offered then and since continues to be that it brought the war to a speedy end and so actually saved lives. The moral basis for this proposition is, at best, shaky – as is the calculation on which it is based. True, the Japanese surrendered within a week of Nagasaki.
But there is strong evidence that they had been ready for surrender before the Enola Gay emerged from the clouds above Hiroshima and unloaded “Little Boy” – a cuddly, anthropomorphic name for a device designed to kill on a scale unknown in all prior history. The Nagasaki bomb was nicknamed “Fat Man”.
The US strategic bombing survey, commissioned by Truman, compiled by a civilian team including John K Galbraith and based on interviews with more than 400 US officers and on access to the complete Japanese military logs, reported in July 1946: “Based on a detailed investigation of all the facts and supported by the testimony of the surviving Japanese leaders involved, it is the survey’s opinion that . . . Japan would have surrendered even if the atomic bombs had not been dropped, even if Russia had not entered the war and even if no invasion had been planned or contemplated.”
The Soviet Union joined the war in Asia two days after Hiroshima, a day before Nagasaki, delivering in the nick of time on a promise made by Stalin in Yalta – and also with a view to qualifying as a combatant entitled to a share of the spoils.
The US will meanwhile have wanted to impress on the world and especially on Stalin that it possessed weapons capable of reducing any rival to rubble.
Thus, there were geopolitical reasons for killing everybody in the two Japanese cities that may have been more persuasive with US leaders than urgency to end the war.
Six years later, on two fateful days in August 1945, the bombs known as Little Man and Fat Boy were dropped on Hiroshima and Nagasaki, Japan – on soldiers, sailors, women and children alike. These detonations accelerated the end of the Second World War, but presaged the Cold War that dominated the latter half of the 20th century. Einstein regretted the letter. In a 1947 Newsweek article headlined “The Man Who Started It All,” he was quoted as saying, “Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb, I would never have lifted a finger.” TIME.COMEINSTEIN FEARED A NAZI ATOM BOMB-BUT IMMIGRANTS MADE SURE THE US GOT THERE FIRST
https://time.com/5641891/einstein-szilard-letter/ Chaos reigns at the border as the United States confronts a massive influx of immigrants. Some, in fear for their lives, seek asylum from brutal regimes. Others seek the ever-elusive American dream. But first, they are held, sometimes in appalling conditions, until processed by immigration authorities.
This is not the U.S.-Mexican border in 2019, but Ellis Island in the 1930s. As the Nazis seize power and stamp down their jackboots on Jewish communities and left-leaning intellectuals throughout Europe, many flee to the United States. One of the new arrivals is Albert Einstein, who arrived in 1933 and several years later became a naturalized citizen, taking the oath of allegiance in Trenton, N.J.
Einstein’s entry to the United States was smoothed by his having already received a Nobel Prize in physics, even if his work was dismissed as mere “Jewish physics” by another Nobel Laureate, Philipp Lenard, who served as Chief of Aryan Physics for the Third Reich. Einstein, whose special theory of relativity had been published in 1905, had achieved international fame, even if — as he quipped — no one really understood why. He was not the only refugee scientist to land on American shores, but his influence dwarfed the others.
As war approached, Einstein, a lifelong pacifist, did something out of character and out of necessity. On Aug. 2, 1939, he signed a letter addressed to President Franklin Delano Roosevelt, warning that the Nazis might be developing nuclear weapons. Einstein urged the United States to stockpile uranium ore and begin work on its own atomic weapons.
Einstein did not write the letter — that was the work of Hungarian émigré Leó Szilárd, with whom Einstein shared a patent for a novel refrigerator. Szilárd composed it with help from two other Hungarian physicists, Edward Teller and Eugene Wigner who (with Hans Bethe) would be jokingly referred to as the Four Hungarians of the Apocalypse. With the letter freshly typed, Teller drove Szilárd out to Peconic, Long Island, where Einstein was staying, to get his signature.
No one else signed it. No one else had to. Thus the Manhattan Project was born. Six years later, on two fateful days in August 1945, the bombs known as Little Man and Fat Boy were dropped on Hiroshima and Nagasaki, Japan – on soldiers, sailors, women and children alike. These detonations accelerated the end of the Second World War, but presaged the Cold War that dominated the latter half of the 20th century.
Einstein regretted the letter. In a 1947 Newsweek article headlined “The Man Who Started It All,” he was quoted as saying, “Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb, I would never have lifted a finger.”
In fact, the Nazis could not muster the breakthroughs necessary to achieve the nuclear weapons Einstein and his fellow physicists feared. So many scientists had fled Nazi-occupied territory that the Third Reich was short of the brain power they needed to develop the bomb. Yes, they had Lenard and Werner Heisenberg, but the ranks of first-rate nuclear scientists in Germany were deeply depleted due to Hitler’s policies.
And the Nazis’ loss was the United States gain. Emigres brought their expertise to bear on the Manhattan Project. Enrico Fermi fled Italy because of the anti-Jewish laws that pertained to his wife. Emilio Segrè ran afoul of those laws, too. Rudolf Peierls, who settled in Britain, was a German-born Jewish physicist and Felix Bloch, who like Peierls also briefly worked on the bomb, was likewise a Jewish refugee from the Nazis. Together with Szilard and Wigner, these rank among the superstars of 20th century physics.
Did the United States understand what they were getting when they allowed the physicists in? A stream of future Nobel Prize winners, a group of people committed to work to defend the freedom of their new country against the tyranny of their homelands? A group of people whose research not only enabled the development of the bomb, but later allowed the stars and stripes to be planted by Neil Armstrong and Buzz Aldrin at Tranquility Base on July 20, 1969? Did the Nazis comprehend what they had lost, by developing a culture that saw so many of their internationally recognized scientists leave Europe? Probably not.
But we have learned. The Brain Drain caused by the Nazis established the United States as a scientific superpower. The Nobel Prize in Physics might be awarded in Stockholm by the Royal Swedish Academy of Sciences, but it is now as American as apple pie. Many of those who get a Nobel nod live here in the United States, whether born here or attracted here by the vibrant scientific research community.
The challenge, though, is to keep this research coming. To starve a nation of its scientists, or its scientists of funding, is a losing strategy. In the last quarter of 2018, a quarter of all applications for H1-B visas, those that enable businesses to bring highly skilled technical workers to the United States, were declined. That’s up from only 5% in the same period of 2014. And if Silicon Valley and others can’t bring skilled workers in to innovate and remain competitive, those same companies could outsource their operations overseas. Perhaps it is time to look closely at visa numbers for those with significant technical expertise and to increase them substantially.Now that would be a letter to a president that Einstein could sign without regret. EINDE ARTIKEL
‘Newsweek, likewise, did a cover on him, with the headline “The Man Who Started It All.” This was a perception fostered by the U.S. government. It had released an official history of the atom bomb project that assigned great weight to a letter Einstein had written to President Franklin Roosevelt warning of the destructive potential of an atomic chain reaction.
All of this troubled Einstein. “Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb,” he told Newsweek, “I never would have lifted a finger.” He pointed out, correctly, that he had never actually worked on the bomb project. And he claimed to a Japanese publication, “My participation in the production of the atom bomb consisted in a single act: I signed a letter to President Roosevelt.” DISCOVER CHAIN REACTION: FROM EINSTEIN TO THE ATOMIC BOMB18 MARCH 2008 https://www.discovermagazine.com/the-sciences/chain-reaction-from-einstein-to-the-atom
He begat the project but was then shut out for being a perceived security risk.
In the popular imagination, Albert Einstein is intimately associated with the atom bomb. A few months after the weapon was used against Japan in 1945, Time put him on its cover with an explosion mushrooming behind him that had E = mc2emblazoned on it. In a story overseen by an editor named Whittaker Chambers, the magazine noted with its typical prose from the period: “[T]here will be dimly discernible, to those who are interested in cause & effect in history, the features of a shy, almost saintly, childlike little man with the soft brown eyes, the drooping facial lines of a world-weary hound, and hair like an aurora borealis … Albert Einstein did not work directly on the atom bomb. But Einstein was the father of the bomb in two important ways: 1) it was his initiative which started U.S. bomb research; 2) it was his equation (E = mc2) which made the atomic bomb theoretically possible.”
Newsweek, likewise, did a cover on him, with the headline “The Man Who Started It All.” This was a perception fostered by the U.S. government. It had released an official history of the atom bomb project that assigned great weight to a letter Einstein had written to President Franklin Roosevelt warning of the destructive potential of an atomic chain reaction.
All of this troubled Einstein. “Had I known that the Germans would not succeed in producing an atomic bomb,” he told Newsweek, “I never would have lifted a finger.” He pointed out, correctly, that he had never actually worked on the bomb project. And he claimed to a Japanese publication, “My participation in the production of the atom bomb consisted in a single act: I signed a letter to President Roosevelt.”
Neither the public image nor the personal protests capture the true, complex story of Einstein and the bomb. Contrary to common belief, Einstein knew little about the nuclear particle physics underlying the bomb. On the other hand, as the archives show, Einstein did not merely sign the letter to Roosevelt. He was deeply involved in writing it, revising it, and deciding how to get it to the president.
The tale begins with Leó Szilárd, a charming and slightly eccentric Hungarian physicist who was an old friend of Einstein’s. While living in Berlin in the 1920s, they had collaborated on the development of a new type of refrigerator, which they patented but were unable to market successfully. After Szilárd fled the Nazis, he made his way to England and then New York, where he worked at Columbia University on ways to create a nuclear chain reaction, an idea he had conceived while waiting at a stoplight in London a few years earlier. When he heard of the discovery of fission using uranium, Szilárd realized that element might be used to produce this phenomenon.
Szilárd discussed the possibility with his friend Eugene Wigner, another refugee physicist from Budapest, and they began to worry that the Germans might try to buy up the uranium supplies of the Congo, which was then a colony of Belgium. But how, they asked themselves, could two Hungarian refugees in America find a way to warn the Belgians? Then Szilárd recalled that Einstein happened to be friends with that country’s Queen Elizabeth.
“We knew Einstein was somewhere on Long Island, but we didn’t know precisely where,” Szilárd recalled. So he phoned Einstein’s Princeton, New Jersey, office and was told he was renting the house of a Dr. Moore in the village of Peconic. On Sunday, July 16, 1939, they embarked on their mission with Wigner at the wheel (Szilárd, like Einstein, did not drive). But when they arrived, they couldn’t find the house, and nobody seemed to know Dr. Moore. Then Szilárd saw a young boy standing by the curb. “Do you, by any chance, know where Professor Einstein lives?” he asked. Like most people in town, the boy did, and he led them up to a cottage near the end of Old Grove Road, where they found Einstein lost in thought.
Sitting at a wooden table on the porch of the sparsely furnished cottage, Szilárd explained how an explosive chain reaction could be produced in uranium layered with graphite by the neutrons released from nuclear fission: Those neutrons would split more nuclei, and so on. “I never thought of that!” Einstein interjected. He asked a few questions and quickly grasped the implications. Instead of writing the Belgian queen, Einstein suggested, they should contact a Belgian minister he knew.
Wigner, showing some sensible propriety, suggested that three refugees should not be writing a foreign government about secret security matters without consulting the U.S. State Department. Perhaps, they decided, the proper channel was a letter from Einstein (the only one of them famous enough to be heeded) to the Belgian ambassador, with a cover letter to the State Department. With that plan in mind, Einstein dictated a draft in German. Wigner translated it, gave it to his secretary to be typed, and then sent it to Szilárd.
A few days later, a friend arranged for Szilárd to talk to Alexander Sachs, an economist at Lehman Brothers and a friend of President Roosevelt’s. Showing a bit more savvy than the three theoretical physicists, Sachs insisted that the letter go right to the White House, and he offered to hand-deliver it.
It was the first time Szilárd had met Sachs, but he found the bold plan appealing. “It could not do any harm to try this way,” he wrote to Einstein. Einstein wrote back asking Szilárd to come back out to Peconic so they could revise the letter. By that point Wigner had gone to California for a visit. So Szilárd enlisted, as driver and scientific sidekick, another friend from the amazing group of Hungarian refugees who were theoretical physicists, Edward Teller.
Szilárd brought with him the original draft from two weeks earlier, but Einstein realized that they were now planning a letter that was far more momentous than one asking Belgian ministers to be careful about Congolese uranium exports. The world’s most famous scientist was about to tell the president of the United States that he should begin contemplating a weapon of almost unimaginable impact. “Einstein dictated a letter in German,” Szilárd recalled, “which Teller took down, and I used this German text as a guide in preparing two drafts of a letter to the president
According to Teller’s notes, Einstein’s dictated draft not only raised the question of the Congo’s uranium but also explained the possibility of chain reactions, suggested that a new type of bomb could result, and urged the president to set up formal contact with physicists working on this topic. Szilárd then prepared and sent back to Einstein a 45-line letter and a 25-line version — both dated August 2, 1939 — “and left it up to Einstein to choose which he liked best.” Einstein signed them both in a small scrawl.
The scientists still had to figure out who could best get it into the hands of President Roosevelt. Einstein was unsure Sachs could do the job. When Szilárd sent back to Einstein the typed versions of the letter, he suggested that they use as their intermediary Charles Lindbergh, whose solo transatlantic flight 12 years earlier had made him a celebrity. All three refugee Jews were apparently unaware that the aviator had been spending time in Germany, had been decorated the year before by Hermann Göring with that nation’s medal of honor, and was becoming an isolationist and Roosevelt antagonist.
Einstein had briefly met Lindbergh a few years earlier in New York, so he wrote a note of introduction, which he included when he returned the signed letters to Szilárd. “I would like to ask you to do me a favor of receiving my friend Dr. Szilárd and think very carefully about what he will tell you,” Einstein wrote. “To one who is outside of science the matter he will bring up may seem fantastic. However, you will certainly become convinced that a possibility is presented here which has to be very carefully watched in the public interest.”
Lindbergh did not respond, so Szilárd wrote him a reminder letter on September 13. Two days later, he realized how clueless he and his colleagues had been when Lindbergh gave a nationwide radio address. It was a clarion call for isolationism. “The destiny of this country does not call for our involvement in European wars,” Lindbergh began. Interwoven were hints of his pro-German sympathies and even some anti-Semitic implications about Jewish ownership of the media. “We must ask who owns and influences the newspaper, the news picture, and the radio station,” Lindbergh said. “If our people know the truth, our country is not likely to enter the war.”
Szilárd’s next letter to Einstein stated the obvious. “Lindbergh is not our man,” he wrote.
The physicists’ other hope was Sachs, who had been given the formal letter to Roosevelt that Einstein signed. But Sachs was not able to find the opportunity to deliver it for almost two months.
By then, events had turned what had been an important letter into an urgent one. At the end of August 1939, the Nazis and Soviets stunned the world by signing a war-alliance pact and proceeded to carve up Poland. That prompted Britain and France to declare war.
Szilárd went to see Sachs in late September and was horrified to discover that he still had not been able to schedule an appointment with Roosevelt. “There is a distinct possibility Sachs will be of no use to us,” Szilárd wrote to Einstein. “Wigner and I have decided to accord him ten days’ grace.” Sachs barely made the deadline. On the afternoon of Wednesday, October 11, he was ushered into the Oval Office carrying Einstein’s letter, Szilárd’s memo, and an 800-word summary he had written on his own.
The president greeted him jovially: “Alex, what are you up to?”
Sachs worried that if he simply left Einstein’s letter and the other papers with Roosevelt, they might be glanced at and then pushed aside. The only reliable way to deliver them, he decided, was to read them aloud. Standing in front of the president’s desk, he read his summation of Einstein’s letter and parts of Szilárd’s memo.
“Alex, what you are after is to see that the Nazis don’t blow us up,” the president said.
“Precisely,” Sachs replied.
“This requires action,” Roosevelt declared to his assistant.
The following week, Einstein received a polite and formal thank-you letter from the president. “I have convened a board,” Roosevelt wrote, “to thoroughly investigate the possibilities of your suggestion regarding the element of uranium.” Still, the effort’s slow pace and meager funding prompted Szilárd and Einstein to compose a second letter urging the president to consider whether the American work was proceeding quickly enough.
Despite helping to spur Roosevelt into action, Einstein never worked directly on the bomb project. J. Edgar Hoover, the director of the FBI even back then, wrote a letter to General Sherman Miles, who initially organized the efforts, that described Einstein’s pacifist activities and suggested that he was a security risk. In the end, Einstein played only a small role in the Manhattan Project. He was asked by Vannevar Bush, one of the project’s scientific overseers, to help on a specific problem involving the separation of isotopes that shared chemical traits. Einstein was happy to comply. Drawing on his old expertise in osmosis and diffusion, he worked for two days on a process of gaseous diffusion in which uranium was converted into a gas and forced through filters.
The scientists who received Einstein’s report were impressed, and they discussed it with Bush. In order for Einstein to be more useful, they said, he should be given more information about how the isotope separation fit in with other parts of the bomb-making challenge. Bush refused. He knew that Einstein didn’t have and couldn’t get the necessary security clearance. “I wish very much that I could place the whole thing before him and take him fully into confidence,” Bush wrote, “but this is utterly impossible in view of the attitude of people here in Washington who have studied his whole history.”
Thus the scientist who had explained the need for a bomb-making project was considered too risky to be told about it.
Albert Einstein
Old Grove Rd.
Nassau Point
Peconic, Long Island
August 2nd 1939
F.D. Roosevelt
President of the United States
White House
Washington, D.C.
Sir:
Some recent work by E.Fermi and L. Szilard, which has been com-
municated to me in manuscript, leads me to expect that the element uran-
ium may be turned into a new and important source of energy in the im-
mediate future. Certain aspects of the situation which has arisen seem
to call for watchfulness and, if necessary, quick action on the part
of the Administration. I believe therefore that it is my duty to bring
to your attention the following facts and recommendations:
In the course of the last four months it has been made probable -
through the work of Joliot in France as well as Fermi and Szilard in
America - that it may become possible to set up a nuclear chain reaction
in a large mass of uranium,by which vast amounts of power and large quant-
ities of new radium-like elements would be generated. Now it appears
almost certain that this could be achieved in the immediate future.
This new phenomenon would also lead to the construction of bombs,
and it is conceivable - though much less certain - that extremely power-
ful bombs of a new type may thus be constructed. A single bomb of this
type, carried by boat and exploded in a port, might very well destroy
the whole port together with some of the surrounding territory. However,
such bombs might very well prove to be too heavy for transportation by
air.
-2-
The United States has only very poor ores of uranium in moderate
quantities. There is some good ore in Canada and the former Czechoslovakia.
while the most important source of uranium is Belgian Congo.
In view of the situation you may think it desirable to have more
permanent contact maintained between the Administration and the group
of physicists working on chain reactions in America. One possible way
of achieving this might be for you to entrust with this task a person
who has your confidence and who could perhaps serve in an inofficial
capacity. His task might comprise the following:
a) to approach Government Departments, keep them informed of the
further development, and put forward recommendations for Government action,
giving particular attention to the problem of securing a supply of uran-
ium ore for the United States;
b) to speed up the experimental work,which is at present being car-
ried on within the limits of the budgets of University laboratories, by
providing funds, if such funds be required, through his contacts with y
private persons who are willing to make contributions for this cause,
and perhaps also by obtaining the co-operation of industrial laboratories
which have the necessary equipment.
I understand that Germany has actually stopped the sale of uranium
from the Czechoslovakian mines which she has taken over. That she should
have taken such early action might perhaps be understood on the ground
that the son of the German Under-Secretary of State, von Weizsäcker, is
attached to the Kaiser-Wilhelm-Institut in Berlin where some of the
American work on uranium is now being repeated.
Yours very truly,
OPSTAND Een groot deel van de Iraakse bevolking gaf aan de fatwa van Shirazi gehoor. De Britten hadden niet gerekend op een coalitie van Soennieten en Sjiieten en werden in eerste instantie overrompeld. Zij zagen zich genoodzaakt om troepen uit Brits-Indië en Perzië over te laten komen. De bestrijding gebeurde onder andere door de inzet van grootschalige luchtaanvallen op opstandige steden en dorpen ”
”In January 1934, Germany signed a non-aggression pact with Poland.[79] In March 1939, Hitler demanded the return of the Free City of Danzig and the Polish Corridor, a strip of land that separated East Prussia from the rest of Germany. The British announced they would come to the aid of Poland if it was attacked. Hitler, believing the British would not actually take action, ordered an invasion plan should be readied for September 1939 WIKIPEDIAMILITARY BUILD UP/NAZI GERMANY POLAND
The following shows how the Nazis treatment of the Jewish people developed during the 1930s.
1933
Jewish people were removed from public office and professions – civil servants, lawyers and teachers were sacked.
School lessons were to reflect the view that Jewish people were ‘Untermensch’.
April Boycot
On 1 April 1933, a boycott of Jewish shops and other businesses took place.
SA officers actively encouraged Germans to avoid entering Jewish places of work.
Many Jewish shops were vandalised.
1935
The Nuremberg Laws were introduced at the Nuremberg Rally on 15 September and removed many Jewish rights.
Jewish people were denied the right to be German citizens.
Marriage and relationships between Jewish people and Germans became illegal.
1938
Jewish people were banned from becoming doctors.
Jewish people had to carry identity cards which showed a ‘J’ stamp.
Jewish children were denied education and banned from schools.
Jewish men had to add ‘Israel to their name, women had to add ‘Sarah’.
Kristallnacht
On the night of the 9 November 1938 Jewish homes, businesses and synagogues were attacked throughout Germany and Austria.
Around 7,500 Jewish shops were damaged or destroyed. 400 synagogues were burned to the ground.
Almost 100 Jewish people were killed and 30,000 were sent to concentration camps.
1939
Jewish people were banned from owning businesses.
The first ghettos (segregated housing within towns, with a controlled entrance and exit) were opened in Eastern Europe to separate Jewish people from ‘ordinary’ citizens.
Star of David Emblem
On 23 November, 1939, Jewish people were ordered to wear the Star of David emblem on their clothes. This helped identify them more easily.
The Nazis persecution of the Jewish people meant that many other Germans lived in fear of the Nazis turning on them.
This severely reduced the number of people who were willing to openly oppose the Nazis.
WIKIPEDIA
NUREMBERG LAWS
[20]
”Net voor de Tweede Wereldoorlog waren joodse vluchtelingen een vogel voor de kat. Toen wás het nog mogelijk om Duitsland te ontvluchten, de nazi’s deden er zelfs alles aan om joden het land uit te jagen. Maar overal werden ze teruggestuurd naar Duitsland, waar hen een catastrofe te wachten stond.”
…..
…..
”MET EEN ACHTERWAARTSE kijk op de geschiedenis is het verbijsterend. Een half miljoen joden konden net voor de oorlog nog vluchten uit nazi-Duitsland, maar vonden geen land dat hen wilde opvangen. Het nazi-regime ontnam joden al hun waardigheid, beroofde hen en vervolgde hen op alle mogelijke manieren. Toen in 1938 de vluchtelingenstroom voor een dijkbreuk zorgde, sloten alle Europese landen op het vasteland hun grenzen”
….
…..
Het beleid verstrakte daarentegen: Zwitserland en de Scandinavische landen sloten de grenzen, Nederland volgde op 17 december dit voorbeeld. GROENE AMSTERDAMMERALLE GRENZEN GINGEN DICHT”JOODSE VLUCHTELINGEN WAREN ZEER ONGEWENST”29 APRIL 2009 https://www.groene.nl/artikel/alle-grenzen-gingen-dicht Net voor de Tweede Wereldoorlog waren joodse vluchtelingen een vogel voor de kat. Toen wás het nog mogelijk om Duitsland te ontvluchten, de nazi’s deden er zelfs alles aan om joden het land uit te jagen. Maar overal werden ze teruggestuurd naar Duitsland, waar hen een catastrofe te wachten stond.
Kurt Rosenthal uit Düsseldorf heeft een Arische moeder, zijn vader is evangelisch maar van joodse herkomst. De nazi’s aanvaarden niet dat een halfjood met een Arische vrouw een relatie heeft. De man probeert zijn herkomst te ontkennen. Tevergeefs, in 1938 wordt hij wegens ‘Rassenschande’ in voorlopige hechtenis genomen. Zijn zoon Kurt is dan 26 en besluit te vluchten naar de Verenigde Staten, waar zijn zus woont. Op 12 maart steekt hij de grens met Nederland over. Te voet gaat hij naar Doetinchem, via Arnhem reist hij met de trein naar Den Haag. Hij komt terecht bij een joods vluchtelingencomité in Amsterdam. Omdat hij geldige reispapieren nodig heeft, gaat hij naar de vreemdelingenpolitie. Daar wordt hij in hechtenis genomen en terug naar Duitsland gestuurd. De nazi’s brengen hem naar Dachau.
MET EEN ACHTERWAARTSE kijk op de geschiedenis is het verbijsterend. Een half miljoen joden konden net voor de oorlog nog vluchten uit nazi-Duitsland, maar vonden geen land dat hen wilde opvangen. Het nazi-regime ontnam joden al hun waardigheid, beroofde hen en vervolgde hen op alle mogelijke manieren. Toen in 1938 de vluchtelingenstroom voor een dijkbreuk zorgde, sloten alle Europese landen op het vasteland hun grenzen. Hoe komt het dat democratische landen als Nederland, België en Zwitserland zich zo hard opstelden, ook al was ruimschoots bekend hoe zwaar joden het te verduren hadden?
Recent vergelijkend wetenschappelijk onderzoek gaat na wat er voor het uitbreken van de oorlog precies aan de hand was. Tot nu toe was er alleen nationaal onderzoek, voor het eerst werd de internationale puzzel gelegd. De Belgische historicus Frank Caestecker (48), verbonden aan de Universiteit van Gent, organiseerde twee internationale colloquia over deze bittere periode. ‘De internationale samenhang is belangrijk’, zegt hij. ‘Want wat het ene land doet met vluchtelingen, ze toelaten of ze weigeren, heeft een directe weerslag op de andere landen. De onderlinge beïnvloeding werd nog niet onderzocht.’ Het project leidde tot het boek Refugees from Nazi-Germany and the Liberal European States, 1933-1939, dat in september tegelijkertijd zal verschijnen in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
VANAF DE machtsgreep van Hitler in 1933 vluchtten andersdenkenden en joden weg uit Duitsland. Al werden communisten met argwaan bekeken – die zag men liever naar de Sovjet-Unie vertrekken – begin jaren dertig konden de vluchtelingen nog wel in verschillende Europese landen terecht. Velen trokken verder naar de VS en Argentinië. Vluchtelingen moesten toen zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien, de overheid had nog geen opvangnetwerk. Het waren dan ook vooral de meest gegoeden die de mogelijkheid hadden om te vluchten. Ook Nederland liet vluchtelingen toe. De voorwaarde was dat ze over geldige papieren beschikten of in acuut levensgevaar verkeerden, iets wat eng werd geïnterpreteerd. De dreiging van een concentratiekamp gold bijvoorbeeld niet als levensbedreigend.
Het tempo van de uitstroom van joden lag voor de nazi’s te laag. Ze gingen vanaf 1938 steeds driester tekeer bij het vervolgen van joden. De annexatie van Oostenrijk op 12 maart 1938 was een eerste cesuur. De Anschluss ging gepaard met een ongeziene golf van grof geweld tegen de joden in Oostenrijk. Dat geweld en het enthousiasme waarmee de joodse emigratie administratief werd gesteund hadden maar één doel: de etnische zuivering van Oostenrijk. Verschillende landen kantten zich tegen de stroom vluchtelingen, de controles werden scherper. Grenswachters kampten evenwel met een probleem: hoe zie je of iemand al dan niet een jood is? Want Arische Duitsers, zoals toeristen en zakenlui, mochten wél de grens over. Joden deden zich dan ook voor als toerist of zakenman, in de hoop de grens over te komen. Om joden te kunnen onderscheiden en terugsturen, drongen de Zwitserse en de Zweedse regering er bij de nazi’s op aan om in de paspoorten van joden een letter J te stempelen. De nazi’s voelden daar aanvankelijk weinig voor, omdat ze vreesden dat ze met de joden zouden blijven zitten. In september 1938 stemden ze toch toe om het reizen van Arische Duitsers niet te bemoeilijken.
Het Weense experiment van etnische zuivering onder leiding van Adolf Eichmann werd in Berlijn met veel aandacht gevolgd. Het succes van deze operatie leidde ertoe dat de anti-joodse politiek ook in Duitsland radicaliseerde. De pogrom tijdens Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938, was een stuitende exponent van deze verharde nazi-agressie. Die avond werden tientallen joden vermoord en ongeveer dertigduizend joodse mannen in kampen opgesloten. Daarvan overleden er enkele honderden aan de verwondingen die ze bij de aanslag hadden opgelopen. Hoewel de Duitsers het voorstelden als agressie die door joden was uitgelokt, was de ware toedracht in het buitenland wel degelijk bekend.
Kristallnacht zorgde voor een tweede cesuur: er kwam een massale vluchtelingenstroom op gang. Vermoed wordt dat vanaf dat moment tot aan het uitbreken van de oorlog zo’n half miljoen joden de vlucht namen. De nazi’s bleven joden dwingen te vertrekken, maar pas nadat ze hen van alle bezittingen hadden beroofd. Wie de grens over wilde, mocht niet meer dan tien mark meenemen. In landen als Nederland, België, Frankrijk en Zwitserland probeerden de joden een veilig onderkomen te zoeken of een route te vinden om overzee weg te trekken. Omdat ze met zo velen waren, en haveloos, werden overal de grenzen meer en meer gesloten. Ook Nederland verscherpte de maatregelen. Alleen vluchtelingen uit de grenszone die in prangend levensgevaar waren of Duitse joden die verwanten in Nederland hadden, mochten nog het land in. Er restte joodse vluchtelingen geen andere mogelijkheid dan illegaal te proberen een grens over te steken. ‘Je ziet verschuivingen’, zegt Frank Caestecker: ‘Als het niet lukte in Frankrijk kwamen ze weer in Duitsland terecht. De Duitse politie pakte de joodse vluchtelingen op of zette ze elders over de grens, bijvoorbeeld in Nederland of België, waar ze dan op grenscontroles van Belgen of Nederland botsten.’ Er ontstonden netwerken van mensensmokkelaars die joden illegaal hielpen te vluchten. Het risico bleef groot, want wie de grens over kwam en bij een controle werd opgepakt, kon terug naar Duitsland worden gebracht. Om diplomatieke redenen zette men de vluchtelingen niet over de grens van een lukraak gekozen buurland, want dan zou dat land allicht hetzelfde doen. Illegale joden werden vooral ook als afschrikking voor kandidaat-vluchtelingen naar Duitsland gerepatrieerd.
HET GEWELD van Kristallnacht wekte evenwel ook heel even solidariteit. Nederland besloot op 19 november 1938, tien dagen na Kristallnacht, dat joden die illegaal het land hadden bereikt, konden blijven, al was het oogmerk ze snel te laten emigreren naar een ander land. Er werden vijftienhonderd ongenode vluchtelingen getolereerd. Aanvankelijk moesten ze zich elke dag bij de politie melden, later werden ze onder administratief toezicht geplaatst in vluchtelingenkampen in Veenhuizen en Hoek van Holland. De opvangkosten werden op joodse liefdadigheidsorganisaties verhaald. Er kwam een breed ondersteunde oproep tot donaties en via burgemeesters werd 473.000 gulden ingezameld.
Nederland ondernam ook diplomatieke initiatieven om met andere buurlanden een transitzone in te stellen voor joden die overzee wilden vluchten. Het plan wekte weinig of geen enthousiasme in het buitenland en werd snel in de la gestopt. Het beleid verstrakte daarentegen: Zwitserland en de Scandinavische landen sloten de grenzen, Nederland volgde op 17 december dit voorbeeld. Vanaf dat moment werden joden zonder legale papieren toch teruggestuurd. Op Kerstmis 1938 bracht een bus een eerste groep van zeventig joodse vluchtelingen naar Duitsland. Aan alle grenzen waren er strenge controles om de joodse vluchtelingen tegen te houden. Nederland zette duizend extra grenswachters in, er gingen stemmen op om het aantal tot twintigduizend op te rekken, maar dat gebeurde niet. Wel kwamen er ‘vliegende teams’, die op de meest precaire plaatsen werden ingezet.
Helemaal hermetisch waren de grenzen echter nooit gesloten. Joden stonden onder een te grote druk om Duitsland te verlaten, ze werden opgejaagd. Een aantal mensen bleef het voor hen opnemen en stak de nek uit. Marij Leenders, onderzoeker aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, verwijst naar burgemeester Verbeek die toen aan het hoofd stond van de grensgemeente Dinxperlo. Ondanks de regelgeving van Justitie bezorgde hij eigenhandig verblijfsvergunningen aan joden. Er werd een klacht tegen hem ingediend, maar de rechtbank sprak hem vrij. Uit respect voor het ambt vroeg de burgemeester eervol ontslag. Ontslag kreeg hij, maar niet eervol. In 1990 werd hij postuum gerehabiliteerd.
De jood Karl Grünberg zit tot 30 maart 1938 in Dachau opgesloten. Hij kan vluchten en bereikt illegaal Nederland. In de trein naar Utrecht wordt hij gearresteerd omdat hij een paspoort van een Nederlander gebruikt. Manu militari wordt hij aan Duitsland uitgeleverd, daar komt hij in Buchenwald terecht. Opnieuw slaagt hij erin te ontsnappen, deze keer vlucht hij illegaal naar België. Daar kan hij blijven.
‘IN BELGIË leefde de joodse kwestie veel sterker in de publieke opinie dan elders’, vertelt Frank Caestecker. ‘Dat kwam omdat de uitwijzing van joodse vluchtelingen net voor Kristallnacht op de politieke agenda had gestaan, de meningen waren verdeeld. De bevoegde minister stelde toen dat joodse vluchtelingen geen bescherming nodig hadden, iets wat na Kristallnacht voor een wrange nasmaak zorgde en een virulente discussie op gang bracht.’
Omdat geen enkele Belgische politicus publieke blaam wilde oplopen, werd besloten om illegale joodse vluchtelingen niet langer terug te sturen. Toch zijn er flink wat kanttekeningen te plaatsen bij deze gastvrijheid. De consulaten in Duitsland kregen het advies om zeer stringent om te springen met het verlenen van visa. Aan de Belgische grens werden joden nog steeds met man en macht tegengehouden en teruggestuurd. En net als in Nederland deden de Belgen er alles aan om de joodse vluchtelingen zo snel mogelijk te laten doorreizen.
‘Toch ging het bij de joden als een lopend vuurtje rond dat illegalen in België konden blijven’, zegt Caestecker. ‘Hun aantal nam snel toe, de Belgische regering greep in. Ze vroeg de nazi’s te verhinderen dat joden naar België zouden vluchten. De Duitsers stemden ermee in om joden die geen Belgisch visum hadden en die in de Duits-Belgische grenszone werden aangetroffen, te verhinderen naar België te reizen. De nazi’s wierpen dus ook een barricade op aan hun kant van de grens. Joden moesten vanaf dat moment dus niet alleen de Belgische grenswachters verschalken, maar ook de Duitse.’
‘Dat joden nergens welkom waren, heeft verschillende oorzaken’, stelt Caestecker: ‘Het ging om een totaal verpauperde groep vluchtelingen, ze kwamen met duizenden tegelijk. Bovendien vreesde men voor een aanzuigende werking, want ook in landen als Polen en Hongarije was er een enorme druk op joden. Vergeet niet dat er in 1939 ook een half miljoen vluchtelingen uit Spanje kwamen, waar Franco na de burgeroorlog een dictatuur installeerde.’ Heulden de landen die weigerden joodse vluchtelingen op te vangen indirect en misschien ongewild met nazi-Duitsland? Caestecker: ‘Die uitspraak gaat te ver. Het zijn de nazi’s die joden vervolgden, niet de andere landen. Wel waren verschillende regeringen bereid om met de Duitsers verregaand te onderhandelen over het inkrimpen van de vluchtelingenstroom, eerder dan dat ze pogingen deden om de vervolging aan te klagen. Denk aan het invoeren van de J-pas: alle landen waren daar opgetogen over. En het speelde de nazi’s in de kaart dat de joden nergens welkom waren, het werd tegen hen als argument uitgespeeld en zette de nazi-politiek kracht bij.’
Hij wijst ook op de historische context. Tot voor de Eerste Wereldoorlog kon je in de meeste landen vrij rondreizen en je vestigen. De enige voorwaarde was dat je in je eigen levensonderhoud kon voorzien. ‘In landen als Nederland en België werd na de Eerste Wereldoorlog het algemeen kiesrecht ingevoerd, dat gaf een omvangrijke bevolkingsgroep een stem. De communistische omwenteling in de Sovjet-Unie zorgde voor pleinvrees in het Westen. De overheden wilden daarom hun inwoners een zekere mate van economische bescherming bieden. Er kwamen steeds meer restricties voor buitenlanders, die konden zich niet zomaar meer vestigen en een zaak beginnen. In de jaren dertig was er bovendien de economische crisis, wat nog meer tot protectionisme aanzette. Uitgerekend in die periode begon de vervolging van joden, die een massale stroom straatarme vluchtelingen opleverde. Niemand zag ze graag komen, bovendien werd hun situatie als argument gebruikt om het protectionisme nog aan te scherpen.’
Paul Steiner is een Oostenrijkse jurist en journalist die na de Anschluss in 1938 naar Nederland vlucht, met het vliegtuig. Hij doet zich voor als handelsvertegenwoordiger van een uitgever maar wordt door de grenswachten niet geloofd. Hij heeft een Duits paspoort met een J en wordt gedwongen teruggestuurd naar Wenen. Hij slaagt er later alsnog in om naar Brussel te vluchten en dan naar de Verenigde Staten.
DE VERVOLGING van de joden heeft in 1951 tot de Conventie van Genève geleid. Die beschermt mensen die worden vervolgd op basis van hun geloof, hun politieke overtuiging, hun seksuele geaardheid, hun huidskleur of het behoren tot een sociale groep. Deze bescherming geldt voor individuen en voldeed lange tijd. Er kunnen echter altijd nieuwe motieven ontstaan om te vluchten. Op zulke situaties moet men steeds alert kunnen inspelen, vindt Frank Caestecker: ‘Bij het uitbreken van de oorlogen op de Balkan in de jaren negentig was er een groep oorlogsvluchtelingen die vooral aan de Duitse grens aanklopten. Zij vielen niet onder de Conventie, want ze waren collectief slachtoffer van geweld. Toch werden ze in West-Europa beschermd, maar de beschermingskwaliteit varieerde van land tot land. Duitsland, dat op de weke flank van Europa lag, vroeg om een EU-regeling voor oorlogsvluchtelingen, en die kwam er ook.’
Toch zijn er tegenwoordig nog lacunes: ‘Er is te weinig controle op wat buiten de EU gebeurt. Vanuit bijvoorbeeld Noord-Afrikaanse landen proberen vluchtelingen Europa te bereiken. We weten weinig over hoe vluchtelingen daar worden behandeld. Het lijkt me dat we in mechanismen moeten voorzien om ook die vluchtelingen van een veilige opvang te verzekeren.’
MET ALS OPMERKING OVER BOVENSTAAND ARTIKEL UIT DE GROENE AMSTERDAMMER:
De volgende opmerking in de laatste alinea is onjuist:
”DE VERVOLGING van de joden heeft in 1951 tot de Conventie van Genève geleid. Die beschermt mensen die worden vervolgd op basis van hun geloof, hun politieke overtuiging, hun seksuele geaardheid, hun huidskleur of het behoren tot een sociale groep.”
DIT IS ONJUIST!
Vluchtelingen worden beschermd door het zogenaamde ”Vluchtelingenverdrag” uit de Vijftiger jaren van de vorige Eeuw
Zie
Convention relating to the Status of Refugees
De ”Conventies van Geneve” zijn mensenrechtenverdragen over de manier waarop in oorlogen moet worden gehandeld:
Ze zijn afgesloten in de veertiger jaren van de vorige Eeuw
ZIE
EERSTE CONVENTIE VAN GENEVE [1949]
Convention (I) for the Amelioration of the Condition of the Wounded and Sick in Armed Forces in the Field. Geneva, 12 August 1949.
TWEEDE CONVENTIE VAN GENEVE [1949]
Convention (II) for the Amelioration of the Condition of Wounded, Sick and Shipwrecked Members of Armed Forces at Sea. Geneva, 12 August 1949.
DERDE CONVENTIE VAN GENEVE [1949]
Convention (III) relative to the Treatment of Prisoners of War. Geneva, 12 August 1949.
VIERDE CONVENTIE VAN GENEVE [1949]
Convention (IV) relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War. Geneva, 12 August 1949.
https://ihl-databases.icrc.org/applic/ihl/ihl.nsf/INTRO/380 ”Nederland verscherpt in mei 1934 zijn toelatingsbeleid. Het vreest overspoeld te raken door vluchtelingen uit Duitsland, maar wil vooral het voor de handel belangrijke buurland niet voor het hoofd stoten. Volgens het aangescherpte beleid worden Duitse Joden alleen nog tijdelijk in Nederland toegelaten, en anderen helemaal niet meer, tenzij ze kunnen aantonen in acuut levensgevaar te zijn. Vanaf mei 1938 wordt voor Duitse (en dus ook Oostenrijkse) Joden geen uitzondering meer gemaakt. Nederland stuurt vluchtelingen zoveel mogelijk terug, liefst al aan de grens. Nog steeds is acuut levensgevaar de enige uitzonderingsgrond, en die wordt strikt geïnterpreteerd. Zo wordt dreigende opsluiting in een concentratiekamp niet als reden beschouwd om iemand toe te laten.”……..”Frankrijk en België voeren een soortgelijk beleid als Nederland. Denemarken laat welgeteld 3000 Joodse vluchtelingen toe. Zwitserland laat wel politieke vluchtelingen toe, maar probeert Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk te weren. Het vraagt zelfs aan Duitsland om de paspoorten van Duitse en Oostenrijkse Joden van een J te voorzien om het allemaal wat gemakkelijker te maken. Het neutrale Zweden laat tot het begin van de oorlog slechts 3000 Joden toe, maar wordt tijdens de oorlog ruimhartiger, waar vooral Noorse en Deense Joden baat bij hebben. Ierland laat alleen 250 Joodse kinderen toe.”………”Voor het begin van de oorlog proberen meer dan 500.000 Joden toegang te krijgen tot Groot-Brittannië, maar worden er slechts circa 80.000 toegelaten – en dat voornamelijk omdat de Joodse gemeenschap toezegt alle kosten voor hun huisvesting en levensonderhoud op zich te nemen.”……..”Canada laat welgeteld 5000 Joodse vluchtelingen toe, en dat alleen nadat de Joodse gemeenschap heeft toegezegd de kosten van huisvesting en levensonderhoud op zich te zullen nemen.”……..”De Verenigde Staten hanteren strenge immigratiewetten en -quota. De VS weigeren in principe een visum aan alle potentiële immigranten die waarschijnlijk niet zelf in hun onderhoud kunnen voorzien. Dat betekent dat arme Joden het land niet in komen, en velen die niet arm wáren zijn door de nazi’s van nagenoeg al hun bezittingen beroofd.
Tot 1938 maken de VS de quota zelfs niet helemaal vol. Alleen hier heeft de conferentie in Évian enig effect. Van 1938 tot en met 1941 laten de VS 124.000 Joodse vluchtelingen toe, 31.000 per jaar. De jaren daarvoor waren dat er ongeveer 20.000. Maar ook 31.000 is maar een fractie van het totaal aantal aanvragen.”
Al in de eerste decennia van de vorige eeuw gingen vele tienduizenden Joden uit Oost-Europa op de vlucht voor het antisemitisme daar. Ze kwamen vooral terecht in Frankrijk en België en, in iets mindere mate, Nederland.
In het begin van de Eerste Wereldoorlog kreeg Nederland een andere vluchtelingenstroom te verwerken. Vlaanderen lag in de frontlinie en in het najaar van 1914 vluchtten 1 miljoen Belgen – zo’n kwart van de Belgische bevolking – naar hier. Het zal geen verwondering wekken dat het opvangen van een miljoen vluchtelingen grote problemen met zich mee bracht. Huisvesting, voedselvoorziening, allerlei spanningen. In samenwerking met de Duitse bezettingsmacht in België werd al vrij snel een repatriëringsplan ontwikkeld en na ruim een half jaar waren circa 900.000 Belgen weer vertrokken. Ongeveer 100.000 bleven er hier tot het einde van die oorlog.
In de jaren dertig zwol de stroom van Joodse vluchtelingen naar West-Europa steeds sterker aan. Het aan de macht komen van de nazi’s in ’33 gaf een sterke impuls, de inlijving van Oostenrijk bij Duitsland, de Anschluss, in maart ’38, en de Kristallnacht in november van dat jaar eens te meer. Meteen na de Anschluss ontketende Adolf Eichmann een golf van grof geweld tegen de Joden in Oostenrijk.
Weinig landen kunnen met enige trots terugkijken op hun vluchtelingenbeleid van toen, en helaas zijn er, naast duidelijke verschillen, ook allerlei wrange parallellen tussen toen en nu.
Nederland
Nederland verscherpt in mei 1934 zijn toelatingsbeleid. Het vreest overspoeld te raken door vluchtelingen uit Duitsland, maar wil vooral het voor de handel belangrijke buurland niet voor het hoofd stoten. Volgens het aangescherpte beleid worden Duitse Joden alleen nog tijdelijk in Nederland toegelaten, en anderen helemaal niet meer, tenzij ze kunnen aantonen in acuut levensgevaar te zijn. Vanaf mei 1938 wordt voor Duitse (en dus ook Oostenrijkse) Joden geen uitzondering meer gemaakt. Nederland stuurt vluchtelingen zoveel mogelijk terug, liefst al aan de grens. Nog steeds is acuut levensgevaar de enige uitzonderingsgrond, en die wordt strikt geïnterpreteerd. Zo wordt dreigende opsluiting in een concentratiekamp niet als reden beschouwd om iemand toe te laten.
De maatregelen blijken in de praktijk moeilijk te handhaven: ondanks de inzet van extra grensbewakers blijven er vluchtelingen het land binnenkomen en het is nog niet zo eenvoudig ze op te sporen en weer terug te sturen. Nog zo’n 10.000 Joden vinden een heenkomen naar Nederland. Geen veilig heenkomen, zo zou helaas blijken.
West-Europa
Frankrijk en België voeren een soortgelijk beleid als Nederland. Denemarken laat welgeteld 3000 Joodse vluchtelingen toe. Zwitserland laat wel politieke vluchtelingen toe, maar probeert Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk te weren. Het vraagt zelfs aan Duitsland om de paspoorten van Duitse en Oostenrijkse Joden van een J te voorzien om het allemaal wat gemakkelijker te maken. Het neutrale Zweden laat tot het begin van de oorlog slechts 3000 Joden toe, maar wordt tijdens de oorlog ruimhartiger, waar vooral Noorse en Deense Joden baat bij hebben. Ierland laat alleen 250 Joodse kinderen toe. Na de oorlog zijn Joden daar ook niet welkom, zoals een minister verklaarde, “omdat dit antisemitisme met zich mee kan brengen”.
Voor het begin van de oorlog proberen meer dan 500.000 Joden toegang te krijgen tot Groot-Brittannië, maar worden er slechts circa 80.000 toegelaten – en dat voornamelijk omdat de Joodse gemeenschap toezegt alle kosten voor hun huisvesting en levensonderhoud op zich te nemen.
Conferentie
In juli 1938 wordt in het Franse Évian een conferentie gehouden over de vluchtelingenproblematiek. Daar zijn vertegenwoordigers van 30 landen en ruim 30 particuliere hulporganisaties. De conferentie levert nauwelijks iets op. Groot-Brittannië weigert zijn toelatingsbeleid te versoepelen en ook de Verenigde Staten willen niet veel ruimhartiger worden. Waarop de andere landen besluiten dat ook niet te doen.
Het Britse parlement besluit zelfs helemaal geen Joodse vluchtelingen meer toe te laten, op 10.000 Joodse kinderen uit Duitsland en 669 kinderen uit Tsjechoslowakije na. Hun ouders kregen echter geen visa en de meesten van hen werden vermoord.
Coulanter
Slechts enkele Europese landen zijn wat coulanter. Naast Turkije zijn dat opmerkelijk genoeg Spanje en Portugal. Opmerkelijk, want de Spaanse dictator Franco is een maatje van Hitler, en ook Portugal heeft een fascistische dictatuur. Het is weliswaar geen officieel beleid om Joodse vluchtelingen weinig in de weg te leggen, maar dat is wel de praktijk. Enkele Portugese diplomaten spannen zich zelfs (in tegenspraak met het officiële beleid) bijzonder in om Joden van visa te voorzien.
Noord- en Latijns-Amerika
Ook buiten Europa houden veel landen hun grenzen grotendeels dicht. De meeste landen in Latijns-Amerika laten tussen het einde van de Eerste Wereldoorlog en 1933 vele immigranten toe, onder wie ook zo’n 175.000 Joden. Maar als de vluchtelingstroom op gang komt, wordt het toelatingsbeleid strenger. Tussen 1933 en 1945 worden in totaal 84.000 Joden toegelaten.
Canada laat welgeteld 5000 Joodse vluchtelingen toe, en dat alleen nadat de Joodse gemeenschap heeft toegezegd de kosten van huisvesting en levensonderhoud op zich te zullen nemen.
De Verenigde Staten hanteren strenge immigratiewetten en -quota. De VS weigeren in principe een visum aan alle potentiële immigranten die waarschijnlijk niet zelf in hun onderhoud kunnen voorzien. Dat betekent dat arme Joden het land niet in komen, en velen die niet arm wáren zijn door de nazi’s van nagenoeg al hun bezittingen beroofd.
Tot 1938 maken de VS de quota zelfs niet helemaal vol. Alleen hier heeft de conferentie in Évian enig effect. Van 1938 tot en met 1941 laten de VS 124.000 Joodse vluchtelingen toe, 31.000 per jaar. De jaren daarvoor waren dat er ongeveer 20.000. Maar ook 31.000 is maar een fractie van het totaal aantal aanvragen.
Paralellen
Ik sprak van wrange parallellen. Het dichtspijkeren van de grenzen is er daar natuurlijk een van. Landen konden in ’38 in Évian geen verdeelsleutel afspreken, en kunnen ook nu niet met elkaar tot een oplossing komen.
Ook in de argumenten voor het sluiten van de grenzen zijn overeenkomsten. Groot-Brittannië sloot in ’38 zijn grenzen nagenoeg volledig omdat het bang was dat spionnen en saboteurs zich onder de vluchtelingen zouden mengen; nu is er de vrees dat terroristen dat doen. De economische crisis werd toen en wordt ook nu aangevoerd als argument. Gezegd moet worden dat die van de jaren dertig heftiger was en dat de werkloosheid toen hoger en het gemiddelde levenspeil een stuk lager lag dan nu.
En dan de aantallen. Het aantal Joden dat eind jaren dertig een toevluchtsoord zocht lag waarschijnlijk zo rond de 1 miljoen – vele anderen hadden zelfs niet de middelen om te vluchten. Kijken we nu naar Syrië, dan zien we dat er zo’n vijf miljoen naar het buitenland zijn gevlucht (naast nog eens 7 miljoen die binnenlands op de vlucht zijn). De grote meerderheid, zo’n 90%, van die vluchtelingen wordt in de regio opgevangen (en Europa behoort daar alle mogelijke steun voor te geven). Goed, er zijn ook vele vluchtelingen uit andere landen, maar laten we nu eens zeggen dat Europa er in totaal 2 of 3 miljoen zou moeten herbergen. Kunnen we dat niet aan? Zou Nederland geen 200.000 of 300.000 vluchtelingen aankunnen?
Haalbaar
De geschiedenis leert anders. In de Eerste Wereldoorlog konden we 100.000 Belgen opvangen, en enige tijd zelfs een miljoen. Tussen 1945 en 1968 kwamen er ruim 300.000 migranten en repatrianten uit onze voormalige kolonie Nederlands-Indië. In de jaren tachtig en negentig kwamen er eerst tienduizenden uit Somalië, Iran en Afghanistan, en vervolgens nog veel meer uit onder andere voormalig Joegoslavië en Irak. In de periode 1991-2000 kwamen er in totaal 345.000 asielzoekers naar Nederland.
Nee, dat ging niet zonder problemen, vooral niet op het punt van de huisvesting en spanningen die daaruit voortvloeien. Ik wil dat zeker niet bagatelliseren. Het vraagt een grote inspanning om de opvang in goede banen te leiden, maar hoe je het ook wendt of keert, we zijn nog steeds een relatief zeer welvarend land en we moeten die inspanning kunnen leveren.
Dat daar nu zo moeilijk over wordt gedaan, doen is niet om de aantallen vluchtelingen of hun herkomst, denk ik; het is mijns inziens uit angst voor moslims en de islam, die opzettelijk ís en wórdt aangewakkerd.
Afsluitend: ik geloof niet dat Europa haar grenzen volledig kan opengooien. Dat zou tot een complete ontwrichting kunnen leiden. Maar we kunnen mensen die vluchten voor oorlog en ander geweld niet in de kou laten staan. Terugkijkend naar de jaren dertig zou ik zeggen: zo wil je als land niet de geschiedenis ingaan.
[21] ”Slechts enkele Europese landen zijn wat coulanter. Naast Turkije zijn dat opmerkelijk genoeg Spanje en Portugal
HISTORIEK
VLUCHTELINGENBELEID TOEN EN NU
[22]
”Ook buiten Europa houden veel landen hun grenzen grotendeels dicht. De meeste landen in Latijns-Amerika laten tussen het einde van de Eerste Wereldoorlog en 1933 vele immigranten toe, onder wie ook zo’n 175.000 Joden. Maar als de vluchtelingstroom op gang komt, wordt het toelatingsbeleid strenger. Tussen 1933 en 1945 worden in totaal 84.000 Joden toegelaten.
”In January 1934, Germany signed a non-aggression pact with Poland.[79] In March 1939, Hitler demanded the return of the Free City of Danzig and the Polish Corridor, a strip of land that separated East Prussia from the rest of Germany. The British announced they would come to the aid of Poland if it was attacked. Hitler, believing the British would not actually take action, ordered an invasion plan should be readied for September 1939 WIKIPEDIAMILITARY BUILD UP/NAZI GERMANY POLAND
[28] ”Groot-Brittannië was na de overgave van Frankrijk in 1940 de enige grote tegenstrever van Duitsland in West-Europa. Hitler zag de verovering, of in ieder geval overgave, van de Britten dan ook als een grote prioriteit. Hij wilde dit bereiken door een grootschalige invasie van Groot-Brittannië onder de naam Unternehmen Seelöwe (Operatie Zeeleeuw). Voordat deze invasie met grondtroepen plaats kon vinden was het essentieel dat de Duitsers luchtsuperioriteit boven Engeland verkregen en zo niet langer te maken hadden met aanvallen van de Royal Air Force (RAF).” IS GESCHIEDENIS”THE BLITZ” IN LONDEN TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG https://isgeschiedenis.nl/nieuws/the-blitz-in-londen-tijdens-de-tweede-wereldoorlog
”Operatie Seelöwe (Nederlands: Zeeleeuw) was een Duits plan voor een invasie in het Verenigd Koninkrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de snelle Duitse overwinning in het westen in mei en juni 1940 (zie de slag om Frankrijk), werden er plannen gesmeed om ook het Britse vasteland binnen te vallen. Het plan werd nimmer uitgevoerd, mede door de verloren slag om Engeland.”
”The Battle of Britain marked the first major defeat of Germany’s military forces, with air superiority seen as the key to victory WIKIPEDIABATTLE OF BRITAIN/AFTERMATH
BRON WIKIPEDIABATTLE OF BRITAIN
[37]
”Hoewel Hitler de slag om Groot-Brittannië verloren heeft, opent hij toch een tweede front in het oosten. Op 22 juni 1941 valt hij de Sovjet-Unie binnen, het begin van ‘Operatie Barbarossa’” WO2OPERATIE BARBAROSSA
”The British officially recognise the battle’s duration as being from 10 July until 31 October 1940, which overlaps the period of large-scale night attacks known as the Blitz, that lasted from 7 September 1940 to 11 May 1941” WIKIPEDIABATTLE OF BRITAIN https://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Britain
[40]
”The Blitz was a German bombing campaign against the United Kingdom in 1940 and 1941, during the Second World War. The term was first used by the British press and is the German word for ‘lightning” WIKIPEDIATHE BLITZ
Een team van de Universiteit van Portsmouth heeft aan de hand van informatie uit het Britse nationale archief en landkaarten uit het Imperial War Museum een interactieve kaart gemaakt van waar tijdens ‘The Blitz’ in Londen precies de bommen zijn gevallen. De Duitse Luftwaffe voerde tussen september 1940 en mei 1941 een groot aantal bombardementen uit op Londen en enkele andere Britse steden.
Groot-Brittannië was na de overgave van Frankrijk in 1940 de enige grote tegenstrever van Duitsland in West-Europa. Hitler zag de verovering, of in ieder geval overgave, van de Britten dan ook als een grote prioriteit. Hij wilde dit bereiken door een grootschalige invasie van Groot-Brittannië onder de naam Unternehmen Seelöwe (Operatie Zeeleeuw). Voordat deze invasie met grondtroepen plaats kon vinden was het essentieel dat de Duitsers luchtsuperioriteit boven Engeland verkregen en zo niet langer te maken hadden met aanvallen van de Royal Air Force (RAF).
Begin van ‘The Blitz’
De Duitsers concentreerden zich bij deze luchtoorlog in eerste instantie op de vliegtuigen, fabrieken en vliegvelden van de RAF. Toen dit niet veel effect bleek te hebben verlegden zij hun aandacht naar de grote Britse steden, waar zij door middel van grote bombardementen zoveel schade aan de Britse oorlogsindustrie hoopten aan te richten dat de Britten de strijd niet konden volhouden. Het eerste bombardement van ‘The Blitz’ (Duits voor ‘bliksem’) vond plaats op 7 september 1940 op de haven van Londen. Hierbij vielen zo’n 400 slachtoffers onder de bevolking van de Engelse hoofdstad.
Nachtbombardementen
In november 1940 besloten de Duitsers dat zij teveel vliegtuigen en bemanningen verloren bij bombardementen die overdag plaatsvonden. Het leek de Luftwaffe daarom raadzaam om meer nachtbombardementen te houden, waarbij de vliegtuigen door de duisternis minder eenvoudige doelwitten waren. Deze periode van nachtbombardementen duurde van november 1940 tot februari 1941 en was de zwaarste fase van ‘The Blitz’.
Londen en andere grote steden als Manchester, Liverpool en Coventry werden zwaar gebombardeerd. Londen werd in deze periode bijvoorbeeld 57 nachten op rij gebombardeerd, waarbij veel mensen overnachtten in schuilkelders en metrostations. Toch lukte het de Duitsers niet om het Britse moreel te breken, wat één van de doelen was van de bombardementen. Mensen bleven gewoon naar hun werk gaan en de Britse samenleving bleef draaiende. Inwoners van Londen spraken bijvoorbeeld over de bombardementen alsof het over het weer ging en beschreven sommige dagen als ‘very blitzy’.
Duikbootoorlog
Na februari 1941 werd duidelijk dat een Britse overgave niet dichtbij was en besloot Hitler om Operatie Zeeleeuw uit te stellen en de Luftwaffe in te zetten als ondersteuning van de Kriegsmarine in de duikbootoorlog. De bommenwerpers moesten zich vanaf die tijd concentreren op de scheepskonvooien op de Atlantische Oceaan en havensteden als Liverpool en Portsmouth. Hoewel de havensteden het nog steeds zwaar te verduren hadden nam de intensiteit van de bombardementen af en begon het gewone leven in Londen weer een beetje op gang te komen. In mei 1941 werd duidelijk dat de Luftwaffe de Blitz niet kon volhouden en op 21 mei 1941 werd de laatste aanval van ‘The Blitz’ uitgevoerd. Eind 1944 probeerden de Duitsers met de inzet van enkele duizenden V2 raketten opnieuw het moreel van de Britten te breken, maar dit had ook niet het gewenste effect.
Slachtoffers
Tijdens de acht maanden van ‘The Blitz’ kwamen er zo’n 40.000 Britse burgers om het leven en raakten er nog eens 139.000 gewond. De Duitsers verloren ruim 2.000 vliegtuigen in de strijd met de RAF en zo’n 3.300 piloten en bemanningen. Ondanks het grote aantal slachtoffers dat zij maakten lukte het de Duitsers niet om hun doel te bereiken om Groot-Brittannië te verslaan. Het gevolg was dat Hitler besloot zich op de Sovjet-Unie te concentreren en op 22 juni 1941 te beginnen met Operatie Barbarossa.Het team van de Universiteit van Portsmouth heeft nu een interactieve kaart gemaakt waarop precies te zien is waar in Londen de bommen zijn gevallen. De kaart is te bekijken op de site van Bomb Sight.
”Londen en andere grote steden als Manchester, Liverpool en Coventry werden zwaar gebombardeerd. Londen werd in deze periode bijvoorbeeld 57 nachten op rij gebombardeerd, waarbij veel mensen overnachtten in schuilkelders en metrostations”
”The Luftwaffe gradually decreased daylight operations in favour of night attacks to evade attack by the RAF, and the Blitz became a night bombing campaign after October 1940. The Luftwaffe attacked the main Atlantic sea port of Liverpool in the Liverpool Blitz. The North Sea port of Hull, a convenient and easily found target or secondary target for bombers unable to locate their primary targets, suffered the Hull Blitz. Bristol, Cardiff, Portsmouth, Plymouth, Southampton and Swansea were also bombed, as were the industrial cities of Birmingham, Belfast, Coventry, Glasgow, Manchester and Sheffield.” WIKIPEDIATHE BLITZ
On 13 March, the upper Clyde port of Clydebank near Glasgow was bombed (Clydebank Blitz). All but seven of its 12,000 houses were damaged. Many more ports were attacked. Plymouth was attacked five times before the end of the month while Belfast, Hull, and Cardiff were hit. Cardiff was bombed on three nights, Portsmouth centre was devastated by five raids. The rate of civilian housing lost was averaging 40,000 people per week dehoused in September 1940. In March 1941, two raids on Plymouth and London dehoused 148,000 people.[158] Still, while heavily damaged, British ports continued to support war industry and supplies from North America continued to pass through them while the Royal Navy continued to operate in Plymouth, Southampton, and Portsmouth.
NOORD IERLAND ALS OVERBLIJFSEL VAN DE BRITSE OVERHEERSING VAN IERLANDDit is niet de plek om de Britse overheersing [later kolonialisme] van Ierland te bespreken, maar het is natuurlijk van de gekke, dat Noord Ierland, geografisch een met de rest van Ierland en NIET met Groot Britannie, bij de onafhankelijkheid van Ierland een onderdeel van Groot-Britannie bleef Hierin lag het gelijk van de IRA:Noord-Ierland hoorde en hoort bij Ierland!
EINDE DOCUMENTATIE OVER IERLAND EN DE ONAFHANKELIJKHEIDSSTRIJD
[46]
”More than 40,000 civilians were killed by Luftwaffe bombing during the war, almost half of them in the capital, where more than a million houses were destroyed or damaged”
Bladzijde 5 ” With the decision to postpone Sea Lion, taken on 17 September 1940, the air offensive entered a new phase. There were now four strategic objectives: the first was to continue the blockade in the hope that this would demoralize the population and put pressure on the British government to seek an armistice…”
” Although the stress of the war resulted in many anxiety attacks, eating disorders, fatigue, weeping, miscarriages, and other physical and mental ailments, society did not collapse WIKIPEDIATHE BLITZ/BLITZ SPIRIT https://en.wikipedia.org/wiki/The_Blitz#%22Blitz_Spirit%22
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIATHE BLITZ
[50]
”Churchill called for swift action against any Indian independence activists engaged in illegal activity;[344] he called for the Indian National Congress party to be disbanded and its leaders deported.[347] In 1930, he stated that “Gandhi-ism and everything it stands for will have to be grappled with and crushed”.[348] He thought it “alarming and nauseating” that the Viceroy of India agreed to meet with independence activist Mohandas Gandhi, whom Churchill considered “a seditious Middle Temple lawyer, now posing as a fakir“”
””We shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender” WIKIPEDIA’WE SHALL FIGHT ON THE BEACHES/PERORATION https://en.wikipedia.org/wiki/We_shall_fight_on_the_beaches#Peroration
Turning once again, and this time more generally, to the question of invasion, I would observe that there has never been a period in all these long centuries of which we boast when an absolute guarantee against invasion, still less against serious raids, could have been given to our people. In the days of Napoleon, of which I was speaking just now, the same wind which would have carried his transports across the Channel might have driven away the blockading fleet. There was always the chance, and it is that chance which has excited and befooled the imaginations of many Continental tyrants. Many are the tales that are told. We are assured that novel methods will be adopted, and when we see the originality of malice, the ingenuity of aggression, which our enemy displays, we may certainly prepare ourselves for every kind of novel stratagem and every kind of brutal and treacherous manœuvre. I think that no idea is so outlandish that it should not be considered and viewed with a searching, but at the same time, I hope, with a steady eye. We must never forget the solid assurances of sea power and those which belong to air power if it can be locally exercised.
Sir, I have, myself, full confidence that if all do their duty, if nothing is neglected, and if the best arrangements are made, as they are being made, we shall prove ourselves once more able to defend our island home, to ride out the storm of war, and to outlive the menace of tyranny, if necessary for years, if necessary alone. At any rate, that is what we are going to try to do. That is the resolve of His Majesty’s Government – every man of them. That is the will of Parliament and the nation. The British Empire and the French Republic, linked together in their cause and in their need, will defend to the death their native soil, aiding each other like good comrades to the utmost of their strength.
Even though large tracts of Europe and many old and famous States have fallen or may fall into the grip of the Gestapo and all the odious apparatus of Nazi rule, we shall not flag or fail. We shall go on to the end. We shall fight in France, we shall fight on the seas and oceans, we shall fight with growing confidence and growing strength in the air, we shall defend our island, whatever the cost may be. We shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender, and if, which I do not for a moment believe, this island or a large part of it were subjugated and starving, then our Empire beyond the seas, armed and guarded by the British Fleet, would carry on the struggle, until, in God’s good time, the New World, with all its power and might, steps forth to the rescue and the liberation of the old………
From the moment that the French defences at Sedan and on the Meuse were broken at the end of the second week of May, only a rapid retreat to Amiens and the south could have saved the British and French armies who had entered Belgium at the appeal of the Belgian king; but this strategic fact was not immediately realised. The French high command hoped they would be able to close the gap, and the armies of the north were under their orders. Moreover, a retirement of this kind would have involved almost certainly the destruction of the fine Belgian army of over 20 divisions and the abandonment of the whole of Belgium. Therefore, when the force and scope of the German penetration were realised and when a new French generalissimo, General Weygand, assumed command in place of General Gamelin, an effort was made by the French and British armies in Belgium to keep on holding the right hand of the Belgians and to give their own right hand to a newly created French army, which was to have advanced across the Somme in great strength to grasp it.
However, the German eruption swept like a sharp scythe around the right and rear of the armies of the north. Eight or nine armoured divisions, each of about 400 armoured vehicles of different kinds, but carefully assorted to be complementary and divisible into small self-contained units, cut off all communications between us and the main French armies. It severed our own communications for food and ammunition, which ran first to
Amiens and afterwards through Abbeville, and it shore its way up the coast to Boulogne and Calais, and almost to Dunkirk. Behind this armoured and mechanised onslaught came a number of German divisions in lorries, and behind them again there plodded comparatively slowly the dull brute mass of the ordinary German army and German people, always so ready to be led to the trampling down in other lands of liberties and comforts which they have never known in their own.
I have said this armoured scythe-stroke almost reached Dunkirk – almost but not quite. Boulogne and Calais were the scenes of desperate fighting. The Guards defended Boulogne for a while and were then withdrawn by orders from this country. The Rifle Brigade, the 60th Rifles, and the Queen Victoria’s Rifles, with a battalion of British tanks and 1,000 Frenchmen, in all about 4,000 strong, defended Calais to the last. The British brigadier was given an hour to surrender. He spurned the offer, and four days of intense street fighting passed before silence reigned over Calais, which marked the end of a memorable resistance. Only 30 unwounded survivors were brought off by the navy, and we do not know the fate of their comrades. Their sacrifice, however, was not in vain. At least two armoured divisions, which otherwise would have been turned against the British Expeditionary Force, had to be sent to overcome them. They have added another page to the glories of the light divisions, and the time gained enabled the Graveline water lines to be flooded and to be held by the French troops.Advertisement
Thus it was that the port of Dunkirk was kept open. When it was found impossible for the armies of the north to reopen their communications to Amiens with the main French armies, only one choice remained. It seemed, indeed, forlorn. The Belgian, British and French armies were almost surrounded. Their sole line of retreat was to a single port and to its neighbouring beaches. They were pressed on every side by heavy attacks and far outnumbered in the air.
When, a week ago today, I asked the house to fix this afternoon as the occasion for a statement, I feared it would be my hard lot to announce the greatest military disaster in our long history. I thought – and some good judges agreed with me – that perhaps 20,000 or 30,000 men might be re-embarked. But it certainly seemed that the whole of the French first army and the whole of the British Expeditionary Force north of the Amiens-Abbeville gap would be broken up in the open field or else would have to capitulate for lack of food and ammunition. These were the hard and heavy tidings for which I called upon the house and the nation to prepare themselves a week ago. The whole root and core and brain of the British army, on which and around which we were to build, and are to build, the great British armies in the later years of the war, seemed about to perish upon the field or to be led into an ignominious and starving captivity.
That was the prospect a week ago. But another blow, which might well have proved final, was yet to fall upon us. The king of the Belgians had called upon us to come to his aid. Had not this ruler and his government severed themselves from the allies, who rescued their country from extinction in the late war, and had they not sought refuge in what was proved to be a fatal neutrality, the French and British armies might well at the outset have saved not only Belgium but perhaps even Poland. Yet at the last moment, when Belgium was already invaded, King Leopold called upon us to come to his aid, and even at the last moment we came. He and his brave, efficient army, nearly half a million strong, guarded our left flank and thus kept open our only line of retreat to the sea. Suddenly, without prior consultation, with the least possible notice, without the advice of his ministers and upon his own personal act, he sent a plenipotentiary to the German command, surrendered his army, and exposed our whole flank and means of retreat.
I asked the house a week ago to suspend its judgment because the facts were not clear, but I do not feel that any reason now exists why we should not form our own opinions upon this pitiful episode. The surrender of the Belgian army compelled the British at the shortest notice to cover a flank to the sea more than 30 miles in length. Otherwise all would have been cut off, and all would have shared the fate to which King Leopold had condemned the finest army his country had ever formed. So in doing this and in exposing this flank, as anyone who followed the operations on the map will see, contact was lost between the British and two out of the three corps forming the first French army, who were still farther from the coast than we were, and it seemed impossible that any large number of allied troops could reach the coast.Advertisement
The enemy attacked on all sides with great strength and fierceness, and their main power, the power of their far more numerous air force, was thrown into the battle or else concentrated upon Dunkirk and the beaches. Pressing in upon the narrow exit, both from the east and from the west, the enemy began to fire with cannon upon the beaches by which alone the shipping could approach or depart. They sowed magnetic mines in the channels and seas; they sent repeated waves of hostile aircraft, sometimes more than 100 strong in one formation, to cast their bombs upon the single pier that remained, and upon the sand dunes upon which the troops had their eyes for shelter. Their U-boats, one of which was sunk, and their motor launches took their toll of the vast traffic which now began. For four or five days an intense struggle reigned. All their armoured divisions – or what was left of them – together with great masses of infantry and artillery, hurled themselves in vain upon the ever-narrowing, ever-contracting appendix within which the British and French armies fought.
Meanwhile, the Royal Navy, with the willing help of countless merchant seamen, strained every nerve to embark the British and allied troops; 220 light warships and 650 other vessels were engaged. They had to operate upon the difficult coast, often in adverse weather, under an almost ceaseless hail of bombs and an increasing concentration of artillery fire. Nor were the seas, as I have said, themselves free from mines and torpedoes. It was in conditions such as these that our men carried on, with little or no rest, for days and nights on end, making trip after trip across the dangerous waters, bringing with them always men whom they had rescued. The numbers they have brought back are the measure of their devotion and their courage. The hospital ships, which brought off many thousands of British and French wounded, being so plainly marked were a special target for Nazi bombs; but the men and women on board them never faltered in their duty.
Meanwhile, the Royal Air Force, which had already been intervening in the battle, so far as its range would allow, from home bases, now used part of its main metropolitan fighter strength, and struck at the German bombers and at the fighters which in large numbers protected them. This struggle was protracted and fierce. Suddenly the scene has cleared, the crash and thunder has for the moment – but only for the moment – died away. A miracle of deliverance, achieved by valour, by perseverance, by perfect discipline, by faultless service, by resource, by skill, by unconquerable fidelity, is manifest to us all. The enemy was hurled back by the retreating British and French troops. He was so roughly handled that he did not hurry their departure seriously. The Royal Air Force engaged the main strength of the German air force, and inflicted upon them losses of at least four to one; and the navy, using nearly 1,000 ships of all kinds, carried over 335,000 men, French and British, out of the jaws of death and shame, to their native land and to the tasks which lie immediately ahead. We must be very careful not to assign to this deliverance the attributes of a victory. Wars are not won by evacuations. But there was a victory inside this deliverance, which should be noted. It was gained by the air force. Many of our soldiers coming back have not seen the air force at work; they saw only the bombers which escaped its protective attack. They underrate its achievements. I have heard much talk of this; that is why I go out of my way to say this. I will tell you about it.Advertisement
This was a great trial of strength between the British and German air forces. Can you conceive a greater objective for the Germans in the air than to make evacuation from these beaches impossible, and to sink all these ships which were displayed, almost to the extent of thousands? Could there have been an objective of greater military importance and significance for the whole purpose of the war than this? They tried hard, and they were beaten back; they were frustrated in their task. We got the army away; and they have paid fourfold for any losses which they have inflicted. Very large formations of German aeroplanes – and we know that they are a very brave race – have turned on several occasions from the attack of one-quarter of their number of the Royal Air Force, and have dispersed in different directions. Twelve aeroplanes have been hunted by two. One aeroplane was driven into the water and cast away by the mere charge of a British aeroplane, which had no more ammunition. All of our types – the Hurricane, the Spitfire and the new Defiant – and all our pilots have been vindicated as superior to what they have at present to face.
When we consider how much greater would be our advantage in defending the air above this island against an overseas attack, I must say that I find in these facts a sure basis upon which practical and reassuring thoughts may rest. I will pay my tribute to these young airmen. The great French army was very largely, for the time being, cast back and disturbed by the onrush of a few thousands of armoured vehicles. May it not also be that the cause of civilisation itself will be defended by the skill and devotion of a few thousand airmen? There never has been, I suppose, in all the world, in all the history of war, such an opportunity for youth. The Knights of the Round Table, the Crusaders, all fall back into the past – not only distant but prosaic; these young men, going forth every morn to guard their native land and all that we stand for, holding in their hands these instruments of colossal and shattering power, of whom it may be said that
Every morn brought forth a noble chance, And every chance brought forth a noble knight, deserve our gratitude, as do all the brave men who, in so many ways and on so many occasions, are ready, and continue ready to give life and all for their native land.
I return to the army. In the long series of very fierce battles, now on this front, now on that, fighting on three fronts at once, battles fought by two or three divisions against an equal or somewhat larger number of the enemy, and fought fiercely on some of the old grounds that so many of us knew so well – in these battles our losses in men have exceeded 30,000 killed, wounded and missing. I take occasion to express the sympathy of the house to all who have suffered bereavement or who are still anxious. The president of the Board of Trade [Sir Andrew Duncan] is not here today. His son has been killed, and many in the house have felt the pangs of affliction in the sharpest form. But I will say this about the missing: We have had a large number of wounded come home safely to this country, but I would say about the missing that there may be very many reported missing who will come back home, some day, in one way or another. In the confusion of this fight it is inevitable that many have been left in positions where honour required no further resistance from them.Advertisement
Against this loss of over 30,000 men, we can set a far heavier loss certainly inflicted upon the enemy. But our losses in material are enormous. We have perhaps lost one-third of the men we lost in the opening days of the battle of March 21 1918, but we have lost nearly as many guns – nearly 1,000 – and all our transport, all the armoured vehicles that were with the army in the north. This loss will impose a further delay on the expansion of our military strength. That expansion had not been proceeding as far as we had hoped. The best of all we had to give had gone to the British Expeditionary Force, and although they had not the numbers of tanks and some articles of equipment which were desirable, they were a very well and finely equipped army. They had the first fruits of all that our industry had to give, and that is gone. And now here is this further delay. How long it will be, how long it will last, depends upon the exertions which we make in this island. An effort, the like of which has never been seen in our records, is now being made. Work is proceeding everywhere, night and day, Sundays and week days. Capital and labour have cast aside their interests, rights, and customs and put them into the common stock. Already the flow of munitions has leaped forward. There is no reason why we should not in a few months overtake the sudden and serious loss that has come upon us, without retarding the development of our general programme.
Nevertheless, our thankfulness at the escape of our army and so many men, whose loved ones have passed through an agonising week, must not blind us to the fact that what has happened in France and Belgium is a colossal military disaster. The French army has been weakened, the Belgian army has been lost, a large part of those fortified lines upon which so much faith had been reposed is gone, many valuable mining districts and factories have passed into the enemy’s possession, the whole of the Channel ports are in his hands, with all the tragic consequences that follow from that, and we must expect another blow to be struck almost immediately at us or at France. We are told that Herr Hitler has a plan for invading the British Isles. This has often been thought of before. When Napoleon lay at Boulogne for a year with his flat-bottomed boats and his Grand Army, he was told by someone, “There are bitter weeds in England.” There are certainly a great many more of them since the British Expeditionary Force returned.
The whole question of home defence against invasion is, of course, powerfully affected by the fact that we have for the time being in this island incomparably more powerful military forces than we have ever had at any moment in this war or the last. But this will not continue. We shall not be content with a defensive war. We have our duty to our ally. We have to reconstitute and build up the British Expeditionary Force once again, under its gallant Commander-in-Chief, Lord Gort. All this is in train; but in the interval we must put our defences in this island into such a high state of organisation that the fewest possible numbers will be required to give effective security and that the largest possible potential of offensive effort may be realised. On this we are now engaged. It will be very convenient, if it be the desire of the house, to enter upon this subject in a secret session. Not that the government would necessarily be able to reveal in very great detail military secrets, but we like to have our discussions free, without the restraint imposed by the fact that they will be read the next day by the enemy; and the government would benefit by views freely expressed in all parts of the house by members with their knowledge of so many different parts of the country. I understand that some request is to be made upon this subject, which will be readily acceded to by His Majesty’s government.Advertisement
We have found it necessary to take measures of increasing stringency, not only against enemy aliens and suspicious characters of other nationalities, but also against British subjects who may become a danger or a nuisance should the war be transported to the United Kingdom. I know there are a great many people affected by the orders which we have made who are the passionate enemies of Nazi Germany. I am very sorry for them, but we cannot, at the present time and under the present stress, draw all the distinctions which we should like to do. If parachute landings were attempted and fierce fighting attendant upon them followed, these unfortunate people would be far better out of the way, for their own sakes as well as for ours. There is, however, another class, for which I feel not the slightest sympathy. Parliament has given us the powers to put down fifth column activities with a strong hand, and we shall use those powers subject to the supervision and correction of the house, without the slightest hesitation until we are satisfied, and more than satisfied, that this malignancy in our midst has been effectively stamped out.
Turning once again, and this time more generally, to the question of invasion, I would observe that there has never been a period in all these long centuries of which we boast when an absolute guarantee against invasion, still less against serious raids, could have been given to our people. In the days of Napoleon the same wind which would have carried his transports across the Channel might have driven away the blockading fleet. There was always the chance, and it is that chance which has excited and befooled the imaginations of many continental tyrants. Many are the tales that are told. We are assured that novel methods will be adopted, and when we see the originality of malice, the ingenuity of aggression, which our enemy displays, we may certainly prepare ourselves for every kind of novel stratagem and every kind of brutal and treacherous manoeuvre. I think that no idea is so outlandish that it should not be considered and viewed with a searching, but at the same time, I hope, with a steady eye.
We must never forget the solid assurances of sea power and those which belong to air power if it can be locally exercised. I have, myself, full confidence that if all do their duty, if nothing is neglected, and if the best arrangements are made, as they are being made, we shall prove ourselves once again able to defend our island home, to ride out the storm of war, and to outlive the menace of tyranny, if necessary for years, if necessary alone. At any rate, that is what we are going to try to do. That is the resolve of His Majesty’s government – every man of them. That is the will of parliament and the nation. The British empire and the French republic, linked together in their cause and in their need, will defend to the death their native soil, aiding each other like good comrades to the utmost of their strength. Even though large tracts of Europe and many old and famous states have fallen or may fall into the grip of the Gestapo and all the odious apparatus of Nazi rule, we shall not flag or fail.
We shall go on to the end, we shall fight in France, we shall fight on the seas and oceans, we shall fight with growing confidence and growing strength in the air, we shall defend our island, whatever the cost may be, we shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender, and even if, which I do not for a moment believe, this island or a large part of it were subjugated and starving, then our empire beyond the seas, armed and guarded by the British fleet, would carry on the struggle, until, in God’s good time, the new world, with all its power and might, steps forth to the rescue and the liberation of the old.
”More than 40,000 civilians were killed by Luftwaffe bombing during the war, almost half of them in the capital, where more than a million houses were destroyed or damaged”
TEKST ARTIKEL ASTRID ESSED”Alle strijdpartijen in de Tweede Wereldoorlog hebben zich schuldig gemaakt aan bombardementen op burgerdoelen:Nazi Duitsland, Japan, de Britse RAF, de VS, niet alleen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki, maar daarvoor al, op andere Japanse en Duitse steden” BRON VOOR BEWERING:
”Strategic bombing during World War II began on 1 September 1939 when Germany invaded Poland and the Luftwaffe (German Air Force) began bombing cities and the civilian population in Poland in an indiscriminate aerial bombardment campaign.[21] As the war continued to expand, bombing by both the Axis and the Allies increased significantly. The Royal Air Force began bombing military targets in Germany, such as docks and shipyards, in March 1940.[22] In September 1940, the Luftwaffe began targeting British cities in the Blitz.[23] After the beginning of Operation Barbarossa in June 1941, the Luftwaffe attacked Soviet cities and infrastructure. From February 1942 onward, the British bombing campaign against Germany became less restrictive and increasingly targeted industrial sites and eventually, civilian areas.[24][25] When the United States began flying bombing missions against Germany, it reinforced these efforts and controversial firebombings were carried out against Hamburg (1943), Dresden (1945), and other German cities”
ORIGINELE BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II
”These restraints on aerial warfare are covered by the general laws of war, because unlike war on land and at sea—which are specifically covered by rules such as the 1907 Hague Convention and Protocol I additional to the Geneva Conventions, which contain pertinent restrictions, prohibitions and guidelines—there are no treaties specific to aerial warfare” WIKIPEDIAAERIAL BOMBARDMENT AND INTERNATIONAL LAW
ORIGINELE BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II
ZIE OOK ”These restraints on aerial warfare are covered by the general laws of war, because unlike war on land and at sea—which are specifically covered by rules such as the 1907 Hague Convention and Protocol I additional to the Geneva Conventions, which contain pertinent restrictions, prohibitions and guidelines—there are no treaties specific to aerial warfare” WIKIPEDIAAERIAL BOMBARDMENT AND INTERNATIONAL LAW
ORIGINELE BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II
[60]
WIKIPEDIAPOSITIVE LAW
WIKIPEDIAPOSITIEF RECHT
[61]
”The absence of specific international humanitarian law did not mean aerial warfare was not covered under the laws of war, but rather that there was no general agreement of how to interpret those laws.[35] This means that aerial bombardment of civilian areas in enemy territory by all major belligerents during World War II was not prohibited by positive or specific customary international humanitarian law”
ORIGINELE BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II
[62]
The Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind WIKIPEDIASIR ARTHUR HARRIS, 1ST BARONET/SECOND WORLD WAR https://en.wikipedia.org/wiki/Sir_Arthur_Harris,_1st_Baronet#Second_World_War
VARIANT, MAAR DEZELFDE STREKKING: The Nazis entered this war under the rather childish delusion that they were going to bomb everyone else, and nobody was going to bomb them. At Rotterdam, London, Warsaw, and half a hundred other places, they put their rather naive theory into operation. They sowed the wind, and now they are going to reap the whirlwind.
”The US maintains that its mistaken attack on the MSF hospital, as a result of having misidentified it to be a military objective, means that its personnel who conducted the attack cannot be individually prosecuted for war crimes because they did not intend for the hospital to be the object of the attack. However, even if the US had mistakenly attacked the hospital despite having been provided with the MSF’s GPS coordinates as a precaution beforehand, the fact that the attack continued for an alleged thirty minutes after the MSF first informed US and Afghan officials that the hospital was being mistakenly targeted raises serious questions as to whether the US had intended to target it” MSF ATTACK, MISTAKE, WARCRIME OR BOTH?17 JUNE 2016 https://www.ruleoflaw.org.au/msf-attack-mistake-war-crime/
In the early hours of Saturday 3 October 2015, the United States military conducted a series of sustained airstrikes on a Medecins Sans Frontieres (MSF) hospital in Kunduz, Afghanistan. 42 civilians, including MSF staff, were killed. Dr Joanne Liu, president of MSF, condemned the attack as “an attack on the Geneva Conventions” and General Director Christopher Stokes stated that MSF is “working on the presumption of a war crime” having been committed by the US.1
US officials initially denied responsibility. Six weeks later, they admitted that the attack had occurred due to repeated human error and mechanical failure, culminating in the wrong target having being hit. The findings of the US investigation into the attack were recently made publicly available, and concluded that certain US military personnel failed to comply with their rules of engagement and the law of armed conflict. However, the report also concluded that such failures did not amount to a war crime because the attack was a mistake and therefore lacked the requisite ‘intention’ requirement.
Under Article 8(b)(ix) of the Rome Statute of the International Criminal Court, ‘intentionally directing attacks against hospitals and places where the sick and wounded are collected, provided they are not military objectives’ amounts to a war crime. The Elements of Crimes Explanatory Note to the Rome Statute clearly sets out intention as the third element required in order for an act to constitute a war crime.
The US maintains that its mistaken attack on the MSF hospital, as a result of having misidentified it to be a military objective, means that its personnel who conducted the attack cannot be individually prosecuted for war crimes because they did not intend for the hospital to be the object of the attack. However, even if the US had mistakenly attacked the hospital despite having been provided with the MSF’s GPS coordinates as a precaution beforehand, the fact that the attack continued for an alleged thirty minutes after the MSF first informed US and Afghan officials that the hospital was being mistakenly targeted raises serious questions as to whether the US had intended to target it.2
Under International Humanitarian Law (IHL), medical personnel and hospitals are afforded special protection from attack (Geneva Convention 1 articles 19, 33 and 34; Additional Protocol 1 articles 12, 14 and 16) and are regarded as civilians and civilian objects, respectively. Even in the unlikely event that a hospital is transformed from a civilian object to a military objective due to a change in its purpose, nature, location or use, parties to the conflict are required to take all feasible precautions to distinguish between military targets and civilians, and ensure proportionality – that is, that there is not excessive loss of, or injury to, civilian life compared to the anticipated military advantage to be gained from the attack.
Furthermore, if a hospital is being used to commit hostile acts outside its humanitarian function, international humanitarian law requires an advance warning to be given before it may be targeted. MSF denies that the Kunduz hospital was ever used for military purposes or to commit hostile acts, and maintains that no warning was received before the hospital was attacked.
The MSF attack raises two important rule of law issues:
the value of having independent institutions to determine questions of law (or fact); and
the importance of a fair trial (a trial that is fair, and is perceived to be fair).
Backlash from MSF and the international community following the release of the Pentagon’s report suggests that the Pentagon is not perceived as sufficiently impartial, and was not an appropriate institution to be gauging US military compliance with International Humanitarian Law.
Instead, MSF has demanded an independent investigation by the International Humanitarian Fact Finding Commission (IHFCC), citing a lack of transparency in the US investigation, coupled with the disciplinary action taken against the US personnel who conducted the attack (according to the Pentagon report, such actions included suspension, letters of reprimand, formal counselling and retraining). However, the likelihood of such an investigation commencing is questionable, given the Commission has never before been used, and both the US and Afghanistan would have to agree to the investigation before it could commence.3
The IHFFC was created by Article 90 of Additional Protocol 1 to the Geneva Conventions, and is a commission created to ascertain controversial facts in situations of mutual allegations and denials of violations under IHL. On its face, it appears to be a more logical institution for gauging US military compliance with International Humanitarian Law. However, the major drawbacks to the Commission include its consent-based safeguards for state sovereignty, which limit the Commission’s ability to commence an inquiry to circumstances where one state that has recognised the Commission’s competence by declaration, unilaterally requests an enquiry against another state that has made the same declaration. While the Commission may seek to conduct an enquiry on an ad hoc basis (meaning that a party to an armed conflict has not made a declaration to accept the Commission’s competence) consent must first be sought. If consent is refused, the Commission is not permitted to commence an enquiry. Currently, only 76 states have recognised the Commission’s competence, none of which include Afghanistan or the United States.4
The question of how to improve compliance with IHL obligations is not a new one. One of the key proposals at the 32nd International Conference of the Red Cross and Red Crescent was to create:
A non-binding voluntary mechanism which would bring states together to:
(1) Exchange information and best practices on key thematic and technical issues; and
(2) Participate in a voluntary self-reporting process on IHL compliance.
The proposal was rejected, with the ICRC President Peter Maurer noting with irritation that:
Despite the rhetorical recognition that this is a problem, there is no real political will to engage substantively to make things better.
In light of the tragedy at the hospital in Kunduz, the necessity of finding appropriate mechanisms and institutions to resolve international legal disputes is more pressing than ever. The failure to determine accountability for indiscriminate attacks by states and individuals alike sets a dangerous precedent.
— Laura Hugh
NSWYL International Law Committee
Notes:
What does the MSF say happened at the MSF hospital at Kunduz? ↩
What does the US say about the accusation its personnel committed a war crimes? ↩
Why has MSF demanded an independent investigation? ↩
What are the limitations of the IHFFC in investigating violations of international law?
[65]
1. The jurisdiction of the Court shall be limited to the most serious crimes of concern to the international community as a whole. The Court has jurisdiction in accordance with this Statute with respect to the following crimes:
(a) The crime of genocide;
(b) Crimes against humanity;
(c) War crimes;
(d) The crime of aggression.
JURISDICTION, ADMISSIBILITY AND APPLICABLE LAW
ARTICLE 8Article 8War crimes
1. The Court shall have jurisdiction in respect of war crimes in particular when committed as a part of a plan or policy or as part of a large-scale commission of such crimes.
2. For the purpose of this Statute, “war crimes” means:
(a) Grave breaches of the Geneva Conventions of 12 August 1949, namely, any of the following acts against persons or property protected under the provisions of the relevant Geneva Convention:
” Although the stress of the war resulted in many anxiety attacks, eating disorders, fatigue, weeping, miscarriages, and other physical and mental ailments, society did not collapse WIKIPEDIATHE BLITZ/BLITZ SPIRIT https://en.wikipedia.org/wiki/The_Blitz#%22Blitz_Spirit%22
Lagerhuis en publiek kregen een andere, dubbelzinnige uitleg. De minister van luchtvaart antwoordde parlementariërs die wilden weten of de bombardementen op woonwijken moreel verantwoord waren, dat het ging om de uitschakeling van ‘militaire doelen’. Suggesties dat de regering de Duitse arbeidersklasse dakloos wilde maken, noemde hij ‘absurd’. De historicus Wim Berkelaar maakt nu duidelijk, in ‘De schaduw van de bevrijders – geallieerde oorlogsmisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog’, dat professor F. A. Lindemann, wetenschappelijk adviseur van de Britse oorlogsleider Churchill, de theoretische basis legde voor de inferno’s aangericht in de Duitse steden.Op 30 maart 1942 had Lindemann in een rapport voorgesteld de arbeiderswijken van alle 58 Duitse steden met meer dan 100 000 inwoners te bombarderen. Het Duitse moreel kon het beste worden ondergraven door burgers dakloos te maken en door de arbeidersklasse te treffen kon de ruggegraat van de Duitse oorlogsindustrie worden gebroken. Sommige deskundigen wezen het rapport als onverantwoord en ondeskundig af, maar Bombercommand van de RAF vatte het op als een steuntje in de rug. Luchtmachtbevelhebber Arthur (‘Bomber’) Harris was dus niet de geestelijk vader van de bombardementen, maar gaf er wèl overtuigd, en militair-technisch doeltreffend, uitvoering aan.
Waren de Britten, met Churchill voorop, zich er niet van bewust dat alsmaar krachtiger bombarderen van ‘open’ steden (zonder militair karakter) moreel verwerpelijk was en in strijd met het Landoorlogreglement? Berkelaar beantwoordt deze en andere vragen met het blootleggen van de zich ontwikkelende ‘logica van de oorlog’, waarin wie wind zaait (zoals de Luftwaffe in 1940 boven Engeland deed) storm oogst. Churchill besloot dat terugslaan met massale luchtbombardementen de enige kans bood Hitler ‘af te stoppen’. Tenslotte kwamen de Britten, met de zienswijze dat ook arbeiders in de bewapeningsindustrie militair actief zijn, op het hellend vlak naar oorlogsmisdaden. Na de oorlog daagde het inzicht dat het bombarderen van burgerdoelen niet alleen ethisch onverantwoord was. Ook bleek dat het Duitse moreel allerminst was ondermijnd en dat de bevolking juist vijandiger was geworden jegens de geallieerden.
In 1992 oordeelde de Times – die in 1943 verontschuldigend schreef dat bij het raken van militaire doelen ‘burgerslachtoffers onvermijdelijk zijn’ – dat de bombardementsstrategie ‘een zwarte bladzij was in de Britse oorlogsgeschiedenis’. De voortgaande bewustwording van wat mensen elkaar in oorlogen aandoen, ook in een ‘rechtvaardige oorlog’, biedt enige hoop.
Wim Berkelaar vond in de 55e herdenking van de Tweede Wereldoorlog voldoende aanleiding om het hete hangijzer van de geallieerde oorlogsmisdaden in die oorlog op te pakken. In zijn Woord vooraf legt hij uit de bevrijders niet te willen aanklagen. Het is nog minder zijn bedoeling op slinkse wijze de Duitse oorlogsmisdaden goed te praten. Hij wilde het geallieerde optreden toetsen aan het geldende oorlogsrecht. Daarop gaat hij in, evenals op geallieerde schendingen van de Conventie van Genève, zoals de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen bij de Sovjet-opmars in het oosten van Duitsland, de Poolse misdaden tegen Duitsers in 1939, de Sovjetrussische moord op 20 000 Poolse officieren in Katyn, de slechte behandeling van krijgsgevangenen door de geallieerden in 1945, en de tragedie van de Britse uitlevering van 25 000 anti-communistische kozakken aan de Sovjet-Unie in 1945 en 1946.Minder bekend is dat geallieerde soldaten zich in 1944 in het bevrijde zuiden van Nederland schuldig maakten aan plunderingen en vernielingen. Het Militair Gezag, het overgangsregime ingesteld door de regering in Londen, registreerde tientallen klachten van burgers over plunderingen en diefstallen door Amerikaanse, Canadese en Britse militairen. Burgemeester Gerards van Ubbergen stuurde het Militair Gezag eind december 1944 negentien rapporten over geallieerde plunderingen. Hij schreef: “De aangetroffen toestanden tarten iedere beschrijving. Hier is geen sprake meer van plundering of diefstal, maar van op de meest brute en grove wijze aangerichte verwoestingen en vernielingen.” Berkelaar brengt een noodzakelijke nuancering aan: “Er kwam niet of nauwelijks geweld aan te pas en de plunderingen kunnen beter ‘schendingen van het oorlogsrecht’ dan ‘oorlogsmisdaden’ worden genoemd.” Niettemin, de misdragingen beroofden bij de betrokken Nederlanders de bevrijders van hun aureool, ook al hadden betrekkelijk weinigen zich eraan schuldig gemaakt.
TAMPA BAY TIMESDEADLY WWII FIREBOMBINGS OF JAPANESE CITIES LARGELY IGNORED9 MARCH 2015
TOKYO — It was not Hiroshima or Nagasaki, but in many ways, including lives lost, it was just as horrific.
On March 10, 1945, U.S. B-29 bombers flew over Tokyo in the dead of night, dumping massive payloads of cluster bombs equipped with a then-recent invention: napalm. A fifth of Tokyo was left a smoldering expanse of charred bodies and rubble.
Today, a modest floral monument in a downtown park honors the spirits of the 105,400 confirmed dead, many interred in common graves.
It was the deadliest conventional air raid ever, worse than Nagasaki and on par with Hiroshima. But the attack, and similar ones that followed in more than 60 other Japanese cities, have received little attention, eclipsed by the atomic bombings and Japan’s postwar rush to rebuild.
Haruyo Nihei, just 8 when the bombs fell, was among many survivors who kept silent. A half-century passed before she even shared her experiences with her own son.
“Our parents would just say, ‘That’s a different era,’ ” Nihei said. “They wouldn’t talk about it. And I figured my own family wouldn’t understand.”
Now, as their numbers dwindle, survivors are determined to tell their stories while they still can.
‘Hellish frenzy’
Where earlier raids targeted aircraft factories and military facilities, the Tokyo firebombing was aimed largely at civilians, in places including Tokyo’s downtown area known as shitamachi, where people lived in traditional wood and paper homes at densities sometimes exceeding 100,000 people per square mile.
“There were plenty of small factories, but this area was chosen specifically because it was easy to burn,” says historian Masahiko Yamabe, who was born just months after the war’s end.
Another departure from earlier raids: the bombers flew low.
“It was as if we could reach out and touch the planes, they looked so big,” said Yoshitaka Kimura, whose family’s toy store in downtown Tokyo’s Asakusa was destroyed. “The bombs were raining down on us. Red, and black, that’s what I remember most.”
Nihei, now 78, was mesmerized as she watched from a railway embankment.
“It was a blazing firestorm. I saw a baby catch fire on its mother’s back, and she couldn’t put out the fire. I saw a horse being led by its owner. The horse balked and the cargo on its back caught fire, then its tail, and it burned alive, as the owner just stood there and burned with it,” she said.
Firefighter Isamu Kase was on duty at a train parts factory. He jumped onto a pump truck when the attack began, knowing the job was impossible.
“It was a hellish frenzy, absolutely horrible. People were just jumping into the canals to escape the inferno,” said Kase, 89. He said he survived because he didn’t jump in the water, but his burns were so severe he was in and out of hospital for 15 years.
Split-second choices like that determined who lived and who died.
Kimura, a 7-year-old, escaped the flames as he was blown into the entrance of a big department store while running toward the Sumida River, where tens of thousands of people died: burned, crushed, drowned or suffocated in the firestorm.
Masaharu Ohtake, then 13, fled his family’s noodle shop with a friend. Turned back by firefighters, they headed toward Tokyo Bay and again were ordered back. The boys crouched in a factory yard, waiting as flames consumed their neighborhood.
“We saw a fire truck heaped with a mountain of bones. It was hard to understand how so many bodies could be piled up like that,” said Ohtake.
After about two hours and 40 minutes, the B-29s left.
Survivors speak of the hush as dawn broke over a wasteland of corpses and debris, studded by chimneys of bathhouses and small factories. Police photographer Koyo Ishikawa captured the carnage of charred bodies piled like blackened mannequins, tiny ones lying beside them.
“It was as if the world had ended,” said Nihei, whose father sheltered her under his body, as others piled on top and were burned and suffocated. All her family survived.
Michiko Kiyo-oka, a 21-year-old government worker living in the Asakusa district, survived by hiding under a bridge.
“When I crawled out I was so cold, so I was warming myself near one of the piles that was still smoldering. I could see an arm. I could see nostrils. But I was numb to that by then,” she said. “The smell is one that will never leave me.”
Fighting to be remembered
From January 1944 to August 1945, the U.S. dropped 157,000 tons of bombs on Japanese cities, according to the U.S. Strategic Bombing Survey. It estimated that 333,000 people were killed, including the 80,000 killed in the Aug. 6 Hiroshima atomic bomb attack and 40,000 at Nagasaki three days later. Other estimates are significantly higher. Fifteen million of the 72 million Japanese were left homeless.
The bombing campaign set a military precedent for targeting civilian areas that persisted into the Korean and Vietnam wars and beyond. But the non-atomic attacks have been largely overlooked.
“Both governments, the press, media, radio, even novelists … decided the crucial story was the atomic bomb,” said Mark Selden, a Cornell University history professor. “This allowed them to avoid addressing some very important questions.”
Survivors of the Tokyo firebombing feel their pain has been forgotten, by history and by the government. After the war, only veterans and victims of the atomic bombings received special support.
“We civilians had no weapons and no strength to fight,” Kiyo-oka said. “We were attacked and got no compensation. I am very dissatisfied with how the government handled this.”
No specific government agency handles civilian survivors of firebombings or keeps their records, because there is no legal basis for that, said Manabu Oki at the Internal Affairs and Communications Ministry.
Yamabe, the historian, said authorities “are reluctant to acknowledge civilian suffering from the wartime leaders’ refusal to end the war earlier.”
“If they don’t disclose such data, it can’t be discussed. If the victims remain anonymous then there’s less pressure for compensation,” said Yamabe, a researcher at the privately funded Tokyo Air Raid and War Damages Resource Center, Japan’s main source of information about the firebombings.
Some survivors now refuse to be anonymous. Nihei often travels from the distant suburbs to the Tokyo Air Raid center to share her story with students and other visitors.
Years ago, Ohtake began walking the city to draw up guide maps of areas destroyed by the bombings — maps the resource center now uses.
The United States went too far with the firebombing, but I don’t quite understand why the Japanese government and the rest of the Japanese don’t talk about this very much,” he said.
“We are not just statistics. I don’t think we’ll still be around for the 80th anniversary,” Ohtake said. “So the 70th anniversary is pretty much the last chance for us to speak up.”
[72]
‘One is inclined to think that such a comprehensive bombing campaign was likely to have a most devastating effect on the enemy’s civil population. Eventually a significant effect on industrial production could be achieved, either by destruction of the production plants or by a negative physical and psychological effect on its labour. Civil devastation would result in civil unrest and public uprise against the Nazi regime. At least that was what the Allies were hoping for.And yet Allied assaults had no significant effect on German production until the last year of the war. German industry unexpectedly counterbalanced the destruction of a number of their plants by a further increase in productivity”
”But not only cities had fallen victim to the Allies’ strategic bombing.
The medium-sized town of Nordhausen lost about 20% of its population in one night attack in May 1945, Pfortzheim lost 22%. Numerous cities, medium-sized towns and small towns had been the target of the Royal Air Force (RAF) and the US-Air Force (USAAF), amongst them Karlsruhe, Stuttgart, Essen, Bremen, Wilhelmshaven, Emden, Duisburg, Hamburg, Saarbrucken, Düsseldorf, Osnabrück, Mainz, Lübeck, Münster, Kassel, Cologne, Schweinfurt, Jena, Darmstadt, Krefeld, Leipzig, Dresden, Brunswick, Munich, Magdeburg, Aschersleben, Halberstadt, Chemnitz, Halle, Plauen, Dessau, Potsdam, Erfurt, but also towns like Cailsheim, Freudenstadt and Hildesheim.
Even small villages had no reason to feel safe. They were attacked too, either by accident, as substitutes for another target, or because of local industry, as in the case of the “Deutsche Gasolin AG”, an oil refinery in the village of Dollbergen , situated about 30 kilometers east of Hanover , with only about 1,400 inhabitants. UNIVERSITY OF EXETERBOMBING, STATES AND PEOPLES IN WESTERN EUROPE 1940-1945THE BOMBING OF GERMANY
[74]
”Tenslotte kwamen de Britten, met de zienswijze dat ook arbeiders in de bewapeningsindustrie militair actief zijn, op het hellend vlak naar oorlogsmisdaden” TROUWGEALLIEERDE OORLOGSMISDADEN EN DE LOGICA VAN DE OORLOG17 MAART 1995
Lagerhuis en publiek kregen een andere, dubbelzinnige uitleg. De minister van luchtvaart antwoordde parlementariërs die wilden weten of de bombardementen op woonwijken moreel verantwoord waren, dat het ging om de uitschakeling van ‘militaire doelen’. Suggesties dat de regering de Duitse arbeidersklasse dakloos wilde maken, noemde hij ‘absurd’. De historicus Wim Berkelaar maakt nu duidelijk, in ‘De schaduw van de bevrijders – geallieerde oorlogsmisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog’, dat professor F. A. Lindemann, wetenschappelijk adviseur van de Britse oorlogsleider Churchill, de theoretische basis legde voor de inferno’s aangericht in de Duitse steden.
Op 30 maart 1942 had Lindemann in een rapport voorgesteld de arbeiderswijken van alle 58 Duitse steden met meer dan 100 000 inwoners te bombarderen. Het Duitse moreel kon het beste worden ondergraven door burgers dakloos te maken en door de arbeidersklasse te treffen kon de ruggegraat van de Duitse oorlogsindustrie worden gebroken. Sommige deskundigen wezen het rapport als onverantwoord en ondeskundig af, maar Bombercommand van de RAF vatte het op als een steuntje in de rug. Luchtmachtbevelhebber Arthur (‘Bomber’) Harris was dus niet de geestelijk vader van de bombardementen, maar gaf er wèl overtuigd, en militair-technisch doeltreffend, uitvoering aan.
Waren de Britten, met Churchill voorop, zich er niet van bewust dat alsmaar krachtiger bombarderen van ‘open’ steden (zonder militair karakter) moreel verwerpelijk was en in strijd met het Landoorlogreglement? Berkelaar beantwoordt deze en andere vragen met het blootleggen van de zich ontwikkelende ‘logica van de oorlog’, waarin wie wind zaait (zoals de Luftwaffe in 1940 boven Engeland deed) storm oogst. Churchill besloot dat terugslaan met massale luchtbombardementen de enige kans bood Hitler ‘af te stoppen’. Tenslotte kwamen de Britten, met de zienswijze dat ook arbeiders in de bewapeningsindustrie militair actief zijn, op het hellend vlak naar oorlogsmisdaden. Na de oorlog daagde het inzicht dat het bombarderen van burgerdoelen niet alleen ethisch onverantwoord was. Ook bleek dat het Duitse moreel allerminst was ondermijnd en dat de bevolking juist vijandiger was geworden jegens de geallieerden.
In 1992 oordeelde de Times – die in 1943 verontschuldigend schreef dat bij het raken van militaire doelen ‘burgerslachtoffers onvermijdelijk zijn’ – dat de bombardementsstrategie ‘een zwarte bladzij was in de Britse oorlogsgeschiedenis’. De voortgaande bewustwording van wat mensen elkaar in oorlogen aandoen, ook in een ‘rechtvaardige oorlog’, biedt enige hoop.
Wim Berkelaar vond in de 55e herdenking van de Tweede Wereldoorlog voldoende aanleiding om het hete hangijzer van de geallieerde oorlogsmisdaden in die oorlog op te pakken. In zijn Woord vooraf legt hij uit de bevrijders niet te willen aanklagen. Het is nog minder zijn bedoeling op slinkse wijze de Duitse oorlogsmisdaden goed te praten. Hij wilde het geallieerde optreden toetsen aan het geldende oorlogsrecht. Daarop gaat hij in, evenals op geallieerde schendingen van de Conventie van Genève, zoals de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen bij de Sovjet-opmars in het oosten van Duitsland, de Poolse misdaden tegen Duitsers in 1939, de Sovjetrussische moord op 20 000 Poolse officieren in Katyn, de slechte behandeling van krijgsgevangenen door de geallieerden in 1945, en de tragedie van de Britse uitlevering van 25 000 anti-communistische kozakken aan de Sovjet-Unie in 1945 en 1946.
Minder bekend is dat geallieerde soldaten zich in 1944 in het bevrijde zuiden van Nederland schuldig maakten aan plunderingen en vernielingen. Het Militair Gezag, het overgangsregime ingesteld door de regering in Londen, registreerde tientallen klachten van burgers over plunderingen en diefstallen door Amerikaanse, Canadese en Britse militairen. Burgemeester Gerards van Ubbergen stuurde het Militair Gezag eind december 1944 negentien rapporten over geallieerde plunderingen. Hij schreef: “De aangetroffen toestanden tarten iedere beschrijving. Hier is geen sprake meer van plundering of diefstal, maar van op de meest brute en grove wijze aangerichte verwoestingen en vernielingen.” Berkelaar brengt een noodzakelijke nuancering aan: “Er kwam niet of nauwelijks geweld aan te pas en de plunderingen kunnen beter ‘schendingen van het oorlogsrecht’ dan ‘oorlogsmisdaden’ worden genoemd.” Niettemin, de misdragingen beroofden bij de betrokken Nederlanders de bevrijders van hun aureool, ook al hadden betrekkelijk weinigen zich eraan schuldig gemaakt.
”Geenerlei gemeenschappelijke straf, in geld of van anderen aard, mag worden uitgevaardigd tegen de bevolkingen op grond van persoonlijke handelingen, waarvoor zij in haar geheel niet als hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden beschouwd.” ARTIKEL 50, LANDOORLOGSREGLEMENTVERDRAG NOPENS DE WETTEN EN GEBRUIKEN VAN DE OORLOG TE LAND, ‘S GRAVENHAGE 18-10-1907 https://wetten.overheid.nl/BWBV0006273/1910-01-26#VertalingNL_VDRTKS1384534
[77]
ZIE NOOT 73
[78]
”Het grote geallieerdebombardement op Dresden vond plaats in de nacht van 13 op 14 februari1945, waarna de volgende ochtend nog een luchtaanval volgde.”
” Strategic bombing often involved bombing areas inhabited by civilians and some campaigns were deliberately designed to target civilian populations in order to terrorize and disrupt their usual activities”
”At the start of the war, Bomber Command had no real means of determining the success of its operations. Crews would return with only their word as to the amount of damage caused or even if they had bombed the target. The Air Ministry demanded that a method of verifying these claims be developed and by 1941 cameras mounted under bombers, triggered by the bomb release, were being fitted.”
”Any examination of night photographs taken during night bombing in June and July points to the following conclusions:
Of those aircraft recorded as attacking their target, only one in three got within 5 mi (8.0 km).
Over the French ports, the proportion was two in three; over Germany as a whole, the proportion was one in four; over the Ruhr it was only one in ten.
In the full moon, the proportion was two in five; in the new moon it was only one in fifteen. …
All these figures relate only to aircraft recorded as attacking the target; the proportion of the total sorties which reached within 5 miles is less than one-third. …
The conclusion seems to follow that only about one-third of aircraft claiming to reach their target actually reached it”
”’The ultimate aim of an attack on a town area is to break the morale of the population which occupies it. To ensure this, we must achieve two things: first, we must make the town physically uninhabitable and, secondly, we must make the people conscious of constant personal danger. The immediate aim, is therefore, twofold, namely, to produce (i) destruction and (ii) fear of death’ WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II/THE BRITISH LATER IN THE WAR https://en.wikipedia.org/wiki/Strategic_bombing_during_World_War_II#The_British_later_in_the_war
BRON WIKIPEDIASTRATEGIC BOMBING DURING WORLD WAR II/
Reacties uitgeschakeld voor Noten 1 t/m 90/”Geallieerde oorlogsmisdaden in de Tweede Wereldoorlog/Hoe de ”goede kant van de geschiedenis” slechte dingen deed